Wachtlijstbeheer Wsw · Met ingang van 1 januari 2008 is de Wet sociale werkvoorziening (Wsw)...

54
kemade Alkmaar Almelo Almere Alphen aan den Rijn Alphen-Chaam Ambt Montfort Ameland A m Assen Asten Baarle-Nassau Baarn Barendrecht Barneveld Bedum Beek Beemster Beesel Belling Rodenrijs Berkelland Bernheze Bernisse Best Beuningen Beverwijk Binnenmaas Bladel Blaricum B r Boxtel Breda Breukelen Brielle Bronckhorst Brummen Brunssum Bunnik Bunschoten Buren Bus l DeBilt De Marne De Ronde Venen De Wolden Delft Delfzijl Den Haag Den Helder Deurne Deve melen Dronten Druten Duiven Echt-Susteren Edam-Volendam Ede Eemnes Eemsmond Eersel Eijs erl‘n-Sleat Geertruidenberg Geldermalsen Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Gennep Giessenlanden G gen Grootegast Gulpen-Wittem Haaksbergen Haaren Haarlem Haarlemmerliede en Spaarnwoud Harlingen Hattem Heel Heemskerk Heemstede Heerde Heerenveen Heerhugowaard Heerlen He en Heusden Heuvelrug Heythuysen Hillegom Hilvarenbeek Hilversum Hof van Twente Hoogeveen pen Kapelle Katwijk Kerkrade Kessel Kollumerland c.a. Korendijk Krimpen aan den IJssel Laarbee erdorp Leidschendam-Voorburg Lelystad Lemsterland Leusden Liemeer Liesveld Lingewaal Linge sbree Maasdonk Maasdriel Maassluis Maastricht Margraten Marum Medemblik Meerlo-Wanssum nthe Mill en St. Hubert Millingen aan de Rijn Moerdijk Montferland Montfoort Mook en Middela erk aan den IJssel Nieuwkoop Nieuw-Lekkerland Nijefurd Nijkerk Nijmegen Noord-Beveland Noo Obdam Oegstgeest Oirschot Oisterwijk Oldebroek Oldenzaal Olst-Wijhe Ommen Onderbanken e IJsselstreek Ouder-Amstel Ouderkerk Oudewater Overbetuwe Papendrecht Pekela Pijnacker-N heden Rhenen Ridderkerk Rijnwaarden Rijnwoude Rijssen-Holten Rijswijk Roerdalen Roermond eel Schiedam Schiermonnikoog Schijndel Schinnen Schoonhoven Schouwen-Duiveland Sevenum ‘ karsterlan Sliedrecht Slochteren Sluis Smallingerland Sneek Soest Someren Son en Breugel Spijken neuzen Terschelling Texel Teylingen Tholen Thorn Tiel Tilburg Tubbergen Twenterand Tynaarlo Ty endam Veenendaal Veere Veghel Veldhoven Velsen Venlo Venray Vianen Vlaardingen Vlagtwedd gen Wassenaar Waterland Weert Weesp Werkendam Wervershoof West Maas en Waal Wester-Ko meer Wijchen Wijdemeren Wijk bij Duurstede Winschoten Winsum Winterswijk Woensdrecht Wo ndvoort Zederik Zeevang Zeewolde Zeist Zevenaar Zevenhuizen-Moerkapelle Zijpe Zoetermeer Z r Aalten Abcoude Achtkarspelen Alblasserdam Albrandswaard Alkemade Alkmaar Almelo Almer Paulowna Apeldoorn Appingedam Arcen en Velden Arnhem Assen Asten Baarle-Nassau Baarn Ba n Lb. Bergen NH Bergen op Zoom Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs Berkelland Bernheze Bern ekel Bolsward Borger-Odoorn Borne Borsele Boskoop Boxmeer Boxtel Breda Breukelen Brielle Br en Cranendonck Cromstrijen Cuijk Culemborg Dalfsen Dantumadeel DeBilt De Marne De Ronde oetinchem Dongen Dongeradeel Dordrecht Drechterland Drimmelen Dronten Druten Duiven Ech chede Epe Ermelo Etten-Leur Ferwerderadiel Franekeradeel Gaasterl‘n-Sleat Geertruidenberg Ge inchem Gouda Graafstroom Graft-De Rijp Grave Groesbeek Groningen Grootegast Gulpen-Witte enberg Harderwijk Hardinxveld-Giessendam Haren Harenkarspel Harlingen Hattem Heel Heemsk etsluis Helmond Hendrik-Ido-Ambacht Hengelo Ov. Het Bildt Heumen Heusden Heuvelrug Heyth e Maas Houten Huizen Hulst Hunsel IJsselstein Jacobswoude Kampen Kapelle Katwijk Kerkrade K ren Leek Leerdam Leeuwarden Leeuwarderadeel Leiden Leiderdorp Leidschendam-Voorburg Le p Zand Lopik Loppersum Losser Maarssen Maasbracht Maasbree Maasdonk Maasdriel Maassluis e Meppel Middelburg Middelharnis Midden-Delfland Midden-Drenthe Mill en St. Hubert Millinge we Nederlek Nederweert Neerijnen Niedorp Nieuwegein Nieuwerkerk aan den IJssel Nieuwkoop doostpolder Noordwijk Noordwijkerhout Nuenen c.a. Nunspeet Nuth Obdam Oegstgeest Oirscho tstellingwerf Oostzaan Opmeer Opsterland Oss Oud-Beijerland Oude IJsselstreek Ouder-Amstel O Rozenburg Rozendaal Rucphen Schagen Scheemda Schermer Scherpenzeel Schiedam Schiermonn ld Sint Anthonis Sint-Michielsgestel Sint-Oedenrode Sittard-Geleen Skarsterlan Sliedrecht Slochte Wachtlijstbeheer Wsw HANDREIKING VOOR GEMEENTEN EN UITVOERINGSORGANISATIES

Transcript of Wachtlijstbeheer Wsw · Met ingang van 1 januari 2008 is de Wet sociale werkvoorziening (Wsw)...

Aa en Hunze Aalburg Aalsmeer Aalten Abcoude Achtkarspelen Alblasserdam Albrandswaard Alkemade Alkmaar Almelo Almere Alphen aan den Rijn Alphen-Chaam Ambt Montfort Ameland Amersfoort Amstelveen Amsterdam Andijk Anna Paulowna Apeldoorn Appingedam Arcen en Velden Arnhem Assen Asten Baarle-Nassau Baarn Barendrecht Barneveld Bedum Beek Beemster Beesel Bellingwedde Benne-broek Bergambacht Bergeijk Bergen Lb. Bergen NH Bergen op Zoom Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs Berkelland Bernheze Bernisse Best Beuningen Beverwijk Binnenmaas Bladel Blaricum Bleiswijk Bloemen-daal Boarnsterhim Bodegraven Boekel Bolsward Borger-Odoorn Borne Borsele Boskoop Boxmeer Boxtel Breda Breukelen Brielle Bronckhorst Brummen Brunssum Bunnik Bunschoten Buren Bussum Capelle aan den IJssel Castricum Coevorden Cranendonck Cromstrijen Cuijk Culemborg Dalfsen Dantumadeel DeBilt De Marne De Ronde Venen De Wolden Delft Delfzijl Den Haag Den Helder Deurne Deventer Diemen Dinkelland Dirksland Doesburg Doetinchem Dongen Dongeradeel Dordrecht Drechterland Drimmelen Dronten Druten Duiven Echt-Susteren Edam-Volendam Ede Eemnes Eemsmond Eersel Eijsden Eindhoven Elburg Emmen Enkhuizen Enschede Epe Ermelo Etten-Leur Ferwerderadiel Franekeradeel Gaasterl‘n-Sleat Geertruidenberg Geldermalsen Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Gennep Giessenlanden Gilzeen Rijen Goedereede Goes Goirle Gorinchem Gouda Graafstroom Graft-De Rijp Grave Groesbeek Groningen Grootegast Gulpen-Wittem Haaksbergen Haaren Haarlem Haarlemmerliede en Spaarnwoude Haarlemmer-meer Haelen Halderberge Hardenberg Harderwijk Hardinxveld-Giessendam Haren Harenkarspel Harlingen Hattem Heel Heemskerk Heemstede Heerde Heerenveen Heerhugowaard Heerlen Heeze-Leende Heiloo Helden Hellendoorn Hellevoetsluis Helmond Hendrik-Ido-Ambacht Hengelo Ov. Het Bildt Heumen Heusden Heuvelrug Heythuysen Hillegom Hilvarenbeek Hilversum Hof van Twente Hoogeveen Hoogezand-Sappemeer Hoorn Horst aan de Maas Houten Huizen Hulst Hunsel IJsselstein Jacobswoude Kampen Kapelle Katwijk Kerkrade Kessel Kollumerland c.a. Korendijk Krimpen aan den IJssel Laarbeek Landerd Landgraaf Landsmeer Langedijk Laren Leek Leerdam Leeuwarden Leeuwarderadeel Leiden Leiderdorp Leidschendam-Voorburg Lelystad Lemsterland Leusden Liemeer Liesveld Lingewaal Lingewaard Lisse Lith Littenseradiel Lochem Loenen Loon op Zand Lopik Loppersum Losser Maarssen Maasbracht Maasbree Maasdonk Maasdriel Maassluis Maastricht Margraten Marum Medemblik Meerlo-Wanssum Meerssen Meijel Menaldumadeel Menterwolde Meppel Middelburg Middelharnis Midden-Delfland Midden-Drenthe Mill en St. Hubert Millingen aan de Rijn Moerdijk Montferland Montfoort Mook en Middelaar Moordrecht Muiden Naarden Neder-Betuwe Nederlek Nederweert Neerijnen Niedorp Nieuwegein Nieuwerkerk aan den IJssel Nieuwkoop Nieuw-Lekkerland Nijefurd Nijkerk Nijmegen Noord-Beveland Noordenveld Noorder-Koggenland Noordoostpolder Noordwijk Noordwijkerhout Nuenen c.a. Nunspeet Nuth Obdam Oegstgeest Oirschot Oisterwijk Oldebroek Oldenzaal Olst-Wijhe Ommen Onderbanken Oost Gelre Oosterhout Oostflakkee Ooststellingwerf Oostzaan Opmeer Opsterland Oss Oud-Beijerland Oude IJsselstreek Ouder-Amstel Ouderkerk Oudewater Overbetuwe Papendrecht Pekela Pijnacker-Nootdorp Purme-rend Putten Raalte Reeuwijk Reiderland Reimerswaal Renkum Renswoude Reusel-De Mierden Rheden Rhenen Ridderkerk Rijnwaarden Rijnwoude Rijssen-Holten Rijswijk Roerdalen Roermond Roggel en Neer Roosendaal Rotterdam Rozenburg Rozendaal Rucphen Schagen Scheemda Schermer Scherpenzeel Schiedam Schiermonnikoog Schijndel Schinnen Schoonhoven Schouwen-Duiveland Sevenum ‘s-Gravendeel ‘s-Hertogenbosch Simpelveld Sint Anthonis Sint-Michielsgestel Sint-Oedenrode Sittard-Geleen Skarsterlan Sliedrecht Slochteren Sluis Smallingerland Sneek Soest Someren Son en Breugel Spijkenisse Stadskanaal Staphorst Stede Broec Steenbergen Steenwijkerland Stein Strijen Swalmen Ten Boer Ter Aar Terneuzen Terschelling Texel Teylingen Tholen Thorn Tiel Tilburg Tubbergen Twenterand Tynaarlo Tytsjerksteradiel Ubbergen Uden Uitgeest Uithoorn Urk Utrecht Vaals Valkenburg aan de Geul Valkenswaard Veendam Veenendaal Veere Veghel Veldhoven Velsen Venlo Venray Vianen Vlaardingen Vlagtwedde Vlieland Vlissingen Vlist Voerendaal Voorschoten Voorst Vught Waalre Waalwijk Waddinxveen Wageningen Wassenaar Waterland Weert Weesp Werkendam Wervershoof West Maas en Waal Wester-Koggenland Westerveld Westervoort Westland Weststellingwerf Westvoorne Wierden Wieringen Wieringermeer Wijchen Wijdemeren Wijk bij Duurstede Winschoten Winsum Winterswijk Woensdrecht Woerden Wognum Wormerland Woudenberg Woudrichem Wunseradiel Wymbritseradiel Zaanstad Zaltbommel Zandvoort Zederik Zeevang Zeewolde Zeist Zevenaar Zevenhuizen-Moerkapelle Zijpe Zoetermeer Zoeterwoude Zuidhorn Zundert Zutphen Zwartewaterland Zwijndrecht Zwolle Aa en Hunze Aalburg Aalsmeer Aalten Abcoude Achtkarspelen Alblasserdam Albrandswaard Alkemade Alkmaar Almelo Almere Alphen aan den Rijn Alphen-Chaam Ambt Montfort Ameland Amersfoort Amstelveen Amsterdam Andijk Anna Paulowna Apeldoorn Appingedam Arcen en Velden Arnhem Assen Asten Baarle-Nassau Baarn Barendrecht Barneveld Bedum Beek Beemster Beesel Bellingwedde Bennebroek Bergambacht Bergeijk Bergen Lb. Bergen NH Bergen op Zoom Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs Berkelland Bernheze Bernisse Best Beunin-gen Beverwijk Binnenmaas Bladel Blaricum Bleiswijk Bloemendaal Boarnsterhim Bodegraven Boekel Bolsward Borger-Odoorn Borne Borsele Boskoop Boxmeer Boxtel Breda Breukelen Brielle Bronckhorst Brummen Brunssum Bunnik Bunschoten Buren Bussum Capelle aan den IJssel Castricum Coevorden Cranendonck Cromstrijen Cuijk Culemborg Dalfsen Dantumadeel DeBilt De Marne De Ronde Venen De Wolden Delft Delfzijl Den Haag Den Helder Deurne Deventer Diemen Dinkelland Dirksland Doesburg Doetinchem Dongen Dongeradeel Dordrecht Drechterland Drimmelen Dronten Druten Duiven Echt-Susteren Edam-Volendam Ede Eemnes Eemsmond Eersel Eijsden Eindhoven Elburg Emmen Enkhuizen Enschede Epe Ermelo Etten-Leur Ferwerderadiel Franekeradeel Gaasterl‘n-Sleat Geertruidenberg Geldermalsen Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Gennep Giessenlanden Gilzeen Rijen Goedereede Goes Goirle Gorinchem Gouda Graafstroom Graft-De Rijp Grave Groesbeek Groningen Grootegast Gulpen-Wittem Haaksbergen Haaren Haarlem Haarlemmerliede en Spaarnwoude Haarlemmermeer Haelen Halderberge Hardenberg Harderwijk Hardinxveld-Giessendam Haren Harenkarspel Harlingen Hattem Heel Heemskerk Heemstede Heerde Heerenveen Heerhugowaard Heerlen Heeze-Leende Heiloo Helden Hellendoorn Hellevoetsluis Helmond Hendrik-Ido-Ambacht Hengelo Ov. Het Bildt Heumen Heusden Heuvelrug Heythuysen Hillegom Hilvarenbeek Hilversum Hof van Twente Hoogeveen Hoogezand-Sappemeer Hoorn Horst aan de Maas Houten Huizen Hulst Hunsel IJsselstein Jacobswoude Kampen Kapelle Katwijk Kerkrade Kessel Kollumer-land c.a. Korendijk Krimpen aan den IJssel Laarbeek Landerd Landgraaf Landsmeer Langedijk Laren Leek Leerdam Leeuwarden Leeuwarderadeel Leiden Leiderdorp Leidschendam-Voorburg Lelystad Lemsterland Leusden Liemeer Liesveld Lingewaal Lingewaard Lisse Lith Littenseradiel Lochem Loenen Loon op Zand Lopik Loppersum Losser Maarssen Maasbracht Maasbree Maasdonk Maasdriel Maassluis Maastricht Margraten Marum Medemblik Meerlo-Wanssum Meerssen Meijel Menaldumadeel Menterwolde Meppel Middelburg Middelharnis Midden-Delfland Midden-Drenthe Mill en St. Hubert Millingen aan de Rijn Moerdijk Montferland Montfoort Mook en Middelaar Moordrecht Muiden Naarden Neder-Betuwe Nederlek Nederweert Neerijnen Niedorp Nieuwegein Nieuwerkerk aan den IJssel Nieuwkoop Nieuw-Lekkerland Nijefurd Nijkerk Nijmegen Noord-Beveland Noordenveld Noorder-Koggenland Noordoostpolder Noordwijk Noordwijkerhout Nuenen c.a. Nunspeet Nuth Obdam Oegstgeest Oirschot Oisterwijk Oldebroek Oldenzaal Olst-Wijhe Ommen Onderbanken Oost Gelre Oosterhout Oostflakkee Ooststellingwerf Oostzaan Opmeer Opsterland Oss Oud-Beijerland Oude IJsselstreek Ouder-Amstel Ouderkerk Oudewater Overbetuwe Papendrecht Pekela Pijnacker-Nootdorp Purmerend Putten Raalte Reeuwijk Reiderland Reimerswaal Renkum Renswoude Reusel-De Mierden Rheden Rhenen Ridderkerk Rijnwaarden Rijnwoude Rijssen-Holten Rijswijk Roerdalen Roermond Roggel en Neer Roosendaal Rotterdam Rozenburg Rozendaal Rucphen Schagen Scheemda Schermer Scherpenzeel Schiedam Schiermonnikoog Schijndel Schinnen Schoonhoven Schouwen-Duiveland Sevenum ‘s-Gravendeel ‘s-Hertogenbosch Simpelveld Sint Anthonis Sint-Michielsgestel Sint-Oedenrode Sittard-Geleen Skarsterlan Sliedrecht Slochteren Sluis Smallin-gerland Sneek Soest Someren Son en Breugel Spijkenisse Stadskanaal Staphorst Stede Broec Steenbergen Steenwijkerland Stein Strijen Swalmen Ten Boer Ter Aar Terneuzen Terschelling Texel Teylingen Tholen Thorn Tiel Tilburg Tubbergen Twenterand Tynaarlo Tytsjerksteradiel Ubbergen Uden Uitgeest Uithoorn Urk Utrecht Vaals Valkenburg aan de Geul Valkenswaard Veendam Veenendaal Veere Veghel Veldhoven Velsen Venlo Venray Vianen Vlaardingen Vlagtwedde Vlieland Vlissingen Vlist Voerendaal Voorschoten Voorst Vught Waalre Waalwijk Waddinxveen Wageningen Wassenaar Waterland Weert Weesp Werken-dam Wervershoof West Maas en Waal Wester-Koggenland Westerveld Westervoort Westland Weststellingwerf Westvoorne Wierden Wieringen Wieringermeer Wijchen Wijdemeren Wijk bij Duurstede Winscho-ten Winsum Winterswijk Woensdrecht Woerden Wognum Wormerland Woudenberg Woudrichem Wunseradiel Wymbritseradiel Zaanstad Zaltbommel Zandvoort Zederik Zeevang Zeewolde Zeist Zevenaar Zevenhuizen-Moerkapelle Zijpe Zoetermeer Zoeterwoude Zuidhorn Zundert Zutphen Zwartewaterland Zwijndrecht Zwolle

Wachtlijstbeheer Wswhandreiking voor gemeenten en uitvoeringsorganisaties

Wachtlijstbeheer WswHandreiking voor gemeenten en uitvoeringsorganisaties

Met ingang van 1 januari 2008 is de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) gewijzigd.

Ter ondersteuning van de invoering van deze wetswijziging is onder regie van het

Ministerie van SZW een implementatietraject uitgezet, waarbij betrokken partijen

(VNG, brancheorganisatie Cedris en cliëntenorganisaties) ieder een deel van de

ondersteuning op zich nemen binnen het gezamenlijke project: Aan het werk met

de Wsw.

In de gewijzigde Wsw hebben individuele gemeenten een sterkere regierol, onder

meer met betrekking tot het wachtlijstbeheer.

Daarom brengen VNG en Cedris gezamenlijk deze handreiking uit ter ondersteuning

van gemeenten en uitvoeringsorganisaties bij het vormgeven van het wachtlijstbe-

heer.

1 Inleiding 5

2 Wettelijk kader 7

2.1 Wet sociale werkvoorziening 7

2.2 Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken 8

2.3 Regeling uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken 9

2.4 Relatie wachtlijstbeheer en financieel verdeelmodel 10

3 Beleid 11

3.1 Wachtlijstbeheer en de gemeenschappelijke regeling 11

3.2 Regie op de wachtlijst 13

3.3 Plaatsingsbeleid 17

3.3.1 Doelgroepenprioritering 17

3.3.2 Gebruik van andere financieringsbronnen 20

3.3.3 Beschikbaarheid van geïndiceerden 21

3.4 Intrekken van de indicatie 22

4 De uitvoering 27

4.1 De rol van het CWI bij de indicatiestelling 27

4.2 Het administratief beheer van de wachtlijst 28

4.3 Wachtlijstbeheer in de praktijk 32

4.4 Scholing en activering van geïndiceerden op de wachtlijst 38

Inhoudsopgave

5 Wachtlijstbeheer in 10 stappen 41

Bijlage 1: Relevante wet- en regelgeving 45

Bijlage 2: schematisch overzicht statistische gegevens 49

Bijlage 3: Informatie over Wsw 51

5

De per 1 januari 2008 gewijzigde Wet sociale werkvoorziening geeft gemeenten rui-

mere mogelijkheden om regie te voeren op de sociale werkvoorziening. Belangrijk

element in deze regierol is het wachtlijstbeheer. Zowel gemeenten als uitvoerings-

organisaties hebben veel vragen over het beheer van de wachtlijst en de plaatsing

in de sociale werkvoorziening. VNG en Cedris hebben in hun rol als belangenbehar-

tiger gemeend gemeenten en uitvoeringsorganisaties in het kader van het project

implementatie modernisering Wsw de voor u liggende handreiking te doen.

De handreiking bestaat uit vier thematisch opgebouwde hoofdstukken. In hoofdstuk

2 staat de Wet- en regelgeving aangaande de wachtlijst centraal. Het hoofdstuk

behandelt alle voor het beheer van de wachtlijst relevante artikelen. Wat staat er in

de Wet en welke regels vinden we in het Besluit en de Regeling uitvoering sociale

werkvoorziening en begeleid werken voor het beheer van de wachtlijst?

Hoofdstuk 3 gaat in op de beleidsmatige keuzes die gemeenten kunnen maken ten

aanzien van het beheer van de wachtlijst. Wie is verantwoordelijk voor het beheer

van de wachtlijst? Welke keuzemogelijkheden zijn er ten aanzien van de uitvoering?

Op welke manier kan het plaatsingsbeleid vorm worden gegeven? Welke mogelijk-

heden hebben gemeenten de indicatie in te trekken?

Hoofdstuk 4 behandelt de beheers- en uitvoeringsaspecten van het wachtlijstbeheer.

Op welke manier kan de beheerder van de wachtlijst efficiënt de beschikbaarheid

van de geïndiceerden uitvragen? Hoe kan de wachtlijstbeheerder actief en periodiek

1 Inleiding

6

informatie verstrekken aan geïndiceerden op de wachtlijst?

De handreiking wordt ten slotte in hoofdstuk 5 afgesloten met een korte samen-

vatting. Deze samenvatting geeft in tien stappen kort en bondig de acties weer

nodig voor adequaat wachtlijstbeleid en -beheer, waarbij wordt verwezen naar de

relevante paragrafen in deze handreiking.

Alle relevante artikelen uit de wet- en regelgeving zijn overzichtelijk bijeengebracht

in bijlage 1.

7

Het wettelijk kader voor het beheer van de wachtlijst wordt gevormd door de be-

treffende artikelen in de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), het Besluit uitvoering

sociale werkvoorziening en begeleid werken (Buswbw) en de Regeling uitvoering

sociale werkvoorziening en begeleid werken (Ruswbw). De relevante artikelen uit de

genoemde wet- en regelgeving zijn opgenomen in bijlage 1. Daarnaast zijn de arti-

kelen ten aanzien van het financieel verdeelmodel van belang voor de beslissingen

ten aanzien van wachtlijstbeheer.

2.1 Wet sociale werkvoorzieningDe wetgever onderstreept het belang van het wachtlijstbeheer door het onderwerp

van het uitvoeringsbesluit over te hevelen naar de wetstekst. Rode draad in artikel

12 is dat, zoals de memorie van toelichting het weergeeft, gemeenten meer mo-

gelijkheden krijgen de wachtlijst te gaan beheren. De wet wijst het beheer van de

wachtlijst expliciet toe aan het college. Dit betekent overigens niet dat de gemeente

dat zelf moet uitvoeren. Zij kan deze taak mandateren aan derde partijen zoals de

uitvoeringsorganisatie.

De wet omschrijft de wachtlijst als een overzicht van ingezetenen die geïndiceerd

zijn, geen Wsw-dienstbetrekking hebben en beschikbaar zijn een dergelijke dienst-

betrekking te aanvaarden. De volgorde waarin Wsw-dienstverbanden worden

aangeboden wordt bepaald door de volgorde van plaatsing op de wachtlijst. Ge-

meenten hebben echter de mogelijkheid uitzonderingen te maken op de algemene

2 Wettelijk kader

8

regel, mits zij deze vastleggen in een verordening. Dit geeft gemeenten de mogelijk-

heid een doelgroepenbeleid te voeren. Het vaststellen van deze verordening is een

bevoegdheid van de gemeenteraad.

De wet stelt het CWI verantwoordelijk voor (her)indicatie van ingezetenen van de

gemeente. Het college heeft echter in bepaalde gevallen de bevoegdheid deze (her)

indicatiebeschikking in te trekken. Zij kan dit doen indien de geïndiceerde pas-

sende arbeid weigert, niet meewerkt aan behoud van arbeidsbekwaamheid, niet

meewerkt aan herindicatie, door verwijtbaar handelen ontslagen wordt, de dienst-

betrekking opzegt of niet beschikbaar is. De (her)indicatiebeschikking vervalt van

rechtswege indien de geïndiceerde 65 wordt, overlijdt of een reguliere baan buiten

de sociale werkvoorziening aanvaardt.

De wet maakt ten slotte mogelijk dat geïndiceerden, vooruitlopend op plaatsing in

de Wsw zonder consequenties voor de indicatie een dienstverband kunnen aanvaar-

den dat erop is gericht de arbeidsbekwaamheid op peil te houden. Dat betekent

dat gemeenten geïndiceerden op de wachtlijst bijvoorbeeld met gebruikmaking van

reïntegratiemiddelen een traject of dienstverband ter activering kunnen aanbieden

zonder dat dat gevolgen heeft voor de indicatie.

2.2 Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken Het uitvoeringsbesluit is het kader voor het praktisch beheer van de wachtlijst. Het

nieuwe uitvoeringsbesluit ademt de sfeer van deregulering en vereenvoudiging. Dat

blijkt met name uit dat wat er niet in is opgenomen. De Rijksoverheid probeert de

administratieve lastendruk zoveel mogelijk te verlagen. Niet langer wordt vastge-

legd wat gemeenten van geïndiceerden op de wachtlijst moeten administreren.

Gemeenten blijven overigens wel gebonden aan de administratieve eisen van de

Wsw-statistiek. Deze zijn opgenomen in bijlage 2.

Het uitvoeringsbesluit gaat uitvoerig in op de criteria voor plaatsing op de wacht-

lijst. Uniforme regels hieromtrent zijn belangrijk, omdat de lengte van de wachtlijst

invloed heeft op de budgettering. Het besluit regelt dat de volgorde van plaatsing

op de wachtlijst met ingang van 2008 plaatsvindt op de datum van de indicatiebe-

schikking. Voor personen die op 31 december 2007 op de wachtlijst stonden is de

datum van de indicatieaanvraag leidend. Het besluit geeft daarnaast criteria voor

beëindiging van plaatsing op de wachtlijst. Plaatsing op de wachtlijst wordt beëin-

digd als de geïndiceerde instroomt in de Wsw, regulier gaat werken buiten de soci-

ale werkvoorziening, niet beschikbaar is voor werk of wanneer de indicatie vervalt.

9

Het uitvoeringsbesluit legt bovendien de gemeente de verplichting op de geïndi-

ceerde burger informatie te verstrekken aan de hand waarvan hij kan controleren

of de gemeente hem op de juiste wijze op de wachtlijst heeft geplaatst en hem op

het juiste moment een Wsw-dienstbetrekking aanbiedt. De Staatssecretaris heeft de

Tweede Kamer bij behandeling van de wet daarnaast toegezegd dat burgers actief

en periodiek worden geïnformeerd over beide zaken. Hoofdstuk 4 geeft tips en

voorbeelden hoe gemeenten en uitvoeringsorganisaties deze informatievoorziening

vorm kunnen geven.

Het uitvoeringsbesluit geeft ten slotte regels voor mobiliteit van geïndiceerden op

de wachtlijst. Geïndiceerden die verhuizen naar een andere gemeente worden in

hun nieuwe woonplaats op datum indicatiebeschikking opgenomen op de wacht-

lijst. Geïndiceerden die een reguliere baan buiten de sociale werkvoorziening aan-

vaarden en binnen drie jaar onvrijwillig werkloos worden, hebben het recht terug

te keren op de wachtlijst op datum van de originele indicatiebeschikking. Daarvoor

dienen zij uiteraard wel opnieuw door het CWI te worden geïndiceerd.

2.3 Regeling uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werkenVolgens de wet bestaat de wachtlijst uit geïndiceerden die beschikbaar zijn voor het

aanvaarden van een Wsw-dienstbetrekking. De uitvoeringsregeling geeft nadere

invulling aan het begrip beschikbaarheid. De regeling stelt dat een geïndiceerde niet

beschikbaar is indien hij langer dan 13 weken wegens ziekte of gebrek niet in staat

is tot het verrichten van arbeid, een vrijheidstraf uitzit, niet in Nederland woont, een

voltijdsscholing of opleiding volgt (tenzij gericht op het aanvaarden van een Wsw-

dienstbetrekking) of uit zijn houding ondubbelzinnig blijkt dat hij niet bereid is een

Wsw-dienstbetrekking te aanvaarden.

De uitvoeringsregeling is tevens de wettelijke basis voor de verstrekking van de

statistische gegevens. De regeling draagt het college op halfjaarlijks gegevens te

registreren van zowel geïndiceerden op de wachtlijst en geïndiceerden met een

Wsw-dienstbetrekking. Deze gegevens dienen binnen zes weken na afloop van de

halfjaarlijkse periode te worden verstrekt aan de bewerker van de Wsw-statistiek

(Research voor Beleid). In bijlage 2 is een schematisch overzicht opgenomen van de

gegevens die aan deze instelling dienen te worden verstrekt.

Voor het aanleveren van de beleidsinformatie geldt 2008 als overgangsjaar. De

beleidsinformatie die over 2008 aangeleverd moet worden is gelijk aan de aange-

leverde informatie over 2007. De informatie die met ingang van 2009 moet worden

aangeleverd, zal opnieuw worden vastgesteld.

10

2.4 Relatie wachtlijstbeheer en financieel verdeelmodelTot het kader voor het wachtlijstbeheer behoort ook de financiële verdeelsyste-

matiek. Met ingang van 2008 vindt toekenning van de rijksbijdrage plaats aan de

individuele gemeenten. Gemeenten kunnen ontvangst van en verantwoording over

de rijksbijdrage niet langer overdragen aan de gemeenschappelijke regeling. De

vaststelling van het aandeel dat iedere gemeente heeft in het landelijk macrobudget

is bovendien ingrijpend veranderd. De omvang van de wachtlijst speelt daarbij een

rol.

Het budget voor het uitvoeringsjaar wordt toegekend in oktober van het jaar daar-

aan voorafgaand. De basis voor de budgettering wordt gevormd door het in een

bijlage van de gemeentelijke jaarrekening te verantwoorden totaal aantal geïndi-

ceerde inwoners op de wachtlijst en met een dienstverband op 31 december van het

jaar daaraan voorafgaand. Ernstig gehandicapten tellen daarbij mee voor 125%.

Hierbij moet rekening worden gehouden met het landelijk vast te stellen garan-

tiepercentage. Deze is voor 2008 vastgesteld op 97,5% van het op 30 juni 2007

gerealiseerde aantal dienstbetrekkingen, en is voor 2009 nog niet bekend. Gemeen-

ten hebben in enig jaar minimaal recht op het voor dat jaar vastgestelde percentage

van het aantal te realiseren arbeidsjaren en het daaraan gekoppelde budget van het

voorafgaand jaar.

Het begrip arbeidsjaar, dat het eerder gehanteerde begrip ‘standaardeenheid’ heeft

vervangen, is het equivalent van een voltijds dienstverband van een geïndiceerde in

de arbeidshandicapcategorie “matig”.

De lengte van de wachtlijst is een belangrijke factor bij het bepalen van het budget.

Het Rijk kiest voor verdeling van de beschikbare middelen op basis van behoefte.

Voordeel van deze systematiek is dat gemeenten met de grootste behoefte ook de

grootste taakstelling krijgen. Nadeel is echter dat de gekozen systematiek een kunst-

matig lang gehouden wachtlijst beloont met een hoger budget. Geïndiceerden die

niet beschikbaar zijn voor een Wsw-dienstverband dienen daarom voor de periode

waarin dit het geval is te worden verwijderd van de wachtlijst.

Tot slot is het advies de verantwoordingsinformatie over onder meer het totaal

aantal geïndiceerden serieus te nemen. In het uitvoeringsbesluit is opgenomen dat

indien er geen opgave wordt ontvangen voor 1 september van enig jaar, het totaal

aantal geïndiceerden op nihil zal worden vastgesteld. Dat betekent vervolgens dat

de taakstelling voor dat jaar eveneens nihil zal zijn. Het Ministerie stelt het budget

vervolgens vast op basis van het voor dat jaar geldende garantiepercentage.

11

3 Beleid

De gemeenten krijgen in de nieuwe Wsw de verantwoordelijkheid ten aanzien van

wachtlijstbeheer. De wet geeft hiervoor slechts een beperkt wettelijk kader. Dit

hoofdstuk van de handreiking gaat in op de beleidsmatige aspecten. Hoe kan een

gemeente deze verantwoordelijkheid praktisch invullen? Welke beleidsmatige keu-

zes kan een gemeente maken?

3.1 Wachtlijstbeheer en de gemeenschappelijke regeling De Wsw stelt het helder en duidelijk: het college beheert een wachtlijst. De wet-

gever legt de verantwoordelijkheid voor het wachtlijstbeheer bij de gemeente. De

meeste gemeenten in Nederland hebben de uitvoering van de Wsw echter overge-

dragen aan een gemeenschappelijke regeling. De tekst van al deze regelingen is

uiteraard verschillend, maar het merendeel bevat een passage waarin de deelne-

mende gemeenten alle in de wet aan hen toekomende bevoegdheden overdragen

aan de gemeenschappelijke regeling. Ongewijzigde voortzetting van de regeling

betekent dat ook de bevoegdheid tot het beheren van de wachtlijst en het vaststel-

len van een doelgroepenprioritering zijn overgedragen.

Indien gemeenten ten aanzien van wachtlijstbeheer invulling wensen te geven aan

hun verantwoordelijkheid kan het dan ook nodig zijn de gemeenschappelijke rege-

ling te herzien. Herziening van de regeling betekent dat een meerderheid of, afhan-

kelijk van de regeling, zelfs een gekwalificeerde meerderheid van de gemeenten

de wens tot wijziging moet steunen. Het betekent derhalve dat de gemeenten met

12

elkaar in overleg moeten gaan over herziening. Tot de meerderheid van de gemeen-

ten het eens is over die verandering is er in formele zin geen mogelijkheid individu-

eel regie te voeren op de wachtlijst of een doelgroepenprioritering vast te stellen.

Veel gemeenten hebben het beheer van de wachtlijst overgeheveld naar de ge-

meenschappelijke regeling. Aanpassing van de regeling kan nodig zijn om vanuit

de individuele gemeente regie te kunnen voeren.

Wijziging van de gemeenschappelijke regeling

Er is een aantal mogelijkheden om een nieuwe gemeenschappelijke regeling op dit

punt vorm te geven. De eerste is een einde te maken aan de overdracht van alle

bevoegdheden. In de nieuwe regeling kan een passage worden opgenomen over de

overdracht van een aantal specifieke bevoegdheden. Hiervan kunnen elementen,

zoals het wachtlijstbeheer, worden uitgezonderd. Met het aannemen van een der-

gelijke regeling krijgen alle deelnemende gemeenten de bevoegdheid de wachtlijst

zelf te beheren.

Gemeenten kunnen er vanuit de relatieve onbekendheid met de materie moeite

mee hebben zich nu reeds voor langere termijn vast te leggen op een oplossing. In

dit opzicht kan het uitkomst bieden om het wachtlijstbeheer niet langer over te dra-

gen zoals hiervoor gesuggereerd, maar de uitvoering ervan wel te mandateren aan

het schap. Dit hoeft niet expliciet in de regeling te worden opgenomen. Het staat

de individuele gemeente binnen de gemeenschappelijke regeling wettelijk vrij dit te

doen of te laten.

Aan een gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten delen niet al-

tijd dezelfde visie ten aanzien van onderwerpen als wachtlijstbeheer. Het is dan

vaak moeilijk overeenstemming te bereiken over wijziging van de regeling. In een

dergelijk geval bestaat de mogelijkheid om de regeling “asymmetrisch” te maken.

Het staat de deelnemende gemeenten vrij om verschillende bevoegdheden over te

dragen aan de regeling. Wel dienen hierbij natuurlijk afspraken te worden gemaakt

over de kostenverdeling in de regeling.

Gemeenten kunnen in overleg besluiten het beheer van de wachtlijst uit te zon-

deren van de aan hun gemeenschappelijke regeling overgehevelde taken.

13

Rol van college en raad

De Wet op de gemeenschappelijke regelingen (Wgr) stelt dat regelingen kun-

nen worden aangegaan door burgemeesters, colleges, en gemeenteraden. Indien

burgemeesters een gemeenschappelijke regeling aangaan spreken we van een

burgemeestersregeling, indien colleges hun bevoegdheden overhevelen van een col-

legeregeling, en indien de raad haar bevoegdheden overhevelt van een regeling die

(mede) namens de raad is aangegaan.

De Wsw kent rondom de wachtlijst bevoegdheden toe aan zowel colleges (beheer)

als raden (verordeningen). Beide kunnen worden overgeheveld aan de gemeen-

schappelijke regeling. Indien ook de raadsbevoegdheden worden overgeheveld ligt

het voor de hand dat raadsleden zitting hebben in het algemeen bestuur van de

regeling. Indien slechts collegebevoegdheden worden overgeheveld zouden raads-

leden volgens de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden juist

geen zitting (meer) moeten hebben in het algemeen bestuur.

Advies aan gemeenten is een keuze te maken de verantwoordelijkheid voor het

wachtlijstbeheer zelf op zich te nemen dan wel deze over te dragen aan de gemeen-

schappelijke regeling. De gemeenten zouden het algemeen bestuur van de regeling

vervolgens overeenkomstig deze keuze in moeten richten.

Voor meer informatie verwijzen wij naar de bijdrage van Berenschot aan de regio-

nale VNG-bijeenkomsten van het najaar van 2007. Deze is te vinden op de website

www.aanhetwerkmetdewsw.nl in de sectie publicaties, onderdeel Wsw-bijeenkom-

sten, onder de titel “bestuurlijke en regieaspecten van de Wsw”.

Gemeenten kunnen zowel college- als raadsbevoegdheden overhevelen naar de

gemeenschappelijke regeling. Ze dienen het algemeen bestuur overeenkomstig

deze keuze in te richten.

3.2 Regie op de wachtlijstGemeenten kunnen vervolgens de beleidskeuze maken hoe zij het wachtlijstbeheer

willen inrichten. Feitelijk zijn alle verdelingen van bevoegdheden en/of werkzaam-

heden mogelijk. Een variabele is de mate, waarin de gemeente, in samenwerking

met de omliggende gemeenten, belang hecht aan een gemeenschappelijk beleids-

kader. Een andere variabele betreft de keuze van de gemeente om uitvoeringstaken

dichtbij of op afstand te beleggen. Wanneer deze variabelen gecombineerd worden,

leidt dit tot de vier navolgende varianten.

14

Regie op beleidsniveau

Het eerste model is dat van regievoering op beleidsniveau. De gemeente heeft zelf

de bevoegdheid en verantwoordelijkheid voor het beheer van de wachtlijst, maar

maakt afspraken met de uitvoeringsorganisatie over de uitvoerende werkzaamhe-

den. Indien de gemeente een verordening aanneemt ten aanzien van doelgroepen-

beleid op de wachtlijst, dient deze als kader voor het beheer van de wachtlijst door

de uitvoeringsorganisatie. De gemeente spreekt met de uitvoeringsorganisatie af

dat zij telkens de bijgewerkte wachtlijst ter beschikking heeft en dat zij periodiek

wordt geïnformeerd over het aantal gerealiseerde plaatsingen.

Dit model heeft een aantal voordelen. Het biedt de gemeente de ruimte haar

beleidsmatige verantwoordelijkheid te nemen zonder uitvoerende werkzaamheden

naar zich toe te trekken. De gemeente hoeft geen capaciteit vrij te maken voor het

daadwerkelijke beheer van de wachtlijst, maar behoudt de mogelijkheid de kaders

aan te geven, het beheer te controleren en te volgen. De gemeente maakt maximaal

gebruik van de door het uitvoeringsbedrijf opgebouwde kennis en ervaring.

Nadeel van de regie op beleidsniveau is dat het beleid enerzijds en beheer ander-

zijds van de wachtlijst niet langer in een hand is vormgegeven. Dit betekent een

toenemende behoefte aan communicatie over de kaders van het wachtlijstbeheer en

de realisatie van plaatsingen. De toenemende informatiebehoefte bij beide partijen

houdt een risico op fouten in. Eventuele fouten kunnen leiden tot onder- of over-

realisatie met alle gevolgen van dien.

Gemeenten die ervoor kiezen zoveel mogelijk taken te blijven beleggen bij de ge-

meenschappelijke regeling kunnen met dit model goed uit de voeten. Deze gemeen-

ten hebben behoefte aan sturing op financiën en instroom. Het beleidsmodel biedt

voldoende sturingsmogelijkheden voor gemeenten die zelf geen capaciteit kunnen

of willen vrijmaken voor de uitvoering van de taken van het wachtlijstbeheer.

Regie op uitvoeringsniveau

Het tweede model is dat van regie op uitvoeringsniveau. Bij dit model nemen ge-

meenten niet alleen de beleidsverantwoordelijkheid voor maar tevens de uitvoering

van het wachtlijstbeheer op zich.

Voordeel van de keuze van regie op uitvoeringsniveau is dat gemeenten een meer

directe greep krijgen op de uitvoering en er kortere lijnen naar de klantregie

ontstaan, tenminste voor dat deel van de geïndiceerden dat tot de gemeentelijke

doelgroep behoort (onder wie WWB’ers en Nuggers). Gemeenten die zelf de uit-

voering naar zich toetrekken zijn niet afhankelijk van derden voor het aanleveren

van informatie. Ze hebben direct controle over de vervolgacties. Gemeenten kunnen

15

gesprekken voeren met geïndiceerden – al dan niet werkzaam in Wsw-verband – en

hebben als gevolg daarvan inzicht in capaciteiten en motivatie van geïndiceerden

voor begeleid werken.

Aandachtspunt bij deze keuze is de loskoppeling van het wachtlijstbeheer en het

plaatsingsproces. Dit biedt het uitvoeringsbedrijf minder mogelijkheden om in haar

plaatsingsbeleid te anticiperen op kwaliteit en kwantiteit van de instroom. Boven-

dien wordt de communicatie tussen gemeente en de uitvoeringsorganisatie over de

ontwikkel- en plaatsingsmogelijkheden complexer.

Gemeenten die belang hechten aan maximale controle op de wachtlijst en kandida-

ten voor begeleid werken zelf rechtstreeks door willen geleiden naar begeleidings-

organisaties zullen eerder kiezen voor regie op uitvoeringsniveau.

Intergemeentelijke regie op beleidsniveau

Gemeenten kunnen naar analogie van individuele regie op beleidsniveau ook kiezen

voor intergemeentelijke regie op beleidsniveau. In dit model delegeren gemeenten

de verantwoordelijkheid en de bevoegdheid voor het beheer van de wachtlijst aan

de gemeenschappelijke regeling. Bij een dergelijke keuze ligt het in de rede ook

de bevoegdheid tot het vaststellen van verordeningen te delegeren aan de ge-

meenschappelijke regeling. De gemeenschappelijke regeling maakt op haar beurt

afspraken met de (publieke) uitvoeringsorganisatie over de uitvoering van het

wachtlijstbeheer.

Intergemeentelijke regie op beleidsniveau ligt het dichtst bij de situatie die in de

meeste regio’s aan de orde was vlak voorafgaand aan de wetswijziging. Voordeel

van dit model is efficiency. Zowel beleid als verordeningen zijn voor de gehele regio

identiek, en hoeven dus maar een keer te worden opgesteld. Gemeenten hebben

in dit model tevens de mogelijkheid tot maximale benutting van de bestaande ex-

pertise van de uitvoeringsorganisatie. Hierbij moet wel worden aangetekend dat de

gemeenschappelijke regeling in afwijking van de situatie van voor 2008 de wachtlijst

voor iedere gemeente apart zal moeten beheren.

Het nadeel van een dergelijk model is dat de gemeenten hun beleidsvrijheid bij het

vaststellen van het doelgroepenbeleid en het beheren van de wachtlijst opgeven.

Bovendien dient rekening te worden gehouden met het feit dat de gemeenten de

verantwoordelijkheid voor het beheer van de wachtlijst niet volledig kunnen over-

dragen aan de gemeenschappelijke regeling. De wet staat delegatie van de verant-

woordelijkheid aan de gemeenschappelijke regeling weliswaar toe, maar gemeen-

ten blijven zelf ten allen tijde verantwoordelijk voor de verantwoording.

16

Gemeenten die kiezen voor regionale samenwerking in een gemeenschappelijke

regeling met een publieke uitvoeringsorganisatie zullen eerder kiezen voor interge-

meentelijke regie op beleidsniveau.

Intergemeentelijke regie op uitvoeringsniveau

Gemeenten kunnen naar analogie van individuele regie op uitvoeringsniveau ook

kiezen voor intergemeentelijke regie op uitvoeringsniveau. Bij deze variant kie-

zen samenwerkende gemeenten ervoor om op het niveau van de gemeenschap-

pelijke regeling beleid in te richten rond de wachtlijst en op dat niveau eveneens

het wachtlijstbeheer te beleggen. De gemeenschappelijke regeling voert deze taak

namens de aangesloten gemeenten zelfstandig uit, los van de uitvoeringsorganisa-

tie. Een dergelijke keuze veronderstelt dat de gemeenschappelijke regeling beschikt

over eigen personele capaciteit. Ook bij een dergelijke keuze ligt het in de rede de

bevoegdheid tot het nemen van verordeningen te delegeren aan de gemeenschap-

pelijke regeling.

Regie op intergemeentelijk uitvoeringsniveau heeft, net als intergemeentelijke regie

op beleidsniveau een efficiëntievoordeel. De expertise ten aanzien van de uitvoering

wordt gebundeld, en de kosten van beleid en/of beheer van de wachtlijst worden

gedeeld. Het intergemeentelijk regiebureau is niet afhankelijk van derden voor het

aanleveren van informatie. Ze heeft direct controle over de vervolgacties. Gemeen-

ten kunnen gesprekken voeren met geïndiceerden en hebben als gevolg daarvan

inzicht in capaciteiten en motivatie van geïndiceerden voor begeleid werken.

Regie op intergemeentelijk uitvoeringsniveau heeft als nadeel dat de aangesloten

gemeenten hun beleidsvrijheid ten aanzien van beleid en beheer van de wachtlijst

opgeven. Ondanks de gezamenlijke uitvoering blijven gemeenten ook in dit model

ten allen tijde zelf verantwoordelijk voor de verantwoording aan het rijk. Tenslotte

is ook in dit model de loskoppeling van het wachtlijstbeheer en het plaatsingsproces

een aandachtspunt. Dit heeft de reeds genoemde nadelen als de complexere com-

municatie met en verminderde mogelijkheden tot anticiperen van de uitvoeringsor-

ganisatie tot gevolg.

Gemeenten in een gemeenschappelijke regeling die de gedeelde visie hebben om

begeleid werken zelf te gaan uitvoeren of aan te besteden, zullen eerder kiezen

voor intergemeentelijke regie op uitvoeringsniveau. Naarmate de visies op het

wachtlijstbeheer verder uiteenlopen worden de voordelen van gezamenlijke uitvoe-

ring kleiner.

17

3.3 PlaatsingsbeleidGemeenten zijn verantwoordelijk voor de plaatsing vanaf de wachtlijst. De wet

geeft aan dat de volgorde van plaatsing vanaf de wachtlijst in principe wordt be-

paald door het zogenoemde fifo-systeem. Dit komt er simpelweg op neer dat het

aanbieden van dienstbetrekkingen plaatsvindt op volgorde van de datum van de

indicatiebeschikking. De wet geeft gemeenten echter de mogelijkheid om beleid te

voeren ten aanzien van de plaatsingsvolgorde, mits ze dit vastleggen in een verorde-

ning.

3.3.1 Doelgroepenprioritering

Gemeenten kunnen er met ingang van 2008 voor kiezen bepaalde doelgroepen

voorrang te verlenen bij instroom in de Wsw. De keuze voor een doelgroepenpri-

oritering maakt het gemeenten mogelijk de Wsw te laten aansluiten bij het lokale

beleid ten aanzien van sociale zaken, werkgelegenheid en welzijn. Tot en met

2007 konden gemeenten binnen de fifo-voorschriften zelf in beperkte mate ruimte

zoeken voor een vorm van doelgroepenprioritering. Op veel plaatsen in het land

zijn dan ook afspraken gemaakt tussen gemeenten en het uitvoeringsbedrijf over de

volgorde van instroom.

Gemeenten dienen zich te realiseren dat de voortzetting van de huidige afspra-

ken actie vereist. De huidige afspraken moeten formeel worden gemaakt in een

gemeentelijke verordening wachtlijstbeheer. Tot het moment dat de verordening

van kracht is, kan slechts worden gewerkt volgens de formule “first in first out”. De

geïndiceerden stromen in op volgorde van de datum van de indicatiebeschikking.

Gemeenten die de lopende afspraken met betrekking tot de volgorde van de

instroom willen voortzetten dienen snel na het van kracht worden van de wetswijzi-

ging een verordening met die strekking aan te nemen. Gezien de korte implemen-

tatietijd kunnen gemeenten ervoor kiezen het beleid met ingang van januari 2008

voort te zetten en de verordening met terugwerkende kracht te laten ingaan.

Er is sprake van een duidelijk verschil tussen grotere en kleinere gemeenten ten aan-

zien van doelgroepenprioritering. Kleinere gemeenten hebben weliswaar percentu-

eel een vergelijkbaar aantal geïndiceerden op de wachtlijst, maar de mogelijkheden

tot plaatsing zijn veelal beperkt. Gemeenten die jaarlijks een of enkele personen

plaatsen moeten zichzelf de vraag stellen of een doelgroepenprioritering zinvol is.

Gemeenten dienen geïndiceerden in staat te stellen om de juiste plaatsingsvolgorde

te kunnen beoordelen. Geïndiceerden op de wachtlijst die zich benadeeld voelen

kunnen in voorkomende gevallen bij de civiele rechter een vordering instellen tegen

18

de gemeente wegens een onrechtmatige daad. Overigens zal ook het IWI de ko-

mende jaren toezien op de wijze waarop gemeenten omgaan met de mogelijkheid

zelf plaatsingsbeleid te formuleren.

Gemeenten kunnen een prioritering aanbrengen bij plaatsing van geïndiceerden

in een Wsw-dienstverband, mits ze deze doelgroepenprioritering vastleggen in

een verordening.

Keuzemogelijkheden

Het aantal keuzemogelijkheden ten aanzien van doelgroepenprioritering is the-

oretisch zeer groot. Hieronder volgt een niet-limitatieve opsomming van de in de

praktijk te onderscheiden doelgroepen.

• GeïndiceerdenmeteenWajonguitkering

Gemeenten kiezen er, ondanks het feit dat het UWV voor deze cliënten reïnte-

gratieverantwoordelijk is, in de huidige situatie vaak voor geïndiceerden met

een Wajong-uitkering voorrang te geven bij instroom in de Wsw. Een groeiende

groep “Wajongeren” valt tussen wal en schip na afronding van hun opleiding.

• Geïndiceerdejongeren

Veel gemeenten hanteren een sluitende aanpak tot een bepaalde leeftijdsgrens.

Instroom in de Wsw kan onderdeel zijn van een dergelijke sluitende aanpak. De

gemeente kan in een verordening vastleggen dat bijvoorbeeld jongeren tot en

met 27 jaar voorrang krijgen bij instroom in de Wsw. Op deze manier kunnen

gemeenten aansluiten bij de in te voeren leerwerkplicht voor jongeren tot die

leeftijd.

• GeïndiceerdenmeteenBW-indicatie

Gemeenten kunnen in hun streefdoelen ten aanzien van de Wsw nadruk leggen

op “de beweging van binnen naar buiten”. In dat verband kan de gemeente

besluiten zoveel mogelijk voorrang te verlenen aan geïndiceerden met een BW-

indicatie.

Gemeenten kunnen een doelgroepenprioritering overwegen voor bijvoorbeeld

WAJONG-gerechtigden, geïndiceerde jongeren, en geïndiceerden met een indi-

catie voor begeleid werken.

19

Voor- en nadelen

Een prioritering op basis van doelgroep heeft een aantal voordelen. Gemeenten

kunnen beleidsmatige keuzes maken die aansluiten bij het bestaande gemeentelijk

beleid met betrekking tot sociale zaken en welzijn. Deze keuzes zijn uit de aard van

de zaak per gemeente verschillend. Zo kunnen gemeenten waar een hoge jeugd-

werkloosheid heerst bijvoorbeeld voorrang verlenen aan jongeren. Gemeenten waar

de werkloosheid vooral oudere werknemers treft kunnen juist de keuze maken om

ouderen eerder te plaatsen in een Wsw-dienstbetrekking.

De beslissing voorrang te geven aan geïndiceerden met de indicatie begeleid wer-

ken kan de gemeenten tevens een hogere rijksbijdrage opleveren. Per gerealiseerde

voltijds begeleid werkenplaats is hiervoor vanaf 2008 een bonus van maximaal 3000

euro op jaarbasis beschikbaar. Gemeenten kunnen voorts overwegen om bepaalde

prioritaire groepen aan te wijzen door bijvoorbeeld voorrang te verlenen aan plaat-

sing van WWB-gerechtigden. Daarbij moet wel bedacht worden dat de Wsw een

voorziening is voor alle geïndiceerden en de gemeente als uitvoerder van de Wsw

voor hen een zorgplicht heeft. De vraag is dan ook hoe een dergelijke prioritering

zich met deze zorgplicht verhoudt.

Er is namelijk ook een duidelijk nadeel verbonden aan doelgroepenprioritering. Het

voorrang geven van bepaalde doelgroepen betekent eveneens dat anderen langer

moeten wachten. Een scherp geformuleerde doelgroepenprioritering kan, gegeven

de dynamiek van de wachtlijst, zelfs betekenen dat bepaalde geïndiceerden geheel

niet meer geplaatst kunnen worden! Hoewel er geen nadere regels zijn opgenomen

in de wet druist een dergelijke, overigens door de gemeenteraad democratisch gele-

gitimeerde, uitsluiting in tegen een evenwichtig beleid.

Hierbij komt dat de cliëntenparticipatie, die in de tweede helft van 2008 met haar

werkzaamheden zou moeten starten, het doelgroepenbeleid in de Wsw naar

verwachting kritisch zal volgen. Naar verwachting zal de cliëntenparticipatie de

gemeente in de praktijk adviseren grenzen te stellen aan de wettelijke mogelijkhe-

den om bepaalde doelgroepen voorrang te verlenen. Het is dan ook zowel juridisch

als beleidsmatig verstandig om bij het formuleren van het doelgroepenbeleid te

voorkomen dat bepaalde groepen geïndiceerden structureel worden uitgesloten van

instroom.

Doelgroepenprioritering kan beleidsmatig en/of financieel voordelen hebben,

mits uitsluiting van doelgroepen wordt voorkomen.

20

Voorkomen van uitsluiting

Het beste instrument om uitsluiting te voorkomen is de doelgroepenprioritering

te binden aan een tijdslimiet. Zo kan een gemeente in de verordening opnemen

dat geïndiceerden niet langer dan één dan wel twee jaar op de wachtlijst mogen

staan. Deze bepaling maakt dat na het verstrijken van de gestelde termijn de eerder

“achtergestelde” geïndiceerden op basis van de datum van de indicatiebeschikking

alsnog een plaats hoog op de wachtlijst krijgen.

Gemeenten kunnen een maximale wachttijd zoals bedoeld in de voorgaande alinea

opnemen in de verordening wachtlijstbeheer. Dit kan door de geïndiceerden met

een wachttijd langer dan één of twee jaar te benoemen als de doelgroep die bij

plaatsing in een Wsw-dienstverband de hoogste prioriteit heeft. De andere door de

gemeente te benoemen doelgroepen volgen in volgorde van belangrijkheid.

Of de hier behandelde wijze van handelen ook daadwerkelijk het gewenste resul-

taat heeft is sterk afhankelijk van de doorstroom op de wachtlijst. Bij gemeenten

met een relatief lage doorstroomsnelheid zal het stellen van een maximale termijn

de ruimte voor het voeren van een doelgroepenbeleid minimaliseren. Hier zullen

nogal wat geïndiceerden reeds langere tijd wachten op plaatsing in een dienstbe-

trekking.

De beste methode om dit probleem structureel op te lossen is het verdelen van de

beschikbare plaatsen tussen geïndiceerden die reeds langer op de wachtlijst staan

en de prioritaire doelgroepen. Dit kan bijvoorbeeld worden bewerkstelligd door

de vrijvallende formatie om en om in te vullen met een plaatsing uit een van beide

doelgroepen. Op deze manier kan een beperkte doelgroepenprioritering worden

doorgevoerd zonder de overige geïndiceerden volledig uit te sluiten.

Uitsluiting van doelgroepen kan worden voorkomen door de wachttijd te binden

aan een maximumtermijn en/of lang wachtenden een aantal beschikbare plaat-

sen te garanderen.

3.3.2 Gebruik van andere financieringsbronnen

De vanuit het rijk beschikbaar gestelde financiële middelen zijn gebonden aan een

maximum. Gemeenten hebben de mogelijkheid om de financiering te vergroten

door de inzet van alternatieve bronnen naast de rijksbijdrage. Hiervoor bestaan

verschillende mogelijkheden.

21

Gemeenten mogen reeds met ingang van 2007 middelen uit het WWB-werkdeel inzet-

ten voor Wsw-geïndiceerden op de wachtlijst, die tot de gemeentelijke doelgroep

behoren (WWB, IOAW, IOAZ, ANW en niet-uitkeringsgerechtigden). Achterliggende

gedachte is dat de werknemersvaardigheden van de geïndiceerde er door langere

inactiviteit op achteruit kunnen gaan. Gemeenten kunnen derhalve met middelen uit

het werkdeel een voortraject financieren om dit te voorkomen. Hierbij is het raad-

zaam dat gemeenten anticiperen op het moment van plaatsing in een Wsw-dienstver-

band om structureel beslag op middelen uit het werkdeel te voorkomen.

Gemeenten zijn als gevolg van de motie Spies tijdens de behandeling van het

wetsvoorstel in de Tweede kamer verplicht de bonussen ten aanzien van begeleid

werken te gebruiken ten behoeve van de Wsw. Ze kunnen door een maximale inzet

op begeleid werken dan ook extra middelen vrijmaken voor de sociale werkvoorzie-

ning. Deze financieringsbron kan worden benut naarmate er begeleid werken-plaat-

sen zijn gerealiseerd. Vooralsnog is voor de bonusregeling begeleid werken maxi-

maal 18 miljoen euro uitgetrokken. Gemeenten kunnen dit extra budget besteden

aan bijvoorbeeld voortrajecten of extra plaatsen, maar kunnen ook overwegen de

ontvangen bonus (deels) uit te keren aan de geïndiceerde die begeleid gaat werken

of diens werkgever.

Tenslotte kan de gemeente financiën aantrekken van het UWV. Het UWV beschikt

over reïntegratiegelden die zij mogen inzetten voor Wsw-geïndiceerden op de

wachtlijst, die tot de UWV-doelgroep behoren (WW, WAZ, WAJONG, WAO, WIA).

Het is echter aan het UWV zelf of zij de reïntegratiemiddelen zo wil inzetten. Hierbij

moet worden aangetekend dat het UWV uitkering en reïntegratiemiddelen meer

dan de gemeenten ziet als twee aparte geldstromen. De regionale vertegenwoor-

digers van het UWV hebben verschillende opvattingen over dergelijke constructies.

Het kan daarom zinvol zijn hierover te overleggen met de regiovertegenwoordiging

van het UWV. De ontwikkeling van het “toonkamermodel” biedt perspectief voor

beleidsmatige samenwerking tussen gemeenten en UWV.

Gemeenten kunnen naast de rijksbijdrage alternatieve financieringsbronnen

inzetten voor instroom in de Wsw zoals middelen uit de WWB, middelen van het

UWV en bonussen voor het plaatsen van begeleid werkers.

3.3.3 Beschikbaarheid van geïndiceerden

De wet stelt dat de wachtlijst bestaat uit ingezetenen die beschikbaar zijn om een

Wsw-dienstbetrekking te aanvaarden. Hieruit volgt dat geïndiceerden die niet

22

beschikbaar zijn voor het aanvaarden van een Wsw-dienstbetrekking geen deel uit

kunnen maken van de wachtlijst. Omdat het aantal geïndiceerden op de wachtlijst

mede bepalend is voor de hoogte van het budget, zijn in de Regeling uitvoering

sociale werkvoorziening en begeleid werken (Ruswbw) nadere regels opgenomen

ten aanzien van het begrip “beschikbaarheid”.

De regeling stelt dat geïndiceerden niet beschikbaar zijn als zij langer dan 13 weken

ziek zijn, een voltijdsopleiding of -scholing volgen (tenzij gericht op het aanvaarden

van een Wsw-dienstbetrekking), niet in Nederland wonen, niet bereid zijn een Wsw-

dienstbetrekking te aanvaarden of een vrijheidsstraf uitzitten en niet op proefverlof

zijn. Geïndiceerden die zich bevinden in een van de in de regeling genoemde situa-

ties dienen voor de periode dat de situatie voortduurt van de wachtlijst te worden

verwijderd. De gemeente kan daarnaast de indicatiebeschikking van deze geïndi-

ceerden intrekken.

Gemeenten wordt geadviseerd beleidsmatig nadere regels vast te stellen dan wel

onderling af te stemmen, om te bepalen hoe bij het beheer van de wachtlijst met de

in de regeling genoemde situaties wordt omgegaan. Op deze manier ontstaat een

eenduidig kader voor de beheerder van de wachtlijst. Paragraaf 4.3. van deze hand-

reiking gaat uitgebreid in op de wijze waarop de beschikbaarheid in de praktijk kan

worden getoetst.

3.4 Intrekken van de indicatieDe wet biedt gemeenten de mogelijkheid de (her)indicatiebeschikking in te trekken.

De wetstekst laat gemeenten de vrijheid al dan niet gebruik te maken van deze be-

voegdheid. Gemeenten die alle bevoegdheden in de zin van de wet hebben overge-

heveld aan de gemeenschappelijke regeling hebben formeel ook deze bevoegdheid

aan de regeling overgedragen.

Mogelijkheden voor intrekking

Geadviseerd wordt ondubbelzinnige beleidsregels te formuleren ten aanzien van

de toepassing van deze bevoegdheid. Gemeenten kunnen ervoor kiezen dit artikel

meer of minder strikt toe te passen. Indien de gemeente van deze bevoegdheid

geen gebruik maakt, behoudt de geïndiceerde zijn rechten. Dit kan in het geval van

ontslag bijvoorbeeld betekenen dat de geïndiceerde weer bovenaan de wachtlijst

komt te staan zodat de gemeente gehouden is de geïndiceerde na korte tijd op-

nieuw een dienstbetrekking aan te bieden.

De gemeente kan de indicatie intrekken indien de geïndiceerde passende arbeid

23

onder aangepaste omstandigheden weigert, de dienstbetrekking wordt opgezegd

omdat de geïndiceerde niet meewerkt aan behoud of bevordering van de arbeidsbe-

kwaamheid dan wel het verkrijgen van arbeid onder aangepaste omstandigheden,

of als de geïndiceerde niet meewerkt aan zijn herindicatie. Dit geldt voor zowel

geïndiceerden op de wachtlijst als voor geïndiceerden met een Wsw-dienstverband.

Gemeenten kunnen de indicatie eveneens intrekken op het moment dat op verzoek

van de werknemer de dienstbetrekking wordt beëindigd of wanneer de werknemer

rechtens wordt ontslagen op basis de in het burgerlijk wetboek genoemde drin-

gende reden. Zonder al teveel in technische details te treden staat over dit laatste in

boek 7 artikel 678 van het burgerlijk wetboek opgenomen dat werknemers kunnen

worden ontslagen bij grove nalatigheid, dronkenschap, belediging van de werkge-

ver en soortgelijke vergrijpen.

Ten slotte kan de gemeente een indicatiebeslissing intrekken op het moment dat

een wachtlijstkandidaat niet beschikbaar is voor werk. De criteria voor het bepalen

van de beschikbaarheid zijn besproken in paragraaf 3.3.3.

Gemeenten hebben onder bepaalde omstandigheden het recht de indicatie van

geïndiceerden in te trekken. Geadviseerd wordt hiervoor ondubbelzinnige regels

op te stellen.

Beëindiging van rechtswege

In de wet is tevens geregeld dat de indicatie eindigt van rechtswege zodra de geïn-

diceerde de leeftijd van 65 jaar bereikt, overlijdt, of een reguliere baan buiten de

sociale werkvoorziening aanvaardt. Dit laatste impliceert immers dat iemand ook

zonder inzet van de schaarse Wsw-middelen aan de slag kan komen.

Enige uitzondering hierop vormt de situatie dat gemeenten of het Uitvoeringsin-

stituut werknemersverzekeringen met inzet van reïntegratiemiddelen een arbeids-

plaats hebben gerealiseerd voor geïndiceerden die op de wachtlijst staan in afwach-

ting van een Wsw-plaats, om zodoende te voorkomen dat de arbeidsvaardigheden

van deze mensen achteruit gaan .

Verder is van ‘aanvaarden van een gewoon dienstverband’ bovendien geen sprake

als een persoon al een regulier dienstverband heeft op het moment dat hij/zij wordt

geïndiceerd voor de Wsw. Dit dienstverband mag wel doorlopen zonder dat de

indicatie van rechtswege komt te vervallen. Dit geldt ook voor reguliere dienstver-

24

banden van personen op de Wsw-wachtlijst die al bestaan op het moment dat de

wetswijziging ingaat.

De indicatie eindigt van rechtswege op het moment dat de geïndiceerde 65

wordt, overlijdt of een baan buiten de sociale werkvoorziening aanvaardt. Dit

laatste geldt niet op het moment dat de geïndiceerde deze baan reeds had bij

indicatie of voor 1 januari 2008.

Consequenties

Het intrekken van de indicatie heeft consequenties voor de geïndiceerde. Het houdt

in dat hij niet langer behoort tot de doelgroep van de Wsw, en derhalve geen recht

heeft op alle zaken die hem rechtens de wet toekomen. Belangrijkste gevolg is dat

de betrokkene geen recht heeft op een dienstverband. Hierbij is relevant dat de

juiste volgorde wordt gehanteerd. Voor diegene die een dienstverband heeft dient

eerst het dienstverband te worden beëindigd, en vervolgens de indicatie te worden

ingetrokken.

De betrokken burger kan vervolgens na een wachttijd van 12 maanden het CWI vra-

gen opnieuw een beslissing te nemen. Hij heeft in dat verband dezelfde rechten en

plichten als iedere andere burger. Indien het CWI besluit dat opnieuw een indicatie

wordt afgegeven, komt de geïndiceerde op datum van dit nieuwe indicatiebesluit

op de wachtlijst. Dit betekent dat hij een aanzienlijk langere wachttijd heeft voordat

hem opnieuw een dienstbetrekking wordt aangeboden.

Het intrekken van de indicatie heeft geen permanente uitsluiting van de burger tot

gevolg. Wel leidt het tot verlies van alle in de Wsw genoemde rechten. Daarnaast

bestaat de kans dat het CWI van oordeel is dat degene niet langer behoort tot de

populatie van de Wsw.

Het intrekken van de indicatie heeft geen permanente uitsluiting van burgers

tot gevolg. Wel leidt intrekking tot verlies van rechten voor 12 maanden en een

lagere plaats op de wachtlijst.

Rechten van de geïndiceerde

De wet en het uitvoeringsbesluit vermelden niet specifiek de rechten van de geïn-

diceerde bij het intrekken van de indicatie. Dit betekent dat de betrokken burger

25

bezwaar kan maken tegen en eventueel beroep kan instellen naar aanleiding van

de beslissing van het college. Deze procedure volgt de lijnen van wat in hoofdstuk 6

van de algemene wet bestuursrecht is bepaald. De tekst komt erop neer dat binnen

6 weken bezwaar kan worden gemaakt tegen de beslissing, en dat binnen zes we-

ken na de uitspraak beroep kan worden ingesteld. Het bezwaar heeft geen opschor-

tende werking.

Het intrekken van de indicatie is een voor bezwaar en beroep vatbare beslissing.

Samenvatting

In de onderstaande tabel worden de verschillen tussen 2007 en 2008 nog eens in

samengevatte vorm weergegeven.

2007 2008

Gemeentelijke of gemeenschappelijke wachtlijst Gemeentelijke wachtlijst

Beheer door uitvoeringsbedrijf Beheer door gemeente of uitvoeringsbedrijf

Plaatsing inwoners willekeurige gemeente Plaatsing inwoners gemeente op taakstelling gemeente

Plaatsingsvolgorde binnen 12 maanden vrij Plaatsingsvolgorde Fifo tenzij anders aangegeven

Inzet reïntegratiemiddelen beperkt mogelijk Inzet reïntegratiemiddelen mogelijk

Tabel 1: verschillen 2007 en 2008

26

27

4 De uitvoering

4.1 De rol van het CWI bij de indicatiestelling

Indicatiestelling

De indicatiestelling voor de Wsw wordt uitgevoerd door het Centrum voor Werk

en Inkomen (CWI). Het CWI hanteert hiervoor de in het uitvoeringsbesluit vastge-

legde regels. Elke inwoner van een gemeente die vanwege een arbeidshandicap

problemen ondervindt bij het verkrijgen van (regulier) werk kan via het CWI een

aanvraag (laten) doen voor indicatiestelling Wsw. De aanvraag tot indicatiestelling is

vrijwillig. Bij een positief indicatiebesluit is de geïndiceerde echter verplicht mee te

werken aan (voorbereiding op) plaatsing in een Wsw-dienstverband. Wanneer een

geïndiceerde zijn medewerking weigert kan de gemeente besluiten de indicatie in

te trekken.

Het CWI legt haar bevindingen vast in een rapportage en doet daarover mededeling

aan de aanvrager. Bij een positieve indicatie wordt de gemeente c.q. het uitvoe-

ringsbedrijf (afhankelijk van de afspraken die zijn gemaakt voor de uitvoering van

wachtlijstbeheer) geïnformeerd door middel van een indicatiebeschikking. Deze

beschikking omvat informatie over de geldigheidsduur van de indicatie, de mate

van de arbeidshandicap (matig of ernstig) en indien van toepassing een advies voor

aanpassing van de werkplek en/of een advies begeleid werken. De bij de beschik-

king behorende rapportage bevat beperkte informatie over de mogelijkheden en de

beperkingen van de geïndiceerde.

28

Het besluit over de mate van de arbeidshandicap heeft gevolgen voor de hoogte van

de toekenning van de subsidie aan de gemeente. Bij het berekenen daarvan telt een

geïndiceerde in de arbeidshandicapcategorie “matig” als één standaardeenheid. Een

geïndiceerde met de arbeidshandicap “ernstig” heeft in de berekening een gewicht

van 1,25. Een relatief hoog aantal ernstig arbeidsgehandicapten resulteert derhalve

in een hogere taakstelling.

Herindicatie

Voor iedere geïndiceerde waarvoor de looptijd van de afgegeven indicatie eindigt

moet een aanvraag voor herindicatie worden gedaan. Dit kan dus ook van toepas-

sing zijn op geïndiceerden die nog op de wachtlijst staan. De looptijd staat aange-

geven in het indicatiebesluit. De gemeente of de uitvoeringsinstelling moet uiterlijk

16 weken voor het verstrijken van de geldigheid bij het CWI een aanvraag indienen

voor herindicatie. Het CWI volgt daarvoor dezelfde procedure als bij een eerste indi-

catieaanvraag. In de meeste gevallen wordt er een nieuwe indicatie afgegeven met

een nieuwe einddatum.

Er kunnen natuurlijk ook wijzigingen optreden. Het kan immers zo zijn dat een geïn-

diceerde zich in zodanig positieve zin heeft ontwikkeld dat regulier werken mogelijk

wordt en bij herindicatie de persoon niet meer tot de doelgroep wordt gerekend.

Dit wordt een bovengrensindicatie genoemd. Het omgekeerde is ook mogelijk.

Een geïndiceerde kan bijvoorbeeld door een zich progressief ontwikkelende ziekte

zoveel van zijn arbeidscapaciteit verliezen dat werken in een Wsw-dienstverband

onmogelijk wordt. Dan krijgt een Wsw geïndiceerde een zogenaamde ondergrensin-

dicatie. In beide gevallen verliest de geïndiceerde zijn plaats op de wachtlijst.

De geïndiceerde kan bezwaar maken tegen zowel de indicatie- als de herindicatie-

beschikking. Een dergelijke bezwaarprocedure dient aanhangig te worden gemaakt

bij het CWI. De procedure verloopt volgens de daartoe in de Algemene wet be-

stuursrecht aangegeven regels. In afwijking van daarvan neemt het CWI niet binnen

6, maar binnen 16 weken een inhoudelijke beslissing over het bezwaar. Bij een

afwijzing heeft de geïndiceerde het recht tegen deze beslissing in beroep te gaan bij

de rechtbank. Deze dient binnen 6 weken een definitieve uitspraak te doen.

4.2 Het administratief beheer van de wachtlijstWachtlijstbeheer binnen de kaders van wet- en regelgeving vraagt om een zorgvuldig

ingerichte administratieve organisatie, waarbinnen de beleids- en uitvoeringsafspra-

ken per gemeente goed zijn uitgelijnd en vastgelegd. Het gaat in het bijzonder om

afspraken over taakverdeling, verdeling van verantwoordelijkheden en de rapportage.

29

Indicatiestelling

Het is verstandig de routing van de indicatiestelling vast te leggen. Een dergelijk

protocol geeft helderheid over taken en termijnen. In geval van ziekte of afwezig-

heid kunnen andere functionarissen in een oogopslag zien hoe het proces verloopt.

In het protocol moet onder andere worden vastgelegd waar de indicatiebeschik-

kingen van het CWI binnenkomen. Als er een verschil is tussen de ontvanger van de

indicatiebeschikkingen en de beheerder van de wachtlijst moet worden gezorgd

voor heldere overdrachtsmomenten. Hierbij is de tijdigheid van het verzenden van

de indicaties naar de uitvoerder een belangrijk item.

De gemeente is vanaf 2008 verantwoordelijk voor de verantwoording over de uit-

voering van de Wsw naar het Rijk. Indien de gemeente kiest voor regie op beleidsni-

veau dient zij met de uitvoerder van het wachtlijstbeheer afspraken te maken over

het opleveren van verantwoordingsinformatie. Veel uitvoeringsbedrijven gebruiken

een personeels-registratiesysteem om informatie vast te leggen, maar het is natuur-

lijk ook mogelijk deze informatie op te slaan bijvoorbeeld in het automatiseringssy-

steem van de sociale dienst of een andere database.

Research voor Beleid verzamelt en analyseert in opdracht van de Rijksoverheid sta-

tistische gegevens over de uitvoering van de Wsw. In een bijlage bij de Regeling uit-

voering sociale werkvoorziening en begeleid werken wordt bepaald welke gegevens

door de beheerder van de wachtlijst moeten worden vastgelegd en aangeleverd.

Een samenvattend overzicht van deze gegevens is opgenomen in bijlage 2. Het kan

daarnaast tevens zinvol zijn te noteren welke uitkering de geïndiceerde heeft op het

moment van plaatsing op de wachtlijst. Deze informatie kan een rol spelen bij de

doelgroepenprioritering en de wettelijke mogelijkheid budgetten uit de WWB en

re-integratiebudget UWV in te zetten voor geïndiceerden op de wachtlijst.

Herindicatie

Het proces van herindicatie verloopt analoog aan dat van de indicatie. De uitkomst

van de herindicatie wordt door het CWI verzonden naar de geïndiceerde en de

gemeente. De herindicatie moet uiteraard administratief worden verwerkt. De

beheerder van de wachtlijst heeft echter meer dan administratieve verplichtingen.

Voor de geïndiceerde kan de uitkomst van een herindicatie verstrekkende gevolgen

hebben. Het spreekt voor zich dat een zorgvuldige communicatie hierover van groot

belang is. Ook de mogelijke gevolgen voor een geïndiceerde na een herindicatie

(ondergrens, bovengrens of de indicatie begeleid werken) moeten met aandacht

worden begeleid.

Het is van groot belang bij de afspraken over het beheer van de wachtlijst vast te

30

leggen wie de aanvraag verzorgt voor de herindicatie van geïndiceerden op de

wachtlijst én voor de geïndiceerden met een dienstverband. Indien een gemeente

ervoor kiest het wachtlijstbeheer zelf te gaan uitvoeren, moet duidelijk worden

afgesproken wie de aanvraag van de herindicatie van de geïndiceerden met een

Wsw-dienstbetrekking op zich neemt. Een te late indiening van de aanvraag kan ge-

volgen hebben voor de vaststelling van de wachtlijst per 31 december van enig jaar.

Bovendien kunnen burgers op de wachtlijst zonder geldige indicatie niet worden

geplaatst in een Wsw-dienstverband.

Om deze reden is het tevens van belang goede afspraken te maken over de aan-

vraag herindicatie van burgers die zijn geplaatst bij andere uitvoeringsbedrijven. De

gemeente waar de geïndiceerde staat ingeschreven is vanaf 2008 verantwoordelijk

voor het overmaken van de rijksbijdrage naar het uitvoeringsbedrijf in kwestie. Ook

voor deze burgers moet de gemeente in overleg met het uitvoeringsbedrijf duidelijk

vastleggen wie de aanvragen voor de herindicatie verzorgt.

Terugkeer begeleid werkenden

Wsw-geïndiceerden die begeleid gaan werken en in verband hiermee een dienst-

verband aanvaarden bij een reguliere werkgever behouden hun indicatie. Voor hen

loopt de Wsw-subsidie door. Wanneer de begeleid werker buiten zijn schuld zijn

baan verliest heeft hij, indien hij nog tot de doelgroep behoort, recht op een nieuwe

werkplek in het kader van de Wsw. Hij heeft daarvoor in principe geen wachttijd,

zijn formatieplaats heeft hij immers behouden. Het ligt voor de hand in deze geval-

len aansluitend een nieuwe werkplek begeleid werken aan te bieden. Wanneer dat

niet op korte termijn mogelijk is, wordt betrokkene op de wachtlijst teruggeplaatst

of moet een dienstbetrekking bij de uitvoeringsorganisatie of een detacherings-

plaats worden aangeboden.

Voorrangsgarantie

Wsw geïndiceerden die anders dan in het kader van begeleid werken een reguliere

baan aanvaarden verliezen hun indicatie. Zij maken in tegenstelling tot geïndiceer-

den die begeleid werken dus geen deel meer uit van de gemeentelijke formatie. De

gemeente ontvangt voor hen dus geen subsidie meer. Wanneer zij buiten hun schuld

hun baan verliezen hebben zij echter, op grond van artikel 9 van het Buswbw, tot

3 jaar na het aanvaarden van de reguliere baan buiten de sociale werkvoorziening

recht op terugkeer naar de Wsw. Dit ter bevordering van het aanvaarden van regu-

lier werk. Omdat door het aanvaarden van regulier werk de indicatie is vervallen,

dient CWI opnieuw vast te stellen of betrokkenen tot de doelgroep behoren. Als dit

het geval is worden ze op de wachtlijst geplaatst op de datum van het oorspronke-

lijke indicatiebesluit.

31

Verhuizing van wachtlijstkandidaten

Wanneer een Wsw-geïndiceerde die op de wachtlijst staat verhuist naar een andere

gemeente wordt hij overgeplaatst naar de wachtlijst van zijn nieuwe woonplaats. Bij

plaatsing op de wachtlijst van zijn nieuwe woonplaats is de oorspronkelijke datum

van het indicatiebesluit leidend voor zijn plaats op de wachtlijst. Wel kan hij te

maken krijgen met een andere doelgroepenprioritering ten aanzien van plaatsing

in een Wsw-dienstbetrekking. Het beleid van de nieuwe woongemeente kan een

gunstig of nadelig effect hebben op de daadwerkelijke datum van plaatsing in een

Wsw-dienstbetrekking.

Sturing op de taakstelling

Vanaf 2008 heeft iedere individuele gemeente een afzonderlijke wachtlijst. Het kan

dus zo zijn dat de uitvoeringsorganisatie als uitvoerder van het wachtlijstbeheer ver-

schillende wachtlijsten beheert. Daarbij kunnen de verschillende gemeenten andere

beleidsuitgangspunten hanteren, bijvoorbeeld daar waar het gaat om volgorde van

plaatsing in een dienstbetrekking. Voert de gemeente geen prioriteringsbeleid, dan

geldt conform de wetgeving het principe van First in First out (fifo). Dan zal dus,

bij het ontstaan van vacatureruimte binnen de Wsw-formatie voor een gemeente,

steeds de kandidaat die het langste op de wachtlijst staat worden geplaatst op een

dienstbetrekking, aansluitend aan zijn mogelijkheden of beperkingen en onafhan-

kelijk van ‘vacatures’ binnen het uitvoeringsbedrijf.

Het is om allerlei redenen voor de gemeente van belang te sturen op een volle-

dige benutting van de beschikbare formatieruimte. Sommige uitvoeringsbedrijven

werken daarom met een zogenaamd prognosemodel. In dit model wordt voor een

kalenderjaar de voorspelbare uitstroom van Wsw-werknemers in beeld gebracht

(vertrek wegens pensioen, verhuizing etc) Het model wordt maandelijks up-to-date

gebracht zodat inzichtelijk wordt wanneer en hoeveel geïndiceerden van de wacht-

lijst worden geplaatst op een Wsw-werkplek. Op deze manier kan maximaal worden

geprofiteerd van de gemiddelde formatieruimte. Dit prognosemodel kan daarnaast

dienen als bron van informatie richting de Wsw-geïndiceerden op de wachtlijst. Aan

de hand van het model wordt immers helder hoeveel geïndiceerden er naar ver-

wachting in enig kalenderjaar kunnen worden geplaatst.

De gemeente krijgt met het gebruik van een prognosemodel zicht op de wachttijd

voor geïndiceerden en kan mogelijk aan de hand hiervan beleid ontwikkelen om te

komen tot versnelde instroom, bijvoorbeeld door de inzet van algemene middelen

van de gemeente, WWB-middelen of, in overleg, de inzet van reïntegratie budget

UWV of de inzet van de extra middelen die zijn verkregen vanuit het bonusstelsel

begeleid werken. De gemeente kan ook besluiten Wsw-geïndiceerden op de wacht-

lijst een voortraject aan te bieden bij het uitvoeringsbedrijf of elders met behoud

32

van uitkering. Zo kan de inactieve wachttijd voor geïndiceerden aanmerkelijk wor-

den bekort.

Het gebruik van een prognosemodel is tevens belangrijk bij de beslissing op welk

moment een geïndiceerde een dienstbetrekking krijgt aangeboden. Dit is van groot

belang om onder- of overrealisatie met alle financiële gevolgen van dien te voor-

komen. De taakstelling is gebaseerd op een gemiddelde bezetting per jaar. Op het

moment dat in juli blijkt dat nog 6 voltijds arbeidsjaren moeten worden ingevuld,

ligt het voor de hand 12 geïndiceerden een dienstbetrekking aan te bieden.

De gemeente dient zich echter te realiseren dat deze 12 Wsw-werknemers het jaar

daarop een heel jaar meetellen. Aangenomen dat alle andere omstandigheden ge-

lijk blijven begint de gemeente het volgende begrotingsjaar met een overrealisatie

van 6 subsidie-eenheden!

Rapportage

Wanneer de gemeente wachtlijstbeheer niet in eigen beheer uitvoert is het raad-

zaam met de uitvoerder van het wachtlijstbeheer regelmatige rapportagemomenten

af te spreken. Informatie die bij rapportage van belang kan zijn:

• hettotaalaantalgeïndiceerdenopdewachtlijst;

• hetaantalnieuwegeïndiceerdenineenperiode(inclusiefdemutatiesalsgevolg

vanverhuizingenvoorrangsgarantie);

• hetaantalgeplaatstegeïndiceerdenvandewachtlijstineenperiode;

• hetaantalgeïndiceerdendatvandewachtlijstisverwijderdomandereredenen;

• hetaantalgeïndiceerdendatgestartismeteenvoortraject(degeïndiceerde

blijft daarbij wel op de wachtlijst staan, er is immers geen sprake van instroom

opeenWsw-werkplek!);

• degemiddeldewachttijdvooreengeïndiceerde;

• hetaantalherindicatiesopdewachtlijstineenperiodeendeuitslagdaarvan;

• hetaantalpersonendatnietbeschikbaarisvoorarbeid,maarwelbehoorttot

de doelgroep (in verband met tijdige aanvraag herindicatie).

4.3 Wachtlijstbeheer in de praktijkNaast de beleidsmatige en administratieve inrichting van wachtlijstbeheer Wsw is er

ook nog een aantal praktische zaken dat aandacht vraagt. Hieronder wordt daarvan

een niet limitatieve opsomming gegeven, met daarbij suggesties voor een aanpak.

Contactmomenten

Een positieve indicatie voor de Wsw leidt zelden tot directe plaatsing in een Wsw-

dienstverband. De geïndiceerde begrijpt vaak niet waarom hij niet direct aan het

33

werk kan. Bovendien is het hem doorgaans onvoldoende helder welke verplichtin-

gen een indicatiebesluit zoal met zich meebrengt. Het verdient daarom aanbeveling

om geïndiceerden kort na de indicatiestelling nader te informeren over de genoem-

de aspecten. Kleinere gemeenten met relatief weinig nieuwe indicaties kunnen dit

op individuele basis doen. Wanneer het om grotere aantallen gaat is het praktisch

hiervoor informatiebijeenkomsten te organiseren.

De beheerder van de wachtlijst legt tijdens deze bijeenkomst aan de geïndiceerden

uit waarom er een wachttijd is, hoe lang die wachttijd ongeveer zal zijn, welke

soorten functies het uitvoeringsbedrijf heeft en hoe de gemeente wil omgaan met

de indicaties voor begeleid werken. Ook de uitgangspunten van de gemeente voor

mensontwikkeling en mobiliteit en de rechten en plichten van de geïndiceerden

kunnen worden toegelicht. Op deze manier wordt de toekomstige Wsw-werknemer

duidelijk gemaakt dat arbeidsontwikkeling centraal staat.

De ervaring leert dat veel geïndiceerden de genoemde bijeenkomsten ervaren als

een bewijs dat zij door de gemeente serieus worden genomen. Het kan dan ook de

moeite waard zijn dergelijke bijeenkomsten met enige regelmaat te organiseren. De

beheerder van de wachtlijst kan op deze wijze invulling geven aan de verplichting

tot actieve en periodieke informatievoorziening. Bovendien kan de uitvoerder van

het wachtlijstbeheer op dergelijke momenten nog eens toelichten dat de geïndiceer-

den dienen aan te geven wanneer zij niet beschikbaar zijn voor arbeid. De gemeen-

te zou kunnen overwegen de cliëntenparticipatie te betrekken bij de ontwikkeling

c.q. de uitvoering.

Veel uitvoeringsbedrijven en gemeenten voeren kort na plaatsing op de wachtlijst

intakegesprekken met geïndiceerden. Deze gesprekken komen vaak voort uit de

gedachte dat het uitvoeringsbedrijf of de gemeente de nieuwe geïndiceerden moet

leren kennen. Immers, anders dan voorheen, vindt de indicatiestelling geheel buiten

de gemeente of de uitvoeringsorganisatie om plaats. De waarde van dergelijke ge-

sprekken is omgekeerd evenredig met de lengte van de periode tussen het intake-

gesprek en de daadwerkelijke plaatsing in een Wsw-dienstverband. Indien plaatsing

langer dan 12 maanden in het verschiet ligt kan worden overwogen om tijdens het

eerste individuele contact aandacht te besteden aan de wenselijkheid van een acti-

veringstraject en informatie uit te wisselen over de beschikbaarheid van betrokkene.

Toetsen van beschikbaarheid

In de wetgeving is vastgelegd dat de gemeente de verplichting heeft de plaatsing op

de wachtlijst van geïndiceerden die niet beschikbaar zijn voor het aanvaarden van

een Wsw-dienstbetrekking te beëindigen (Buswbw, artikel 8, lid 2e en Ruswbw, ar-

34

tikel 4). Uit het genoemde artikel 8 volgt dat de gemeente de geïndiceerde weer op

de oorspronkelijke plaats op de wachtlijst kan zetten als hij of zij weer beschikbaar

is. Deze bepaling is belangrijk voor het vaststellen van het totaal aantal beschikbare

geïndiceerden van de gemeente. Het totaal aantal beschikbare geïndiceerden be-

paalt mede de hoogte van het toekomstige budget.

De gemeente dient jaarlijks aan het Rijk verantwoording af te leggen over de wacht-

lijst per 31 december. Vanaf 2008 vindt deze verantwoording plaats in een bijlage bij

de gemeentelijke jaarrekening. De accountant werkt op basis van een accountants-

protocol. Ten aanzien van de gemeentelijke jaarrekening bestaat een uitgebreid

door de rijksoverheid vastgelegd protocol. Hierin zal de controle op de wachtlijst

van de Wsw worden meegenomen. Het is verstandig kennis te nemen van de inhoud

van dit accountantsprotocol indien het beschikbaar is.

In ieder geval dient de gemeente de accountant duidelijk te kunnen maken hoe zij

heeft getoetst of de verstrekte informatie klopt. Voor de rechtmatigheid van de

opgave is minimaal noodzakelijk dat de beheerder van de wachtlijst weet welke ge-

indiceerden op deze peildatum beschikbaar zijn voor het aanvaarden van een Wsw-

dienstbetrekking. De Inspectie Werk en Inkomen (IWI) zal de gevolgde procedure

rond de toetsing van beschikbaarheid van geïndiceerden monitoren.

Gemeenten die ervoor kiezen het beheer van de wachtlijst zelf uit te voeren kunnen

overwegen deze taak te laten uitvoeren door de klantmanagers. De periodieke con-

trole op de beschikbaarheid past prima in het bestaande takenpakket. De klantma-

nagers kunnen bovendien relevante informatie zoals de reden voor het niet verschij-

nen bij een plaatsingsgesprek, afhaken in voorbereidende trajecten of bij definitieve

plaatsing delen met het netwerk rond de geïndiceerde zoals het UWV, en andere

verwijzende instanties zoals hulpverleners en het speciaal onderwijs. Het inschakelen

van het gemeentelijk klantmanagement komt een integraal beleid ten goede.

Indien de gemeente ervoor kiest om het beheer van de wachtlijst op te dragen aan

de uitvoeringsorganisatie, dient deze de gemeente ten behoeve van de accountant

te informeren over de wijze waarop de periodieke toetsing van de beschikbaarheid

van de geïndiceerden is uitgevoerd.

Het uitvoeringsbesluit stelt dat de dag dat de geïndiceerde niet beschikbaar is voor

het aanvaarden van een dienstbetrekking “onverwijld” dient te worden geregi-

streerd. Hieruit volgt dat de geïndiceerde de verplichting heeft eventuele wijzigin-

gen in zijn situatie door te geven aan de beheerder van de wachtlijst. Het is aan de

gemeente om de geïndiceerde over deze verplichting te informeren, en periodiek te

toetsen of deze wordt nageleefd.

35

Er zijn verschillende mogelijkheden om de toets op beschikbaarheid van geïndiceer-

den uit te voeren. De uitvoerder van het wachtlijstbeheer kan kiezen voor een meer

of minder arbeidsintensieve wijze van toetsing. Ook kan de toetsing van beschik-

baarheid worden gecombineerd met het periodiek verstrekken van informatie aan

geïndiceerden op de wachtlijst. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste

mogelijkheden:

1. Per brief

• Deuitvoerdervanhetwachtlijstbeheerstuurtgeïndiceerdenopdewacht-

lijst periodiek een brief waarin wordt gevraagd of zij op een nader te

bepalen datum/de komende periode beschikbaar zijn voor het aanvaarden

van een Wsw-dienstbetrekking.

• Bijdebriefwordteenantwoordformuliergevoegdwaaropdegeïndiceerde

moet aangeven of hij, voor zover hij daar zicht op heeft, op genoemde

datum/de komende periode beschikbaar is voor het aanvaarden van een

dienstbetrekking.

• Indiendegeïndiceerdenietreageertvolgteenaangetekendeherinnerings-

brief. Hierin wordt duidelijk gemaakt dat indien geïndiceerde niet reageert

de gemeente ervan uitgaat dat hij tot nader order niet beschikbaar is voor

werk, en derhalve van de wachtlijst zal worden verwijderd.

• Hetresultaatvandezetoetsingsmethodiekisdatdegeïndiceerden

periodiek aangeven of zij beschikbaar zijn, en er tevens steeds opnieuw aan

worden herinnerd de gemeente in te lichten als dat zou veranderen.

2. Op individuele basis

• Deuitvoerdervanhetwachtlijstbeheerroeptgeïndiceerdenvandewacht-

lijst periodiek op, en combineert de toets op beschikbaarheid met informa-

tieverstrekking over de plaats op de wachtlijst.

• Indiendegeïndiceerdenietverschijntophetgeplandegesprekvolgteen

aangetekende brief met daarin een tweede gespreksdatum. In deze brief

wordt tevens aangegeven dat indien de geïndiceerde niet reageert hij

tot nader order als niet beschikbaar zal worden gekwalificeerd, en van de

wachtlijst zal worden verwijderd.

• Hetresultaatvandezetoetsingsmethodiekisdateroppersoonlijkniveau

duidelijk is of geïndiceerden beschikbaar zijn voor het aanvaarden van een

dienstbetrekking. Het periodieke en individuele karakter van de toetsing

leidt bovendien tot de opbouw van een persoonlijke band met de geïndi-

ceerde.

36

3. Op collectieve basis

• Debeheerdervandewachtlijstorganiseertopregelmatigebasiseen

collectieve bijeenkomst waarin een update wordt gegeven van de stand

van zaken rond plaatsing in een dienstbetrekking, en neemt de toets op

beschikbaarheid daarin mee.

• Degeïndiceerdenvullenaanheteindvandebijeenkomsteenformulierin

waarop zij aangeven of zij, voor zover zij daar zicht op hebben, de komen-

de drie maanden beschikbaar zijn. Tijdens de bijeenkomst worden geïndi-

ceerden er nadrukkelijk op gewezen dat zij verplicht zijn aan te geven als er

in de opgegeven situatie verandering komt.

• Degeïndiceerdendienietopdegeplandebijeenkomstverschijnen,ont-

vangen een brief met een oproep voor een individueel gesprek. Indien zij

hierop niet reageren volgt een procedure zoals hierboven is beschreven.

• Dezemethodiekisgeschiktvooreengrootschaligeraanpak,maargeeft

desondanks kennis over de beschikbaarheid op persoonlijk niveau. De aan-

pak heeft als voordeel dat de geïndiceerden die niet verschijnen alsnog op

persoonlijk niveau kunnen worden benaderd.

Informatie aan geïndiceerden op de wachtlijst

Gemeenten dienen geïndiceerden op hun verzoek de mogelijkheid te geven te con-

troleren of het door de gemeente vastgestelde beleid ten aanzien van plaatsing in

een Wsw-dienstbetrekking is gevolgd. Via de, tijdens de kamerbehandeling van de

wet aangenomen motie Ortega-Martijn worden gemeenten bovendien verzocht om

geïndiceerden op de wachtlijst actief te informeren over hun plaats op de wacht-

lijst. Onderstaand worden suggesties gedaan over de wijze waarop gemeenten en

uitvoeringsorganisaties de geïndiceerden op de wachtlijst op de hoogte kunnen

houden.

Natuurlijk is de wachtlijst niet statisch. Dit impliceert dat de gemeente deze infor-

matie ook periodiek moet verstrekken aan haar geïndiceerden. De plaats die een

Wsw-geïndiceerde inneemt op de wachtlijst geeft op zichzelf genomen nog geen in-

formatie over de geschatte wachttijd die hij nog heeft alvorens hij kan instromen op

een Wsw-gesubsidieerde werkplek. Wanneer de gemeente ook deze informatie wil

verstrekken, is hantering van het eerder beschreven prognosemodel noodzakelijk.

De wijze waarop de beheerder van de wachtlijst de geïndiceerde informeert is

afhankelijk van de doelstelling. Naarmate de gemeente meer wenst te komen tot

een actief beheer van de wachtlijst in de zin van het aanbieden van voortrajecten of

andere activerende elementen is een meer individuele en meer persoonlijke aanpak

van de informatievoorziening aan te bevelen.

37

De beheerder van de wachtlijst kan een geïndiceerde op de wachtlijst op verschil-

lende manieren informeren:

1. Per brief

• Dewachtlijstbeheerderinformeertelkegeïndiceerdeopdewachtlijstper

brief. Afhankelijk van de verwachte doorstroming op de wachtlijst van een

gemeente zou deze brief per kwartaal of per halfjaar kunnen worden ver-

zonden. Indien de beheerder van de wachtlijst kiest voor deze methode kan

direct ook de beschikbaarheid worden uitgevraagd.

• Dezemethodiekheeftalsvoordeeldatiederegeïndiceerdeindividueel

wordt benaderd. Privacyaspecten spelen daarbij dan ook geen rol. Het

nadeel van het aanschrijven van geïndiceerden is dat de methode relatief

statisch is. Zeker bij een hogere doorstroomsnelheid is een meer actieve

methodiek aan te raden.

2. Op individuele basis

• Degemeenteroeptdegeïndiceerdenopdewachtlijstperiodiekindividueel

op en verstrekt bij die gelegenheid actuele informatie over de plaats op de

wachtlijst en de prognose voor instroom. Ook een dergelijke aanpak kan

gecombineerd worden met een toets op beschikbaarheid.

• Hetvoordeelvaneenindividueleaanpakisdaterruimteontstaatvoor

een dialoog tussen de beheerder van de wachtlijst en de geïndiceerde. Een

dergelijke methodiek is aan te bevelen wanneer de gemeente een actief

wachtlijstbeheer nastreeft waarin ruimte is voor voortrajecten of andere ac-

tiverende elementen. Bij een hoge doorstroomsnelheid is ook deze aanpak

relatief statisch van karakter.

3. Op collectieve basis

• Degemeenteroeptdegeïndiceerdenopdewachtlijstperiodiekcollectief

op en verstrekt bij die gelegenheid actuele informatie over de plaats op de

wachtlijst en de prognose voor instroom. Ook een dergelijke aanpak kan

gecombineerd worden met een toets op beschikbaarheid.

• Decollectieveaanpakmaakteenbeperktedialoogtussenbeheerdervan

de wachtlijst en geïndiceerde mogelijk. Het collectieve karakter van de

bijeenkomsten stelt echter een duidelijke grens aan deze dialoog. Ook deze

aanpak is in het licht van een hoge doorstroomsnelheid wat statisch van

aard.

4. Dynamische informatievoorziening

• Debeheerdervandewachtlijstpubliceerteenup-to-dateoverzichtvan

de wachtlijst Wsw in een advertentie of op haar website. In een dergelijke

38

aanpak wordt het informeren van de geïndiceerden losgekoppeld van de

uitvraag van de beschikbaarheid.

• Eendynamischeinformatievoorzieningroeptvragenopomtrentdeprivacy.

Als het gaat om het actief en periodiek informeren van geïndiceerden

over de wachtlijst, kan de beheerder niet zonder meer een afschrift van de

wachtlijst publiceren. De beheerder van de wachtlijst kan wel iedere geïn-

diceerde op de wachtlijst een uniek nummer geven. Op deze manier kan

de geïndiceerde informatie over zijn eigen status ten opzichte van anderen

opvragen zonder de privacy geweld aan te doen.

• Indienwordtgekozenvoorpublicatieopeenwebsitekunnendegegevens

zo mogelijk worden gekoppeld aan de het automatiseringssysteem waar-

mee de beheerder de wachtlijst bijhoudt. Er zijn in Nederland al enkele

uitvoeringsbedrijven Wsw die werken met een dergelijke website.

Zie voor voorbeelden van deze aanpak www.baanstede.nl en

www.noorderkwartier.nl.

4.4 Scholing en activering van geïndiceerden op de wachtlijstGeïndiceerden die op de wachtlijst staan wachten in principe op het moment dat

voor hen formatieve ruimte beschikbaar komt en zij worden geplaatst in een Wsw-

dienstbetrekking, dan wel een dienstverband kunnen aangaan met een reguliere

werkgever. De gemeente heeft echter ook andere mogelijkheden.

De gemeente kan ook besluiten scholings- of activeringstrajecten te organiseren

voor geïndiceerden op de wachtlijst. Doelstelling van dit soort activeringstrajecten is

de geïndiceerde voor te bereiden op plaatsing dan wel de geïndiceerde te activeren

waardoor plaatsing soepeler kan verlopen. Het effect van dergelijke trajecten kan

groot zijn, niet alleen als voorbereiding op plaatsing in een dienstbetrekking, maar

ook als positief signaal naar de geïndiceerde dat de gemeente middelen investeert

in de doelgroep.

De gemeente kan voor de financiering van dergelijke trajecten pas een beroep doen

op het reguliere Wsw-budget als de taakstelling in enig jaar is gehaald. De gemeen-

te kan besluiten de ontvangen bonus begeleid werken in te zetten voor de finan-

ciering van dergelijke trajecten. De gemeente kan echter ook een beroep doen op

alternatieve financieringsbronnen zoals de algemene middelen, het Wwb-werkdeel,

reïntegratiemiddelen van het UWV.

Plaatsing in een voortraject

De gemeente kan besluiten de geïndiceerde een voortraject aan te bieden gefi-

39

nancierd uit bijvoorbeeld het werkdeel van het Wwb-budget. Gemeenten kunnen

kiezen voor een voortraject met behoud van uitkering of een voortraject in de vorm

van een dienstverband. Wanneer geïndiceerden ter overbrugging van de wachttijd

worden geplaatst bij het uitvoeringsbedrijf of een reguliere werkgever krijgen zij

in de regel echter geen regulier Wsw-dienstverband aangeboden. Zij blijven op de

wachtlijst staan tot aan het moment dat er voor hen formatieruimte beschikbaar

komt. Op deze manier wordt een structureel beslag op de alternatieve financierings-

bron voorkomen.

Indien een gemeente kiest voor een voortraject met behoud van uitkering, bestaat

er geen arbeidsverhouding tussen de gemeente dan wel het schap en de geïndi-

ceerde. Toch worden dergelijke constructies vaak toegepast, vooral vanwege het feit

dat het uitvoeringsbedrijf de geïndiceerde tijdens het voortraject beter kan leren

kennen. Dit bevordert de inschakeling in het arbeidsproces wanneer de plaatsing

in een Wsw-dienstbetrekking of begeleid werken plaatsvindt. Het voortraject van

de geïndiceerde wordt dan vooral gezien als een oriëntatie op mogelijkheden. Het

voortraject is gericht op behoud dan wel bevordering van de arbeidsbekwaamheid.

Een dergelijke constructie wordt ook vaak toegepast bij de toeleiding naar begeleid

werken. Het voorbereidingstraject kan dan worden benut voor het opstellen van

een profiel van de kandidaat en gerichte jobhunting op basis van dat profiel. Op het

moment dat er een werkgever is gevonden voor de geïndiceerde wordt een dienst-

verband aangegaan tussen de werkgever en de geïndiceerde.

Plaatsing met een dienstverband

De gemeente kan er ook structureel voor kiezen meer geïndiceerden te laten in-

stromen dan bepaald in de taakstelling. De geïndiceerde die instroomt heeft op het

moment dat er ook werkelijk een dienstbetrekking op grond van de CAO Wsw kan

worden aangeboden vanaf zijn eerste werkdag een dienstverband en een salaris en

daardoor een arbeidsverhouding met zijn werkgever. Dit dienstverband impliceert

rechten, maar ook plichten en de aansturing van de nieuwe Wsw medewerker kan

op basis daarvan plaatsvinden. Bij plaatsing verdwijnt de geïndiceerde van de wacht-

lijst. Deze optie legt structureel beslag op gemeentelijke middelen.

Sommige uitvoeringsbedrijven bieden geïndiceerden met een indicatie begeleid

werken echter juist een dienstbetrekking aan tijdens de jobhunting voor een

geschikte baan. Hoewel het aanbieden van een Wsw-dienstbetrekking tijdens het

voortraject naar begeleid werken niet logisch lijkt, heeft het als groot voordeel

dat het moment waarop de dienstbetrekking tot stand komt tevoren precies is te

bepalen, en niet afhankelijk is van het vinden van een passende werkplek. Op deze

40

manier kan de realisatie beter worden gestuurd, en wordt onder- of overrealisatie

voorkomen.

41

5 Wachtlijstbeheer in 10 stappen

In deze handreiking is een groot aantal aanbevelingen gedaan met betrekking tot

beleid en beheer van de wachtlijst Wsw. In dit laatste hoofdstuk lijkt een samenvat-

ting van al deze aanbevelingen op zijn plaats.

Stap 1: de relatie met de gemeenschappelijke regeling (paragraaf 3.1)

Is het wachtlijstbeheer overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling? Zo ja:

• Watwillendeanderegemeententenaanzienvanbeheervandewachtlijst?

• Zittenallegemeentenopeenlijnalshetgaatombeheervandewachtlijst?

• Iserovereenstemmingtebereikenoverbeleidenuitvoering?

• Paszonodigdegemeenschappelijkeregelingaan.

Stap 2: Beleid ten aanzien van de wachtlijst (paragraaf 3.2)

Maak op basis van de toekomstvisie voor de sociale werkvoorziening een keuze voor

wachtlijstbeheer op:

• Beleidsniveau

• Uitvoeringsniveau

• Intergemeentelijkbeleidsniveau

• Intergemeentelijkuitvoeringsniveau

42

Stap 3: Doelgroepenprioritering (paragraaf 3.3.1)

Kies ten aanzien van plaatsing in een Wsw-dienstbetrekking voor het fifo-systeem

of leg op basis van het lokale beleid ten aanzien van sociale zaken en welzijn in een

verordening een prioritering voor plaatsing vast voor bijvoorbeeld:

• Geïndiceerdendielangopdewachtlijststaan

• Wajongeren

• Jongeren

• Geïndiceerdenmetdeindicatiebegeleidwerken

• Tijdslimietalsoplossing

• Verdelingvanplaatsenalsoplossing

Stap 4: Intrekken indicatiebeschikking (paragraaf 3.4)

Leg criteria aan voor het intrekken van de indicatie ten aanzien van:

• Nietmeewerkenaanbehoudarbeidsbekwaamheid

• Nietmeewerkenaanherindicatie

• Nietbeschikbaarzijnvoorplaatsing

• Weigeringpassendearbeid

• Ontslag

• Opzeggendienstbetrekking

Stap 5: Uitvoeringsprotocol (her)indicatie (paragraaf 4.2)

Leg een uitvoeringsprotocol vast waarin het (her)indicatieproces wordt beschreven

ten aanzien van:

• Routing

• Taken

• Verantwoordelijkheden

• Bewaking

• Communicatie

Stap 6: Administratie (Paragraaf 4.2)

Leg afspraken vast voor de administratieve uitvoering van het wachtlijstbeheer ten

aanzien van bijvoorbeeld:

• Automatiseringssysteem

• Basisgegevensgeïndiceerden

• Statistischegegevens

• Eventueleextrainformatiedoelgroepenprioritering

• Rapportageverplichtingen

• Privacy

• Mutatiesbeschikbaarheid

43

Stap 7: Prognosemodel (paragraaf 4.2)

Stel in overleg met het uitvoeringsbedrijf een prognosemodel op voor de plaatsing

vangeïndiceerdenopeenWsw-werkplek;houdhierbijrekeningmet:

• Devoorzienbareuitstroom

• Degemiddeldejaartaakstelling(formatie)

• Elderswerkzamegeïndiceerdeburgers

Stap 8: Toetsing op beschikbaarheid (paragraaf 4.3)

1. Stel regels vast hoe om te gaan met de criteria voor beschikbaarheid die worden

genoemd in de uitvoeringsregeling.

2. Bepaal op welke manier je de beschikbaarheid van geïndiceerden op de wacht-

lijst wilt toetsen:

• Perbrief

• Individuelegesprekken

• Collectievevoorlichting

3. Maak de gekozen procedure “accountantsproof”

Stap 9: Actieve en periodieke informatie (paragraaf 4.3)

Bepaal hoe je de geïndiceerden op de wachtlijst actief wilt informeren:

• Perbrief

• Individuelegesprekken

• Collectievevoorlichting

• Meteenspecialewebsite

Stap 10: Activering van de wachtlijst (paragraaf 4.4)

Bepaal welke geïndiceerden op de wachtlijst in aanmerking komen voor activering

en op welke manier je dit wilt aanpakken:

• Scholingenactiveringvangeïndiceerden

• Aanbiedenvaneenvoortraject

• Aanbiedenvaneendienstverbandtervoorbereiding

44

45

Bijlage 1: Relevante wet- en regelgeving

Wsw Artikel 12 1. Het college beheert een wachtlijst. De wachtlijst bevat een overzicht van inge-

zetenen die geïndiceerd zijn, geen dienstbetrekking hebben als bedoeld in de

hoofdstukken 2 en 3 en beschikbaar zijn om een dergelijke dienstbetrekking te

aanvaarden.

2. De gemeenteraad kan bij verordening regels stellen over de volgorde waarin de

ingezetenen die op de wachtlijst zijn geplaatst voor een dienstbetrekking als be-

doeld in artikel 2, eerste lid, in aanmerking worden gebracht. Bij het ontbreken

van een dergelijke verordening geldt de volgorde van plaatsing op de wachtlijst.

3. Het college kan de indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking van een

betrokkene intrekken indien:

a. betrokkene passende arbeid in dienstbetrekking onder aangepaste omstan-

dighedenweigert;

b. de dienstbetrekking van betrokkene door het college is opgezegd op grond

van artikel 6, tweede lid, onderdeel a of c, of door de werkgever, bedoeld in

artikel 7, in verband met de toepassing van artikel 7, zesde lid, onderdeel b

ofc,vanafhetmomentdatdeopzeggingrechtensonaantastbaaris;

c. de dienstbetrekking van betrokkene door het college of de werkgever, be-

doeld in artikel 7, is opgezegd om een dringende reden in de zin van artikel

678 van boek 7 van het Burgerlijk wetboek en de werknemer terzake een

verwijt kan worden gemaakt, vanaf het moment dat de opzegging rechtens

onaantastbaaris;

d. dedienstbetrekkingopverzoekvanbetrokkenenisgeëindigd;of

46

e. betrokkene niet beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in arti-

kel 1, derde lid, te aanvaarden.

4. De indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking vervalt:

a. per de dag dat betrokkene arbeid in een dienstbetrekking elders dan een

dienstbetrekking als bedoeld in artikel 1, derde lid, aanvaardt, tenzij deze

arbeid gericht is op het verkrijgen van een dienstbetrekking als bedoeld in

lid1,derdelid;

b. perdedagdatbetrokkenedeleeftijdvan65jaarbereikt;of

c. indien betrokkene overlijdt.

5. het college trekt de indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking van een

betrokkene in op schriftelijk verzoek van de betrokkene aan het college per de

datum van dat verzoek.

6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld

met betrekking tot de bij het eerste lid aan het college opgedragen taak en de

wijze van uitoefening daarvan.

7. De voordracht voor een krachtens het zesde lid vast te stellen algemene maat-

regel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp

aan beide kamers der Staten-Generaal is overlegd.

Buswbw Artikel 8 1. Plaatsing op de wachtlijst geschiedt op volgorde van de datum van de indicatie-

beschikking.

2. De plaatsing op de wachtlijst wordt beëindigd met ingang van de dag dat be-

trokkene: a. een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7

vandewetaanvaardt;

b. zichblijvendineenanderegemeentevestigt;

c. na een herindicatie als bedoeld artikel 11 van de wet niet langer tot de

doelgroepbehoort;of

d. met toepassing van artikel 12 van de wet zijn indicatiebeschikking of herin-

dicatiebeschikkingverliest;

e. niet beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste

lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden. De in de aanhef bedoelde dag

wordt onverwijld geregistreerd.

3. Met betrekking tot degenen die op 31 december 2007 op de wachtlijst staan

geldt voor de toepassing van het eerste lid de datum van aanvraag tot indicatie

als datum van de indicatiebeschikking.

4. Indien de geïndiceerde zich blijvend in een andere gemeente vestigt, worden

zijn gegevens door de gemeente waar hij gevestigd was overgedragen aan de

gemeente waar hij zich gevestigd heeft. De gemeente waar de geïndiceerde

47

zich gevestigd heeft plaatst hem op de wachtlijst overeenkomstig het eerste en

derde lid.

5. Het college verleent aan de geïndiceerde die op de wachtlijst is geplaatst op

diens verzoek zodanige inzage in de geregistreerde gegevens, dat deze kan

controleren of ten aanzien van hem de volgorde van plaatsing, bedoeld in het

eerste juncto derde en vierde lid, is toegepast.

6. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld wanneer geïndiceerden beschik-

baar zijn om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7

van de wet te aanvaarden.

Buswbw Artikel 9 1. Een geïndiceerde die arbeid gaat verrichten buiten het kader van de wet en ver-

volgens binnen drie jaar onvrijwillig werkloos wordt, wordt op zijn verzoek en

indien hij blijkens een nieuwe indicatiebeschikking tot de doelgroep behoort,

door het college op de oorspronkelijke datum van de indicatiebeschikking op de

wachtlijst geplaatst.

2. Een werknemer die werkloos wordt, wordt indien hij nog geïndiceerd is op zijn

verzoek door het college op de oorspronkelijke datum van de indicatiebeschik-

king op de wachtlijst geplaatst.

Ruswbw Artikel 4 1. De geïndiceerde is beschikbaar om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2,

eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden tenzij:

a. hij in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte niet in staat is

tot het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden indien

hij dat gedurende een ononderbroken periode van ten minste 13 weken is

geweest;

b. hemrechtenszijnvrijheidisontnomen;

c. hijbuitenNederlandwoont;

d. hij een voltijdsscholing of -opleiding volgt, tenzij de voltijdsscholing of

-opleiding bedoeld is om aansluiting te vinden met het aanvaarden van een

dienstbetrekkingalsbedoeldinartikel2,eerstelid,ofartikel7vandewet;of

e. uit zijn houding en gedragingen ondubbelzinnig blijkt dat hij niet bereid is

een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de

wet te aanvaarden.

2. Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing op de geïndiceerde die

behoort tot een categorie van personen als bedoeld in artikel 1 van het Besluit

extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid.

48

49

Bijlage 2: schematisch overzicht statistische gegevens

Voor zover deze betrekking hebben op de wachtlijst bevat deze bijlage de statisti-

sche gegevens die in 2008 aan de door het ministerie ingeschakelde gegevensbewer-

ker, Research voor Beleid, moeten worden aangeleverd.

Voor het aanleveren van deze beleidsinformatie geldt 2008 als overgangsjaar. De

over 2008 aan te leveren items komen overeen met die over 2007.

De informatie die met ingang van 2009 aangeleverd moet worden zal opnieuw

worden vastgesteld.

Administratieve gegevens

Persoonsgegevens

Gegevens over de aanvraag

Onder meer:

15 Aanleiding aanvraag

• herindicatiewachtlijst

Gegevens over het besluit/advies

Onder meer:

17a Datum indicatiebesluit

50

Gegevens over de wachtlijst

28 Datum instroom wachtlijst

29a Datum uitstroom wachtlijst

29b Reden uitstroom wachtlijst

• plaatsingi.h.k.v.Wsw

• verhuizingnaaranderegemeente

• intrekkenindicatiedoorgemeente

• gesubsidieerdearbeidi.h.k.v.WWB

• regulierearbeid

• REA-plaatsing

• voorzieningi.h.k.v.AWBZ

• bereikenpensioengerechtigdeleeftijd

• overlijden

• overigeredenen

Instroom werknemersbestand

Dienstbetrekking

31a Begindatum dienstbetrekking

Arbeidsovereenkomst (begeleid werken)

Uitstroom

41 Bestemming uitstroom werknemersbestand

Onder meer:

• wachtlijstWsw

51

Bijlage 3: Informatie over Wsw

Meer weten over de Wet sociale werkvoorziening

Projectsite “Aan het werk met de Wsw”

www.aanhetwerkmetdewsw.nl

Cedris

www.cedris.nl

Ministerie van SZW

www.minszw.nl

www.gemeenteloket.minszw.nl

Raad voor Werk en Inkomen (RWI)

www.rwi.nl

VNG

www.vng.nl> werk en inkomen > Wsw-beleid

52

Colofon

Tekst en redactie

Irokobv;brancheorganisatievansocialewerkgelegenheids-enarbeidsintegratie-

bedrijven in Nederland Cedris en Vereniging van Nederlandse Gemeenten VNG,

beleidsafdeling Werk en Inkomen

Vormgeving, opmaak

VNG - afdeling communicatie

Druk

Drukkerij Excelsior bv, Leidschendam

Oplage

2.500 exemplaren

Den Haag/Utrecht, januari 2008

WSW