Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI...

65
Financiële situatie Wsw Rotterdam Van bak naar baan Eindrapport Een onderzoek in opdracht van de Gemeente Rotterdam dr. N.E. Stroeker drs. M. Engelen Projectnummer: B3510 Zoetermeer, 6 augustus 2009

Transcript of Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI...

Page 1: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

Financiële situatie Wsw Rotterdam

Van bak naar baan

Eindrapport

Een onderzoek in opdracht van de Gemeente Rotterdam

dr. N.E. Stroeker drs. M. Engelen Projectnummer: B3510 Zoetermeer, 6 augustus 2009

Page 2: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

2

De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Research voor Beleid. Het gebruik van

cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is

toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking

in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na

schriftelijke toestemming van Research voor Beleid. Research voor Beleid aanvaardt geen

aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.

Page 3: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

3

Voorwoord

Sinds 2003 is in Rotterdam discussie gaande over de benodigde omvang van de gemeen-

telijke bijdrage aan het Sw bedrijf. De gemeente Rotterdam wil niet meer bijdragen aan de

Wsw dan andere gemeenten in Nederland gemiddeld bijdragen aan de Wsw. Daarom heeft

de gemeente Rotterdam onderzoek laten uitvoeren naar de vraag waarom de uitvoering in

Rotterdam duur is. De gemeente heeft Research voor Beleid een nadere analyse laten

doen van de kostenontwikkeling om zo de bedrijfsvoering Wsw mogelijk kostenefficiënter

te maken. Dit rapport beschrijft de resultaten van het onderzoek naar de financiële situa-

tie van de uitvoering van de Wsw in de gemeente Rotterdam.

Onze hartelijke dank gaat uit naar de contactpersonen van de verschillende diensten van

de gemeente Rotterdam die mee hebben gewerkt aan het onderzoek door het geven van

een interview of en van gegevens. Ook willen wij de contactpersonen van de gemeenten

Amsterdam, Den Haag en Helmond hartelijk bedanken voor hun medewerking.

Natasha Stroeker

Mirjam Engelen

Page 4: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

4

Page 5: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

5

Inhoudsopgave

1 Inleiding 7 1.1 Introductie: de Wet sociale werkvoorziening 7 1.2 Korte beschrijving uitvoering Wsw Rotterdam 8 1.3 Doel van het onderzoek 11 1.4 Aanpak onderzoek 11 1.5 Uitvoering van het onderzoek 12 1.6 Recente ontwikkelingen in Rotterdam 14 1.7 Leeswijzer 15

2 Financiële situatie Wsw Rotterdam 17 2.1 Inleiding 17 2.2 Algemene financiële situatie Wsw 17 2.3 Overhead uitvoerders Wsw 20 2.4 Financiële situatie naar uitvoerder op hoofdlijnen 22 2.5 Financiële situatie Roteb 28 2.6 Financiële situatie D&BW 32 2.7 Financiële situatie Stadstoezicht 37 2.8 Financiële situatie RWI (en FBW) 38 2.9 Conclusies en aanbevelingen uitvoerders 40

3 Financiële benchmark Wsw 43 3.1 Inleiding 43 3.2 Financiële benchmark op hoofdlijnen 43 3.3 Casus 1: Haeghe groep 45 3.4 Casus 2: Pantar Amsterdam 48 3.5 Casus 3: Atlant groep Helmond 51

4 Conclusies en aanbevelingen 55 4.1 Doel en beantwoording onderzoeksvragen 55 4.2 Conclusies 56 4.3 Aanbevelingen 57 4.4 Tot slot 58

Bijlage 1 Gebruikte documenten 61 Bijlage 2 Geïnterviewde personen 63

Page 6: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

6

Page 7: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

7

1 Inleiding

1.1 Introductie: de Wet sociale werkvoorziening

In 1969 is de Wet Sociale Werkvoorziening ingevoerd. Het doel van de wet is zoveel moge-

lijk personen, die door een handicap niet in staat zijn onder normale omstandigheden te

werken, aangepaste arbeid in een zo regulier mogelijke omgeving te bieden.

Sindsdien zijn er verschillende veranderingen geweest in deze wet, met name op het gebied

van de financiering. Vanwege de toekomende kosten van de Wet Sociale Werkvoorziening is

in 1989 een budgetfinanciering ingevoerd. Ieder Sw-bedrijf kreeg een jaarlijkse taakstelling

in termen van aantallen arbeidsplaatsen van 36 uur. Hiermee is er een eind gekomen aan

de open eind financiering, en is druk ontstaan op de exploitatie van Sw-organisaties.

In 1998 is een nieuwe Wet sociale werkvoorziening (Wsw) in werking getreden. Het doel

van deze wet is de stijging van de wachtlijsten een halt toe te roepen, meer nadruk te leg-

gen op de arbeidsontwikkeling en de regie van gemeenten te bevorderen. Omdat de sector

een eigen CAO krijgt vermindert de grip van Sw-bedrijven op de loonkosten van een Wsw-

er. Verder is de subsidie vanuit het Rijk, die bepaald wordt op basis van de taakstelling,

niet beïnvloedbaar. Na enkele jaren bleek dat de wet van 1998 niet voor een toename van

het aantal Wsw-ers in reguliere werkomgeving zorgde en ook niet voor een grotere regie

van gemeenten.

In 2001 wordt daarom besloten tot een nieuwe ronde in de modernisering van de Wsw. Dit

resulteert uiteindelijk in de volgende veranderingen:

Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf).

Invoering van de nieuwe Wsw per 2008.

Een veelgehoord geluid uit de Sw-sector in relatie tot de financiële houdbaarheid van de

Wsw is dat het steeds moeilijker wordt om werkzaamheden voor Wsw-werknemers aan te

bieden die binnen de Wsw kostendekkend zijn. Uit onderzoek van 20071 blijkt dat ongeveer

de helft van de Sw-bedrijven zonder gemeentelijke bijdrage bovenop de subsidiëring van

het Rijk verlies zou maken.

Met ingang van 1 januari 2008 is de Wet op de sociale werkvoorziening (Wsw) opnieuw

gewijzigd. Sinds dat moment gaat de rijkssubsidie voor de sociale werkvoorziening niet

langer naar het uitvoeringsbedrijf of naar de gemeente waar men werkzaam is, maar naar

de gemeente waar de Sw-medewerker woont.

1 Blank, J., Koor, P., Desczka, S. en B. van Hulst, De financiële situatie van de Sociale Werkvoorziening in

beeld (2007).

Page 8: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

8

1.2 Korte beschrijving uitvoering Wsw Rotterdam

Inleiding

Alle gemeenten in Nederland hebben een taak wanneer het gaat om de uitvoering van de

Wsw, dit geldt ook voor de gemeente Rotterdam.

De uitvoering van de Wsw vindt in de meeste gemeenten plaats door één Sw-bedrijf dat

werkt voor een aantal gemeenten, of door een Sw-bedrijf dat werkt voor één gemeente

(dat kan ook in de vorm van een geprivatiseerd onderdeel van de gemeente). In Rotterdam

werkt het iets anders. De gemeente Rotterdam heeft de uitvoering van de Wsw onderge-

bracht bij drie gemeentelijke diensten onder regie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Regie Werk en Inkomen. De drie gemeentelijke diensten die het betreft zijn SoZaWe zelf,

Roteb en Stadstoezicht.

Drie vormen van arbeid binnen de Wsw zijn:

Dienstbetrekkingen ofwel beschut werken plekken: beschutte arbeid in een dienstbetrek-

king bij de gemeente (werkgever is het Sw-bedrijf) ook wel: werken op locatie (wol).

Detacheringen: detachering vanuit een dienstbetrekking bij de gemeente (werkgever is

het Sw-bedrijf). In de volgende hoofdstukken wordt hierbij een onderscheid gemaakt in

groepsdetacheringen en individuele detacheringen.

Begeleid Werken: begeleid werken in een arbeidsovereenkomst met een reguliere werk-

gever.

Beschut werken plekken komen zowel bij Roteb als Stadstoezicht voor. Detacheringen ko-

men voor bij Roteb en D&BW (afdeling van de dienst SoZaWe) en Begeleid Werken komt

alleen bij D&BW (SoZaWe) voor.

De drie uitvoerende diensten maken alleen financiële afspraken met de Bestuursdienst over

de te realiseren aantallen. Bij voorkeur mag er geen overrealisatie plaatsvinden aangezien

er geen financiering plaatsvindt voor overrealisatie. De taakstelling in 2007 in SE was voor

Rotterdam 2.513. De realisatie is hoger uitgevallen, namelijk 2.541. Voor 2008 geldt dat

ondanks de dreigende onderrealisatie er uiteindelijk 7 SE ‘te veel’ is gerealiseerd.

In totaliteit kost de uitvoering van de sociale werkvoorziening per jaar in Rotterdam onge-

veer 90 miljoen euro1. Deze kosten worden gefinancierd door:

Een bijdrage van het Rijk (de Rijksbijdrage): 25.000 euro voor een matig arbeidsgehan-

dicapte Wsw geïndiceerde en 31.000 euro voor een ernstig gehandicapte Wsw geïndi-

ceerde2.

Een bijdrage van de gemeente Rotterdam (de gemeentelijke bijdrage): per jaar is dit in

de periode 2005 – 2008 maximaal 18,2 miljoen euro, dus gemiddeld tussen de 4 en 5

miljoen euro.

Het genereren van omzet uit bedrijfsactiviteiten.

1 Bron: agendapost voor de vergadering van het college van BenW van Rotterdam, dinsdag 31 januari 2006,

p. 19. In werkelijkheid zijn de kosten in 2007 ongeveer 98 miljoen euro (zie tabel 2.3). 2 Volgens Cedris cijfers (bron: Branchebeeld Cedris 2008. Wij maken er werk van. Jaarcijfers, pagina 26) is de

hoogte van de rijkssubsidie per Wsw gesubsidieerde voltijdsbaan in 2007/2008 26.070 euro.

Page 9: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

9

Historie Wsw Rotterdam

De Wsw werd tot 2003 uitgevoerd door de dienst Multibedrijven. Grote problemen bij Multi-

bedrijven1 in die tijd hebben ervoor gezorgd dat het college van B&W heeft besloten om de

beleidsregie en de uitvoering binnen de Wsw van elkaar te scheiden. De regietaken werden

ondergebracht bij SoZaWe (RWI). Begeleiding van detacheringen en begeleid werken werd

overgedragen aan Werkstad en in 2005 ondergebracht bij de afdeling Detacheren en Bege-

leid Werken (D&BW) van SoZaWe. Eén van de belangrijkste opdrachten aan Roteb, SoZaWe

en Stadstoezicht was om te komen tot een onderbouwde opzet voor het realiseren van een

gefaseerde afbouw van de jaarlijkse gemeentelijke bijdrage aan de uitvoering van de Wsw2.

Uiteindelijk moet deze afgebouwd worden tot de landelijk gemiddelde bijdrage per SE. In

2007 lag deze landelijke gemiddelde bijdrage op ongeveer 1.000 euro3 per SE of arbeids-

plaats.

Figuur 1.1 Organigram uitvoering Wsw Rotterdam

Uitvoerders Wsw

Zoals figuur 1.1 al laat zien, zijn er drie uitvoerders van de Wsw in Rotterdam, namelijk

Roteb, Stadstoezicht en D&BW. RWI (onderdeel van SoZaWe) is regievoerder en FBW (ook

onderdeel van SoZaWe) voert wachtlijstbeheer uit en verzorgt de verantwoording naar het

Rijk. Roteb en Stadstoezicht hebben in de strikte zin van de definitie alleen Beschut Werken

plekken, echter in de praktijk is er bij Roteb ook sprake van groepsdetacheringen. D&BW

heeft zowel individuele detacheringen als Begeleid Werken plekken. Tabel 1.1 laat het aan-

tal SE per uitvoerder zien en de verdeling over de verschillende werksoorten binnen de

Wsw.

Tabel 1.1 Aantal SE Wsw Rotterdam (2007)

Aantal SE 2007 Roteb Stadstoezicht D&BW Totaal

Beschut Werken 1.401 103 - 1.504 (59%)

Groepsdetacheringen 661 Onbekend - 661 (26%)

Individuele detacheringen - - 293 293 (12%)

Begeleid Werken - - 83 83 ( 3%)

Totaal 2.062 103 376 2.541

1 Zie p. 6 Rapport Berenschot (2008). 2 Zie p. 7 en 8 Rapport Berenschot (2008). 3 Uit de POR (= Publiek Overzicht resultaten) Wsw blijkt dat de gemiddelde gemeentelijke bijdrage in 2006 982

euro per arbeidsplaats bedroeg. Na 2006 zijn deze gegevens niet meer via de POR Wsw beschikbaar.

Het Rijk (SZW)

SoZaWe R’dam:RWI / FBW

Uitvoerder Roteb Uitvoerder Stadstoezicht SoZaWe R’dam: D&BW(voorheen Werkstad)

Page 10: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

10

Bij Roteb zijn er de volgende werkbedrijven voor Wsw-ers:

Ultimade (238 SE): 2 PMC’s namelijk Metaal en Electra

Montaz (385 SE): 3 PMC’s namelijk Fietsen, Bad & Douche en Caravan (assemblage)

Impact (732 SE): 10 PMC’s zoals verpakken, eenvoudige assemblage, mail, post en

transport (Post en transport, Werkunits, Mail Z1, Verpakken Z5, Verpakken N4, Verpak-

ken N2, Verpakken N5, Vensterdeco N3, Eenv N1 en Eenv Ass. Z2)

Multigroen (513 SE): 8 PMC’s zoals verkeersregistratie, kwekerij (teelt en RIO), loonbe-

drijf, bloemisterij, hoveniers, detachering en vervoer (ZCN)

Bouw & Clean (onderdeel van Service) (139 SE): 3 PMC’s, namelijk Clean, Detacheringen

en Bouw

Sw-overig (55 SE): dit is een groep Sw-ers die werkzaam is bij overige bedrijfsonderde-

len van Roteb.

Tabel 1.2 Verdeling Wsw-ers Roteb over werksoorten

Wsw Roteb Beschut (groeps)detacheringen Totaal

Ultimade 238 - 238

Montaz 385 - 385

Impact1 591 141 732

Multigroen 172 341 513

Bouw & Clean - 139 139

Sw-overig 14 41 55

Totaal 1.401 661 2.062

Als ‘niet beschut’ werkplekken ofwel (groeps)detacheringen beschouwt Roteb de PMC’s die

niet op een Roteb locatie werken via (groeps)detachering en de Wsw-ers die bij de staf

werkzaam zijn en in een ‘normale’ werksituatie zitten.

De 103 SE Wsw-ers bij Stadstoezicht werken allen in de beveiliging en toezicht. Dit aantal

wordt steeds lager omdat er na 1996 geen instroom meer heeft plaatsgevonden. Er is nau-

welijks uitstroom, alleen door natuurlijk verloop (overlijden of pensionering). Dit proces

duurt ongeveer tot 2023, dan zal de laatste Wsw-er uitstromen. Daarmee vindt Stadstoe-

zicht zich binnen de uitvoering van de Wsw in een uitzonderlijke positie. Het gaat hier om

Wsw-plekken, die zoals later zal blijken (zie paragraaf 2.7), relatief duur zijn. Geconclu-

deerd kan in ieder geval worden dat er sprake is van een ‘sterfhuisconstructie’ van Stads-

toezicht wat betreft de Wsw.

De afdeling Detacheren en Begeleid Werken (D&BW, is een afdeling van de dienst SoZaWe)

plaatst Wsw-ers op detacheringsplekken (293 SE) of Begeleid Werken plekken (83 SE) in

Rotterdam en omgeving. Zij hebben in de afgelopen jaren redelijk wat veranderingen ach-

ter de rug, van Multibedrijven via Werkstad naar D&BW. D&BW heeft het moeilijk gehad

met de in 2005 tot 2008 opgelegde taakstelling van 500 BW plekken. Er is nauwelijks nieu-

we instroom voor detacheringen, de enige instroom is op het moment herindicatie. Er vindt

nauwelijks of geen doorstroom plaats vanuit de werkbedrijven Roteb en Stadstoezicht naar

D&BW.

1 Werkunits, die medio 2007 zijn overgegaan van Impact naar Multigroen, staan in dit overzicht nog onder

Impact.

Page 11: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

11

1.3 Doel van het onderzoek

Sinds 2003 is er in Rotterdam discussie gaande over de benodigde omvang van de ge-

meentelijke bijdrage aan het Sw bedrijf. De gemeentelijke bijdrage aan de Wsw uitvoering

is voor de gemeente Rotterdam de afgelopen jaren hoger dan het landelijke gemiddelde.

Voor Rotterdam is daarom nu een moment aangebroken dat er behoefte is aan onderzoek.

De belangrijkste vraag daarbij is: ‘Is de uitvoering van de Wsw in Rotterdam inderdaad zo

duur?’. De gemeente wil een nadere analyse van de kostenontwikkeling om zo de bedrijfs-

voering Wsw mogelijk kostenefficiënter te maken.

De gemeente Rotterdam heeft aan Research voor Beleid gevraagd onderzoek te doen naar

de kosten van de uitvoering van de Wsw in Rotterdam1.

Doel van het onderzoek is het geven van een antwoord op de vraag: is de uitvoering van de

Wsw in Rotterdam duur en zo ja, waardoor wordt dit veroorzaakt?

Daartoe wil de gemeente inzicht in de volgende zaken:

1 Inzicht in de toerekening van overheadkosten aan de Wsw.

2 Inzicht in de loonkosten van de Wsw-medewerkers.

3 Inzicht in de huisvestingskosten.

4 Inzicht in de opbrengsten van de werksoorten.

5 Invloed van de organisatievorm op kosten.

6 Inzicht in het aantal medewerkers in een BW, indiv. detachering, groepsdetachering of

binnen de werkbedrijven werkzaam.

7 Inzicht in productiviteit, leegloop en ziekteverzuim.

8 Inzicht in de wijze waarop kosten en opbrengsten van langsstromers/overige doelgroe-

pers zijn verwerkt.

Verder wil de gemeente graag benchmarken met naar omvang vergelijkbare bedrijven en

met beter presterende bedrijven.

1.4 Aanpak onderzoek

Het onderzoek heeft bestaan uit twee onderdelen. Aan de ene kant ging het om een finan-

cieel onderzoek bij de drie uitvoerders van de Wsw in Rotterdam. Aan de andere kant is er

een benchmark uitgevoerd met drie Wsw uitvoerders buiten Rotterdam. Hieronder beschrij-

ven we beide onderzoeksonderdelen.

1.4.1 Financieel onderzoek Rotterdam

Het financieel onderzoek in de gemeente Rotterdam bestond uit een aantal onderdelen. Ge-

start is met het bestuderen van een groot aantal schriftelijke stukken. Deze zijn weergege-

ven in bijlage 1. Daarna zijn interviews uitgevoerd met beleidsmedewerkers en medewer-

kers van de financiële afdelingen, zie voor een lijst met gesprekspartners bijlage 2.

1 Zie memo d.d. 9 juli 2008 met daarin de kaders voor de benchmark opgesteld door Ton de Regt (SoZaWe,

RWI, gemeente Rotterdam).

Page 12: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

12

Ten slotte is een financiële analyse uitgevoerd aan de hand van financiële gegevens van de

diverse uitvoerders in Rotterdam. Hierbij zijn waar mogelijk (zie verder paragraaf 1.5) be-

rekeningen gedaan van kostprijzen, financiële kengetallen etc.

1.4.2 Benchmark andere gemeenten

Na de eerste analyse van de Rotterdamse situatie is onderzoek gedaan bij drie andere ge-

meenten naar de uitvoering van de Wsw. De drie gemeenten die gekozen zijn, zijn Amster-

dam en Den Haag (vanwege vergelijkbare grootstedelijke problematiek) en Helmond (van-

wege de relatief goede resultaten die deze gemeente haalt).

Ook bij deze drie uitvoerders zijn stukken opgevraagd, zijn interviews gehouden en is een

beperkte analyse gedaan van financiële gegevens.

Voor beide onderdelen van het onderzoek is het jaar 2007 als uitgangspunt genomen. Voor

dit jaar waren ten tijde van het onderzoek (voornamelijk het najaar van 2008) de beste

gegevens voor handen.

1.5 Uitvoering van het onderzoek

Bij de start van het onderzoek in oktober 2008 zijn er gesprekken geweest met alle partijen

die betrokken zijn bij de uitvoering van de Wsw in Rotterdam (zie bijlage 2). Dit betekent

dus dat er gesprekken zijn gehouden met Roteb, Stadstoezicht, D&BW, RWI en de be-

stuursdienst.

Van Roteb is zeer uitgebreide informatie ontvangen, zowel op geaggregeerd niveau als op

het niveau van de afzonderlijke werkbedrijven en PMC’s. Tevens is deze informatie meerde-

re malen, zowel in persoonlijk overleg als telefonisch toegelicht. Ook van RWI / FBW zijn

uitgebreide financiële gegevens opgeleverd en toegelicht.

In het gesprek met Stadstoezicht kwam naar voren dat er gewerkt werkt aan een transpa-

rante toerekening van de indirecte kosten aan de Wsw, maar dat dit op het moment nog

niet voorhanden was. Voor verder inzicht in de kosten van Stadstoezicht aan de Wsw in

2007 werd op dat moment verwezen naar RWI. RWI kon echter geen gegevens opleveren

van Stadstoezicht. Daarom is in december 2008 wederom een gesprek gevoerd met Stads-

toezicht om verder toe te lichten welke financiële informatie gewenst was. Begin februari

2009 is deze informatie opgeleverd, volgens afspraak voor het jaar 20081, omdat het veel

lastiger zou zijn om dit voor het jaar 2007 te doen vanwege een verandering in het sys-

teem. In april 2009 zijn aanvullende vragen gesteld omtrent overhead, aantal fte staf die

vervolgens beantwoord zijn.

1 De verdiepende cijfers van Stadstoezicht betreffen 2008. Echter, omdat de situatie van Stadstoezicht vrijwel

elk jaar hetzelfde is, omdat het aantal WSW-ers vrij stabiel is, zal dit niet heel veel verschil maken. Voor de andere uitvoerders is het jaar 2007 het uitgangsjaar voor de financiële situatie van de WSW in Rotterdam.

Page 13: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

13

Voor D&BW geldt dat de baten en lasten voor Wsw-ers en Wiw-ers gezamenlijk in kaart ge-

bracht worden. Voor de toerekening van loonkosten vindt er een procentuele verdeling

plaats op basis van het aantal consulenten dat werkt voor de Wsw versus Wiw. Na afloop

van het gesprek met D&BW zijn diverse kwartaalrapportages van D&BW van 2007 en 2008

toegestuurd. Aangezien deze informatie veelal financiële informatie op een hoog aggrega-

tieniveau bevat en soms een integratie van cijfers over de Wsw en Wiw, hebben de onder-

zoekers contact gezocht met RWI om verdiepende informatie op te leveren van D&BW voor

het jaar 2007. Gezien het feit dat D&BW ook een afdeling is van de dienst SoZaWe net als

RWI is deze informatie bij RWI voorhanden en opgeleverd aan de onderzoekers. Op basis

van deze informatie zijn enkele vragen gerezen die wederom zijn voorgelegd aan D&BW.

Deze vragen hebben betrekking op een verdeelsleutel om de uitvoeringskosten toe te kun-

nen rekenen aan enerzijds detacheringen en anderzijds begeleid werken plekken. Ook is

toen gevraagd naar mogelijke verklaringen voor het verlies van D&BW, de hoogte van

loonkostensubsidies, de onderdelen van overhead en het aantal fte staf dat toegerekend

kan worden aan de Wsw. Deze vragen zijn ten dele beantwoord en ten dele niet. Als verkla-

ring voor het niet kunnen beantwoorden van enkele vragen wordt aangegeven dat mana-

gementinformatie van voor 1 januari 2008 niet voorhanden is vanwege het overgaan op

een nieuw systeem.

Op basis van de informatie die t/m februari 2009 is opgeleverd is getracht de lasten en ba-

ten van de Wsw in 2007 voor de verschillende uitvoerders op een rijtje te zetten. Aange-

zien de cijfers van RWI/FBW, D&BW en Stadstoezicht volgens ongeveer dezelfde grootboek-

rekeningen en indelingen is opgeleverd, is deze indeling als uitgangspunt genomen. De ori-

ginele indeling van baten en lasten van de Roteb, die op zich zeer inzichtelijk en duidelijk

is, is op verzoek van de onderzoekers omgezet naar bovenstaande indeling in een poging

om enkele posten op totaalniveau van de Wsw inzichtelijk en vergelijkbaar te krijgen.

Kortom, de problemen die wij tegen zijn gekomen bij onze pogingen om de financiële cij-

fers van de Wsw voor 2007 in kaart te brengen zijn de volgende:

Algemeen: het aanleveren van aparte cijfers aangaande de Wsw was voor sommige uit-

voerders lastig te realiseren, kostte dan ook de nodige tijd en moeite en heeft uiteinde-

lijk niet het gewenste resultaat opgeleverd.

De eerste gespreksronde met de uitvoerders leverde bij enkele uitvoerders (m.n. Stads-

toezicht en D&BW) in eerste instantie nog weinig bruikbare financiële informatie op. Wel

bleek daaruit dat er nog weinig inzicht bestond in de lasten en baten van de Wsw, maar

dat men wel midden in het proces leek te zitten om dit aan te pakken en de lasten en

baten inzichtelijk te maken. Er werd verwezen naar met name RWI die als centrale partij

cijfers zou kunnen opleveren. Uit de moeite die het sommige uitvoerders kostte om ook

maar enige geïsoleerde financiële informatie op te leveren over de Wsw kan opgemaakt

worden dat dit bij enkele uitvoerders niet structureel bijgehouden en in kaart gebracht

wordt, laat staan dat er gestuurd wordt op de baten en lasten van de Wsw.

Ook het bestuderen van toegezonden informatie bood niet altijd de nodige duidelijkheid.

Vaak was financiële informatie voorhanden op een hoog aggregatieniveau, waardoor on-

derlinge vergelijking tussen uitvoerders lastig werd. Ook werd er geconstateerd dat er

niet altijd 100% aansluiting is tussen de financiële informatie die door de uitvoerders

wordt opgeleverd en de informatie (over dezelfde partij) die vanuit RWI afkomstig is.

Verschillende pogingen om dit wel op één lijn te krijgen, leverden niet altijd resultaat op.

Dit kostte in verhouding tot wat het heeft opgeleverd erg veel tijd en inspanning.

Page 14: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

14

Het verzoek om verdere verdieping van de gegevens richting de uitvoerders heeft wel

enige aanvullende informatie opgeleverd. Echter, de praktijk laat zien dat nog steeds

een vergelijking op financiële posten tussen de diverse uitvoerders erg lastig is. Op het

moment dat de naam van een financiële post hetzelfde is, is dat nog geen garantie dat

onderlinge vergelijking echt mogelijk is. Immers, deze zelfde post kan bij verschillende

uitvoerders andere deelposten bevatten. Een belangrijke conclusie van de onderzoekers

is dat er niet wordt gestuurd op een uniforme wijze van registratie van financiële infor-

matie aangaande de Wsw. Wij kwamen tegen dat er een eigen wijze van het bijhouden

van financiële informatie wordt gehanteerd, dat er andere financiële posten zijn en ande-

re subposten behorend tot een hoofdcategorie. Tot slot zijn er ook andere definities van

begrippen zoals overhead e.d. Iedere uitvoerder heeft zijn eigen autonomie en bedrijfs-

voering en er is geen overkoepelende partij, die de regie voert over deze financiële ver-

antwoording: RWI coördineert alleen.

De hiervoor geschetste problemen bij het verkrijgen van de juiste financiële informatie over

de uitvoering van de Wsw in 2007 hebben het onderzoek behoorlijk bemoeilijkt en ervoor

gezorgd dat het erg veel tijd en inspanning heeft gekost om überhaupt iets te kunnen zeg-

gen over de financiële situatie van de Wsw in Rotterdam. Wij hebben dit toch getracht te

doen in de volgende hoofdstukken. Een aantal zaken is echter onvoldoende inzichtelijk ge-

worden om daarover uitspraken te kunnen doen. Hierbij moet gedacht worden aan het be-

rekenen van kostprijzen voor de verschillende werksoorten, namelijk beschut werken,

groepsdetacheringen, detacheringen en begeleid werken. Maar ook de overhead was lastig

en niet voor alle partijen in kaart te brengen. Ook de huisvestingskosten blijken in de prak-

tijk lastig te vergelijken.

Tevens geldt voor het benchmark gedeelte van de Wsw dat we een kwalitatieve aanpak

hebben gekozen en niet vanuit een vergelijking van de financiële gegevens hebben verdiept

en ingezoomd. De verklaring hiervoor is tweeledig. Allereerst is in de offertefase reeds

aangegeven dat het wellicht lastig zou worden om financieel diep te gaan vanwege de ter

beschikkingstelling van informatie door de benchmarkgemeenten die wellicht niet zo mak-

kelijk zou gaan en de onderlinge onvergelijkbaarheid van cijfermateriaal. De tweede reden

is dat de financiële informatie van de gemeente Rotterdam over de uitvoering van de Wsw

niet toereikend was voor een diepgaande financiële benchmark.

1.6 Recente ontwikkelingen in Rotterdam

Ten tijde van de uitvoering van het onderhavige onderzoek verscheen het onderzoek naar

de uitvoering van de Wsw in Rotterdam, uitgevoerd door Berenschot1. Berenschot conclu-

deerde dat de gemeente Rotterdam het op sociaal terrein in relatie tot landelijke Sw-

parameters beter doet dan gemiddeld. Verder zet het rapport vraagtekens bij het eenzijdig

inzetten op de realisatie van 500 BW banen. Tenslotte raadde het rapport aan D&BW en

Roteb te integreren.

1 Berenschot (2008). Onderzoek naar de uitvoering van de Wsw in Rotterdam. Bevindingen en advies. Jeroen

Gelevert en Nicolette Oud.

Page 15: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

15

Eind 2008 is het nieuwe Beleidskader van de Gemeente Rotterdam over de Wsw versche-

nen1. Daaruit wordt duidelijk dat de huidige werkwijze en structuur nog dichter kunnen

aansluiten op de doelstellingen van de Wsw ‘Arbeidsontwikkeling’ en ‘plaatsen zo dicht mo-

gelijk bij regulier’. De gemeente is van plan te gaan werken met een nieuwe rolverdeling

tussen de betrokken diensten.

De werkzaamheden die gerelateerd zijn aan de trajectcoördinatie van de gehele Wsw doel-

groep worden zo veel mogelijk bij Roteb geconcentreerd, D&BW zal geen aparte dienst

meer zijn.

SoZaWe blijft de beleidsregie en -ontwikkeling houden op de Wsw, blijft budgethouder van

de Wsw middelen en voert het wachtlijstbeheer uit. De samenwerking tussen Roteb en So-

ZaWe voor wat betreft trajectcoördinatie (Roteb) en klantregie (SoZaWe) dient nader te

worden uitgewerkt.

Naar verwachting zullen structuurwijzigingen rond 2010 in werking treden. Stadstoezicht

blijft beveiligings- en bewakingstaken verrichten, ook bij Stadstoezicht wordt gekeken naar

het zo regulier mogelijk maken van huidige Wsw dienstverbanden.

1.7 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 gaan wij nader in op de financiële situatie van de Wsw in Rotterdam. Hierbij

wordt zowel naar de algemene financiële situatie gekeken als naar de financiële situatie per

uitvoerder van de Wsw. In hoofdstuk 3 komen de uitkomsten van de benchmark onder drie

andere gemeenten aan bod, namelijk Amsterdam, Den Haag en Helmond. Het laatste

hoofdstuk besluit met de beantwoording van de onderzoeksvragen, conclusies en aanbeve-

lingen.

1 Maatwerk en dynamiek aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De Wsw in het perspectief van de ontwikke-

lingen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Beleidskader gemeente Rotterdam, december 2008.

Page 16: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

16

Page 17: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

17

2 Financiële situatie Wsw Rotterdam

2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt de financiële situatie van de betrokken uitvoerende partijen ge-

schetst. De bevindingen uit dit hoofdstuk zijn gebaseerd op interviews binnen de gemeente

Rotterdam en de financiële documenten die zijn aangereikt door de betrokken partijen en

uitvoerders van de Wsw (zie bijlage 1).

2.2 Algemene financiële situatie Wsw

In tabel 2.1 presenteren wij de financiële situatie van de Wsw in Rotterdam op hoofdlijnen

voor het jaar 2007. Onder de tabel volgt de toelichting.

Tabel 2.1 Financiële situatie op hoofdlijnen

Financiën Wsw Rotterdam

2007 Roteb

Stads-

toezicht

DenBW

RWI /

FBW

Totaal

Verdeling Rijksmiddelen (volgens

subsidiedifferentiatie) 50.915.456 2.853.462 7.548.205 1.000.000 62.317.123

Verdeling gemeentelijke bijdrage

(volgens subsidiedifferentiatie) 1.497.144 83.905 221.951 1.803.000

Amendement Verburg / Bussemaker 699.424 699.424

Subsidie niet benutte middelen na

toepassing garantiefonds 30.775 30.775

Subsidie arbeidskosten 2007 1.295.919 72.627 192.120 1.560.666

Gemeentelijke bijdrage 2.483.000 2.483.000

Overdracht aan Roteb 1.024.000 -1.024.000 0

Inboeken maatregel -136.000 136.000 0

Mutatie eerste kwartaal 78.000 78.000

Extra gemeentelijke middelen tekort 1.000.000 1.000.000

Extra gemeentelijk voor aanpak

wachtlijst 300.000 300.000

57.215.519 2.873.994 8.016.276 2.166.199 70.271.988

Verdeling Rijk vlgs subsidiedifferen-

tiatie 50.915.455 2.853.463 7.548.205 61.317.123

gemiddelde SE's in 2007 2.062 103 376 2.541

subsidiedifferentiatie 123 138 100

Rijk en stukje gemeente 25.418 28.518 20.665

Alleen Rijk 24.692 27.704 20.075 25.337

Page 18: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

18

Rijksbijdrage

In tabel 2.1 staan alle financieringsmiddelen voor de Wsw in 2007 op een rijtje. De belang-

rijkste financieringsbron is de Rijksbijdrage. In totaal betreft dit een bedrag van 62,3 mil-

joen euro. Een miljoen euro daarvan is gereserveerd voor de regievoerder RWI (= Regie

Werk en Inkomen) en de afdeling FBW (= Financieel Beheer Werkgelegenheid), waardoor er

61,3 miljoen overblijft voor verdeling over de drie uitvoerders van de Wsw. Deze verdeling

vindt plaats aan de hand van de subsidiedifferentiatie.

Subsidiedifferentiatie

Met ingang van 2005 is de subsidiedifferentiatie1 in het leven geroepen op basis van het uit-

gangspunt dat er verschillende kostenplaatjes hangen aan een Wsw-er bij Stadstoezicht, Ro-

teb en D&BW. Deze is tot stand gekomen na uitgebreid overleg tussen RWI en alle uitvoer-

ders en de hoogte daarvan is uiteindelijk vastgesteld in het Sw-beraad. De achtergrond van

deze subsidiedifferentiatie is dat er sprake is van verschillende werksoorten (zie tabel 1.1)

bij verschillende uitvoerders en verschillende achtergronden en situaties2 waardoor een

Wsw-er van Stadstoezicht gemiddeld duurder is dan een gemiddelde Wsw-ers bij Roteb, die

weer duurder is dan een gemiddelde Wsw-er van D&BW. De subsidiedifferentiatie is dan ook

138 voor een Wsw-er van Stadstoezicht, 123 voor een Wsw-er van Roteb en 100 voor een

Wsw-er van D&BW. Op basis van deze subsidiedifferentiatie wordt de rijkssubsidie toegere-

kend aan de diverse uitvoerders. Bij deze berekening is geen rekening gehouden met het

aantal ernstige gevallen (1,25 gevallen), maar is verdeeld conform de in het protocol vast-

gelegde afspraken. Gemiddeld krijgt een uitvoerder ruim 25.000 euro per Wsw-er. Echter,

voor de verschillende uitvoerders in Rotterdam is dit bedrag anders, namelijk Stadstoezicht

krijgt een bedrag van 27.704 euro per Wsw-er, Roteb 24.692 euro en D&BW 20.075 euro.

Het actualiseren van de subsidiedifferentiatie kan overwogen worden gezien de veranderin-

gen in werksoorten die zich in de afgelopen jaren hebben voorgedaan (verschuivingen van

beschut werken naar groepdetacheringen bijvoorbeeld wat betreft aantallen: er werken nu

grotere aantallen in groepsdetacheringen bij Roteb dan voorheen). Zie verder paragraaf 4.2

Conclusies.

Gemeentelijke bijdrage

De gemeentelijke bijdrage voor het jaar 2007 is na afronding van het jaar en verrekening

van tekorten voor Rotterdam ruim 6 miljoen euro. Deze is als volgt opgebouwd:

Tabel 2.2 Gemeentelijke bijdrage Wsw Rotterdam in 2007

Verdeling gemeentelijke bijdrage (volgens subsidiedifferentiatie) 1.803.000

Gemeentelijke bijdrage 2.483.000

Extra gemeentelijke middelen tekort 970.000

Extra gemeentelijke middelen voor aanpak wachtlijst 300.000

Overdracht aan Roteb vanuit Bestuursdienst Rotterdam 700.000

Totale gemeentelijk bijdrage 2007 6.256.000

Gemeentelijke bijdrage per SE (in euro) 2.462

1 In het beleidskader Gemeente Rotterdam (2008/2009) ‘Maatwerk en dynamiek aan de onderkant van de

arbeidsmarkt’ wordt de subsidiedifferentiatie anders genoemd, namelijk de historische verdeelsleutel. 2 Hierbij moet bij Stadstoezicht bijvoorbeeld gedacht worden aan het hoge aantal WSW-geïndiceerden van vóór

1998.

Page 19: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

19

Het eerste bedrag betreft een standaard gemeentelijke bijdrage van 1,8 miljoen euro die te-

zamen met de rijksbijdrage wordt verdeeld over de uitvoerders volgens de subsidiedifferen-

tiatie. Verder volgen nog algemene en specifieke aanvullingen evenals een overdracht aan

Roteb vanuit de Bestuursdienst voor een tekort op de exploitatie. In totaal dus een gemeen-

telijke bijdrage van ruim 6 miljoen euro in 2007, een bedrag van 2.462 euro per SE. Doel-

stelling voor de Wsw in Rotterdam is om dit bedrag terug te brengen naar het landelijk ge-

middelde per SE.

Protocol verdeling exploitatieverlies

Voor het verdelen van het exploitatieverlies op de Wsw en de eindafrekening is door RWI

een protocol opgesteld. Bij het ontstaan van een tekort bij één van de uitvoerders wordt al-

lereerst binnen de eigen bedrijfsvoering bekeken of dit tekort kan worden ‘gedekt’ door ande-

re onderdelen van de gemeentelijke dienst1. Indien dit niet kan of niet toereikend is, wordt

bekeken of het mogelijk is om te verrekenen met de andere uitvoerders binnen de Wsw.

Indien toch nog een tekort overblijft, wat meestal het geval is, wordt een verzoek tot extra

bijdrage ingediend bij de Bestuursdienst van de gemeente Rotterdam. Dit dient alleen te ge-

beuren indien het gerealiseerde tekort groter is dan het tekort dat begroot was. In het geval

er bijvoorbeeld sprake is van een tekort van 5 miljoen en er was een tekort van 4 miljoen

begroot, dan hoeft slechts voor € 1 miljoen extra dekking aangevraagd te worden bij de Be-

stuursdienst.

Op basis van een onderzoek van Berenschot is in het Sw-jaarplan van 2003 berekend dat

D&BW winst zou kunnen maken op de Wsw en Roteb verlies. Aan de hand daarvan is toen

afgesproken, en in het protocol vastgelegd, dat hiervoor onderling verrekening plaatsvindt

(zie overdracht aan Roteb voor 1.024.000 euro in tabel 2.1). Echter, in de praktijk bleek

D&BW in de jaren 2005 – 2008 geen winst te maken, terwijl de verrekening wel steeds con-

form protocol is uitgevoerd. Net als de jaren daarvoor ontstonden ook in de jaren na de af-

spraken over het protocol exploitatietekorten die groten bleken te zijn dan het begrote te-

kort. De onderlinge verrekening is uiteindelijk per 2009 weer geschrapt.

In de afgelopen jaren zijn de verliezen op de Wsw op onderstaande wijzen genomen:

eenmaal heeft SoZaWe het tekort zelf bijbetaald

eenmaal heeft Roteb bijbetaald

eenmaal (2007) heeft de Bestuursdienst bijbetaald

In 2008 heeft de Bestuursdienst de helft van het verlies erbij gelegd.

Voor het jaar 2009 heeft het college van B&W besloten dat de gemeentelijke bijdrage

maximaal het landelijk gemiddelde mag bedragen. Hoe met eventuele hogere exploitatiete-

korten dan begroot wordt omgegaan, indien deze zich voordoen in 2009, valt te bezien.

1 Voor Roteb geldt dat zij in het verleden ook weleens zelf intern verliezen op de Wsw hebben gecompenseerd.

Page 20: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

20

2.3 Overhead uitvoerders Wsw

2.3.1 Definitie overhead

In dit onderzoek hanteren we de volgende definitie van overhead:

‘Overhead is het geheel van functies gericht op de sturing en ondersteuning van medewer-

kers in het primair proces1.’

Dit betreft de kosten van de volgende functies: Directie, management en secretariële ondersteuning Personeel en organisatie (HRM, P&O) Informatisering en automatisering Financiën en control Communicatie Juridische zaken

Facilitaire zaken (bijvoorbeeld inkoop, logistiek, catering, huisvesting, arbo, kantoor,

schoonmaak, beveiliging, groenvoorziening, postkamer, ICT etc).

2.3.2 Invulling overhead uitvoerders Wsw

Bij Roteb worden de kosten van de concernstaf als overhead beschouwd. In 2007 bestond

de concernstaf uit de volgende afdelingen2: Directie

Staf & Management Ondersteuning (hieronder vallen onder andere het directiesecretari-

aat, juridische zaken, de directiesecretaris, de directiechauffeurs, directieadviseurs en de

kosten van de postkamer)

Staf Beleid & Projecten (Dit is een afdeling die bestaat uit beleidsmedewerkers en pro-

jectleiders die de integraal managers ondersteunen bij grote projecten)

Staf Werk (Dit is de afdeling die instroom en begeleiding van de diverse doelgroepen

verzorgt. Tevens valt de bedrijfsschool, die opleidingen verzorgt, onder Staf Werk) P&O (inclusief Arbo)

ICT (telefoonkosten, netwerkbeheer, hardware, software, pc’s, kopieermachines en ge-

bruikersondersteuning. Informatiemanagement viel toen nog onder de Control Unit) Control

AO-IC (Ondersteuning bij de Administratieve Organisatie voor de lijn en het verrichten

van Interne Controles voor de Directie) Communicatie Strategie & marketing

Facilitair Bedrijf (Inkoopafdeling en Doorbelasting van het bedrijfsbureau van het Facili-

tair Bedrijf)

Huisvestingskosten (de doorbelasting vanuit het Facilitair Bedrijf voor de huisvesting,

inclusief onderhoud en schoonmaak en alle andere kosten die met huisvesting te maken

hebben, zoals verzekeringen, afvalinzameling, gas, water, licht en de diverse gemeente-

lijke heffingen, beveiliging en groenvoorziening.) Ondernemingsraad

1 Bron: Huijben, M. en Geurtsen, A. (2008), Heeft iemand de overhead gezien?, Den Haag: Academic Service.

Hier worden percentages voor overhead genoemd variërend van 12% tot 40%. 2 Dit wijkt iets af van de huidige situatie aangezien in de tussentijd een aantal stafafdelingen is gereorgani-

seerd, opgeheven of samengevoegd.

Page 21: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

21

In principe kunnen alle bovenstaande posten die Roteb rekent tot de overhead onderge-

bracht worden bij de posten die gehanteerd worden in onze definitie van overhead. Zo kun-

nen Staf & Management Ondersteuning, Staf Beleid & Projecten en Staf Werk geschaard

worden onder de categorie ‘directie, management en secretariële ondersteuning’ in de rui-

me zin van het woord. Strategie & marketing kan geschaard worden onder dezelfde catego-

rie als communicatie. Het facilitair bedrijf en huisvestingskosten vallen onder facilitaire za-

ken, echter met die uitzondering dat logistiek en catering bij Roteb direct vallen onder de

verantwoordelijkheid van de bedrijfsmanager en dit derhalve niet weggelegd is bij de con-

cernstaf en dus in de strikte zin van de definitie niet behoort tot overhead. Een categorie

die toegevoegd kan worden aan de overhead, maar in de door ons gehanteerde definitie

van overhead niet voorkomt, is de post ‘Ondernemingsraad’.

De kosten van de concernstaf worden in twee fases doorbelast aan de (SW-) bedrijven. Bij

een groot deel van de activiteiten van de concernstaf is er sprake van een duidelijke klant

(werkbedrijf) / leverancier (stafafdeling) relatie. Voor die activiteiten vindt er een directe

doorbelasting (overhead) plaats.

Daarnaast verrichten stafafdelingen ook activiteiten waarvoor geen duidelijke klant / leve-

rancier-relatie bestaat. Hieronder kan je de inspanningen van een stafafdeling voor een an-

dere stafafdeling scharen, activiteiten die alle (sw-) werkbedrijven aangaan, of inzet die

specifiek nodig is voor het feit dat Roteb een gemeentelijke dienst is, zoals alle verant-

woordingen aan de gemeente. Deze kosten worden uiteindelijk wel doorbelast aan de ver-

schillende (sw) werkbedrijven, namelijk op basis van het aantal fte. Dit wordt general

overhead genoemd.

Tevens heb je bij de werkbedrijven zelf ook vaak kleine stafafdelingen. Deze rekent Roteb

echter niet tot de (general) overhead.

Kortom, de overhead van Roteb komt in grote lijnen overeen met de overhead zoals wij de-

ze definiëren. Bij Roteb valt deze post overhead nog uiteen in twee onderdelen, namelijk:

Directe doorbelastingen (o.b.v. een daadwerkelijk geleverde inspanning van de ene staf-

afdeling aan de andere stafafdeling)

General overhead, die op basis van fte wordt doorbelast aan alle (SW) werkbedrijven

De kosten van de kleine eigen stafafdeling van de werkbedrijven wordt niet geschaard on-

der de post ‘overhead’ Ook Stadstoezicht geeft aan dat bij hen in grote lijnen dezelfde posten worden gehanteerd

als in onze definitie van overhead.

Voor de afdelingen van de dienst SoZaWe (D&BW, RWI en FBW) geldt dat de centrale afde-

lingen PenO, communicatie, directie, planning en control en juridische zaken niet worden

doorbelast aan de Wsw, maar aan andere producten dan de Wsw. Echter, het hoofd en de

staf werkzaam bij D&BW worden wel aan de Wsw doorberekend.

‘Voor RWI en FBW, beide afdelingen van de dienst SoZaWe, geldt dat in beperkte mate

overhead wordt toegerekend aan de Wsw. Er worden vanuit RWI twee man aan de Wsw

doorberekend. De kosten van de directeur SoZaWe bijvoorbeeld drukken niet op de Wsw,

maar met name op het product Inkomen. Dat is historisch zo gegroeid. Bekeken zou moe-

ten worden hoe dat mogelijk aan andere afdelingen door te rekenen is.’

Page 22: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

22

Ditzelfde geldt voor FBW / RWI. Dus voor FBW/RWI en D&BW geldt toerekening van onder-

staande posten aan overhead:

Directie, management en secretariële ondersteuning (= loonkosten staf/ambtenaren): JA

(alleen hoofd, niet de directie)

Personeel en organisatie (HRM, P&O): NEE

Informatisering en automatisering: vo

or het gebruik van de computers en de licenties wordt ICT in rekening gebracht. Dat

geldt echter voor het daadwerkelijke gebruik.

Financiën en control: NEE

Communicatie: NEE

Juridische zaken: NEE

Facilitaire zaken (bijvoorbeeld inkoop, logistiek, catering, huisvesting, arbo, kantoor,

schoonmaak, beveiliging, groenvoorziening, postkamer, ICT etc): onbekend, waarschijn-

lijk ook niet.

Stadstoezicht geeft onderstaande aan wat betreft toerekening van overhead aan de Wsw:

Directie, management en secretariële ondersteuning (= loonkosten staf/ambtenaren): JA

Personeel en organisatie (HRM, P&O): JA, BEPERKT

Informatisering en automatisering: JA

Financiën en control: JA

Communicatie: JA, INTERN

Juridische zaken: NEE (nihil)

Facilitaire zaken (bijvoorbeeld inkoop, logistiek, catering, huisvesting, arbo, kantoor,

schoonmaak, beveiliging, groenvoorziening, postkamer, ICT etc): JA

De drie uitvoerders herkennen zich allen wel in de definitie van overhead en geven aan alle

onderdelen of een deel daarvan ook zelf toe te rekenen aan overhead. Het is echter de

vraag in hoeverre we deze afzonderlijke componenten kunnen herleiden en op die manier

de hoogte van de overhead in kaart kunnen brengen (zie paragraaf 2.4.1). Daarbij blijkt

ook uit de interviews dat er een duidelijk verschil is in toerekening van de overhead tussen

enerzijds Roteb en Stadstoezicht en anderzijds de afdelingen die onder SoZaWe vallen,

namelijk RWI, FBW en D&BW. Deze laatste drie onderdelen van SoZaWe belasten lang niet

alle kosten door aan de Wsw, terwijl Roteb en Stadstoezicht dat wel in hoge mate doen.

2.4 Financiële situatie naar uitvoerder op hoofdlijnen

Hieronder volgt een financieel overzicht naar uitvoerders van de Wsw. Opgemerkt dient te

worden dat alle cijfers betrekking hebben op 2007, behalve de cijfers van Stadstoezicht die

betrekking hebben op 2008.

De cijfers op hoofdlijnen worden volgens een indeling naar kostensoorten gepresenteerd,

die afkomstig is van de grootboekrekeningnummers die Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Rotterdam hanteert. De cijfers van zowel RWI, FBW, D&BW en Stadstoezicht waren volgens

dit format beschikbaar. Roteb heeft de financiële gegevens om moeten werken naar dit

format om enige vergelijkbaarheid in cijfers te kunnen realiseren. Dit kan mogelijk kwali-

teitsverlies in de presentatie van kostengegevens tot gevolg hebben. In tabel 2.3 is geen

totaalkolom opgenomen, omdat de bedragen soms toch niet goed vergelijkbaar zijn, on-

danks de plaatsing onder dezelfde grootboekrekening en grootboekrekeningrange.

Page 23: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

23

Tabel 2.3 Baten en lasten uitvoerders Wsw

Grootboekrekening

Omschrijving grootboek-

rekeningrange

Roteb

2007

Stads-

toezicht -

2008

DenBW

2007

RWI /

FBW

2007

401000 t/m 401999

Loonbetalingen en sociale pre-

mies

57.946.000

3.913.134

8.935.361

655.525

401000 t/m 401999

Loonkosten ambtenaren be-

trokken bij Wsw1

1.779.000

1.290.315

401000 t/m 401999

Loonkosten staf c.q. doorbere-

kende salariskosten concernstaf

4.860.000

127.5002

222.0003

407000 t/m 410999

Uitzendkrachten en inhuur der-

den (incl interim mgt extern)

1.746.0004

1.075

141.264

85.673

411000 Electra 193.000 - 3.796

415000 Uitbestede werkzaamheden 0 - 2.183

417000

OZB zakelijk recht (onroerend-

zaakbelasting)

0

-

145

419130 Overige uitbestedingen 181.000 - 6.178

425000 t/m 425999

Indirecte en overige perso-

neelskosten

3.664.000

72.831

180.200

29.930

426000 t/m 427999

Kantoorkosten, automatisering

en dubieuze debiteuren

437.000

11.433

29.302

64.807

428000 t/m 428999 Huisvesting 3.593.000 19.087 243.682 58.752

429000

Projectkosten materieel econ

cat 3 4 3 2

1.862.000

-

151

36

430100 Communicatie projecten 0 - 95

430110 Kosten Ondernemingsraad 0 - 15.146

431000 t/m 431999 Kosten Parkeren 0 1.690

438000 Subsidies aan marktproducenten 0 - 731.154

442000

Inkomensoverdrachten aan

overheid (niet-Rijk)

0

-

36.301

443010 Subsidies 0 - 34.829

456010

Rente interne kapitaalverstr

tbv leningverstr

15.000

-

15.616

2.648

458040

Afschr Bedrijfsgebouwen met

economisch nut

-

-

13.238

458080

Afschrijving ov materiële vaste

activa met (econ nut)

119.000

-

15.829

461000 t/m 461999 Inhuur derden intern 0 713 0 0

462000 t/m 499999

Overige kosten (intragemeen-

telijk) 0 84.794 23.447 279

500000 t/m 599999

Interne doorbelasting overhead

/ doorberekeningen (resultaat-

verdeling)

4.232.000

242.500

145.482

81.905

saldo baten/lasten

vorigboekjaar 50.338

TOTALE LASTEN 80.627.000 4.525.095 12.072.330 992.938

1 Hierbij moet gedacht worden aan bedrijfsmanagers, medewerkers bedrijfsbureau, leidinggevenden in de lijn

ten behoeve van Wsw-ers. 2 Dit zijn medewerkers binnen van de staf van afdeling Beveiliging. Alle andere loonkosten betreffen Wsw-ers. 3 Dit bedrag is gebaseerd op 3,6 fte staf. Het totaal aantal fte staf bij D&BW is 13,83. Op basis van de verde-

ling Wiw – Wsw = 74% - 26% betekent dit dat 3,5 fte kan worden toegerekend aan de Wsw. 4 De verklaring voor de hoogte van dit bedrag is terug te vinden in paragraaf 2.5 onder de toelichting bij tabel

2.5. Van dit bedrag van 1,7 miljoen euro is bijna een miljoen euro rechtstreeks door te belasten aan de klant.

Page 24: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

24

Grootboekrekening

Omschrijving grootboek-

rekeningrange

Roteb

2007

Stads-

toezicht -

2008

DenBW

2007

RWI /

FBW

2007

806000 t/m 806999

Vergoeding voor personeel

(I/D-subsidie, detachering)

894.000

275.062

3.991

811090 Vergoeding door derden 20.768.000 3.605.337

811130 Baten voorgaande dienstjaren 394.000 2.095

839000 t/m 839999

Vergoeding voor personeel

(intragemeentelijk)

0

1.476.718

1.405

840000 t/m 899999

Overige verrekeningen (resul-

taatverdeling) / Rijkssubsidie

57.216.000

2.728.7401

8.016.276

2.166.199

TOTALE BATEN 79.272.000 4.480.520 11.629.104 2.166.199

EINDSALDO -1.355.000* -44.575 -443.226 1.173.2612

* Verschil bij Roteb t.o.v. eerdere eindsaldo heeft te maken met de general overheadkosten die in werkelijk-heid lager zijn uitgevallen (nl 628.000 euro lager dan vooraf begroot was). Aan het eind van het jaar is hiervoor een correctie toegepast.

Ondanks dat in tabel 2.3 geen totaalkolom is opgenomen, blijkt duidelijk dat er verlies

wordt gemaakt op de uitvoering van de Wsw in de gemeente Rotterdam.

2.4.1 Toerekening overhead aan Wsw

Getracht is in kaart te brengen welke posten onder overhead worden verstaan door de ver-

schillende uitvoerders van de WSW (zie paragraaf 2.3). Onze definitie dient daarbij als uit-

gangspunt. Uitvoerders geven aan diverse onderdelen van de overhead te herkennen als

posten die zij ook scharen onder overhead. Echter, alle uitvoerders definiëren toch een an-

dere set kostenposten om tot de totale overhead te komen. Bovendien zijn de genoemde

kostenposten waaruit de overhead bestaat nauwelijks te koppelen aan de grootboekindeling

die door de uitvoerders wordt gehanteerd en die wij dus ook hebben gekozen voor het pre-

senteren van de financiële cijfers hier. Daarom is het niet mogelijk om de overheadkosten

van de verschillende uitvoerders in kaart te brengen en te vergelijken.

Alleen voor de Roteb is de overhead wel in kaart te brengen. Deze bestaat uit de directe

doorbelastingen (9.174.000 euro) + general overhead (= 3.888.000 euro) = 13.062.000

euro3. In relatie tot de totale lasten komt de overhead neer op 16% (namelijk 13,062 mil-

joen euro gedeeld door 80,627 miljoen euro). In de praktijk kom je in wisselende sectoren

overheadpercentages tegen tussen de 12% en 40%. Als we het overheadpercentage van

Roteb hier tegenaf zetten, kan geconcludeerd worden dat de overheadkosten van Roteb

zich aan de lage kant bevinden4.

1 De Rijkssubsidie is iets anders dan is weergegeven in tabel 2.1 omdat in tabel 2.1 voor Stadstoezicht het

bedrag van 2007 staat en in tabel 2.3 het bedrag voor 2008. 2 In paragraaf 2.8 is dit gecorrigeerd m.b.t. het Amendement Verburg / Bussemaker. 3 Deze bedragen zijn gehaald uit de cijfers zoals deze oorspronkelijk waren aangeleverd. Om alle cijfers een-

duidig te kunnen rapporteren, heeft Roteb een bewerking gemaakt en een vertaling naar de grootboekreke-ningen zoals deze door de andere uitvoerders gehanteerd worden.

4 Als we voor Stadstoezicht en D&BW alle lasten behalve de loonbetalingen en sociale premies gemakshalve als overhead bestempelen, resulteert bij beide een percentage van 13%. Voor D&BW geldt echter dat onduidelijk is of in de loonkosten nog loonkosten staf zitten die bij de overhead gerekend moeten worden. Als dat het geval is, zou de overhead bij D&BW hoger zijn dan 13%.

Page 25: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

25

2.4.2 Loonkosten Wsw medewerkers

De totale loonkosten voor WSW medewerkers zoals deze uit tabel 2.3 blijken zijn

71.450.020 euro voor 2.458 Wsw-ers1. Dit betekent een gemiddelde loonkostensom (inclu-

sief sociale premies) van 29.068 euro per Wsw-er. Echter, de mogelijkheid bestaat dat

hierin, bijvoorbeeld voor Stadstoezicht en/of RWI/FBW ook nog loonkosten van ambtena-

ren of stafmedewerkers zijn meegenomen, terwijl deze bij Roteb, D&BW en deels bij Stads-

toezicht (alleen loonkosten staf) apart zijn vermeld. Mogelijk valt deze gemiddelde loonkos-

tensom dus lager uit dan hier genoemd.

De verschillen tussen de uitvoerders zijn qua gemiddelde loonkosten Wsw-medewerkers:

D&BW 30.496 euro per Wsw-medewerker (= 8.935.361 / 293 detacheringen)

Roteb 28.101 euro per Wsw-medewerker (= 57.946.000 / 2.062)

Stadstoezicht 37.991 euro per Wsw-medewerker (= 3.913.134 / 103)

Uit Cedris (2008, p. 26) blijkt dat de gemiddelde arbeidskosten voor de doelgroep mede-

werkers op 28.210 euro per Wsw gesubsidieerde voltijdsbaan ligt. Dit wijkt niet veel af van

het gemiddelde dat hierboven per Wsw-er in Rotterdam wordt genoemd (29.068 euro),

namelijk 858 euro. Echter, op basis van 2.458 SE (excl. BW-plekken) komt dit toch neer op

een bedrag van 2,1 miljoen euro. De gemiddelde loonkosten van een Wsw-er zijn bij Stads-

toezicht veel hoger, maar vallen weg in het gemiddelde.

2.4.3 Huisvestingskosten WSW

De huisvestingskosten zoals weergegeven in tabel 2.3 lijken per uitvoerder behoorlijk van

elkaar te verschillen. Ook als we de bedragen relateren aan het aantal Wsw-ers komen er

onvergelijkbare bedragen uit. Waarschijnlijk wordt dit veroorzaakt door het feit dat de ver-

schillende uitvoerders zich in verschillende situaties bevinden wat betreft huisvesting. Bo-

vendien zijn de posten die bij de verschillende uitvoerders ondergebracht zijn onder de

noemer ‘huisvesting’ verschillend en daarmee onvergelijkbaar.

Zo rekent D&BW onder deze post bij de uitvoeringskosten: huurkosten gebouw, schoon-

maakkosten, onderhoud, vuilafvoer, bewaking en beveiliging. En onder de programmakos-

ten: toezicht-, beheers- en begeleidingskosten. Wat Stadstoezicht hieronder precies rekent

is onbekend en FBW rekent hiertoe: onderhoud gebouw.

2.4.4 Toerekening staf aan Wsw

Roteb

De toerekening van de staf aan de Wsw gebeurt niet op basis van fte. In principe worden

alleen kosten toegerekend aan de werkbedrijven. Dit gebeurt op basis van bijvoorbeeld

tijdsbesteding voor de Control Unit, het aantal facturen voor de financiële afdeling en fte

voor de afdeling Personeel & Organisatie.

1 Dit betreft 57.946.000 loonkosten Roteb + 3.913.134 loonkosten Stadstoezicht + 8.935.361 loonkosten

D&BW (alleen 293 Detacheringen) en 655.525 loonkosten RWI/FBW. Er wordt uitgegaan van 2.458 SE in plaats van het totaal in 2007 van 2.541 aangezien de BW-plekken hier niet meedoen omdat de gemeente hiervoor geen loonkosten heeft.

Page 26: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

26

In totaal bedroegen de bruto kosten van de concernstaf in 2007 37,9 miljoen euro, waar-

van 13,2 miljoen euro werd toegerekend aan de Sw werkbedrijven (34,8%). Dat betekent

dat 34,8% van de werknemers van de Concernstaf qua kosten toegerekend kunnen worden

aan de Wsw. De totale bezetting van de Concernstaf in december 2007 was 280 fte. Dit be-

treft zowel ambtenaren, Sw-ers en vaste inhuur van mensen. Dat betekent dat er bij Roteb

97,5 fte1 staf aan de Wsw toegerekend kan worden. D&BW

Bij de afdeling DenBW is 13,34 fte staf werkzaam. Wanneer deze fte worden verdeeld onder

de Wiw en Wsw in de verhouding zoals eerder weergegeven, namelijk 74% - 26% dan be-

tekent dat, dat er 3,5 fte toegerekend kan worden aan de Wsw door D&BW.

Functienaam Fte bezetting D&BW

Hoofd Detacheren en Begeleid Werken 1,00

Manager Bedrijfsvoering 1,00

Directie-Assistent 1,00

Managementassistent 1,00

Secretaresse 1,00

Coördinator FA 1,00

Personeels- & Organisatieadviseur 0,89

Medewerker Personeelsbeheer 0,89

Administratief Medewerker 1,00

Junior Medewerker Personeelsbeheer 1,00

Huismeester 1,00

Junior Administratief Medewerker 0,56

Secretaresse 1,00

Bode 1,00

Totaal 13,34

Stadstoezicht

Voor Stadstoezicht geldt dat er in 2007 ongeveer 2 fte staf (zie definitie overhead) is toe te

rekenen aan de Wsw.

RWI en FBW

Voor RWI geldt dat er 2 fte staf wordt toegerekend aan de Wsw. Bij FBW werken 10 perso-

nen (voorheen afkomstig voor Roteb) voor de Wsw in totaal 8,96 fte.

Functienaam Fte bezetting FBW - Wsw

Senior Personeels- en Salarisadministrateur 0,56

Kwaliteitsmedewerker 1,00

Personeels- & Salarisadministrateur 2,60

Salarisadministrateur 1,80

Medewerker Verantwoording 3,00

Totaal 8,96

Het totaal aantal fte staf van RWI en FBW samen dat toegerekend kan worden aan de Wsw

bedraagt 10,96.

1 34,8% van 280 fte = 97,5 fte.

Page 27: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

27

In totaal is er 114 fte staf werkzaam voor 2.541 SE Wsw-ers, dat is dus 1 fte staf voor

22 SE WSW-er.

Wanneer we de loonkosten staf, die zijn weergegeven voor Roteb, Stadstoezicht en D&BW,

relateren aan het aantal SE Wsw dat hiermee wordt bediend dan zien we bij Roteb loonkos-

ten staf per Wsw-ers van 49.8461 euro, bij Stadstoezicht van 63.750 euro2 en bij D&BW van

63.4293 euro loonkosten staf per Wsw-er.

2.4.5 Enkele kengetallen uitvoerders Wsw

Tabel 2.3 laat zien dat de uitvoering van de Wsw in Rotterdam ongeveer 98 miljoen euro

kost4. Deze kosten worden als volgt gedekt:

Rijksbijdrage van 62,3 miljoen euro (63%)

Een gemeentelijke bijdrage van 6,3 miljoen euro (6%)

Overige subsidies van ongeveer 1,7 miljoen euro (2%)

Het genereren van omzet uit bedrijfsactiviteiten 28,5 miljoen euro (29%)

In tabel 2.4 worden enkele kengetallen gepresenteerd voor de drie uitvoerders en onderling

vergeleken.

Tabel 2.4 Kengetallen uitvoerders Wsw

Kengetallen

Roteb

2007

Stadstoezicht

- 2008

DenBW

2007

Totale lasten 80.627.000 4.525.095 12.072.330

Rijkssubsidie Wsw (incl. klein deel gemeentelijk

volgens subsidiedifferentiatie) 57.216.000 2.728.740 8.016.276

Aantal SE 2.062 103 376

Lasten per SE 39.101 43.932 32.107

Rijkssubsidie per SE 25.418 28.518 20.665

Subsidiedifferentiatie 123 138 100

% lasten gedekt door rijkssubsidie per SE 65% 65% 64%

Uit de tabel blijkt duidelijk dat de bijdrage vanuit het Rijk per SE ten opzichte van de totale

lasten per SE bij alle uitvoerders in dezelfde verhouding is, namelijk 65%.

1 Roteb: 4.860.000 euro loonkosten staf voor 97,5 fte staf = 49.846 euro per fte. 2 Stadstoezicht: 127.500 euro loonkosten staf voor 2 fte staf = 63.750 euro per fte. 3 D&BW: 222.000 euro loonkomsten staf voor 3,5 fte staf = 63.429 euro per fte. 4 Dit bedrag wordt verkregen door optelling van de lasten van alle (uitvoerende) partijen.

Page 28: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

28

2.5 Financiële situatie Roteb

Tabel 2.5 brengt de lasten en baten in kaart betreffende de Wsw in 2007 voor Roteb. De

tabel laat een negatief exploitatieresultaat voor 2007 zien.

Tabel 2.5 Lasten en baten Roteb (uitgewerkt en uitgesplitst naar beschut vs. niet-beschut)

Grootboekrekening

Omschrijving grootboek-

rekeningrange

Beschut

(1.401 SE)

Groeps-

detachering

(661 SE)

Subsidie

Roteb

2007

401000 t/m 401999

Loonbetalingen en sociale

premies

37.391.000

20.555.000

57.946.000

401000 t/m 401999

Loonkosten ambtenaren be-

trokken bij Wsw1

1.467.000

312.000

1.779.000

401000 t/m 401999

Doorberekende salarislasten

concernstaf

3.435.000

1.425.000

4.860.0002

407000 t/m 410999

Uitzendkrachten en inhuur

derden (incl interim mgt

extern)

442.000

1.304.000

1.746.0003

411000 Electra 193.000 0 193.000

419130 Overige uitbestedingen 34.000 147.000 181.000

425000 t/m 425999

Indirecte en overige perso-

neelskosten

1.987.000

1.677.000

3.664.000

426000 t/m 427999

Kantoorkosten, automatise-

ring en dubieuze debiteuren

347.000

90.000

437.000

428000 t/m 428999 Huisvesting 3.110.000 483.000 3.593.000

429000

Projectkosten materieel

econ cat 3 4 3 2

1.102.000

760.000

1.862.000

456010

Rente interne kapitaalverstr

tbv leningverstr

15.000

0

15.000

458080

Afschrijving ov materiële

vaste activa met (econ nut)

118.000

1.000

119.000

500000 t/m 599999

Interne doorbelasting over-

head / doorberekeningen

(resultaatverdeling)

2.952.000

1.280.000

4.232.000

TOTALE LASTEN 52.593.000 28.034.000 80.627.000

806000 t/m 806999

Vergoeding voor personeel

(I/D-subsidie, detachering) 482.000 412.000 894.000

811090 Vergoeding door derden 9.220.000 11.548.000 20.768.000

811130 Baten voorgaande dienstjaren -49.000 443.000 394.000

840000 t/m 899999

Overige verrekeningen (resul-

taatverdeling) / Rijkssubsidie

57.216.000

57.216.000

TOTALE BATEN 9.653.000 12.403.000 57.216.000 79.272.000

EINDSALDO -42.940.000 -15.631.000 -1.355.000*

* Verschil bij Roteb t.o.v. eerdere eindsaldo heeft te maken met de general overheadkosten die in werkelijk-heid lager zijn uitgevallen (nl 628.000 euro lager) dan vooraf begroot was. Aan het eind van het jaar is hiervoor een correctie toegepast.

1 Hierbij moet gedacht worden aan bedrijfsmanagers, medewerkers bedrijfsbureau, leidinggevenden in de lijn

ten behoeve van Wsw-ers. 2 De loonkosten staf bedragen met 97,5 fte 49.846 euro per fte (= 4.860.000 / 97,5). 3 Zie toelichting na de tabel voor de hoogte van dit bedrag en de achtergronden daarvan.

Page 29: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

29

Toelichting bij tabel 2.5:

Het wellicht relatief hoge bedrag voor uitzendkrachten en inhuur derden van 1.746.000

euro kan als volgt verklaard worden. Waarom er verspreid over diverse werkbedrijven ‘uit-

zendkrachten’ worden ingezet, verschilt per werkbedrijf. Hieronder volgt een toelichting

van de werkbedrijven waar deze post hoger is dan € 0,1 miljoen.

Impact:

Bij Impact is een groot aantal Wsw productieleiders uit dienst gegaan dat niet meer opge-

volgd kan worden door Wsw-ers. Deze personen worden vervangen door ambtenaren, die in

eerste instantie tijdelijk worden aangenomen in een uitzendconstructie. Na 6 tot 12 maan-

den krijgen deze personen een dienstverband als ambtenaar. De kosten die hiermee ge-

moeid zijn, betreffen € 0,3 miljoen.

Daarnaast hebben de Werkunits een totaal pakket werk aangenomen waarvan een deel bui-

ten de reguliere werktijden valt. Om dit werk uit te kunnen voeren, worden uitzendkrachten

ingehuurd, waarvan de kosten voor 100% doorberekend kunnen worden aan de klant. Deze

kosten bedragen ongeveer € 0,45 miljoen. Totaal tellen deze beide posten op tot € 0,75

miljoen.

Bouw & Clean:

Bij dit werkbedrijf is doorgaans voldoende werk beschikbaar. Echter, dit werk verreist be-

paalde vaardigheden waarover niet elke willekeurige Wsw-er beschikt. Daarom is Roteb

hard bezig om mensen op te leiden, zodat zij naar dergelijke werkvelden overgeplaatst

kunnen worden. In 2007 was er meer werk dan er geschikte werknemers voorhanden wa-

ren. Echter, het beschikbare werk was zodanig rendabel, dat besloten is om dit werk toch

aan te nemen en daarvoor mensen in te huren via uitzendbureaus. Dit zorgt voor een kos-

tenpost van € 0,5 miljoen bij Bouw & Clean.

RO Clean:

Dit is een werkbedrijf dat is opgericht om met name langstromers op te leiden en een tijde-

lijke werkplek te bieden. Ook hiervoor is een orderportefeuille nodig. De instroom van doel-

groepen bleef in 2007 enorm achter bij de verwachte aantallen die vanuit SoZaWe naar

Roteb zouden doorstromen. Dit had tot gevolg dat er onvoldoende mensen beschikbaar wa-

ren om het aangenomen werk te kunnen uitvoeren. Hiervoor zijn toen grotendeels voorma-

lige WWB’-ers (doelgroepen) ingezet, die na hun traject via een uitzendbureau bij het

RO-bedrijf1 zijn blijven werken. Dit betrof een kostenpost van € 0,3 miljoen.

1 Het RO bedrijf valt m.i.v. 2008 niet meer onder het product SW.

Page 30: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

30

Overige opvallende zaken

Aan de hand van de bestudeerde stukken en de gevoerde gesprekken met Roteb zijn enkele

punten naar voren gekomen, die hieronder worden toegelicht.

Opgemerkt moet worden dat de financiële overzichten betreffende de Wsw bij Roteb goed

op orde zijn. Tevens worden door Roteb zelf ook analyses uitgevoerd op de cijfers om het

beleid te kunnen bijstellen.

In de officiële zin van het woord betreffen alle Wsw-plekken bij Roteb Beschut Werken

plekken. Echter, in de praktijk zijn er naast Beschut Werken plekken ook groepsdetacherin-

gen. Deze groepsdetacheringen betreffen 32% van het totaal aantal Wsw-plekken bij Roteb

(zie paragraaf 1.2 en tabellen 1.1 en 1.2). Deze detacheringen komen met name voor bij

Multigroen1, Bouw en Clean en Sw overig. De afrekening van detacheringen vindt plaats

hetzij op uurbasis, hetzij op stuksbasis. Bij andere uitvoerders (zie benchmark in hoofdstuk

3) kom je ook wel de indeling binnen Beschut Werken tegen van binnenbedrijven en bui-

tenbedrijven. In deze bewoordingen zouden de groepsdetacheringen van Roteb ook wel

Wsw-plekken bij buitenbedrijven genoemd kunnen worden.

Een deel van de kosten van de Wwb / W-deel reactivering (bijv. bij Roteb) drukt op de

Wsw. Er is geen plek beschikbaar volgens de taakstelling, maar Roteb zet wel een persoon

(met Wwb of andere uitkering) aan het werk. Wat gebeurt er dan in de praktijk: deze per-

soon wordt op een Wsw-plek gezet en betaling vindt plaats vanuit het W-deel (reactive-

ringsbudget). Kortom, de kosten van deze andere doelgroepen (vanuit re-integratie-

trajecten) zijn soms ook in de Wsw-kosten versleuteld (zij werken zij-aan-zij, waardoor de-

ze kosten lastig te versleutelen zijn). Echter, deze personen worden ook begeleid vanuit

Roteb etc en hier zou Roteb richting de gemeente een bedrag voor in rekening kunnen

brengen. Roteb fungeert in feite als re-integratiebedrijf voor anderen dan Wsw-ers (bij-

voorbeeld Wwb-ers, maar ook Id-ers en Wiw-ers). Dit is een situatie die je ook bij de

benchmarkgemeenten tegenkomt (zie hoofdstuk 3) en waar de uitvoerders geld voor krij-

gen van de gemeente. Roteb ontvangt ook subsidie van de gemeente voor de begeleiding.

In 2007 was deze subsidie niet toereikend. In 2008 zijn afspraken gemaakt voor 2009 om

de subsidie aanmerkelijk te verhogen. Overigens genereren dergelijke langsstromers in

sommige gevallen ook (een beperkte) omzet.

PMC analyse Roteb

Op basis van de door Roteb verstrekte financiële informatie zijn analyses gedaan op het ni-

veau van de 26 product-markt-combinaties (PMC’s) waarmee Roteb werkt. Allereerst is het

totale bedrag aan rijks- en gemeentelijke bijdragen voor Roteb (57.216.000 euro) op basis

van aantal SE en aantal 1,25 gevallen versleuteld over de verschillende PMC’s. Op basis

daarvan is het mogelijk om het exploitatieresultaat per PMC in kaart te brengen. De uit-

komsten worden gepresenteerd in tabel 2.6 (gesorteerd op exploitatieresultaat per SE).

1 In 2007 vonden er bij de PMC Werkunits (onderdeel van Impact) ook groepsdetacheringen plaats. De

Werkunits zijn media 2007 overgegaan naar Multigroen.

Page 31: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

31

Tabel 2.6 Resultaten PMC’s Roteb gesorteerd op exploitatieresultaat per SE

Werkbedrijf

PMC

Exploitatie

aantal SE

Exploitatie

per SE

Multigroen Bloemisterij (11) 88.943 6,2 14.346

Multigroen Verkeersreg (10) 76.529 9,4 8.141

Montaz Caravan (28 +29) 485.193 60,3 8.046

Multigroen Detachering (8) 310.932 39,9 7.793

Impact Post en transport (16) 70.822 13,0 5.448

Multigroen RIO (kwekerij) (4) 229.694 42,9 5.354

Bouw en Clean Clean (30) 401.187 88,9 4.513

Multigroen / Impact Loonbedrijf (6) en Werkunits (9)* 1.449.695 380,4 3.811

Multigroen Hoveniers (7) 41.026 36,8 1.115

Bouw en Clean Detacheringen (31) 16.278 21,5 757

Multigroen ZCN (vervoer) (12) 27.676 36,6 756

Impact Mail Z1 (18) 4.060 67,2 60

Ultimade Metaal (24) -253.115 135,7 -1.865

Montaz Fietsen (26) -681.577 192,6 -3.539

Montaz Bad & Douche (27) -484.878 112,9 -4.295

Impact Verpakken Z5, N5, N4 en N2* -1.335.825 269,3 -4.960

Bouw en Clean Bouw (32) -174.688 28,9 -6.045

Multigroen Teelt (kwekerij) (5) -638.715 101,6 -6.287

Impact Vensterdeco N3 (14) -800.767 119,6 -6.695

Impact Eenv N1 (20) Eenv Ass. Z2 (13)* -821.241 121,6 -6.754

Ultimade Elektra (25) -1.277.207 120,6 -10.590

* Hier zijn enkele PMC’s samengevoegd vanwege sterke overeenkomst in de werkzaamheden die bij de be-treffende PMC’s worden uitgevoerd. Daarmee is het aantal PMC’s teruggebracht van 26 naar 21.

Op basis van tabel 2.6 kunnen de volgende zaken worden geconstateerd:

Er zijn 13 PMC’s die winst maken en 13 PMC’s die verlies maken (door de samenvoeging

van enkele PMC’s zijn er in totaal 12 PMC’s met winst en 9 met een verlies). Het gemid-

delde aantal SE is hoger (92,5 SE) bij de verliesmakende PMC’s dan bij de winstmakende

PMC’s (61,8 SE). Dit terwijl je zou verwachten dat bij grotere PMC’s in verhouding meer

schaalvoordelen (en dus lagere kosten en hogere winsten) te behalen zouden zijn. Het is

wel zo dat de 13 winstmakende PMC’s gemiddeld een hoger niveau medewerkers hebben

dan de 13 verliesmakende PMC’s. Dit ligt wel in de lijn der verwachting.

Het hoogste resultaat (in absolute zin) wordt behaald door het Loonbedrijf Multigroen

(1,2 miljoen euro), dat in de tabel is samengenomen met Werkunits en dan een gecom-

bineerd positief resultaat van bijna 1,5 miljoen euro laat zien. Het meeste verlies (in ab-

solute zin) wordt gemaakt door Impact Verpakken (samenvoeging van 4 PMC’s op het

gebied van verpakken; ruim 1,3 miljoen verlies) en Ultimade Elektra (bijna 1,3 miljoen

euro).

Wanneer we de exploitatie per SE bekijken dan wordt de hoogste winst per SE behaald

door Multigroen Bloemisterij (+ 14.346 euro per SE). De laagste exploitatie per SE wordt

behaald door Ultimade Elektra (-10.590 euro per SE).

Page 32: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

32

Wanneer we het resultaat per SE koppelen aan een globale inschatting van het niveau

dan vallen de volgende zaken op:

Multigroen ZCN (vervoer) behaalt met een gemiddeld hoog niveau van de Wsw-ers

een relatief lage winst per SE in vergelijking tot bijvoorbeeld Multigroen Bloemisterij

en Multigroen Verkeersregelaars.

PMC Bouw behorend onder Bouw en Clean maakt met een relatief hoog niveau van

Wsw-ers een fors verlies per SE, namelijk 6.045 euro.

Ultimade Elektra valt ook gekoppeld aan het niveau van de Wsw-er in negatieve zin

op. Er wordt een fors negatief resultaat per SE gerealiseerd (-10.590 euro per SE)

met Wsw-ers van een bovengemiddeld niveau.

In zeer positieve zin valt het positieve resultaat per SE van Montaz Caravans op. Hier

wordt met een gemiddeld relatief wat lager niveau een gemiddelde winst van ruim

8.000 euro per SE gerealiseerd.

Opvallend goed doet Multigroen RIO het met de zwakste Wsw-ers (meer dan 5.000

euro winst per Sw). RIO is de product-markt-combinatie (PMC) waarop alle instroom

bij Multigroen wordt geregistreerd. Zij hebben geen eigen activiteit. De werknemers

worden meestal ingezet op de kwekerij, maar gaan ook wel eens mee met de

werkunits, hoveniers of het loonbedrijf. Het resultaat van RIO lijkt zo goed, doordat

er geen infrastructuur aan deze PMC wordt doorberekend en omdat alle Wsw-ers het

minimumloon verdienen.

Aanbeveling op basis van de PMC’s analyse is:

Voor de PMC’s Bouw (B&C) en Ultimade Elektra geldt dat er bovengemiddelde Wsw-ers

wat betreft niveau werken, maar dat er fors verlies wordt gemaakt. Overwogen zou kun-

nen worden om deze Wsw-ers elders onder te brengen waardoor er meer rendement ge-

haald zou kunnen worden (bijvoorbeeld de Wsw-ers van Bouw detacheren bij een bouw-

bedrijf).

2.6 Financiële situatie D&BW

Tabel 2.7 brengt de lasten en baten in kaart betreffende de Wsw in 2007 voor D&BW. De

tabel laat een negatief exploitatieresultaat voor 2007 zien. Dit ondanks de verwachting in

het protocol dat D&BW winst zou moeten maken.

Page 33: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

33

Tabel 2.7 Baten en lasten D&BW

Grootboekrekening

Omschrijving grootboek-rekeningrange

Uitvoe-rings-

kosten (totaal)

Program-makosten

Detachering (n=293)

Program-makosten

BW1 (n=83)

DenBW 2007

401000 t/m 401999

Loonbetalingen en sociale premies (incl. loonkosten ambtenaren en staf Wsw)

1.042.375

8.821.800

583.501

10.447.676

407000 t/m 410999

Uitzendkrachten en inhuur derden (incl interim mgt extern)

141.264

0

0

141.264

411000 Electra 3.796 0 0 3.796

415000 Uitbestede werkzaamheden 0 2.183 0 2.183

419130 Overige uitbestedingen 0 0 6.178 6.178

425000 t/m 425999

Indirecte & overige perso-neelskst

68.375

103.526

8.299

180.200

426000 t/m 427999

Kantoorkosten, automatise-ring en dubieuze debiteuren

25.845

3.457

0

29.302

428000 t/m 428999 Huisvesting 212.790 4.395 26.497 243.682

429000

Projectkn materieel econcat 3 4 3 2

151

0

0

151

430100 Communicatie projecten 95 0 0 95

430110 Kosten Ondernemingsraad 15.146 0 0 15.146

438000

Subsidies aan marktprodu-centen

0

0

731.154

731.154

442000

Inkomensoverdrachten aan overheid (niet-Rijk)

0

0

36.301

36.301

443010 Subsidies 0 0 34.829 34.829

456010

Rente interne kapitaalverstr t.b.v. leningverstr

15.616

0

0

15.616

458080

Afschrijving ov materiële vaste activa met (econ nut)

15.829

0

0

15.829

462000 t/m 499999

Overige kosten (intrage-meentelijk)

146

0

23.301

23.447

500000 t/m 599999

Interne doorbelasting over-head / doorberekeningen (resultaatverdeling)

145.482

0

0

145.482

TOTALE LASTEN 1.686.909 8.935.361 1.450.060 12.072.330

806000 t/m 806999

Vergoeding voor personeel (I/D-subsidie, detachering)

3.991

0

0

3.991

811090

Vergoeding door derden / in-leenvergoeding detachering

23.706

3.581.631

0

3.605.337

811130 Baten voorgaande dienstjaren 2.095 0 0 2.095

839000 t/m 839999

Vergoeding voor personeel (intragemeentelijk)

1.405

0

0

1.405

840000 t/m 899999

Overige verrekeningen (re-sultaatverdeling) / Rijks-subsidie

0

0

0

8.016.276

TOTALE BATEN 31.196 11.629.104

EINDSALDO -443.226

1 Opgebouwd uit BW toeleiding en BW Baan.

Page 34: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

34

De cijfers in bovenstaande tabel zijn gebaseerd op door RWI verstrekte gegevens. Deze

wijken op één punt af van de gegevens zoals weergegeven in het vierde kwartaalrapport

van D&BW. Daar komen de baten van in totaal 31.196 euro niet naar voren. Daardoor is

het resultaat zoals hierboven weergegeven – 443.226 euro terwijl in het vierde kwartaal-

rapport een resultaat van -474.423 wordt vermeld.

Bovenstaande tabel geeft zowel de uitvoeringskosten als de programmakosten weer. Te-

vens is binnen de programmakosten een uitsplitsing gemaakt naar Detacheren en Begeleid

werken. Om inzicht te krijgen in de verschillen in de financiële situatie tussen Detacheren

en Begeleid werken zijn de uitvoeringskosten naar rato verdeeld over Detacheren en Bege-

leid werken1, namelijk 78% voor Detacheren (=293/(293+83)) en 22% voor Begeleid Wer-

ken (=83/(293+83)). Voor de loonkosten geldt dat de verdeling is gebaseerd op door RWI

verstrekte gegevens. Tevens geldt dat er geen sprake is van loonkosten voor Wsw-ers bij

BW plekken, maar alleen voor Detacheringen. De loonkosten voor de ambtenaren zijn ver-

deeld volgens cijfers opgeleverd door RWI en de loonkosten staf Wsw zijn opgegeven door

RWI op basis van 3,6 fte en zijn wel in de hierboven geschetste verhouding toegerekend

aan Detacheren en Begeleid Werken. Voor de baten geldt dat alle baten zijn toebedeeld aan

Detacheringen, omdat dit het meest voor de hand liggend is (BW plekken genereren geen

extra opbrengst). Dit levert onderstaande verdeling van baten en lasten op voor D&BW.

1 Deze verdeling van de uitvoeringskosten naar Detacheren en Begeleid Werken was niet beschikbaar bij noch

RWI noch D&BW. Wij hebben zelf besloten op basis van de aangegeven verdeelsleutel deze verdeling / toere-kening aan te brengen.

Page 35: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

35

Tabel 2.8 Baten en lasten D&BW – toerekening van uitvoeringskosten aan Detachering vs BW

Grootboekrekening

Omschrijving grootboek-rekeningrange

Uitvoerings- en programmakos-

ten Detache-ring (n=293)

Uitvoerings- en program-

makosten BW (n=83)

DenBW 2007

401000 t/m 401999

Loonbetalingen en sociale premies

8.935.361

0

8.935.361

401000 t/m 401999

Loonkosten ambtenaren be-trokken bij Wsw en sociale premies

723.573

566.7421

1.290.315

401000 t/m 401999

Loonkosten staf c.q. doorbe-rekende salariskosten con-cernstaf

173.160

48.840

222.0002

407000 t/m 410999

Uitzendkrachten en inhuur derden (incl interim mgt ex-tern)

110.186

31.078

141.264

411000 Electra 2.961 835 3.796 415000 Uitbestede werkzaamheden 2.183 0 2.183 419130 Overige uitbestedingen 0 6.178 6.178 425000 t/m 425999

Indirecte & overige perso-neelskst

156.858

23.341

180.200

426000 t/m 427999

Kantoorkosten, automatise-ring en dubieuze debiteuren

23.616

5.686

29.302

428000 t/m 428999 Huisvesting 170.371 73.311 243.682

429000 Projectkn materieel econcat 3 4 3 2 118 33 151

430100 Communicatie projecten 74 21 95 430110 Kosten Ondernemingsraad 11.814 3.332 15.146 438000

Subsidies aan marktprodu-centen

0

731.154

731.154

442000

Inkomensoverdrachten aan overheid (niet-Rijk)

0

36.301

36.301

443010 Subsidies 0 34.829 34.829 456010

Rente interne kapitaalverstr t.b.v. leningverstr

12.180

3.435

15.616

458080

Afschrijving ov materiële vaste activa met (econ nut)

12.346

3.482

15.829

462000 t/m 499999

Overige kosten (intrage-meentelijk)

114

23.333

23.447

500000 t/m 599999

Interne doorbelasting over-head / doorberekeningen (re-sultaatverdeling)

113.476

32.006

145.482

TOTALE LASTEN 10.448.391 1.623.937 12.072.330 806000 t/m 806999

Vergoeding voor personeel (I/D-subsidie, detachering)

3.991

0

3.991

811090

Vergoeding door derden / inleenvergoeding detachering

3.605.337

0

3.605.337

811130 Baten voorgaande dienstjaren 2.095 0 2.095 839000 t/m 839999

Vergoeding voor personeel (intragemeentelijk)

1.405

0

1.405

840000 t/m 899999

Overige verrekeningen (re-sultaatverdeling) / Rijkssub-sidie

6.252.695

1.763.581

8.016.276

TOTALE BATEN 9.865.523 1.763.581 11.629.104 EINDSALDO -582.868 + 139.644 -443.226

Legenda: cijfers betreffende de lasten zijn ontvangen via RWI. Bron voor de baten: kwartaalrapportage Q4 2007 Detacheren en Begeleid Werken, SoZaWe.

1 De hoogte van dit bedrag is op basis van de boekhouding van SoZaWe door RWI vastgesteld en aan het on-

derzoeksbureau doorgegeven. 2 Dit bedrag is gebaseerd op 3,6 fte staf. Het totaal aantal fte staf bij D&BW is 13,83. Op basis van de verde-

ling Wiw – Wsw = 74% - 26% betekent dit dat 3,6 fte kan worden toegerekend aan de Wsw.

Page 36: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

36

Toelichting D&BW:

Als bronnen voor de cijfers zijn gebruikt de gesprekken met D&BW en RWI, de opgelever-

de kwartaalrapportages van D&BW en de verder uitgesplitste cijfers van D&BW naar de

onderliggende grootboekrekening zoals voorhanden bij SoZaWe en aangeleverd door RWI.

D&BW registreert baten en lasten van Wsw-ers en Wiw-ers tezamen. Om kosten te kun-

nen toerekenen aan enerzijds de Wiw anderzijds de Wsw wordt een bepaalde verdeel-

sleutel hiervoor gebruikt. De volgende basis voor toerekening wordt gebruikt: het aantal

consulenten werkzaam voor / bij de Wiw versus de Wsw. De door RWI verstrekte per-

centages voor toerekening luiden voor 2007: 74% Wiw en 26% Wsw.

Binnen de kosten die worden toegerekend aan de Wsw wordt een onderscheid gemaakt

in programmakosten en uitvoeringskosten. De tabellen over D&BW laten zien welke kos-

ten onder beide hoofdcategorieën geschaard kunnen worden.

D&BW kent twee Wsw-werksoorten, namelijk Detacheringen en Begeleid Werken plek-

ken. Bij een detachering is de Wsw-er in dienst van de gemeente (hier: D&BW). De ge-

meente (D&BW) krijgt subsidie en betaalt de medewerker. Vervolgens krijgt D&BW een

inleenvergoeding van het detacheringsbedrijf en een stuk van de opbrengst. Bij Begeleid

Werken is de Wsw-er in dienst van het bedrijf, die een loonkostensubsidie krijgt van

D&BW. Deze loonkostensubsidie wordt individueel bepaald en ligt tussen de 0% en

100%. In de praktijk wordt vaak 50% of 100% loonkostensubsidie gegeven. Enkele constateringen en conclusies D&BW:

Na de toerekening van de uitvoeringskosten, zijn de loonkosten 30.4961 euro per deta-

chering. De inleenvergoeding per detachering betreft 12.3052 euro (= 40% van de loon-

kosten). Aanvullende opbrengsten die vanuit de opdrachtgever wel of niet worden ont-

vangen, zijn niet aangetroffen in de cijfers. Vervolgens wordt uiteraard ook nog een

rijkssubsidie ontvangen voor elke detachering. Uiteindelijk resulteert een verlies per

Wsw-detachering van 1.989 euro3.

Loonkosten heeft volgens de definitie van het CBS twee hoofdcomponenten:

Lonen: lonen en salarissen (inclusief de ingehouden loonbelasting en sociale premies),

bijzondere beloningen (zoals vakantietoeslag), loon in natura, onkostenvergoedingen

in verband met de dienstbetrekking (zoals kosten woon-werkverkeer)

Sociale premies ten laste van de werkgever (betalingen en afdrachten in het kader

van de wettelijke en contractuele sociale zekerheid, zoals pensioenbijdrage)

In het beleidskader (p. 14) wordt opgemerkt dat de gemeente toe moet naar een model

waarin een loonkostensubsidie is gebaseerd op de geschatte verdiencapaciteit (deze zijn

omgekeerd evenredig met elkaar). Gedeeltelijk gebeurt dit al wel binnen de gemeente.

Op basis van de cijfers lijkt het erop dat de totale loonkostensubsidie 802.2844 euro be-

draagt. Dit betreft dus een gemiddelde loonkostensubsidie per BW plek van 9.666 euro.

Uiteindelijk wordt er winst gemaakt op de BW-plekken, namelijk 1.682 euro5 per BW plek.

De kosten per SE per BW plek in 2007 bedragen 1.450.060 euro / 83 BW plekken =

17.470 euro per werknemer. Inclusief toerekening van de uitvoeringskosten komt dat uit

op 19.566 euro per plek (= 1.623.937/83).

1 Dat betreft 8.935.361 / 293 = 30.496 euro. 2 Dat betreft het bedrag van de inleenvergoeding, namelijk 3.605.337 euro gedeeld door het aantal SE deta-

cheringen is 293 en dan resulteert 12.305 euro per SW-detachering. 3 Dit betreft 582.868 / 293 = 1.989 euro per detachering verlies. 4 Dit betreft de subsidies aan marktproducenten (731.154) + de inkomensoverdrachten aan de overheid (niet-

Rijk) (36.301) + Subsidies (34.829) = 802.284 euro. 5 Dit betreft 139.644 / 83 = 1.682 euro per BW plek.

Page 37: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

37

Mogelijke verklaringen voor het negatieve resultaat van D&BW zijn:

de vergoeding die wordt ontvangen voor de loonkosten van gedetacheerde werknemers

(= inleenvergoeding) is veel minder dan de daadwerkelijk betaalde loonkosten. Dit blijkt

ook uit de cijfers.

er wordt voor de werknemers Begeleid Werken veel subsidie gegeven aan de bedrijven

die de werknemers in dienst nemen. Dit vermoeden bestaat, maar er zijn geen cijfers

voorhanden waarop deze uitkomst gestaafd kan worden.

(eventuele) opbrengsten op detacheringen stromen niet (in voldoende mate) vanuit de

opdrachtgever naar D&BW1. Er worden wel inleenvergoedingen ontvangen, maar aanvul-

lende opbrengsten vanuit de opdrachtgever zijn niet aangetroffen in de cijfers.

Er is sprake van een relatief hoog percentage ZDO bij D&BW, namelijk 15%. Dat betreft

werknemers met een arbeidsovereenkomst, zonder baan. Voor deze personen wordt

geen inleenvergoeding ontvangen.

2.7 Financiële situatie Stadstoezicht

Tabel 2.9 brengt de lasten en baten in kaart betreffende de Wsw in 2008 voor Stadstoe-

zicht. De tabel laat een klein negatief exploitatieresultaat voor 2008 zien.

Tabel 2.9 Baten en lasten Wsw Stadstoezicht

Grootboekrekening Omschrijving grootboekrekeningrange Stadstoezicht - 2008

401000 t/m 401999 Loonbetalingen en sociale premies 3.913.134

401000 t/m 401999 Loonkosten staf2 127.500

407000 t/m 410999 Uitzendkrachten en inhuur derden (incl interim mgt extern) 1.075

425000 t/m 425999 Indirecte en overige personeelskosten 72.8313

426000 t/m 427999 Kantoorkosten, automatisering en dubieuze debiteuren 11.433

428000 t/m 428999 Huisvesting 19.087

431000 t/m 431999 Kosten Parkeren 1.6904

461000 t/m 461999 Inhuur derden intern 713

462000 t/m 499999 Overige kosten (intragemeentelijk) 84.7945

500000 t/m 599999

Interne doorbelasting overhead / doorberekeningen (resul-

taatverdeling)

242.5006

saldo baten/lasten

vorigboekjaar

50.338

TOTALE LASTEN 4.525.095

806000 t/m 806999 Vergoeding voor personeel (I/D-subsidie, detachering) 275.062

839000 t/m 839999 Vergoeding voor personeel (intragemeentelijk) 1.476.718

840000 t/m 899999 Overige verrekeningen (resultaatverdeling) / Rijkssubsidie 2.728.7407

TOTALE BATEN 4.480.520

EINDSALDO -44.575

Legenda: cijfers ontvangen van Stadstoezicht zelf in februari 2009. Cijfers Wsw van 2007 konden niet makke-lijk gereproduceerd worden vanwege een andere werkwijze, waardoor overeengekomen is om te werken met cijfers van 2008.

1 In Cedris (2008, p. 26) staat dat de gemiddelde netto omzet uit detachering per Wsw gesubsidieerde vol-

tijdsbaan 10.110 euro bedraagt. Tevens wordt aangegeven dat de gemiddelde opbrengst Begeleid Werken per Wsw gesubsidieerde voltijdsbaan 12.470 euro bedraagt.

2 Dit zijn medewerkers binnen van de staf van afdeling Beveiliging. Alle andere loonkosten betreffen Wsw-ers. 3 Dit betreft o.a. opleidingskosten, Bedrijfskleding Bout, onkostenvergoedingen. 4 Dit betreft kosten Portofoons. 5 O.a. Autokosten, bedrijfskleding Roteb. 6 Staf Stadstoezicht. Hierin zitten ook de loonkosten van P&O, Financiën, Facilitair Management etc. 7 De Rijkssubsidie is iets anders dan is weergegeven in tabel 2.1, omdat in tabel 2.1 voor Stadstoezicht het

bedrag van 2007 staat en in tabellen 2.3 en 2.9 het bedrag voor 2008.

Page 38: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

38

Stadstoezicht:

De cijfers van de Wsw afzonderlijk waren lastig te produceren. In eerste instantie is

verwezen naar RWI om de cijfers van 2007 boven water te krijgen. RWI kon deze cijfers

echter niet leveren. Uiteindelijk, na een tweede gesprek, zijn in overleg de gegevens van

2008 aangeleverd.

Bij Stadstoezicht zijn allemaal relatief dure Wsw-ers in dienst. Het betreft allemaal ge-

vallen van vóór 1998 (herziening Wsw).

De lasten per Wsw-er bij Stadstoezicht bedragen 43.933 euro (4,5 miljoen gedeeld door

103)

Het onderscheid tussen ambtenaren en Wsw-ers is in de loonkosten wel te maken, ech-

ter niet voor centraal overgeslagen posten als kleding (uniformen).

Het toerekenen van overhead blijkt in de praktijk lastig te zijn: in het eerste gesprek

werd aangegeven dat op het moment gewerkt wordt aan een project om kostentoereke-

ning van indirecte kosten transparanter te maken: ‘Intern is Stadstoezicht bezig met een

project dat de kostentoerekening van indirecte kosten inzichtelijker en meer consistent

moet maken. Alle kosten moeten worden toegerekend naar primaire beleidsproducten.

Tot nu toe was er sprake van een tweedeling: toezicht en handhaving versus parkeren.

De eerste stap is de toedeling van de directe kosten en directe opbrengsten per ‘kop’.

Later ook de indirecte kosten.’ Wel heeft men op verzoek aangegeven welke posten tot

overhead worden gerekend binnen Stadstoezicht (zie paragraaf 3.5.2.)

Het salaris van de Wsw-ers is veel hoger dan van ambtenaren in dezelfde functie. Ech-

ter, de extra kosten kunnen niet vermarkt worden door de heersende concurrentie.

Er worden binnen Stadstoezicht geen urenregistraties bijgehouden voor Wsw-ers.

Het percentage ZDO (= werknemers met een arbeidsovereenkomst, maar zonder baan)

is bij Stadstoezicht 9%.

2.8 Financiële situatie RWI (en FBW)

De taken van Regie Werk en Inkomen (RWI) luiden in grote lijnen als volgt:

Door het Rijk toegekende Wsw plaatsen verdelen over uitvoerders en toezien op realisa-

tie van de plaatsen

Gemeentelijke tekortbijdrage jaarlijks verdelen over de uitvoerende diensten (protocol)

Het jaarlijks vaststellen van de hoogte van de bijdrage per Wsw plaats (subsidiedifferen-

tiatie)

Het jaarlijks vaststellen van de sociale Wsw-doelstellingen: uitstroom/ doorstroom, be-

geleid werken en verzuim

Beleid Wsw (volgen van landelijke beleidsontwikkelingen en deze vertalen naar de plaat-

selijke situatie)

Financiële verantwoording aan het Rijk

Ondersteuning en coördinatie van het Sw-beraad

Page 39: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

39

De regievoering door RWI wordt ingeperkt door de afspraak uit het SW-beraad uit 2004,

dat uitvoerende diensten zelf verantwoordelijk zijn voor hun bedrijfsvoering. Het wacht-

lijstbeheer verdient aandacht. Er vindt op dit vlak wel beheer plaats, maar onvoldoende re-

gievoering op de wachtlijstprocedure in 2007. Ook hier geldt dat uitvoerders (met name

D&BW) een uitvoerende rol ten aanzien van het wachtlijstbeheer willen hebben en ook krij-

gen. Dit leidt ertoe dat de zwakke doelgroep op de wachtlijst steeds groter wordt. Na 2007

is op dit punt een verbeterslag ingezet, waarbij er sprake is van het opschonen van de

wachtlijst en het realiseren van wachtlijstbanen.

Financieel Beheer Werkgelegenheid (FBW)

FBW betreft de Centrale Salarisadministratie. Hier zitten nu 10 medewerkers die eerst bij

Roteb zaten. Zij houden zich bezig met de verantwoording naar het Rijk, de centrale sala-

risadministratie en het wachtlijstbeheer. Sinds kort valt FBW onder de afdeling Financiën

van SoZaWe.

Tabel 2.10 Baten en lasten RWI / FBW

Grootboekrekening

Omschrijving grootboekrekeningrange RWI / FBW

2007

401000 t/m 401999 Loonbetalingen en sociale premies 655.525

407000 t/m 410999 Uitzendkrachten en inhuur derden (incl interim mgt extern) 85.673

417000 OZB zakelijk recht (onroerendzaakbelasting) 145

425000 t/m 425999 Indirecte en overige personeelskosten 29.930

426000 t/m 427999 Kantoorkosten, automatisering en dubieuze debiteuren 64.807

428000 t/m 428999 Huisvesting 58.752

429000 Projectkosten materieel econ cat 3 4 3 2 36

456010 Rente interne kapitaalverstr tbv leningverstr 2.648

458040 Afschr Bedrijfsgebouwen met economisch nut 13.238

462000 t/m 499999 Overige kosten (intragemeentelijk) 279

TOTALE LASTEN 992.9381

840000 t/m 899999 Overige verrekeningen (resultaatverdeling) / Rijkssubsidie 2.166.199

TOTALE BATEN 2.166.199

EINDSALDO 1.173.261

Correctie Amende-

ment Verburg / Bus-

semaker, overige

subsidies en bijdra-

gen (o.a. voor

wachtlijstbeheer)2

-/-1.166.199

EINDSALDO na

correctie

7.062

Tabel 2.10 brengt de lasten en baten in kaart betreffende de Wsw in 2007 voor RWI en

FBW. De tabel laat een klein positief exploitatieresultaat voor 2007 zien (na correctie).

1 Van deze kosten komt 764.624 euro (77%) voor rekening van FWB en 228.314 euro (23%) voor rekening van

RWI. Deze kosten worden bepaald door 2 fte, huisvestigingskosten en salarisverwerkingskosten. 2 Zie tabel 2.1.

Page 40: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

40

2.9 Conclusies en aanbevelingen uitvoerders

Roteb

Conclusies

De gevraagde cijfers en informatie is bij Roteb goed op orde en kan op verzoek anders

gepresenteerd worden.

De overhead bij Roteb komt uit op 16% van de totale lasten. Dat lijkt zeer acceptabel.

De loonkosten staf (doorberekende salarislasten concernstaf) per Wsw-er zijn bij Roteb

49.846 euro.

Aanbevelingen

Ondanks dat de Wsw-plekken bij Roteb formeel Beschut Werken betreft, gaat het feite-

lijk bij 32% om groepsdetachering. Overwogen zou kunnen worden om de subsidiediffe-

rentiatie aan te passen aan deze nieuwe situatie van een toegenomen aantal groepsde-

tacheringen. Bij structurele detachering door Roteb moet de infrastructuur afgebouwd

worden (waardoor de kosten omlaag gaan) of er moeten mensen vanuit het Wwb be-

stand geplaatst worden (en hier moet dan een vergoeding van de gemeente voor ge-

vraagd worden).

Voor de PMC’s Bouw (B&C) en Ultimade Elektra van Roteb geldt dat er bovengemiddelde

Wsw-ers wat betreft niveau werken, maar dat er fors verlies wordt gemaakt. Overwogen

zou kunnen worden om deze Wsw-ers elders onder te brengen waardoor er meer rende-

ment gehaald zou kunnen worden (bijvoorbeeld de Wsw-ers van Bouw detacheren bij

een bouwbedrijf).

D&BW

Conclusies

Er wordt winst gerealiseerd op de BW plekken en verlies op de Detacheringen.

Het verlies van D&BW kan verklaard worden door een combinatie van factoren, namelijk:

de vergoeding die wordt ontvangen voor de loonkosten van gedetacheerde werkne-

mers (= inleenvergoeding) is veel minder dan de daadwerkelijk betaalde loonkosten.

Dit blijkt ook uit de cijfers.

er wordt voor de werknemers Begeleid Werken veel subsidie gegeven aan de bedrij-

ven die de werknemers in dienst nemen. Dit vermoeden bestaat, maar er zijn geen

cijfers voorhanden waarop deze uitkomst gestaafd kan worden.

(eventuele) opbrengsten op detacheringen stromen niet (in voldoende mate) vanuit

de opdrachtgever naar D&BW1. Er worden wel inleenvergoedingen ontvangen, maar

aanvullende opbrengsten vanuit de opdrachtgever zijn niet aangetroffen in de cijfers.

Er is sprake van een relatief hoog percentage ZDO bij D&BW, namelijk 15%. Dat be-

treft werknemers met een arbeidsovereenkomst, zonder baan. Voor deze personen

wordt geen inleenvergoeding ontvangen.

1 In Cedris (2008, p. 26) staat dat de gemiddelde netto omzet uit detachering per Wsw gesubsidieerde vol-

tijdsbaan 10.110 euro bedraagt. Tevens wordt aangegeven dat de gemiddelde opbrengst Begeleid Werken per Wsw gesubsidieerde voltijdsbaan 12.470 euro bedraagt.

Page 41: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

41

Aanbeveling

Voor D&BW geldt dat toegewerkt moet worden naar meer inzicht in de financiële situatie

van de Wsw, een hogere inleenvergoeding bij detacheringen, het realiseren van (meer)

opbrengsten uit detacheringen en BW-plekken en het terugbrengen van het percentage

ZDO (dit zijn werknemers met een arbeidsovereenkomst, maar zonder baan).

Aangezien op detacheringen in 2007 verlies wordt gemaakt en op BW plekken winst, is

het (vanuit bedrijfseconomisch oogpunt) aan te raden om zoveel mogelijk detacheringen

in BW plekken om te zetten.

Stadstoezicht

Conclusies

De cijfers van de Wsw afzonderlijk waren lastig te produceren. In eerste instantie is

verwezen naar RWI om de cijfers van 2007 boven water te krijgen. RWI kon deze cijfers

echter niet leveren. Uiteindelijk, na een tweede gesprek, zijn in overleg de gegevens van

2008 aangeleverd.

Bij Stadstoezicht zijn allemaal relatief dure Wsw-ers in dienst. Het betreft allemaal ge-

vallen van vóór 1998 (herziening Wsw).

De lasten per Wsw-er bij Stadstoezicht bedragen 43.933 euro (4,5 miljoen gedeeld door

103)

Aanbeveling

De dienst Stadstoezicht heeft te maken met relatief dure Wsw-ers. Dat is historisch zo

gegroeid. Daar lijkt weinig aan te doen te zijn. Wellicht is het toch wel raadzaam om na

te denken over een andere constructie, waarbij er toch winst te behalen is (nu krijgt

men wel een relatief hoge rijksbijdrage, maar de kosten zijn ook hoog, waardoor lastig

winst te behalen lijkt te zijn).

Gemiddelde loonkosten en lasten naar werksoort

Hieronder volgt een kort overzicht waarin de gemiddelde loonkosten van Wsw-medewerkers

en de gemiddelde totale lasten per SE Wsw in kaart zijn gebracht voor de verschillende

werksoort.

Tabel 2.11 Gemiddelde loonkosten Wsw medewerkers per SE naar werksoorten (in euro)

Beschut

(Groeps)

Detachering

BW-plek Totaal

Roteb 26.689 31.097 28.101

D&BW 30.496 n.v.t. 30.496

Stadstoezicht 37.991 37.991

Tabel 2.12 Gemiddelde totale lasten Wsw per SE naar werksoorten (in euro)

Beschut

(Groeps)

Detachering

BW-plek Totaal

Roteb 37.539 42.411 39.101

D&BW 35.660 19.566 32.107

Stadstoezicht 43.933 43.932

Page 42: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

42

Zowel de gemiddelde loonkosten Wsw als de gemiddelde totale lasten Wsw zijn het hoogst

voor Stadstoezicht. De gemiddelde loonkosten per SE voor Wsw medewerkers zijn het

laagst voor Roteb en de gemiddelde totale lasten Wsw per SE zijn het laagst voor D&BW.

De loonkosten voor de (groeps)detacheringen zijn voor Roteb en D&BW niet heel verschil-

lend (het type detachering zal overigens wel afwijken, bij Roteb zijn het meer groepsdeta-

cheringen en bij D&BW meer individuele detacheringen). De gemiddelde totale lasten Wsw

per SE zijn echter voor de (groeps)detacheringen bij Roteb veel hoger dan voor de deta-

cheringen bij D&BW. Bovendien valt op dat zowel de gemiddelde loonkosten per SE als de

gemiddelde totale lasten per SE voor de (groeps)detacheringen van Roteb hoger zijn dan

voor de Beschutte plekken van Roteb. Deze laatste constatering wordt verklaard door on-

derstaande drie oorzaken:

Het RO bedrijf dat in 2007 nog door Roteb tot de SW werd berekend, is ingedeeld bij de

groepsdetacheringen. Bij het RO bedrijf werkten toen echter geen Sw-ers. In de bereke-

ning worden de volledige lasten echter wel meegenomen. Feitelijk is dat niet helemaal

correct

Een tweede oorzaak is de concentratie van inhuur van uitzendkrachten bij de pmc’s die

tot de detacheringen worden gerekend. Deze inhuur van uitzendkrachten wordt via de

omzet terugverdiend, zoals eerder aangegeven. Ook hiervoor geldt dus dat er geen ver-

band is met de begeleidingskosten en infrastructurele kosten van de groepsdetacherin-

gen.

Verder geldt dat met name kosten voor transport, in de vorm van leasekosten, bij de

groepsdetacheringen hoger zijn dan bij Beschutte werkplekken. Werknemers die gedeta-

cheerd zijn of op locatie werken worden immers dikwijls vervoerd naar de werkplek.

Page 43: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

43

3 Financiële benchmark Wsw

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk presenteren we de uitkomsten van de benchmark en zetten deze uitkomsten af tegen de financiële gegevens en andere karakteristieken wat betreft de uitvoering van de Wsw in Rotterdam. De benchmarkgemeenten zijn zo gekozen dat er zowel sprake is van enige overeenkomst met Rotterdam (G4, Amsterdam en Den Haag) alsook lering getrokken kan worden uit een ander model van uitvoering van de Wsw (m.n. Helmond). In paragraaf 3.2 worden de financiële kengetallen betreffende de Wsw gepresenteerd voor de drie benchmark-gemeenten in vergelijking tot Rotterdam. De paragrafen 3.3, 3.4 en 3.5 beschrijven de karak-teristieke werkwijze en uitvoering van de Wsw in de drie betreffende benchmarkgemeenten.

3.2 Financiële benchmark op hoofdlijnen

Onderstaande tabel bevat enkele financiële kengetallen betreffende de Wsw waarop de vier geselecteerde uitvoerders/gemeenten vergeleken zijn. Een verdergaande financiële vergelij-king op posten zoals salariskosten SW, huisvestingskosten, omzet e.d. is niet direct voor-handen en daarom niet mogelijk. De financiële informatie is ontoereikend en onvergelijkbaar en ook niet vergelijkbaar te maken. Daarom betreft dit een meer kwalitatieve financiële benchmark op hoofdlijnen in plaats van een kwantitatieve benchmark.

Page 44: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

44

Tabel 3.1 Financiële kengetallen benchmark

Benchmark gegevens 2007 Rotterdam Amsterdam Den Haag Helmond

Uitvoerder(s) Roteb, Stadstoe-

zicht en D&BW

Pantar Haeghe groep Atlant Groep

Rijkssubsidie (euro) 61.317.123 67.261.000 51.246.000 38.488.000

taakstelling SE Wsw 2.513 2.626 2.001 1.450

aantal SE Wsw 2.541 2.646 2.043 1.497

verdeeld naar1:

Beschut werken 2.165 (85%) 2.088 (79%) 1.616 (79%) 404 (27%)

Detacheringen 293 (12%) 424 (16%) 401 (20%) 913 (61%)

Begeleid werken (BW) 83 (3%) 134 (5%) 26 (1%) 180 (12%)

Rijkssubsidie per SE (euro) 24.131 25.4202 25.084 25.710

aantal 1,25 gevallen 135,5 273 87 38

% 1,25 gevallen op het totaal 5% 10% 4% 3%

Gemeentelijke bijdrage (euro) 6.256.000 2.900.000 3.377.000 0

Gemeentelijke bijdrage per SE

Wsw (euro) 2.462 2.4193 1.6534 0

Exploitatieresultaat 0 -3.500.000 -3.377.000 2.404.000

Legenda: bronnen voor de informatie zijn: gesprekken Rotterdam, gesprekken benchmark gemeenten en aan-vullende informatie per mail, POR gegevens Wsw (RvB) en de jaarverslagen 2007 van de Atlant Groep, de Ha-eghe groep en Pantar Amsterdam.

Het aantal SE plekken Wsw in 2007 bij de verschillende uitvoerders / gemeenten varieert

tussen de 2.000 – 2.500 bij drie van de G4-gemeenten en ongeveer 1.500 bij Helmond. Bij

de verdeling van het aantal SE over Beschut Werken, Detacheringen en Begeleid Werken

valt op dat het percentage Beschut Werken plekken bij Rotterdam, Amsterdam en

Den Haag relatief hoog is. In Helmond is echter het percentage detacheringen relatief

hoog. Het percentage Begeleid Werken plekken is bij de G4 deelnemers ongeveer gelijk en

relatief laag (1-5%). Bij Helmond is dit percentage opvallend hoog in vergelijking tot de

andere uitvoerders, namelijk 12%.

Opvallend en geheel volgens verwachting is het dat de uitvoerder die relatief gezien de

meeste detacheringen heeft en de meeste BW plekken het in financieel opzicht ook het best

doet (Helmond). Het onderdeel Groen maakt in Helmond een relatief klein deel uit van het

totaal. In Den Haag zit 36% van het aantal SE in het Groen, in Rotterdam ongeveer 20%5,

in Amsterdam ongeveer 12%.

1 De mogelijkheid bestaat dat de definities van de begrippen hier per uitvoerder niet exact identiek zijn. Zo

worden bijvoorbeeld in Rotterdam de groepsdetacheringen meegerekend onder Beschut werken, terwijl deze bijvoorbeeld bij Helmond worden gerekend tot de detacheringen.

2 Dit bedrag is verkregen door deling van het totale bedrag van de rijkssubsidie door het aantal SE. Het defini-tief normbedrag per SE voor 2007 is echter 25.337 euro. Er zit een klein verschil tussen doordat in de rijks-subsidie zoals weergegeven ook een uitkering van het Rijk (amendement Bussemaker) zit die niet in het normbedrag per SE is opgenomen.

3 Dit betreft de gemeentelijke bijdrage en het sub-totaal SW (incl. gem. bijdrage Amsterdam) samen, namelijk 6,4 miljoen euro (p. 17 Jaarverslag 2007) gedeeld door het aantal SE. Alleen de gemeentelijke bijdrage per SE is een bedrag van 1.323 euro per SE.

4 In principe is de gemeente Den Haag bereid om tot 3.000 euro per SE bij te dragen. Echter, in 2007 was dit niet nodig en kon met 1.653 euro per SE volstaan worden.

5 Hier is uitgegaan van het aantal SE bij Multigroen, namelijk 513. Dat is 20% van 2.541. Echter, een aantal activiteiten van Multigroen hebben niets met ‘Groen’ te maken, waardoor dit percentage in de praktijk iets lager uit zal vallen.

Page 45: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

45

De gemeentelijke bijdrage voor het jaar 2007 is voor Rotterdam ruim 6 miljoen euro. Deze

is als volgt opgebouwd:

Tabel 3.2 Gemeentelijke bijdrage Wsw Rotterdam in 2007

Verdeling gemeentelijke bijdrage (volgens subsidiedifferentiatie) 1.803.000

Gemeentelijke bijdrage 2.483.000

Extra gemeentelijke middelen tekort 970.000

Extra gemeentelijke middelen voor aanpak wachtlijst 300.000

Overdracht aan Roteb vanuit Bestuursdienst Rotterdam 700.000

Totale gemeentelijk bijdrage 2007 6.256.000

Voor Rotterdam geldt dat een deel van de gemeentelijke bijdrage ook verdeeld wordt vol-

gens de sleutel van verdeling van de Rijksbijdrage (zie de eerste post in tabel 3.2). Voor de

benchmarkgemeenten geldt dat niet omdat er niets verdeeld hoeft te worden omdat er

maar één uitvoerder is in tegenstelling tot Rotterdam, waar drie uitvoerders van de Wsw

zijn en een regiegroep (RWI).

Voor Amsterdam geldt dat de gemeentelijke bijdrage bijna 3 miljoen euro bedraagt. Daarbij

is er sprake van een negatief exploitatieresultaat op de Wsw van 3,5 miljoen euro. Dit be-

treft een subtotaal op de Wsw (inclusief gemeentelijke bijdrage van de gemeente Amster-

dam). Door winst op Begeleiden en Detacheren (geen Wsw) wordt er uiteindelijk 1,4 mil-

joen winst gemaakt. Echter, zonder gemeentelijke bijdrage en compensatie vanuit Begelei-

den en Detacheren zou het verlies puur op de Wsw dus 6,4 miljoen euro zijn.

Voor Den Haag geldt dat er in 2007 sprake is van een gemeentelijke bijdrage van 3,4 mil-

joen euro. Echter, de gemeente staat een maximale gemeentelijke bijdrage toe van 3.0001

euro per SE, die in het jaar 2007 dus niet nodig was. Deze maximale gemeentelijke bijdra-

ge zou dan uitgekomen zijn op 6,1 miljoen euro.

Geconcludeerd kan worden dat de gemeentelijke bijdrage van Amsterdam en Rotterdam

ongeveer gelijk zijn in 2007 en ook ongeveer overeenkomen met wat Den Haag maximaal

als gemeentelijke bijdrage toestaat. Echter, in Den Haag was er in 2007 slechts een ge-

meentelijke bijdrage van 1.653 euro per SE nodig, in Rotterdam van 2.462 euro per SE en

Amsterdam van 2.419 per SE. Het overschot (verschil tussen de maximale en benodigde

maximale gemeentelijke bijdrage, in dit geval 2,7 miljoen euro) mag de Haeghe groep van

de gemeente houden en wordt gebruikt voor nieuwe mensen die van de wachtlijst afge-

haald zijn. De gemeentelijke bijdrage in Helmond is daarentegen al jaren lang 0 euro en

tevens heeft de Atlant Groep een positief exploitatieresultaat op de Wsw.

3.3 Casus 1: Haeghe groep

Korte beschrijving

De Haeghe groep is één van de 13 gemeentelijke diensten van de gemeente Den Haag. De

groep is in 1994 – 1995 tot stand gekomen uit een fusie van één gemeentelijke dienst en

twee particuliere stichtingen. Het contact tussen de Heaghe groep en de gemeente Den

Haag (wethouder en de Sociale Dienst) is bijzonder goed.

1 Een deel van dit bedrag, namelijk dat deel dat betrekking heeft op loonkosten, wordt elk jaar geïndexeerd

waardoor dit bedrag met een paar ton euro per jaar omhoog kan gaan.

Page 46: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

46

Er vallen zes bedrijven onder de Haeghe groep, namelijk:

Buiten bedrijven1 (Wsw-ers werken buiten de ruimte van de Haeghe Groep)

Diensten (ongeveer 470 fte, waarvan 26 BW-ers)

Omnigroen (499 fte waarvan 150 gedetacheerd)

Schoonmaak (239 fte)

Industriële bedrijven (binnen bedrijven, allemaal Beschut Werken)

Verpakken / montage / electro (535 fte)

Kwekerij / tuinbouw (228 fte)

Kaarsenmakerij (20)

Bij de bedrijven maakt Den Haag onderscheid tussen Binnenbedrijven en Buitenbedrijven,

waardoor Den Haag vier groepen kent, namelijk:

Binnenbedrijven

Buitenbedrijven

Begeleid Werken

Detacheren

Het omzetten van Detacheringen naar BW plekken is voor de Haeghe groep gunstig, terwijl

veel bedrijven het niet zo zien. De Haeghe groep heeft relatief weinig kosten voor deze

groep, afgezien van de begeleiding, terwijl de bedrijven het risico nemen, bijvoorbeeld in

het geval een Wsw-ers ziek wordt. In de praktijk is echter de uitstroom uit een BW-plek

hoger dan uit een Detachering. Veel personen stromen al na een jaar uit een BW plek, ter-

wijl veel detacheringen meerjarig zijn.

Er is de laatste jaren binnen de Haeghe groep veel gestuurd op de beweging van binnen

naar buiten. De missie van de Haeghe groep is dan ook om ervoor te zorgen dat iedere

Wsw-er zo hoog mogelijk op de ladder terecht komt. Een interne werkplek (binnenbedrij-

ven) kost daarnaast veel meer dan een buitenplek. Of zoals men in het interview aangaf:

‘in het park leunen op een schoffel kost minder dan als men binnen zit’.

Opvallende zaken (financieel)

De beweging van binnen naar buiten is in Den Haag gepaard gegaan met inkrimping van

vierkante meters en met de sluiting van een pand in 2006, waardoor de kosten van infra-

structuur omlaag gegaan zijn. Het financiële effect hiervan zie je pas na één of twee jaar.

Door de beweging van binnen naar buiten gaat ook uiteindelijk de omzet omhoog en het

aantal detacheringen is fors omhoog gegaan. Bovendien bleek er bij de binnenbedrijven

(Industrie) sprake te zijn van harde concurrentie, waardoor op dit onderdeel eigenlijk alleen

maar verlies werd geleden. Daarom is besloten de meest verliesgevende onderdelen af te

stoten om voor een groot deel over te gaan van een productiebedrijf naar een leerwerkbe-

drijf voor WWB-ers. Daar staat een vergoeding tegenover vanuit de Sociale Dienst (WWB)

van rond 8.000 euro per plek, waardoor de kosten van de leiding, overhead en infrastruc-

tuur goed gemaakt worden en er geen verlies meer wordt geleden op dit onderdeel.

De visie van Den Haag op de gemeentelijke bijdrage is dat je deze niet volledig moet willen

terugbrengen tot 0 euro. Er zijn immers veel niet te beïnvloeden factoren en kosten waar je

mee te maken krijgt. Denk bijvoorbeeld aan het Shared Service Center waarmee zowel in

Den Haag als Rotterdam gewerkt wordt. Je krijgt kosten voor je rekening waar je geen in-

1 Deze buitenbedrijven kunnen de kosten relatief laag houden omdat zij geen kosten van infrastructuur (=

gebouw) hebben.

Page 47: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

47

vloed op hebt. Deze worden in Den Haag dan ook (gedeeltelijk) gecompenseerd door de

gemeente. Als de gemeente niet bijdraagt dan wordt het een heel ander bedrijf. Noodge-

dwongen zal er dan minder aan begeleiding gedaan kunnen worden bijvoorbeeld, waardoor

er weer andere problemen ontstaan en de kosten ergens anders in de maatschappij neer-

slaan. De Haeghe groep is van mening dat het klimaat binnen de Wsw goed moet blijven.

Je moet ergens tussen een efficiënt en sociaal klimaat inzitten. Je hoeft qua financiële ken-

getallen Wsw niet bij de absolute top te scoren, als je maar ergens vooraan in de midden-

moot zit en het sociale klimaat ook goed is.

Financiële sturing en monitoring vindt niet zo zeer plaats op de werksoorten (Beschut en

Buiten incl. Detachering en BW) maar op de zes werkbedrijven. Er is sprake van een rede-

lijk zuivere toerekening aan de diverse regelingen die binnen de Haeghe groep uitgevoerd

worden voor de gemeente. Er zijn duidelijke afspraken met de Sociale dienst over begelei-

ding van mensen vanuit verschillende regelingen (o.a. Wsw) met daaraan gekoppeld be-

paalde tarieven en verantwoording (DSZW, accountant).

Visie Rotterdam en leerpunten

De versnipperdheid van de uitvoering werkt doorstroming niet in de hand. In Den Haag

wordt zowel bij binnen- als buitenbedrijven het belang duidelijk gemaakt van doorstroom.

De Wsw-ers worden doordrongen van het feit dat het de bedoeling is dat de Wsw er is voor

mensen die het echt nodig hebben en dat het de bedoeling is dat je na uiteindelijk na een

paar jaar de groep verlaat (doorstroom, uitstroom)1. Binnen Den Haag heeft er op individu-

eel niveau een screening plaatsgevonden van de mensen (en deze vindt deels nog plaats)

en zijn er individuele afspraken gemaakt over de doorstroming. En tevens is de werkbedrij-

ven zelf opgedragen om een oplossing te bedenken voor de doorstroming van sleutelfiguren

binnen een organisatie. Er wordt hierbij ook rekening gehouden met mensen die absoluut

niet door kunnen stromen. Op deze manier wordt er geholpen om er beweging in te bren-

gen, wat nu ook daadwerkelijk gebeurt. Ook is er actief gesmeed aan een hecht team van

directie en bedrijfsmanagers met periodiek een gezamenlijke bedrijfsdag van de “top 50”

waarbij je één team smeedt. Een gezamenlijk belang en gevoel is van belang.

Leerpunten vanuit Den Haag voor Rotterdam:

Versnipperdheid in de uitvoering (lees: uitvoering door drie partijen) werkt doorstroom

niet in de hand. Uitvoering van de Wsw in één hand, door één uitvoerder2.

Het is heel belangrijk om een groepsgevoel, gezamenlijk belang te creëren: één bedrijfs-

cultuur (integriteit en gedrag, kernwaarden).

Structurele screening van alle Wsw-ers op doorstroommogelijkheden, dit planmatig vast-

leggen en hierover afspraken maken (over termijn van doorstroming en waar naartoe)3.

Kritisch naar de verliesgevende onderdelen kijken en mogelijk saneren of ombouwen,

bijvoorbeeld van productiebedrijf naar leerwerkbedrijf en daar een financiële vergoeding

voor vragen (voorbeeld WWB en sociale dienst).

Decentraliseren wat decentraal kan, centraal wat centraal moet.

1 Uit het beleidskader van de gemeente Rotterdam (december 2008) blijkt (p. 13) dat de ambitie is om meer

ontwikkeling te realiseren richting reguliere werkzaamheden. 2 Hetzelfde Beleidskader beschrijft de plannen om Roteb en D&BW te integreren. Stadstoezicht blijft een aparte

status houden. 3 In het beleidskader staat op pagina 13 de ambitie genoemd om 25 extra klanten te helpen, zoals de commis-

sie de Vries dat aanbeveelt.

Page 48: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

48

3.4 Casus 2: Pantar Amsterdam

Korte beschrijving

In 1996 is uit zeven bestaande werkverbanden de Stichting WRA-groep voortgekomen,

waar destijds 3.000 Wsw-ers werkten. Bij de start werd er 18 miljoen gulden verlies ge-

maakt. Het doel was het terugdringen van dit verlies. Het bedrijfsresultaat moest verbeterd

worden. Berenschot heeft een advies geschreven en op basis daarvan zijn er vier divisies

gekomen die allemaal op een aparte locatie zaten. Het verlies is in die periode terugge-

drongen tot 3 miljoen euro per jaar en is met 3.000 Wsw-ers heel lang (1996 – 2005) op

dit niveau gebleven.

In 2006 is er een grote omslag gekomen. In 2005 startte de WWB en was het doel om

mensen uit de uitkering te houden. Aboutaleb werd wethouder en in plaats van kritisch te

kijken naar de Wsw kreeg Amsterdam de opdracht om zoveel mogelijk Id-ers en Wiw-ers

(8.000) uit de uitkering te halen. In 2006 kregen zij in één keer 5.000 dossiers op hun bu-

reau van mensen die uit de uitkering gehaald moesten worden. Op dat moment zijn ze re-

integratiebedrijf geworden en hebben ze de naam Pantar gekregen. Zij zijn toen van de

vier divisies overgegaan tot één bedrijf, met één primair proces namelijk mensontwikke-

ling, met één belangrijke grote klant namelijk DWI Amsterdam. Om de mensen te laten

doorstromen naar regulier werk zijn er 15 accountmanagers in dienst.

Het belang in de Sw was vanaf 2006 niet langer het verlies omlaag te krijgen,

maar om een bedrijf te vormen dat gericht is op doorstroom / mensontwikkeling.

De volgende bedrijfsonderdelen kunnen momenteel onderscheiden worden1:

Handel en Industrie:

Hieronder vallen de Business Units Verpakken, Wasserij, Groepsdetacheren en Kring-

loopbedrijven en de Business Unit (BU) Industrie

1.123 fte Sw (124,3 fte zwaar gehandicapten)

negatief subsidieresultaat van 1 miljoen euro = Sw kosten – rijkssubsidie

Dienstverlening:

Hieronder vallen BU-Groen, BU-Tuinderij, BU FD&B (Bouw), BU-PMD

981 fte Sw (106,6 fte zwaar gehandicapten)

Negatief subsidieresultaat van 2 miljoen euro

Begeleiden en Detacheren (SW)

385 fte Sw (32,3 fte zwaar gehandicapten)

Negatief subsidieresultaat van 1,8 miljoen euro

In 2006 is dus duidelijk het primaire proces veranderd. Voor 2006 lag de nadruk op het

naar beneden krijgen van de gemeentelijke bijdrage, na 2006 op doorstroom. Een deel van

het voordeel van doorstroom valt ook bij de gemeente Amsterdam, zij houden er ook op

over. Immers als iemand uitstroomt hoeft de gemeente geen uitkering meer te betalen.

1 Financiële rapportage 4e kwartaal 2007 Pantar Amsterdam.

Page 49: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

49

Pantar krijgt 3.000 euro per persoon die zij in traject nemen en een uitstroombonus van

5.000 euro wanneer een klant uit de uitkering stroomt. Voor Pantar maakt het niet zoveel

uit in welke regeling iemand zit, het gaat om de doorstroom. In de Wsw zit een relatief gro-

te groep ‘blijvers’, ook deze moeten echter begeleid en opgeleid worden.

Het kost soms geld om mensen te laten doorstromen, maar dat doet Pantar wel. Bijvoor-

beeld een Wsw-er die een cruciale plek binnen een afdeling heeft (bijvoorbeeld voorman

is), maar kan doorstromen, laat Pantar doorstromen. Op die plek moet dan iemand anders

komen, bijvoorbeeld een ambtenaar die meer kost dan een Wsw-er. Op deze manier gaat

doorstroom dus boven opbrengst, maar dat is een keuze.

Kortom, Pantar heeft zich ontwikkeld van de insteek ‘decentraal wat decentraal kan, cen-

traal wat centraal moet’ naar mensontwikkelproces centraal en markt decentraal’.

Net als in Den Haag is er ook een vierdeling in Wsw-plekken te onderscheiden, namelijk:

Beschermde werkplekken binnen

Beschermde werkplekken buiten

Detacheringen1

Begeleid werken

Opvallende zaken (financieel)

Lange tijd was de vaste bijdrage vanuit de gemeente 3 miljoen euro per jaar. Inmiddels is

dit tekort op de Wsw opgelopen tot 6 miljoen: 3 miljoen van het verlies wordt opgevangen

door opbrengsten van re-integratiekandidaten en 3 miljoen door de gemeentelijke bijdrage.

Het verlies van de Wsw is sinds 2006 toegenomen door:

zwakkere instroom

prioriteit gegeven aan doorstroom in plaats van opbrengst

de Rijksbijdrage die een tijdje niet in de pas meeliep met de loonkostenstijging (in 2007

was de stijging van de loonkosten in de Sw per fte hoger dan de stijging van de rijksbij-

drage per fte)2

Een belangrijk punt om de kosten van de Wsw onder controle te houden, kan loonkosten

politiek zijn. Een besparing op de loonkosten van 1.000 euro per SE kan tot een 3 miljoen

euro bezuiniging of minder verlies leiden. Op die manier kun je op resultaat sturen en

Pantar gaat daar steeds strakker op sturen. Dus mensen worden steeds meer onderin de

loonschaal aangenomen en zij blijven ook langer onderin de loonschaal zitten.

Er wordt niet heel duidelijk gestuurd op de financiële situatie van de Wsw binnen Pantar

Amsterdam, omdat Pantar alle regelingen die de gemeente uitvoert in het totaal bekijkt en

niet focust op de afzonderlijke kosten en opbrengsten van één specifieke regeling (zoals

bijvoorbeeld de Wsw). Dit vanuit de doorstroom-gedachte gemeentebreed.

1 Dit betreft 600 individuele detacheringen en 300 groepsdetacheringen. 2 Bron: Werken aan doorstroom. Jaarverslag 2007. Pantar Amsterdam, p. 19.

Page 50: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

50

Wat een interessante maatstaf zou kunnen zijn voor de winstgevendheid van de Wsw is de

grootte van het groenbedrijf binnen de WSW en het aantal detacheringen. De grootte van

het groenbedrijf wordt bepaald door twee zaken, namelijk:

Wat gunt de gemeente je? (ze kunnen dit doen via het aanbesteden van al het groen

binnen de gemeente aan de WSW of ze kunnen het doen via de gemeentelijke bijdrage)

Hoeveel echt zwakke gevallen heb je binnen je Wsw-populatie?

Redenen waarom een afdeling Groen vaak relatief winstgevend is, zijn:

Het gaat om een buitenbedrijf, dus er zijn geen kosten van infrastructuur etc

Dit is de enige business waar de Wsw-ers echt goed in zijn (ze kunnen het hele werkge-

bied doen, het zit dicht tegen de gemeente aan, alle contacten zijn er etc)

Doordat de ene gemeente de Wsw steunt door het gunnen van ‘groen’ en de andere door

de gemeentelijke bijdrage is het lastiger om de gemeentelijke bijdrages onderling te verge-

lijken.

Visie Rotterdam en leerpunten

De uitvoering van de Wsw is erg lastig als deze wordt belegd bij drie verschillende uitvoer-

ders. De aanpak van Pantar en Rotterdam inzake de Wsw is verschillend: Pantar wil alle

mensen zover mogelijk naar buiten plaatsen, terwijl Rotterdam hierin nog een slag moet

maken. Kortom, de uitvoering van Rotterdam lijkt niet zozeer op doorstroom gericht te zijn.

Bovendien kan het lastig zijn om een Sw-bedrijf te runnen binnen een type bedrijf als

Roteb. Vanuit het idee van doorstroom is het niet logisch. Echter, bij het samengaan van

Roteb met D&BW (wat volgens het nieuwe beleidskader Wsw Rotterdam de bedoeling is) is

dit wel logisch omdat dan ook doorstroom mogelijk is. Kortom, het is van belang om het

hoofddoel van de uitvoering van de Wsw goed vast te stellen.

Leerpunten vanuit Amsterdam voor Rotterdam:

Richt de uitvoering van de Wsw meer op doorstroom (van binnen naar buiten plaatsen)

Stel het hoofddoel van de uitvoering van de Wsw goed vast.

Kostenbeperking door het voeren van loonkostenpolitiek. Sturen op loonkosten om het

verlies van de Wsw binnen de perken te houden. Geef de Wsw-ers pas na een aantal ja-

ren in de Wsw een loonstijging en kijk kritisch naar het beginsalaris.

Voor zover er bij Rotterdam binnen de Wsw ook werkervaringsplaatsen zijn voor Wwb-

ers zonder Wsw-indicatie, moeten de kosten hiervan (bijvoorbeeld van begeleiding) niet

drukken op de Wsw. Hiervoor zouden kosten in rekening gebracht moeten bij de ge-

meente vanuit de Wwb.

Pantar Amsterdam bekijkt de situatie wat breder. Zij hebben in 2007 AEF1 opdracht ge-

geven om voor vier situaties / casussen te bekijken wat het financiële effect van de

koerswijziging is op verschillende niveaus. Voor Pantar Amsterdam valt het veelal finan-

cieel niet zo gunstig uit, maar zowel op gemeentelijk als op rijksoverheidsniveau zijn de

financiële consequenties positief. Overal is er een financiële verbetering te constateren.

Alleen de financiële situatie van de Wsw bekijken is dus een beperkte visie.

1 Bron: Rapport AEF (2007).‘De nieuwe koers Pantar. Lusten en lasten ongelijk verdeeld’, p. 12.

Page 51: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

51

3.5 Casus 3: Atlant groep Helmond

Korte beschrijving

De Atlant Groep is in 2002 voortgekomen uit een fusie tussen een re-integratiebedrijf en

een Wsw bedrijf. In die tijd waren er ongeveer 30 verschillende product-markt-combinaties

en was er sprake van chaos. Gestart werd op dat moment met een ander business concept.

Er werd samengewerkt met het bedrijfsleven, dat gebeurde voordien nog heel weinig.

Het percentage buitenplekken (BW plekken en detacheringen) is nu 73% en moet in 2009

omhoog naar 83% als een deel van het schoonmaakbedrijf en de groenafdeling ook gedeta-

cheerd zullen worden. De harde kern, ongeveer 10% – 15% van de doelgroep, zal altijd in

Beschut Werken blijven zitten.

Het doel van de Atlant Groep is verbindingen binnen bedrijven tot stand brengen. Het doel

is niet een portfolio van 30 verschillende activiteiten (van metaal, schoonmaak tot groen),

maar het doel is ‘van bak naar baan’. Dit geldt voor een bredere doelgroep dan alleen

Wsw-ers, maar ook voor Wwb-ers, Wajongers etc.

Bij de omslag is geïnvesteerd in netwerken. Er is een analyse gemaakt van de netwerken

die er in Helmond e.o. zijn, wie op welke plekken contacten had, wie zich in de decision

making unit (DMU) van die netwerken / bedrijven bevonden en wie het voor het zeggen

had. Op deze manier is vanuit de directie / het management van de Atlant Groep gestart

met het bouwen van het eigen netwerk. Dit is niet met verkopers gedaan, maar door het

management zelf. De voordelen voor bedrijven van samenwerken met de Atlant Groep zijn:

De economische voordelen (is goedkoper)

Het maatschappelijk verantwoord ondernemen (Wsw-ers in dienst)

De administratieve lasten terugdringen

De Atlant Groep heeft als focus het aangaan van een partnership met een bedrijf. Hierbij is

het de bedoeling om vacatures bij bedrijven te creëren die opgevuld kunnen worden met de

doelgroepers binnen de Atlant Groep. Bovendien is het doel om alles wat vroeger intern

binnen het Wsw bedrijf werd gedaan nu extern onder te brengen. De infrastructuur wordt

bij de bedrijven geplaatst, de begeleiding vindt plaats vanuit de Atlant Groep.

Het is belangrijk dat de gehele aanpak top-down goed ingebed wordt, dat het complete

management erachter staat en dat de ‘neuzen dezelfde kant op staan’. Ook in de ICT-

systemen is veel veranderd: vroeger waren er verschillende subsystemen, nu wordt er met

één ERP-systeem gewerkt. Op deze manier bestaat goed en snel inzicht in de financiële si-

tuatie op elk willekeurig moment.

Er is heel veel geïnvesteerd in de kwaliteit van de mensen: er wordt een baan op maat ge-

zocht (of gecreëerd) bij de kwaliteiten van de mensen. Bovendien is er in die tijd ook een

samenwerking aangegaan met TNO en daaruit is het product Dariuz voortgekomen. Dat is

een diagnose-assessment-instrument van loonwaardebepaling die op de doelgroep toege-

past kan worden, zowel voor de instroom, de doorstroom als de uitstroom. Aan de hand

van het instrument kan bepaald wordt wat iemand kan, hoe hij/zij door en uit kan stromen.

Hier kan de vergelijking worden getrokken met de Haeghe Groep (Den Haag) waar iedere

Wsw-er individueel gescand wordt op capaciteiten en mogelijkheden.

Page 52: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

52

Bovendien is er door de nieuwe organisatie veel aandacht besteed aan marketing en com-

municatie (Shareholdervalue). Tevens bestaat er een Stuurgroep Arbeidsmarktbeleid waar-

in de algemeen directeur namens het AG partnership en andere werkgevers plaatsnemen

en mee kunnen praten over allerlei relevante thema’s en problematiek.

Alle producten zijn bij elkaar genomen (Wsw, Wwb etc): het maakt de werkgevers niet uit

wat voor type persoon je levert (uit welke regeling), als de persoon maar voldoet voor het

werk. Binnen een dergelijke nieuwe organisatie is het van belang dat de focus op de pri-

maire processen ligt. Je kunt geen 30 processen goed doen, zeker niet in een ambtelijke

organisatie. Na de fusie is dan ook alles centraal getrokken (P&O, financiën etc) en zijn zo-

veel mogelijk indirecte functies afgebouwd.

Kernpunten in de nieuwe aanpak van de Atlant Groep zijn:

Netwerkorganisatie waarbij op basis van de kracht van het management partnerships

worden gecreëerd met bedrijven (werkgevers) marktbenadering waarin marketing van

belang is en het betrekken van werkgevers bij allerlei zaken.

Mensen zoveel mogelijk buiten plaatsen (detachering, Begeleid Werken), waardoor pan-

den afgestoten kunnen worden en kosten omlaag gaan.

Centraliseren van ondersteunende diensten (FIN, ICT, HRM).

Vraag creëren bij bedrijven voor de kwaliteiten van de mensen in de bak: ‘van bak

naar baan’.

Focus aanbrengen: je kunt geen 30 processen goed doen.

Community-denken: als management van de Atlant Groep in het bestuur plaatsnemen

van bijvoorbeeld de Voedselbank, Helmond Sport etc. Atlant Partnership als social com-

munity.

Opvallende zaken (financieel)

Bij de nieuwe aanpak in 2002 behoorde ook het afstoten van panden, er zijn vijf panden

verkocht. Er is één hoofdgebouw gekomen waarin alle ketenpartners zich ook bevinden

(UWV, CWI, dagbesteding, GGZ, fitness (Fitland) etc). Het jaar na de omslag (2002), dus in

2003, werd het financiële resultaat al beter (winstgevend). En al vrij snel daarna (2004 of

2005) werd de gemeentelijke bijdrage afgeschaft en die is er tot op heden niet meer.

Redenen voor winstgevendheid na de omslag:

Weinig gebouwen, dus weinig infrastructurele kosten

Begeleid Werken is een Money maker: het aantal BW plekken is nu ongeveer 12%. Een

Wsw plek wordt omgezet naar Begeleid Werken zodra het iets oplevert voor de Wsw-ers,

het bedrijf en de Atlant Groep.

Het onderdeel dat het eerste gesloten is binnen de Atlant Groep is het onderdeel Metaal.

Deze mensen zijn gedetacheerd bij een metaalbedrijf in Eindhoven. Van deze eerste deta-

chering heeft de Atlant Groep geleerd. Doelgroepers dienen voor een verplaatsing heel

goed voorbereid te worden, film tonen van de nieuwe werkplek etc. Inmiddels is de Atlant

Groep daar veel ervarener in geworden en gaat dat goed. Daarbij komt dat de doelgroepers

het leuk vinden om tussen regulier personeel te werken. De zwakke doelgroepen worden

altijd in groepen gedetacheerd, vaak worden hele afdelingen in één keer tegelijk gedeta-

cheerd.

Page 53: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

53

Alleen de kwekerij binnen de Atlant Groep maakt op het moment nog verlies (daar moet

12.000 per fte bij), dus deze wil men sluiten. Dat ligt echter politiek lastig, omdat men zich

zorgen maakt over de doelgroep: kunnen ze wel elders geplaatst worden. De Atlant Groep

is er echter zeker van dat deze mensen makkelijk elders geplaatst kunnen worden, name-

lijk de helft kan gedetacheerd worden en de andere helft kan in huis geplaatst worden. De

zwakste doelgroep zit in het inpakken en in de assemblage. Voor een kleine groep betreft

dit Beschut Werken, maar er zijn grote groepen die gedetacheerd zijn en deze activiteiten

verrichten.

Visie Helmond op G4 en leerpunten

In Amsterdam is de redenering bij het plaatsen van goede mensen naar een detachering of

BW-plek: de voorman valt weg (doorstroom) en daar hangt vaak een hele afdeling aan, dus

deze plek moet door een ambtenaar opgevuld worden, die dan vaak duurder is. Dat is één

van de redenen dat de Wsw in Amsterdam verliesgevend is (doorstroom boven opbrengst).

De redenering van de Atlant Groep is: dan maar de hele afdeling weg en mensen elders

plaatsen. Door heel veel mensen centraal te trekken worden veel indirecte mensen naar

een directe positie getrokken. Bij Amsterdam worden alle regelingen bij elkaar bezien en

gaat het er om op totaalniveau winstgevend te zijn. Bij de Atlant Groep moeten alle afzon-

derlijke regelingen winstgevend zijn, dus ook de Wsw.

Voorwaarden voor succes:

Ruime bevoegdheden, maar wel met een goede planning & control cyclus en transparan-

tie.

Goede mensen

Maak er een bedrijf van i.p.v. een gemeentelijke dienst

Visie van Helmond op situatie Wsw Rotterdam

Waar zou het probleem mogelijk kunnen zitten?

Huisvestingskosten relatief hoog

Te veel indirecte functies (werkvoorbereiders, verkopers etc)

Allerlei verschillende ICT-systemen

Planning & control cyclus die niet goed in elkaar zit

Staan alle neuzen wel dezelfde kant op?

Is het doel van de Wsw binnen Rotterdam duidelijk? Wat wil je?

Aansturingsproblemen vanwege de gemeentelijke organisatie?

Leerpunten vanuit Helmond voor Rotterdam:

Stel jezelf als organisatie c.q. uitvoerder van de Wsw de principiële vraag: wat voor be-

drijf wil je zijn? De Atlant Groep wil geen metaalbedrijf zijn, maar een bedrijf waarin het

principe ‘van bak naar baan’ centraal staat. In wezen is de Atlant Groep een re-

integratiebedrijf voor moeilijke doelgroepen. Je hebt één brede bak aan de onderkant.

Het maakt het bedrijf niet uit of ze een Wsw-ers of een Wwb-er krijgen aangeleverd. De

suggestie van Helmond is dan betreffende wat je zou moeten doen: awareness creëren,

markgericht denken, werkgevers betrekken.

Als je daar uit bent, zouden volgende stappen kunnen zijn: focus aanbrengen in de pro-

cessen, centraliseren van ondersteunende diensten, mensen van indirect naar direct, zo-

veel mogelijk Wsw-ers van binnen naar buiten plaatsen (kostenvermindering), actief in

contact treden met bedrijven etc.

Page 54: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

54

Belangrijke voorwaarden voor succes: commitment van het management en de hele

organisatie, goede mensen en doorpakken. Suggestie: maak er een bedrijf van i.p.v.

een gemeentelijke dienst.

De huidige PMC’s (product-markt combinaties) kritisch bekijken en beoordelen op winst-

gevendheid en belang en van onderaf beginnen met strepen (= saneren).

In hoofdstuk 4 worden de conclusies gepresenteerd. Tevens worden de hoofdvraag en de

onderzoeksvragen beantwoord. Het hoofdstuk sluit af met aanbevelingen.

Page 55: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

55

4 Conclusies en aanbevelingen

In dit hoofdstuk wordt in paragraaf 4.1 stilgestaan bij het doel van het onderzoek en de

beantwoording van de onderzoeksvragen. In paragraaf 4.2 worden conclusies geformu-

leerd. De aanbevelingen volgen in paragraaf 4.3. Tot slot besluit paragraaf 4.4 met enkele

overdenkingen en aandachtspunten voor kostenreductie.

4.1 Doel en beantwoording onderzoeksvragen

Doel van het onderzoek

Het doel van het onderzoek is het geven van een antwoord op de vraag:

Is de uitvoering van de Wsw in Rotterdam duur en zo ja, waardoor wordt dit veroorzaakt?

Deze vraag is lastig te beantwoorden, aangezien het aanleveren van aparte cijfers aan-

gaande de Wsw voor sommige uitvoerders lastig te realiseren was. Het kostte dan ook de

nodige tijd en moeite en heeft uiteindelijk niet het gewenste resultaat opgeleverd (zie een

uitgebreide toelichting in hoofdstuk 1). Uiteindelijk bleken de aangeleverde cijfers lastig

vergelijkbaar te zijn tussen verschillende uitvoerders. We hebben diverse pogingen onder-

nomen om deze wel vergelijkbaar te krijgen (zie presentatie volgens eenzelfde indeling en

grootboekrekeningschema), maar dan nog is het zo dat posten die op het oog vergelijkbaar

lijken, niet te vergelijken zijn omdat de definitie die eraan hangt verschillend is of omdat

de deelposten die eronder hangen anders zijn per uitvoerder. Bovendien worden er ver-

schillende manieren van toerekening van bepaalde kosten aan de Wsw gehanteerd (zie eer-

dere toelichting betreffende overheadkosten). Dit alles heeft het onmogelijk gemaakt om

éénduidige kostprijzen te berekenen voor de verschillende werksoorten. Daardoor was het

ook niet mogelijk om in de benchmark met andere gemeenten diepgaande financiële infor-

matie met elkaar te vergelijken. Wel komt uit de benchmark naar voren dat de gemeente-

lijke bijdrage van de gemeente Rotterdam voor de Wsw relatief hoog is (landelijk gezien),

maar vergelijkbaar met Amsterdam en de maximaal toegestane gemeentelijke bijdrage van

Den Haag (alhoewel deze op het moment in Den Haag niet nodig is).

Bovenstaande problematiek aangaande het verkrijgen van financiële gegevens en het daar-

uit afleiden van vergelijkbare financiële cijfers en kengetallen heeft tot gevolg dat een deel

van de onderzoeksvragen die ten grondslag liggen aan het onderzoek ook niet of onvolledig

beantwoord kunnen worden.

Page 56: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

56

Beantwoording onderzoeksvragen

Hieronder volgt een opsomming van de onderzoeksvragen met daarachter een toelichting

omtrent welke onderzoeksvragen wel en welke niet zijn te beantwoorden door middel van

het uitgevoerde financiële onderzoek Wsw in Rotterdam.

Inzicht in de toerekening van overheadkosten aan de Wsw.

Antwoord: er is uiteindelijke wel inzicht ontstaan in de wijze van toerekening van de

overhead en wie welke posten onder overhead schaart. Echter, het is niet mogelijk ge-

bleken voor alle uitvoerders ook daadwerkelijk de hoogte van de overhead te berekenen

en onderling te vergelijken.

Inzicht in de loonkosten van de Wsw-medewerkers.

Antwoord: dit is wel in kaart gebracht in paragraaf 2.4.2 voor D&BW, Roteb en Stads-

toezicht en tevens in een tabel 2.11. Het is echter onduidelijk of deze uitkomsten be-

trouwbaar zijn, aangezien de mogelijkheid bestaat dat deze posten onderling niet hele-

maal goed vergelijkbaar zijn.

Inzicht in de huisvestingskosten.

Antwoord: deze post blijkt in de praktijk onvergelijkbaar tussen uitvoerders, omdat bij

elke uitvoerder andere posten worden geschaard onder de hoofdpost ‘huisvesting’ (zie

paragraaf 2.4.3)

Inzicht in de opbrengsten van de werksoorten.

Antwoord: hierover kan enigszins iets gezegd worden voor Detacheringen en BW-

plekken (zie paragraaf 2.6). Voor Detacheringen geldt dat de inleenvergoedingen veel

lager zijn dan de daadwerkelijk betaalde loonkosten en dat opbrengsten niet of nauwe-

lijks in beeld zijn gebracht. Voor BW-plekken geldt dat het ernaar uitziet dat er veel te

hoge loonkostensubsidies worden verstrekt. Ook de PMC-analyse van Roteb geeft hier

enigszins inzicht in.

Invloed van de organisatievorm op kosten.

Antwoord: deze vraag is niet te beantwoorden. Wel bestaat het vermoeden dat de

overheadkosten toenemen door meer afstemming in verband met het relatief grote aan-

tal uitvoerders dat betrokken is bij de uitvoering van de Wsw in Rotterdam. Echter, een

deel van de uitvoerders rekent niet alle overheadkosten door aan de Wsw, waardoor de-

ze buiten schot blijven.

Inzicht in het aantal medewerkers in een BW-plek, individuele detachering, groeps-

detachering of binnen de werkbedrijven werkzaam.

Antwoord: deze aantallen zijn duidelijk in beeld en zijn uitgewerkt in de tabellen 1.1 en

1.2.

4.2 Conclusies

Veel uitvoerders en verschillende werkwijzen

Er zijn relatief veel uitvoerende partijen betrokken bij de uitvoering van de Wsw in

Rotterdam, wat doorgaans zorgt voor relatief veel overheadkosten. Echter, verschillende

wijzen van toerekening van kosten aan de Wsw en onvoldoende inzicht in de overheadkos-

ten, maken het onmogelijk om deze overheadkosten als percentage van de totale kosten te

berekenen en onderling te vergelijken. Bij Roteb en Stadstoezicht vindt er toerekening

plaats van alle kosten aan de Wsw. Bij D&BW, RWI en FBW (afdelingen van de dienst

SoZaWe) worden niet alle kosten toegerekend aan de Wsw. Bij RWI bijvoorbeeld worden

Page 57: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

57

zelfs de kosten van de directeur van SoZaWe niet voor een deel toegerekend aan de Wsw,

maar deze vallen met name bij Inkomen. Ook zijn er onvoldoende gegevens beschikbaar

om de verhouding tussen leidinggevende en staf medewerkers (puur voor de Wsw) versus

uitvoerend personeel (Wsw-ers) te bekijken (in aantallen en kosten) voor de verschillende

uitvoerders (zie paragraaf 2.3 en 2.4.1 t/m 2.4.4).

Samenwerking uitvoerders laat te wensen over

Het feit dat er relatief veel uitvoerende partijen zijn, wat de uitvoering op zich al complexer

maakt, wordt nog eens bemoeilijkt door het feit dat de samenwerking tussen de uitvoerders

van de Wsw in Rotterdam niet optimaal is: Roteb heeft geen incentive om mensen door te

sturen naar D&BW (de automatische reflex is om ‘goede’ werknemers omwille van de pro-

ductiviteit te behouden) en het lukt D&BW niet om voldoende BW plekken te krijgen ofwel

werk te acquireren. Er lijken geen ‘motivators’ te zijn om daadwerkelijk met elkaar samen

te werken; de uiteindelijke doelen van de verschillende uitvoerders liggen ver uit elkaar.

Gebrek aan financiële sturing Wsw

Er is wel regievoering en coördinatie op de Wsw, maar er lijkt geen financiële sturing plaats

te vinden in 2007. Deze sturende functie is noch door RWI, noch door de Bestuursdienst

noch door het hoofd SoZaWe ingevuld en/of opgepakt. Deze conclusie moet bezien worden

tegen de achtergrond van het collegebesluit van 2003 waarin belegd is dat RWI deze func-

tie niet op zich mag nemen1: ‘de uitvoerende diensten zijn zelf verantwoordelijk voor het

ontstaan én oplossen van eventuele exploitatietekorten’ en tegen de achtergrond van de

afspraak uit het Sw-beraad van 2004 dat uitvoerende diensten zelf verantwoordelijk zijn

voor hun bedrijfsvoering. Daardoor wordt de financiële sturing en regievoering door een

partij als RWI ingeperkt.

Subsidiedifferentiatie onder de loep?

De totstandkoming van de subsidiedifferentiatie (basis verdeelsleutel voor de rijkssubsidie

Wsw) zou mogelijk nog eens onder de loep genomen moeten worden of in ieder geval geac-

tualiseerd moeten worden. Er hebben zich in de loop der jaren mogelijk veranderingen

voorgedaan die aanleiding geven de subsidiedifferentiatie nog eens kritisch onder de loep

te nemen.

4.3 Aanbevelingen

Eén vergelijkbare wijze van verantwoording financiële informatie Wsw

De belangrijkste aanbeveling luidt dat er één systeem moet komen om financiële informatie

aangaande de Wsw te verantwoorden of in ieder geval moet de financiële informatie die be-

schikbaar komt vanuit alle uitvoerders makkelijk op eenduidige wijze in kaart te brengen

zijn. Anders blijven de cijfers onvergelijkbaar en kan vanuit de cijfers geen financiële stu-

ring, regie, controle en coördinatie plaatsvinden op het totaal van de Wsw. In gezamenlijk

overleg moet vastgesteld worden hoe eenduidig gerapporteerd zal worden over de Wsw

naar de coördinerende partij (in de huidige situatie: RWI).

1 Zie p. 11 Berenschot (2008).

Page 58: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

58

Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn:

Proberen een manier te vinden om de kosten van de Wsw door uitvoerende partijen op

een meer eenduidige wijze toe te rekenen (splitsen kosten Wsw en medewerkers van

andere gemeentelijke regelingen zoals de Wwb, Wiw, Id etc)

Mogelijk afspraken maken over een vergelijkbare wijze van doorbelasting van overhead

aan de Wsw door de verschillende diensten.

De belangrijkste kostencomponenten bepalen en vaststellen welke posten daaronder ge-

schaard kunnen worden.

Samenwerking, samenvoeging en de markt op

Een volgend belangrijk aandachtspunt is een betere samenwerking tussen uitvoerders van

de Wsw in Rotterdam vanuit de overtuiging van een gezamenlijk belang, namelijk de kos-

ten van de Wsw beperkt houden. De op handen zijnde samenvoeging van Roteb en D&BW is

een belangrijke stap in de samenwerking. Echter, het is van belang dat deze twee partijen

een gezamenlijk doel voor ogen hebben en houden. Het samenvoegen van Roteb en D&BW

is een logisch moment om de subsidiedifferentiatie nog eens goed te bekijken en te actuali-

seren op basis van de nieuwe situatie.

Om te zorgen voor meer doorstroom richting het aantal Detacheringen en Begeleid Werken

plekken is het van belang actief de markt op te gaan door meer actief contact te leggen

met werkgevers in Rotterdam en omgeving. Hierin is een belangrijke taak weggelegd voor

de samenwerking D&BW, Roteb en DAAD.

Bovenstaande aanbevelingen vallen ons inziens prima binnen het nieuwe model van Rotter-

dam wat betreft de Wsw (zie beleidskader Wsw Rotterdam, december 2008), waarbij de

volgende hoofdpunten naar voren komen:

Op termijn moeten alle uitvoerende taken betreffende de Wsw onder één dak komen,

dus D&BW en Roteb samen (Stadstoezicht even buiten beschouwing gelaten)

Het nieuwe beleid is: SoZaWe gaat klantregie doen (naast financiële verantwoording en

salarisadministratie) en Roteb gaat alle trajectcoördinatie doen. De rolverdeling is die

tussen opdrachtgever (SoZaWe) en opdrachtnemer (Roteb).

4.4 Tot slot

Wellicht zou als reactie op de onderzoeksvraag en het doel van het onderzoek als eerste

gevraagd moeten worden: waarom mag de gemeente Rotterdam niet relatief duur zijn?

Immers, is Rotterdam een gemiddelde uitvoerder van de WSW? Nee, Rotterdam is een rela-

tief grote uitvoerder van de Wsw en behoort tot de G41.

Daarnaast is een belangrijke vraagstelling, waar Rotterdam zich overigens zelf ook recente-

lijk over heeft gebogen (zie nieuwe beleidskader Wsw Rotterdam, december 2008): moet

Rotterdam niet eerst terug naar de kern en de vraag beantwoorden wat het (hoofd)doel

van de Wsw binnen Rotterdam is? Hierbij dient de cruciale vraag beantwoord te worden:

Wat voor soort bedrijf wil je zijn? Wil je winstmaximalisatie bereiken met de Wsw, wil je

gericht zijn op mensontwikkeling en doorstroom of iets anders? Kortom, Rotterdam moet

1 Dat is de reden dat in de benchmark twee van de drie vergelijkingsgemeenten ook uit de G4 afkomstig zijn.

Page 59: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

59

duidelijk bepalen wat het doel van de Wsw is binnen Rotterdam: doorstroom, kostenbeper-

king of iets anders.

Op het moment van het schrijven van het eindrapport (juni 2009) is deze fundamentele

discussie inmiddels gevoerd en vastgelegd in het definitieve beleidskader. Hierbij gaat het

niet alleen om de gemeentelijke bijdrage, maar ook om zaken zoals doorstroom. Immers,

ook in Den Haag en Amsterdam is de gemeentelijke bijdrage vrij fors en ligt net als in Rot-

terdam boven de gemiddelde gemeentelijke bijdrage van rond de 1.000 euro per arbeids-

plaats. Echter, in Den Haag en Amsterdam gebeurt wel het nodige op het gebied van door-

stroom (van binnen naar buiten brengen van Wsw-ers).

Op dit punt bevindt de gemeente Rotterdam zich nu. Het nieuwe Rotterdam model voor de

Wsw en het nieuwe beleidskader Wsw liggen er, de belangrijkste discussies zijn gevoerd.

Wellicht is het tot slot goed om nog eens bij onderstaande aanvullende punten stil te staan

die wellicht aanknopingspunten opleveren voor kostenreductie binnen de Wsw. De punten

die aangepakt kunnen worden, zijn:

Centrale uitvoering: decentraliseren wat decentraal kan, centraal wat centraal moet.

(in het kader van de samenvoeging van D&BW en Roteb aangaande de Wsw zal dit punt

waarschijnlijk al voldoende aandacht krijgen)

Individuele screening doorstroom: screen alle Wsw-ers structureel op doorstroom-

mogelijkheden, leg dit planmatig vast en maak hierover afspraken (over termijn van

doorstroming en waar naartoe).

Saneren om verlies te beperken: bekijk de huidige onderdelen c.q. PMC’s (product-

markt combinaties) kritisch op basis van winstgevendheid en belang voor de organisatie

en maak op basis daarvan een sanerings- c.q. ombouwplan om de winstgevendheid te

verhogen (zie ook al de eerder genoemde aanbevelingen betreffende specifieke PMC’s

van Roteb). Bij ombouwen zou gedacht kunnen worden aan het ombouwen van een pro-

ductiebedrijf naar een leerwerkbedrijf. Bij sanering kan tevens nog gedacht worden aan

het afstoten van panden als mensen naar buiten geplaatst worden.

Vergoeding voor plaatsing mensen vanuit andere regelingen: voor zover er binnen

de Wsw ook werkervaringsplaatsen zijn voor Wwb-ers zonder Wsw-indicatie, moeten de

kosten hiervan (bijvoorbeeld van begeleiding) niet drukken op de Wsw, maar in rekening

worden gebracht bij de gemeente.

Kostenbeperking door het voeren van loonkostenpolitiek: stuur op loonkosten om

het verlies van de Wsw binnen de perken te houden. Geef de Wsw-ers pas na een aantal

jaren in de Wsw een loonstijging en kijk kritisch naar het beginsalaris.

Randvoorwaarden voor succes bij een omslag: het is heel belangrijk om een

groepsgevoel en een gezamenlijk belang te creëren voor een succesvolle en rendabele

uitvoering van de Wsw. Bovendien is het commitment van het management en de hele

organisatie cruciaal.

Page 60: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

60

Page 61: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

61

Bijlage 1 Gebruikte documenten

AEF (2007). ‘De nieuwe koers Pantar. Lusten en lasten ongelijk verdeeld’.

Atlant Groep. Jaarverslag 2007.

Berenschot (2008). Onderzoek naar de uitvoering van de Wsw in Rotterdam. Bevindin-

gen en advies. Jeroen Gelevert en Nicolette Oud.

Blank, J., Koor, P., Desczka, S. en B. van Hulst, De financiële situatie van de Sociale

Werkvoorziening in beeld (2007).

Cedris. Branchebeeld Cedris 2008. Wij maken er werk van. Jaarcijfers (maart 2009)

D&BW. Kwartaalrapportage Q4 2007 Detacheren en Begeleid Werken, SoZaWe.

Haeghe Groep. Jaarverslag 2007.

Huijben, M. en Geurtsen, A. (2008), Heeft iemand de overhead gezien?, Den Haag:

Academic Service.

Pantar Amsterdam. Werken aan doorstroom. Jaarverslag 2007.

Pantar Amsterdam. Financiële rapportage 4e kwartaal 2007.

Publiek Overzicht Resultaten (POR) Wsw. Research voor Beleid. Website:

http://resultaten-wsw.szw.nl/

Roteb: realisatiecijfers 2007 van alle Wsw-(werk)bedrijven.

Roteb: geconsolideerde realisatiecijfers 2007 in één excelsheet. Cijfers t/m december

2007.

B&W Rotterdam. Agendapost voor de vergadering van het college van BenW van

Rotterdam, dinsdag 31 januari 2006.

Maatwerk en dynamiek aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De Wsw in het perspec-

tief van de ontwikkelingen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Beleidskader gemeen-

te Rotterdam, december 2008.

Memo d.d. 9 juli 2008 met daarin de kaders voor de benchmark opgesteld door Ton de

Regt (SoZaWe, RWI, gemeente Rotterdam).

Page 62: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

62

Page 63: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

63

Bijlage 2 Geïnterviewde personen

Hieronder volgt een overzicht met de personen die we in het kader van het onderzoek ge-

sproken hebben.

Naam Organisatie Afspraak

Rotterdam

Joey de Lijster Roteb 2 oktober 2008 13.00 uur

Joey de Lijster Roteb 30 oktober 2008 10.30 uur

Marike Dijksterhuis Roteb 20 oktober 2008 16.00 uur

Marlin Huygens Roteb 20 oktober 2008 16.00 uur

Jos Mark RWI 27 oktober 2008 15.30 uur

Ton de Regt RWI 6 november 2008 14.00 uur

Sjef Stokmans D&BW 13 oktober 2008 12.00 uur

Martin Penninga D&BW 13 oktober 2008 12.00 uur

Fred Vermeer D&BW 13 oktober 2008 12.00 uur

Saskia Laarman D&BW 13 oktober 2008 12.00 uur

Piet Tak Stadstoezicht 10 oktober 2008 10.00 uur

Henk Alkema Stadstoezicht 10 oktober 2008 10.00 uur

Oskar Krom Bestuursdienst 16 oktober 2008 13.00 uur

Neeltje Politiek Bestuursdienst 16 oktober 2008 13.00 uur

Henk Tuk Stadstoezicht 18 december 2008 12.30 uur

Gerben Pille Stadstoezicht 18 december 2008 12.30 uur

Joey de Lijster Roteb 8 januari 2009 14.00 uur

Benchmark

Bert van Ettekoven en Frans van der Nat Haeghe groep, Den Haag 20 januari 2009 13.00 uur

Maarten Adelmeijer en Ton Jagt Pantar Amsterdam 23 januari 2009 14.30 uur

Theo van Kroonenburg Atlant groep Helmond 2 februari 2009 13.00 uur

Page 64: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

64

Page 65: Financiële situatie Wsw Rotterdam - Panteia · Per januari 2005 indicatie van Wsw-ers door het CWI (nu UWV WERKbedrijf). Invoering van de nieuwe Wsw per 2008. Een veelgehoord geluid

65

Research voor Beleid

Bredewater 26

Postbus 602

2700 MG Zoetermeer

tel: 079 322 22 22

fax: 079 322 22 12

e-mail: [email protected]

www.research.nl