Evaluatie gemeente Arnhem 2012

20
Evaluatie 2012 Arnhem

description

Verslag van de activiteiten op het gebied van educatie, inburgering en volwassenenonderwijs.

Transcript of Evaluatie gemeente Arnhem 2012

Evaluatie 2012Arnhem

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

A

rn

he

m

2

VoorwoordMet enige trots is het ook dit jaar weer dat we u hierbij ons jaarverslag 2012 aanbieden. Een jaarverslag past niet alleen binnen onze code van ‘good governance’, maar ook omdat we graag willen laten zien dat Rijn IJssel Educatie & Integratie samen met de diverse gemeenten in onze regio goed bezig is om participatie, integratie en volwasseneneducatie inhoud te geven.

Vanuit de Wet Educatie en Beroepsonderwijs voeren we in alle gemeenten in onze regio cursussen, trainingen en scholingen uit, waarbij maatwerk voorop staat. Dat maakt dat er een grote diversiteit is ontstaan in ons aanbod qua vorm, inhoud en proces, afhankelijk van de vraag van de gemeente!Dit maakt ook dat we voor 2012 weer vijf jaarverslagen hebben samengesteld, per gemeente of cluster van gemeenten. Op deze manier kunnen we voldoende diep ingaan op onze activiteiten.

De overheid heeft met betrekking tot de Wet Educatie en Beroepsonderwijs in 2012 nogal wat wijzigingen voor de toekomst doorgevoerd. Zo komt de VAVO onder rijksfinanciering en een meer directe aansturing van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap te vallen. Gemeenten kunnen hun Educatiebudget in de toekomst alleen nog maar inzetten voor taal en rekenen en NT2. En gemeenten kunnen alleen nog maar inkopen op basis van groepscontacturen. Dit soort wijzigingen maakt dat het van groot belang om te bekijken wat de consequenties zijn voor het gemeentelijk aanbod en dat opnieuw bekeken wordt op welke manier budgetten efficiënt ingezet worden vanuit een integrale visie op participatie. Een goede relatie is daarbij van groot belang; we zullen daar vanuit Rijn IJssel alles aan doen om die zo te houden met gemeenten en waar mogelijk nog te verstevigen.

Als u zicht wil krijgen op wat we zoal het afgelopen jaar hebben aangeboden bij andere gemeenten, kunt u bij het secretariaat van Rijn IJssel Educatie & Integratie ook de jaarverslagen van andere gemeenten opvragen.

Educatie biedt ook kwalificerende trajecten aan, zoals bijvoorbeeld de opleidingen van het voortgezet onderwijs voor volwassenen (VAVO). Dit is een heel andere doelgroep, maar de afdeling VAVO is er ook in 2012 in geslaagd om een steeds groter wordende groep jonge mensen aan een diploma te helpen. Dit doen we steeds vaker met gelden van het Voortgezet Onderwijs, middels het zogenaamd ‘uitbesteden’ door het Voortgezet Onderwijs. Hierdoor bleven er in 2012 ook weer meer educatiemiddelen beschikbaar voor andere (WEB)-activiteiten.

Ook in de komende jaren kunt u bij Rijn IJssel Educatie & Integratie terecht voor educatie, integratie én participatie!

Het management van Rijn IJssel Educatie & Integratie,

Marjan van den Broek managerDick Mol managerWouter Groothedde directeur

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

A

rn

he

m

3

1. Gevraagd aanbodRijn IJssel Educatie & Integratie heeft in 2012 weer een groot aantal cursussen en trajecten uitgevoerd. Uitgangspunt daarbij is de visie van de gemeente Arnhem op participatie:

Participatie betekent letterlijk actieve deelname. Het begrip participatie is een logisch vervolg op het begrip ‘inspraak’, waarbij burgers mee mogen denken met de overheid. Bij participatie gaat het er om dat mensen niet alleen meedenken, maar ook structureel actief meedoen (alle Arnhemmers doen mee – participatievisie gemeente Arnhem, 2006. Meedoen: dat geldt voor iedereen, participatievisie gemeente Arnhem, juni 2009).

De gemeente Arnhem onderscheidt twee verschillende vormen van participatie:• Arbeidsparticipatie:betaaldwerkmetofzonderondersteuning.• Maatschappelijkeparticipatie:onbetaaldwerkendeelnameaanactiviteitenenvoorzieningen. Maatschappelijke participatie kan voor sommige Arnhemmers een springplank zijn richting betaald werk. Voor andere burgers is dit echter niet haalbaar of niet aan de orde. In dat geval zien wij maatschappelijke participatie als het hoogst haalbare doel.

Non-participatie op maatschappelijk of professioneel vlak kan leiden tot zaken als armoede, uitsluiting en afhankelijkheid. Voor allochtonen biedt participatie de mogelijkheid om te integreren in onze samenleving.Participatie is op de tweede plaats van belang voor het verbeteren van de leefbaarheid en de sociale samenhang in de stad. Uit het onderzoek ‘Leefbaarheid Doorgrond’ blijkt dat de leefbaarheidsproblematiek in sommige Arnhemse wijken samenhangt met problemen op het gebied van participatie.

Uit datzelfde onderzoek blijkt dat Arnhem kampt met de volgende problemen:• Hardekernvanlangdurigwerklozen.• Veelsegregatie,veelwerkloosheidvanallochtonenenlaagopgeleiden.• Hogejeugdwerkloosheid(relatiemetoverlastvanjongeren).• Tekortaanbanenvoorlaagopgeleiden.• ConcentratievanwerklozeninKrachtwijken.

De doelstellingen van het Arnhemse participatiebeleid zijn daarom:• Hetverhogenvandearbeidsparticipatie(betaaldwerk).• Hetverhogenvandemaatschappelijkeparticipatie(vergrotenvansocialeenbasisvaardigheden).• Hetverhogenvanhettaal-enopleidingsniveau.

Jaarlijks brengt de gemeente Arnhem in beeld welke educatieve behoeften bestaan bij grote groepen volwassenen met een laag tot zeer laag opleidingsniveau en maakt afspraken met Rijn IJssel om dit aanbod te realiseren.Daarbij is het uitgangspunt dat, waar mogelijk, een aanbod op wijkniveau wordt gedaan, waardoor de drempel wordt verlaagd en er een effect van sociale binding binnen de wijk kan ontstaan. (Bron: Visienota volwasseneneducatie, gemeente Arnhem december 2004).

Specifieke trajecten/doelgroepen die in 2012 een aanbod krijgen zijn:

NT2• Voortrajectenalfabetiseringvoorinburgeringsplichtigen.• TrajectengerichtopniveauverhogingNT2voordeelnemersdiehetinburgeringstraject hebben afgerond.• Staatsexamentrajecten.

Sociale redzaamheid• Voorvolwassenenmeteenlaagopleidingsniveau,diezichonvoldoendekunnenreddeninhun werksituatie of in het dagelijks leven, bijvoorbeeld Nederlands voor (functioneel), analfabeten, rekenvaardigheden, digitale vaardigheden of basiskennis Engels.

VAVO• HetVAVOrichtzichmetnameopcursistendieeenstart-ofdoorstroomkwalificatiewillen behalen en anderstaligen die hiaten in hun opleiding willen wegwerken (zie bladzijde 10).

Wijkgericht werken: cursussen in samenwerking met en op verzoek van organisaties die actief zijn in de wijkenDe samenwerking binnen de Arnhemse krachtwijken, gericht op een grotere maatschappelijke participatie, meer betrokkenheid, een grotere sociale cohesie, het benutten van ontwikkelingspotentieel bij mensen en minder afhankelijkheid van uitkering is het afgelopen jaar verder uitgebouwd. Rijn IJssel biedt een grote variatie aan cursussen, die ontwikkeld worden op verzoek van organisaties in de wijken. Helaas is door terugloop van het budget van het Ministerie van OC&W het aantal cursussen in de wijken in 2012 drastisch afgenomen.

Aanbod voor anderslerenden met een lichte verstandelijke beperkingIn samenwerking met Siza is er een avondschool voor anderslerenden met een licht verstandelijke beperking.

Scholingsaanbod voor vrijwilligers (organisaties)Op verzoek van Volare en diverse wijk- en vrijwilligersorganisaties is een uitgebreid aanbod op maat ontwikkeld voor mensen die actief zijn als vrijwilliger.

4

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

A

rn

he

m

2. Gerealiseerd aanbod 2012

Trajecten voor en na de inburgeringVan 2008 tot en met 2011 zijn er via de afdeling Inburgering veel cursisten ingestroomd die een inburgeringstraject moeten volgen maar nog niet gealfabetiseerd zijn. Aangezien het volume van de educatiemiddelen volledig ingezet was, is een aanvullend contract afgesloten met de gemeente Arnhem (middels een aanbesteding gegund aan Rijn IJssel):2008: 172 analfabete cursisten2009: 240 analfabete cursisten2010: 282 analfabete cursisten2011: 283 analfabete cursisten2012: 83 analfabete cursistenDe afname van het aantal analfabete cursisten blijkt duidelijk uit deze cijfers en is een rechtstreeks gevolg van de beleidsmaatregelen op het gebied van Inburgering.

Inmiddelshebbenweeengroteexpertisemetbetrekkingtotdespecifiekeaanpakvandezedoelgroep. Samen met de afdeling Inburgering zijn we tot de conclusie gekomen dat een alfabetiseringstraject meer moet zijn dan het leren lezen en schrijven, gericht op instroom in een inburgeringstraject. Alfabetiseringscursisten hebben jarenlang in een situatie geleefd dat ze zichzelf hier niet of nauwelijks konden redden. Ze zijn als het ware gehospitaliseerd. Ze moeten zelfvertrouwen opbouwen en het lef krijgen zaken zelf op te pakken en actief te gaan deelnemen aan de Nederlandse samenleving.Empowerment en gespreksvaardigheid zijn, naast het leren lezen en schrijven, dan ook belangrijke onderdelen ter ondersteuning van het alfabetiseringstraject. De cursist volgt het traject in de eigen wijk en werkt aan de hand van het alfaportfolio aan opdrachten die uitgevoerd dienen te worden in de eigen leefomgeving. Iedere zes weken is er een wijksafari, waarbij de cursisten het geleerde ook daadwerkelijk in de praktijk moeten brengen. Tevens leren ze de organisaties in de wijk kennen.

Voorinburgeraarsdiehetexamenbehaaldhebben,ishetmogelijkomviaEducatietewerkenaan taalniveauverhoging. Veel inburgeraars maken hier gebruik van: het niveau van het inburgeringsexamenisinveelgevallennogonvoldoende.Eengrootdeelvandeinburgeraarswiluiteindelijk het taalniveau (A2) behalen, dat nodig is voor naturalisatie. Anderen gaan door richting Staatsexamen1of2.Ookbijdezedoelgroepishetbelangvanmaatschappelijkeparticipatieonderkend. Naast het werken aan taalniveauverhoging is activering en participatie een belangrijk onderdeel van de methodiek geworden.

5

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

A

rn

he

m

Gepland aantal deelnemers Werkelijk aantal deelnemersVoortrajecten alfabetisering 22 26Niveauverhoging NT2 na inburgering 94 184Sociale redzaamheid 70 113Totaal 186 323*

*)Doorflexibelein-enuitstroomvancursistengedurendehethelejaarkunnenermeerdere cursisten gebruik maken van 1 cursistplaats op jaarbasis.

Doorlopende trajecten

6

Trajecten sociale redzaamheid voor laaggeletterdenDoor de gerichte aandacht van gemeente en Rijn IJssel voor werving en toeleiding van laaggeletterden is een continue instroom te zien in de trajecten. Het gaat hier met name om Nederlanders, die zich onvoldoende kunnen redden in het dagelijks leven en op hun werk, doordat ze moeite hebben met lezen, schrijven en rekenen. Deze doelgroep is moeilijk te bereiken. Potentiële deelnemers schamen zich voor hun laaggeletterdheid en houden hun ‘geheim’ angstvallig stil.

De afgelopen jaren is veel aandacht besteed aan dit maatschappelijk probleem en we zien dat deze aandacht haar vruchten begint af te werpen. De afgelopen twee jaar namen er ruim 100 laaggeletterden deel aan een traject. Deze doelgroep neemt deel aan de trajecten sociale redzaamheid en daarnaast aan diverse andere cursussen: het is makkelijker om je aan te melden voor een computercursus dan voor een cursus lezen en schrijven. Door een gerichte toeleiding en begeleiding vanuit de docenten van deze cursussen maken cursisten regelmatig de overstap naar een lees- en schrijfcursus. Ze moeten hiervoor de bekende drempel over. Door een wetswijziging in de Educatie wordt de toeleiding en werving van laaggeletterden de verantwoordelijkheid van de gemeente zelf.De mogelijkheid om cursisten toe te leiden via een aanbod van korte cursussen in de wijk vervalt eveneens. De gemeente Arnhem zal hier op inspelen door een ‘aanjager laaggeletterdheid’ aan te stellen, die afspraken kan maken over de toeleiding van Werk & Inkomen, sociale werkvoorziening, UWV en dergelijke.DelandelijkeStichtingLezen&SchrijvenheeftderegioArnhem,opgrondvanhaarexpertise,uitgekozen als pilotregio.Doel van de pilot is het verminderen en voorkomen van laaggeletterdheid in de regio via twee sporen:1. Zorgen dat het regionale aanbod bekend is (ook het informele aanbod)2. Zorgen dat op de vindplaatsen wordt herkend en doorverwezen: • Potentiëlebondgenoten(bedrijven,zorginstellingen,dienstverlenersengemeenten) bewust maken van hun mogelijke rol en ze stimuleren die rol op te pakken. • Ondersteuningvanpotentiëlebondgenoten:equiperenomteherkennenendoorte verwijzen naar de juiste instelling.

Enkele cursisten zijn actief als ambassadeur voor laaggeletterden; zij zijn ervaringsdeskundigen en hebben een speciale training gevolgd om als ambassadeur te kunnen optreden. Onze ambassadeurs worden ingezet ten behoeve van de werving: een eigen verhaal heeft immers de meeste impact.

Rijn IJssel sluit aan bij landelijke promotieacties zoals de 0800-lijn, de Week van de Alfabetisering en de Week van het Leren, door wervingsacties in plaatselijke kranten, bij buurthuizen, bibliotheken en toeleiders zoals maatschappelijk werk en huisartsen.Alle toeleidingsactiviteiten leiden niet direct tot een groot aantal aanmeldingen. Continue aandacht en gerichte werving blijven van belang om deze doelgroep te bereiken.

LeesclubIn het Spijkerkwartier is er een leesclub, waaraan negen mensen deelnemen. Deze leesclub wordt begeleid door een vrijwilliger. Rijn IJssel biedt ondersteuning door het aanleveren van geschikt lesmateriaal. Het doel van de leesclub is de deelnemers te laten ervaren dat lezen leuk is.

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

A

rn

he

m

7

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

A

rn

he

m

Het kabinet is in 2012 gestart met een landelijk actieplan laaggeletterdheid (2012 - 2015).In het rapport ‘Opbrengsten in beeld’, dat ter voorbereiding op dit landelijke actieplan is geschreven blijkt onder meer dat in absolute zin de autochtonen in de meerderheid (70%) zijn als het gaat om laaggeletterdheid, maar dat bij allochtonen relatief gezien laaggeletterdheid vaker voorkomt. Bovendien zijn vrouwen oververtegenwoordigd en blijkt dat de helft van de laaggeletterden werkt.Uit dit rapport blijkt dat er de afgelopen jaren maatschappelijk meer aandacht is gekomen voor het vraagstuk, dat de problematiek meer bespreekbaar is geworden, dat er meer partijen (publiek en privaat) bij het vraagstuk betrokken geraakt zijn en er een infrastructuur is ontstaan van educatieaanbieders, sociale partners, vrijwilligersorganisaties, bibliotheken, welzijnsorganisaties, gezondheidscentra en woningcoöperaties. Ook zijn er negen CAO’s afgesloten met afspraken over verbetering van taalvaardigheid op de werkvloer.Desondanks is nog steeds 10% van de beroepsbevolking laaggeletterd. Dat komt voor een belangrijk deel doordat het een dynamische groep betreft. Er zijn mensen die uit de doelgroep verdwijnen, maar er is ook sprake van nieuwe instroom. Daarbij gaat het om zowel jonge als oude(re) mensen, autochtoon en allochtoon. In het rapport wordt de verwachting uitgesproken dat, bij ongewijzigd beleid, ook in 2020 10% van de beroepsbevolking laaggeletterd zal zijn. Daarom acht het kabinet nieuwe maatregelen nodig, die zijn uitgewerkt in het Actieplan Laaggeletterdheid 2012 - 2015.

Tot nu toe heeft het accent in Nederland vooral gelegen op lezen en schrijven. De eisen om maatschappelijk volwaardig te kunnen functioneren worden echter steeds hoger.

Dit heeft geleid tot vernieuwing van het begrip geletterdheid:Laaggeletterdheid omvat luisteren, spreken, lezen, schrijven, gecijferdheid en in dat kader het gebruiken van alledaagse technologie om te communiceren en om te gaan met informatie.

Om binnen de educatie prioriteit te geven aan het bevorderen van geletterdheid gaat per 1 januari 2013 een wetswijziging voor Educatie in, waardoor er alleen nog opleidingen gericht op de basisvaardigheden Nederlandse taal en rekenen gegeven kunnen worden; allerlei trainingen en cursussen, die nu uitgevoerd werden onder de definities ‘sociale redzaamheid’ en ‘breed maatschappelijk functioneren’ kunnen dan niet meer.Gezien de vraag van de gemeente Arnhem de afgelopen jaren betekent dit een grote verschuiving.

Wijkgericht werkenAls gevolg van de samenwerking tussen Rijn IJssel, de participatiecoaches van de gemeente en de participatiemedewerkers van Rijnstad worden scholingsvragen van wijkbewoners en wijkorganisaties opgepakt en uitgevoerd.

Het netwerken in de verschillende wijken en het opbouwen van een goede samenwerking met de ketenpartners is van groot belang voor de uitvoering van educatietrajecten.

8

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

A

rn

he

m

Een overzicht van de netwerken waarin Rijn IJssel Educatie & Integratie participeert op wijkniveau:MalburgenSamenwerking met de partners in het Bruishuis: door deel te nemen aan de Bruishuislunches blijven we in nauw contact met de participatiecoaches, 2Switch en Pasvorm.We geven onze lessen op de volgende locaties: De Spil, De Malburcht, De Hobbit, De Prisma, Het Bruishuis en De Akkerwinde.

Arnhemse BroekWe geven onze alfabetiseringslessen en de cursussen voor vrijwilligers in de Symfonie.

Door laagdrempelige cursussen in de wijk aan te bieden kan educatie een bijdrage leveren aan de sociale cohesie in de wijk, aan grotere betrokkenheid en aan een meer maatschappelijke participatie. Ontwikkelingskansen van mensen worden benut.

VrijwilligersondersteuningVrijwilligers spelen een belangrijke rol in onze samenleving: ze zijn actief in de eigen wijk of buurt. Hierdoor wordt de sociale cohesie in de eigen wijk versterkt.Door te werken als vrijwilliger krijgen mensen zicht op hun eigen kwaliteiten en komen ze met allerlei nieuwe aspecten van de samenleving in aanraking. Uiteraard roept dit vrijwilligerswerk ook scholingsvragen op. Deze scholingsvragen worden geïnventariseerd door de organisaties die werken met deze vrijwilligers; zij leggen de scholingsvragen bij ons neer.Inmiddels levert dat een gevarieerd palet aan trainingen op. De samenwerking met Volare loopt uitstekend: met elkaar zijn we steeds beter in staat om de scholingsvraag te formuleren en een aanbod op maat te ontwikkelen.

Cursusaanbod op maat, uitgevoerd in de wijken

Diverse activeringsactiviteiten Aantal deelnemers Waardering gemiddeldBasisvaardigheden computer 31 8,2Oudercursus Meedoen met je kind 48 8+(Malburgen)Oudercursus Laarakker 15 Laarakker: 8 Prisma: 8+

Cursusaanbod vrijwilligers

Aantal cursisten WaarderingSpreekvaardigheid 12 8,5Prezi 24 7,5Levensboek maken 19 8,4Vrijwillige speeltuinouder 11 9Toezichthouders ‘t Anker 12 8,8Facebook 12 7,5Van idee naar activiteit 12 9

9

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

A

rn

he

m

De volgende trainingen zijn niet doorgegaan vanwege te weinig deelnemers:Volare: linkedIn voor beginnersVolare: toezichthouders/gastheerschap De HommelVolare: EHBO Presikhaaf

Aanbod voor anderslerenden met een licht verstandelijke beperking en/of lichamelijke beperkingAvondschool, 126 deelnemers.Op verzoek van Siza en de gemeente is een aanbod ontwikkeld voor de doelgroep verstandelijk gehandicapten met een wat hoger niveau. Dit aanbod is verdeeld in twee blokken van acht weken, waarin de cursisten kunnen werken aan de door hen gekozen vakken:• Nederlandslerenlezenen/ofschrijvenenwerkenmetWord• EHBO• Computer,Internetene-mail• Budgetteren• Natuurnabij• Inenomhethuis• Spreekvaardigheid• Engelsspreekvaardigheid• Creatief• Rekenen• Wereldgodsdiensten• Engels• WeerbaarheidOver het algemeen geldt dat de cursisten met veel enthousiasme de verschillende cursusonderdelen bezoeken. De cursisten werken in hun eigen tempo en op hun eigen niveau. De lessen worden verzorgd door docenten van zowel Siza als van Rijn IJssel. De gemiddelde waardering voor dit cursusaanbod is een 9.

OpbrengstenJaarlijks levert Educatie & Integratie de rendementcijfers van de deelnemers die onder de WEB (Wet Educatie en Beroepsonderwijs) vallen aan bij de Inspectie van Onderwijs. De Inspectie hanteert de volgende definitie voor opbrengsten: ‘Traject succesvol afgerond’ betekent dat het traject van de deelnemer is afgerond conform de doelen als vastgelegd in de onderwijsovereenkomst met de deelnemer. Dit resulteerde in 2012 tot een opbrengst van 76%.

In totaal hebben er 322 mensen deelgenomen aan het korte cursusaanbod.

10

3. VAVORijn IJssel VAVO had het afgelopen jaar voor het eerst sinds vijf jaar weer te maken met een lichte krimp.Terwijlwe,vanwegestrengereexameneiseninhetVO,meerstudentenverwachtten,namhetaantal studenten licht af. We kregen minder leerlingen via de ‘Rutte regeling’; de uitbesteding vanuit het Voortgezet Onderwijs. Het aantal WEB-leerlingen nam toe van 118 in 2011 naar 159 in 2012. Zij realiseerden 95640 onderwijsuren. Rijn IJssel VAVO heeft daarmee meer studenten bediend dan budgettair mogelijk was; we hadden becijferd dat we op basis van het budget ongeveer 135 leerlingen konden inschrijven, die 73316 uur zouden realiseren.

Rijn IJssel VAVO is het afgelopen jaar ook door de inspectie bezocht. Iedere 3 jaar worden ROC’s bezocht met een grootschalig onderzoek. Vooraf maakt de inspectie een analyse op de risico’s. Men bekijktdeopbrengsten(examenresultaten),beoordeeltdeingeleverdedocumentenenbekijktoferklachten zijn binnengekomen, of veel administratieve meldingen uit BRON, het volgsysteem van de IB groep.Op basis van die risicoanalyse beperkte het inspectiebezoek zich tot een dagdeel, met een kort gesprek. Het eindoordeel over Educatie, het VAVO was positief. Het afgelopen jaar heeft het VAVO team vooral ingezet op de verbetering van de kwaliteit en de borgingvandiekwaliteitvandeschoolexamens.IntegenstellingtoteengewoneschoolvoorVoortgezetOnderwijskentVAVOalleenexamenklassen.Dekwaliteitvandeexamineringisdanookhetbelangrijksteitem.Metondersteuningvaneenexternepartnerishetgehelehandboekexamineringherzienengeactualiseerd.In totaal stonden er op 1 oktober 2012 165 (2011: 118) studenten ingeschreven op WEB-gelden en 256 (2011: 342) studenten via de uitbesteding. De overige deelnemers werden gefinancierd vanuit het mbo of betaalden het traject zelf.

ExamenresultatenRijn IJssel VAVO had op 1 oktober 2011 495 ingeschreven studenten. In mei behaalden 227 leerlingen rechtstreeks hun diploma. Na de herkansing behaalden nog eens 16 leerlingen hun diploma. Totaal dus 242 diploma’s. Dat is een rendement van 49%. Daarbij kan nog worden opgemerkt dat niet alle ingeschreven kandidaten het doel hadden een diploma te behalen. 335 kandidaten hadden het plan omeendiplomatebehalen.296zijnerdaadwerkelijkgestartmethetexamen.Vandieleerlingenbehaalde dus 82% een diploma. Het slagingspercentage is dus (uitgaande van het aantal op 1 oktober) 73%.

Andere relevante cijfers om de kwaliteit van een VAVO-opleiding te kunnen beoordelen, is het verschil tussenhetschoolexamencijferenhetcijfervoorhetcentraalexamen.Inonderstaandetabelzijndiecijfersopgenomen.Deinspectienormisdatditverschilmaximaal0,5puntmagzijn.Alleenbijhet(relatief kleine) vmbo overschrijden we die norm.

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

A

rn

he

m

Aantal leerlingen die op 1 oktober Aantal diploma’s Percentage diploma wilden halenVMBO 40 24 60HAVO 176 121 69VWO 119 97 82Totaal 335 242 73

Daarinisookhetgemiddeldecijfervoorhetcentraalexamentelezen.Deinspectiehanteertalsnorm een gemiddeld cijfer van 5,8. Die norm halen we bij alle afdelingen.

Met deze cijfers scoren we goed; in de ranking van de Onderwijsinspectie behoort het VAVO van Rijn IJssel tot de 3 best renderende VAVO’s van Nederland.

Vooruitgebreidereinformatieoverdeexamensverwijzenwenaarhetexamenverslag,opverzoekbeschikbaar.

Vanaf 1 januari 2013 wordt het VAVO rechtstreeks uit de Rijkskas bekostigd. Dit is dus het op één na laatste verslag van het VAVO. In 2014 krijgt u nog de cijfers over de leerlingen die op 1 oktober 2012 ingeschreven stonden.

Op 1 oktober 2011, de teldatum die gebruikt wordt voor het verslagjaar 2012, stonden er vanuit Arnhem 79 deelnemers op WEB-gelden ingeschreven bij het VAVO (7 VMBO, 52 HAVO en 20 VWO). In 2010 waren dat er nog 88. Samen realiseren ze 49600 onderwijsuren. 31 deelnemers wilden een diploma behalen, 21 deelnemers behaalden een diploma en 33 deelnemers behaalden 79 certificaten.

11

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

A

rn

he

m

Totaal na 2e tijdvak Aantal SE CE CE-SEHAVO 774 6,02 6,13 0,09VMBO 133 6,48 5,87 -0,62VWO 458 6,31 5,98 -0,35

12

4.Kwaliteitszorg

Visie op kwaliteitszorgRijn IJssel gaat uit van een integrale visie op kwaliteit en kwaliteitszorg. Uitgangspunt hierbij is dat de verantwoordelijkheid voor kwaliteit een gedeelde verantwoordelijkheid is. Alle medewerkers van Rijn IJssel dragen verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van hun eigen handelen. Het eigen handelen is hierbij afgestemd op de belangen van studenten, collega’s en de doelstellingen van RijnIJsselendedaartoebehorendeonderdelen.KwaliteitszorgisbijRijnIJsseldusmeerdanalleeneen kwaliteitszorgsysteem of een meetsysteem. Het gaat ook of misschien juist over gedrag en houding. Gedrag en houding waarbij ieder individu en ieder onderdeel van Rijn IJssel zich bewust is van de effecten van zijn of haar handelen, hier af en toe bij stil staat en op basis daarvan probeert zijn of haar handelen aan te passen. KwaliteitszorgisvoorRijnIJsselookhetzichtbaarmakenvandekwaliteitvanhetonderwijsendeorganisatie. Systematische kwaliteitszorg en het systeem van kwaliteitszorg hebben daarbij niet alleen waarde voor Rijn IJssel zelf, maar is ook een verantwoordingsmiddel naar studenten, het beroepenveld, de opdrachtgevers, de medewerkers alsook de inspectie en de maatschappij. De integrale visie op kwaliteitszorg betekent dan ook dat gedrag en systeem op elkaar moeten worden afgestemd en elkaar dienen te versterken. Integraal betekent voor Rijn IJssel ook datkwaliteitszorgbetrekkingheeftopalonzeactiviteiten.Kwaliteitszorggaatduszoweloveronderwijskwaliteit, als over bedrijfsvoering. Het gaat over de mate waarin wij erin slagen onze (maatschappelijk relevante) doelen te realiseren. De kwaliteitscyclus (plan, do, check, act) is dan ook geïntegreerd in onze beleidscyclus.We doen de dingen die we doen (organisatie) om iets tot stand te brengen (resultaten). Resultaten zijn hierbij niet alleen beperkt tot onderwijsresultaten en/of financiële resultaten, maar hebben eveneens betrekking op de waardering (tevredenheid) van studenten, het beroepenveld, de opdrachtgevers, de medewerkers en bijvoorbeeld de onderwijsinspectie. Kortomwedienenonscontinuaftevragenwaaromwededingendoendiewedoen.Welkeafspraken(plannen)hebbenweonderlinggemaakt?Hoezijndieafsprakentotstandgekomen?Komenwe die afspraken na (uitvoeren)? Evalueren (toetsen) we het effect van de gemaakte afspraken? Zijn afspraken ook vastgelegd? Is er voldoende draagvlak voor de gemaakte afspraken? Worden afspraken aangepast indien daar aanleiding toe is (bijstellen)?

ZelfevaluatieOm de kwaliteit en effectiviteit van het onderwijs te borgen worden cijfers geanalyseerd en wordt aan betrokkenen gevraagd wat hun mening is over het onderwijs. Deze gegevens worden gebruikt bij de tweejaarlijkse zelfevaluatie van de onderwijsteams. De criteria waarop de teams zichzelf beoordelen zijn:• Programma• Leerproces• Begeleiding• OmgangenVeiligheid• Kwaliteitszorg

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

A

rn

he

m

13

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

A

rn

he

m

Deze monitoring van de onderwijskwaliteit vormt de basis voor kwaliteitsverbetering. Indien nodig worden verbeteracties opgenomen in het teamcontract.

Keurmerk Inburgering (KIWA)HetKeurmerkInburgeringvanStichtingBlikopWerkisontwikkelddoorMBORaad,BOAenBOREA.HetkeurmerkwordtafgegevendoorKIWA.ElkjaarvoertKIWAeenaudituitenwordthetkeurmerkal dan niet verlengd. Blik op Werk kent in het vierde cyclusjaar de mogelijkheid tot het verlenen van een vrijstelling voor de audit, mits in de voorafgaande jaren geen onvoldoendes zijn gescoord en de resultaatgegevens voor cyclusjaar vier aan alle normen voldoet. Aangezien Rijn IJssel aan alle normen voldoet heeft in 2012 geen audit heeft plaatsgevonden. De volgende audit is in 2013.De prestatie-indicatoren, onderverdeeld naar aandachtsgebied, zijn:

Algemeen CursuscontractDoorlooptijden 1. Doorlooptijd tot start cursus 2. Doorlooptijd cursusResultaten 3. Eindresultaat cursus 4. Slagingspercentage 5. Contractprestatie collectieve contractenBegeleiders 6. Bekwaamheid begeleidersOrganisatie 7. Privacyreglement 8. KlachtenmanagementTevredenheid 9. Tevredenheid cursisten 10. Tevredenheid opdrachtgevers

Toezichtskader Inspectie van OnderwijsAan de hand van verantwoordingsdocumenten van de instelling maakt de Inspectie van Onderwijs jaarlijks een risico-inventarisatie. Indien er risico’s worden gesignaleerd, komt de Inspectie de school bezoeken en voert een nader onderzoek uit. Hieronder de criteria uit het waarderingskader:

1. Naleving wettelijke vereisten2. Opbrengsten3. Onderwijsproces: • Samenhang • Maatwerk • Didactischhandelen • Leertijd • Leeromgeving • Intakeenplaatsing • Studieloopbaanbegeleiding • Zorg • Beroepspraktijkvorming/Stage4. Kwaliteitvanhetleraarschap: • Didactischhandelen • Betrokkenheiddocenten • Professionaliseringvandocenten

14

5. Examineringendiplomering: • Exameninstrumentarium • Afnameenbeoordeling • Diplomering6. Kwaliteitsborging: • Sturing • Beoordeling • Verbeteringenverankering • Dialoogenverantwoording7. Financiële continuïteit: • Financiëlepositie • Financiëlebeheersing

Bij het laatste Inspectieonderzoek in 2012 constateerde de Inspectie geen risico’s voor de afdeling Educatie.

Exameninstelling (KCE)Sinds2007isRijnIJsselexameninstellingvoorhetpraktijkdeelvanhetInburgeringsexamen.JaarlijksvoertKCE(KwaliteitsCentrumExaminering)eenaudituitomdekwaliteitteborgen.Deze audit is gericht op een vijftal auditaspecten met bijbehorende beoordelingscriteria:• Registratieenidentificatie• Afnameenbeoordeling• Resultaatverwerking• Verantwoording• Afhandelingklachten,beroepszakenenfraude

Indiendeexameninstellingvoldoetaanalleaspecten,verlengtKCEdegoedkeurendeverklaringendaarmeedebevoegdheidtothetafnemenvanpraktijkexamensInburgering.Nadejaarlijkseauditin2012constateerdeKCEdatRijnIJsselvoldoetaanallecriteria.

TevredenheidonderzoekenOpdrachtgeversEen onafhankelijk bureau van Blik op Werk houdt ieder jaar een tevredenheidonderzoek onder opdrachtgevers. In 2012 gaven de opdrachtgevers Rijn IJssel een 7,8 (landelijk gemiddelde 7,3).

DeelnemersHetzelfde onafhankelijke bureau van Blik op Werk houdt ook ieder jaar een tevredenheidonderzoek onder de inburgeraars. In 2012 gaven de inburgeraars Rijn IJssel een 8,4 (landelijk 7,5).NaastditexternetevredenheidonderzoekbevraagtRijnIJsselookzelfiederetweejaarde deelnemers van Educatie en Integratie. In 2010 kwam uit dit onderzoek een gemiddeld tevredenheidpercentage van 91%. Het volgende onderzoek vindt plaats in maart 2013. De tevredenheid van de VAVO-deelnemers is gemeten in januari 2012 en was 84%.

MedewerkersIedere twee jaar wordt een tevredenheidonderzoek gehouden onder het personeel. In 2012 gaf het personeel van Educatie & Integratie Rijn IJssel een 7,6.

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

A

rn

he

m

15

5. Bijlage: cijfermatige gegevensDeze cijfers zijn de gegevens uit het cursistregistratiesysteem PeopleSoft. Conform de raamovereenkomst Educatie worden de gegevens van de deelnemers, die hebben deelgenomen aan de korte cursussen en trainingen, hierin niet geregistreerd.Deze aantallen zijn niet in bijgaande tabellen verwerkt.In totaal hebben 322 cursisten deelgenomen in 2012 aan de korte cursussen en trainingen; wij verwijzen u voor deze gegevens naar pagina 6 van deze evaluatie.

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

A

rn

he

m

man 42%

vrouw 58%

VAVO

man 35%

vrouw 65%

Educatie

Sekse

Arnhem Man Vrouw TotaalVAVO 34 42% 46 58% 80educatie 113 35% 210 65% 323totaal 147 36% 256 64% 403

Achtergrond

Arnhem autochtoon allochtoon TotaalVAVO 70 88% 10 13% 80educatie 58 18% 265 82% 323totaal 128 32% 275 68% 403

allochtoon 13%

autochtoon 87%

VAVO Achtergrond

autochtoon 18%

allochtoon 82%

Educatie Achtergrond

16

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

A

rn

he

m

Leeftijdsopbouw

Arnhem <20 20-30 30-40 40-50 50-60 >60 onb TotaalVAVO 29 48 2 1 0 0 0 80educatie 0 87 98 87 38 13 0 323totaal 29 135 100 88 38 13 0 403

Leeftijdsopbouw VAVO

29

48

2 1 0 00

<20 20-30 30-40 40-50 50-60 >60 onb

0

10

20

30

40

50

Leeftijdsopbouw Educatie

0

8798

87

013

38

<20 20-30 30-40 40-50 50-60 >600

20

40

60

80

100

17

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

A

rn

he

mEducatie deelnemers 2012 (1)

Arnhem SR BMF NT2 NT2_ALFAeducatie 113 0 184 26 323 totaal 113 0 184 26 323

Educatie gerealiseerd urenaanbod 2012 (2)

Arnhem SR BMF NT2(2) NT2_ALFAeducatie 9447 0 31132 5259 45838

totaal 9447 0 31132 5259 45838

Educatie gerealiseerd urenaanbod 2012

9447

0

31132

5259

BMF NT2 NT2_ALFASR0

5000

10000

15000

20000

25000

30000

35000

VAVO deelnemers per 1-10-2011 VAVO aanbod per 1-10-2011

Arnhem VMBO HAVO VWO Totaal VMBO HAVO VWO TotaalVAVO 7 52 20 79 5120 29920 14560 49600 totaal 7 52 20 79 5120 29920 14560 49600

(1)aantalgevolgdeprogramma’s,deelnemerskunnendusmeerdan1xgeteldzijn.(2) toeslag van 20% toegepast.

18

Urenaanbod VAVO WEB deelnemers 01-10-2011

5120

29920

14560

HAVO VWOVMBO0

5000

10000

15000

20000

25000

30000

Ri

jn

I

Js

se

l

Ev

al

ua

ti

e

20

12

A

rn

he

m

19

ContactadresUtrechtsestraat 40/42, 6811 LZ ArnhemPostbus 5162, 6802 ED Arnhem026 [email protected]/educatie

UitvoeringslocatiesArnhem Utrechtsestraat 40/42, Arnhem026 3129200

De LiemersBabberichseweg 23, Zevenaar0316 524153

Overbetuwe/Lingewaard Pr. Irenestraat 49, Elst0481 377492

RenkumGroeneweg 14, Renkum0317 315474

Rheden e.o.Tellegenlaan 2, Dieren0313 450500