Fair Trade 11

download Fair Trade 11

of 1

Transcript of Fair Trade 11

  • 7/27/2019 Fair Trade 11

    1/1

    Op de onverharde weg dienaar de fabriek leidt,ruikt het naar uitwerpse-len en currykruiden. Hetis 35 graden en een rioolhebben ze in deze buiten-

    wijk van Dhaka niet.Op de vierde verdieping van een leegstaandflatgebouw is de geur verdrongen door die vanzweet. Er zitten zon 75 naaisters, knippers entekenaars in een ruimte van zon 50 vierkante

    meter broeken in elkaar te zetten. Een jonge-tje van een jaar of tien wordt door de lijnma-nager achter een naaimachine vandaan ge-sleurd als ze ziet dat hij me opvalt.

    De lijnmanager heet Lutifa. Ze heeft een gelesari aan en zet me gelijk aan het werk als ikhaar vraag me te behandelen als een Bengaalseop haar eerste dag. Ze legt uit hoe het flapje opde achterzak van een broek gevouwen moet

    worden. Met je vinger hierin duwen zodat heteen puntig zakje wordt. Ze wijst dan naar depubermeisjes op de grond die geroutineerdtien zakjes per minuut vouwen.

    De meisjes kijken nieuwsgierig toe. Haarvingers zijn te groot, zegt een meisje van eenjaar of 12. Ze houdt haar hand naast die vanmij. Met kleine handen gaat het beter. Lutifakijkt gepikeerd.

    De fabriek heet Bismillah Garments en demanager Mohammad Sahadat Hossain (33). Hij

    zit achter zijn bureau in een hokje op dezelfdeverdieping. We maken broeken voor India enDoebai. Niet voor Europa, daarvoor moet jegroter zijn en meer kunnen produceren perdag. Daar zijn we nog niet klaar voor. Maar we

    willen wel, want dat zou ons meer aanzien enwinst opleveren.

    Als je het nieuws moet geloven, staat de Ben-gaalse kledingindustrie internationaal onderdruk door slechte veiligheids- en werkomstan-digheden. In april kwamen 1133 mensen omhet leven bij de ramp in de Rana Plaza-fabriek.

    Maar als je uit het raam kijkt bij Bismillah zieje overal fabrieken in aanbouw: de vraag naargoedkope kleren neemt alleen maar toe.

    Het minimumloon in Bangladesh is op ditmoment 28 euro per maand. Bij Bismillah ver-dienen de arbeiders meer. Een volleerd naai-ster verdient 40 euro per maand en een begin-ner 30. Daarvoor werken ze zestig uur per

    week, elke dag tien uur. Vrijdag is een vrijedag. Voor overuren krijgen ze 5 eurocent peruur. En bij zwangerschap of ziekte niets.

    Er wordt in lijnen gewerkt. Dat betekent datgroepjes naaisters samen een broek maken. Deeerste tekent, de tweede knipt, de derdezoomt, de vierde naait ze aan elkaar, enzo-

    voort. Airco is er niet, aan het plafond hangentwee ventilatoren. Voor de ramen zitten traliesen er is maar een uitgang: die leidt naar eensmal trappenhuis zonder reling waar het helegebouw gebruik van maakt. Er hangt nbrandblusser aan de muur.

    Hossain geeft hier al tien jaar leiding. Hij iszelf als knipper begonnen en heeft zich om-hoog gewerkt. Zijn fabriek is een van de 5000kledingfabrieken in Bangladesh, althans vol-gens de officile cijfers van werkgeversorgani-satie BGMEA. Waarschijnlijk zijn het er tweekeer zo veel. De industrie is goed voor 77 pro-cent van de export van het land en er werkenzeker vijf miljoen mensen.

    Bismillah Garments is een fabriek die niet

    voor het Westen produceert en dus op velepunten slechter dan de fabrieken waar de kle-ren voor bijvoorbeeld Nederlandse winkels ge-maakt worden, vertelt Shahida Sarkar van vak-bond NGWWF.

    Met de veiligheid is het hier niet goed ge-steld, fluistert de vakbondsvrouw. Dat trap-penhuis kan echt niet. Maar het is logisch datze dat niet aanpakken, er is niemand die datafdwingt. Kledingbedrijven uit India en Doebaizullen heus geen inspecteurs sturen die opbrandveiligheid controleren. Bij fabrieken die

    voor het Westen produceren, ziet dat er andersuit. Zij moeten zich aan allerlei regels houdenen dus is de veiligheid daar meestal beter.

    Maar niet alles is in de westerse fabriekenbeter. Over het algemeen is de werkdruk daarhoger en de sfeer slechter, zegt Sarkar. Een fa-briek als deze heeft niet zon strenge lever-deadline, dus is er minder stress. Er wordt nietgeschreeuwd en geslagen.

    Ze wijst om zich heen. De arbeiders makenaf en toe een praatje met elkaar. Als de stroom

    weer eens uitvalt, drommen ze met zn allensamen om met hun ouderwetse mobieltjes fo-tos te maken van de buitenlandse gast.

    Hossain bevestigt het verhaal van de vak-bondsvrouw. We willen de veiligheid wel ver-beteren, maar dat is geen eis van de inkopers.

    We werken ook zonder exportvergunning. Datmaakt de inkopers weinig uit. Als ze een in-specteur sturen, kijkt die alleen naar de kwa-liteit van de kleren.

    In een fabriek een paar kilometer verderopgaat het er anders aan toe. Op een verdieping

    van zon 100 vierkante meter werken twee-honderd mensen in stilte.

    De naam van de fabriek mag niet in de krant,want er wordt hier geproduceerd voor eenFrans kledingmerk. Praten op de werkvloer isbij ons niet toegestaan, want anders haal ikmijn deadlines niet, zegt de manager die weHassan noemen. En dan verliezen de naai-

    sters hun werk.Hassans fabriek heeft wel een exportvergun-

    ning. Daar komt een hoop stress en gedoe bijkijken. Ik moet ambtenaren omkopen voor de

    juiste papieren, dat kost me duizenden eurosper jaar. Bovendien komt er om de zoveel tijdeen inspecteur die alles platlegt en eist dat ik

    van alles aanpas. Het wordt er wel beter van,maar het komt ook allemaal voor mijn reke-ning.

    Zijn fabriek ziet er op het eerste gezicht nietanders uit dan die van Hossain.

    Fabriek Bismillah Garments maakt broeken voor India en Doebai. Deze fabriek heeft niet zon strenge leverdeadline, dus is er minder stress. Er wordt niet geschreeuwd en geslagen. FOTO TASLIMA AKHTER

    Het is logischdatzehethiernietveiligermaken,er isniemanddiedatafdwingt

    fairtrade

    ZATERDAG OKTOBER 11

    Gang

    es

    Dhaka I N D I A

    I N D I A

    G o l f v a nB en g a len

    I N D I A

    B H U TA N

    B A N G L A D E S H

    100 km0

    TROUW

    IA

    INDIA

    BURMA

    LAOS

    CHINA

    BANGLADESH

    BHUTANNEPAL