Externe verslaggeving – Antwoorden studentenhoadd.noordhoff.nl/sites/7149/_assets/7149d04.pdf ·...

© 2009 Noordhoff Uitgevers bv

Externe vers laggev ing – Antwoorden s tudenten 1

Inhoud

Antwoorden hoofdstuk 1 2





















2 Externe vers laggev ing – Antwoorden s tudenten

Antwoorden hoofdstuk 1

Meerkeuzevragen

1.1 c 1.9 b

1.2 b 1.10 b

1.3 a 1.11 b

1.4 b 1.12 b

1.5 c 1.13 a

1.6 b 1.14 b

1.7 a 1.15 a

1.8 a 1.16 a

Toelichting 1.12: Zie bijvoorbeeld Klaassen, Hoogendoorn, Vergoossen, 2008, p. 31.




Meerkeuzevragen

2.1 b 2.9 b

2.2 b 2.10 b

2.3 c 2.11 b

2.4 b 2.12 b

2.5 c 2.13 b

2.6 b 2.14 c

2.7 b 2.15 b

2.8 b 2.16 a

Toelichting 2.16: Inzicht in het vermogen houdt in inzicht in de grootte en samenstelling van het vermogen. Dat betekent de grootte en samenstelling van activa, vreemd vermogen en eigen vermogen. Totaal vermogen dekt deze omschrijving. Eigen vermogen wordt in Stramien gedefinieerd als het verschil tussen activa en vreemd vermogen.




Meerkeuzevragen

3.1 a 3.12 c

3.2 a 3.13 c

3.3 a 3.14 a

3.4 b 3.15 c

3.5 b 3.16 b

3.6 a 3.17 b

3.7 a 3.18 c

3.8 a 3.19 b

3.9 b 3.20 c

3.10 c 3.21 b

3.11 b

Toelichting 3.5: In de vraag kan ‘van een structuurvennootschap’ vervallen. Het zijn van een structuurvennootschap is in dit geval niet relevant. Bovendien is het begrip structuurvennootschap niet uitgewerkt in Klaassen, Hoogendoorn en Vergoossen (2008). Ter aanvulling: een structuurvennootschap is een besloten of naamloze vennootschap die aan drie criteria voldoet (art. 2: 153 lid 2 en art. 2: 263 lid 2): 1 Het geplaatste kapitaal samen met de reserves volgens de balans met toelichting

bedraagt ten minste een bedrag dat bij Koninklijk Besluit wordt vastgesteld (2009: € 17 mln.);

2 De vennootschap of een afhankelijke maatschappij heeft krachtens wettelijke verplichting (WOR) een ondernemingsraad (OR) ingesteld;

3 Bij de vennootschap en haar afhankelijke maatschappijen samen, zijn in de regel ten minste 100 werknemers in Nederland werkzaam.

Op 1 oktober 2004 is een nieuwe Structuurwet in werking getreden. De positie van aandeelhouders van naamloze vennootschappen is versterkt; die van de commissarissen beperkt.




Meerkeuzevragen

4.1 a 4.11 a

4.2 c 4.12 c

4.3 a 4.13 b

4.4 b 4.14 c

4.5 b 4.15 b

4.6 b 4.16 b

4.7 c 4.17 a

4.8 a 4.18 b

4.9 a 4.19 a

4.10 c 4.20 b




Meerkeuzevragen

5.1 c 5.10 b

5.2 c 5.11 b

5.3 b 5.12 a

5.4 b 5.13 b

5.5 a 5.14 b

5.6 c 5.15 b

5.7 b 5.16 a

5.8 c 5.17 a

5.9 a 5.18 c

Vraagstukken

Uitwerkingen van de vraagstukken zijn aan uw docent ter beschikking gesteld.

Enkele aanwijzingen voor het uitwerken van de vraagstukken

V5.1 a Bij de uitwerking is ervan uitgegaan dat de kasstromen worden ontvangen aan het eind van de desbetreffende jaren.

Jaar 1: De contante waarde van de jaarlijks vrijvallende kasstromen wordt berekend met de somformule van een meetkundige rij. Alternatieven zijn het gebruik van de PV-functie (present value) van financiële calculators of van een EXCEL-werkblad en –functie.

V5.5 Correctie: In de tweede zin van de opgave dient “…per 1-1-2006…”, “…per 1-1-2008…” te zijn.

d Winst op basis van het substantialisme W1 = V1 – V0 – C0

Toelichting Over de inhoud van de instandhoudingsdoelstelling, C0, bestaan veel opvattingen. De traditionele Nederlandse vervangingswaardetheorie definieert C0, met behulp van de normale voorraad. Ook de werkelijke voorraad, of de voorraad gefinancierd met eigen vermogen zijn verdedigd. Er zijn ook substantialistische stelsels met waardering volgens uitgaafprijs (LIFO, ijzeren voorraadstelsel). Kortom hierop is cijfermatig geen eenduidig antwoord te geven. De vraag dient dus te vervallen. Op basis van de tekst



van Klaassen, Hoogendoorn, Vergoossen, 2008, pp. 134-136 is deze vraag niet eenduidig te beantwoorden.

e Correctie: In de laatste zin bij gevraagd e dient het prijsindexcijfer op 31 januari 130 (en niet 120) te zijn.




Meerkeuzevragen

6.1 b 6.11 c

6.2 a 6.12 c

6.3 b 6.13 c

6.4 b 6.14 b

6.5 a 6.15 b

6.6 a 6.16 b

6.7 a 6.17 a

6.8 a 6.18 het juiste antwoord ontbreekt

6.9 c 6.19 c

6.10 a 6.20 c

Toelichting 6.18: Het juiste antwoord is € 525.000. Berekeningen: De waarde volgens historische uitgaafprijs (hup) is begin 2008 (en eind 2007) 35/40 *€ 4 mln. = € 3,5 mln., de vervangingswaarde (vvw) 35/40 * € 5 mln. = € 4,375 mln. De vervangingswaarde eind 2007 was 35/40* € 4,4 mln. = € 3,85 mln. De herwaarderingsreserve is het verschil tussen boekwaarde vvw en hup, dus: herwaardering eind 2007: € 3,85 mln. – € 3,5 mln. = € 350.000; herwaardering begin 2008: € 4,375 mln. – € 3,5 mln. = € 875.000. De verandering van de herwaardering per begin 2008 bedraagt: € 875.000 – € 350.000 = € 525.000.

Vraagstukken





Meerkeuzevragen

7.1 c 7.6 c

7.2 b 7.7 c

7.3 b 7.8 a

7.4 b 7.9 c

7.5 b 7.10 b

Vraagstukken





Meerkeuzevragen

8.1 b 8.11 b

8.2 a 8.12 c

8.3 c 8.13 a

8.4 b 8.14 c

8.5 a 8.15 a

8.6 a 8.16 a

8.7 a 8.17 a

8.8 b 8.18 b

8.9 c 8.19 a

8.10 c

Vraagstukken

Uitwerkingen van de vraagstukken zijn aan uw docent ter beschikking gesteld. Enkele aanwijzingen voor het uitwerken van de vraagstukken

V8.2 Correctie: In de kop van de derde kolom onder Verkopen dient ‘Inkoopprijs’ te worden vervangen door ‘Verkoopprijs’. De eindvoorraad in kg is Beginvoorraad (100 kg) plus totale inkopen (1.000 kg) minus totale verkopen (950 kg) = 150 kg.




Meerkeuzevragen

9.1 a 9.11 b

9.2 b 9.12 a

9.3 a 9.13 c

9.4 a 9.14 a

9.5 a 9.15 c

9.6 c 9.16 b

9.7 b 9.17 c

9.8 a 9.18 c

9.9 c 9.19 a

9.10 a 9.20 b

Toelichting: 9.2: Besluit actuele waarde stelt in Artikel 10 1. Indien financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, komt daarvoor in aanmerking de marktwaarde. Klaassen, Hoogendoorn, Vergoossen, 2008, 196 " De aandelen behoren dan tot een zogenoemde handelsportefeuille. De opbrengstwaarde waartegen wordt gewaardeerd, is de beurskoers van de desbetreffende aandelen. Soms wordt dit ook waardering tegen marktwaarde of reële waarde (fair value) genoemd. De opgetreden waardestijgingen worden onmiddellijk als resultaat verantwoord." Hier wordt gesuggereerd dat opbrengstwaarde en marktwaarde synoniem zijn. Echter: Artikel 5 bepaalt: "Onder de opbrengstwaarde wordt verstaan het bedrag waartegen een actief maximaal kan worden verkocht, onder aftrek van de nog te maken kosten." Samengevat betekent dit dat de opbrengstwaarde gelijk is aan de marktwaarde minus de transactiekosten.

Vraagstukken





Meerkeuzevragen

10.1 b 10.11 c

10.2 c 10.12 c

10.3 b 10.13 c

10.4 c 10.14 b

10.5 b 10.15 b

10.6 b 10.16 c

10.7 c 10.17 b

10.8 b 10.18 a

10.9 a 10.19 c

10.10 a

Toelichting: MC 10.10: Met de garantieverplichting van € 60.000 is in de uitwerking geen rekening gehouden. Indien de € 60.000 wordt gezien als gebeurtenis na de balansdatum, zou de beginwaarde van de voorziening kunnen worden verhoogd met € 60.000 tot € 110.000. Bij gelijke onttrekking van € 20.000 en vaststelling van de garantievoorziening per 31 december 2008 op € 100.000 resulteert een onttrekking van € 10.000.

Vraagstukken





Meerkeuzevragen

11.1 b 11.12 a

11.2 a 11.13 a

11.3 b 11.14 c

11.4 c 11.15 b

11.5 c 11.16 a

11.6 b 11.17 c

11.7 c 11.18 a

11.8 a 11.19 a

11.9 c 11.20 b

11.10 b 11.21 b

11.11 b

Vraagstukken





Meerkeuzevragen

12.1 b 12.11 a

12.2 a 12.12 a

12.3 a 12.13 c

12.4 b 12.14 a

12.5 c 12.15 b

12.6 c 12.16 c

12.7 b 12.17 b

12.8 c 12.18 c

12.9 b 12.19 b

12.10 a

Toelichting: 12.17: Beursgenoteerde ondernemingen dienen IFRS* (dat zijn de door de International Accounting Standards Board vastgestelde en door de Europese Commissie goedgekeurde standaarden) volledig toe te passen. Er bestaan binnen IFRS* geen vrijstellingen voor kleine of middelgrote beursgenoteerde ondernemingen. Overigens zijn er geen of nauwelijks beursgenoteerde ondernemingen,. die aanspraak zouden kunnen maken op de vrijstellingen voor kleine of middelgrote ondernemingen.

Vraagstukken


V12.3 Correctie: In de opgave dient de zin: “De kosten van de verkochte voorraden bedragen € 3.739.” te vervallen.




Meerkeuzevragen

13.1 b 13.11 b

13.2 c 13.12 a

13.3 b 13.13 c

13.4 c 13.14 a

13.5 b 13.15 c

13.6 c 13.16 a

13.7 b 13.17 a

13.8 a 13.18 c

13.9 c 13.19 b

13.10 a 13.20 a

Toelichting: 13.13: De vraag dient te luiden: "Waarom dienen boekwinsten bij desinvesteringen in mindering gebracht te worden op de nettowinst..." 13.17: Alternatief c is ook juist. (zie Richtlijn 360.213)

Vraagstukken





Meerkeuzevragen

14.1 a 14.11 a

14.2 b 14.12 a

14.3 a 14.13 a

14.4 b 14.14 b

14.5 a 14.15 c

14.6 c 14.16 b

14.7 b 14.17 c

14.8 c 14.18 b

14.9 b 14.19 c

14.10 c 14.20 c

Vraagstukken


V14.5 d Correctie: Om het ‘evenredig deel van dividend’ te bepalen moet in het opgavenboekje ‘dividend 2006’ worden vervangen door ‘dividend 2007’.




Meerkeuzevragen

15.1 c 15.11 b

15.2 a 15.12 a

15.3 b 15.13 b

15.4 c 15.14 a

15.5 c 15.15 a

15.6 b 15.16 b

15.7 a 15.17 a

15.8 c 15.18 a

15.9 b 15.19 c

15.10 c 15.20 a

Vraagstukken

Uitwerkingen van de vraagstukken zijn aan uw docent ter beschikking gesteld. Aanwijzing voor het uitwerken van vraagstuk:

V15.4 Voor het beantwoorden van vraag c wordt aangenomen dat er geen veranderingen in de liquide middelen, het aandelenkapitaal en de lening optreden. De winstreserve vormt de sluitpost.




Meerkeuzevragen

16.1 c 16.10 a

16.2 c 16.11 a

16.3 b 16.12 b

16.4 b 16.13 a

16.5 b 16.14 b

16.6 c 16.15 b

16.7 c 16.16 a

16.8 b 16.17 a

16.9 c

Toelichting 16.14 Aangenomen is dat per eind november geen balans is opgemaakt. Dus: Crediteuren € 25.000 ($ 20.000 * € 1,25) aan Kas € 23.000 ($ 20.000 * € 1,15) aan Koerswinst € 2.000 ($ 20.000* (€1,25 – €1,15)). Indien per 1 december de balans was opgemaakt, dan was de koerswinst toegerekend aan november en waren de Crediteuren gedebiteerd voor € 23.000 (antwoord c) 16.17: In de opgave is met de post Afschrijvingen bedoeld de balanspost cumulatieve afschrijvingen. Indien Afschrijvingen wordt gelezen als afschrijvingskosten, dan is b het juiste antwoord.

Vraagstukken





Meerkeuzevragen

17.1 c 17.12 c

17.2 b 17.13 a

17.3 a 17.14 b

17.4 a 17.15 a

17.5 c 17.16 c

17.6 b 17.17 a

17.7 b 17.18 a

17.8 c 17.19 c

17.9 b 17.20 b

17.10 a 17.21 a

17.11 b 17.22 c

Vraagstukken





Meerkeuzevragen

18.1 c 18.11 a

18.2 c 18.12 a

18.3 a 18.13 b

18.4 b 18.14 c

18.5 c 18.15 b

18.6 a 18.16 a

18.7 b 18.17 c

18.8 a 18.18 c

18.9 b 18.19 a

18.10 a 18.20 b

Toelichting 18.17: In de vraag staat 'winst (na belasting)'; bedoeld is 'winst (voor belasting)'. Het antwoord op de vraag 'winst na belastingen' is € 255.000. Dit antwoord is niet opgenomen in de alternatieven.

Vraagstukken





Meerkeuzevragen

19.1 c 19.11 c

19.2 a 19.12 c

19.3 b 19.13 b

19.4 b 19.14 b

19.5 c 19.15 c

19.6 a 19.16 b

19.7 c 19.17 c

19.8 c 19.18 b

19.9 a 19.19 a

19.10 b 19.20 b

Toelichting: 19.5: Alternatief b is onjuist omdat in het jaarverslag geen aandacht dient te worden geschonken aan de beloning van bestuurders, maar aan het beloningsbeleid. 19.6: Het is overigens uitdrukkelijk niet toegestaan informatie waarvan is voorgeschreven dat die in de toelichting van de jaarrekening moet worden opgenomen, alleen maar in het directieverslag te vermelden. (Klaassen, Hoogendoorn, Vergoossen, 2008, p. 348) 19.8: In artikel 391 lid 1 staat: "Het jaarverslag wordt in de Nederlandse taal gesteld, tenzij de algemene vergadering tot het gebruik van een andere taal heeft besloten." Dat kan iedere taal zijn en is niet beperkt tot het Frans, Duits of Engels. 19.20: De wet (art. 2: 391) noemt onzekerheden en risico's in één zin. Deze vraag beoogt de verschillen tussen onzekerheden en risico's aan de orde te stellen. In bedrijfwetenschappen wordt gesteld dat risico's kunnen worden beheerst, risk management, onzekerheden kunnen niet worden beheerst. Voor risicobeheersing is het noodzakelijk dat de kansen en gevolgen betrouwbaar te schatten zijn. Risico's kunnen in de bedrijfswetenschappelijke context zowel gunstige als ongunstige gevolgen hebben. Wisselkoersrisico kan een voordelig (wisselkoerswinst) of een nadelig (wisselkoersverlies) tot gevolg hebben. Onzekerheden kunnen niet worden beheerst.

Vraagstukken





Meerkeuzevragen

20.1 a 20.11 a

20.2 c 20.12 c

20.3 c 20.13 b

20.4 b 20.14 b

20.5 a 20.15 b

20.6 b 20.16 b

20.7 c 20.17 a

20.8 b 20.18 c

20.9 b 20.19 c

20.10 b 20.20 b

Vraagstukken


Externe verslaggeving – Antwoorden studentenhoadd.noordhoff.nl/sites/7149/_assets/7149d04.pdf ·...

Documents

Transcript of Externe verslaggeving – Antwoorden studentenhoadd.noordhoff.nl/sites/7149/_assets/7149d04.pdf ·...