Download - ERIK TODTS e.a. leggen uit waarom wederopbouw in Ha¯ti zo

Transcript

Dag op dag een jaar geleden, verlorenmeer dan tweehonderdduizend mensenhet leven als gevolg van een vreselijkeaardbeving die toesloeg in het hart vanAyiti Chérie. Men zegt dat het noodlotblind is. Dat is onjuist. De armste men-

sen zijn altijd de eerste of de zwaarste slachtoffers vanrampen. Dat heet een dubbele straf.

Haïti, zo klein als België, met hetzelfde aantal inwo-ners, hetzelfde devies, zo bergachtig als ons land platis, beleeft vandaag 12 januari een dag van rouw.

Op het ogenblik van deze herdenking wordt hetHaïtiaanse volk gekweld door nog een trauma meer:er zich rekenschap van geven dat het niet de tijdhad, noch de kracht, noch de intimiteit en de midde-len had om te rouwen om zijn doden. Elke dag over-leven en wat we de – noodzakelijke maar vaak botte –overrompeling mogen noemen door de internatio-nale gemeenschap, hebben dit volk niet de kansgelaten om het rouwproces aan te vatten. Er gaanstemmen op die ons, buitenlanders, vragen om tezwijgen op 12 januari. Een van hen, Pierre Ericq, iskroniekschrijver in het voornaamste dagblad vanPort-au-Prince. In een bewogen artikel vraagt hij “omde twaalfde aan de Haïtianen te laten, opdat ze ein-delijk – alleen – zouden kunnen communiëren methun doden. Dat onze buitenlandse vrienden ons ten-minste één dag alleen laten. Eén enkele dag.”

Laten we dus, van onze kant, op deze dag diep res-pect en grote bescheidenheid betonen. Want, zelfsals we – als hulporganisaties – met een zekere voldoe-ning mogen terugkijken op twaalf maanden hardwerken, toch werden lijden, geduld, frustraties eninspanningen gedragen door de mensen hier. Vaakin stilte, meestal met veel waardigheid, nooit hele-maal verslagen.

Kritiek op hulpverleners

Uiteraard, het had nog beter gekund. Het zijn nietwij alleen die dat zeggen: de hulporganisaties, diehier talrijk aanwezig zijn, maakten de voorbijeweken en dagen het voorwerp uit van een levendigdebat en van soms felle kritiek, vanuit het Haïtiaansemiddenveld.

De ngo’s zouden de Haïtiaanse overheid en regelsniet of nauwelijks respecteren. Programma’s zoudenveel te vaak opgezet worden zonder actieve betrok-kenheid van de mensen, herleid tot het statuut van‘begunstigden’. Lokale besturen en competentediensten worden uitgesloten van deelname aan derehabilitatie van hun eigen gemeenschappen... Dedrang naar zichtbaarheid en naambekendheid vande hulporganisaties zou groter zijn dan de wil totsamenwerking en coördinatie. Om dan nog maar tezwijgen van een resem hulpverleners die zich vooralals zieltjesjagers gedragen.

Het regent klachten vanwege een bevolking dienog steeds lijdt en meer dan aanvaardbaar is.Klachten die de staten en de internationale instellin-gen niet sparen omdat zij hun beloften – nog – nietnagekomen zijn. Ook de Haïtiaanse regering wordtop de korrel genomen vanwege haar gebrek aanvisie en leiderschap in de aanpak van de crisis.

Uiteraard, het had beter gekund. Want is het nietvanzelfsprekend dat kwaliteit en efficiëntie van de

hulpverlening altijd eveneens beïnvloed wordendoor de werkelijkheid en de omstandigheden waar-in ze moet verleend worden? En deze context wasbijzonder ingewikkeld.

Verbondenheid

Zelfs de kritische stemmen verzwijgen niet dedankbaarheid en verbondenheid voor zoveel blijken

van internationale solidariteit, voor de snelle bij-stand vanaf de eerste uren en voor een jaar van groteinspanningen om noodhulp van de best mogelijkekwaliteit te kunnen bieden. Het had allicht betergekund, maar de verwezenlijkingen zijn er en somszijn ze indrukwekkend. De humanitaire actie in zijntotaliteit heeft immers toegelaten aan meer dan 3,5miljoen Haïtianen voedselhulp te bieden, dat700.000 mensen tewerk gesteld konden worden in

de hulpverlening tegenverloning, dat meerdan een half miljoenzeilen werden verdeeldaan de daklozen, dat 1,2miljoen mensen nogsteeds toegang hebbentot minstens 5 literdrinkwater per dag enper persoon en dat 1,9miljoen kinderen wer-den gevaccineerd.

Haïti Lavi 12-12 heeft erzich, naar goedegewoonte, vanaf hetbegin van de solidari-teitsoproep toe verbon-den om rekenschap afte leggen van de actiesen bestedingen diemogelijk gemaakt wer-den door de giften van de Belgische bevolking.Enkele dagen geleden hebben de vijf leden van hetConsortium elk een eigen omstandig en genuan-ceerd rapport vrijgegeven over het voorbije jaar vannoodhulp in Haïti, met enkele betekenisvolle realisa-ties.

Ondertussen hebben noch de Haïtiaanse staat,noch de internationale gemeenschap betekenisvollestappen gezet in de wederopbouw. De ontgoochelingen het ongeduld van vele Haïtianen, die hun hoophadden gesteld in een andere wederopbouw van hunland, met meer kansen op betere levensvoorwaar-den, zijn immens groot maar niet echt verrassend.Sinds geruime tijd voor de aardbeving, gingen extre-me armoede en ongelijkheid gepaard met een chro-nische politieke instabiliteit en met zwakke nationa-le instellingen. De wederopbouw na een natuurrampkan vele jaren vergen, zelfs in ontwikkelde landen.Wat betekent één jaar in dat perspectief?

Samenwerken

Hindernissen zijn er om overwonnen te worden.Als de nieuwe Haïtiaanse regering de problemen nade aardbeving wil aanpakken, dan zal ze dringendmoeten samenwerken met de internationalegemeenschap om de voorwaarden te scheppen dietoelaten dat de verplaatste personen de kampen ver-laten en werk vinden.

In dit perspectief zijn de financiële middelen waar-over de ngo’s, en met name deze afkomstig van deactie Haïti Lavi 12-12, beschikken, beperkt en nage-noeg uitgeput, ondanks de grote vrijgevigheid vande bevolking. Gelukkig zijn noodhulporganisaties indit proces van lange duur ook niet de énige actoren:bijna 10 miljard euro werd toegezegd door de inter-nationale gemeenschap om deze uitdaging financi-eel te ondersteunen op lange termijn. Ondersteunenbetekent niet zélf implementeren: het is fundamen-teel dat Haïti, overheid, middenveld en burgers, opdat terrein zelf de leiding en uitvoering op zichnemen. De Haïtianen hebben vanaf de eersteminuut na de aardbeving getoond dat zij niet moe-deloos zouden toezien. Wij zullen aan hun zijde blij-ven zolang dat mogelijk is.

18 WOENSDAG 12 JANUARI 2011 DE MORGEN

ERIK TODTS e.a. leggen uit waarom wederopbouw in Haïti zo moeizaam verloopt

Natuurlijk, het had nog beter gekund met de hulp in Haïti

● Erik Todts, voorzittervan het BelgischConsortium voorNoodhulpsituaties/Haïti Lavi 12-12;Pierre Verbeeren, algemeen directeurDokters van de Wereld; Gonzalo Dopchie,algemeen directeurCaritas International;Vincent Slypen, algemeen directeurHandicap Inter -national; Stefaan Declercq, alge-meen secretarisOxfam-Solidariteit;Yves Willemot, algemeen directeurUnicef België

● Een jaar na de vernie-tigende aardbeving,leggen Erik Todts e.a.uit waarom de weder-opbouw in Haïti zomoeizaam verloopt.

De humanitaire actie heeft toegelatenaan meer dan 3,5 miljoen Haïtianenvoedselhulp te bieden

The Wall Street Journal vraagt president Obama om de recente massamoord in Tucson niet te misbruiken om er politieke munt uit te slaan.

Jared Loughners ziekte is niet het product van de politiek

FO

TO G

ET

TY

Dag lieve linkse lakse kerk, nudeze donkere dagen verva-gen in een dodelijke dooi en

zes maanden van lente, is ook mijnballingschap voorbij. Ik heb tweeweken gezwegen en gekeken engesprokkeld. Voor ik losbarst in eentirade van geklaag en gezaagbetaald door deze krant, eerst eenbeetje schoonheid. Als dat mag indeze warrige tijden. Tijden waarinWouter Bekes enige politieke talenterin bestaat dat hij niet YvesLeterme is. Waarin Amerikaansepolitici worden neergeschotendoor zotten die socialisten hatenen die linkse rakkers zijn al eenbedreigde diersoort. En waarin deregering van Tunesië haar werklozeonderdanen oproept om te emigre-ren, volgens een woordvoerder wasde uitspraak volledig uit haar con-text genomen en bedoelde de pre-

mier dat er altijd een keuze is,ofwel emigratie ofwel zelfmoord.

Maar dat is allemaal niet erg,want ik heb ontroering gevoeld. Uweet wel, die andere emotie naastangst en frustratie. Terwijl ikmezelf beschouw als een komiekmet een beperkte kunde, koesterik wel een ontzag voor het vak enzijn mythologische figuren.Figuren als Fatty Arbuckle, ooit depopulairste stille filmkomiek diebeschuldigd werd een vrouw ver-pletterd te hebben tijdens het vrij-en en haar verkracht te hebbenmet een champagnefles. Laterstuurde Coca-Cola het gerucht dewereld in dat het een colaflesjewas, zo konden ze meer flesjes ver-kopen die dan naar zijn huis wer-den gesmeten.

Maar ook figuren als BobMonkhouse, de reden van mijn

recente ont-roering. In dedocumentaire The secret life of BobMonkhouse, uitgezonden doorBBC Four, lag de focus op zijn verza-melobsessie. Deze Britse komiek,een jongeman tijdens WO II, besef-te dat humor een ambacht is enprobeerde elk komisch radio- entelevisieprogramma op te nemen.

Dit resulteerde in een persoonlijkarchief van 50.000 VHS-cassettesen ontelbare grappen bedachtdoor anderen die hij zelf uittikte,ook opnames uit de begindagenvan televisie die de zenders zelf

niet bewaarden, met eerste optre-dens van momenteel grootsekomieken die niemand andersbezat. Niks minder dan een muse-um, maar voor Monkhouse enkelstudiemateriaal.

Net als Woody Allen verdiende hijzijn eerste centen op de middelba-

re schoolbanken met het schrijvenvan materiaal voor beroemdheden.Later werd hij samen met DennisGoodwin een moppenfabriek, meteen ongelooflijke wekelijkse out-put. Goodwin vertrok later naar de

Verenigde Staten, werd een van devele mopleveranciers van BobHope, een onmenselijke stress dieresulteerde in een overdosis. Maarook Monkhouse bleef nietgespaard van tragedie, de ergstesoort tragedie, die van zelfverach-ting. Tijdens het rijzen van zijn sterontdekte hij een ander talent,namelijk het vertolken van de per-fecte gameshow gastheer.Decennialang was hij het gezichtvan light entertainment, hetbracht hem roem en fortuin, maarook de hoon van andere komieken,wat hem onmetelijk triest maakte.In zijn vijftigjarige carrière bedachthij zelf duizenden moppen, verza-meld in twee legendarische schrift-jes (waarvoor hij ooit losgeldmoest betalen). Steeds ging hij

terug naar de comedypodia, omzijn waarde te bewijzen, tot aanzijn dood, geveld door kanker eneindelijk gerespecteerd door hetveld.

Deze column is te kort om de glo-rie en de val van een artiest te vat-ten, godzijdank is er de documen-taire. Maar waarom mijn fascinatievoor dit soort verhalen? Misschiendoor de schoonheid die schuilt inambacht en kunde, in het koppigcultiveren van een eigenheid dieontsnapt aan elk opgelegd kader.Dus lang leve egoïsme en geldings-drang, het blijven de beste katalysa-tors voor sociale, politieke en cultu-rele verandering. Al zeg ik het zelf.Sorry, maar het spijt mij niet.

Joost Vandecasteele

● In deze column nodigt Joost Vandecasteele uit naar ‘een wondere wereld die enorm op de onze lijkt’.

● Vandecasteele is auteur, theatermaker, komiek en met zijn roman Hoe de wereld perfect functioneert zonder mijwinnaar van De Debuutprijs 2010. Zijn column verschijnt tweewekelijks op woensdag.

STAAT VAN VERWARRING

Humor, een ambacht

17 JANUARI 2010Port-au-Prince, Haïti

9 JANUARI 2011Port-au-Prince, Haïti

Ik koester een ontzag voor het vak envoor figuren als Bob Monkhouse, de reden van mijn recente ontroering

DE GEDACHTE 19WOENSDAG 12 JANUARI 2011DE MORGEN

Drie gevangenen vroegen het afgelopen jaar om euthanasie.Wettelijk is dat mogelijk. Moet dat kunnen?NEE 10%JA, MAAR ALLEEN OM FYSIEKE REDENEN 30%JA, OOK BIJ PSYCHISCHE PROBLEMEN 60%

dmPollElke dag peilt De Morgen naar uwmening. Hier vindt u de uitslag.

[email protected]

Neveneffecten en de media

Reclame voor de journalistiek was het niet, dieeerste uitzending van Basta, maandag op Eén.De mannen van Neveneffecten legden op pijn-

lijk gênante wijze bloot hoe nonsens de krant ofwebsites halen. Gewapend met een laptop en veelfantasie toonden ze hoe makkelijk het kan zijn omjournalisten te belazeren. Belgen staan langer in hetstemhokje? Open Vld’ers hebben vaker seks? Leuk,oordeelden verschillende redacties, en dus nammen het zonder dralen over. Geen wonder dat depret niet op kon bij de Neveneffecten, terwijl veeljournalisten gelachen zullen hebben als een boermet kiespijn.

Toen vorig jaar bekendraakte dat Woestijnvis ach-ter de persberichten zat, ontstond er een stormpjevan verontwaardiging dat gretig werd gebruikt inBasta. “Dit ondergraaft de geloofwaardigheid vanalle journalisten”, en andere klachten werden metleedvermaak van commentaar voorzien. “De deurvan de Vlaamse pers staat niet op een kier, het isgewoon opendeurdag”, besloot het viertal triomfan-telijk. Nochtans sneed de kritiek op hun praktijkenvaak hout. Want niet alleen namen de meestemedia hun berichten niet over, dit ging ook overnieuws in de marge dat meestal slechts een kortberichtje waard was. Bovendien bewijzen de meestemedia elke dag opnieuw dat er nog prima gewerktwordt. Deze krant toont het vandaag nog maar eensmet ‘De gevangenen van de Wetstraat.’

Toch toonden de reacties ook hoe lang de tenenvan de journalisten kunnen zijn. Omgaan met kri-tiek, hoe humoristisch die ook is, blijft voor journa-listen vaak moeilijk. Basta legde nochtans wel devinger op een mediawonde. Wie een beetje demedia volgt, moet niet veel moeite doen om non-sensonderzoek te vinden. Of het nu Durex is die uit-vlooide hoeveel mensen vreemdgaan, gps-makerTomTom die een studie opzette over het dichtslib-ben van steden of een datingbureau dat remedieszoekt voor ongelukkige singles, zo’n onderzoekenblijven ook na de Data Driven-historie met de regel-matig van de klok kranten, websites, televisie enradio halen. De nieuwswaarde is bijna nihil en degeloofwaardigheid nog kleiner - het kleinste kindweet je dat je met de juiste vragen de resultaten kansturen. Negeren is de beste optie, maar de drangnaar kopij blijft te groot. En daar zal een program-ma als Basta helaas wellicht weinig aan veranderen.

Er weerklinken vandaag bijjongeren steeds meer gelui-den dat ze het beu zijn omzonder regering te zitten.Onze generatie, deMillennials, dreigt de prijs

te betalen voor heel wat zaken die dehuidige generatie niet aanpakt.Overal ter wereld eisen de Millennialsdat met hun belangen rekeningwordt gehouden. In de VS werd dezegeneratie ook politiek bepalend doorde Obama campagne te dragen.Meestal werken ze via vreedzaamhacktivism, maar soms gaat het erharder aan toe, zoals tijdens de stu-dentenmanifestaties in Londen. Ookin ons land staat deze generatie nu op.De betoging die op 23 januari wordtgeorganiseerd, is een eerste stap. Wemoeten samen voor onze belangenopkomen. Maar we moeten ook heelconcrete eisen op tafel leggen en dieopvolgen. Want zonder duidelijkeeisenpakket zal een betoging nietsuithalen. Dat hebben de voorbijejaren genoeg aangetoond.

Voor de jonge generatie is 2011 hetzoveelste jaar van de waarheid.Velen zijn het beu. Terwijl we voorreusachtige uitdagingen staan, vande schuldenberg tot het voortbe-staan van de sociale welvaartsstaaten de global warming, zien ze dat depolitiek de zaken niet aanpakt.Doemdenken is nochtans geeneigenschap van de Millennials. Maarwe kunnen er niet naast kijken datonze toekomst niet rooskleurig is.We zijn de eerste generatie die nietmeer kan hopen dat we het beterzullen hebben dan onze ouders.Indien we de toekomst van de jonge-ren van vandaag, maar vooral ookvan de toekomstige generaties, nietvolledig willen hypothekeren, danmoeten we ingrijpen.

Hoe komt het dat we telkensopnieuw moeten melden dat hetfout dreigt te lopen zonder gehoord

te worden. Waarom elke keeropnieuw de stilstand aanklagen,zonder concrete resultaten? Het tijdis om te gaan betogen. Niet enkeltegen het uitblijven van een rege-ring, maar vooral tegen het uitblij-ven van concrete oplossingen voorde problemen. Onze generatie zalmaar iets kunnen veranderen als zeheel concrete eisen op tafel legt enheel nauw opvolgt hoe het er mee

staat. We moeten druk op de ketelhouden, maar een regering om eenregering te hebben, levert niets op.De jonge generatie moet zich vereni-gen om een regering te eisen diehaar problemen aanpakt.

Eisenpakket

Een voorzet van twee zaken diezeker bij de prioriteitenlijst horen testaan: 1. een aanpak van het begro-tingstekort en 2. het herstel van deintergenerationele solidariteit enrechtvaardigheid. HetStabiliteitspact gaat niet ver genoegen het begrotingstekort moet snel-ler worden weggewerkt. De redendat het niet vooruit gaat, ligt ook bijonze eigen moederpartij. Alle poli-tieke partijen aarzelen om de nodi-ge ingrepen te doen, ook de onze. Deoverheidsschuld van vandaag moetmorgen echter door de jonge gene-ratie worden terugbetaald. Hoe lan-

ger we daar mee wachten, hoe meeronze welvaartsstaat wordt onder-graven. Wij willen dus dat in 2011minstens 1 procent bbp meer wordtbespaard dan voorzien.

Deze besparingen moeten boven-dien eerlijk gespreid worden over degeneraties heen. Ook dit principelijkt vanzelfsprekend, maar wordtzeker niet altijd in de praktijkgebracht. Als er al besparingsvoor-

stellen circuleren, komt dit vaakneer op een bijkomende last op deschouders van de jonge generaties.Denk maar aan het voorstel om de(fiscale stimuli voor de) tweede enderde pensioenpijler af te schaffen.Wij willen dat alle generatiesinspanningen leveren, ook de niet-actieve en de oudere generaties.Degenen die reeds op pensioen zijn,kunnen dit doen door te aanvaardendat de pensioenen minder snel zou-den stijgen dan voorzien.Babyboomers kunnen dan weer hunduit in het zakje doen, door dieenkele jaren langer te werken endus niet op brugpensioen of ver-vroegd pensioen te gaan.

Dit zijn twee zaken waarover noglang geen duidelijkheid terug tevinden is in de verschillende nota’sdie we hebben zien passeren. Eenregering vormen is noodzakelijk,maar dat is voor onze generatie hetgeval omdat ze net deze zaken

moet aanpakken. Er zijn natuurlijk nog heel wat

andere zaken. Waarover we mis-schien met anderen van mening zul-len verschillen. Maar we moetenopenstaan voor een debat en onzeheilige huisjes ter sprake brengen,in het belang van onze generatie enonze toekomst. Politiek actieve jon-geren moeten daarbij tegen de oudegeneratie durven opstaan, ook dievan de eigen partij.

Samen sterk

Het lijstje van prioriteiten hierbo-ven is nog lang niet helemaal uitge-werkt. Dit is een oproep aan alle jon-geren, zowel politiek als niet-poli-tiek actief, die het ook beu zijn datonze toekomst niet veilig gesteldwordt. We moeten ons nu focussenop het verenigen van onze genera-tie. Enkel wanneer we samen opko-men voor onze belangen, zullen westerk genoeg staan. En dit mag nietvrijblijvend zijn. We moeten heelconcreet gaan. Onze impact zal deste groter zijn als we samen pleitenvoor duidelijke doelstellingen.

Ik wil hier de voorzet in gevendoor het initiatief te nemen om depolitieke jongerenpartijen rond detafel te brengen. Voor de betogingvan 23 januari zouden we toch meteen gemeenschappelijk eisenpakketnaar buiten kunnen komen. Deoudere generaties zijn gewaar-schuwd, de Millennials zijn ook inons land klaar om op te staan.

PIETER MARECHAL predikt de opstand tegen oude generatie

● Pieter Marechal is voorzitter van JONG CD&V.

● De politieke stilstandfnuikt de kansen vande toekomstige gene-raties. ‘Het is tijd omte betogen’, schrijftCD&V-jongerenvoor-zitter Pieter Marechal.

Millennials verenigt u!

Alle partijen aarzelen om de nodigeingrepen te doen, ook de onze. De overheids schuld van vandaagmoet morgen echter door de jongegeneratie worden terugbetaald

Het is niet uitgesloten dat er bijhet publiek een zekere gewen-ning optreedt ten aanzien van de

steeds weerkerende berichten uit dekerkelijke pedofilie-augiasstal. Met deregelmaat van een klok bereikt onsdaar onverkwikkelijk nieuws over. Hetmoet dan ook al over zwoele Kortrijksenonnen gaan of over een linkse kanun-nik Houtart wil er nog een rimpeling inde media ontstaan. En zeker wanneerhet de overbekende groene jezuïet LucVersteylen betreft, de man van de mys-terieuze brouwerij van Viersel en vanAgalev. Versteylen en pedofilie, hetsloeg in als een bom in het nieuwsluweweekend. Indien de man onaanvaard-bare daden heeft gesteld, dan moet eengrondig onderzoek dat uitwijzen en denodige sanctie volgen. De beste pedago-gische bedoelingen kunnen nooit eendekmantel vormen voor het machts-misbruik dat iedere seksuele daad metminderjarigen in se is. Zijn het onte-rechte beschuldigingen, dan dient depater van elk blaam gezuiverd.

Er is echter meer aan de hand. Hetgeval Versteylen wordt een soort koe-voet om een open en vrijmoedigeopvoeding, speciaal dan de seksueleopvoeding, zwaar in vraag te stellen.Versteylen is een van de bekendstepriesters en opvoeders die zich in denawerking van de zogenaamde ‘seksue-le revolutie’ van een halve eeuw gele-den, een plaats veroverden in een bewe-ging voor een minder benauwende kijkop seks en relaties. Deze seksueel ‘ver-lichten’ waren nog eerder braaf in ver-gelijking met bijvoorbeeld de Arkprijs

van het Vrije Woord die in 1966 werdtoegekend aan God in Vlaanderen, eenonversneden pedofiele roman vanAstère-Michel D’Hondt over Tim, eentienjarige jongen. Dit boek blijft overi-gens interessant als kennismaking metde pedofiele medemens, hoe stuitendhet soms ook kan overkomen.

Deze beweging is nu uitgemond ineen bijna algemeen aanvaarde seksueleopvoeding op school, in de jeugdbewe-ging en thuis. Maar sommigen willennu profiteren van de zeer terechte ver-ontwaardiging over de pedofilieschan-dalen om de klok terug te draaien enpaal en perk te stellen aan een open kijkop de seksuele intimiteit.

Paus Benedictus zei een paar dagengeleden in zijn toespraak voor hetdiplomatieke corps in Vaticaanstad dat“seksuele opvoeding en algemeen vor-mende vakken in sommige Europeselanden de vrijheid van religie bedrei-gen”. Volgens de paus gaat het voorna-melijk om die landen waar grootbelang wordt gehecht aan ‘verdraag-zaamheid en tolerantie’. Duidelijker

kan wel niet. Als het regent in Rome,dan druppelt het voortaan in Mechelenen Brussel, want aartsbisschop André-Joseph Léonard schrijft in zijn bisdom-blad Pastoralia van december jl. over devredeskus in de eucharistieviering: “Hetgaat hier niet om een ongebreideldezoensessie” en “het is nog minder ver-eist dat het aantal vredeskussen rechte-venredig is met het aantal assistenten”.Verder vreest hij het storende karaktervan het geroezemoes dat de vredekusuitlokt. Léonard besluit de paragraafover vredeskussen met het woordje“geduld!”. Voorspelt zulks nog meer?

Ook vrijzinnigen

Liggen deze reacties langs hiërar-chisch kerkelijke kant enigszins in delijn van de verwachtingen, dan is hetopvallend dat ook vrijzinnigen die ooitmet de kreet ‘liever Turks dan paaps’zwaaiden, zich in dezelfde zin uitlatenen zich opstellen als volbloed moraal-ridders. Even ongerijmd is het bondge-nootschap tussen behoudende rooms-katholieken en fundamentalistischemoslims met gezamenlijke stellingna-men over morele kwesties tijdens inter-nationale bijeenkomsten.

Het dossier Versteylen dient door jus-titie nauwkeurig onderzocht en denodige besluiten dienen eruit getrok-ken, maar we moeten helder blijvendenken en ons niet laten meeslepen ineen reactionaire beweging. De tijd datMieke maar moest luisteren naarJanneke, die haar wel zou uitleggen hoehet allemaal moest, maar tegen

Janneke zei men ook niets… Die tijd isvoorgoed voorbij. Zo durf ik hopen, alben ik daar niet zo gerust in. De publie-ke opinie lijkt rijp voor zo’n reactionai-re beweging. Vooral in ons werelddeelzijn mensen op zichzelf geplooid, bangen ze voelen zich zonder echte houvast.Er zijn meer aardverschuivingen ont-staan met deze gevoelens als basis. Ookal worden citaten van kerkelijke en vrij-zinnige woordvoerders (denk aan deparlementaire commissie in kwestie)nauwelijks gehoord door ‘de mensen’,ze vertolken dezelfde opinies tussenpot en pint, op de trein en op café. Elkenaturist wordt dan weer een vuilik, eenkind knuffelen ruikt naar pedofilie encollega’s die elkaar met een zoenbegroeten riskeren als vuile jeannettenbekeken te worden. Enfin, een beetjehet klimaat van na de Dutroux-affaire.Oogjes open houden!

STAF NIMMEGEERS verdedigt een open kijk op intimiteit

● Staf Nimmegeers ispriester-publicist enoud-senator namenssp.a. Hij is ondermeer de auteur vanPriester in de poli-tiek.

● Het dossierVersteylen dient doorjustitie nauwkeurigonderzocht, zeker,maar Nimmegeerslaat zich ondertussenniet meeslepen ineen nieuwe reactio-naire beweging.

Moraal met mijter en passer

Sommigen willennu profiteren van dezeer terechteverontwaardigingover de pedofilie -schandalen om deklok terug te draaien

BIJGEDACHTE● Jan Debackere is

redacteur media.

Peter De RooverOp een cynisch toontje probeert Peter De

Roover van de Vlaamse Volksbeweging ons dui-delijk te maken waarom het voorstel van JohanVande Lanotte om de regionale en federale ver-kiezingen te laten samenvallen, neerkomt op‘een verrottingstrategie’ (DM 11/1). Maar er is eenargument waarover hij zwijgt.

Gescheiden verkiezingen zorgen er in de prak-tijk voor dat kopstukken aan beide verkiezingendeelnemen zonder hun zetel op te nemen. Zijzijn dus nepkandidaten en maken van de verkie-zingen een farce. Op die manier komen opvol-gers in de parlementen die zich partijgetrouwopstellen. In het algemeen zorgen die voor eenverschraling van het parlementaire debat wateveneens een aanslag is op de democratie. Tengronde gaat De Roover ervan uit dat een land deste democratischer is naarmate er meer verkiezin-gen worden gehouden. Dan kan men meteenovergaan tot het invoeren van bindende referen-da en over elke ingrijpende maatregel latenstemmen. Dit is uitgeprobeerd in Californië enheeft het bestuur er totaal onwerkbaar gemaakt.Het is immers zo dat elke regering wel eensmaatregelen moet doorvoeren die niet populairzijn. Indien daar onmiddellijk verkiezingen opzouden volgen dan wordt het beleid afgescho-ten. Zo hebben meer verkiezingen het omgekeer-de gevolg van een verbeterde democratie: dit sys-teem is een broedbodem voor populisme.

Staf De Wilde, De Haan