Energie Efficiency Plan 2013-2016

57
EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 MJA3 Hogeschool Leiden september 2012

Transcript of Energie Efficiency Plan 2013-2016

Page 1: Energie Efficiency Plan 2013-2016

EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 MJA3

Hogeschool Leiden

september 2012

Page 2: Energie Efficiency Plan 2013-2016
Page 3: Energie Efficiency Plan 2013-2016

© DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.

EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 MJA3

dossier : BA8964 registratienummer : BL-EH20122318 versie : 2

Hogeschool Leiden september 2012

Page 4: Energie Efficiency Plan 2013-2016
Page 5: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 20 september 2012, versie 2 BL-EH20122318 - i-

Page 6: Energie Efficiency Plan 2013-2016
Page 7: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 20 september 2012, versie 2 BL-EH20122318 - 1-

1 TITELBLAD

Instelling: Hogeschool Leiden Zernikedreef 11 2333 CK Leiden Postbus 382 2300 AJ Leiden

Sector: Hogescholen – MJA3 Looptijd: 2013-2016 Voor akkoord (tekenbevoegd persoon van Hogeschool Leiden): Handtekening: !!!!!!!!!!.. Naam: Mw. F. Brouwer Functie: Manager Facilitair Bedrijf Datum: 8 oktober 2012 Plaats: Leiden Contactpersoon: Dhr. E. van Oudheusden 071-5188873 [email protected] CO2 emissiehandel: geen deelname Bevoegd gezag: Milieudienst West-Holland Contactpersoon: Dhr. F.J. Dam 071-4083692 [email protected] Ondersteunend adviseur: Royal HaskoningDHV

Mevr. L.A.H. Joosten 088-34 84 408 [email protected] Vertrouwelijke behandeling: ja

Page 8: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

20 september 2012, versie 2 Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 - 2 - BL-EH20122318

2 MANAGEMENTSAMENVATTING

De Hogeschool Leiden heeft met de HBO raad als koepelorganisatie en het Ministerie van Economische Zaken in 1999 een Meerjarenafspraak (MJA) ondertekend om in de periode 1995-2005 30% energie te besparen, met als referentiejaar 1994. Binnen MJA3 gaat Hogeschool Leiden 2011 als referentiejaar gebruiken. Doelstelling is minimaal 8% reductie over de periode 2013-2016. Dit EEP is een geactualiseerd Energie Efficiency Plan in het kader van MJA3 van Hogeschool Leiden. Het volgt het Energie Efficiency Plan 2009-2012 op dat opgesteld was in het kader van MJA2. Het bevoegd gezag in deze wordt gevormd door de Milieudienst West-Holland, in de persoon van de heer Dam. Door de voorgenomen uitvoering van Energie Efficiency Plan voldoet Hogeschool Leiden aan de verplichting om te streven naar een verbetering van energie efficiëntie.

2.1 Mate van actualisatie

Dit EEP is een update van het EEP 2009-2012. De energiebalans van Hogeschool Leiden is opgesteld aan de hand van de energiebalans van MJA 2, aangevuld met energiegegevens van de nieuwbouw vleugel. Bovendien komt in deze MJA 3 het energieverbruik voor de keten aanvullend op MJA 2 erbij.

2.2 Vooruitblik energiezorg voor de jaren 2013-2016

Hogeschool Leiden hecht belang aan een duurzame vorm van ondernemen en aan het voldoen aan wettelijke verplichtingen, zoals onder meer opgenomen in de Wet Milieubeheer. Het elektronisch milieu jaarverslag (e-MJV) is voor 2011 opgesteld en er is sprake van een structureel energiezorg systeem. Bij Hogeschool Leiden wordt energiezorg ingezet om het onderwerp energie intern ‘op de agenda te zetten’. Hogeschool Leiden laat regelmatig audits uitvoeren voor het borgen van duurzaamheid in het onderwijs.

2.3 Energiebesparende maatregelen

In onderstaande tabel worden de maatregelen weergegeven voor de periode 2013-2016. Hogeschool Leiden heeft afgelopen jaren al diverse maatregelen doorgevoerd voor het beperken van de energieconsumptie. Op vrijwel alle aspecten van zowel de elektrische installatie als de klimaatinstallaties is nagedacht over energiezuinigheid en zijn diverse verbeteringen doorgevoerd. Bovendien betreft een groot deel van het gebouw nieuwbouw. Mogelijke maatregelen in het proces zijn daarom beperkt gebleken. De nadruk van de maatregelen ligt daarom in de keten.

Page 9: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 20 september 2012, versie 2 BL-EH20122318 - 3-

Energiebesparende maatregelen binnen EEP Hogeschool Leiden voor de periode 2013-2016 Proces (zeker) Jaar Investering Efficiëntie

verbetering (%)

Energie-besparing (GJ)

Reductie CO2 (kg/jr)

TVT (jr)

Optimaliseren WKO 2014 " 10000 1,16% 354 22.244 2 Totaal ! 10.000 1,16% 354 22.244 2 Keten Jaar Investering Efficiëntie

verbetering (%)

Energie-besparing (GJ)

Status

Dunner papier toepassen 2013 " 0 0,71% 217 Zeker Verminderen transport van medewerkers en studenten

2015 " 8660 3,09% 947 Zeker

Dubbelzijdig printen/ kopieren 2013 " 0 1,20% 368 Zeker Goodhousekeeping catering 2014 " 0 1,40% 429 Zeker Compensatie vliegreizen 2013 " 1200 0,33% 100 Zeker Autobanden op spanning 2014 " 1864 0,13% 39 Zeker Vuilpers 2013 " 4500 0,01% 2 Zeker Papierpers 2013 " 4500 0,00% 0 Zeker Totaal ! 20.724 6,86% 2.101 Duurzame energie Jaar Investering Efficiëntie

verbetering (%)

Energie-besparing (GJ)

Status

- - Totaal

2.4 Onderbouwing ambitieniveau

Met deze maatregelen zal de Hogeschool Leiden invulling geven aan de doelstelling om energie te gaan besparen. Met de maatregelen wordt voldaan het realiseren van gemiddeld 2% energie efficiency verbetering per jaar. Met de voorgenomen maatregelen zal Hogeschool Leiden in de periode 2013 tot 2016 8% energie efficiëntie verbetering realiseren. Meer besparing lijkt binnen deze periode niet haalbaar voor Hogeschool Leiden doordat de gebouwen en installaties bij Hogeschool Leiden van goede energetische kwaliteit zijn. Bovendien is als warmte- en koudeopwekking reeds een warmtepompsysteem met warmte- en koude opslag (WKO) toegepast. Daarnaast maakt Hogeschool Leiden reeds voor 33% gebruik van groene stroom. De meeste besparing wordt dan ook behaald door het optimaliseren van de WKO en toepassing van maatregelen in de keten ten aanzien van mobiliteit, papiergebruik etc..

Page 10: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

20 september 2012, versie 2 Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 - 4 - BL-EH20122318

3 INHOUDSOPGAVE

1 TITELBLAD 1

2 MANAGEMENTSAMENVATTING 2 2.1 Mate van actualisatie 2 2.2 Vooruitblik energiezorg voor de jaren 2013-2016 2 2.3 Energiebesparende maatregelen 2 2.4 Onderbouwing ambitieniveau 3

3 INHOUDSOPGAVE 4

4 CONTEXT EEP 5

5 ENERGIEZORG 5

6 GEBOUW, INSTALLATIE EN APPARATEN (PROCES) 6 6.1 Situatie 6 6.2 Energiebalans 9

7 ANALYSE VAN DE KETEN 14 7.1 Beschrijving van de keten 14 7.2 Energieverbruik in de keten 14

8 VISIE OP DUURZAME ENERGIE 15 8.1 Huidige toepassing duurzame energie 15 8.2 Ambities duurzame energie 15

9 VOORSTUDIE EN ROUTEKAART 16

10 INVENTARISATIE BESPARINGSMOGELIJKHEDEN 18 10.1 Afwegingskader 18 10.2 Geactualiseerde maatregelenlijst 18 10.3 Inventarisatiewijze 18 10.4 Rendementsberekening 19 10.5 Uitgangspunten berekeningen 19

11 GEPLANDE MAATREGELEN 19 11.1 Totaal overzicht maatregelen 19 11.2 Zekere maatregelen 20 11.3 Voorwaardelijke maatregelen 21 11.4 Onzekere maatregelen 21

12 OVERIGE ACTIVITEITEN 22 12.1 Overzicht convenantactiviteiten 22 12.2 Overige maatregelen 22

13 COLOFON 23 BIJLAGE 1 MAATREGELENLIJST BIJLAGE 2 MAATREGELEN UITGEWERKT

Page 11: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 20 september 2012, versie 2 BL-EH20122318 - 5-

4 CONTEXT EEP

De Hogeschool Leiden heeft met de HBO raad als koepelorganisatie en het Ministerie van Economische Zaken in 1999 een Meerjarenafspraak (MJA(1)) ondertekend om in de periode 1995-2005 30% energie te besparen. Vervolgens werd in 2009 het EEP opgesteld voor de periode 2008 tot 2012 in het kader van MJA2. De EEP van MJA2 is in 2012 verlopen. Daarom moet de EEP geactualiseerd worden voor de nieuwe periode. De nieuwe EEP loopt van 2013 tot en met 2016. Het energie-efficiency plan biedt Hogeschool Leiden inzicht in de energetische situatie en in de besparingsopties. Het EEP kan worden ingezet als instrument voor het plannen van verbeteropties en geeft inzicht in het benodigde budget. Ook geeft het richting aan de positionering van het bedrijf op het gebied van het duurzaamheids- en strategische beleid. Het EEP is ook belangrijk voor de invulling van het energieaspect in het kader van het Activiteitenbesluit of de milieuvergunning. Deze worden beoordeeld en getoetst door het bevoegd gezag (gemeenten en provincies). In dit EEP worden mogelijke verbetering van de energie-efficiency voor het proces, de keten en duurzame energie gegeven. Deze verbetering wordt gebaseerd op een voldoende inzicht in de energiebalans en bedraagt als convenantdoel gemiddeld 2% energie-efficiencyverbetering per jaar. Binnen MJA3 gaat Hogeschool Leiden 2011 als referentiejaar gebruiken. Het referentie energieverbruik betreft het procesgebonden energiegebruik (de meterstanden van de energiemeters van het gebouw).

5 ENERGIEZORG

Bij Hogeschool Leiden is inmiddels sprake van een structureel energiezorgsysteem. Hogeschool Leiden heeft energiezorg op orde en voldoet aan de MJA norm voor energiezorg. Er is onder andere een beleidsverklaring getekend door College van Bestuur (CvB). Hogeschool Leiden heeft energiezorg ingezet om het onderwerp energie intern ‘op de agenda te zetten’. Hogeschool Leiden heeft een AISHE audit laten uitvoeren voor het borgen van duurzaamheid in het onderwijs. AISHE (Auditing Instrument for Sustainability in Higher Education) is een intern audit instrument waarmee een opleiding kan meten waar het staat op het gebied van duurzame ontwikkeling. Energiemonitoring wordt door Hogeschool Leiden uitgevoerd. In 2011 is het meten van het energieverbruik mogelijk geworden door het plaatsen van een tiental (tussen)meters die het energieverbruik continue meten (dataloggers). Afwijkingen in het verbruik kunnen direct worden opgespoord waardoor ook direct maatregelen kunnen worden genomen. De verbruiken van gas, warmte, water en elektriciteit worden maandelijks opgenomen en jaarlijks wordt de energiemonitoring aan Agentschap NL gecommuniceerd. Daarnaast wordt intern jaarlijks een monitoringrapportage opgesteld die wordt besproken met de Manager Facilitair Bedrijf, die dit doorkoppelt aan het college van bestuur.

Energiemonitoring met tussenmeters

Page 12: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

20 september 2012, versie 2 Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 - 6 - BL-EH20122318

Daarnaast wordt een milieu- en energiezorgsysteem gebruikt, ontwikkeld door de energie- en milieucoördinator; dhr. E. van Oudheusden. Naast energiezorg doet Hogeschool Leiden ook aan milieuzorg. Hiervoor hanteert men een milieu managementsysteem (milieu zorgsysteem). Dit is een onderdeel van het gangbare managementsysteem en richt zich speciaal op het beheersen en verbeteren van prestaties op milieugebied. Momenteel wordt ten behoeve van het milieu managementsysteem een aantal stappen doorlopen. Het streven is om eind 2012 een ISO 14001 certificering te behalen.

6 GEBOUW, INSTALLATIE EN APPARATEN (PROCES)

6.1 Situatie

De Hogeschool Leiden verzorgt hoger beroepsonderwijs in de volgende lectoraten: Educatie, Jeugdzorg en Jeugdbeleid, Moleculaire diagnostiek, Toekomstonderzoek in ICT, Innovatiemanagement en ondernemerschap, Mensen met chronische ziekten en Antroposofische gezondheidszorg. Er wordt zowel voltijd als deeltijd onderwijs aangeboden. Naast de locatie in Leiden is er ook een onderwijslocatie in Rotterdam in gebruik, dit pand is echter niet in eigendom en staat gepland om geherhuisvest te worden. Daarnaast heeft de hogeschool samenwerkingsverbanden met de Haagse Hogeschool en het ROC Leiden. Voor dit EEP is alleen locatie Leiden beschouwd. De Hogeschool Leiden is in de afgelopen jaren sterk gegroeid; het studentenaantal is gestegen van 6500 naar 8000 studenten. Het aantal FTE (medewerkers) bedraagt 570. Huisvesting De omvang van de huisvesting voor Hogeschool Leiden is sinds 2010 in zijn huidige vorm. De totale huisvesting van de hoofdvestiging bedraagt in totaal 38.400 m2. Een plattegrond van de begane grond is hieronder opgenomen.

Page 13: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 20 september 2012, versie 2 BL-EH20122318 - 7-

De hoofdvestiging in Leiden telt 6 vleugels, met verschillende jaren van oplevering. Bruto Vloer Oppervlakte Jaar van oplevering Bouwdeel A t/m D 14.900 m2 19991 Bouwdeel F 7.000 m2 2004 Bouwdeel G 18.000 m2 20102 De hele hoofdvestiging is dus van een recent bouwjaar. Bouwdeel G, dat zeer recent in gebruik is genomen, omvat bijna de helft van het totaal aantal vierkante meters. Bouwdeel G heeft een energieprestatie van 16% zuiniger dan de op dat moment van toepassing zijnde eisen uit het Bouwbesluit (2006). Hieronder wordt een korte omschrijving van alle gebouwkenmerken gegeven. Bouwkundig Het gehele gebouw is voorzien van goede isolatie, bouwdeel G heeft isolatiewaarden van Rc=2,5 voor de vloer, Rc=2,5 voor gevels en Rc=4,0 voor het dak. Het dak van bouwdeel F is uitgevoerd als een groen dak (sedumdak). Het gebouw is op de zonbelaste gevels grotendeels voorzien van buitenzonwering. Bouwdeel G is voorzien van aluminium lamellen voor de ramen van de zonbelaste gevels, de overige bouwdelen zijn voorzien van screens. De onderhoudsconditie van de daken en gevels zijn goed (blijkt ook uit de onderhoudsrapportage uit 2010 van Evenhuis Inspectie en adviesbureau). Verwarming Bouwdeel A t/m D en bouwdeel F worden verwarmd middels stadswarmte. In Bouwdeel G verzorgt een WKO de verwarming, aangevuld met stadswarmte voor piekmomenten. De verwarmings- en koelsysteem op basis van de WKO installatie is voorzien van automatische pompregelingen met toerenregelingen, zowel voor het warme als koude watercircuit. Warmte wordt afgegeven via de luchtbehandeling en radiatoren. In Bouwdeel G wordt gebruik gemaakt van vloerverwarming. Warm tapwater Het gebouw kent weinig vraag naar warm tapwater. Op diverse plekken zijn elektrische boilers aanwezig, met een afnamepunt binnen 3m. De elektrische boilers zijn voorzien van schakelklokken om nachtverbruik van energie te vermijden. Koeling Vleugel A t/m F worden niet gekoeld, behoudens nachtventilatie en een aantal split-units t.b.v. koeling van computerruimtes. De diverse patchruimten en MER/SER ruimten zijn voorzien van lokale koeling in de vorm van split units. Op dit moment is Hogeschool Leiden bezig het gebruik hiervan te optimaliseren om de energie ten behoeve van koeling zo klein mogelijk te houden, onder andere door de ruimtetemperatuur te verhogen voor een beter rendement van de koelunits. Waarschijnlijk kan er gebruik worden gemaakt van de bestaande ruimtekoelers. Echter zullen in sommige gevallen de kasten en de opstellingen hiervan moeten worden aangepast om een optimale luchtstroming te creëren over de elektronica. Hotspots in de apparatuur dienen voorkomen te worden. Bouwdeel G wordt gekoeld vanuit de WKO. De ingebruikname van de WKO kende wat aanloopproblemen die hieronder nader omschreven worden. Mogelijk dat er op termijn meer koeling vanuit de WKO wordt ingezet, ook voor andere bouwdelen.

1 Bouwdeel D is in 1990 gebouwd, maar ingrijpend gerenoveerd en in 1999 met bouwdeel A t/m C opgeleverd 2 Voor de realisatie van bouwdeel G is een aansluiting gemaakt op de bestaande bouw, deze vierkante meters zijn hier meegeteld

Page 14: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

20 september 2012, versie 2 Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 - 8 - BL-EH20122318

Ventilatie Het gehele gebouw is uitgevoerd met gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning. In het oudste deel wordt warmte teruggewonnen met een twin-coil systeem. Bij deze luchtbehandelingskasten met twin-coil warmteterugwinning is een grote rendementstoename mogelijk wanneer deze worden vervangen voor een luchtbehandelingskast met een hygroscopisch warmtewiel. De luchtbehandelingskasten zijn echter voorlopig nog niet toe zijn aan vervanging, waardoor dit verder in dit plan niet bij mogelijke maatregelen zal terugkomen. In de nieuwste bouwdelen zijn de luchtbehandelingskasten voorzien van warmteterugwinning met een warmtewiel. In de afgelopen planperiode zijn de kloktijden van de ventilatie aangepast, wat tot een afname van het energiegebruik heeft geleid. Verlichting Het gebouw is vrijwel volledig uitgerust met hoogfrequente verlichting, op een paar armaturen in de verkeerszone van bouwdeel D na. Aanwezigheidsdetectie is in een groot deel van het gebouw aanwezig en op een aantal plaatsen is ook reeds daglichtregeling toegepast. Apparatuur Ten aanzien van ICT maakt Hogeschool Leiden maakt gebruik van MAC pc’s van Apple. PC’s worden met behulp van schakelklokken, centraal uitgeschakeld om 23.00u. In de keuken bij het restaurant is diverse catering apparatuur aanwezig in de vorm van vaatwassers, koel- en vriesapparatuur. De vaatwasmachine kan mogelijk voorzien worden van een warmteterugwinning. Verder zal in deze EEP aandacht besteed worden aan goodhousekeeping binnen de catering. Een volledig overzicht van alle apparatuur met vermogens, gebruikstijden en bijbehorende energieverbruiken is nog niet voorhanden binnen dit plan. Hogeschool Leiden is voornemens een overzicht te gaan verkrijgen van de belangrijkste energieverbruikers van apparatuur. WKO De WKO installatie in bouwdeel G is de laatste toevoeging aan de school. Begin 2012 zijn er nog problemen met de balans van het systeem, waardoor er te weinig warmte wordt geladen tijdens zomerbedrijf. Hierdoor wordt veel warmte gebruikt van de stadsverwarming. Op dit moment wordt hiervoor een oplossing in bedrijf gesteld met een droge koeler, waarmee tijdens warme dagen meer warmte uit de buitenlucht wordt gewonnen en in de bodem opgeslagen om in de winter te worden gebruikt. Dit is een effectieve manier om een bron te laden, echter de koude uit de bron die hiermee direct aan de buitenlucht wordt afgegeven kan worden gezien als verloren energie, wat het uiteindelijke rendement van de WKO lager maakt. Door tijdens warme dagen meer te koelen kan de warme bron meer geladen worden en de WKO installatie beter in balans komen en efficiënter gaan werken. In de huidige situatie is deze hoeveelheid nog te laag en wordt de dry cooler ingezet. Dit kan op twee manieren vergroot worden: 1. optimaliseren draaiuren, 2. vergroten koelvermogen. Optimaliseren draaiuren Vaak wordt de koelinstallatie pas in bedrijf gesteld vanaf een bepaalde buitentemperatuur. Vaak omdat rond deze temperatuur warmteklachten beginnen te ontstaan. Door eerder te beginnen met koelen kan het aantal draaiuren vergroot worden. Hierbij dient uiteraard wel te worden vermeden dat er koudeklachten ontstaan. Wanneer het systeem zowel kan koelen als verwarmen kan het omslagpunt tussen koelen en verwarmen worden bepaald voor alle onafhankelijk geregelde ruimten, waardoor het mogelijk is nog langer warmte te laden.

Page 15: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 20 september 2012, versie 2 BL-EH20122318 - 9-

Vergroten koelvermogen Wanneer het aantal draaiuren voor de koeling niet verder vergroot kan worden is een andere optie meer koeling te leveren op plaatsen waar dit mogelijk is. Door koeling aan te brengen wordt het comfort van de ruimte in warme dagen vergroot. In de huidige situatie zijn er slechts enkele bouwdelen waar koeling geleverd wordt. Gezien er gebruik wordt gemaakt van centrale luchtbehandeling is het vrij eenvoudig een extra koeler in te bouwen in de inblaassectie van de luchtbehandelingskast of in het centrale toevoerkanaal. In de werking van het WKO systeem is via het GBS (Priva) inzicht verkregen. Uit de meest recente overzichten van het hydraulische systeem van de WKO is zichtbaar dat de bronnen sinds afgelopen maanden (tijdens schrijven van dit EEP) inmiddels beter geladen zijn. Het temperatuurverschil tussen de warme en koudebron in juni 2012 betreft 7,3 ºC. De mogelijkheden voor energiebesparing zijn gebaseerd op een verdere verbetering van de balansen en beperking van inzet van de dry cooler.

6.2 Energiebalans

Hogeschool Leiden neemt elektriciteit en warmte af. Elektriciteit wordt binnen de hogeschool gebruikt voor alle installaties (o.a. WKO), apparatuur en verlichting. Tevens wordt elektriciteit gebruikt voor de warmwater voorziening d.m.v. elektrische boilers. Voor dit energiebesparingsplan is 2011 aangehouden als referentiejaar. In het vorige EEP werd 2007 aangehouden als referentiejaar. Sinds 2008, bij de afbraak van het BAZ-gebouw ten behoeve van de nieuwe G-vleugel, wordt geen aardgas meer gebruikt voor verwarming. Sinds 2011 is de hogeschool overgestapt op groene stroom voor een volume van 1.820.000 kWh. De leverancier van elektriciteit heeft een groencertificaat (Garantie van Oorsprong) afgegeven waarop vermeldt staat dat de elektriciteit voor vernoemd volume voor 100% is opgewekt uit waterkracht. In 2007 kende de Hogeschool Leiden het volgende verbruik:

Energiesoort Gebruik Primaire energie Elektriciteit 1.783.105 kWh 16.459 GJprim 72% Gas 16.892 Nm3 535 GJprim 2% Warmte 5.204 GJ 5.782 GJprim 25% Totaal 22.776 GJprim 100%

In 2011 is het volgende energiegebruik geregistreerd:

Energiesoort Gebruik Primaire energie Elektriciteit 2.761.185 kWh 25.488 GJprim 82% Gas 0 Nm3 GJprim Warmte 5.191 GJ 5.768 GJprim 18% Totaal 31.256 GJprim 100%

In onderstaande tabel is de ontwikkeling van het energiegebruik voor warmte en elektriciteit weergegeven. Daarbij is zichtbaar dat het totale energieverbruik is toegenomen door de uitbreiding van het gebouw met 18.000 m2.

Page 16: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

20 september 2012, versie 2 Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 - 10 - BL-EH20122318

0

2.000

4.000

6.000

8.000

10.000

12.000

14.000

16.000

18.000

20.000

22.000

24.000

26.000

Elektriciteit Warmte

GJ 2007

2011

Het is daarom ook belangrijk om naar de energie-efficiency te kijken. De energie efficiëntie wordt in grote mate bepaald door de volgende invloedsfactoren:

# Openingstijden; # Buitentemperatuur; # Bezetting.

Afgelopen jaren zijn de openingstijden van Hogeschool Leiden meerdere malen verruimd; per 2008 is de instelling 4 avonden in de week geopend. De huidige gebruikstijden (2012) zien er als volgt uit: Maandag 7:30 – 22:30 Dinsdag 7:30 – 22:30 Woensdag 7:30 – 22:30 Donderdag 7:30 – 22:30 Vrijdag 7:30 – 18:30 Hoewel het totale energiegebruik is toegenomen, is het specifieke energiegebruik in de afgelopen periode significant afgenomen. Jaar Verbruik Kental Elektriciteit

[kWh] Gas [m3]

Warmte [GJ]

Elektriciteit [kWh/m2]

Gas [m3/m2]

Warmte [MJ/m2]

2007 1.783.105 16.892 5.204 81 0,77 238 2011 2.761.185 0 5.191 72 0 135 Hieronder is een figuur gegeven van de bijdrage van elektriciteit, gas en warmte aan het primaire energiegebruik per vierkante meter. Hier is goed te zien dat het totale primaire energiegebruik per vierkante meter flink gedaald is.

Page 17: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 20 september 2012, versie 2 BL-EH20122318 - 11-

Het WKO systeem in bouwdeel G, zorgt ervoor dat hier warmte wordt geproduceerd met behulp van een warmtepomp. Dat zorgt voor een verschuiving van energiegebruik van ingekochte warmte naar ingekochte elektriciteit. Ondanks het feit dat er in 2011 dus elektriciteit is ingezet voor het opwekken van warmte, is het elektriciteitsgebruik per vierkante meter gedaald ten opzichte van 2007. Dat betekent dat op overige posten die elektriciteit vragen aanzienlijke besparing behaald is. De verbruiken van het hoofdgebouw in Leiden zijn bovendien vergeleken met de benchmark getallen van Agentschap NL uit 2011, ontleend aan het rapport ‘MJA-Sectorrapport 2011 voor Hoger beroepsonderwijs’. Dit geeft een goed beeld hoe het energiegebruik van de Hogeschool Leiden zich verhoudt tot collega hogescholen. Energiegebruik per student

Ontwikkeling primaire energie kental

0

200

400

600

800

1.000

1.200

2007 2011

GJp

rim

/m2

Warmte Mjprim/m2

Gas Mjprim/m2

Elektriciteit Mjprim/m2

Page 18: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

20 september 2012, versie 2 Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 - 12 - BL-EH20122318

Energiegebruik per m2

Uit bovenstaande figuren is af te lezen dat het energieverbruik per student en per m2 laag ligt vergeleken met de andere HBO’s, wat impliceert dat de huisvesting zeer efficiënt gebruikt wordt en bovendien van een goede energetische kwaliteit is.

Page 19: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 20 september 2012, versie 2 BL-EH20122318 - 13-

Het energiegebruik van Hogeschool Leiden is gekoppeld aan de huisvesting van hoger beroeps onderwijs. Concreet omvat deze huisvesting leslokalen, een studiecentrum, practicumruimtes, laboratoria. Het gemeten elektriciteitsverbruik is onder te verdelen in een deel gebouwgebonden elektriciteitsgebruik en een deel gebruikersgebonden elektriciteitgebruik. Bij gebouwgebonden elektriciteitsgebruik moet gedacht worden aan elektriciteit voor bijvoorbeeld: verwarming en koeling met WKO, ventilatie, verlichting en warm tapwater (middels een elektrische boiler). Het gebruikersgebonden elektriciteitgebruik is toe te kennen aan kantoorapparatuur (computers), maar ook keukenapparatuur, frisdrankautomaten etc.. Het energieverbruik per onderdeel is vastgesteld op basis van metingen en schattingen van de belasting, gebruikstijden, etc. Een deel van de balans betreft een update van de energiebalans van 2007, met aangepaste waarden op basis van genomen maatregelen. Daarnaast zijn de energiegegevens van de nieuwbouw toegevoegd op basis van de EPC berekening van de nieuwbouw. De verdeling van het elektriciteitsgebruik ziet er als volgt uit:

Verdeling elektriciteitsverbruik

6%

30%

2%

11%2%

20%

8%

10%

11% Verw arming

Verlichting

Boilers

Koeling

Restaurant, food

Ventilatie

Overige technishe apparatuur

Kantoorapparatuur

Diversen apparatuur

Het is duidelijk te zien dat verlichting en ventilatie gevolgd door koeling, verwarming en apparatuur de grootste elektriciteitgebruikers zijn. Meest recent uitgevoerde maatregelen (ten opzichte van EEP 2007-2011) betreffen:

# de elektrische boilers zijn voorzien van tijdschakelaars # het nachtverbruik van de verlichting is onderzocht # de WKO voor vleugel G is in gebruik genomen # kloktijden van het ventilatiesysteem zijn aangepast # energiezorg is ingevoerd # PC’s worden centraal uitgeschakeld ’s avonds

Page 20: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

20 september 2012, versie 2 Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 - 14 - BL-EH20122318

7 ANALYSE VAN DE KETEN

7.1 Beschrijving van de keten

De van toepassing zijnde ketenstappen voor Hogeschool Leiden hebben betrekking op huisvesting, ondersteuning en mobiliteit. De getallen zijn ontleend aan het ‘Milieujaarverslag 2011’ van het facilitair bedrijf van Hogeschool Leiden. De grootste ketenstappen worden hieronder beschreven. Mobiliteit voor Hogeschool Leiden omvat al het woon-werk en school verkeer van medewerkers en studenten, vliegreizen, (internationale) stages van studenten en stagebezoeken van docenten. Er worden in totaal ca. 22.189.630 km afgelegd. Het waterverbruik voor Hogeschool Leiden betreft 10.122 m3. Inkoop van goederen voor Hogeschool Leiden omvat kantoorbenodigdheden, lesmateriaal en verpakkingen. Een van grootste onderdelen betreft papierinkoop, betreffende ca. 109.196 kg papier. Er is geen uitgebreide sectorale ketenkaart beschikbaar, wel een footprint. Globaal is de keten van Hogeschool Leiden gekwantificeerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van GER-waarden (Gross Energy Requirement).

7.2 Energieverbruik in de keten

De totale energiebalans (inclusief huisvesting, ondersteuning en mobiliteit) is voor Hogeschool Leiden bepaald met behulp van het Uitgebreide Energie Studie Rekenmodel en gegevens uit het Milieuverslag 2011. Het materiaalgebruik en mobiliteit zijn aan de hand van GER-waarden omgerekend naar energiegebruik. Hieruit komt naar voren dat mobiliteit voor ca. 50% van de totale energiefootprint van Hogeschool Leiden verantwoordelijk is. Gebouwgebonden energieverbruik is ca. 22%. Repro/ ICT (o.a. papier) en catering volgen met 15% en 9% respectievelijk.

Page 21: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 20 september 2012, versie 2 BL-EH20122318 - 15-

Hogeschool Leiden

Gebouwgebonden22%

Meubilair3%

Inrichting1%

Repro / ICT15%

Catering9%

Woon-'werk' studenten30%

Woon-'werk' medewerkers3%

Dienstreizen studenten16%

Dienstreizen medewerkers1%

Onderzoek0%

Schoonmaak0%

8 VISIE OP DUURZAME ENERGIE

8.1 Huidige toepassing duurzame energie

Sinds de nieuwbouw van bouwdeel G maakt Hogeschool Leiden gebruik van een WKO installatie, met een warmte en koude opslagsysteem aangesloten op warmtepompen (zie toelichting in hoofdstuk 6). Sinds 2011 is de hogeschool overgestapt op groene stroom voor een volume van 1.820.000 kWh. De leverancier van elektriciteit heeft een groencertificaat (Garantie van Oorsprong) afgegeven waarop vermeldt staat dat de elektriciteit voor vernoemd volume voor 100% is opgewekt uit waterkracht. Het volume betreft 66% van het totale elektriciteitsverbruik van Hogeschool Leiden.

8.2 Ambities duurzame energie

Hogeschool Leiden past nog geen eigen energieopwekking toe met bijvoorbeeld zonnepanelen (PV) of windmolens. En het heeft niet direct ambities om dit op korte termijn te doen. De belemmering voor toepassing van bijvoorbeeld PV is de lange terugverdientijd van het systeem. In de toekomst (buiten deze MJA3 termijn) is het plan om wel extra duurzame energie op te gaan opwekken met bijvoorbeeld PV panelen op het dak. De technische haalbaarheid (hoe het systeem op de daken toegepast kan worden) dient in dat geval nog nader onderzocht te worden. Op het sedumdak zal toepassing van PV minder logisch zijn.

Page 22: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

20 september 2012, versie 2 Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 - 16 - BL-EH20122318

De kosten voor toepassing van PV op het dak bedragen momenteel ca. " 380 /m2 paneel. De TVT ligt op ca. 25 jaar (ver boven de 7 jaar). De maatregel is opgenomen als onzekere maatregel in dit EnergieEfficiencyPlan.

9 VOORSTUDIE EN ROUTEKAART

Voor de onderwijssector is de voorstudie en/of routekaart niet direct van toepassing. Wel heeft Hogeschool Leiden als onderwijsinstelling invloed op borging van duurzaamheid in het onderwijs. Duurzaamheid wordt door Hogeschool Leiden in het onderwijs onder de aandacht gebracht. Duurzaam onderwijs Hogeschool Leiden werkt mee aan een duurzame toekomst. En hoe doe je dat beter dan dé professionals van de toekomst onderwijs te geven waarin dit verweven is? Initiatieven om het onderwijs duurzamer te maken zijn:

# Unesco- school # het uitvoeren van AISHE audits # het opnemen van specifieke competenties in het curriculum # het honoursprogramma # een minor duurzaam ondernemen # een Engelstalige minor Global Awareness # een post-hbo-opleiding International Sustainable Development # en diverse internationale projecten

Enkele van bovenstaande items worden hieronder toegelicht. Unesco school Hogeschool Leiden heeft in 2011 de status UNESCO school verworven. UNESCO zet 4 thema’s centraal:

# Vrede en mensenrechten, hoe vermijd je conflicten, mensenrechten als ankerpunt voor normen en waarden.

# Burgerschap, aansluitend op de wettelijke verplichting, met speciale aandacht voor onze verantwoordelijkheid als wereldburger. Dus van lokaal burger tot wereldburger. Het bevorderen van actief burgerschap, met aandacht voor sociale integratie krijgt alle aandacht.

# Intercultureel leren: de interculturele dialoog begint op school, met aandacht voor de eigen identiteit en een gezamenlijk intercultureel perspectief.

# Duurzaamheid, met als uitgangspunt een duurzame wereld begint bij jezelf. AISHE AISHE (Auditing Instrument for Sustainability in Higher Education) is een intern audit instrument waarmee een opleiding kan meten waar hij staat op het gebied van duurzame ontwikkeling. Het AISHE instrument kan op twee manieren worden ingezet: als zelfevaluatie en als audit t.b.v. het behalen van het keurmerk Duurzaam Hoger Onderwijs. Bij de opleiding Commerciële Economie is in 2010 al een AISHE nulmeting uitgevoerd. Training change agents Om de integratie van duurzame ontwikkeling in het onderwijs te versnellen worden acht medewerkers van Hogeschool Leiden in 2012 opgeleid tot 'change agents'. Tijdens een vierdaagse training leren zij niet

Page 23: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 20 september 2012, versie 2 BL-EH20122318 - 17-

alleen om, met behulp van het AISHE instrument een interne nulmeting bij een opleiding uit te voeren. Zij ontvangen ook handvatten om de duurzame ontwikkeling binnen de hogeschool te bevorderen, in opleiding en beleid. Vanuit ieder cluster nemen vertegenwoordigers deel aan deze training. Het doel is om bij alle opleiding deze duurzaamheidsscan uit te voeren. Opleidingen kunnen op deze manier bepalen wat de ambities en doelen zijn in relatie tot duurzame ontwikkeling. Honoursprogramma Speciaal voor studenten die in het HBO meer uitdaging zoeken is hogeschoolbreed het honoursonderwijs ontwikkeld binnen het project Talent aan Zet. Een visie op talent en talentontwikkeling en de kaders voor het honoursprogramma zijn eerst ontwikkeld. Vervolgens is een vierjarenplan voor het honours-programma opgesteld. Er is gekozen om te starten met een multidisciplinair programma, waarvoor de lectoren het verbindende thema 'Duurzaam leren, duurzaam innoveren' hebben geformuleerd. 24 studenten van verschillende opleidingen hebben multidisciplinair gewerkt aan door henzelf geformuleerde opdrachten en aan door lectoraten aangedragen vraagstukken. Minor Duurzaam ondernemen De minor duurzaam ondernemen wordt aangeboden vanuit de opleiding Commerciële Economie. De minor is toegankelijk voor alle studenten van de hogeschool. Tijdens deze minor leren studenten o.a. meer over de impact van duurzaamheid op de bedrijfsvoering (intern) en uitstraling van een organisatie (extern). Ook de theorie, zoals het triple P model (People, Planet, Profit), komt aan bod. Het doel van de minor is om studenten kritisch te laten nadenken over verschillende aspecten van duurzaamheid. Bedrijfsbezoeken, colleges en opdrachten Het onderwijs van de minor is een combinatie van bedrijfsbezoeken of gastsprekers, colleges en het werken aan een duurzame praktijkopdracht. Studenten zijn in het studiejaar 2011/2012 bijvoorbeeld op bezoek geweest bij de papierloze organisatie Decos. En kregen gastcollege van jonge duurzame ondernemers. Tijdens colleges wordt vaak gebruik gemaakt van video's over duurzame thema's zoals An Inconvenient Truth' (2006) van Al Gore en 'We feed the World' (2005). Minor Global Awareness Deze hogeschoolbrede minor wordt in het Engels aangeboden en is zowel toegankelijk voor studenten van de hogeschool als voor studenten uit het buitenland. Tijdens deze minor verdiepen de studenten zich in mondiale verhoudingen, en in de problematiek van ontwikkelingssamenwerking in het bijzonder. Met de kennis van deze minor kunnen studenten een bijdrage leveren aan sociale en economische groei in ontwikkelingslanden. International Sustainable Development Hogeschool Leiden biedt de post-hbo-opleiding International Sustainable Development (ISD) aan. Deze unieke opleiding is bedoeld voor personen die in hun werk direct of indirect te maken hebben met MVO en landen in ontwikkeling of opkomende markten. Na de opleiding hebben de deelnemers niet alleen inzicht in internationale ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, maar ook handvatten om dit concreet te vertalen in de eigen werkomgeving. Delen van de opleiding zijn ook apart te volgen als korte cursus.

Page 24: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

20 september 2012, versie 2 Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 - 18 - BL-EH20122318

10 INVENTARISATIE BESPARINGSMOGELIJKHEDEN

10.1 Afwegingskader

Hogeschool Leiden heeft afgelopen jaren al diverse maatregelen doorgevoerd voor het beperken van de energieconsumptie. Op vrijwel alle aspecten van zowel de elektrische installatie als de klimaatinstallaties is nagedacht over energiezuinigheid en zijn diverse verbeteringen doorgevoerd. Daarom wordt het moeilijk om nog grote winsten te vinden met een korte terugverdientijd voor het gebouw (proces). Er zijn wel enkele zaken gevonden waarbij nog verbetering mogelijk is, waaronder de effecten van optimalisering van de WKO. Verder is gekeken naar onderdelen die op termijn vervangen moeten worden, waarbij wel een grote toename in rendement kan worden behaald. Daarnaast is Hogeschool Leiden actieve deelnemer aan het duurzaamheidsplatform voor Hogescholen, genaamd DUPLHO en neemt deel aan de AISHE audit voor het borgen van duurzaamheid in het onderwijs. In het kader hiervan worden reeds ketenverbeteringen ten aanzien van milieuaspecten afgewogen, gepland en doorgevoerd. Denk aan papierreductie, inkoop en energiereductie.

10.2 Geactualiseerde maatregelenlijst

Voor selectie van maatregelen is gebruik gemaakt van de geactualiseerde maatregellijsten van AgentschapNL, kennis van Hogeschool Leiden en DHV en volgend uit de analyse van het energiegebruik.

10.3 Inventarisatiewijze

Op basis van bezoek van een energieadviseur en een installatie adviseur van DHV aan Hogeschool Leiden en de gesprekken met de gebruikers zijn er een aantal energiebesparende maatregelen geformuleerd om het energieverbruik (gebouw en keten) van de school in de toekomst verder te kunnen verlagen. Vanuit de actieve rol van Hogeschool Leiden bij het duurzaamheidsplatform voor Hogescholen, genaamd DUPLHO, worden reeds ketenverbeteringen ten aanzien van milieuaspecten gepland en doorgevoerd. Aanvullend zijn maatregelen voor ketenefficiëntie geformuleerd op basis van ‘Maatregelenlijst Dienstensector 2012’, Generieke Maatregelenlijst’ en ‘ideeënlijst ketenmaatregelen’ afkomstig van de sharepoint van DHV. De relevante energiebesparingsopties zijn in overleg tussen DHV en Hogeschool Leiden op technische en economische haalbaarheid beoordeeld. In bijlage 1 zijn de generieke en specifieke maatregelenlijsten opgenomen. Voor de periode 2013-2016 is een aantal energiebesparende maatregelen geformuleerd. Deze zijn gekwantificeerd middels de beschikbare tools van AgentschapNL.

Page 25: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 20 september 2012, versie 2 BL-EH20122318 - 19-

10.4 Rendementsberekening

De gebruikte rendementsberekening voor maatregelen betreft methode C, de eenvoudige terugverdientijd.

10.5 Uitgangspunten berekeningen

Voor het berekenen van energiekostenbesparingen is gerekend met de volgende energietarieven in het jaar 2011:

! Elektriciteit " 0,122 / kWh (daltarief: " 0,095/kWh en piektarief: " 0,149 / kWh)

! Stadsverwarming " 21,70 GJ

Dit zijn de tarieven inclusief belastingen en transportkosten en exclusief BTW.

11 GEPLANDE MAATREGELEN

11.1 Totaal overzicht maatregelen

Aan de hand van bovenstaande bevinden zijn maatregelen gedefinieerd voor Hogeschool Leiden. De maatregelen zijn onderverdeeld in 3 categorieën:

# Procesefficiency # Ketenefficiency # Duurzame energie

De opties zijn na beoordeling onderverdeeld in een drietal categorieën conform de Wet milieubeheer:

# zeker # voorwaardelijk: # onzeker:

Bedrijven hebben voor hun inrichtingen te maken met de eisen uit de Wet milieubeheer (Wm). Deze eisen betreffen de verplichting tot het nemen van rendabele energiebesparende maatregelen zijnde maatregelen met een terugverdientijd tot en met 5 jaar. Ook maatregelen met een terugverdientijd langer dan 5 jaar kunnen voor het bedrijf rendabel zijn, bijv. omdat deze passen in de bedrijfsstrategie. Rendabele maatregelen kunnen in het EEP als zeker of voorwaardelijk worden gekwalificeerd. Ter toelichting hierop geldt dat rendabele maatregelen in principe zeker zijn, tenzij sprake is van een technische, economische en/of organisatorische belemmering om deze maatregel uit te voeren. In dat geval wordt de maatregel als voorwaardelijk gekwalificeerd, onder vermelding van de concrete belemmering die de uitvoering nog in de weg staat. Gedurende de planperiode spannen bedrijven zich in om van voorwaardelijke maatregelen zekere maatregelen te maken. Daarnaast behoren activiteiten die tot inzicht in toekomstige besparingsopties leiden ook tot de inspanningen van bedrijven. De effecten van deze maatregelen in termen van energiebesparing en rentabiliteit zijn echter nog niet bekend. Om die reden gelden deze maatregelen als onzeker. In het EEP wordt aangegeven welke stappen genomen worden om de haalbaarheid te onderzoeken.

Page 26: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

20 september 2012, versie 2 Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 - 20 - BL-EH20122318

Soms is sprake van maatregelen waarvan bedrijven nu al zeker weten dat zij die gaan treffen, maar pas ná de eerstvolgende planperiode. Omdat deze activiteiten buiten de planperiode tot energie-effect leiden, gelden zij in de terminologie van het EEP als onzekere maatregelen. Analoog aan de bepaling bij voorwaardelijke maatregelen spannen bedrijven zich in om van onzekere maatregelen op termijn voorwaardelijke of zekere maatregelen te maken. Het is mede daarom van belang dat het bedrijf de argumenten bij deze kwalificatie vermeldt. In onderstaande tabel is bovengenoemde indeling van maatregelen in categorieën samengevat weergegeven.

Alle onderstaande maatregelen zijn uitgewerkt aan de hand van de rekentool ‘DHV Maatregelen werkblad EEP’. In bijlage 2 zijn alle maatregelen, inclusief omschrijving en berekening opgenomen.

11.2 Zekere maatregelen

Zekere maatregelen zijn maatregelen met een terugverdientijd kleiner dan 5 jaar, die toepasbaar zijn zonder belemmeringen. Binnen de categorie zekere maatregelen zijn voor Hogeschool Leiden alleen maatregelen binnen ketenefficiëntie benoemd. Ten aanzien van proces (gebouw) zijn geen maatregelen gedefinieerd doordat de energetische kwaliteit van de gebouwen reeds hoog is en besparingsmogelijkheden beperkt zijn.

Maatregelen procesefficientie (zeker)

Jaar Investering Efficiëntie verbetering (%)

Energie-besparing (GJ)

Reductie CO2 (kg/jr)

TVT (jr)

Optimaliseren WKO 2014 " 10.000 1,16% 354 22.244 1

Maatregelen ketenefficiëntie

Jaar Investering Efficiëntie verbetering (%)

Energie-besparing (GJ)

Status

Dunner papier toepassen 2013 " 0 0,71% 217 Zeker Verminderen transport van medewerkers en studenten

2015 " 8660 3,09% 947 Zeker

Dubbelzijdig printen/ kopieren

2013 " 0 1,20% 368

Zeker

Goodhousekeeping catering 2014 " 0 1,40% 429 Zeker Compensatie vliegreizen 2013 " 1200 0,33% 100 Zeker Autobanden op spanning 2014 " 1864 0,13% 39 Zeker Vuilpers 2013 " 4500 0,01% 2 Zeker

Categorie Rendabel (TVT " 5 jaar)

Belemmeringen EEP 2013 -2016

Zeker Ja Geen Uitvoeringsverplichting Voorwaardelijk Ja Technisch, economisch en/of

organisatorisch Inspanningsverplichting tot zekere maatregel

Onzeker Ja Uitvoering buiten planperiode Argumentatie bij kwalificatie Onbekend Onbekende rendabiliteit Plan van aanpak

haalbaarheidsonderzoek

Page 27: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 20 september 2012, versie 2 BL-EH20122318 - 21-

Papierpers 2013 " 4500 0,00% 0 Zeker

Totaal ! 26.724 6,86% 2.101 De zekere maatregelen bestaan uit één procesmaatregel en verder nagenoeg allemaal uit maatregelen in de keten. Dubbelzijdig printen en kopiëren is reeds in uitvoering evenals gebruik van de vuilpers en papierpers. Daarnaast wordt gebruik van dunner papier op korte termijn ingevoerd en goodhousekeeping in de catering. Het gaan compenseren van vliegreizen gaat opgepakt worden met het opstellen van een beleidsplan ten aanzien van mobiliteit. De grootste besparing wordt behaald door het verminderen van mobiliteit van medewerkers en studenten door gebruik van videoconferencing, lesgeven op afstand en het bevorderen van carpoolen. De totale berekende besparing bedraagt ca. 8,02 %. 11.3 Voorwaardelijke maatregelen

Naast de zekere maatregelen kunnen er ook een aantal voorwaardelijke maatregelen geformuleerd. Er is sprake van voorwaardelijke maatregelen indien er technische, economische en/of organisatorische belemmering zijn om deze maatregel uit te voeren. Er zijn echter voor Hogeschool Leiden geen voorwaardelijke maatregelen geformuleerd. 11.4 Onzekere maatregelen

Tenslotte zijn er diverse onzekere maatregel te benoemen, volgend uit de maatregelenlijst, bijlage 1. Deze maatregelen betreffen de maatregelen waarvan de rentabiliteit nog onbekend is en waarvoor aanvullend onderzoek noodzakelijk is en een plan van aanpak opgesteld dient te worden. Deze maatregelen betreffen:

# Verbeter/installeer cosinus phi regeling # Monitoren op basis van balansen # Strokengordijn en goed sluitende deur voor koelingen # Juiste temperatuurinstelling vriescel en airco # Stem capaciteit van compressor of pomp af op praktijk # Vloerisolatie in koel- en vriescel # Pas compartimentering van koel- en vriesruimten toe # Verlaging leidingweerstand # Passende dimensionering van elektromotor voorkomt nullast en deellast # Ventilator koelcel automatisch uit bij open deur of bij uitgeschakelde compressor # Voorzie dakafzuigventilatie van zelfsluitende vlinderklep # Optimaliseer tapwater voorzieningen (pompen e.d.) # Pas op afstand servicebare fris en snoep automaten toe.

Page 28: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

20 september 2012, versie 2 Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 - 22 - BL-EH20122318

12 OVERIGE ACTIVITEITEN

12.1 Overzicht convenantactiviteiten

Hogeschool Leiden is deelnemer aan het duurzaamheidsplatform voor Hogescholen, genaamd DUPLHO en neemt deel aan de AISHE audit voor het borgen van duurzaamheid in het onderwijs. In het kader hiervan worden ketenverbeteringen ten aanzien van milieuaspecten gepland en doorgevoerd. Zie hoofdstukken 7 (keten) en 9 (vertaalslag vanuit voorstudie).

12.2 Overige maatregelen

Naast deze maatregelen kunnen de volgende energiebesparende activiteiten genoemd worden: # Hogeschool Leiden koopt groene stroom in voor 33% van haar elektriciteitsverbruik. Het

type groene stroom betreft 100% waterkracht. Aangezien dit reeds wordt gedaan en ingediend is via e-MJV, is dit niet als nieuwe maatregel opgenomen in EEP 2013-2016.

De huisvesting is nieuw, en daardoor energiezuinig en de locatie Leiden is aangesloten op het stadsverwarmingsnet en WKO, wat beiden energiezuinige (warmte)voorziening zijn.

Page 29: Energie Efficiency Plan 2013-2016

DHV B.V.

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 bijlage 0 BL-EH20122318 - 23 -

13 COLOFON

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 BL-EH20122318

Opdrachtgever : Hogeschool Leiden Project : EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 Dossier : BA8964 Omvang rapport : 23 pagina's Auteur : Loes Joosten Bijdrage : Erik Scholte Interne controle : Ilse van de Voort Projectleider : Ilse van de Voort Projectmanager : Jos van de Loo Datum : 20 september 2012 Naam/Paraaf :

Page 30: Energie Efficiency Plan 2013-2016

bijlage 0

DHV B.V. Bouw en Industrie Larixplein 1 5616 VB Eindhoven Postbus 80007 5600 JZ Eindhoven T (040) 250 92 50 F (040) 250 92 51 www.dhv.nl

Page 31: Energie Efficiency Plan 2013-2016

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 bijlage 0 BL-EH20122318 - 1 -

Page 32: Energie Efficiency Plan 2013-2016
Page 33: Energie Efficiency Plan 2013-2016

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 bijlage 1 BL-EH20122318 - 1 -

BIJLAGE 1 MAATREGELENLIJST

niet rendabelreeds toegepast/aanwezigmaatregelen onderzoekenmaatregelenniet van toepassing/niet mogelijk

Volgno.

Korte omschrijving maatregel Uitgebreide omschrijving Toelichting

8 Instructies voor bediening apparatuur

Geen of onduidelijke instructies kunnen leiden tot verkeerd gebruik en verspilling van grondstoffen en energie. Zo kan met duidelijke bedieningsinstructies voor apparaten energie worden bespaard. Voorbeelden zijn: automatische transportdeur, lift, zonnewering, en spuitcabine. Het gaat daarbij vooral om: "aan/uit" en "open/dicht"

Alle apparatuur en installaties worden via een gebouwbeheersysteem bediend en gemonitord door de afdeling Technische Zaken

17 Onderhoud CV-ketel Door vervuiling en onjuiste afstelling van CV-ketels daalt het rendement in korte tijd met 4%. Goed onderhoud plus een rendementsmeting van de CV-ketel, bespaart energie en verlengt de levensduur van de CV-ketel.Behalve de CV-ketel dienen ook de verwarmingselementen te worden geïnspecteerd

Geen CV-ketels aanwezig

18 Filters reinigen, ventilatoren controleren

Door vervuilde filters wordt de ventilatie in het gebouw verminderd. Versleten motoren van ventilatoren en defecte regelingen kunnen eveneens oorzaak zijn van verminderde ventilatie. Gevolgen zijn: gezondheidsproblemen, vochtproblemen en een groter opgenomen vermogen door de ventilatoren. Door periodiek de filters,

Het vervangen van filters en reinigen van ventilatoren is geregeld in een onderhoudscontract

19 Onderhoud koelsystemen Door vervuiling en onjuiste afstemming van de verschillende componenten daalt de efficiëntie van het koelproces in korte tijd met 5%. Goed onderhoud - inclusief periodieke verversing van koelmiddel - plus een rendementsmeting van bespaart energie, voorkomt schade aan opgeslagen producten en verlengt de levensduur van

Dit is geregeld in een onderhoudscontract

24 Verbeter/installeer cosinus phi regeling

Door blindstroom van elektrische motoraandrijvingen ontstaat energieverlies. Een kenmerk van blindstroom is een gemetyen lage cosinus phi waarde op het voltage. Het verbeteren van de cosinus-phi levert energiebesparing op. Het financiële voordeel daarvan komt terecht bij het bedrijf, dat de hoogspanningstranformator in

Onderzoeken of blindstroom van toepassing is.

25 Bewaak pieklast elektriciteitsafname

Voorkom gelijktig opstarten van grote elektriciteitsverbruikers, en bewaak de maximale netbelasting gedurende continu bedrijf. In afnamecontracten met elektriciteitsdistributeurs zijn vaak maxima afgesproken voor piekbelasting en netbelasting. Overschrijding van deze maxima is doorgaans erg kostbaar. Met een

Energiezorg is geregeld. Er is/wordt gemonitord en hebben de pieklast al diverse keren naar benemden kunnen bijstellen

28 Vervang lampen en reinig armaturen regelmatig

Reinig verlichtingsarmaturen minimaal eens per jaar, en vervang gedegradeerde lampen en buizen. In het lichtplan is doorgaans rekening gehouden met ca. 15% degradatie van de lichtbron. Door vervuiling kan het lichtniveau sneller achteruitgaan dan is voorzien in het lichtplan.

Dit wordt periodiek uitgevoerd.

30 Repareer sensoren klimatiseringssysteem

Sensoren en regeleaars waarop de luchtbehandeling wordt aangestuurd, zijn wezenlijk voor het energieverbruik. Omstandigheden kunnen veranderen (zomer/wintertijd of gebruiksfunctie van ruimten), maar ook kunnen sensoren vervuilen of defect raken. Daarom moeten sensoren, regelaars en schakelklokken

Geregeld in een omnderhoudscontract

31 Repareer geïsoleerde appendages

Lekkende appendages verlagen de isolatiewaarde van de isolatiemantel. De warmteoverdracht stijgt waardoor bijvoorbeeld koelmiddel ongewenst ter plaatse verdampt. Periodiek dienen appendages en hun isolatie te worden gecontroleerd. Zo kan corrosie en substantieel energieverlies tijdig worden voorkomen. Voor een

Dit wordt periodiek nagelopen en zo nodig gerepareerd.

32 Branderinstelling controleren De afstelling van aardgas- en oliebranders in een stoom- of warmwaterketel verloopt langzaam. Daardoor is de verhouding brandstof/lucht niet langer optimaal en daalt het rendement van de ketel. Door de brander 1 tot 2 keer per jaar te laten afstellen, blijft het rendement verzekerd, en blijft de ketel veilig en in optimale conditie.

NVT, geen CV-ketels

34 Schakelklokken op apparatuur Installeer tijdschakelaars op apparaten met een een risicio dat deze niet tijdig, handmatig worden uitgezet. Controleer regelmatig of de ingestelde schakeltijden nog corresponderen met de gebruikswijze van de apparatuur en met omgevingsomstandigheden zoals zomer- en wintertijd, bedrijfsvakanties en

Dit is voor alle relevante apparatuur uitgevoerd

35 Monitoren energieverbruik Monitoren van energieverbruik kan met de hoofdmeters van aardgas, HBO en elektriciteit (inkoopverbruik) of met deelmeters per installatie of afdeling. Door het energieverbruik per periode (uur, dag, maand, kwartaal) te registreren ontstaat een database voor het maken van analyses. De analyses leiden niet alleen tot

Via 10-tal dataloggers

36 Deelmeters voor energiemonitoring

Deelmeters om het aardgas-, elektriciteits- en waterverbruik te meten per installatie of per afdeling , leveren specifeke inzichten op. Zie hiervoor de maatregel "Monitoren energieverbruik". Een bijzonder type "deelmeter" is de elektricteitsmeter voor dag en nachtverbruik. Voor gebouwen die 's nachts gesloten zijn kan men voor de nachturen

Dit is belegd bij Technische Zaken en de Milieu-coordinator.

37 Monitoren procesfunctionaliteit Processen hebben vaak parameters die karakteristiek zijn voor het energieverbruik van het proces. Voorbeeld 1: continue/periodieke temperatuurmeting van het rookgas uit de economiser van een stoomketel geeft inzicht in de goede werking van de economiser

Via een 10-tal dataloggers worden verschillende onderdelen van de bedrijfsvoering qua energieverbruik gemonitord.

38 Monitoren op basis van balansen

Met een elektriciteitsbalans wordt het opgenomen vermogen van apparaten en installaties vergeleken met het aantal kWh's dat is ingekocht. Het principe van een aardgasbalans is vergelijkbaar met een elektriciteitsbalans. Met een aardgasbalans wordt het verbruik van de apparaten die voorzien zijn van een deelmeter, vergeleken

Alleen voor elektriciteit van toepassing

41 Economiser en/of rookgascondensor achterin (stoom)ketel

Een economiser is een warmtewisselaar, die in het rookgaskanaal achter een (stoom)ketel wordt geplaatst. De economizer is een pijpenbundel waarin het ketelvoedingswater wordt voorverwarmd voordat het naar de eerste trek van de ketel gaat. In plaats van ketelvoedingwater kan ook bedrijfs- of proceswater worden 78 Radiatorfolie of warmteschild Plaats achter de radiatoren radiatorfolie of een warmteschild om warmte in de ruimte te behouden en niet door de (buiten)muur te verliezen. Van radiatorfolie moet de reflecterende kant naar de radiator worden gericht, maar van een warmteschild juist naar de muur. Hang geen gordijnen voor de radiatoren want zij houden de

reeds geisoleerde gevels

80 Vrije warmte-afgifte door verwarmingslichamen

Verwarmingselementen - zoals radiatoren - geven hun warmte af door convectie en straling. Als een verwarmingselement wordt afgeschermd door bijvoorbeeld kasten, roosters, apparaten, boeken en planten, is een hogere inwendige temperatuur nodig om dezelfde warmteafgifte te bereiken. Bovendien neemt het warmteverlies door de 81 Zeer Lage

temperatuurverwarmingMet (zeer)lage temperatuur verwarming (ZLTV) wordt een zeer hoog rendement van de HR-ketel bereikt. Daartegenover staat de noodzaak van een extra groot radiatoroppervlak of vloerverwarming of wand/plafondverwaming.De kosten van vloerverwarming zijn bij nieuwbouw vrijwel gelijk aan

Gerealiseerd in G-vleugel met de WKO

82 Centraal of decentraal tapwater verwarmen

De verwarming van tapwater vindt op andere momenten plaats dan de verwarming van ruimten, bovendien is er sterke variatie in benodigde capaciteit per tijdseenheid. Deze situatie leid tot de volgende overwegingen:- centraal of decentraal verwarmen van tapwater,

Via kleine boilers op een tijdklok

84 Pas heetgasontdooiing toe bij luchtkoelers

Luchtkoelers in koel- en vriescellen en in koelmeubelen moeten regelmatig worden ontdooid om de rijp op de luchtkoeler te laten verdwijnen. Bij het ontdooien kan warm persgas van de compressor worden gebruikt, in plaats van elektrische verwarming. Met een (automatische) omschakeling van afsluiters kan heet persgas uit de 85 Strokengordijn en goed

sluitende deur voor koelcel Een koelcel, waarvan de deur gedurende 8 uur per dag open staat, zorgt voor een energieverlies dat correspondeert met meer dan 25% van het elektriciteitsverbruik. Disciplinair gedrag van de medewerkers om de deur te sluiten, is voldoende om dit energieverlies in te dammen. Men kan ook besluiten tot een deurdranger, mits deze

Onderzoeken of dit nodig is

86 Restwarmte van compressor en vacuumpomp gebruiken

Bij het comprimeren van lucht en bij vacuumpompen wordt ruim 85% van de toegevoerde energie omgezet in warmte. De warmte komt vrij als warme lucht of warm water (compressorhuis met waterkoeling) bij de compressor zelf of bij de oliekoeler als het om een oliegeïnjecteerde compressor gaat. Warmte die vrijkomt bij

Page 34: Energie Efficiency Plan 2013-2016

bijlage 1

87 Restwarmte uit ventilatie Uit de ventilatielucht die naar buiten wordt afgevoerd kan warmte worden gerecupereerd. De besparing bedraagt 1 Nm3 aardgas per 2 m3/h ventilatiecapaciteit per jaar. De investering in een warmtewisselaar plus ventilatiekanalen is ! 0,50 per m3/h ventilatiecapaciteit. Voorbeeld: bij een

Reeds toegepast d.m.v. Warmtewisselaars

89 Opslagbuffer voor hergebruik restwarmte

Met een geïsoleerde warmwatertank of koelwatertank kan vraag en aanbod van warmte voor batchprocessen goed worden afgestemd. Als de watertemperatuur lager is dan 60 grad C, dienen voorzorgen te worden genomen tegen het ontwikkelingsrisico van Legionella-bacteriën.

Reeds gerealiseerd met de WKO

90 Verbeter locatie van buitentemperatuuropnemers

Bij een CV-regeling op basis van een stooklijn en een buitensensor, loopt de temperatuur van het CV-water op naarmate de buitentemperatuur lager is. In het voor- en naseizoen is het rendement van de ketel daardoor hoger (minder schoorsteenverliezen), en de warmteverliezen in het leidingnet zijn eveneens lager bij

vrij nieuwe installaties

92 Pas adiabatische ruimtekoelsystemen toe

In een adiabatisch proces wordt geen warmte met de omgeving uitgewisseld. Bij een adiabatisch koelproces wordt retourlucht afgekoeld door water te vernevelen totdat oververzadiging is bereikt. In een platenwarmtewisselaar onttrekt de oververzadigde retourlucht warmte aan de buitenlucht/toevoerlucht. Het opwarmproces van de

WKO

93 Vrije koeling is eerste keus Het is rendabel om koeling eerst "vrij" te laten plaatsvinden. "Vrije" koeling vindt plaats zonder koelcycli. Koelmiddelen zijn: - leiding- of bronwater, - grondwater: op grotere diepte heeft grondwater een temperatuur van 10 tot 12 grad

koeling is reeds efficient

96 Pas directe koelsystemen toe in plaats van indirecte systemen

Soms wordt een mensgel van water en glycol als intermediair gebruikt om de koude over te dragen uit een primaire koelcyclus van freon of ammoniak. In diverse situaties is zo'n gescheiden koelsyteem - met een niet giftig koelmedium als intermediair - verplicht vanwege een norm of voorschrift. De verdamperdruk en -temperatuur van 97 IJs als korte termijn opslag van

koudeKoude opslaan in de vorm van ijs gebeurt om pieken in koelbehoefte op te vangen en om energiekosten te besparen door het ijs te produceren tijdens de daluren als de elektriciteitsprijs laag is. Voorwaarde is wel dat een temperatuursniveau van 0 grad C voldoende is.98 Vloeistof en damp uit

verdampers apart terugvoerenAls er een grote afstand is tussen de verdamper en het scheidingsvat voor de compressor, dan is het energie-efficiënt om vloeistof en damp separaat terug te voeren. De drukval in de retourleiding van de damp wordt veel lager, waardoor de compressor een hogere zuigdruk kan afleveren. Daardoor kan relatief meer koude 99 Warmteoverlast aanpakken bij

de bronOnnuttige warmte die door apparaten wordt geproduceerd behoeft niet te worden weggekoeld als deze vanaf de bron wordt afgevoerd. Voorbeelden zijn:- Ten behoeve van ruimtekoeling zijn een ventilator en een afzuigkanaal goedkoper en energie-efficiënter dan een split-unit airco. De warmte die moet worden

Goed gebruik van binnen en buitenzonwering wordt regelmatig gecommuniceerd naar de gebouwgebruikers

100 Voorkom vochtproductie in gekoelde ruimtes

Vochtige lucht koelen vraagt relatief veel energie. In gekoelde ruimten moet de productie van vocht worden voorkomen, of anders moet het vocht of de vochtige damp rechtsreeks naar buiten worden afgevoerd.

In ICT ruimte / RV= 50%

103 Optimale ventilatie in grote ruimte/hal

In bedrijfssituaties waarbij veel vocht en warmte vrijkomt, biedt een hoge werkruimte grote voordelen. Vocht en warmte trekken immers naar het plafond, zodat slechts een kleine hoeveelheid lucht/damp naar buiten hoeft te worden geventileerd. Een hoge ruimte geeft in deze bedrijfsomstandigheden een energiebesapring van 10 tot

Gemonitord via gebouwbeheersysteem

105 Opstoken gebouw met 100% recirculatie

Tijdens het opstoken van een gebouw of ruimte, brandt de verwarmingsinstallatie op vol vermogen. Het is energie-effciënt om tijdens de opstookperiode de luchtciculatie maximaal in te stellen. Daarmee wordt niet alleen energie bespaard, maar het gebouw is ook eerder op werktemperatuur.

Via luchtbehandeling en vloerverwarming vanuit WKO met warmtewisselaar

106 Opdelen ventilatiesysteem Door meer de verschillende functies van ruimten in een gebouw te analyseren, kunnen verschillende klimaateisen worden vastgesteld. Het is aan te bevelen om te ondezoeken welke clusters van ruimten gelijke klimaatseisen hebben. Vervolgens kan men doorrekenen of differentiatie van ventilatie- en klimaatsystemen, leidt tot

Is gerealiseerd

109 Juiste temperatuurinstelling vriescel en airco

-Het elektriciteitsverbruik van een koel- of vriescel neemt toe met 1 tot 2% per grad C. Daarom is het van belang om de temperatuur zo accuraat mogelijk in te stellen en te monitoren. Een zekerheidsmarge van-1 of -2 grad C lager dan voorgeschreven, heeft geen effect op de houdbaarheid van het product.

als onderdeel van verbetering rendement WKO icm drycooler

110 Gekoelde voorruimte voor koel- en vriescel

Een gekoelde voorruimte vóór een vriescel voorkomt dat al te warme (en vochtige) lucht de vriescel binnendringt. Het wandoppervlak van de voorruimte moet zo klein mgelijk zijn i.v.m. de energiekosten voor het koelen. Indien mogelijk kunnen de toegangen van meerdere vriescellen voorzien worden van één centrale gekoelde

berperkt aanwezig

111 Vermijd een te klein buffervat voor gekoeld water

Koelwatersystemen worden meestal uitgevoerd met een buffervat om pieken in de koudevraag uit te vlakken en om het aantal starts / stops van de compressor te verminderen. Dit buffervat dient echter niet te klein te zijn. Met een groot buffervat is het mogelijk om de compressor langere tijd op vollast te laten draaien, en daarna een 112 Centrale of decentrale koeling Als gekoelde ruimten dicht bij elkaar staan, dan is centrale koeling van de warmtestromen rendabel. Bij centralisatie stijgt doorgaans de energie-efficiency en is de investering rendabeler. Bovendien wordt een project om de restwarmte uit de condensor nuttig aan te wenden, eerder financieel aantrekkelijk. Centralisatie biedt

Via WKO

113 Pas platenwarmtewisselaars als verdampers toe in plaats van ijsbakken

In een ijsbak is de warmteoverdracht van de verdamperpijpen slecht door de slechte watercirculatie om de pijpen en door eventuele ijsopbouw op de pijpen. Dit leidt tot een lagere verdampingstemperatuur en een hoger elektriciteitsverbruik van de compressor. De koude-overdracht en daarmee de energie-efficiency kan op de 114 Stem capaciteit van compressor

of pomp af op praktijkDe capaciteit van een compressor moet passen bij de capaciteit van het koelsysteem. Een compressor met een overgedimensioneerd vermogen heeft een negatief effect op energieverbruik van het koelsysteem. Het zelfde geldt voor pompen in circulatiesystemen voor warm water of tapwater. Bij

als onderdeel van verbetering rendement WKO icm drycooler

116 Vergroot warmtewisselend oppervlak van condensor en verdamper

Door het warmtewisselend oppervlak van de condensor, koeltoren en/of verdamper te vergroten zal het temperatuurverschil tussen de condensor en de verdamper worden verkleind waardoor een lagere condensatietemperatuur (en druk) en een hogere verdampingstemperatuur (en druk) kunnen worden bereikt. Hierbij moet het

nieuwe apparatuur

119 Isoleren van leidingen voor CV, warm water en tapwater

De materiaalkosten voor het isoleren van CV-leidingen bedragen EUR 1 tot 5 per meter. Daarbij komen de loonkosten van ongeveer EUR 20 per meter. Bij een leidingdiameter van 50 mm en een leidingtemperatuur van 70 grad C, die alleen tijdens het stookseizoen warm is, wordt met isolatie 15 tot 20 Nm3 gas per meter CV-

Gerealiseerd

120 Isoleren van stoom- en condensaatleidingen

Het jaarlijks energieverlies van een ongeïsoleerde stoomafsluiter, of van 2 meter ongeïsoleerde stoomleiding of 4 paar ongeïsoleerde flenzen komt overeen met een verlies van 1.500 m3 aardgas per jaar. Het isoleren van ongeïsoleerde delen van het stoomleidingnet verdient zich over het 121 Wand en plafond van koelcel

goed isolerenDe basis-isolatie voor de wanden en het plafond van een koel- of vriescel bestaat uit geïsoleerd plaatmateriaal. Een effectieve en relatief eenvoudige methode om de isolatie van de wanden en het plafond van een koel- of vriescel dicht af te werken, is met PUR-schuim. De investering voor het isoleren van een wand of plafond van een

Gerealiseerd

122 Vloerisolatie in koel- en vriescel Twee soorten koel- en vriescellen kunnen op financieel aantrekkelijke wijze energie-efficiënter worden gemaakt door vloer-isolatieplaten aan te brengen van 6 cm dik, met een dampremmende dampremmende laag :-Een gemetselde koel-/vriescel zonder isolatie;

vervolgonderzoek nodig, mogelijke maatregel MJA4

124 Pas compartimentering van koel- en vriesruimten toe

Als een koel- of vriescel niet altijd volledig gebruikt wordt, kan het opsplitsen van de cel in verschillende compartimenten in overweging worden genomen. Dit maakt het mogelijk om alleen dat deel van de koel- of vriescel te koelen die op dat moment in gebruik is, met name als de opslagcel gebruikt wordt voor bijvoorbeeld

vervolgonderzoek nodig, mogelijke maatregel MJA4

Page 35: Energie Efficiency Plan 2013-2016

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 bijlage 1 BL-EH20122318 - 3 -

125 Regeling voor ontdooien van verdamper en condensor

Het energieverbruik benodigd voor het ontdooien van de verdamper in een koel- of vriescel, kan met 50% worden verlaagd door:- het ontdooien automatisch te starten op basis van de verdampertemperatuur. De investering voor deze regeling bedraagt EUR 1.000 tot 2.000 euro (waarbij soms 126 Voorkom isolatie van de

verdamper door ijsvormingDe ijsvorming op de verdamper van een koel- of vriescel kan volgens een protocol worden gemonitord. Als dan op tijd wordt ontdooid kan 3 tot 6 % worden bespaard op het energieverbruik benodigd voor de koeling.

127 Stoomgenerator versus stoomketel

Een stoomgenerator bestaat uit een verwarmingsspiraal, een brander, een voedingswaterpomp en een stoom/waterafscheider. De pomp stuwt het water door de verwarmingsspiraal waar het omgevormd wordt tot stoom. Het water wordt vervolgens afgescheiden en de stoom wordt naar de stoomverbruikers afgevoerd. De 128 Verwarming met heet water iplv

stoomGrote transportverliezen kunnen optreden als stoomketels centraal zijn opgesteld en het gehele bedrijf voorzien van stoom. De kosten van de energieverliezen vanwege lange stoomleidingen, kunnen worden afgezet tegen de kosten voor: - lokale stoomgenerator,129 Minigasturbine vóór stoomketel Een kleine gasturbine (30 -100 kWe) kan gecombineerd worden met een gasgestookte stoom- of verwarmingsketel. Een kleine gasturbine levert naast elektriciteit ook warmte (bij 30 kWe: circa 105 kWth). Met deze warmte kan de verbrandingslucht voor de gasbrander van de ketel worden voorverwarmd. Hierdoor 130 Reset naar optimale instelling In gebouwen moet regelmatig de ingestelde waarde voor setpoints worden getoetst tegen de geoptimaliseerde waarde. Het gaat daarbij om schakelklokken en temperatuur- en vochtigheidsinstellingen. In de loop der tijd kunnen bevoegde onderhoudsmonteurs, gebouwbeheerders en operators inefficiente veranderingen

reeds van toepassing

131 Omgekeerde osmose voor aanmaak ketelvoedingwater

Ketelvoedingswater wordt veelal onttrokken uit een grondwaterbron, en wordt daarna onthard om afzetting van calcium- en magnesiumzouten op de vuurgang en de pijpwanden te voorkomen. In plaats van de klassieke wateronthardingsinstallatie kan 'omgekeerde osmose' overwogen worden. In plaats van grondwater kan ook 132 Pas modulerende brander toe De klassieke manier om de warmte-afgifte van een brander te regelen is met een aan/uitregeling. Hierbij gaat energie verloren omdat de verbrandingskamer na elke regelstop moet worden geventileerd voordat de brander opnieuw wordt ontstoken. Als er relatief veel aan/uitschakelingen zijn terwijl de ketel nog heet is, dan gaat met het 133 Pas dry-low Nox

brandertechniek toeOm de NOx-uitstoot van een ketelinstallatie of gasturbine te reduceren, kan stoom of water worden geïnjecteerd. Een alternatief daarvoor is de Dry Low NOx-branders. Karakteristiek voor industriële DLN-branders en CV-DLN-branders is dat bij de voormenging van lucht en brandstof een "arm" gasmengsel tot stand komt waardoor 134 Pas automatische

lekdichtheidstest van brander toe

Aardgasgestookte stoomketels dienen op grond van de VISA voorschriften rookgaszijdig te worden geventileerd alvorens de brander automatisch ontstoken wordt. Hierbij dient minimaal een luchthoeveelheid te worden doorgevoerd die overeenkomt met het 5-voudige vuurhaardvolume. Als een ketel regelmatig 138 Rookgasklep bij CV-ketel Een klep in het rookgaskanaal voorkomt dat warme verbrandingsgassen die overblijevn in eenuitgeschakelde CV-ketel, natuurlijke trek op gang brengen, waardoor warmte verloren gaat uit het ketelhuis. Een dergleijke rookgasklep kan automatisch worden gesloten na het aflsaan van de CV-ketel. Een rookgasklep 139 Zuurstofregeling voor

brandstof/lucht verhoudingHet rendement van een (stoom)ketel wordt mede bepaald door de juistheid van de volumeverhouding brandstof/lucht. Als de temperatuur van de aangezogen lucht of als de calorische waarde van de brandstof fluctuert, kan de samenstelling van het brandstof/lucht mengsel gaan afwijken van het stoechiometrisch ingestelde setpoint. 140 Slimme aanzuig van

verbrandingsluchtEen vuistregel is dat elke stijging van 10 grad C van de verbrandingslucht, een besparing oplevert van 0,4% op het brandstofverbruik. Hier volgen twee slimme manieren om een verbrandingsproces van voorverwarmde verbrandingslucht te voorzien:141 Vrije koeling in plaats van

mechanischeVoor de luchtbehandelingkast van een klimatiseringsinstallatie is meestal een regelinstallatie aanwezig. Doorgaans kan deze eenvoudig worden aangepast om vrije koeling op basis van buitenlucht mogelijk te maken. Met de aanpassing van de regeling zal de koelinstallatie minder vaak en gedurende kortere perioden in bedrijf 142 Reinigen van koeler en

condensor van koel- en vriescellen

De luchtgekoelde condensor van een koelinstallatie bestaat doorgaans uit lamellen, die na verloop van tijd stoffig worden. De temperatuur en druk van de gehele koelcyclus stijgen daardoor zodat het rendement daalt. Daarom moet de condensor regelmatig worden schoongeborsteld of met vloeistof gereinigd. Bij koel- en

Is geregeld in onderhoudscontract

143 Retarders in plaats van economiser

Retarders zijn metalen spiralen die in de laatste trek (bundel pijpen) van een stoomketel worden aangebracht. Door turbulentie te creëren verlengen retarders de verblijftijd van de rookgassen en verbeteren zij de warmteoverdracht naar het pijpoppervlak. Bij een kleine ketel is een economiser in het rookgaskanaal financieel

NVT ivm stadsv. en WKO

144 Warmtekrachtkoppeling (WKK) WKK is het alternatief voor de traditionele gescheiden warmte en elektriciteitsproductie. Als elektriciteit én warmte beide tegelijktijd kunnen worden gebruikt, én de hoeveelheden kWh en GJ in balans met elkaar kunnen worden gerproduceerd, dan is de energiebeparing meer dan 100%, in vergelijking met

NVT ivm stadsv. en WKO

145 Benutting energie uit aardgasexpansie

Aardgas wordt met een druk van 40 bar via het distributienet getransporteerd naar industriële gebruikers. Bij de gebruiker wordt de druk gereduceerd naar enkele bars. Deze drukverlaging wordt meestal gerealiseerd door een smoorklep. Maar het is ook mogelijk om de druk af te laten over een gasexpansie-turbine of gasexpansie-motor

geen gas

148 Koelmethoden voor condensors In de condensor van de koelinstallatie vindt condensatie plaats, waarbij warmte wordt afgegeven aan de omgeving. Als de condensor met lucht wordt gekoeld is minimaal een temperatuurverschil van 15 grad C nodig tussen condensoroppervlak en luchttemperatuur. Door de condensor in een koele ruimte te plaatsen wordt de

WKO

149 Pas hoogrendement heaters toe Luchtverhitters die gebruikt worden voor ruimteverwarming, kunnen "direct" worden gestookt met aardgas of "indirect" van warmte worden voorzien uit een stoom- of warmwaternetwerk:- Het nieuwste type "directe" luchtverhitter heeft een hoog rendement en een

WKO en LTV

154 Isolatie van borstwering Een borstweringen is de wand tussen vloer en raam. Omdat vaak een radiator voor de borstwering is geplaatst, is isolatie belangrijk. Met een warmteschild van radiatorfolie kan een besparing worden bereikt van 15 Nm3 aardgas per m2 borstwering. Met glaswol is de besparing 5 tot 10 Nm3 aardgas per m! borstwering.

Reeds bij bouw meegenomen

158 Pas IR-stralers toe Met IR-stralers is het mogelijk om een behaaglijke temperatuur te creëren op de werkplek, onder een gehele ruimte te verwarmen. De stralingswarmte wordt opgewekt met een gloeiend branderoppervlak van een aardgasbrander, of met een door stoom/heetwater verhitte plaatradiator. Bij stralingsverwarming kan de 162 Betonkernactivering Betonkernactivering is een verwarmings- of koelingssysteem dat gebruik maakt van de gebouwmassa, meestal toegepast in de utiliteitsbouw. In de kern van de betonnen vloer of in het plafond (betonkern) zorgen watervoerende leidingen voor een constante temperatuur van de omringende massa. Een voorwaarde is dat er goede

reeds LTV met WKO, geen BKA

164 Pas passieve zonne-energie toe Bij passieve zonne-energie wordt het zonlicht zonder tussenkomst van mechanische hulpenergie direct of indirect benut. Een gebouw zelf wordt zodanig ontworpen dat zonlicht en zonnewarmte optimaal worden ingevangen, opgeslagen en gedistribueerd. De oriëntatie en de grootte van ramen, beschaduwing en zonwering,

geometrie staat vast

166 Pas automatische ontluchting toe

Bij een verdamperdruk kleiner dan 1 bar kan door penetratie van lucht in het koelsysteem een verslechtering optreden van de warmteoverdracht in de condensor. In dit geval stijgt de condensatietemperatuur en -druk en loopt het rendement van de koelinstallatie terug. Door toepassing van automatische ontluchting op de condensor

Page 36: Energie Efficiency Plan 2013-2016

bijlage 1

167 Efficiënte E-motor op ventilator Als de elektromotor van de verdamperventilator in een koel- of vriescel vervangen moet worden, dan is dat een geschikt moment om een hoogrendementmotor (IE2 of hoger) toe te passen. Naast de elektriciteitsbesparing ontstaat hierdoor ook minder warmte in de koel- of vriescel. Een hoogrendementventilator is rendabel als de

Apparatuur is vrij nieuw (dus reeds voldoende efficient

168 Stook op aardgas iplv olie of kolen

Olie- en kolengestookte ketels hebben vaak een relatief laag rendement, omdat ze ouder zijn dan 20 jaar en niet meer voldoen aan de stand der energiezuinige techniek. Gasgestookte ketels van het hedendaagse type hebben een rendemnt dat doorgaans 8 tot 13% hoger ligt dan van olie- en kolenketels, omdat ze uitgerust zijn 169 Warmteterugwinning uit

condensorwarmte van koelinstallatie

In de condensors van de koelinstallatie komt de in temperatuur verhoogde warmte uit de gekoelde ruimten vrij. Deze verpompte warmtehoeveelheid kan oplopen tot ongeveer drie keer het opgenomen elektrisch vermogen van de koelcompressor. Met behulp van water (tekst incompleet)

Reeds toegepast met de WKO

174 Nullast beperking Het nullastgebruik van een compressor of pomp (wel draaien, niet leveren) is 25-30% van het vollastvermogen. Het nullastverbruik kan woren beperkt door aanpassing van de regeling en/of door een betere afstemming van de compressor- of pompcapaciteit op het afnamepatroon.

reeds van toepassing

175 Koudebuffer voor koelinstallatie Om te anticiperen op hoge dagtemperaturen kan 's nachts koude worden aangemaakt en gebufferd door de koelinstallatie van het koel- of vrieshuis. Hiervoor is een intelligente regeling nodig of handmatig ingrijpen. In warme zomermaanden kan met deze werkwijze de daggemiddelde COP van de koelinstallatie worden 178 Tips voor energiezuinige

gebouwklimatiseringDoor het geïntegreerd optimaliseren van de verschillende gebouwinstallaties (verwarming, koeling en elektrisch) kan worden bespaard op energieverbruik:- Een ruimte die voorzien is van een eigen koelsysteem heeft vaak een eigen regeling in de ruimte zelf. Schakel het koelsysteem uit als de ruimte niet gekoeld hoeft te

Centraal geregeld

179 Vacuümpomp is energie-efficienter dan ejecteur

Voor de opwekking van vacuüm is naast de elektrisch aangedreven verdringerpomp, rootspomp of schroefcompressor, ook de kinetische pomp (ejecteur0 beschikbaar. Bij de ejecteur zorgt een zeer snel bewegende gas- of vloeistofstraal voor vacuum aan het begin van de straal. Hiervoor wordt meestal perslucht, stoom of water

installaties vrij nieuw

180 Optimaliseer rendement van vacuüminstallaties (algemeen)

Het rendement van een vacuüminstallatie kan op een van de volgende manieren worden verbeterd:- Een vacuümpomp is relatief storingsgevoelig. Een parameter die de storingsgevoeligheid veroorzaakt is condensatie van de damp in de vacuümpomp.

installaties vrij nieuw

181 Dimensioneer pompen op maat Vaak wordt een pomp of compressor of ventilator overgedimensioneerd, en draait deze in niet in het werkgebied met het hoogste rendement. Het verdient de voorkeur om met de ontwerpcapaciteit zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de praktische behoefte. Als dit niet kan dan kan men overwegen om meerdere kleine eenheden te

installaties vrij nieuw

182 Verlaging leidingweerstand Als de einddruk van een pomp of compressor of stoomsysteem tekort schiet, dan kan men in een voorkomend geval overwgen om iets met het leidingwerk te doen in plaats van met de pomp of compressor of de stoomketel. Mogelijkheden kunnen zijn:- aanleg van een parallelleiding,

vervolgonderzoek nodig, mogelijke maatregel MJA4

184 Optimaliseer circulatievoud in pompsysteem

Als het circulatievoud in een pompsysteem te hoog is, dan ontstaat onnodig elektriciteitsverbruik. Bovendien kan de hoge drukval in de pers- en zuigleiding ongewenst zijn voor het proces en voor de standtijd van de pomp. Aanbevolen wordt om vooraf te analyseren welk circulatievoud optimaal is voor het proces.

reeds van toepassing

185 Centraliseer of decentraliseer vacuümsysteem

Afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden heeft centralisatie of decentralisatie van het vacuümsysteem de voorkeur. Bij centralisatie wordt energiebesparing gerealiseerd doordat een grotere (centrale) pomp een hoger rendement heeft dan kleine (decentrale) pompen en bijkomend het 187 Beperk energieverbruik van

ventilatoren (algemeen)Het opgenomen vermogen van de ventilator is evenredig met het debiet en het drukverschil. De drukval over een filter beinvloedt dus het energieverbruik evenredig. Een groter filteroppervlak resulteert in een lagere drukval en in een lager energieverbruik. Daarnaast wordt het opgenomen vermogen beïnvloed door het

vrij nieuwe installaties

188 Ronde luchtkanalen i.pl.v. vierkante

Het drukverlies over een rond luchtkanaal is lager dan over een vierkant luchkanaal. Bovendien is de geluidsproductie geringer.

Bij bouw gerealiseerd

189 Passende dimensionering van elektromotor voorkomt nullast en deellast

Omdat een elektromotor voor een pomp of ventilator gedimensioneerd wordt op een maximale (tijdelijke) belasting, is veelal sprake van overdimensionering. Overgedimensioneerde elektromotoren hebben een lager rendement dan motoren die optimaal in hun werkgebied draaien, Dit leidt tot inefficiency in energieverbuik.

vervolgonderzoek nodig, mogelijke maatregel MJA4

190 Pas energiezuinige printers en kopieerapparaten toe

Enkele aandachtspunten bij keuze van kantoorapparatuur:• Kies voor energiezuinige kantoorapparatuur met een keurmerk Energy Star of GEEA (eisen zijn gelijk). De keurmerken hebben betrekking op het energieverbruik tijdens stand-by, maar niet op energieverbruik tijdens bedrijf. Met een eigen

Apparatuur is vrij nieuw en energiezuinig

192 Inzet van biogas iplv aardgas Het gebruik van biogas voor de productie van warmte, stoom of elektriciteit levert een directe besparing op de inzet van fossiele brandstoffen, zoals bijvoorbeeld aardgas. Biogas wordt geproduceerd met een vergistingsinstallatie of anaërobe waterzuivering. Met reiniging en ontzwaveling van het biogas verhoogt u de kwaliteit

Geen aardgas

193 Benut biomassa voor energie-opwekking

Organische reststromen, zoals hout- en groenteafval, zijn nuttig te gebruiken voor energieopwekking of voor hergebruik in de veevoederindustrie. De rentabiliteit van de verschillende opties zijn afhankelijk van de specifieke bedrijfsomstandigheden.

reeds WKO

194 Optimaliseer afgasdebiet-regeling van naverbrander

Een naverbrander zet de uitworp van koolwaterstoffen om in minder schadelijke emissies. Naverbranden kan zowel thermisch (temperatuur hoger dan 800°C) als katalytisch (temperatuur van circa 350°C) plaatsvinden. Een katalytische naverbrander is energetisch voordelig bij lagere concentraties brandbare

geen gasverbranding

196 Pas zonnepanelen of photovoltaïsche cellen toe (zonne-energie)

Een PV-systeem, of zonnepaneel, zet zonlicht om in direct bruikbare elektriciteit. Toepassing ervan levert een besparing op de inkoopkosten van elektriciteit en levert een bijdrage aan verduurzaming van de energievoorziening. Voor gebouwen wordt een netgekoppeld systeem toegepast.

buiten planperiode, op lange termijn mogelijk op dak

197 Plaats een windturbine, participeer in windenergieproject

Windenergie is elektriciteit die geproduceerd wordt met een windturbine. Of een windturbine succesvol kan worden geplaatst hangt direct samen met grootte van de turbine, de beoogde locatie van de turbine, en de financierings- en beheersstructuren.

niet rendabel

208 Pas gebouwisolatie toe Het isoleren van dak, muur, vloer, deur en/of beglazing bespaart 10-30% op het energieverbruik voor verwarmen en koelen van het gebouw. De hoogte van de besparing en de rentabiliteit van de investering is afhankelijk van de uitgangsituatie (bij renovatie) en het type isolatie. Het bouwbesluit stelt een minimum isolatiewaarde

reeds van toepassing

213 Verklein het glasoppervlak Het verkleinen van het glasoppervlak, met name wanneer er radiatoren voor staan, levert een besparing op het energieverbruik voor verwarming en koeling op van 10 - 25 m3/m2, ofwel tot 4% van het energieverbruik. Het glasoppervlak van een verwarmde ruimte levert van alle wanden de grootste verliespost op. Uiteraard moet

alleen bij nieuwbouw

215 Pas snelsluitende deuren toe voor gekoelde of verwarmde ruimten

Snelsluitende deuren bij bedrijfshallen en logistieke centra beperken de ventilatieverliezen en daarmee de warmteverliezen met 3 tot 8%. Ook zorgen de deuren voor een vermindering van eventuele tocht in de hal. Vervang strokengordijnen, vaste deuren of oudere automatisch sluitende deuren met

Bij bouw gerealiseerd

216 Verbeter of breng kierdichting aan bij deuren, ramen, spleten

Het dichten van kieren en spleten bij deuren en ramen, en bij doorvoeringen van leidingen door de gevel, bespaart 1-2% op het gasverbruik afhankelijk van de situatie. En het levert een beter binnenklimaat op door het verminderen van tocht. Met name in de winter verdwijnt veel warmte door spleten en kieren. Ramen en

Bij bouw gerealiseerd

Page 37: Energie Efficiency Plan 2013-2016

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 bijlage 1 BL-EH20122318 - 5 -

217 Verminder tocht met draaideur, tochtsluis, luchtgordijn

Met technische voorzieningen is het goed mogelijk om tocht via openstaande deuren te verminderen en zo het energieverlies te beperken èn het comfort te verbeteren. Via openstaande deuren en poorten verdwijnt een aanzienlijke hoeveelheid warmte uit het gebouw. Koude buitenlucht dringt via deuropeningen naar binnen, terwijl

Bij bouw gerealiseerd

218 Koude-/warmteverlies en Tochtafdichting bij geopende dockshelters

Via dockshelters waar geladen of gelost wordt kunnen forse tochtstromen optreden via de openingen langs de truck. Een flappenshelter of luchtkussenshelter vermindert deze tocht. Dit bespaart energie en verbetert het werkklimaat in de hal.De investering voor een flappenshelter is 1.500 euro, een luchtkussenshelter kost 219 Gebruik een geintegreerde

loopdeur voor de toegang van persoon tot industriehal

De meerprijs van een geintegreerde loopdeur in een industriele deur bedraagt circa ! 700,-. De besparing is sterk afhankelijk van de ligging (winddruk op gevel), binnentemperatuur en gebruikspatroon. Bij een verwarmde hal kan dat oplopen tot 2.000 m3 gas per jaar per deur. De gemiddelde terugverdientijd is tussen 1 en 4 jaar.220 Stel verlichtingsplan op voor

(ver)nieuwe(n) installatieIn een verlichtingsplan wordt een doelmatige en efficiente verlichting gedefinieerd voor alle ruimten in een gebouw. Hierbij wordt gerekend met de geldende verlichtingsnormen per gebruiksfunctie, de kleur van wanden en plafond, en de vermindering van de lichtopbrengst van lampen door veroudering en vervuiling. Voor

Van toepassing in oudste bouwdeel

221 Pas verlichtingsniveau aan op vereist niveau

Zorg voor het juiste verlichtingsniveau op de juiste plaats door werkplekverlichting toe te passen, en niet-juist geplaatste lampen uit te schakelen. Dit is interessant in kantoren en industriehallen waar de inrichting in de loop der tijd is veranderd, en in ruimten waar verscheidene typen werkzaamheden worden

verlichting vrij nieuw en HF

223 Verlaag de spanning van conventionele TL en SON verlichting

Door de spanning van de verlichtingsinstallatie te verlagen van 230 V naar 207 - 210 V, reduceert u het opgenomen vermogen en bespaart u 20 tot 30% energie. Deze maatregel is toepasbaar bij conventionele TL verlichting (met conventioneel voorschakelapparaat) en SON-verlichting (hoge druk natrium lampen), wanneer er 224 Pas energiezuinige

buitenverlichting toeHet toepassen van energiezuinige buitenverlichting levert x% energiebesparing. De investering is sterk afhankelijk van de keuze voor alleen lampvervanging of complete nieuwe armaturen.

Bij bouw gerealiseerd

225 Toepassen hoogfrequente verlichting

Hoogfrequente TL-verlichting is een energie-efficiente verlichtingstechniek, zeer geschikt voor toepassing in de industrie, leverbaar in verschillende combinaties lamp, armatuur en regeling. Andere technieken als metaalhalegonide lampen en de LED-lamp bieden in een aantal gevallen een alternatieve keuze.

Bij bouw gerealiseerd

227 Breng daglichtschakeling aan op buitenverlichting en reclame verlichting

Het schakelen van de buitenverlichting en de reclameverlichting op basis van daglicht, aanwezigheid en/of tijd levert goede besparingen op, en voorkomt eventuele lichthinder. Verlichting automatisch uitschakelen bij voldoende daglicht (lichtsensor), of afwezigheid van mensen (bewegingssensor) levert een besparing op energie. Met

Bij bouw gerealiseerd

228 Pas daglichtafhankelijke regeling toe

Daglichtafhankelijke schakeling (EVSA+sensor) levert rendabele besparingen op het elektriciteitsverbruik voor verlichting. De verlichting bij raampartijen, dakkoepels en lichtstraten is automatisch dimbaar tot 10% van de lichtsterkte waarna de verlichting wordt afgeschakeld. De sensoren zijn

Bij bouw gerealiseerd

230 Pas aanwezigheidsdetectie toe Aanwezigheidsdectectie in kantoorruimten, bedrijfsruimten en magazijnen levert een aantrekkelijke besparing op van 10 tot 25% op het energieverbruik voor verlichting.Aanwezigheidsdetectie schakelt in ruimten waarin regelmatig geen personeel aanwezig is automatisch de verlichting uit en/of dimt deze tot 10%. Sensoren meten

Bij bouw gerealiseerd

232 Pas infrarood sensoren op terreinverlichting toe

Het automatisch aan/uit-schakelen van de terreinverlichting buiten werktijd levert energiebesparing op en vergroot de veiligheid. Buiten werktijd kan de terreinverlichting uit. Gecombineerd met bewegingsdetectie die de verlichting inschakelt zodra zich iemand op het terrein begeeft, ontstaat er een

Gekozen voor permanente verlichting van de terreinen i.v.m. Veiligheid

235 Pas in gekoelde ruimtes LED-verlichting toe

LED lampen leveren in gekoelde ruimten 40% tot 80% besparing op, gaan lang mee, en leveren een extra besparingsvoordeel door de geringe warmteproductie.Er zijn LED-lampen beschikbaar voor TL-armatuur (ongeveer 75 euro per stuk) en voor gloeilamparmaturen (kosten ongeveer 15 euro). Er komen steeds meer

Lange TVT

236 Efficientere reclameverlichting met LED

LED verlichting leent zich goed voor energiezuinige reclameverlichting. De kosten bedragen ongeveer 200,- euro per strekkende meter LED-verlichting. De meerinvestering voor een logo bedraagt 200 tot 400 euro. LED biedt daarbij veel nieuwe mogelijkheden. De besparing kan worden bepaald door het aantal branduren 238 Stem materiaalkeuze af op

duurzaam bouwenWanneer u nieuwbouw plannen heeft of wilt renoveren maakt u dan een analyse van de milieubelasting van de te gebruiken materialen en kies vervolgens voor minder milieubelastende materialen. Overweeg daarbij uit oogpunt van duurzaamheid ook het hergebruiken van gebouwdelen en materialen op de plaats zelf.

Bij bouw gerealiseerd

243 Installeer systeem voor gebruik van regenwater

Hemelwater van schone daken is een goed product om direct in te zetten voor wasplaats, wasstraat, toiletspoeling, tuinbesproeing en minder kritische reinigingsprocessen. Als grondstof is het inzetbaar voor demiwater. Breng de waterbehoefte in kaart en geef aan waar de reinigingsstappen en de minder kritische

Onderzoeken, in kader van duurzaamheid

244 Loos koelwater op oppervlaktewater in plaats van op riool

Door het koelwater in plaats van op het riool op het oppervlaktewater te lozen bespaart u energie en afvalwaterkosten.Bij koelwater is geen sprake van een vervuilingsgraad, waardoor lozing op het riool niet nodig is. Door het koelwater op het oppervlaktewater te lozen, bespaart u energie 245 Registreer het waterverbruik van

de koeltorenRegistreer het waterverbruik van de koeltoren ter indicatie van het functioneren van de koeltoren.De waterverbruikscijfers geven naast energie- en chemicalienverbruik een indicatie voor het al of niet goed functioneren van de koeltoren. Controle op instellingen zoals 246 Hergebruik afvalwater na

zuivering tot vereist niveau en zoek potentiele afnemers

Bespaar op water- en energiekosten door eenmalig gebruikt afvalwater te reinigen en te hergebruiken.

Het afvalwater wordt na het waterzuiveren niet naar het riool of oppervlaktewater

Onderzoeken, in kader van duurzaamheid

247 Pas warmteterugwinning toe op afvalwater

Afvalwater afkomstig van een proces heeft veelal een hogere temperatuur dan de omgeving. Door warmte terug te winnen wordt energieverlies voorkomen en kan elders in de fabriek energie worden bespaard. Nadeel is dat de restwarmte meestal beschikbaar is op een overwegend laagwaardig temperatuurniveau. En het

hoeveelheid afvalwater beperkt om interessant te zijn

248 Ontvochtig toevoerlucht in koel en vriescellen

Het ontvochtigen van verse lucht in een koelcel vermindert rijpvorming op de verdampers en verlaagt daarmee het energieverbruik van de koelcompressor en ontdooielementen op de verdamper. Verdampers in een koelcel worden periodiek ontdooid om rijp (ijs) te verwijderen. Rijp op de verdampers zorgt voor een hoger 249 Herstel stoomlekkages direct en

vermijd stoompluimenStoomlekkages aan afsluiters, veiligheden of peilglazen leiden tot onnodig energieverlies van 1% tot 2% van het gasverbruik. Zo leidt een lek van 3 mm bij 8 bar tot een verlies van 20-30 kg stoom per uur. Reparatie van elk lek op korte termijn is de meest economische oplossing en heeft een terugvedientijd van 0 tot 1 jaar.250 Pleeg onderhoud aan

condenspotten, vervang ze tijdig, en kies juiste type en plaats in condensaatnetwerk

Goed onderhoud en het tijdig vervangen van condenspotten bespaart 1% tot 5% energie. Controleer condenspotten op lekkages, vervang ze indien nodig, en zorg voor regelmatige reiniging van de filters. En controleer of de condenspotten bijvoorbeeld na aanpassingen van een stoomverbruiker nog van het juiste type zijn 251 Hergebruik condensaat Hergebruik van condensaat is veelal aantrekkelijk met besparingen tot 5% en terugverdientijden van 1 tot 8 jaar. De warmte-inhoud van condensaat is vaak groot, afhankelijk van de druk van de stoom waaruit het condensaat afkomstig is. Bij gesloten stoomtoepassingen kan condensaat worden hergebruikt op voorwaarde 252 Splits stoomnet in hoge en lage

druknet, en benut hogedruk flashstoom

Splits uw hoge druk stoomnet in een HD- en LD-stoomnet. Besparingen tot 5% zijn mogelijk met een terugverdientijd van 5 tot 10 jaar.De benodigde stoomdruk wordt bepaald door de hoogste benodigde stoomdruk van een verbruiker. Wanneer andere verbruikers kunnen functioneren met een lagere

Page 38: Energie Efficiency Plan 2013-2016

bijlage 1

253 Kies efficiënte luchtbevochtiging Efficiënte luchtbevochtiging biedt besparingsmogelijkheden tot 10%. Onderzoek eerst welke precieze eisen m.b.t. luchtvochtigheid (en temperatuur) door de gebruikers worden gesteld. In lang niet alle gevallen is luchtbevochtiging nodig. In bijvoorbeeld kantooromgevingen is het veelal een overbodige luxe. Bevochtig alleen daar waar 255 Pas een wadi en/of buffervijver

toeHemelwater is prima inzetbaar voor reinigingsprocessen waar lage eisen aan de waterkwaliteit worden gesteld, zoals bijvoorbeeld toiletspoelingen. Omdat vraag en aanbod niet overeenstemmen is buffering nodig. Dit kan prima in de vorm van vijvers. Bij begroeide vijvers (wadi's) kan aan het hemelwater zelfs organisch vervuild water 256 Membraanfiltratie bronwater

versus ionenwisselingWaterontharding met ionenwisseling van bronwater met lage concentraties (< 0,5 g/l) is energie-efficienter dan ontharden met membraanfiltratie. Membraanfiltratie (omgekeerde osmose, nanofiltratie en dialyse) is een technologie voor ontharding, waarbij veel pompenergie benodigd is. Ionenwisseling is een manier 257 Breng individuele watermeters

aan bij gebruikers in een gebouw

Breng pulsgevende watermeters aan in het leidingnetwerk bij grote waterverbruikers, per bouwdeel of per verdieping. U kunt daarbij tevens een hoofdwatermeter met lekdetectie installeren. Door alle meters aan te sluiten op een (gebouw)beheerssysteem, wordt het waterverbruik en de kosten inzichtelijk, waarna

Het grootste deel van waterverbruik wordt veroorzaakt door gebruik sanitair. Deze zijn voorzien van waterbesparende kranen en stortbakken

258 Regel radiatoren waterzijdig in Met het waterzijdig inregelen van radiatoren is 2% tot 6% energie te besparen met een terugverdientijd van 1 tot 4 jaar. Bovendien verbeterd het comfort in de verwarmde ruimten door de gelijkmatiger warmteafgifte in het gebouw.Sinds de intrede van de cv-pomp wordt het water op pomp-druk verschil door de 260 Pas doorstroombegrenzers en

spoelonderbrekers toe op tappunten

Door het plaatsen van doorstroombegrenzer en spoelonderbreker kunt u besparen op het water- en energieverbruik van kranen en douches (warm watertappunten) en toiletten en urinoirs. De doorstroombegrenzer beperkt het aantal doorstromende liters water, zonder dat dit ten koste gaat van het comfort.

Bij bouw gerealiseerd

262 Pas frequentieregeling toe op pompsystemen

Door pompen uit te rusten met toerenregeling (frequentieregeling) is 5% tot 65% energiebesparing te realiseren met een terugverdientijd van 1 tot 8 jaar. Bij een variaties in de vraag en bedrijfstijden vanaf 1.000 -1.500 uur per jaar is toepassing al veelal rendabel.

Bij bouw gerealiseerd

263 Pas frequentieregeling op vacuümsysteem toe

Door pompen van vacuumsystemen uit te rusten met toerenregeling (frequentieregeling) is 5% tot 20% energiebesparing te realiseren met een terugverdientijd van 2 tot 8 jaar. Bij een variaties in de vraag en bedrijfstijden vanaf 1.000 -1.500 uur per jaar is toepassing al veelal rendabel. 264 Breng toerenregeling op

koelinstallatie aanDoor een koel- of persluchtcompressor uit te rusten met toerenregeling (frequentieregeling) is 5% tot 30% energiebesparing te realiseren met een terugverdientijd van 1 tot 7 jaar. Bij een variaties in de vraag en bedrijfstijden vanaf 1.500 uur per jaar is toepassing al veelal rendabel.

reeds van toepassing

265 Regel condensorventilatoren Een toerentalregeling zorgt voor een optimaal "ventilatiedebiet" bij een minimaal energieverbruik. Door een ventilator uit te rusten met toerenregeling (frequentieregeling) is 5% tot 60% energiebesparing te realiseren met een terugverdientijd van 0 tot 6 jaar. Het elektriciteitsverbruik van een ventilator met 266 Pas softstarters toe Softstarters begrenzen de aanloopstroom van aandrijvingen. In combinatie met goed gedimensioneerde motoren besparen zij tot 5% aan energie. Elektromotoren die de aandrijving verzorgen van systemen met een hoog aanloopkoppel (zoals transportbanden) of vaak in en uit schakelen (zoals ventilatoren

Frequentiegestuurde LBK's of startdriehoek

267 Vervang gelijkstroommotoren door frequentiegeregelde draaistroommotoren

De kosten van vermogenselektronica zijn dermate gedaald ten opzichte van gelijkstroomomvormers dat de toepassing van gelijkstroommotoren op een uitzondering na niet meer rendabel zijn. De totale investering is afhankelijk van het vermogen van de motor en regeling. Besparingen tot 5% met een terugverdientijd

Bij bouw gerealiseerd

268 Activeer powermanagement bij kantoor- en ICT-apparatuur

Een mogelijkheid om het energiegebruik van kantoorapparatuur te beperken is de toepassing van powermanagement. Systeemonderdelen worden automatisch uitschakelt als een apparaat (b.v. een beeldscherm) gedurende een bepaalde tijd niet actief wordt gebruikt. ICT-apparatuur, en waar van toepassing de

Gerealiseerd

269 Breng schakeling ventilatie aan (algemeen)

Schakelen ventilatie naar behoefte, hiervoor zijn diverse mogelijkheden: ! een tijdschakelaar (bijvoorbeeld avond- of weekendschakelaar of overwerktimer);! gekoppeld aan de verlichting;! een bewegingssensor;

Gerealiseerd

270 Breng een regeling van de ventilatiehoeveelheiden aan en optimaliseer de regeling ventilatiesysteem aan de hand

Ventileer het gebouw naar behoefte en gebruikstijden: zorg ervoor dat ruimten die niet in gebruik zijn, of niet geventileerd hoeven te worden een beperktere ventilatie hebben (indien mogelijk, let op de relatieve luchtvochtigheid!). Gedurende de nachtperiode is er geen personeel in het gebouw aanwezig. Luchtverversing in de

Gerealiseerd en gemonitord via gebouwbeheersysteem

271 Breng schakelklokken aan (warmtapwater)

Warmtapwatersystemen met boilers, circulatiesystemen of close-in boilers hoeven niet de hele week stand-by te staan als 's nachts en in de weekends er geen gebruik van wordt gemaakt. Door toepassing van een eenvoudige schakelklok kunt u aanzienlijk op de stilstandsverliezen besparen. Bij circulatiesystemen leidt dit tevens

Gerealiseerd met tijdklokken op de boilers

272 Perslucht uit buiten gebruikstijd Een geschikte schakelklok kost 200 tot 300 euro inclusief plaatsing. Afhankelijk van het aantal uren per jaar dat de persluchtcompressor kan worden uitgeschakeld en het nullastverbruik (tijdens sluitingstijd) kan de energiebesparing oplopen tot 10% van het jaarlijks energieverbruik. Terugverdientijd is 1 tot 4 jaar.273 Schakel apparatuur bij stilstand,

stand-by en buiten werktijd uitSchakel apparatuur die u niet gebruikt uit. Zorg voor een optimale planning, zodat apparatuur niet onnodig lang aanstaat. Het onnodig laten aanstaan van apparatuur bespaart circa 5% tot 15% van het elektriciteitsgebruik in gebouwen. Aan het handmatig aan- en uitschakelen zijn geen materiele kosten verbonden, maar

Gerealiseerd

274 Voorzie het koelnet van zoneafsluiters

Het aanbrengen van zones in het leidingnet maakt het mogelijk delen van het koelsysteem af te sluiten die op dat moment niet in gebruik zijn. Een afdeling waar tijdelijk geen koeling nodig is (bijvoorbeeld één afdeling zonder ploegendienst) kan dan worden afgesloten zodat er geen onnodig verbruik optreedt. Het gebruik van de 275 Schakel koelmachine volgens

gebruikstijden en buitentemperatuur

De koelgroep kan het beste uitgeschakeld (of teruggeregeld) worden als er geen vraag naar koeling is. Dit is afhankelijk van gebruiks- of bedrijfstijden.

Zomer/winter bij (gebouw)klimatisering: de koelgroep kan het gehele jaar 276 Reduceer de draaiuren van pompen en motoren

De inschakeling van pompen en motoren dient afhankelijk te zijn van gebruiks- en bedrijfstijden. Hiermee wordt voorkomen dat er onnodig verbruik optreedt in bijvoorbeeld nacht- of weekendsituaties. Uitschakeling of terugregeling kan handmatig gebeuren. Als blijkt dat de motoren regelmatig onnodig ingeschakeld zijn

Gerealiseerd

277 Plaats tijdschakelaar op elektrische verwarming

Elektrische verwarming kan zinvol zijn als voor een lokatie een gasleiding ontbreekt. In dat geval is een goede tijdschakelaar gewenst om onnodig verwarmen en hoge kosten te voorkomen. Terugverdientijd tussen 1 en 5 jaar.

278 Optimaliseer de instellingen van de schakelklokken van airconditioning

Indien de airconditioning is geplaatst op een tijdklok, is het van belang deze klok zo optimaal mogelijk in te stellen. Optimaal betekent dan dat de airconditioning niet al geruime tijd voor werktijd inschakelt of op een moment dat er nog geen koelbehoefte is. Het is tevens van belang het moment van uitschakelen nauwkeurig in te stellen.

Wordt regelmatig nagelopen

279 Stel nacht/weekend-verlaging in Buiten werktijd kunt u de ruimtetemperatuur verlagen met intelligente schakelklokken. Met een nacht- en weekendverlaging bespaart u energie. Een juiste nachttemperatuur is belangrijk: als algemene regel geldt: hoe lager hoe meer energie er wordt bespaard. Of dit werkelijk kan hangt af van de gebruikers: zijn er produkten

Gerealiseerd

281 Plaats sensor op lopende band om leegloop te voorkomen

Lopende band systemen zijn een vast onderdeel bij bedrijven voor een efficiënt intern transport. Door het plaatsen van een sensor is het mogelijk om bij pauzes of bij storingen automatisch de band tijdelijk stil te zetten, zodat energieverlies beperkt wordt.

Page 39: Energie Efficiency Plan 2013-2016

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 bijlage 1 BL-EH20122318 - 7 -

282 Plaats overwerktimers voor verwarming

Een overwerktimer is een eenvoudige en goedkope tijdklok om uw verwarming langer door te laten branden. Het grote voordeel is dat na verloop van de ingestelde tijd de verwarming automatisch weer naar de nachtstand schakelt. Hierdoor wordt voorkomen dat de verwarming elke keer automatisch op dagstand staat, of dat deze

Gerealiseerd

283 Schakel verdamperventilatoren uit bij uitgeschakelde koelcompressor

Schakel bij vrieshuizen de verdamperventilatoren automatisch uit te schakelen bij een uitgeschakelde koelcompressor.Hiervoor moet een tijdvertraging worden aangeschaft. De kosten voor de tijdvertraging liggen tussen de 100 en de 250 euro. De besparing is afhankelijk van 284 Sluit stoomnet af bij einde

werktijdHet afsluiten van het stoomnet aan het einde van de werktijd voorkomt onnodig energieverlies in het leidingnet gedurende de nacht en het weekeinde. Energieverlies treedt op als gevolg van warmteverlies en eventuele kleine lekkages. Besparing tot 5%.285 Automatische deuren in de

winter als tochtsluis gebruikenHet tijdig in de winterstand zetten van de automatische schuifdeuren van de tochtsluis, brengt geen extra kosten met zich mee (valt onder good housekeeping). De besparing is sterk afhankelijk van de grootte en de hoogte van het gebouw. Besparingen van 500 tot 5.000 m3 aardgas per jaar zijn haalbaar. De gemiddelde 286 Pas schakelklokinstellingen aan Schakelklokken van bijvoorbeeld verlichting, ventilatoren, ruimtekoeling en centrale verwarming worden meestal een keer (bijvoorbeeld door de installateur) ingesteld en verder wordt daar nooit meer naar gekeken. Zelfs aanpassing voor zomer-/ wintertijd wordt vaak overgeslagen. Daarom is het goed om af en toe eens te controleren of de

Wordt regelmatig nagelopen

287 Plaats schakelklokken op kantoorapparatuur

Plaats schakelklokken op kantoorapparatuur als kopieerapparaten, koelkasten, frisdrank-, koffie- en andere automaten. Terugverdientijden van 1 tot 2 jaar, bij ! 25 tot ! 50 per klok. Kopieerapparaten.

apparatuur schakelt vanzelf naar E-zuinige stand

288 Condensortemperatuur laten varieren met buitentemperatuur

Door de condensortemperatuur te laten varieren met buitentemperatuur is een C.O.P. verbetering van 30% is haalbaar.Dit kan handmatig, of elektronisch (condensordrukregeling). Veel koelsystemen hebben een vast setpoint van 35°C buitentemperatuur voor de condensor. In 289 Pas elektronisch expansieventiel

toe in plaats van conventioneelElk koelsysteem is voorzien van een expansieventiel, dat nodig is om druk en temperatuur te regelen. In de meeste systemen is dit een thermostatisch expansieventiel. Het regelgedrag van dit type ventielen wordt niet optimaal gecorrigeerd bij veranderende procesomstandigheden, waardoor de energie-290 Vermijd zuigdrukregelingen Het gebruik van zuigdrukregelingen in een koelsysteem moet vermeden worden. Indien er meerdere koudegebruikers aanwezig zijn, die op verschillende drukken en temperatuur werken, moeten separate koelsystemen in overweging worden genomen in plaats van een centraal koelsysteem met zuigdrukregelingen. Besparingen van 5% 291 Verlaag druk of verfijn

drukregeling van stoomketelStem de keteldruk af op de energievraag. Hoe lager de druk, hoe lager de energieverliezen. Besparingen tot 5% zijn mogelijk.Ga na bij welke laagste stoomdruk de aangesloten apparatuur nog goed werkt. Beperk het verschil tussen de maximale en de minimale stoomdruk waarop de 292 Installeer

gebouwbeheersysteemEen gebouwbeheerssysteem is een systeem die de verschillende energetische en gebruiksfuncties van het gebouw kan besturen. Ze zijn er in verschillende soorten: van een eenvoudig systeem waarmee u de regelingen van de centrale verwarming op afstand kunt besturen, tot een uitgebreider systeem die de techniek in het hele

Gerealiseerd

293 Integreer regeling van koelcellen bij gebouwbeheerssysteem

Het is mogelijk om de regeling van koelcellen samen te voegen bij het gebouwbeheerssysteem. Dit maakt het beheer van deze installaties gemakkelijker en overzichtelijker, waardoor instellingen van alle installaties meegenomen worden.

Gerealiseerd

295 Pas PLC toe voor besturing van koelinstallatie

Bij bestaande koelinstallaties worden de verschillende onderdelen soms afzonderlijk geregeld. Door het gehele koelsysteem van een centrale regeling te voorzien middels een PLC (Programmable Logic Controller) kan de regeling geoptimaliseerd worden. Nieuwere koelinstallaties zijn veelal voorzien van een PLC-besturing. Aanvullend

reeds van toepassing

296 Pas PLC- of energiemanagementregeling toe voor besturing van persluchtcompressoren

Met een PLC wordt op ieder moment de optimale combinatie van compressoren ingeschakeld. Besparingen tot 30% zijn mogelijk.Tijdens nullast vraagt een compressor nog circa 20-30% van het vollastvermogen zonder perslucht te leveren. Met name wanneer er meerdere compressoren 297 Pas enthalpieregeling toe op

ventilatiesystemenMet een enthalpieregeling op de ventilatielucht wordt de warmteinhoud tussen de aangevoerde buitenlucht en de retourlucht gemeten. Wanneer de retourlucht minder warmte bevat dan de buitenlucht wordt naar een minimum buitenluchtaandeel teruggeschakeld. Hiermee wordt onnodig koelen voorkomen. Investering, besparing

Wel warmtewiel

299 Zorg voor juiste instelling van bevochtiging, en schakel zo mogelijk uit.

Onnodig bevochtigen kost onevenredig veel energie. Het juist instellen van de bevochtigingsgraad op de behoefte kan veel energie voor gebouwklimatisering besparen. Hierbij is het goed instellen van de gebruikstijden ook van belang. Indien relatieve vochtigheid geen binnenklimaateis is kan beter niet 300 Pas centrale bediening op

heaters (luchtverhitters) toeMet het centraliseren van de bediening van de ruimteheaters (luchtverhitters) kan het beheer van de installaties verbeterd worden en daarmee kan 5% tot 25% energie bespaard worden.

Gerealiseerd

301 Optimaliseer instellingen klimaatbeheersing

Met het optimaliseren van de instellingen van de klimaatbeheersing is 1% tot 10% energie te besparen. Het optimaliseren betreft het instellen van de setpoints van temperatuur, luchtvochtigheid en ventilatiebehoefte. Stel de temperatuur- en luchtvochtigheidsgrenzen (indien van toepassing) zo ruim mogelijk in. Een te krappe

Gerealiseerd

302 Stel juiste ruimtetemperatuur in, voor overdag en nacht.

Zorg voor een juiste instelling van de ruimtetemperatuur overdag en 's nachts en bespaar tot 10% energie.Elke graad temperatuurverlaging is ca. 6 % besparing op energie voor ruimteverwarming. Een goed overwogen keuze maken is dus belangrijk. De beste

Gerealiseerd

306 Verlaag stookgrens van fancoil units (ventilatorconvector)

De naverwarming met fancoils (fancoils) gebeurt optimaal bij een zo laag mogelijke temperatuur. Deze is meestal per ruimte in te stellen. De besparing is uiteraard afhankelijk van de aangetroffen afwijkingen en ligt tussen 5 en 10% van het jaarlijkse gasverbruik. De gemiddelde terugverdientijd is 0 tot 1 jaar.309 Voorkom gelijktijdig koelen en

verwarmen ("dode zone")De verwarming en het koelsysteem mogen niet tegelijkertijd aangeschakeld staan. Dit kan gebeuren als één van beide installaties niet goed staat ingesteld of - in een luchtbehandelingskast - als er voor zowel de verwarming als de koeling een aparte regelaar wordt gebruikt, die niet met elkaar communiceren. Een goede afstelling,

reeds van toepassing via GBS

310 Optimaliseer ontdooicyclus door regeling op bloktemperatuur

Het ontdooien op vaste tijden heeft tot gevolg dat er veelal te lang en te vaak ontdooid wordt. Door een ontdooibeëindiging op basis van bloktemperatuur toe te passen wordt voorkomen dat onnodig extra warmte in de verdamper/cel gebracht wordt. Besparing tot 5% van het elektriciteitsverbruik voor koelen met een

reeds aanwezig

314 Pas een automatische temperatuurcorrectie toe bij toevoer verbrandingslucht

Met toepassing van automatische temperatuurcorrectie op de verbandingslucht wordt een continue luchtovermaat geborgd en is 1% tot 2% energie te besparen.Wanneer de temperatuur van de verbrandingslucht varieert bijvoorbeeld door voorverwarmen met een wisselende hoeveelheid warmte, kan een automatische 315 Pas thermostatische mengkraan

toe voor warm tapwaterHet gebruik van thermostatische mengkranen verhoogt het comfort en geeft direct de juiste watertemperatuur aan het warm tapwater. De toepassing van thermostatische verdeelkranen is vooral bij het gebruik van meerdere warmwatertappunten economisch aantrekkelijk.

reeds aanwezig

316 Verlaag temperatuurinstelling warm tapwater (nooit lager dan 60 ºC)

Een temperatuurinstelling van 90 C voor warmtapwater zal meer energie verbruiken dan een temperatuurinstelling van 70 C. Stel de warmtapwater daarom optimaal, maar zo laag als mogelijk, in. Houd er echter rekening mee dat deze temperatuur nooit beneden 60 C mag worden ingesteld, in verband met de mogelijke vorming van

Gerealiseerd

Page 40: Energie Efficiency Plan 2013-2016

bijlage 1

317 Koeltemperatuur regelen op basis van gekoeld producttemperatuur

Door de koeltemperatuur te regelen op basis van de gekoeld producttemperatuur slaat de koelcompressor minder vaak aan.De kosten voor de tijdvertraging zijn ongeveer 150 euro. De investeringskosten van een verplaatsbare temperatuursensor liggen rond de 500 euro. Door minder 318 Verhoog de koeltemperatuur op

basis van maximaal toegestane producttemperatuur

Met elke graad verhoging van de verdampertemperatuur is een energiebesparing van circa 1% van het energieverbruik van de compressor te realiseren. Maximale besparingen tot 5% zijn mogelijk met een terugverdientijd korter dan 1 jaar.Machinefabrikanten en soms ook procesengineers schrijven veelal een 319 Optimaliseer stook- en koellijn Het is raadzaam om vooral de eerste weken na het bijstellen van de stooklijn goed de binnentemperatuur in de gaten te houden. Indien nodig kan dan de stooklijn weer iets worden bijgesteld tot de juiste binnentemperatuur is bereikt. Het goed instellen van de stooklijn levert een besparing van ongeveer 5 %. In het voor- en najaar kan met

reeds aanwezig

320 Breng optimaliseringregeling op CV aan

Een tijdklok van een cv-regeling schakelt de installatie in, zodat het gebouw op tijd op temperatuur is. Dit gebeurt onafhankelijk van de buitentemperatuur. Hierdoor slaat de verwarming als het buiten niet zo koud is dus te vroeg aan. Het gevolg hiervan is dat in het najaar en het voorjaar het gebouw vaak te vroeg warm is. Een 321 Weersafhankelijke regeling voor

verwarmingMet een weersafhankelijke voorregeling (WAR) kunt u circa 1% tot 5% besparen op uw gasrekening. Een weersafhankelijke voorregeling zorgt ervoor dat de temperatuur van het aanvoerwater van de cv-installatie wordt afgestemd op de buitentemperatuur. Het cv-water moet (mede afhankelijk van de totale installatie) bij strenge vorst ca.

reeds aanwezig

324 Pas een cascaderegeling toe op de ventilatoren

Het gasverbruik ten behoeve van de opwarming van ventilatielucht is evenredig met de hoeveelheid nettto toegevoerde lucht. D.w.z. minus eventuele recirculatie en/of warmterugwinning. Het aanpassen van de hoeveelheid naar behoefte levert 's winters een gasbesparing op. De behoefte kan gemeten worden middels sensoren (CO2, 325 Pas volgordeschakeling toe op

koelmachinesBij een koelgroep met meer dan 1 compressor is het verstandig een volgorde- of cascaderegeling toe te passen waarmee 1% tot 10% energie bespaard kan worden.Met deze volgorde- of cascaderegeling kan de inschakeling van compressorcapaciteit beter worden afgestemd op de de actuele belasting en wordt 326 Koppeling van condensors bij

deellast als toevoering op cascaderegeling

Koppeling van condensors bij deellast kan tot 10% energie besparen. Bij veel koelinstallaties heeft elke compressor zijn eigen condensor. Bij afnemende koudevraag wordt met behulp van een cascaderegeling steeds een volgende compressor (met bijbehorende condensor) afgeschakeld. Door de dan nog draaiende 329 Pas meerdere kleine ketels toe

in plaats van één grote met cascadeschakeling en eventueel een smoorklep

Het is mogelijk om i.p.v. één grotere CV-ketel meerdere ketels in "cascade" te schakelen. Hierdoor is het mogelijk om hetzelfde verwarmingsvermogen te installeren voor vaak minder kosten. Elektronica zorgt ervoor dat alles optimaal wordt geregeld. Informeer bij uw installateur voor de mogelijkheden. Als u twee 331 Vermijd standby verliezen van

ketelIndien een bedrijf meerdere ketels heeft, wordt vaak uit veiligheidsoverwegingen een ketel warm ´stand-by´ gehouden. Uit energetische overwegingen dient dit ´stand-by´ echter zoveel mogelijk te worden vermeden. Het energieverlies bedraagt in die gevallen vaak circa 1% tot 3% van de capaciteit. Voor een stoomketel met een 332 Schakel compressor uit die

geen perslucht levertSchakel een persluchtcompressor uit wanneer dat kan in plaats van stand by te laten draaien, en bespaar 2% tot 4% energie. Een compressor die niet wordt gebruikt, maar wel standby staat, zal in de regel regelmatig aanschakelen om het compressorvat op druk te houden. Ook al is er geen 333 Sluit persluchtleiding of machine

afSluit persluchtleiding of machine af bij stilstand en bespaar tot 5% energie.Een compressor die onnodig aanstaat verbruikt altijd energie, ook als er geen vraag naar perslucht is. Door afsluiting van specifieke leidingsecties of machines is lekverlies in het afgesloten gedeelte te voorkomen, bijvoorbeeld bij stilstand, 334 Ventilator koelcel automatisch

uit bij open deur of bij uitgeschakelde compressor

Schakel de ventilator van de koelcel automatisch uit bij het openen van de deur of bij uitgeschakelde compressor.De investering voor het automatisch uitschakelen van de ventilator bij een open deur bij koel- en vrieshuizen bedraagt 100 tot 300 euro per cel. De besparing is afhankelijk

vervolgonderzoek nodig, mogelijke maatregel MJA4

335 Schakel verwarming uit bij openen haldeur.

Schakel de verwarming automatisch uit bij geopende deuren in sluizen en/of hallen.De blokkering van de verwarming levert een energiebesparing van 100 - 500 m3/m2 deur per jaar; ofwel circa 5% van de energie voor verwarming. De blokkering kost ! 250 per stuk. De terugverdientijd is 1 tot 5 jaar.336 Voorzie dakafzuigventilatie van

zelfsluitende vlinderklepMet een zelfsluitende vlinderklep in de mechanische ventilatie is bij het uitschakelen van de ventilatie (bijvoorbeeld tijdens nacht) ook de natuurlijke ventilatie geminimaliseerd, waardoor warmteverlies verminderd.

vervolgonderzoek nodig, mogelijke maatregel MJA4

337 Breng een pompschakeling (of toerenregeling) aan op CV-pomp

Door met een pompschakelaar de circulatiepomp (na een bepaalde nadraaitijd) uit te schakelen, wanneer er geen warmtevraag is, bespaart u 5% tot 10% energie. Hierdoor wordt het aantal draaiuren van de pompen sterk gereduceerd. Installaties met optimaliseringsregeling en HR-ketels hebben meestal een ingebouwde 338 Pomp gekoeld water circuit

schakelenDe pomp gekoeld watercircuit laten uitschakelen wanneer er geen koelvraag is, vraagt een investering van ongeveer 400 tot 1500 euro per pomp. De besparing is evenredig met het vermogen van de pomp in het gekoeld watercircuit en het aantal uren per jaar dat de pomp wordt uitgeschakeld. Voor een pomp van 1 kW en 6000 341 pas blokschakelaars toe op pc's

op de werkplek. Om sluipstroom (standby verliezen) te voorkomen kan een stekkerblok met schakelaar toegepast worden. Door ná het verlaten van de werkplek de hoofdschakelaar uit te schakelen, worden standby verliezen voorkomen. Belangrijk hierbij is dat personeel gemotiveerd moet worden om de hoofdschakelaar te

De meeste werkplekken zijn flexwerkplekken die dagelijks door meer mensen worden gebruikt

345 Schakel koeling en verwarming uit bij het niet-gebruiken van ruimten, en pas koel en stroomvoorziening aan voor

Schakel koeling en verwarming uit bij het niet-gebruiken van ruimten, en pas koel en stroomvoorziening aan voor deellast gebruik.

Ruimten die voorzien zijn van een eigen koelsysteem hebben vaak een regeling in de 346 Booster voor lokaal hogedruk perslucht

Een booster produceert hoge druk perslucht bij een specifieke afnemer. Met het installeren van een booster krijgt alleen de specifieke afnemer de hogere druk perslucht, zodat voor de andere afnamepunten geen onnodig hoge druk geproduceerd en aangevoerd wordt. De kosten en de terugverdientijd zijn zeer 348 Kies voor hogedruk- en lagedruk

netLeg bij behoefte aan zowel hoge als lage persluchtdruk (op verschillende plaatsen) een apart lagedruk- en hogedruknet aan. Hiermee wordt voorkomen dat er onnodig hoge persluchtdrukken worden opgewekt. De investering is vaak alleen interessant bij de vervanging of uitbreiding van de persluchtinstallatie. 349 Vervang transport mbv perslucht

door transportbandenHet rendement voor persluchtopwekking is laag: circa 5%. Het is daarmee energetisch gezien zeer ongunstig om perslucht te gebruiken voor het transporteren van materialen of producten. Door het systeem van perslucht-transport te vervangen voor een systeem van transportbanden is er energetisch gezien een besparing van 350 Pas blaaspistolen met

luchtversterkers toeEen zuinig perslucht blaaspistool (persluchtnozzle met venturi) bespaart energie doordat het minder perslucht nodig heeft voor dezelfde prestatie. De perslucht wordt in dit type blaaspistool gebruikt om een onderdruk te creëren. Deze onderdruk zorgt voor een extra instroming van omgevingslucht (versterking). Bij een gering 351 Verkort slaglengte van

persluchtcilindersHet luchtverbruik van een persluchtcilinder kan in sommige gevallen worden beperkt door de slaglengte van de cilinderin te korten. Bij een onnodig lange slag van een cilinder wordt ook onnodig veel perslucht verbruikt. Beperk daarom de slaglengte van de cilinder. De besparing is afhankelijk van de specifieke bedrijfssituatie en bedraagt 353 Aanzuigen van koude lucht voor

compressorHet comprimeren van koude buitenlucht kost minder energie dan het comprimeren van warme lucht. De compressor kan op een koele plaats worden gezet of de luchtaanvoer kan op een kanaal buiten worden aangesloten. Het aanzuigen van buitenlucht geeft een rendementsverhoging van de compressor van 1% tot 5%.

Page 41: Energie Efficiency Plan 2013-2016

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 bijlage 1 BL-EH20122318 - 9 -

354 Vervang pneumatische apparaten en persluchtgestuurde stoomafsluiters door elektrische

Pneumatisch gereedschap verbruikt 15 keer zoveel elektriciteit als elektrisch gereedschap. Het rendement van pneumatisch gereedschap is vaak nog geen 5%, terwijl het rendement van elektrisch gereedschap circa 80% is. Door over te stappen op elektrisch gereedschap kan circa 80% energie worden bespaard. De rentabiliteit is 356 Decentraliseer

persluchtopwekkingVanwege plaatselijk afwijkende eisen aan de perslucht(druk) of beperking van de leidinglengte kan het interessant zijn om de persluchtopwekking te decentraliseren. Per situatie moet bekeken worden of het ook praktisch haalbaar is. Terugverdientijd van 2 tot 10 jaar.357 Droog/filtreer perslucht naar

kwaliteitseisenDe vereiste persluchtkwaliteit wordt bereikt door van groffiltering naar fijnfiltering de perslucht te zuiveren. Veel gebruikte filters zijn: -Voorfilters. Afhankelijk van de vervuiling van de aangezogen lucht worden deze altijd voor de fijnfilters geschakeld.358 Pas leidingnet aan om drukval te

verminderenDoor vergroting van de leidingdiameter, aanleggen van parallelleidingen of toepassing van een ringnet wordt een reductie van de drukval bereikt waardoor de opwekkingsdruk omlaag kan. Dit bespaart op het energieverbruik van de compressor. De kosten van aanpassen van leidingnet bedragen EUR 50 per meter 359 Optimaliseer het drukvat

(buffervoorraad) ter beperking van het aantal schakelingen van compressor

Door een drukvat met voldoende inhoud toe te passen zal de compressor minder keren per tijdseenheid in- en uitschakelen. Daarnaast beperkt het drukvat de drukschommelingen in het persluchtsysteem. De energiebesparing bedraagt 1% tot 5% met een terugverdientijd van 2 tot 4 jaar.360 Centraliseer persluchtopwekking Centralisatie van de persluchtopwekking kan energiebesparing opleveren door het toepassen van warmteterugwinning, en efficiente regeling en productie. Bij centralisatie komen de warmtestromen in een ruimte samen. Het terugwinnen en nuttig aanwenden van deze warmte is daardoor zonder al te hoge installatiekosten 361 Voorkom gebruik van

snelkoppelingen in persluchtsystemen

Voorkom het gebruik van snelkoppelingen of kies koppelingen met een hoge bestendigheid tegen slijtage, een lage stromingsweerstand, een dubbele o-ring en een hogere veiligheid. De besparing bedraagt 20% tot 40% ten opzichte van minder efficiente koppelingen. 362 Koel niet met perslucht Koelen met perslucht kost veel energie en is lang niet altijd nodig. Bij het koelen met lucht voldoet een blower vaak ook en levert energiebesparing. De investeringen zijn afhankelijk van de aan te schaffen apparatuur. Afhankelijk van de efficiëntie van de nieuwe apparatuur kan maximaal 90% op het energieverbruik worden bespaard. De 363 Veeg niet met perslucht Vloeren en werkplekken schoonblazen met perslucht is weggooien van kostbare energie. Een betere oplossing is het gebruik maken van een industriële stofzuiger. Besparing is afhankelijk van de specifieke bedrijfssituatie en bedraagt maximaal 5%, met een terugverdientijd korter dan 1 jaar.364 Controleer regelmatig

appendages en leidingen op beschadigingen en lekkages

Het lekverlies van een persluchtsysteem bedraagt in de praktijk 5% tot 40% van alle opgewekte perslucht en leidt tot onnodig energieverbruik. Voer een periodieke controle op lekkages uit en zorg voor reparatie van de lekkages. Het verlies is eenvoudig vast te stellen door op te nemen welk percentage van de tijd een 365 Onderzoek perslucht

afnamepatroonMet luchtverbruiksmetingen (flowmetingen) brengt u in kaart hoeveel lucht er geproduceerd wordt en hoe de leverdruk varieert. Het laat zien hoe efficiënt en effectief de huidige compressorgroep draait en hoe de persluchtvraag in de tijd verloopt. Verschillende bedrijven waaronder compressorleveranciers bieden deze 366 Toepassen van natuurlijke

koudemiddelenHet energetisch rendement van een compressiekoelmachine is sterk afhankelijk van het koudemiddel. Overweeg bij uitfasering van R22, R402A, R408A en R502 de toepassing van natuurlijke koudemiddelen. Vergeleken met de klassieke koelmiddelen kan met natuurlijke koudemiddelen als 367 Pas isolatie toe op koelleidingen

en appendages (of vervang isolatie)

Door het toepassen van leidingisolatie in een gasdichte uitvoering worden koudebruggen als gevolg van condensvorming voorkomen. Het type en de dikte van de toe te passen isolatie is afhankelijk van de temperatuur in de koelleiding en de diameter van die leiding.

reeds van toepassing

368 Vervang thermische beveiliging elektromotor door elektronische beveiliging

Een elektromotor wordt in het algemeen met een thermische beveiliging beschermd tegen overbelasting. Dit gaat gepaard met een warmteafgifte, die bij een gekoelde ruimte afgevoerd moet worden. Elektronische beveiliging heeft geen warmteuitstraling en is tevens géén disposable. Bijkomend voordeel is dat het 369 Plaats compressor en droger in

dezelfde ruimteDoor de persluchtcompressor en droger in dezelfde ruimte te plaatsen worden storingen en corrosieschade vermeden. Het persluchtsysteem is voorzien van een droger om vocht uit de perslucht te verwijderen. Hiermee wordt de persluchtkwaliteit gewaarborgd en het vergroot de bedrijfszekerheid en energie-efficiency van de 370 Voorzie persluchtcompressoren

van absorptiedrogersOntvochtiging van de perslucht door een absorptiedroger. Het absorptiemateriaal neemt vocht uit de inlaatlucht op, dat vervolgens middels toevoer van warmte (circa 80 grad C) wordt geregenereerd. De warmtetoevoer kan plaatsvinden met restwarmte bijvoorbeeld van de koeling van de compressor. Met name interessant bij 372 Dring olieconcentratie in

koelsysteem terug door waskolom

Een oliewaskolom op de koelinstallatie reduceert de hoeveelheid olie in de persgassen en verlaagt daarmee het energieverbruik. Smeerolie van de compressor gaat met het koudemiddel mee de installatie in en zet zich af aan de pijpwand van de verdamper. Hierdoor verslechtert de 373 Kies juiste type compressor in

persluchtinstallatieDe efficiency van een persluchtcompressor in deellast verschilt per type compressor. Kijk bij de keuze van een compressor voor de persluchtinstallatie naar het vraagpatroon en de verwachte deellasturen en belasting van de compressor. Wat betreft energieverbruik in deellast is een schroefcompressor nadeliger dan een 374 Pas compressor met hoog

rendement toeMet de toepassing van een hoog rendement (HR) compressor kan het elektriciteitsverbruik 5% tot 25% lager worden dan bij een conventionele compressor voor koeling. Toepasbaar bij vervanging van de compressor; vervroegd uit gebruik nemen van de compressor kan soms ook rendabel zijn. De kosten van een HR 375 Pas tweetraps compressoren

toeToepassing van een tweetraps compressor met tussenkoeling levert een rendementsverhoging van circa 10% tot 15%. Door de koeling van de perslucht of persgassen na de eerste trap is minder energie nodig om deze vervolgens te comprimeren tot de einddruk. De meerkosten bedragen EUR 500 tot 1.000 per kW. 377 Kies optimale combinatie van

persluchtcompressorenKies de optimale combinatie van persluchtcompressoren afhankelijk van de fluctuaties in de persluchtafname. In de nullaststand gebruikt de compressor nog steeds relatief veel energie, 20-30% van het maximale vermogen. Draaien in nullast moet dus zoveel mogelijk worden beperkt. 378 Pas een compressor voor nacht-

of weekendgebruik toeBuiten bedrijfsuren, bijvoorbeeld tijdens nacht en weekend, is er meestal nog een relatief kleine persluchtvraag. Het is dan mogelijk interessant om een compressor met een lagere capaciteit te installeren, zo mogelijk dicht bij het afnamepunt. Nullasturen van de hoofdcompressor kunnen op deze manier vermeden worden. De 397 Gebruik energiezuinige PC's Toepassen van energiezuinige PC's (natuurlijke ventilatie, onderbreken beeldschermspanning bij het niet actief zijn)

reeds aanwezig

398 Specifieer klimatiseringseisen Het goed vastleggen van binnenklimaateisen zorgt voor een functioneel ontwerp van apparatuur of voor een goede beoordeling van het functioneren van de bestaande luchtbehandeling.

reeds van toepassing

403 Optimaliseer luchthuishouding Besparingen zijn te realiseren door bij vervanging aandacht te besteden aan het dimensioneren van de afzuigingssystemen. Overdimensionering leidt tot tochtklachten en hoge energie-kosten (elektriciteit en aardgas).

reeds van toepassing

Page 42: Energie Efficiency Plan 2013-2016

bijlage 1

404 Vervang elektrische boilers door gasgestookte HR-toestellen enVervang gasgestookte toestellen door toestellen met een beter

Ook gasgestookte warmtapwatertoestellen hebben verschillende rendementen. Een oude gasboiler of een geiser hebben een laag rendement, terwijl een moderne combitap (opgewekt door de cv-ketel) een veel beter rendement heeft. Tegenwoordig zijn er ook hoogrendement geisers of gasboilers verkrijgbaar.414 Pas preventief onderhoud toe Door vervuiling, slijtage en het verlopen van instellingen neemt het rendement van grote energiegebruikers af. Met preventief onderhoud kunt u voorkomen dat het rendement onacceptabel laag wordt.

reeds van toepassing

415 Koel niet dieper dan nodig Het optimaal afstemmen van de temperatuur van het koelmedium op wat echt benodigd is helpt de output en daarmee de productie-efficiëntie te verhogen. In de praktijk wordt soms standaard tot een bepaalde (te lage) temperatuur teruggekoeld. Er kan elektriciteit bespaard worden door meer 'tailor made' af te koelen.477 Verlaag overdruk van cleanroom Er is een overdruk nodig in cleanrooms om te zorgen voor het buitenhouden van stof en vervuiling. Een te hoge overdruk betekent onnodige ventilatie-energie.

478 Zet waakvlam uit bij langdurige afwezigheid

In de zomer, of gedurende afwezigheid is het aan te bevelen de waakvlam uit te schakelen. Hierdoor wordt onnodig gasverbruik voorkomen, maar ook de veiligheid is ermee gediend.

479 Pas energiezuinige afzuiginstallatie toe bij nieuwbouw

Zorg bij nieuwbouw voor een energiezuinige procesafzuiging, dat bestaat uit: hoogrendements- of gelijkstroommotor, hoogrendement ventilator, voldoende schakelmogelijkheden, frequentieregeling (indien variabel debiet) en gerichte afzuiging.

reeds van toepassing

2167 Isoleer leidingen van koel- en verwarmingsinstallaties

Door isolatie van transportleidingen van warmte en koude in het gebouw wordt het energeieverlies bepekt. De lengte van de leidingen en het aantal appendages bepalen de isolatiemogelijkheden. De energiebesparingen en de benodigde investeringen zijn afhankelijk van het soort isolatie en de lengte van het leidingnet

reeds van toepassing

2168 pas warmteterugwinning toe van condensorwarmte van de koelinstallatie

Als u gebruik maakt van koel- en vriesmeubelen en/of koel- en vriescellen, kunt u de warmte die daarbij vrijkomt gebruiken voor verwarming van de ruimte of van tapwater. Dit geldt ook voor de warmte van bier- en flessenkoelers, die gebruikt worden in de horeca.2169 pas een zonneboiler toe Een standaard woningzonneboiler bestaat uit een collector met een oppervlak van ca. 2,5 - 3m! en een voorraadvat van 80 tot 120 liter. Een standaard zonneboiler heeft een naverwarmer nodig. Dit kan zijn: een combiketel, een cv-ketel, warmtepomp of een modulerende badgeiser.2170 pas warmte- en/of koudeopslag

in de bodem toeKoude en/of warmte wordt opgeslagen in een watervoerende zandlaag (aquifer) in de bodem. Met behulp van bronnen kan het grondwater uit de aquifer worden opgepompt en weer in de aquifer worden geïnfiltreerd. ’s Winters wordt winterkoude opgeslagen in de koude bron met een temperatuur van

reeds van toepassing

2171 pas adiabatische ruimtekoelsystemen toe

Adiabatische koeling is een techniek die gebruikt maakt van warmte onttrekking door vochtverdamping. Er zijn verschillende uitvoeringsvarianten, maar het principe is dat de afvoerlucht bevochtigd wordt waardoor de toevoerlucht in de warmteterugwinunit gekoeld wordt. 2172 pas topkoeling in plaats van

airconditioning (volledige koeling) toe

"Top"koeling is een ruimtekoelsysteem dat de binnentemperatuur 4 à 5°C koeler houdt dan de buitentemperatuur (hier komt de naam vandaan: "top"koeling). Het systeem moet wel kunnen ontvochtigen zodat in de zomermaanden de relatieve vochtigheid niet te hoog wordt. Een temperatuurverschil met de buitenlucht van max. 2173 breng buiten- en/of

binnenzonwering aanBuiten- of binnenzonwering wordt vaak onderschat voor het comfort en het voorkomen van klachten. Door buitenzonwering toe te passen wordt de warmtebelasting door de zon fors gereduceerd tot 15% (ZTA 0,15). Ter vergelijking: neutraal zonwerende beglazing

reeds van toepassing

2174 Pas afzuiging van warmteproducenren apparatuur en verlichting toe

Door bijvoorbeeld verlichtingsarmaturen te koppelen aan een ventilatiesysteem wordt de door de lampen ontwikkelde warmte rechtstreeks afgezogen naar buiten, of eventueel gebruikt in combinatie met een warmtepomp. Doordat de warmte wordt afgezogen hoeft deze niet weggekoeld te worden door ruimtekoeling. Hierdoor wordt

onderzoeken

2175 pas hoge temperatuur (HT) comfort koeling toe via een koel- of klimaatplafond

Hoge temperatuur (HT) koeling is koeling waarbij de aanvoer watertemperatuur circa 16°C is. Door de hogere temperatuur is er wel een groter oppervlak nodig om het gewenste koelvermogen te behalen. Hiervoor wordt het plafond gebruikt. De oppervlakte temperatuur van het plafond mag niet te laag ivm condensatie. De 2176 voorkom gelijktijdig koelen en

verwarmen in een luchtbehandelingskast

Voorkom dat de verwarming en de koeling in dezelfde luchtbehandelingskast tegelijkertijd aangeschakeld worden. Dit kan gebeuren als er voor zowel de verwarming als de koeling een aparte regelaar wordt gebruikt, die niet met elkaar communiceren. Een goede afstelling van de

reeds van toepassing via GBS

2177 vertraagd inschakelen van compressoren

In koel- en vriescellen wordt voor ieder product een maximale temperatuur aangehouden. Als deze overschreden wordt, wordt de compressor ingeschakeld. Door het openen van deuren stijgt de temperatuur snel en kan de compressor aanslaan, terwijl de producten nog voldoende koud zijn. Door gebruik te maken van 2178 Pas absorptiekoeling toe in

combinatie met restwarmte, zonnewarmte of afvalwarmte.

Absorptiekoeling is koeling op basis van (rest)warmte. Indien de warmtebron afvalwarmte, zonnewarmte of restwarmte is, is absorptiekoeling als duurzaam aan te merken.Voor absorptiekoeling zijn grote hoeveelheden warmte nodig. De minimale benodigde temperatuur voor absorptiekoeling is ongeveer 80 °C. De COP is dan 2179 pas vrije koeling toe Om gebruik te maken van vrije koeling zal de koude buitenlucht, buiten de WTW om, worden ingeblazen. Dit wordt ook wel een by-pass genoemd. Indien geen ruimte voor een dergelijke by-pass beschikbaar is, is een goede oplossing om het warmtewiel op een verkeerde snelheid te laten draaien. Het rendement van het warmtewiel wordt 2180 Optimaliseer tapwater

voorzieningen (pompen e.d.)Een te groot pompvermogen heeft een negatief effect op de capaciteit en energieverbruik van het koelsysteem. Zorg dat de capaciteit van de pompen bij het koelsysteem passen Daarnaast zijn vaak bij het ontwerp de pompen van circulatiesystemen voor warm tapwater zeer royaal gekozen. Als u nooit klachten

vervolgonderzoek nodig, mogelijke maatregel MJA4

2181 toepassen van een elektronisch expansieventiel in plaats van een thermostatisch expansieventiel

Elk koelsysteem is voorzien van een expansieventiel, dat nodig is om druk en temperatuur te regelen. In de meeste systemen is dit een thermisch expansiventiel. Het regelgedrag van dit type ventielen wordt niet optimaal gecorrigeerd bij veranderende procesomstandigheden, waardoor de energie-coëfficentie afneemt. 2182 pas windgekoelde condensors

toeBij windgekoelde condensors wordt geen ventilator gebruikt om te koelen, maar buitenlucht.Er moet voldoende ruimte zijn om de windgekoelde condensor buiten (in de schaduw) te kunnen opstellen. De maatregel is met name toepasbaar bij nieuwbouw 2183 pas een condensordruk regeling

toe icm elektronisch expansieventiel

Bij een condensordrukregeling wordt de condensordruk afhankelijk gemaakt van de buitentemperatuur. Veel koelsystemen hebben een vast setpoint van 35°C buitentemperatuur voor de condensor. In Nederland is de buitentemperatuur niet vaak (<5 %) boven de 30°C. 2184 pas een tweetoerenmotor voor

de condensor ventilator toeBij vervanging van de ventilator van een condensor moet (kan) ernaar gestreefd worden het elektriciteitsverbruik van de ventilator te minimaliseren. Naast de elektriciteitsbesparing geeft dit minder warmte in de cel. Toepasbaar bij vervanging van een ventilatormotor. Als de capaciteit van de ventilator wordt berekend op de 2185 Vergroot het condensor

oppervlak en werk met een maximale "T van 10°C over de condensor.

Bij de koelinstallatie zorgt de condensor voor de afvoer van de warmte. Als het verschil tussen de ingaande temperatuur en de uitgaande temperatuur van het koelmiddel laag is, dan kan de systeemdruk lager zijn, met als gevolg dat de compressor minder energie nodig heeft. Standaard wordt een condensor vaak

Page 43: Energie Efficiency Plan 2013-2016

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 bijlage 1 BL-EH20122318 - 11 -

2186 pas warmtepompen toe Met behulp van een warmtepomp kan omgevingswarmte (zoals afgaande ventilatielucht of buitenlucht) van een laag naar een hoog temperatuurniveau worden gebracht, zodat deze warmte weer te gebruiken is voor bijvoorbeeld ruimteverwarming.

reeds van toepassing

2187 Vervang eenvoudige ventilatieroosters door passief gestuurde ventilatieroosters of door actief geregelde

Ventilatieroosters die het hele jaar open staan in dezelfde stand zorgen voor overventilatie en tocht. Dit betekent dat er overbodig warmteverlies plaatsvindt.A. Vervang deze door winddrukgeregelde roosters (passief). Afhankelijk van de winddruk wordt het rooster door een veer meer of minder geopend. 2188 Schakel de verlichting uit indien

niet nodig.Pas aanwezigheidsensoren, veegpulsen en/of

Het aantal uren dat verlichting brandt en het niveau waarop, is bepalend voor het uiteindelijke energiegebruik. De verlichting in (delen van) ruimten die niet worden gebruikt, moet lager of uit worden geschakeld. Pas schakelklokken toe of gebruik een veegregeling om de verlichting in pauzes en na werktijd uit te schakelen;

reeds van toepassing

2189 vervang gloeilamp en halogeenlamp door efficientere lamptypen

Vervang gloeilampen door energiezuinige spaarlampen. Bij dezelfde lichtopbrengst verbruikt een spaarlamp ongeveer 60 tot 70% minder elektriciteit dan een gloeilamp. Spaarlampen zijn er in diverse soorten, zorg wel dat er wat ruimte rond lamp is. Spaarlampen zijn direct rendabel. Nevenvoordeel is dat de spaarlampen een veel

reeds van toepassing

2190 pas spiegeloptiekarmaturen toe Door bestaande verlichtingarmaturen te retrofitten naar een spiegeloptiek wordt het rendement van de verlichting vergroot. De bestaande tl-buizen kunnen in de meeste gevallen vervangen worden door typen met minder wattage. Ook bijvoorbeeld koofverlichting kan veel zuiniger door goede reflectors toe te

reeds van toepassing

2191 pas werkplekverlichting toe In een multifunktionele werkruimte worden vaak verscheidene typen werkzaamheden uitgevoerd. Het verlichtingsniveau dat daarbij nodig is kan soms flink variëren. Het zou niet verstandig zijn om die plaatsen waarvoor de hoogste eisen gelden als uitgangspunt te nemen voor de gehele hal. Beter is het om alleen daar waar dat

reeds van toepassing

2192 verdeel de verlichting over meerdere groepen

De verlichting in (delen van) ruimten die niet worden gebruikt, kan lager of uit worden geschakeld. Daar moeten wel schakelmogelijkheden voor zijn. Vooral keukens, toiletten, kantines en opslagruimten verdienen de aandacht.

reeds van toepassing

2193 Breng daglicht in afgesloten ruimten via een zonlichtcollector met glasvezelkabels naar armaturen.

Daglicht kan met behulp van glasvezelkabel naar ruimten zonder daglichttoetreding getransporteerd worden. Op het dak wordt met een speciale lichtcollector het daglicht gevangen en getransporteerd. In de ruimte is een hybride armatuur geplaats, die zowel het daglicht vergeeft als een TL lamp bevat. Daglicht wordt als essentieel en zeer prettig ervaren. (www.parans.com)2194 pas een kunststof

lichttoetredingssysteem toe (reflecterende koker)

Een reflecterende koker voor het transport van buitenlicht is vooral van toepasing op donkere ruimtes. Doordat het licht in de koker door het dak heen wordt getransporteerd is dit (overdag) een forse lichtbron. Een kunstmatige lichtbron hoeft dan niet toegepast worden.

2195 schilder ruimten in lichte kleuren Het toepassen van lichte vloeren en scheidingswanden bespaart elektriciteit vanwege reflectie. In sommige gevallen is hierdoor ca 50 % minder licht nodig. Hierdoor kan het geïnstalleerd vermogen omlaag worden gebracht.

gedeeltelijk zo uitgevoerd

2196 Zorg voor een juist ventilatievoud of luchtverversing in ruimten

Zorg ervoor dat een ruimte niet teveel geventileerd wordt (tocht), maar zeker niet te weinig wordt geventileerd (vochtproblemen en muf). De juiste instelling is belangrijk bij mechanische ventilatie, maar ook bij natuurlijke ventilatie. Bij mechanische koeling en centrale ventilatie geldt dat de hoeveelheid

reeds van toepassing

2197 Breng een regeling van de ventilatiehoeveelheiden aan en optimaliseer de regeling ventilatiesysteem aan de hand

Een gebouw moet geventileerd worden naar behoefte: zorg ervoor dat ruimten die niet in gebruik zijn, of niet geventileerd hoeven te worden een beperkte ventilatie hebben. (indien mogelijk,let op de relatieve luchtvochtigheid!). Het gasverbruik ten behoeve van de opwarming van ventilatielucht is evenredig met de hoeveelheid toegevoerde en afgevoerde lucht. Het aanpassen van de hoeveelheid naar behoefte levert ''s winters een gasbesparing op. De behoefte kan gemeten worden middels CO2 detectors in de ruimten.

reeds van toepassing

2198 pas natuurlijke ventilatie toe Met name in hoge hallen kan door openingen in het dak een natuurlijke ventilatie op gang worden gebracht zonder dat er elektrische energie voor ventilatoren nodig is. Door de dakopeningen (bij voorkeur automatisch) instelbaar te maken kunt u de ventilatiehoeveelheid regelen.

gedeeltelijk mogelijk

2199 aanbrengken/ verbeteren uitwendige kanaalisolatie (mech.vent.)

Uitwendige kanaalisolatie zorgt ervoor dat er geen koude of warmte verloren gaat in het gebouw.

vrij nieuwe installaties

2200 Vervang oude cv-pompen door efficientere pompen

Standaard circulatiepompen (natlopers) in verwarmingsinstallaties hebben een slecht rendement, typisch 10-15%.Vervanging door A-label pompen voor kleinere debieten of door "droog"lopers voor grotere debieten.

reeds van toepassing

2201 breng een toerenregeling op de cv-pomp aan (warmteopwekking en transport)

Een toerentalregeling kan voor een optimaal "debiet"zorgen. Een dergelijke (frequentiegeregelde) pomp zorgt ervoor dat de waterdoorstroming niet te hoog wordt en altijd optimaal is. Dit kan bijvoorbeeld optreden bij afgesloten radiatoren of thermostatische radiatorafsluiters. Doordat de pomp minder toeren hoeft te draaien

reeds van toepassing

2202 pas leidingnet aan of splits de verwarmingsinstallatie in meerdere groepen

Door vergroting van de leidingdiameter, aanleggen van parallelleidingen of toepassing van een ringnet wordt een reductie van de drukval bereikt waardoor de opwekkingsdruk omlaag kan. Dit bespaart op het energieverbruik van de pomp. Als de cv-installatie zowel alle lokalen als de kantoorruimtes verwarmt, kan splitsing

reeds van toepassing

2203 Kies voor verwarmingsketels met het hoogst moglijke rendement eventueel aangevuld met een rookgascondensor.

Met name wanneer een gastoestel al op leeftijd is kan het interessant voor u zijn om vervanging door een systeem met een hoger rendement te overwegen. De systemen die momenteel verkocht worden hebben een significant hoger rendement. Een HR 107 ketel bijvoorbeeld zet aardgas om in warmte en haalt extra warmte uit de rookgassen. Daarvoor moet wel de retourwatertemperatuur <56°C zijn, anders condenseren de rookgassen niet. Een moderne HR ketel heeft een modulerende brander. Het rendement

WKO en stadsverwarming

2204 plaats thermostatische radiatorventielen en (eventueel) fixeer de stand van de thermostatische

Met een thermostatische radiatorkraan wordt de temperatuur in een vertrek nageregeld. Dit kan nodig zijn omdat er in een vertrek geen thermostaat aanwezig is, of bijvoorbeeld de zoninstraling per vertrek varieert. De investering is tussen ! 45,- en ! 70,- (inclusief montage). De besparingen zijn afhankelijk van gebruik en ruimte, de terugverdientijd ligt tussen de 4 en 6 jaar. In ruimten zonder thermostaat is het mogelijk met thermostatische radiatorafsluiters (TRA) in te spelen op de sterk wisselende interne

reeds van toepassing

2205 pas stralingsverwarming in plaats van luchtverwarming toe

Stralingsverwarming werkt volgens hetzelfde principe als de zon: de stralingsverwarming verwarmt direct alle objecten, en dus ook de mens, in een ruimte. Met deze verwarming wordt een directe aanstraling van de mens verkregen en niet, zoals wij met c.v. of heteluchtverwarming gewend zijn, via verhoging van de luchttemperatuur. Bij stralingsverwarming wordt het principe van gevoelswarmte van de mens belangrijk.2206 verlaag de ruimtetemperatuur Welke temperatuur is geschikt voor het gebouw? Dit is mede afhankelijk van de isolatiegraad en de kierdichtingen van het gebouw. Om comfortklachten te voorkomen in slecht geïsoleerde gebouwen moet de operationele temperatuur hoger (22-23°C) worden ingesteld dan bij goed geïsoleerde gebouwen (20-21°C). Elke graad temperatuurverlaging is ca. 6 % besparing. Een goed overwogen keuze maken is dus belangrijk. De beste

indien van toepassingn

2207 vervang grotere elektrische boilers door gasgestookte HR-toestellen of warmtepompboilers.

Het gebruiksrendement van gasgestookte apparatuur ligt aanmerkelijk hoger dan die van direct elektrisch verwarmde apparatuur. Dit komt doordat de landelijke opwekking van elektriciteit minder efficiënt is. Indien mogelijk, is het aan te bevelen een gasgestookte warmtapwatervoorziening toe te passen of een warmtepompboiler.

tijdschakelaars

2208 installeer een aparte ketel voor warmtapwatervoorziening

Een warmtapwatervoorziening die wordt gevoed door een grote verwarmingsketel staat in de zomer ook aangeschakeld. Hierbij is het nadeel dat de relatief grote ketel vooral in de zomer een laag rendement heeft. Toepassing van een aparte, kleine ketel speciaal voor warmtapwater kan een relatief veel hoger rendement hebben. De grote verwarmingsketel kan dan uitgeschakeld worden.

2209 Plaats de warmtapwateropwekking zodanig dat de lengte van de transportleidingen beperkt zijn.

Door in het ontwerp rekenign met de lengte van de warmwaterleidingen te houden kan het transportverlies beperkt worden. Daarnaast heeft het een comfortverhogend effeft (snelle warm water).

reeds van toepassing

2210 pas een warmtepompboiler toe Een warmtepompboiler gebruikt omgevingswarmte of ventilatiewarmte om warmtapwater te genereren. Apparaten met een hoge COP zijn efficiënter dan een apparaat met een lagere, maar kijk ook naar de jaarprestatie SPF. Er zijn ook apparaten waaraan een zonnecollector kan worden toegevoegd.

vrij nieuwe installaties

Page 44: Energie Efficiency Plan 2013-2016

bijlage 1

2211 Pas een thermostatische mengkraan toe

Het gebruik van thermostatische mengkranen verhoogt het comfort en geeft direct de juiste watertemperatuur. Vooral toepassing van thermostatische verdeelkranen voor meerdere warmwatertappunten is economisch aantrekkelijk. De besparing zit in het direct aan kunnen bieden van een watertemperatuur die geschikt is voor een bepaald gebruik. U kunt hiermee per watertapgroep of -punt de temperatuur sturen. Wellicht kunt u de watertemperatuur van de ketel lager instellen door

reeds van toepassing

2212 Pas energie efficiente kantoorapparatuur toe.

Kantoorapparatuur ontwikkelt zich heel snel. Processoren, beeldschermen worden steeds zuiniger en goedkoper. Energie zuinige apparatuur is zeker bij vervanging aan te raden, maar ook vroegtijdige vervanging kan zinvol zijn. Bekijk elke 3 jaar uw situatie rondom kantoorapparatuur. LED schermen bijvoorbeeld verbruiken 80% minder stroom dan CRT schermen. Een bijkomend voordeel is dat de LED schermen minder warmte afgeven die dan ook niet weggekoeld hoeft te worden.

reeds van toepassing

2213 afschaffen luchtbevochtiging in de meeste kantooromgevingen is luchtbevochtiging een overbodige luxe reeds van toepassing

2214 voorkomen overdimensionering klimaatbeheersing kopieerruimten

kopieerruimten moet een bepaalde vochtigheid en temperatuur hebben, dit wordt vaak overgedimensioneerd en kost dan erg veel energie, zeker indien dat voor een bouwdeel wordt aangestuurd

2215 pas een cascaderegeling toe op de ventilatoren

Het gasverbruik ten behoeve van de opwarming van ventilatielucht is evenredig met de hoeveelheid toegevoerde en afgevoerde lucht. Het aanpassen van de hoeveelheid naar behoefte levert ''s winters een gasbesparing op. De behoefte kan gemeten worden middels CO2 detectors in de ruimten.

2216 verlaag de luchtweerstand door het vergroten van het filteroppervlak

Het elektrisch vermogen van ventilatoren is evenredig met het debiet en de drukval. De keuze van de drukval over een filter beinvloedt het energieverbruik. Een groter filteroppervlak resulteert in een lager energieverbruik.

2217 pas een waskolom toe ten behoeve van de beperking van olieconcentratie in het koelsysteem

Smeerolie van de compressoren gaat met het koudemiddel mee de installatie in en zet zich af aan de pijpwand van de verdamper. Hierdoor wordt de warmteoverdracht slechter met als gevolg dat de verdampertemperatuur bij een gelijke koudevraag zal moeten worden verlaagd.

2218 optimaliseer de temperatuurtrajecten van de verdampers en condensors in de koeling.

De verdamper moet om warmte te kunnen opneming uit zijn omgeving ca. 7°C kouder zijn dan de celluchttemperatuur voor optimale benutting van de verdampingscapaciteit. Elke graad temperatuurverhoging levert een energiebesparing van ca. 1% van het energieverbruik van de compressor. De condensor moet warmte afgeven aan zijn omgeving, waarbij de condensor altijd ca. 15°C warmer moet zijn dan zijn omgeving (meestal buitenlucht). Elke graad temperatuurverlaging levert een

onderdeel van EEP 2013-2016, optimaliseren WKO

2219 Pas warmteterugwinning toe op compressorwarmte van koelinstallatie

Bij het comprimeren van de gasvormige koudemiddelen wordt een groot deel van de toegevoerde energie omgezet in warmte. Deze warmte kan met een persgasboiler teruggewonnen worden en aangewend worden voor het (voor)verwarmen van water ten behoeve van productie van bijvoorveeld tapwater of andere processen waar warmwater benodigd is.

2220 optimaliseer van het rendement van perslucht- en vacuuminstallatie.

Het elektrisch vermogen van een persluchtsysteem is afhankelijk van de druk, het debiet en het opwekkingsrendement. Door de druk te reduceren bespaart u circa 7% per bar verlaagde druk. Door een goede afstemming op het afnamepatroon van het debiet kunt u onnodige drukverhogingen voorkomen. Veel gereedschap wordt aangedreven door perslucht. Maar ook voor handelingen als schoonspuiten en bediening van regelingen wordt gebruik gemaakt van perslucht. Bij bedrijven die veel perslucht gebruiken 2221 breng een regeling aan op het

perslucht en vacuumsysteem aan.

Een perslucht- en/of vacuümsysteem met meerdere pompen en verbruikers dient een regeling te hebben om de opwekking (c.q. drukverlaging) af te stemmen op de vraag. Hierbij kan gedacht worden aan frequentieregeling, cascaderegeling of smoring met regelklep.

2222 Spui stoomketelwater op geleidbaarheid

De frequentie van het spuien hangt af van de spuibepalende factor. Als deze gevonden wordt, kan deze worden aangepakt om spuiverliezen zo veel mogelijk te beperken. Onnodig spuien brengt extra kosten met zich mee, terwijl te weinig spuien leidt tot vervuiling.

2223 Decentraliseer de stoomopwekking

Bij centrale stoomopwekking, een of twee grote ketels die in de gehele stoomvraag voorzien, kunnen flinke transportverliezen optreden. Bij stoomleidingen is het warmteverlies tijdens transport erg groot. Deze verliezen zijn voor een groot deel te vermijden.

2224 Pas een ontspanningsvat en een warmtewisselaar op de spuiwaterleiding toe

Spuien gaat gepaard met het lozen van warmte. Bij industriële stoomketels bedraagt het warmteverlies ongeveer 4%. De warmte uit het spuiwater kan in twee stappen teruggewonnen worden. Allereerst kan in een ontspanningsvat de druk van het spuiwater verlaagd worden. tekst incompleet

2225 Pas een venturi condensafscheider toe

Onderhoud aan condenspotten en het voorkomen van lekkende condenspotten is een belangrijke maatregel om energie te besparen.

2226 koppel de ventilator in de vriescel aan de compressor

Sommige verdamperventilatoren in koel- en vriescellen zijn continu in bedrijf. Bij vriescellen hoeft deze echter alleen te werken als de compressor in bedrijf is. Maar uitschakeling van de verdamperventilator is niet altijd mogelijk. De kwaliteit van de produkten kan hierdoor achteruitgaan. De verdamperventilator verspreidt in de

reeds van toepassing

2227 koel- en vriescellen op temperatuur groeperen

Het energieverlies tussen cellen onderling kan verminderd worden door de cellen met dezelfde temperatuur te groeperen. Getracht moet worden zoveel mogelijk de cellen met de hoogste temperatuur aan de buitenzijde te situeren en tevens de cellen met de laagste temperatuur zo veel mogelijk te omringen door cellen met een hogere temperatuur. De cellen met de laagste temperatuur hebben dan zo min mogelijk koudeverlies waardoor er minder rendementsverlies optreedt bij de productie van koude.2228 pas een "adapkool" systeem toe Een “adapkool” systeem is een moderne regeling voor de besturing van het koelsysteem. Zo wordt de koelcapaciteit geoptimaliseerd door de compressoren en de fans van de condensors te besturen. Hierdoor wordt het rendement van de installatie verhoogd, waardoor energiebesparing wordt gerealiseerd, maar ook een betere controle over de het koelsysteem en de te koelen temperatuur. Er zijn meerdere soorten ädapkool” systemen op de markt.2229 pas niveaugestuurde ipv

tijdgestuurde persluchtcondensautomaat toe

Een condensautomaat voert condens af welke vrijkomt in koelers, drukvaten en in koude leidingen van persluchtsystemen. Een tijdgestuurde condensautomaat is afgestemd op de vochtigste periode van het jaar.

2230 Door persluchtafsluitsystemen per machine toete passen en het voorkomen van snelkoppelingen in

Door een magneetventiel te koppelen aan de hoofdschakelaar van de machine bereikt u dat perslucht wordt afgesloten als de machine uit staat. Bespaart op de lekverliezen in de machine zelf. Besparing ten opzichte van energieverbruik compressoren. Voorkom het gebruik van snelkoppelingen of kies koppelingen met een hoge bestendigheid tegen slijtage, een lage stromingsweerstand, een dubbele o-ring en een hogere veiligheid. Besparing ten opzichte van energieverbruik compressoren.2231 controleer straalnozzles op

slijtageDoor slijtage van de straalnozzle vergroot de uitstroomdiameter van de nozzle. Bij een grotere diameter van de nozzle wordt meer perslucht verbruikt en dus meer energie. Regelmatige controle kan derhalve onnodige vergroting aan het licht brengen.

2232 Installeer meerdere kleine persluchtcompressoren in plaats van een grote

Door in plaats van een of twee grote persluchtcompressoren meerdere kleine te installeren in een cascadesysteem zullen de individuele compressoren meer op vollast draaien. Het rendement van een persluchtinstallatie zal hierdoor aanzienlijk verbeteren.

2233 Koop groene stroom en/of groen gas in. Zorg ervoor dat er een garantieverklaring is van de oorsprong van de energie.

reeds van toepassing

2234 combineer noodstroomvoorzieningen en WarmteKrachtKoppeling

WKK is het gelijktijdig opwekken van warmte en elektriciteit. Dit kan gunstig zijn doordat de elektriciteit met een hoger rendement wordt opgewekt dan de elektriciteitscentrale. Doordat in de zorgsector noodstroomvoorzieningen noodzakelijk zijn, kunnen deze twee toepassingen gecombineerd worden.

2235 Optimaliseer elektriciteit gebruik door het vermijden van nullastgebruik; vervangen van roterende omvormers door

Het nullastgebruik van bijvoorbeeld compressoren (wel draaien, niet leveren) is 25-30% van het vollastvermogen. Beperk het nullastverbruik door aanpassing van de regeling en/of door een betere afstemming van de compressorkeuze op het afnamepatroon.Elektrische omvormers voor bijvoorbeeld hoog frequent gereedschap die via een mechanische overbrenging werken hebben een laag rendement. De huidige vermogenselektronica is betaalbaar geworden en heeft een aanzienlijk hoger rendement en

reeds van toepassing

Page 45: Energie Efficiency Plan 2013-2016

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 bijlage 1 BL-EH20122318 - 13 -

2236 ICT apparatuur sneller vervangen

De ontwikkelingen in de ICT gaan razand snel, dit maakt dat het aanpassen van de afschrijvingstermijn van apparatuur aan de functie in combinatie met het gerelateerde energieverbruik zinvol. Door toepassing van o.a. virtualisatie kan een versnelde afschrijving van de virtualisatie hosts zinvol zijn terwijl in het geval van het gebruik van thinclients, verlenging van de afschrijvings termijn van de "client hardware" juist weer tot hogere totaal efficientie kan bijdragen.

iedere drie jaar

2237 gebruik recyclebare materialen in het kader van cradle to cradle: gebruik bij voorkeur materialen die herbruikbaar zijn en ontwerp op een dusdanige manier dat componenten modulair uitwisselbaar zijn, ook in de toekomst

reeds voor een deel van toepassing

2238 capaciteit management Capaciteits management is een strikte noodzakelijkheid om te komen tot hoge uitnutting van alle aanwezige apparatuur zonder dat de dienstverlening in het geding komt. Het verzamelen van historische capaciteits gegevens is noodzakelijk voor rapportage doeleinden, maar ook een forecast is noodzakelijk om te voorkomen dat gebruikers onaangenaam worden verast door capaciteits tekorten in bijvoorbeeld het opslagsysteem. Een solide capaciteits management bevat zowel de ICT als de datacenter

reeds van toepassing

2239 Loskoppelen van verkoop diensten met apparaten

Bij verkoop van producten kunnen diensten en apparaten gecombineerd verkocht worden. In situatie waarbij de klant geen keuze heeft, bijvoorbeeld het krijgen van een modem bij keuze van een nieuwe provider, blijft de nieuwe modem ongebruikt op de plank liggen aangezien de klant al over een modem beschikt. Bij verkoop van gecombineerde producten moet de klant de optie hebben om een keuze te maken voor de deelproducten.

reeds voor een deel van toepassing

2240 Stimuleer vestiging van toeleveranciers in uw nabije omgeving

Grond- en hulpstoffen of bijvoorbeeld productonderdelen worden vaak van externe bedrijven betrokken en gaat altijd gepaard met energieverbruik voor transport. Bij uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein zijn er kansen om het transport terug te dringen. Probeer in overleg met de ontwikkelaar van het bedrijventerrein toeleveranciers de mogelijkheid te geven om zich in de directe nabijheid van uw bedrijf te vestigen, waardoor zij ook snel en flexibel kunnen reageren op de vraag. Met name bij just-in-time kan dit

reeds voor een deel van toepassing

2241 Gebruik reststromen weer in eigen productieproces

Een reststroom, die bijvoorbeeld door uitval en opstartverlies ontstaat, kan wellicht opnieuw benut worden in het proces. Op deze manier wordt bespaard op 'virgin' materiaal. De energiebesparing is afhankelijk van de grondstof of het materiaal.

2242 Verbeter grondstofkwaliteit Door een verbeterde kwaliteit van de grondstof wordt het lijnrendement (grondstof input /product output) van de productie groter. Hierdoor wordt minder energie gebruikt in de fabriek per kilogram eindproduct en hoeft minder grondstof vervoerd te worden.

2243 Gebruik alternatieve verpakkingen

Het gebruik van energiezuinige verpakkingen (bijvoorbeeld blik in plaats van glas, maar ook gunstiger verhouding hoeveelheid product/verpakkingsmateriaal) zorgt voor een lager energiegebruik in de keten. Ook kan dit brandstofbesparing tijdens transport opleveren

2244 Zoek materiaalsubstitutie Bij materiaalsubstitutie wordt een grondstof vervangen door een energiezuiniger grondstof. Ook kunt u hierbij denken aan het inzetten van gerecyclede materialen als grondstof in uw proces. De inzetbaarheid van biogrondstoffen is de overweging waard. De enrgieinhoud van biogrondstoffen is vaak lager dan die van fossiele grondstoffen. Biogrondstoffen voor het vervaardigen van verpakkingsmateriaal is voor steeds meer toepassingen geschikt.2245 Weiger overbodige

verpakkingenVeel bedrijven hebben al een verpakkingsconvenant getekend. Dit houdt in dat zowel grondstoffen als producten tegen het licht worden gehouden voor wat betreft het gebruik van verpakkingsmateriaal. Probeer bij de selectie van leveranciers het gebruik van verpakkingsmateriaal in de onderhandeling te betrekken. Dit zijn verborgen kosten. U moet immers betalen voor de afvoer van het materiaal. Ook uw eigen product kan mogelijk efficienter worden verpakt bijvoorbeeld door gebruik te maken van meervoudig

reeds van toepassing vai de agdeling Inkoop

2246 Ga zuiniger om met materialen Alle interne materiaalverspilling leidt tot hogere inkoop- en hogere afvoerkosten. Daarnaast heeft het verspilde materiaal mogelijk al bewerkingen ondergaan die ook geld en energie kosten. Door zuinig om gaan met materialen kan een aanzienlijke besparing opleveren. Voorkom bijvoorbeeld overdosering: Normaliter vergen processen een minimum hoeveelheid grondstoffen. Door een gebrekkige regeling of een handmatige dosering worden er vaker te veel dan te weinig grondstoffen toegepast. Door toepassing

reeds van toepassing

2247 Optimaliseer hoeveelheid verpakkingsmateriaal

Op de volgende manieren kan de hoeveelheid verpakkingsmateriaal bij het verpakken worden beperkt: - Maak gebruik van herbruikbare verpakkingen voor het uitleveren van producten en voor het transport van producten. - Gebruik dunnere rekwikkelfolie voor het inwikkelen van pallets. Nieuwe rekwikkelfolie met een dikte van 14 um is beschikbaar. Deze folie is niet alleen dunner, maar kan ook beter worden uitgerekt. Daar komt

beperkt van toepassing

2248 Vervang zakverpakking door drums/big-bags

Door het overschakelen op grotere verpakkingen kan bespaard worden op de hoeveelheid gebruikt verpakkingsmateriaal per ton eindproduct. Onderzoek de mogelijkheden van retourpallets/rolcontainers, grootverpakking (bulkverpakking), onverpakt of in minder verpakking kopen.Deze maatregel is algemeen toepasbaar, met name indien veel gewerkt wordt met verpakkingsmateriaal.Maatregel leidt energiebesparing in de keten: besparing op afvalverwerkingskosten en op kosten 2249 Zet organische reststromen

elders inOrganische reststromen, zoals hout- en groenteafval, kunnen nuttig ingezet worden voor energieopwekking. Vanwege schaalgrootte of bijvoorbeeld technische redenen is het niet altijd rendabel om reststromen bij het eigen bedrijf te benutten. Alternatief hiervoor is de levering aan externe installaties, waar de reststroom bijvoorbeeld wordt vergist tot biogas of wordt bijgestookt in energiecentrales. Deze maatregel wordt daarom gezien als verbredingsthema 'optimalisatie productafdanking'.

reeds van toepassing

2250 Hergebruik organische reststromen afval in veevoeder

Hergebruik van organisch afval in de veevoederindustrie is een duurzame toepassing en stelt redelijk hoge eisen aan de kwaliteit van de reststroom. Er zijn dan kostenvoordelen te behalen ten opzichte van reguliere afvoer.

2251 Optimaliseer levensduur Verlenging van de levensduur van een product betekent minder energie per eenheid gebruikstijd. Door bijvoorbeeld onderdelen met een hoge slijtage makkelijk vervangbaar te maken, kan de levensduur van een producten als geheel worden verlengd.

voor zover van toepassing

2252 Optimaliseer het productie- en distributienetwerk

Bedrijven beleveren hun afnemers soms vanuit meerdere productie- en/of distributielocaties. Indien bedrijven beschikken over meerdere productie- en/of distributielocaties is het zinnig een keuze te maken welke afnemers vanuit welke locatie wordt beleverd, om op die manier het aantal transportkilometers te reduceren. Het optimaliseren van de logistieke voortbrengingsketen door de juiste locaties te kiezen als het gaat om productie, opslag, toegevoegde waarde activiteiten en distributie (overslag). Door het 2253 Modal shift naar Binnenvaart,

Spoor of Short SeaHet overhevelen van het transport van bulkgoederen van de weg naar een andere modaliteit (binnenvaart, spoor of short sea) kan vanuit kosten- en milieuperspectief een interessante optie zijn. Wel is het daarvoor noodzakelijk, dat een laadplaats en de losplaats van en naar deze modaliteit beschikbaar is. Lokale samenwerking met andere verladers kan vaak helpen om investeringskosten te delen en meer volume te creëren. 2254 Aanpassen palletstapeling Een goede analyse van de volledige keten die het product doorloopt kan aantonen waar nog verbetermogelijkheden zijn. Een voorbeeld hiervan is verpakking en opslag. Door een goede afstemming van de logistiek kan de productietijd en het energiegebruik van transportvoertuigen verminderen. Het optimaliseren van de productopslag en de pallets is hier onderdeel van. Een andere optie is het stabieler maken van de materialen op de pallets waardoor er meer pallets op elkaar gestapeld kunnen worden.2255 Verbeter planningstechnieken

om transport efficiënter te maken

Een goede verdeling van zendingen over voertuigen kan het aantal benodigde voertuigen verminderen. Er zijn diverse software pakketten op de markt waarmee transportplanningen gemaakt kunnen worden, die wellicht leiden tot efficiënter gebruik van transportmiddelen en reductie van het aantal ritten of het aantal km per rit. Een andere mogelijkheid is om de transport bij de transporteur te leggenzodat combinatietransport (bundelen) mogelijk wordt2256 Pas dematerialisatie toe voor

optimalisatie van transport en distributie

Dematerialisatie is de ontwikkeling van een economisch systeem op dusdanige wijze dar er een significante, absolute afname optreedt van alle materiaalstromen (fossiele en biologische) binnen de systeemgrenzen en over de grenzen heen.Dematerialisatie heeft veel te maken met het begrip eco-efficiency en de levenscyclusbenadering is van belang.2257 Stimuleer zuinig rijgedrag Met registratie en vergelijking van brandstofverbruik, training en bewustmaking kunt u bereiken dat uw chauffeurs een zuiniger rijstijl aanleren.Hiermee kan 10 tot 20 procent brandstof worden bespaard. Dieselverbruiksmeters geven de chauffeur inzicht in het brandstofverbruik tijdens het rijden. De meter geeft op het dashboard het dieselverbruik in liter per kilometer aan.Combinatie met de toepassing van een boordcomputer of blackbox is ook mogelijk. Hierop kunnen,

onderdeel van EEP 2013-2016

2258 Verbeter transportefficiency door technische maatregelen aan transportmiddel

De transporteur heeft diverse mogelijkheden om de brandstofefficiency van het transport te beïnvloeden. Mogelijke aandachtspunten hierbij zijn: 1. Bij aanschaf van de vrachtauto te kiezen voor een combinatie met een gunstig energieverbruik; 2. Technische aanpassingen om het brandstof-verbruik te verminderen zoals windgeleiders, spoilers en toepassing van lichtgewichtonderdelen; 2259 Acquireer op retourvracht Gericht acquireren van retourlading om daarmee het gedeeltelijk of volledig leeg retour rijden te reduceren. Het gericht acquireren van retourlading kan plaatsvinden op twee niveaus. Men kan op incidentele basis acquisitie uitvoeren om zo of enkele ritten te voorzien van retourlading, of structureel dmv het aangaan van samenwerkingsafspraken met collega verladers en/of vervoerders

2260 Pas driedimensionale dakspoiler toe

De luchtweerstand van vrachtwagens kan worden verkleind door het aanbrengen van een driedimensionale dakspoiler op de cabine, zij-afscherming en/of het verkorten van de afstand tussen laadbak en cabine door middel van zij-fenders. Deze zorgen voor betere geleiding van de rijwind en daarmee voor vermindering van de aërodynamische weerstand van de voertuigen. Een driedimensionale dakspoiler levert 3 tot 7 procent besparing op en kost ongeveer ! 1.200. De besparingen en kosten van zij-

Page 46: Energie Efficiency Plan 2013-2016

bijlage 1

2261 Vergroen wagenpark Het is zeer effectief maatregelen te nemen gericht op een schoner wagenpark, mede door strengere Europese emissienormen. Voorbeelden:- De meest moderne dieselauto’s hebben een roetfilter. Ook het achteraf inbouwen van roetfilters wordt door het Ministerie van VROM gestimuleerd;

beperkt auto's in eigendom

2262 Verhoog belading ladingdragers Reductie van transport, handling en ruimtebeslag door een betere belading van ladingdragers (pallets / rolcontainers / colli). De belading van ladingdragers (pallets / rolcontainers / colli) kan onder andere worden verhoogd door: - hanteren van verschillende formaten ladingdragers (bijv. dozen van verschillende afmetingen - afspraken maken met afnemers over bestellingen in 'volle' ladingdragers 2263 Centraliseer transportplanning Het zoveel mogelijk neerleggen van de daadwerkelijke planning bij een beperkt aantal planners met ondersteuning van gerelateerde taken door derden (afstemming met chauffeurs, administratieve taken, afstemming met opdrachtgevers), leidt tot een efficiencyverbetering. Reductie van leegrijden en verbeteren van de beladingsgraad

reeds maatregelen transport reductie

2264 Centraliseer extern en intern opslag van gereed product

Door het centraliseren van de opslag van gereed product op één locatie kan de expeditie efficiënter verlopen en beter gepland worden.

2265 Overslag met bulkpendeltransport (extra overslagpunt)

In de oorspronkelijke structuur vinden de leveringen rechtstreeks vanuit het distributiecentrum (DC) plaats. Door een hub (overslagpunt) in het netwerk in te voeren en voor de pendel tussen DC en hub grotere voertuigen in te zetten, kan een reductie van het totale aantal aanrijkilometers gerealiseerd worden. Hierdoor kunnen 2266 Onderzoek de mogelijkheden

van videoconferentieIn de meest basale vorm is videoconferencing niets meer of minder dan het communiceren via live beelden (video) en geluid (audio) tussen twee (of meer) fysiek gescheiden locaties. Interactief en visueel contact op afstand zijn daardoor mogelijk. Er zijn meer mogelijkheden dan met telefonisch vergaderen, zoals brainstormen,

onderdeel van EEP 2013-2016

2267 Zet grotere en lichtere voertuigen in

Indien het gewicht of het volume de beperkende factor is in de ritplanning, dan kan door het inzetten van lichtere en/of grotere voertuigen meer lading worden meegenomen. Hierdoor zijn er minder ritten nodig om de lading op de plaats van bestemming te krijgen. 2268 Pas samenwerking toe met

andere bedrijven op bedrijventerreinen

Samenwerking met andere bedrijven op het bedrijventerrein kan door schaaloptimalisatie leiden tot energiebesparing:- Het gezamenlijk exploiteren van een afvalwaterzuivering of simpelweg het afvalwater van buurbedrijven verwerken volgens afgesproken voorwaarden. Door

reeds van toepassing

2269 Pas eigen afvalwaterzuivering toe ipv RWZI

Het zelf (biologisch, aeroob) zuiveren van afvalwater in plaats van lozing op het riool betekent een hoger energieverbruik. Indirect in de keten wordt bespaard op transportenergie door verpompen. In geval van een biogas-installatie (anaërobe zuivering) kan energie worden gewonnen uit het vrijkomende biogas.

2270 Bundelen Kleine zendingen kunnen samengevoegd worden (op klantniveau of regioniveau). Vaak heeft dit tevens een verhoging van de servicegraad tot gevolg. Een "simpele" manier van bundelen is uitbesteden. Bundelen van goederenstromen in eigen beheer is vaak complex. Samenwerking met een andere partij is daarvoor nodig.

voor zover van toepassing

2271 Verbeter managementinformatie Om de transportprestatie te verbeteren is inzicht hierin nodig. Om dit inzicht te verkrijgen is een management informatiesysteem noodzakelijk waarin gegevens geregistreerd en verwerkt worden. Vaak worden transportgegevens vastgelegd per chauffeur of per wagen. Voor het analyseren van kosten en opbrengsten is het echter

reeds van toepassing

2272 Zet multifunctionele wagens in Met multi-functionele voertuigen (opleggers) is het mogelijk om lading in een wagen te combineren die anders met verschillende wagens zou moeten worden vervoerd. De wagen is in staat om meerdere typen lading te vervoeren. Hierdoor kunnen de transportkilometers gereduceerd worden.

2273 Reduceer beleveringsfrequentie Veel bedrijven beleveren dagelijks in alle regio`s, terwijl de klanten in die regio's niet dagelijks bestellen. Dit leidt tot een relatief lage dropdichtheid per regio. Door het hanteren van vaste leverschema`s kan deze dropdichtheid sterk worden verbeterd. Reductie van transport door klanten geografisch te clusteren en vaste leverdagen per

juist e.e.a. bundelen, minder transport

2274 Inzet organische reststromen voor productie biogas

Organische reststromen kunnen nuttig ingezet worden, bijvoorbeeld door ze te vergisten tot biogas of door bijstoken in energiecentrales. Biogas productie kan alleen als duurzame energie-maatregel gerapporteerd worden als de energie (warmte, gas, electriciteit) die wordt opgewekt weer aan het productieproces ten goede komt. Is dat niet het geval dan is het een maatregel in de categorie optimalisatie productafdanking.

via afvalverwerker

2275 Inkoop groene stroom Voor het EEP mag u inkoop duurzame energie alleen opnemen indien u kunt aantonen dat u hiervoor een extra inspanning moet leveren

reeds van toepassing

2276 Gebruik Retour-, statiegeld- en bulkverpakkingen

Door retour- statiegeld- of bulkverpakkingen toe te passen (zowel bij inkoop als bij verkoop) kan veel verpakkingsmateriaal bespaard worden. Maak afspraken met leveranciers en klanten over een retoursysteem voor de verpakkingen van de geleverde goederen en over bulklevering. Hierbij valt te denken aan:Retoursystemen, zoals statiegeld op kratten, dozen en andere verpakkingen;2277 Voer vervoersmanagement in Vervoermanagement bij bedrijven richt zich op het woon-werkverkeer, het zakelijk personenverkeer, het bezoekersverkeer en het aan de inrichtinggerelateerde goederenvervoer. Toepassing van vervoermanagement door inrichtingen heeft verschillende positieve effecten op het milieu:

deels reeds onderzocht en toegepast

2278 Materiaalbesparing door ontwerpaanpassing

Door slimmer te construeren en door alert te zijn op overdimensioneren kan materiaal bespaard worden. Het ontwerp van een product kan geoptimaliseerd worden naar zo min mogelijk materiaalgebruik, waarbij het ontwerp aan de overige opgelegde eisen blijft voldoen. Het energieverbruik per product zal hierdoor dalen, omdat er minder kunststof geproduceerd hoeft te worden in de keten. Let er tijdens het ontwerpproces wel op dat de energie die nodig is voor productie niet teveel toeneemt.

geen verbouw gepland

2279 Doorberekening energiekosten aan de eindklant

Het in rekening brengen van de de energiekosten aan de eindklant stimuleert energiebesparingen. De huidige praktijk in veel bedrijven om energie uit een gemeenschappelijk budget te betalen maakt dat afdelingen die investeren in energiebesparende maatregelen hiervan niet de vruchten plukken. Door de energie rechtstreeks door te belasten worden de gebruikers geconfronteerd met hun verbruik en hebben ze ook direct baat bij het beperken van dit energie gebruik2280 Zoek ruimte voor windenergie. Een windturbine op uw eigen terrein geeft een duurzame uitstraling. Voor de oprichting van een windturbine is echter wel samenwerking nodig mey projectontwikkelaars en bijv provincie en gemeente

niet gepland binnen EEP

2340 Breng een thermostatische regeling aan op de liftmachinekamerverwarming.

Een thermostatische regeling op de verwarming van de liftmachine kamer zorgt ervoor dat de ruimtetemperatuur niet te hoog oploopt. In principe is deze verwarming bedoeld om de ruimte vorstvrij te houden. Een dergelijk regeling kan dan ook op 5 °C worden a

Al onze liften zijn inpandig en hebben geen aparte verwarming

2341 Breng een liftvolgordeschakeling aan of verbeter de liftvolgordeschakeling.

Een liftvolgorde schakeling zorgt ervoor dat meerdere liften niet tegelijk in werking worden gezet. Hierdoor wordt het aantal onnodige liftbewegingen verminderd. Een ander voordeel hierdoor is dat het 'gelijktijdig afgenomen vermogen' door deze schakel

De twee liften in de G-vleugel die direct naast elkaar liggen zijn met een dergelijke schakeling uitgevoerd.

2342 Zorg voor een goede isolatie van koelapparatuur en koelmeubelen.

Koelapparatuur en -meubelen hebben, zeker als ze ouder worden, een slechtere isolatie dan nieuwere apparatuur. Dit zorgt voor een verlies aan koude uit de apparatuur en dus een hogere energieverbruik om de temperatuur constant te houden. Zorg dus óf voor

apparatuur is vrij nieuw, dus apparaten zelf zullen niet vervangen worden. Wel wordt in het kader van goodhousekeeping catering waar mogelijk apparatuur voorzien van extra afdekking.

2343 In een keukenomgegving is door verschillende efficiency en gedragsveraderingen energetisch winst te halen. Deze maatregelen vallen allen onder de noemer "goodhousekeeping".

Door verschillende effeciency en gedragsmaatregelen in de keuken en catering is energetische winst te halen. Te denken valt oa aan: hanteer en controleer de juiste bewaartemperaturen; Houdt koelkasten/vriezers inwendig vrij van ijs en de reinig de condens

opgenomen in EEP 2013-2016, zekere maatregel

2344 vervang elektrische apparaten door gasgestookte apparaten

Energieverbruik van apparatuur wordt bepaald door het soort apparatuur (aardgas/elektrisch, vermogen, type etc.) en het gebruik. Beide factoren zijn te beïnvloeden.Elektrisch verwarmen van apparatuur is 2,5 keer zo duur als het verwarmen met aardgas. Div

geen gasaansluiting aanwezig

Page 47: Energie Efficiency Plan 2013-2016

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 bijlage 1 BL-EH20122318 - 15 -

2345 Door toepassing van nieuwe moderne apparatuur welke energiezuiniger en hogere rendementen hebben ten opzichte van bestaande apparatuur, wordt energie bespaard.

Door toepassing van nieuwe moderne apparatuur welke energiezuiniger en hogere rendementen hebben ten opzichte van bestaande apparatuur, wordt energie bespaard. Voorbeelden zijn oa: hoogrendements gasapparatuur; pas een gasgestookte hoogrendement frituur t

geen gasaansluiting aanwezig

2346 sluit de vaatwasmachine aan op het warmwatercircuit (indien mogelijk)

Als u vaak gebruik maakt van de vaatwasmachine kunt u besparen door gebruik te maken van 'hot-fill'. Het water wordt dan niet elektrisch door de vaatwasmachine verwarmd maar vanuit een warmwaterleiding aangevoerd. Het warmwater kan verzorgd worden door een HR ketel, gasboiler of zonneboiler.

tapwater wordt verwarmd met elektrische boilers (niet met gasboiler, zonneboiler of HR ketel opgewekt). Daardoor niet efficient om hotfill toe te passen.

2347 Win afvalwarmte terug uit de afwasmachine

Meestal wordt gebruik gemaakt van machines zonder toepassing van warmteterugwinning. Als een extra warmtewisselaar in de machine is geplaatst kan deze de warmte uit de dampen weer gebruiken

opgenomen in EEP 2013-2016, nader onderzoek nodig naar mogelijkheden toepassing

2348 Maak een energie- en inkoopbeleid. Hierin dienen zaken als inkoopprocedures en motivatiecampagnes e.d geformuleerd te worden en gemonitord te worden.

Energie- en inkoopbeleid : voer energiemanagement conform EN 16001 in; maak gebruik van de BAT (Best Available Techniques) en BREF (Best References) lijsten voor een sector.; Gebruik de Total Cost of Ownership (TCO) methode om terugverdientijden door te b

reeds van toepassing

2349 Monitor energieverbruiken en vergelijk aan de hand van landelijk bekende kengetallen

Monitor energieverbruiken en vergelijk aan de hand van landelijk bekende kengetallen reeds van toepassing, tiental energiemeters geinstalleerd voor monitoring van subverbruiken. Daarnaast worden in deze EEP getallen vergeleken met benchmark

2350 Optimaliseer het gas-, elektriciteits- of stadsverwarmingscontract

Met de intrede van de vrije energiemarkt zijn er veel mogelijheden om een op maat gesneden contract af te sluiten met een energiemakelaar of een energieleverancier. Formuleer uw wensen en vraag offertes aan om een voor u zo gunstig mogelijk aanbod te kiez

reeds van toepassing

2351 Zorg voor goede isolatie van alle draaidelen (ramen, deuren e.d.).

U kunt het energieverlies via een toegangsdeur beperken door het openen en sluiten van deuren zo te automatiseren dat er geen tocht kan ontstaan door tegelijkertijg geopende binnen en buitendeur. Een waarschuwing en instructie op de deur is noodzakelijk

alle ramen en deuren zijn voorzien van dubbel of HR++ glas (Bouwjaren 1990 en later), dus naisoleren niet interessant aangezien er geen renovatie- of verbouwingsplannen verder zijn

2352 Isoleer de muren of wanden en borstweringen.

Door ongeïsoleerde muren ontsnapt een aanzienlijke hoeveelheid warmte. Wij adviseren u om uw muren te isoleren. U bespaart daarmee kosten en u verhoogt tegelijkertijd het comfort.SpouwmuurEr bestaan verschillende manieren om spouwmuren te isoleren. Veel

alle bouwdelen zijn reeds geisoleerd (Bouwjaren 1990 en later), dus naisoleren niet interessant aangezien er geen renovatie- of verbouwingsplannen verder zijn

2353 Isoleer het dak Via het dak van het gebouw verdwijnt veel warmte. Een isolatielaag op of onder het dakoppervlak functioneert als een deken. Hierdoor neemt het warmteverlies in de winter af en komt er in de zomer minder warmte van buitenaf het gebouw binnen. Een bijkomend

alle bouwdelen zijn reeds geisoleerd (Bouwjaren 1990 en later), dus naisoleren niet interessant aangezien er geen renovatie- of verbouwingsplannen verder zijn

2354 Isoleer de vloer Vloerisolatie is een rendabele mogelijkheid bij nieuwbouw of bij renovatie van de vloer. De kosten bedragen ! 5,- tot! 20,- per m" afhankelijk of de isolatie al of niet zelf wordt gelegd. Mogelijke besparingen van 4 m# aardgas per m" vloeroppervlak per ja

alle bouwdelen zijn reeds geisoleerd (Bouwjaren 1990 en later), dus naisoleren niet interessant aangezien er geen renovatie- of verbouwingsplannen verder zijn

2355 Pas hoog rendement dubbelglas toe (HR++, HR++ met speciale coatings etc.)

Een gebouw verliest een aanzienlijke hoeveelheid warmte via het glasoppervlak. Ramen met een lage (hoge) U-waarde beperken het energiegebruik. Er bestaan globaal gezien drie verschillende typen glas: - Enkel glas. De isolerende werking van dit glas is

alle bouwdelen zijn reeds geisoleerd (Bouwjaren 1990 en later), dus naisoleren is niet rendabel aangezien er geen renovatie- of verbouwingsplannen verder zijn

2356 Breng radiatorschermen aan Veel warmte van radiatoren die voor het raam staan of tegen een koude buitenmuur, verdwijnt vrijwel rechtstreeks naar buiten. Aandacht voor dit probleem is dus terecht. Als u een warmteschild achter de radiator plaatst, kan het warmteverlies naar buiten m

TVT > 5 jr. Achterliggende muur is goed geisoleerd.

2357 Voorzie een gebouw van isolerende luiken en sluit deze gedurende de nacht om het warmteverlies te beperken.

Door de ramen af te sluiten met isolerende luiken worden de transmisie- en stralingsverliezen sterk verminderd. Eventueel kunnen gordijnen (indien aanwezig) gebruikt worden om de verliezen te beperken, maar dit is minder effectief.

Hoge investeringskosten om ramen te voorzien van luiken. TVT hoog doordat ramen reeds geisoleerd zijn en warmteopwekking efficient is met WTW en WKO.

2358 Zorg voor een gebouwhandleiding voor de gebouw- en installatiebeheer en - gebruik.

van de relevante gebouwvoorzieningen (bijv. automatische deuren, zonnewering, liften) en van de gebouwinstallaties wordt een in voor leken (dus niet in technische taal) een handleiding opgesteld, bestemd voor de niet technisch onderlegde gebouwbeheerder of voor de gebruikers en t.b.v. een juist begrip van de werking, de bediening en een adequaat onderhoud en beheer.

Gebouwbeheer en installatiebeheer is volledig ondergebracht bij het Facilitair Bedrijf. De gebouwgebruiker heeft geen enkele invloed op installaties. Dit wordt centraal geregeld en gemonitord via een gebouwbeheer systeem door de afdeling Technische zaken.

2359 Voer pulserende sterilisatie-units in Het heetwaterverbruik van een messensterilisator in de uitvoering van een doorstroombakje kan zeer hoog oplopen. Door met een sensor de suppletie van heetwater te koppelen aan de behoefte om een mes te steriliseren, kan het verbruik van heetwater sterk re

NVT

2360 Pas op afstand servicebare fris en snoep automaten toe.

Moderne fris en snoep automaten zijn op afstand servicebaar. Dat betekent dat een deel van het onderhoud via een telefoonlijn uitgevoerd kan worden. Een gevolg hiervan is dat de onderhoudsmonteur minder kilometers hoeft te maken.

Nader onderzoeken

2361 Speel in op de actuele bezetting van het gebouw. Installaties hoeven niet op volle kracht te werken als het gebouw tijdelijk of langdurig niet ten volle benut wordt.

Wanneer buiten werktijd de druk lager kan zijn omdat bijvoorbeeld kritische apparatuur buiten bedrijf is, kunt u de netdruk omlaag brengen waardoor het netverlies door lekkages afneemt. Tijdens de vakantieperode is het gebouw verlaten. In het onderwijs ka

Is reeds aangepakt. De kloktijden van diverse installaties zijn aangepast n.a.v. De bezetting overdag en 's avonds.

2362 Zorg voor een optimale regeling van de installaties

Door het optimaliseren van de verschillende gebouwinstallaties (verwarming, koeling en elektrisch) kan fors bespaard worden op energieverbruik. Bijvoorbeeld: - Ruimten die voorzien zijn van een eigen koelsysteem hebben vaak een eigen regeling in de ruimte

wordt reeds gedaan voor veel installaties. gebouwinstallaties zijn goed ingeregeld en er is reeds veel aandacht besteed aan energiebesparing en inregeling van de installatie. Alleen de WKO dient nog verder geoptimaliseerd te worden. Deze maatregel wordt opgenomen in EEP 2013-2016

2363 Zorg voor een goed beheer en onderhoud van de gebouwinstallaties

Een logboek bijhouden over het onderhoud van de verwarmingsinstallatie is een goede gewoonte. Doe dit ook met de ingestelde waarden in de cv-regelingen. Op deze wijze kan achterhaalt worden op welke waarden de regeling is ingesteld.

wordt reeds gedaan voor veel installaties. gebouwinstallaties zijn goed ingeregeld en er is reeds veel aandacht besteed aan energiebesparing en inregeling van de installatie. Alleen de WKO dient nog verder geoptimaliseerd te worden.

2364 Optimaliseer de gebouwinstallaties aan de hand van de gebruikstijden van het gebouw.

Schakel apparatuur die u niet gebruikt uit. Zorg voor een optimale planning, waarbij er met name op wordt gelet dat de apparatuur niet onnodig lang aanstaat. Daarnaast adviseren wij u om, indien mogelijk, zoveel mogelijk gebruik te maken van laagtariefure

warmtapwater boilers zijn afgelopen periode voorzien van klokschakelaars.

2365 Schakel au bain-marie en andere warmhoudapparatuur later in

Vaak wordt warmhoudapparatuur al ingeschakeld op het moment dat de keuken 's morgens in gebruik wordt genomen. Door hier zorgvuldig mee om te gaan, en de apparatuur in te schakelen als dat nodig is, kan hierop aanzienlijk bespaard worden.

als onderdeel van GoodHouseKeeping in catering

2366 Strokengordijn voor horizontale en afdekking voor verticale koelmeubelen

Koelmeubelen met verticaal presentatievlak verliezen veel koude aan de voorzijde. Deze koude moet weer aangevuld worden. In de winter is de ontwijkende koude daarnaast ook nog verantwoordelijk voor een extra warmtevraag. Met behulp van een strokengordijn

niet aanwezig

2367 Gasgestookte apparaten versus elektrische apparaten

Bij de aanschaf van friteuse, boiler, heetwatertoestel, (vaat-)wasmachines, oven, kookketel, etc. is de keuze voor de capaciteit en het type verwarming, bepalend voor het energieverbruik. Overdimensionering van de capaciteit leidt tot energieverlies, en a

geen gasaansluiting aanwezig

2368 Gebruik een HR-friteuse en andere apparaten

Een HR-friteuse heeft een hogere frituursnelheid en een grotere capaciteit dan een standaard friteuse. Bovendien is het frituurproduct beter, en is de HR-friteuse zuinig in het energieverbuik. Omdat de baktemperatuur constant 150 grad C is, is het frituur

apparatuur is vrij nieuw, dus apparaat zal niet vervangen worden en is al relatief zuinig.

2369 Gebruik een HR-vaatwasser De geïnstalleerde vermogens van vaatwassers lopen uiteen van 3 tot 80 kW. Kosten en enegrie kan worden bespaard met de volgende tips:- Vaatwasmachines met labael A hebben een aanzienlijk lager water-, energie- en zeepverbruik,- Het aantal afwasbeurten k

apparatuur is vrij nieuw, dus apparaat zal niet vervangen worden en is al relatief zuinig.

2370 Schakel warmhoudapparatuur uit indien niet in gebruik

Schakel warmhoudapparatuur uit indien niet in gebruik. De investering bedraagt tussen ! 50 en ! 100 per thermoskan. De besparing is afhankelijk van de aanwezige apparatuur. De gemiddelde terugverdientijd is tussen 1 en 2 jaar.

als onderdeel van GoodHouseKeeping in catering

2371 Installeer energiezuinige lift Een energiezuinige lift levert aantrekkelijke besparingen op. Stel bij verbouwing, nieuwbouw, of noodzakelijke vervanging van de lift eisen aan de energiezuinigheid van de lift. Dit betreft de aandrijving, besturing, verlichting en ventilatie. Een energi

verbouwing, nieuwbouw of noodzakelijk vervanging niet aan de orde.

Page 48: Energie Efficiency Plan 2013-2016

bijlage 2

BIJLAGE 2 MAATREGELEN UITGEWERKT

Overzicht maatregelenAlgemene informatie

Naam instelling: Hogeschool Leiden

Verbruik en tarievenVerbruik 2011 Tarief 2011

Gas 0 m3 0,40 !/m3Elektriciteit 2.761.185 kWh 0,12 !/kWhWarmte 5.191 GJ 21,70 !/GJPrimaire energie 30.613 GJUitstoot CO2 1.854.046 kg

Bediening

Plan van aanpak

Zekere maatregelen (procesefficiëntie)Maatregelen Jaar Investering Efficiëntie

verbetering (%)Status

Optimaliseren WKO 2014 ! 10000 1,16% ZekerTotaal ! 10.000 1,16%

Voorwaardelijke maatregelen (procesefficiëntie)Maatregelen Jaar Investering Efficiëntie

verbetering (%)Status

- - - -

Onzekere maatregelen (procesefficiëntie)Maatregelen Jaar Investering Efficiëntie

verbetering (%)Status

- - - - OnzekerTotaal ! 0 0,00%

Maatregelen ketenefficiëntieMaatregelen Jaar Investering Efficiëntie

verbetering (%)Status

Dunner papier toepassen 2013 ! 0 0,71% ZekerVerminderen transport van medewerkers en studenten2015 ! 8660 3,09% ZekerDubbelzijdig printen/ kopieren 2013 ! 0 1,20% ZekerGoodhousekeeping catering 2014 ! 0 1,40% ZekerCompensatie vliegreizen 2013 ! 1200 0,33% ZekerAutobanden op spanning 2014 ! 1864 0,13% ZekerVuilpers 2013 ! 4500 0,01% ZekerPapierpers 2013 ! 4500 0,00% ZekerTotaal ! 20.724 6,86%

Maatregelen duurzame energieMaatregelen Jaar Investering Efficiëntie

verbetering (%)Status

- - - - -Totaal ! 0 0,00%

Totaal (zekere en voorwaardelijke maatregelen) 8,02%

Page 49: Energie Efficiency Plan 2013-2016

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 bijlage 2 BL-EH20122318 - 1 -

Maatregel

Gebouw Bouwdeel G

Categorie

Omschrijving maatregel

Uitgangspunten berekening

InvesteringOnderdeel Aantal [-]Eenheidsprijs [!] TotaalInzet energiedeskundige analyse en verbetering systeem 40 100 ! 4.000

! 0! 0! 0! 0! 0

Totaal ! 4.000

BesparingGrootheid Eenheid Aantal [-] Totaal [%/jaar] TotaalGas m3/jaar 0,00% ! 0Elektriciteit kWh/jaar 39.300 1,42% ! 4.795Warmte GJ/jaar 0,00% ! 0Primaire energie GJ/jaar 353,7 1,16%Vermeden CO2 kg/jaar 22.244 1,20%Totaal ! 4.795

Terugverdientijd

1 jaar

Plan van Aanpak

Jaar van uitvoering 2014

Status

Optimaliseren WKO

De WKO installatie is momenteel in goed beheer. In 2011 was de installatie nog inefficient en de bronnen nog niet goed in balans. In 2012 zijn de bronnen al beter in balans (voldoende temperatuurverschil). Er wordt echter een inefficiente drycooler ingezet. Als maatregel gaan we uit van onderzoek naar mogelijke aanvullende efficienties en minder inzet van drycooler.

Voor bouwdeel G bedraagt het energieverbruik voor verwarmen en koelen met WKO ca. 390.000 kWh in 2011. In 2012 is het verbruik al verlaagd doordat bronner beter in balans komen. In 2013 is te verwachten dat nog enkele extra besparingen mogelijk zijn. Uitgegaan wordt van in totaal 10% besparing t.o.v. 2011.

Proces efficiëntie

Zeker

Page 50: Energie Efficiency Plan 2013-2016

bijlage 2

Maatregel

Gebouw Geheel

Categorie

Omschrijving maatregel

Uitgangspunten berekening

InvesteringOnderdeel Aantal [-]Eenheidsprijs [!] TotaalManuren 0 0 ! 0Materiaal 0 0 ! 0

! 0! 0! 0! 0

Totaal ! 0

BesparingGrootheid Eenheid Aantal [-] Totaal [%/jaar] TotaalGas m3/jaar 0,00% ! 0Elektriciteit kWh/jaar 0,00% ! 0Warmte GJ/jaar 0,00% ! 0Primaire energie GJ/jaar 217,0 0,71%Vermeden CO2 kg/jaar 0 0,00%Totaal ! 0

Terugverdientijd

0 jaar

Plan van Aanpak

Jaar van uitvoering 2013

Status

Dunner papier toepassen

Toepassing van 80 naar 70 grams papier. De kopieer en printapparatuur zijn gecontroleerd op geschiktheid en dienen erop aangepast te worden door de fabrikant van de apparatuur.

Berekend met excelsheet '(Keten)maatregelen Dienstensectoren.xls' dat de besparing bovenop dubbelzijdig kopieren en printen (de maatregelen beinvloeden elkaar nl.) nog (585-368=) 217 GJ.

Keten efficiëntie

Zeker

Page 51: Energie Efficiency Plan 2013-2016

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 bijlage 2 BL-EH20122318 - 3 -

Maatregel

Gebouw Geheel

Categorie

Omschrijving maatregel

Uitgangspunten berekening

InvesteringOnderdeel Aantal [-]Eenheidsprijs [!] TotaalInrichting video conference faciliteiten 3 1720 ! 5.160Videoopnames college's en webapplicatie 1 3000 ! 3.000Online carpoolregister 1 500 ! 500

! 0! 0! 0

Totaal ! 8.660

BesparingGrootheid Eenheid Aantal [-] Totaal [%/jaar] TotaalGas m3/jaar 0,00% ! 0Elektriciteit kWh/jaar 0,00% ! 0Warmte GJ/jaar 0,00% ! 0Primaire energie GJ/jaar 946,9 3,09%Vermeden CO2 kg/jaar 0 0,00%Totaal ! 0

Terugverdientijd

0 jaar

Plan van Aanpak

Jaar van uitvoering 2015

Status

Verminderen transport van medewerkers en studenten

Er lijken 3 kansrijke mogelijkheden voor reductie transport van medewerkers en studenten: 1. Lesgeven op afstand (er zullen college's op video beschikbaar worden gesteld). 2. Bevorderen van carpoolen, bijvoorbeeld door inrichting online afsprakenregister. 3. Beperken dienstreizen door videoconferencing (ook onderdeel van gedragscampagne duurzaamheid).

Bovengenoemde 3 maatregelen moeten leiden tot een besparing op auto en OV gebruik. Uitgegaan wordt van ca. 3% besparing op beiden transport types. Energieverbruik voor woon-werk/studie betreft 31.563 GJ. Daar 3% van reduceren betreft 789 GJ. Kosten voor videoconferencing sytemen, 3 stuks a 1720 (incl. installatie): bron http://www.fentronics.nl/. Bron voor effecten reducties: www.ser.nl (Effect en potentie mobiliteitsmaatregelen)

Keten efficiëntie

Zeker

Page 52: Energie Efficiency Plan 2013-2016

bijlage 2

Maatregel

Gebouw Organisatie

Categorie

Omschrijving maatregel

Uitgangspunten berekening

InvesteringOnderdeel Aantal [-]Eenheidsprijs [!] TotaalManuren 0 ! 0Materiaal 0 0 ! 0

! 0! 0! 0! 0

Totaal ! 0

BesparingGrootheid Eenheid Aantal [-] Totaal [%/jaar] TotaalGas m3/jaar 0,00% ! 0Elektriciteit kWh/jaar 0,00% ! 0Warmte GJ/jaar 0,00% ! 0Primaire energie GJ/jaar 368,0 1,20%Vermeden CO2 kg/jaar 0 0,00%Totaal ! 0

Terugverdientijd

0 jaar

Plan van Aanpak

Jaar van uitvoering 2013

Status

Dubbelzijdig printen/ kopieren

Dubbelzijdig printen en kopiëren wordt gestimuleerd aan de hand van gunstigere prijzen te vragen voor dubbelzijdige prints en kopieën en opdrachten via de repro worden standaard dubbelzijdig geprint. Daarnaast wordt een groene email handtekening gestimuleerd zodat minder emails uitgeprint worden. Ongewenste post wordt retour gezonden en afgezegd.

Op basis van het Milieuverslag 2011 van Hogeschool Leiden is afgeleid dat absoluut gezien dubbelzijdig kopieren met 3,7% toeneemt en dubbelzijdig printen met 14,84%. Conform het Milieuverslag worden 460.000 vellen papier jaarlijks uitgespaard. 1 kg papier komt overeen met 59,20 MJ/kg. Het besparingsgetal is echter ontleend aan de excelberekening: Ketenmaatregelen Dienstensector.

Keten efficiëntie

Zeker

Page 53: Energie Efficiency Plan 2013-2016

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 bijlage 2 BL-EH20122318 - 5 -

Maatregel

Gebouw Geheel

Categorie

Omschrijving maatregel

Uitgangspunten berekening

InvesteringOnderdeel Aantal [-]Eenheidsprijs [!] TotaalManuren 0 ! 0Materiaal 0 ! 0

! 0! 0! 0! 0

Totaal ! 0

BesparingGrootheid Eenheid Aantal [-] Totaal [%/jaar] TotaalGas m3/jaar 0,00% ! 0Elektriciteit kWh/jaar 0,00% ! 0Warmte GJ/jaar 0,00% ! 0Primaire energie GJ/jaar 428,9 1,40%Vermeden CO2 kg/jaar 0 0,00%Totaal ! 0

Terugverdientijd

0 jaar

Plan van Aanpak

Jaar van uitvoering 2014

Status

Goodhousekeeping catering

In een keukenomgegving is door verschillende efficiency en gedragsveraderingen energetisch winst te halen. Deze maatregelen vallen allen onder de noemer "goodhousekeeping".Door verschillende effeciency en gedragsmaatregelen in de keuken en catering is energetische winst te halen.

Voor de maatregelen staan algemeen besparingen genoemd van 2 tot 50%. Doordat de keukenapparatuur bij Hogeschool Leiden nog vrij nieuw is wordt gerekend met 5% besparing. Uitgegaan wordt van 8578 GJ energieverbruik voor catering (o.b.v. sheet 'Uitgebreide Energie Studie_rekenmodel_120605_HL.xls'. Er worden geen extra kosten verwacht voor uitvoering.

Keten efficiëntie

Zeker

Page 54: Energie Efficiency Plan 2013-2016

bijlage 2

Maatregel

Gebouw Geheel

Categorie

Omschrijving maatregel

Uitgangspunten berekening

InvesteringOnderdeel Aantal [-]Eenheidsprijs [!] Totaal

! 050 ton CO2 a 6 euro compensatie 50 24 ! 1.200

! 0! 0! 0! 0

Totaal ! 1.200

BesparingGrootheid Eenheid Aantal [-] Totaal [%/jaar] TotaalGas m3/jaar 0,00% ! 0Elektriciteit kWh/jaar 0,00% ! 0Warmte GJ/jaar 0,00% ! 0Primaire energie GJ/jaar 100,0 0,33%Vermeden CO2 kg/jaar 0 0,00%Totaal ! 0

Terugverdientijd

0 jaar

Plan van Aanpak

Jaar van uitvoering 2013

Status

Compensatie vliegreizen

Compenseren van vliegreizen door koop van certificaten via de vliegmaatschappij. Er wordt door Hogeschool Leiden een reisbeleid opgesteld. Daarmee wil Hogeschool Leiden o.a. medewerkers verplichten hun internationale dienstreizen via een intermediair te boeken. Deze zorgt er dan voor dat de reizen die worden geboekt CO2 neutraal zijn.

(www.tricode.nl/2010/12/duurzaam/) op deze site wordt een rekenvoorbeeld gegeven van wat per ton CO2 gecompenseerd moet worden. Aan de hand van dit voorbeeld kennen we 20% toe van de compensatie. Er wordt per jaar ca. 115.517 km gevlogen = ca. 50 ton CO2 = (500 GJ). 500*20% = 100 GJ reductie. Hiervoor dient 24 euro per ton CO2 betaald te worden (minder betalen kan niet leiden tot 20% compensatie).

Keten efficiëntie

Zeker

Page 55: Energie Efficiency Plan 2013-2016

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 bijlage 2 BL-EH20122318 - 7 -

Maatregel

Gebouw Geheel

Categorie

Omschrijving maatregel

Uitgangspunten berekening

InvesteringOnderdeel Aantal [-]Eenheidsprijs [!] Totaal

! 01 1864 ! 1.864

! 0! 0! 0! 0

Totaal ! 1.864

BesparingGrootheid Eenheid Aantal [-] Totaal [%/jaar] TotaalGas m3/jaar 0,00% ! 0Elektriciteit kWh/jaar 0,00% ! 0Warmte GJ/jaar 0,00% ! 0Primaire energie GJ/jaar 38,5 0,13%Vermeden CO2 kg/jaar 0 0,00%Totaal ! 0

Terugverdientijd

0 jaar

Plan van Aanpak

Jaar van uitvoering 2014

Status

Autobanden op spanning

Inhuur service autoband op spanning, eenmalig, daarna bewustwording

Een mobiel team kan op het parkeerterrein van Hogeschool Leiden zorgen voor het op spanning brengen van de autobanden. In 2012 heeft Hogeschool Leiden reeds 1 keer hiervan gebruik gemaakt, in 2013 of 2014 wordt dit nog een keer uitgevoerd. Daarna wordt verwacht voldoende bewustwording te hebben gecreeerd dat herhaling niet meer nodig is.

Onderstaande kosten zijn voor eenmaal per jaar oppompen. Kosten 8 euro per auto, aanname voor kosten: 233 auto's per keer. Aanname: 55% banden niet op spanning. Reductie het brandstofverbruik is ca. 788 liter brandstof = 39 GJ. Bron: rapportage Band op Spanning voor Hogeschool Leiden van 22 mei 2012.

Keten efficiëntie

Zeker

Page 56: Energie Efficiency Plan 2013-2016

bijlage 2

Maatregel

Gebouw Geheel

Categorie

Omschrijving maatregel

Uitgangspunten berekening

InvesteringOnderdeel Aantal [-]Eenheidsprijs [!] Totaal

! 0Huur vuilpers (1 jaar) 1 4500 ! 4.500

! 0! 0! 0! 0

Totaal ! 4.500

BesparingGrootheid Eenheid Aantal [-] Totaal [%/jaar] TotaalGas m3/jaar 0,00% ! 0Elektriciteit kWh/jaar 0,00% ! 0Warmte GJ/jaar 0,00% ! 0Primaire energie GJ/jaar 1,6 0,01%Vermeden CO2 kg/jaar 0 0,00%Totaal ! 0

Terugverdientijd

0 jaar

Plan van Aanpak

Jaar van uitvoering 2013

Status

Vuilpers

Huur van een vuilpers door Hogeschool Leiden waardoor in plaats van dagelijks dan 2x per maand vuil wordt opgehaald. 90% op ritjes wordt gereduceerd.

90% besparing op transport. Reductie is jaarlijks ca. 200 ritjes van 6 km = 1200 km * 1,36 MJ/km = 1,630 GJ. Kosten huur 375 euro per maand.

Keten efficiëntie

Zeker

Page 57: Energie Efficiency Plan 2013-2016

Hogeschool Leiden/EnergieEfficiencyPlan 2013-2016 bijlage 2 BL-EH20122318 - 9 -

Maatregel

Gebouw Geheel

Categorie

Omschrijving maatregel

Uitgangspunten berekening

InvesteringOnderdeel Aantal [-]Eenheidsprijs [!] TotaalHuur papierpers (1 jaar) 1 4500 ! 4.500

! 0! 0! 0! 0! 0

Totaal ! 4.500

BesparingGrootheid Eenheid Aantal [-] Totaal [%/jaar] TotaalGas m3/jaar 0 0,00% ! 0Elektriciteit kWh/jaar 0 0,00% ! 0Warmte GJ/jaar 0 0,00% ! 0Primaire energie GJ/jaar 0,3 0,00%Vermeden CO2 kg/jaar 0 0,00%Totaal ! 0NB. Opbrengst papier bijna gelijk aan huur ! 4.500

Terugverdientijd

0 jaar

Plan van Aanpak

Jaar van uitvoering 2013

Status

Papierpers

Huur van een papierpers door Hogeschool Leiden zodat meer oud papier opgeslagen kan worden op locatie en ophalen van oud papier minder frequent geschied. In de oude situatie werden 1 keer per week 20 papierbakken (240 liter) en 2 kartonbakken (1000 liter) opgehaald. In de nieuwe situatie wordt 1x per 4 weken papier en karton opgehaald.

75% besparing op transport. Reductie is jaarlijks ca. 39 ritjes van 5 km = 195 km * 1,36 MJ/km = 0,27 GJ. Kosten huur 375 euro per maand. De opbrengst van het papier is bijna de huur van de papierpers.

Keten efficiëntie

Zeker