Filosofie

14
Filosofie – een kennismaking

description

Een inkijk exemplaar

Transcript of Filosofie

Page 1: Filosofie

Filosofie – een kennismaking

Page 2: Filosofie
Page 3: Filosofie

André Comte-Sponville

Filosofie Een kennismaking

Vertaald door J.M.M. de Valk

Klement / Pelckmans

Page 4: Filosofie

Oorspronkelijke titel: Présentations de la philosophie

© Éditions Albin Michel, S.A., Parijs 2000

Vertaling : J.M.M. de Valk

© Nederlandse uitgave, Uitgeverij Klement, Kampen 2007. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvou-

digd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar ge-

maakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch,

door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande

schriftelijke toestemming van de uitgever.

Omslagontwerp Rob Lucas

isbn 978-90-8687-003-5 (Nederland)

isbn 978-90-289-4569-2 (België)

d/2007/0055/97

Page 5: Filosofie

Voor Christian Recchia

Page 6: Filosofie

‘Haasten wij ons de filosofie toegankelijk te maken!’

Diderot

Page 7: Filosofie

7

Inhoud

Voorwoord 9 1. De moraal 15 2. De politiek 27

3. Liefde 39 4. De dood 49 5. Kennis 57 6. Vrijheid 69

7. God 81 8. Het atheïsme 95 9. Kunst 109

10. De tijd 121

11. De mens 137 12. Wijsheid 149 Bibliografie 159 Aanvullende bibliografie 173

Register van persoonsnamen 179

Page 8: Filosofie
Page 9: Filosofie

9

Voorwoord

‘Filosofie: de leer en de beoefening van de wijs-

heid (niet de wetenschap alleen)’

Kant

Filosoferen betekent zelf denken; maar niemand slaagt daar werkelijk in, tenzij hij begint met te steunen op het denken van anderen, in het bijzonder op de grote wijsgeren uit het verle-

den. De filosofie is niet slechts een avontuur, maar ook een werk, dat niet zonder inspanning, zonder studie en zonder werktuigen verricht kan worden. De eerste stappen schrikken vaak af en niet weinigen worden daardoor ontmoedigd. Dat was

voor mij aanleiding om een aantal inleidingen tot belangrijke wijsgerige onderwerpen te schrijven, waarin ik over elk thema probeer te zeggen wat mij het essentiële lijkt te zijn. Deze zijn in dit boek samengebracht. Het doel is bescheiden; het gaat

steeds om een inleiding, om de wijsbegeerte toegankelijk te maken, en dat zou ook op nog vele andere manieren kunnen gebeuren. Een inleiding die het aan degene die het boek gele-zen heeft overlaat om zelf wijsgerige teksten te gaan ontdek-

ken (wat hij vroeg of laat zal moeten doen) en dan, als hij dit wil, zijn eigen canon van hem aansprekende filosofische tek-sten te maken. Vijfentwintig eeuwen wijsbegeerte vormen een

Page 10: Filosofie

filosofie – een kennismaking

10

onuitputtelijke schatkamer. Als dit boek iemand zin geeft om zelf op onderzoek te gaan, als het hem kan helpen daarin ge-noegen te scheppen en zijn inzicht te verrijken, zal het niet voor niets geschreven zijn.

Wat het publiek betreft waarvoor het bestemd is, dacht ik in de eerste plaats aan jonge mensen. Maar vooral door de brie-ven die ik naar aanleiding van de eerste publicatie van deze in-leidingen ontving ontdekte ik dat er veel meer belangstellen-

den waren; daaraan is de tekst hier en daar aangepast. Niette-min is er nog heel wat overgebleven van mijn eerste opzet: de keuze van bepaalde voorbeelden en van een bepaald gezichts-punt, een bepaalde toon, en soms het benadrukken van het een of andere aspect. Dit verklaart ook waarom ik de lezer vaak met

jij aanspreek; dit drong zich op omdat ik aan mijn eigen kin-deren dacht, die in de tienerleeftijd zijn, – eerder dan aan mijn leerlingen of studenten, die ik nooit getutoyeerd heb. Allemaal trekjes die ik, toen ik de teksten opnieuw uitgaf, meende niet

te moeten corrigeren. Filosoferen is niet aan leeftijd gebonden, maar jongeren hebben meer behoefte aan begeleiding dan vol-wassenen.

Wat is filosofie? Ik heb dit vaak uitgelegd, en ook weer in het

laatste van deze twaalf hoofdstukken. Filosofie is geen weten-schap en zelfs geen kennis; het is ook geen weten; het is een nadenken over de kennis waarover wij beschikken. Daarom kunnen we de filosofie niet leren, zei Kant; we kunnen alleen

leren te filosoferen. Hoe? Door zelf te filosoferen, door na te den-ken over het eigen denken en dat van anderen over de wereld, de samenleving, over wat de ervaring ons leert of waarvan zij ons onkundig laat. Hopelijk komen we al doende het werk van deze of gene beroepsfilosoof tegen. Daardoor kunnen we scher-

Page 11: Filosofie

voorwoord

11

per en intensiever leren te denken, verder en dieper te gaan. Maar zo’n filosoof, voegt Kant eraan toe, ‘moet niet beschouwd worden als iemand die definitieve uitspraken doet, maar een-voudig als een gelegenheid om hemzelf te beoordelen of zelfs

te veroordelen’. Niemand kan voor ons, in onze plaats, filoso-feren. Natuurlijk kent de wijsbegeerte haar specialisten, haar professionele beoefenaars, haar leraren. Maar zij is niet in de eerste plaats een specialisme, noch een beroep, noch een uni-

versitaire discipline; zij is een constituerende dimensie van het menselijk bestaan. Omdat wij begiftigd zijn met leven en met de rede, moeten wij ons onvermijdelijk de vraag stellen hoe wij deze beide gaven moeten verstaan. Natuurlijk kan men zijn rede gebruiken zonder te filosoferen (bijvoorbeeld in de

natuurwetenschappen), en kan men ook leven zonder te filo-soferen (bijvoorbeeld door domheid of hartstocht). Maar zon-der filosoferen kunnen we ons leven niet denken en ons den-ken niet leven: want dit is nu eenmaal de filosofie zelf.

Van de biologie zal een bioloog nooit te horen krijgen hoe hij moet leven noch òf hij moet leven, en zelfs niet dat hij de biologie moet beoefenen. De menswetenschappen zullen nooit zeggen waarin de waarde van het menszijn gelegen is, en

evenmin wat hun eigen waarde is. Daarom moeten we filoso-feren: omdat we moeten nadenken over wat wij weten, wat wij leven en wat wij willen. Geen enkele wetenschappelijke ken-nis is daarvoor voldoende of ontslaat ons daarvan. Kunst? Gods-

dienst? Politiek? Dat zijn grootse dingen, maar die moeten zelf óók ondervraagd worden. En zo gauw we dit op indringende wijze doen, verlaten we althans gedeeltelijk hun gebied; we hebben dan al een stap op filosofisch terrein gezet. Dat ook de filosofie op haar beurt moet worden ondervraagd, zal door

Page 12: Filosofie

filosofie – een kennismaking

12

geen enkele filosoof betwist worden. Maar wanneer we ons vragen stellen over de filosofie, dan verlaten we haar gebied niet; we treden er in binnen.

Langs welke weg? Ik heb hier de enige weg gevolgd die ik

echt ken, die van de westerse wijsbegeerte. Dat wil niet zeggen dat er geen andere wegen zijn. Filosoferen is leven met de re-de, en die is universeel. Waarom zou de filosofie het eigen ter-rein van de een of ander zijn? Dat er, met name in het Oosten,

andere speculatieve en spirituele tradities bestaan, wordt door niemand ontkend. Maar men kan niet over alles spreken, en ik zou mij enigszins belachelijk maken door te pretenderen oosterse denkwijzen te kunnen presenteren die ik voor het grootste deel alleen uit de tweede hand ken. Dat de wijsbe-

geerte exclusief Grieks en westers zou zijn, geloof ik geens-zins. Maar ik ben er zoals iedereen wel van overtuigd dat er sedert de Grieken in het Westen een omvangrijke filosofische traditie bestaat die de onze is, en het is naar en in deze traditie

dat ik mijn lezer zou willen leiden. In al hun beknoptheid hebben deze inleidingen al een uitermate grote ambitie. Dat moge hun incompleetheid verontschuldigen, die inleidingen eigen is.

Leven met de rede, zei ik. Dat geeft een richting aan, en wel die van de filosofie, maar daar is nog niet alles mee gezegd. Fi-losofie is een radicale ondervraging, een zoektocht naar de omvattende en laatste werkelijkheid (en niet, zoals in de na-

tuurwetenschappen, naar deze of gene deelwaarheid). Zij is het scheppen en gebruiken van begrippen (zelfs al doet men dit ook in andere disciplines). Zij is reflexiviteit: het op zich-zelf betrekken van de geest of van de rede (denken over het denken). Zij is het nadenken over haar eigen geschiedenis en

Page 13: Filosofie

voorwoord

13

die van de mensheid, het zoeken naar de grootst mogelijke sa-menhang en de grootst mogelijke rationaliteit (zij is, zo men wil, de kunst van de rede, maar een die uitloopt op een wijze van leven). Zij is, soms, het construeren van systemen, en al-

tijd het uitwerken van stellingen, argumenten en theorieën. Maar zij is ook, en misschien vooral, een kritiek van illusies, vooroordelen en ideologieën. Elke filosofie is een strijd. Haar wapen is de rede. Haar vijanden zijn domheid, fanatisme, ob-

scurantisme – of de filosofie van anderen. Haar bondgenoten zijn de wetenschappen. Haar object is: alles, met inbegrip van de mens. Haar doel is: wijsheid en geluk, maar in de waar-heid. Er is heel wat te doen, en dat is goed zo: filosofen kun-nen heel wat aan!

In de praktijk zijn de onderwerpen van de filosofie ontel-baar; niets van wat menselijk of waar is, is haar vreemd. Dat betekent niet dat alles van even groot belang is. In een be-roemde passage heeft Kant het terrein van de filosofie samen-

gevat in vier vragen: Wat kan ik weten? Wat moet ik doen? Wat mag ik hopen? Wat is de mens? ‘De drie eerste vragen hebben betrekking op de laatste’, merkte hij op. Maar, zou ik hieraan willen toevoegen, zij monden alle uit in een vijfde vraag die

zonder twijfel, filosofisch zowel als menselijk gesproken, de belangrijkste is: Hoe te leven? Zo gauw we proberen een ver-standig antwoord op deze vraag te geven, beoefenen we de fi-losofie. En omdat deze vraag zich onvermijdelijk aandient,

kan daaruit afgeleid worden dat mensen alleen door domheid of obscurantisme aan de filosofie kunnen ontkomen.

Moeten we de filosofie beoefenen? Zo gauw we ons deze vraag stellen, of in ieder geval zo gauw we er serieus op trach-ten te antwoorden, zijn we daar al mee bezig. Dat wil niet zeg-

Page 14: Filosofie

filosofie – een kennismaking

14

gen dat de filosofie kan worden teruggebracht tot haar eigen ondervraging, en nog minder tot haar zelfrechtvaardiging. Want men bedrijft ook reeds min of meer, beter of slechter, fi-losofie wanneer men zich (tegelijk rationeel en radicaal) vra-

gen stelt over de wereld, het menszijn en het geluk, over ge-rechtigheid en vrijheid, over de dood, God en het weten… Wie kan daarvan afzien? Het menselijk wezen is een filosoferend dier; als hij afstand neemt van de filosofie, doet hij afstand van

een deel van zijn menszijn. We moeten dus filosoferen: zo ver als we kunnen, en verder

dan we weten. Met welk doel? Voor een leven dat menselijker, inzichtelijker, serener, redelijker, gelukkiger en vrijer is… Dat is wat we traditioneel wijsheid noemen, een geluk zonder illu-

sies en leugens. Kunnen we dit bereiken? Ongetwijfeld nooit geheel. Maar dat belet ons niet ernaar te streven, noch om het te benaderen. ‘De wijsbegeerte’, schrijft Kant, ‘is het streven naar wijsheid van de mens, dat nooit geheel verwezenlijkt

wordt.’ Reden te meer om er zonder dralen mee te beginnen. De filosofie is dat werk; de wijsheid is die rust.

Wat is filosofie? De antwoorden zijn bijna even talrijk als de filosofen. Dat neemt echter niet weg dat zij gedeeltelijk sa-

menvallen of naar hetzelfde doel verwijzen. Wat mij betreft heb ik al sinds mijn studentenjaren een zwak voor het ant-woord van Epicurus: ‘Filosofie is een activiteit die, door vertogen en redeneringen, ons het gelukkige leven verschaft.’ Aldus wordt

de wijsbegeerte gedefinieerd door haar grootste resultaat (wijs-heid, gelukzaligheid), en dat is, ook al slaagt het pogen nooit geheel, meer waard dan het beperken van de filosofie tot haar mislukkingen. Het geluk is het doel, de filosofie de weg er-heen. Goede reis allemaal!