ERIK TODTS e.a. leggen uit waarom wederopbouw in Ha¯ti zo

1
D ag op dag een jaar geleden, verloren meer dan tweehonderdduizend mensen het leven als gevolg van een vreselijke aardbeving die toesloeg in het hart van Ayiti Chérie. Men zegt dat het noodlot blind is. Dat is onjuist. De armste men- sen zijn altijd de eerste of de zwaarste slachtoffers van rampen. Dat heet een dubbele straf. Haïti, zo klein als België, met hetzelfde aantal inwo- ners, hetzelfde devies, zo bergachtig als ons land plat is, beleeft vandaag 12 januari een dag van rouw. Op het ogenblik van deze herdenking wordt het Haïtiaanse volk gekweld door nog een trauma meer: er zich rekenschap van geven dat het niet de tijd had, noch de kracht, noch de intimiteit en de midde- len had om te rouwen om zijn doden. Elke dag over- leven en wat we de – noodzakelijke maar vaak botte – overrompeling mogen noemen door de internatio- nale gemeenschap, hebben dit volk niet de kans gelaten om het rouwproces aan te vatten. Er gaan stemmen op die ons, buitenlanders, vragen om te zwijgen op 12 januari. Een van hen, Pierre Ericq, is kroniekschrijver in het voornaamste dagblad van Port-au-Prince. In een bewogen artikel vraagt hij “om de twaalfde aan de Haïtianen te laten, opdat ze ein- delijk – alleen – zouden kunnen communiëren met hun doden. Dat onze buitenlandse vrienden ons ten- minste één dag alleen laten. Eén enkele dag.” Laten we dus, van onze kant, op deze dag diep res- pect en grote bescheidenheid betonen. Want, zelfs als we – als hulporganisaties – met een zekere voldoe- ning mogen terugkijken op twaalf maanden hard werken, toch werden lijden, geduld, frustraties en inspanningen gedragen door de mensen hier. Vaak in stilte, meestal met veel waardigheid, nooit hele- maal verslagen. Kritiek op hulpverleners Uiteraard, het had nog beter gekund. Het zijn niet wij alleen die dat zeggen: de hulporganisaties, die hier talrijk aanwezig zijn, maakten de voorbije weken en dagen het voorwerp uit van een levendig debat en van soms felle kritiek, vanuit het Haïtiaanse middenveld. De ngo’s zouden de Haïtiaanse overheid en regels niet of nauwelijks respecteren. Programma’s zouden veel te vaak opgezet worden zonder actieve betrok- kenheid van de mensen, herleid tot het statuut van ‘begunstigden’. Lokale besturen en competente diensten worden uitgesloten van deelname aan de rehabilitatie van hun eigen gemeenschappen... De drang naar zichtbaarheid en naambekendheid van de hulporganisaties zou groter zijn dan de wil tot samenwerking en coördinatie. Om dan nog maar te zwijgen van een resem hulpverleners die zich vooral als zieltjesjagers gedragen. Het regent klachten vanwege een bevolking die nog steeds lijdt en meer dan aanvaardbaar is. Klachten die de staten en de internationale instellin- gen niet sparen omdat zij hun beloften – nog – niet nagekomen zijn. Ook de Haïtiaanse regering wordt op de korrel genomen vanwege haar gebrek aan visie en leiderschap in de aanpak van de crisis. Uiteraard, het had beter gekund. Want is het niet vanzelfsprekend dat kwaliteit en efficiëntie van de hulpverlening altijd eveneens beïnvloed worden door de werkelijkheid en de omstandigheden waar- in ze moet verleend worden? En deze context was bijzonder ingewikkeld. Verbondenheid Zelfs de kritische stemmen verzwijgen niet de dankbaarheid en verbondenheid voor zoveel blijken van internationale solidariteit, voor de snelle bij- stand vanaf de eerste uren en voor een jaar van grote inspanningen om noodhulp van de best mogelijke kwaliteit te kunnen bieden. Het had allicht beter gekund, maar de verwezenlijkingen zijn er en soms zijn ze indrukwekkend. De humanitaire actie in zijn totaliteit heeft immers toegelaten aan meer dan 3,5 miljoen Haïtianen voedselhulp te bieden, dat 700.000 mensen tewerk gesteld konden worden in de hulpverlening tegen verloning, dat meer dan een half miljoen zeilen werden verdeeld aan de daklozen, dat 1,2 miljoen mensen nog steeds toegang hebben tot minstens 5 liter drinkwater per dag en per persoon en dat 1,9 miljoen kinderen wer- den gevaccineerd. Haïti Lavi 12-12 heeft er zich, naar goede gewoonte, vanaf het begin van de solidari- teitsoproep toe verbon- den om rekenschap af te leggen van de acties en bestedingen die mogelijk gemaakt wer- den door de giften van de Belgische bevolking. Enkele dagen geleden hebben de vijf leden van het Consortium elk een eigen omstandig en genuan- ceerd rapport vrijgegeven over het voorbije jaar van noodhulp in Haïti, met enkele betekenisvolle realisa- ties. Ondertussen hebben noch de Haïtiaanse staat, noch de internationale gemeenschap betekenisvolle stappen gezet in de wederopbouw. De ontgoocheling en het ongeduld van vele Haïtianen, die hun hoop hadden gesteld in een andere wederopbouw van hun land, met meer kansen op betere levensvoorwaar- den, zijn immens groot maar niet echt verrassend. Sinds geruime tijd voor de aardbeving, gingen extre- me armoede en ongelijkheid gepaard met een chro- nische politieke instabiliteit en met zwakke nationa- le instellingen. De wederopbouw na een natuurramp kan vele jaren vergen, zelfs in ontwikkelde landen. Wat betekent één jaar in dat perspectief ? Samenwerken Hindernissen zijn er om overwonnen te worden. Als de nieuwe Haïtiaanse regering de problemen na de aardbeving wil aanpakken, dan zal ze dringend moeten samenwerken met de internationale gemeenschap om de voorwaarden te scheppen die toelaten dat de verplaatste personen de kampen ver- laten en werk vinden. In dit perspectief zijn de financiële middelen waar- over de ngo’s, en met name deze afkomstig van de actie Haïti Lavi 12-12, beschikken, beperkt en nage- noeg uitgeput, ondanks de grote vrijgevigheid van de bevolking. Gelukkig zijn noodhulporganisaties in dit proces van lange duur ook niet de énige actoren: bijna 10 miljard euro werd toegezegd door de inter- nationale gemeenschap om deze uitdaging financi- eel te ondersteunen op lange termijn. Ondersteunen betekent niet zélf implementeren: het is fundamen- teel dat Haïti, overheid, middenveld en burgers, op dat terrein zelf de leiding en uitvoering op zich nemen. De Haïtianen hebben vanaf de eerste minuut na de aardbeving getoond dat zij niet moe- deloos zouden toezien. Wij zullen aan hun zijde blij- ven zolang dat mogelijk is. 18 WOENSDAG 12 JANUARI 2011 DE MORGEN ERIK TODTS e.a. leggen uit waarom wederopbouw in Haïti zo moeizaam verloopt Natuurlijk, het had nog beter gekund met de hulp in Haïti Erik Todts, voorzitter van het Belgisch Consortium voor Noodhulpsituaties /Haïti Lavi 12-12; Pierre Verbeeren, algemeen directeur Dokters van de Wereld; Gonzalo Dopchie, algemeen directeur Caritas International; Vincent Slypen, algemeen directeur Handicap Inter- national; Stefaan Declercq, alge- meen secretaris Oxfam-Solidariteit; Yves Willemot, algemeen directeur Unicef België Een jaar na de vernie- tigende aardbeving, leggen Erik Todts e.a. uit waarom de weder- opbouw in Haïti zo moeizaam verloopt. De humanitaire actie heeft toegelaten aan meer dan 3,5 miljoen Haïtianen voedselhulp te bieden The Wall Street Journal vraagt president Obama om de recente massamoord in Tucson niet te misbruiken om er politieke munt uit te slaan. Jared Loughners ziekte is niet het product van de politiek FOTO GETTY D ag lieve linkse lakse kerk, nu deze donkere dagen verva- gen in een dodelijke dooi en zes maanden van lente, is ook mijn ballingschap voorbij. Ik heb twee weken gezwegen en gekeken en gesprokkeld. Voor ik losbarst in een tirade van geklaag en gezaag betaald door deze krant, eerst een beetje schoonheid. Als dat mag in deze warrige tijden. Tijden waarin Wouter Bekes enige politieke talent erin bestaat dat hij niet Yves Leterme is. Waarin Amerikaanse politici worden neergeschoten door zotten die socialisten haten en die linkse rakkers zijn al een bedreigde diersoort. En waarin de regering van Tunesië haar werkloze onderdanen oproept om te emigre- ren, volgens een woordvoerder was de uitspraak volledig uit haar con- text genomen en bedoelde de pre- mier dat er altijd een keuze is, ofwel emigratie ofwel zelfmoord. Maar dat is allemaal niet erg, want ik heb ontroering gevoeld. U weet wel, die andere emotie naast angst en frustratie. Terwijl ik mezelf beschouw als een komiek met een beperkte kunde, koester ik wel een ontzag voor het vak en zijn mythologische figuren. Figuren als Fatty Arbuckle, ooit de populairste stille filmkomiek die beschuldigd werd een vrouw ver- pletterd te hebben tijdens het vrij- en en haar verkracht te hebben met een champagnefles. Later stuurde Coca-Cola het gerucht de wereld in dat het een colaflesje was, zo konden ze meer flesjes ver- kopen die dan naar zijn huis wer- den gesmeten. Maar ook figuren als Bob Monkhouse, de reden van mijn recente ont- roering. In de documentaire The secret life of Bob Monkhouse, uitgezonden door BBC Four, lag de focus op zijn verza- melobsessie. Deze Britse komiek, een jongeman tijdens WO II, besef- te dat humor een ambacht is en probeerde elk komisch radio- en televisieprogramma op te nemen. Dit resulteerde in een persoonlijk archief van 50.000 VHS-cassettes en ontelbare grappen bedacht door anderen die hij zelf uittikte, ook opnames uit de begindagen van televisie die de zenders zelf niet bewaarden, met eerste optre- dens van momenteel grootse komieken die niemand anders bezat. Niks minder dan een muse- um, maar voor Monkhouse enkel studiemateriaal. Net als Woody Allen verdiende hij zijn eerste centen op de middelba- re schoolbanken met het schrijven van materiaal voor beroemdheden. Later werd hij samen met Dennis Goodwin een moppenfabriek, met een ongelooflijke wekelijkse out- put. Goodwin vertrok later naar de Verenigde Staten, werd een van de vele mopleveranciers van Bob Hope, een onmenselijke stress die resulteerde in een overdosis. Maar ook Monkhouse bleef niet gespaard van tragedie, de ergste soort tragedie, die van zelfverach- ting. Tijdens het rijzen van zijn ster ontdekte hij een ander talent, namelijk het vertolken van de per- fecte gameshow gastheer. Decennialang was hij het gezicht van light entertainment, het bracht hem roem en fortuin, maar ook de hoon van andere komieken, wat hem onmetelijk triest maakte. In zijn vijftigjarige carrière bedacht hij zelf duizenden moppen, verza- meld in twee legendarische schrift- jes (waarvoor hij ooit losgeld moest betalen). Steeds ging hij terug naar de comedypodia, om zijn waarde te bewijzen, tot aan zijn dood, geveld door kanker en eindelijk gerespecteerd door het veld. Deze column is te kort om de glo- rie en de val van een artiest te vat- ten, godzijdank is er de documen- taire. Maar waarom mijn fascinatie voor dit soort verhalen? Misschien door de schoonheid die schuilt in ambacht en kunde, in het koppig cultiveren van een eigenheid die ontsnapt aan elk opgelegd kader. Dus lang leve egoïsme en geldings- drang, het blijven de beste katalysa- tors voor sociale, politieke en cultu- rele verandering. Al zeg ik het zelf. Sorry, maar het spijt mij niet. Joost Vandecasteele In deze column nodigt Joost Vandecasteele uit naar ‘een wondere wereld die enorm op de onze lijkt’. Vandecasteele is auteur, theatermaker, komiek en met zijn roman Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij winnaar van De Debuutprijs 2010. Zijn column verschijnt tweewekelijks op woensdag. STAAT VAN VERWARRING Humor, een ambacht 17 JANUARI 2010 Port-au-Prince, Haïti 9 JANUARI 2011 Port-au-Prince, Haïti Ik koester een ontzag voor het vak en voor figuren als Bob Monkhouse, de reden van mijn recente ontroering DE GEDACHTE 19 WOENSDAG 12 JANUARI 2011 DE MORGEN Drie gevangenen vroegen het afgelopen jaar om euthanasie. Wettelijk is dat mogelijk. Moet dat kunnen? NEE 10% JA, MAAR ALLEEN OM FYSIEKE REDENEN 30% JA, OOK BIJ PSYCHISCHE PROBLEMEN 60% dm Poll Elke dag peilt De Morgen naar uw mening. Hier vindt u de uitslag. REAGEREN? [email protected] Neveneffecten en de media R eclame voor de journalistiek was het niet, die eerste uitzending van Basta, maandag op Eén. De mannen van Neveneffecten legden op pijn- lijk gênante wijze bloot hoe nonsens de krant of websites halen. Gewapend met een laptop en veel fantasie toonden ze hoe makkelijk het kan zijn om journalisten te belazeren. Belgen staan langer in het stemhokje? Open Vld’ers hebben vaker seks? Leuk, oordeelden verschillende redacties, en dus nam men het zonder dralen over. Geen wonder dat de pret niet op kon bij de Neveneffecten, terwijl veel journalisten gelachen zullen hebben als een boer met kiespijn. Toen vorig jaar bekendraakte dat Woestijnvis ach- ter de persberichten zat, ontstond er een stormpje van verontwaardiging dat gretig werd gebruikt in Basta. “Dit ondergraaft de geloofwaardigheid van alle journalisten”, en andere klachten werden met leedvermaak van commentaar voorzien. “De deur van de Vlaamse pers staat niet op een kier, het is gewoon opendeurdag”, besloot het viertal triomfan- telijk. Nochtans sneed de kritiek op hun praktijken vaak hout. Want niet alleen namen de meeste media hun berichten niet over, dit ging ook over nieuws in de marge dat meestal slechts een kort berichtje waard was. Bovendien bewijzen de meeste media elke dag opnieuw dat er nog prima gewerkt wordt. Deze krant toont het vandaag nog maar eens met ‘De gevangenen van de Wetstraat.’ Toch toonden de reacties ook hoe lang de tenen van de journalisten kunnen zijn. Omgaan met kri- tiek, hoe humoristisch die ook is, blijft voor journa- listen vaak moeilijk. Basta legde nochtans wel de vinger op een mediawonde. Wie een beetje de media volgt, moet niet veel moeite doen om non- sensonderzoek te vinden. Of het nu Durex is die uit- vlooide hoeveel mensen vreemdgaan, gps-maker TomTom die een studie opzette over het dichtslib- ben van steden of een datingbureau dat remedies zoekt voor ongelukkige singles, zo’n onderzoeken blijven ook na de Data Driven-historie met de regel- matig van de klok kranten, websites, televisie en radio halen. De nieuwswaarde is bijna nihil en de geloofwaardigheid nog kleiner - het kleinste kind weet je dat je met de juiste vragen de resultaten kan sturen. Negeren is de beste optie, maar de drang naar kopij blijft te groot. En daar zal een program- ma als Basta helaas wellicht weinig aan veranderen. E r weerklinken vandaag bij jongeren steeds meer gelui- den dat ze het beu zijn om zonder regering te zitten. Onze generatie, de Millennials, dreigt de prijs te betalen voor heel wat zaken die de huidige generatie niet aanpakt. Overal ter wereld eisen de Millennials dat met hun belangen rekening wordt gehouden. In de VS werd deze generatie ook politiek bepalend door de Obamacampagne te dragen. Meestal werken ze via vreedzaam hacktivism, maar soms gaat het er harder aan toe, zoals tijdens de stu- dentenmanifestaties in Londen. Ook in ons land staat deze generatie nu op. De betoging die op 23 januari wordt georganiseerd, is een eerste stap. We moeten samen voor onze belangen opkomen. Maar we moeten ook heel concrete eisen op tafel leggen en die opvolgen. Want zonder duidelijke eisenpakket zal een betoging niets uithalen. Dat hebben de voorbije jaren genoeg aangetoond. Voor de jonge generatie is 2011 het zoveelste jaar van de waarheid. Velen zijn het beu. Terwijl we voor reusachtige uitdagingen staan, van de schuldenberg tot het voortbe- staan van de sociale welvaartsstaat en de global warming, zien ze dat de politiek de zaken niet aanpakt. Doemdenken is nochtans geen eigenschap van de Millennials. Maar we kunnen er niet naast kijken dat onze toekomst niet rooskleurig is. We zijn de eerste generatie die niet meer kan hopen dat we het beter zullen hebben dan onze ouders. Indien we de toekomst van de jonge- ren van vandaag, maar vooral ook van de toekomstige generaties, niet volledig willen hypothekeren, dan moeten we ingrijpen. Hoe komt het dat we telkens opnieuw moeten melden dat het fout dreigt te lopen zonder gehoord te worden. Waarom elke keer opnieuw de stilstand aanklagen, zonder concrete resultaten? Het tijd is om te gaan betogen. Niet enkel tegen het uitblijven van een rege- ring, maar vooral tegen het uitblij- ven van concrete oplossingen voor de problemen. Onze generatie zal maar iets kunnen veranderen als ze heel concrete eisen op tafel legt en heel nauw opvolgt hoe het er mee staat. We moeten druk op de ketel houden, maar een regering om een regering te hebben, levert niets op. De jonge generatie moet zich vereni- gen om een regering te eisen die haar problemen aanpakt. Eisenpakket Een voorzet van twee zaken die zeker bij de prioriteitenlijst horen te staan: 1. een aanpak van het begro- tingstekort en 2. het herstel van de intergenerationele solidariteit en rechtvaardigheid. Het Stabiliteitspact gaat niet ver genoeg en het begrotingstekort moet snel- ler worden weggewerkt. De reden dat het niet vooruit gaat, ligt ook bij onze eigen moederpartij. Alle poli- tieke partijen aarzelen om de nodi- ge ingrepen te doen, ook de onze. De overheidsschuld van vandaag moet morgen echter door de jonge gene- ratie worden terugbetaald. Hoe lan- ger we daar mee wachten, hoe meer onze welvaartsstaat wordt onder- graven. Wij willen dus dat in 2011 minstens 1 procent bbp meer wordt bespaard dan voorzien. Deze besparingen moeten boven- dien eerlijk gespreid worden over de generaties heen. Ook dit principe lijkt vanzelfsprekend, maar wordt zeker niet altijd in de praktijk gebracht. Als er al besparingsvoor- stellen circuleren, komt dit vaak neer op een bijkomende last op de schouders van de jonge generaties. Denk maar aan het voorstel om de (fiscale stimuli voor de) tweede en derde pensioenpijler af te schaffen. Wij willen dat alle generaties inspanningen leveren, ook de niet- actieve en de oudere generaties. Degenen die reeds op pensioen zijn, kunnen dit doen door te aanvaarden dat de pensioenen minder snel zou- den stijgen dan voorzien. Babyboomers kunnen dan weer hun duit in het zakje doen, door die enkele jaren langer te werken en dus niet op brugpensioen of ver- vroegd pensioen te gaan. Dit zijn twee zaken waarover nog lang geen duidelijkheid terug te vinden is in de verschillende nota’s die we hebben zien passeren. Een regering vormen is noodzakelijk, maar dat is voor onze generatie het geval omdat ze net deze zaken moet aanpakken. Er zijn natuurlijk nog heel wat andere zaken. Waarover we mis- schien met anderen van mening zul- len verschillen. Maar we moeten openstaan voor een debat en onze heilige huisjes ter sprake brengen, in het belang van onze generatie en onze toekomst. Politiek actieve jon- geren moeten daarbij tegen de oude generatie durven opstaan, ook die van de eigen partij. Samen sterk Het lijstje van prioriteiten hierbo- ven is nog lang niet helemaal uitge- werkt. Dit is een oproep aan alle jon- geren, zowel politiek als niet-poli- tiek actief, die het ook beu zijn dat onze toekomst niet veilig gesteld wordt. We moeten ons nu focussen op het verenigen van onze genera- tie. Enkel wanneer we samen opko- men voor onze belangen, zullen we sterk genoeg staan. En dit mag niet vrijblijvend zijn. We moeten heel concreet gaan. Onze impact zal des te groter zijn als we samen pleiten voor duidelijke doelstellingen. Ik wil hier de voorzet in geven door het initiatief te nemen om de politieke jongerenpartijen rond de tafel te brengen. Voor de betoging van 23 januari zouden we toch met een gemeenschappelijk eisenpakket naar buiten kunnen komen. De oudere generaties zijn gewaar- schuwd, de Millennials zijn ook in ons land klaar om op te staan. PIETER MARECHAL predikt de opstand tegen oude generatie Pieter Marechal is voorzitter van JONG CD&V. De politieke stilstand fnuikt de kansen van de toekomstige gene- raties. ‘Het is tijd om te betogen’, schrijft CD&V-jongerenvoor- zitter Pieter Marechal. Millennials verenigt u! Alle partijen aarzelen om de nodige ingrepen te doen, ook de onze. De overheidsschuld van vandaag moet morgen echter door de jonge generatie worden terugbetaald H et is niet uitgesloten dat er bij het publiek een zekere gewen- ning optreedt ten aanzien van de steeds weerkerende berichten uit de kerkelijke pedofilie-augiasstal. Met de regelmaat van een klok bereikt ons daar onverkwikkelijk nieuws over. Het moet dan ook al over zwoele Kortrijkse nonnen gaan of over een linkse kanun- nik Houtart wil er nog een rimpeling in de media ontstaan. En zeker wanneer het de overbekende groene jezuïet Luc Versteylen betreft, de man van de mys- terieuze brouwerij van Viersel en van Agalev. Versteylen en pedofilie, het sloeg in als een bom in het nieuwsluwe weekend. Indien de man onaanvaard- bare daden heeft gesteld, dan moet een grondig onderzoek dat uitwijzen en de nodige sanctie volgen. De beste pedago- gische bedoelingen kunnen nooit een dekmantel vormen voor het machts- misbruik dat iedere seksuele daad met minderjarigen in se is. Zijn het onte- rechte beschuldigingen, dan dient de pater van elk blaam gezuiverd. Er is echter meer aan de hand. Het geval Versteylen wordt een soort koe- voet om een open en vrijmoedige opvoeding, speciaal dan de seksuele opvoeding, zwaar in vraag te stellen. Versteylen is een van de bekendste priesters en opvoeders die zich in de nawerking van de zogenaamde ‘seksue- le revolutie’ van een halve eeuw gele- den, een plaats veroverden in een bewe- ging voor een minder benauwende kijk op seks en relaties. Deze seksueel ‘ver- lichten’ waren nog eerder braaf in ver- gelijking met bijvoorbeeld de Arkprijs van het Vrije Woord die in 1966 werd toegekend aan God in Vlaanderen, een onversneden pedofiele roman van Astère-Michel D’Hondt over Tim, een tienjarige jongen. Dit boek blijft overi- gens interessant als kennismaking met de pedofiele medemens, hoe stuitend het soms ook kan overkomen. Deze beweging is nu uitgemond in een bijna algemeen aanvaarde seksuele opvoeding op school, in de jeugdbewe- ging en thuis. Maar sommigen willen nu profiteren van de zeer terechte ver- ontwaardiging over de pedofilieschan- dalen om de klok terug te draaien en paal en perk te stellen aan een open kijk op de seksuele intimiteit. Paus Benedictus zei een paar dagen geleden in zijn toespraak voor het diplomatieke corps in Vaticaanstad dat “seksuele opvoeding en algemeen vor- mende vakken in sommige Europese landen de vrijheid van religie bedrei- gen”. Volgens de paus gaat het voorna- melijk om die landen waar groot belang wordt gehecht aan ‘verdraag- zaamheid en tolerantie’. Duidelijker kan wel niet. Als het regent in Rome, dan druppelt het voortaan in Mechelen en Brussel, want aartsbisschop André- Joseph Léonard schrijft in zijn bisdom- blad Pastoralia van december jl. over de vredeskus in de eucharistieviering: “Het gaat hier niet om een ongebreidelde zoensessie” en “het is nog minder ver- eist dat het aantal vredeskussen rechte- venredig is met het aantal assistenten”. Verder vreest hij het storende karakter van het geroezemoes dat de vredekus uitlokt. Léonard besluit de paragraaf over vredeskussen met het woordje “geduld!”. Voorspelt zulks nog meer? Ook vrijzinnigen Liggen deze reacties langs hiërar- chisch kerkelijke kant enigszins in de lijn van de verwachtingen, dan is het opvallend dat ook vrijzinnigen die ooit met de kreet ‘liever Turks dan paaps’ zwaaiden, zich in dezelfde zin uitlaten en zich opstellen als volbloed moraal- ridders. Even ongerijmd is het bondge- nootschap tussen behoudende rooms- katholieken en fundamentalistische moslims met gezamenlijke stellingna- men over morele kwesties tijdens inter- nationale bijeenkomsten. Het dossier Versteylen dient door jus- titie nauwkeurig onderzocht en de nodige besluiten dienen eruit getrok- ken, maar we moeten helder blijven denken en ons niet laten meeslepen in een reactionaire beweging. De tijd dat Mieke maar moest luisteren naar Janneke, die haar wel zou uitleggen hoe het allemaal moest, maar tegen Janneke zei men ook niets… Die tijd is voorgoed voorbij. Zo durf ik hopen, al ben ik daar niet zo gerust in. De publie- ke opinie lijkt rijp voor zo’n reactionai- re beweging. Vooral in ons werelddeel zijn mensen op zichzelf geplooid, bang en ze voelen zich zonder echte houvast. Er zijn meer aardverschuivingen ont- staan met deze gevoelens als basis. Ook al worden citaten van kerkelijke en vrij- zinnige woordvoerders (denk aan de parlementaire commissie in kwestie) nauwelijks gehoord door ‘de mensen’, ze vertolken dezelfde opinies tussen pot en pint, op de trein en op café. Elke naturist wordt dan weer een vuilik, een kind knuffelen ruikt naar pedofilie en collega’s die elkaar met een zoen begroeten riskeren als vuile jeannetten bekeken te worden. Enfin, een beetje het klimaat van na de Dutroux-affaire. Oogjes open houden! STAF NIMMEGEERS verdedigt een open kijk op intimiteit Staf Nimmegeers is priester-publicist en oud-senator namens sp.a. Hij is onder meer de auteur van Priester in de poli- tiek. Het dossier Versteylen dient door justitie nauwkeurig onderzocht, zeker, maar Nimmegeers laat zich ondertussen niet meeslepen in een nieuwe reactio- naire beweging. Moraal met mijter en passer Sommigen willen nu profiteren van de zeer terechte verontwaardiging over de pedofilie- schandalen om de klok terug te draaien BIJGEDACHTE Jan Debackere is redacteur media. Peter De Roover Op een cynisch toontje probeert Peter De Roover van de Vlaamse Volksbeweging ons dui- delijk te maken waarom het voorstel van Johan Vande Lanotte om de regionale en federale ver- kiezingen te laten samenvallen, neerkomt op ‘een verrottingstrategie’ (DM 11/1). Maar er is een argument waarover hij zwijgt. Gescheiden verkiezingen zorgen er in de prak- tijk voor dat kopstukken aan beide verkiezingen deelnemen zonder hun zetel op te nemen. Zij zijn dus nepkandidaten en maken van de verkie- zingen een farce. Op die manier komen opvol- gers in de parlementen die zich partijgetrouw opstellen. In het algemeen zorgen die voor een verschraling van het parlementaire debat wat eveneens een aanslag is op de democratie. Ten gronde gaat De Roover ervan uit dat een land des te democratischer is naarmate er meer verkiezin- gen worden gehouden. Dan kan men meteen overgaan tot het invoeren van bindende referen- da en over elke ingrijpende maatregel laten stemmen. Dit is uitgeprobeerd in Californië en heeft het bestuur er totaal onwerkbaar gemaakt. Het is immers zo dat elke regering wel eens maatregelen moet doorvoeren die niet populair zijn. Indien daar onmiddellijk verkiezingen op zouden volgen dan wordt het beleid afgescho- ten. Zo hebben meer verkiezingen het omgekeer- de gevolg van een verbeterde democratie: dit sys- teem is een broedbodem voor populisme. Staf De Wilde, De Haan

Transcript of ERIK TODTS e.a. leggen uit waarom wederopbouw in Ha¯ti zo

Dag op dag een jaar geleden, verlorenmeer dan tweehonderdduizend mensenhet leven als gevolg van een vreselijkeaardbeving die toesloeg in het hart vanAyiti Chérie. Men zegt dat het noodlotblind is. Dat is onjuist. De armste men-

sen zijn altijd de eerste of de zwaarste slachtoffers vanrampen. Dat heet een dubbele straf.

Haïti, zo klein als België, met hetzelfde aantal inwo-ners, hetzelfde devies, zo bergachtig als ons land platis, beleeft vandaag 12 januari een dag van rouw.

Op het ogenblik van deze herdenking wordt hetHaïtiaanse volk gekweld door nog een trauma meer:er zich rekenschap van geven dat het niet de tijdhad, noch de kracht, noch de intimiteit en de midde-len had om te rouwen om zijn doden. Elke dag over-leven en wat we de – noodzakelijke maar vaak botte –overrompeling mogen noemen door de internatio-nale gemeenschap, hebben dit volk niet de kansgelaten om het rouwproces aan te vatten. Er gaanstemmen op die ons, buitenlanders, vragen om tezwijgen op 12 januari. Een van hen, Pierre Ericq, iskroniekschrijver in het voornaamste dagblad vanPort-au-Prince. In een bewogen artikel vraagt hij “omde twaalfde aan de Haïtianen te laten, opdat ze ein-delijk – alleen – zouden kunnen communiëren methun doden. Dat onze buitenlandse vrienden ons ten-minste één dag alleen laten. Eén enkele dag.”

Laten we dus, van onze kant, op deze dag diep res-pect en grote bescheidenheid betonen. Want, zelfsals we – als hulporganisaties – met een zekere voldoe-ning mogen terugkijken op twaalf maanden hardwerken, toch werden lijden, geduld, frustraties eninspanningen gedragen door de mensen hier. Vaakin stilte, meestal met veel waardigheid, nooit hele-maal verslagen.

Kritiek op hulpverleners

Uiteraard, het had nog beter gekund. Het zijn nietwij alleen die dat zeggen: de hulporganisaties, diehier talrijk aanwezig zijn, maakten de voorbijeweken en dagen het voorwerp uit van een levendigdebat en van soms felle kritiek, vanuit het Haïtiaansemiddenveld.

De ngo’s zouden de Haïtiaanse overheid en regelsniet of nauwelijks respecteren. Programma’s zoudenveel te vaak opgezet worden zonder actieve betrok-kenheid van de mensen, herleid tot het statuut van‘begunstigden’. Lokale besturen en competentediensten worden uitgesloten van deelname aan derehabilitatie van hun eigen gemeenschappen... Dedrang naar zichtbaarheid en naambekendheid vande hulporganisaties zou groter zijn dan de wil totsamenwerking en coördinatie. Om dan nog maar tezwijgen van een resem hulpverleners die zich vooralals zieltjesjagers gedragen.

Het regent klachten vanwege een bevolking dienog steeds lijdt en meer dan aanvaardbaar is.Klachten die de staten en de internationale instellin-gen niet sparen omdat zij hun beloften – nog – nietnagekomen zijn. Ook de Haïtiaanse regering wordtop de korrel genomen vanwege haar gebrek aanvisie en leiderschap in de aanpak van de crisis.

Uiteraard, het had beter gekund. Want is het nietvanzelfsprekend dat kwaliteit en efficiëntie van de

hulpverlening altijd eveneens beïnvloed wordendoor de werkelijkheid en de omstandigheden waar-in ze moet verleend worden? En deze context wasbijzonder ingewikkeld.

Verbondenheid

Zelfs de kritische stemmen verzwijgen niet dedankbaarheid en verbondenheid voor zoveel blijken

van internationale solidariteit, voor de snelle bij-stand vanaf de eerste uren en voor een jaar van groteinspanningen om noodhulp van de best mogelijkekwaliteit te kunnen bieden. Het had allicht betergekund, maar de verwezenlijkingen zijn er en somszijn ze indrukwekkend. De humanitaire actie in zijntotaliteit heeft immers toegelaten aan meer dan 3,5miljoen Haïtianen voedselhulp te bieden, dat700.000 mensen tewerk gesteld konden worden in

de hulpverlening tegenverloning, dat meerdan een half miljoenzeilen werden verdeeldaan de daklozen, dat 1,2miljoen mensen nogsteeds toegang hebbentot minstens 5 literdrinkwater per dag enper persoon en dat 1,9miljoen kinderen wer-den gevaccineerd.

Haïti Lavi 12-12 heeft erzich, naar goedegewoonte, vanaf hetbegin van de solidari-teitsoproep toe verbon-den om rekenschap afte leggen van de actiesen bestedingen diemogelijk gemaakt wer-den door de giften van de Belgische bevolking.Enkele dagen geleden hebben de vijf leden van hetConsortium elk een eigen omstandig en genuan-ceerd rapport vrijgegeven over het voorbije jaar vannoodhulp in Haïti, met enkele betekenisvolle realisa-ties.

Ondertussen hebben noch de Haïtiaanse staat,noch de internationale gemeenschap betekenisvollestappen gezet in de wederopbouw. De ontgoochelingen het ongeduld van vele Haïtianen, die hun hoophadden gesteld in een andere wederopbouw van hunland, met meer kansen op betere levensvoorwaar-den, zijn immens groot maar niet echt verrassend.Sinds geruime tijd voor de aardbeving, gingen extre-me armoede en ongelijkheid gepaard met een chro-nische politieke instabiliteit en met zwakke nationa-le instellingen. De wederopbouw na een natuurrampkan vele jaren vergen, zelfs in ontwikkelde landen.Wat betekent één jaar in dat perspectief?

Samenwerken

Hindernissen zijn er om overwonnen te worden.Als de nieuwe Haïtiaanse regering de problemen nade aardbeving wil aanpakken, dan zal ze dringendmoeten samenwerken met de internationalegemeenschap om de voorwaarden te scheppen dietoelaten dat de verplaatste personen de kampen ver-laten en werk vinden.

In dit perspectief zijn de financiële middelen waar-over de ngo’s, en met name deze afkomstig van deactie Haïti Lavi 12-12, beschikken, beperkt en nage-noeg uitgeput, ondanks de grote vrijgevigheid vande bevolking. Gelukkig zijn noodhulporganisaties indit proces van lange duur ook niet de énige actoren:bijna 10 miljard euro werd toegezegd door de inter-nationale gemeenschap om deze uitdaging financi-eel te ondersteunen op lange termijn. Ondersteunenbetekent niet zélf implementeren: het is fundamen-teel dat Haïti, overheid, middenveld en burgers, opdat terrein zelf de leiding en uitvoering op zichnemen. De Haïtianen hebben vanaf de eersteminuut na de aardbeving getoond dat zij niet moe-deloos zouden toezien. Wij zullen aan hun zijde blij-ven zolang dat mogelijk is.

18 WOENSDAG 12 JANUARI 2011 DE MORGEN

ERIK TODTS e.a. leggen uit waarom wederopbouw in Haïti zo moeizaam verloopt

Natuurlijk, het had nog beter gekund met de hulp in Haïti

● Erik Todts, voorzittervan het BelgischConsortium voorNoodhulpsituaties/Haïti Lavi 12-12;Pierre Verbeeren, algemeen directeurDokters van de Wereld; Gonzalo Dopchie,algemeen directeurCaritas International;Vincent Slypen, algemeen directeurHandicap Inter -national; Stefaan Declercq, alge-meen secretarisOxfam-Solidariteit;Yves Willemot, algemeen directeurUnicef België

● Een jaar na de vernie-tigende aardbeving,leggen Erik Todts e.a.uit waarom de weder-opbouw in Haïti zomoeizaam verloopt.

De humanitaire actie heeft toegelatenaan meer dan 3,5 miljoen Haïtianenvoedselhulp te bieden

The Wall Street Journal vraagt president Obama om de recente massamoord in Tucson niet te misbruiken om er politieke munt uit te slaan.

Jared Loughners ziekte is niet het product van de politiek

FO

TO G

ET

TY

Dag lieve linkse lakse kerk, nudeze donkere dagen verva-gen in een dodelijke dooi en

zes maanden van lente, is ook mijnballingschap voorbij. Ik heb tweeweken gezwegen en gekeken engesprokkeld. Voor ik losbarst in eentirade van geklaag en gezaagbetaald door deze krant, eerst eenbeetje schoonheid. Als dat mag indeze warrige tijden. Tijden waarinWouter Bekes enige politieke talenterin bestaat dat hij niet YvesLeterme is. Waarin Amerikaansepolitici worden neergeschotendoor zotten die socialisten hatenen die linkse rakkers zijn al eenbedreigde diersoort. En waarin deregering van Tunesië haar werklozeonderdanen oproept om te emigre-ren, volgens een woordvoerder wasde uitspraak volledig uit haar con-text genomen en bedoelde de pre-

mier dat er altijd een keuze is,ofwel emigratie ofwel zelfmoord.

Maar dat is allemaal niet erg,want ik heb ontroering gevoeld. Uweet wel, die andere emotie naastangst en frustratie. Terwijl ikmezelf beschouw als een komiekmet een beperkte kunde, koesterik wel een ontzag voor het vak enzijn mythologische figuren.Figuren als Fatty Arbuckle, ooit depopulairste stille filmkomiek diebeschuldigd werd een vrouw ver-pletterd te hebben tijdens het vrij-en en haar verkracht te hebbenmet een champagnefles. Laterstuurde Coca-Cola het gerucht dewereld in dat het een colaflesjewas, zo konden ze meer flesjes ver-kopen die dan naar zijn huis wer-den gesmeten.

Maar ook figuren als BobMonkhouse, de reden van mijn

recente ont-roering. In dedocumentaire The secret life of BobMonkhouse, uitgezonden doorBBC Four, lag de focus op zijn verza-melobsessie. Deze Britse komiek,een jongeman tijdens WO II, besef-te dat humor een ambacht is enprobeerde elk komisch radio- entelevisieprogramma op te nemen.

Dit resulteerde in een persoonlijkarchief van 50.000 VHS-cassettesen ontelbare grappen bedachtdoor anderen die hij zelf uittikte,ook opnames uit de begindagenvan televisie die de zenders zelf

niet bewaarden, met eerste optre-dens van momenteel grootsekomieken die niemand andersbezat. Niks minder dan een muse-um, maar voor Monkhouse enkelstudiemateriaal.

Net als Woody Allen verdiende hijzijn eerste centen op de middelba-

re schoolbanken met het schrijvenvan materiaal voor beroemdheden.Later werd hij samen met DennisGoodwin een moppenfabriek, meteen ongelooflijke wekelijkse out-put. Goodwin vertrok later naar de

Verenigde Staten, werd een van devele mopleveranciers van BobHope, een onmenselijke stress dieresulteerde in een overdosis. Maarook Monkhouse bleef nietgespaard van tragedie, de ergstesoort tragedie, die van zelfverach-ting. Tijdens het rijzen van zijn sterontdekte hij een ander talent,namelijk het vertolken van de per-fecte gameshow gastheer.Decennialang was hij het gezichtvan light entertainment, hetbracht hem roem en fortuin, maarook de hoon van andere komieken,wat hem onmetelijk triest maakte.In zijn vijftigjarige carrière bedachthij zelf duizenden moppen, verza-meld in twee legendarische schrift-jes (waarvoor hij ooit losgeldmoest betalen). Steeds ging hij

terug naar de comedypodia, omzijn waarde te bewijzen, tot aanzijn dood, geveld door kanker eneindelijk gerespecteerd door hetveld.

Deze column is te kort om de glo-rie en de val van een artiest te vat-ten, godzijdank is er de documen-taire. Maar waarom mijn fascinatievoor dit soort verhalen? Misschiendoor de schoonheid die schuilt inambacht en kunde, in het koppigcultiveren van een eigenheid dieontsnapt aan elk opgelegd kader.Dus lang leve egoïsme en geldings-drang, het blijven de beste katalysa-tors voor sociale, politieke en cultu-rele verandering. Al zeg ik het zelf.Sorry, maar het spijt mij niet.

Joost Vandecasteele

● In deze column nodigt Joost Vandecasteele uit naar ‘een wondere wereld die enorm op de onze lijkt’.

● Vandecasteele is auteur, theatermaker, komiek en met zijn roman Hoe de wereld perfect functioneert zonder mijwinnaar van De Debuutprijs 2010. Zijn column verschijnt tweewekelijks op woensdag.

STAAT VAN VERWARRING

Humor, een ambacht

17 JANUARI 2010Port-au-Prince, Haïti

9 JANUARI 2011Port-au-Prince, Haïti

Ik koester een ontzag voor het vak envoor figuren als Bob Monkhouse, de reden van mijn recente ontroering

DE GEDACHTE 19WOENSDAG 12 JANUARI 2011DE MORGEN

Drie gevangenen vroegen het afgelopen jaar om euthanasie.Wettelijk is dat mogelijk. Moet dat kunnen?NEE 10%JA, MAAR ALLEEN OM FYSIEKE REDENEN 30%JA, OOK BIJ PSYCHISCHE PROBLEMEN 60%

dmPollElke dag peilt De Morgen naar uwmening. Hier vindt u de uitslag.

[email protected]

Neveneffecten en de media

Reclame voor de journalistiek was het niet, dieeerste uitzending van Basta, maandag op Eén.De mannen van Neveneffecten legden op pijn-

lijk gênante wijze bloot hoe nonsens de krant ofwebsites halen. Gewapend met een laptop en veelfantasie toonden ze hoe makkelijk het kan zijn omjournalisten te belazeren. Belgen staan langer in hetstemhokje? Open Vld’ers hebben vaker seks? Leuk,oordeelden verschillende redacties, en dus nammen het zonder dralen over. Geen wonder dat depret niet op kon bij de Neveneffecten, terwijl veeljournalisten gelachen zullen hebben als een boermet kiespijn.

Toen vorig jaar bekendraakte dat Woestijnvis ach-ter de persberichten zat, ontstond er een stormpjevan verontwaardiging dat gretig werd gebruikt inBasta. “Dit ondergraaft de geloofwaardigheid vanalle journalisten”, en andere klachten werden metleedvermaak van commentaar voorzien. “De deurvan de Vlaamse pers staat niet op een kier, het isgewoon opendeurdag”, besloot het viertal triomfan-telijk. Nochtans sneed de kritiek op hun praktijkenvaak hout. Want niet alleen namen de meestemedia hun berichten niet over, dit ging ook overnieuws in de marge dat meestal slechts een kortberichtje waard was. Bovendien bewijzen de meestemedia elke dag opnieuw dat er nog prima gewerktwordt. Deze krant toont het vandaag nog maar eensmet ‘De gevangenen van de Wetstraat.’

Toch toonden de reacties ook hoe lang de tenenvan de journalisten kunnen zijn. Omgaan met kri-tiek, hoe humoristisch die ook is, blijft voor journa-listen vaak moeilijk. Basta legde nochtans wel devinger op een mediawonde. Wie een beetje demedia volgt, moet niet veel moeite doen om non-sensonderzoek te vinden. Of het nu Durex is die uit-vlooide hoeveel mensen vreemdgaan, gps-makerTomTom die een studie opzette over het dichtslib-ben van steden of een datingbureau dat remedieszoekt voor ongelukkige singles, zo’n onderzoekenblijven ook na de Data Driven-historie met de regel-matig van de klok kranten, websites, televisie enradio halen. De nieuwswaarde is bijna nihil en degeloofwaardigheid nog kleiner - het kleinste kindweet je dat je met de juiste vragen de resultaten kansturen. Negeren is de beste optie, maar de drangnaar kopij blijft te groot. En daar zal een program-ma als Basta helaas wellicht weinig aan veranderen.

Er weerklinken vandaag bijjongeren steeds meer gelui-den dat ze het beu zijn omzonder regering te zitten.Onze generatie, deMillennials, dreigt de prijs

te betalen voor heel wat zaken die dehuidige generatie niet aanpakt.Overal ter wereld eisen de Millennialsdat met hun belangen rekeningwordt gehouden. In de VS werd dezegeneratie ook politiek bepalend doorde Obama campagne te dragen.Meestal werken ze via vreedzaamhacktivism, maar soms gaat het erharder aan toe, zoals tijdens de stu-dentenmanifestaties in Londen. Ookin ons land staat deze generatie nu op.De betoging die op 23 januari wordtgeorganiseerd, is een eerste stap. Wemoeten samen voor onze belangenopkomen. Maar we moeten ook heelconcrete eisen op tafel leggen en dieopvolgen. Want zonder duidelijkeeisenpakket zal een betoging nietsuithalen. Dat hebben de voorbijejaren genoeg aangetoond.

Voor de jonge generatie is 2011 hetzoveelste jaar van de waarheid.Velen zijn het beu. Terwijl we voorreusachtige uitdagingen staan, vande schuldenberg tot het voortbe-staan van de sociale welvaartsstaaten de global warming, zien ze dat depolitiek de zaken niet aanpakt.Doemdenken is nochtans geeneigenschap van de Millennials. Maarwe kunnen er niet naast kijken datonze toekomst niet rooskleurig is.We zijn de eerste generatie die nietmeer kan hopen dat we het beterzullen hebben dan onze ouders.Indien we de toekomst van de jonge-ren van vandaag, maar vooral ookvan de toekomstige generaties, nietvolledig willen hypothekeren, danmoeten we ingrijpen.

Hoe komt het dat we telkensopnieuw moeten melden dat hetfout dreigt te lopen zonder gehoord

te worden. Waarom elke keeropnieuw de stilstand aanklagen,zonder concrete resultaten? Het tijdis om te gaan betogen. Niet enkeltegen het uitblijven van een rege-ring, maar vooral tegen het uitblij-ven van concrete oplossingen voorde problemen. Onze generatie zalmaar iets kunnen veranderen als zeheel concrete eisen op tafel legt enheel nauw opvolgt hoe het er mee

staat. We moeten druk op de ketelhouden, maar een regering om eenregering te hebben, levert niets op.De jonge generatie moet zich vereni-gen om een regering te eisen diehaar problemen aanpakt.

Eisenpakket

Een voorzet van twee zaken diezeker bij de prioriteitenlijst horen testaan: 1. een aanpak van het begro-tingstekort en 2. het herstel van deintergenerationele solidariteit enrechtvaardigheid. HetStabiliteitspact gaat niet ver genoegen het begrotingstekort moet snel-ler worden weggewerkt. De redendat het niet vooruit gaat, ligt ook bijonze eigen moederpartij. Alle poli-tieke partijen aarzelen om de nodi-ge ingrepen te doen, ook de onze. Deoverheidsschuld van vandaag moetmorgen echter door de jonge gene-ratie worden terugbetaald. Hoe lan-

ger we daar mee wachten, hoe meeronze welvaartsstaat wordt onder-graven. Wij willen dus dat in 2011minstens 1 procent bbp meer wordtbespaard dan voorzien.

Deze besparingen moeten boven-dien eerlijk gespreid worden over degeneraties heen. Ook dit principelijkt vanzelfsprekend, maar wordtzeker niet altijd in de praktijkgebracht. Als er al besparingsvoor-

stellen circuleren, komt dit vaakneer op een bijkomende last op deschouders van de jonge generaties.Denk maar aan het voorstel om de(fiscale stimuli voor de) tweede enderde pensioenpijler af te schaffen.Wij willen dat alle generatiesinspanningen leveren, ook de niet-actieve en de oudere generaties.Degenen die reeds op pensioen zijn,kunnen dit doen door te aanvaardendat de pensioenen minder snel zou-den stijgen dan voorzien.Babyboomers kunnen dan weer hunduit in het zakje doen, door dieenkele jaren langer te werken endus niet op brugpensioen of ver-vroegd pensioen te gaan.

Dit zijn twee zaken waarover noglang geen duidelijkheid terug tevinden is in de verschillende nota’sdie we hebben zien passeren. Eenregering vormen is noodzakelijk,maar dat is voor onze generatie hetgeval omdat ze net deze zaken

moet aanpakken. Er zijn natuurlijk nog heel wat

andere zaken. Waarover we mis-schien met anderen van mening zul-len verschillen. Maar we moetenopenstaan voor een debat en onzeheilige huisjes ter sprake brengen,in het belang van onze generatie enonze toekomst. Politiek actieve jon-geren moeten daarbij tegen de oudegeneratie durven opstaan, ook dievan de eigen partij.

Samen sterk

Het lijstje van prioriteiten hierbo-ven is nog lang niet helemaal uitge-werkt. Dit is een oproep aan alle jon-geren, zowel politiek als niet-poli-tiek actief, die het ook beu zijn datonze toekomst niet veilig gesteldwordt. We moeten ons nu focussenop het verenigen van onze genera-tie. Enkel wanneer we samen opko-men voor onze belangen, zullen westerk genoeg staan. En dit mag nietvrijblijvend zijn. We moeten heelconcreet gaan. Onze impact zal deste groter zijn als we samen pleitenvoor duidelijke doelstellingen.

Ik wil hier de voorzet in gevendoor het initiatief te nemen om depolitieke jongerenpartijen rond detafel te brengen. Voor de betogingvan 23 januari zouden we toch meteen gemeenschappelijk eisenpakketnaar buiten kunnen komen. Deoudere generaties zijn gewaar-schuwd, de Millennials zijn ook inons land klaar om op te staan.

PIETER MARECHAL predikt de opstand tegen oude generatie

● Pieter Marechal is voorzitter van JONG CD&V.

● De politieke stilstandfnuikt de kansen vande toekomstige gene-raties. ‘Het is tijd omte betogen’, schrijftCD&V-jongerenvoor-zitter Pieter Marechal.

Millennials verenigt u!

Alle partijen aarzelen om de nodigeingrepen te doen, ook de onze. De overheids schuld van vandaagmoet morgen echter door de jongegeneratie worden terugbetaald

Het is niet uitgesloten dat er bijhet publiek een zekere gewen-ning optreedt ten aanzien van de

steeds weerkerende berichten uit dekerkelijke pedofilie-augiasstal. Met deregelmaat van een klok bereikt onsdaar onverkwikkelijk nieuws over. Hetmoet dan ook al over zwoele Kortrijksenonnen gaan of over een linkse kanun-nik Houtart wil er nog een rimpeling inde media ontstaan. En zeker wanneerhet de overbekende groene jezuïet LucVersteylen betreft, de man van de mys-terieuze brouwerij van Viersel en vanAgalev. Versteylen en pedofilie, hetsloeg in als een bom in het nieuwsluweweekend. Indien de man onaanvaard-bare daden heeft gesteld, dan moet eengrondig onderzoek dat uitwijzen en denodige sanctie volgen. De beste pedago-gische bedoelingen kunnen nooit eendekmantel vormen voor het machts-misbruik dat iedere seksuele daad metminderjarigen in se is. Zijn het onte-rechte beschuldigingen, dan dient depater van elk blaam gezuiverd.

Er is echter meer aan de hand. Hetgeval Versteylen wordt een soort koe-voet om een open en vrijmoedigeopvoeding, speciaal dan de seksueleopvoeding, zwaar in vraag te stellen.Versteylen is een van de bekendstepriesters en opvoeders die zich in denawerking van de zogenaamde ‘seksue-le revolutie’ van een halve eeuw gele-den, een plaats veroverden in een bewe-ging voor een minder benauwende kijkop seks en relaties. Deze seksueel ‘ver-lichten’ waren nog eerder braaf in ver-gelijking met bijvoorbeeld de Arkprijs

van het Vrije Woord die in 1966 werdtoegekend aan God in Vlaanderen, eenonversneden pedofiele roman vanAstère-Michel D’Hondt over Tim, eentienjarige jongen. Dit boek blijft overi-gens interessant als kennismaking metde pedofiele medemens, hoe stuitendhet soms ook kan overkomen.

Deze beweging is nu uitgemond ineen bijna algemeen aanvaarde seksueleopvoeding op school, in de jeugdbewe-ging en thuis. Maar sommigen willennu profiteren van de zeer terechte ver-ontwaardiging over de pedofilieschan-dalen om de klok terug te draaien enpaal en perk te stellen aan een open kijkop de seksuele intimiteit.

Paus Benedictus zei een paar dagengeleden in zijn toespraak voor hetdiplomatieke corps in Vaticaanstad dat“seksuele opvoeding en algemeen vor-mende vakken in sommige Europeselanden de vrijheid van religie bedrei-gen”. Volgens de paus gaat het voorna-melijk om die landen waar grootbelang wordt gehecht aan ‘verdraag-zaamheid en tolerantie’. Duidelijker

kan wel niet. Als het regent in Rome,dan druppelt het voortaan in Mechelenen Brussel, want aartsbisschop André-Joseph Léonard schrijft in zijn bisdom-blad Pastoralia van december jl. over devredeskus in de eucharistieviering: “Hetgaat hier niet om een ongebreideldezoensessie” en “het is nog minder ver-eist dat het aantal vredeskussen rechte-venredig is met het aantal assistenten”.Verder vreest hij het storende karaktervan het geroezemoes dat de vredekusuitlokt. Léonard besluit de paragraafover vredeskussen met het woordje“geduld!”. Voorspelt zulks nog meer?

Ook vrijzinnigen

Liggen deze reacties langs hiërar-chisch kerkelijke kant enigszins in delijn van de verwachtingen, dan is hetopvallend dat ook vrijzinnigen die ooitmet de kreet ‘liever Turks dan paaps’zwaaiden, zich in dezelfde zin uitlatenen zich opstellen als volbloed moraal-ridders. Even ongerijmd is het bondge-nootschap tussen behoudende rooms-katholieken en fundamentalistischemoslims met gezamenlijke stellingna-men over morele kwesties tijdens inter-nationale bijeenkomsten.

Het dossier Versteylen dient door jus-titie nauwkeurig onderzocht en denodige besluiten dienen eruit getrok-ken, maar we moeten helder blijvendenken en ons niet laten meeslepen ineen reactionaire beweging. De tijd datMieke maar moest luisteren naarJanneke, die haar wel zou uitleggen hoehet allemaal moest, maar tegen

Janneke zei men ook niets… Die tijd isvoorgoed voorbij. Zo durf ik hopen, alben ik daar niet zo gerust in. De publie-ke opinie lijkt rijp voor zo’n reactionai-re beweging. Vooral in ons werelddeelzijn mensen op zichzelf geplooid, bangen ze voelen zich zonder echte houvast.Er zijn meer aardverschuivingen ont-staan met deze gevoelens als basis. Ookal worden citaten van kerkelijke en vrij-zinnige woordvoerders (denk aan deparlementaire commissie in kwestie)nauwelijks gehoord door ‘de mensen’,ze vertolken dezelfde opinies tussenpot en pint, op de trein en op café. Elkenaturist wordt dan weer een vuilik, eenkind knuffelen ruikt naar pedofilie encollega’s die elkaar met een zoenbegroeten riskeren als vuile jeannettenbekeken te worden. Enfin, een beetjehet klimaat van na de Dutroux-affaire.Oogjes open houden!

STAF NIMMEGEERS verdedigt een open kijk op intimiteit

● Staf Nimmegeers ispriester-publicist enoud-senator namenssp.a. Hij is ondermeer de auteur vanPriester in de poli-tiek.

● Het dossierVersteylen dient doorjustitie nauwkeurigonderzocht, zeker,maar Nimmegeerslaat zich ondertussenniet meeslepen ineen nieuwe reactio-naire beweging.

Moraal met mijter en passer

Sommigen willennu profiteren van dezeer terechteverontwaardigingover de pedofilie -schandalen om deklok terug te draaien

BIJGEDACHTE● Jan Debackere is

redacteur media.

Peter De RooverOp een cynisch toontje probeert Peter De

Roover van de Vlaamse Volksbeweging ons dui-delijk te maken waarom het voorstel van JohanVande Lanotte om de regionale en federale ver-kiezingen te laten samenvallen, neerkomt op‘een verrottingstrategie’ (DM 11/1). Maar er is eenargument waarover hij zwijgt.

Gescheiden verkiezingen zorgen er in de prak-tijk voor dat kopstukken aan beide verkiezingendeelnemen zonder hun zetel op te nemen. Zijzijn dus nepkandidaten en maken van de verkie-zingen een farce. Op die manier komen opvol-gers in de parlementen die zich partijgetrouwopstellen. In het algemeen zorgen die voor eenverschraling van het parlementaire debat wateveneens een aanslag is op de democratie. Tengronde gaat De Roover ervan uit dat een land deste democratischer is naarmate er meer verkiezin-gen worden gehouden. Dan kan men meteenovergaan tot het invoeren van bindende referen-da en over elke ingrijpende maatregel latenstemmen. Dit is uitgeprobeerd in Californië enheeft het bestuur er totaal onwerkbaar gemaakt.Het is immers zo dat elke regering wel eensmaatregelen moet doorvoeren die niet populairzijn. Indien daar onmiddellijk verkiezingen opzouden volgen dan wordt het beleid afgescho-ten. Zo hebben meer verkiezingen het omgekeer-de gevolg van een verbeterde democratie: dit sys-teem is een broedbodem voor populisme.

Staf De Wilde, De Haan