Formulieren

download Formulieren

of 10

description

Deze formulieren moeten docenten invullen

Transcript of Formulieren

  • 1

    Uit: Onderwijsregelingen (www.ru.nl/letteren/onderwijsregelingen) Trefwoord: scriptie-overeenkomst Bijgewerkt op: 15.09.2006

    FACULTEIT DER LETTEREN - RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN SCRIPTIE-OVEREENKOMST ___________________________________________________________________________________ De examencommissie van de opleiding: , vertegenwoordigd door de door haar aangewezen scriptiebegeleider: en de student:

    naam:

    studentnummer:

    adres, postcode, woonplaats:

    tel.:

    eventueel tweede adres/tel.:

    eerste jaar van inschrijving:

    zijn het volgende overeengekomen: 1 Begeleiding van de scriptie c.q. het onderzoeksrapport wordt gegeven door

    naam (namen):

    opleiding:

    tel.:

    2 De tweede beoordelaar van de scriptie is (kan ook later worden ingevuld):

    naam:

    afdeling:

    tel.:

    3 De totale studielast bedraagt: ...... studiepunten. 4 Door student en begeleider wordt een werkplan opgesteld dat onderdeel is van deze

    overeenkomst (zie de bijlage). Alleen in bijzondere omstandigheden kan van het afgesproken werkplan worden afgeweken. In dat geval worden nieuwe afspraken schriftelijk vastgelegd.

    5 De begeleider en de student spreken af elkaar tijdens de periode die in het werkplan is voorzien

    minimaal . keren te spreken over de voortgang. 6 Na elk overleg met de begeleider maakt de student daarvan een kort verslag en stelt dit ter

    beschikking van de begeleider. 7 Binnen het tijdsbestek van ......................... na het sluiten van deze overeenkomst levert de

    student een compleet werkschema in.

    Deze overeenkomst is ook te gebruiken voor het onderzoeksrapport, d.w.z. voor het wetenschappelijk verslag op basis van een stage i.v.m. een onderzoek.

  • 2

    8 Wanneer de termijnen die voor het scriptie-onderzoek zijn afgesproken worden overschreden,

    kan zo nodig een herziening van de scriptie-overeenkomst plaatsvinden. 9 De opleiding kan geen financile ondersteuning bieden. 10. De afdeling/instelling bepaalt de mate van vertrouwelijkheid van de verzamelde informatie,

    indien nodig in afstemming met derden. De student verplicht zich tot geheimhouding van hetgeen hem/haar tijdens de uitvoering van het

    onderzoek ter kennis komt en waarvan hij/zij weet of redelijkerwijs behoort te weten dat het van vertrouwelijke aard is.

    11 Indien het scriptie-onderzoek plaatsvindt in opdracht van of in samenwerking met derden, wordt

    daarvoor een aparte overeenkomst gesloten (via de stagecordinator). 12 Een eventuele publicatie door de student of de begeleider op basis van de scriptie c.q. het

    verslag van de stage in het kader van een onderzoek geschiedt in onderling overleg en met wederzijdse toestemming. Als het onderzoek plaatsvond in opdracht van derden, gelden de in dat kader gemaakte afspraken.

    In de publicatie wordt vermeld dat het onderzoek plaatsvond in het kader van de studie van de opleiding.

    Aldus in drievoud opgemaakt en getekend, plaats: datum: de student: de begeleider: Deze overeenkomst dient vergezeld te gaan van een bijlage (werkplan). (En exemplaar van deze overeenkomst met werkplan gaat naar de student, n naar de begeleider en n naar de administratie van de opleiding.)

  • 3

    BIJLAGE: WERKPLAN - De werktitel van de scriptie is: - Beschikbare studenttijd (dagdelen per week/uren p.w.): - Begindatum werkzaamheden: - Globale tijdsplanning (in maanden) en afspraken in dit verband: - Voorziene einddatum: - Korte karakterisering van het wetenschapsgebied en relatie tot het vakgebied van de opleiding: - Korte samenvatting van het geplande onderzoek (probleemstelling/ vraagstelling, gebruikte

    methode en beoogd eindresultaat): - De taal waarin de scriptie wordt geschreven is (alleen in geval niet Nederlands): - Benodigde hulpmiddelen (literatuur, apparatuur): - Plaats van deze hulpmiddelen: - Plaats waar (een deel van) het onderzoek wordt uitgevoerd (indien niet in Nijmegen ook het

    adres aangeven):

  • Beoordelingsformulier Algemene Sociale Wetenschappen Onderzoek Naam: Datum: Module: Titel onderzoek: Cijfer: 1. THEORIE 1 2 3 4 5 nvt Is de probleemstelling duidelijk gedefinieerd, voldoende afgebakend en relevant?

    Hoe is de theoretische onderbouwing van de probleemstellin Hoe is de verantwoording en uitwerking van de theoretische uitgangspunten (gelet op de interdisciplinariteit)?

    Is er recente, relevante literatuur gebruikt? 2. INHOUD / INZICHT 1 2 3 4 5 nvt Is het onderzoek voldoende interdisciplinair? Is het onderzoek wetenschappelijk relevant? Is het onderzoek maatschappelijk relevant? 3. METHODEN 1 2 3 4 5 nvt Sluit de gebruikte methode aan op de probleemstelling en het theoretisch kader?

    Is de operationalisering op een logische wijze gedaan?

  • 4. RESULTATEN 1 2 3 4 5 nvt Zijn de resultaten op een logische wijze weergegeven (argumentatie?)

    Zijn de resultaten inzichtelijk? Wordt de empirie op correcte wijze gellustreerd (tabellen, grafieken)?

    5. CONCLUSIE 1 2 3 4 5 nvt Zijn de conclusies verbonden met de theorie? Hebben de conclusies betrekking op de probleemstelling? Wordt het onderzoek gevalueerd en in een groter kader geplaatst?

    6. ALGEMEEN 1 2 3 4 5 nvt Is het onderzoeksverslag logisch opgebouwd, helder en consistent?

    Hoe is het taalgebruik? Is op correcte wijze verwezen naar de literatuur? Hoe is de uiterlijke verzorging? Hoe zelfstandig is er gewerkt? 1 = Het niveau is onaanvaardbaar. Er zijn fundamentele tekortkomingen en een grondige herschrijving is vereist. 2 = Het niveau is matig. Er zijn veel tekortkomingen. 3 = Het niveau is voldoende. Er is een aantal kleinere tekortkomingen. 4 = Het niveau is ruim voldoende. Er zijn geen noemenswaardige tekortkomingen. 5 = Het niveau is uitstekend en ligt boven de verwachtingen. Er zijn nauwelijks tekortkomingen.

  • Hogeschool van Amsterdam opleiding IAM/CMD

    Beoordeling Afstudeerproject Interactieve Media CMD 2011-2012

    1

    Beoordelingsformulier afstudeerproject 2011-12

    Ondertekening

    naam

    handtekening

    Student

    Studentnr:

    Afstudeerdocent

    Tweede lezer

    Externe deskundige

    Organisatie:

    Datum

    Toelichting

    Het afstudeerproject bestaat uit een beroepsproduct met een adequaat gedocumenteerd eindrapport of uit een praktijkgericht onderzoek verwerkt in een scriptie. De student sluit het afstudeerproject af met een presentatie aan de afstudeerdocent, de 2e docent en een extern deskundige. Het beoordelingsinstrument voor het afstudeerproject bestaat uit 4 onderdelen (A t/m D). Elk onderdeel is gebaseerd op de HBO-kernkwalificaties, de standaard die IAM/CMD hanteert voor het bachelor niveau. Oordeel en weging

    Elk onderdeel krijgt een overall oordeel. Elke beoordelaar geeft een korte toelichting bij zijn oordeel op het eigen beoordelingsformulier. Het overall oordeel is gebaseerd op de uitwerking hieronder. Dit draagt bij aan de transparantie van de beoordeling. Elk onderdeel moet minimaal voldoende zijn. In de uitwerking hieronder is te zien aan welke criteria hiervoor moet worden voldaan. Met het oordeel voldoende voldoet een student aan de minimumeisen die de opleiding stelt voor een onderdeel op het HBO-bachelor niveau. De eindscore per onderdeel is gebaseerd op het gemiddelde van de scores per criterium. Het oordeel per onderdeel A t/m D en het eindoordeel voor het afstudeerproject worden weergegeven in een cijfer. De docent noteert het cijfer op het beoordelingsformulier in het vakje onder de daarbij horende klasse. Voor de onderdelen A t/m D kan het cijfer worden gegeven aan de hand van de volgende klassen: O = onvoldoende (1-5), V-RV = voldoende-ruim voldoende (5,5-7), G-ZG = goed-zeer goed (7,5-9), U = uitmuntend (9,5-10). Onderdeel E (presentatie) is een aanscherping op het cijfer voor het afstudeerproject. De student kan in de presentatie het afstudeerproject verantwoorden en verdedigen. De student kan met de presentatie het cijfer tot maximaal n punt verhogen of verlagen. Met onderdeel E kan het cijfer afstudeerproject worden aangescherpt aan de hand van de volgende klassen: o O = onvoldoende (1 punt omlaag) o V-RV = voldoende-ruim voldoende (cijfer blijft gelijk) o G-ZG = goed-zeer goed (0,5 punt omhoog) o U = uitmuntend (1 punt omhoog). Voor de berekening van het eindcijfer is een rekenformat bijgevoegd waarin het gewicht van de onderdelen is verwerkt. Een student kan alleen een presentatie over het afstudeerproject geven indien het afstudeerproject minimaal als voldoende (5,5) is beoordeeld door het begeleiderskoppel (onderdeel A t/m D). Dit moet worden vastgelegd middels 2 handtekeningen van 1e en 2e afstudeerdocent op het eindproduct.

  • Hogeschool van Amsterdam opleiding IAM/CMD

    Beoordeling Afstudeerproject Interactieve Media CMD 2011-2012

    2

    Beroepsproduct is een (prototype van een) toepassing of een scriptie

    A. Bruikbaarheid en relevantie voor de beroepspraktijk: het beroepsproduct is inhoudelijk relevant voor de beroepspraktijk. Het beroepsproduct biedt een bruikbare verheldering of oplossing van het probleem en/of een antwoord op de ontwerpvraag.

    1 -10

    1. De student geeft in het beroepsproduct bruikbare (erkend door de beroepspraktijk) conclusies en aanbevelingen voor de beroepspraktijk.

    2. Het beroepsproduct geeft antwoord op een sociaal-maatschappelijk relevant en actueel beroepsvraagstuk.

    3. De student verwerkt conclusies en aanbevelingen in het beroepsproduct op zodanige wijze dat het een aantoonbare bijdrage levert aan de bruikbaarheid van het product.

    4. Het beroepsproduct is professioneel en met gevoel voor de heersende beroepsethiek en -gebruiken tot stand gekomen en geproduceerd.

    5. Het beroepsproduct biedt een verbetering voor de organisatie en/of verschillende klantgroepen van de organisatie en draagt daarmee bij aan de verbetering van de beroepspraktijk.

    Evt. korte toelichting

    OORDEEL A: Bruikbaarheid en relevantie voor de

    beroepspraktijk

    B. Onderbouwing en verantwoording praktijkgericht onderzoek: het onderzoek is methodologisch verantwoord en uitgevoerd volgens de normen van toegepaste wetenschap en beroepspraktijk. Het praktijkonderzoek is gebaseerd op gedegen literatuur-, bronnen- en veldonderzoek.

    1 -10

    1. De gekozen onderzoeksmethoden en -technieken zijn van toepassing voor de onderzoeksvraag.

    2. Relevante ontwikkelingen in de beroepspraktijk en aanpalende domeinen zijn geanalyseerd en worden toegepast bij de onderbouwing van de probleemstelling.

    3. De student heeft het onderzoek methodisch juist uitgevoerd. De analyse van de gegevens is correct uitgevoerd en toont voldoende diepgang.

    4. De antwoorden op de deelvragen en de conclusies en aanbevelingen vloeien logisch voort uit de onderzoeksresultaten.

    5. De student gebruikt correcte bronvermeldingen en verwijzingen.

    6. De student kan het onderzoek in een meta-context bespreken, waardoor reflectie op het onderzoek bijdraagt tot een dieper inzicht van het vraagstuk bij de student.

    Evt. korte toelichting

    OORDEEL B: Onderbouwing en verantwoording praktijkgericht onderzoek

  • Hogeschool van Amsterdam opleiding IAM/CMD

    Beoordeling Afstudeerproject Interactieve Media CMD 2011-2012

    3

    C. Complexiteit en creativiteit: het product heeft betrekking op een realistische beroepssituatie. Het beroepsproduct getuigt van professionaliteit, vakbekwaamheid, creativiteit en een eigen visie. Het praktijkonderzoek is gebaseerd op gedegen veldonderzoek en is uitgevoerd volgens de gangbare ontwerpcyclus.

    1 -10

    1. Het beroepsproduct getuigt van creativiteit gekoppeld aan een professioneel inzicht en een eigen visie op het beroepsvraagstuk.

    2. Het ontwerpproces heeft geleid tot de realisatie van minimaal: a. een prototype voor een interactief product dat getest is in de praktijk door proefpersonen en professionals. De testresultaten hebben geleid tot aanpassingen. b. een adviesrapport dat gebaseerd is op de praktijk.

    3. De student kan ontwerpbeslissingen onderbouwen, de samenhang tussen onderzoek en product aantonen en de gevolgen overzien van de eigen ontwerpbeslissingen.

    4. De student toont empathisch vermogen, heeft zich ingeleefd in de doelgroep en andere stakeholders, heeft de doelgroep en andere stakeholders actief betrokken in het ontwerpproces, en op basis daarvan conclusies getrokken voor zijn/haar product.

    Evt. korte toelichting

    OORDEEL C: Complexiteit en creativiteit

    D. Uitvoering en vorm: de (technische) uitvoering van het beroepsproduct voldoen aan de eisen van de beroepsgroep op HBO bachelorniveau. Taalgebruik, documentatie en visualisaties zijn op HBO bachelorniveau.

    1 -10

    1. Taalgebruik en stijl passen bij gekozen doelgroep of opdrachtgever uit de specifieke beroepspraktijk.

    2. Opzet, indeling, vormgeving en bronvermelding van de scriptie cq eindrapport is conform de vastgestelde IAM/CMD richtlijnen.

    3. De student past ondersteunende meta-informatie (grafieken, tabellen, modellen, interactieve datavisualisatie-technieken, infographics) adequaat toe.

    4. Het beroepsproduct is ontwikkeld volgens de meest actuele technische geaccepteerde (web)standaarden.

    5. Het beroepsproduct is professioneel gedocumenteerd volgens de door IAM/CMD opgestelde richtlijnen.

    Evt. korte toelichting

    OORDEEL D: Uitvoering en vorm

  • Hogeschool van Amsterdam opleiding IAM/CMD

    Beoordeling Afstudeerproject Interactieve Media CMD 2011-2012

    4

    In te vullen tijdens de afstudeersessie (de presentatie): E. Presentatie: de student kan zijn werk verdedigen, verantwoorden en een gefundeerde eigen mening weergeven. De student geeft blijk van lerend vermogen.

    Cijfer afstudeerproject (onderdeel A t/m D; zie voor berekening rekenformat)

    Aanscherping cijfer afstudeerproject a.d.h.v. eindpresentatie

    O -1

    V-RV 0

    G-ZG + 0,5

    U +1

    Onvoldoende (Cijfer afstudeerproject 1) is: Als niet aan de hieronder genoemde criteria voor voldoende-ruim voldoende is voldaan. Voldoende-ruim voldoende (Cijfer afstudeerproject blijft gelijk) is: 1. De student kan gebruikte begrippen, theorien, modellen, grafieken, tabellen, etc. toelichten. 2. De student kan gemaakte keuzen motiveren. 3. De student kan zijn gedachten en bevindingen helder en correct overbrengen. 4. De student kan aangeven wat hij/zij heeft geleerd en bij een volgende keer anders zou aanpakken.

    Goed-zeer goed (Cijfer afstudeerproject + 0,5) is: Idem als voldoende-ruim voldoende en bovendien: 1. De student stelt zich onderzoekend, evaluerend en positief-kritisch op: 2. De student kan een onderbouwde mening geven vanuit methode of literatuur over door de examinatoren aangedragen theorien/hypothesen in het kader

    van het onderwerp.

    Uitmuntend (Cijfer afstudeerproject + 1,0) is: Idem als voldoende-ruim voldoende en goed-zeer goed en bovendien: 1. De student staat boven het onderwerp (hanteert een helikopterview).

    EINDOORDEEL (cijfer afstudeerproject + aanscherping)

    Evt. toelichting

  • Hogeschool van Amsterdam opleiding IAM/CMD

    Beoordeling Afstudeerproject Interactieve Media CMD 2011-2012

    5

    Rekenformat eindcijfer afstudeerproject IAM / CMD

    A. Bruikbaarheid & relevantie beroepspraktijk B. Onderbouwing & verantw. praktijkger. onderzk C. Complexiteit en creativiteit D. Uitvoering en vorm ______________________ + E. Presentatie

    Subtot.:

    Subtot / 4 =

    Afronden op 1

    decimaal (bijv. 7,2)

    Cijfer afstudeerproject

    Eindcijfer

    Aanscherping a.d.h.v.

    presentatie