Vectoren voor hogere organismen : dierlijke cellen en planten Vectoren : dierlijke cellen
Enzymen I E iwitten maken voor meer dan 50% uit van het gewicht aan drooggewicht van de meeste...
-
Upload
krista-koster -
Category
Documents
-
view
219 -
download
0
Transcript of Enzymen I E iwitten maken voor meer dan 50% uit van het gewicht aan drooggewicht van de meeste...
Enzymen I
• Eiwitten maken voor meer dan 50% uit van het gewicht aan drooggewicht van
de meeste cellen. Meest belangrijke eiwitten zijn enzymen
• Enzymen reguleren metabolisme door zich te gedragen als katalysatoren
• Enzymen katalyseren een reactie door de activeringsenergie te verlagen
reacties kunnen daardoor verlopen bij de normale temperatuur van de cel
• Enzymen zijn specifiek: ze katalyseren één type reactie ‘sleutel-slot’principe
.
Katalysator = chemische stof die een reactie versnelt zonder verbruikt te
worden enzym is biologische katalysator
Activeringsenergie = EA = de energie die nodig is om een reactie te
starten hoeveelheid energie die nodig is om de reactanten over
een energiebarrière, of ‘heuvel’, heen te duwen, zodat het
‘heuvelaf’ deel van de reactie kan beginnen
EA vaak in de vorm van warmte. Warmte is echter niet geschikt voor een
biologisch systeem:
1. denatureert eiwitten en doodt de cel
2. zou alle reacties versnellen!
Verlagen van activeringsenergie door een enzym
Enzym met actieve plaats
Enzym met actieve plaats bezet door een substraat
Enzym – Substraat Complex
enzymen reageren met een substraat (= de stof waarmee het enzym specifiek
reageert): Enzym + substraat
Enzym – substraatcomplex
Enzym + product
Hydrolyse van sucrose
Enzymen II• Werking van enzymen wordt beïnvloed door de temperatuur en pH
optimale condities (mens t=35-40 ºC; pH=6-8) meest actieve conformatie van
het enzym. Ook sommige chemicaliën beïnvloeden de werking
• Veel enzymen hebben een ‘niet-eiwit-helper’ nodig: cofactoren (anorganisch:
zink, ijzer, koper) of co-enzymen (organisch: meeste vitamines)
• Reguleren van enzymen vaak door moleculen die binden aan het enzym, niet-
competitief en reversibel, waardoor de vorm van het enzym verandert
stimulatie of remming van de enzymactiviteit
Enzymen III
• Remming vaak door Negatieve Feedback = vorming van het eindproduct van
een metabole route wordt geblokkeerd door remmende binding van het
eindproduct, met een enzym dat eerder betrokken was in de route
een bepaalde stof remt zijn eigen vorming door binding aan een enzym. Dit
voorkomt dat er te veel van die bepaalde stof gevormd wordt
• Irreversibele remming door giftige stoffen en/of medicijnen schadelijk voor
de cel.
Inhibitie of remming van een enzym
Competitief en niet-competitief
Competitieve inhibitie
Inhibitor adsorbeer op de actieve plaats van het enzym waar het substraat had moeten reageren. Een goede competitieve inhibitor heeft een hogere affiniteit voor het actief centrum substraat wordt volledig verdrongen. Een minder goede inhibitor heeft meestal een lagere affiniteit voor het actief centrum en kan relatief gemakkelijk van het actief centrum weggehouden worden door een overmaat aan substraat.
Niet competitieve inhibitie
een inhibitor reageert met of bindt op een andere plaats dan het actief centrum van het enzym. Hierdoor vervormt de actieve plaats van het enzym zodanig dat het substraat niet goed meer kan binden