De ontwikkeling van flexibele arbeid: Een sectoraal perspectief
Flexibele arbeid en de arbeidsdeskundige praktijk€¦ · De flexibilisering van de arbeidsmarkt en...
Transcript of Flexibele arbeid en de arbeidsdeskundige praktijk€¦ · De flexibilisering van de arbeidsmarkt en...
AKC ONDERZOEKSCAHIER 22
Flexibele arbeid en de arbeidsdeskundige praktijk
2
Inhoudsopgave
Voorwoord 3
1 Samenvatting 5
2 De effecten van flexibiliseringsvormen op de vier A’s 6
3 Toepasbaarheid kennis en kennislacunes 32
Referenties 34
Bijlages 37
A Opzet en uitvoering onderzoek 38
B Zoekstrategie 45
C Data-extractietabel 47
Auteurs
Marloes Vooijs
Sarike Verbiest
Wendela Hooftman
3
Voorwoord
De flexibilisering van de arbeidsmarkt en de impact van flexibele arbeid op werken-
den, werkgevers en de samenleving staan op dit moment volop in de belangstelling.
In Nederland is er veel aandacht voor flexibele contracten en de impact hiervan op
werkenden. Voor een deel van de beroepsbevolking brengt contractflexibilisering
namelijk risico’s met zich mee op het gebied van arbeidsinhoud, arbeidsomstandig-
heden, arbeidvoorwaarden en arbeidsverhoudingen. Tegelijkertijd bieden bepaalde
vormen van arbeidsflexibiliteit – zoals brede inzetbaarheid en flexibele werktijden –
juist ook kansen om werk passend te maken bij de belastbaarheid van de mens.
Flexibilisering van arbeid kan nieuwe eisen stellen aan de kennis, de instrumenten,
het handelingsrepertoire en de vaardigheden van arbeidsdeskundigen. Daarom
worden in dit verkennende onderzoek trends en vormen van flexibilisering van arbeid
vertaald naar concrete effecten op arbeid en arbeidseisen. We onderscheiden acht
vormen van arbeidsflexibiliteit:
1 Uitzendkrachten
2 Tijdelijke contracten
3 Oproep- en invalkrachten
4 Zzp’ers
5 Deeltijdcontracten
6 Flexibele werktijden
7 Brede inzetbaarheid (taakroulatie)
8 Flexibele locaties (waaronder thuiswerken)
Dit onderzoek over belemmerende en bevorderende factoren brengt de belangrijke
aandachtspunten per vorm van arbeidsflexibiliteit in kaart. De belemmerende en
bevorderende factoren zijn per type arbeidsflexibiliteit uitgesplitst: Arbeidsinhoud,
Arbeidsomstandigheden, Arbeidsvoorwaarden en Arbeidsverhoudingen. We noemen
deze typen arbeidsflexibiliteit ook wel de 4 A’s.
De kennis in dit rapport biedt mogelijkheden om preventief maatregelen te nemen
tegen de negatieve effecten van flexibel werken. Maar het biedt ook mogelijkheden
om werk aan te passen aan de belastbaarheid. Een voorbeeld: een werknemer met
reuma heeft flexibelere werktijden nodig om – vanwege ochtendstijfheid – later in de
ochtend te kunnen starten met het werk. Dan kan met de informatie uit dit rapport
worden bepaald welke belemmerende en bevorderende factoren samenhangen met
flexibele werktijden. Op basis van die factoren kan een keuze worden gemaakt om
interventies in te zetten om de belemmerende factoren van flexibele werktijden te
minimaliseren en de bevorderende te optimaliseren.
Om in de arbeidsdeskundige praktijk snel en gemakkelijk te kunnen beschikken over
de kennis over belemmerende en bevorderende factoren per type arbeidsflexibiliteit,
is de online Keuzetool-Arbeidsflexibiliteit ontwikkeld. De Keuzetool-Arbeidsflexibiliteit
is te vinden via www.arbeidsdeskundigen.nl/akc/keuzetool.
Hiermee wil het Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC) nog beter bijdragen aan het
beschikbaar maken en ontsluiten van kennis voor gebruik in de arbeidsdeskundige
praktijk. Samen met de beroepsgroep spannen wij ons de komende jaren dan ook
in voor het steeds beter inzetten van de beschikbare kennis in de arbeidsdeskundige
praktijk.
Hans Spigt, voorzitter bestuur AKC
Nijkerk, juni 2019
4
5
1 Samenvatting
1.1
Flexibele arbeid: Welke In dit verkennende onderzoek is gekeken naar de effecten van de verschillende
vormen zijn er en welk vormen van arbeidsflexibiliteit op de 4 A’s: Arbeidsinhoud, Arbeidsomstandigheden,
effect hebben ze op Arbeidsvoorwaarden en Arbeidsverhoudingen. Of een vorm van arbeidsflexibiliteit
werknemers? positieve of negatieve gevolgen voor werknemers heeft, lijkt daarbij afhankelijk
van de situatie. De resultaten van dit onderzoek kunnen hierbij goed als leidraad
worden gebruikt, om te kijken welke mogelijke gevolgen de inzet van een vorm van
arbeidsflexibiliteit heeft. Zo kunnen positieve effecten worden benut en kan vóóraf
goed worden gekeken of eventuele negatieve effecten zo veel mogelijk voorkomen
kunnen worden. Kanttekening daarbij is wel dat de resultaten vooral gebaseerd zijn
op effecten in het algemeen; er is een vrij structurele kennislacune naar de effecten
van externe flexibiliteit specifiek voor mensen met een chronische ziekte of arbeids-
beperking. Tot slot is deze inventarisatie vertaald in een opzet voor een online keuze-
tool voor arbeidsdeskundigen. Deze keuzetool ondersteunt de beeldvorming van de
arbeidsdeskundige door het aandragen van algemeen geldende evidence.
De arbeids deskundige kan dit vervolgens meenemen in de weging van de specifieke
casus.
1.2
Leeswijzer In hoofdstuk 2 presenteren we de bevindingen uit de wetenschappelijke literatuur
per type arbeidsflexibilisering, uitgesplitst naar de 4 A’s. In hoofdstuk 3 staan we stil
bij kennislacunes en wordt de keuzetool kort toegelicht. De toelichting op de uitvoe-
ring van het onderzoek is te vinden in de bijlagen.
6
2 De effecten van flexibiliserings- vormen op de 4 A’s
2.1
Vormen van flexibele In dit onderzoek hanteren we een brede definitie van arbeidsflexibiliteit. Allereerst
arbeid lichten we toe welke vormen van arbeidsflexibiliteit er allemaal zijn en hoe deze kun-
nen worden ingedeeld. Arbeidsflexibiliteit kan op twee manieren worden ingedeeld:
Extern versus intern, of kwantitatief versus kwalitatief (zie figuur 1). Hoewel deze
indeling niet helemaal sluitend is en de verschillende vormen van arbeidsflexibiliteit in
elkaar overlopen, kunnen de volgende vier categorieën worden onderscheiden:
1 Externe kwantitatieve arbeidsflexibiliteit.
2 Externe kwalitatieve arbeidsflexibiliteit.
3 Interne kwantitatieve arbeidsflexibiliteit.
4 Interne kwalitatieve arbeidsflexibiliteit.
Figuur 1 Vormen van arbeidsflexibiliteit
Als in de volksmond wordt gesproken over flexibel werk, gaat het over het algemeen
over externe flexibiliteit: situaties waarbij een werkgever gebruikmaakt van de inzet
van derden. Hierbij gaat het om flexibele arbeidsrelaties, zoals tijdelijke contracten,
uitzendkrachten, oproepkrachten of inhuur van zzp’ers. Naast externe flexibiliteit
bestaat er interne flexibiliteit. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de vaste werkne-
mers van de werkgever die op een flexibele manier ingezet worden, bijvoorbeeld
door brede inzetbaarheid. Het onderscheid tussen kwantitatief en kwalitatief gaat
over de manier waarop werkenden worden ingezet. Bij kwantitatieve flexibiliteit
worden flexibele krachten ingezet om variatie in capaciteit op te vangen. Daarbij gaat
het om het opvangen van fluctuaties in het benodigde aantal werknemers (per dag,
per week, per seizoen of over langere tijd), omdat er sprake is van een wisselende
marktvraag. Bij kwalitatieve flexibiliteit worden zij ingezet om variatie in benodigde
competenties van medewerkers op te vangen. Ook dit kan per dag of per week
verschillen, bijvoorbeeld omdat er verschillende producten worden geproduceerd
of verschillende diensten worden geleverd. Box 1 geeft een nadere toelichting en
voorbeelden bij de verschillende combinaties van arbeidsflexibiliteit.
KWANTITATIEF KWALITATIEF
EXTERN Flexibele contracten:
- tijdelijke contracten
- uitzendkrachten
- oproep-/invalkrachten
Zelfstandigen zonder personeel
Uitbesteden
Inbesteden (werk aannemen van derden)
INTERN Deeltijdcontracten
Flexibele werktijden
Brede inzetbaarheid
Flexibele locaties (inclusief thuiswerken)
7
Box 1 Toelichting op de verschillende vormen van arbeidsflexibiliteit
Extern kwantitatief In het maatschappelijke debat wordt het meest gesproken over deze vorm van
arbeidsflexibiliteit. Externe kwantitatieve arbeidsflexibiliteit gaat over de inzet van
werknemers met een flexibel contract. Werkgevers zetten deze vorm van flexibili-
teit in om te zorgen dat ze voldoende personeel hebben in een piekperiode en te
voorkomen dat ze te veel mensen in dienst hebben in een dalperiode. Er bestaan
diverse typen flexibele contracten: tijdelijke contracten met uitzicht op vast, tijde-
lijke contracten van één jaar of langer, tijdelijke contracten korter dan één jaar, uit-
zendkrachten en oproep/-invalkrachten. Lange tijdelijke contracten (uitzicht op vast
en van één jaar of langer) worden voornamelijk ingezet als verlengde proefperiode
en niet zozeer als flexibiliteitsmaatregel. De andere typen flexibele contracten
worden daarvoor wel gebruikt. Een specifieke vorm van externe kwantitatieve ar-
beidsflexibiliteit betreft de inzet van zzp’ers. Deze vorm wordt voornamelijk ingezet
om specifieke expertise – die de werkgever niet het hele jaar door nodig heeft en
ook niet zelf wil opbouwen met vaste medewerkers – tijdelijk in te huren.
Extern kwalitatief Externe kwalitatieve arbeidsflexibiliteit gaat over het uitbesteden van werk aan
specialistische bedrijven of het inbesteden van werk waarin het bedrijf zelf ge-
specialiseerd is (werk binnenhalen van derden). Hierbij worden dus geen externe
werknemers het bedrijf binnengehaald, maar wordt het werk zelf buiten het
bedrijf geplaatst omdat de eigen medewerkers niet dat specialisme bezitten. Het
is alleen kwalitatief als het gaat om het inhuren van competenties die een bedrijf
zelf niet in huis heeft. Ook de inhuur van specialisten via een detacheringsbureau
of als zzp’er kan een vorm zijn van externe kwalitatieve flexibiliteit. Als het alleen
gaat om het overdragen van een overschot aan werk aan een andere partij,
is het een vorm van externe kwantitatieve flexibiliteit.
Intern kwantitatief Interne kwantitatieve flexibiliteit gaat over het gebruik van flexibele werktijden
voor vaste medewerkers. Zij werken hierbij op wisselende werktijden al naar
gelang er behoefte is aan capaciteit. Denk aan een ijssalon die in de zomer in de
avond open is en in de winter niet. De medewerkers werken in de zomer meer
uren per week en in de winter minder. Flexibele werktijden worden vaak gecombi-
neerd met deeltijdcontracten om personeel flexibeler in te kunnen zetten. Wanneer
iemand 40 uur per week werkt, is er voor een werkgever lastiger te schuiven met
werkdagen dan wanneer iemand bijvoorbeeld 24 uur werkt.
Intern kwalitatief Voorbeelden van interne kwalitatieve flexibiliteit zijn brede inzetbaarheid (taak-
roulatie) en het werken op flexibele locaties. Bij brede inzetbaarheid zijn vaste
medewerkers inzetbaar op verschillende taken. Te denken valt aan een supermarkt
waar werknemers zowel achter de kassa als op de broodafdeling worden ingezet.
Medewerkers kunnen breed inzetbaar zijn binnen een team of tussen verschillende
afdelingen. Hiermee kunnen werkgevers pieken op verschillende plekken in de
organisatie opvangen. Bij brede inzetbaarheid kunnen medewerkers ook werkzaam
zijn op verschillende locaties van hetzelfde bedrijf. Ook thuiswerken wordt onder
flexibele locaties geschaard.
8
2.1.1
Effect van Voor werknemers kan flexibiliteit kansen bieden, maar ook risico’s met zich mee-
arbeidsflexibiliteit brengen. Zo kan interne flexibiliteit werknemers in potentie veel brengen. In het bijzon-
der mensen met een chronische ziekte of lichamelijke beperking. Zij hebben minder
vaak betaald werk dan mensen zonder een chronische ziekte of lichamelijke beper-
king. Ook werken zij gemiddeld minder uren per week en verzuimen ze langer. Veel
werkenden met een chronische ziekte of beperking merken dat de uitvoering van hun
werk belemmerd wordt door vermoeidheid of conditiegebrek, wat kan leiden tot uitval.
Een groot deel van deze groep ervaart hun arbeidssituatie daarom als problematisch. Zij
zouden dan ook geholpen zijn met vormen van flexibele arbeid (Maurits, 2013) – zoals
flexibele werktijden, flexibele locaties of deeltijdcontracten – zodat ze de ervaren be-
lemmeringen beter af kunnen stemmen met participatie in werk. Een goede inzet van
flexibiliteit kan daarom kansen bieden om werk passend te maken bij de belastbaarheid
van de mens. Het is van belang om daarbij de risico’s van interne flexibiliteit voor de
werkende ook in beeld te hebben, zodat daar rekening mee kan worden gehouden.
2.2
Externe Flexibiliteit
2.2.1
Flexibele contracten Bij externe flexibiliteit wordt gebruikgemaakt van flexibele arbeidsrelaties (zie
figuur 1). Bij flexibele contracten gaat het om diverse soorten tijdelijke contracten,
uitzend krachten en oproep-/invalkrachten. Een bijzondere groep met een flexibele
arbeidsrelatie betreft zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). We gaan hier per type
flexibele arbeidsrelatie in op de effecten die deze hebben op de vier A’s.
2.2.1.1
Tijdelijke contracten De literatuurstudie leverde met name onderzoeken op naar tijdelijke contracten in
het algemeen. Slechts enkele studies richtten zich specifiek op kortdurende en langer
durende tijdelijke contracten. Dit verklaart waarom we wat betreft dit type flexibele
contract soms tegenstrijdige resultaten vinden (zie tabel 1).
Het hebben van een tijdelijk contract blijkt qua arbeidsinhoud en -voorwaarden aan
de ene kant meer vrijheid, autonomie en flexibiliteit met zich mee te brengen dan
een vast contract. Dat geldt bijvoorbeeld voor de keuze in werktijden en de mate van
controle in het werkproces. Dit kan het voor werknemers gemakkelijker maken om
ruimte te creëren voor de persoonlijke situatie en/of persoonlijke verplichtingen. Aan
de andere kant vinden we studies die juist het omgekeerde laten zien: onzekerheid
over de mate van controle in het werkproces en een lage autonomie.
Tijdelijke contracten blijken met name door jongeren en hoger geschoolde werk-
nemers gewaardeerd te worden, omdat het mogelijkheden biedt om nieuwe vaar-
digheden te leren en ervaring op te doen en de variëteit biedt om een netwerk tot
stand te brengen. Taken worden uitdagender en gevarieerder wanneer de omgeving
waarin ze worden uitgevoerd varieert. Maar ander onderzoek laat juist zien dat tijde-
lijk werk vaak ‘passief’ werk is (lage werkdruk met weinig autonomie) van mindere
moeilijkheidsgraad met lage taakvariatie en dat er daardoor minder werkplekleren
plaatsvindt dan bij vaste werknemers.
9
Qua arbeidsomstandigheden blijken tijdelijke werknemers vaak slecht geïnformeerd
over veiligheidsmaatregelen, wat kan leiden tot onveilige situaties. Hier wordt in de
betreffende studie geen verklaring voor gegeven.
Uit de literatuurstudie blijkt ook dat werknemers met een tijdelijk contract minder
werkstress ervaren dan andere typen flexibele werknemers. Dat wordt verklaard door
de relatief hoge mate van werkzekerheid (met name bij tijdelijke contracten van één
jaar of langer of met uitzicht op vast). Het vormt ook een alternatieve methode om
een vaste baan te verkrijgen (verlengde proefperiode).
Tabel 1 Effect van tijdelijke contracten op de vier A’s
Arbeidsinhoud Arbeidsomstandigheden
• Meer keuzevrijheid dan vaste werknemers (Lemmergaard, 2011)
• Meer autonomie dan vaste werknemers (Lemmergaard, 2011; Goudswaard, 2016)
• Minder autonomie (Kauhanen, 2015; Ven, 2016)• Meer flexibiliteit en variatie in het werk dan vaste werkne-
mers (Lemmergaard, 2011; Kirk, 2008)
• Meer controle over werkproces dan vaste werknemers (Lemmergaard, 2011)
• Onzekerheid over de mate van controle over het arbeids-proces (Foley, 2014)
• Minder werkstress dan andere typen werknemers (Gouds-waard, 2016; Ven, 2016)
• Werk van mindere moeilijkheidsgraad en taakvariatie (ondergeschikte, routinetaken, nauwgezette instructies) (Gaalen, 2013; Augustsson, 2014; Ven, 2016)
• Minder werkplekleren (Kauhanen, 2015)
• Slecht geïnformeerd over arbeidsomstandigheden en vei-ligheidsmaatregelen; dit leidt tot meer onveilige situaties (Foley, 2014)
Arbeidsvoorwaarden Arbeidsverhoudingen
• Meer controle over werktijden dan vaste werknemers (Lemmergaard, 2011)
• Mogelijkheid tot het opdoen van ervaring in werk (Lem-mergaard, 2008; Kirk, 2008)
• Biedt benodigde variëteit voor opbouwen netwerk (Lem-mergaard, 2008)
• Alternatieve methode om een vaste aanstelling te verkrij-gen/verlengde proefperiode (Lemmergaard, 2011; Kirk, 2008; Gaalen, 2013)
• Lager loon dan vaste werknemers (Pott, 2002; Gebel, 2009)
• Minder recht op opleidingen (financiering en gebruik van studiefaciliteiten), WW-voorziening (Pott, 2002; Benach, 2014; Klein Hesselink, 2014; Kauhanen, 2015)
• Vaker onderbrekingen (vrijwillig en (vaker) onvrijwillig) in loopbaan (Benach, 2014)
• Verminderde loopbaanontwikkeling (Kauhanen, 2015; Bosmans, 2016; Ven, 2016)
• Verminderde zeggenschap (Foley, 2014; Klein Hesselink, 2014)
• Inferieure behandeling door leidinggevende of collega’s (Kirk, 2008)
10
Voor werknemers met gewilde vaardigheden kunnen de niet-standaard werkafspra-
ken die mogelijk zijn in een tijdelijk contract financieel lucratief zijn. Werknemers
met een tijdelijk contract ontvangen echter gemiddeld een lager loon dan vaste
werknemers en bouwen minder WW-rechten op. Ook blijken werknemers met een
tijdelijk contract minder recht te hebben op opleidingen (financiering en gebruik van
studiefaciliteiten). Dit wordt verklaard doordat de arbeidsrelatie tussen werknemer
en werkgever minder duurzaam is en de werkgever daardoor minder bereid is in
de werknemer te investeren. Daarnaast wordt de loopbaan vaker onderbroken. Dit
samen verklaart ook de verminderde (financiële) loopbaanontwikkeling.
Wat betreft arbeidsverhoudingen is er voor tijdelijke werknemers sprake van minder
zeggenschap dan voor de vaste werknemers in de organisatie waar ze werkzaam
zijn. Ook blijken tijdelijke werknemers door leidinggevenden en collega’s inferieur
behandeld te worden. De verklaring voor deze inferieure behandeling is dat vaste
medewerkers tijdelijke werknemers vaak als buitenstaander beschouwen, die niet
lang genoeg blijven om deel van de groep te worden. Dergelijk gedrag kan ertoe
leiden dat tijdelijke werknemers zich geïsoleerd voelen.
2.2.1.2
Praktijkvoorbeeld De voorbeelden dienen om te laten zien hoe tijdelijke contracten kunnen worden
tijdelijke contracten toegepast. Iedere praktijksituatie zal uniek zijn. De voorbeelden zullen in de meeste
gevallen niet een-op-een overgenomen kunnen worden, maar dienen ter illustratie
en inspiratie. Ook is het langetermijneffect van de oplossing in de voorbeelden niet
onderzocht. De uitwerking op de lange termijn/houdbaarheid van de oplossing is dus
niet bekend.
“Vanwege de fluctuaties in de bezetting van het hotel heeft Carlton Beach een grote flexibele schil van
80 procent. Vrijwel iedereen is in (tijdelijke) dienst bij Carlton zelf. Het merendeel van de werknemers
(zowel tijdelijk als vast) heeft een min-maxcontract (1-38 uur). In overleg tussen het management en de
werknemer, en afhankelijk van de hoeveelheid werk, wordt bepaald hoeveel iemand in een bepaalde
periode kan werken. Werknemers met tijdelijke en vaste contracten worden zo veel mogelijk gelijk behan-
deld. Iedereen heeft dezelfde secundaire arbeidsvoorwaarden en ontwikkelmogelijkheden. ‘Learning on
the job’ is waar het om draait bij Carlton Beach. Waar veel waarde aan wordt gehecht, is of iemand de
juiste instelling heeft; je moet weten hoe je gasten in de watten legt, communicatief vaardig en gemoti-
veerd zijn. Carlton Beach is een erkend leerbedrijf voor meerdere opleidingsgebieden en is aantrekkelijk
voor stagiairs. Zowel jongeren met weinig werkervaring, als sollicitanten met een lage vooropleiding of
een complexe achtergrond, krijgen bij Carlton een kans om op passend niveau werkervaring op te doen,
zolang zij maar de juiste werkinstelling hebben. Op deze manier kunnen gemotiveerde jongeren hun
kansen op de arbeidsmarkt vergroten. De vakgerichte vaardigheden worden onder begeleiding van vaste
werk nemers in de rol van leermeester ‘on-the-job’ geleerd. Bij Carlton leer je te werken onder druk, jezelf
assertief opstellen, klantgericht en dienstbaar zijn en werken in een team. Dit zijn competenties die in vele
andere beroepen ook erg belangrijk zijn en van waarde zijn voor de rest van je loopbaan. Op deze manier
fungeert Carlton als een springplank.”
Bron: Gebalanceerde flexibiliteit: 10 voorbeelden uit de praktijk (Verbiest et al., 2015)
11
2.2.1.3
Uitzendkrachten Uit de literatuurstudie blijkt dat er veel onderzoek is gedaan naar de effecten van het
hebben van een uitzendcontract op de vier A’s (zie tabel 2) – vaak in vergelijking met
vaste contracten, maar ook in vergelijking met andere typen flexibele werknemers.
Qua arbeidsinhoud blijken uitzendkrachten minder autonomie te hebben dan vaste
werknemers en dan andere typen flexibele werknemers zoals tijdelijke werknemers
en zzp’ers. Ze blijken werk te hebben van mindere moeilijkheidsgraad en met minder
taakvariatie en ze werken gemiddeld vijf uur minder per week. Toch ervaren ze een
hogere werkdruk. Dit wordt verklaard door het gebrek aan autonomie en de hoge
taakeisen (snel moeten werken). Ook kan de onduidelijkheid over welke werktaken
precies zijn opgenomen in een opdracht werkdruk met zich meebrengen. Zzp’ers rap-
porteren ook vaker minder uitdaging qua werk, wat kan worden verklaard door het
feit dat zij veelal direct inzetbaar moeten zijn op de taak. Er zitten daarom vaak geen
factoren in de uitzendbaan die de ontwikkeling van nieuwe vaardigheden vereisen.
Dit kan er ook voor zorgen dat er minder mogelijkheid voor werkplekleren voor de
werknemer is. De inlenende bedrijven zijn ook niet gericht op de ontwikkeling van
de uitzendkrachten. Ze zien hen als een middel om werk te verzetten en niet zozeer
als personen die zich willen en kunnen ontwikkelen.
Wat betreft arbeidsomstandigheden blijken uitzendkrachten minder vaak thuis te
werken dan andere typen werknemers. Dit wordt mogelijk verklaard door het feit
dat zij in andere sectoren werken, waar zij ook werk van een andere aard verrichten;
werk dat meer gebonden is aan vaste uren en aan een vaste locatie.
Mismatch bij de plaatsing wordt als verklaring gegeven voor de hogere mate van
incidenten en ongevallen onder uitzendkrachten. Ook zijn onbekendheid met het
inlenende bedrijf, gebrek aan training en gebrekkige communicatie mogelijke verkla-
ringen. Dit zou ook het opdoen van ervaring met betrekking tot veiligheid verhinde-
ren. Uitzendkrachten blijken daarnaast slecht geïnformeerd te worden over veilig-
heidsmaatregelen en minder toegang te hebben tot veiligheidsapparatuur. Dit leidt
tot onveilige situaties. Daar komt bij dat uitzendkrachten juist vaker zwaar (fysiek en
mentaal) werk hebben dan de vaste werknemers. De verklaring die hiervoor wordt
gegeven is dat de vaste krachten zich bij het toewijzen van werktaken vaak ontdoen
van de zwaarste fysieke taken en deze toewijzen aan uitzendkrachten.
Op het gebied van arbeidsvoorwaarden hebben uitzendkrachten minder controle over
het bepalen van hun werktijden dan andere typen werknemers. Ze weten vaak pas
laat hoe lang ze moeten werken en op welk moment, omdat hun werktijd over het
algemeen niet op vaste tijden is en ze pas kort van tevoren worden ingeroosterd. Ook
krijgen ze minder vaak vrije dagen toegekend als ze daarom vragen. Werkgevers-
verantwoordelijkheden worden heen en weer geschoven tussen uitzendbureau en
inlenend bedrijf. Dat kan een verklaring zijn voor het krijgen van minder vrije dagen.
Uitzendkrachten ontvangen minder loon dan vaste werknemers, omdat ze vaak niet
in de juiste functie worden ingedeeld, standaard in de laagste looncategorie vallen
12
en overwerktoeslagen mislopen. Ook bouwen ze na 26 weken pas pensioen op en
bouwen ze minder WW-rechten op. Uitzendkrachten hebben minder leer- en ontwik-
kelmogelijkheden omdat ze door de werkgever minder recht toegekend krijgen op
opleidingen dan de vaste werknemers. Dit wordt verklaard door het feit dat werk-
gevers minder bereid zijn om te investeren in werknemers waarvan ze weten dat
die de organisatie relatief snel weer zullen verlaten (ze moeten zo snel mogelijk
winstgevend zijn voor de organisatie). Tegelijkertijd wordt de doorstroom naar een
andere baan vaak belemmerd door een concurrentiebeding in het contract. Ook
leiden het gebrek aan ontwikkeling en frequente onderbrekingen in de loopbaan tot
verminderde loopbaanontwikkeling. Al met al ervaren uitzendkrachten hiermee meer
economische druk dan vaste werknemers.
Tabel 2 Effect van uitzendcontracten op de vier A’s
Arbeidsinhoud Arbeidsomstandigheden
• Weinig autonomie (Gaalen, 2013; Goudswaard, 2016; Ray, 2017)
• Hogere werkdruk (Gaalen, 2013)• Werk van mindere moeilijkheidsgraad en taakvariatie
(ondergeschikte, routinetaken, nauwgezette instructies) (Gaalen, 2013; Augustsson, 2014; Goudswaard, 2016, Ven, 2016)
• Minder werkplekleren (Augustsson, 2014)• Hoge taakeisen (snel werken) (Ray, 2017)• Onduidelijkheid welke werktaken zijn opgenomen in een
opdracht (Beal, 2017)
• Werken minder vaak thuis (Briscoe, 2011)• Hogere mate van incidenten en ongevallen (Klein Hes-
selink, 2014)• Slecht geïnformeerd over arbeidsomstandigheden en vei-
ligheidsmaatregelen; dit leidt tot meer onveilige situaties (FNV, 2008; Benach, 2014)
• Verminderde toegang tot veiligheidsapparatuur (Benach, 2014)
• Veelal slechtere arbeidsomstandigheden (meer zwaar werk, vaker in omgeving met veel lawaai) (FNV, 2008; Benach, 2014; Klein Hesselink, 2014; Goudswaard, 2016; Beal, 2017)
Arbeidsvoorwaarden Arbeidsverhoudingen
• Vijf uur minder in wekelijkse werkuren (Briscoe, 2011)• Minder controle over bepalen werktijden (Briscoe, 2011)• Weten vaak pas laat hoe lang ze moeten werken en op
welk moment (FNV, 2007)• Minder vrije dagen (Bosmans, 2016)• Minder recht op opleidingen (financiering en gebruik
van studiefaciliteiten), WW-voorziening (Benach, 2014; Bosmans, 2016; Ray, 2017; Beal, 2017)
• Minder loon (FNV, 2007; Bosmans, 2016; Goudswaard, 2016)
• Pas na 26 weken wordt er pensioen opgebouwd (FNV, 2007)
• Veelal in contract concurrentiebeding opgenomen; dit belemmert doorstroom naar andere of vaste baan (FNV, 2007)
• Vaker onderbrekingen (vrijwillig en (vaker) onvrijwillig) in loopbaan (Briscoe, 2011; Benach, 2014)
• Minder leer- en ontwikkelmogelijkheden (Gaalen, 2013)• Verminderde loopbaanontwikkeling (Bosmans, 2016; Beal,
2017)• Ervaren meer economische druk (Klein Hesselink, 2014)
• Vaak het gevoel er niet bij te horen/verminderde relatie met collega’s en leidinggevende, minder steun (FNV, 2008; Augustsson, 2014; Bosmans, 2016; Goudswaard, 2016)
• Verminderde zeggenschap (Augustsson, 2014; Bosmans, 2016)
13
Qua arbeidsverhoudingen blijkt uit het onderzoek naar uitzendkrachten dat ze vaak
het gevoel hebben er niet bij te horen. Ook ervaren ze vaak een slechtere relatie en
minder steun van collega’s en leidinggevenden van de organisatie waar ze werk voor
verrichten. Daarnaast hebben ze minder zeggenschap dan de vaste werknemers. Dit
wordt verklaard door het feit dat inlenende bedrijven verwachten dat de uitzend-
krachten zich alleen richten op de taak waarvoor ze zijn ingehuurd. Het is niet de
bedoeling dat ze zich bezighouden met de organisatie.
Uitzendkrachten blijken vaak het gevoel te hebben dat het uitzendwerk het enige
type werk is dat ze kunnen krijgen. Daarmee voelen zij zich machteloos bij het
accepteren van de slechtere arbeidsvoorwaarden, -inhoud, -omstandigheden en
-verhoudingen.
2.2.1.4
Praktijkvoorbeeld De voorbeelden dienen om te laten zien hoe uitzendkrachten kunnen worden
uitzendkrachten ingezet. Iedere praktijksituatie zal uniek zijn. De voorbeelden zullen in de meeste
gevallen niet een-op-een overgenomen kunnen worden, maar dienen ter illustratie
en inspiratie. Ook is het langetermijneffect van de oplossing in de voorbeelden niet
onderzocht. De uitwerking op de lange termijn/houdbaarheid van de oplossing is dus
niet bekend.
“DIT is een uitzendbureau dat niet alleen de opdrachtgever, maar ook de flexkracht als klant ziet. De
flexkracht is het centrale vertrekpunt. DIT zoekt naar personen die passen bij DIT en zorgt dat er vervolgens
steeds weer werk is voor die persoon, in plaats van iemand te zoeken die past bij een klus (die daarna dus
weer kan vertrekken). DIT heeft ongeveer 50 procent van zijn flexkrachten in loondienst. De contractvorm
zegt echter niets over het commitment dat zij met iemand aan willen gaan. Iedereen die dat wil, krijgt de
kans zich te ontwikkelen. Dat kan met certificaten, maar ook met werkervaring. Op verschillende manieren
investeert DIT in de opleiding van flexkrachten, waaronder BBL-trajecten (Beroeps Begeleidende Leerweg)
met eigen praktijkopleiders. Als werknemer, al dan niet flexibel, kun je op deze manier zorgen dat je toe-
gevoegde waarde blijft houden in iedere stap van je carrière.”
Bron: Gebalanceerde flexibiliteit: 10 voorbeelden uit de praktijk (Verbiest et al., 2015)
2.2.1.5
Oproep-/invalkrachten Uit de literatuurstudie blijkt dat er in veel mindere mate onderzoek is gedaan naar
oproep- en invalkrachten. Hun situatie blijkt erg te lijken op die van de uitzendkrach-
ten (zie tabel 3).
Qua arbeidsinhoud blijken deze werknemers, net als uitzendkrachten, werk van
een lagere moeilijkheidsgraad, met lagere taakeisen (niet snel hoeven werken) en
taakvariatie met lagere autonomie te hebben dan de andere typen werknemers
(vast, tijdelijk en zzp). Dit kan leiden tot een lagere ervaren werkdruk. Tegelijkertijd
blijkt uit een ander onderzoek dat oproepkrachten juist een hoge werkdruk ervaren.
14
Ze hebben vaker werk dat bestaat uit routinetaken en werken volgens nauwgezette
instructies. Voor het waarom wordt geen verklaring gegeven in het onderzoek.
Ook hebben oproep-/invalkrachten – net als uitzendkrachten – slechtere arbeids-
omstandigheden dan andere typen werknemers. Dit komt omdat ze vaker fysiek en
psychosociaal belastend werk doen dan werknemers met een vast contract. Hiervoor
wordt in het onderzoek geen verklaring gegeven.
Wat betreft arbeidsvoorwaarden heeft deze categorie flexibele werknemers min-
der recht op opleidingen (financiering en gebruik van studiefaciliteiten). Dit wordt
verklaard door de minder duurzame arbeidsrelatie met de werkgever, die daardoor
minder bereid is te investeren. Ook ontvangen ze minder loon en bouwen ze minder
WW-rechten op dan vaste werknemers. Het lagere loon wordt verklaard doordat ze
minder recht toegekend krijgen op loon volgens loonschaal, diverse salarisbepalingen
en toeslagen (toeslag avonden/weekend, premiespaar regeling, spoorloonregeling).
Ook krijgen oproepkrachten minder vaak bijzonder verlof toegekend.
In de arbeidsverhoudingen ervaren oproep-/invalkrachten minder sociale steun van
collega’s en leidinggevenden in de organisatie waar ze werken. Hiervoor wordt geen
specifieke verklaring gegeven.
Tabel 3 Effect van oproepcontracten op de vier A’s
2.2.2
Zelfstandig Een hele specifieke vorm van de flexibele arbeidsrelatie is het zelfstandig onder-
ondernemerschap nemerschap. Er is specifiek onderzoek verricht naar de vier A’s van zzp’ers (zie tabel 4).
Uit het onderzoek blijkt dat dit type werknemer een hogere werkdruk ervaart en
hogere stresslevels heeft dan andere typen werknemers. Reden is dat zij een eigen
bedrijf moeten opzetten. Dit geldt zeker als de persoon zichzelf niet geschikt acht
voor het zelfstandig ondernemerschap en weinig training heeft gehad in het run-
Arbeidsinhoud Arbeidsomstandigheden
• Werk van mindere moeilijkheidsgraad en taakvariatie (ondergeschikte, routinetaken, nauwgezette instructies) (Gaalen, 2013; Goudswaard, 2016; Ray, 2017)
• Minder autonomie (Goudswaard, 2016; Ray, 2017; Gaalen, 2013)
• Hoge werkdruk (Gaalen, 2013)• Lage taakeisen en lage werkdruk (Ray, 2017)
• Veelal slechtere arbeidsomstandigheden (meer zwaar werk) (Goudswaard, 2016)
Arbeidsvoorwaarden Arbeidsverhoudingen
• Minder recht op opleidingen (financiering en gebruik van studiefaciliteiten), WW-voorziening, bijzonder verlof (Pott, 2002)
• Minder loon (Pott, 2002; Goudswaard, 2016)
• Minder sociale steun (Goudswaard, 2016)
15
nen van een bedrijf. Aan de andere kant ervaren zzp’ers juist bij de inhoud van hun
werk minder werkstress dan andere typen werknemers. Dit wordt verklaard door de
hoge mate van autonomie in het werk. Ook ervaren ze meer variatie in hun werk.
Ze blijken gemiddeld 5,7 uur minder per week te werken dan vaste werknemers in
gelijksoortige banen.
Qua arbeidsomstandigheden is het beeld dubbel. Enerzijds blijkt dat zzp’ers vaker
thuis werken dan andere typen werknemers en vaker gezonde en veilige arbeids-
omstandigheden hebben. Ander onderzoek laat juist zien dat ze onder slechtere
arbeidsomstandigheden werken (zwaar werk in een omgeving met veel lawaai). Dit
kan liggen aan het type werk dat ze doen; zo hing dit in het laatste onderzoek samen
met het feit dat zzp’ers vaker in de bouw en landbouw werkzaam waren.
Wat betreft arbeidsvoorwaarden blijken organisaties minder te investeren in de oplei-
ding van zzp’ers. Zij zijn immers niet de werkgever. Ook is de WW-voorziening minder
dan voor vaste werknemers. Zzp’ers ontvangen een hoger loon dan andere typen
flexibele werknemers, maar ze moeten daarvan zelf hun pensioen opbouwen en zijn
vaker dan andere werknemers niet verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Ook heb-
ben zzp’ers vaker te maken met (vrijwillige en (vaker) onvrijwillige) onderbrekingen
in hun loopbaan. We hebben geen onderzoek gevonden naar de arbeidsverhoudin-
gen van zzp’ers.
Tabel 4 Effect van zzp’schap op de vier A’s
Arbeidsinhoud Arbeidsomstandigheden
• Hogere werkdruk en stresslevels bij opzetten bedrijf (Kau-tonen, 2010)
• Minder werkstress en burn-outklachten (Goudswaard, 2016; Ray, 2017)
• Meer autonomie (Goudswaard, 2016; Ray, 2017)• Meer variatie in het werk (Goudswaard, 2016)
• Werken vaker thuis (Briscoe, 2011)• Gezonde en veilige arbeidsomstandigheden (Ray, 2017)• Veelal slechtere arbeidsomstandigheden (meer zwaar
werk, vaker in omgeving met veel lawaai) (Klein Hes-selink, 2014; Goudswaard, 2016)
Arbeidsvoorwaarden Arbeidsverhoudingen
• 5,7 uur vermindering in wekelijkse werkuren (Briscoe, 2011)
• Minder recht op opleidingen (financiering en gebruik van studiefaciliteiten), WW-voorziening (Klein Hesselink, 2014)
• Hoger loon (Goudswaard, 2016)• Zelf pensioen opbouwen en vaker niet verzekerd tegen
arbeidsongeschiktheid (Goudswaard, 2016)• Vaker onderbrekingen (vrijwillig en (vaker) onvrijwillig) in
loopbaan (Briscoe, 2011)
16
2.2.3
Praktijkvoorbeeld We hebben geen praktijkvoorbeeld gevonden van zelfstandig ondernemerschap
zelfstandig voor mensen met een chronische ziekte of beperking. Wel is er één onderzoek dat
ondernemerschap zich specifiek richt op de vraag of het zzp-schap past bij arbeidsgehandicapten. Het
voorbeeld dient om te laten zien hoe zelfstandig ondernemerschap kan worden
toegepast. Iedere praktijksituatie zal uniek zijn. De voorbeelden zullen in de meeste
gevallen niet een-op-een overgenomen kunnen worden, maar dienen ter illustratie
en inspiratie. Ook is het langetermijneffect van de oplossing in de voorbeelden niet
onderzocht. De uitwerking op de lange termijn/houdbaarheid van de oplossing is dus
niet bekend.
“Het OECD (2014) onderzocht en concludeert:
In dit rapport is getracht een antwoord te geven op de vraag of ondernemerschap een oplossing kan
bieden voor de uitdaging om specifiek de arbeidsparticipatie van gehandicapten, en sociale inclusie in het
algemeen te vergroten. Het antwoord is een gekwalificeerd ‘ja’, wat betekent dat sommige individuen in
staat en bereid zijn om als zelfstandige een baan als zelfstandige te nemen – maar dit is waarschijnlijk
geen duurzame optie voor vele anderen zonder uitgebreide en/of langetermijnondersteuning. Stoornissen
variëren sterk in termen van type, ernst, stabiliteit, duur en aanvangstijd – deze kenmerken beïnvloeden
de individuele capaciteiten en de bereidheid om ondernemer te worden en om een dergelijke status te
behouden. Onderzoek naar beleidsondersteuning voor gehandicapte ondernemers is beperkt, dus er is
maar weinig informatie beschikbaar over de soorten initiatieven die werken, voor wie, hoe en waarom ze
werken op de manier waarop ze werken en de bredere economische en sociale gevolgen van dergelijke
ondersteuningsprogramma’s. Dit maakt het moeilijk om te generaliseren met het oog op het aanbevelen
van de overdracht van bepaald beleid naar plaatsen en sociale contexten die verder gaan dan die waar ze
vandaan komen. De belangrijkste implicatie van het beperkt aantal onderzoeken is dat initiatieven eerder
kans van slagen hebben als de steun klantgericht is, afgestemd op de specifieke benodigdheden en ambi-
ties van het individu.
Deze ondersteuning moet de zeer specifieke behoeften van het individu onderkennen met betrekking tot
het starten en leiden van een bedrijf met een specifieke beperking, maar ook hun specifieke capaciteiten
in termen van bedrijfs- en managementkennis en -vaardigheden en andere persoonlijke kenmerken, die
van invloed zijn op het vermogen om ondernemer te worden en te blijven.”
Bron: https://www.oecd.org/cfe/leed/background-report-people-disabilities.pdf (2014)
Conclusie flexibele contracten en zelfstandig ondernemerschap
We hebben gezien dat de diverse vormen van contractflexibiliteit met name risico’s
kunnen hebben voor het welzijn van werkenden in het algemeen. Aan de andere
kant hebben we gezien dat het ook kansen kan bieden.
In de literatuur wordt onderscheid gemaakt in lange tijdelijke contracten, korte
tijdelijke contracten, uitzendkrachten, oproep-/invalkrachten en zzp’ers. Werkenden
met een langdurend tijdelijk contract verschillen over het algemeen weinig van
vaste werknemers wat betreft de vier A’s. Dit kan verklaard worden door het feit dat
werkgevers deze vorm van contracten vooral inzetten als verlengde proefperiode met
het idee iemand vast aan te nemen.
17
Een ander verhaal geldt voor korte tijdelijke contracten, uitzendkrachten en oproep-/
invalkrachten. Deze typen flexibele arbeidsrelaties kunnen de medewerker de
mogelijkheid bieden tot het opdoen van ervaring in werk en het opbouwen van een
netwerk. Ook kunnen ze een alternatieve methode zijn om uiteindelijk een vaste
aanstelling te krijgen. Maar uit het literatuuronderzoek blijkt ook dat deze groepen op
de arbeidsmarkt vaker werk hebben met een mindere moeilijkheidsgraad en minder
taakvariatie, minder mogelijkheden hebben tot werkplekleren, minder controle en
autonomie hebben in het arbeidsproces, meer onduidelijkheid ervaren over hun
taken en daarmee een hogere werkdruk ervaren. Ook krijgen ze minder opleidingen
en hebben ze vaker een onderbreking in hun loopbaan. Daarmee is hun loopbaan-
ontwikkeling ook minder dan bij vaste medewerkers. Wat betreft arbeidsvoorwaar-
den ontvangen ze lagere lonen, bouwen ze minder rechten op in de WW-voorziening
en pensioen opbouw. Ze ervaren meer economische druk en een lage werkzekerheid.
Ze weten vaak pas kort van tevoren hoe lang en op welk moment ze moeten wer-
ken. Bovendien worden ze slechter geïnformeerd over de arbeidsomstandigheden en
veiligheidsmaatregelen door hun werkgever, hebben ze minder toegang tot veilig-
heidsapparatuur, hebben ze veelal te maken met slechtere arbeidsomstandigheden
en lopen ze meer veiligheidsrisico’s dan vaste medewerkers. Deze typen flexwerkers
blijken vaak het gevoel te hebben er niet bij te horen. Ook ervaren ze een slechtere/
zwakkere relatie met collega’s en leidinggevenden en hebben ze minder zeggen-
schap in de organisatie waar ze werkzaamheden voor verrichten dan de vaste
medewerkers.
Uit het literatuuronderzoek blijkt dat zzp’ers over het algemeen meer autonomie,
meer variatie in het werk, minder werkstress en minder burn-outklachten ervaren
dan vaste medewerkers. Tegelijkertijd brengt het opzetten van een eigen bedrijf
stress met zich mee. Ook vormt ontwikkeling een aandachtspunt, omdat zzp’ers
daarin zelf moeten investeren. Ze ontvangen een hoger loon dan andere typen
flexwerkers, maar moeten daarvan wel zelf hun pensioen en arbeidsongeschiktheids-
verzekering betalen. In onze literatuurstudie hebben we onderzoek gevonden, waarin
de optie voor gehandicapten om zzp’er te worden is onderzocht, juist omdat het
zelfstandig ondernemerschap de vrijheid met zich meebrengt om het werk zo vorm
te geven dat het past bij de persoon in kwestie. Dit onderzoek laat zien dat hoewel
sommige individuen in staat zijn en bereid zijn om als zelfstandige te werken, dit
waarschijnlijk geen duurzame optie is voor vele anderen, zonder uitgebreide en
langetermijnondersteuning. Daarbij gaat het om kennis van het starten en leiden van
een bedrijf en het opdoen van bedrijfs- en managementkennis en -vaardigheden, die
van invloed zijn op het vermogen om ondernemer te worden en te blijven.
Kennislacunes
Wat de aandachtspunten bij de diverse typen flexibele contracten betekenen voor
mensen met een chronische ziekte of beperking die met dergelijke flexibele contrac-
ten te maken zouden krijgen, zou nader onderzocht moeten worden. Onderzoek naar
gewenste ondersteuning voor zelfstandig ondernemers met een chronische ziekte of
beperking is zeer schaars, dus er is maar weinig informatie beschikbaar over de soor-
ten initiatieven die succesvol zijn, voor wie, hoe en waarom. Dit is een kennislacune.
18
2.2.4
Extern kwalitatief uit- Er zijn geen publicaties gevonden die het effect van het uitbesteden en inbesteden
besteden en inbesteden van werk op de vier A’s beschrijven. Dit is dus een kennislacune.
Wel werd er in één van de focusgroepbijeenkomsten met een OT-groep het voor-
beeld gegeven van SW-bedrijven die passend werk binnenhalen om hun medewer-
kers aan het werk te houden. Dat is ook een vorm van inbesteden. Hierbij zoekt het
SW-bedrijf naar werk waarin taken zitten die goed door de doelgroep kunnen worden
uitgevoerd. Veelal gaat het daarbij om vrij simpele taken. Een punt van aandacht
dat in onderzoek naar SW-bedrijven naar voren komt, is dat er ook aandacht nodig
is voor het vinden van taken waarin de medewerkers zich kunnen ontwikkelen en
nieuwe dingen kunnen leren (iets meer uitdaging), waardoor hun inzetbaarheid
wordt vergroot.
2.3
Interne arbeidsflexibiliteit
2.3.1
Intern kwantitatief: Bij interne flexibiliteit worden de werknemers in vaste dienst flexibel ingezet. Voor
deeltijdcontracten deeltijdcontracten betekent dit concreet dat werknemers een contract hebben voor
minder uren dan het voor de werkgever/sector fulltimecontract van 36, 38 of 40 uur
per week.
Het literatuuronderzoek (zie tabel 5) laat aan de ene kant zien dat het hebben van
een deeltijdcontract voor de werknemer kan leiden tot een hogere ervaren werk-
druk en hogere werkintensiteit. Gegeven verklaringen zijn dat de hoeveelheid werk
moeilijk te controleren is, dat de respondenten geen grenzen aan konden geven
of dat ze geen balans konden vinden tussen werk en vrije tijd. Andere genoemde
redenen zijn een lage autonomie/controle over de werkzaamheden, het ‘kwijt zijn’
van de dagen, overladen worden door werk door de werkgever en te uitdagende
werktaken. De verhoogde werkintensiteit werd ook toegeschreven aan het feit dat
sommige functies lastig aan te passen zijn en dat hetzelfde werk dus in minder tijd
gedaan moet worden.
Aan de andere kant blijkt uit het onderzoek dat de werkdruk ook lager kan wor-
den. Zo krijgen deeltijdmedewerkers vaker taken toebedeeld met minder krappe
deadlines. Ook kan het juist leiden tot minder werk-privéconflicten. Er zitten immers
minder werkuren in een week.
Eén onderzoek laat zien dat werknemers met deeltijdwerk slechtere arbeidsomstan-
digheden hebben. Een verklaring wordt niet gegeven in het onderzoek.
Deeltijdwerk blijkt te leiden tot een verminderde loopbaanontwikkeling, minder
financiële groeimogelijkheden en minder kans op promotie. Deeltijdmedewerkers
krijgen vaak minder opleiding, kleinere klanten en minder grote projecten met lagere
verwachtingen toebedeeld. Daarnaast heerst de mening dat deeltijdmedewerkers
niet de mogelijkheid moeten hebben om hogere functies te betrekken, met name als
19
deze functies betrekking hebben op het toezicht houden op ander personeel en/of
managementverantwoordelijkheden. Die hogere functies vereisen een consistente en
volledige beschikbaarheid om ondersteuning te bieden, e-mails te beantwoorden, te
reageren, resultaten te bereiken en vragen te beantwoorden. Daarnaast wordt deel-
tijdwerk vaak gecombineerd met een tijdelijk contract en wordt er vaker een hogere
werkonzekerheid gerapporteerd.
Wat betreft arbeidsverhoudingen blijkt dat werken in deeltijd het meedoen met
sociale werkactiviteiten en netwerken bemoeilijkt. Respondenten gaven aan dat ze
het idee hadden dat er anders naar hen werd gekeken; ze voelden zich er niet bij
horen. Daarnaast gaven ze aan dat collega’s hun werktijden bleven vergeten. Een
fulltimebaan wordt veelal als norm beschouwd, waardoor het management het
toezicht houden op het deeltijdspersoneel als disruptief beschouwt. Dit beïnvloedt
de relatie tussen werknemer en leidinggevende. Deze norm heeft ook invloed op
de samenwerking tussen medewerkers. Collega’s van deeltijdmedewerkers geven
aan dat ze ‘moeilijk om mee te werken’ en ‘onattent’ zijn. Ook worden er grappen
gemaakt over hun afwezigheid.
Tabel 5 Effect van deeltijdcontracten op de vier A’s
Arbeidsinhoud Arbeidsomstandigheden
• Hogere werkdruk (MacDermid, 2001)• Verhoogde werkintensiteit (MacDermid, 2001; McDonald,
2009)• Lagere werkeisen/taken met lager profiel (McDermid,
2001; McDonald, 2009; Bartoll, 2014)• Minder hoge werkdruk (MacDermid, 2001; Russell, 2009)• Minder controle/autonomie over werkzaamheden (Russell,
2009; Bartoll, 2014; Kauhanen, 2015; Chambel, 2017)
• Slechtere werkomstandigheden (Bartoll, 2014)
Arbeidsvoorwaarden Arbeidsverhoudingen
• Verminderde (financiële) groeimogelijkheden (McDonald, 2009; MacDermid, 2001; Kauhanen, 2015; European Com-munities, 2007)
• Minder werk-privéconflicten (Russell, 2009; Chambel, 2017; European Communities, 2007)
• Minder kans op leidinggevende functies (Russell, 2009)• Vaak een tijdelijk contract en verminderde kans op promo-
tie (Bartoll, 2014)• Verminderde opleidingsmogelijkheden en ontwikkeling
(Kauhanen, 2015)• Werkonzekerheid (Kauhanen, 2015)
• Verminderde relaties/sociale steun van collega’s en lei-dinggevende (MacDermid, 2001; McDonald, 2009; Bartoll, 2014)
20
2.3.2
Praktijkvoorbeelden We hebben verschillende praktijkvoorbeelden gevonden van deeltijdwerk voor
deeltijdcontracten mensen met een chronische ziekte of beperking. De voorbeelden dienen om te
laten zien hoe deeltijdcontracten kunnen worden toegepast. Iedere praktijksitu-
atie zal uniek zijn. De voorbeelden zullen in de meeste gevallen niet een-op-een
overgenomen kunnen worden, maar dienen ter illustratie en inspiratie. Ook is het
langetermijn effect van de oplossing in de voorbeelden niet onderzocht. De uitwer-
king op de lange termijn/houdbaarheid van de oplossing is dus niet bekend.
“In een klein verzorgingstehuis valt een van de verzorgenden regelmatig uit, soms vanwege fysieke klach-
ten (schouder, rug, griep), soms vanwege psychische klachten (overbelasting in de privésfeer, onvrede over
het werk omdat er veel wisselingen in het team zijn; de vierde teamleider in een jaar tijd). In onderling
overleg wordt besloten dat de werknemer tijdelijk wordt overgeplaatst naar een andere afdeling met
een stabielere leiding. Verder gaan werknemer en personeelsmanager ermee akkoord om de werktijd
gedurende een jaar van 40 uur terug te brengen tot 32 uur. Zodoende krijgt de werknemer meer herstel-
tijd en tijd om haar privéleven op orde te brengen. De werknemer gebruikt hiervoor een stuwmeer aan
opgebouwde vrije dagen en ADV-dagen. Er is een nijpend personeelstekort in het tehuis, maar omdat de
meeste werknemers parttime werken, is het wegvallen van de acht uur gemakkelijk op te vullen door het
aannemen van nieuwe mensen.”
Bron: https://www.uwv.nl/overuwv/Images/Mogelijkheden_in_het_werk.pdf
“In Utrecht onderging ik een grote operatie die werd gevolgd door een lang en intensief revalidatieproces.
Door deze operatie leef ik nog en haal ik uit het leven wat erin zit. Natuurlijk heb ik momenten dat het niet
goed gaat, maar ik ben blij dat ik nog leef. Niet elke dag is een feestje, maar dat is het voor veel mensen
niet. Levenslust zit in mijn genen, dat hielp mij om mijn re-integratieproces tot een succes te maken. Voor
mijn operatie had ik een tijdelijk contract als coach bij een organisatie die jongvolwassenen helpt bij het
behalen van een startkwalificatie. Dat contract werd helaas niet verlengd. Na mijn behandeling kon ik
wel een nul-urencontract krijgen, maar ik vond dat ik te veel waard was om dat te accepteren. Via mijn
netwerk kreeg ik mijn huidige baan: klantmanager voor de Wet Sociale Werkvoorziening bij de gemeen-
ten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk. Ik heb het sollicitatiegesprek gevoerd vanuit mijn rolstoel
en met een dik medisch dossier. Dankzij mijn capaciteiten en aanbevelingen vanuit mijn netwerk werd ik
aangenomen voor achttien uur per week. Ik ben er trots op dat ik zo snel een baan vond. Op eigen kracht
leerde ik mij met rolstoel, krukken en een auto (automaat) zelfstandig te verplaatsen. Het hele ritueel van
opstaan, douchen, ontbijten en reizen kost mij zo’n twee tot drie uur extra per werkdag.”
Bron: Chronisch ziek en werk: Ervaringsverhalen. Patiëntenfederatie Nederland
21
‘Ik had al eerder allerlei klachten, die ik niet kon thuisbrengen. Ik kon dingen niet meer goed op een rijtje
krijgen en ik had last van een vreemde duizeligheid. Aanvankelijk dacht ik aan een burn-out. Toen ik in
2009 aan de rechterkant van mijn lichaam vreemde tintelingen voelde, bleek het MS te zijn. Ik heb vooral
cognitieve klachten: ik kan informatie moeilijker verwerken, mij slechter concentreren en heb vooral later
op de dag moeite met eenvoudige taken. Ik hield van multitasken, dat lukt niet meer. Ook mijn fulltime-
baan viel mij zwaar. Ik wilde ontdekken of drie of vier dagen werken haalbaar zou zijn en nam daarvoor
wekelijks één of twee vrije dagen op. Daar heeft mijn werkgever een stokje voor gestoken. Hij vond het
niet goed dat ik mijn vakantiedagen gebruikte om mijn gezondheidsprobleem op te lossen. Mijn werkgever
nam zijn verantwoordelijkheid om samen met mij een oplossing te zoeken. Toevallig hebben we pas nog
een gesprek gevoerd. Ik ga nu de marketing van interne projecten doen, een droombaan voor 3,5 dag per
week, waarbij ik mijn eigen tijd kan indelen.’
Bron: Chronisch ziek en werk: Ervaringsverhalen. Patiëntenfederatie Nederland
Conclusie deeltijdwerk
Deeltijdwerk kan medewerkers met een chronische ziekte of beperking de speel-
ruimte geven om de werktijd dusdanig te verminderen en zo in te delen dat het
beter past bij hun persoonlijke situatie. Deeltijdwerk wordt veelal gecombineerd met
flexibele werktijden (werken op het moment dat past bij de belastbaarheid). Uit het
literatuuronderzoek blijkt dat het hebben van een deeltijdcontract voor de werkne-
mer daarmee kan leiden tot minder werkdruk en minder werk-privéconflicten. Er
bestaan echter ook aandachtspunten. Een deeltijdcontract kan negatieve gevolgen
hebben voor de loopbaanontwikkeling: verminderde verantwoordelijkheden, minder
toegang tot nieuwe functies/projecten, verminderde opleidingsmogelijkheden en
verminderde kans op promotie. Een deeltijdbaan bevat ook minder controle/autono-
mie over de werkzaamheden en mogelijkheden tot werkplekleren in vergelijking met
een fulltimebaan. Tot slot is verminderde sociale steun van collega’s en de leiding-
gevende een aandachtspunt.
Kennislacune
De onderzoeken die we hebben gevonden zijn allemaal gericht op medewerkers
in het algemeen en op vrouwen. Een kennislacune is onderzoek naar de effecten
van deeltijdwerk op de vier A’s specifiek voor mensen met een chronische ziekte of
beperking.
2.3.3
Intern kwantitatief: Flexibele werktijden betekent dat de werktijden van de werknemer ofwel afwijken
flexibele werktijden van de standaard (9-5) ofwel naar eigen inzicht in te plannen zijn door de werk-
nemer.
Het literatuuronderzoek (zie tabel 6) laat zien dat flexibele werktijden voor de werk-
nemer kunnen leiden tot minder fouten in de uitvoering van het werk, een hogere
werkkwaliteit en minder absenteïsme. De verklaring die hiervoor wordt gegeven is
dat werknemers meer autonomie hebben in het indelen van hun werktijd (zodat het
22
beter bij hun situatie past). Zo dragen flexibele werktijden ook bij aan het beter kun-
nen plannen van werk en vrije tijd.
Daarnaast kunnen flexibele werktijden bijdragen aan meer persoonlijke ontwikke-
ling en leermogelijkheden. Een verklaring is dat de autonomie in het bepalen van de
werktijd in combinatie met hoge werkeisen (uitdagend werk) leidt tot zogenaamd
‘actief werk’, waarin werknemers kunnen groeien. Werknemers met flexibele werktij-
den blijken ook een hogere arbeidssatisfactie te hebben.
Als de flexibele werktijden met zich meebrengen dat werknemers buiten kantoortij-
den moeten werken, kan dit een toeslag met zich meebrengen en zo leiden tot meer
salaris. Aan de andere kant blijkt uit onderzoek dat flexibele werktijden vaak worden
gecombineerd met deeltijdwerk en daarin bestaat juist een negatief effect op de
loongroei over de tijd (zie ook de paragraaf over deeltijdwerk).
Qua arbeidsverhoudingen blijkt uit onderzoek dat flexibele werktijden ook leiden tot
een verbeterde samenwerking met collega’s en de relatie met de leidinggevende.
Dat wordt verklaard door de eerdere redenatie dat het het werk ‘actiever’ maakt,
waardoor werknemers zelf meer verantwoordelijkheid nemen, meer betrokken zijn
en gemotiveerder zijn.
Tabel 6 Effect van flexibele werktijden op de vier A’s
2.3.4
Praktijkvoorbeelden We hebben in de literatuur geen specifieke praktijkvoorbeelden van flexibele
flexibele werktijden werktijden voor mensen met een chronische ziekte of beperking gevonden. Wel
werden er in de OT-groepen voorbeelden gegeven en zijn we in de literatuur aan-
bevelingen op dit vlak tegengekomen voor de praktijk. De voorbeelden dienen om
te laten zien hoe flexibele werktijden kunnen worden toegepast. Iedere praktijksitu-
atie zal uniek zijn. De voorbeelden zullen in de meeste gevallen niet een-op-een
overgenomen kunnen worden, maar dienen ter illustratie en inspiratie. Ook is het
langetermijn effect van de oplossing in de voorbeelden niet onderzocht. De uitwer-
king op de lange termijn/houdbaarheid van de oplossing is dus niet bekend.
Arbeidsinhoud Arbeidsomstandigheden
• Minder fouten in uitvoering werk (Kauffeld, 2004)• Meer persoonlijke verantwoordelijkheid (en daardoor
hogere motivatie) (Kauffeld, 2004)• Meer autonomie (Kauffeld, 2004) • Meer leermogelijkheden in het werk (Kauffeld, 2004)
• Toegenomen arbeidssatisfactie (Kauffeld, 2004)
Arbeidsvoorwaarden Arbeidsverhoudingen
• Betere planning voor werk en vrije tijd (Kauffeld, 2004)• Extra salaris (Kümmerling, 2007)• Negatief effect op loongroei over de tijd (Glass, 2004)
• Betere samenwerking met collega’s (Kauffeld, 2004)• Verbeterde relatie met leidinggevende (Kauffeld, 2004)
23
“Op het gebied van flexibele werktijden wordt door een arbeidsdeskundige het voorbeeld gegeven van een
werknemer in de bouw. De werknemers starten gezamenlijk met werkoverleg vroeg in de ochtend. Deze
persoon redde de gezamenlijke start regelmatig niet door de persoonlijke verzorging benodigd door ontlas-
tingsproblemen. Uiteindelijk is deze persoon klussen gaan doen die zelfstandig uit te voeren waren, zodat
hij ‘s ochtends tijd had voor zijn persoonlijke verzorging, waarna hij aan het werk kon gaan.”
Bron: Arbeidsdeskundige OT-groep
“Reumatoïde artritis (RA) beïnvloedt veel in je leven. De meeste last ondervinden mensen met RA in hun
lichaam; met reuma komt ongemak (zoals bijvoorbeeld ochtendstijfheid), pijn en schade aan de gewrich-
ten. Ook op andere gebieden komen veranderingen voor. Te denken valt aan de omgang met reuma en
hoe deze ziekte effect heeft op je omgeving – op je familie en vrienden – én op het werk dat je doet.
Veel mensen met reuma willen graag blijven werken. Arbeidsgerelateerde interventies zijn maatregelen
voor oplossingen die zich richten op werk. Vaak zijn het interventies om de belasting die ontstaat door je
werk te verlagen. Juist factoren die met werk te maken hebben, kunnen goed aangepast worden zoals de
werkinhoud, werktaak of werkuitvoering. Een voorbeeld is de verandering van werktijden. Dit geeft meer
rust en regelmaat. Wat zou kunnen bijdragen is bijvoorbeeld alleen overdag werken of later beginnen als
dat nodig is door de ochtendstijfheid.”
Bron: Reuma Nederland, Reuma en behoud van werk: Richtlijn voor de patiënt
Op 19-jarige leeftijd loopt Luuk, op dat moment werkzaam als verhuizer, hersenletsel op bij een verkeers-
ongeval. Na een revalidatieperiode blijkt dat hij zijn eigen werk niet meer zelfstandig kan doen wegens
beperkingen op het gebied van persoonlijk en sociaal functioneren. Ook ervaart hij energetische beperkin-
gen (urenbeperking dertig uur per week). Fysiek ervaart hij verder geen beperkingen.
Er wordt een re-integratiebureau ingezet en Luuk vindt vast werk als loodsmedewerker voor gemiddeld
dertig uur per week bij een transportbedrijf op Schiphol. Zijn taken zijn het besturen van een heftruck,
orderpicken en goederen controleren en klaarzetten. In de winter begint hij iets later, zodat hij niet in het
donker hoeft te rijden.
Omdat Luuk het moeilijk vindt om met veranderingen om te gaan en om informatie en prikkels te ver-
werken, wordt via UWV een jobcoach ingeschakeld. De jobcoach leert de collega’s om te gaan met de
specifieke kenmerken van Luuks letsel. Ook helpt zij Luuk met het oplossen van problemen, zowel op het
gebied van werk als privé.
De maximale termijn dat de coach door UWV vergoed wordt, is verstreken. De coach blijkt onmisbaar voor
Luuk en wordt nu vergoed door de letselschadeverzekeraar. Luuk heeft afgebakende taken. Als er iets
verandert, heeft de jobcoach hier extra aandacht voor en helpt hem de taken eigen te maken. Ook intern
heeft Luuk een vast aanspreekpunt bij wie hij terecht kan met vragen.
Vanwege zijn energetische beperkingen spreidt Luuk zijn vakantiedagen over het jaar, zodat hij periodiek
een bijtankperiode heeft. In december en in het late voorjaar heeft hij steevast een dip. Dan plant hij een
wat langere vakantie. Dit blijkt echter niet genoeg. In deze periodes neemt hij daarom twee keer twee
weken onbetaald verlof op.
Bron: Arbeidsdeskundige/lid van de begeleidingscommissie van dit onderzoek
24
Conclusie flexibele werktijden
Het werken op flexibele werktijden kan mensen met een chronische ziekte of be-
perking de vrijheid bieden om de werkdag zo in te delen dat het beter past bij hun
belastbaarheid.
Het literatuuronderzoek laat zien dat flexibele werktijden voor de werknemer inder-
daad kunnen leiden tot een verbeterde werk-privéafstemming. Daarnaast kan het
werk positieve effecten met zich meebrengen: meer ‘actief’ werk door de combinatie
van autonomie en uitdagende taken, meer persoonlijke verantwoordelijkheid (en
daardoor een hogere motivatie) en meer leermogelijkheden. Ook de arbeidsrelaties
kunnen erdoor verbeteren: een betere samenwerking met collega’s en een positie-
vere relatie met de leidinggevende. Ook blijkt dat flexibele werktijden kunnen leiden
tot extra salaris, maar dat heeft vooral te maken met onregelmatigheidstoeslagen
en overwerk, wat niet per se positief is voor de belastbaarheid van de medewerker.
Flexibele werktijden kunnen ook een negatief effect hebben op de loongroei over de
tijd, omdat het vaak wordt gecombineerd met deeltijdwerk.
Kennislacune
De onderzoeken die we hebben gevonden zijn allemaal gericht op medewerkers in
het algemeen. Een kennislacune is onderzoek naar de effecten van flexibele werk-
tijden op de vier A’s specifiek voor mensen met een chronische ziekte of beperking.
Bovendien zijn er geen praktijkvoorbeelden van flexibele werktijden voor mensen
met een chronische ziekte of beperking.
2.3.5
Intern kwalitatief: Bij brede inzetbaarheid gaat het om variatie in benodigde competenties. De vaste
brede inzetbaarheid werknemers worden bij brede inzetbaarheid ingezet op verschillende taken. Dit kan
per dag of per week verschillend zijn door wisselingen in de vraag naar specifieke
producten en diensten, of bijvoorbeeld per project.
Het literatuuronderzoek (zie tabel 7) laat zien dat de effecten variëren per invul-
ling van brede inzetbaarheid. Brede inzetbaarheid kan voor de werknemer leiden
tot ontwikkelmogelijkheden en werkplekleren. Dit wordt verklaard door het feit dat
werknemers meer taakvariatie hebben. De variatie in taken moet wel dusdanig
zijn dat er andere/nieuwe vaardigheden voor nodig zijn. Anders leidt het alsnog
niet tot ontwikkeling. Bij het inzetten van werknemers op meerdere, dezelfde soort
taken blijkt er juist een gebrek aan variatie in het werk te ontstaan. Ook kan brede
inzetbaarheid tot verhoogde autonomie in het bepalen van de werkvolgorde leiden,
omdat er simpelweg meer taken zijn om tussen af te wisselen. Beslisbevoegdheden
worden bij het uitvoeren van de taken bij de werknemer/het team neergelegd.
Brede inzetbaarheid kan leiden tot een variatie in de fysieke belasting van werkne-
mers. In dat geval kan de fysieke belasting verlaagd worden (of evenwichtiger wor-
den verdeeld). Dit geldt ook voor mentale belasting. Maar als er geen sprake is van
variatie in de fysieke belasting, kan het juist leiden tot een verhoogde fysieke belas-
ting. Als een werknemer bijvoorbeeld op verschillende werkplekken ingezet wordt,
maar die zijn allemaal belastend voor de rug, draagt brede inzetbaarheid niet bij aan
25
het optimaliseren van de fysieke belasting. Als de belasting van de rug bijvoorbeeld
wordt afgewisseld met belasting van de benen, kan het wel positief bijdragen.
Brede inzetbaarheid kan daarnaast leiden tot gelijkwaardige vaardigheid van werk-
nemers, omdat alle werknemers in het team alle taken moeten kunnen uitvoeren.
Om werknemers breed inzetbaar te krijgen, is een veelzijdige opleiding nodig en
vaak training in taken die buiten de taakomschrijving vallen. Aan de andere kant kan
brede inzetbaarheid tot gevolg hebben dat werknemers een gebrek aan taakkennis
binnen hun functiebeschrijving hebben, omdat ze nergens meer specialist in zijn.
Op het vlak van arbeidsverhoudingen hebben we geen onderzoeken gevonden over
het effect van brede inzetbaarheid.
Tabel 7 Effect van brede inzetbaarheid op de vier A’s
2.3.6
Praktijkvoorbeelden We zijn diverse praktijkvoorbeelden van brede inzetbaarheid tegengekomen, maar
brede inzetbaarheid niet altijd specifiek gericht op mensen met een chronische ziekte of beperking. Daar
waar het gericht is op het verminderen van de fysieke belasting, hebben we de voor-
beelden toch opgenomen omdat deze informatie bieden waar arbeidsdeskundigen
wat aan zouden kunnen hebben in hun werkpraktijk.
BMA Ergonomics: “Lang op één plek werken kan saai zijn en zorgt voor een eenzijdige belasting. De door-
stroom is laag en werknemers zullen waarschijnlijk nog een tijd bij BMA blijven werken. Om toekomstige
problemen met het ouder wordende personeelsbestand te voorkomen, wordt ingezet op taakverbreding
en taakroulatie. Om taakroulatie te stimuleren heeft BMA een certificatensysteem ontwikkeld. Werknemers
worden gestimuleerd om op verschillende werkstations te werken: binnen de eigen afdeling, maar ook op
andere afdelingen. Ook zonder certificaat mag je soms op bepaalde stations staan om collega’s te ontlasten,
maar voor elk gehaald certificaat word je wel financieel beloond. ‘Die financiële prikkel is voor sommige
werknemers wel belangrijk, maar uiteindelijk is vooral de afwisseling leuk’, aldus medewerkster Gaby Satink.
>>
Arbeidsinhoud Arbeidsomstandigheden
• Ontwikkelingsmogelijkheden/werkplekleren (Burke, 2000; Creager, 2007)
• Meer taakvariatie (de Oliveira Sato, 2009)• Gebrek aan variatie in projecten/opdrachten (Leider, 2015)• Autonomie (Leider, 2005)• Beslisbevoegdheid werknemer/team (Leider, 2015)
• Variabiliteit in fysieke belasting (de Oliveira Sato, 2009)• Fysieke/mentale belasting lager of hoger, afhankelijk van
welke taken worden afgewisseld (Kuijer, 2004; Leider, 2015)
Arbeidsvoorwaarden Arbeidsverhoudingen
• Gelijkwaardige vaardigheid van werknemers (Leider, 2015)• Veelzijdige opleiding (Leider, 2015)• Training in taken die buiten taakomschrijving vallen (Leider,
2015)• Gebrek aan taakkennis binnen functiebeschrijving (Leider,
2015)
26
Bij de assemblage wordt er vier keer per dag gerouleerd vanwege de variatie in fysieke belasting, bij de
stoffering wordt er vooral gerouleerd voor variatie en certificering gebaseerd op de moeilijkheidsgraad. Zo
werkt Gaby momenteel drie dagen op de stoffeerafdeling, maar ook twee dagen op de eindmontage. Ze is
blij dat ze deze vrijheid heeft, want ze heeft nu leuk en afwisselend werk en collega’s die elkaar (kunnen)
helpen. Gaby is enthousiast en gaat voor nog meer certificaten. ‘Maar het is niet makkelijk, want je moet
de nieuwe taak wel netjes en snel kunnen doen’.”
Bron: Gebalanceerde flexibiliteit, Verbiest e.a. (2015)
Conclusie brede inzetbaarheid
Brede inzetbaarheid kan de baan passender maken bij de belastbaarheid van mensen
met een chronische ziekte of beperking. Het literatuuronderzoek laat zien dat brede
inzetbaarheid inderdaad positieve effecten kan hebben op de belasting van mede-
werkers: het kan leiden tot een optimalere fysieke en/of mentale belasting, afhan-
kelijk van welke taken worden afgewisseld. Voor de werknemer kan het daarnaast
positieve effecten hebben voor de ontwikkeling: meer ontwikkelingsmogelijkheden/
werkplekleren door variatie in het werk en veelzijdige opleiding en training in taken
die buiten de vaste taakomschrijving vallen. Daarnaast kan het medewerkers meer
beslisbevoegdheden en meer autonomie bieden in het uitvoeren van hun werk.
Brede inzetbaarheid kan echter ook een negatieve invloed hebben op de fysieke be-
lasting en juist een gebrek aan variatie in projecten/opdrachten teweegbrengen. Dat
komt omdat brede inzetbaarheid afhankelijk is van welke taken medewerkers precies
afwisselen. Als het allemaal dezelfde typen taken zijn met dezelfde belasting en
waarvoor dezelfde vaardigheden nodig zijn, leidt het niet tot optimalere belasting en
meer variatie. Daarnaast blijkt dat brede inzetbaarheid kan leiden tot een gebrek aan
taakkennis binnen de functiebeschrijving; als iemand te breed wordt ingezet, weet
deze persoon weinig van heel veel en specialiseert hij zich niet. Dit kan gevolgen
hebben voor de ‘waarde’ van de persoon op de arbeidsmarkt.
Kennislacune
De onderzoeken die we hebben gevonden, zijn gericht op medewerkers in het alge-
meen en op medewerkers met fysieke klachten of aandoeningen. Een kennislacune
is onderzoek naar het effect op de arbeidsverhoudingen. Ook is er geen breed onder-
zoek gedaan naar de effecten op mensen met een chronische ziekte of beperking.
Bovendien zijn er geen praktijkvoorbeelden van brede inzetbaarheid voor mensen
met een chronische ziekte of beperking.
2.3.7
Intern kwalitatief: Bij flexibele locaties kunnen werknemers het werk uitvoeren op andere locaties naast
flexibele locaties de standplaats van hun organisatie. Het overgrote deel van het onderzoek richt zich
op thuiswerken als flexibele locatie om het werk uit te voeren. Veel onderzoek richt
zich op de mogelijkheid tot thuiswerken voor mensen die terugkeren naar werk of
die een bepaalde aandoening hebben. Er worden soms tegenstrijdige resultaten
gevonden (zie tabel 8). De verklaring die hiervoor wordt gegeven, is dat de beste
27
oplossing niet vast staat, maar dat deze grotendeels tot stand komt door de concrete
afspraken die worden gemaakt en de interactie tussen de betrokken partijen. Ook
bestaat er een verschil tussen:
■ af en toe thuiswerken naast werken op de vaste standplaats;
■ banen die volledig vanuit huis kunnen worden verricht.
De effecten zijn dan ook afhankelijk van hoe het thuiswerken exact wordt vorm-
gegeven.
Af en toe thuiswerken naast de vaste standplaats
Het literatuuronderzoek laat zien dat het werken op flexibele locaties, met name
thuis, kan leiden tot een ervaren hogere werkdruk door meer druk en verwachtingen
van de leidinggevende en collega’s, door continu de toegang tot en beschikbaar-
heid voor werk met behulp van ict-middelen. ‘Thuiswerkers’ werken ook vaker over,
doordat het lastiger is om grenzen in het werk te stellen.
Aan de andere kant kunnen mensen die werken op flexibele locaties juist minder
stress, minder uitputting en een betere werk-privébalans ervaren, doordat ze hun
werktijden en -locatie flexibeler kunnen aanpassen aan hun persoonlijke voorkeur en
rollen. Ook kan thuiswerken meer ervaren ‘flow’ in het werk opleveren, omdat werk-
nemers ongestoord geconcentreerd kunnen werken. Daarnaast blijkt dat thuiswerken
samenhangt met meer autonomie en taakvariatie. Dit kan echter verklaard worden,
doordat medewerkers die werken op flexibele locaties vaker een hogere opleiding en
leidinggevende functie hebben. Dit verklaart ook waarom het vaker gaat om kennis-
of informatie-gebaseerd werk.
Werken vanuit huis kan ook een betere werkomgeving met zich meebrengen,
bijvoorbeeld omdat het thuis rustiger is. Aan de andere kant kan thuis een minder
geschikte ergonomische werkomgeving zijn, omdat de werknemer bijvoorbeeld geen
goede bureaustoel heeft of een goed bureau om aan te werken.
Thuiswerkers ervaren meer steun van hun managers, maar waardoor dat komt is
onduidelijk. Het kan zijn dat managers die meer steun geven eerder het werken op
flexibele locaties toestaan.
Volledig vanuit huis werken
Werk dat volledig vanuit huis gedaan kan worden, blijkt vaker precair werk met lage
baanzekerheid. Het gaat hierbij dus niet over af en toe thuiswerken. Aan de andere
kant kan deze vorm van thuiswerken juist leiden tot toegenomen kansen op werk
voor mensen die bijvoorbeeld niet goed kunnen reizen, niet op vaste tijden kunnen
werken of niet de hele dag achtereen op een werklocatie kunnen werken. Werken
vanuit huis vermindert immers de reistijd en verhoogt de flexibiliteit in het indelen
van de werktijd. Omdat werknemers vanuit huis werken, worden er tevens minder
eisen gesteld aan de representativiteit van de werknemer (hoe hij of zij eruitziet).
Omdat de leidinggevende de werknemer zal moeten beoordelen op de kwaliteit/
kwantiteit van het geleverde werk, kan het thuiswerken bijdragen aan het wegne-
men van een ‘bias’ bij de werkgever om mensen te beoordelen op andere factoren.
28
Juist de flexibiliteit kan – zoals eerder genoemd – een betere werk-privébalans op-
leveren, maar het kan er ook voor zorgen dat er meer conflict tussen werk en privé
wordt ervaren.
Werk en thuis lopen immers gemakkelijker door elkaar heen, omdat het op dezelfde
locatie plaatsvindt en er op elk moment van de dag thuisgewerkt kan worden (of
juist privézaken kunnen worden gedaan). Sommige thuiswerkers werken (meer)
overuren en hebben minder vrije tijd. Werknemers hebben daarnaast wel een hoog
niveau van zelfdiscipline en motivatie nodig om hun werk thuis uit te voeren.
Tabel 8 Effect van flexibele locaties op de vier A’s
Arbeidsinhoud Arbeidsomstandigheden
• Toegenomen werkstress/werkdruk (Di Martino, 2001; Rus-sell, 2009; Kraan, 2014)
• Afgenomen werkstress/werkdruk (Di Martino, 2001; Biron, 2016)
• Meer precair werk (Di Martino, 2001)• Meer ervaren ‘flow’ in werk (Peters, 2010)• Meer controle/autonomie (Di Martino, 2001; Bricout, 2004;
Hornung, 2009; Peters, 2009; Kraan, 2014; Chen, 2015; Gajendran, 2015; Biron, 2016)
• Meer taakvariatie (Kraan, 2014)• Meer kennis- of informatie-gebaseerd werk (Bricout, 2004)• Verminderde eisen aan representativiteit (Bricout, 2004)
• Betere werkomgeving (Di Martino, 2001)• Minder geschikte (ergonomische) werk omgeving (Di
Martino, 2001; Kraan, 2014)• Minder uitputting (Peters, 2010)
Arbeidsvoorwaarden Arbeidsverhoudingen
• Verminderde werkzekerheid (Di Martino, 2001)• Toegenomen kansen op werk (Di Martino, 2001)• Betere toegankelijkheid naar werk voor mensen met
handicap (Bricout, 2004; Biron, 2016)• Minder reistijd (wat kosten en stress vermindert) (Di
Martino, 2001)• Meer flexibiliteit (Bricout, 2004; Biron, 2016)• Betere balans tussen werk en privé (Di Martino, 2001; Hor-
nung, 2009; Peters, 2009; Morganson, 2010; Kraan, 2014)• Hogere ervaren werk-privéconflict (Russell, 2009; DiMar-
tino, 2001) • Afname vrije tijd (Di Martino, 2001)• Meer overuren (Kraan, 2014)• Noodzaak van hoge niveaus van zelfdiscipline en motivatie
(Bricout, 2004; Biron, 2016)• Risico op verlies van ontwikkeling in kwaliteiten (Di Mar-
tino, 2001)• Minder ondersteuning voor persoonlijke ontwikkeling (Di
Martino, 2001)• Verminderde financiële groeimogelijkheden (Glass, 2004)• Mogelijkheden voor loopbaanleren en groei (Bricout, 2004)• Verhoogde kwalificatie (Di Martino, 2001)• Meer onafhankelijkheid (Di Martino, 2001)
• Ondersteunende managers (Kraan, 2014)• Minder bias van werkgever (Bricout, 2004)• Groter gemeenschapsgevoel (Bricout, 2004) • Isolatie/veranderd contact met collega’s
(Di Martino, 2001; Bricout, 2004; Morganson, 2010; Arora, 2013; Kraan, 2014; Biron, 2016)
29
Er bestaat een risico op verlies van ontwikkeling van kwaliteiten bij de werkne-
mer als het gaat om de uitvoering van simpele taken vanuit huis door mensen die
geen ander werk kunnen krijgen (bijvoorbeeld door een aandoening). Ook biedt de
werkgever thuiswerkers vaak minder ondersteuning in hun persoonlijke ontwikke-
ling. Thuiswerken kan financiële groeimogelijkheden daarnaast negatief beïnvloeden.
Aan de andere kant laat onderzoek zien dat het ook mogelijkheden kan bieden
voor loopbaanleren en groei, doordat er überhaupt sprake is van werk. Dit kan ook
de kwalificaties van werknemers doen toenemen. Het verhoogt daarmee ook de
onafhankelijkheid van de persoon. Aan de ene kant blijkt thuiswerken bij te dragen
aan een groter gemeenschapsgevoel, omdat mensen meedoen op de arbeidsmarkt.
Aan de andere kant hebben ze minder binding met het bedrijf door een verminderde
relatie met collega’s. Dit kan leiden tot isolatie.
2.3.8
Praktijkvoorbeelden We zijn diverse praktijkvoorbeelden van werken op flexibele locaties voor mensen
flexibele locaties met een chronische ziekte of beperking tegengekomen. Deze gaan allemaal over de
mogelijkheid om thuis te werken. Hierbij is een sterke samenhang te zien met het
flexibel inrichten van de werktijden. De voorbeelden dienen om te laten zien hoe
werken op flexibele locaties kan worden toegepast. Iedere praktijksituatie zal uniek
zijn. De voorbeelden zullen in de meeste gevallen niet een-op-een overgenomen
kunnen worden, maar dienen ter illustratie en inspiratie. Ook is het langetermijnef-
fect van de oplossing in de voorbeelden niet onderzocht. De uitwerking op de lange
termijn/houdbaarheid van de oplossing is dus niet bekend.
Thuiswerken
In een beroepsopleiding wordt een autistische werknemer opgeleid tot technisch tekenaar: specialistisch
werk. Meerdere pogingen om een werkplek in een bedrijf te vinden mislukken, omdat de werknemer geen
onrust, geluid en bedrijvige mensen kan verdragen. In de meeste bedrijven is dit niet te realiseren. De
nieuwe arbeidsplek van de werknemer wordt daarom bij hem thuis geïnstalleerd. Met subsidie verstrekt
door UWV wordt een computertekensysteem (CAD) op de thuiswerkplek ingericht. Door middel van tele-
communicatie is deze arbeidsplek verbonden met het metaalbedrijf waar hij nu werkt. Eenmaal per week
bezoekt de werknemer het bedrijf om zijn werkzaamheden met collega’s te bespreken.
Bron: https://www.uwv.nl/overuwv/Images/Mogelijkheden_in_het_werk.pdf
30
“Voor volledig thuiswerken geldt dat er beperkt contact is met collega’s en de leidinggevende. Dit werkt
belemmerd, omdat werken ook een sociale factor heeft. Thuiswerken is daarmee een oplossing voor een
beperkte tijd, maar niet voor de lange termijn. Een voorbeeld is een werkneemster die gedurende zes
maanden compleet thuis mag werken als gevolg van haar aandoening. Langer dan zes maanden is echter
een probleem, omdat het contact met de organisatie dan verdwijnt. Dat contact is nodig om het werk goed
uit te kunnen voeren, maar ook vanwege het sociale aspect. Gedeeltelijk thuiswerken kan een succesvolle
oplossing zijn, hoewel in de praktijk blijkt dat – als dit ingegeven wordt door een beperking – dit vaak niet
geaccepteerd wordt door collega’s en leidinggevende(n). Verder zijn bij thuiswerken de arbeidsomstandig-
heden een issue, waaronder een niet ergonomische werkplek en de neiging te lang door te werken.
Bron: Arbeidsdeskundige OT-groep
Op meerdere locaties werken
“In een zorginstelling werkt een locatiemanager die uitvalt met rugklachten. Om haar te behouden voor
de organisatie, mag ze haar uitvoerende taken (het fysieke deel van het takenpakket) delegeren. De con-
sequentie daarvan is dat ze niet aan de uren van haar contract komt. Daarom is besloten haar manage-
menttaken uit te breiden over meerdere locaties. Belangrijk voor het slagen is dat de directe collega’s mee
willen werken aan de oplossing en dat de collega-locatiemanagers in de omgeving bereid zijn om een
deel van hun taken uit te besteden.”
Bron: https://www.uwv.nl/overuwv/Images/Mogelijkheden_in_het_werk.pdf
Onderweg werken
“Een werkneemster van DHL kan door een aandoening haar huidige werk niet meer doen. Er is wel pas-
send werk voor haar aan de andere kant van het land. De reistijd is echter enorm lang. De arbeidsdeskun-
dige komt op het idee om te vragen of er ook wel eens goederen worden vervoerd van de ene vestiging
naar de andere met een busje. Dat blijkt het geval. De vrouw kan ook die goederen vervoeren. Daarmee
krijgt ze een extra passende taak en zo wordt haar reistijd werktijd.
Bron: Arbeidsdeskundige OT-groep
Conclusie flexibele locaties
Flexibele locaties kunnen de baan passender maken bij de belastbaarheid van men-
sen met een chronische ziekte of beperking. De meeste onderzoeken hebben betrek-
king op de mogelijkheid tot thuiswerken. Uit het literatuuronderzoek blijkt dat thuis-
werken de werk-privébalans kan verbeteren door minder reistijd en meer flexibiliteit.
Medewerkers kunnen een werkomgeving kiezen die beter bij hen past. Ze ervaren
meer autonomie, een toegenomen gevoel van controle over de werk(omgeving) en
meer onafhankelijkheid. Daarnaast blijkt het werkstress/werkdruk te kunnen vermin-
deren, te kunnen leiden tot minder uitputting, meer taakvariatie en meer ervaren
31
‘flow’ in werk. Ook blijkt dat medewerkers die de mogelijkheid hebben om elders te
werken meer steun van hun manager ervaren. Maar het kan zijn dat ondersteunende
managers juist de mogelijkheid bieden om bijvoorbeeld thuis te werken en niet dat
het thuiswerken zelf tot meer steun leidt. Tot slot blijkt uit onderzoek dat het kunnen
thuiswerken de kans op een baan doet toenemen. Daarmee kan het bijdragen aan
een groter gemeenschapsgevoel, omdat mensen mee kunnen doen in het arbeids-
proces.
Thuiswerken kan (wanneer het onzorgvuldig wordt ingevoerd) echter ook leiden tot
meer beperkingen in het privéleven, een overlap tussen werktijd en vrije tijd, onder-
brekingen in het werk en een afname van vrije tijd. Middelen van het vaste kantoor
zijn veelal niet beschikbaar en er is vaak sprake van een minder geschikte (ergono-
mische) werkomgeving. Het kan de werkstress doen toenemen, het vereist hoge
niveaus van zelfdiscipline en motivatie en bij collega’s kan het vermoeden bestaan
dat er onvoldoende gewerkt wordt tijdens het thuiswerken. Daarnaast kan het leiden
tot isolatie en verminderd contact met collega’s. Verder kan thuiswerken leiden tot
minder ondersteuning voor de persoonlijke ontwikkeling, verminderde financiële
groeimogelijkheden en minder werkzekerheid. Tot slot komt de mogelijkheid tot
thuiswerken vaker voor bij precair werk.
Kennislacune
De onderzoeken die we hebben gevonden, richten zich veelal op thuiswerken, op
medewerkers in het algemeen, maar juist ook – zoals bij de andere typen flexibele
arbeid niet het geval was – op mensen met een chronische ziekte of beperking. Een
kennislacune heeft betrekking op praktijkvoorbeelden die laten zien hoe het proces
van implementatie van thuiswerken voor mensen met een chronische ziekte of
beperking is verlopen en wat de effecten waren op de lange termijn.
32
3 Toepasbaarheid kennis en kennislacunes
3.1
Inleiding Het onderzoek geeft een overzicht van de voor- en nadelen van flexibele arbeid,
maar maakt dit nog niet direct in de praktijk toepasbaar. Naast de geopperde manie-
ren om de kennis te dissemineren (zie bijlage A, paragraaf A3.2) is daarom ook een
opzet voor een keuzetool Flex en Arbeid ontwikkeld. De keuzetool maakt de inzichten
uit dit onderzoek gemakkelijk toegankelijk voor arbeidsdeskundigen bij het adviseren
in re-integratiesituaties. De keuzetool kan arbeidsdeskundigen stap voor stap inzicht
bieden in welke belemmerende en bevorderende factoren per type arbeidsflexibili-
teit invloed hebben op arbeidsinhoud, arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden
en arbeidsverhoudingen. Dit helpt hen om gestructureerd in kaart te brengen wat
de mogelijkheden en beperkingen zijn voor de inzet van arbeidsflexibiliteit voor een
cliënt, waardoor ze hier indien mogelijk op kunnen interveniëren.
De informatie in de keuzetool wordt gepresenteerd naar de invloed op arbeidsinhoud,
arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen. Het AKC heeft
het functioneel ontwerp van de keuzetool omgezet in een online keuzetool.
Deze Keuzetool-Arbeidsflexibiliteit is te vinden/downloaden via
www.arbeidsdeskundigen.nl/akc/keuzetool.
3.2
Kennisvragen voor In deze paragraaf vatten we de kennislacunes die zijn geconstateerd in fase 1 en de
vervolgonderzoek door de arbeidsdeskundigen aangegeven kennisvragen in fase 2 samen. Deze vragen
worden niet in dit onderzoek beantwoord, maar kunnen worden meegenomen in
eventueel vervolgonderzoek.
Allereerst hebben we door het literatuuronderzoek geleerd dat de effecten van
flexibele arbeid voor de doelgroep van werknemers met een chronische ziekte of be-
perking nauwelijks is onderzocht. Vervolgonderzoek is dan ook nodig om de effecten
in kaart te brengen.
■ Voor specifieke typen flexibele contracten bestaan veel aandachtspunten. Wat dit
betekent voor mensen met een chronische ziekte of beperking die met derge-
lijke flexibele contracten te maken zouden krijgen, zou nader onderzocht moeten
worden.
■ Onderzoek naar gewenste ondersteuning voor zelfstandig ondernemers met een
chronische ziekte of beperking is zeer schaars. Er is dus maar weinig informatie
beschikbaar over de soorten initiatieven die succesvol zijn, voor wie, hoe en
waarom.
■ Er is nog geen onderzoek gedaan naar het effect van uitbesteden en inbesteden
op de vier A’s. Een voorbeeld dat relevant kan zijn voor de doelgroep is het bin-
nenhalen van werk door SW-bedrijven. Het is een optie om onderzoek te doen
33
naar deze specifieke vorm van flexibele arbeid en de effecten daarvan op de vier
A’s voor mensen met een beperking.
■ Er is nog geen onderzoek gedaan naar de effecten van deeltijdwerk, flexibele
werktijden en brede inzetbaarheid op de vier A’s, specifiek voor mensen met een
chronische ziekte of beperking. Dit terwijl het vaak een interessante optie is voor
de praktijk.
Daarnaast zijn er weinig praktijkvoorbeelden gepubliceerd over flexibele arbeid voor
mensen met een chronische ziekte of beperking en het effect hiervan, terwijl diverse
arbeidsdeskundigen aangeven hier wel behoefte aan het te hebben. Er is met name
behoefte aan praktijkvoorbeelden die laten zien hoe het proces van implementatie
van interne flexibele arbeid voor mensen met een chronische ziekte of beperking is
verlopen en wat de effecten waren op de lange termijn. Verschillende arbeidsdes-
kundigen geven de behoefte aan kennis over de duurzaamheid van deze adviezen
aan. Vragen op dit gebied zijn:
■ Wat zijn de effecten van flexibele arbeid op de lange termijn?
■ Hoe lang is flexibiliteit houdbaar voor een werknemer?
■ Als het bedrijf verandert, wil en kan het bedrijf dan nog steeds flexibiliteit aanbie-
den?
■ Stel dat de beperking hetzelfde blijft terwijl de organisatie verandert, hoe zorg je
er dan voor dat de adviezen beklijven?
34
Referenties
Anonymous (2007). Part-time work in European companies. Luxembourg: Office for Official Publications of the
European Communities.
Arora SA. Does workplace isolation matter? Examining the impact of workplace isolation on telecommu-
ter work engagement. Dissertation Abstracts International: Section B: The Sciences and Engineering
2013;74(4-B(E):Sefe
Augustsson G. Temporary and regular workers fulfill their tasks side-by-side, but in different learning conditions.
Journal of Workplace Learning 2014;26(2):79-90
Bartoll X, Cortes I, Artazcoz L. Full- and part-time work: Gender and welfare-type differences in European
working conditions, job satisfaction, health status, and psychosocial issues. Scand.J.Work Environ.Health
2014;40(4):370-379
Beal B. Clarity needed in training the ‘temps’: Agency staff’s greater risk of work-related disorders. Human Re-
source Management International Digest 2017;25(2):19-21
Benach J, Vives A, Amable M, Vanroelen C, Tarafa G, Muntaner C. Precarious employment: Understanding an
emerging social determinant of health. Annu.Rev.Public Health 2014;35:229-253
Biron M, van Veldhoven M. When control becomes a liability rather than an asset: Comparing home and office
days among part-time teleworkers. J.Organ.Behav. 2016;37(8):1317-1337
Bosmans K, Hardonk S, De Cuyper N, Vanroelen C. Explaining the relation between precarious employment and
mental well-being. A qualitative study among temporary agency workers. Work: Journal of Prevention, As-
sessment & Rehabilitation 2016;53(2):249-264
Bricout JC. Using telework to enhance return to work outcomes for individuals with spinal cord injuries. NeuroRe-
habilitation 2004;19(2):147-159
Briscoe F, Wardell M, Sawyer S. Membership has its privileges? Contracting and access to jobs that accommodate
work-life needs. Industrial and Labor Relations Review 2011;64(2):258-282
Bromet, E. S., & Growick, B. (2001). Telework: A new frontier in vocational Rehabilitation. Journal of Applied
Rehabilitation Counseling, 32(2), 19.
Burke LA, Moore JE. The Reverberating Effects of Job Rotation: A Theoretical Exploration of Nonrotaters’ Fairness
Perceptions. Human Resource Management Review 2000;10(2):127-152
Chambel MJ, Carvalho VS, Cesario F, Lopes S. The work-to-life conflict mediation between job characteristics and
well-being at work: Part-time vs full-time employees. The Career Development International 2017;22(2):142-164
Chen W, McDonald S. Do networked workers have more control? The implications of teamwork, telework, ICTs,
and social capital for job decision latitude. Am.Behav.Sci. 2015;59(4):492-507
Creager PL. Building management bench strength: A qualitative look at a job rotation program. Dissertation
Abstracts International Section A: Humanities and Social Sciences 2007;68(5-A):2041
De Oliveira Sato T & Cote Gil Coury HJ. Evaluation of musculoskeletal health outcomes in the context of job rota-
tion and multifunctional jobs. Appl.Ergon. 2009;40(4):707-712
Di Martino V. The high road to teleworking. ILO Publications, International Labour Office, 1211 Genève 22, Swit-
zerland, 2001.142p.Illus.264 ref. 2001
FNV Jong. (2008). Zwartboek uitzendkrachten : morgen hoef je niet meer terug te komen. FNV Jong.
Foley M, Ruser J, Shor G, Shuford H, Sygnatur E. Contingent workers: Workers’ compensation data analysis strate-
gies and limitations. Am.J.Ind.Med. 2014;57(7):764-775
Gaalen, R. van, Goudswaard, A., Sanders, J. & Smits, W. (2013). Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt: de
focus op flexibilisering. Den Haag: Centraal Bureau voor de statistiek.
35
Gajendran RS, Harrison DA, DelaneyKlinger K. Are telecommuters remotely good citizens? Unpacking telecommu-
ting’s effects on performance via i-deals and job resources. Person.Psychol. 2015;68(2):353-393
Gebel M. Fixed-term contracts at labour market entry in West Germany: Implications for job search and first job
quality. European Sociological Review 2009;25(6):661-675
Glass J. Blessing or curse?: work-family policies and mother’s wage growth over time. Work and occupations;
2004, v.31, n.3, Aug., p.367-394 2004
Goudswaard, A. (2016). Wat u moet weten over flexwerk en stress. Leiden: TNO.
Hornung S, Rousseau DM, Glaser J. Why supervisors make idiosyncratic deals: Antecedents and outcomes of
i-deals from a managerial perspective. J.Manage.Psychol. 2009;24(8):738-764
Kauffeld, S., Jonas, E. & Frey, D. (2004). Effects of a flexible work-time design on employee- and company-related
aims. European journal of work and organizational psychology, 13(1), 79-100.
Kauhanen M, Natti J. Involuntary temporary and part-time work, job quality and well-being at work. Soc.Indica-
tors Res. 2015;120(3):783-799
Kautonen T, Down S, Welter F, Vainio P, Palmroos J, Althoff K, et al. “Involuntary self-employment” as a public po-
licy issue: A cross-country European review. International Journal of Entrepreneurial Behaviour and Research
2010;16(2):112-129
Kirk JJ, Belovics R. A look into the temporary employment industry and its workers. Journal of Employment Coun-
seling 2008;45(3):131-142
Klein Hesselink, J., Verbiest, S. & Goudswaard, A. (2014). Temporary workers. Hoofddorp: TNO. http://oshwiki.
eu/wiki/Temporary_Workers en http://oshwiki.eu/wiki/Telework.
Kraan, K.O. & Blok, M. (2014). Telework. Hoofddorp: TNO.
Kuijer, P. Paul F. M, de Vries, Wiebe H. K, van der Beek, Allard J, van Dieen JH, Visser B, FringsDresen MHW. Effect
of Job Rotation on Work Demands, Workload, and Recovery of Refuse Truck Drivers and Collectors. Hum.
Factors 2004;46(3):437-448
Kuijer, P.P.F.M., Visser, B., Kemper, H.C.G., 1999. Job rotation as a factor in reducing physical workload at a refuse
collecting department. Ergonomics 42 (9),1167e1178.
Kümmerling, A. & Lehndorff, S. (2007). Extended and unusual working hours in European companies: establish-
ment survey onworking time 2004–2005. Loughlinstown: European Foundation for the Improvement of Living
and Working Conditions.
Leider PC, Boschman JS, FringsDresen MHW, van der Molen HF. When is job rotation perceived useful and easy to
use to prevent work-related musculoskeletal complaints? Appl.Ergon. 2015;51:205-210
Lemmergaard J. Questioning the assumption that contingent work arrangements reshape organizations and
relationships. Team Performance Management: An International Journal 2011;17:244-254
MacDermid SM, Lee MD, Buck M, Williams ML. Alternative work arrangements among professionals and mana-
gers: Rethinking career development and success. Journal of Management Development 2001;20(4):305-317
McDonald P, Bradley L, Brown K. ‘Full-time is a given here’: Part-time versus full-time job quality. Br.J.Manage.
2009;20(2):143-157
Morganson VJ, Major DA, Oborn KL, Verive JM, Heelan MP. Comparing telework locations and traditional work
arrangements: Differences in work-life balance support, job satisfaction, and inclusion. J.Manage.Psychol.
2010;25(6):578-595
Parkes KR. Shift schedules on North Sea oil/gas installations: A systematic review of their impact on perfor-
mance, safety and health. Saf.Sci. 2012;50(7):1636-1651
Peters P, den Dulk L, van der Lippe T. The effects of time-spatial flexibility and new working conditions on em-
ployees’ work-life balance: The Dutch case. Community, Work & Family 2009;12(3):279-297
Peters P, Wildenbeest M. Telework as a job resource: A comparison of ‘flow’ and exhaustion among marginal and
substantial teleworkers. Gedrag en Organisatie 2010;23(2):97-117
36
Pott, S. (2002). Contracten voor bepaalde en onbepaalde tijd: een onderzoek naar het vóórkomen van onder-
scheid in arbeidsvoorwaarden tussen werknemers met een tijdelijk en een vast contract. Den Haag: Arbeids-
inspectie.
Ray TK, Kenigsberg TA, PanaCryan R. Employment arrangement, job stress, and health-related quality of life. Saf.
Sci. 2017;100(Part A):46-56
Russell H, O’Connell PJ, McGinnity F. The impact of flexible working arrangements on work-life conflict and work
pressure in Ireland. Gender, Work and Organization 2009;16(1):73-97
Ven, H.A. van de, Putnik, K., Preenen, P.T.Y., Runherd, J., Schous, F.J. & Goudswaard, A. (2016). Werknemers en
werkgevers perspectieven op flexibele arbeid: Trends en stand van zaken. (TNO 2016 R16021). Leiden: TNO.
37
Bijlages
Bijlage A Opzet en uitvoering onderzoek 38
Bijlage B Zoekstrategie 45
Bijlage C Data-extractietabel 47
38
Bijlage A Opzet en uitvoering onderzoek
A.1
Inleiding Dit onderzoek is een verkennend onderzoek naar wat arbeidsdeskundigen met het
fenomeen flexibele arbeid zouden kunnen in hun dagelijks handelen. Het onderzoek
is uitgevoerd in opdracht van het Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC).
In Nederland is veel aandacht voor flexibiliteit in de vorm van flexibele arbeidsrela-
ties en de impact hiervan op werkenden. Het aantal flexibele arbeidsrelaties op de
arbeidsmarkt in Nederland neemt toe. In het derde kwartaal van 2018 bestond de
werkzame beroepsbevolking uit 8,8 miljoen werkenden, waarvan 7,4 miljoen werk-
nemers. Van deze 7,4 miljoen werknemers hebben er meer dan 2 miljoen een flexi-
bel contract (22,7 procent van de werkzame beroepsbevolking). Daarnaast bestaat de
werkzame beroepsbevolking uit ruim 1 miljoen (12,2 procent) zelfstandigen zonder
personeel (zzp’ers) en 378 duizend (4,3 procent) zelfstandigen mét personeel (zie
hiervoor ook www.flexbarometer.nl). Werkgevers verwachten dat het aantal flexibele
contracten gelijk zal blijven of verder zal toenemen (Goudswaard, 2016). Met name
bedrijven die al gebruikmaken van flexibele contracten of externe inhuur zeggen hier
nog verder in te willen groeien (Van der Aa & Viertelhauzen, 2015; Verbiest et al.,
2014).
Arbeidsflexibiliteit gaat echter niet alleen over deze ‘externe flexibiliteit’, maar ook
over de ‘interne flexibiliteit’ zoals brede inzetbaarheid en flexibele werktijden. Flexibi-
lisering heeft invloed op het werk van mensen. Het biedt daarin kansen, maar levert
mogelijk ook risico’s op. De flexibilisering van arbeid is daarom ook relevant voor de
arbeidsdeskundige praktijk. Het kan nieuwe eisen stellen aan de kennis, de instru-
menten, het handelingsrepertoire en de vaardigheden die zij nodig hebben. Het AKC,
dat zich richt op de professionalisering van de arbeidsdeskundige beroepsgroep, heeft
TNO daarom gevraagd onderzoek te doen naar de effecten van arbeidsflexibilisering
op de arbeidsinhoud, arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden en arbeidsver-
houdingen van werkenden en de gevolgen daarvan voor arbeidsdeskundigen in hun
handelingspraktijk. De hoofdvragen van het onderzoek luiden:
1 Wat zijn de effecten van arbeidsflexibilisering op de arbeidsinhoud, arbeids-
verhoudingen, arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden van werkenden?
2 Wat betekent de flexibilisering van arbeid voor de arbeidsdeskundige praktijk
en het arbeidsdeskundig handelen?
Het doel is om kennis aan te reiken aan de praktijk die inzicht biedt in:
1 Hoe de diverse vormen van arbeidsflexibiliteit te herkennen?
2 Wat de invloed hiervan is op de dagelijkse praktijk van de arbeidsdeskundigen:
hoe kunnen zij dit positief toepassen en hoe kunnen zij letten op risico’s van
specifieke vormen van arbeidsflexibiliteit?
39
Het onderzoek richt zich op de beroepsbevolking in het algemeen en specifiek op
mensen met een chronische ziekte of beperking.
A.2
Aanpak Het plan van aanpak kent twee fases:
■ Fase 1 Vertaling van kennis omtrent flexibilisering naar arbeidsdeskundig
perspectief.
■ Fase 2 Vertaling van de resultaten naar concreet arbeidsdeskundig handelen.
Deze fases worden hieronder nader toegelicht.
Binnen het project is in samenspraak met het AKC een begeleidingscommissie gefor-
meerd. Na afronding van fase 1 is een bijeenkomst georganiseerd waar de uitkom-
sten van deze fase zijn besproken en de inzet hiervan in fase 2. Aan het eind van
fase 2, maar voorafgaand aan de afronding van het project, is de laatste bijeenkomst
met de begeleidingscommissie georganiseerd. Tijdens de bijeenkomst zijn de resulta-
ten van fase 2 en een voorstel voor verdere overdracht van kennis gepresenteerd en
bediscussieerd.
A.2.1
Fase 1A Fase 1 is uitgesplitst in fase 1A en fase 1B. In fase 1A is een evidence-based
literatuurstudie uitgevoerd om inzicht te krijgen in de effecten van diverse typen
arbeidsflexibiliteit op arbeid, met name van werknemers met een chronische ziekte
of beperking. De volgende onderzoeksvraag stond centraal in het literatuuronderzoek:
wat betekent arbeidsflexibilisering voor de arbeidsinhoud, arbeidsomstandighe-
den, arbeidsvoorwaarden en arbeidsrelaties (vier A’s) van werknemers? Om dit te
onderzoeken is allereerst een zoekstrategie ontwikkeld om relevante (inter)nationale
publicaties te verkrijgen. De zoekstrategie omvatte woorden en synoniemen van de
verschillende typen flexibele arbeid en de vier A’s (zie bijlage C). Deze zoekstrategie
werd in juni 2018 uitgevoerd in de databases Scopus (inclusief PubMed), Cochrane
Library, PsycInfo, OSH Update en de OECD-database. Door middel van woorden en
synoniemen van de verschillende typen flexibele arbeid werden ook nationale
publicaties gezocht in de interne database met TNO-publicaties. De zoekopdracht was
beperkt tot publicaties met een publicatiedatum van januari 2000 tot juni 2018. Al-
leen publicaties geschreven in het Engels en Nederlands, waarbij we toegang hadden
tot zowel abstract als volledige tekst, zijn meegenomen in het literatuuronderzoek.
De gevonden publicaties werden allereerst gescreend op titel en samenvatting. Wan-
neer deze relevant werden geacht, werd de volledige tekst nagelopen op relevantie.
Om de relevantie van het artikel te bepalen werden de volgende selectiecriteria
gebruikt:
■ Populatie: artikel bespreekt werknemers uit een Westerse maatschappij om resul-
taten te verkrijgen toepasbaar op de Nederlandse arbeidsmarkt.
■ Interventie: artikel bespreekt effect van arbeidsflexibilisering (intern/extern,
kwantitatief/kwalitatief).
■ Uitkomst: effect van arbeidsflexibilisering op en/of arbeidsinhoud, arbeidsomstan-
digheden, arbeidsvoorwaarden, arbeidsverhoudingen.
40
Van de relevante studies werden de relevante data in een data-extractietabel ver-
werkt. Van elke publicatie is de auteur, het jaartal, het land van herkomst, het type
arbeidsflexibiliteit en het type A genoteerd (zie bijlage D).
Door middel van de zoekstrategie zijn 43 relevante publicaties geïncludeerd. We
duiden de resultaten van het literatuuronderzoek aan de hand van de typen arbeids-
flexibiliteit, zoals weergegeven in figuur 1. Deze resultaten geven arbeidsdeskundi-
gen een overzicht van mogelijke positieve of negatieve effecten van flexibele arbeid,
afhankelijk van het individu en diens situatie. Het huidige overzicht kan daardoor
goed als leidraad worden gebruikt om te kijken welke mogelijke gevolgen de inzet
van een vorm van arbeidsflexibiliteit heeft, zodat vóóraf goed kan worden gekeken
of eventuele negatieve effecten zo veel mogelijk voorkomen kunnen worden.
A.2.2
Fase 1B Bovenstaande informatie is aangevuld met practice-based voorbeelden (fase 1B),
waarin de (on)mogelijkheden van het toepassen van arbeidsflexibiliteit worden
geïllustreerd.
In deze fase hebben we praktijkoplossingen verzameld, zodat er voor elk type ar-
beidsflexibiliteit voorbeelden zijn die ofwel de risico’s (negatieve gevolgen tegen-
gaan) ofwel de kansen (positieve effecten benutten) beschrijven. We richtten ons
primair op voorbeelden van arbeidsflexibilisering van mensen met een chronische
ziekte of arbeidsbeperking. De voorbeelden dienen om arbeidsdeskundigen te laten
zien hoe vormen van arbeidsflexibiliteit kunnen worden toegepast. Iedere praktijk-
situatie is uniek, dus de voorbeelden zullen in de meeste gevallen niet een-op-een
overgenomen kunnen worden. Ze dienen dus ter illustratie en inspiratie.
Voor het vinden van de voorbeelden hebben we gebruikgemaakt van een literatuur-
en internetscan. Daarnaast is er geput uit eigen kennis en contacten. TNO heeft in
diverse projecten aanpakken en interventies ontwikkeld om arbeidsrisico’s (voor flex-
werkers) te beperken. Ook zijn voorbeelden gevraagd aan de leden van de begelei-
dingscommissie en de bezochte OT-groepen. Tot slot hebben we contact opgenomen
met de patiëntenfederatie ‘Ieder(In)’ voor aanvullende voorbeelden.
A.2.3
Fase 2 Het doel van fase 2 was om inzicht te krijgen in wat de verkregen kennis betekent
voor de arbeidsdeskundige praktijk. Daarnaast wilden we in deze fase voorstellen voor
verdere overdracht van de kennis en kennisvragen voor vervolgonderzoek verkrijgen.
Daarom hebben we twee focusgroepen georganiseerd met arbeidsdeskundigen,
waarin we hebben gestreefd naar een vertegenwoordig van arbeidsdeskundigen met
een publiekrechtelijke taak (zoals UWV en gemeenten), arbeidsdeskundigen die zich
richten op begeleiding en toeleiding (zoals arbodiensten en re-integratiediensten) en
arbeidsdeskundigen bij particuliere verzekeraars. De deelnemende arbeidsdeskundi-
gen zijn geworven via de gezamenlijke nieuwsbrief van de NVvA en het AKC.
Tijdens de focusgroepen hebben we allereerst de ontwikkelingen en de context van
41
arbeidsflexibilisering aan de deelnemers gepresenteerd. Daarna zijn we ingegaan op
de verkregen resultaten van fase 1A en 1B en zijn we met de arbeidsdeskundigen in
gesprek gegaan over wat dit betekent voor de arbeidsdeskundige praktijk. Daarnaast
hebben we besproken wat voor hen de meest bruikbare vormen en kanalen zijn om
de verkregen kennis uit dit onderzoek in hun werk over te kunnen dragen en te kun-
nen toepassen. We hebben de arbeidsdeskundigen voorbeelden voorgelegd – waar-
onder een folder of factsheets – waarin de ontwikkelingen, risico’s en de kansen van
arbeidsflexibilisering worden geschetst aan de hand van het schema en de gevolgen
hiervan voor de arbeidsdeskundige praktijk. Daarnaast zijn de opties korte video en
webinar genoemd als optie om de gevonden goede praktijken in beeld te brengen
en via sociale media te delen. Tot slot hebben we de deelnemers gevraagd welke
kennisvragen zij nog hebben voor vervolgonderzoek.
A.3
Resultaten: Fase 2 In deze paragraaf beschrijven we de onderzoeksresultaten van fase 2. Allereerst
geven we zelf een voorzet voor de toepasbaarheid van de resultaten uit de literatuur-
studie. Daarnaast zijn we met twee OT-groepen in gesprek gegaan over de mogelijke
implicaties van de inzichten uit de literatuurstudie voor hun dagelijkse praktijk.
A.3.1
Arbeidsflexibiliteit in de Toepasbaarheid van de resultaten
praktijk: implicaties voor Dit rapport kan worden gebruikt in de beeldvorming van een cliënt. Het geeft vanuit
het arbeidsdeskundig wetenschappelijk oogpunt aan waar je rekening mee moet houden bij de ver-
handelen schillende typen arbeidsflexibiliteit. Dit geeft handvatten om bijpassende interventies
te kiezen. Daarnaast kan het rapport worden gebruikt als preventie-instrument. Het
kan helpen uitleggen waarom iemand uitvalt, op basis van het overzicht van factoren
spelend bij de diverse typen arbeidsflexibiliteit. De factoren kunnen helpen bij het
vinden van de verzuimoorzaak en kunnen daarmee inzicht bieden in waarom iemand
is uitgevallen. Het rapport biedt ook input voor het gesprek met zowel de werkgever
als de werknemer. Arbeidsdeskundigen kunnen de inzichten uit het rapport gebrui-
ken om werkgevers en werknemers aandachtspunten mee te geven en adviezen te
geven voor de werkdeelname van de werknemer.
De kracht van een wetenschappelijk rapport richting werkgevers en bedrijfsartsen
Enkele arbeidsdeskundigen zien de meerwaarde van een wetenschappelijk rap-
port op basis van dit onderzoek voor de afstemming of overtuiging van derden. Eén
arbeidsdeskundige geeft aan dat ze het ‘leuk’ vindt dat wat je gevoelsmatig denkt,
onderbouwd kan worden met wetenschappelijk onderzoek. Het ondersteunen van
argumenten door wetenschappelijk onderzoek blijkt daarnaast een krachtig middel,
zo blijkt uit eerdere ervaringen van de arbeidsdeskundigen. Eén arbeidsdeskundige
maakt in het gesprek met werkgevers gebruik van wetenschappelijk onderzoek. Een
andere arbeidsdeskundige doet hetzelfde, maar dan in het contact met de verzeke-
raar. Ook geeft een arbeidsdeskundige aan dat het rapport in het contact met de be-
drijfsarts wat ‘tegenwicht’ kan bieden. Bedrijfsartsen kijken namelijk alleen naar het
aantal uren dat gewerkt moet (gaan) worden. Arbeidsdeskundigen focussen meer op
42
de werktaken en hoe deze op te bouwen. Een wetenschappelijk rapport waaruit blijkt
dat kijken naar de verhouding opbouw taken-uren effectief is, helpt in dit contact.
Compleet overzicht
Eén arbeidsdeskundige geeft aan het overzicht zinvol te vinden, want: ‘Dit ís het
werk van arbeidsdeskundigen’. Overzicht helpt volgens hem om kokervisie te voorko-
men, omdat het hele spectrum van mogelijke effecten wordt getoond. Hij geeft aan
dat ‘het je kan ondersteunen, omdat je soms ergens niet aan hebt gedacht’.
Risicofactoren om op te letten
Op de vraag of het overzicht van de effecten van arbeidsflexibiliteit interessant is
voor arbeidsdeskundigen, komen wisselende reacties. Eén arbeidsdeskundige geeft
aan hier niets mee te kunnen. Andere arbeidsdeskundigen geven aan er wel wat aan
te hebben; zij zien de effecten meer als risicofactoren waar ze op moeten letten. De
optie om de effecten te formuleren als ‘signalen’ of ‘let hier op’ wordt ook bespro-
ken. Zo weten arbeidsdeskundigen dat het niet ‘in beton gegoten is’ maar dat de
effecten per situatie wisselend kunnen optreden.
Gebruik in het gesprek met de werknemer
Eén arbeidsdeskundige geeft aan dat hij het overzicht uit dit onderzoek kan gebrui-
ken bij een deskundigenoordeel, om de effecten van flexibele arbeid duidelijk te
maken aan de werknemer.
Belemmeringen in het toepassen van de kennis
Een beperking is dat een aantal arbeidsdeskundigen aangeeft dat ze wel de effecten
uit het literatuuronderzoek herkennen, maar dat ze niet weten hoe ze de resultaten
van het onderzoek moeten toepassen in hun dagelijkse werk. Zo geeft een arbeids-
deskundige aan dat arbeidsdeskundigen maatwerk bieden en werkzaamheden pas-
send maken vanuit hun expertise en intrinsieke motivatie; aan een wetenschappelijk
rapport hierover is daarom geen behoefte. Ook geven enkele arbeidsdeskundigen
aan niet met alle vormen van arbeidsflexibiliteit te werken; niet iedereen begeleidt
bijvoorbeeld werknemers met flexibele contracten. Daarnaast rapporteren enkele ar-
beidsdeskundigen dat flexibilisering veel kansen biedt, maar ook het gevaar met zich
meebrengt dat mensen met een beperking of uitzendkrachten in weinig uitdagend
en minder duurzame banen terechtkomen. Ook geeft een arbeidsdeskundige aan
dat flexibiliteit wordt gevraagd door werkgevers, maar dat mensen helemaal niet zo
graag willen veranderen. Een andere arbeidsdeskundige laat weten dat in het geval
van arbeidsongeschiktheid en het resterende verdienmodel vaak flexibele arbeid
wordt geadviseerd, terwijl dat niet altijd nodig is.
Het belang van acceptatie door de omgeving
Eén arbeidsdeskundige laat weten dat ze zich – wat betreft brede inzetbaarheid
betreft – kan voorstellen dat als een team werkt met taakroulatie en een werknemer
bepaalde taken niet kan uitvoeren de zware taken terechtkomen bij de collega’s
en dat dit niet altijd gewaardeerd wordt. Een andere arbeidsdeskundige geeft aan
dat de acceptatie hiervan ligt aan de populatie. Een voorbeeld: mensen in de bouw
43
die er lang werken worden eerder uit de wind gehouden dan mensen die er nieuw
bijkomen. Communicatie is dan ook heel belangrijk; dit is een taak van de werkgever.
De arbeidsdeskundigen geven aan dat dit vaak niet gebeurt.
A.3.2
Methoden van disseminatie Met de arbeidsdeskundigen hebben we diverse opties besproken om de disseminatie
en implementatie en implementatie van de informatie uit dit rapport te bevorderen.
Congres of workshop
Betreffende de ambitie om de informatie te verspreiden, opperen enkele arbeidsdes-
kundigen het idee om dit tijdens het voorjaarscongres te doen in de vorm van een
interactieve workshop. Ook adviseren enkele arbeidsdeskundigen om alle OT-groepen
te benaderen en flexibele arbeid te bespreken en te bediscussiëren.
De kernboodschap en communicatiekanalen
Een van de arbeidskundigen geeft aan dat de kernboodschap moet zijn dat je in je
werk mogelijkheden tegenkomt voor flexibele arbeid, die voor- en nadelen heb-
ben. Deze boodschap moet worden aangeboden via de nieuwsbrief of AD Visie. De
kanalen om de resultaten te verspreiden zijn: NVvA, het kennisportaal van UWV en
het kennisportaal van het AKC.
Checklist of stappenplan
Een checklist of een stappenplan wordt het vaakst aangegeven als optie om de
resultaten te verspreiden en te implementeren. De meningen zijn hier echter over
verdeeld. Voorstanders geven aan dat het handig is om een overzicht te hebben van
effecten, waarbij één arbeidsdeskundige opmerkt dat de effecten beter als ‘aanpas-
singsmogelijkheden’ kunnen worden gepresenteerd in plaats van ‘flexibele arbeid’.
Een andere optie die wordt aangegeven, is het nut van een lijstje met effecten,
waar je per effect kunt doorklikken voor meer achtergrondinformatie. Ook wordt
een ‘praktijkversie’ en een ‘wetenschappelijke versie’ geopperd. In de praktijkversie
kan dan – op basis van wetenschappelijke informatie – het lijstje met effecten en/
of aanbevelingen komen te staan. Voorbeeld van zo’n aanbeveling is: ‘Een arbeids-
deskundige gaat bij een werknemer met een deeltijdcontract zijn ervaringen op het
gebied van werkdruk, werkeisen en autonomie na. Bij negatieve ervaringen maakt
de arbeidsdeskundige waar mogelijk aanpassingen in het werk om het werk zo veel
mogelijk aan te laten sluiten bij de werknemer’. Ook geeft een arbeidsdeskundige
aan dat de effecten mogelijk een-op-een kunnen worden toegepast op de Functio-
nele Mogelijkheden Lijst (FML) en dat dit een mogelijkheid van presenteren is aan
arbeidsdeskundigen. Arbeidsdeskundigen die niet achter een checklist staan, geven
aan dat er al een leidraad is. Ook geven ze aan dat een lijstje niet helpt, omdat ieder
geval anders is en er altijd sprake is van maatwerk.
Casuïstiek
Ook wordt de optie ‘casuïstiek’ regelmatig aangedragen, omdat dit past bij de hui-
dige trainingsvormen. Casuïstiek kan daarnaast onderdeel zijn van een werkpakket of
toolbox waar arbeidsdeskundigen gelijk mee aan de slag kunnen. De reacties op deze
44
mogelijkheid zijn echter wisselend. Enkele arbeidsdeskundigen geven aan dat casuïs-
tiek lastig te vinden is, omdat de aanpassingen meestal maatwerk zijn. Dit betekent
dat je een enorme database met casuïstiek moet aanleggen en dat is niet wenselijk.
Spelvorm en versie voor de werknemers
Andere opties die besproken zijn, zijn het maken van een kwartet of een digitale
game. Ook is besproken om een versie voor de werknemer te maken, zodat deze
zelf kan zien wat de effecten zijn van flexibele arbeid.
Bespreking met het AKC
Uiteraard hebben we de mogelijke opties ook besproken met het AKC. Het AKC geeft
aan dat de resultaten gerapporteerd kunnen worden in een werkgeverstijdschrift, om
de resultaten te verspreiden onder werkgevers. Met betrekking tot casuïstiek geeft
het AKC aan dat dit kan worden toegevoegd aan de bestaande casuïstiekdatabase
van het AKC. Genoemde kanalen om de boodschap te verspreiden zijn: AKC-college,
regiobijeenkomsten en een platformbijeenkomst. Tot slot wordt de wens uitgespro-
ken voor de uitwerking van een stappenplan of checklist, waarvoor de Kennisbiblio-
theek Chronisch Werkt als inspiratiebron kan worden gebruikt. Op basis van deze
wens is een opzet voor een keuzetool gemaakt.
45
Bijlage B Zoekstrategie
Databases ■ Scopus (inc. PubMed);
■ Cochrane;
■ PsycInfo;
■ OSH Update;
■ OECD-database;
■ TNO-catalogus.
Selectie jaren 2000-2018
Selectie talen Nederland, Engels
Zoekcriteria P Artikel bespreekt werknemers uit een Westerse maatschappij voor resultaten
toepasbaar op de Nederlandse arbeidsmarkt.
I Artikel bespreekt effect van arbeidsflexibilisering (intern/extern, kwantitatief/
kwalitatief).
O Effect van arbeidsflexibilisering op en/of arbeidsinhoud, arbeidsomstandigheden,
arbeidsvoorwaarden, arbeidsverhoudingen.
P Werknemers
I Arbeidsflexibilisering Engels Nederlands
deeltijdcontracten part-time work[tw] part-time job[tw] part-time contract[tw]parttime[tw]
deeltijdwerkdeeltijdcontracten deeltijdbaanparttime werk
flexibele werktijden flexible work schedule[tw]flexible working hours[tw]flexible work[tw]working time arrangement*[tw]working time flexibility[tw]
flexibele werktijdenflexibel roosterurenbankwerktijdrekening
brede inzetbaarheid functional flexibility[tw]job rotation[tw]multi-skilling[tw]multifunctional jobs[tw]
brede inzetbaarheidtaakroulatiemulti-inzetbaarheidfunctionele flexibiliteit
flexibele locaties telework[tw]telecommuting[tw]
plaatsonafhankelijk werkenthuiswerkentelewerken
flexibele contracten agency workers[tw]temporary agency workers[tw]fixed-term contract*[tw]temporary workers[tw]temporary employees[tw]temporary employment[tw]flexible employment contracts[tw]self-employed[tw]
flexibel contracttijdelijk contractoproepkrachtenuitzendkrachtenzelfstandigen zonder personeelcontract voor bepaalde tijd
46
I Arbeidsflexibilisering Engels Nederlands
werk uitbesteden outsourcing[tw] werk uitbestedenoutsourcing
werk inbesteden insourcing[tw] werk inbestedenwerk aannemen van derdeninsourcing
AND
C
O arbeidsinhoud job demands[tw]work demands[tw]job information[tw]job content[tw]work content[tw]job characteristics[tw]work pressure[tw]job pressure[tw]job variety[tw]task variety[tw]professional autonomy[mesh]professional autonomy[tw]job autonomy[tw]skill discretion[tw]organizational justice[tw]organizational justice[tw]organizational communication[tw]organizational communication[tw]procedural justice[tw]
arbeidsinhoudtaakeisenwerkkenmerkenwerkdrukmoeilijkheidsgraadtaakvariatievariatie in het werkregelruimte autonomiecontactmogelijkhedeninvloedrijkheidinformatievoorzieningtaakinformatiewerkinstructie
arbeidsomstandigheden working conditions[tw]job conditions[tw]emotional demands[tw]physical demands[tw]physical workload[tw]psychosocial workload[tw]work exposure[tw]
arbeidsomstandighedenfysieke belastingmentale belastingpsychosociale belasting
arbeidsvoorwaarden organizational reward[tw]working time arrangements[tw]skills development[tw]salary[tw]promotion opportunities[tw]informal learning[tw]learning and development[tw]career opportunities[tw]
arbeidsvoorwaardenontwikkelmogelijkhedeninformeel lerenformeel lerensalarisarbeidstijdenregelingenpromotiekansenloopbaanontwikkeling
arbeidsverhoudingen employee-employer relationship[tw]employee-employer exchange[tw]supervisor support[tw]co-worker support[tw]work relations[tw]decision authority[tw]decision latitude[tw]employee voice[tw]employee participation[tw]
arbeidsverhoudingenmedezeggenschapzeggenschapwerknemerparticipatiesociale steunrelatie met direct leidinggevenderelatie met collega’s
47
Bijla
ge C
Da
ta-e
xtra
ctie
tabe
l
Kwan
titat
ief e
xter
n
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
flexi
-bi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Flex
ibel
e co
ntra
cten
Pott
(200
2),
Nede
rland
Tijde
lijke
con
trac-
ten
(sta
giai
res,
vaka
ntie
krac
hten
, op
roep
krac
hten
, sei
-zo
ensh
ulp,
bep
aald
e tij
d).
Stee
kpro
ef v
an 1
18 c
ao’s,
zo
wel
van
bed
rijve
n al
s va
n be
drijf
stak
en. D
e ca
o’s
omva
tten
geza
-m
enlij
k ru
im 4
milj
oen
wer
knem
ers.
Voor
waa
rden
: -
Min
der r
echt
op:
opl
eidi
ngen
(fin
ancie
ring
en g
ebru
ik v
an s
tudi
efac
ilite
i-te
n), W
W-v
oorz
ieni
ng, l
oon
volg
ens
loon
scha
al, d
iver
se s
alar
isbep
alin
gen
en to
esla
gen
(toes
lag
avon
den/
wee
kend
, pre
mie
spaa
rrege
ling,
spa
ar-
loon
rege
ling)
, bijz
onde
r ver
lof.
Geen
ver
klar
ing
gera
ppor
teer
d.
FNV
(200
7),
Nede
rland
Uitz
endk
rach
ten.
Med
ewer
kers
en
man
ager
s w
aarm
ee
FNV
gesp
rekk
en h
eeft
gevo
erd
in d
e su
per-
mar
ktse
ctor
. En
jong
eren
in
de
supe
rmar
ktse
ctor
di
e ee
n in
tern
eten
quêt
e he
bben
inge
vuld
.
Omst
andi
ghed
en:
- M
eer o
nvei
lige
situa
ties.
- Ve
elal
sle
chte
re a
rbei
dsom
stan
digh
eden
(m
eer z
waa
r wer
k, v
aker
in
omge
ving
met
vee
l law
aai).
De o
nvei
lige
situa
ties
wor
den
vero
orza
akt d
oord
at d
e ui
tzen
d-kr
acht
en s
lech
t geï
nfor
mee
rd z
ijn o
ver a
rbei
dsom
stan
digh
eden
en
veili
ghei
dsm
aatre
gele
n.
Het t
e la
ge lo
on w
ordt
ver
oorz
aakt
doo
rdat
de
uitz
endk
rach
ten
vaak
nie
t in
de ju
iste
func
tie w
orde
n in
gede
eld,
alti
jd in
de
laag
ste
loon
cate
gorie
val
len
en d
at e
r wei
nig
reke
ning
wor
dt
geho
uden
met
ove
rwer
ktoe
slage
n e.
d.
Uitz
endk
rach
ten
wet
en v
aak
pas
laat
hoe
lang
ze
moe
ten
wer
ken
en o
p w
elk
mom
ent,
omda
t de
wer
ktijd
bijn
a ni
et o
p va
ste
tijde
n is
afge
spro
ken
en z
e pa
s ko
rt va
n te
vore
n w
orde
n in
gero
oste
rd.
De v
erm
inde
rde
door
stro
om n
aar e
en a
nder
e of
vas
te b
aan
wor
dt
vero
orza
akt d
oord
at e
r in
het c
ontra
ct v
aak
een
conc
urre
ntie
be-
ding
is o
pgen
omen
.
Voor
waa
rden
:-
Te la
ag lo
on.
- W
eten
vaa
k pa
s la
at h
oe la
ng z
e m
oete
n w
erke
n en
op
wel
k m
omen
t.-
Veel
geb
roke
n di
enst
en.
- Pa
s na
26
wek
en w
ordt
er p
ensio
en o
pgeb
ouw
d.-
Min
der d
oorb
etal
ing
bij z
iekt
e.-
Min
der d
oors
troom
naa
r and
ere
of v
aste
baa
n.
Verh
oudi
ngen
:-
Vaak
het
gev
oel e
r nie
t bij
te h
oren
.
48
Kwan
titat
ief e
xter
n
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
flexi
-bi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Kirk
(20
08),
Vere
nigd
e St
aten
Tijde
lijke
con
tract
en.
Revi
ew v
an li
tera
tuur
ov
er h
et e
ffect
van
tij
delij
ke c
ontra
cten
.
Omst
andi
ghed
en:
- W
erke
n in
ver
schi
llend
e om
gevi
ngen
.
Voor
waa
rden
:-
Flex
ibili
teit.
- Op
stap
naa
r baa
n bi
j gew
enst
bed
rijf o
f sec
tor.
- Op
stap
naa
r vol
ledi
ge b
aan
via
een
tijde
lijke
opd
rach
t .-
Nieu
we
vaar
digh
eden
lere
n of
vaa
rdig
hede
n ve
rbet
eren
.-
Mog
elijk
heid
tot u
itpro
bere
n va
n ee
n fu
nctie
.-
Verm
inde
rde
voor
dele
n t.o
.v. e
en v
oltij
dbaa
n, re
gelm
atig
gee
n zie
ktek
os-
tenv
erze
kerin
g, b
etaa
lde
vaka
ntie
s en
pen
sioen
. -
Lage
re lo
nen.
- On
zeke
rhei
d.
Verh
oudi
ngen
: -
Socia
le is
olat
ie/i
nfer
ieur
e be
hand
elin
g va
n le
idin
ggev
ende
of c
olle
ga’s.
De a
uteu
rs g
even
aan
dat
flex
ibili
teit
een
van
de b
elan
grijk
ste
voor
dele
n is
van
tijde
lijk
wer
k, b
ijv. v
oor o
uder
s di
e w
illen
w
erke
n m
aar w
el e
en fl
exib
el s
chem
a no
dig
hebb
en. A
nder
e w
erkn
emer
s ge
ven
er d
e vo
orke
ur a
an o
m g
een
vast
e w
erks
che-
ma’s
te h
ebbe
n. S
omm
ige
men
sen
gebr
uike
n tij
delij
k w
erk
om
hun
vaar
digh
eden
te v
erbe
tere
n of
nie
uwe
vaar
digh
eden
te le
ren,
of
gew
oon
omda
t ze
graa
g w
erke
n in
ver
schi
llend
e om
gevi
ngen
. Tij
delij
k w
erk
kan
een
goed
e m
anie
r zijn
om
een
car
rière
te
prob
eren
voo
rdat
je e
r ech
t aan
beg
int.
De v
erkl
arin
g vo
or d
e in
ferie
ure
beha
ndel
ing
door
leid
ingg
even
de
en c
olle
ga’s
is da
t vas
te m
edew
erke
rs ti
jdel
ijke
wer
knem
ers
vaak
al
s ee
n bu
itens
taan
der b
esch
ouw
en, d
ie n
iet l
ang
geno
eg b
lijft
om d
eel v
an d
e gr
oep
te w
orde
n. D
erge
lijk
gedr
ag k
an e
rtoe
leid
en d
at ti
jdel
ijke
wer
knem
ers
zich
geïs
olee
rd v
oele
n. D
it ka
n hu
n ze
lfres
pect
beï
nvlo
eden
.
Gebe
l (20
09),
Duits
land
Tijde
lijke
con
tract
en.
2.61
3 af
gest
udee
rden
in
Duits
land
die
of e
en v
ast
cont
ract
of e
en ti
jdel
ijk
cont
ract
heb
ben.
Voor
waa
rden
: -
Lage
r loo
n da
n va
ste
med
ewer
kers
.Ge
en s
pecifi
eke
verk
larin
g ge
vond
en. H
et li
jkt n
iet i
n de
and
ere
aard
van
het
wer
k te
zitt
en e
n oo
k ni
et in
de
eige
nsch
appe
n va
n he
t ind
ivid
u, m
aar d
us p
uur a
an d
e co
ntra
ctvo
rm te
ligg
en.
Kaut
onen
(2
010)
, Eu
ropa
(Onv
rijw
illig
e)
zzp’e
rs.
Case
stud
ies
in F
inla
nd,
Duits
land
en
Enge
land
ov
er o
nvrij
will
ig z
elfs
tan-
dig
onde
rnem
ersc
hap
Inho
ud:
- Ho
gere
wer
kdru
k.
De h
oger
e w
erkd
ruk
en s
tress
leve
ls w
orde
n ve
rkla
ard
door
het
fe
it da
t het
ops
tarte
n en
dra
aien
van
een
eig
en b
edrij
f mee
r ris
ico’s
en o
nzek
erhe
id m
et z
ich m
eebr
engt
dan
‘gew
oon’
wer
k.
Zeke
r als
de p
erso
on z
ichze
lf ni
et g
esch
ikt a
cht v
oor h
et z
elf-
stan
dig
onde
rnem
ersc
hap
en w
eini
g tra
inin
g he
eft g
ehad
in h
et
runn
en v
an e
en b
edrij
f.
Omst
andi
ghed
en:
- Ho
gere
stre
ssle
vels.
Brisc
oe
(201
1),
Vere
nigd
e St
aten
Zzp’e
rs e
n ui
tzen
d-kr
acht
en v
erge
leke
n m
et v
aste
med
ewer
-ke
rs in
gel
ijkso
ortig
e ba
nen.
CATI
-sur
vey
(Com
pute
r As
siste
d Te
leph
one
Inte
rvie
win
g) o
nder
IT-
afge
stud
eerd
en v
an
Amer
ikaa
nse
univ
ersi-
teite
n tu
ssen
198
8 en
20
01.
Inho
ud:
- Zz
p’ers
wer
ken
gem
idde
ld 5
,7 u
ur m
inde
r per
wee
k.-
Uitz
endk
rach
ten
wer
ken
gem
idde
ld 5
uur
min
der p
er w
eek.
- Ui
tzen
dkra
chte
n he
bben
min
der v
rijhe
id in
het
bep
alen
van
hun
eig
en
wer
ktijd
en.
Dat u
itzen
dkra
chte
n m
inde
r con
trole
heb
ben
over
hun
wer
ktijd
en
en m
inde
r vaa
k th
uisw
erke
n, w
ordt
mog
elijk
ver
klaa
rd d
oor h
et
feit
dat z
ij in
and
ere
sect
oren
wer
ken
waa
r zij
ook
wer
k va
n ee
n an
dere
aar
d ve
rrich
ten
dan
zzp’e
rs e
n va
ste
krac
hten
; wer
k da
t m
eer g
ebon
den
is aa
n va
ste
uren
en
aan
een
vast
e lo
catie
.
Omst
andi
ghed
en:
- Zz
p’ers
wer
ken
vake
r thu
is.-
Uitz
endk
rach
ten
wer
ken
min
der v
aak
thui
s.
Voor
waa
rden
:-
Zzp’e
rs e
n ui
tzen
dkra
chte
n he
bben
vak
er p
erio
des
van
(vrij
will
ig e
n (v
aker
) on
vrijw
illig
) ge
en w
erk.
Lem
mer
gaar
d (2
011)
, De-
nem
arke
n
Tijde
lijke
con
tract
en.
Liter
atuu
rrevi
ew.
Inho
ud:
- M
eer a
uton
omie
ove
r wer
kpro
cess
en.
- Va
riatie
in w
erk.
De a
uteu
rs g
even
aan
dat
tijd
elijk
wer
k m
et n
ame
door
jong
eren
en
hog
er g
esch
oold
e w
erkn
emer
s w
ordt
gew
aard
eerd
; tijd
elijk
w
erk
bied
t mee
r keu
zem
ogel
ijkhe
den,
mee
r mog
elijk
hede
n om
ni
euw
e va
ardi
ghed
en te
lere
n en
de
varië
teit
die
nodi
g is
om e
en
netw
erk
tot s
tand
te b
reng
en.
De a
uteu
rs g
even
aan
dat
zel
fs ro
utin
emat
ige
adm
inist
ratie
ve
take
n ui
tdag
ende
r en
geva
rieer
der w
orde
n w
anne
er d
e om
gevi
ng
waa
rin z
e w
orde
n ui
tgev
oerd
var
ieer
t en
dus
zorg
t voo
r gev
ari-
eerd
er w
erk.
De a
uteu
rs g
even
aan
dat
voo
r wer
knem
ers
met
gew
ilde
vaar
-di
ghed
en n
iet-s
tand
aard
wer
kafs
prak
en e
en fi
nanc
ieel
lucr
atie
f ca
rrièr
epad
vor
men
. Voo
r and
eren
kun
nen
tijde
lijke
con
tract
en
zorg
en v
oor w
erke
rvar
ing
op d
e w
erkp
lek
en/o
f een
eer
ste
opst
ap n
aar e
en v
ast c
ontra
ct. D
it lu
kt e
chte
r nie
t alti
jd, d
oor h
et
gebr
ek a
an o
plei
ding
en
prom
otie
mog
elijk
hede
n.
Voor
waa
rden
: -
Mee
r zel
fstu
ring
in w
erkt
ijden
.-
Mee
r flex
ibili
teit.
- M
eer m
ogel
ijkhe
den
om n
ieuw
e va
ardi
ghed
en a
an te
lere
n.-
Varië
teit
in w
erk
die
nodi
g is
om n
etw
erk
op te
bou
wen
. -
Fina
ncie
el g
unst
ig.
- Ve
rkrij
gen
van
wer
kerv
arin
g.
- Ee
rste
ops
tap
voor
vas
t con
tract
.-
Gebr
ek a
an o
plei
ding
.-
Gebr
ek a
an p
rom
otie
kans
en.
Gaal
en
(201
3),
Nede
rland
Dive
rse
type
n fle
xwer
kers
.Na
tiona
le E
nquê
te
Arbe
idso
mst
andi
ghed
en
(NEA
), on
derz
oeks
ja-
ren
2009
, 201
0 en
20
11. S
teek
proe
f van
69
.545
resp
onde
nten
.En
lite
ratu
uron
derz
oek.
Inho
ud:
- Ui
tzen
dkra
chte
n en
opr
oepk
rach
ten:
wer
k va
n la
gere
kw
alite
it (h
oge
wer
kdru
k en
wei
nig
auto
nom
ie)
- Tij
delij
ke w
erkn
emer
s al
gem
een:
vak
er p
assie
f wer
k (la
ge w
erkd
ruk
met
w
eini
g au
tono
mie
)
Min
der l
eer-
en o
ntw
ikke
lmog
elijk
hede
n do
orda
t de
arbe
idsr
elat
ie
tuss
en d
e w
erkn
emer
en
de o
rgan
isatie
min
der d
uurz
aam
is. E
en
mog
elijk
e ve
rkla
ring
is oo
k da
t flex
wer
kers
vak
er la
ger o
pgel
eid
zijn
en v
aker
vro
uw.
Tijde
lijke
kra
chte
n m
et u
itzich
t op
een
vast
con
tract
heb
ben
mee
r baa
nzek
erhe
id, o
mda
t wer
kgev
ers
dit v
aak
als
verle
ngde
pr
oefp
erio
de g
ebru
iken
.
Voor
waa
rden
:-
Verh
oogd
e ka
ns o
p w
erkl
oosh
eid,
mee
r baa
nonz
eker
heid
(ui
tgez
onde
rd
tijde
lijk
met
uitz
icht o
p va
st).
- M
inde
r lee
r- en
ont
wik
kelm
ogel
ijkhe
den.
49
Kwan
titat
ief e
xter
n
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
flexi
-bi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Kirk
(20
08),
Vere
nigd
e St
aten
Tijde
lijke
con
tract
en.
Revi
ew v
an li
tera
tuur
ov
er h
et e
ffect
van
tij
delij
ke c
ontra
cten
.
Omst
andi
ghed
en:
- W
erke
n in
ver
schi
llend
e om
gevi
ngen
.
Voor
waa
rden
:-
Flex
ibili
teit.
- Op
stap
naa
r baa
n bi
j gew
enst
bed
rijf o
f sec
tor.
- Op
stap
naa
r vol
ledi
ge b
aan
via
een
tijde
lijke
opd
rach
t .-
Nieu
we
vaar
digh
eden
lere
n of
vaa
rdig
hede
n ve
rbet
eren
.-
Mog
elijk
heid
tot u
itpro
bere
n va
n ee
n fu
nctie
.-
Verm
inde
rde
voor
dele
n t.o
.v. e
en v
oltij
dbaa
n, re
gelm
atig
gee
n zie
ktek
os-
tenv
erze
kerin
g, b
etaa
lde
vaka
ntie
s en
pen
sioen
. -
Lage
re lo
nen.
- On
zeke
rhei
d.
Verh
oudi
ngen
: -
Socia
le is
olat
ie/i
nfer
ieur
e be
hand
elin
g va
n le
idin
ggev
ende
of c
olle
ga’s.
De a
uteu
rs g
even
aan
dat
flex
ibili
teit
een
van
de b
elan
grijk
ste
voor
dele
n is
van
tijde
lijk
wer
k, b
ijv. v
oor o
uder
s di
e w
illen
w
erke
n m
aar w
el e
en fl
exib
el s
chem
a no
dig
hebb
en. A
nder
e w
erkn
emer
s ge
ven
er d
e vo
orke
ur a
an o
m g
een
vast
e w
erks
che-
ma’s
te h
ebbe
n. S
omm
ige
men
sen
gebr
uike
n tij
delij
k w
erk
om
hun
vaar
digh
eden
te v
erbe
tere
n of
nie
uwe
vaar
digh
eden
te le
ren,
of
gew
oon
omda
t ze
graa
g w
erke
n in
ver
schi
llend
e om
gevi
ngen
. Tij
delij
k w
erk
kan
een
goed
e m
anie
r zijn
om
een
car
rière
te
prob
eren
voo
rdat
je e
r ech
t aan
beg
int.
De v
erkl
arin
g vo
or d
e in
ferie
ure
beha
ndel
ing
door
leid
ingg
even
de
en c
olle
ga’s
is da
t vas
te m
edew
erke
rs ti
jdel
ijke
wer
knem
ers
vaak
al
s ee
n bu
itens
taan
der b
esch
ouw
en, d
ie n
iet l
ang
geno
eg b
lijft
om d
eel v
an d
e gr
oep
te w
orde
n. D
erge
lijk
gedr
ag k
an e
rtoe
leid
en d
at ti
jdel
ijke
wer
knem
ers
zich
geïs
olee
rd v
oele
n. D
it ka
n hu
n ze
lfres
pect
beï
nvlo
eden
.
Gebe
l (20
09),
Duits
land
Tijde
lijke
con
tract
en.
2.61
3 af
gest
udee
rden
in
Duits
land
die
of e
en v
ast
cont
ract
of e
en ti
jdel
ijk
cont
ract
heb
ben.
Voor
waa
rden
: -
Lage
r loo
n da
n va
ste
med
ewer
kers
.Ge
en s
pecifi
eke
verk
larin
g ge
vond
en. H
et li
jkt n
iet i
n de
and
ere
aard
van
het
wer
k te
zitt
en e
n oo
k ni
et in
de
eige
nsch
appe
n va
n he
t ind
ivid
u, m
aar d
us p
uur a
an d
e co
ntra
ctvo
rm te
ligg
en.
Kaut
onen
(2
010)
, Eu
ropa
(Onv
rijw
illig
e)
zzp’e
rs.
Case
stud
ies
in F
inla
nd,
Duits
land
en
Enge
land
ov
er o
nvrij
will
ig z
elfs
tan-
dig
onde
rnem
ersc
hap
Inho
ud:
- Ho
gere
wer
kdru
k.
De h
oger
e w
erkd
ruk
en s
tress
leve
ls w
orde
n ve
rkla
ard
door
het
fe
it da
t het
ops
tarte
n en
dra
aien
van
een
eig
en b
edrij
f mee
r ris
ico’s
en o
nzek
erhe
id m
et z
ich m
eebr
engt
dan
‘gew
oon’
wer
k.
Zeke
r als
de p
erso
on z
ichze
lf ni
et g
esch
ikt a
cht v
oor h
et z
elf-
stan
dig
onde
rnem
ersc
hap
en w
eini
g tra
inin
g he
eft g
ehad
in h
et
runn
en v
an e
en b
edrij
f.
Omst
andi
ghed
en:
- Ho
gere
stre
ssle
vels.
Brisc
oe
(201
1),
Vere
nigd
e St
aten
Zzp’e
rs e
n ui
tzen
d-kr
acht
en v
erge
leke
n m
et v
aste
med
ewer
-ke
rs in
gel
ijkso
ortig
e ba
nen.
CATI
-sur
vey
(Com
pute
r As
siste
d Te
leph
one
Inte
rvie
win
g) o
nder
IT-
afge
stud
eerd
en v
an
Amer
ikaa
nse
univ
ersi-
teite
n tu
ssen
198
8 en
20
01.
Inho
ud:
- Zz
p’ers
wer
ken
gem
idde
ld 5
,7 u
ur m
inde
r per
wee
k.-
Uitz
endk
rach
ten
wer
ken
gem
idde
ld 5
uur
min
der p
er w
eek.
- Ui
tzen
dkra
chte
n he
bben
min
der v
rijhe
id in
het
bep
alen
van
hun
eig
en
wer
ktijd
en.
Dat u
itzen
dkra
chte
n m
inde
r con
trole
heb
ben
over
hun
wer
ktijd
en
en m
inde
r vaa
k th
uisw
erke
n, w
ordt
mog
elijk
ver
klaa
rd d
oor h
et
feit
dat z
ij in
and
ere
sect
oren
wer
ken
waa
r zij
ook
wer
k va
n ee
n an
dere
aar
d ve
rrich
ten
dan
zzp’e
rs e
n va
ste
krac
hten
; wer
k da
t m
eer g
ebon
den
is aa
n va
ste
uren
en
aan
een
vast
e lo
catie
.
Omst
andi
ghed
en:
- Zz
p’ers
wer
ken
vake
r thu
is.-
Uitz
endk
rach
ten
wer
ken
min
der v
aak
thui
s.
Voor
waa
rden
:-
Zzp’e
rs e
n ui
tzen
dkra
chte
n he
bben
vak
er p
erio
des
van
(vrij
will
ig e
n (v
aker
) on
vrijw
illig
) ge
en w
erk.
Lem
mer
gaar
d (2
011)
, De-
nem
arke
n
Tijde
lijke
con
tract
en.
Liter
atuu
rrevi
ew.
Inho
ud:
- M
eer a
uton
omie
ove
r wer
kpro
cess
en.
- Va
riatie
in w
erk.
De a
uteu
rs g
even
aan
dat
tijd
elijk
wer
k m
et n
ame
door
jong
eren
en
hog
er g
esch
oold
e w
erkn
emer
s w
ordt
gew
aard
eerd
; tijd
elijk
w
erk
bied
t mee
r keu
zem
ogel
ijkhe
den,
mee
r mog
elijk
hede
n om
ni
euw
e va
ardi
ghed
en te
lere
n en
de
varië
teit
die
nodi
g is
om e
en
netw
erk
tot s
tand
te b
reng
en.
De a
uteu
rs g
even
aan
dat
zel
fs ro
utin
emat
ige
adm
inist
ratie
ve
take
n ui
tdag
ende
r en
geva
rieer
der w
orde
n w
anne
er d
e om
gevi
ng
waa
rin z
e w
orde
n ui
tgev
oerd
var
ieer
t en
dus
zorg
t voo
r gev
ari-
eerd
er w
erk.
De a
uteu
rs g
even
aan
dat
voo
r wer
knem
ers
met
gew
ilde
vaar
-di
ghed
en n
iet-s
tand
aard
wer
kafs
prak
en e
en fi
nanc
ieel
lucr
atie
f ca
rrièr
epad
vor
men
. Voo
r and
eren
kun
nen
tijde
lijke
con
tract
en
zorg
en v
oor w
erke
rvar
ing
op d
e w
erkp
lek
en/o
f een
eer
ste
opst
ap n
aar e
en v
ast c
ontra
ct. D
it lu
kt e
chte
r nie
t alti
jd, d
oor h
et
gebr
ek a
an o
plei
ding
en
prom
otie
mog
elijk
hede
n.
Voor
waa
rden
: -
Mee
r zel
fstu
ring
in w
erkt
ijden
.-
Mee
r flex
ibili
teit.
- M
eer m
ogel
ijkhe
den
om n
ieuw
e va
ardi
ghed
en a
an te
lere
n.-
Varië
teit
in w
erk
die
nodi
g is
om n
etw
erk
op te
bou
wen
. -
Fina
ncie
el g
unst
ig.
- Ve
rkrij
gen
van
wer
kerv
arin
g.
- Ee
rste
ops
tap
voor
vas
t con
tract
.-
Gebr
ek a
an o
plei
ding
.-
Gebr
ek a
an p
rom
otie
kans
en.
Gaal
en
(201
3),
Nede
rland
Dive
rse
type
n fle
xwer
kers
.Na
tiona
le E
nquê
te
Arbe
idso
mst
andi
ghed
en
(NEA
), on
derz
oeks
ja-
ren
2009
, 201
0 en
20
11. S
teek
proe
f van
69
.545
resp
onde
nten
.En
lite
ratu
uron
derz
oek.
Inho
ud:
- Ui
tzen
dkra
chte
n en
opr
oepk
rach
ten:
wer
k va
n la
gere
kw
alite
it (h
oge
wer
kdru
k en
wei
nig
auto
nom
ie)
- Tij
delij
ke w
erkn
emer
s al
gem
een:
vak
er p
assie
f wer
k (la
ge w
erkd
ruk
met
w
eini
g au
tono
mie
)
Min
der l
eer-
en o
ntw
ikke
lmog
elijk
hede
n do
orda
t de
arbe
idsr
elat
ie
tuss
en d
e w
erkn
emer
en
de o
rgan
isatie
min
der d
uurz
aam
is. E
en
mog
elijk
e ve
rkla
ring
is oo
k da
t flex
wer
kers
vak
er la
ger o
pgel
eid
zijn
en v
aker
vro
uw.
Tijde
lijke
kra
chte
n m
et u
itzich
t op
een
vast
con
tract
heb
ben
mee
r baa
nzek
erhe
id, o
mda
t wer
kgev
ers
dit v
aak
als
verle
ngde
pr
oefp
erio
de g
ebru
iken
.
Voor
waa
rden
:-
Verh
oogd
e ka
ns o
p w
erkl
oosh
eid,
mee
r baa
nonz
eker
heid
(ui
tgez
onde
rd
tijde
lijk
met
uitz
icht o
p va
st).
- M
inde
r lee
r- en
ont
wik
kelm
ogel
ijkhe
den.
50
Kwan
titat
ief e
xter
n
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
flexi
-bi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Augu
sts-
son
(201
4),
Zwed
en
Uitz
endk
rach
ten.
121
inte
rvie
ws
met
ui
tzen
dkra
chte
n en
wer
k-ge
vers
, 7 u
itzen
dbur
eaus
, 10
inle
ners
in 7
sec
tore
n.
Inho
ud:
- La
gere
moe
ilijk
heid
sgra
ad e
n m
inde
r taa
kvar
iatie
(on
derg
esch
ikte
, rou
ti-ne
take
n, n
auw
geze
tte in
stru
ctie
s).
- M
inde
r wer
kple
kler
en.
Uitz
endk
rach
ten
erva
ren
een
lage
re m
oeili
jkhe
idsg
raad
, min
der
taak
varia
tie e
n da
ardo
or m
inde
r wer
kple
kler
en, d
oord
at z
ij pr
ecie
s ge
mat
cht w
orde
n op
de
taak
. Er z
itten
daa
rom
vaa
k ge
en
fact
oren
in d
e ui
tzen
dbaa
n di
e de
ont
wik
kelin
g va
n ni
euw
e va
ar-
digh
eden
ver
eise
n. D
e in
lene
nde
bedr
ijven
zijn
ook
nie
t ger
icht
op d
e on
twik
kelin
g va
n de
uitz
endk
rach
ten.
Ze
zien
hen
als
een
mid
del o
m w
erk
te v
erze
tten
en n
iet z
ozee
r als
pers
onen
die
zich
w
illen
en
kunn
en o
ntw
ikke
len.
Min
der z
egge
nsch
ap w
ordt
ver
klaa
rd d
oor h
et fe
it da
t inl
enen
de
bedr
ijven
ver
wac
hten
dat
de
uitz
endk
rach
ten
zich
alle
en ri
chte
n op
de
taak
waa
rvoo
r ze
zijn
inge
huur
d. O
ok w
illen
ze
niet
dat
ui
tzen
dkra
chte
n zic
h be
zigho
uden
met
de
orga
nisa
tie-o
mge
ving
.
Verh
oudi
ngen
:-
Min
der z
egge
nsch
ap (
invl
oed
op o
rgan
isatie
omst
andi
ghed
en).
- Be
hore
n to
t de
’zij-g
roep
’ (er
nie
t bij
hore
n).
Bena
ch
(201
4), I
nter
-na
tiona
al
Flex
ibel
e co
ntra
cten
di
vers
.Re
view
stud
ie n
aar e
pide
-m
iolo
gisc
h on
derz
oek
en
prec
air w
erk.
Inho
ud:
- M
inde
r ver
kreg
en in
form
atie
ove
r wer
k(om
gevi
ng).
- Ze
lden
ver
tege
nwoo
rdig
d in
gez
ondh
eids
- en
vei
lighe
idsc
omm
issie
s.
Inst
abili
teit
van
de w
erks
ituat
ie w
ordt
ver
klaa
rd d
oor e
en
obje
ctie
ve s
taat
van
baa
nonz
eker
heid
. Dez
e on
zeke
rhei
d lij
kt v
an
invl
oed
op d
e er
vare
n sle
chte
re a
rbei
dsom
stan
digh
eden
.
Het h
oger
e ris
ico o
p ar
beid
song
eval
len
wor
dt v
erkl
aard
doo
r ge
brek
aan
erv
arin
g do
or d
e ko
rte v
erbl
ijfsd
uur b
ij de
org
anisa
tie,
min
der v
eilig
heid
stra
inin
g en
sle
chte
re a
rbei
dsom
stan
digh
eden
da
n va
ste
med
ewer
kers
. Ook
kun
nen
de ty
pen
sect
oren
waa
r fle
xwer
kers
vak
er w
erke
n va
n in
vloe
d zij
n.
Omst
andi
ghed
en:
- Sl
echt
ere
arbe
idso
mst
andi
ghed
en (
niet
ver
der g
espe
cifice
erd)
, -
Verm
inde
rde
toeg
ang
tot v
eilig
heid
sapp
arat
uur.
- M
eer r
isico
op
arbe
idso
ngev
alle
n.
Voor
waa
rden
:-
Inst
abili
teit
van
de w
erks
ituat
ie.
- On
tvan
gen
min
der t
rain
ing
ter o
nder
steu
ning
van
uitv
oerin
g w
erkt
aken
.
Fole
y (2
014)
, Ve
reni
gde
Stat
en
Tijde
lijke
con
tract
en.
Liter
atuu
rrevi
ew e
n vr
agen
lijst
uitg
ezet
on
der d
e he
le p
opul
atie
w
erke
nden
de
Vere
nigd
e St
aten
.
Inho
ud:
- On
zeke
rhei
d ov
er d
e m
ate
van
cont
role
ove
r het
arb
eids
proc
es.
- Ho
gere
wer
kint
ensit
eit e
n -s
nelh
eid.
Geen
ver
klar
ing
gera
ppor
teer
d.
Omst
andi
ghed
en:
- M
inde
r ken
nis
over
de
wer
kom
gevi
ng.
- Gr
oter
e bl
oots
telli
ng a
an fy
sieke
gev
aren
.
Voor
waa
rden
: -
Onze
kerh
eid
over
de
mat
e va
n w
ette
lijke
bes
cher
min
g.-
Onze
kerh
eid
over
de
duur
van
het
die
nstv
erba
nd.
Verh
oudi
ngen
:-
Verm
inde
rde
med
ezeg
gens
chap
.-
Verm
inde
rde
mog
elijk
hede
n om
wer
kom
stan
digh
eden
te v
eran
dere
n.
Klei
n He
sse-
link
(201
4),
Nede
rland
Wer
knem
ers
zond
er
vast
con
tract
(tij
-de
lijke
, uitz
end
en
opro
ep)
en z
zp’e
rs.
Revi
ewst
udie
en
Euro
-pe
an W
orki
ng C
ondi
tions
Su
rvey
.
Omst
andi
ghed
en:
- Ve
rrich
ten
vaak
gev
aarli
jke
bane
n.-
Wer
ken
vaak
ond
er s
lech
tere
om
stan
digh
eden
.-
Voor
al u
itzen
dkra
chte
n; d
aard
oor e
en h
oger
e in
ciden
tie v
an le
tsel
op
de
wer
kple
k en
een
gro
tere
kan
s op
ern
stig
e ve
rwon
ding
en.
Het o
ntbr
eken
van
spe
cifiek
bel
eid
voor
flex
wer
kers
in e
en la
nd
kan
erto
e le
iden
dat
er v
aker
spr
ake
is va
n ve
rmin
derd
wel
zijn
onde
r dez
e gr
oep.
Mism
atch
kan
een
ver
klar
ing
zijn
voor
de
hoge
re m
ate
van
inci-
dent
en e
n on
geva
llen
onde
r uitz
endk
rach
ten.
Ook
zijn
onb
eken
d-he
id m
et h
et in
lene
nde
bedr
ijf, g
ebre
k aa
n tra
inin
g en
geb
rekk
ige
com
mun
icatie
mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n. D
it zo
u oo
k he
t opd
oen
van
erva
ring
m.b
.t. v
eilig
heid
ver
hind
eren
.
De la
gere
duu
rzam
e in
zetb
aarh
eid
van
flexw
erke
rs w
ordt
ver
-kl
aard
doo
r geb
rek
aan
train
ing.
Voor
waa
rden
:-
Ontv
ange
n va
ak m
inde
r gez
ondh
eids
- en
vei
lighe
idst
rain
ing.
- Ui
tzen
dkra
chte
n he
bben
min
der t
oega
ng to
t aan
vulle
nde
train
ing.
- Ui
tzen
dkra
chte
n er
vare
n m
eer e
cono
misc
he d
ruk.
- La
gere
duu
rzam
e in
zetb
aarh
eid/
kans
en o
p de
arb
eids
mar
kt..
Verh
oudi
ngen
: -
Uitz
endk
rach
ten
hebb
en v
aker
te m
aken
met
geb
rekk
ige
com
mun
icatie
va
nuit
het i
nlen
ende
bed
rijf
Kauh
anen
(2
015)
, Fi
nlan
d
Tijde
lijke
con
tract
en
(onv
rijw
illig
).In
terv
iew
s m
et F
inse
w
erkn
emer
s in
de
leef
-tij
d va
n 15
-64
jaar
.
Inho
ud:
- Ve
rmin
derd
e au
tono
mie
.Ge
en v
erkl
arin
g ge
geve
n.
Voor
waa
rden
:-
Verm
inde
rde
ople
idin
gsm
ogel
ijkhe
den
en o
ntw
ikke
ling.
- Ve
rmin
derd
e ca
rrièr
emog
elijk
hede
n.-
Verm
inde
rde
loop
baan
ontw
ikke
ling
en g
roei
op
het w
erk.
- W
erko
nzek
erhe
id.
51
Kwan
titat
ief e
xter
n
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
flexi
-bi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Augu
sts-
son
(201
4),
Zwed
en
Uitz
endk
rach
ten.
121
inte
rvie
ws
met
ui
tzen
dkra
chte
n en
wer
k-ge
vers
, 7 u
itzen
dbur
eaus
, 10
inle
ners
in 7
sec
tore
n.
Inho
ud:
- La
gere
moe
ilijk
heid
sgra
ad e
n m
inde
r taa
kvar
iatie
(on
derg
esch
ikte
, rou
ti-ne
take
n, n
auw
geze
tte in
stru
ctie
s).
- M
inde
r wer
kple
kler
en.
Uitz
endk
rach
ten
erva
ren
een
lage
re m
oeili
jkhe
idsg
raad
, min
der
taak
varia
tie e
n da
ardo
or m
inde
r wer
kple
kler
en, d
oord
at z
ij pr
ecie
s ge
mat
cht w
orde
n op
de
taak
. Er z
itten
daa
rom
vaa
k ge
en
fact
oren
in d
e ui
tzen
dbaa
n di
e de
ont
wik
kelin
g va
n ni
euw
e va
ar-
digh
eden
ver
eise
n. D
e in
lene
nde
bedr
ijven
zijn
ook
nie
t ger
icht
op d
e on
twik
kelin
g va
n de
uitz
endk
rach
ten.
Ze
zien
hen
als
een
mid
del o
m w
erk
te v
erze
tten
en n
iet z
ozee
r als
pers
onen
die
zich
w
illen
en
kunn
en o
ntw
ikke
len.
Min
der z
egge
nsch
ap w
ordt
ver
klaa
rd d
oor h
et fe
it da
t inl
enen
de
bedr
ijven
ver
wac
hten
dat
de
uitz
endk
rach
ten
zich
alle
en ri
chte
n op
de
taak
waa
rvoo
r ze
zijn
inge
huur
d. O
ok w
illen
ze
niet
dat
ui
tzen
dkra
chte
n zic
h be
zigho
uden
met
de
orga
nisa
tie-o
mge
ving
.
Verh
oudi
ngen
:-
Min
der z
egge
nsch
ap (
invl
oed
op o
rgan
isatie
omst
andi
ghed
en).
- Be
hore
n to
t de
’zij-g
roep
’ (er
nie
t bij
hore
n).
Bena
ch
(201
4), I
nter
-na
tiona
al
Flex
ibel
e co
ntra
cten
di
vers
.Re
view
stud
ie n
aar e
pide
-m
iolo
gisc
h on
derz
oek
en
prec
air w
erk.
Inho
ud:
- M
inde
r ver
kreg
en in
form
atie
ove
r wer
k(om
gevi
ng).
- Ze
lden
ver
tege
nwoo
rdig
d in
gez
ondh
eids
- en
vei
lighe
idsc
omm
issie
s.
Inst
abili
teit
van
de w
erks
ituat
ie w
ordt
ver
klaa
rd d
oor e
en
obje
ctie
ve s
taat
van
baa
nonz
eker
heid
. Dez
e on
zeke
rhei
d lij
kt v
an
invl
oed
op d
e er
vare
n sle
chte
re a
rbei
dsom
stan
digh
eden
.
Het h
oger
e ris
ico o
p ar
beid
song
eval
len
wor
dt v
erkl
aard
doo
r ge
brek
aan
erv
arin
g do
or d
e ko
rte v
erbl
ijfsd
uur b
ij de
org
anisa
tie,
min
der v
eilig
heid
stra
inin
g en
sle
chte
re a
rbei
dsom
stan
digh
eden
da
n va
ste
med
ewer
kers
. Ook
kun
nen
de ty
pen
sect
oren
waa
r fle
xwer
kers
vak
er w
erke
n va
n in
vloe
d zij
n.
Omst
andi
ghed
en:
- Sl
echt
ere
arbe
idso
mst
andi
ghed
en (
niet
ver
der g
espe
cifice
erd)
, -
Verm
inde
rde
toeg
ang
tot v
eilig
heid
sapp
arat
uur.
- M
eer r
isico
op
arbe
idso
ngev
alle
n.
Voor
waa
rden
:-
Inst
abili
teit
van
de w
erks
ituat
ie.
- On
tvan
gen
min
der t
rain
ing
ter o
nder
steu
ning
van
uitv
oerin
g w
erkt
aken
.
Fole
y (2
014)
, Ve
reni
gde
Stat
en
Tijde
lijke
con
tract
en.
Liter
atuu
rrevi
ew e
n vr
agen
lijst
uitg
ezet
on
der d
e he
le p
opul
atie
w
erke
nden
de
Vere
nigd
e St
aten
.
Inho
ud:
- On
zeke
rhei
d ov
er d
e m
ate
van
cont
role
ove
r het
arb
eids
proc
es.
- Ho
gere
wer
kint
ensit
eit e
n -s
nelh
eid.
Geen
ver
klar
ing
gera
ppor
teer
d.
Omst
andi
ghed
en:
- M
inde
r ken
nis
over
de
wer
kom
gevi
ng.
- Gr
oter
e bl
oots
telli
ng a
an fy
sieke
gev
aren
.
Voor
waa
rden
: -
Onze
kerh
eid
over
de
mat
e va
n w
ette
lijke
bes
cher
min
g.-
Onze
kerh
eid
over
de
duur
van
het
die
nstv
erba
nd.
Verh
oudi
ngen
:-
Verm
inde
rde
med
ezeg
gens
chap
.-
Verm
inde
rde
mog
elijk
hede
n om
wer
kom
stan
digh
eden
te v
eran
dere
n.
Klei
n He
sse-
link
(201
4),
Nede
rland
Wer
knem
ers
zond
er
vast
con
tract
(tij
-de
lijke
, uitz
end
en
opro
ep)
en z
zp’e
rs.
Revi
ewst
udie
en
Euro
-pe
an W
orki
ng C
ondi
tions
Su
rvey
.
Omst
andi
ghed
en:
- Ve
rrich
ten
vaak
gev
aarli
jke
bane
n.-
Wer
ken
vaak
ond
er s
lech
tere
om
stan
digh
eden
.-
Voor
al u
itzen
dkra
chte
n; d
aard
oor e
en h
oger
e in
ciden
tie v
an le
tsel
op
de
wer
kple
k en
een
gro
tere
kan
s op
ern
stig
e ve
rwon
ding
en.
Het o
ntbr
eken
van
spe
cifiek
bel
eid
voor
flex
wer
kers
in e
en la
nd
kan
erto
e le
iden
dat
er v
aker
spr
ake
is va
n ve
rmin
derd
wel
zijn
onde
r dez
e gr
oep.
Mism
atch
kan
een
ver
klar
ing
zijn
voor
de
hoge
re m
ate
van
inci-
dent
en e
n on
geva
llen
onde
r uitz
endk
rach
ten.
Ook
zijn
onb
eken
d-he
id m
et h
et in
lene
nde
bedr
ijf, g
ebre
k aa
n tra
inin
g en
geb
rekk
ige
com
mun
icatie
mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n. D
it zo
u oo
k he
t opd
oen
van
erva
ring
m.b
.t. v
eilig
heid
ver
hind
eren
.
De la
gere
duu
rzam
e in
zetb
aarh
eid
van
flexw
erke
rs w
ordt
ver
-kl
aard
doo
r geb
rek
aan
train
ing.
Voor
waa
rden
:-
Ontv
ange
n va
ak m
inde
r gez
ondh
eids
- en
vei
lighe
idst
rain
ing.
- Ui
tzen
dkra
chte
n he
bben
min
der t
oega
ng to
t aan
vulle
nde
train
ing.
- Ui
tzen
dkra
chte
n er
vare
n m
eer e
cono
misc
he d
ruk.
- La
gere
duu
rzam
e in
zetb
aarh
eid/
kans
en o
p de
arb
eids
mar
kt..
Verh
oudi
ngen
: -
Uitz
endk
rach
ten
hebb
en v
aker
te m
aken
met
geb
rekk
ige
com
mun
icatie
va
nuit
het i
nlen
ende
bed
rijf
Kauh
anen
(2
015)
, Fi
nlan
d
Tijde
lijke
con
tract
en
(onv
rijw
illig
).In
terv
iew
s m
et F
inse
w
erkn
emer
s in
de
leef
-tij
d va
n 15
-64
jaar
.
Inho
ud:
- Ve
rmin
derd
e au
tono
mie
.Ge
en v
erkl
arin
g ge
geve
n.
Voor
waa
rden
:-
Verm
inde
rde
ople
idin
gsm
ogel
ijkhe
den
en o
ntw
ikke
ling.
- Ve
rmin
derd
e ca
rrièr
emog
elijk
hede
n.-
Verm
inde
rde
loop
baan
ontw
ikke
ling
en g
roei
op
het w
erk.
- W
erko
nzek
erhe
id.
52
Kwan
titat
ief e
xter
n
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
flexi
-bi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Bosm
ans
(201
6),
Belg
ië
Uitz
endk
rach
ten.
Sem
i-ges
truct
uree
rde
inte
rvie
ws
met
12
Belg
i-sc
he u
itzen
dkra
chte
n.
Inho
ud:
- Sa
ai, z
waa
r, vi
es w
erk.
- M
ogel
ijkhe
id o
m v
aard
ighe
den
te o
ntw
ikke
len
en e
rvar
inge
n op
te d
oen.
De a
fwiss
elin
g in
wer
kom
gevi
ng, c
olle
ga’s
en n
ieuw
e w
erkm
e-th
oden
is e
en v
erkl
arin
g vo
or d
e m
ogel
ijkhe
id o
m v
aard
ighe
den
te o
ntw
ikke
len
en e
rvar
inge
n op
te d
oen.
Aan
de a
nder
e ka
nt b
iede
n sa
ai w
erk
en m
inde
r toe
gang
tot
ople
idin
g ee
n ve
rkla
ring
voor
de
min
dere
loop
baan
ontw
ikke
ling.
Wer
kgev
ersv
eran
twoo
rdel
ijkhe
den
wor
den
heen
en
wee
r ges
cho-
ven
tuss
en u
itzen
dbur
eau
en in
lene
nd b
edrij
f. Di
t is
de v
erkl
arin
g vo
or h
et k
rijge
n va
n m
inde
r vrij
e da
gen.
De m
eest
e ui
tzen
dkra
chte
n he
bben
het
gev
oel d
at h
et u
itzen
d-w
erk
het e
nige
type
wer
k is
dat z
e ku
nnen
krij
gen.
Daa
rmee
vo
elen
zij
zich
mac
htel
oos
in h
et a
ccep
tere
n va
n de
sle
chte
re a
r-be
idsv
oorw
aard
en, -
inho
ud, -
omst
andi
ghed
en e
n -v
erho
udin
gen.
Omst
andi
ghed
en:
- Ge
en o
f wei
nig
pers
oonl
ijke
besc
herm
ings
mid
dele
n (o
f er z
elf v
oor
moe
ten
beta
len)
.
Voor
waa
rden
:-
Vrijh
eid
om v
an b
aan
te w
issel
en e
n om
een
‘pau
ze’ t
e ne
men
tuss
en
bane
n.-
‘Toeg
angs
poor
t’ na
ar e
en v
ast c
ontra
ct.
- M
inde
r sal
aris
en b
elon
inge
n da
n va
ste
krac
hten
.-
Slec
hter
e ar
beid
svoo
rwaa
rden
dan
vas
te k
rach
ten:
gee
n ou
ders
chap
sver
-lo
f, m
inde
r vrij
e da
gen
(en
min
der k
euze
in w
anne
er v
rij te
nem
en),
geen
re
cht o
p la
ngdu
rig v
erlo
f.-
Min
der s
ocia
le z
eker
heid
(la
gere
wer
kloo
shei
dsui
tker
ing)
dan
vas
te
krac
hten
.-
Min
der t
oega
ng to
t opl
eidi
ng e
n on
twik
kelin
g (t
rain
ing)
dan
vas
te k
rach
-te
n.-
Min
der l
oopb
aano
ntw
ikke
ling
dan
vast
e kr
acht
en.
Verh
oudi
ngen
:-
Afw
issel
ing
in c
olle
ga’s.
- On
tbre
ken
van
steu
n va
n de
wer
kgev
er.
- Re
spec
tloos
ged
rag
door
het
uitz
endb
urea
u.-
Belo
ftes
niet
nak
omen
doo
r het
uitz
endb
urea
u.-
Resp
ectlo
os e
n la
atdu
nken
d ge
drag
doo
r de
vast
e kr
acht
en v
an h
et
inle
nend
bed
rijf.
- Ve
rmin
derd
e ze
ggen
scha
p/m
acht
eloo
shei
d (o
nder
hand
elin
gsm
acht
via
bo
nden
).
Goud
swaa
rd
(201
6),
Nede
rland
Wer
knem
ers
met
ee
n tij
delij
k co
ntra
ct
en z
zp’e
rs v
ersu
s ui
tzen
dkra
chte
n en
op
- en
afro
epkr
ach-
ten.
Liter
atuu
rrevi
ew.
Inho
ud:
- Tij
delij
ke c
ontra
cten
en
zzp’e
rs e
rvar
en m
eer a
uton
omie
dan
and
ere
type
n fle
x.-
Tijde
lijke
con
tract
en e
n zz
p’ers
erv
aren
min
der w
erks
tress
.
- Zz
p’ers
erv
aren
min
der w
erkd
ruk.
- Zz
p’ers
heb
ben
geva
rieer
der w
erk.
- Ui
tzen
dkra
chte
n en
opr
oepk
rach
ten
hebb
en te
mak
en m
et m
inde
r uitd
a-gi
ng.
- Ui
tzen
dkra
chte
n en
opr
oepk
rach
ten
hebb
en te
mak
en m
et m
inde
r aut
o-no
mie
.
Zzp’e
rs h
ebbe
n va
ker z
waa
r wer
k do
or d
e se
ctor
en w
aarin
ze
wer
ken:
bou
w e
n la
ndbo
uw.
Uitz
endk
rach
ten
en o
proe
pkra
chte
n he
bben
min
der b
aan-
en
inko
men
szek
erhe
id o
mda
t wer
knem
ers
met
een
tijd
elijk
con
tract
en
hog
er o
pgel
eide
n hu
n fle
xibe
le c
ontra
ct v
aak
als
opst
ap n
aar
een
vast
con
tract
geb
ruik
en, t
erw
ijl u
itzen
dkra
chte
n en
oud
eren
hu
n fle
xibe
le b
aan
vake
r afw
issel
en m
et e
en u
itker
ing.
Omst
andi
ghed
en:
- Ui
tzen
dkra
chte
n en
op-
en
afro
epkr
acht
en d
oen
vake
r fys
iek
en p
sych
oso-
ciaal
bel
aste
nd w
erk
dan
wer
knem
ers
met
een
vas
t con
tract
. -
Zzp’e
rs h
ebbe
n va
ker t
e m
aken
met
zw
aar w
erk
(in h
et b
ijzon
der t
rille
n en
sch
udde
n).
Voor
waa
rden
:-
Uitz
endk
rach
ten
en o
proe
pkra
chte
n he
bben
min
der b
aan-
en
inko
men
s-ze
kerh
eid.
- Fl
exw
erke
rs (
tijde
lijk,
uitz
end
en o
proe
p) v
erdi
enen
min
der l
oon
dan
zzp’e
rs e
n va
ste
med
ewer
kers
.-
Zzp’e
rs m
oete
n ze
lf hu
n pe
nsio
en o
pbou
wen
en
will
en la
ter m
et p
ensio
en
dan
ande
re ty
pen
med
ewer
kers
.-
Zzp’e
rs z
ijn v
aak
niet
ver
zeke
rd te
gen
arbe
idso
nges
chik
thei
d.
Verh
oudi
ngen
:-
Uitz
endk
rach
ten
en o
proe
pkra
chte
n er
vare
n m
inde
r soc
iale
ste
un o
p he
t w
erk.
Ven
(201
6),
Nede
rland
Flex
ibel
e co
ntra
c-te
n ve
rsus
vas
te
cont
ract
en.
Vrag
enlij
ston
derz
oek
onde
r Ned
erla
ndse
w
erkn
emer
s va
n 15
-64
jaar
oud
en
Nede
rland
se
wer
kgev
ers.
Inho
ud:
- Ve
rmin
derd
e au
tono
mie
(ha
ngt s
amen
met
een
hog
ere
prod
uctiv
iteit,
in
tern
e en
ext
erne
mob
ilite
it, b
eter
e ge
zond
heid
, mee
r tev
rede
nhei
d en
be
vlog
enhe
id, m
inde
r bur
n-ou
tkla
chte
n).
- Ve
rmin
derd
e m
oeili
jkhe
idsg
raad
wer
k.
Een
uitle
g di
e de
aut
eurs
gev
en, i
s da
t wer
knem
ers
met
een
vas
t co
ntra
ct v
aker
man
zijn
met
uitd
agen
der w
erk.
Wer
knem
ers
met
ee
n fle
xibe
l con
tract
zijn
ove
r het
alg
emee
n jo
nger
en
hebb
en
min
der u
itdag
end
wer
k.
Voor
waa
rden
:-
Wei
nig
inte
rne
door
groe
imog
elijk
hede
n.
53
Kwan
titat
ief e
xter
n
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
flexi
-bi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Bosm
ans
(201
6),
Belg
ië
Uitz
endk
rach
ten.
Sem
i-ges
truct
uree
rde
inte
rvie
ws
met
12
Belg
i-sc
he u
itzen
dkra
chte
n.
Inho
ud:
- Sa
ai, z
waa
r, vi
es w
erk.
- M
ogel
ijkhe
id o
m v
aard
ighe
den
te o
ntw
ikke
len
en e
rvar
inge
n op
te d
oen.
De a
fwiss
elin
g in
wer
kom
gevi
ng, c
olle
ga’s
en n
ieuw
e w
erkm
e-th
oden
is e
en v
erkl
arin
g vo
or d
e m
ogel
ijkhe
id o
m v
aard
ighe
den
te o
ntw
ikke
len
en e
rvar
inge
n op
te d
oen.
Aan
de a
nder
e ka
nt b
iede
n sa
ai w
erk
en m
inde
r toe
gang
tot
ople
idin
g ee
n ve
rkla
ring
voor
de
min
dere
loop
baan
ontw
ikke
ling.
Wer
kgev
ersv
eran
twoo
rdel
ijkhe
den
wor
den
heen
en
wee
r ges
cho-
ven
tuss
en u
itzen
dbur
eau
en in
lene
nd b
edrij
f. Di
t is
de v
erkl
arin
g vo
or h
et k
rijge
n va
n m
inde
r vrij
e da
gen.
De m
eest
e ui
tzen
dkra
chte
n he
bben
het
gev
oel d
at h
et u
itzen
d-w
erk
het e
nige
type
wer
k is
dat z
e ku
nnen
krij
gen.
Daa
rmee
vo
elen
zij
zich
mac
htel
oos
in h
et a
ccep
tere
n va
n de
sle
chte
re a
r-be
idsv
oorw
aard
en, -
inho
ud, -
omst
andi
ghed
en e
n -v
erho
udin
gen.
Omst
andi
ghed
en:
- Ge
en o
f wei
nig
pers
oonl
ijke
besc
herm
ings
mid
dele
n (o
f er z
elf v
oor
moe
ten
beta
len)
.
Voor
waa
rden
:-
Vrijh
eid
om v
an b
aan
te w
issel
en e
n om
een
‘pau
ze’ t
e ne
men
tuss
en
bane
n.-
‘Toeg
angs
poor
t’ na
ar e
en v
ast c
ontra
ct.
- M
inde
r sal
aris
en b
elon
inge
n da
n va
ste
krac
hten
.-
Slec
hter
e ar
beid
svoo
rwaa
rden
dan
vas
te k
rach
ten:
gee
n ou
ders
chap
sver
-lo
f, m
inde
r vrij
e da
gen
(en
min
der k
euze
in w
anne
er v
rij te
nem
en),
geen
re
cht o
p la
ngdu
rig v
erlo
f.-
Min
der s
ocia
le z
eker
heid
(la
gere
wer
kloo
shei
dsui
tker
ing)
dan
vas
te
krac
hten
.-
Min
der t
oega
ng to
t opl
eidi
ng e
n on
twik
kelin
g (t
rain
ing)
dan
vas
te k
rach
-te
n.-
Min
der l
oopb
aano
ntw
ikke
ling
dan
vast
e kr
acht
en.
Verh
oudi
ngen
:-
Afw
issel
ing
in c
olle
ga’s.
- On
tbre
ken
van
steu
n va
n de
wer
kgev
er.
- Re
spec
tloos
ged
rag
door
het
uitz
endb
urea
u.-
Belo
ftes
niet
nak
omen
doo
r het
uitz
endb
urea
u.-
Resp
ectlo
os e
n la
atdu
nken
d ge
drag
doo
r de
vast
e kr
acht
en v
an h
et
inle
nend
bed
rijf.
- Ve
rmin
derd
e ze
ggen
scha
p/m
acht
eloo
shei
d (o
nder
hand
elin
gsm
acht
via
bo
nden
).
Goud
swaa
rd
(201
6),
Nede
rland
Wer
knem
ers
met
ee
n tij
delij
k co
ntra
ct
en z
zp’e
rs v
ersu
s ui
tzen
dkra
chte
n en
op
- en
afro
epkr
ach-
ten.
Liter
atuu
rrevi
ew.
Inho
ud:
- Tij
delij
ke c
ontra
cten
en
zzp’e
rs e
rvar
en m
eer a
uton
omie
dan
and
ere
type
n fle
x.-
Tijde
lijke
con
tract
en e
n zz
p’ers
erv
aren
min
der w
erks
tress
.
- Zz
p’ers
erv
aren
min
der w
erkd
ruk.
- Zz
p’ers
heb
ben
geva
rieer
der w
erk.
- Ui
tzen
dkra
chte
n en
opr
oepk
rach
ten
hebb
en te
mak
en m
et m
inde
r uitd
a-gi
ng.
- Ui
tzen
dkra
chte
n en
opr
oepk
rach
ten
hebb
en te
mak
en m
et m
inde
r aut
o-no
mie
.
Zzp’e
rs h
ebbe
n va
ker z
waa
r wer
k do
or d
e se
ctor
en w
aarin
ze
wer
ken:
bou
w e
n la
ndbo
uw.
Uitz
endk
rach
ten
en o
proe
pkra
chte
n he
bben
min
der b
aan-
en
inko
men
szek
erhe
id o
mda
t wer
knem
ers
met
een
tijd
elijk
con
tract
en
hog
er o
pgel
eide
n hu
n fle
xibe
le c
ontra
ct v
aak
als
opst
ap n
aar
een
vast
con
tract
geb
ruik
en, t
erw
ijl u
itzen
dkra
chte
n en
oud
eren
hu
n fle
xibe
le b
aan
vake
r afw
issel
en m
et e
en u
itker
ing.
Omst
andi
ghed
en:
- Ui
tzen
dkra
chte
n en
op-
en
afro
epkr
acht
en d
oen
vake
r fys
iek
en p
sych
oso-
ciaal
bel
aste
nd w
erk
dan
wer
knem
ers
met
een
vas
t con
tract
. -
Zzp’e
rs h
ebbe
n va
ker t
e m
aken
met
zw
aar w
erk
(in h
et b
ijzon
der t
rille
n en
sch
udde
n).
Voor
waa
rden
:-
Uitz
endk
rach
ten
en o
proe
pkra
chte
n he
bben
min
der b
aan-
en
inko
men
s-ze
kerh
eid.
- Fl
exw
erke
rs (
tijde
lijk,
uitz
end
en o
proe
p) v
erdi
enen
min
der l
oon
dan
zzp’e
rs e
n va
ste
med
ewer
kers
.-
Zzp’e
rs m
oete
n ze
lf hu
n pe
nsio
en o
pbou
wen
en
will
en la
ter m
et p
ensio
en
dan
ande
re ty
pen
med
ewer
kers
.-
Zzp’e
rs z
ijn v
aak
niet
ver
zeke
rd te
gen
arbe
idso
nges
chik
thei
d.
Verh
oudi
ngen
:-
Uitz
endk
rach
ten
en o
proe
pkra
chte
n er
vare
n m
inde
r soc
iale
ste
un o
p he
t w
erk.
Ven
(201
6),
Nede
rland
Flex
ibel
e co
ntra
c-te
n ve
rsus
vas
te
cont
ract
en.
Vrag
enlij
ston
derz
oek
onde
r Ned
erla
ndse
w
erkn
emer
s va
n 15
-64
jaar
oud
en
Nede
rland
se
wer
kgev
ers.
Inho
ud:
- Ve
rmin
derd
e au
tono
mie
(ha
ngt s
amen
met
een
hog
ere
prod
uctiv
iteit,
in
tern
e en
ext
erne
mob
ilite
it, b
eter
e ge
zond
heid
, mee
r tev
rede
nhei
d en
be
vlog
enhe
id, m
inde
r bur
n-ou
tkla
chte
n).
- Ve
rmin
derd
e m
oeili
jkhe
idsg
raad
wer
k.
Een
uitle
g di
e de
aut
eurs
gev
en, i
s da
t wer
knem
ers
met
een
vas
t co
ntra
ct v
aker
man
zijn
met
uitd
agen
der w
erk.
Wer
knem
ers
met
ee
n fle
xibe
l con
tract
zijn
ove
r het
alg
emee
n jo
nger
en
hebb
en
min
der u
itdag
end
wer
k.
Voor
waa
rden
:-
Wei
nig
inte
rne
door
groe
imog
elijk
hede
n.
54
Kwan
titat
ief e
xter
n
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
flexi
-bi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Beal
(20
17),
Zwed
enUi
tzen
dkra
chte
n.Ni
et g
espe
cifice
erd.
In
houd
: -
Gebr
ek a
an d
uide
lijkh
eid
wel
ke w
erkt
aken
zijn
opg
enom
en in
een
op
drac
ht.
- M
inde
r mog
elijk
hede
n om
dee
l te
nem
en a
an o
ntw
ikke
lings
proj
ecte
n.
- Fy
siek
zwaa
rder
e w
erkt
aken
.-
Mee
r stre
ssvo
l wer
k.
De a
uteu
rs g
even
aan
dat
de
vast
e kr
acht
en z
ich b
ij he
t toe
wijz
en
van
wer
ktak
en v
aak
ontd
oen
van
de z
waa
rste
fysie
ke ta
ken
en
deze
toew
ijzen
aan
de
uitz
endk
rach
ten.
Dit
leid
t vol
gens
het
on
derz
oek
tot e
en d
riem
aal h
oger
e ka
ns o
p ee
n be
roep
sger
ela-
teer
de z
iekt
e. H
ierb
ij w
ordt
wel
aan
gege
ven
dat d
e ‘b
lue-
colla
r w
orke
rs’ d
it er
vare
n ve
rsus
de
‘whi
te-c
olla
r wor
kers
’, di
e ge
en
vers
chil
aang
even
ten
opzic
hte
van
de v
aste
med
ewer
kers
.
De a
uteu
rs g
even
aan
dat
de
uitz
endk
rach
ten
geen
trai
ning
kr
ijgen
, zod
at w
erkn
emer
s zo
sne
l mog
elijk
win
stge
vend
zijn
voo
r de
org
anisa
tie.
Voor
waa
rden
: -
Mee
r baa
nonz
eker
heid
.-
Geen
trai
ning
in d
e w
erkt
aken
.-
Verm
inde
rde
mog
elijk
hede
n vo
or o
ntw
ikke
ling.
Ray
(201
7),
Vere
nigd
e St
aten
Zzp’e
rs/n
ul-
uren
cont
ract
en/
uitz
endk
rach
ten/
ge
deta
chee
rden
.
Gene
ral S
ocia
l Sur
vey
(GSS
) in
200
2, 2
006,
20
10 e
n 20
14. N
atio
naal
re
pres
enta
tief c
ross
-sec
ti-on
ele
enqu
ête
van
Ame-
rikaa
nse
huish
oude
ns.
Er is
gek
eken
naa
r de
wer
kend
en in
de
Qual
ity
of W
orki
ng L
ife-m
odul
e va
n de
enq
uête
.
Inho
ud:
- Ve
rgel
ijkin
g tu
ssen
de
type
n w
erkn
emer
s:
Zzp’e
rs:
- Ho
ogst
e m
ate
van
auto
nom
ie.
- La
agst
e ta
akei
sen
(sne
l wer
ken)
.-
Lage
erv
aren
wer
kdru
k.
Nul-u
renc
ontra
cten
:-
Laag
ste
taak
eise
n (s
nel w
erke
n).
- La
gere
mat
e va
n au
tono
mie
.-
Lage
erv
aren
wer
kdru
k.
Uitz
endk
rach
ten:
- Ve
ruit
de la
agst
e m
ate
van
auto
nom
ie.
- Ho
ogst
e ta
akei
sen
(sne
l wer
ken)
.-
Hoge
wer
kdru
k.
Gede
tach
eerd
en:
- Ho
ge m
ate
van
auto
nom
ie.
- La
ge w
erkd
ruk.
De la
ge e
rvar
en w
erkd
ruk
bij z
zp’e
rs e
n ge
deta
chee
rden
wor
dt
verk
laar
d do
or d
e ho
ge m
ate
van
auto
nom
ie. D
e la
ge e
rvar
en
wer
kdru
k bi
j nul
-ure
ncon
tract
en w
ordt
ver
klaa
rd d
oor d
e la
ge
taak
eise
n.
Omst
andi
ghed
en:
Uitz
endk
rach
ten:
- La
agst
e ge
zond
e en
vei
lige
wer
kom
stan
digh
eden
.
Zzp’e
rs:
- Ho
ogst
e ge
zond
e en
vei
lige
wer
kom
stan
digh
eden
.
Voor
waa
rden
:
Uitz
endk
rach
ten:
- La
ge s
ocia
le z
eker
heid
.-
Min
der g
oede
sec
unda
ire a
rbei
dsvo
orw
aard
en.
Alge
mee
n:-
Geen
ver
schi
llend
e tu
ssen
type
n w
erkn
emer
s in
leer
mog
elijk
hede
n.
Verh
oudi
ngen
:-
Geen
ver
schi
llend
e tu
ssen
type
n w
erkn
emer
s in
ste
un le
idin
ggev
ende
en
hulp
van
col
lega
’s.
55
Kwan
titat
ief e
xter
n
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
flexi
-bi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Beal
(20
17),
Zwed
enUi
tzen
dkra
chte
n.Ni
et g
espe
cifice
erd.
In
houd
: -
Gebr
ek a
an d
uide
lijkh
eid
wel
ke w
erkt
aken
zijn
opg
enom
en in
een
op
drac
ht.
- M
inde
r mog
elijk
hede
n om
dee
l te
nem
en a
an o
ntw
ikke
lings
proj
ecte
n.
- Fy
siek
zwaa
rder
e w
erkt
aken
.-
Mee
r stre
ssvo
l wer
k.
De a
uteu
rs g
even
aan
dat
de
vast
e kr
acht
en z
ich b
ij he
t toe
wijz
en
van
wer
ktak
en v
aak
ontd
oen
van
de z
waa
rste
fysie
ke ta
ken
en
deze
toew
ijzen
aan
de
uitz
endk
rach
ten.
Dit
leid
t vol
gens
het
on
derz
oek
tot e
en d
riem
aal h
oger
e ka
ns o
p ee
n be
roep
sger
ela-
teer
de z
iekt
e. H
ierb
ij w
ordt
wel
aan
gege
ven
dat d
e ‘b
lue-
colla
r w
orke
rs’ d
it er
vare
n ve
rsus
de
‘whi
te-c
olla
r wor
kers
’, di
e ge
en
vers
chil
aang
even
ten
opzic
hte
van
de v
aste
med
ewer
kers
.
De a
uteu
rs g
even
aan
dat
de
uitz
endk
rach
ten
geen
trai
ning
kr
ijgen
, zod
at w
erkn
emer
s zo
sne
l mog
elijk
win
stge
vend
zijn
voo
r de
org
anisa
tie.
Voor
waa
rden
: -
Mee
r baa
nonz
eker
heid
.-
Geen
trai
ning
in d
e w
erkt
aken
.-
Verm
inde
rde
mog
elijk
hede
n vo
or o
ntw
ikke
ling.
Ray
(201
7),
Vere
nigd
e St
aten
Zzp’e
rs/n
ul-
uren
cont
ract
en/
uitz
endk
rach
ten/
ge
deta
chee
rden
.
Gene
ral S
ocia
l Sur
vey
(GSS
) in
200
2, 2
006,
20
10 e
n 20
14. N
atio
naal
re
pres
enta
tief c
ross
-sec
ti-on
ele
enqu
ête
van
Ame-
rikaa
nse
huish
oude
ns.
Er is
gek
eken
naa
r de
wer
kend
en in
de
Qual
ity
of W
orki
ng L
ife-m
odul
e va
n de
enq
uête
.
Inho
ud:
- Ve
rgel
ijkin
g tu
ssen
de
type
n w
erkn
emer
s:
Zzp’e
rs:
- Ho
ogst
e m
ate
van
auto
nom
ie.
- La
agst
e ta
akei
sen
(sne
l wer
ken)
.-
Lage
erv
aren
wer
kdru
k.
Nul-u
renc
ontra
cten
:-
Laag
ste
taak
eise
n (s
nel w
erke
n).
- La
gere
mat
e va
n au
tono
mie
.-
Lage
erv
aren
wer
kdru
k.
Uitz
endk
rach
ten:
- Ve
ruit
de la
agst
e m
ate
van
auto
nom
ie.
- Ho
ogst
e ta
akei
sen
(sne
l wer
ken)
.-
Hoge
wer
kdru
k.
Gede
tach
eerd
en:
- Ho
ge m
ate
van
auto
nom
ie.
- La
ge w
erkd
ruk.
De la
ge e
rvar
en w
erkd
ruk
bij z
zp’e
rs e
n ge
deta
chee
rden
wor
dt
verk
laar
d do
or d
e ho
ge m
ate
van
auto
nom
ie. D
e la
ge e
rvar
en
wer
kdru
k bi
j nul
-ure
ncon
tract
en w
ordt
ver
klaa
rd d
oor d
e la
ge
taak
eise
n.
Omst
andi
ghed
en:
Uitz
endk
rach
ten:
- La
agst
e ge
zond
e en
vei
lige
wer
kom
stan
digh
eden
.
Zzp’e
rs:
- Ho
ogst
e ge
zond
e en
vei
lige
wer
kom
stan
digh
eden
.
Voor
waa
rden
:
Uitz
endk
rach
ten:
- La
ge s
ocia
le z
eker
heid
.-
Min
der g
oede
sec
unda
ire a
rbei
dsvo
orw
aard
en.
Alge
mee
n:-
Geen
ver
schi
llend
e tu
ssen
type
n w
erkn
emer
s in
leer
mog
elijk
hede
n.
Verh
oudi
ngen
:-
Geen
ver
schi
llend
e tu
ssen
type
n w
erkn
emer
s in
ste
un le
idin
ggev
ende
en
hulp
van
col
lega
’s.
56
Kwan
titat
ief i
nter
n
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
-flex
i-bi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Deel
tijdc
ontr
acte
n
Mac
Derm
id (
2001
), Ve
reni
gde
Stat
enDe
eltij
dwer
k.In
terv
iew
s m
et 7
8 vr
ou-
wel
ijke
man
ager
s m
et e
en
deel
tijdc
ontra
ct e
n hu
n le
idin
ggev
ende
n, c
olle
ga’s,
HR
M-m
edew
erke
rs e
n pa
rtner
s.
Inho
ud:
- M
inde
r int
eres
sant
e, z
ichtb
are
of s
timul
eren
de o
pdra
chte
n.-
Min
der k
ans
op s
omm
ige
wer
kopd
rach
ten.
-
(Min
der)
hog
e w
erkd
ruk.
De re
spon
dent
en ra
ppor
teer
den
dat z
e zic
h m
inde
r moe
voe
lden
, cr
eatie
ver e
n ‘fr
isser
’. Oo
k hu
n le
idin
ggev
ende
n ga
ven
aan
dat d
e pr
esta
tie v
an d
e re
spon
dent
en g
elijk
was
geb
leve
n of
zel
fs w
as
gest
egen
. And
ere
resp
onde
nten
gav
en a
an d
at z
e ee
n ho
gere
w
erkd
ruk
erva
arde
n. G
egev
en v
erkl
arin
gen
zijn
dat d
e ho
evee
lhei
d w
erk
moe
ilijk
te c
ontro
lere
n is,
de
resp
onde
nten
gee
n gr
enze
n aa
n ko
nden
gev
en, o
f de
resp
onde
nten
gee
n ba
lans
kon
vin
den
tuss
en
wer
k en
vrij
e tij
d. A
nder
e ge
noem
de re
dene
n zij
n he
t kw
ijt ra
ken
van
de d
agen
, ove
rlade
n w
orde
n do
or w
erk
door
de
wer
kgev
er e
n te
uitd
agen
de w
erkt
aken
.
Veel
van
de
resp
onde
nten
en
betro
kken
en g
eloo
fden
dat
wan
neer
ze
wee
r ter
ugke
erde
n na
ar fu
lltim
ewer
k ze
hun
loop
baan
ontw
ikke
-lin
g w
eer k
onde
n he
rvat
ten.
De re
spon
dent
en g
aven
aan
dat
het
wer
ken
in d
eelti
jd h
et m
ee-
doen
met
soc
iale
wer
kact
ivite
iten
en n
etw
erke
n be
moe
ilijk
te. D
e re
spon
dent
en g
aven
aan
dat
ze
het i
dee
hadd
en d
at e
r and
ers
naar
he
n w
erd
geke
ken;
ze
voel
den
zich
er n
iet b
ij ho
ren.
Daa
rnaa
st
gave
n ze
aan
dat
col
lega
’s hu
n w
erks
chem
a’s b
leve
n ve
rget
en.
Voor
waa
rden
: -
Verm
inde
rde
loop
baan
ontw
ikke
ling
(neg
atie
f effe
ct is
tege
n te
gaa
n al
s de
wer
knem
er z
ich m
eer r
icht o
p ‘p
rote
an c
aree
r’ (=
doo
r ver
schi
llend
e (w
erk)
erva
ringe
n zic
h on
twik
kele
n op
pe
rsoo
nlijk
vla
k).
- Ve
rmin
derd
e m
ogel
ijkhe
den
om w
erkd
ruk
te v
erm
inde
ren.
Verh
oudi
ngen
:-
Verm
inde
rde
rela
tie m
et c
olle
ga’s.
McD
onal
d (2
009)
, Au
stra
liëDe
eltij
dwer
k.In
terv
iew
s m
et 4
0 w
erk-
nem
ers
wer
kzaa
m b
ij ee
n Au
stra
lisch
ove
rhei
dsbu
reau
.
Inho
ud:
- W
erkt
aken
van
lage
r pro
fiel.
- Ve
rhoo
gde
wer
kint
ensit
eit.
In h
et a
rtike
l wer
d ge
rapp
orte
erd
dat d
eelti
jdm
edew
erke
rs ta
ken
kreg
en to
ebed
eeld
met
min
der k
rapp
e de
adlin
es, o
nreg
elm
atig
kl
antc
onta
ct, k
lein
ere
klan
ten,
min
der g
rote
pro
ject
en e
n la
gere
ve
rwac
htin
gen.
De
rede
nen
die
wor
den
gege
ven
voor
de
gesc
hikt
-he
id v
an ta
ken
voor
dee
ltijd
med
ewer
kers
heb
ben
in d
e ee
rste
pl
aats
te m
aken
met
de
perc
eptie
van
de
klan
t en
ten
twee
de m
et
verw
acht
inge
n en
tijd
sche
ma’s
van
de
wer
kgev
er.
De v
erho
ogde
wer
kint
ensit
eit w
erd
toeg
esch
reve
n aa
n he
t fei
t dat
fu
nctie
s m
et g
rote
re v
eran
twoo
rdel
ijkhe
id v
aste
, onv
eran
derli
jke
entit
eite
n w
aren
. De
pers
oon
had
de v
eran
twoo
rdel
ijkhe
id o
m d
e ta
ken
van
de fu
nctie
te v
ervu
llen
binn
en re
delij
ke ti
jdsm
arge
s. He
t ge
volg
was
dat
som
mig
e w
erkn
emer
s di
e in
dee
ltijd
wer
kten
een
ve
rhoo
gde
wer
kint
ensit
eit e
rvaa
rden
.
In h
et a
rtike
l gav
en w
erkn
emer
s un
anie
m a
an d
at d
eelti
jdm
ede-
wer
kers
nie
t de
mog
elijk
heid
zou
den
moe
ten
hebb
en o
m h
oger
e fu
nctie
s te
bet
rekk
en, m
et n
ame
als
deze
func
ties
betre
kkin
g ha
d-de
n op
het
toez
icht h
oude
n op
and
er p
erso
neel
en/
of m
anag
e-m
entv
eran
twoo
rdel
ijkhe
den.
Die
hog
ere
func
ties
wer
den
geac
ht e
en
cons
isten
te e
n vo
lledi
ge b
esch
ikba
arhe
id te
ver
eise
n om
ond
erst
eu-
ning
te b
iede
n, e
-mai
ls te
bea
ntw
oord
en, t
e re
ager
en, r
esul
tate
n te
be
reik
en e
n vr
agen
te b
eant
woo
rden
.
In h
et a
rtike
l rap
porte
ren
wer
knem
ers
dat f
ullti
mew
erke
n al
s no
rm w
erd
besc
houw
d, w
aard
oor h
et m
anag
emen
t het
toez
icht
houd
en o
p he
t dee
ltijd
sper
sone
el a
ls di
srup
tief b
esch
ouw
de. D
it be
ïnvl
oedd
e de
rela
tie tu
ssen
wer
knem
er e
n le
idin
ggev
ende
. Dez
e no
rm h
eeft
ook
invl
oed
op d
e sa
men
wer
king
tuss
en m
edew
erke
rs.
Colle
ga’s
van
deel
tijdm
edew
erke
rs g
aven
aan
dat
ze
‘moe
ilijk
war
en
om m
ee te
wer
ken’
en
‘ona
ttent
war
en’.
Ook
wer
den
er g
rapp
en
gem
aakt
ove
r hun
afw
ezig
heid
.
Voor
waa
rden
:-
Verm
inde
rde
(fina
ncië
le)
groe
imog
elijk
hede
n (p
rom
otie
kan-
sen)
.
Verh
oudi
ngen
:-
Verm
inde
rde
socia
le s
teun
van
col
lega
’s.-
Verm
inde
rde
steu
n va
n le
idin
ggev
ende
.
Russ
ell (
2009
), Ie
rland
Deel
tijdw
erk.
Natio
naal
vra
genl
ijsto
nder
-zo
ek o
nder
wer
knem
ers
in
Ierla
nd.
Inho
ud:
- M
inde
r aut
onom
ie.
Geen
ver
klar
ing
gege
ven.
Omst
andi
ghed
en:
- La
gere
erv
aren
wer
kdru
k.
Voor
waa
rden
:-
Lage
re e
rvar
en w
erk-
priv
écon
flict
.-
Min
der k
ans
op le
idin
ggev
ende
func
ties.
57
Kwan
titat
ief i
nter
n
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
-flex
i-bi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Deel
tijdc
ontr
acte
n
Mac
Derm
id (
2001
), Ve
reni
gde
Stat
enDe
eltij
dwer
k.In
terv
iew
s m
et 7
8 vr
ou-
wel
ijke
man
ager
s m
et e
en
deel
tijdc
ontra
ct e
n hu
n le
idin
ggev
ende
n, c
olle
ga’s,
HR
M-m
edew
erke
rs e
n pa
rtner
s.
Inho
ud:
- M
inde
r int
eres
sant
e, z
ichtb
are
of s
timul
eren
de o
pdra
chte
n.-
Min
der k
ans
op s
omm
ige
wer
kopd
rach
ten.
-
(Min
der)
hog
e w
erkd
ruk.
De re
spon
dent
en ra
ppor
teer
den
dat z
e zic
h m
inde
r moe
voe
lden
, cr
eatie
ver e
n ‘fr
isser
’. Oo
k hu
n le
idin
ggev
ende
n ga
ven
aan
dat d
e pr
esta
tie v
an d
e re
spon
dent
en g
elijk
was
geb
leve
n of
zel
fs w
as
gest
egen
. And
ere
resp
onde
nten
gav
en a
an d
at z
e ee
n ho
gere
w
erkd
ruk
erva
arde
n. G
egev
en v
erkl
arin
gen
zijn
dat d
e ho
evee
lhei
d w
erk
moe
ilijk
te c
ontro
lere
n is,
de
resp
onde
nten
gee
n gr
enze
n aa
n ko
nden
gev
en, o
f de
resp
onde
nten
gee
n ba
lans
kon
vin
den
tuss
en
wer
k en
vrij
e tij
d. A
nder
e ge
noem
de re
dene
n zij
n he
t kw
ijt ra
ken
van
de d
agen
, ove
rlade
n w
orde
n do
or w
erk
door
de
wer
kgev
er e
n te
uitd
agen
de w
erkt
aken
.
Veel
van
de
resp
onde
nten
en
betro
kken
en g
eloo
fden
dat
wan
neer
ze
wee
r ter
ugke
erde
n na
ar fu
lltim
ewer
k ze
hun
loop
baan
ontw
ikke
-lin
g w
eer k
onde
n he
rvat
ten.
De re
spon
dent
en g
aven
aan
dat
het
wer
ken
in d
eelti
jd h
et m
ee-
doen
met
soc
iale
wer
kact
ivite
iten
en n
etw
erke
n be
moe
ilijk
te. D
e re
spon
dent
en g
aven
aan
dat
ze
het i
dee
hadd
en d
at e
r and
ers
naar
he
n w
erd
geke
ken;
ze
voel
den
zich
er n
iet b
ij ho
ren.
Daa
rnaa
st
gave
n ze
aan
dat
col
lega
’s hu
n w
erks
chem
a’s b
leve
n ve
rget
en.
Voor
waa
rden
: -
Verm
inde
rde
loop
baan
ontw
ikke
ling
(neg
atie
f effe
ct is
tege
n te
gaa
n al
s de
wer
knem
er z
ich m
eer r
icht o
p ‘p
rote
an c
aree
r’ (=
doo
r ver
schi
llend
e (w
erk)
erva
ringe
n zic
h on
twik
kele
n op
pe
rsoo
nlijk
vla
k).
- Ve
rmin
derd
e m
ogel
ijkhe
den
om w
erkd
ruk
te v
erm
inde
ren.
Verh
oudi
ngen
:-
Verm
inde
rde
rela
tie m
et c
olle
ga’s.
McD
onal
d (2
009)
, Au
stra
liëDe
eltij
dwer
k.In
terv
iew
s m
et 4
0 w
erk-
nem
ers
wer
kzaa
m b
ij ee
n Au
stra
lisch
ove
rhei
dsbu
reau
.
Inho
ud:
- W
erkt
aken
van
lage
r pro
fiel.
- Ve
rhoo
gde
wer
kint
ensit
eit.
In h
et a
rtike
l wer
d ge
rapp
orte
erd
dat d
eelti
jdm
edew
erke
rs ta
ken
kreg
en to
ebed
eeld
met
min
der k
rapp
e de
adlin
es, o
nreg
elm
atig
kl
antc
onta
ct, k
lein
ere
klan
ten,
min
der g
rote
pro
ject
en e
n la
gere
ve
rwac
htin
gen.
De
rede
nen
die
wor
den
gege
ven
voor
de
gesc
hikt
-he
id v
an ta
ken
voor
dee
ltijd
med
ewer
kers
heb
ben
in d
e ee
rste
pl
aats
te m
aken
met
de
perc
eptie
van
de
klan
t en
ten
twee
de m
et
verw
acht
inge
n en
tijd
sche
ma’s
van
de
wer
kgev
er.
De v
erho
ogde
wer
kint
ensit
eit w
erd
toeg
esch
reve
n aa
n he
t fei
t dat
fu
nctie
s m
et g
rote
re v
eran
twoo
rdel
ijkhe
id v
aste
, onv
eran
derli
jke
entit
eite
n w
aren
. De
pers
oon
had
de v
eran
twoo
rdel
ijkhe
id o
m d
e ta
ken
van
de fu
nctie
te v
ervu
llen
binn
en re
delij
ke ti
jdsm
arge
s. He
t ge
volg
was
dat
som
mig
e w
erkn
emer
s di
e in
dee
ltijd
wer
kten
een
ve
rhoo
gde
wer
kint
ensit
eit e
rvaa
rden
.
In h
et a
rtike
l gav
en w
erkn
emer
s un
anie
m a
an d
at d
eelti
jdm
ede-
wer
kers
nie
t de
mog
elijk
heid
zou
den
moe
ten
hebb
en o
m h
oger
e fu
nctie
s te
bet
rekk
en, m
et n
ame
als
deze
func
ties
betre
kkin
g ha
d-de
n op
het
toez
icht h
oude
n op
and
er p
erso
neel
en/
of m
anag
e-m
entv
eran
twoo
rdel
ijkhe
den.
Die
hog
ere
func
ties
wer
den
geac
ht e
en
cons
isten
te e
n vo
lledi
ge b
esch
ikba
arhe
id te
ver
eise
n om
ond
erst
eu-
ning
te b
iede
n, e
-mai
ls te
bea
ntw
oord
en, t
e re
ager
en, r
esul
tate
n te
be
reik
en e
n vr
agen
te b
eant
woo
rden
.
In h
et a
rtike
l rap
porte
ren
wer
knem
ers
dat f
ullti
mew
erke
n al
s no
rm w
erd
besc
houw
d, w
aard
oor h
et m
anag
emen
t het
toez
icht
houd
en o
p he
t dee
ltijd
sper
sone
el a
ls di
srup
tief b
esch
ouw
de. D
it be
ïnvl
oedd
e de
rela
tie tu
ssen
wer
knem
er e
n le
idin
ggev
ende
. Dez
e no
rm h
eeft
ook
invl
oed
op d
e sa
men
wer
king
tuss
en m
edew
erke
rs.
Colle
ga’s
van
deel
tijdm
edew
erke
rs g
aven
aan
dat
ze
‘moe
ilijk
war
en
om m
ee te
wer
ken’
en
‘ona
ttent
war
en’.
Ook
wer
den
er g
rapp
en
gem
aakt
ove
r hun
afw
ezig
heid
.
Voor
waa
rden
:-
Verm
inde
rde
(fina
ncië
le)
groe
imog
elijk
hede
n (p
rom
otie
kan-
sen)
.
Verh
oudi
ngen
:-
Verm
inde
rde
socia
le s
teun
van
col
lega
’s.-
Verm
inde
rde
steu
n va
n le
idin
ggev
ende
.
Russ
ell (
2009
), Ie
rland
Deel
tijdw
erk.
Natio
naal
vra
genl
ijsto
nder
-zo
ek o
nder
wer
knem
ers
in
Ierla
nd.
Inho
ud:
- M
inde
r aut
onom
ie.
Geen
ver
klar
ing
gege
ven.
Omst
andi
ghed
en:
- La
gere
erv
aren
wer
kdru
k.
Voor
waa
rden
:-
Lage
re e
rvar
en w
erk-
priv
écon
flict
.-
Min
der k
ans
op le
idin
ggev
ende
func
ties.
58
Kwan
titat
ief i
nter
n
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
-flex
i-bi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Barto
ll (2
014)
, EU
Deel
tijdw
erk
(refe
rent
iegr
oep:
fu
lltim
ewer
k).
Man
nen
(7.9
21)
en v
rouw
en
(8.8
20)
van
16-6
4 ja
ar o
ud
uit E
U di
e pa
rttim
e (5
-19u
of
20-3
0u)
of fu
lltim
e (3
1-40
u)
wer
ken.
Inho
ud:
- M
anne
n di
e m
inde
r ure
n w
erkt
en e
rvaa
rden
min
der c
ontro
le
in h
et w
erk.
Barto
ll (2
014)
con
clud
eert
dat h
oew
el d
eelti
jdw
erk
wor
dt g
eas-
socie
erd
met
sle
chte
re w
erko
mst
andi
ghed
en, d
it ni
et le
idt t
ot
syst
emat
isch
lage
re w
erkt
evre
denh
eid
of e
en n
egat
ieve
invl
oed
van
wer
k op
de
fysie
ke o
f men
tale
gez
ondh
eid.
De
ond
erzo
eker
s st
elle
n da
t dez
e ‘p
artti
me
para
dox’
kan
wor
den
verk
laar
d do
or d
e w
issel
wer
king
tuss
en (
ongu
nstig
e) a
rbei
dsom
-st
andi
ghed
en, d
e ar
beid
sinde
ling
tuss
en d
e se
ksen
en
pers
oonl
ijke
voor
keur
en/s
ocia
le n
orm
en d
ie z
ijn in
gebe
d in
de
vers
chill
ende
la
nden
.
Omst
andi
ghed
en:
- De
eltij
dwer
k is
geas
socie
erd
met
sle
chte
re w
erko
mst
andi
g-he
den
dan
fullt
imew
erk.
-
Vrou
wen
met
dee
ltijd
wer
k ha
dden
lage
re w
erke
isen.
Nie
t ge
spec
ifice
erd
of d
it ne
gatie
f of p
ositi
ef is
.-
Man
nen
in S
cand
inav
ië e
n in
Ned
erla
nd m
et d
e m
inst
e w
erku
ren
hadd
en d
e la
agst
e w
erke
isen,
man
nen
in ‘C
onti-
nent
al E
urop
e’ d
ie 5
-19
uur w
erke
n er
vaar
den
de h
oogs
te
wer
keise
n.
Voor
waa
rden
: -
Deel
tijdw
erke
rs h
adde
n va
ak e
en ti
jdel
ijk c
ontra
ct e
n ve
rmin
-de
rde
kans
op
prom
otie
.
Verh
oudi
ngen
: -
Vrou
wen
die
min
der u
ren
wer
kten
erv
aard
en m
inde
r soc
iale
st
eun
van
colle
ga’s.
Kauh
anen
(20
15),
Finl
and
Deel
tijdw
erk
(onv
rij-
will
ig).
Inte
rvie
ws
met
Fin
se w
erk-
nem
ers
in d
e le
eftij
d va
n 15
-64
jaar
.
Inho
ud:
- Ve
rmin
derd
e au
tono
mie
.Ge
en v
erkl
arin
g ge
geve
n.
Voor
waa
rden
:-
Verm
inde
rde
ople
idin
gsm
ogel
ijkhe
den
en o
ntw
ikke
ling.
- Ve
rmin
derd
e ca
rrièr
emog
elijk
hede
n.-
Verm
inde
rde
loop
baan
ontw
ikke
ling
en g
roei
op
het w
erk.
- W
erko
nzek
erhe
id.
Cham
bel (
2017
), Po
rtuga
lDe
eltij
dwer
k.Ve
rgel
ijkin
g va
n pa
rttim
e en
fu
lltim
e w
erkn
emer
s.In
houd
:-
Min
der e
rvar
en a
uton
omie
in w
erk.
Geen
ver
klar
ing
gege
ven.
Voor
waa
rden
:-
Min
der w
erk-
priv
écon
flict
.
Euro
pean
Com
mu-
nitie
s (2
007)
, EU
Deel
tijdw
erk.
Vrag
enlij
st u
itgez
et in
21
lan-
den
bij b
edrij
ven
met
mee
r da
n 10
wer
knem
ers.
Voor
waa
rden
:-
Guns
tig v
oor a
fste
mm
ing
met
priv
élev
en.
- Ve
rmin
derd
e lo
opba
anon
twik
kelin
g.
Geen
ver
klar
ing
gege
ven.
Flex
ibel
e w
erkt
ijden
Glas
s (2
004)
, Am
erik
aFl
exib
el ro
oste
ren
en
deel
tijdw
erk.
Coho
rt va
n vr
ouw
en 7
jaar
na
hun
beva
lling
.Vo
orw
aard
en:
- Ne
gatie
f effe
ct o
p lo
ongr
oei o
ver d
e tij
d.Gl
ass
(200
4) g
eeft
aan
dat s
omm
ige
vrou
wen
spe
cifiek
een
baa
n ki
ezen
van
weg
e de
mog
elijk
heid
van
dee
ltijd
wer
k, w
at h
un g
roei
in
loon
kan
bep
erke
n.
Kauf
feld
(20
04),
Duits
land
Flex
ibel
e w
erkt
ijden
.M
etin
g va
n al
le 1
8 w
erkn
e-m
ers
in tw
ee h
oofd
vest
igin
-ge
n, d
ie 2
,5 ja
ar w
erke
n m
et
het n
ieuw
e w
erkt
ijdon
twer
p.
De c
ontro
legr
oep
omva
tte
15 w
erkn
emer
s va
n tw
ee
vers
chill
ende
, maa
r ver
ge-
lijkb
are
loka
le a
fdel
inge
n di
e ni
et w
erke
n m
et d
e ni
euw
e w
erkt
ijd.
Inho
ud:
- M
inde
r fou
ten
in u
itvoe
ring
wer
k.
- Ho
gere
wer
kkw
alite
it.-
Lage
r abs
ente
ïsm
e.-
Mee
r aut
onom
ie.
- M
eer l
eerm
ogel
ijkhe
den.
De a
uteu
rs g
even
als
verk
larin
g da
t de
flexi
bele
wer
ktijd
en z
owel
de
wer
keise
n al
s de
aut
onom
ie v
erho
gen
van
het J
ob-D
eman
d-Co
ntro
l-mod
el v
an K
aras
ek (
1979
). In
de
cont
ext v
an h
et JD
C-m
odel
be
teke
nt d
it da
t het
wer
k ac
tieve
r is
gew
orde
n, w
at v
eron
ders
teld
w
ordt
de
mot
ivat
ie, b
etro
kken
heid
, lee
rmog
elijk
hede
n en
per
soon
-lij
ke g
roei
van
med
ewer
kers
pos
itief
te b
eïnv
loed
en.
Omst
andi
ghed
en:
- To
egen
omen
arb
eids
satis
fact
ie.
Voor
waa
rden
:-
Bete
re p
lann
ing
voor
wer
k en
vrij
e tij
d.
Verh
oudi
ngen
: -
Bete
re s
amen
wer
king
met
col
lega
’s.-
Verb
eter
de re
latie
met
leid
ingg
even
de.
Küm
mer
ling
(200
7), D
uits
land
Niet
-sta
ndaa
rd
wer
kure
n (w
eeke
nd,
nach
t).
Vrag
enlij
st u
itgez
et in
21
lan-
den
bij b
edrij
ven
met
mee
r da
n 10
wer
knem
ers.
Voor
waa
rden
:-
Extra
sal
aris.
Een
verk
larin
g va
n de
aut
eurs
is d
at h
et b
eken
d is
dat w
erke
n ge
du-
rend
e de
nac
ht e
n in
het
wee
kend
op
varia
bele
tijd
en e
en s
erie
uze
impa
ct h
eeft
op w
erk-
priv
ébal
ans.
Om d
it te
com
pens
eren
, krij
gen
wer
knem
ers
extra
sal
aris
voor
dez
e w
erku
ren.
59
Kwan
titat
ief i
nter
n
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
-flex
i-bi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Barto
ll (2
014)
, EU
Deel
tijdw
erk
(refe
rent
iegr
oep:
fu
lltim
ewer
k).
Man
nen
(7.9
21)
en v
rouw
en
(8.8
20)
van
16-6
4 ja
ar o
ud
uit E
U di
e pa
rttim
e (5
-19u
of
20-3
0u)
of fu
lltim
e (3
1-40
u)
wer
ken.
Inho
ud:
- M
anne
n di
e m
inde
r ure
n w
erkt
en e
rvaa
rden
min
der c
ontro
le
in h
et w
erk.
Barto
ll (2
014)
con
clud
eert
dat h
oew
el d
eelti
jdw
erk
wor
dt g
eas-
socie
erd
met
sle
chte
re w
erko
mst
andi
ghed
en, d
it ni
et le
idt t
ot
syst
emat
isch
lage
re w
erkt
evre
denh
eid
of e
en n
egat
ieve
invl
oed
van
wer
k op
de
fysie
ke o
f men
tale
gez
ondh
eid.
De
ond
erzo
eker
s st
elle
n da
t dez
e ‘p
artti
me
para
dox’
kan
wor
den
verk
laar
d do
or d
e w
issel
wer
king
tuss
en (
ongu
nstig
e) a
rbei
dsom
-st
andi
ghed
en, d
e ar
beid
sinde
ling
tuss
en d
e se
ksen
en
pers
oonl
ijke
voor
keur
en/s
ocia
le n
orm
en d
ie z
ijn in
gebe
d in
de
vers
chill
ende
la
nden
.
Omst
andi
ghed
en:
- De
eltij
dwer
k is
geas
socie
erd
met
sle
chte
re w
erko
mst
andi
g-he
den
dan
fullt
imew
erk.
-
Vrou
wen
met
dee
ltijd
wer
k ha
dden
lage
re w
erke
isen.
Nie
t ge
spec
ifice
erd
of d
it ne
gatie
f of p
ositi
ef is
.-
Man
nen
in S
cand
inav
ië e
n in
Ned
erla
nd m
et d
e m
inst
e w
erku
ren
hadd
en d
e la
agst
e w
erke
isen,
man
nen
in ‘C
onti-
nent
al E
urop
e’ d
ie 5
-19
uur w
erke
n er
vaar
den
de h
oogs
te
wer
keise
n.
Voor
waa
rden
: -
Deel
tijdw
erke
rs h
adde
n va
ak e
en ti
jdel
ijk c
ontra
ct e
n ve
rmin
-de
rde
kans
op
prom
otie
.
Verh
oudi
ngen
: -
Vrou
wen
die
min
der u
ren
wer
kten
erv
aard
en m
inde
r soc
iale
st
eun
van
colle
ga’s.
Kauh
anen
(20
15),
Finl
and
Deel
tijdw
erk
(onv
rij-
will
ig).
Inte
rvie
ws
met
Fin
se w
erk-
nem
ers
in d
e le
eftij
d va
n 15
-64
jaar
.
Inho
ud:
- Ve
rmin
derd
e au
tono
mie
.Ge
en v
erkl
arin
g ge
geve
n.
Voor
waa
rden
:-
Verm
inde
rde
ople
idin
gsm
ogel
ijkhe
den
en o
ntw
ikke
ling.
- Ve
rmin
derd
e ca
rrièr
emog
elijk
hede
n.-
Verm
inde
rde
loop
baan
ontw
ikke
ling
en g
roei
op
het w
erk.
- W
erko
nzek
erhe
id.
Cham
bel (
2017
), Po
rtuga
lDe
eltij
dwer
k.Ve
rgel
ijkin
g va
n pa
rttim
e en
fu
lltim
e w
erkn
emer
s.In
houd
:-
Min
der e
rvar
en a
uton
omie
in w
erk.
Geen
ver
klar
ing
gege
ven.
Voor
waa
rden
:-
Min
der w
erk-
priv
écon
flict
.
Euro
pean
Com
mu-
nitie
s (2
007)
, EU
Deel
tijdw
erk.
Vrag
enlij
st u
itgez
et in
21
lan-
den
bij b
edrij
ven
met
mee
r da
n 10
wer
knem
ers.
Voor
waa
rden
:-
Guns
tig v
oor a
fste
mm
ing
met
priv
élev
en.
- Ve
rmin
derd
e lo
opba
anon
twik
kelin
g.
Geen
ver
klar
ing
gege
ven.
Flex
ibel
e w
erkt
ijden
Glas
s (2
004)
, Am
erik
aFl
exib
el ro
oste
ren
en
deel
tijdw
erk.
Coho
rt va
n vr
ouw
en 7
jaar
na
hun
beva
lling
.Vo
orw
aard
en:
- Ne
gatie
f effe
ct o
p lo
ongr
oei o
ver d
e tij
d.Gl
ass
(200
4) g
eeft
aan
dat s
omm
ige
vrou
wen
spe
cifiek
een
baa
n ki
ezen
van
weg
e de
mog
elijk
heid
van
dee
ltijd
wer
k, w
at h
un g
roei
in
loon
kan
bep
erke
n.
Kauf
feld
(20
04),
Duits
land
Flex
ibel
e w
erkt
ijden
.M
etin
g va
n al
le 1
8 w
erkn
e-m
ers
in tw
ee h
oofd
vest
igin
-ge
n, d
ie 2
,5 ja
ar w
erke
n m
et
het n
ieuw
e w
erkt
ijdon
twer
p.
De c
ontro
legr
oep
omva
tte
15 w
erkn
emer
s va
n tw
ee
vers
chill
ende
, maa
r ver
ge-
lijkb
are
loka
le a
fdel
inge
n di
e ni
et w
erke
n m
et d
e ni
euw
e w
erkt
ijd.
Inho
ud:
- M
inde
r fou
ten
in u
itvoe
ring
wer
k.
- Ho
gere
wer
kkw
alite
it.-
Lage
r abs
ente
ïsm
e.-
Mee
r aut
onom
ie.
- M
eer l
eerm
ogel
ijkhe
den.
De a
uteu
rs g
even
als
verk
larin
g da
t de
flexi
bele
wer
ktijd
en z
owel
de
wer
keise
n al
s de
aut
onom
ie v
erho
gen
van
het J
ob-D
eman
d-Co
ntro
l-mod
el v
an K
aras
ek (
1979
). In
de
cont
ext v
an h
et JD
C-m
odel
be
teke
nt d
it da
t het
wer
k ac
tieve
r is
gew
orde
n, w
at v
eron
ders
teld
w
ordt
de
mot
ivat
ie, b
etro
kken
heid
, lee
rmog
elijk
hede
n en
per
soon
-lij
ke g
roei
van
med
ewer
kers
pos
itief
te b
eïnv
loed
en.
Omst
andi
ghed
en:
- To
egen
omen
arb
eids
satis
fact
ie.
Voor
waa
rden
:-
Bete
re p
lann
ing
voor
wer
k en
vrij
e tij
d.
Verh
oudi
ngen
: -
Bete
re s
amen
wer
king
met
col
lega
’s.-
Verb
eter
de re
latie
met
leid
ingg
even
de.
Küm
mer
ling
(200
7), D
uits
land
Niet
-sta
ndaa
rd
wer
kure
n (w
eeke
nd,
nach
t).
Vrag
enlij
st u
itgez
et in
21
lan-
den
bij b
edrij
ven
met
mee
r da
n 10
wer
knem
ers.
Voor
waa
rden
:-
Extra
sal
aris.
Een
verk
larin
g va
n de
aut
eurs
is d
at h
et b
eken
d is
dat w
erke
n ge
du-
rend
e de
nac
ht e
n in
het
wee
kend
op
varia
bele
tijd
en e
en s
erie
uze
impa
ct h
eeft
op w
erk-
priv
ébal
ans.
Om d
it te
com
pens
eren
, krij
gen
wer
knem
ers
extra
sal
aris
voor
dez
e w
erku
ren.
60
Kwal
itatie
f int
ern
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
-fle
xibi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Bred
e in
zetb
aarh
eid
Burk
e (2
000)
, Ve
reni
gde
Stat
enW
erkr
otat
ie.
Wer
knem
ers,
geen
spe
cifica
tie
gege
vens
.In
houd
:-
Ontw
ikke
lings
mog
elijk
hede
n/w
erkp
lekl
eren
.Bu
rke
(200
0) ra
ppor
teer
t dat
er d
oor v
ersc
hille
nde
take
n m
eer
ontw
ikke
lings
mog
elijk
hede
n zij
n/w
erkp
lekl
eren
pla
atsv
indt
.
Kuije
r (20
04),
Nede
rland
Wer
krot
atie
.Vu
ilnism
anne
n di
e ro
tere
n tu
ssen
vr
acht
wag
en b
estu
ren
en v
uiln
is op
hale
n.
Omst
andi
ghed
en:
- Ve
rgel
eken
met
alle
en v
uiln
is op
hale
n ve
rmin
dert
de
fysie
ke b
elas
ting,
ver
gele
ken
met
vra
chtw
agen
bes
ture
n ne
emt d
e fy
sieke
bel
astin
g to
e.
- Ve
rgel
eken
met
alle
en v
rach
twag
en b
estu
ren
neem
t de
men
tale
bel
astin
g af
.
Geen
ver
klar
ing
gege
ven.
Crea
ger (
2007
), Ve
reni
gde
Stat
enW
erkr
otat
ie.
Niet
gen
otee
rd.
Inho
ud:
- On
twik
kelm
ogel
ijkhe
den
in h
et w
erk.
Geen
ver
klar
ing
gege
ven.
de O
livei
ra S
ato
(200
9), B
razil
iëJo
brot
atie
, mul
ti-fu
nctio
nele
jobs
.W
erkn
emer
s va
n éé
n sp
ecifi
eke
orga
nisa
tie w
aar j
obro
tatie
wor
dt
toeg
epas
t om
aan
doen
inge
n aa
n he
t bew
egin
gsap
para
at te
voo
rko-
men
/ver
min
dere
n.
Inho
ud:
- M
eer t
aakv
aria
tie.
Geen
ver
klar
ing
gege
ven.
Omst
andi
ghed
en-
Varia
bilit
eit t
usse
n ta
ken
in fy
sieke
bel
astin
g.
Leid
er (
2015
), Ne
derla
ndW
erkr
otat
ie.
Inte
rvie
ws
met
wer
knem
ers
met
ee
n ho
ge k
ans
op a
ando
enin
-ge
n va
n he
t bew
egin
gsap
para
at
(tim
mer
liede
n, s
trate
nmak
ers,
schi
lder
s).
Inho
ud:
- Au
tono
mie
/bes
lisbe
voeg
dhei
d va
n de
wer
knem
er e
n he
t te
am v
an w
erkn
emer
s.
Geen
ver
klar
ing
gege
ven.
Omst
andi
ghed
en:
- M
inde
r zw
are
fysie
ke w
erko
mst
andi
ghed
en.
- Ge
brek
aan
var
iatie
in p
roje
cten
/opd
rach
ten
voor
wer
kne-
mer
s.
Voor
waa
rden
:-
Gelij
kwaa
rdig
e va
ardi
ghei
d va
n w
erkn
emer
s, ve
elzij
dige
op-
leid
ing,
trai
ning
in ta
ken
die
buite
n ta
akom
schr
ijvin
g va
llen.
- Ge
brek
aan
taak
kenn
is bi
nnen
func
tiebe
schr
ijvin
g.
Flex
ibel
e lo
catie
s
Di M
artin
o, (
2001
), Zw
itser
land
Tele
wer
ken.
Uite
enze
tting
lite
ratu
ur.
Inho
ud:
- M
eer p
reca
ir w
erk.
- To
egen
omen
wer
kstre
ss.
- Ri
sico
op h
et v
erlie
s va
n on
twik
kelin
g in
kw
alite
iten.
- Af
geno
men
wer
kstre
ss.
- M
eer a
uton
omie
in te
rmen
van
wer
korg
anisa
tie e
n -ti
jden
.
Er is
in d
e st
udie
gee
n ve
rkla
ring
gera
ppor
teer
d. W
el g
eeft
de a
uteu
r aan
dat
de
posit
ieve
en
nega
tieve
asp
ecte
n el
kaar
sp
iege
len.
De
best
e op
loss
ing
is ni
et v
astg
este
ld, m
aar s
taat
gr
oten
deel
s op
en v
oor d
e in
tera
ctie
tuss
en d
e be
trokk
en p
artij
en.
Omst
andi
ghed
en:
- M
inde
r ges
chik
te w
erko
mge
ving
.-
Bete
re w
erko
mge
ving
.
Voor
waa
rden
:-
Min
der o
nder
steu
ning
voo
r per
soon
lijke
ont
wik
kelin
g.-
Bepe
rkin
gen
in p
rivél
even
.-
Over
lap
tuss
en w
erkt
ijd e
n vr
ije ti
jd.
- Af
nam
e vr
ije ti
jd.
- Ve
rmin
derd
e w
erkz
eker
heid
.-
Mee
r ona
fhan
kelij
khei
d.-
Min
der r
eist
ijd (
wat
kos
ten
en s
tress
ver
min
dert)
.-
Bete
re b
alan
s tu
ssen
wer
k en
priv
é.-
Mee
r tijd
voo
r priv
éact
ivite
iten/
fam
ilie.
- To
egen
omen
kan
sen
op w
erk.
- Ve
rhoo
gde
kwal
ifica
tie.
Verh
oudi
ngen
: -
Socia
le is
olat
ie.
61
Kwal
itatie
f int
ern
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
-fle
xibi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Bred
e in
zetb
aarh
eid
Burk
e (2
000)
, Ve
reni
gde
Stat
enW
erkr
otat
ie.
Wer
knem
ers,
geen
spe
cifica
tie
gege
vens
.In
houd
:-
Ontw
ikke
lings
mog
elijk
hede
n/w
erkp
lekl
eren
.Bu
rke
(200
0) ra
ppor
teer
t dat
er d
oor v
ersc
hille
nde
take
n m
eer
ontw
ikke
lings
mog
elijk
hede
n zij
n/w
erkp
lekl
eren
pla
atsv
indt
.
Kuije
r (20
04),
Nede
rland
Wer
krot
atie
.Vu
ilnism
anne
n di
e ro
tere
n tu
ssen
vr
acht
wag
en b
estu
ren
en v
uiln
is op
hale
n.
Omst
andi
ghed
en:
- Ve
rgel
eken
met
alle
en v
uiln
is op
hale
n ve
rmin
dert
de
fysie
ke b
elas
ting,
ver
gele
ken
met
vra
chtw
agen
bes
ture
n ne
emt d
e fy
sieke
bel
astin
g to
e.
- Ve
rgel
eken
met
alle
en v
rach
twag
en b
estu
ren
neem
t de
men
tale
bel
astin
g af
.
Geen
ver
klar
ing
gege
ven.
Crea
ger (
2007
), Ve
reni
gde
Stat
enW
erkr
otat
ie.
Niet
gen
otee
rd.
Inho
ud:
- On
twik
kelm
ogel
ijkhe
den
in h
et w
erk.
Geen
ver
klar
ing
gege
ven.
de O
livei
ra S
ato
(200
9), B
razil
iëJo
brot
atie
, mul
ti-fu
nctio
nele
jobs
.W
erkn
emer
s va
n éé
n sp
ecifi
eke
orga
nisa
tie w
aar j
obro
tatie
wor
dt
toeg
epas
t om
aan
doen
inge
n aa
n he
t bew
egin
gsap
para
at te
voo
rko-
men
/ver
min
dere
n.
Inho
ud:
- M
eer t
aakv
aria
tie.
Geen
ver
klar
ing
gege
ven.
Omst
andi
ghed
en-
Varia
bilit
eit t
usse
n ta
ken
in fy
sieke
bel
astin
g.
Leid
er (
2015
), Ne
derla
ndW
erkr
otat
ie.
Inte
rvie
ws
met
wer
knem
ers
met
ee
n ho
ge k
ans
op a
ando
enin
-ge
n va
n he
t bew
egin
gsap
para
at
(tim
mer
liede
n, s
trate
nmak
ers,
schi
lder
s).
Inho
ud:
- Au
tono
mie
/bes
lisbe
voeg
dhei
d va
n de
wer
knem
er e
n he
t te
am v
an w
erkn
emer
s.
Geen
ver
klar
ing
gege
ven.
Omst
andi
ghed
en:
- M
inde
r zw
are
fysie
ke w
erko
mst
andi
ghed
en.
- Ge
brek
aan
var
iatie
in p
roje
cten
/opd
rach
ten
voor
wer
kne-
mer
s.
Voor
waa
rden
:-
Gelij
kwaa
rdig
e va
ardi
ghei
d va
n w
erkn
emer
s, ve
elzij
dige
op-
leid
ing,
trai
ning
in ta
ken
die
buite
n ta
akom
schr
ijvin
g va
llen.
- Ge
brek
aan
taak
kenn
is bi
nnen
func
tiebe
schr
ijvin
g.
Flex
ibel
e lo
catie
s
Di M
artin
o, (
2001
), Zw
itser
land
Tele
wer
ken.
Uite
enze
tting
lite
ratu
ur.
Inho
ud:
- M
eer p
reca
ir w
erk.
- To
egen
omen
wer
kstre
ss.
- Ri
sico
op h
et v
erlie
s va
n on
twik
kelin
g in
kw
alite
iten.
- Af
geno
men
wer
kstre
ss.
- M
eer a
uton
omie
in te
rmen
van
wer
korg
anisa
tie e
n -ti
jden
.
Er is
in d
e st
udie
gee
n ve
rkla
ring
gera
ppor
teer
d. W
el g
eeft
de a
uteu
r aan
dat
de
posit
ieve
en
nega
tieve
asp
ecte
n el
kaar
sp
iege
len.
De
best
e op
loss
ing
is ni
et v
astg
este
ld, m
aar s
taat
gr
oten
deel
s op
en v
oor d
e in
tera
ctie
tuss
en d
e be
trokk
en p
artij
en.
Omst
andi
ghed
en:
- M
inde
r ges
chik
te w
erko
mge
ving
.-
Bete
re w
erko
mge
ving
.
Voor
waa
rden
:-
Min
der o
nder
steu
ning
voo
r per
soon
lijke
ont
wik
kelin
g.-
Bepe
rkin
gen
in p
rivél
even
.-
Over
lap
tuss
en w
erkt
ijd e
n vr
ije ti
jd.
- Af
nam
e vr
ije ti
jd.
- Ve
rmin
derd
e w
erkz
eker
heid
.-
Mee
r ona
fhan
kelij
khei
d.-
Min
der r
eist
ijd (
wat
kos
ten
en s
tress
ver
min
dert)
.-
Bete
re b
alan
s tu
ssen
wer
k en
priv
é.-
Mee
r tijd
voo
r priv
éact
ivite
iten/
fam
ilie.
- To
egen
omen
kan
sen
op w
erk.
- Ve
rhoo
gde
kwal
ifica
tie.
Verh
oudi
ngen
: -
Socia
le is
olat
ie.
62
Kwal
itatie
f int
ern
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
-fle
xibi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Brico
ut (
2004
), Ve
reni
gde
Stat
enTe
lew
erke
n.Re
view
naa
r het
geb
ruik
van
tele
-w
erk
om d
e te
rugk
eer n
aar w
erk
van
wer
knem
ers
met
rugg
engr
aat-
lets
el te
facil
itere
n.
Inho
ud:
- Te
lew
erk
verm
inde
rt ve
el R
TW-b
arriè
res
voor
per
sone
n m
et
rugg
engr
aatle
tsel
, waa
rond
er w
erke
isen.
- Te
lew
erke
n om
vat o
ver h
et a
lgem
een
mee
r ken
nis-
of
info
rmat
ie-g
ebas
eerd
wer
k.-
Mee
r aut
onom
ie.
Omst
andi
ghed
en:
- Te
lew
erk
verm
inde
rt ve
el R
TW-b
arriè
res
voor
per
sone
n m
et
rugg
engr
aatle
tsel
, waa
rond
er fl
exib
ele
onde
rste
unin
g.-
Verm
inde
rde
eise
n aa
n re
pres
enta
tivite
it.
Voor
waa
rden
:-
Tele
wer
k ve
rmin
dert
veel
RTW
-bar
rière
s vo
or p
erso
nen
met
ru
ggen
graa
tlets
el, w
aaro
nder
mob
ilite
itsbe
perk
inge
n.-
Besp
arin
g in
tijd
en
moe
ite.
- M
ogel
ijkhe
den
voor
loop
baan
lere
n en
gro
ei.
- No
odza
ak v
oor h
oge
nive
aus
van
zelfd
iscip
line
en m
otiv
atie
.-
Flex
ibili
teit;
tele
wer
ken
bied
t de
mog
elijk
heid
om
op
een
zelfg
ekoz
en m
omen
t het
wer
k ui
t te
voer
en.
Verh
oudi
ngen
: -
Tele
wer
k ve
rmin
dert
veel
RTW
-bar
rière
s vo
or p
erso
nen
met
ru
ggen
graa
tlets
el, w
aaro
nder
bia
s va
n de
wer
kgev
er.
- Gr
oter
gem
eens
chap
sgev
oel.
- So
ciale
en
prof
essio
nele
isol
atie
.
De g
egev
en u
itleg
voo
r mob
ilite
itsbe
perk
inge
n is
dat t
huisw
er-
ken
de b
elem
mer
ing
van
de w
oon-
wer
kver
plaa
tsin
g w
egne
emt.
Een
verk
larin
g vo
or b
ias
van
de w
erkg
ever
die
de
aute
urs
note
-re
n, is
dat
het
ver
wijd
eren
van
de
wer
knem
er m
et ru
ggen
graa
t-le
tsel
van
de
wer
kple
k, d
e op
uite
rlijk
geb
asee
rde
voor
oord
elen
vo
orko
mt.
Een
van
de m
eest
gen
oem
de re
dene
n vo
or w
erkg
ever
s vo
or
tele
wer
ken
is om
hoo
gopg
elei
de w
erkn
emer
s te
beh
oude
n. D
it ve
rkla
art v
olge
ns d
e au
teur
s de
wer
kinh
oud
die
mee
r ken
nisg
e-ba
seer
d is.
Glas
s (2
004)
, Ve
reni
gde
Stat
enTe
leco
mm
utin
g.Co
hort
van
vrou
wen
7 ja
ar n
a hu
n be
valli
ng.
Voor
waa
rden
:-
Nega
tief e
ffect
op
loon
groe
i ove
r de
tijd.
Glas
s (2
004)
gee
ft aa
n da
t som
mig
e vr
ouw
en s
pecifi
ek e
en b
aan
kiez
en v
anw
ege
de m
ogel
ijkhe
id v
an te
leco
mm
utin
g, w
at h
un
groe
i in
loon
kan
bep
erke
n.
Horn
ung
(200
9),
Duits
land
Thui
swer
ken.
Vrag
enlij
st a
fgen
omen
bij
1008
w
erkn
emer
s.In
houd
:-
Toeg
enom
en a
uton
omie
, wat
kw
alite
it va
n le
ven
posit
ief
beïn
vloe
dt.
Voor
dele
n va
n th
uisw
erke
n lig
gen
in d
e to
egen
omen
vrij
heid
in
de
uitv
oerin
g va
n he
t wer
k en
dit
in b
alan
s ho
uden
met
het
pr
ivél
even
. Dit
wor
dt b
eïnv
loed
doo
r het
feit
dat d
e ke
uze
voor
th
uisw
erke
n vr
ijwill
ig is
, de
wer
knem
er h
ier z
elf e
en b
eslis
sing
over
kan
nem
en e
n ze
lfbes
chik
king
ove
r tijd
hee
ft.
Voor
waa
rden
:-
Toeg
enom
en w
erk-
priv
ébal
ans,
wat
kw
alite
it va
n le
ven
posit
ief b
eïnv
loed
t.
Pete
rs (
2009
), Ne
derla
ndTe
lew
erke
n.Vr
agen
lijst
afg
enom
en b
ij 80
7 Ne
derla
ndse
wer
knem
ers.
Inho
ud:
- Vr
ouw
elijk
e w
erkn
emer
s er
vaar
den
toeg
enom
en c
ontro
le
in w
erk.
De a
uteu
rs g
even
als
verk
larin
g da
t wer
knem
ers
door
tele
wer
-ke
n be
ter a
an d
e ei
sen
van
thui
s ku
nnen
vol
doen
, wat
de
kans
op
wer
k-pr
ivéc
onfli
cten
ver
min
dert.
Voor
waa
rden
: -
Wer
knem
ers
met
min
der w
erku
ren
(12-
24 u
ur)
die
tele
wer
-ke
n, e
rvaa
rden
een
bet
ere
wer
k-pr
ivéb
alan
s; w
erkn
emer
s m
et m
eer w
erku
ren
(25-
35)
erva
arde
n ge
en b
eter
e w
erk-
priv
ébal
ans.
Russ
ell (
2009
), Ie
rland
Thui
swer
ken.
Natio
naal
vra
genl
ijsto
nder
zoek
on
der w
erkn
emer
s in
Ierla
nd.
Inho
ud:
- Ho
gere
erv
aren
wer
kdru
k.De
aut
eurs
gev
en d
iver
se v
erkl
arin
gen
voor
de
erva
ren
hoge
re
wer
kdru
k en
wer
k-pr
ivéc
onfli
cten
. De
eer
ste
is da
t thu
iswer
ken
een
uitb
reid
ing
van
wer
ktijd
is,
bijv.
voo
r ove
rwer
k of
uitb
reid
ing
van
wer
ktijd
doo
r tec
hnol
ogie
(te
lefo
ontje
s, e-
mai
ls). E
en tw
eede
mog
elijk
heid
is d
at w
erke
n va
nuit
huis,
ong
each
t de
wer
ktijd
, lei
dt to
t een
gro
tere
inbr
euk
op h
et g
ezin
sleve
n en
dus
leid
t tot
mee
r con
flict
en tu
ssen
wer
k en
gez
in.
Voor
waa
rden
:-
Hoge
re e
rvar
en w
erk-
priv
écon
flict
en.
Mor
gans
on (2
010)
, Ve
reni
gde
Stat
enTe
lew
erke
n.Vr
agen
lijst
afg
enom
en b
ij 57
8 w
erkn
emer
s w
erkz
aam
op
kan-
toor
, loc
atie
kla
nt, t
elew
erkl
ocat
ie,
thui
s.
Voor
waa
rden
:-
Wer
knem
ers
op k
anto
or e
n th
uis
rapp
orte
erde
n ge
lijkw
aar-
dige
wer
k-pr
ivéb
alan
s.
De a
uteu
rs ra
ppor
tere
n da
t de
resu
ltate
n im
plice
ren
dat w
aar
wer
knem
ers
het m
eren
deel
van
hun
wer
kdag
aan
tijd
bes
tede
n hu
n re
latie
met
hun
wer
kgev
er b
eïnv
loed
t wat
het
ver
schi
l in
uitk
omst
en v
erkl
aart.
Verh
oudi
ngen
: -
Wer
knem
ers
op k
anto
or ra
ppor
teer
den
de h
oogs
te le
vels
van
socia
le in
clus
ie.
63
Kwal
itatie
f int
ern
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
-fle
xibi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Brico
ut (
2004
), Ve
reni
gde
Stat
enTe
lew
erke
n.Re
view
naa
r het
geb
ruik
van
tele
-w
erk
om d
e te
rugk
eer n
aar w
erk
van
wer
knem
ers
met
rugg
engr
aat-
lets
el te
facil
itere
n.
Inho
ud:
- Te
lew
erk
verm
inde
rt ve
el R
TW-b
arriè
res
voor
per
sone
n m
et
rugg
engr
aatle
tsel
, waa
rond
er w
erke
isen.
- Te
lew
erke
n om
vat o
ver h
et a
lgem
een
mee
r ken
nis-
of
info
rmat
ie-g
ebas
eerd
wer
k.-
Mee
r aut
onom
ie.
Omst
andi
ghed
en:
- Te
lew
erk
verm
inde
rt ve
el R
TW-b
arriè
res
voor
per
sone
n m
et
rugg
engr
aatle
tsel
, waa
rond
er fl
exib
ele
onde
rste
unin
g.-
Verm
inde
rde
eise
n aa
n re
pres
enta
tivite
it.
Voor
waa
rden
:-
Tele
wer
k ve
rmin
dert
veel
RTW
-bar
rière
s vo
or p
erso
nen
met
ru
ggen
graa
tlets
el, w
aaro
nder
mob
ilite
itsbe
perk
inge
n.-
Besp
arin
g in
tijd
en
moe
ite.
- M
ogel
ijkhe
den
voor
loop
baan
lere
n en
gro
ei.
- No
odza
ak v
oor h
oge
nive
aus
van
zelfd
iscip
line
en m
otiv
atie
.-
Flex
ibili
teit;
tele
wer
ken
bied
t de
mog
elijk
heid
om
op
een
zelfg
ekoz
en m
omen
t het
wer
k ui
t te
voer
en.
Verh
oudi
ngen
: -
Tele
wer
k ve
rmin
dert
veel
RTW
-bar
rière
s vo
or p
erso
nen
met
ru
ggen
graa
tlets
el, w
aaro
nder
bia
s va
n de
wer
kgev
er.
- Gr
oter
gem
eens
chap
sgev
oel.
- So
ciale
en
prof
essio
nele
isol
atie
.
De g
egev
en u
itleg
voo
r mob
ilite
itsbe
perk
inge
n is
dat t
huisw
er-
ken
de b
elem
mer
ing
van
de w
oon-
wer
kver
plaa
tsin
g w
egne
emt.
Een
verk
larin
g vo
or b
ias
van
de w
erkg
ever
die
de
aute
urs
note
-re
n, is
dat
het
ver
wijd
eren
van
de
wer
knem
er m
et ru
ggen
graa
t-le
tsel
van
de
wer
kple
k, d
e op
uite
rlijk
geb
asee
rde
voor
oord
elen
vo
orko
mt.
Een
van
de m
eest
gen
oem
de re
dene
n vo
or w
erkg
ever
s vo
or
tele
wer
ken
is om
hoo
gopg
elei
de w
erkn
emer
s te
beh
oude
n. D
it ve
rkla
art v
olge
ns d
e au
teur
s de
wer
kinh
oud
die
mee
r ken
nisg
e-ba
seer
d is.
Glas
s (2
004)
, Ve
reni
gde
Stat
enTe
leco
mm
utin
g.Co
hort
van
vrou
wen
7 ja
ar n
a hu
n be
valli
ng.
Voor
waa
rden
:-
Nega
tief e
ffect
op
loon
groe
i ove
r de
tijd.
Glas
s (2
004)
gee
ft aa
n da
t som
mig
e vr
ouw
en s
pecifi
ek e
en b
aan
kiez
en v
anw
ege
de m
ogel
ijkhe
id v
an te
leco
mm
utin
g, w
at h
un
groe
i in
loon
kan
bep
erke
n.
Horn
ung
(200
9),
Duits
land
Thui
swer
ken.
Vrag
enlij
st a
fgen
omen
bij
1008
w
erkn
emer
s.In
houd
:-
Toeg
enom
en a
uton
omie
, wat
kw
alite
it va
n le
ven
posit
ief
beïn
vloe
dt.
Voor
dele
n va
n th
uisw
erke
n lig
gen
in d
e to
egen
omen
vrij
heid
in
de
uitv
oerin
g va
n he
t wer
k en
dit
in b
alan
s ho
uden
met
het
pr
ivél
even
. Dit
wor
dt b
eïnv
loed
doo
r het
feit
dat d
e ke
uze
voor
th
uisw
erke
n vr
ijwill
ig is
, de
wer
knem
er h
ier z
elf e
en b
eslis
sing
over
kan
nem
en e
n ze
lfbes
chik
king
ove
r tijd
hee
ft.
Voor
waa
rden
:-
Toeg
enom
en w
erk-
priv
ébal
ans,
wat
kw
alite
it va
n le
ven
posit
ief b
eïnv
loed
t.
Pete
rs (
2009
), Ne
derla
ndTe
lew
erke
n.Vr
agen
lijst
afg
enom
en b
ij 80
7 Ne
derla
ndse
wer
knem
ers.
Inho
ud:
- Vr
ouw
elijk
e w
erkn
emer
s er
vaar
den
toeg
enom
en c
ontro
le
in w
erk.
De a
uteu
rs g
even
als
verk
larin
g da
t wer
knem
ers
door
tele
wer
-ke
n be
ter a
an d
e ei
sen
van
thui
s ku
nnen
vol
doen
, wat
de
kans
op
wer
k-pr
ivéc
onfli
cten
ver
min
dert.
Voor
waa
rden
: -
Wer
knem
ers
met
min
der w
erku
ren
(12-
24 u
ur)
die
tele
wer
-ke
n, e
rvaa
rden
een
bet
ere
wer
k-pr
ivéb
alan
s; w
erkn
emer
s m
et m
eer w
erku
ren
(25-
35)
erva
arde
n ge
en b
eter
e w
erk-
priv
ébal
ans.
Russ
ell (
2009
), Ie
rland
Thui
swer
ken.
Natio
naal
vra
genl
ijsto
nder
zoek
on
der w
erkn
emer
s in
Ierla
nd.
Inho
ud:
- Ho
gere
erv
aren
wer
kdru
k.De
aut
eurs
gev
en d
iver
se v
erkl
arin
gen
voor
de
erva
ren
hoge
re
wer
kdru
k en
wer
k-pr
ivéc
onfli
cten
. De
eer
ste
is da
t thu
iswer
ken
een
uitb
reid
ing
van
wer
ktijd
is,
bijv.
voo
r ove
rwer
k of
uitb
reid
ing
van
wer
ktijd
doo
r tec
hnol
ogie
(te
lefo
ontje
s, e-
mai
ls). E
en tw
eede
mog
elijk
heid
is d
at w
erke
n va
nuit
huis,
ong
each
t de
wer
ktijd
, lei
dt to
t een
gro
tere
inbr
euk
op h
et g
ezin
sleve
n en
dus
leid
t tot
mee
r con
flict
en tu
ssen
wer
k en
gez
in.
Voor
waa
rden
:-
Hoge
re e
rvar
en w
erk-
priv
écon
flict
en.
Mor
gans
on (2
010)
, Ve
reni
gde
Stat
enTe
lew
erke
n.Vr
agen
lijst
afg
enom
en b
ij 57
8 w
erkn
emer
s w
erkz
aam
op
kan-
toor
, loc
atie
kla
nt, t
elew
erkl
ocat
ie,
thui
s.
Voor
waa
rden
:-
Wer
knem
ers
op k
anto
or e
n th
uis
rapp
orte
erde
n ge
lijkw
aar-
dige
wer
k-pr
ivéb
alan
s.
De a
uteu
rs ra
ppor
tere
n da
t de
resu
ltate
n im
plice
ren
dat w
aar
wer
knem
ers
het m
eren
deel
van
hun
wer
kdag
aan
tijd
bes
tede
n hu
n re
latie
met
hun
wer
kgev
er b
eïnv
loed
t wat
het
ver
schi
l in
uitk
omst
en v
erkl
aart.
Verh
oudi
ngen
: -
Wer
knem
ers
op k
anto
or ra
ppor
teer
den
de h
oogs
te le
vels
van
socia
le in
clus
ie.
64
Kwal
itatie
f int
ern
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
-fle
xibi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Pete
rs (
2010
), Ne
derla
ndTe
lew
erke
nCr
oss-
sect
ione
le s
tudi
e on
der 3
31
wer
knem
ers
Inho
ud:
- W
erkn
emer
s di
e su
bsta
ntie
el te
lew
erke
n (≥
1 d
ag)
erva
ar-
den
vake
r ‘flo
w’ d
an m
argi
nale
tele
wer
kers
.
De th
eore
tisch
e ve
rkla
ring
gege
ven
door
de
aute
urs
tuss
en
subs
tant
ieel
tele
wer
ken
en ‘fl
ow’ l
igt i
n de
ver
onde
rste
lling
dat
w
erkn
emer
s vo
or h
et v
erkr
ijgen
van
‘flow
’ nie
t alle
en g
eïns
pi-
reer
d en
gem
otiv
eerd
kun
nen
wor
den
door
per
soon
lijk
cont
act
en s
teun
van
and
eren
, maa
r jui
st o
ok d
oor d
e m
ogel
ijkhe
id o
m
zich
veel
al v
rijw
illig
en
tijde
lijk
van
ande
ren
af te
slu
iten
door
op
afst
and
te w
erke
n (K
olb
& Co
llins
, 200
9).
Omst
andi
ghed
en:
- W
erkn
emer
s di
e fre
quen
ter o
verw
erkt
en e
n w
erkn
emer
s di
e m
eer a
uton
omie
in h
et w
erk
rapp
orte
erde
n, e
rvaa
rden
m
inde
r uitp
uttin
g w
anne
er z
ij su
bsta
ntie
el te
lew
erkt
en d
an
wan
neer
zij
mar
gina
al te
lew
erkt
en.
De a
uteu
rs ra
ppor
tere
n da
t het
aan
nem
elijk
is te
ver
onde
rste
l-le
n da
t wer
knem
ers
die
frequ
ent m
oete
n ov
erw
erke
n m
inde
r ve
rmoe
id ra
ken
wan
neer
zij
het (
over
)wer
k th
uis
in e
en m
eer
onts
pann
en te
mpo
kun
nen
uitv
oere
n, o
f op
door
hen
zel
f te
be-
pale
n tij
den.
Om
geke
erd
is he
t ook
voo
rste
lbaa
r dat
wer
knem
ers
die
vake
r tel
ewer
ken
gene
igd
zijn
om fr
eque
nter
ove
r te
wer
ken,
ju
ist o
mda
t zij
min
der d
oor k
anto
ortij
den
wor
den
bele
mm
erd.
Aror
a (2
013)
, Ve
reni
gde
Stat
enTe
leco
mm
utin
gNi
et g
enot
eerd
.Ve
rhou
ding
en:
- Ve
rmin
derd
con
tact
met
col
lega
’s en
leid
ingg
even
den/
isola
tie.
Geen
ver
klar
ing
gera
ppor
teer
d.
Kraa
n (2
014)
, Ne
derla
ndTe
lew
erke
n (w
erke
n op
afs
tand
van
de
stan
dpla
ats,
incl
usie
f th
uisw
erke
n).
Data
van
de
Euro
pean
Wor
king
Co
nditi
ons
Surv
ey 2
005
en d
e Na
tiona
le E
nquê
te A
rbei
dsom
stan
-di
ghed
en (
NEA)
: res
pond
ente
n di
e te
lew
erke
n of
van
uit h
uis
wer
ken.
En
een
revi
ew v
an d
iver
se
artik
elen
.
Inho
ud:
- Er
vare
n ho
gere
wer
kdru
k.-
Mee
r aut
onom
ie, m
eer t
aakv
aria
tie.
De e
rvar
en h
oger
e w
erkd
ruk
kan
wor
den
verk
laar
d do
or m
eer
druk
en
verw
acht
inge
n va
nuit
de le
idin
ggev
ende
en
colle
ga’s,
do
or c
ontin
u de
toeg
ang
tot e
n be
schi
kbaa
rhei
d vo
or w
erk
m.b
.v.
ict-m
idde
len.
Dat t
elew
erke
rs m
eer a
uton
omie
en
taak
varia
tie e
rvar
en, k
an
kom
en d
oord
at te
lew
erke
rs v
aker
een
hog
ere
ople
idin
g en
le
idin
ggev
ende
func
tie h
ebbe
n.
Tele
wer
kers
wer
ken
vake
r ove
r doo
r de
afna
me
van
het s
tel-
len
van
gren
zen
in h
et w
erk.
Dit
kom
t wee
r doo
r de
cont
inue
to
egan
g to
t en
besc
hikb
aarh
eid
voor
wer
k.
Tele
wer
kers
erv
aren
min
der s
tress
en
mee
r wer
k-pr
ivéb
alan
s do
or m
eer fl
exib
ilite
it om
wer
ktijd
en e
n -lo
catie
aan
te p
asse
n na
ar p
erso
onlij
ke v
oork
eur e
n ro
llen.
Er w
ordt
gee
n ve
rkla
ring
gege
ven
voor
het
feit
dat t
elew
erke
rs
mee
r ste
un v
an h
un m
anag
ers
erva
ren.
Het
kan
zijn
dat
man
a-ge
rs d
ie m
eer s
teun
gev
en e
erde
r tel
ewer
ken
toes
taan
. Maa
r het
ka
n oo
k zij
n da
t het
tele
wer
ken
zelf
leid
t tot
mee
r ste
un.
Tele
wer
kers
heb
ben
min
der b
indi
ng m
et h
et b
edrij
f doo
r een
ve
rmin
derd
e re
latie
met
col
lega
’s.
Omst
andi
ghed
en:
- Sl
echt
ere
wer
kple
kerg
onom
ie.
Voor
waa
rden
:-
Mee
r ove
rure
n (m
eer d
an 4
0 uu
r).
- Er
vare
n m
inde
r stre
ss e
n m
eer b
alan
s (w
erk-
priv
é).
Verh
oudi
ngen
: -
Wer
knem
ers
die
tele
wer
ken
erva
ren
mee
r ste
un v
an h
un
man
ager
s. -
Min
der b
indi
ng m
et h
et b
edrij
f.
Chen
(20
15),
Vere
nigd
e St
aten
Tele
wer
ken.
Tele
foni
sch
onde
rzoe
k on
der 7
03
wer
knem
ers
in d
e Ve
reni
gde
Stat
en.
Inho
ud:
- M
eer a
uton
omie
.De
aut
eurs
rapp
orte
ren
dat t
elew
erke
n de
baa
nbes
lissin
gsru
imte
te
n go
ede
kom
t, de
els
door
een
gro
tere
net
wer
kcon
nect
ivite
it (s
ocia
al k
apita
al).
Bove
ndie
n ha
ngt d
e bi
jdra
ge v
an in
form
a-tie
- en
com
mun
icatie
tech
nolo
gie
voor
aut
onom
ie a
f van
de
waa
rgen
omen
voo
rdel
en e
n de
org
anisa
tie v
an h
et w
erk
in
team
s. Be
sliss
ings
bevo
egdh
eid
is ee
n in
tegr
aal o
nder
deel
van
de
kwal
iteit
van
bane
n, e
en m
ultid
imen
siona
al c
onst
ruct
dat
om
vat
hoe
wer
knem
ers
wor
den
geco
mpe
nsee
rd e
n w
anne
er, w
aar e
n ho
e he
t wer
k w
ordt
ged
aan
(Kal
lebe
rg, R
eski
n, &
Hud
son,
200
0).
Gaje
ndra
n (2
015)
, Ve
reni
gde
Stat
enTe
leco
mm
utin
g.Ve
ldda
ta v
an 3
23 w
erkn
emer
s en
14
3 ge
mat
chte
leid
ingg
even
den
bij v
ersc
hille
nde
orga
nisa
ties.
Inho
ud:
- Te
lew
erke
n is
posit
ief g
eass
ocie
erd
met
taak
- en
con
-te
xtue
le p
rest
atie
s, di
rect
en
indi
rect
via
waa
rgen
omen
au
tono
mie
.
De a
uteu
rs ra
ppor
tere
n da
t de
resu
ltate
n ee
rder
e be
vind
inge
n be
vest
igen
. Dez
e be
vind
inge
n ge
ven
aan
dat a
uton
omie
een
be
lang
rijke
bro
n is
voor
wer
k en
dat
dit
door
wer
knem
ers
wor
dt
inge
zet i
n w
erk.
Tel
ecom
mut
ing
zorg
t er v
olge
ns d
e au
teur
s da
arna
ast v
oor d
at w
erkn
emer
s co
ntro
le e
rvar
en o
ver h
un w
erk,
w
at v
olge
ns h
et Jo
b-De
man
d-Co
ntro
l-mod
el b
ijdra
agt a
an d
e ui
tvoe
ring
van
wer
k.
65
Kwal
itatie
f int
ern
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
-fle
xibi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Pete
rs (
2010
), Ne
derla
ndTe
lew
erke
nCr
oss-
sect
ione
le s
tudi
e on
der 3
31
wer
knem
ers
Inho
ud:
- W
erkn
emer
s di
e su
bsta
ntie
el te
lew
erke
n (≥
1 d
ag)
erva
ar-
den
vake
r ‘flo
w’ d
an m
argi
nale
tele
wer
kers
.
De th
eore
tisch
e ve
rkla
ring
gege
ven
door
de
aute
urs
tuss
en
subs
tant
ieel
tele
wer
ken
en ‘fl
ow’ l
igt i
n de
ver
onde
rste
lling
dat
w
erkn
emer
s vo
or h
et v
erkr
ijgen
van
‘flow
’ nie
t alle
en g
eïns
pi-
reer
d en
gem
otiv
eerd
kun
nen
wor
den
door
per
soon
lijk
cont
act
en s
teun
van
and
eren
, maa
r jui
st o
ok d
oor d
e m
ogel
ijkhe
id o
m
zich
veel
al v
rijw
illig
en
tijde
lijk
van
ande
ren
af te
slu
iten
door
op
afst
and
te w
erke
n (K
olb
& Co
llins
, 200
9).
Omst
andi
ghed
en:
- W
erkn
emer
s di
e fre
quen
ter o
verw
erkt
en e
n w
erkn
emer
s di
e m
eer a
uton
omie
in h
et w
erk
rapp
orte
erde
n, e
rvaa
rden
m
inde
r uitp
uttin
g w
anne
er z
ij su
bsta
ntie
el te
lew
erkt
en d
an
wan
neer
zij
mar
gina
al te
lew
erkt
en.
De a
uteu
rs ra
ppor
tere
n da
t het
aan
nem
elijk
is te
ver
onde
rste
l-le
n da
t wer
knem
ers
die
frequ
ent m
oete
n ov
erw
erke
n m
inde
r ve
rmoe
id ra
ken
wan
neer
zij
het (
over
)wer
k th
uis
in e
en m
eer
onts
pann
en te
mpo
kun
nen
uitv
oere
n, o
f op
door
hen
zel
f te
be-
pale
n tij
den.
Om
geke
erd
is he
t ook
voo
rste
lbaa
r dat
wer
knem
ers
die
vake
r tel
ewer
ken
gene
igd
zijn
om fr
eque
nter
ove
r te
wer
ken,
ju
ist o
mda
t zij
min
der d
oor k
anto
ortij
den
wor
den
bele
mm
erd.
Aror
a (2
013)
, Ve
reni
gde
Stat
enTe
leco
mm
utin
gNi
et g
enot
eerd
.Ve
rhou
ding
en:
- Ve
rmin
derd
con
tact
met
col
lega
’s en
leid
ingg
even
den/
isola
tie.
Geen
ver
klar
ing
gera
ppor
teer
d.
Kraa
n (2
014)
, Ne
derla
ndTe
lew
erke
n (w
erke
n op
afs
tand
van
de
stan
dpla
ats,
incl
usie
f th
uisw
erke
n).
Data
van
de
Euro
pean
Wor
king
Co
nditi
ons
Surv
ey 2
005
en d
e Na
tiona
le E
nquê
te A
rbei
dsom
stan
-di
ghed
en (
NEA)
: res
pond
ente
n di
e te
lew
erke
n of
van
uit h
uis
wer
ken.
En
een
revi
ew v
an d
iver
se
artik
elen
.
Inho
ud:
- Er
vare
n ho
gere
wer
kdru
k.-
Mee
r aut
onom
ie, m
eer t
aakv
aria
tie.
De e
rvar
en h
oger
e w
erkd
ruk
kan
wor
den
verk
laar
d do
or m
eer
druk
en
verw
acht
inge
n va
nuit
de le
idin
ggev
ende
en
colle
ga’s,
do
or c
ontin
u de
toeg
ang
tot e
n be
schi
kbaa
rhei
d vo
or w
erk
m.b
.v.
ict-m
idde
len.
Dat t
elew
erke
rs m
eer a
uton
omie
en
taak
varia
tie e
rvar
en, k
an
kom
en d
oord
at te
lew
erke
rs v
aker
een
hog
ere
ople
idin
g en
le
idin
ggev
ende
func
tie h
ebbe
n.
Tele
wer
kers
wer
ken
vake
r ove
r doo
r de
afna
me
van
het s
tel-
len
van
gren
zen
in h
et w
erk.
Dit
kom
t wee
r doo
r de
cont
inue
to
egan
g to
t en
besc
hikb
aarh
eid
voor
wer
k.
Tele
wer
kers
erv
aren
min
der s
tress
en
mee
r wer
k-pr
ivéb
alan
s do
or m
eer fl
exib
ilite
it om
wer
ktijd
en e
n -lo
catie
aan
te p
asse
n na
ar p
erso
onlij
ke v
oork
eur e
n ro
llen.
Er w
ordt
gee
n ve
rkla
ring
gege
ven
voor
het
feit
dat t
elew
erke
rs
mee
r ste
un v
an h
un m
anag
ers
erva
ren.
Het
kan
zijn
dat
man
a-ge
rs d
ie m
eer s
teun
gev
en e
erde
r tel
ewer
ken
toes
taan
. Maa
r het
ka
n oo
k zij
n da
t het
tele
wer
ken
zelf
leid
t tot
mee
r ste
un.
Tele
wer
kers
heb
ben
min
der b
indi
ng m
et h
et b
edrij
f doo
r een
ve
rmin
derd
e re
latie
met
col
lega
’s.
Omst
andi
ghed
en:
- Sl
echt
ere
wer
kple
kerg
onom
ie.
Voor
waa
rden
:-
Mee
r ove
rure
n (m
eer d
an 4
0 uu
r).
- Er
vare
n m
inde
r stre
ss e
n m
eer b
alan
s (w
erk-
priv
é).
Verh
oudi
ngen
: -
Wer
knem
ers
die
tele
wer
ken
erva
ren
mee
r ste
un v
an h
un
man
ager
s. -
Min
der b
indi
ng m
et h
et b
edrij
f.
Chen
(20
15),
Vere
nigd
e St
aten
Tele
wer
ken.
Tele
foni
sch
onde
rzoe
k on
der 7
03
wer
knem
ers
in d
e Ve
reni
gde
Stat
en.
Inho
ud:
- M
eer a
uton
omie
.De
aut
eurs
rapp
orte
ren
dat t
elew
erke
n de
baa
nbes
lissin
gsru
imte
te
n go
ede
kom
t, de
els
door
een
gro
tere
net
wer
kcon
nect
ivite
it (s
ocia
al k
apita
al).
Bove
ndie
n ha
ngt d
e bi
jdra
ge v
an in
form
a-tie
- en
com
mun
icatie
tech
nolo
gie
voor
aut
onom
ie a
f van
de
waa
rgen
omen
voo
rdel
en e
n de
org
anisa
tie v
an h
et w
erk
in
team
s. Be
sliss
ings
bevo
egdh
eid
is ee
n in
tegr
aal o
nder
deel
van
de
kwal
iteit
van
bane
n, e
en m
ultid
imen
siona
al c
onst
ruct
dat
om
vat
hoe
wer
knem
ers
wor
den
geco
mpe
nsee
rd e
n w
anne
er, w
aar e
n ho
e he
t wer
k w
ordt
ged
aan
(Kal
lebe
rg, R
eski
n, &
Hud
son,
200
0).
Gaje
ndra
n (2
015)
, Ve
reni
gde
Stat
enTe
leco
mm
utin
g.Ve
ldda
ta v
an 3
23 w
erkn
emer
s en
14
3 ge
mat
chte
leid
ingg
even
den
bij v
ersc
hille
nde
orga
nisa
ties.
Inho
ud:
- Te
lew
erke
n is
posit
ief g
eass
ocie
erd
met
taak
- en
con
-te
xtue
le p
rest
atie
s, di
rect
en
indi
rect
via
waa
rgen
omen
au
tono
mie
.
De a
uteu
rs ra
ppor
tere
n da
t de
resu
ltate
n ee
rder
e be
vind
inge
n be
vest
igen
. Dez
e be
vind
inge
n ge
ven
aan
dat a
uton
omie
een
be
lang
rijke
bro
n is
voor
wer
k en
dat
dit
door
wer
knem
ers
wor
dt
inge
zet i
n w
erk.
Tel
ecom
mut
ing
zorg
t er v
olge
ns d
e au
teur
s da
arna
ast v
oor d
at w
erkn
emer
s co
ntro
le e
rvar
en o
ver h
un w
erk,
w
at v
olge
ns h
et Jo
b-De
man
d-Co
ntro
l-mod
el b
ijdra
agt a
an d
e ui
tvoe
ring
van
wer
k.
66
Kwal
itatie
f int
ern
Eers
te a
uteu
r (ja
ar),
land
Type
arb
eids
-fle
xibi
litei
tPo
pula
tieEf
fect
van
arb
eids
flexi
bilit
eit o
p ar
beid
(4
A’s)
Mog
elijk
e ve
rkla
ringe
n
Biro
n (2
016)
, Ne
derla
ndTh
uisw
erke
n.Ve
rgel
ijkin
g va
n th
uisw
erke
n ve
rsus
op
kant
oor w
erke
n va
n w
erkn
emer
s di
e ge
deel
telij
k th
uisw
erke
n.
Inho
ud:
- M
eer a
uton
omie
(in
wer
ktijd
en).
- Ve
rmin
derd
e w
erkd
ruk.
- M
eer z
elfs
turin
g.
De a
uteu
rs ra
ppor
tere
n da
t ver
min
derd
e w
erkd
ruk
kan
kom
en,
omda
t men
zich
bet
er k
an c
once
ntre
ren
en m
inde
r her
stel
tijd
nodi
g is
bij t
huisw
erkd
agen
. Dit
kom
t om
dat p
oliti
ek o
p w
erk,
so
ciale
insp
anni
ng e
n w
oon-
wer
ktijd
mog
elijk
hun
tol e
isen
en
de s
tress
nive
aus
en h
et c
once
ntra
tieve
rmog
en v
an d
e w
erkn
e-m
ers
beïn
vloe
den.
De v
erkl
arin
g vo
or e
en s
lech
tere
rela
tie m
et c
olle
ga’s
en le
idin
g-ge
vend
e is
dat d
e w
erkn
emer
min
der z
ichtb
aar i
s, w
at d
e re
latie
ne
gatie
f beï
nvlo
edt.
Omst
andi
ghed
en:
- De
beh
oefte
aan
hog
e ni
veau
s va
n ze
lfdisc
iplin
e en
mot
i-va
tie.
Voor
waa
rden
:-
Mee
r flex
ibili
teit.
- Sp
ecifi
ek v
oor m
ense
n m
et e
en h
andi
cap:
weg
nem
en v
an
drem
pels
geric
ht o
p ‘to
egan
kelij
khei
d en
tran
spor
t naa
r w
erk’
.
Verh
oudi
ngen
:-
Slec
hter
e re
latie
col
lega
’s en
leid
ingg
even
den/
isola
tie.
Arbeidsdeskundig Kennis CentrumPostbus 10583860 BB Nijkerk(033) 247 34 57