Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve...

52
www.geoinformatienederland.nl Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2018 jaargang 15 • Nummer 3 FIG Congres in Istanbul Geo-Informatie bij de Nationale Politie 3D-gebouwenmodel wordt volwassen Europees GNSS voor landmeters

Transcript of Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve...

Page 1: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

ww

w.g

eoin

form

atie

nede

rland

.nl

• Va

kbla

d va

n G

eo-In

form

atie

Ned

erla

nd

2018

• j

aarg

ang

15 •

Num

mer

3

FIG Congres in Istanbul

Geo-Informatie bij de Nationale Politie

3D-gebouwenmodel wordt volwassen

Europees GNSS voor landmeters

Page 2: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

BELEEFGEO-INFORMATIEOP GEOBUZZ

GeoBuzz is de grootste landelijke beurs met congres over geo-informatie.

De bezoekers zijn:• Geo-professionals, gebruikers van geo-informatie en studenten• Overheden, bedrijven en kennis- organisaties• Bestuurders, managers en uitvoerders

20 & 21NOVEMBER

1931 CONGRESCENTRUMIN ‘S-HERTOGENBOSCH

BEURSINSCHRIJVINGEN GESTARTDe beurs biedt bedrijven volop mogelijkheden. Er zijn diverse soorten beursplaatsen beschikbaar. Alle informatie over de beurs vindt u op de website.

OPROEP VOOR PRESENTATIE-VOORSTELLENGeef een presentatie in een van de thema-programma’s over: Energie-transitie, Smart Mobility, Omgevingswet en Agri-innovatie. Dien uw voorstel voor 1 juli in via de website.

“GEOBUZZ BRENGT SAMEN”

Maakt u

het eerste

lustrum

mee?

PROGRAMMA

• Inspirerende plenaire presentaties

• Bedrijfsprogramma’s

• GIN-programma

• Carrière- en Onderwijsprogramma

• Thema programma’s

GRATIS DEELNAMESCHRIJF U IN

WWW.GEOBUZZ.NL

uzzGeo

Page 3: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

Verbinding

Heeft u in mei ook zoveel mails ontvangen over aangepaste privacystatements? De implementatie van de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming), waarover wij in het eerste nummer van Geo-Info vorig jaar een artikel met de veelzeggende titel ‘AVG, o jee, of valt het wel mee?’ publiceerden, is niet ongemerkt voorbij gegaan. Hoewel de Wbp (Wet Bescherming Persoonsgegevens) al sinds jaren van kracht is en veel wat in de AVG staat ook al in de Wbp stond, is er wel hernieuwde aandacht voor privacy. Het schandaal rondom Facebook en Cambridge Analytics nog vers in het geheugen…

Geo-informatie vind ik toch een interessant gegeven in dit gebeuren. Daar waar locatie de verbindende schakel is en combineren van data, waaronder in een GIS, een grote kracht is; moeten we ons nu afvragen of in de privacy discussie locatie ineens een zwakke schakel is? Dit is zeker een onderwerp waar we in Geo-Info aandacht aan gaan besteden, hopelijk later dit jaar als themanummer. Daarvoor komen we nog met een themanummer over Agro en geo en nu met een regulier nummer met een keur aan onderwerpen en artikelen.

U vraagt zich af hoe het met GIN zit en privacy? Het privacystatement is voor de inwerkingtreding van de AVG daaraan aangepast en voor publicatie van de foto op de cover is toestemming. Sterker nog, het jongetje in kwestie vroeg zelf aan de fotograaf: “Je moet het me wel vragen hoor!”

In dit nummer hebben we (nog) wat jubilea te vieren, die van GIN en van GIMA. Beiden kijken terug op hun 15 jarig bestaan en blikken vooruit. Zo ook Peter Hoogwerf in de rubriek ‘Van de bestuurstafel’, waar de vraag centraal staat hoe de vereniging toen en nu een rol kan blijven spelen in het verbinden van mensen in het vakgebied. Nog meer historie in de artikelen over geodetisch erfgoed in museum Boerhaave en historische navigatie-instrumenten, onderwerp van het promotie-onderzoek van Nicolàs de Hilster.

Veel aandacht verder voor FIG. In de aanloop naar FIG2020 in Amsterdam zullen we dat de komende tijd wel meer doen. Nu het verslag van FIG2018 in Istanbul, inhoudelijk interessant, maar zeker ook zinvol in het eerder genoemde verbinden van mensen met kennis.

Niet helemaal nieuw, maar wel in een nieuw jasje, is de rubriek ‘Organisatie in beeld’. Hierin geven we organisaties de ruimte om meer over zichzelf en hun rol in het geo-werkveld te vertellen. Immers, iedere organisatie heeft een idee waar ze met geo heen wil of is trots op wat ze doet … Waarom niet delen en anderen inspireren?

Tenslotte noem ik het interview met Quita Goede van de Nationale Politie, waarbij een mooi kijkje in de geo-huishouding wordt gegeven en ook een oproep wordt gedaan om ervaringen te delen. Alweer die verbinding.

| 12018-3 | Geo-Info

Sytske Postma

Page 4: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

Agenda GIN Colofon

Partners Geo-Informatie Nederland

UitgeverGeo-Informatie Nederland www.geoinformatienederland.nl

RedactieadresRedactie Geo-InfoPostbus 1058, 3860 BB Nijkerk Telefoon: (033) 247 3415Fax: (033) 246 0470E-mail: [email protected]

HoofdredacteurRoelof Keppel

RedacteurenAdri den Boer, Eric Hagemans, Ferjan Ormeling, Sytske Postma, Frans Rip, Frederika Welle Donker

BladmanagementMOS bv, NijkerkDeirdre Bernard, José Broekhuizen

Inzenden kopijIndienen en publiceren van artikelen en berichten in overleg met de redactie.Zie ook www.geoinformatienederland.nl onder ‘Geo-Info’.

Advertentie-exploitatieMOS bvJan van de VisTelefoon: (033) 247 3400E-mail: [email protected] of [email protected] op aanvraag

Vormgeving en drukVdR druk & print, Nijkerk www.vdr.nl

Abonnementen/inlichtingenPostbus 1058, 3860 BB Nijkerk Telefoon: (033) 247 3415E-mail: [email protected] Het doorgeven van adreswijzigingen uitsluitend schriftelijk of via e-mail.Een abonnement of lidmaatschap kan op elk gewenst moment ingaan en wordt voor een jaar aangegaan. Een abonnement of lidmaatschap wordt automatisch verlengd, tenzij dit minimaal twee maanden voor de verlengingsdatum schriftelijk of per e-mail wordt opgezegd.

Abonnementsprijzen per jaar voor 2018Persoonlijk lidmaatschap: € 77,50.(Bedrijfs-)abonnement op Geo-Info: € 160,00, incl. 6% BTW.Bedrijfslidmaatschap: € 350,00.Leden in het buitenland betalen extra kosten voor het toezenden van Geo-Info: binnen Europa € 30,- (excl. 21% btw) en buiten Europa € 55,- (excl. 21% btw). Kijk voor meer informatie op de website www.geoinformatienederland.nl.Bij automatische incasso krijgt u een korting van € 2,- per jaar.© 2018. Het overnemen evenals het vermenigvuldigen uit dit tijdschrift is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van redactie en auteur.ISSN 1572-5464 (print), ISSN 2211-0739 (online)IBAN: NL55RABO0395278430

UNIGIS Connect eventDatum: 15 juniLocatie: Vrije Universiteit AmsterdamMeer info: volgt Symposium GeoTrendsDatum: 19 juniLocatie: Aeres, AlmereMeer info: volgt

Baltic Geodetic Congress (BGC Geomatics) 2018Datum: 21-23 juniLocatie: University of Warmia and Mazury in Olsztyn, PolenMeer info: bit.ly/2Gvzj0V

Workshop Kaarten en DataDatum: 27 juni 2018Locatie: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, AmersfoortMeer info: bit.ly/2s7Hdrk

Hoogte- en dieptebepaling anno 2018Datum: 27 juni 2018Locatie: Rijkswaterstaat Verkeer- en Water management, UtrechtMeer info: bit.ly/2IK0A08

FOSS4GNL 2018Datum: 11 juliLocatie: Aeres Hogeschool, AlmereMeer info: foss4g.nl/2018/

INSPIRE Conference 2018Datum: 18-21 septemberLocatie: Flanders Meeting & Convention Center, AntwerpenMeer info: volgt

ISPRS Technical Commission IV Symposium 2018Datum: 1 oktober 2018Locatie: TU DelftMeer info: bit.ly/2INzR6L

Geo Delft Conference 2018Datum: 1-5 oktoberLocatie: TU DelftMeer info: bit.ly/2pgQewO

ww

w.g

eoin

form

atie

nede

rland

.nl

• Va

kbla

d va

n G

eo-In

form

atie

Ned

erla

nd

2018

• j

aarg

ang

15 •

Num

mer

3

FIG Congres in IstanbulGeo-Informatie bij de Nationale Politie3D-gebouwenmodel wordt volwassenEuropees GNSS voor landmeters

Foto cover: Jeugdig experiment in museum Boerhaave

2 | Geo-Info | 2018-3

Page 5: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

...en verder

7 Open Kaart - Europa door de eeuwen heen

8 Boek - Alcarta Wereldatlas13 Column - Jetty Eugster

14 GIN 15 jaar: een felicitatie waard (2)20 Verslag - Enkhuizen op de kaart21 Column - Jantien Stoter

22 Museum Boerhaave: gewisse toekomst geodetisch erfgoed

24 Verslag - Verdeelmachines van De Koningh nu in Kadastermuseum

28 Van de bestuurstafel - Peter Hoogwerf

30 Verslag - GIMa MSc, al 15 jaar een wonder

31 Vacature bestuurssecretaris34 Personalia - Frederika Welle Donker36 Geo-Informatie timmert

in Westfalen (D) aan de weg38 Verslag - FIG Young Surveyors

Conference in Istanbul42 Organisatie in beeld - GeoNext

voor de volgende generatie geodetische dienstverlening

46 Verslag - Méér dan instrumentele promotie Nicolàs de Hilster (VU)

In dit nummer ...

10CLGE bijeenkomsten

in Potsdam en Prishtina

40FIG Congres in Istanbul

32Geo-Informatie

bij de Nationale Politie

163D-gebouwenmodel

wordt volwassen, Rotterdam heeft het gedaan!

4Europees GNSS

voor landmeters

| 32018-3 | Geo-Info

Page 6: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

4 | Geo-Info | 2018-3

Landmeters en geodeten vormen de meest veeleisende beroepsgroep als het gaat om nauwkeurigheid van positiebepaling en daarom voortdurend op zoek naar manieren om die te verbeteren. Tegenwoordig kunnen landmeters hun metingen efficiënter maken door het gebruik van een groot aantal verschillende technologieën, zoals mobiele kaartsystemen, drones en laserscanners. Maar de belangrijkste verbetering voor het beroep in de recente geschiedenis is toch wel GNSS (Global Navigation Satellite System), de verzamelnaam voor GPS (Amerikaans), GLONASS (Russisch) en andere satellietplaatsbepalingsmethoden. Deze technologie, die vooral onder naam GPS bekend is, is onmisbaar voor landmeters. Bovendien vertrouwen al die andere, nieuwe technologieën op GNSS, om de kaarten en puntenwolken van referentiepunten te voorzien en de puntenwolken op een juiste manier te oriënteren.

Door Alina Hriscu

Sinds de lancering van GPS in de jaren tachtig van de vorige eeuw bleef het gebruik van GNSS als landmeetkundige techniek gestaag groeien, evenals het aantal gebruikers dat substantieel toenam in het afgelopen decennium. De groei in de verkoop van GNSS-devices in de afgelo-pen tien jaar werd voornamelijk veroorzaakt door kadastrale, topografische en technische metingen, die samen 95 procent van alle ver-kochte GNSS-apparaten in 2016 voor hun reke-ning namen (volgens het GNSS Market Report, nummer 5 [1]). De indrukwekkende groei van het GNSS-gebruik bij landmeetkundig werk wordt zichtbaar door het feit dat het aantal gekochte ontvangers per jaar steeg van 60.000 in 2006 tot meer dan 290.000 in 2016, met daar-bij de voorspelling dat in 2025 het aantal van 800.000 ontvangers overtroffen gaat worden [1]. De reden voor deze snelle acceptatie is dat GNSS ontvangers gelden als betrouwbare, effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS meetappara-tuur wordt steeds kleiner, goedkoper en een-voudiger te bedienen. Bovendien worden er voortdurend nieuwe functies aan toegevoegd,

waaronder connectiviteit met smartphones en tablets die direct gebruikt kunnen worden voor het in kaart brengen van de gemeten objecten, met name in het GIS-domein.Om het gebruik van GNSS in de landmeet-kunde verder te optimaliseren, kan de land-meetkundige gemeenschap nu profiteren van Galileo en EGNOS (Europa’s eigen GNSS-programma’s).

Made in EuropeGalileo is het Europese Global Navigation Satellite System (E-GNSS), gemaakt en geëxploiteerd door EU-landen. Galileo is het modernste GNSS-systeem en biedt een uiterst nauwkeurige en betrouwbare wereldwijde plaatsbepalingsdienst. Het systeem staat onder civiele controle en is inter-operabel met andere GNSS-systemen. Door het gebruik van meerdere frequenties in Galileo Open Service (E1, E5a, E5b, E5 AltBOC, open component van E6), levert Galileo standaard positionering tot op een meter nauwkeurig in realtime (= direct beschikbaar). Dat is voor veel plaatsbepaling toepassingen in autonavigatie en smartphone apps ruim voldoende.

Europees GNSS voor land meters

Eén van de vier Galileo satellieten die succesvol gelanceerd werden in december 2017.

Page 7: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 52018-3 | Geo-Info

GALILEO VOOR landmetenGalileo biedt duidelijke voordelen voor de landmeetkunde. Het biedt landmeters een betrouwbaar GNSS-signaal en uitstekende informatie over positionering en timing waar-mee metingen met een hoge nauwkeurigheid verder kunnen worden verbeterd. Galileo-signalen zijn ontworpen om multipath-fouten nog meer te beperken en hebben bovendien een hogere signaal / ruis-verhouding. Boven-dien zal door het gebruik van Galileo-frequen-ties bij RTK / DGNSS of PPP-oplossingen (alles wat verder gaat dan stand-alone GNSS), leiden tot een verbetering van de beschikbaarheid, continuïteit, betrouwbaarheid en werking ook in een moeilijke omgeving als stedelijke / natuurlijke ‘ravijnen’ en onder boomkruinen. Bovendien profiteren Galileo-gebruikers ook gratis van de OS-NMA-functie (Navigation Message Authentication), die de bescherming van gebruikers tegen spoofing-aanvallen (= het moedwillig introduceren van fouten in de signalen) zal verbeteren.In aanvulling daarop is de High Accuracy Com-mercial Service (CS-HA) [2] geïntroduceerd, gericht op het bieden van hoge nauwkeurig-

heid (decimeter) en met een wereldwijde dekking met behulp van de PPP (Precise Point Positioning) techniek. CS-HA levert correcties rechtstreeks via Galileo-satellieten (via E6) over de hele wereld (PPP), waardoor grondinfra-structuren en aanvullende communicatiekana-len niet meer nodig zijn, wat vooral voordelen oplevert voor gebruikers in gebieden waar andere referentie-correctie services niet voorhanden zijn.Nadat Galileo Initial Services in december 2016 officieel gestart is kunnen landmeters over de hele wereld al gebruik maken van de door Galileo geboden positionering. Het systeem zal volgens planning in 2020 volledig voltooid zijn, dan kan Galileo zijn rol in uiterst precieze GNSS-toepassingen verder conso-lideren door de bijdrage aan aanvullende GNSS-informatiediensten. Nu al zijn alle grote aanbieders van PPP’s bezig met een upgrade naar Galileo en meer dan 50 procent van de RTK-netwerkproviders in Europa hebben al een upgrade uitgevoerd of zijn begonnen met de upgrade naar Galileo. Aangezien meer dan 50 procent van alle landmeetkundige GNSS-ontvangers die momenteel op de markt zijn, klaar zijn voor Galileo, zullen alle landmeters er baat bij hebben.

De Europese GNSS-programma’s staan klaar om een nieuwe fase in te luiden: na de suc-cesvolle lancering [3] van vier satellieten op 12 december 2017 heeft Galileo momenteel 22 satellieten in een baan om de aarde en staat op het punt om Enhanced Services te lance-ren, die verbeterde Galileo-prestaties zullen leveren met betrekking tot de huidige Initial Services (de details worden gepubliceerd op de GSA-website).Galileo ligt op schema voor het bereiken van een volledig operationeel systeem tegen 2020. Tussen nu en 2020 zullen extra satellieten worden toegevoegd aan de constellatie - de complete constellatie zal bestaan uit 30 satel-lieten in een eigen baan (24 operationele en 6 reserve satellieten).

EGNOS voor mapping en GISGalileo is niet het enige E-GNSS-systeem waar landmeters hun voordeel mee kunnen doen. Sinds 2009 heeft de Europese Geostationary Navigation Overlay Service (EGNOS) als een aanvullende referentie systeem gediend, waar-door de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van GNSS-plaatsbepalingsinformatie werd

verbeterd en cruciale integriteitsboodschap-pen werden verstrekt over de continuïteit en beschikbaarheid van het GNSS-signaal.EGNOS biedt gebruikers een betaalbare oplos-sing voor toepassingen waarbij de nauwkeurig-heid in meters voldoende is. Toepassingen, zoals thematische kartografie voor kleine en middelgrote gemeenten, beheertoepassingen en leidingnetwerkenbeheer (bijvoorbeeld elektriciteitsleidingen), profiteren al van EGNOS.Het EGNOS-signaal is gratis en de meeste loca-tie-apparaten die voor het in kaart brengen worden gebruikt, zijn nu gereed voor EGNOS. Naast de vele voordelen voor professionele gebruikers biedt EGNOS, dankzij zijn betaal-bare en simpele oplossingen, ook steeds meer niet-professionals toegang tot GNSS-mapping technologieën. Het EGNOS-signaal biedt een constant niveau van positienauwkeurigheid in het gehele nalevingsgebied van EGNOS in heel Europa.EGNOS-correcties kunnen op verschillende manieren worden ontvangen:• Rechtstreeks via EGNOS-satellieten, met een

normale GNSS-ontvanger die EGNOS onder-steunt en zonder communicatiekosten

• Via terrestrische communicatiemiddelen, zoals internet of mobiele netwerken, dankzij EDAS, de EGNOS Data Access Service, die vol-ledig operationeel en gratis beschikbaar is.

Koppeling ruimtetechnologie aan gebruikers

Het Europese GNSS-Agentschap (GSA) beheert de Europese GNSS-programma’s. Via EGNOS en Galileo brengt de GSA de voordelen van ruimtetechnologie naar Europese burgers en bedrijven, om het hoogste rendement op Europese GNSS-investeringen te behalen in termen van voordelen voor gebruikers, economische groei en concurrentievermogen. De missie van het GSA is ervoor te zorgen dat gebruikers in Europa en over de hele wereld ten volle kunnen profiteren van Europa’s Galileo en EGNOS.De GSA is verantwoordelijk voor de Galileo-dienstverlening en initiële diensten, en zorgt ervoor dat de eindgebruiker centraal blijft staan. Om dit te bereiken, onderhoudt de GSA een constante dialoog met gebruikersge-meenschappen, industrie en belanghebben-den via een breed scala aan activiteiten.De GSA werkt bijvoorbeeld nauw samen met fabrikanten van chipsets en ontvangers, om ervoor te zorgen dat alle producten geschikt

Europees GNSS voor land meters

Eén van de vier Galileo satellieten die succesvol gelanceerd werden in december 2017.

Page 8: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

6 | Geo-Info | 2018-3

zijn voor Galileo. De GSA controleert regelma-tig de GNSS-markt en -technologie en biedt een overzicht, kwantificering en prognose van de markt - inclusief de GNSS-markt voor wereldwijd toezicht op het gebied van leveringen, inkomsten, waardeketens, techno-logietrends en op geïnstalleerde ontvangers vergezeld van een vooruitblik tot 2025.De GSA werkt ook samen met de grote gebruikersgemeenschappen, zodat zij hun systemen kunnen updaten en klaar zijn om Galileo te gebruiken. Daarnaast fungeren GSA-ondersteunde O&O-financieringsprogramma’s, zoals Horizon 2020 en Fundamental Elements, als belangrijke mechanismen om het hoogste niveau van Galileo-paraatheid te bereiken.Om de acceptatie van E-GNSS door gebruikers te maximaliseren, beheert GSA ook twee financieringsschema’s. De eerste; H2020-oproep op satellietnavigatie, is gericht op de ontwikkeling van nieuwe toepassingen die ook gebruikmaken van synergiën met maatschap-pelijke uitdagingen zoals transport, maritiem, landbouw , energie en klimaatverandering. Het tweede schema is Fundamental Elements, complementair gericht op het ontwikkelen van chipsets, ontvangers, antennes en bijbeho-rende technologieën voor alle marktsegmen-ten (meer informatie over de toekomstige mogelijkheden vindt u op de site van GSA [4]).In november 2017 werd het gebruikersplatform voor gebruikers van Galileo (UCP) [5] officieel gelanceerd om gebruikers een open forum te bieden om hun behoeften te bespreken, erva-ringen te delen en feedback te geven over de prestaties van Europese GNSS (EGNSS). De eerste Galileo-gebruikersvergadering in de buurt van Madrid mocht meer dan 200 Galileo-gebruikers en belanghebbenden uit alle marktsegmenten en betrokken instellingen verwelkomen. Aan de ene kant valideert dit platform de gebruikers-vereisten, aan de andere kant zal het helpen de toekomst van de Galileo-diensten vorm te geven (inclusief systeemdefinitie en ondersteuning/informatie die aan gebruikers ontwikkelaars moeten worden verstrekt om de R&D van de toekomst vorm te geven) door het verzamelen van input en verwachtingen van de gebruikers. Het tweedaagse evenement omvatte ook de Galileo-serviceverlening workshop, waar deelne-mers het nieuws over de Galileo-prestaties en de volgende stappen rechtstreeks van de managers van het programma leerden. De vertegenwoor-digers van de gebruikers in de gemeenschap kregen de unieke kans om uit te drukken wat ze van Galileo verwachten door voor de besluitvor-mers van het EGNSS-programma te spreken.

Join the communityDe Galileo UCP wordt op regelmatige basis gehouden, daarom worden alle geïnteres-

seerde deelnemers uitgenodigd om op de hoogte te blijven van het nieuws over de editie 2018.

Interface met eindgebruikersHet Europese GNSS-servicecentrum [6] is de enige interface tussen het Galileo-systeem en de gebruikers, naast het SIS (Signal-In-Space). Het doel van het SGR is om de geabonneerde gebruikers regelmatig en tijdig officiële infor-matie te verstrekken over de status van het Galileo-systeem en de Galileo-systemen.GSC voert ook gebruikers ondersteunende activiteiten uit en het host een expertise-centrum voor verschillende OS- en CS-ser-viceaspecten. De Galileo-gebruikers hebben toegang tot alle producten en diensten via het GSC-webportaal (www.gsc-europa.eu); de one-stop-shop voor de Galileo OS-gebruikers, CS-providers en eindgebruikers.Onder de dienstverlening aan de gebruikers zijn de meest relevante de GSC Helpdesk, waar

het team technische antwoorden geeft aan de gebruikers, en de NAGU-notificatieservice, die gebruikers informeert over de constel-latiestatus.

Referenties[1] GNSS Market Report, issue 5: www.gsa.europa.eu/

gnss-market-report-issue-5[2] Final parameters and the commercialisation scheme of

CS-HA service have not been finalised yet.[3] Succesvolle lancering Galileio satellieten bit.ly/2oRULG6[4] Meer informatie toekomstige mogelijkheden E-GNSS:

bit.ly/2FEgHOe[5] UCP: bit.ly/2G5nuhH[6] Europees GNSS Service Center: bit.ly/2G63prA

Alina Hriscu is Market Develop-ment Innovation Officer bij het European GNSS Agency (GSA).Zij is bereikbaar via [email protected].

Eén van de zaken die uit de UCP is voortgekomen en relevant is voor de landmeter-community is het ‘User Requirement Document for Surveying’, dat sinds het eerste kwartaal van 2018 voor het publiek beschikbaar is.

Page 9: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 72018-3 | Geo-Info

OPEN k aar t

Marijn Bosma(BosmaGrafiek.nl, [email protected])

Twee ‘time-laps’ filmpjes met voor elk jaar sinds 400 v.Chr. een afzonderlijke kaart. Hoe meer kaarten hoe mooier, maar dit is overweldigend. In deze YouTube film-pjes krijg je onafgebroken elke 1/2 of zelfs 1/3 seconde een nieuwe kaart te zien. (Gelukkig kan je de eveneens overweldigende muziek uitschakelen.)De inhoud van de kaarten is gedurfd ver-eenvoudigd. Het ziet er gezaghebbend uit. Allemaal harde landsgrenzen; geen arceringen of verlooptinten. Ook geen invloedssferen, geen allianties. De kaarten zijn statisch. Dynamiek van invasies zoals de ‘Grote Volks-verhuizing’ blijft buiten beeld. (Vergelijk dit met bijvoorbeeld kaart 74A in De Bosatlas van de geschiedenis van Nederland.)Cottereau vermeldt op reddit.com (bit.ly/2rNM68d) dat hij bijna alle gegevens heeft ontleend aan Wikipedia. Veel namen zijn vertaald in kreupel Engels en ik vraag me af of alle gepresenteerde grenzen en namen wel juist zijn. Zo te zien heeft Cottereau deze eerste editie vlot samengesteld volgens de 80-20-regel.Je zou de gedetailleerde grenzen en namen rustig willen bekijken en vergelijken, maar in deze YouTube filmpjes is dat vrijwel onmo-gelijk. Het zou mooi zijn als Cottereau nog 20 procent verder wil perfectioneren en zijn beide series kaarten ook publiceert in een webkaart met een rustig bedieningspaneel en met veel meer bronvermeldingen.

Jan-Willem van Aalst (Imergis.nl en Opentopo.nl, [email protected])

Er zijn blijkbaar mensen te vinden die voor de afgelopen millennia cartografisch bijhouden hoe de macht in Europa van jaar tot jaar was verdeeld. En die ook tijd over hebben om daar via YouTube mooie animaties mee te maken, die dan ook miljoenen keren bekeken worden. Voor kartografen interessant beoordelingsma-teriaal. De twee hier bekeken video’s gebruiken een simpele maar accurate en duidelijke basiskaart van Europa, waarbij opvalt dat op de ene het IJsselmeer wordt weggelaten, terwijl die op de andere versie wél zichtbaar is. Wel in de situatie van vóór de grote polders. Jammer dat die er in de loop van de 20e eeuw niet bij verschijnen, dat zou een mooie kers op de taart zijn geweest. Het kleurgebruik van de machts-blokken is smaakvol gedaan, met een goede kleurbalans, en nog niet geheel willekeurig ook. Nederland is bijvoorbeeld oranje en de Sovjetu-nie is fraai communistisch rood. De maker heeft gelukkig de verleiding weerstaan om vlaggen als vulling te gebruiken, die de statenverde-ling alleen maar onduidelijker zouden maken. Zo gepresenteerd is kartografie een mooi mid-del om de futiliteit van alle ego-oorlogsvoering stevig binnen te laten komen bij het publiek.

Winifred Broeder (Landkaartje.nl, [email protected])

Met de komst van snelle computers en het internet werd het maken en publiceren van geanimeerde kaarten veel eenvoudiger.

Het idee bestond al langer, maar de uitvoering was tot in de jaren ’90 van de vorige eeuw lastig en bleef dan ook beperkt. De VPRO series ‘Nederland van Boven’ en ‘Onzichtbaar Nederland’ hebben op dit terrein niet alleen pionierswerk verricht, maar ons ook laten zien hoe goed het werkt. Hoewel ook niet-tijdgebonden verschijnselen in een animatie kunnen worden weergege-ven, zie je toch veel animaties waarin een verschijnsel door de tijd heen wordt verbeeld. ‘Timelaps’ van GoogleEarth is een goed voorbeeld, maar ook op YouTube zijn talloze voorbeelden te vinden. YouTube laat ook zien dat er graag naar gekeken wordt. Het filmpje, ‘History’ is ruim drie maanden na publicatie meer dan twee miljoen keer bekeken en heeft meer dan 8.000 comments. De comments gaan over details, zaken die niet lijken te klop-pen, maar reageren ook op het effect van deze manier van karteren. Bijvoorbeeld hoe immens het Romeinse Rijk was. Het is bijna een derde van de tijd groot in beeld, terwijl de Hunnen, de Mongolen, de Ottomanen, Frankrijk onder Napoleon en Duitsland tijdens WO2 in een oogwenk zijn verdwenen.

Referenties• The Rulers of Europe: Every Year: www.youtube.com/

watch?v=IpKqCu6RcdI• The History of Europe: Every Year: www.youtube.com/

watch?v=UY9P0QSxlnI

Europa door de eeuwen heenDe Franse YouTube kaartenmaker Cottereau publiceerde twee kaartenseries:• ‘The Rulers of Europe: Every Year’ toont de namen van de machthebbers• ‘The History of Europe: Every Year’ toont de namen van de landen

Page 10: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

8 | Geo-Info | 2018-3

Alcarta Wereldatlas, uitgeverij Thie-meMeulenhoff, Amersfoort 2018. Formaat 33,5 x 24,5 cm, 261 pagina's kaarten en 32 pagina’s registers (met ruim 16.000 plaatsnamen), prijs € 49,95.

Deze op initiatief van Maarten Boddaert tot stand gekomen atlas is geproduceerd bij de Duitse schoolboekenuitgeverij Westermann in Braunschweig en wordt gedistribueerd door ThiemeMeulenhoff, die ook de digitale versie van de atlas realiseerde (scans van de kaarten zijn vrij te raadplegen).

StructuurAlcarta werd bij zijn presentatie als concurrent voor de Grote Bosatlas geponeerd en qua structuur en soms ook qua voorbeelden volgt hij de Bosatlas (zoals bij de indeling in drieën van de provinciekaarten, bij Bos 1:460 000, bij Alcarta 1:500 000). Dat is deels een gevolg van het feit dat ook deze atlas moest beantwoorden aan de eisenlijst voor atlassen die bij het centraal examen toegelaten zijn, en die eisenlijst is mede op basis van de bestaande Grote Bos opgesteld. De atlas begint met 60 aan Nederland gewijde kaartpagina’s. De volgorde van de kaarten (Nederland, Europa, België, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Spanje, Italië, Alpenlanden, Scandinavië, Centraal- en Oost-Europa, Zuidoost-Europa en Turkije, werelddelen, wereld) is logisch. Er is sprake van een goed uitgebalanceerd schalen-systeem: de werelddelen 1:36M, alle delen ervan zijn afgebeeld op de schaal 1:16M, het Middel-landse Zeegebied 1:12M, Zuid-Europa, Centraal- en Oost-Europa en Scandinavië op 1:6M, Italië, Spanje, Frankrijk en de Britse eilanden 1:4M; de Bondsrepubliek en de Alpen 1:2 250K en België 1:800K. Suriname staat afgebeeld op de schaal 1:3M. Stedelijke gebieden zijn in kaart gebracht op kaarten op schalen 1:1M, 1:500K, 250K en 50K.

Rusland, Canada en Zuid-Amerika zijn in de Alcarta-atlas op een grotere schaal dan in de Bos-atlas gekarteerd: 1:16M in plaats van 1:20M respec-tievelijk 1:25M. Wat de overige gebieden betreft, zijn de schalen meestal kleiner. Met betrekking tot de thematische kaarten is er relatief minder ruimte voor Zuidoost-Azië en Afrika. In de marge van de kaarten is een kleurcodering aangebracht

die moet helpen bij het vinden van de gewenste kaarten, en die ook terug te vinden is in de bladwijzers op het schutblad.

TopografieDe atlas begint bij de overgang van luchtfoto naar kaart, en wel bij het centrum van karto-grafisch Nederland; het Geofort in Herwijnen, waar zoveel scholieren hun eerste kennismaking met de geo-informatie opdoen, nadat ze op de lagere school aan de hand van basisatlassen hun eerste kennismaking met geografische begrip-pen en concepten hebben opgedaan.

Bij het atlasdeel betreffende Nederland is sprake van een nogal globale weergave van de agglomeraties (zodat het moeilijker te zien is of de agglomeratiegrenzen up-to-date zijn). Waar iedere atlasredacteur van voor de Neder-landse markt bestemde atlassen tegenaan loopt, is de weergave van de kanalen. Er is ook aan onze rivieren zo veel gesleuteld in de loop van de tijd, dat het onderscheid tussen rivieren en kanalen vaak wat subjectief is. Rivieren en kanalen die de functie van hoofdvaarweg hebben, zijn hier met een dubbele lijn aangegeven. Of die functie gebaseerd is op de capaciteit of op het vervoerde tonnage is niet duidelijk. Bij rivieren is de overgang tussen de enkele en de dubbele lijn-signatuur soms verwarrend, zoals bij de Podelta of bij de Maas in Limburg. Ook wegen zijn (op schalen groter dan 1:6M) met een dubbele (sepia)

lijnsignatuur aangegeven; alle grondgebruiks-eenheden hebben eenzelfde contour.

De keuze van de kanalen komt soms wat onevenwichtig over: niet het Winschoterdiep is benoemd, noch het Meppelerdiep of de Noord-Willemsvaart, maar wèl het Oranje kanaal. De weergave van de kanaalverbindingen bij Groningen, Coevorden en Maastricht behoeft verbetering. Bij Duitse schoolatlassen gaat men met betrekking tot de inwonertallen van steden uit van de gemeentelijke bevolkingscijfers, in Nederland gaan we uit van de feitelijke inwo-nertallen van de plaatsen. Daardoor ontstaat bijvoorbeeld de discrepantie tussen de kaart Noord-Nederland en die van Duitsland in de Alcarta-atlas: volgens de eerste heeft Emmen tussen de 20.000 en 50.000 inwoners, volgens de laatste kaart meer dan 100.000 inwoners.

De overzichts- of chorografische kaarten zijn vrij sterk gegeneraliseerd. Op schalen kleiner dan 1:6 miljoen zijn de wegen en kanalen niet meer met dubbele maar met enkele lijnsignaturen aangegeven.

Reliëf en beschriftingOp de overzichtskaarten wordt het reliëf weer-gegeven door een fraaie, goed gegeneraliseerde schaduwering, die ook is toegepast in een aantal thematische kaarten waar dat relevant is; de schaduwering blijft daar goed overeind en stoort toch de thematische informatie niet. Wanneer we de Alcarta-kaarten vergelijken met Westermann-producten voor de Duitse markt is het duidelijk te zien dat de auteur zijn best heeft gedaan het aantal namen op de kaarten (zoals bijvoorbeeld op die van de werelddelen) terug te brengen. De beschrifting van de hydrografie (namen van zeeën en rivieren) is in het blauw uitgevoerd. De namen zijn vrij vet gesteld en zijn goed leesbaar, maar in dichtbevolkte gebieden, zoals China en India, komt er daardoor een beetje een zwartsluier over de kaarten. Wel vor-men de namen de enige in zwart gedrukte informatie, wat de leesbaarheid verder verbetert; spoorwegen zijn sepia en grenzen paars; de blauwe hydroniemen zijn in de ondergrond vrijgezet, zodat ook die goed te lezen zijn.

Door het kleinere formaat van de atlas en het bij elke kaart opnemen van legenda’s is het totale kaartoppervlak kleiner en is er minder ruimte voor

Boek

Alcarta Wereldatlas

Page 11: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 92018-3 | Geo-Info

plaatsnamen. De Bosatlas heeft bijvoorbeeld circa 300 namen voor de provincie Fryslân, daarvan staan er circa 100 ook in de Alcarta-atlas. Dat is ook een keuze: men kan gaan voor een inclusieve benadering, waarbij alle leerlingen hun woon-plaatsen op de kaart kunnen vinden, of voor weergave van alleen de belangrijkere oorden.

De geografische namenHet is jammer dat niemand de Duitse kartogra-fen een seintje gegeven heeft, dat de lange ij bij ons aaneengeschreven wordt, en dus ook bij spatiëring van de letters in een naam als één letter wordt beschouwd. Bij Alcarta komen de exoniemen eerst, endoniemen worden er dan tussen haken aan toegevoegd. Een aantal educatieve omschrijvingen, zoals het Bosnisch Ertsgebergte, de Toscaanse Apenijnen, de Cana-dese Archipel en de Australische Laagvlakte zijn bij ons onbekend.

Het aangeven van generieke naambestanddelen is in het Nederlands bij de namen van eilanden (of rivieren) minder gebruikelijk: we hebben het wel over het eiland Wight, maar we gaan naar Terschelling en niet naar het eiland Terschel-ling. In andere talen is het meer gebruikelijk die generieke aanduidingen als deel van de naam op te vatten en op de kaart aan te geven. De Alcarta-atlas heeft zich bij de riviernamen

meestal keurig aan die Nederlandse gewoonte gehouden (in Indonesië mag ‘sungai’ nog weg), maar bij de eilanden had het zich ook wat meer in kunnen houden, bijvoorbeeld in Canada boven de poolcirkel, waar het woord ‘eiland’ zo’n 20 keer voorkomt.

Het is niet logisch om naast Indonesische plaatsnamen als Surakarta, Bandung en de Semeru de -oe-klank op zijn Nederlands weer te geven in namen als Soerabaja en de Grote/Kleine Soenda-eilanden. Het verweer van de auteur (“Wij volgen de door het CvTE vereiste schrijfwijze van plaatsnamen opgesteld door de Taalunie”, NRC 10-3-2018) berust op een verkeerde interpretatie van de Taalunie-lijst: in de toelichting ervan staat, dat wanneer men Nederlandse exoniemen wil gebruiken, men de door de Taalunie gestandaardiseerde spelling van die exoniemen moet volgen. Het is zeker geen voorschrift om de namen uit die lijst altijd te gebruiken en al helemaal niet wanneer dat tot discrepanties als hierboven aangegeven leidt.

Stadsplattegronden en thematische kaarten

De functionele stadsplattegronden zijn bij Westermann-atlassen altijd een lust voor het oog, en dat geldt ook hier. Voor Europa is hier alleen Londen uitgekozen, maar daarbuiten

Bangalore, Mumbai, Shanghai, Lagos, en een aantal Amerikaanse steden.

Onder de thematische kaarten zijn ware kunst-stukjes: de kaart van de platentektoniek, natuur-geweld, zeespiegelstijging, de neerslagkaart van Lima, De Golf van Napels in de Oudheid of het verdwijnen van het Aralmeer zijn bijzonder goed gelukt en zullen de leerlingen alleen daarom al langer bijblijven. Op de thematische kaarten, zowel van Nederland als van andere gebieden, worden (wat meer) geografische namen toe-gevoegd, hetgeen helpt bij de oriëntatie. Voor een aantal thema’s, zoals klimaat en bevolkings-dichtheid, kiest men in de Alcarta-atlas niet voor eilandkartografie maar voor integrale kartering van het thema binnen het kaartkader.

Aanpassing aan Nederlandse marktHet moet geweldig zijn om, met de backing van een grote buitenlandse schoolboekenuitgever als Westermann, naast de Bosatlas een nieuwe atlas op de Nederlandse markt te brengen. Het resultaat is een, vooral door de goede reliëfweergave, fraai ogend product dat met betrekking tot een aantal aspecten nog meer kan worden aangepast aan wat we in Nederland gewend zijn (zoals de letter ij of de weergave van de Surinaamse grenzen).

Ferjan Ormeling

Gijs Boekelo erelid GeoBusinessGijs Boekelo is tijdens de Nieuwjaarsbijeenkomst en Algemene Ledenvergadering op 18 januari 2018 benoemd tot erelid van GeoBusiness Nederland. Voorzitter Ed Nijpels bedankte Gijs namens alle leden voor zijn inzet bij de totstandkoming van GeoBusiness Nederland en zijn daaropvolgende jarenlange tomeloze inzet en bijdrage aan deze vereniging.

Yvette Pluijmers, algemeen manager in de beginja-ren van de vereniging, nam de aanwezigen in een levendige speech mee naar de roerige beginjaren van GeoBusiness Nederland, toen nog BGI (Bedrij-venplatform Geo Informatie), en de rol van Gijs daarin. “In de beginjaren moesten we vechten voor

onze positie. Gijs heeft daarin een belangrijke rol gespeeld. Het was het begin van een grote ‘markt tenzij’-lobby vanuit het verzamelde bedrijfsleven. Dit lobbyen gaf het BGI body en gewicht.”

Vechthouding “De vechthouding die in het begin nodig was om de aandacht van de minister te krijgen, aan tafel te komen en doorbraken te forceren heeft inmiddels plaatsgemaakt voor meer samenwerking tussen markt en overheid in de geo-sector, ‘Geo Samen’. Gijs brengt zaken

onder de aandacht, stelt zaken voor en bereidt zaken voor, zodat ze goed landen. Zaken die hebben geleid tot grote veranderingen bin-nen GeoBusiness Nederland.”

Onafhankelijk en betrouwbaar “Gijs is een netwerker pur-sang”, zei Yvette. “Hij kent iedereen en iedereen kent hem. Door zich onafhankelijk en betrouwbaar op te stellen, krijgt hij achter de schermen ontzet-tend veel voor elkaar. Hij brengt op het juiste moment de juiste mensen bij elkaar, houdt de zaken draaiend en is dus eigenlijk jarenlang het oliekannetje van GeoBusiness geweest. Niet alleen achter de schermen maar ook zichtbaar heeft Gijs zich ingezet voor de vereniging. De afgelopen 10 jaar heeft hij de vereniging in diverse gremia extern vertegenwoordigd, onder meer bij het NCG. (Nederlands Centrum voor Geodesie en Geo-informatica).” In de manier waarop Gijs werkte heeft GeoBusi-ness Nederland een belangrijke aanjager gehad.

Page 12: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

10 | Geo-Info | 2018-3

Dat weerhoudt de CLGE er niet van om de landmeetkunde toch in de volle breedte te beschouwen en zich ook met topografische en constructieve thema’s bezig te houden. Een goed gebruik is het rouleren langs de aangesloten landen, wat ons regelmatig naar minder voor de hand liggende locaties brengt, zoals deze keer naar Kosovo. Het organiserende land krijgt dan ook wat speciale aandacht, want bij de start van elke meeting is er een seminar waar lokale landmeters en studenten aansluiten.

Er wordt ook gewerkt aan langlopende ontwik-kelingen zoals het onderwijs in het vakgebied en bijbehorende certificering, de perspectieven op lange termijn en het in beeld brengen van de overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende landen. De onderlinge contacten zijn waardevol en leveren soms veel inzichten op. Langzaam maar zeker dringt zich een vermoeden op dat de problematische situatie van het onder-wijs in specifiek de landmeetkunde (niet zozeer de hele geo-info) wel eens te maken kan hebben met het feit dat landmeetkunde in Nederland volledig is teruggebracht tot de kernactiviteit zelf en er niet, zoals in het buitenland, een volledige vastgoed-praktijk aan vasthangt. Je proeft dat landmeters in het buitenland zo’n positie hebben, dat de land-meter altijd betrokken is bij grondtransacties, dus als het ware als een halve notaris fungeert. Andere metingen zijn dan vaak iets wat men ‘erbij’ doet.

Potsdam, oktober 2017 & Intergeo BerlijnPotsdam is een middelgrote stad ten zuidwesten van Berlijn waar vroeger ook vorsten zaten. Eén van die vorsten was fan van Nederland en heeft daarom in Potsdam een ‘Holländisches viertel’ uit de grond laten stampen. We kunnen met enige fantasie daar inderdaad Hollandse accenten in ontdekken. Noemenswaardig was

verder het bezoek aan het Deutsches GeoFor-schungsZentrum - Helmholtz-Zentrum Potsdam, waar ooit ook Einstein aan verbonden is geweest. Hier worden nog steeds diverse satelliet geo-detische metingen uitgevoerd, zoals het MTLRS (= laserafstand meting naar vliegende reflectorbal), waar ook de TU Delft in Kootwijk ooit aan mee-deed en waar diverse ruimtetelescopen zichtbaar

zijn (afbeelding 1). Eén van die torens is naar Einstein genoemd, hij wilde door astronomische metingen zijn relativiteitstheorie aantonen.

De meeting was zo gepland dat we het seminar op de Intergeo in Berlijn hebben gehouden, waar we wederom zijn bijgepraat over de ontwik-kelingen met het Europese Galileo GNSS-systeem

CLGE bijeenkomsten in Potsdam en Prishtina

Afbeelding 1 – Ruimtetelescoop Deutsches GeoForschungsZentrum.

Begin oktober 2017 en in april 2018 vonden twee bijeenkomsten van de CLGE plaats in respectievelijk Potsdam en Prishtina (Kosovo). Het CLGE (Comité de Liaison des Géomètres Européens) is de Europese vereniging van beroepsverenigingen van met name landmeters. Namens Nederland zijn Roelof Keppel (GIN) en Eric Hagemans (Kadaster) lid. Belangrijke reden van bestaan is het opkomen voor de belangen van het beroep van landmeter dat in het overgrote deel van de Europese landen (Nederland is een uitzondering) als een vrij beroep gedefinieerd is (zoals notaris, advocaat en medisch specialist). Een dergelijke landmeter heeft ook kadastrale bevoegdheden die we in Nederland uitsluitend aan landmeters die bij het Kadaster in dienst zijn toekennen.

Verslag

Page 13: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 112018-3 | Geo-Info

door Alina Hriscu en over het Copernicus programma. De Intergeo is de jaarlijkse bijeen-komst voor de Duitse geo-info community en bevat naast een zeer grote vakbeurs ook een congres met presentaties in Duits en Engels, deels weer onderverdeeld in speciale programma’s, zoals bijvoorbeeld de Geodätische Woche en de Photogrammetrische Woche.

Naast een vergadering waarin over de koers van de CLGE wordt gesproken (voor de fijnproevers), zijn er ook enkele inhoudelijke workshops geweest met als meest praktische en boeiende onderdeel de presentatie van Joep Crompvoets, een Nederlandse Hoogleraar in Leuven, die ons bijpraatte over MOOC’s (= gratis online cursussen) en EuroSDR. Het is aan te raden op het internet op zoek te gaan naar deze MOOC’s; je staat ervan te kijken hoeveel praktische cursussen er op geo gebied en op allerlei niveau’s te vinden zijn.

Kosovo, april 2018Het is onmogelijk om ‘gewoon’ naar Kosovo te reizen voor een meeting en je niet enigszins in de recente geschiedenis te verdiepen. Het Joe-goslaviëconflict begon eind jaren tachtig met een provocerende toespraak van Milosevic op het Merelveld bij Prishtina en eindigde eind jaren negentig met een korte, maar hevige oorlog van het westen tegen Servië, waar zelfs de NAVO zich nadrukkelijk mee bemoeide. Het land is sinds 2004 onafhankelijk van Servië, maar wordt door veel landen zoals bijvoorbeeld Spanje (houdt niet van afvallige provincies) en natuurlijk Servië niet erkend. De meerderheid van de bevolking is Albanees, een relatief kleine minderheid is Ser-visch. Vanwege de spanningen zijn er nog steeds KFOR-militairen (VN) aanwezig, en Amerikanen en Britten worden als grote weldoeners gezien. Bij het binnenrijden van Prishtina passeer je zelfs een standbeeld van Bill Clinton.

Afbeelding 3 - Woningbouw in Kosovo: geen geld voor pleisterwerk. Afbeelding 4 - Maar de auto moet wel dagelijks gewassen worden.

Afbeelding 2 – Kaart van Kosovo uit het programma ‘Building Cadastre’.

Page 14: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

12 | Geo-Info | 2018-3

Upgrade vitrine in Maproom, Faculty of Architecture TU Delft

In Geo-Info 2010-5 stond met een foto mijn bijdrage ‘Kaartenkamer TU Delft ver-rijkt met instrumenten’.

Nu is in samenwerking met Melle de Win-ter, van wat nu de Maproom heet, de inhoud

uitgebreid met foto’s en tekst. De spotjes in de vitrine waren stuk en zijn vervangen, dus het staat er weer allemaal netjes bij!

Joop Gravesteijn(Foto's: TU Delft)

Weer verlichte vitrine in wat nu ‘Maproom TU Delft’ heet.Caminada-instrument van de Eerste Nauwkeurigheidswaterpassing in de vitrine.

In ons hotel hield de Engelse ambassade een feestje ter ere van de Queen, die haar zoveelste verjaardag vierde. Dat betekende een parade van allerlei dure, maar tegelijkertijd ook goedkope types die in foute auto’s werden afgezet en bewakers met zware geweren. Het feestje op zichzelf was erg leuk, wij zijn later ook naar binnen gegaan en hebben ons uitgebreid laten fêteren. Het is wonderlijk dat er in zo’n jong land, met een bijzondere status, een grote hoeveel-heid diplomaten rondloopt die er, ‘nu ze er toch zijn’, het beste van maken.

Ook in Kosovo begon de sessie met een semi-nar, waarbij ook veel Kosovaarse landmeters en studenten aanschoven. Het lokale hoofd van de associatie van Kosovaarse landmeters, Murat Hoxha geheten, was onze gastheer en presenteerde de organisatie en de werkwijze in Kosovo. De directeur van het Kosovaarse Kadaster, Murat Meha, presenteerde vervol-gens de situatie van het kadaster in Kosovo. Een karakteristieke complicatie voor hun werk is het feit dat veel originele kadastrale archiefstuk-ken niet in Prishtina maar in Belgrado (Servië)

liggen, om logische, maar tegelijkertijd pijnlijke redenen. Het kadaster moet deels echt nog opgebouwd worden, getuige hun programma ‘Building Cadastre’. De bijbehorende kaart is als afbeelding bijgevoegd (afbeelding 2).

Het thema van het seminar was verder met name gericht op het registreren van gebou-wen, met als meest prominente spreker Chrissy Potsiou (voorzitter FIG), die een verhaal hield over het formaliseren van informeel vastgoed, het feit dat er veel informeel (door bureaucra-ten illegaal genoemd) vastgoed bestaat, en dat het formaliseren van die situatie veel voordelen en bescherming kan opleveren. Zij was ook aanwezig om wat officiële handelingen te verrichten.

Het programma werd afgesloten met een excursie naar een archeologische locatie waar voormalige steden zijn opgegraven. Het gebied is al duizenden jaren een belang-rijke kruispunt in allerlei handelsroutes tussen oost en west geweest. Voorafgaand daaraan gaf Murat Hoxha, op de afsluitende verga-dering, het stokje door aan de delegatie van Barcelona, waar komend najaar onze volgende meeting zal plaatsvinden (afbeelding 5).

Eric Hagemans

Verslag

Afbeelding 5 - Murat Hoxha sluit af.

Page 15: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 132018-3 | Geo-Info

Hoewel het geen echt ‘heet-van-de-naald-nieuws’ meer is, laat ik u met enige trots graag weten, dat de vijf Kempenge-meenten Bergeijk, Bladel, Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden, het ‘Rural Data Center de Kempen’ hebben geopend. Samen met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De feestelijke start was op 12 december 2017 in het gemeente-huis van Reusel-De Mierden. Urban Data Centers waren er al. Deze in de Kempen is de eerste voor plattelandsgemeenten. Belangrijk, want de voornaamste kwesties op het platteland, zoals rondom de agrarische sector en de inrichting van het openbaar vervoer, verschillen echt van stedelijke kwesties.

De vijf Kempengemeenten werken al samen in een gemeenschappelijk regeling op het gebied van bedrijfsvoering, intergemeentelijke sociale dienst, jeugdhulp, vergunningverle-ning en toezicht en handhaving. Samen hebben we ontzet-tend veel data in huis en die nemen nog steeds toe. Alle reden om ‘datagedreven’ te gaan werken. Alleen data toevoegen en netjes bijhouden is hartstikke zonde. Dat staat buiten kijf. Maar: hoe ontsluiten en koppelen we die gegevens, hoe gaat dat datagedreven werken écht werken? Feitelijk geformuleerd is datagedreven werken: het kunnen sturen op basis van onbewerkte feiten en ruwe data. Doel is om op basis van deze data beslissingen te nemen en niet (alleen) meer op basis van een vermoeden, een mening of intuïtie of het zogenaamde onderbuikgevoel. Dit geldt voor de gehele organisatie.

Begin 2017 startte het experimenteren met het efficiënter en effectiever inzetten van data bij verschillende beleidsvraag-stukken. Om daarmee meer maatwerk in beleid mogelijk te maken, onze dienstverlening te verbeteren en onze inwoners beter te informeren over gemaakte gemeentelijke keuzes. Kortom: beter begrip, betere beslissingen en efficiënter gebruik van belastinggeld. Als Kempengemeenten, onderdeel van één van de slimste regio’s van de wereld: Brainport, zijn we het bijna aan onze stand verplicht om optimaal gebruik te maken van data. Binnen Brainport noemen we onszelf innova-tief en voortvarend. Toch kwamen we er al doende achter, dat we, om onze data werkelijk goed te kunenn gebruiken, nou net niet alle kennis in huis hadden om dat op eigen houtje waar te maken……

Het was voor ons goed nieuws dat we bij het CBS positief werden ontvangen met ons verzoek tot samenwerking. Daarbij werkte in ons voordeel dat we als Kempen de eerste plattelandsgemeenten waren die daarvoor het CBS benader-den. De kennis, menskracht en grote schat aan gegevens die het CBS heeft, kunnen we nu samen gebruiken in het ‘Rural Data Center de Kempen’. Het CBS is voor ons de partner bij uit-stek. Betrouwbaar en met veel expertise. Intussen moeten we

binnen onze eigen organisatie blijven werken aan specifieke kennis en het actueel houden van onze data, zoals de BGT.

Een persoonlijke noot: ik ben al ongeveer 10 jaar bestuur-lijk betrokken bij zowel GBKN als het invoeren van de BGT. Daarbij zei ik soms, als het naar mijn idee wat moeizaam ging tussen BGT en gemeenten: “dit is ook geen sexy onderwerp”. Sexy zal het ook niet worden, hoeft ook niet. Als we de basis-registraties maar naar waarde schatten en op orde hebben en houden. Na veel inspanningen van alle bronhouders is het gelukt om de unieke en veelzijdig te gebruiken BGT voor het hele land beschikbaar te hebben. Nu komt het aan op goed onderhoud en kwaliteitszorg!

Terug naar het ‘Rural Data Center’. Met al die mooie data, waarmee we zoveel vraagstukken onder de loep kunnen nemen, lopen we het risico dat we ‘de hele olifant in één keer willen opeten’. Dat gaat niet lukken, het gaat hapje voor hapje. Vraagstuk voor vraagstuk. Met een dynamische lijst, die pas wordt aangevuld als er een vraagstuk is afgerond. Er zijn nu twee succesvolle pilots uitgevoerd. Eén over zorgwoningen, één over jeugdcriminaliteit.

Intussen waren en zijn we bezig met:• groen loont: de relatie tussen de ophoping van water en

openbaar groen• strooiroutebeleid: alle indicatoren bij samenstelling van de

route(s) op één kaart in beeld • samenstellen van een monitor sociale dienst: beter afstem-

men dienstverlening van de Intergemeentelijke Sociale Dienst

• woonvisies: alle beschikbare gegevens samen op één kaart • uitwerking ‘herstel landschap’: automatisch overzicht door

koppeling van data uit bestemmingsplannen, basisregistra-ties, luchtfoto’s en vergunningen.

Mogelijke nieuwe onderwerpen zijn: bodemkwaliteit, energie, zorgvoorzieningen en veiligheid.

Wij zien het zitten. We laten onze data niet stoffig worden zoals, vroeger, een stapel oude kaarten. We willen er steeds meer en dankbaar gebruik van maken ten dienste van onze inwoners en bedrijven. Volgens mij gaan steeds meer gemeenten dat zo doen, of doen dat al volop. Aanrader, het werkt!

Jetty Eugster

wnd. burgemeester Reusel-De Mierden

[email protected]

Column

Jett

y Eu

gste

r

Datagedreven Kempengemeenten: hoe werkt dat nu?

Page 16: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

14 | Geo-Info | 2018-3

Op 14 februari j.l. was het 15 jaar geleden dat de vereniging GIN werd opgericht. Op die dag werd de zogenaamde oprichtingsakte ondertekend door het voorlopige dagelijkse bestuur. Ik mocht één van de mede-ondertekenaars zijn in de rol van penningmeester en vice-voorzitter, naast voorzitter Menno Jan Kraak en secretaris Henk Ottens. Dit hele proces werd gemanaged door Wim Eimers.

Door Leen Murre

Hiermee werd de eerste formele stap gezet in de totstandkoming van de vereniging GIN zoals we die heden ten dage kennen. Het was de eerste stap in het fusieproces van in totaal zeven verenigingen en twee stichtingen. Op 23 oktober 2003 vond een tweede belang-rijke stap plaats, tijdens het laatste Geodesia-congres in Utrecht; de ondertekening van de fusieakte en ledenraadpleging, gevolgd door de installatie van het eerste definitieve bestuur.

Door één van de redacteuren ben ik gevraagd als mede-oprichter en -initiatiefnemer van GIN, om vanaf het moment van ontstaan van GIN vooruit te kijken naar de huidige tijd en wat er van GIN is geworden. GIN heeft zich destijds ten doel gesteld: GIN wil in Nederland een ontmoetingsplaats en

kennisnetwerk vormen voor iedereen die zich professioneel bezig houdt met Geo-Informa-tie. GIN organiseert daartoe activiteiten ter ontplooiing van de individuele leden en ter versterking van de positie van het vakgebied ‘Geo-Informatie’ in de maatschappij.

Heeft GIN haar doel in de afgelopen 15 jaar bereikt?

Om die vraag te beantwoorden moet het verloop van de afgelopen 15 jaar beschouwd worden. In de eerste jaren werd nog heel sterk rekening gehouden met de ont-staansgeschiedenis van de vereniging, qua organisatie en qua evenementen/congressen. Zo werd gestart met vijf secties die ieder een bepaald gebied van de Geo-informatie bestreken, zoals bijvoorbeeld de sectie Landmeetkunde en Geodesie en de sectie

GIN 15 jaar: een felicitatie waard (2)

Prof.dr.ir. P.M.G. Apers (UT) tijdens Baardalezing op het, met bureau Sense en NCG georganiseerde, GIN-symposium 2012 (foto’s Adri den Boer).

Page 17: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 152018-3 | Geo-Info

Kartografie en Geovisualisatie. Dit om de leden nog thuis te laten voelen bij hun oor-spronkelijke afkomst. En er was nog sprake van rayonbijeenkomsten. Deze laatste zijn overgegaan in gewestelijke bijeenkomsten of themagroepen. Thans is er een mix van themagroepen voor een bepaald gebied en

themagroepen voor een specifiek thema, zoals Verkenning Plaatsbepaling en Navigatie, maar ook JongGIN.

Dan de beurzen en congressen. Zoals ook in de tijd van de Stichting Geodesia startte GIN met elke twee jaar een meerdaags congres

met beurs en in het tussenliggende jaar een studiedag met uitreiking van de Tienstra–prijs. Door de intensievere samenwerking met GeoBusiness is er nu een jaarlijks meerdaags congres en beurs in ‘s-Hertogenbosch, dat druk bezocht wordt en vele verschillende nevenactiviteiten kent.

VeranderingenIn de afgelopen 15 jaar is er natuurlijk veel veranderd op het gebied van de digitale media en ook daarin is GIN meegegaan, zij het voorzichtig: met elektronische nieuwsbrieven en de mogelijkheid om GIN te volgen op Twitter en Facebook. Gebleven is het papieren verenigingsblad, zij het qua verschijningsfre-quentie aanzienlijk gedaald van elf naar vijf uitgaves per jaar.

Kijkend naar alle veranderingen die GIN heeft doorgemaakt in de afgelopen 15 jaar en waar GIN nu staat, heeft GIN zijn doelen weten vast te houden. Het is nog steeds een ontmoe-tingsplaats en kennisnetwerk en er wordt zeer zeker geprobeerd een community-gevoel te creëren. De toewijzing van het Internationale FIG-congres in 2020 is natuurlijk een zeer groot compliment voor het bestuur dat dit heeft weten binnen te halen, maar stelt de vereniging ook voor een zeer grote uitdaging om dit orga-niseren, zonder financieel grote risico’s te lopen.

Waar GIN, zoals zoveel verenigingen, ook mee te maken heeft, is het vinden van vrijwilligers die bereid zijn, en tijd hebben en krijgen, om zich in te kunnen zetten voor een vereniging. Tot nu toe is GIN daar goed in geslaagd en met het FIG-congres in 2020 in het vooruit-zicht kan dit een stimulans geven voor leden om zich beschikbaar te stellen en zich daar voor in te zetten. Zelf blijf ik me inzetten voor de stichting NAP als voorzitter om dit te herpositioneren en meer in het kader van klimaatverandering en zeespiegelrijzing te plaatsen.

GIN gefeliciteerd met het jubileum en op naar 25 jaar!

Leen Murre is mede-oprichter en voorzitter van GIN (2003-2006). Leen is bereikbaar via [email protected].

GIN 15 jaar: een felicitatie waard (2)

Ministands GIN-congres 2015: De Hollandse Cirkel met Linda Soto én VNBG.

Page 18: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

16 | Geo-Info | 2018-3

Op 30 april bracht onze redacteur een inspirerend bezoek aan de gemeente Rotterdam en interviewde Timo Erinkveld over de visie van de gemeente op het thema 3D. Ook met twee externe partners die bij het project betrokken zijn geweest, is telefonisch gesproken en de boodschap is duidelijk: met wat hulp van buitenaf kan iedere overheidsorganisatie “3D realiseren” en daarmee de dienstverlening naar de burger effectiever maken. Een goede visie is daarbij van belang: redeneer vanuit 3D en werk alleen terug naar 2D indien nodig.

Door Eric Hagemans

Wat precies verstaan wordt onder 3D-model-len, wordt in de loop van het verhaal duidelijk. De resultaten uit de interviews zijn hier vrij door elkaar gebruikt om de goede samen-werking, die bij alle drie de gesprekspartners nadrukkelijk naar voren kwam, te illustreren en de thema’s te groeperen.

Gemeente Rotterdam, Timo ErinkveldTimo Erinkveld is teamleider basisinformatie en in die rol onder andere verantwoordelijk voor de 3D ontwikkeling binnen de gemeente Rotterdam. Eerder werkte Timo als adviseur bij de gemeenten Dordrecht en Den Haag en richtte zich daar met name op de BAG-coördinatie.

Wat is een 3D-model nu precies en wat kun je ermee?

Het 3D-model is een informatiebron waarin verschillende thema’s kunnen voorkomen, zoals verlichting, bomen, gebouwen en kabels en leidingen (=basis). Dat model gaat de gemeente beheren in 3D en daarnaast zorgt men voor een GIS-viewer op de 3D-data uit het model. In het geval van de gemeente Rot-terdam is de inspanning de laatste jaren gaan zitten in de opbouw en het bijhouden van een gebouwenmodel van hogere kwaliteit, waaraan ook toonaangevende bruggen en bijzondere objecten, zoals bijvoorbeeld de Euromast, zijn toegevoegd. Het niveau van het nieuwste en zojuist gereed gekomen gebou-wenmodel is LOD2 (= Level Of Detail).

Visie van Rotterdam op 3DDe gemeente wil de stap maken van 2D-registraties naar 3Dregistraties en daarmee ook geen 2D-situaties meer beheren, maar deze afleiden uit de 3D-registratie. Het motto wordt daarmee: 3D tenzij.... Als men kijkt naar het geo-info vakgebied, de komst van de omgevingswet met bijbehorend digitaal stel-

sel, geluidsanalyses enzovoort, ziet men veel in het werken in 3D. De behoefte hieraan is in beeld gebracht.

De samenhang tussen basisregistraties kan volgens de gemeente Rotterdam het beste uitsluitend via 3D gerealiseerd worden. Een voorbeeld daarvan is de afstemming tussen

3D-gebouwenmodel word t volwassen, Rotterdam heeft het gedaa n!Een impressie op basis van drie interviews met Timo Erinkveld, Jelle De Zwaef en Rick Klooster

Verschil 2D-3D in beeld.

Ga zelf aan de slag en

laat je helpen!

Page 19: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 172018-3 | Geo-Info

BGT en BAG: het betreft hier immers hetzelfde 3D-pand. Ook WOZ en 3D-kadaster kunnen daarop aansluiten. Het geo-infovakgebied is daar erg mee bezig. Als je dat voor elkaar hebt, kun je meer toepassingen realiseren en krijg je een meer effectieve werkwijze. Rotterdam pleit daarom voor een cultuuromslag in de geo-opleidingen naar het werken in 3D. Door-dat er nog geen duidelijke nationale standaard is, is er veel afgestemd met Geonovum en het ministerie van I&M om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de contouren van de toekomstige landelijke standaard. Rotterdam wilde daar niet op wachten, maar ook voorkomen dat men in de toekomst geïsoleerd komt te staan met een te eigenzinnige oplossing. Er wordt immers al heel lang over 3D gesproken. Nut en noodzaak staan de gemeente zo helder voor ogen, dat ze maar gewoon zijn begonnen en niet hebben afgewacht tot landelijke afspra-ken gemaakt zijn.

Overheden: ga zelf aan de slag en laat je helpen!De grootschalige inwinning wordt steeds bereikbaarder door actueel beeldmateriaal en automatische hoogte inwinning, dus kunnen overheden nu gemakkelijker de stap maken

naar eenvoudige 3D-modellen dan in het verleden, toen het meer handwerk vereiste. Rotterdam roept andere overheden op om

ook aan de slag te gaan met 3D en niet te lang af te wachten. Met hulp van anderen is het technisch goed te realiseren, Rotterdam heeft een factsheet beschikbaar met de specificaties voor een 3D-model.

De gemeente Rotterdam is begeleid door het bedrijf Future Insight bij het opzetten van het ontwerp en het realiseren van de technische organisatie om te komen tot een model. Hieronder is een link opgenomen waarmee je gebouwen kan bekijken. Vanuit deze viewer kan je een selectie maken en dan een export opvragen in een gewenst formaat, en op die manier kun je daar makkelijk mee aan de slag.

maps.dpt-dashboard.com/rotterdam/#/

Het proces om te komen tot de huidige situatieIn 2010 was de nationale 3D-pilot. Rotterdam startte een onderzoek, stapte in de pilot en liet in dat kader tussen 2010 en 2014 een eerste 3D-gebouwenmodel maken (LOD1). Daar werd met redelijk enthousiasme gebruik

3D-gebouwenmodel word t volwassen, Rotterdam heeft het gedaa n!Een impressie op basis van drie interviews met Timo Erinkveld, Jelle De Zwaef en Rick Klooster

Thema’s binnen het 3D-model.

Toepassingen van 3D-informatie.

Page 20: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

18 | Geo-Info | 2018-3

van gemaakt, totdat het verouderd begon te raken. Het wordt nog steeds wel gebruikt, maar is verre van ideaal. Zelfs het gebouw De Rotterdam staat er niet in; een redelijk fors gebouw, waar onder andere de gemeentelijke organisatie zelf in gehuisvest is! De jaren erna is veel gesleuteld aan de visie. In 2014 werd een project gestart om te werken naar een situatie dat er een 3D-model van de stad komt dat voor verschillende toepassingen bruikbaar is. De gebruikers zijn nauw bij de opzet betrok-ken en er zijn veel belangrijke stappen gezet naar een volwassen 3D-model. Vanaf 2018 gaat de gemeente de stap maken van een 2D- naar een 3D-registratie, waarin alle 3D-details net zo actueel moeten zijn als nu in 2D gebrui-kelijk is. Future insight heeft geholpen met zowel de technische als de organisatorische uitdagingen, om samen met gebruikers tot dit resultaat te komen.

Aanbestedingtraject & scope van het gebouwenmodel

In 2016 werd het aanbestedingstraject voor een nieuw gebouwenmodel gestart. Het project is gegund aan Avineon. Bij de aan-besteding is vooral op kwaliteit geselecteerd en minder op prijs. Zij hebben specificaties meegekregen, zoals het gebruikmaken en combineren van BAG en BGT, het gebruik van CityGML als basis en regelen dat texture (foto’s) op de gevels geplakt worden. Ook zijn landmarks (niet gebouwen) toegevoegd, zoals bruggen, de Euromast en zelfs de SS-Rotterdam, zodat de identiteit van de stad weergegeven kan worden.

Enkele gebouwen hebben wat meer details meegekregen, zoals het stadhuis en de Markt-hal. Of de SS-Rotterdam ook digitaal door het model kan varen, zijn we helaas vergeten te vragen.

Avineon (België), Jelle De ZwaefJelle De Zwaef is werkzaam bij het bedrijf Avineon bv, dat ook in België, Frankrijk, het VK en India vestigingen heeft. Met name de vestiging in India (waar 1200 vakmensen werken) speelt een belangrijke rol in dit verhaal, omdat het door de grote capaciteit in staat is om grote projecten met grote snelheid uit te voeren en daarmee aan de vraag van de klanten kan voldoen. Bijkomend voordeel is de lagere kostprijs in vergelijking met Nederland.

Technische definitie gebouwenmodelHet gekozen niveau van het gebouwenmodel van de gemeente Rotterdam is CityGML 2.0 (LOD2). Nieuw ten opzichte van de eerdere versie 1.0 van CityGML (wel LOD2) die in ste-den als Brussel en Genève is toegepast, is de

introductie van een nieuw type vlak, namelijk de ‘OuterCeilingSurface’ en ‘OuterFloorSurf-ace’. Op deze manier kunnen dakterrassen van daken onderscheiden worden en plafonds aan de onderkant van overstekende gebouwdelen een eigen vlakdefinitie krijgen.

Om dergelijke afwijkende vlakken te vinden, blijkt het verschil tussen de BAG- en BGT-definitie van gebouwen een handige oplos-singsrichting om automatisch tot een eerste

indicatie te komen. Als voor een gebouw de BGT en BAG meer dan 10 procent van elkaar verschillen, is er sprake van een dergelijk vlak. Het bleek in veel gevallen zelfs mogelijk om de ‘ceiling’ te ‘behangen’ met foto’s die uit oblique opnamen gehaald kunnen worden.Een andere uitdaging zijn gebouwen die uit delen bestaan met verschillende dak hoogten. In dergelijke gevallen is ervoor gekozen om

dat gebouw onder te verdelen in building parts, ieder met een eigen hoogte.

Organisatie van het projectEr is toch veel handwerk verricht in vele stereomodellen van foto’s om tot het nauw-keurige LOD2 gebouwenmodel te komen. Er is ongeveer een klein jaar met meer dan 10 mensen aan dit project gewerkt, het model kent 204.000 objecten en is daarmee uniek in Europa. Een gebouwenmodel in LOD1 is automatisch af te leiden uit een LOD2 model, wat voor de vele toepassingen die op LOD1 gebaseerd zijn, goed nieuws is.

Bijzondere objectenHet meest spraakmakende object voor Jelle De Zwaef zelf is het grote gebouw van Dier-gaarde Blijdorp dat uit allerlei ronde vormen bestaat, die in veel kleine vlakken uiteenvallen. Andere bijzondere objecten zijn een zestal bruggen (waaronder de Erasmusbrug) en de Maeslantkering.

Future insight, Rick KloosterRick Klooster werkte eerst bij de gemeente Apeldoorn, waar hij de trekker was van een 3D-pilot, voordat hij het bedrijf Future Insight oprichtte. Het bedrijf richt zich op het begeleiden van organisaties bij technische vraagstukken en ontwikkelt daarbij bijvoor-beeld dashboards om processen optimaal te monitoren. Ook voor de gemeente Rotterdam heeft men dit gedaan.

Rol Future InsightFuture insight verzorgde de technische uitvoering voor de gemeente Rotterdam. Daar-mee werd de organisatie ontzorgd en kon deze zich richten op andere taken. Future Insight zorgde ervoor dat er met gebruikers gesproken

Gebouwen met ‘fotobehang’.

Bij de aanbesteding

is vooral op kwaliteit

geselecteerd en

minder op prijs

Page 21: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 192018-3 | Geo-Info

is, waaruit bleek dat het oude model (uitslui-tend gebouwen) was verouderd en er behoefte was aan een uitbreiding met zaken als bomen en lantaarnpalen. Future Insight begeleidde Rotterdam ook bij het aanbestedingsproces, dat uiteindelijke leidde tot de keuze voor Avineon. Daarnaast heeft ze de begeleiding gedaan, de controle geregeld en richt ze zich nu vooral op het opleiden van de medewerkers en het inrichten van het applicatielandschap rondom het 3D-model.

Validatie van de resultatenDeze is gedaan door het Duitse bedrijf Virtual-City systems, door Future Insight aangedragen en al ruim 10 jaar actief in de CityGML-business. Daarbij is gebruik gemaakt van een open source tool van de TU Delft, Val3Dity genaamd, omdat er nog geen gecertificeerde validatie tool bestaat. Na enkele aanpassingen (sommige checks even uitgeschakeld) bleek dit goed te functioneren (99 procent werd

geaccepteerd). Validatie van het geleverde is vaak een hot item, er zijn in het verleden grote projecten in de geo-info geweest, waarbij de kosten van de controle en validatie hoger bleken dan het vervaardigen van de data zelf.

Er zijn grofweg twee soorten controles: het grondvlak van een gebouw moet matchen met BGT, en het grondvlak sluit goed aan bij terrein. Er zijn specifieke CityGML eisen, zoals dat het waterdicht moet zijn en vlakken de goede kant op wijzen. Met andere voorlopers op dit gebied, zoals Helsinki en Singapore, is overleg geweest over de manier van contro-leren. Soms leveren de controles bijzondere conclusies op: sommige eisen zijn strijdig met elkaar, zoals gedoe over grondvlakken versus BGT. Dat levert dan een nieuwe beslisregel op. Bijzonder in de controle was, dat aan de eis dat niet alleen de omtrek, maar ook onderdoor-gangen in beeld gebracht moesten worden, glansrijk voldaan is.

Afsluitende conclusieDe eensluidende conclusie van de drie geïnterviewden luidt, dat het voor iedere lokale overheid mogelijk is om 3D-modellen te realiseren. Het is aan te bevelen je daarbij te laten helpen, omdat de benodigde expertise vaak niet aanwezig is in de organisatie zelf. Iedereen roept wel CityGML, maar het is nogal complex om hiermee te werken. De gemeente Rotterdam heeft laten zien dat praten op een gegeven moment klaar is en je gewoon aan de slag moet gaan. Het voor de hand lig-gende Rotterdamse cliché zullen we de lezer besparen, inspirerend is het resultaat zeker te noemen.

Eric Hagemans is adviseur proces- & product-innovatie / geodetisch expert bij het Kadaster.Hij is bereikbaar via [email protected].

Bijhoudingsfrequentie achteraf aangepast?‘Hoe het Groene Hart en de Randstad zich feitelijk hebben ontwikkeld is prachtig van jaar tot

jaar en van plaats tot plaats te volgen op www.topotijdreis.nl van het Kadaster.’

Bron: Ben de Pater, Holland 1968-2018, in: Historisch Tijdschrift Holland, 2018-1, p. 22

Waar bleven de RWS-instrumenten?

In Geo-Info 2018-1 stond op pagina 39 de  bijdrage over het veilen van oude RWS-instrumenten door Mieke van Zelst op www.catawiki.nl, RWS-instrumenten afkom-stig van haar ouders.

Dat de instrumenten in de databank van de stichting De Hollandse Cirkel (DHC) nog steeds op naam van RWS/MD/AGI/DID stonden, werd ook vermeld (en is nog zo). Intussen is bekend dat minstens twee DHC-donateurs instrumenten uit het aanbod koch-ten. In DHC 2017-4 werd al vermeld dat verza-melaar Nicolas de Hilster uit Castricum genoeg bood voor de Nivellier III van Zeiss. In DHC 2018-1 meldde Theo van de Broek uit Didam vervolgens: “De Carl Zeiss Jena level II met reversieniveau en nummer 22598 bevindt zich nu in mijn collectie en is in oktober via Catawiki aangeschaft (verkoper M. van Zelst). Het instru-ment staat hier bovenop mijn Carl Zeissvitrine.”

De andere instrumenten zijn ook in Nederland verkocht. Deels ook aan GIN-leden?

Adri den Boer, redactie DHC

Afsluitdijk Wadden Center

In het dit voorjaar geopende Afsluitdijk Wadden Center bevindt zich een interac-tieve beleefexpositie.

Hoofdthema is het (over-)leven van de Nederlanders in de Delta, door de eeuwen heen en met het oog op de toekomst van kli-maatverandering en zeespiegelstijging. Rijks-waterstaat is één van de partners erin.

www.afsluitdijkwaddencenter.nl

Adri den Boer

Achter een bureau verschijnt een virtuele Lely op een gazen scherm en daarachter staat ook - en slecht te zien - een driepoot met een waterpasinstrument.

Page 22: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

20 | Geo-Info | 2018-3

Maar eerst werd het reguliere werkgroep-programma afgewerkt. Daarbij deed Marleen Smit, namens de Bijzondere Collecties van de UvA (binnenkort hernoemd in Allard Pierson), de plannen voor het in 2019 in Amsterdam te houden 28e congres van de ICHC (Internatio-nal Conference on the History of Cartography) uit de doeken. Het programma daarvan begint op 12 juli op de UB in Utrecht, verhuist de volgende dag naar de UB Leiden, om in alle hevigheid los te barsten op 14 juli in het Instituut voor de Tropen in Amsterdam. Na de sluiting op 19 juli volgen er nog excursies. Het thema is ‘Old maps, new perspectives’ en de call for papers komt in mei 2018.

Na Marleen kwam prof. Bram Vannieuwen-huyze aan het woord, die aan de hand van de recente publicatie ‘De stedenatlas van Jacob van Deventer’ (van hemzelf en Reinout Rutte) de opzet van dit standaardwerk toelichtte met behulp van voorbeelden van Enkhuizen.

Voor deze uitgave was een legenda van de kaarten opgesteld, een tentatieve chrono-logie van de opname van de betreffende 226 steden opgesteld en was de productie zo goed mogelijk gereconstrueerd. Daarbij werd, bijvoorbeeld, het feit dat de plattegronden van Poperinge en Ieper onafgemaakt waren, verbonden aan de daar toen hevig woedende beeldenstorm. Het laatste deel van het werk (het begin bevat een biografie van Van Deventer, daarna volgen alle plattegronden) bevat een analyse van het materiaal, onder andere met een typologie van de steden in de lage landen.

Na de pauze gaf verzamelaar Piet J. de Vries (auteur van ‘De plattegronden van Enkhuizen’) een lezing over zijn collectie. Vervolgens namen Marc Hameleers en Kees Hendriks het over om Erik Walsmit in het zonnetje te zetten. Na een opleiding in Boskoop werd Erik in 1982 aange-steld bij het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen, waar hij aanvankelijk vooral bemoeienis had met het buitenmuseum, maar allengs meer

belangstelling kreeg voor documentatie-aspec-ten en de historische kartografie. Vanaf 1991 kreeg hij ook het beheer over topografische en kartografische objecten en in 2009 werd hij conservator flora, fauna en kartografie. Hij heeft in die hoedanigheid veel tentoonstellingen mede vormgegeven, en werd in 2006 ook lid van de werkgroep Geschiedenis van de Kartografie. Vanaf 1993 werkte hij in zijn vrije tijd als vrijwilliger mee in het Explokart project, waar hij bijdroeg aan de totstandkoming van de monografie over Giucciardini’s ‘Neder-landen’ en vooral aan het standaardwerk de ‘Spiegel van de Zuiderzee’. Gelukkig betekent zijn pensionering niet dat Erik stopt met het eindredacteurschap van Caert Thresoor en zijn deelname aan de werkgroep.

Tijdens de borrel na afloop was er uitgebreid gelegenheid de sprekers te complimenteren en Erik Walsmit een werkzaam en gezond pensioen toe te wensen.

Ferjan Ormeling

Enkhuizen op de kaart

Lezing Bram Vannieuwenhuyze.

Op 12 april 2018 vond de voorjaarsbijeenkomst van de GIN-werkgroep voor de geschiedenis van de kartografie plaats in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. De bijeenkomst werd geopend door de directeur van dit museum, Kees Hendriks, en werkgroep voorzitter Marc Hameleers. Hij kondigde meteen al aan dat de bijeenkomst opgedragen zou worden aan Erik Walsmit, die deze dag afscheid nam van zijn werkkring bij het Zuiderzeemuseum.

Verslag

Erik Walsmit neemt een deelnamebewijs aan het in 2019 in Amsterdam te houden ICHC-congres in ontvangst van Marleen Smit namens Explokart (foto Fam. Walsmit).

Page 23: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 212018-3 | Geo-Info

Afgelopen mei ontving ik bij het Kadaster in Amsterdam collega’s uit tien andere Europese landen. Deze elf National Mapping and Cadastral Agencies werken sinds november 2017 samen om de integratie tussen data uit de twee domeinen Geo en BIM (Bouwwerk Informatie Model) verder te brengen.

Alle deelnemers zijn het erover eens: het integreren van geo- en BIM-data biedt veel mogelijkheden om de heden-daagse multidisciplinaire uitdagingen van onze leefomgeving op te lossen. Een ontwerper (BIM) kan rekening houden met allerlei omgevingsinformatie (geo). Een BIM-model kan vervolgens worden ingediend bij een vergunningsaanvraag, waarna een gemeente dit ontwerp kan inlezen in een (3D) geo-omgeving om de impact ervan automatisch te beoorde-len. Restricties zoals maximale gebouwhoogte, geluidscon-touren, luchtkwaliteit kunnen daarbij ook in 3D (geo) worden vastgelegd en gecheckt. Vergunningstrajecten worden daarmee veel sneller én objectiever. En 3D-stadsmodellen gedetailleerder en actueler: een gegund object kan als bron dienen voor het 3D-stadsmodel met aanvullende informatie over bouwmateriaal en energie-gerelateerde attributen.

Het lijkt zo gemakkelijk! Veel onderzoeken en individuele projecten laten zien hoe geo-data succesvol wordt gebruikt bij bouw- en ontwerpactiviteiten en hoe BIM-data als bron dienen voor geo-data. Maar helaas is de praktijk hardnekkiger.

We hebben een enquête uitgezet in onze 11 deelne-mende landen om de status van geoBIM te inventariseren. Daaruit blijkt dat er veel BIM-initiatieven zijn en veel geo-ini-tiatieven die intensief gebruik maken van digitale ruimtelijke informatie en dat in alle landen de meerwaarde wordt gezien van geo/BIM integratie door middel van onderzoekspro-gramma’s en overheidsinitiatieven. Maar de enquête laat ook zien dat in de praktijk geen van de landen een geïntegreerde geoBIM aanpak kent. Nederland scoort daarbij, samen met Noorwegen en Zweden, wel als één van de frontrunners met BIM Loket en Geonovum actief op dit gebied.

Een gebrek aan kennis wordt gezien als de nummer één uitdaging om BIM- en geoprocessen beter op elkaar te laten aansluiten. Er zijn experts die veel weten over geo óf over BIM, maar weinig experts hebben kennis over data behoeften, werkprocessen, technieken, software en standaarden van beide domeinen. Laat staan over de optimale geoBIM integra-tie buiten individuele onderzoeken en projecten.

Ook de ondersteuning van open standaarden, één van de voorwaarden voor fundamentele integratie, laat nog veel te wensen over. Grote ontwerp-pakketten kunnen nog onvol-doende foutloze IFC bestanden (dé open standaard in BIM) exporteren en blijken vervolgens zelf ook niet altijd in staat om de eigen geëxporteerde IFC bestanden weer in te lezen. Gebruikers hebben hier niet of nauwelijks notie van.

In onze verdere discussie beamen we dat de BIM-wereld en de geowereld veel verschillen kennen en dat deze verschil-len afzonderlijke domeinen rechtvaardigen. Naast de bekende verschillen als detail niveau (een BIM-model van een enkel huis bevat al snel meer dan 1.000 elementen) zijn er andere verschillen. Geo-data is een bron van informatie waarmee je ruimtelijke analyses kunt doen. Voor architecten en bouwers is een BIM-model een digitaal plan voor ontwerp en constructie van een specifieke bouwwerk. De geo-wereld is overheid-gedomineerd met een intrinsieke behoefte om data te delen, onafhankelijk van specifieke projecten. De BIM-wereld is industrie-gedomineerd met een paar grote softwarebedrijven als de belangrijkste spelers met focus op individuele bouw-werken. De grote BIM software oplossingen kunnen elkaars data inlezen en het gebruik van open standaarden en delen van BIM-data buiten de omgeving van specifieke bouw-werken is geen gemeengoed (en vaak ook niet het primaire belang van de bronhouder).

Hoe kan de hoeveelheid digitale informatie die in beide domeinen wordt geproduceerd, beter worden benut? Daar is lastig antwoord op te geven, zolang er nog veel aannames zijn over elkaars domein en onvoldoende kennis over waar geo en BIM elkaar in de praktijk tegenkomen.

Om iets aan dit essentiële kennisgat te doen, besluiten we om twee use cases in detail en vanuit een internationaal per-spectief uit te werken: de workflow om van globaal ontwerp tot vergunningverlening te komen en de workflow van een object levenscyclus in assetmanagement.

Welke processtappen en informatiestromen kennen deze use cases en welke data-behoeften kent iedere stap om geo-data in een BIM omgeving te gebruiken en andersom? Hoe kan bestaande BIM software werken met geo-data en andersom? Hoe kan het hergebruik van geo-data én BIM data deze twee use cases verbeteren?

De geo en BIM stakeholders van deze use cases zijn ruim-schoots aanwezig binnen onze netwerken en alle deelnemers herkennen de geïntegreerde geo- en BIM-data behoeften van deze twee use cases in hun eigen land. Een ‘best practice voor geo-data in BIM omgeving’ en een ‘best practice voor BIM data in een geo-omgeving’ worden daarmee onze ambitie voor de komende twee jaar. Een bijdrage vanuit internationaal perspectief om de geoBIM beloftes praktische werkelijkheid te laten worden.

Jantien Stoter

Adviseur Innovatie bij Kadaster, tevens werkzaam bij TU Delft en Geonovum

[email protected]

Column

Jant

ien

Stot

er

Geo en BIM maakt nog geen geoBIM

Page 24: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

22 | Geo-Info | 2018-3

Eind 2011 verschenen, ook in dit blad, zorgelijke verhalen over wetenschapsmuseum Boerhaave in Leiden. Net als andere rijksmusea zou dat per 2012 voor minstens 17,5 procent eigen inkomsten moeten zorgen, maar staatssecretaris Zijlstra maakte daar met terugwerkende kracht per 2010 van. ‘De ongewisse toekomst van museum Boerhaave en zijn geodetische erfgoed’ was in nummer 2011-12 een artikel van Nicolàs de Hilster en er was nieuws over een campagne ‘Red Boerhaave!’.

Door Adri den Boer

Die campagne en ommezwaai hadden succes. Het museum is intussen verbouwd en vernieuwd! Op de begane grond is er (naast pakweg een tentoonstelling Fran-kenstein) bijvoorbeeld een interactieve

familie tentoonstelling Wiskunde. Daar zie je onder meer een kleine hoekmeter voor een kanon (1621). Over de cartografie past daarin de aardbol met een daarover - vanuit Leiden - te spannen lint dat op een vlakke kaart met lichtjes de geprojecteerde gebogen lijn weergeeft. De menselijke maat wordt niet vergeten: een soort ‘transversaalschaal’ geeft een Rijnlandse voet, verdeeld in palmen en duimen. Dat men sinds de herinrichting verder kijkt, blijkt ook uit een onderdeel met tegelpatronen van moskeeën: “Vaak blijkt dat er in die tijd al wiskundige kennis was waar men in het westen pas veel later achter kwam. De belevenis ‘Waterland’ op de binnenplaats “was pas op 30 maart klaar en is voor Museum Boerhaave wel echt iets kindvriendelijks!

Hollandse cirkelsBoven zie je bij de sectie ‘Grote Vragen’ meer dan die grote meridiaankijker van Pistor und Martins uit 1860. Er is een afdeling Water, Stroom & Data. ‘De opmars van de Ingeni-eur’ is in die afdeling een staande vitrine met pal na die titel wel drie Hollandse cirkels met kompas. Bovenaan die van Jacob David (Leiden 1653), dan de zeer bewerkte van Anthonius Hoevenaer (Leiden 1650-1695), waarschijnlijk gemaakt voor stadhouder Willem III. De derde in de rij is die van Hendrik Sneewins, ook uit Leiden, en uit dezelfde tijd. Van hem bevat de vitrine ook een grafometer (‘variant van Hollandse cirkel’). Die prijkt nu naast de Meetkundige Machine van Wytze

Museum Boerhaave: gewisse toekomst geodetisch erfgoed

Cartografisch experiment (met een c).

Hoekmetertje voor kanon mét hoesje (1621).‘De opmars van de Ingenieur’ met de Hollandse cirkel.

Page 25: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 232018-3 | Geo-Info

Foppes (Leeuwarden 1651). Naast kaarten en een pantograaf ligt er zo voor een breed publiek ook het boek ‘Practijck des Lant-metens’ van Sems en Dou. Tegen de muur prijkt een splinternieuw interactief object ‘Meten als een landmeter’ met een replica van een Hollandse cirkel (zonder kompas). ‘Je wilt de afstand tot de kerk weten, maar hebt geen zin in natte voeten. Tegenwoordig doen landmeters dit met één druk op de knop, maar vroeger moesten ze zelf meten. Ze gebruikten hiervoor een meetinstrument, de Hollandse cirkel, en een wiskundige methode, driehoeksmeting’, aldus de introductietekst. Ook twee kleinzoons van mij volgden de opdracht: ‘Ga als een landmeter

aan de slag en bereken de afstand tot de kerk’. Het lukte ze om op een toren aan de mini-horizon te richten, hoeken te meten en een afstand te berekenen. Het leek zelfs dui-delijker dan het iets verderop telefoneren met een draaischijf! De jongste van zes jaar las snel in die waterhoek ook het oude gezegde “God schiep de aarde, behalve Nederland, want dat deden de Nederlanders zelf” en vond die grote wandtekst ‘echt heel gek’!

SlotIn ‘Geo-Info’, 2007-11 versloeg ik een Dona-teursdag van de stichting De Hollandse Cirkel in rijksmuseum Boerhaave. Dat beeld was anders dan nu! Gebleven is (in ook

het publieke deel ) de aandacht voor niet alleen ziekte en gezondheid, maar ook voor geodesie! Sneewins Hollandse cirkelen en de Machine van Foppes zijn inmiddels geadop-teerd door op de Rijkswebsite genoemde particulieren….

Linkrijksmuseumboerhaave.nl/

Adri den Boer (ook foto’s) is redac-teur van Geo-Info en hoofdredac-teur van De Hollandse Cirkel. Hij is te bereiken via [email protected].

Museum Boerhaave: gewisse toekomst geodetisch erfgoed‘Junior zou zich hebben laten afbeelden met zijn mooie Hollandse cirkel.’In ‘Geo-Info’, 2011-7/8 stond een bijdrage ‘Museum Boerhaave verwerft ‘landmeet-kundig portret’’ zonder maar een sug-gestie van wie dat was. In het volledige museale persbericht, afgedrukt in ‘De Hol-landse Cirkel ‘, 2011-3, stond nog niet meer dan dat het portret wees in “… de richting van de familie Van Schooten”.

De website www.fransvanschooten.nl (Henk Hietbrink) zegt intussen: “Mijn ver-moeden is dat Frans van Schooten senior (1581-1645) afgebeeld is en niet Frans van Schooten junior (1615-1660).

Eerste argument is de kaart die de man in zijn hand houdt. De kaart toont de vesting van Grol en senior heeft daar een kaart van getekend. Senior stond dichter bij het

landmetersbedrijf en was betrokken bij de belegering van Grol in 1627. Als de man junior zou zijn, dan is het vreemd dat hij

zich laat portretteren met een tekening uit zijn kindertijd.

Tweede argument zijn de overige attributen. Het zijn landmetersinstrumenten: schiet-lood, gradenboog en kompas. Junior zou zich hebben laten afbeelden met zijn mooie Hollandse cirkel. Bovendien zou junior zijn tekeninstrumenten gepakt hebben: de ellip-sograaf, parabolograaf en hyperbolograaf.

Derde argument is het boek. Dat boek lijkt op de aantekenboeken die aan Frans van Schooten senior worden toegewe-zen. Junior zou eerder zijn eigen boeken op tafel gelegd hebben, bijvoorbeeld ‘De organica conicarum’ uit 1646, de ‘Viète Opera mathematica ‘uit 1646 of de ‘Geometria, à Renato Des Cartes uit 1649’.”

Interactief gebruik van de replica van de Hollandse cirkel.

Page 26: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

24 | Geo-Info | 2018-3

Directeur Zacharias Klaasse van het Kadaster-museum heette bestuursvoorzitter Dorine Burmanje van het Kadaster speciaal welkom, maar ook de broers Peter en Maarten de Koningh, kleinzoons van instrumentmaker Gerrit de Koningh. Klaasse bekende de enkele tientallen aanwezigen van Kadaster, DHC en de familie De Koningh een tijd geleden al met zijn vrijwilligers te hebben afgesproken: “Het is hier vol, we nemen niks meer in!” Naast de vijfde ook de vierde verdieping van het Kadastergebouw ontruimen voor uitbreiding van het museum leek te ver te gaan. (‘Niet het vele is goed, maar het goede is veel.’) Toen vanuit DHC een foto van de ongerestaureerde, deels verroeste machines werd getoond zei Klaasse: “Nee”,

Verdeelmachines van De Koningh nu in Kadastermuseum

Als eerste werd de herboren cirkelverdeelmachine… …onthuld door nazaat Peter de Koningh.

Op 23 mei 2018 werden in het Kadastermuseum in Arnhem-zuid twee gerestaureerde verdeelmachines van de voormalige firma De Koningh uit Arnhem-centrum onthuld. Het herstel en de overdracht waren via de stichting De Hollandse Cirkel (DHC) georganiseerd. De instrumentmaker gebruikte de machines om maatverdelingen op hoek- en lengtemeetinstrumenten aan te brengen.

Verslag

De Koningh van 1902-1967 fabrikant van landmeetkundige instrumentenGerrit de Koningh werd in 1875 te Amers-foort geboren. Zijn vader J.J. de Koningh was de ingenieur-verificateur bij het Kadas-ter, die in 1884 hoorde bij de oprichters van de Vereniging voor Kadaster en Landmeet-kunde. Na ervaring te hebben opgedaan bij binnen- en buitenlandse firma’s vestigde hij zich in 1902 in Arnhem als smid. De eerste catalogus van instrumenten verscheen ook in 1902. Instrumenten waren geheel of in onderdelen geïmporteerd. Later kwam de eigen productie op gang. Tijdens de oorlogsjaren werd de fabriek zwaar

beschadigd. Gerrit de Koningh overleed in 1947, waarna zijn zoon Johan Jacob hem als directeur opvolgde. Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw zijn waterpasinstru-menten, mijntheodolieten en sextanten vervaardigd. Het laatste waterpasinstru-ment verliet de fabriek in maart 1967. Die bleef voor ander werk wel bestaan.

Bron: P. de Koningh, De Koningh, een identiteit in de geschiedenis van de Neder-landse geodesie, in: ‘De Hollandse Cirkel’, maart 2002, p. 5-9.

Page 27: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 252018-3 | Geo-Info

maar ook: “Kom maar terug na restauratie”, en toen ontzonk hem de moed voor weigering snel. Geodeet Peter van Leijsen had er maan-denlang dag en nacht aan gewerkt. Klaasse vroeg nu zelfs (tevergeefs) aan de gebroeders De Koningh: “Hebben jullie nog meer machines, ik denk dat die man in een gat valt.”

Dorine Burmanje memoreerde de start van het museum rond 2007, toen het Kadaster tien vestigingen sloot en er veel antiek materiaal vrij kwam. “Nee, help, geen museum”, zei ze toen, maar een verzameling vond ze wel goed. Later constateerde ze de enige te zijn die de collectie geen museum noemde, maar ze paste zich die middag aardig aan. Het was trouwens de tweede keer dat ze bij ‘de collectie’ het woord voerde en dat typeert het belang van de aanwinst.

Roel Nicolai, DHC-stichtingsvoorzitter, dankte primair haar hoofdsponsor voor de bereidheid om de machines op te nemen. Zijn geschied-schrijving begon met het verslag van een telefoontje in 2017 van Peter de Koningh met professor Ramon Hanssen van de TU Delft: door omstandigheden moest het schuurtje waarin de verdeelmachines waren opgeslagen, worden ontruimd. Huib Ekkelenkamp van DHC was er net bij, werd aan de telefoon geroepen én ging in Arnhem kijken. Met vrijwilligers Hans van Eekelen, Jan Ebbinge en Henk Schuringa werden de, samen 400 kilo zware, machines in een aanhangwagentje naar de garage bij zijn huis in Zierikzee gereden. Ekkelenkamp vond in november 2017 DHC-werkgroeplid Pieter van Leijsen bereid en in staat om de restauratie te doen. Het betekende een volgend transport naar Roosendaal (en later weer terug naar Arn-

Uitleg van DHC-restaurator Pieter van Leijsen aan Dorine Burmanje, voorzitter van de Raad van Bestuur van het Kadaster.

Verdeelmachine: eenmaal in geo-vakblad In het Tijdschrift voor Kadaster & Land-meetkunde kwam het woord ‘verdeelma-chine’ vanaf 1887 veertien maal voor en meestal ook met de naam De Koningh. In de latere Nederlandse geo-vakbladen kwam het woord tot heden nog maar éénmaal voor. Dat was in 1969 in een bijdrage over ‘150 jaar Kern’ in Zwitserland. Gememoreerd werd dat de familie Kern ook speciale machines voor eigen gebruik ontwikkelde, waaronder “de verdeel-machine voor glazen randen, van welke machine de hoogste precisie wordt geëist”.

(Bron: Geodesia 1969-9, p. 185).

De eerst weigerende museumdirecteur Zacharias Klaasse hield daarbij zijn hand maar voor de mond!

Page 28: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

26 | Geo-Info | 2018-3

Verslag

hem). Dank was er dus vooral voor Ekkelenkamp en Van Leijsen. De laatste werd door de voorzit-ter zelfs de ‘enige verdeelmachinedeskundige in Nederland’ genoemd.

Peter de Koningh sprak met verve over zijn grootvader, en dat klopte met wat hij over hem in 2002 in het DHC-tijdschrift schreef. Uit het brievenkopieboek op vloeiblaadjes van 1902/1903 citeerde hij ook weer: “Als eerste schreef opa met succes aan professor Heuve-link van de TH over een prima waterpasinstru-ment. Voor theodolieten had opa vóór 1911 nog geen verdeelmachine en daarom liet hij dat werk maar in Duitsland doen.” Gememoreerd werden ook vermeldingen van De Koningh en zijn machines in het ‘Tijdschrift voor Kadaster & Landmeetkunde’ en in Arnhemse lokale media. Van 1913 dateert een verslag van Van Riessen

over een verenigingsexcursie aan de fabriek ‘Physica’ van De Koningh. Daarin staat dat de (cirkel)verdeelmachine door de eigenaar zelf was gemaakt. In 1915/1916 bleek uit bijdragen van T. Polée dat de cirkelverdeelmachine met centesimaal verdeelde rand tijdelijk aangepast voor méér dan voor eigen productie werd benut; het was zelfs een onderzoeksinstru-ment voor sextanten!

OnthullingVervolgens werden in een museale ruimte de afgedekte nauwkeurige cirkel- en lineaire verdeelmachines onthuld door een geluk-kige Peter de Koningh. Pieter van Leijsen informeerde de aanwezigen daarna over de werking: graveerunits met stiften zijn gemonteerd op ijzeren bruggen, waaronder de rand kan worden verdraaid of verscho-ven. Bij de cirkelverdeelmachine worden streepjes in de cirkelrand gegraveerd met een nauwkeurigheid van 0,05 graad. Voor een hele (sexagesimale) cirkel werd deze handeling 720 maal handmatig uitgevoerd! Bij de lineaire verdeelmachine werd met een volledige draai van een handwiel het plateau met het te graveren object 1 mm verschoven. (De bijbehorende cijfers werden vervolgens met een andere machine gegraveerd.) Van Leijsen lichtte ook de restauratie toe: “De machines zijn uit elkaar geweest tot het klein-ste schroefje.” Tal van foto’s werden daarbij gemaakt om de latere montage mogelijk te maken. De lineaire verdeelmachine werd trouwens in 1925 door opa De Koningh gekocht bij de firma G. Kesel in Kempten (D). Tot slot werd de verdere historische collectie (weer) bekeken en werd er nagepraat met een hapje en een drankje.

Adri den Boer (ook foto’s)

Welke verdeelmachine had de HEMA?Eindexamenkandidaten opgelet: HEMA slaat alarm over geodriehoeken die door het hele land te koop waren. Op de meetinstrumenten staan te veel streepjes, waardoor berekeningen die gemaakt worden niet kloppen. Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) en het ministerie van Onderwijs waarschuwen voor de ‘ongeschikte’ en ‘foute’ exemplaren.HEMA blokkeerde per direct de voor-raad. “Het is een landelijk probleem”, vertelt een woordvoerster van de Nederlandse winkelketen. “We zijn erop geattendeerd door een oplettende examenkandidaat die zat te oefenen, en zijn vervolgens gelijk tot actie overge-gaan. Op het moment hebben wij een kassablokkade en de geodriehoeken zijn uit de winkels gehaald.” Iedereen die onlangs een geodriehoek heeft gekocht, kan deze kosteloos in de winkel omruilen voor een correct exemplaar. Het bedrijf biedt zijn excuses aan voor de fout. Het is voornamelijk voor eindexamenstudenten belangrijk om te controleren of hun geo-driehoek klopt. Het probleem bevindt zich in de streepjes aan de buitenkant van de driehoek, tussen de getallen 50 en 60. Hier staan normaal gesproken 9 streepjes, maar op de geodriehoeken van HEMA staan er 11. Het aflezen van de geodriehoek gaat daardoor verkeerd. 

(Bron: Algemeen Dagblad, 11 mei 2018)

Geodeet-restaurator Pieter van Leijsen moest ook afscheid nemen van de essentiële graveernaalden.

Opvolgend gebeuren bij de lineaire verdeelmachine uit 1925.

Page 29: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 272018-3 | Geo-Info

QGIS: het meest gebruikte desktop GISGebruikt u al QGIS in uw organisatie? Wilt u meer kunnen met dit geweldige GIS-pakket? Of staat u aan de vooravond van een herziening van uw applicatielandschap?

DDe Geo Academie helpt u graag verder. Met trainingen in het gebruik van QGIS, en advies op maat.

DE QGIS SPECIALISTEN

MEER INFORMATIE EN AANMELDENVIA WWW.GEOACADEMIE.NL

Page 30: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

Onder de flitsende titel ‘Van de bestuurstafel’ mag ik u meenemen in zaken die binnen onze vereni-ging spelen en waar wij ons als bestuur zoal mee bezighouden.Nou niet gelijk al afhaken graag. Ik ga het niet hebben over saaie bestuurlijke vraagstukken maar over een worsteling die misschien geen worsteling is. Ook over kansen. En ik benieuwd ben wat u er zelf van vindt. Waar ik op doel is de worsteling om jong professio-nals bij verenigingen te betrekken, om de toekomst van verenigingen -ook onze vereniging- veilig te stellen. Veiligstellen klinkt wat zwaar, maar een vereni-ging moet bestaansrecht hebben, als dat er niet meer of niet in voldoende mate is, als er geen vraag naar is, geen belangstelling voor is of onvoldoende financieel draagvlak, dan houdt het op, zo simpel is dat.

Zoek de verschillenIn deze zoektocht naar bestaansrecht wordt vaak gewezen op grote verschillen tussen ‘toen’ en ‘nu’. Waarom lukte het vroeger wel om mensen te binden en nu niet, of minder? Verschillen in tijd, maatschap-pij en mens. De vraag is of dat zo is en, zo ja, of dat verschil er toe doet. Binnen GIN hebben we aan dit onderwerp (de toekomst van de vereniging) vele meetings besteed; speciale vergaderingen belegd, externen/specialisten bevraagd en/of ingehuurd, zelf onderzoek naar laten doen, andere onderzoeksresul-taten erbij betrokken et cetera . We komen niet verder dan blijven wijzen op verschillen in tijd/maatschappij en mens als oorzaak.

VerenigingsrolOver andere tijden zijn we het snel eens; enorme veranderingen vonden en vinden plaats, bijna niet bij te houden. De techniek dendert voort, communicatie ook. De maatschappij en de sociale omstandighe-den van toen zijn niet te vergelijken met nu, dat is waar. Maar is de mens zelf nou zo veranderd? Ok, vroeger werd je gewoon lid van een vereniging of vakbond, dat hoorde zo, vaak van huis uit. Of je baas stimuleerde het; grote bedrijven richtten zelf allerlei personeelsverenigingen op, of sportverenigingen of muziekverenigingen, noem maar op. Het bedrijfs-leven zag daar een duidelijke meerwaarde in. Ik las recentelijk nog dat verenigingen in de jaren 50 ook wel werden opgericht om werknemers van de straat te houden. Die gingen collectief minder werken, van 55 uur naar een 50-urige werkweek, en die extra vrije tijd moest zinvol opgevuld worden, anders gingen ze zich maar vervelen of meer naar de kroeg. Dat moest voorkomen worden. Vakverenigingen werden vaak ook door het bedrijfsleven en de overheid gesteund. Zij gaven vooral mogelijkheden tot het op peil houden van kennis door contact met vakgenoten. De vereniging organiseerde congres-

sen, symposia, meetings et cetera, waar leden met elkaar de nieuwste ontwikkelingen en kennis konden delen en konden netwerken. Met een beetje mazzel ontmoette je zelfs buitenlandse collega’s. Dat alles gaf meerwaarde aan je leven en aan je werk, gaf vaak ook status. En je baas profiteerde mee van die kennis; minimaal bijblijven en op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen en (kansen op) innovaties. Het bedrijf profileerde zich op die wijze ook als ‘moderne’ werkgever met niet enkel hart voor de zaak, maar ook voor de mens.

Tegenwoordig zijn er voor die mens natuurlijk enorm veel mogelijkheden meer door het gemak van sociale netwerken. Je barst van de contacten, je kunt de hele wereld bevragen, je kunt als je wilt 24 uur per dag vakinhoudelijk in gesprek gaan, op elk moment leggen met collega’s/vakgenoten/wetenschappers wereldwijd… Waar heb je dan nog een vereniging als Geo-Informatie Nederland voor nodig? Waarom zou je daar dan lid van worden? En waarom zou je dan nog een stapje verder gaan; bestuursverantwoording nemen? Ik kan me die vraag zeer goed voorstellen. Als jonge flitsende profes-sional of student, midden in de wereld staand, de hele dag met vrienden en wie dan ook in contact, heb je ook niet zo snel behoefte om aan te schuiven bij -in je beeldvorming- veelal grijze mannen, die hun best doen om die nieuwe wereld bij te houden, maar toch echt hopeloos achterlopen. En toch ben ik er van overtuigd dat de match met jongeren ook vandaag de dag gemaakt kan worden. Natuurlijk, in allerlei boekwerken, papers en artikelen wordt

gesteld dat de huidige generatie niet meer lid wordt ‘omdat het hoort’, maar zoekt naar meerwaarde die de vereniging biedt. Hij of zij ‘moet er wat aan heb-ben’! Alsof dat wat nieuws is, iets baanbrekends, iets enkel van deze tijd. Ik vraag me af of dat nou zoveel verschilt met de ‘oudere’ insteek.

GeneratiesEn ook of er nu echt zoveel verschil tussen generaties zit, of die nu een babyboomer of een X,Y,Z stempel heeft. We doorlopen allemaal levensfases in sterk veranderende tijden. In de jaren ‘60 en ‘70 van de vorige eeuw (klinkt heel ver terug, maar valt best mee) zetten we ons af tegen alles wat gezag was, thuis en op straat. Verenigingen waren ook toen niet populair, wel actiegroepen, het is wat kort door de bocht te stellen dat je gewoon tegen van alles en nog wat was, maar dat hielp wel en er was altijd wel een groep gelijkgestemden. De wereld verbeteren daar ging het om. Ook in die tijd gingen vrijwilligers het bestuursvak in. Ook toen moest dat meerwaarde bieden. Meerwaarde voor de maatschappij en/of voor jezelf. Voor jezelf door ook (bestuurlijke) ervaring op te doen die, gelet op je toekomst, handig was, of omdat je toegang kreeg tot andere gebieden middels nieuwe netwerken, je zou het nu com-munities noemen. Ikzelf begon, als net afgestudeerd jurist, als vrijwilliger in de zorg (in wat toen nog gewoon een ‘bejaardenflat’ heette) in een bestuur van zes mannen en vrouwen (overigens toen al gelijkwaardig over de sexen verdeeld). Eerst met de juridische portefeuille (had echt geen idee wat daar allemaal speelde), later als secretaris en voorzitter

Toen en nu

VerslagVan de bestuurstafel

28 | Geo-Info | 2018-3

Page 31: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

en nog later als voorzitter Raad van Toezicht na een fusie van een paar bejaardenflats. Je kwam in een nieuwe wereld, uitdagend, raakte enorm betrokken bij ouderen en hun leefomgeving en probeerde daar wat aan het doen, te verbeteren. En je leerde de kneepjes van het bestuursvak. Je werd gepiepeld door de overheid met al z’n regels en soms arrogante ambtenaren, je nam met elkaar beslissingen (soms zelfs de juiste) en kwam steviger als persoon in de wereld te staan. En je droeg je steentje bij aan de maatschappij. Al die ervaringen leverde meerwaarde op, meerwaarde voor de rest van je leven. Ik denk dat jongeren vandaag de dag dezelfde drive hebben en wellicht nog breder maatschappelijk (de wereld is groter en kleiner tegelijkertijd) betrokken zijn. En het moet een beetje passen natuurlijk in de hectiek van vandaag, zoveel contacten, zoveel dingen te ervaren, zoveel dingen te ontdekken.

VerbindingDus je langdurig verbinden aan een community/vereniging of aan specifieke (bestuurs)taken past vaak niet. En wij maar vacatures stellen voor minimaal vier jaar met de mogelijkheid tot verlenging van nog eens zo’n periode! Kortstondige projectmatige taken en klussen, waar tijdens de studie al profijt van kan worden getrokken, spreken meer aan (zeker als de onderwijswereld dit meeneemt in de waardering binnen een studiepakket); ervaring opdoen en tegelijkertijd concrete zaken oppakken, dat kan, dat gebeurt nu al. Ook nu nemen studenten en/of jonge starters deel aan communities, en niet enkel via de netwerken op internet. Fysieke contacten door elkaar te ontmoeten tellen nog steeds zwaar. Recentelijk sprak ik jongeren die het FIG congres in Istanbul bezochten. Tientallen zochten elkaar fysiek op. Allemaal enthousiast en bereid om met elkaar zaken op te pakken. Maar wel op hun manier; veel interactie in groepen, natuurlijk veel informeler, maar wel met een duidelijke aanpak en resultaatverplichting. En ook altijd met een bestuur. En dat bestuur moet ook zaken regelen. Geen verschil te zien. Maar wel op hun eigen wijze. Met Nederlandse jongeren die vaak het voortouw nemen, die ook GIN een warm hart toedragen, die bereid zijn om ook de GIN com-munity te steunen. Besturen door en met jongeren (‘Young Surveyors’ of ‘Young GIN-ners’) vinden door de huidige generatie met veel betrokkenheid plaats. Het kan echt en het gebeurt echt.En waarom werkt het? Nog steeds omdat het forse meerwaarde oplevert, tijdens je studie, tijdens je werk, voor je toekomst en voor de maatschappij/wereld. Alleen niet in die klassieke bestuurdersomge-

ving, maar zoals dat vandaag de dag past; geen strak gedoe, wel afspraken maken en dingen met elkaar doen. Met directe contacten, grensoverschrijdend en inspirerend, met de ervaring van mensen die langer in het vak zitten (ik bedoel ouderen) en met steun van de werkgever! Die combi is essentieel voor nu en straks en ook dat is niet nieuw.

Toch nog even terugkijkend naar die oude bestuurs-tafel, waar veel jongeren (en ouderen trouwens ook) een saai grijs oord in zien, waar het moeilijk ademen is. Dat klassieke vergaderen bestaat binnen GIN steeds minder. Kost ook teveel tijd; we zijn vrijwil-ligers die ook nog een baan hebben. Dus ook wij maken gebruik van moderne communicatiemidde-len en de mogelijkheden van deze tijd. En als we dan toch een keer bij elkaar komen, dan komt het zelfs bij GIN voor dat peuters over de vergadervloer kruipen. Specifieke interesse gebieden zijn binnen GIN geclusterd. Specialisten vinden elkaar daar en pakken met elkaar zaken op. Dat doen ze op hun manier. Op hun eigen wijze. Dat kan natuurlijk nog veel beter worden gefaciliteerd en opgepakt. Daar ligt een uitdaging voor jong en oud!

Investeren!Ook nu ligt er een uitdaging voor werkgevers, of dat nu overheid, wetenschap of bedrijfsleven is. Juist in deze snelle wereld is bijblijven op ons vakgebied van groot belang, nog meer dan ‘toen’. En veel werk-gevers pakken die rol ook nu op. Wil je een rol van betekenis (blijven) spelen als organisatie, dan moet je investeren in mens en techniek, investeren in vak-gebieden en in communities, en in fysieke contacten die daarin meerwaarde bieden. Een community als GIN is daarin cruciaal, niet alleen nationaal maar ook internationaal. Kennisgroepen bij elkaar brengen via moderne media, maar vooral ook door mensen bij elkaar te brengen; samenwerken met overheid, wetenschap/onderwijs en bedrijfsleven, internatio-naal belangen behartigen voor de ‘gouden driehoek’ als lid van grote internationale verenigingen als FIG, ISPRS, CLGE en ICA. Veel werkgevers ondersteunen daarbij door tijd en geld ter beschikking te stellen. Prachtig! Dat moet echter nog beter. Bredere steun is onontbeerlijk voor onze vereniging om meerwaarde te kunnen blijven bieden. De huidige moderne werkgever hoeft geen vereniging meer op te richten, maar heeft de kans om GIN met een collectief lidmaatschap voor zijn werkgevers te ondersteunen. Heeft de kans om internationaal op vakgebied niet alleen bij te blijven en mee te praten, maar vooral ook een stem te hebben in ontwikkelingen en innovaties.

ConclusieIk denk dat we teveel stilstaan bij verschillen die er niet zijn, een worsteling die er niet is. Je kan wel blijven worstelen maar uiteindelijk lig je toch een keer op je rug. Zonde van de inspanningen. En ik vind dat er te weinig gebruik wordt gemaakt van de mogelijk-heden van GIN. GIN biedt kansen voor individuen en organisaties. Zoals gezegd verandert Geo-Informatie in een enorm tempo. Organisatievormen zoals verenigingen of communities zullen altijd nodig zijn. Vandaag de dag willen we nog steeds dingen met elkaar doen, modern gefaciliteerd en passend binnen de wensen van nu. Ook vandaag staan we voor grote uitdagingen, uitdagingen die wereldpro-blematieken, zoals duurzaamheid, raken. Wereldwijde ontwikkeldoelen, waar landen zich aan conformeren. Geo-informatie is daarin een cruciaal vakgebied.

En ook binnen ons eigen land geldt nog steeds dat als je samen dingen belangrijk vindt, je met elkaar dingen moet oppakken en regelen. Je zult afspraken moeten maken en voor financiering moeten zorgen. Ook vandaag de dag. Dat moet je dan met elkaar regelen. Of je dat nu een vereniging, een com-munity, een netwerk of wat dan ook noemt, maakt mij niet uit. Werkgevers, bedrijfsleven, overheid en wetenschap doen, zoals gezegd, al veel samen en gezamenlijke steun voor een vakvereniging als GIN biedt veel kansen. Waar GIN de komende jaren voor staat, is die samen-werking verder tot stand te brengen. We hebben inzet en steun nodig voor grote opgaven waar we als GIN voor staan, zoals het GIN GALA en internationaal de organisatie van de FIG Working Week 2020 in Amsterdam, een week waarin vakge-noten van de hele wereld in grote aantallen ons land zullen bezoeken. GIN organiseert de Working Week samen met onze partners ITC Twente en Kadaster, en zal bedrijfsleven, overheid en de onderwijs wereld hierbij hard nodig hebben. U zult daar de komende tijd meer over kunnen lezen.

Al met al een wereld, een vakgebied en vooral mensen die er toe deden en toe doen! Young profes-sionals en studenten zijn bij deze uitgenodigd om de GIN community verder te brengen! Organisaties om GIN verder te steunen. De deur (of poort) staat wijd open.

Peter Hoogwerf

Bestuursvoorzitter GIN

[email protected]

Peter Hoogwerf| 292018-3 | Geo-Info

Page 32: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

Over GIMAVoorzitter Menno-Jan Kraak (UT) trapte af. Hij belichtte verleden, heden en toekomst van GIMA. Volgens hem is het bestaan van GIMA een wonder, want vier Nederlandse universiteiten werken hierbij succesvol samen:

Delft, Twente, Utrecht en Wageningen. En dat al 15 jaar. Het aantal studenten groeide in die periode naar meer dan 50 per jaar en elk jaar studeren ruim 20 studenten af. De cursusop-zet was bedoeld om parttime studenten uit de praktijk te trekken, maar hun aandeel is gedaald naar zo’n 10 procent. Ook doen er veel minder internationale studenten mee dan in de eerste jaren. Voor wat betreft de toekomst meent Menno-Jan dat de structuur en de filo-sofie van GIMA nog wel een tijdje meekunnen, maar dat de onderwijsvorm en de leerstof hier en daar misschien aangepast moeten worden.

Geo-perceptieArnold Bregt kreeg daarna het woord. Hij sprak over ‘geo-perceptie’. Om het begrip perceptie te illustreren, noemde hij de Potemkin-dorpen op de Krim. Dat waren façades, gebouwd voor bezichtiging door tsarina Catharina de Grote

van dat zojuist geannexeerde gebied. Heden-daagser: president Trump zou je kunnen zien als een perceptie-manager. De perceptie-index geeft de verhouding aan tussen wat je waarneemt en wat er echt is. Om dat tussen de oren te krijgen, legde Arnold het publiek enkele (geografische) meerkeuzevragen voor. Nadat hij het juiste antwoord had genoemd, bleek door handopsteken hoeveel mensen ernaast zaten. Zo bekeken, is geo-perceptie de waarneming, de indruk, de kennis die we denken te hebben over een gebied, onder meer door middel van geodata. Zijn verwach-ting van toekomstige ontwikkelingen is, dat we toegaan naar een meer persoonlijke geo-informatie. Om dat uit data te destilleren zijn algoritmes nodig. Die krijgen dus steeds meer aandacht. Als voorbeeld van een toepassing noemde Arnold de ‘Healthy Urban Route Plan-ner’, ontwikkeld bij het AMS Institute in 2017.

Volgend op het applaus laste de voorzitter een extra programmapunt in. Omdat Arnold na 15 jaar zijn bestuurslidmaatschap van GIMA beëindigt, reikte hij Arnold de GIMA-speld uit.

WebdienstenDe eerste alumnilezing werd verzorgd door het duo Sjors Hoek en Stijn van der Hoek,

CEO’s van het bedrijf Geogap (geogap.nl/). Hun presentatie ging over de ontdekking van GIS door het publiek buiten GIS. Webdevelo-pers zagen mogelijkheden om GIS te gebrui-ken. Maar door gebrekkige kennis bij webde-velopers voor GIS –aspecten als kaartprojectie en kartografie is min of meer een tweedeling ontstaan: de GIS-wereld en de Web-wereld. Geogap hoopt die kloof te overbruggen.

VoetbalDe andere alumnipresentatie kwam van Lars van Hoeve, werkzaam bij Sweco. Onderwerp: ‘Geovisual Football Analytics’. Hij toonde een applicatie om de bewegingen van voetbal-lers tijdens een wedstrijd te registreren met behulp van trackers. Doel: de geproduceerde data visualiseren en te analyseren in ruimte en tijd. Waar het om gaat, is om positionele patronen te herkennen, zoals de onderlinge afstanden tussen oprukkende spitsen. Of om helder te krijgen wat er gebeurt als meerdere spelers strijden om de bal. Daarmee illus-treerde hij de mogelijkheden en het belang van de visualisatie van Big Data in de vorm van een dashboard. Voor zijn afstudeerwerk kreeg hij in 2017 de GIN/NCG Scriptieprijs.

Verder lezen:• GIMA: www.msc-gima.nl/ • Presentatie Healthy Urban Route Planner: bit.ly/2qidvOz • GIN/NCG Scriptieprijs 2017: bit.ly/2qgqYHN

Frans Rip

GIMA MSc, al 15 jaar een wonder

Voorzitter Menno-Jan Kraak (UT). (foto T. van der Meer, GIMA)

De GIMA-speld (foto A. Bregt).

Op 6 april organiseerde GIMA een korte bijeenkomst in Wageningen om het 15-jarig bestaan van deze Geoinformatie Master-of-Science cursus (www.msc-gima.nl/) te markeren. Alle huidige en voormalige docenten waren uitgenodigd, net als de alumni en de huidige studenten. Natuurlijk werd de middag afgesloten met het maken van groepsfoto’s en een borrel. Maar daar gingen vier presentaties aan vooraf: twee door bestuursleden en twee door GIMA-alumni.

Verslag

30 | Geo-Info | 2018-3

Page 33: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 312018-3 | Geo-Info

Vacature bestuurssecretaris Geo-Informatie Nederland

Geo-Informatie Nederland (GIN), dé verbindende vereniging  voor alle disciplines van GI, voor vakmensen en organisaties

binnen de gouden driehoek overheid/bedrijfsleven en onderwijs/wetenschap, zoekt een geschikte kandidaat voor de functie

van secretaris binnen het bestuur, die zijn of haar kennis en ervaring op professionele wijze wil delen, communicatief vaardig is,

goed kan schrijven en een breed netwerk heeft.

Taken/verantwoordelijkheden• Opstellen en bijhouden agenda en besluitenlijst bestuursvergaderingen

• Contactpersoon verenigingsbureau

• Afhandelen bestuurscorrespondentie

• Opstellen jaarverslag

• Beheren website

• Verzorgen nieuwsbrief

Gewenst profiel• Lid van Geo-Informatie Nederland of bereid dat te worden

• Ervaring met het stimuleren van mensen is een pré

• Actieve belangstelling voor het verder ontwikkelen van GIN

• Een ‘doener’

• Kennis van en ervaring met verenigingswerk is een pré

• Bereid om een eigen rol te vervullen in het bestuur en actief bij te dragen aan de teamontwikkeling

Wat bieden wijVrijwilligerswerk kost tijd, maar onze ervaring is dat dit zinvolle tijd is, waar u ook veel voor terugkrijgt. Denk hierbij aan contacten

met actieve leden, andere vakdeskundigen en contacten buiten GIN. Een bestuursfunctie prikkelt bovendien uw denkraam en

levert (bestuurs)ervaring op, wat ook buiten de vereniging van pas kan komen.

Condities• Aan een bestuursfunctie is geen vergoeding verbonden

• Er is een onkostenregeling voor reis- en verblijfkosten

• De functie wordt voor een periode van ten minste vier (4) jaar vervuld

• Wij zoeken iemand die zich ten minste 2 dagen (vier dagdelen) per maand kan vrijmaken voor de uitoefening van

zijn/haar bestuursfunctie.

ProcedureGIN-leden die geïnteresseerd zijn in deze bestuursfunctie worden verzocht zich kandidaat te stellen. Ook kunnen GING leden het

bestuur attenderen op mogelijke kandidaten. Kandidaatstellingen dienen voor 1 juli 2018 schriftelijk bij het bestuur van GIN te

worden ingediend. Dit kan per mail aan: [email protected]. Het bestuur is zelf ook actief op zoek naar kandidaten.

Voor meer informatie kunt u terecht bij Peter Hoogwerf, bestuursvoorzitter, via [email protected]

Kandidaten worden uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. Daarna besluit het bestuur of een voordracht zal worden

gedaan op de eerstvolgende ledenvergadering.

Page 34: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

32 | Geo-Info | 2018-3

Quita Goede is al ruim 18 jaar werkzaam bij de politie. Ooit begonnen als centralist bij de meldkamer, ging ze zich vandaaruit bezighouden met het project Infopol, bedoeld om de toenmalige introductie van het algemene nummer 0900 8844 te ondersteunen. Het informatiesysteem was bedoeld om 80 procent van de inkomende telefoongesprekken door de medewerkers zelf af te laten afhandelen, voordat naar speciale diensten werd doorverbonden. Het was een vraag & antwoord systeem, dat nu is opgenomen in Politie.nl. Ze hielp verschillende regio’s (toen nog 26 in totaal) om het nieuwe systeem te implementeren. Van het ene project rolde Quita in het andere. Nu is ze IV expert (Informatievoorziening expert) en werkt samen met andere collega’s aan het GEO Dossier, waar onder meer (meldkamer) GIS(incidenten zien, voertuigen volgen), positiebepaling en kaartmateriaal in opgenomen zijn. Quita licht toe hoe de Nationale Politie (geo)data verzamelt en inzet ter ondersteuning van haar medewerkers bij hun dagelijkse werkzaamheden.

Door Deirdre Bernard

Geografische informatievoorziening bij de politie

Politiewerk is heel divers, maar of je nu werkt in de noodhulp, de opsporing of de wijkpo-litie, veel processen en informatiebronnen hebben behoefte aan geografische informatie.Een aantal jaren geleden nam de politie een centrale kaart- en locatieserver in gebruik. Op de kaartserver staat achtergrondinformatie, zoals luchtfoto’s en een basiswegenkaart, op de loca-tieserver staan gedetailleerde locatiegegevens. Deze laatste heeft de politie zelf ontwikkeld en werd met veel enthousiasme ontvangen, zo blijkt uit de vele interne diensten die er al op zijn aangesloten om gebruik te maken van de informatie. En er komen nog steeds diensten bij. De beschikbare geo-informatie wordt via alle beschikbare middelen op alle fronten ingezet; op de desktop, in opsporingssets en op mobiele devices. Zo kunnen alle poli-tievoertuigen getraceerd worden met het positiebepalingssysteem, dat in ieder voertuig zit. Hiermee hebben de Operationele Centra (OC) zicht op de rondrijdende eenheden en kunnen deze effectiever worden ingezet. Daarnaast zijn de meeste voertuigen voor noodhulp en handhaving voorzien van navi-gatie. Op het moment dat de meldkamer een incident of melding krijgt, stuurt ze een push notificatie; het incident wordt aan de locatie gekoppeld en automatisch doorgezet naar het navigatiesysteem in het dienstvoertuig.

De bestuurder hoeft dus niets meer te doen en wordt direct naar de juiste locatie geleid.In december 2017 ging de Politie Atlas ‘live’ (afbeel-ding 2 en 3). Een intern GIS dat je kan vergelijken met GoogleMaps, maar dan speciaal voor de politie. De Politie Atlas is nog in ontwikkeling, maar wordt nu al volop door de medewerkers gebruikt en naar tevredenheid. In de laatste versie bieden wij nu de mogelijkheid om eigen data (Excel, GPX of KML bestanden) te importeren in de Politie Atlas. Hiermee kunnen de medewerkers op een

Geo-informatie bij de Nati onale Politie

Quita Goede. (Foto: Jordy Caris, Studio Voorhuis)

Afbeelding 2 en 3 - De Politie Atlas, live sinds december 2017, wordt nog verder ontwikkeld.

Page 35: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 332018-3 | Geo-Info

snelle manier informatie op de kaart toevoegen en eenvoudig een eigen overzicht creëren.

Belang van de kwaliteit van dataOm een zo compleet mogelijk beeld te hebben van de landelijke infrastructuur, maakt de politie gebruik van diverse bronleveranciers en bronhouders, zoals van de basisregistraties BAG, BGT, BRT, het Handelsregister en zo voort. Daarnaast ontvangt ze informatie van ProRail, Rijkswaterstaat en een aantal andere dataleve-ranciers, maar gebruikt ze ook datasets die de politie zelf genereert. Quita: “We combineren die informatie, want hoewel de basisregistraties goed zijn opgezet, geven niet alle gemeente-lijke basisregistraties meteen antwoord op een vraag. Soms komt een straat waar we naar op zoek zijn niet voor in de set van Rijkswaterstraat, bijvoorbeeld, maar wel in een andere basisre-gistratie. Of wordt een straatnaam in de ene dataset anders gespeld dan in de andere.” Dit wordt veroorzaakt doordat gemeenten zelf een basisregistratie bijhouden en de kaders daarvoor per gemeente verschillend worden geïnterpreteerd. De politie ontdubbelt de informatie en vult deze waar nodig aan. Ze werkt nauw samen met de bronleveranciers en bronhouders om ervoor te zorgen dat zij hun informatievoorziening verbeteren. “We zetten ons hier zo nadrukkelijk voor in”, zegt Quita, “omdat het heel belangrijk is, om zoveel mogelijk informatie te hebben als je reageert op een incident of melding. We geven niet alleen standaard informatie, zoals straatnaam,

huisnummer, postcode en functie van een pand (woonhuis, bedrijf) of locatie, maar vullen dat aan met dingen, zoals de plek van de ingang van een pand. Alles om ervoor te zorgen dat medewerkers zo goed mogelijk voorbereid zijn bij aankomst.”De politie beschikt graag over zo actueel en compleet mogelijke geo-informatie. Die actu-aliteit is echter afhankelijk van de frequentie waarmee de bronhouders en de bronleveran-ciers hun processen updaten. En dat verschilt

per partij: de één doet het maandelijks, de ander dagelijks of soms alleen per kwartaal. “We maken wel afspraken met onze bronle-veranciers en bronhouders over de actualiteit en compleetheid van de geleverde informatie. Zien we bijvoorbeeld een fout in een basisre-gistratie, dan geldt een terugmeldplicht naar de bronleveranciers en bronhouders en hebben zij de verplichting een en ander zo snel mogelijk te updaten en opnieuw aan te leveren”, aldus Quita.

SamenwerkingDe politie is natuurlijk niet de enige overheids-dienst die behoefte heeft aan goede geogra-fische informatie. Ze werkt veel samen met de Veiligheidsregio’s en het Instituut Fysieke Veilig-heid (IFV), en bijvoorbeeld Defensie. “Iedere par-tij maakt gebruik van zijn eigen datasets”, geeft Quita aan, “Indien nodig kunnen we daar zo bij aansluiten om ons materiaal aan te vullen en te onderhouden. Vanuit de politie zijn wij ook deelnemer aan het gezamenlijk inwinnen (aan-kopen) van luchtfoto’s, misschien beter bekend als Beeldmateriaal Nederland.” De deelnemende overheden bestaan uit verschillende afdelingen binnen de Rijksoverheid, de provincies en de waterschappen. Deze partijen brengen tezamen de financiële middelen voor het initiatief bij elkaar. Doel hiervan is het eenmalig inwinnen en gezamenlijk gebruiken van luchtfoto’s voor een overheidsbrede basisvoorziening.

Een mooi voorbeeld van samenwerking is bijvoorbeeld het feit dat het PDOK (Publieke Dienstverlening Op de Kaart) gebruik maakt van de eerder genoemde locatieserver die de politie zelf ontwikkelde. Met hen is zelfs een convenant gesloten om samen door te ontwikkelen.Met Defensie wordt bijvoorbeeld samenge-werkt als het gaat om internationaal kaart- en beeldmateriaal, in aanvulling op de landelijke basisregistraties. Politiewerk houdt tenslotte niet op bij de Nederlandse grens, bijvoorbeeld als het gaat om vreemdelingen en mensen-smokkel. Op dat gebied bestaat al veel langer internationale samenwerking tussen politie- en justitieorganisaties. Er zijn gesprekken met België en Duitsland over het over-en-weer verkrijgen van gedetailleerder kaartmateriaal, zeker omdat we ook vanuit de eenheden die grenzen overgaan in het kader van bijvoor-beeld een achtervolging. maar dat is lastig. Duitsland, bijvoorbeeld, bestaat uit meerdere autonome deelstaten en die bepalen zelf of ze dat materiaal aan de politie verstrekken of niet.

Geo-informatie bij de Nati onale Politie

Geo-informatie bij de politie.

Afbeelding 4 - Luchtfoto in de Politie Atlas.

Page 36: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

34 | Geo-Info | 2018-3

Innovatie en ontwikkelingNatuurlijk speelt de politie ook in op de technologische ontwikkelingen die elkaar in snel tempo opvolgen. “Er lopen enkele pilots met drones en we maken gebruik van body-cams. De informatie die dat oplevert, zetten we op de kaart. Maar je kunt niet zomaar een nieuwe techniek inzetten”, vertelt Quita. Daar heeft de politie een aparte afdeling Innovatie voor. Zij kijkt bij iedere nieuwe ontwikkeling wat de politie er eventueel mee zou kunnen en of er ruimte is om de nieuwe tool of methode te implementeren of eventueel door te ontwikkelen. Daarbij is het ook van belang vragen te beantwoor-den, zoals: hoe wordt de nieuwe techniek ingeregeld en wie doet het technisch en het functioneel beheer. Quita: “Dat zijn zaken die organisaties vaak vergeten mee te nemen. De tool werkt, op dit moment ja, maar je moet verder kijken. Organisatorisch betekent het namelijk ook vaak dat medewerkers opleidingen moeten volgen, dat processen anders ingeregeld moeten worden, voldaan moet worden aan wet- en regelgeving, et cetera.”

De politie in Amerika gebruikt dashcams voor het vastleggen van incidenten. In Nederland zijn we nog niet zo ver. “We kijken nu eerst hoe het gaat met bodycams”, geeft Quita aan, ‘’Je moet namelijk rekening houden met privacy: wie staat er op beeld, hoe lang mag je het beeldmateriaal bewaren, wanneer mag je het gebruiken en ga zo maar door. Ik zei het net al: we moeten ons van tevoren bedenken voor welk doel we bepaalde technieken willen inzetten, wat we ermee willen bereiken. Is dat helder, dan kun je de beheerkant onder de loep nemen en kijken hoe je de techniek kunt implementeren.”Naast pilots met nieuwe technieken neemt de politie ook deel aan pilots met

bestaande technieken die gebruikt worden voor nieuwe doeleinden. Bijvoorbeeld aan innovaties, zoals Living Lab op Stratumseind, een bekende uitgaanslocatie in Eindhoven, waar geo-informatie vooral wordt ingezet in groepsdynamische processen. De politie doet daar mee aan een proef voor wat betreft het horecagedeelte. De afdeling Inno-vaties scant dit soort projecten en bekijkt of het meerwaarde biedt voor de organisatie en of er tijd en geld voor is, kijkend naar het doel van het project in kwestie.Quita sluit af met de wens dat de basisregis-traties en andere bronhouders en –leve-ranciers dichter bij elkaar komen, zodat de eindgebruiker (zoals de politie) niet zoveel processen meer hoeft uit te voeren om de data geschikt te maken. Daarvoor is het noodzakelijk dat we veel meer met elkaar gaan samenwerken voor het samenstellen van goede datasets.

Voor meer informatie of vragen over Geo-grafische informatievoorziening bij de politie zijn Quita en haar collega’s bereikbaar via [email protected].

Personalia

Een tijdje geleden werd mij gevraagd om redactielid van het magazine Geo-Info te worden. Na er even over nagedacht te hebben, toch maar “ja” gezegd. Het blijft

een mooi blad waar ik zelf ook een paar keer stukjes voor heb geschreven.

Ik ben Frederika Welle Donker, universitair docent bij de Technische Universiteit van Delft. 12,5 Jaar geleden ben ik in de geowereld terecht geko-men als (junior) onderzoeker bij het toenmalige Onderzoeksinstituut OTB, dat in 2015 een afdeling van de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft is geworden. Mijn taak was het onderzoeken van de juridische en economische randvoor-waarden van de bouwstenen benodigd voor een geoportaal in Nederland. Dat onderzoek is uiteindelijk in 2016 uitgemond in een proefschrift over de toegankelijkheid van overheidsinformatie vanuit een gebruikersperspectief. Sinds 2012 werk ik als onderzoeker bij het Kenniscentrum Open

Data, een initiatief van TU Delft en TNO met als doel om het gebruik van geografische data door overheid, bedrijfsleven, wetenschap en burgers in Nederland te optimaliseren. Het Kenniscen-trum Open Data richt zich op de institutionele, organisatorische, juridische en economische mogelijkheden om (her)gebruik van open data te stimuleren. Mijn eigen onderzoek richt zich vooral op de (maatschappelijke) kosten en baten van open data, en hoe je de prestatie van open data het beste kan bepalen. Er bestaan wereldwijd vele open data ‘ranglijstjes’, zoals de Open Data Barometer (in 2016 Nederland 8ste van de 114) en de Global Open Data Index (in 2016 Nederland 20ste van de 94). Dat lijkt niet zo goed, maar als je wat dieper graaft, zien we dat we het helemaal niet slecht doen in Nederland vergeleken met de Top 3. Vooral op het gebied van grootschalige geografische informatie doen we het juist veel beter. Bovendien worden die lijsten vooral vanuit een nationaal perspectief opgesteld, terwijl de meeste overheidsdata door de gemeenten wordt gegenereerd. En daar valt

ook nog veel te onderzoeken op het gebied van open data governance. Ook op het gebied van bescherming van persoonsgegevens en open data is het laatste woord nog niet geschreven. De AVG is op 25 mei van kracht geworden, spannend om te zien wat de uiteindelijke impact zal worden op de geowereld.

Naast onderzoek geef ik colleges en begeleid ik studenten bij de faculteit Bouwkunde bij de Masters opleiding Geomatics, en bij de Mas-ters opleiding Geo Information Management Applications (GIMA), in samenwerking met de Universiteit Utrecht, Wageningen Universiteit en Universiteit Twente. Voor Geomatics ben ik stage coördinator, en voor GIMA ben ik begeleider bij de module ‘Management in Organisations’ en stage co-coördinator samen met John Stuiver van Wageningen Universiteit. Het leuke van het redacteurschap bij Geo-Info, is dat ik nu vaak namen van GIMA alumni tegenkom.

Even voorstellen - nieuw redactielid Geo-Info

Bodycam.

Page 37: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 352018-3 | Geo-Info

Geomatics Day 2018 22 June 2018 // 9:30 – 17:00 // Science Center, Delft University of Technology

Innovative Applications of GeomaticsMeet, Explore & NetworkStudents // Alumni // Geo professionals

On 22 June the Geomatics Day 2018 Innovative Applications of Geomatics will take place. Geomatics Day enables you to meet students, alumni and other Geo-information professionals and to explore how Geomatics contributes to better understand, manage and shape the Built Environment.

Source: Semantic3d.net

Page 38: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

36 | Geo-Info | 2018-3

Het Vermessungstechnisches Museum in Dortmund kreeg in 2011 aandacht in dit blad dankzij een excursieverslag van de stichting De Hollandse Cirkel. Wie dat bezoek wil navolgen, moet - vanwege een jarenlange verbouwing - vóór 2020 zijn. Rond dat jaar wordt in Duisburg een Mercator-Haus gerealiseerd. Intussen is dan een ‘Geometerpfad‘ dichter bij de grens al klaar!

Door Adri den Boer

Hoe dan ook, bij de oosterburen in Westfalen (D) timmeren de geodesie en de cartografie daar jaren opnieuw aan de weg.

‘Geometerpfad’ pal over de grensIn een landinrichtingsgebied in Borken, pal achter Aalten en Winterswijk, is een ‘Interes-

Geo-Informatie timmert in Westfalen (D) aan de weg

9 Juni: Tag der Geodäsie Deutschland Wer sich heute für ein Studium der Geodäsie entscheidet, hat hervorragende Berufsaussichten in den vielfältigen span-nenden Teilgebieten, denn der Bedarf an qualifizierten Absolventinnen und Absol-venten in Wirtschaft, Wissenschaft und Verwaltung ist erheblich. Deshalb haben die Universitäts- und Hochschulstandorte mit den Studiengängen Geodäsie und

Geoinformation (GuG) in Deutschland für dieses Jahr zum dritten Mal einen bundesweiten Tag der Geodäsie geplant, der am 9. Juni 2018 statt-findet. Das dies-jährige Motto „Galileo – ein Vermessungs-system revolutioniert den Alltag“ soll die Relevanz der Geodäsie für zahlreiche Lebensbereiche unseres Alltags unters-treichen. (www.dhyg.de)

Tag der Geodäsie in Hannover: Information zum Arbeitsplatz Erde und Demonstration geodätischer Messverfahren vor dem Hauptbahnhof Quelle: Ingo Neumann 2016.

Film- Arbeidsgruppe am 21. Juli 2017. Interessengemeinschaft Geometerpfad e.V.

Page 39: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 372018-3 | Geo-Info

sengemeinschaft Geometerpfad’ bezig met de realisatie van zestien geo-informatietafels langs een fietspad: twee zijn er al. Ook een museumruimte en een ‘Vermessungsturm’ staan op het verlanglijstje. Zie voor meer informatie de website www.geometerpfad.de. Een citaat: “…‚ Eine Gruppe von Bürgern aus Borken und Rhede mit unterschiedlichen Berufen wie - Landwirt, Versicherungskauf-mann, Bauunternehmer, Arzt, Studiendirektor, Krankenpflegerin, Vermessungsingenieur/-Techniker - hat sich zusammengefunden mit dem Ziel, ein besonderes Museum mit dem Titel ‚Flurbereinigungs- und Landver-messungsmuseum Rhedebrügge/Krommert‘ zu gründen.”

Vermessungstechnisches Museum Dortmund

Op de ledenvergadering van de Förderkreis van het al bestaande Vermessungstechni-sches museum in Dortmund, half februari, sprak de verhuurder, de directeur van het stedelijk museum daar, Dr. Jens Canes. Hij wees erop dat het museum moet wor-den gesloten voor een verbouwing van paar jaar vanaf 2020. Wat hij noemt “de tentoon-stellingscollectie van de landmeters” wordt daar ook mee geconfronteerd. De enorme museale conversie, met name voor gehandicapten en kinderen, en ook voor gebruik van digitale media, geeft een meer contextuele presentatie in plaats van die van nu, gericht op onderwerpen. Dr. Canes drong er bij de geodeten op aan om aan de grote inspanning bij de herinrichting deel te nemen. Wie dit museum – vlakbij het station – nog niet bezocht, moet dat dus

voor 2020 doen (en vijf jaar later weer bij leven en welzijn)!

Mercator-Haus DuisburgBij sloopwerkzaamheden en archeologische opgravingen in de zomer van 2012 vond men in Duisburg de bijna volledig bewaard geble-ven kelder van een gebouw uit de 14e eeuw, bewoond door Gerhard Mercator en zijn familie. Het huis diende ook als een fabriek voor globes,

kaarten en atlassen. Tegen deze achtergrond is besloten om het historische Mercatorhuis op de oude fundamenten te herbouwen. Haalbaar-heidsstudies werden opgesteld, gebruikscon-cepten geschreven, investeerders en projectont-wikkelaars gezocht én gevonden. De Universiteit van Duisburg-Essen, onder andere met de Mercator-leerstoel, wordt huurder voor een 1400 m² ensemble van vier bouwdelen. Een bedrijf uit de culturele sector heeft toegezegd

een oppervlakte van ongeveer 100m² te huren. In september 2018 geven de Duisburger Philhar-moniker een benefietconcert. De Stichting NRW ondersteunt het project – zoals ook in 2012 de speciale tentoonstelling voor de 500ste verjaardag van Mercator. Ook de Mercatorstichting draagt een deel van de kosten. Het woningbouwbedrijf GEBAG uit Duisburg neemt de ontwikkeling van het project over. Nu de belangrijkste drempels voor het project zijn genomen, is er nog veel werk te doen voordat de bouwvergunning komt aan het eind van 2018 en de start kan plaats-vinden in het begin van 2019. Als einddatum is de lente 2021 gepland en de opening uiterlijk november 2021. Geodeten en cartografen worden opgeroe-pen om de tentoon te stellen voorwerpen te benoemen of ter beschikking te stellen voor in een heel speciaal kamerensemble ‘Mercators atelier’ (werktitel).

Bronnen• www.geometerpfad.de/• www.vermessungsgeschichte.de, verslagen 640 en 647,

09.01.2018

Adri den Boer is redacteur van Geo-Info en hoofdredacteur van De Hollandse Cirkel. Hij is te bereiken via [email protected].

Geo-Informatie timmert in Westfalen (D) aan de weg

Mercator-Haus.

Mercator-HausAlle Geodäten und Kartografen sind aufgerufen, mögliche Exponate, die in einem ganz speziellen Raum-Ensemble „Mercators Werkstatt“ (Arbeitstitel) aus-gestellt werden könnten, zu benennen oder darauf aufmerksam zu machen, zur Verfügung zu stellen oder zu spenden. Ansprechpartner ist dabei die Geschäftsstelle unseres Förderkreises. (Förderkreis Vermessungstechnisches Museum e.V. c/o Museum für Kunst und Kulturgeschichte, Hansastraße 3 D-44137 DORTMUND Tel. +49 (0) 231 50 2 82 08).

‘Geometerpfad’.

Museumzaal Dortmund.

Page 40: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

38 | Geo-Info | 2018-3

Het FIG Young Surveyors NetwerkHet Young Surveyors (YS) netwerk bestaat sinds 2006 en is actief binnen FIG (The International Federation of Surveyors). Tijdens de conferentie in Istanbul waren er 100 deelnemers uit veel verschillende landen, met name studenten en jong-professionals uit het landmeet-vak of andere geo-gerelateerde studies. Ook sponsorde de FIG Foundation vijf deelnemers om deel te nemen aan de YS conferentie en het FIG Congres. Zij waren geselecteerd uit meer dan 400 inzendingen!

Dag 1: presentaties, workshops en een cruise!

De eerste dag startte met een aantal inspi-rerende presentaties, onder andere van dr. Craig Hill (Leica Geosystems, Zwitserland), Boris Skopljak (Trimble Inc, US) en dr. Nusret

Demir (Akdeniz University, Turkije). Door deze presentaties leerden we meer over het belang van geo-informatie, nieuwe technologieën en de veranderende rol van de landmeter.

In de middag waren een aantal YS aan de beurt om een inspirerende workshop te verzorgen en zo van elkaar te leren. Onderwerpen die aan bod kwamen waren: ethiek & de veranderende rol van de landmeter, leren in je carrière te investeren, ‘de survey markers van het bedrijf Ripro en 3D-landmeten binnen archeologie. Vervolgens vond nog een paneldiscussie plaats tussen verschillende experts en de deelnemers.

Na deze intensieve en leerzame dag was het tijd voor wat ontspanning; de Bosporus Cock-tail Cruise. Een leuke manier om meer van de stad te zien, na de hele dag binnen te hebben

gezeten. Ook de Turkse hapjes, drankjes en dansjes mochten hierbij niet ontbreken. En dit allemaal gesponsord door Leica Geosystems.

FIG Young Surveyors Conference in IstanbulBeyond Boundaries: The Changing Role of Surveyors

Workshop 4FIG.

Op 5 en 6 mei vond de vierde FIG Young Surveyors Conference plaats. Het thema was ‘Beyond Boundaries: The Changing Role of Surveyors’. Deze conferentie vond plaats voorafgaand aan het FIG Congres in Istanbul.

Verslag

Page 41: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 392018-3 | Geo-Info

Dag 2: treasure hunt, brainstormen en Turkse volksdans...

De volgende ochtend stond er een ‘treasure hunt’ op het programma. Met de HERE WeGo app zijn we in groepen de stad in gegaan om zoveel mogelijk beelden te verzamelen met behulp van Mapillary. Het doel van Mapillary is om de hele wereld in beeld te brengen met geo-tagged foto’s door middel van crowdsourcing. De groep die de meeste kilometers wist af te leggen en twee lastige vragen wist te beant-woorden, won een prijs gesponsord door Here.

Halverwege de ochtend waren we weer terug en was het tijd voor een aantal Young Surveyors om de vorderingen binnen de regionale netwerken te delen. Ervaringen uit Turkije, Australië, Rwanda, Uruguay, Moldavië en Nepal kwamen aan bod.In de middag hebben we met verschillende workshops gebrainstormd over de toekom-stige kansen en uitdagingen voor het YS netwerk.

Ter afsluiting is het inmiddels een jaarlijkse traditie om actief te zijn en daarmee een donatie te doen aan een goed doel. Dit jaar niet met een Charity Run - maar een Cha-rity Dance. Een intensief uur volksdansles, waarmee we een bedrag hebben ingezameld voor het internationale en lokale Humanitarian OpenStreetMap Team.

Na de YS Conferentie organiseerde YS ook tijdens het FIG Congres verschillende activi-teiten. Bijvoorbeeld een bijeenkomst over het ‘Volunteer Community Surveyor Program’, een ‘Humanitarian OpenStreetMap’ mapathon en een bijeenkomst over ‘mentoring’.

Al met al was het een leerzaam weekend! We hebben veel nieuwe mensen leren kennen en daarnaast alvast goede ideeën opgedaan voor de Young Surveyors meeting en FIG conferentie in 2020 te Amsterdam.

Carline Amsing

Cruise.

CharityDance.

Zelf in actie komen?Wil je op de hoogte blijven van de activitei-ten binnen het YS netwerk, volg dan onze Facebook pagina www.facebook.com/ FigYoungSurveyorsNetwork/) en word lid van de Facebook groep (www.facebook.com/ groups/26072565877/). Ook kan je actief worden door zelf deel te nemen aan de meetings. De eerstvolgende FIG Working Week en YS meetings worden gehouden in Hanoi (mei 2019) en Amsterdam (mei 2020). De voorbereidingen voor Amsterdam zijn al in volle gang. Vind je het leuk om hierbij te helpen, dan kan je altijd contact opnemen!

JongGINOok op nationaal niveau kan je actief zijn binnen JongGIN. Als jongere wil je natuurlijk niet alleen kennis halen, maar vooral ook juist delen en je inzetten. Vind jij het leuk iets te organiseren? Dan ben je van harte welkom dat te doen onder het JongGIN-label. Je krijgt alle ruimte. JongGIN is dus geen vaste groep mensen, maar een label wat te pas en te onpas op toffe bijeen-komsten geplakt kan worden. Heb jij zin om iets te organiseren met het JongGIN-label? Neem contact op met onze Themagroepen-coördinator via [email protected].

Page 42: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

40 | Geo-Info | 2018-3

Het congres in een notendopBij het congres waren ongeveer 2.500 deel-nemers aanwezig, waarvan iets meer dan 800 uit het buitenland. Tijdens 100 sessies werd een indrukwekkend beeld gegeven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van inwinning en verwerking van gegevens. Het thema van het congres ‘Embracing our smart world, where the continents connect’ liep vooruit op het thema van FIG 2020. In Istanbul ging het over smart cities. Wij heb-ben in Amsterdam de smart surveyors centraal staan. De meer dan 400 papers en bij behorende presentaties zijn na te lezen op: www.fig.net/fig2018/

Nieuwe president Vanaf januari 2019 staat er een nieuwe president aan het roer van FIG. Rudolf Staiger uit Duitsland is met een grote meerderheid van stemmen gekozen als president. Hij werkt bij de afdeling geodesie van de Hogeschool van Bochum. De afgelopen jaren was Rudolf Staiger vice-president in de council. Hij kent de organisatie daardoor op zijn duimpje.

Marije Louwsma voorzitter commissie 8Binnen FIG is de aandacht voor het vakgebied onderverdeeld in 10 commissies. Elke vier

jaar worden nieuwe commissievoorzitters aangesteld. De verkiezingen voor de termijn 2019-2022 vonden plaats in Istanbul. De afge-lopen termijn was Liza Groenendijk voorzit-ter van commissie 2; onderwijs. GIN heeft voor aankomende termijn Marije Louwsma (Kadaster) gesteund als kandidaat voor com-missie 8; ruimtelijke planning & ontwikkeling. Deze nominatie is gesteund door de leden van FIG. Vanaf januari 2019 zal Marije haar rol als voorzitter officieel invullen.

Nederlandse bijdrage: 3D Kadaster publicatie & award

De Nederlandse delegatie bestond uit 18 personen vanuit ITC, Universiteit Twente, TU Delft, HAS Den Bosch, Geomares, Bee4GIS, de Waarderingskamer, RVO en het Kadaster. De belangrijkste Nederlandse bijdrage was

FIG Congres in Istanbul

Peter Hoogwerf brengt namens GIN een stem uit voor de president van FIG.

Marije Louwsma met huidige FIG president Chryssy Potsiou.

Van 6 tot en met 11 mei 2018 vond het vierjaarlijkse FIG Congres plaats in Istanbul, Turkije. De Nederlandse geosector was vertegenwoordigd door leden van GIN vanuit het bedrijfsleven, de wetenschap en overheid. FIG is de wereldwijde federatie van landmeters, geodeten en geo-professionals. In totaal zijn 250.000 leden vertegenwoordigd bij FIG via hun nationale verenigingen, zoals GIN. Tijdens het congres werden de resultaten gepresenteerd van de vier jaar durende termijn van de president en de 10 commissievoorzitters. Tegelijkertijd werden in Istanbul verkiezingen gehouden voor de FIG Council en commissies. Ook was er voldoende gelegenheid voor het delen van kennis in de technische sessies en om te netwerken.

Verslag

Page 43: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 412018-3 | Geo-Info

de lancering van de FIG publicatie 69; ‘Best Practices 3D Cadastre’. Deze publicatie is tot stand gekomen onder leiding van Peter van Oosterom. Auteurs uit meer dan 40 landen leverden een bijdrage aan het vastleggen van de ervaringen op het gebied van het 3D Kadaster tot nu toe. Vanuit Nederland leverden Benedict van Dam, Chrit Lemmen, Hendrik Ploeger, Martijn Rijsdijk en Jantien Stoter een bijdrage. Van de 400 gepresenteerde papers waren er 24 met een Nederlandse bijdrage. De paper van Kwabena Asiama (ITC, Universiteit Twente)

ontving de Survey Review Award voor het beste ‘peer reviewed’ paper. Daarnaast hebben het Kadaster en ITC in diverse presentaties laten zien hoe een ‘Fit For Purpose Land Administration’ aanpak bijdraagt aan verbeterde rechtszekerheid wereldwijd. Marien de Bakker (HAS) gaf een presentatie over het aanpassen van curricula in het geo-onderwijs.

Netwerkbijeenkomst Nederlandse consulaat

In de avonden was er volop gelegenheid om met de deelnemers te netwerken tijdens

het FIG Foundation diner en het galadiner. Bijzonder was dat de Nederlandse delegatie was uitgenodigd voor een bezoek aan het Nederlandse consulaat in Istanbul. Het con-sulaat is gevestigd in het ‘Palais Hollande’. Een indrukwekkend gebouw. Het is het oudste bezit in het buitenland van het Minis-terie van Buitenlandse Zaken. Tijdens deze bijeenkomst kon kennis gemaakt worden met de Turkse geosector en werden ervaringen uitgewisseld.

Promotie FIG 2020, AmsterdamNaast ieders individuele bijdrage aan het congres had de Nederlandse delegatie ook een gezamenlijk doel: de promotie van de FIG Working Week in Amsterdam in 2020 en observeren en leren van de organisatie van het congres in Istanbul. Met klompjes en speculaas werden de deelnemers naar de stand getrokken. Eenmaal in de stand, vroegen we wat de deelnemers verwachten van hun deelname in Amsterdam: Wat willen ze graag terugzien op het pro-gramma, welke instanties willen ze bezoeken, en wat verwachten ze van de organisatie? Dit levert de ‘Local organising committee’ (LOC) van FIG2020 nuttige inzichten op. Binnenkort neemt de LOC dan ook contact op met de

leden van GIN voor input voor het programma en de beurs van FIG2020 in Amsterdam. De resultaten zijn ook gebruikt op de laatste dag van het congres in Istanbul, waar vooruitge-keken werd naar de aankomende FIG Working Weeks in Hanoi, Amsterdam en Accra. Paula Dijkstra gaf een toelichting op de voorbereiding, voorzien van typische Nederlandse landschap-pen en clips uit ‘Nederland van Boven’. De delegatie haalde ook veel waardevolle informatie op over de organisatie van een groot internationaal event. Deze evaluatie helpt enorm in de aanloop naar FIG2020.

Het was een intensieve en geslaagde week. De Nederlandse geo-community heeft zich goed laten zien. Er is veel nieuwe kennis opge-daan, netwerken zijn verstevigd en nieuwe experts en vertegenwoordigers ontmoet. Maar boven alles hebben we laten zien dat de onderlinge betrokkenheid en samenwerking tussen de Nederlandse deelnemers bijdragen aan een goede promotie en het creëren van impact en kansen voor de toekomst.

Paula Dijkstra

Kwabena Asiama neemt de Survey Review Award in ontvangst.

Peter Hoogwerf & Kees de Zeeuw in de stand voor FIG2020.

Presentatie over FIG2020.

Bijeenkomst Nederlandse consulaat.

Page 44: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

42 | Geo-Info | 2018-3

Ons vakgebied rondom het inwinnen, verwerken en presenteren van data is de afgelopen jaren sterk veranderd. De technische ontwikkelingen, zoals laserscannen, digitale fotogrammetrie en drones, volgen elkaar snel op. De hoeveelheid data die binnen enkele seconden worden verzameld, is enorm. Kennis van kinematische locatiebepaling met GNSS en INS en het verwerken van grote hoeveelheden data is noodzakelijk. Om de kwaliteit van de ingewonnen data te kunnen beoordelen, is gedegen kennis van mathematische geodesie een vereiste.GeoNext BV wil zich onderscheiden in het inwinnen, verwerken en analyseren van grote hoeveelheden data. Een toelichting op wat dit bedrijf precies doet.

Door Nico Schaefers

Wie is GeoNext?GeoNext is een geodetisch ingenieursbu-reau, gespecialiseerd in het verwerken van bijvoorbeeld puntenwolken. Het bureau, dat in 2012 is opgericht door Nico Schaefers, is door de jaren heen hard gegroeid van één naar 16 medewerkers.GeoNext biedt twee soorten dienstverlening aan. De eerste is 3D-geoinformatie. Onder dit verzamelbegrip voert het bureau werkzaam-heden uit voor het creëren van informatie uit 3D-puntenwolken (ingewonnen vanaf de grond of vanuit de lucht, statisch of mobiel,

met laserscanning of fotogrammetrie). In som-mige gevallen verwerkt ze puntenwolken die zijn ingewonnen door de opdrachtgever. Het modelleren vindt geheel plaats bij het bureau zelf, niet in zogenaamde ‘lagelonen landen’. Door automatisering behaalt GeoNext betere efficiëntie en daardoor een vergelijkbare prijs. Een nieuw type project wordt in het begin bijna altijd handmatig gemodelleerd, zodat men zeker weet hoe het project tot stand komt en hoe ze de kwaliteit kan borgen. Vervolgens probeert het bureau een aantal facetten te automatiseren. Als projecten niet efficiënt uit te voeren zijn zonder automatise-ring, voert GeoNext ze niet uit. Ze wil namelijk 100 procent grip op het proces, de planning en de kwaliteit houden. Om deze activiteiten efficiënt uit te voeren, schrijf het ingenieursbu-reau voor een groot deel haar eigen software, samengevat onder de naam GeoScan.

De tweede soort werkzaamheden zijn complete projecten. De projecten variëren van

maatvoering en 3D-metingen van objecten (bijvoorbeeld stations of kunstwerken in de infrastructuur) tot complete opname van complexe infrastructuur, zoals het inmeten van spoorlijnen of DTM’s ter voorbereiding van grote infrastructurele werken. Voor deze projecten verzorgt GeoNext alle facetten zelfstandig: inwinning, berekeningen en modellering. Per project maakt het bureau de overweging welk type instrument (laserscan-ning of fotogrammetrie, statisch of mobiel) het beste past. Het ingenieursbureau merkt dat ze veel gespecialiseerde projecten uitvoert waarbij innovatie regelmatig een vereiste is. Daarom heeft het bureau het continue verbeteren van de kwaliteit verankerd in haar procesorganisatie.

Continue kwaliteitsverbetering.Het kwaliteitsmanagementsysteem van Geo-Next beschrijft het proces alleen op hoofd-lijnen en hoe ze de kwaliteit toetst. Iedere medewerker van het bedrijf is gefocust op continu(e) kwaliteitsbesef en -controle. Om dit te kunnen, moet ten minste aan de volgende randvoorwaarden voldaan worden:• fouten maken mag• transparante werkprocessen• elimineer alle mogelijke foutenbronnen• spreek elkaar aan op kwaliteit• leer van elkaar

Het uitvoeren van projecten waarbij een mobiel laserscansysteem wordt ingezet, kent

GeoNext voor de volgende gener atie geodetische dienstverlening

Wij gaan de

concurrentie aan met

de lagelonenlanden

Organisatie in beeld

Amsterdam.

Page 45: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 432018-3 | Geo-Info

bijvoorbeeld enorm veel valkuilen. De omge-ving waarin de inwinning plaatsvindt, kan de kwaliteit van de positiebepaling verstoren, net als snelheidsveranderingen tijdens de opname. Maar ook het meten van referen-tiedata voor de kwaliteitsverbetering en het modelleren zijn lastig. De projecten verschillen ook nog eens van elkaar, dus ieder project kent zijn eigen valkuilen.

Een simpel vinkje in de software aan of uit zet-ten, kan al voor verrassende resultaten zorgen. Het gehele proces moet zodanig ingericht worden dat de valkuilen ontdekt en opgelost worden. Om te zorgen dat de kwaliteit geborgd

is, organiseert het bureau tweemaal per week een zogenoemde Scrum-sessie waar alle projecten besproken worden. Collega’s worden niet afgerekend op fouten, integendeel: het benoemen ervan is een pre. Alleen op die manier kan de discussie worden aangegaan om ervoor te zorgen dat ze niet meer gemaakt worden of dat het proces dusdanig wordt aangepast dat ze niet meer kunnen voorko-

men. Door consequent kwaliteitsverbetering toe te passen is GeoNext in staat geweest om de techniek van het mobiel laserscannen snel onder controle te krijgen, en toch blijft ze steeds weer geducht voor de volgende valkuil.

InnovatieOm de concurrentie het hoofd te bieden en voor de markt een interessante partij te zijn, moet en blijft het ingenieursbureau innoveren. Die innovatie vindt (bijna) altijd op projecten plaats. Deze leveren een concrete aanleiding voor innovatie, en het resultaat (zowel in kwaliteit als efficiëntie) is goed te toetsen. Vaak begint het bureau met het handmatig modelleren van het gewenste product. Stapsgewijs probeert ze de stappen die veel tijd kosten te automatiseren. Mooi voorbeeld is het modelleren van spoorassen. Handmatig haalde men 4km per dag. Nu voert het bedrijf 16km in enkele minuten geautomatiseerd uit. In plaats van commerciële software te kopen, ontwikkelt GeoNext haar eigen software. Deze is makkelijk uit te breiden voor andere toepas-singen. Het modelleren van geleiderail langs de autoweg gebruikt bijvoorbeeld dezelfde functionaliteit als het modelleren van een perronrand. Door steeds meer functionaliteit beschikbaar te hebben, wordt het steeds makkelijker nieuwe mogelijkheden en toepas-singen toe te voegen. Op deze wijze ontstaat een soort ‘innovatieve kettingreactie’ in het ontwikkelen van tools.

Het is niet alleen de software die de innovatie bepaalt. Elke medewerker van het bedrijf innoveert op zijn of haar eigen manier. Eén van de landmeters maakt aanpassingen in bijvoorbeeld prismastokken, opzetstukken

voor statieven, speciale bouten etcetera, om het werk efficiënter te laten verlopen. Andere maken speciale Excel-werkbladen waarin alle controles inzichtelijk en aantoonbaar worden gemaakt. Mocht een collega een nuttig idee hebben, dan krijgt hij of zij ook de ruimte om dit idee te onderzoeken en uit te werken. GeoNext neemt ook projecten aan van een

soort die ze nog niet eerder gedaan heeft, om ervaring op te doen. Een voorbeeld is een 3D-model conform de BIM-specificaties in Revit te bouwen. De eerste keer kostte dat veel tijd, het tweede project verliep al sneller, en inmiddels kan het model zeer efficiënt opgebouwd worden.

Curriculum Vitae Hieronder volgen enkele voorbeelden van projecten vanGeoNext, waarbij veel innovatie is toegepast.

3D-Video Oosterdokeiland AmsterdamDit project is uitgevoerd in 2015. Een spooraan-nemer kreeg de opdracht om op zeven stalen bruggen de sporen vernieuwen. Om dit te doen moesten zogenaamde oplegplaatjes gemeten worden. Dit zijn plaatjes tussen de spoorstaaf en dwarsligger voor het uitlijnen van het spoor in hoogte. De plaatjes hebben hiervoor allemaal verschillende diktes. Traditioneel werd dit met een waterpas-toestel gemeten. Per oplegging moesten tenminste zes metingen opgenomen worden. Deze metingen moeten in de nacht plaats-vinden, met een totale doorlooptijd van enkele weken en een grote foutgevoeligheid

GeoNext voor de volgende gener atie geodetische dienstverlening

Mobiel laserscannen

is het pad van de

100 valkuilen

.

Weesp.

Tenminste één keer in

de maand een project

buiten je comfortzone

Page 46: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

Meezoeken naar oudste memorie-hoogwaterpeilmerk!

Naar aanleiding van het boek over het NAP ontstond bij ons. Petra van Dam en Bertus Wouda, de vraag: wat is het oudste memo-rie-hoogwaterpeilmerk van Nederland?

Dat is vaak een apart vormgegeven en gebei-telde steen, zoals in bijgaande illustratie. Het lijkt ons leuk dat te inventariseren. Op dit moment is het oud-ste merk dat we kennen uit Hattem 1552, en daarna 1570 (Allerheiligenvloed) in Harderwijk, Amsterdam en Metslawier. We  willen de merken per provincie inventariseren en het resultaat publiceren in dit

tijdschrift. Dus: Wat is het oudste merk van een zeer hoge waterstand en overstroming in jouw provincie? Graag ontvangen we het antwoord voor 31 juli op het emailadres [email protected] met de volgende gegevens: locatie, type steen (natuur-steen, baksteen, kleur), opschrift, afmetingen (hoogte x breedte), indien bekend jaartal van plaatsing, foto van het origineel en, als dat er niet meer is, van de afbeelding in literatuur en literatuurvermelding.

Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis 2018, [email protected]

44 | Geo-Info | 2018-3

door handmatige registratie van locatie en opleggingsnummers. Door het toepassen van een nieuw ontwikkeld en gebouwd 3D-videosysteem, zijn alle bruggen in drie nachten ingemeten. Het bureau schreef zelf de software voor inwinning en verwerking.Met dit meetsysteem won GeoNext in 2016 de RailTech Innovation Award.

Zwolle SpoortOp dit moment is een aannemer bezig met de voorbereidende werkzaamheden om emplacement Zwolle te ontvlechten en de spoorbaan naar Herfte uit te breiden. In 2015 moest daarvoor een nulmeting plaatsvinden van het gehele gebied. Om dit zo efficiënt mogelijk uit te voeren gebruikte GeoNext een mix van inwinningtechnieken:• airborne fotogrammetrie en Airborne

laserscanning (ALS)• meettrein met railhead scanners en GNSS/

INS voor directe meting van de spoorassen• statische lasercanning• radiografisch bestuurbare peilbootMet name de inzet van de meettrein was nieuw. Hiervoor moest het gehele produc-tieproces ontwikkeld worden. Het bedrijf had al wel ervaring met ALS en gebruikte deze

nauwkeurige en homogene dataset ook om de meettreindata te controleren. Ze zorgde ervoor dat alle verschillende inwintechnie-ken gekoppeld waren aan een homogeen referentiestelsel.

3D-GeluidsmodellenEen zeer nauwkeurig, betrouwbaar 3D-model van 1,100,000 panden, verspreid over 130.000 ha in heel Nederland. Voor een groot geluidstudie-project moesten, in een buffer van 500 meter vanaf het spoor ,alle panden in 3D-gemodelleerd worden. Het model moest geschikt zijn voor softwarepakketten die de geluidsberekeningen uitvoeren en mocht niet te veel data bevatten in verband met de performance. GeoNext beschikte al over software om 3D-stadsmodellen te maken. Deze moest flink uitgebreid worden voor bovenstaande functies. Met combinatie van eigen software

en GIS-analyses, die de betrouwbaarheid moesten verifiëren, is het project uitgevoerd binnen drie maanden.

Tot slotNico Schaefers is trots op wat er in 6 jaar bereikt is. Maar de vele ingewikkelde projec-ten, grote projecten en innovaties waren niet mogelijk geweest zonder het professionele, gemotiveerde team en lef. Op dit moment staat de organisatie, zijn de processen helder en werkt iedereen enthousiast mee. Het bedrijf kijkt ernaar uit de komende jaren nog veel innovatieve projecten uit te voeren.

Nico Schaefers is directeur van GeoNext BV. Nico is bereikbaar via [email protected]

3D-Geluidsmodellen.

Organisatie in beeld

Bron ProMedia Group.

Page 47: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 452018-3 | Geo-Info

Geodetisch-historische Monografieën DHC no 3

Tot op heden zijn er bij de stichting De Hol-landse Cirkel (DHC) drie uitgaven ‘Geode-tisch-historische Monografieën’ verschenen. Men vindt deze in PDF-vorm in de bijlagen van de website (www.hollandsecirkel.nl/documentatiecentrum/g-h-monografieen).

De postuum verschenen Monografie no. 3 van Theo Bogaerts (eindredactie Elfriede Fendel) heeft als titel ‘Grootschalige Topografie / De over-gang van ANALOOG naar DIGITAAL in de groot-schalige topografie’ (98 pagina’s). Eén zin uit de samenvatting van de auteur zelf: “Daarnaast heb ik ín het tijdschriftarchief van De Hollandse Cirkel alle artikelen geselecteerd die naar mijn mening betrekking hebben op het thema van dit boek.”

Redactie DHC

P.S. In Geo-Info 2017-5 stond een In Memoriam van prof.dr.ir. M.J.M. Bogaerts, waarin Leen Aardoom betreurde dat deze de uitgave niet meer mocht beleven.

Nieuw op de markt met jaren-lange ervaring.Met onze ruime kennis en jarenlange ervaring leveren wij betrouwbare diensten en producten op het terrein van Geo-informatie. We staan voor kwaliteit, betrouwbaarheid, levergaranties,deskundigheid en korte lijnen.

GEOINFORMATIESYSTEMEN

Denk bijvoorbeeld aan mutatie- signaleringen en karteringen voor BGT-BOR en BAG-WOZ-zaken. De afstemming tussen de BGT en BOR-gegevens. De inventarisaties uit beelden zoals asbestdaken, zon-

nepanelen, verkeersborden, licht-masten en belijningen. Produceren van 3D-BIM-modellen vanuit gescan-de data of bouwtekeningen. Maar bijvoorbeeld ook het intekenen en bij houden van kabels en leidingen

(WION). Door onze ruime ervaring met grootschalige data-producties en kennis van de inhoudelijke materie kunt u kostenbesparende oplossin-gen verwachten voor de verwerking van GIS-data.

Wat zijn onze diensten en producten?

www.Bee4GIS.nl - 0850 640066 - Bee4GIS, Bentheimerstraat 63, 7573 CX OLDENZAAL

Page 48: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

46 | Geo-Info | 2018-3

De historische plechtigheid was in de aula met voor de deuren het borstbeeld van Abraham Kuyper en achter het podium een (ongebruikt) kerkorgel.‘Navigation on Wood, Wooden Navigational Instruments 1590-1731: An analysis of early modern western instruments for celestial navigation, their origins, mathematical concepts and accuracies’ is de titel van het Engelstalige proefschrift van De Hilster. Het enige Nederlands in de aula was deze middag de tekst van Psalm 124 vers 8 rond ‘de maagd in de tuin’ op de katheder, het universi-teitszegel van Kuyper: ‘Onse hulpe sij in den name des Heeren’. (De maagd stond eind 16e eeuw symbool voor de Nederlanden. In de ‘tuin’ had ze een veilige plek gevonden waar ze in vrijheid kon leven.) Bij de verdediging zocht een aanvaller naar het Engelse woord voor ‘landrot’ en een collega wist het nog ook: landlubber!

Méér dan instrumentele promo tie Nicolàs de Hilster (VU)

Nicolàs de Hilster, paranympfen Pieter Aandewiel (links) en Adri Twisk, plus pedel.

Op gezag van de rector magnificus van de VU, prof.dr. Vinod Subramaniam, verdedigde Nicolàs de Hilster ten overstaan van de promotiecommissie van de Faculteit der Geesteswetenschappen op woensdag 9 mei met succes zijn proefschrift. Promotoren waren de historici prof.dr. Karel Davids en prof.dr. Frans van Lunteren.

Verslag

Achter de VU-katheder met ‘de maagd der Neder-landen in de tuin’ (en psalmtekst).

Buluitreiking door promotor prof.dr. Karel Davids.

Page 49: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

| 472018-3 | Geo-Info

Verzamel-achtergrondAls verzamelaar van nautische en geodetische instrumenten verwierf Nicolàs de Hilster in 2001 een 19de-eeuwse octant. Omdat hij meer wilde weten over diens voorgangers, begon hij het Daviskwadrant te onderzoeken. Nadat hij met succes een replica ervan had gebouwd, maakte hij meer houten navigatie-instrumenten. Het ging om instrumenten die met name werden gebruikt voor de breedtebepaling op zee, van Thomas Harriot tot John Hadley toe. De reconstructies en replica’s van de instrumenten waren bedoeld

om te gebruiken voor een beter begrip van hun mogelijkheden. Er werden ooit twee groepen (commerciële) instrumenten gebruikt die verschil-den in hun wiskundige principe. De ene groep was gebaseerd op de ideeën van Thomas Hood, de andere op die van Thomas Harriot.

VerdedigingBij de verdediging bleek ook wel de algemene kloof tussen historici en een technisch verzamelaar/hydro-graaf, maar vooral bleek dat de methodologie van reconstructie nieuw was. Historicus prof.dr. Fokko

J. Dijksterhuis (VU/UT) had ook veel geleerd, maar vroeg zich af wat de nauwkeurigheidsbeleving bij de instrumentgebruikers van weleer was. De bron-nen waaruit dat zou blijken, kende De Hilster niet, maar de eisen waren die van een juiste navigatie. Oud-conservator Willem F.J. Mörzer Bruyns van het Scheepvaartmuseum (én bekend auteur) had bijvoorbeeld de lastige vraag waarom er meer 17de-eeuwse graadstokken dan daviskwadranten werden nagelaten. Overtuigend legde De Hilster verder uit wat de verschillen waren in instrument-voorkeuren in Nederland en de anglofiele wereld.

Méér dan instrumentele promo tie Nicolàs de Hilster (VU)Onnauwkeurige navigatie-instrumenten kostten circa 1.600 opvarenden het leven rond 1700In de vroegmoderne tijd - de periode van enkele eeuwen in de geschiedenis van Europa die volgde op de Middeleeuwen - werd in de scheepvaart een navigatie-instrument gebruikt dat onnauwkeurig was en verantwoordelijk was voor één van de grootste scheepsrampen in die periode. Dat blijkt uit het promotieon-derzoek van Nicolàs de Hilster. Zijn onderzoek beschrijft de ontwikkeling van de navigatie-instrumenten in de periode van 1590 tot en met 1731. In 1590 publiceerde de Engelsman Thomas Hood zijn vinding waarop dit instrument was gebaseerd.

Verlies van vier schepenEén van de ergste rampen van die tijd, het verlies van vier schepen van Sir Cloudesley Shovel in 1707, werd veroorzaakt door een combinatie van onnauwkeurige kaarten en instrumenten. De instrumenten die in die tijd voornamelijk door Engelse zeelieden werden gebruikt, waren het minst nauwkeurig als gevolg van hun ontwerp. De Hilster: “Het zou echter tot de uitvinding van de octant in 1731 duren, voordat men in zou zien dat de instrumenten die daarop gebaseerd waren tot significante navigatiefouten konden leiden. Door het maken van replica’s en reconstructies van instrumenten werd het mogelijk deze in de praktijk te testen, en de kennis erover te vergroten. Dit is aangevuld met simulaties en proeven met betrekking tot ons waarnemings-vermogen.”

Replica’s en simulatiesDe simulaties in het onderzoek van De Hil-ster waren bedoeld om vast te stellen hoe schaduwen geïnterpreteerd worden. Aanvan-kelijk met een digitale camera en beeldanalyse

software die hij daarvoor geschreven had, om vervolgens ditzelfde met proefpersonen te herhalen, om er zeker van te zijn dat het menselijk oog in combinatie met onze per-ceptie tot dezelfde resultaten zouden leiden.

Uit deze proeven bleek dat Hood’s methode verbetering behoefde, iets wat de Engelsman Thomas Harriot een paar jaar na Hood, rond 1594, inderdaad beschreef. De Hilster: “De replica’s en reconstructies (18 houten en 1 bronzen en messing exem-plaar) zijn allemaal met de hand gemaakt, zoveel mogelijk gebruik makende van origi-nele materialen (ebben-, peren-, palmhout, messing en brons) en naar origineel ontwerp. Ze zijn allemaal gebruikt om waarnemingen mee te doen, hetgeen goed inzicht gegeven heeft in gebruiksgemak en kwaliteit van de metingen die ermee mogelijk waren.”

Innovatie door maritieme uitbreidingTegen het eind van de zestiende eeuw waren de meest gebruikte navigatie-instrumenten in de zeevaart het zeemansastrolabium, de zee-ring en de graadstok. Waarschijnlijk als resultaat van de maritieme expansie van Engeland en Nederland ontstond in de zeventiende eeuw een relatief groot aantal nieuwe navigatie-instrumenten. Deze instru-menten waren gebaseerd op een nieuwe vin-ding, door Thomas Hood in Engeland gedaan in het laatste decennium van de zestiende eeuw en kort daarop, in 1594, verbeterd door Thomas Harriot. Zowel de ideeën van Hood als die van Harriot bleven naast elkaar bestaan en resulteerden in instrumenten die kwalitatief significant van elkaar verschilden. In Engeland bleven instrumenten gebaseerd op de ideeën van Hood in gebruik, terwijl in Nederland het juist die instrumenten waren die gebaseerd waren op de ideeën van Harriot.

www.vu.nl

…en een zeemansastrolabium achter de katheder.

Nicolàs de Hilster toont een daviskwadrant…

Page 50: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

Kadastergebouw wordt woongebouw ‘De Landmeter’

De Segesta Groep is gestart met de transfor-matie van het voormalige Kadastergebouw tot een nieuw woongebouw met 88 appartemen-ten. Inmiddels is een groot deel van de gevel gestript en zijn de verbouwingswerkzaamhe-den in volle gang. Naast de verbouw is er op het gebouw nog een extra bouwlaag ontworpen.

Het nieuwe woongebouw heet vanaf nu ‘De Landmeter’. Het gebouw is gelegen aan de Rogier van der Weydenstraat te Alkmaar op een kleinschalig kantorenterrein. (…) Het  gebouw krijgt door de extra verdieping en een wezenlijke verandering aan de gevels een compleet nieuwe uitstraling. Door de grondige verbouwing wordt

het bestaande kantoorgebouw getransformeerd tot een nieuw woongebouw [1].

De woningen in ‘De Landmeter’ zijn in het najaar klaar. De verhuur ervan begint binnenkort. De appartemen-ten, de meeste met een balkon, worden gestoffeerd (gordijnen, vloerbedekking, keuken en inbouwap-paratuur) opgeleverd. Huurders hoeven alleen “hun meubels naar binnen te sjouwen”, legt Huges uit [2].

Referenties[1] www.mp.nl[2] Noordhollands Dagblad, 6 april 2018

Adri den Boer

48 | Geo-Info | 2018-3

Als de primaire rol van boeken van toen over maritieme navigatie zag hij ook al de kennisver-spreiding. Ook pareerde DeHilster goed vragen van prof. Dijksterhuis over de omgang met de diversiteit van bronnen in zijn onderzoek. Vragen over details op bepaalde pagina’s van het proefschrift kon de zaal uiteraard minder bevatten, maar duidelijk was dat ook genoemd werd de meetfoto met replica’s uit 2014 op Zr.Ms. ‘Snellius’ (al afgebeeld voorop De Hollandse Cirkel 2015-4 en in Geo-Info 2018-2).Bij de buluitreiking memoreerde promotor Davids in 2011 door De Hilster bescheiden te zijn benaderd met zijn idee ‘iets met zijn onderzoek

te doen’. Hij roemde nu trots de vernieuwende aanpak en ervoer de ‘drang naar precisie en volledigheid’ die De Hilster eigen is. (Bij de 815 pagina’s van het proefschrift had hij wel de tip: ‘Je volgende boek mag best wat dunner.’) De promotie vond de professor niet alleen een bijdrage voor de instrumentele, maar ook voor de maritieme wetenschapsgeschiedenis.

ProefschriftHet proefschrift verscheen in een oplage van 300 exemplaren (‘published by Nicolàs de Hilster along the water at the sundials’). Het boek heeft (dus) 815 pagina’s met 324 cijfers, 47 tabellen, acht bijlagen (met extra afbeeldingen en tabellen) en vier indexen. Het eerste jaar na de promotie is de dissertatie alleen in gedrukte vorm verkrijgbaar, na dat jaar ook als download via de VU-website. De druk is mogelijk gemaakt dankzij de gulle

giften van vier fondsen (J.E. Jurriaanse Stichting, Samenwerkende Maritieme Fondsen, Stichting dr. Hendrik Muller’s Vaderlandsch Fonds en de Thijssen-Schoute Stichting). Samen financierden de fondsen ongeveer de helft van de drukkosten, waardoor het proefschrift nu beschikbaar is voor slechts € 25,- (plus € 7,- verzendkosten binnen Nederland). Zie de website www.dehilster.info.

SlotVoor in de trein nam ik het VU-magazine Ad Valvas van ook net 9 mei 2018 mee. De coverstory was ‘Rekenvaardigheid scholieren sluit niet meer aan op universiteit’. Een veronderstelling was dat dit het gevolg was van jarenlange verhaaltjessommen in het onderwijs, het ‘realistisch rekenen’ sinds 2010. Wat een wereld van verschil!

Adri den Boer (ook foto’s)

N. de Hilster, ‘Navigation on Wood, Wooden Navigational Instruments 1590-1731: An ana-lysis of early modern western instruments for celestial navigation, their origins, mathema-tical concepts and accuracies’, (PhD thesis, Vrije Universiteit, Amsterdam, May 2018): “In my thesis I explore the relationship between the instruments, their common ancestors, their construction, and performance of instruments in the period from 1590 to 1731. It was in 1590 when the Englishman Thomas Hood created his cross-staff, the first staff type navigational instrument that used the shadow of an attached vane to cast a shadow on one of its scales. His method of shadow casting

was soon improved by countryman Thomas Harriot. Although Harriot’s way of shadow casting resulted in a great improvement in the quality of the observations, by almost an order of magnitude, both methods of shadow casting remained into use well into the nineteenth century. Examples of instruments using Hood’s shadow casting method were the Davis quadrant and the cross-bow quadrant, while examples using Harriot’s method were the hoekboog and demi-cross.

www.dehilster.info

Verslag

Uniek, tafel met zelfgemaakte replica-instrumenten naast de VU-katheder: van voor naar achter zee-mansastrolabium, graadstok, daviskwadrant en hoekboog.

Page 51: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

VISUELE ruimtelijke middelen

ONLINE beleven en delen

met een grote doelgroep

INTERACTIEVE input rechtstreeks

aangegeven in plannen en

kaarten

Echte meningen, echte

RESULTATEN –REPRESENTATIEF voor alle betrokkenen

ONLINE ideeën en feedback over RUIMTELIJKE PLANNEN

Wil jij weten wat er ECHT leeft?DE KRACHT VAN BEELD IN ONLINE ONDERZOEKPARTICIPATIE

NGEO Kenners & Kunners

Wil jij weten wat er echt leeft? www.overheidsparticipatie.nu

Page 52: Europees GNSS voor landmeters 3D-gebouwenmodel wordt ......effectieve en zeer productieve hulpmiddelen om op elk punt op het aardoppervlak de exacte positie en tijd te bepalen. GNSS

LIDAR POINTCLOUDVAN CYCLOMEDIA

www.cyclomedia.nl | [email protected] | 04 18 55 61 00

Neem contact op met CycloMedia voor meerinformatie of kijk op www.cyclomedia.com/nl/lidar

VOLLEDIG DRIEDIMENSIONALEBRON VAN INFORMATIE.

De LiDAR Point Cloud van CycloMedia is een puntenwolk van driedimensionale punten. Deze dataset heeft een zeer hoge dichtheid en positienauwkeurigheid. Dit, samen met de natuurlijke kleuren die in de puntenwolk zijn verwerkt vanuit onze HD-Cyclorama’s, maken de LiDAR Point Cloud een fotorealistische, volledig driedimensionale bron van informatie. Gebruik de LiDAR Point Cloud voor 3D visualisaties, karteren, asset management en vele andere toepassingen.