Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3...

52
Hand-out Studievaardigheden Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 Team Decanen en Psychologen

Transcript of Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3...

Page 1: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

Hand-out Studievaardigheden

Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 Team Decanen en Psychologen

Page 2: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

1

Inhoudsopgave

Inleiding 3

Hoofdstuk 1 College volgen 4

1.1 College volgen? Waarom zou ik? 4

1.2 Hoe volg je een college? 4

Hoofdstuk 2 Plannen en timemanagement 6

2.1 Plannen en organiseren 6

2.2 Opdrachten 8

2.3 Plannen-Doen-Controleren-Aanpakken 11

Hoofdstuk 3 Uitstelgedrag 13

3.1 Mogelijke oorzaken van uitstelgedrag 13

3.2 Aanpakken in plaats van uitstellen 14

Hoofdstuk 4 Leerstijlen 16

4.1 Wat is een leerstijl? 16

4.2 Leerstijlentest volgens Kolb 17

4.3 Toelichting leerstijlen 21

4.4 Je leerstijlen uitbreiden 23

Hoofdstuk 5 Hoofd- en bijzaken 27

5.1 Oriënterend doornemen 27

5.2 Grondig doornemen 27

5.3 Herhalen 30

Hoofdstuk 6 Motivatie- en concentratieproblemen 31

6.1 Motivatie 31

6.2 Concentratie 32

Hoofdstuk 7 Tentamens: voorbereiden en doen 35

7.1 Voorbereiding op tentamens 35

7.2 Tentamen maken 37

7.3 Na je tentamens 42

7.4 Omgaan met spanning / tentamenangst 42

Bronvermeldingen

46

Page 3: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

2

Bijlage 1a

Tijdsbestedingsformulier 47

Bijlage 1b

Planningsopdracht 48

Bijlage 2

Stappenplan SQ3R-methode 49

Bijlage 3

Tentamen: inventarisatie toets vormen 50

Bijlage 4

Tentamen: persoonlijk recept 51

Page 4: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

3

Inleiding

In deze tijd waarin je als student geconfronteerd wordt met maatregelen zoals het korten van de studiebeurs, beperking van de studieduur, verhogen van collegegeldtarieven en bindend studieadvies, is het goed je voor te bereiden als “een krijger op zijn pad”. Waarschijnlijk heb je je voor aanmelding bij je opleiding goed georiënteerd om de juiste studiekeuze te maken. Dat is een belangrijke eerste stap. De volgende stap die je nu moet zetten is: studeren. Op de middelbare school “leer” je. In het hoger onderwijs “studeer” je. Wat is het verschil? Allereerst was je op de middelbare school verplicht aanwezig. Daarnaast werd lesstof herhaald, herhaald en nog eens herhaald. Dit proces verliep vrijwel vanzelf. Als je niet alleen fysiek tijdens de lessen aanwezig was en je je huiswerk ook soms maakte, dan volgde relatief eenvoudig een voldoende resultaat voor overhoringen, repetities, etc. Ook waren de hoeveelheden stof die je voor een repetitie kreeg doorgaans goed te overzien. In het hoger onderwijs is dat anders. Herhaling van de stof is niet in het onderwijs ingebouwd. Herhaling van de stof door zelfstudie is een belangrijke voorwaarde voor succes op het HBO. Verder heb je meer vrijheid en dus eigen verantwoordelijkheid. De hoeveelheden stof die in een bepaalde tijd worden behandeld zijn aanzienlijk groter dan op de middelbare school. Jij bent verantwoordelijk voor het plannen en bijhouden ervan. Kortom: meer vrijheid, maar ook meer stof, een hoger onderwijstempo en vooral eigen verantwoordelijkheid om je studieverloop tot een succes te maken door colleges te volgen, stof bij te houden, werkgroepen te bezoeken, etc. Om je bij deze nieuwe uitdaging te helpen hebben de decanen van de dienst Studentenvoorzieningen deze praktische hand-out studievaardigheden samengesteld. Boordevol tips en informatie om (in combinatie met jouw inzet) van je studie een succes te maken. Het eerste hoofdstuk heeft betrekking op het volgen van colleges. Hoe doe je dat effectief? In het tweede hoofdstuk wordt ingegaan op het maken van planningen en het “managen” van je tijd. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op uitstelgedrag. Hoofdstuk 4 richt zich op verschillende leerstijlen. In hoofdstuk 5 komt aan de orde hoe je hoofd- en bijzaken in de stof kunt onderscheiden. Vervolgens wordt in hoofdstuk 6 ingegaan op motivatie- en concentratieproblemen en hoe je deze kan overwinnen en tot slot worden je strategieën aan de hand gedaan om goed voorbereid tentamen te maken. Met deze hand-out heb je in feite al je studiepunten in handen. Het enige dat nodig is, is dat jij de tips (eventueel “op maat gesneden”) toepast in je dagelijkse studiepraktijk. Er is immers maar één persoon die jouw studie tot een goed einde kan brengen en dat ben je zelf. De decanen en psychologen van Dienst Studentenvoorzieningen wensen je veel succes met je opleiding en een fijne studietijd!

Page 5: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

4

Hoofdstuk 1 College volgen

1.1 College volgen? Waarom zou ik? Om dat daar goede redenen voor zijn! Eén reden is dat je als student veel stof moet verwerken in een korte tijd. Een tweede reden is dat je door colleges te volgen je slim met je tijd omgaat. Er is meer dan studeren alleen, dus op een efficiënte manier met je tijd omgaan is verstandig. Colleges volgen is een manier om aan beide punten te kunnen voldoen. Tijdens colleges wordt de leerstof uit het boek namelijk samengevat, verduidelijkt en wordt vaak aangegeven wat van belang is om te weten voor het tentamen. Colleges zijn dan ook een efficiënte manier om de stof te kunnen leren, hoofd- en bijzaken te onderscheiden, je goed voor te bereiden op het tentamen en tijd over te houden voor andere zaken!

1.2 Hoe volg je een college?

College volgen betekent niet passief onderuit gezakt in de collegebanken hangen. Colleges volgen op een zinvolle manier vraagt om drie stappen: 1. Voorbereiding (voor het college)

Jezelf goed voorbereiden voor een college houdt in dat je op de hoogte bent van wat er behandeld gaat worden tijdens het college. Dat doe je door in je lesrooster te kijken en na te gaan op welk onderwerp het college betrekking heeft. De leesstof die daarop betrekking heeft, bestudeer je vooraf. Zet de hoofdzaken van de bestudeerde stof voor jezelf op een rij (bijvoorbeeld als aantekening in je collegeblok). Je noteert ook kort die zaken die je wel en niet begrijpt. Bij zaken die je niet begrijpt, kun je direct ook de specifieke vraag formuleren die je tijdens het college kan stellen. Doe dit. Stel vragen tijdens colleges over stof die je niet begrijpt. Je bent zeker niet de enige!

2. Actief luisteren (tijdens het college)

Zorg dat je goed uitgerust bent als je naar college gaat. Je verdoet je tijd door moe, onderuit gezakt in de collegebanken te gaan zitten en vervolgens niets op te nemen. College volgen vereist dat je aandacht en concentratie opbrengt om actief te luisteren naar de uitleg van de docent. Wat wil actief luisteren zeggen? Dit betekent dat je luistert en meedenkt met het betoog van de docent en jezelf vragen stelt over hetgeen wordt behandeld. Op deze manier kan je tevens goed zicht krijgen op de hoofd- en bijzaken die van belang zijn (zie meer informatie hoofdstuk 5).

Kortom: - Neem het besluit colleges actief te volgen. - Verschijn uitgerust op college . Voldoende slapen, gezond eten en

regelmatig bewegen zijn belangrijke voorwaarden om goed te kunnen studeren en je concentratie te verhogen.

- Kies een plaats in de ruimte waar je minder wordt afgeleid. Doorgaans is dat vooraan in de collegezaal.

- Laat je tablet, smart Phone, laptop en andere afleidende apparatuur gedurende het

Page 6: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

5

college voor wat zij zijn. Zet ze uit, stop ze in je tas. Er zijn belangrijkere zaken op dat moment.

3. College-aantekeningen maken (tijdens het college) Om efficiënt aantekeningen te kunnen maken tijdens het college is het van belang dat je bent voorbereid op het college. Als je in grote lijnen al weet wat er in het boek staat, hoef je niet alles wat de docent bespreekt op te schrijven als je dat daarin kunt terug vinden. Je hoeft er in je aantekeningen dan hooguit naar te verwijzen. Beperk je bij het maken van aantekeningen zoveel mogelijk tot de hoofdzaken en schrijf zaken kort en bondig op. Hieronder volgt een aantal tips die je kunnen helpen je aantekeningen zo helder mogelijk op papier te krijgen.

1. Let goed op tijdens het begin en het eind van het college. Hier wordt doorgaans de structuur aangegeven en aan het einde wordt de kern van het college vaak samengevat.

2. Bladspiegel in kolommen

Om goed overzicht te houden in je aantekeningen kan je de pagina’s verdelen in kolommen. Bijvoorbeeld:

o kolom 1 (4 cm) voor trefwoorden o kolom 2 (13 cm) voor aantekeningen tijdens het college o kolom 3 (4 cm) voor eigen ideeën, overpeinzingen of vragen

Voor alles geldt tijdens het college dat je zo kort en bondig mogelijk probeert te formuleren.

3. Aantekeningen die je maakt zijn vooral bedoeld voor een goede voorbereiding op het

tentamen. Bekijk aan de hand van oude tentamens of je kan ontdekken wat relevant is. Vragen aan de docent wat hij belangrijk acht, kan uiteraard ook. Als de docent zelf geen aanwijzingen geeft over wat belangrijk is, vraag er dan expliciet naar of hij dat tijdens het college wel wil aangeven.

4. Maak duidelijk onderscheid tussen hoofdzaken en details, wanneer je deze ook

opschrijft. Dat kan bijvoorbeeld door voor de details alleen de rechterhelft van de pagina te gebruiken.

5. Houd schrijfruimte beschikbaar voor aanvullingen of correcties. Zo houd je het overzichtelijk.

6. Maak je aantekeningen in je eigen bewoordingen en zo beknopt mogelijk. Bespaar ook tijd door gebruik van afkortingen en symbolen.

4. Reflecteren (na het college)

Na afloop van het college is het zaak je aantekeningen te bestuderen. Wat is er gezegd? Wat zijn de hoofd- en bijzaken? Begrijp ik het? Eventuele vragen die je hebt, kun je noteren in de kantlijn. Stel de vragen dan aan de docent tijdens het volgende college. Als je de boeken induikt, houd dan je aantekeningen erbij. Je kan deze als leidraad gebruiken.

Page 7: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

6

Hoofdstuk 2 Plannen en timemanagement 2.1 Plannen en organiseren Hoe kunnen we voorkomen dat we het overzicht niet hebben, niet efficiënt kunnen plannen en organiseren en we last krijgen van de effecten daarvan? Covey heeft hiervoor een schema ontwikkeld waarbij je inzicht krijgt in waar en hoe je je energie verdeelt en wat je doet tijdens de uitvoering van je werk. Hieronder lees je hoe je jouw tijd kan “managen”. Begin bij het begin Zorg dat je de belangrijkste dingen niet de dupe laat worden van allerlei dringende, maar onbelangrijke dingen. Deze eigenschap draait vooral om wilskracht. Effectieve mensen besteden hun tijd vooral aan zaken die belangrijk zijn en niet, of nóg niet, dringend. Ze laten zich niet leiden door de dagelijkse omstandigheden, maar plannen zélf hun leven. Hun agenda bepaalt niet wat de prioriteiten zijn, maar hun prioriteiten bepalen hun agenda. De eigenschap Begin bij het begin gaat over management. Hoe zet je je doelen om in daden? Covey en het echtpaar Merrill maken de vergelijking tussen een klok en een kompas. Volgens hen zijn de meeste Time Management Systemen te vergelijken met een klok.

De klok vertegenwoordigt onze verplichtingen, afspraken, schema's, doelstellingen en activiteiten, wat wij met onze tijd doen, hoe we onze tijd managen.

Het kompas representeert onze visie, waarden, principes, missie, richting en ons geweten; wat is voor ons het belangrijkste en hoe geven we leiding aan ons leven?

Covey en de Merrills vergelijken hun systeem natuurlijk met een kompas. Zij stellen: “Het maakt niet zoveel uit hoe hard je nu precies gaat. Belangrijker is de vraag of je de juiste richting hebt gekozen.”

Oude Time Managementsystemen draaien om efficiency: de dingen op de juiste manier doen. Dit nieuwe Time Managementsysteem draait om effectiviteit: de juiste dingen doen.

Covey onderscheidde twee factoren die bepalen hoe wij onze tijd verdelen: Dringend en Belangrijk. Hiermee is het mogelijk om een schema te tekenen met vier kwadranten:

Kwadrant DOEN: gaat over zaken die belangrijk én dringend zijn. Je kunt denken aan crises, dringende problemen, problemen met een deadline, belangrijke verzoeken van anderen. Als je leven zich vooral in dit kwadrant beweegt, dan loop je een verhoogde kans op stress en overspannenheid. Je bent altijd bezig om brandjes te blussen. Dit kwadrant is soms onvermijdelijk, maar zorg dat je er niet teveel tijd in doorbrengt.

Kwadrant LATER: gaat over zaken die belangrijk maar (nog) niet dringend zijn. Denk daarbij aan het treffen van voorbereidingen voor belangrijke activiteiten (studeren voor je

Page 8: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

7

tentamen), nieuwe kansen onderzoeken, het maken van planningen en het onderhouden van relaties. Eigenlijk zou je een groot deel van je tijd moeten doorbrengen in dit kwadrant, je bent bezig met brandpreventie!

Kwadrant DOORGEVEN: gaat over zaken die niet belangrijk, maar wel dringend zijn. Het gaat om die zaken die je dagelijkse planning onderbreken, maar geen zinnige resultaten opleveren. Dit kwadrant is bedrieglijk. Omdat het om dringende zaken gaat, hebben we de neiging om er veel tijd in te stoppen. We moeten echter altijd kritisch kijken of het ook om écht belangrijke zaken gaat (Was doen, brief posten, boodschappen doen, opruimen, vakantie boeken, etc…)

Kwadrant DUMPEN: gaat over die zaken die én niet belangrijk én niet dringend zijn. Het zijn die dingen die je vaak automatisch doet, maar waar je jezelf achteraf vaak weinig van herinnert. Het praten met anderen over irrelevante zaken, sommige telefoontjes, sommige post (Chatten, Facebook, Twitter, Surfen). Binnen dit kwadrant is meestal de grootste tijdsbesparing te realiseren.

We moeten eerst weten wat belangrijk is, zodat we daarna onze prioriteiten kunnen invullen in onze agenda. Een aardige metafoor die Covey noemt gaat als volgt... Als je een glazen pot neemt en die vult met een paar grote stenen, dan lijkt de pot vol. Pak je echter een hand vol grind en je giet dat erbij, dan blijkt dat er nog aardig wat ruimte over was. Pak je daarna een handjevol zand en je giet dat erbij, dan blijkt dat dit er ook nog wel bij past. Giet je er ten slotte wat water bij, dan lukt dat ook nog wel. Zou je echter andersom zijn begonnen, eerst het water, dan het zand en dan het grind, dan zou je de stenen er nooit meer bij in hebben gekregen.

Page 9: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

8

De grote stenen zijn de LATER DOEN-activiteiten. Die dingen die belangrijk zijn en niet dringend. Die moet je dus eerst plannen! Daarna kun je de rest gaan invullen. Hierna volgen 2 opdrachten die je kunt gebruiken om je activiteiten te prioriteren, te plannen en het resultaat te checken.

2.2 Opdrachten

Opdracht 1: De sorteermachine

Maak een lijst van activiteiten die je komende periode moet gaan uitvoeren.

Bepaal vervolgens in welk kwadrant deze thuishoren.

BELANGRIJK

DOEN

LATER

NIET BELANGRIJK

DOORGEVEN

DUMPEN

DRINGEND

NIET DRINGEND

Bespreek je uitkomsten met je medestudent en/of je slb’er.

Page 10: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

9

Opdracht 2: Planning & reflectie

Begin met het invullen van de planning op de volgende bladzijde. Volg daarbij de instructies zoals die onderaan de planning staan vermeld. Als je de planning hebt ingevuld en deze een week hebt bijgehouden, dan kun je nagaan hoe je je tijd hebt besteed en ingedeeld (zie ook bijlage 1a en bijlage 1b achterin de hand-out). 1. Wat is je opgevallen, noem 3 punten:

1. ---------------------------------------------

2. ---------------------------------------------

3. --------------------------------------------- 2. Geef een cijfer voor jouw activiteiten deze week m.b.t. de studie, op een

schaal van 1 tot 10 (1 heel ontevreden, 10 heel erg tevreden):

a) ----------------------------------------------------------------

b) ----------------------------------------------------------------

c) ----------------------------------------------------------------

d) ----------------------------------------------------------------

e) ---------------------------------------------------------------- 3. Waar ben je tevreden over, noem tenminste 1 punt. Wat deed je toen

(anders) die dag of tijd?

------------------------------------------------------------------------------------ 4. Hoe kun je 1 of 2 punten hoger scoren op de schaal (zie vraag 2); benoem

minimaal 1 concrete en haalbare actie:

------------------------------------------------------------------------------------

Bespreek de uitkomsten met je medestudent en/of je slb’er

Page 11: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

10

P=Planning

R=Realisatie

Gebruik kleurcodes om eenvoudig te markeren in welke categorie je bezigheden

vallen. Categorieën kunnen zijn: opstaan en ontbijten/ reizen/ werken / studeren/ slapen

enz.

Voorbeelden voor kleurcodes zijn: studeren=donkerblauw, colleges volgen = lichtblauw,

vrije tijd =geel enz. Pauzes tussen de colleges door tellen niet mee als studie-uren.

Je ziet dan in een oogopslag hoe de categorieën over de dagen verdeeld zijn.

De realisering (R) kun je het best elke dag bijhouden.

STUDIEPLANNING

Periode van; tot:

Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag

UUR P R P R P R P R P R P R P R

7.00

8.00

9.00

10.00

11.00

12.00

13.00

14.00

15.00

16.00

17.00

18.00

19.00

20.00

21.00

22.00

23.00

24.00

01.00

02.00

03.00

04.00

05.00

06.00

Page 12: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

11

2.3 Plannen-Doen-Controleren-Aanpakken (PDCA-cyclus)

De PDCA cyclus is een regelkringprincipe voor (studie)organisatie en bestaat uit de stappen Plannen (plan), Doen (do), Controleren (check) en Aanpakken (act). De inrichting en borging ervan is essentieel voor het verbeteren van processen zoals studeren, maar hoe pak je dat aan? De vier stappen De PDCA cyclus bestaat uit vier stappen Plannen Doen Controleren Aanpakken die het proces van je studie kunnen ondersteunen:

1. Plannen - plannen maken en doelstellingen formuleren

2. Doen - plannen uitvoeren en registreren

3. Controleren - uitkomst plannen vergelijken met realisatie en deze bespreken

4. Aanpakken - plannen en doelstellingen actualiseren en bijsturen

Afbeelding: PDCA - Plan Do Check Act. De resultaten worden geborgd zodat de herhaling van PDCA cyclus continue verbetering kan opleveren.

Plannen

Je maakt een plan. Dit plan sluit aan op de afspraken die gemaakt zijn met de projectgroep, verplichtingen bij je opleiding, werk/bijbaan en privé. In dit plan houd je rekening met je andere verplichtingen en eventuele betrokken partijen, bijvoorbeeld medestudenten, collega’s en huisgenoten. Het is belangrijk duidelijk te krijgen of er sprake is van (wederzijdse) afhankelijkheden en de mogelijke consequenties van het behalen van de doelstelling daardoor. Doen De uitvoering van de plannen vindt plaats in stap twee. Hier worden de activiteiten uitgevoerd die van belang zijn om je doelstellingen te realiseren. Een belangrijk aandachtspunt in deze stap van de PDCA cyclus is ervoor te zorgen dat de gegevens die samenhangen met de uit te voeren activiteiten goed bijgehouden worden. In de volgende stap (check) wil je immers de

Page 13: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

12

effectiviteit van je activiteiten/studie meten en met elkaar bespreken. Dat kan alleen wanneer de gegevens over die activiteiten beschikbaar en compleet zijn. Zonder gegevens geen informatie en dus geen kennis. Controleren In deze fase van de PDCA cyclus kijk je of je activiteiten/studie daadwerkelijk oplevert wat je bij het plannen had bedacht. Vragen die je daarbij kunt stellen zijn onder meer: ben je de juiste dingen aan het doen, doe je daar voldoende van, snap je het voldoende om er zelf mee door te kunnen? Act (aanpassen) Op basis van de uitkomsten bij Check kan de conclusie zijn dat er dingen aangepast moeten worden. Afhankelijk van de omvang van de aanpassing kan het zijn dat je een nieuw plan maakt of dat je het bestaande plan (iets) wijzigt. Inrichten en borgen van PDCA-cyclus De inrichting van de PDCA cyclus en het borgen ervan in je studie bestaat uit een aantal activiteiten:

Het hebben of vaststellen van duidelijke doelstellingen;

Het hebben of vaststellen van duidelijke doelstellingen per vak of opdracht;

Het opnemen van de PDCA stappen in je agenda;

Het eventueel afspreken met een medestudent/ ouder/ vriend(in) dat ze je mogen aanspreken op je PDCA en hoe.

Page 14: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

13

Hoofdstuk 3 Uitstelgedrag

Het is raar met uitstelgedrag. Onderhuids voel ik dat al die onopgeloste klussen me dwars zitten. Mijn dag valt er niet van om, ik richt me gewoon op andere dingen, maar ergens blijft het knagen. En dat brengt negatieve energie met zich mee. Bovendien raak ik teleurgesteld over mezelf, want ik had het allang gedaan kunnen hebben. Stommerd die ik ben, want ik weet hoe goed het voelt als het klaar is. En toch…… Ik kijk in mijn agenda, en zie dat er de komende weken nog voldoende ruimte is. Ik aarzel. Zal ik het dinsdag doen? Of vrijdag? Er zijn nog tal van mogelijkheden om het later te doen. En er zijn ook genoeg smoesjes, waarmee ik mezelf voor de gek kan houden. Eerst de leuke dingen doen, zoals de tuin of de nieuwsbrief voor augustus alvast opzetten. Wat ik nu dus doe. Zucht. Ik vertoon dus weer uitstelgedrag. En het zit me dwars. Definitie uitstelgedrag Uitstelgedrag kan worden gedefinieerd als het keer op keer uitstellen van bepaalde voorgenomen handelingen, die door de uitsteller als belangrijk worden aangemerkt, en waardoor het niet lukt de beoogde doelen binnen een gestelde tijd te volbrengen (Milgram, 1991; Senecal, 1995). Uitstellen is vaak het vermijden van een confrontatie. Meestal een confrontatie met iets wat voor jou specifiek, niet leuk is. Uiteindelijk zal de consequentie van het voortdurend uitstellen groter zijn, dan het vervelende gevoel op het moment dat je het weer uitstelt. Bij uitstellen is dat een belangrijk fenomeen, je ontkent de urgentie van de taak en je ziet niet in dat uitstel je uiteindelijk meer problemen oplevert.

3.1 Mogelijke oorzaken van uitstelgedrag 1. Onvoldoende helder hebben wat je wilt Als je onvoldoende helder hebt wat je wilt, raak je gemakkelijk geleefd. Je weet niet wat je koers en waarden zijn, wat je doelen zijn, wat je wilt bereiken. Met andere woorden: je hebt geen goed plan. De noodzaak om de uitgestelde activiteit uit te voeren, is dan ook niet helder voor je, en dan blijf je het maar uitstellen. 2. Onvoldoende vaardigheden hebben om de klus op te pakken Het kan ook zo zijn dat je onvoldoende vaardigheden hebt de genoemde activiteit uit te voeren. Of je hebt niet het juiste gedrag om deze taak uit te voeren. Je kunt het niet zo goed, of je weet niet zo goed hoe het moet. Dit is ook vaak een van de redenen waarom wij het uitstellen. 3. Onvoldoende leven in het “nu” Met onze aandacht leven mensen vooral niet in het nu. Eerder hebben we de neiging “te leven” in de toekomst of in het verleden. Onze gedachten brengen ons vaak naar de toekomst

Page 15: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

14

en dat gaat helaas ook nog vaak met angst gepaard. Het verleden is voor veel mensen ook een bron om “lekker” te piekeren. Denken aan het verleden gaat vaak gepaard met schuldgevoel. “Dat had ik anders moeten doen…”, “Wat was dat stom van me”. Om uitstelgedrag te verminderen is het belangrijk te leren leven in het nu. Een belangrijk aspect daarbij is je niet alleen te richten op wat je “leuk of niet leuk” vindt op korte termijn. Kijk naar wat je wilt bereiken en wat je daar NU voor kan doen. Je kan jezelf hierin trainen, boeken over lezen of cursussen voor volgen. De studentendecanen en studentenpsychologen van Fontys kunnen je hier zeker bij helpen.

3.2. Tips: aanpakken in plaats van uitstellen!

1. Onderzoek de oorzaak van je uitstelgedrag Ga na wat je tegenhoudt om het te doen. Vind je de klus niet leuk, of weet je niet hoe je het aan moet pakken? Wil je het te goed doen en ben je bang dat het niet zal lukken? Is het teveel werk? Weet je niet wat je precies wilt bereiken? Een antwoord op deze vragen helpt je verder. Als je last hebt van besluiteloosheid, laat je dan hier eens op coachen.

2. Zorg ervoor dat het voordeel dat je iets wel gedaan hebt, zo veel sterker wordt zodat het korte termijn voordeel om het niet uit te voeren, snel verdwijnt. Ervaar wat het grote voordeel is als je het wel doet, en ervaar ook de consequenties als je het niet doet. Beleef ze vooraf. Hierdoor krijg je een sterk verlangen om de activiteit uit te voeren. Maak dus de angst zo groot dat je het gelijk wilt doen. Maak het voordeel om de taak gelijk te doen zo groot dat je het gelijk wilt doen. Dit betekent dat vooraf en op het moment zelf je deze ervaring heel heftig moet laten zijn. Je ervaart in je diepste wezen meer voordeel bij het uitvoeren van de taak dan het uitstellen. Hoe voelt het om te zakken voor je tentamen? Wens je die ervaring liever, dan actief te studeren en een goed gevoel te krijgen over jezelf en je prestaties?

3. Stel jezelf een beloning in het vooruitzicht Zorg ervoor dat er iets leuks staat tegenover je klus. Daarmee maak je het aantrekkelijker voor jezelf om te beginnen. En voer de beloning ook uit! Dan wordt een volgende klus ook gemakkelijker.

4. Maak een lijst van je klussen en stel een maximum in Het maken van een to-do-list helpt. Zorg ervoor dat je deze regelmatig nakijkt en verbindt er actie aan. Stel een maximum aan het aantal klussen op je lijst. Zo voorkom je dat hij ellenlang wordt en het uitstelgedrag alleen maar groter wordt.

Page 16: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

15

5. Vervang: “ik moet eigenlijk eens ….” door: “ik kies ervoor om nu….” De gedachte ”ik moet eigenlijk” zorgt niet voor een positieve energie. Het klinkt alsof je nog ergens op wacht. Tja, op wat eigenlijk. Neem zelf het heft in handen en vervang je negatieve “ik moet” gedachten door “ik wil” of “ik kies ervoor om”. Want jij wilt toch zelf dat de klus gedaan wordt?

6. Begin met iets simpels Zijn er kleine dingen die je snel kunt doen? Begin daar dan mee. Het geeft meteen een goed gevoel als je iets kunt doorstrepen van je lijst. En het geeft je moed om aan de volgende klus te beginnen.

7. Hak grote klussen in brokjes Voelt de klus aan als te groot of te onoverzichtelijk? Hak hem dan in behapbare stukjes en werk ze een voor een af. Weet je niet hoe, zoek dan hulp of informeer bij anderen. Moet je bijvoorbeeld een scriptie schrijven, maak dan eerst een globale indeling. Begin te schrijven over een onderwerp dat je gemakkelijk vindt. Let niet teveel op de details, dat komt later. Evenals de lay-out.

8. Laat je perfectionisme los Stel je steeds klussen uit omdat je het perfect wilt doen of omdat je vindt dat iets helemaal super en geweldig moet zijn? Laat los. Dingen hoeven niet perfect te zijn. Mensen zijn immers niet perfect, dus jij ook niet.

9. Accepteer dat nare dingen bij het leven horen Het leven bestaat nu eenmaal niet alleen uit leuke dingen doen. Iedereen moet wel eens iets tegen zijn zin in doen. Dat hoort bij het leven, dus ook bij jouw leven. Accepteer het en laat het verzet los. Het kost alleen maar energie.

10. Wees aardig naar jezelf: stop met: “ik moet iets”, maar ga over naar: “ik wil iets”. Als iemand iets vraagt te doen, en het is echt iets dat je niet kunt of waar je geen tijd voor hebt, zeg nee. Soms is uitstel geen uitstel. Maar doe jij het op je eigen manier. Wij leven ons eigen leven.

11. Doe het! En boven alles: simply do it! Er is maar een manier om uitstelgedrag daadwerkelijk aan te pakken en dat is om het te doen. NU!!! METEEN!!!.

Page 17: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

16

Hoofdstuk 4 Leerstijlen

4.1 Wat is een leerstijl? Mensen ontwikkelen een min of meer vast patroon van probleem oplossen en leren van zaken. Hierbij komen dan voorkeuren naar voren voor een specifieke combinatie van vaardigheden. Het leerproces is een cyclisch proces bestaande uit:

(concrete) hier-en-nu ervaring, gevolgd door

reflecteren en observeren (overdenken), verzamelen van feiten en waarnemingen over die ervaring.

De feiten worden dan:

geanalyseerd en de conclusies omgezet in formele kennis/abstracte begripsvorming en teruggekoppeld naar degene die handelt om weer te gebruiken voor

opnieuw uitproberen/actief experimenteren bij verandering van gedrag en bij de keuze van nieuwe ervaringen.

Page 18: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

17

Goed leren houdt in dat alle 4 de aspecten van de leercyclus doorlopen worden. De volgorde waarin iemand dit proces doorloopt bepaalt zijn/haar leerstijl, afhankelijk van welke invalshoek als meest prettig ervaren wordt om dingen te leren. Iemands persoonlijke leerstijl wil zeggen; elke leerstijl heeft karakteristieke kenmerken. Deze karakteristieken zijn in iedere persoon aanwezig, bij de ene persoon wat meer ontwikkeld dan bij de andere persoon. Deze verschillen in ontwikkeling vormen samen een unieke combinatie van vaardigheden. Kolb ontdekte dat mensen de neiging hebben om vooral die leer fase te ontwikkelen waar ze van nature toch al sterk in zijn. Hij pleitte ervoor dat mensen ook aandacht zouden besteden aan manieren van leren waarin ze minder goed in zijn. De leercyclus zal dan vollediger en evenwichtiger worden doorlopen, waarbij elke fase voldoende aandacht krijgt. 4.2 Leerstijlentest volgens Kolb

Om zicht te krijgen op welke leerstijl iemand heeft, en dus ook op welke wijze leersituaties aangeboden dienen te worden heeft Kolb een leerstijlentest ontwikkeld. Deze kan als hulpmiddel dienen om je eigen leerstijl te herkennen. De bedoeling is het opsporen van hoe je leert en het ontdekken van je persoonsgebonden wijze van omgaan met beroepsopgaven (=gedragspatronen). De verschillende leerstijlen waar het in de test om gaat zijn allen even goed, er zijn geen goede of foute antwoorden. De cijfers die je toekent aan de eigenschappen die hieronder staan opgenoemd zijn alleen bedoeld om na te gaan welk gedrag of aanpak voor jou het meeste van toepassing is. Zie de volgende pagina.

Page 19: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

18

Leerstijlentest

Onderstaande test bestaat uit een lijst van 9 punten met daarachter steeds 4 begrippen. Het is de bedoeling dat deze 4 begrippen steeds een waardering krijgen oplopend van 1 tot 4. Hierbij staat de 1 voor het minst op jou van toepassing zijnde en de 4 voor het begrip wat het meest bij je aansluit. Bij onduidelijkheid kun je de verklaring van de begrippen erop nalezen. Denk niet te lang na; wat het eerste bij je opkomt is meestal het beste.

A B C D

1 __ onderscheidend __ verkennend

__ betrokken __ praktisch ingesteld

2 __ ontvankelijk/receptief __ toepassend __ analytisch/ontledend __ onpartijdig/neutraal

3 __ belevend/voelend __ bekijkend __ denkend __ al doende

4 __ accepterend/aanvaardend __ risico nemend __ beoordelend __ bewust (van)

5 __ intuïtief

__ productgericht __ gericht op de logica __ vragend

6 __ abstract __ observerend __ concreet __ actief

7 __ gericht op hier en nu

__ overdenkend __ toekomstgericht __ pragmatisch

8 __ ervaring

__ waarnemend __ theoretisch __ uitproberend

9 __ intens/volhardend

__ terughoudend __ rationeel __ verantwoordelijk

Page 20: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

19

Verklaring van en toelichting op begrippen 1. a. je zoekt vooral naar verschillen, onderscheidingen van/in het geheel.

b. je wilt in eerste instantie eens uitproberen, het geheel verkennen. c. je voelt jezelf erbij betrokken. d. je bent gericht op het nut van de praktische toepassing.

2. a. je laat de dingen op je af komen, je bent ontvankelijk voor datgene wat op je afkomt.

b. je bent erop gericht wat er relevant is en probeert hoofd- en bijzaken te onderscheiden. c. je analyseert, je ontleedt het geheel en let vooral op afzonderlijke details. d. je kent geen waardeoordeel toe, kiest niet voor een bepaald standpunt.

3. a. je let vooral op wat je zelf voelt, ervaart (het voelen).

b. je kijkt vooral wat er gebeurt (het kijken). c. je denkt er vooral na over (het denken). d. je bent vooral bezig om te doen (de actie).

4. a. je neemt de dingen zoals ze zijn.

b. je neemt risico's met wat je doet of zegt. c. je kent waardeoordelen toe. d. je probeert je steeds sterk bewust te zijn wat er gebeurt.

5. a. je gaat vooral op je eigen intuïtie en je gevoel af.

b. je bent erop gericht om iets te doen, te presteren, productief zijn. c. je probeert in eerste instantie logisch na te denken. d. je stelt jezelf vooral vragen, een vragende houding.

6. a. je bent erop gericht om concrete aspecten in een groter geheel te plaatsen/ je met abstracte

ideeën bezig te houden. b. je kijkt en luistert vooral, je probeert mensen en gebeurtenissen oplettend gade te slaan. c. je hebt voorkeur voor datgene wat concreet zicht-, tast- en voelbaar is. d. je bent vooral actief.

7. a. je bent vooral op het heden, het "hier-en-nu" gericht.

b. je laat alles nog eens door je hoofd gaan en je denkt erover na. c. je bent met name gericht op wat er nog gaat gebeuren. d. je bent gericht op de feiten, op daden, op de werkelijkheid en praktisch ingesteld.

8. a. je wil vooral concrete ervaringen opdoen, zelf beleven.

b. je wil vooral luisterend en al kijkend gegevens/informatie verzamelen. c. je brengt vooral gegevens/verschijnselen onder in een samenhangend theoretisch begrippenkader. d. je bent vooral vermoedens en ideeën aan het toetsen en experimenteert met je gedrag in verschillende situaties.

9. a. wat er gebeurt beleef je vooral gevoelsmatig en intens.

b. je houdt bij voorkeur enige afstand ten aanzien van datgene wat er gebeurt. c. je benadert mensen en gebeurtenissen met name verstandelijk. d. je voelt je actief medeverantwoordelijk voor mensen en gebeurtenissen.

Page 21: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

20

Uiteindelijk staan er dan 4 kolommen met cijfers. Tel per kolom alleen de score op die in het vak hieronder bijeen vermeld staan!

2-3-4-5-7-8 1-3-6-7-8-9 2-3-4-5-8-9 1-3-6-7-8-9

= concrete ervaring = overdenken /observatie = abstracte begripsvorming = actief experimenteren

De uitkomsten van de optelsommen van de diverse kolommen wordt dan ingetekend binnen de cirkel, en

de punten worden middels lijnen met elkaar verbonden. Uit de figuur die dan ontstaat kan opgemaakt

worden welke leerstijl voor jou van toepassing is.

Page 22: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

21

4.3 Toelichting leerstijlen

Globale beschrijving van een Doener Doeners storten zich helemaal en zonder voorbehoud in nieuwe ervaringen. Ze genieten van het hier en nu en zijn gericht op het opdoen van directe ervaringen. Zij zijn open van geest, niet sceptisch, en daardoor zijn ze snel enthousiast over alles wat nieuw is. Hun levenshouding is: "Ik moet alles ooit proberen". Zij begeven zich op paden die anderen niet durven betreden. Hun dagen zitten vol activiteiten. Ze genieten van brandjes blussen. Zo gauw het enthousiasme over de ene activiteit verflauwt, zijn ze naarstig op zoek naar de volgende activiteit. Ze bloeien op bij een uitdaging, maar vervelen zich bij het invoeren en langdurig begeleiden van iets nieuws. Ze houden van gezelligheid en zijn constant bezig met andere mensen. Ze trekken alle aandacht. Globale beschrijving van een Bezinner Dromers nemen graag afstand om hun ervaringen te overdenken en vanuit vele verschillende gezichtspunten of invalshoeken te bekijken. Zij verzamelen gegevens, zowel uit de eerste hand als van anderen, en herkauwen deze grondig voordat ze tot een conclusie komen. Uitgebreid informatie verzamelen en analyseren van gegevens leidt ertoe, dat ze het trekken van definitieve conclusies steeds neigen uit te stellen. Hun levenshouding is behoedzaam en terughoudend. Ze blijven het liefst op de achtergrond bij gesprekken en vergaderingen. Ze observeren graag hoe andere mensen bezig zijn. Ze maken een lichtelijk afstandelijke, verdraagzame, onverstoorbare indruk. Wanneer ze tot actie overgaan, past dat in een groter kader, en houden zij niet alleen rekening met de eigen inzichten, maar ook met die van anderen. Globale beschrijving van een Denker Denkers verwerken hun waarnemingen in ingewikkelde maar logisch doordachte theorieën. Ze doordenken problemen op een consequente, stapsgewijze, logische methode. Ze neigen tot perfectionisme, dus vinden ze geen rust tot de dingen geordend zijn en ingepast in hun rationele schema's. Denkers houden ervan te analyseren en te synthetiseren. Ze zijn dol op abstracte ideeën, uitgangspunten, principes, theoretische modellen, logisch redeneren en rationeel denken. Hun filosofie prijst rationaliteit en logica. Als het maar logisch is, dan is het goed. De denker kijkt naar een groter geheel, en zoekt naar onderliggende wetmatigheden. Vragen die hij stelt zijn: Wat zijn de uitgangspunten? Hoe kan je die dingen met elkaar rijmen? Waar heb je dat vandaan? Ze zijn vaak objectief en onbevooroordeeld en benaderen de werkelijkheid consequent logisch. Ze verwerpen alles rigoureus wat daar niet in past.

Page 23: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

22

Globale beschrijving van een Beslisser Beslissers proberen graag theorieën, technieken en ideeën uit om te zien of ze ook in de praktijk werken. Ze zoeken actief naar nieuwe ideeën, zoeken nieuwe theorieën tot op de bodem uit en nemen de eerste de beste gelegenheid waar om met de toepassing te experimenteren. Ze zijn het soort mensen dat na een cursus overloopt van de nieuwe ideeën die ze uit willen proberen in de praktijk. Ze pakken graag dingen aan en reageren snel. Direct in contact met anderen, ze draaien er niet omheen en worden ongeduldig bij oeverloze discussies. Ze zijn praktische mensen, die met beide benen op de grond staan. Ze nemen graag praktische besluiten. Het zijn probleemoplossers. Ze zien hun problemen als een uitdaging. Hun levenshouding wordt gekenmerkt door het kan altijd beter en als het werkt is het goed. Zij vragen vaak naar oplossingen in de vorm van recepten.

Page 24: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

23

4.4 Je leerstijlen uitbreiden

Hoe word je (meer) een bezinner? Bekende remmingen die je verhinderen om je stijl van bezinner te ontwikkelen zijn:

Te weinig tijd hebben om te plannen of te denken

Liever snel van de ene naar de andere activiteit overgaan

Graag tot actie willen overgaan

Niet graag zorgvuldig en analytisch willen luisteren

Niet graag iets opschrijven. Hoe kun je jouw stijl van bezinner ontwikkelen?

Oefen je in het observeren, vooral tijdens colleges wanneer er punten aan de orde komen die je minder interesseren.

Bestudeer het gedrag van mensen. Houd bij een projectgroep overleg bij wie het meeste praat, wie wie onderbreekt, wat tot onenigheid leidt, hoe vaak de er wordt samenvat, enz. Bestudeer ook het non-verbale gedrag, wanneer leunen mensen naar voren en naar achteren? Tel hoe vaak mensen een punt kracht bijzetten door een gebaar. Wanneer vouwen mensen armen over elkaar, kijken ze op hun horloge, kauwen op hun potlood, enz.?

Houd een dagboek bij en schrijf iedere avond de gebeurtenissen van die dag op, of denk na over de voorvallen van die dag en zie of je er conclusies aan kunt verbinden.

Oefen je erin, terug te blikken op voorvallen met een medestudent, een projectgroep of andere gebeurtenis.

Loop gebeurtenissen nog eens een voor een na, en bepaal wat goed ging en wat beter had gekund.

Page 25: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

24

Hoe word je (meer) een denker? Bekende remmingen die je verhinderen om je stijl van Denker te ontwikkelen:

Zaken voetstoots aannemen.

Een voorkeur voor intuïtie en subjectiviteit.

Een hekel hebben aan een gestructureerde levensbenadering.

Een hoge voorkeur geven aan plezier/spontaniteit.

Hoe kunt je jouw stijl van denker ontwikkelen?

Lees tenminste een half uur per dag iets zwaars, iets wat je aan het denken zet. Duik bijvoorbeeld eens in een leerboek over een studieonderdeel dat je lastig vindt. Waar je keuze ook op valt, probeer achteraf wat je gelezen hebt samen te vatten in jouw eigen woorden.

Oefen je in het ontdekken van inconsequenties/zwakke punten in de argumenten die anderen aanvoeren. Neem verslagen of aangeleverde tekst van projectgroep leden door en onderstreep inconsequenties. Analyseer organisatieschema's om overlappingen en conflicten op te sporen.

Neem een ingewikkelde situatie en analyseer die om erachter te komen waarom hij zo gegroeid is, wat er anders gedaan had kunnen worden en in welke fase. De situaties kunnen historisch zijn of meer recent, of iets waarbij je persoonlijk betrokken bent geweest. Je kunt bijvoorbeeld nauwkeurig analyseren hoe je je tijd besteedt, of welk werk er op je stage binnenkomt of uitgaat, of wat voor soort mensen je ontmoet voor je stage of studie en hoe vaak.

Verzamel de mening van anderen over theorieën, veronderstellingen en verklaringen voor gebeurtenissen. Probeer te doorgronden waarop iedere theorie gebaseerd is en kijk of je gelijkaardige theorieën onder één noemer kunt brengen.

Oefen je in het structureren van situaties zodat ze overzichtelijk zijn en de kans groter is dat ze zich ontwikkelen zoals je voorspelde. Je kunt bijvoorbeeld een projectgroep samenstellen waarin medestudenten met verschillende leerstijlen gaan werken. Structureer het tijdschema, de taken. Of probeer een vergadering van de projectgroep te structureren met een duidelijk doel, een agenda, en een vastgesteld begin, midden en einde.

Oefen je erin lastige vragen te stellen- het soort vragen dat tot op de bodem gaat. Neem geen genoegen met gemeenplaatsen of vage antwoorden. Stel vooral vragen die bedoeld zijn om erachter te komen waarom precies iets gebeurd is: "Waarom is deze theorie geschikter voor onderzoek dan die andere?", "Waarom is het belangrijk om stil te staan bij deze informatie?"

Page 26: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

25

Hoe word je (meer) een beslisser? Bekende remmingen die je verhinderen om jouw stijl van Beslisser te ontwikkelen zijn:

Een voorkeur voor ideale (liever dan praktische) oplossingen voor problemen.

Zelfs bruikbare technieken te eenvoudig of tendentieus te vinden.

Genieten van interessante afdwalingen (en op een zijspoor geleid te worden)

Dingen op hun beloop laten i.p.v. gerichte actie te ondernemen.

Geloven dat andermans ideeën niet werken in jouw situatie.

Hoe kun je jouw stijl van beslisser ontwikkelen:

Inventariseer technieken, d.w.z. praktische manieren om iets voor elkaar te krijgen. De technieken kunnen betrekking hebben op alles dat voor jou van nut kan zijn. Het kunnen analytische technieken zijn zoals kritische procedure-analyses of kosten/baten analyses. Het kunnen intermenselijke vaardigheden zijn zoals omgangsvaardigheden of presentatietechnieken. Het kunnen tijdsbesparing methodieken zijn of statische technieken of manieren om je geheugen te verbeteren of technieken om met stress om te gaan.

Maak er een vaste gewoonte van nooit weg te gaan na een bijeenkomst of college zonder een lijst van actiepunten voor jezelf, voor anderen of beiden. De plannen voor actie moeten concreet zijn en een tijdslimiet bevatten (bijvoorbeeld: "ik zal hoofdstuk 4 schrijven voor 31 mei, Willy zal voor 1 September een stuk van 2 bladzijden schrijven over verschillende bonussystemen"). (SMART).

Zorg voor een gelegenheid om met je nieuw verworven technieken te experimenteren. Probeer ze uit in de praktijk. Kies de juiste tijd en de juiste plaats voor je experimenten. Voorkom situaties waarin er veel op het spel staat en waar de kans op mislukken onaanvaardbaar hoog is. Experimenteer in een vertrouwde omgeving.

Bestudeer de methoden die andere mensen gebruiken en neem daar een voorbeeld aan. Neem werkwijzen over die je goed bij jezelf vindt passen.

Roep de hulp in van experts om je techniek kritisch gade te slaan en je aanwijzingen te geven ter verbetering. Nodig iemand die verstand heeft van vergaderingen leiden, uit om een vergadering bij te wonen en te zien hoe je het er vanaf brengt als voorzitter, of laat een ervaren presentator commentaar geven op je presentatietechnieken. De achterliggende gedachte is de hulp in te roepen van mensen die ervaring hebben - het is hetzelfde als een proftrainer uitnodigen om over coachen te praten.

Page 27: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

26

Hoe word je meer een doener? Bekende remmingen die je verhinderen om je stijl van Doener te ontwikkelen zijn:

Faalangst

Angst zich belachelijk te maken

Vrees om nieuwe of onbekende dingen te proberen

Sterke wens om dingen van tevoren goed te overdenken

Gebrek aan zelfvertrouwen

Het leven erg serieus nemen.

Hoe kun je jouw stijl van doener ontwikkelen:

Doe minstens een paar keer per week iets nieuws, d.w.z. iets wat je nog nooit eerder gedaan hebt. Pak je werk eens “anders” aan, begin eens aan een opdracht waar je normalerwijze niet zou beginnen.

Oefen je in een praatje te maken met onbekenden. Kies een paar willekeurige mensen uit en ga eens met hen praten. Dwing jezelf bij grote bijeenkomsten en colleges met aanwezigen een gesprek te beginnen en gaande te houden.

Splits je dag eens met opzet op door om het half uur de ene activiteit af te breken en met de ander te beginnen. Schakel van het ene uiterste naar het andere. Als je bijvoorbeeld een half uurtje denkwerk hebt verricht, schakel dan om naar puur “mechanisch” routinewerk.

Zorg eens dat de schijnwerpers op jou gericht worden. Meld je vrijwillig als voorzitter van de projectgroep, verdeel de taken bij een projectgroep vergadering. Biedt jezelf aan als degene die de presentatie houdt van het project. Daag jezelf uit om bij een projectgroep bijeenkomst binnen 10 minuten na de opening een reële bijdrage te leveren.

Page 28: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

27

Hoofdstuk 5 Hoofd- en bijzaken

Tijdens je studie krijg je grote hoeveelheden informatie te verwerken, vaak in de vorm van boeken, artikels, dictaten of syllabi. Wat is de beste aanpak om deze grote hoeveelheid informatie tot je te nemen? Wat is belangrijk en hoe kan ik dat onthouden? In dit hoofdstuk wordt ingegaan op actief bestuderen om een antwoord te geven op deze vragen.

Om je tijd zo effectief mogelijk te gebruiken, zul je actief te werk

moeten gaan. Actief bestuderen leent zich uitermate goed

voor de grote hoeveelheid stof waarmee je wordt

geconfronteerd. Actief bestuderen kent drie fasen: 1. Oriënterend doornemen

2. Grondig bestuderen

3. Herhalen

5.1 Oriënterend doornemen

Bij oriënterend doornemen probeer je in een korte tijd zicht te krijgen op waar het studiemateriaal over gaat. Doordat je begint met het creëren van een totaaloverzicht kun je de samenhang tussen onderliggende onderdelen beter begrijpen. Lees en bekijk bij een boek of syllabus eerst de volgende onderdelen:

• Titel en ondertitel; • De samenvatting op de achterkant van de kaft; • De inhoudsopgave; • De inleiding; • De samenvatting in het boek (indien aanwezig).

Deze informatie geeft je zicht op de basisstructuur van het studiemateriaal.

Bekijk voor het lezen van een hoofdstuk vervolgens:

• De titel van het hoofdstuk; • De namen van de paragrafen; • Tabellen en figuren; • Begrippen die apart in de marge staan.

Deze informatie geeft je zicht op de structuur en belangrijkste onderwerpen van een hoofdstuk. Probeer ook voor jezelf antwoord te geven op de vraag: “Wat is het verband tussen dit hoofdstuk en de overige onderdelen van het studiemateriaal?” Soms kun je een stukje tekst alvast lezen om een beter algemeen begrip te krijgen van de inhoud van het studiemateriaal of om een inschatting te maken van de moeilijkheid van het studiemateriaal.

5.2 Grondig doornemen

Het grondig doornemen van het studiemateriaal is de meest omvangrijke fase van het actief bestuderen. In deze fase is het doel de hoofdzaken en de belangrijkste details goed te begrijpen. Je moet de inhoud analyseren, structureren en integreren. De informatie moet onderdeel worden van je eigen kennis.

Page 29: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

28

Actief doordenken

Je begint met het actief doordenken van de nieuwe informatie die je leest. Dit kan op de volgende manieren:

Koppel nieuwe informatie aan wat je zelf al weet en aan informatie uit vorige hoofdstukken of andere bronnen;

Maak in de tekst onderscheid tussen hoofd- en bijzaken en zoek naar samenhang. Structureer door schema’s te maken. De tekst geeft je aanwijzingen door bepaalde indelingen, cursieve tekst, onderverdelingen, voorbeelden, etc.

Bestudeer tabellen, grafieken, figuren, etc. grondig. Deze geven vaak veel belangrijke informatie weer;

Probeer zelf voorbeelden en toepassingen te bedenken bij de gelezen informatie. Op die manier koppel je actief theorie en praktijkervaring aan elkaar;

Vertel de inhoud in eigen woorden na. Toets of je snapt wat je gelezen hebt. Wees niet bang om een stukje te herhalen;

Zoek meer informatie over moeilijke begrippen op internet.

Tijdens het lezen en actief doordenken kun je een aantal strategieën toepassen om de informatie beter te begrijpen en te kunnen herhalen. Hieronder staan enkele van deze strategieën beschreven. Kies een mix van de meest passende strategieën. Daarnaast kan je handig gebruikmaken van de SQ3R-methode in bijlage 2 achterin de hand-out.

Onderstrepen

Door te onderstrepen kun je belangrijke punten in de tekst eruit lichten. Je dwingt jezelf tot

het opzoeken van de kern, wat je inzicht in de studiestof kan vergroten. Bovendien kan

het onderstrepen handig zijn bij het herhalen van de stof. Let bij het onderstrepen wel op

het volgende:

Onderstreep niet teveel, dus liever geen volledige zinnen, maar woorden of

woordgroepen.

Onderstreep pas nadat je een paar regels (bijvoorbeeld een alinea) hebt gelezen.

Zet geen slordige of scheve strepen. Zorg dat de tekst gemakkelijker leesbaar

wordt.

Onderstreep met potlood. Dan kun je nog uitgummen als het onderstreepte deel

toch minder belangrijk is.

Aantekeningen maken in het boek

Bij het grondig doornemen van een tekst kun je ook korte aantekeningen in je boek of

dictaat maken. Je kunt bijvoorbeeld:

De hoofdgedachten in kernwoorden weergeven;

Een stuk tekst in symbolen omzetten;

Uitleg bij een moeilijke passage plaatsen;

Een korte samenvatting in eigen woorden geven;

Vragen die bij je opkomen opschrijven;

Vraagtekens in de marge zetten;

De opbouw verduidelijken door er signaaltekens bij te zetten (I, II, A, B, e.d.).

Page 30: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

29

Begrippenlijst maken

Het is vaak nuttig per hoofdstuk een lijst te maken van de belangrijkste termen of

begrippen. Je kunt dit beter doen ná het grondig bestuderen dan tijdens, omdat je

achteraf beter kunt beoordelen wat in de lijst moet worden opgenomen. Aan de hand van

de lijst kun je de stof later ook voor jezelf herhalen.

Overzicht van de opbouw maken

In een overzicht van de opbouw maak je de structuur van de leerstof zichtbaar. Het is een uitgebreide en gestructureerde inhoudsopgave. Alle belangrijke punten die behandeld worden geef je er duidelijk in weer. Je hebt dus als het ware een samenvatting van de stof gecombineerd met de structuur van de stof. Door dit overzicht te maken krijg je een goed beeld van het geheel en het helpt je bij het herhalen van de stof.

Schema’s maken

Sommige vakken lenen zich er beter voor dan andere, maar in het algemeen kan het

schematisch in kaart brengen van de leerstof je helpen er meer grip op te krijgen. Dit geldt

vooral als er veel begrippen en relaties tussen die begrippen in de tekst beschreven staan.

De werkwijze die je bij het schematiseren volgt ziet er als volgt uit:

1. Lees de tekst goed door. 2. Spoor de begrippen op die in de tekst worden toegelicht. Schrijf kort op wat er

over gezegd wordt.

3. Spoor de relaties op tussen deze begrippen. 4. Maak een schema door de begrippen te omlijnen en met relatiesymbolen te

verbinden. Maak het overzichtelijk door

op de volgende punten te letten:

Laat elk begrip slechts één keer voorkomen in het schema;

Streef naar een duidelijke structuur (bijv. hiërarchisch);

Voeg begrippen indien nodig samen tot 1 nieuw begrip;

Voorkom kruisende en lange lijnen;

Gebruik desgewenst kleuren. 5. Controleer het schema en stel het

eventueel bij.

Samenvattingen en uittreksels maken

Een uittreksel of samenvatting gaat verder dan een schema. Er worden niet alleen

kernpunten, maar ook belangrijke details in opgenomen. Aan een goed uittreksel kun je

de eis stellen, dat het je studieboek moet kunnen vervangen. Het maken van een uittreksel

kost veel tijd; het is ook vaak niet nodig. Meestal is het maken van een begrippenlijst of

een schema efficiënter. Maar als je een boek maar korte tijd mag lenen zit er niets anders

op.

Page 31: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

30

Maak je een uittreksel, let dan op het volgende:

Maak het overzichtelijk. Als de opbouw van de stof je niet helemaal duidelijk is,

probeer dan eerst een schema te maken.

Maak het uittreksel niet te uitgebreid. Ga na of inleidende of samenvattende

gedeelten misschien zelf als uittreksel kunnen dienen.

Werk netjes. Zet in de marge of bovenaan de bladzijde steeds het

paginanummer of deel van het boek, waarop het uittreksel betrekking heeft;

gebruik eventueel verschillende kleuren.

5.3 Herhalen

Dit is de belangrijkste fase van actief bestuderen. In deze fase zorg je ervoor dat de nieuwe kennis die je opgedaan hebt verankerd wordt in je geheugen. Je hebt de inhoud begrepen en nu moet je ‘m gaan onthouden. Dit kun je doen door de stof herhalend door te nemen. Hieronder staan drie manieren om dit te doen. Globaal herhalend doornemen Door de tekst snel en globaal door te nemen krijg je een overzicht van de belangrijkste punten uit de leerstof. Lees niet alleen de titels, maar ook wat er globaal in de tekst staan. De belangrijkste tekst staat vaak in de eerste en laatste alinea. Lees die daarom helemaal door. Maak ook gebruik van de aantekeningen, schema’s, lijsten of andere hulp strategieën die je eerder hebt gemaakt. Opschrijven of navertellen Door de leerstof op te schrijven of na te vertellen merk je pas echt of je alle belangrijke punten begrepen en onthouden hebt. Je komt er ook achter waar nog onvolkomenheden zitten in je verhaal. Je kunt het opschrijven of navertellen structureren door jezelf enkele vragen te stellen of opdrachten te geven over de stof. Bijvoorbeeld: “Geef in enkele zinnen weer waarover hoofdstuk 1 gaat.” Wat ook helpt is om zelf tentamenvragen te verzinnen. Wat zou er op het tentamen gevraagd kunnen worden? Geef antwoord op die vragen. Controleren Als je de leerstof hebt opgeschreven of naverteld, controleer dan of je de belangrijke zaken goed benoemd hebt. Als blijkt dat onderdelen nog niet helemaal kloppen kun je die opnieuw grondig doornemen.

Page 32: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

31

Hoofdstuk 6 Motivatie- en concentratieproblemen

6.1 Motivatie Als je geen zin in studeren hebt, waardoor komt dat dan? Enkele mogelijkheden: er is iets anders wat je op zo'n moment leuker vindt, je ziet niet in waarvoor je al die kennis nodig hebt, de docenten brengen hun vak saai of onduidelijk, de boeken zijn niet om door te komen, je bent lui (terwijl je weet dat het best leuk kan zijn als je even doorbijt). Aan sommige van die problemen kun je wat doen. Daarom bespreken we nu eerst de zin om te studeren, ofwel de motivatie. Wat is nu eigenlijk motivatie? Motivatie is de prikkel die jou er toe aanzet om iets te doen; de bereidheid om je ergens voor in te spannen. Motivatie is het gevoel dat je aanzet tot het beginnen én afmaken van een taak. Of nog ruimer, dat je aanzet tot bepaald gedrag. Met dat gedrag denk je iets te krijgen dat je nodig hebt. Motivatie is een gedrevenheid om energie te investeren in een actie waarvan je denkt dat hij de vervulling van je eigen behoefte dichterbij brengt. Die gedrevenheid kun je dus van buiten wel herkennen, maar hoe ontstaat die motivatie van binnen dan? Dit proces verloopt voor iedereen in gelijke stappen. Het maakt niet uit of je kijkt naar de motivatie om een kop cappuccino te gaan maken of de motivatie om te starten met een reorganisatieproject van een half jaar.

Een voorbeeld: Ik heb honger en behoefte aan eten. Uit die behoefte komt de wens voort om iets te eten te gaan maken. Uit ervaring weet ik dat eten mijn honger weghaalt en dat ik geniet van een maaltijd. Ik heb dus de verwachting dat het maken van de eten mij helpt. Ik vertrouw op het effect van het eten en dat geeft mij de prikkel om naar de keuken te lopen en daadwerkelijk iets te eten klaar te maken: ik ga het doen. Als ik weer aan mijn bureau zit en met mijn gevulde maag uit het raam staar, beoordeel ik het effect: ja, ik voel me lekker. Een volgende keer ben ik nog gemotiveerder om iets te eten te maken.

Page 33: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

32

Waar het dus op neer komt is dat je:

Een wens of een doel nodig hebt

Een doel dat je inspirerend vindt omdat het aansluit bij je behoefte

Je er vertrouwen in hebt dat je dat doel kunt bereiken met jouw inspanningen

De inspanningen leiden tot een resultaat dat voldoet aan je verwachtingen Dat is de basis van motivatie. Studeren en motivatie hangen nauw met elkaar samen. Studiemotivatie heeft zowel met interesse en plezier in leren, de wens om te leren alsook met verwachtingen ten aanzien van studieresultaten te maken. Motivatie vergroten De vraag is nu hoe je je motivatie kunt stimuleren. Essentieel hierbij zijn de verwachtingen, wensen en plannen die je hebt voor je aan het werk gaat. Zijn je verwachtingen te hoog gespannen of mik je op resultaten die alleen met grote inspanning of na lange tijd te bereiken zijn, dan is de kans op teleurstelling groot. Wil je een goed resultaat halen, maak je haalbare plannen en voer je die uit, dan is de kans op succes groot. Hoe vaker je goede resultaten boekt, hoe meer je gemotiveerd raakt. Maak daarom uitvoerbare plannen, die ook van beperkte omvang zijn, bijvoorbeeld plannen voor een dag of een week. Dat betekent dat je goed van jezelf moet weten wat je aankunt en wat niet. Schrijf eens een week lang steeds op wat je op een dag gedaan hebt; dat kan je veel duidelijk maken over wat je aankunt. In hoofdstuk 2 wordt uitleg gegeven over studieplanning. Negatieve invloeden op motivatie Het maken en uitvoeren van een goede planning help normaalgesproken om tot goede resultaten te komen waardoor je motivatie hoog blijft. Er kunnen echter ook omstandigheden zijn die je vooraf niet hebt voorzien of waarop je zelf geen invloed hebt. Denk bijvoorbeeld aan:

Ouders die in een vechtscheiding verwikkelt raken;

Relatieproblemen;

Iemand in je persoonlijke kring overlijdt;

Financiële problemen;

Depressieve klachten;

Ernstige ziekte. Deze problemen kunnen ertoe leiden dat je geplande activiteiten niet of niet goed worden uitgevoerd. Het is belangrijk dat je in deze gevallen tijdig hulp zoekt. Fontys kan je daarbij helpen. In veel gevallen kun je geholpen worden door in gesprek te gaan met je studieloopbaanbegeleider. Daarnaast is er ook een studentendecaan en studentenpsycholoog die je kunt raadplegen. Deze personen kunnen je ook begeleiden naar uitgebreidere hulp buiten Fontys. Het is in ieder geval belangrijk dat je niet met problemen blijft rondlopen tot ze niet meer te overzien zijn. Maak het tijdig bespreekbaar.

6.2 Concentratie 'Ik kan niet goed op gang komen', 'ik zit steeds aan andere dingen te denken', 'ik word zo snel afgeleid door geluiden in huis'. Welke student heeft niet af en toe te kampen met concentratieproblemen. Concentratie is het vermogen om je aandacht bewust op een bepaald onderwerp te richten en daar te houden. Dat kan zijn: studiestof, je ademhaling, een geluid of een object, etc. Concentreren is meester blijven over jouw gedachten, gevoelens en gewaarwordingen, en over je handelingen. Concentreren is iets doen met bewuste aandacht.

Page 34: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

33

De mate van concentratie geeft aan hoe lang en hoe intensief iemand zijn aandacht op iets kan vestigen. Als iets leuk of spannend is, b.v. gamen of een film kijken, is het vaak gemakkelijker om je aandacht er bij te houden. Als je met saaie, of te moeilijke leerstof aan de slag moet, is het vaak een stuk moeilijker. Concentratie verbeteren Hieronder staan 4 concrete adviezen om je concentratie te verbeteren. 1. Beperk afleidingen

Zorg voor een goede werkplek. Een goede werkplek is rustig en opgeruimd. Mocht je thuis niet de mogelijkheid hebben om zo’n plek te creëren, maak dan gebruik van de studieruimtes van Fontys;

Ga na op welke tijden en onder welke omstandigheden je het beste studeert en houd daar rekening mee;

Zet je telefoon uit. WhatsApp, Facebook, Twitter, Instagram, etc. leiden sterk af;

Zorg voor routines. Studeer liefst op vaste momenten en in een vast ritme, bijvoorbeeld een uur lezen, korte pauze, een uur werken aan een werkstuk, korte pauze en een uur stage voorbereiden;

Werk samen met andere studenten, bijvoorbeeld door elkaar te overhoren of feedback te geven op werkstukken;

2. Planning en time management

Een goede studieplanning is essentieel. Het uitvoeren van de planning ook. Lees hoofdstuk 2 voor meer informatie over planning en time management.

3. Lichamelijke conditie

Je lichamelijke conditie bepaalt voor een deel je concentratievermogen. Ben je moe, ziek of heb je een kater van gisteravond? Dan zal je concentratie en je leervermogen minder zijn. Rust goed uit en ga dan weer verder. Besteed daarnaast ook aandacht aan het opbouwen van een goede lichamelijke conditie. Zo is bijvoorbeeld aangetoond dat door een trainingsprogramma van 10 weken te volgen bestaande uit hardlopen, wandelen of fietsen zowel intelligentie, leersnelheid als de algehele hersenwerking toenemen! Angst- en depressieklachten nemen daarbij juist af. Alle reden om je sportschoenen aan te trekken.

“Concentratie is de sleutel tot economische resultaten. Geen enkel ander beginsel van efficiëntie wordt hedentendage zo vaak geschonden als het basisprincipe van de concentratie”. Peter F. Drucker Amerikaans management consultant en auteur 1909-

Page 35: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

34

4. Actief studeren Een greep uit tips over actief studeren: Zorg voor een goede oriëntatie op de leerstof. Maak leerstof interessant door het concreet te maken en te koppelen aan je eigen ervaringen. Bedenk zelf tentamenvragen over het onderwerp. Lees hoofdstuk 5 voor meer informatie over actief studeren.

Page 36: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

35

Hoofdstuk 7 Tentamens: voorbereiden en doen

De weg naar je einddiploma is geplaveid met tentamens. Tentamens doen (en vooral halen!) is de enige weg die naar dit einddoel leidt. Stap-voor-stap. Het is belangrijk regelmatig te studeren. Als je de stof gedurende een blok bijhoudt, dan is de voorbereiding op je tentamen een stuk gemakkelijker. In deze training wordt ingegaan op de verschillende perioden rondom je tentamens. (Voor, tijdens en na). Verder worden verschillende soorten tentamens besproken en tot slot gaan we in op spanning voor je tentamens.

7.1. Voorbereiding op tentamens Stap 1: Tentamenplanning Om te voorkomen dat je niet de laatste nacht voor het tentamen alles “uit de kast” moet halen om met pijn en moeite een 5,5 te halen, is het belangrijk is om 3 tot 4 weken voor de tentamens een globale tentamenplanning te maken. In deze planning geef je per week aan, maar beter nog per dag, wat je moet bestuderen (aantal bladzijden, theorie, aantekeningen, aantal opgaven, oude tentamens). Maak daarbij ook een inschatting van de tijd die je met deze activiteiten kwijt bent. Zorg er ook voor dat je tijd hebt om de stof te herhalen, oefententamens te maken en eventueel zaken die je niet begrijpt door te nemen met anderen (medestudenten, docenten). Om een goede tentamenplanning te maken, is het goed de volgende zaken op een rij te hebben: - Beslis ruim vooraf welke tentamens je gaat doen! Wees hierbij realistisch. Als je erg veel

achterloopt met de stof, is het wellicht verstandiger om een vak minder te doen, dan in alle vakken tentamen te doen met onvoldoendes als resultaat!

- Wat moet ik kennen voor een tentamen (boeken, opgaven, collegeaantekeningen)?

- Hoeveel pagina’s, opgaven omvat de leerstof?

- Wat voor soort tentamen is het en met welk soort tentamen heb je moeite.

- Plan een week voor het echte tentamen tijd in om een proeftentamen te maken.

- Plan twee dagen van te voren tijd in om de stof door te spreken met een studiegenoot.

Page 37: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

36

Stap 2: Studeren voor je tentamen “Studeren is de kunst van het overslaan” wordt wel eens gezegd. Wat ermee bedoeld wordt, is dat het van belang is zicht te hebben op de hoofd- en bijzaken van de tentamenstof en bedenkt waar het in feite om gaat. Alles tot in het kleinste detail begrijpen en in je hoofd prenten, dat werkt niet en lukt ook niet. In plaats daarvan gaat het erom dat je onderzoekt waar de vragen van het tentamen op gebaseerd zijn. Komen ze vooral uit het boek, of juist voort uit de opgaven of colleges? Hoe eerder je tijdens de periode voorafgaand aan het tentamen al onderzoek doet naar de soort vragen, hoe gerichter je kan studeren en hoe meer je kan “overslaan”. Stel ook zeker aan je docent de vraag wat voor het tentamen belangrijk is. Wees daarbij wel zo concreet mogelijk in je vraagstelling. Bijvoorbeeld: Is het belangrijk om deze formules (uit het hoofd) te kennen? Of zijn ze gegeven tijdens het tentamen? Kijk ook vooral naar oude tentamens en oefen deze. Let hierbij op of de leerstof niet is gewijzigd en of de boeken die je nu gebruikt nog dezelfde zijn als toen het oefententamen werd afgenomen. Ben je bewust van je eigen drijfveren om je studie te halen! Schrijf je drijfveren op een blaadje en lees ze na als je motivatie nodig hebt om te studeren. Stap 3: Tot in de puntjes voorbereid Tentamen doen is topsport. En zoals je weet, zijn topsporters in hun voorbereiding meestal zeer perfectionistisch. Niets laten ze aan het toeval over als het even kan. Voor jou als student geldt rondom het afleggen van tentamens in wezen hetzelfde. Zorg dat je niet voor onnodige, te voorziene, verrassingen komt te staan. Enkele eenvoudige, maar rustgevende tips om optimaal te kunnen presteren tijdens je tentamen: 1. Zorg ervoor dat je weet wanneer en waar het tentamen is, hoe laat het begint en hoe lang het duurt. 2. Zorg dat je de avond voor je tentamen alles klaar legt wat je mee moet nemen naar je tentamen: pen + een reserve pen, rekenmachines, boeken, collegekaart, ect. Neem ook een horloge mee om de tijd in de gaten te houden! 3. Ga op tijd naar bed. Goed uitgerust zijn is van groot belang tijdens je tentamen om je beter te kunnen concentreren. Daarnaast is slapen belangrijk om de stof die je geleerd hebt te verwerken en op te slaan. Van slapen word je niet dommer! 4. Neem op de ochtend voor je tentamen een ontbijt waar je brein plezier aan beleeft. Onze hersenen werken vooral op suiker (glucose). Dit betekent niet

Page 38: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

37

dat je jezelf een plezier doet door een snickers en een blikje Red Bull als ontbijt te nuttigen. Het beste ontbijt bestaat uit producten die langzaam verteren. Een goed ontbijt is bijvoorbeeld: muesli, vers fruit met yoghurt, roggebrood, volkorenbrood met ham/kaas. 5. In het algemeen is het verstandig voldoende te slapen (7-8 uur per nacht), gezond te eten, voldoende te studeren (plannen!) én te ontspannen. Deze tips gelden altijd, maar het is zeker goed je hier in de laatste week voor het tentamen aan te houden.

7.2. Tentamen maken Na alle voorbereiding is het eindelijk zover: je hebt nu de kans jezelf te belonen met een mooi resultaat voor al je inspanning de afgelopen tijd. Pak die kans! Om je gedurende het tentamen maken zo scherp mogelijk te houden en daarmee je slagingskans te vergroten, staan hieronder een aantal nuttige suggesties. Deze suggesties kun je gebruiken bij alle soorten toets vormen (schriftelijk, mondeling, multiple choice, ja/nee/?): 1. Las bij langdurige tentamens een grote pauze in waarin je iets eet bijvoorbeeld (veel

mensen vinden eten ontspannend). Dat kan goed als je alles de eerste keer doorgenomen hebt.

2. ‘Ronde systeem”: beantwoord eerst dat deel van de vragen dat je gemakkelijk vindt. Vul in wat je weet en blijf niet hangen bij vragen die je niet (helemaal) weet. Maak bij die vragen in de kantlijn enkele opmerkingen van wat je wel weet en ga door. De tweede ronde is voor twijfelvragen.

3. Vermijd zaken die je onzekerheid vergroten zoals:

Tijdens het tentamen tellen hoeveel vragen je open gelaten hebt

Telkens op de klok kijken

Bijhouden wie er al klaar zijn of wie er nog over zijn

Vragen die je eigenlijk niet kent toch invullen 4. Ga ervan uit dat je tentamen een reëel toetsingsmoment is als je goed gestudeerd hebt.

Geen docent wil je opzettelijk laten struikelen door onrealistische vragen te stellen. 5. Ben je bewust van je houding. Ga ontspannen zitten. Adem door.

Page 39: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

38

Aandachtspunten bij een schriftelijk tentamen

1. Oriëntatie en strategie Ga aan het begin van je tentamen niet direct als “een dolle” aan de slag. Oriënteer je eerst rustig op de vragen. Lees de aanwijzingen goed door, tel het aantal vragen, kijk wat het niveau van de vragen is en in welke vorm zij gesteld worden. En niet te vergeten: het is ook belangrijk na te gaan wat de puntenwaardering is per vraag. 2. Planning voor het beantwoorden Maak een schatting per vraag hoeveel tijd je denkt daaraan te besteden. Beslis ook in welke volgorde je de vragen wilt beantwoorden. Advies is om met de gemakkelijkste vraag eerst te beginnen. Dat vergroot je zelfvertrouwen en werkt spanning verlagend. (Ronde systeem). 3. Het beantwoorden van de vragen 1. Lees de vraag goed door. Let goed op de aanwijzingen die er bij een vraag worden

gegeven.

2. Schrijf datgene op wat er van je gevraagd wordt. Als er staat dat je moet: vergelijken, definiëren, beschrijven, bespreken, opsommen, kritisch beoordelen, verklaren, bewijzen, etc. doe dat dan!

3. Werk systematisch. Schrijf bij uitgebreide vragen of opgaven eerst de structuur van het antwoord op klad. Schrijf het daarna uit op je antwoordbladen.

4. Formuleer je antwoorden duidelijk en overzichtelijk. Let ook op je taalgebruik.

5. Schrijf leesbaar, maar “schoonschrift” hoeft niet. Dat kost veel tijd.

6. Verdeel tijd en aandacht evenwichtig over de vragen. Blijf niet te lang stilstaan bij de vragen waar je niet uitkomt, maar ga door met de vragen die je wel kunt oplossen!

7. Als je iets overslaat, geef dit dan duidelijk op je opgavenvel aan.

8. Lees als je klaar bent alles nog eens rustig door. Het is geen verdienste om vroegtijdig weg te gaan.

Page 40: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

39

Aandachtspunten bij een Multiple choice tentamen 1. Oriëntatie en strategie

Bij MC-vragen is het ook van belang je eerst te oriënteren op de vragen. Vervolgens kies je je strategie. Welke vragen beantwoord je eerst? Hoe is de puntenwaardering? Doorgaans krijg je bij MC-tentamens voor elke goed antwoord evenveel punten. Begin daarom met het beantwoorden van de eenvoudigere vragen. (Ronde systeem). 2. Het beantwoorden van de vragen 1. Begin met vraag één en werk het tentamen in de aangegeven volgorde af. Sta echter niet

te lang stil bij vragen waarvan je het antwoord niet direct weet. Sla deze voorlopig over, zet een streepje in de kantlijn en bekijk die later nog eens.

2. Lees de vragen heel goed. Let op woorden zoals ‘niet’, ‘opdat’, ‘omdat’, enz. Denk goed na bij negatief geformuleerde vragen en let op dubbele ontkenningen.

3. Kies geen antwoord voordat je alle mogelijkheden hebt gelezen.

4. Als je alle vragen hebt doorgewerkt, begin je aan de vragen die je hebt overgeslagen. Streep bij deze vragen de minst waarschijnlijke opties weg. Weet je het goede antwoord nog niet, dan kun je tussen de overgebleven alternatieven gokken. Ben je er echter van bewust dat gokken nadelig kan zijn vanwege de gebruikte cijferberekeningsmethode (bijv. bij puntenaftrek voor foutieve antwoorden).

3. Het herlezen en controleren van de antwoorden Ook hier geldt grotendeels hetzelfde als voor schriftelijke tentamens. Lees alle vragen en antwoorden nog eens rustig door. Bij MC-tentamens is een aantal punten echter zeker van belang: 1. Breng niet te snel verbeteringen aan, maar alleen wanneer je absoluut zeker weet dat het

gekozen alternatief fout is. Doorgaans is je eerste antwoord het beste.

2. Als er een los antwoordformulier is, werk dan nauwkeurig. Vul het juiste antwoord bij de juiste vraag in!

Page 41: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

40

Aandachtspunten bij Ja/nee/? toetsen 1. Oriëntatie en strategie Ook hier geldt weer:

Eerst oriënteren op de vragen.

Vervolgens kies je je strategie.

Welke vragen beantwoord je eerst? Hoe is de puntenwaardering?

Neem rustig de tijd om het tentamen te maken.

De meeste studenten maken een ja/nee/? tentamen te gehaast. Ben je daarvan bewust. 2. Het beantwoorden van de vragen Voor het beantwoorden van vragen bij deze toetsen, kun je ook hier het beste het tentamen in meerdere rondes afwerken.

Lees iedere vraag zorgvuldig door maar zoek ook weer niet teveel achter de tekst.

Vul eerst alle antwoorden in die je zeker weet;

Vervolgens vul je de antwoorden in waar je behoorlijk zeker van bent (meer dan 50% zeker)

Vul vraagtekens alleen in wanneer je het absoluut niet weet.

Gebruik maximaal 25% vraagtekens. Hoe meer vraagtekens je gebruikt, hoe moeilijker het wordt om een voldoende te krijgen. Ook het niet beantwoorden van vragen wordt als een vraagteken gerekend.

Vertrouw er niet teveel op dat je eigen calculatie van de norm juist is, dat is vaak erg moeilijk. Dus, als je denkt de norm bereikt te hebben, vul dan niet bij de overige vragen een vraagteken of niets in. Je komt namelijk vaak bedrogen uit.

3. Het herlezen en controleren van de antwoorden Als je goed bent voorbereid en je hebt de vraag zorgvuldig gelezen, dan is de eerste indruk vaak de beste. Verbeter daarna alleen als je het zeker weet.

Page 42: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

41

Aandachtspunten bij een mondeling tentamen 1. Oriëntatie en strategie Hoe een mondeling tentamen zal verlopen is nooit precies van tevoren te zeggen. Wel kun je je voorbereiden op de stof en door je voor te stellen hoe het tentamen zou kunnen verlopen. Probeer informatie te verzamelen, bijvoorbeeld over de vraag of de docent veel vragen stelt of dat het meer een gesprek is. Heeft de docent stokpaardjes? Een mondeling tentamen kun je vergelijken met hardop denken over de stof. Oefen dit met andere studenten, praat over de stof en stel elkaar vragen. Je krijgt daardoor ervaring in het onder woorden brengen van wat je weet. 2. Tijdens het mondeling tentamen Laat zien wat je weet. Studenten zijn geneigd om een deel van hun kennis niet te noemen omdat dit "zo voor de hand ligt". Een docent kan geen gedachten lezen en beoordeelt je naar wat je onder woorden brengt. Denk hardop. Bespreek een argumentatie volledig, sla geen stappen over. Een mondeling tentamen is meestal een demonstratie in "hardop denken" over de stof. Soms moet je ook veel feiten kennen. Je hoeft echter niet ALLES te weten. Blijf kritisch op wat je zegt, maar durf ook vermoedens te opperen. Luister goed naar de vraag. Gebruik de informatie die de docent verstrekt. Herhaal eventueel de vraag in eigen woorden. Let op de reacties van de docent op je verhaal. 'Genoeg' weten. Tijdens alle tentamen komen momenten voor dat het wat stroever gaat. Dat is bij een mondeling lastig omdat als het ware iemand op je vingers kijkt. Realiseer je, dat je niet ALLES hoeft te weten, maar dat je 'genoeg' moet weten. Je kunt toegeven dat je sommige zaken niet zo goed weet. Iets niet weten tijdens het tentamen. Bedenk van tevoren wat je dan doet. Bijvoorbeeld: Herhaal de vraag van de docent in je eigen woorden ("Als ik u goed begrijp, dan vraagt u naar...."). Vraag of je wat korte aantekeningen of een schema op een schoolbord of bloknoot mag maken van wat je weet. Opper vermoedens over wat je weet en kijk naar de reacties van de docent. Breng onder woorden wat NIET het goede antwoord is. Het effect hiervan kan zijn dat je een pijnlijk zoeken doorbreekt. Dit zoeken kan namelijk verhinderen dat het juiste antwoord je te binnen wil schieten. Verzoek om een nieuwe vraag als je er helemaal niet meer uitkomt. Wat doen anderen trouwens op zo'n moment? Weet je dat? Vraag dit na!

Page 43: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

42

7.3. Na je tentamens Maak altijd gebruik van de mogelijkheid om je tentamen in te zien en te bespreken. Je leert daar heel veel van, zeker als je het niet gehaald hebt. Ook als je tentamencijfer een groot verschil vertoont met datgene wat je had verwacht, kan je door analyse achteraf zien waar dat aan ligt. Bekijk wat voor fouten je hebt gemaakt (slordigheidsfouten, denkfouten, beheerste je de stof niet voldoende) en in welk gedeelte van het tentamen of bij welk onderwerp je de meeste fouten hebt gemaakt.

7.4. Omgaan met spanning / tentamenangst Het niet kunnen hanteren van onzekerheid binnen een spannende tentamensituatie kan zeer vervelende gevolgen hebben. Je voelt je geblokkeerd op tentamens. Sterke spanningen belemmeren je denken over de vraagstukken. Sommige studenten raken in paniek (door tijdnood of doordat ze een vraag niet kennen) en gaan dan heel chaotisch handelen en denken. Dat kan gepaard gaan met hevige lichamelijke reacties, zoals hartkloppingen, hoofd- en buikpijn, zweten e.d. Tentamenangst heet dat dan.

Tentamenangst heeft een drietal componenten: 1. Ongestructureerd studie- en tentamen gedrag 2. Lichamelijke spanningen 3. Piekeren Deze drie componenten zijn alle drie uitingen van onzekerheid en hangen met elkaar samen en beïnvloeden elkaar. Bijvoorbeeld een student die vorige tentamens niet haalde, kan onzeker worden voor het volgende. Wellicht stelt hij hierdoor het studeren uit. Hij zal als hij studeert bezig zijn met allerlei negatieve gedachten zoals "Ik kan het toch niet". Die gedachten kunnen hem gespannen maken. Die spanning verhindert hem zich te concentreren waardoor hij slecht opschiet en in paniek kan raken. Hij krijgt nog meer sombere gedachten, heeft helemaal geen zin meer iets te doen. Op die manier draait de vicieuze cirkel door. 1. Onderzoeken van ongestructureerd studie- en tentamengedrag Een van de componenten van tentamenangst is een ongecontroleerd, soms chaotisch gedrag tijdens het studeren en het tentamen doen. Het is ongecontroleerd in die zin dat er geen reflectie en geen planning met betrekking tot je gedrag aanwezig is. Daardoor maak je steeds dezelfde fouten, zonder dat je in de gaten hebt welke fouten dit nu precies zijn. Zeker als je met zoiets als tentamenangst te maken hebt, is het noodzakelijk dat je nadenkt over je manier van studeren en tentamen doen en dat je daarvoor een strategie ontwikkelt die je in staat stelt je tentamen naar eigen vermogen te maken. Kijk naar jezelf. Hoe studeer jij en hoe doe je tentamen? Maak een tentamenplanning! (Kijk in deze hand-out bij ‘Voorbereiding op tentamens’).

Page 44: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

43

2. Onderzoeken van lichamelijke spanningen Zoals eerder aangegeven: tentamenangst is een combinatie van lichamelijke spanning, opvattingen over jezelf en het tentamen doen (piekeren) en ongestructureerd gedrag. Iedereen kent de lichamelijke verschijnselen wel die bij een dergelijke spanning optreden: hartkloppingen, kriebels in je maag, zweethanden, zenuwachtige handelingen. Dergelijke lichamelijke verschijnselen zijn op zich positieve en normale reacties op een spanning verhogende situatie. Het is een soort extra lichamelijke oplettendheid om de situatie geconcentreerder tegemoet te treden. Vandaar dat het gevoel grotendeels verdwijnt na zo'n 10-15 minuten, wanneer je geconcentreerd bezig bent met het tentamen. Bedenk dat spanning erbij hoort en een functie heeft! Er is aangetoond dat mensen die zeiden tentamenvrees te hebben precies even gespannen waren als diegenen die zeiden geen last te hebben van tentamenvrees. Bij beide groepen werd evenveel spanning gemeten. Blijkbaar is het een kwestie van interpretatie. Het is de beleving van die spanning die de vrees creëert. Wanneer je bijvoorbeeld extra op de lichamelijk reacties gaat letten en ze negatief interpreteert als iets wat je zal verhinderen het tentamen goed te doen, dan komen ze op de voorgrond te staan, kunnen ze te groot worden en soms uit de hand lopen. 3. Onderzoeken van piekeren Je hebt waarschijnlijk al gemerkt dat piekeren over je studie en tentamens de spanning vergroot. Gedachten als: "hoe moet het nou verder als ik het niet haal", "het zal toch wel weer verkeerd aflopen", lijken automatisch over je heen te komen en niet te stoppen. Maar ook dergelijke, steeds weer terugkerende gedachten, kun je in de hand houden. Daar zijn allerlei oefeningen voor bijv. piekerkwartiertje, dagboek, ademhalings- en ontspanningsoefeningen. 4. Wat te doen tijdens het tentamen? Het voorafgaande heeft allemaal tot doel om je onzekerheid en de gevolgen daarvan te leren hanteren i.p.v. ze te ontkennen. Je loopt echter wel het gevaar dat je wat je thuis geoefend hebt onder de druk van het tentamen vergeet. Daarom hier nog enkele tips om daarmee om te gaan. Om zeker te zijn dat je je niet laat opjagen door de spanning en de druk, stop je onderaan elke bladzijde met het beantwoorden van je vragen. Je leunt achterover en doet een ontspanningsoefening terwijl je je realiseert (en tegen jezelf zegt) dat je onzeker bent, dat dat heel gewoon is gezien de onzekere situatie, maar dat je daardoor niet in paniek hoeft te raken. Je herhaalt je ontspanningsoefeningen net zo lang totdat je je redelijk los en ontspannen voelt. Neem ruim de tijd hiervoor, zo'n 5 tot 10 minuten. Dat lijkt veel, maar blijkt in het vervolg pure winst omdat je zo geen tijd verliest met chaotisch of onverschillig gedrag. In plaats van onderaan de bladzijde te stoppen kun je ook kiezen om te stoppen na bepaalde groepen van vragen, of om de 5 tot 10 vragen of na specifieke onderdelen, het hangt ervan af wanneer je gespannen raakt.

Page 45: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

44

Leer je eigen signalen voor overspanning of onderspanning kennen. Veel voorkomende signalen zijn bijvoorbeeld: • je leest de vraag een paar keer over maar begrijpt hem niet meer

• je begint voor je uit te staren en wilt weggaan

• je begint te piekeren

• je begint een leeg hoofd te krijgen

• je begint slechter te zien of te horen

Wanneer je weet welke jouw signalen zijn die duidelijk maken dat je je greep op de situatie verliest en je merkt ze tijdens het tentamen op, stop dan meteen en neem een langere rustpauze op de hierboven omschreven wijze. 5. Het proeftentamen Als je jezelf ertoe gezet hebt om actief je probleem met het tentamen doen aan te pakken, door middel van de hierboven beschreven zaken, dan kun je na een tijdje: • spanningen beter hanteren;

• onnodig piekeren vermijden;

• aan de hand van je evaluatie van studie- en tentamengedrag een andere manier van studeren en tentamen doen ontwikkelen.

Dat nieuwe gedrag moet je als het ware nog inoefenen in de tentamensituatie zelf. De beste manier daarvoor is het doen van tussentoetsen of proeftentamens die bij sommige studierichtingen gegeven worden. Zijn die er binnen jouw studierichting niet, maak er dan een voor jezelf (of doe dat met een groepje medestudenten). Ook bereik je hiermee dat je op de hoogte bent van de toets vorm(en) die tijdens jouw opleiding gebruikt worden. 5.1. Proeftentamenoefening 1. Zorg voor oude tentamenvragen (via studenten, docenten of oefeningsboeken).

2. Zorg voor een plek waar je niet gestoord kunt worden.

3. Neem evenveel tijd als op het echte tentamen.

4. Gebruik alleen de boeken, dictaten en apparaten die je ook tijdens dat tentamen mag gebruiken.

5. Bedenk je tentamenstrategie: wat doe je als je gespannen raakt, wat als je gaat piekeren en hoe benader je vragen?

6. Stel je je zo levendig mogelijk de tentamensituatie voor: Waar hangt de klok? Hoe ziet het lokaal eruit? Waar ga jij zitten, etc.

7. Begin vervolgens en voer je geplande tentamenstrategie zoveel mogelijk uit.

Page 46: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

45

Heb je het proeftentamen gedaan, evalueer dan op twee punten: 1. Hoe goed ken ik de stof? Waar zitten mijn sterke en zwakke punten? Hoe goed of

slecht kan ik de stof reproduceren? Kon ik bijvoorbeeld wat ik wel wist moeilijk onder woorden brengen?

2. Wat kwam er terecht van mijn tentamenstrategie? Kon ik spanning en piekeren hanteren, kon ik me aan mijn plan hoe de vragen te beantwoorden houden, of ben ik daar (terecht) van afgeweken?

Doe zo'n proeftentamen een week voor het echte tentamen, zodat je tijd hebt om je kennis bij te spijkeren en je strategie aan te passen. Eventueel kun je met medestudenten of de docent contact opnemen, als je niet goed weet waarom je bij bepaalde vragen de mist inging. Indien nodig doe je nog een proeftentamen. Twee dagen van te voren de stof doorspreken een met studiegenoot vergroot het inzicht in de stof. Je herhaalt de stof op een andere wijze dan je tot dan toe gedaan hebt. Het kan je zelfvertrouwen vergroten. 6. Hulp bij tentamenvrees Mocht je er zelf niet uitkomen en blijf je last houden van tentamenvrees, neem dan contact op met een studentenpsycholoog / studentendecaan van Fontys. Zij helpen je graag om je tentamenvrees te overwinnen. Een afspraak kan je maken via iStudent 08850-82222 / e-mail istudent@fontys.

Page 47: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

Bronvermeldingen

http://www.linkdenktechniek.nl/attachments/Image/puzzel_en_leren.png

www.volkskrant.nl%252Fvk%252Fnl%252F5288%252FOnderwijs%252Farticle%252Fdetail%252F2459902%252F2011%252F06%252F30%252FUniversiteiten-verplichten-student-tot-volgen-college.dhtml%3B468%3B264

http://www.google.nl/imgres?imgurl=&imgrefurl=http%3A%2F%2Fgodwij.blogspot.com%2F2012%2

F03%2Fluisteren.html&h=0&w=0&sz=1&tbnid=1VLoAcQqJ37fBM&tbnh=220&tbnw=229&zoom=1&

docid=RFOQmSgLkNptGM&hl=nl&ei=DycSUv3gC6XP0QXynoDwAw&ved=0CAIQsCU

http://www.forbes.com%252Fsites%252Fsundaysteinkirchner%252F2013%252F07%252F25%252Ftime-management-tips-for-people-who-do-too-much%252F%3B1169%3B1245

http://www.123management.nl/

https://www.google.nl/search?hl=nl&site=imghp&tbm=isch&source=hp&biw=1280&bih=923&q=pot+

met+stenen&oq=pot+met+stenen&gs_l=img.3...1483.5311.0.6292.14.7.0.7.7.0.76.293.7.7.0....0...1a

c.1.25.img..5.9.310.GMFGSdzSWfg#bav=on.2,or.r_cp.r_qf.&fp=df2c6e0278acc3d6&hl=nl&q=verha

al+stenen+zand+water&sa=1&tbm=isch

www.pdcacyclus.nl/verbetermethoden/plan-do-check-act/

www.loesje.nl

http://www.toomas.be/tag/de-beste-worden/

www.google.nl/search?hl=nl&site=imghp&tbm=isch&source=hp&biw=1366&bih=667&q=vandaag+b

egin+ik

www.denkgrootenwordrijk.nl

http://ankefokkens.wordpress.com

http://iedereen-heeft-stijl.simpsite.nl

http://www.ilifehack.nl/leerstijlentest-ben-jij-een-bezinner-dromer-doener-of-denker/

http://www.meereffect.nl/time-management

http://www.rnw.nl

http://www.mijnleescadeau.nl/boeken

http://www.limburgonderneemt.nl/nieuws/

http://www.foksuk.nl

www.deweekkrant.nl

www2.nijmegen.nl

http://www.foksuk.nl

http://www.math4all.nl

http://nl.123rf.com/photo_2409352_computer-toetsenbord-met-ja-en-nee-sleutels.html

www.zorginbeeld.nl

http://nl.123rf.com/photo_8610742_a-thermometer-with-mercury-bursting-through-the-glass-and-

the-words-confidence-level-symbolizing-a-p.html

46

Page 48: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

Bijlage 1a Tijdsbestedingsformulier

Een week heeft 7 x 24 uur = 168 uur

Waar besteed jij je tijd aan?

Activiteit Uren per dag Uren per week

47

Page 49: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

Bijlage 1b Planningsopdracht Je hebt de afgelopen week bijgehouden hoe je je tijd hebt besteed en ingedeeld. 1. Wat is je opgevallen, noem 3 punten:

1. --------------------------------------------- 2. --------------------------------------------- 3. ---------------------------------------------

2. Geef een cijfer voor jouw activiteiten deze week m.b.t. de studie, op een

schaal van 1 tot 10 (1 heel ontevreden, 10 heel erg tevreden):

a) ----------------------------------------------------------------

b) ----------------------------------------------------------------

c) ----------------------------------------------------------------

d) ----------------------------------------------------------------

e) ---------------------------------------------------------------- 3. Waar ben je tevreden over, noem tenminste 1 punt. Wat deed je toen

(anders) die dag of tijd?

------------------------------------------------------------------------------------ 4. Hoe kun je 1 of 2 punten hoger scoren op de schaal (zie vraag 2);

benoem minimaal 1 concrete en haalbare actie:

------------------------------------------------------------------------------------ 48

Page 50: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

Bijlage 2 Stappenplan SQ3R-methode 1) Oriëntatie (Survey) - Kijk naar de indeling van het studieboek en bekijk hoe het boek in elkaar zit; wat is de rode draad? - Titel, voorwoord, inleiding, achterkaft, vormgeving - Moeilijk of makkelijk ivm tijdsinvestering? Aantal blz, ivm planning? 2) Vragen stellen (Question) - Formuleer een aantal vragen. Je gaat hier zelf de antwoorden op vinden. - Begin hiermee door te speculeren wat het antwoord zou kunnen zijn, welk beeld heb jij hier zelf bij? - Wat weet je zelf al? 3) Lezen (Read) - Zoek naar de kern en naar signaalwoorden (bv cursief of vet) 4) Samenvatten (Recite) - Eigen woorden en kort. - Maak aan het eind van de paragraaf of hoofdstuk een samenvatting en niet tijdens het lezen. - Bedenk zelf voorbeelden. 5) Overzicht (Review) - Je beschouwt de plaats van alles dat je hebt bestudeerd in het grotere geheel. 49

Page 51: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

Bijlage 3 Tentamen voorbereiden: inventarisatie toets vormen

1. Met welke toets vormen heb jij in jouw opleiding te maken? • ……………. • ……………. • ……………. • ……………. 2. Welke is/zijn voor jou a. geen probleem en waarom ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… b. wel een probleem en waarom (geef een cijfer tussen 1 en 5 voor hoe groot het probleem voor je is. 1 Is nauwelijks een probleem, 5 is een heel groot probleem) ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 3. Heb je van tevoren een bepaald plan van aanpak of een strategie voor de toetsen? Welk plan / welke strategie? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 4. Bespreek jouw aanpak nu samen met een medestudent in deze training en noteer wat voor jou nuttig zou kunnen zijn bij de eerstvolgende toets. ………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………

50

Page 52: Fontys Hogescholen, Dienst Studentenvoorzieningen 2013 ...Stappenplan SQ3R-methode 49 Bijlage 3 Tentamen: inventarisatie toets vormen 50 Bijlage 4 Tentamen: persoonlijk recept 51 .

Bijlage 4 Tentamen voorbereiden: persoonlijk recept Het is handig om voor de komende tentamens een kaartje te maken waarop je een persoonlijk recept hebt gezet. Het is het recept dat jou helpt om het tentamen goed te kunnen afleggen.

Noteer in het kader tenminste 4 korte en krachtige punten bijvoorbeeld: ‘denk rustig na, ik heb tijd genoeg’ of ‘pauzeer af en toe, niet haasten’. Knip dit kaartje uit en plak het op een stuk stevig papier. Neem het mee in je tas en leg het op tafel tijdens je tentamen (als dat is toegestaan).

1. ..............................................................................................

2. ……………………………………………………………………………

3. ……………………………………………………………………………

4. ……………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………

51