JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY …46619E39-CCB9-4484-B647...2.3 Maatregelen en invloedsfactoren...
Transcript of JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY …46619E39-CCB9-4484-B647...2.3 Maatregelen en invloedsfactoren...
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015 Arcadis Nederland Arnhem
24 JUNI 2016
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
2
Contactpersonen
NIKKI SPAPENS European Energy & Reporting
Manager
M +31 (0)6 5073 66 90
Arcadis N.V.
P.O. Box 7895
1008 AB Amsterdam
Netherlands
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
3
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 5
2 DIRECTE CO2-EMISSIES: SCOPE 1 6
2.1 Doelstelling scope 1 6
2.2 CO2-emissies scope 1 6
2.3 Maatregelen en invloedsfactoren 6
2.3.1 Maatregelen 7
2.3.1.1 Geplande maatregelen 7
2.3.1.2 Aanvullende maatregelen 7
2.3.2 Invloedsfactoren 8
2.4 Voortgang van de doelstelling 8
3 INDIRECTE CO2-EMISSIES DOOR ENERGIEOPWEKKING: SCOPE 2 10
3.1 Doelstelling scope 2 10
3.2 Energiegebruik scope 2 10
3.3 Maatregelen en invloedsfactoren 10
3.3.1 Maatregelen 11
3.3.2 Invloedsfactoren 11
3.4 Voortgang van de doelstelling 11
4 OVERIGE INDIRECTE CO2-EMISSIE: SCOPE 3 13
4.1 Doelstelling scope 3 13
4.2 Energiegebruik scope 3 13
4.3 Maatregelen en invloedsfactoren 14
4.3.1 Maatregelen 14
4.3.2 Invloedsfactoren 15
4.4 Voortgang van de doelstelling 15
4.4.1 Upstream Scope 3 emissies 15
4.4.2 Downstream Scope 3 emissies 16
5 ZAKELIJK VERKEER 17
5.1 Scope verdeling 17
6 ENERGIEVERBRUIK GEBOUWEN 19
7 CO2-PRESTATIELADDER 20
7.1 CO2-emissies conform de CO2-Prestatieladder 20
7.2 Toerekening emissies aan projectenportefeuille 20
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
4
7.3 Voortgang van de doelstelling 21
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
5
1 INLEIDING
ARCADIS Nederland BV (ANL) publiceert halfjaarlijks een energie-efficiency rapportage. In de rapportages
worden de CO2-emissies van ANL in het voorgaande (half)jaar beschreven. Er wordt beschreven welke
energiebesparingsmaatregelen zijn uitgevoerd en welke andere invloeden effect op het energiegebruik
hebben gehad. Daarnaast wordt geanalyseerd hoe ver ANL is met het realiseren van haar energiereductie-
doelstellingen uit het energiebeleidsplan1.
Om de energieverbruiken te kunnen analyseren worden ze omgerekend naar CO2-emissies. Deze emissies
worden onderverdeeld in een drietal scopes volgens het GHG protocol. De scopes onderscheiden zich door
de mate waarin het bedrijf invloed heeft op de uitstoot.
• Scope 1 betreft directe CO2-emissies waar ANL direct invloed op heeft. Voorbeeld: op het moment dat de
verwarming aangaat wordt er meteen aardgas verbruikt en CO2 uitgestoten.
• Scope 2 betreft indirecte CO2-emissies waar ANL wel invloed op heeft, maar waar de uitstoot op een
andere locatie plaatsvindt. Voorbeeld: wanneer het licht aangaat komt de stroom van de energiecentrale,
waar de uiteindelijke uitstoot plaatsvindt.
• Scope 3 betreft indirecte CO2-emissies waar ANL beperkt invloed op kan uitoefenen.
Voorbeeld: medewerkers van ANL mogen zelf kiezen op welke manier zij hun woon-werk verkeer
invullen. ARCADIS is wel verantwoordelijk voor de uitstoot, niet voor de keuze die wordt gemaakt.
In de onderstaande figuur staan de scopes grafisch weergegeven.
Figuur 1: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol)
In de volgende hoofdstukken worden per scope de CO2-emissies en daaraan gerelateerde maatregelen,
invloedsfactoren en doelstellingen beschreven. Hoofdstuk 2 bevat informatie over de directe CO2-emissies
van ANL (scope 1). In hoofdstuk 3 worden de indirecte CO2-emissies door energieopwekking beschreven
(scope 2) gevolgd door de overige indirecte CO2-emissies (scope 3) in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 bevat
aanvullende informatie over het zakelijk verkeer van ANL en de beoogde verschuiving daarin. Tot slot
worden in hoofdstuk 6 de CO2-emissies van ANL nog eens weergegeven maar dan berekend conform de
scope-definitie van de CO2-Prestatieladder.
1 Sinds het opstellen van het energiebeleidsplan is de rapportagemanier gewijzigd (scopebepaling conform NEN-EN-ISO
14064-1 in plaats van CO2-Prestatieladder). Hierdoor lijken de doelstellingen af te wijken. Deze zijn echter gelijk gebleven zoals opgenomen in het energiebeleidsplan 2012-2015.
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
6
2 DIRECTE CO2-EMISSIES: SCOPE 1
In dit hoofdstuk worden de doelstelling (§2.1) en het energiegebruik (§2.2) van ANL in 2015 met betrekking
tot de scope 1 emissies beschreven. De scope 1 emissies van ANL bestaan uit het aardgasverbruik van de
gebouwen en het brandstofverbruik ten behoeve van de leaseauto’s.
De maatregelen en invloedsfactoren die effect hebben gehad op deze energieverbruiken worden
beschreven (§2.3) en tot slot wordt de voortgang van de scope 1 doelstelling weergegeven (§2.4).
2.1 Doelstelling scope 1
De doelstellingen van ANL met betrekking tot CO2-reductie zijn vastgesteld in het Energiebeleidsplan
2012-2015. De scope 1 doelstelling is als volgt:
De totale geplande besparing op scope 1 emissies in de periode 2012-2015 is 175 ton CO2. Dit komt
overeen met 3,1% ten opzichte van de scope 1 emissies in het referentiejaar. Per fte is de besparing
0,08 ton CO2.
2.2 CO2-emissies scope 1
De directe CO2-emissies van ANL in 2015 zijn het aardgasverbruik van onze gebouwen en het woon-werk
en zakelijk verkeer van de leaseauto’s. In de onderstaande tabel staan de energieverbruiken en de
CO2-emissies hiervan weergegeven.
Om een vergelijkbaar beeld te creëren met het referentiejaar 2010 worden de CO2-emissies in de onderste
rij ook gecorrigeerd voor fte2 weergegeven. In deze rij wordt berekend wat de CO2-emissise zou zijn geweest
wanneer het aantal fte in 2015 gelijk was gebleven aan het aantal fte in 2010.
Activiteit
Energie
[2010]
CO2-emissie
[2010]
Energie
[2014]
CO2-emissie
[2014]
Energie
[2015]
CO2-emissie
[2015]
Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 574 ton CO2 135.532 Nm³ 247 ton CO2 143.920 Nm³ 271 ton CO2
Brandstofverbruik benzine 408.933 ltr 1.137 ton CO2 271.426 ltr 755 ton CO2 281.376 ltr 647 ton CO2
Brandstofverbruik diesel 1.052.281 ltr 3.299 ton CO2 1.051.736 ltr 3.297 ton CO2 955.812 ltr 2.968 ton CO2
Brandstofverbruik LPG 305.266 ltr 568 ton CO2 13.623 ltr 25 ton CO2 2.434 ltr 4 ton CO2
Brandst. Hybride benzine 62.239 ltr 173 ton CO2 45.414 ltr 124 ton CO2
Brandst. Hybride diesel 18.323 ltr 57 ton CO2 36.975 ltr 119 ton CO2
Totale CO2-emissie 5.578 ton CO2 4.555 ton CO2 4.134 ton CO2
Gecorrigeerd voor fte 5.108 ton CO2 4.727 ton CO2
Tabel 1: Scope 1 energiegebruiken en CO2-emissies
Tabel 1 laat een afname zien in de CO2-emissies, gecorrigeerd voor fte, ten opzichte van het referentiejaar
(2010).
2.3 Maatregelen en invloedsfactoren
Bij ARCADIS maken wij onderscheid in maatregelen (geplande acties gericht op energiebesparingen) en
invloedsfactoren (invloeden van buiten die leiden tot een afname dan wel toename van het energiegebruik).
In deze paragraaf worden de maatregelen en invloedsfactoren met betrekking tot scope 1 toegelicht.
2 Fte (flow) voor 2010: 2.212,5 | 2014: 1.972,9 | 2015: 1.935,0.
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
7
2.3.1 Maatregelen
Om de geplande doelstelling te realiseren, worden (meer-)jaarlijks maatregelen uitgevoerd. Een aantal
hiervan wordt bij het vaststellen van de doelstellingen “gepland”, de rest vindt “aanvullend” plaats door
bijvoorbeeld veranderde inzichten of ontwikkelingen in de markt/onze organisatie. In 2015 zijn met
betrekking tot scope 1 de volgende maatregelen uitgevoerd.
2.3.1.1 Geplande maatregelen
Handhaven mobiliteitsregeling Uit gegevens van de leasemaatschappij blijkt dat de gemiddelde CO2-emissie per kilometer van de nieuw ingezette leaseauto’s de afgelopen jaren is gedaald. In 2015 is de uitstoot echter licht omhoog gegaan. In 2014 was de gemiddelde uitstoot per vervoerskilometer van de nieuwe inzet leaseauto’s 95 gram CO2. In 2015 is de uitstoot iets omhoog gegaan naar 98 gram CO2 per vervoerskilometer. Ondanks de stijging in de uitstoot is een besparing behaald van 31,9 ton CO2-emissie. In 2015 was dit echter 71,4 ton CO2-emissie, ten opzichte van 2014. Communicatie/ bewustwording reisgedrag Op het gebied van communicatie/ bewustwording met betrekking tot het reisgedrag zijn in 2015 verschillende acties uitgevoerd. Zo is er onder andere gecommuniceerd over:
• de doorontwikkeling van de carpool-tool ‘CARS’ (Collega’s ARCADIS Reizen Samen);
• stimulering van het gebruik maken van de NS-businesscard voor zakelijke reizigers, ook voor
leaseautorijders;
• workshop ‘ duurzame mobiliteit’ op het congres van MVO Nederland;
• de Low Car Diet, waarbij 121 collega’s hun auto een maand lang zoveel mogelijk hebben laten staan.
ARCADIS was de grootste deelnemer aan de actie;
• de nieuwe elektrische laadpalen op een aantal van Arcadis kantoorlocaties;
• de regeling (semi)-elektrisch rijden om collega’s te stimuleren om te kiezen voor een (semi)-elektrische
auto;
• de mobiliteit enquête (Duurzaamheid is hierin een belangrijk onderdeel);
• de ‘ band op spanning’ actie: waarbij de bandenspanning van auto’s werd gecontroleerd en
geoptimaliseerd om zo brandstofverbruik terug te dringen;
• verschillende nieuwsberichten op het intranet (Portaal) en status updates op Yammer, gerelateerd aan
duurzame mobiliteit.
Het effect van deze communicatie maatregelen is niet altijd (direct) meetbaar. Wel meetbaar is de toename
van het aantal treinreizen. Hiermee is in 2015 54,4 ton CO2 bespaard op autokilometers ten opzichte van
2014.
2.3.1.2 Aanvullende maatregelen
Aanscherping uitgifte leaseauto’s Begin 2014 is het mobiliteitsbeleid met betrekking tot de leaseauto’s aangepast. De grens voor het aanvragen van een leaseauto ging van 15.000 naar 17.500 zakelijke kilometers per jaar. Ook is er strenger toegezien op het naleven van de voorwaarden uit het mobiliteitsbeleid van ANL met betrekking tot de uitgifte van leaseauto’s. Dit heeft in 2015 een besparing van circa 118,6 ton CO2-emissie opgeleverd ten opzichte van het referentie jaar. Eventuele effecten van besparingen in voorgaande verslagjaren zijn hiervan gehaald. Sluiting kantoor Apeldoorn Eind augustus 2015 is het kantoor van ANL in Apeldoorn worden gesloten. Deze sluiting beïnvloedt het woon-werkverkeer en het zakelijke verkeer van de medewerkers met voormalig standplaats Apeldoorn. De 188 medewerkers zijn gewisseld van standplaats (o.a. 76% naar Arnhem, 19% naar Amersfoort). Het verschil in kilometers woon-werkafstand, het gebruikte vervoersmiddel en de keuze voor een alternatieve standplaats resulteert in een toename in CO2-emissie van 4,05 ton. Het effect van de sluiting en het hierdoor niet meer te verwarmen kantoor levert een besparing op van 22,53 ton CO2 ten opzichte van de referentiesituatie.
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
8
2.3.2 Invloedsfactoren
Naast de besparingsmaatregelen zijn er ook altijd een aantal invloedsfactoren die effect hebben op de
CO2-emissie van ANL. Dit zijn factoren die buiten de invloed van ANL een effect hebben gehad op het
energieverbruik. Zoals bijvoorbeeld het effect van het klimaat (koude winter).
Verandering gebruik gebouwoppervlak
De gebruikte gebouwoppervlakten van ANL veranderen met enige regelmaat. Deels wegens
omstandigheden en deels wegens aangepast beleid waardoor er minder kantoorruimte nodig is.
Aan het einde van 2015 had ANL 16 panden in haar beheer, drie minder dan eind 2014. In totaal is het
vloeroppervlak in 2015 ten opzichte van 2014 afgenomen met 4.048 m². Dit verklaart een afname van 41 ton
CO2 in de totale CO2-emissies van 2015 ten opzichte van het voorgaande verslagjaar 2014.
Klimaateffect
Het klimaat is van grote invloed op de hoeveelheid aardgas die ANL inkoopt. Het klimaat is een altijd
veranderende factor dus wordt, om dit effect te berekenen, gebruik gemaakt van graaddagen.
In 2015 waren er in totaal 2.685,5 graaddagen in De Bilt. In 2014 was het aantal graaddagen in De Bilt
2.385,0. Deze toename in het aantal graaddagen betekent dat het in 2015 relatief kouder was dan in 2014.
Deze invloedsfactor verklaart een toename van 32 ton CO2 in de totale CO2-emissies van 2015 ten opzichte
van de CO2-emissies in 2014.
2.4 Voortgang van de doelstelling
Om een beeld te krijgen van de behaalde besparing staan in de onderstaande Tabel 2 de maatregelen en
invloedsfactoren onder elkaar weergegeven.
Ontsparend effect
t.o.v. 2014 [ton CO2]
Besparend effect t.o.v. 2014 [ton CO2]
Netto effect
[ton CO2]
Handhaven aangepaste mobiliteitsregeling 31,9 31,9
Communicatie bewustwording reisgedrag -51,5 -51,5
Strenger leasebeleid -118,6 -118,6
Zuinige wisselwagens -32,7 -32,7
Verhuizing Apeldoorn -18,5 -18,5
Verandering gebruikt gebouwoppervlak -41,0 -41,0
Klimaateffect 32,0 32,0
Totaal effect -198,4
Tabel 2: Overzicht maatregelen en invloedsfactoren scope 1
De scope 1 emissie in het referentiejaar was 2,52 ton CO2/fte . Om op koers te zijn met het behalen van
deze doelstelling (3,1%) mag de uitstoot in 2015 maximaal 2,44 ton/fte zijn.
De CO2-uitstoot scope 1 was in 2015 2,14 ton/fte. Dit is een afname van 15% ten opzichte van het
referentiejaar. Daarmee is de doelstelling voor de periode 2012-2015 ruimschoots behaald.
Vooruitblik
Met deze jaarrapportage 2015 wordt de energiebeleidsperiode 2012-2015 afgesloten. Voor de periode
2016-2018 is een nieuw beleidsplan opgesteld dat de ambitie van Arcadis voor de periode 2010-2020,
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
9
40% CO2-reductie, ondersteund. Voor scope 1 is de volgende doelstelling voor de periode 2016-2018
vastgesteld:
De totale geplande besparing op scope 1 emissies in de periode 2010-2018 is 665 ton CO2. Dit komt
overeen met ca. 8% ten opzichte van de totale emissies in het referentiejaar. Per fte is de besparing
0,301 ton CO2.
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
10
3 INDIRECTE CO2-EMISSIES DOOR ENERGIEOPWEKKING: SCOPE 2
In dit hoofdstuk worden de doelstelling (§3.1) en het energiegebruik (§3.2) van ANL in 2015 met betrekking
tot de scope 2 emissies beschreven. De scope 2 emissies van ANL bestaan uit het elektriciteitsverbruik en
de gebruikte warmte en koude. De maatregelen en invloedsfactoren die effect hebben gehad op de
energieverbruiken worden beschreven (§3.3) en tot slot wordt de voortgang van de scope 2 doelstelling
weergegeven (§3.4).
3.1 Doelstelling scope 2
De doelstellingen van ANL met betrekking tot energiebesparing zijn vastgesteld in het Energiebeleidsplan
2012-2015. De scope 2 doelstelling is als volgt:
De totale geplande besparing op scope 2 emissies in de periode 2012-2015 is 536 ton CO2. Dit komt
overeen met 23% besparing ten opzichte van de scope 2 emissies in het referentiejaar. Per fte is de
besparing 0,24 ton CO2.
3.2 Energiegebruik scope 2
De indirecte energiegebruiken door energieopwekking van ANL in 2015 zijn het elektriciteitsverbruik en het
gebruik van warmte en koude. In de onderstaande tabel staan het energieverbruik en de hieraan
gerelateerde CO2-emissies weergegeven.
Om een vergelijkbaar beeld te creëren met het referentiejaar 2010 worden de CO2-emissies in de onderste
rij ook gecorrigeerd voor fte3 weergegeven. In deze rij wordt berekend wat de CO2-emissies zouden zijn
geweest wanneer het aantal fte in 2015 gelijk was gebleven aan het aantal fte in 2010.
Activiteit
Energie
[2010]
CO2-emissie
[2010]
Energie
[2014]
CO2-emissie
[2014]
Energie
[2015]
CO2-emissie
[2015]
Elektriciteitsverbruik 4.689 MWh 1.959 ton CO2 3.421 MWh 930 ton CO2 3.129 MWh 854 ton CO2
Warmte en koude - stookolie 15.663 ltr 50 ton CO2 0 ltr 0 ton CO2 0 ltr 0 ton CO2
Warmte en koude - WKO 288 MWh 131 ton CO2 118 MWh 54 ton CO2 148 MWh 78 ton CO2
Warmte en koude –
stadswarmte 793 GJ 16 ton CO2 819 GJ 16 ton CO2 1.133 GJ 41 ton CO2
Totale CO2-emissie 2.156 ton CO2 1.001 ton CO2 974 ton CO2
Gecorrigeerd voor fte 1.123 ton CO2 1.113 ton CO2
Tabel 3: Scope 2 energiegebruiken en CO2-emissies ANL
Bovenstaande tabel laat een afname zien in de CO2-emissies ten opzichte van het referentiejaar (2010). Het
grootste deel van de besparing wordt gerealiseerd door de inkoop van groene stroom4.
3.3 Maatregelen en invloedsfactoren
Bij ARCADIS maken wij onderscheid in maatregelen (geplande acties gericht op energiebesparingen) en
invloedsfactoren (invloeden van buiten die leiden tot een besparing dan wel toename van het
energiegebruik). In deze paragraaf worden de maatregelen en invloedsfactoren met betrekking tot scope 2
toegelicht.
3 Fte (flow) voor 2010: 2.212,5 | 2014: 1.972,9 | 2015: 1.935,0.
4 Met SMK-Keurmerk.
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
11
3.3.1 Maatregelen
Om de geplande doelstelling te realiseren, worden jaarlijks maatregelen uitgevoerd. In 2015 zijn met
betrekking tot scope 2 de volgende maatregelen uitgevoerd.
Groene stroom
In totaal is 48% van de ingekochte elektriciteit in 2015 met een SMK-keurmerk ingekocht. Daarnaast wordt
op de locatie Amersfoort groene stroom opgewekt met zonnepanelen. Met de inkoop en opwekking van
groene stroom is 662 ton CO2 bespaard in 2015.
Naast de inkoop en opwekking van groene stroom met SMK-keurmerk koopt ANL ook groene stroom in
zonder SMK-keurmerk. Deze stroom wordt in de footprint opgenomen als grijze stroom omdat de herkomst
niet altijd helder is. De totale inkoop van groene stroom, met en zonder SMK-keurmerk, bedraagt 48,1%
(zonder SMK-keurmerk 43,3%) inclusief de elektriciteit opgewekt door de zonnepanelen in Amersfoort.
Sluiting kantoor Apeldoorn
Eind augustus 2015 is het kantoor van ANL in Apeldoorn gesloten.. Het effect van de sluiting van het kantoor
levert een besparing op van 41,8 ton CO2 op het elektriciteits- en warmteverbruik van ANL.
3.3.2 Invloedsfactoren
Ook in 2015 is een aantal factoren van invloed geweest op het energiegebruik van ANL. Met betrekking tot
de scope 2 emissies zijn dit de volgende invloedsfactoren.
Verandering gebruikt gebouwoppervlak
In 2015 zijn de gebruikte gebouwoppervlakten anders dan in het voorgaande verslagjaar 2014 en ten
opzichte van het referentiejaar. In totaal is het vloeroppervlak in 2015 ten opzichte van 2014 afgenomen met
4.048 m². Dit verklaart een afname van 91 ton CO2 van het elektriciteit- en warmteverbruik in 2015 ten
opzichte van het voorgaande verslagjaar 2014.
Vloeroppervlakte per fte
In 2015 is het aantal vierkante meter per fte (15,7 m²/fte) sterk afgenomen ten opzichte van het voorgaande
verslagjaar 2014 (17,5 m²/fte ). Dit heeft te maken met ons beleid om Het Nieuwe Werken steeds verder
door te voeren in onze kantoren. Bij het afsluiten en/ of verlengen van huurcontracten wordt gekeken naar
de mogelijkheid om vierkante meters in te leveren en meer te flexwerken. Deze afname in vloeroppervlak
verklaart een afname van 65 ton CO2-emissies ten opzichte van 2014.
Klimaateffect
Het klimaat is (binnen de scope 2 emissies) van invloed op het warmteverbruik van ANL. Het weer is altijd
een variabele factor. Om dit effect te berekenen, wordt gebruik gemaakt van graaddagen.
In 2015 waren er in totaal 2.685,5 graaddagen in De Bilt. In 2014 was het aantal graaddagen in De Bilt
2.385,0. Deze toename in het aantal graaddagen betekent dat het in 2015 kouder was dan in 2014.
Deze invloedsfactor verklaart een toename van 10 ton CO2 in het warmteverbruik 2015 ten opzichte van
2014.
3.4 Voortgang van de doelstelling
In de onderstaande tabel staan de maatregelen en invloedsfactoren met de bijbehorende effecten
weergegeven.
Ontsparend effect Besparend effect Netto effect
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
12
t.o.v. 2013 [ton CO2]
t.o.v. 2013 [ton CO2]
[ton CO2]
Groene stroom -36,3 -36,3
Verhuizing Apeldoorn -41,9 -41,9
Verandering gebruikt gebouwoppervlak -91,0 -91,0
Vloeroppervlakte per fte -65,0 -65,0
Klimaateffect (warmte) 10,0 10,0
Totaal effect -224,2
Tabel 4: Effect maatregelen en invloedsfactoren scope 2
Zoals in bovenstaande tabel te zien is, wordt de geplande scope 2 besparing voornamelijk gerealiseerd door
de inkoop van groene stroom. Om op koers te zijn met het behalen van onze doelstelling dient in 2015 26%
groene stroom met een SMK-keurmerk te worden ingekocht. In 2014 is in totaal 48% groene stroom met een
SMK-keurmerk ingekocht, wat betekent dat ANL ruim op koers is met het behalen van deze doelstelling.
De scope 2 emissies in het referentiejaar was 1,05 ton CO2/fte5. Om op koers te zijn met het behalen van
deze doelstelling mag de uitstoot in 2015 maximaal 0,83 ton/fte zijn.
De CO2-uitstoot scope 2 was in 2015 0,50 ton/fte, ten opzichte van het referentiejaar is een reductie van
52% gerealiseerd. Daarmee is de doelstelling voor de periode 2012-2015 ruimschoots behaald.
Vooruitblik
Met deze jaarrapportage 2015 wordt de energiebeleidsperiode 2012-2015 afgesloten. Voor de periode
2016-2018 is een nieuw beleidsplan opgesteld dat de ambitie van Arcadis voor de periode 2010-2020,
40% CO2-reductie, ondersteund. Voor scope 2 is de volgende doelstelling voor de periode 2016-2018
vastgesteld:
De totale geplande besparing op scope 1 emissies in de periode 2010-2018 is 1.337 ton CO2. Dit komt
overeen met ca. 16% ten opzichte van de totale emissies in het referentiejaar. Per fte is de besparing
0,604 ton CO2.
5 Dit getal wijkt af van de carbon footprint 2010 omdat hierin enkel is gerekend met de grijze stroom conversiefactor. Dit
omdat na 1 juli 2011 de criteria, in het ‘Handboek CO2‐Prestatieladder 2.0’ van 23 juni 2011, waaraan groene stroom moet voldoen, zijn veranderd. De CO2‐emissie van elektriciteit waarmee is gerekend is 2.133 ton CO2.
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
13
4 OVERIGE INDIRECTE CO2-EMISSIE: SCOPE 3
In dit hoofdstuk worden de doelstelling (§4.1) en het energiegebruik (§4.2) van ANL in 2015 met betrekking
tot de scope 3 emissies beschreven. De scope 3 emissies van ANL bestaan uit het vliegverkeer, de zakelijke
kilometers gereden met privéauto’s en het openbaar vervoer en het woon-werkverkeer met privéauto’s.
De maatregelen en invloedsfactoren die effect hebben op de energieverbruiken worden beschreven (§4.3)
en tot slot wordt de voortgang van de scope 3 doelstellingen weergegeven (§4.4).
4.1 Doelstelling scope 3
De doelstellingen van ANL met betrekking tot energiebesparing zijn vastgesteld in het Energiebeleidsplan
2012-2015. Met betrekking tot de upstream scope 3 emissies is er een aantal doelstellingen geformuleerd.
Daarnaast rapporteert arcadis over een aantal downstream scope 3 emissies. Deze doelstellingen staan in
het document ‘Duurzaamheid in de arcadis-keten onze scope 3 reductie strategie, d.d. aug. 2015’.
Upstream scope 3 doelstelling
De doelstelling voor de CO2-emissies woon-werkverkeer met privéauto’s is een gelijkblijvende emissie voor de periode 2012-2015. Als referentiejaar geldt 2010. Toen waren de emissies woon-werkverkeer privéauto’s 1.766 ton CO2. Dit komt overeen met 0,81 ton CO2 per fte.
Downstream scope 3 doelstellingen
Energieverbruik trein
Uitwerken van het idee tot een USP.
Indienen van het USP.
Onderbouwen wat de mogelijke CO2-reductie kan zijn bij het landelijk toepassen van deze USP (en
als onderdeel daarvan inzichtelijk maken hoeveel energie verloren gaat tijdens transport en waar
deze verliezen tot stand komen).
Materiaal voor infra
Inzichtelijk maken wat de reductie potentie is van ballast met minder CO2-uitstoot.
Inzichtelijk maken wat de reductie potentie is van alternatieve dwarsliggers.
Bij ten minste vier projecten per jaar een advies toevoegen over alternatieve ballast en/ of
dwarsliggers.
Ondersteunen ProRail bij het opnemen van JAVODIS in de productcatalogus.
Energieverbruik infra
Prototype bouwen van winterhard wissel op rangeerspoor.
Winterhard wissel laten goedkeuren door ProRail.
Rolweerstand wegen
CO2-berekening uitvoeren traditioneel versus ModieSlab.
Gesprek aangaan met Rijkswaterstaat en betreffende provincie om ambities vast te stellen met
betrekking tot verminderen CO2-emissies en hierover advies uitbrengen.
Voor elk wegenproject de CO2-besparing van ModieSlab berekenen en bespreken met de
opdrachtgever.
4.2 Energiegebruik scope 3
De overige indirecte energiegebruiken van ANL in 2015 zijn het vliegverkeer, de zakelijke kilometers
gereden met de privéauto’s, het woon-werkverkeer gereden met privéauto’s en de zakelijke kilometers
gereden met het openbaar vervoer.
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
14
In de onderstaande tabel staan het energieverbruik en de hieraan gerelateerde CO2-emissies weergegeven.
Om een vergelijkbaar beeld te creëren met het referentiejaar 2010 worden de CO2-emissies in de onderste
rij ook gecorrigeerd voor fte weergegeven. In deze rij wordt berekend wat de CO2-emissies zouden zijn
geweest wanneer het aantal fte in 2015 gelijk was gebleven aan het aantal fte in 2010.
Activiteit
Energie
[2010]
CO2-emissie
[2010]
Energie
[2014]
CO2-emissie
[2014]
Energie
[2015]
CO2-emissie
[2015]
ZV privéauto’s benzine 2.637.627 km 567 ton CO2 2.369.092 km 509 ton CO2 2.209.566 km 495 ton CO2
ZV privéauto’s hybride 46.193 km 10 ton CO2 49.417 km 8 ton CO2
ZV privéauto’s diesel 2.417.982 km 496 ton CO2 1.718.204 km 352 ton CO2 1.640.551 km 349 ton CO2
ZV privéauto’s LPG 260.328 km 46 ton CO2 153.082 km 27 ton CO2 152.207 km 30 ton CO2
ZV privéauto’s elektrisch 805 km 0 ton CO2 18.264 km 2 ton CO2
Vliegreizen 1.777.931 km 276 ton CO2 5.144.733 km 816 ton CO2 6.184.436 km 1.082 ton CO2
WW privéauto’s 1.766 ton CO2 1.241 ton CO2 1.441 ton CO2
ZV openbaar vervoer 4.659.573 km 303 ton CO2 5.088.745 km 331 ton CO2
Totale CO2-emissie 3.151 ton CO2 3.259 ton CO2 3.707 ton CO2
Gecorrigeerd voor fte 3.848 ton CO2 4.274 ton CO2
Tabel 5: Scope 3 energiegebruiken en CO2-emissies ANL
Bovenstaande tabel laat een toename zien in de CO2-emissies ten opzichte van het referentiejaar (2010).
Een deel van de toename wordt veroorzaakt door de toevoeging van het zakelijk verkeer openbaar vervoer.
Zonder deze emissie zou de gecorrigeerde CO2-emissie in 2015 3.896 ton CO2 bedragen.
Dan is er nog een toename te zien ten opzichte van het referentiejaar. De toename wordt met name
veroorzaakt door de zakelijke vliegreizen van ANL. Ook het woon-werkverkeer privéauto en het zakelijk
verkeer openbaar vervoer nemen toe ten opzichte van 2010. Dit laatste heeft naar alle verwachting te maken
met het stimuleren van alternatieve woon-werk vervoersmiddelen.
4.3 Maatregelen en invloedsfactoren
Bij ARCADIS maken wij onderscheid in maatregelen (geplande acties gericht op energiebesparingen) en
invloedsfactoren (invloeden van buiten die leiden tot een besparing dan wel toename van het
energiegebruik). In deze paragraaf worden de maatregelen en invloedsfactoren met betrekking tot scope 3
toegelicht.
4.3.1 Maatregelen
Om de geplande doelstelling te realiseren, worden jaarlijks maatregelen uitgevoerd. In 2015 zijn met
betrekking tot scope 3 de volgende maatregelen uitgevoerd:
Sluiting kantoor Apeldoorn
Een deel van de besparing die wordt gerealiseerd door de sluiting van het kantoor Apeldoorn, vindt plaats
binnen de scope 3 emissies. Eind augustus 2015 is het kantoor van ANL in Apeldoorn gesloten.
Het verschil in kilometers woon-werkafstand, het gebruikte vervoersmiddel en de keuze voor een
alternatieve standplaats resulteert in een toename in de scope 3 CO2-emissie van 11,65 ton.
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
15
4.3.2 Invloedsfactoren
Ook in 2015 is een aantal factoren van invloed geweest op het energiegebruik van ANL. Met betrekking tot
de scope 3 emissies is dit de volgende invloedsfactor.
Vliegverkeer wegens Arcadis Europe
Sinds 2013 is ARCADIS Europe opgericht en een aantal medewerkers van ANL was hierbij betrokken. Veel
van deze medewerkers zijn nu niet meer in dienst van ANL, maar van AEU. Door verbeterde en gestegen
samenwerking wordt meer gevlogen dan in de afgelopen jaren. In totaal hebben deze medewerkers in 2015
circa 121 ton CO2 uitgestoten met vliegreizen. Het effect ten opzichte van 2014, waarin er 178 ton CO2 is
uitgestoten, is echter dat er 56 ton CO2 is bespaard. Dit wordt verklaard doordat er in 2015 verhoogde
maatregelen zijn genomen om het vliegverkeer ten behoeve van Arcadis Europa te minimaliseren.
4.4 Voortgang van de doelstelling
ANL heeft twee typen scope 3 emissies: upstream en downstream. Onderstaand wordt de voortgang van de
doelstellingen per type beschreven.
4.4.1 Upstream Scope 3 emissies
In de onderstaande tabel staan de maatregelen en invloedsfactoren met de bijbehorende effecten
weergegeven.
Ontsparend effect
t.o.v. 2013 [ton CO2]
Besparend effect t.o.v. 2013 [ton CO2]
Netto effect
[ton CO2]
Verhuizing Apeldoorn 11,7 11,7
Vliegverkeer Arcadis EU -56,0 -56,0
Totaal effect -44,3
Tabel 6: Effect maatregelen en invloedsfactoren scope 3
In 2015 waren de emissies woon-werkverkeer privéauto’s 1.441 ton CO2. Dit komt overeen met 0,74 ton
CO2/fte. Dit is een daling in de emissies van 8% ten opzichte van het referentiejaar 2010. Hiermee is de
doelstelling van ten minste een gelijkblijvende emissie in 2015 ten opzichte van 2010 gehaald.
Vooruitblik In 2015 wordt het onderzoek hoe de stijgende emissies ten gevolge van het vliegverkeer kunnen worden beperkt, voortgezet. Hiervoor zal worden onderzocht of het mogelijk is om bepaalde vluchten bijvoorbeeld per trein te laten plaatsvinden.
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
16
4.4.2 Downstream Scope 3 emissies
De downstream emissie van ANL zijn opgedeeld in vier speerpunten:
1. Energieverbruik trein;
2. Materiaal voor infra;
3. Energieverbruik voor infra;
4. Autosnelwegen.
In het energiebeleidsplan 2012-2015 heeft ANL zich gecommitteerd om zich in te spannen om de
energieverbruiken en de daarbij behorende CO2-emissies waar ANL invloed op kan uitoefenen in kaart te
brengen. Tevens zal zij aan de slag gaan met het formuleren van doelstellingen voor het verminderen van
deze CO2‐emissies.
Speerpunt 1: Energieverbruik trein
De doelstelling voor de middellange termijn (2013-2015) is met name afhankelijk van de ontvangst van een
USP NGPS bij ProRail. Bij positief ontvangst zal de USP verder uitgewerkt worden. In 2014 is het USP
ingediend bij ProRail. Dit is positief ontvangen, en daarom wordt het idee momenteel verder uitgewerkt.
Speerpunt 2: Materiaal voor infra
In 2014 heeft ARCADIS in meer dan 4 projecten een advies toegevoegd over alternatieve ballast en/ of
dwarsliggers. Ook is Javodis inmiddels opgenomen in de ProRail voorschriften, en wordt het momenteel
toegepast. Daarnaast wordt Javodis momenteel ook doorontwikkeld in Javodis 2.0.
Speerpunt 3: Energieverbruik infra
Er is een prototype gebouwd. Helaas is de wissel niet goedgekeurd door ProRail, omdat deze teveel
bewegende delen bevat. Volgens ProRail brengen de bewegende delen een risico van extra storingen met
zich mee.
Speerpunt 4: Rolweerstand wegen
Helaas zijn deze doelstellingen in 2013 niet gehaald. Gekozen is om in 2014 van het project A13-A16 een
gedetailleerde CO2-berekening uit te voeren. Helaas ligt de ontwikkeling van ModieSlab op dit moment stil.
Vandaar dat er voor het project A13-A16 diverse andere berekeningen en voorstellen zijn opgesteld en
besproken met de opdrachtgever. Verder is in 2014 gestart met het opstellen van een gedetailleerde
CO2-tool waarmee de CO2-uitstoot van een geheel wegenproject kan worden berekend.
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
17
5 ZAKELIJK VERKEER
Het zakelijk verkeer van ANL is verdeeld over alle drie de scopes. Toch hebben deze verschillende vormen
van vervoer, in meer of mindere mate, invloed op elkaar. De medewerker die besluit minder vaak met zijn
leaseauto naar het werk te gaan, kiest bijvoorbeeld voor de trein als vervangend vervoer. Hierdoor vindt een
verschuiving van energieverbruiken over de scopes plaats.
Maar is dat nou de bedoeling, die verschuiving? Uiteraard is een aantal verschuivingen gewenst, zoals de
verschuiving naar het openbaar vervoer (immers kent een kilometer in het OV een circa driemaal lagere
emissie). Deze verschuivingen worden gestimuleerd door ANL. Daarnaast is het ook mogelijk dat er een
ongewenst effect optreedt. Zo kan een verandering in het leasebeleid betekenen dat meer kilometers
worden gereden met privéauto’s. Middels de onderstaande analyses worden deze veranderingen in kaart
gebracht.
5.1 Scope verdeling
Het zakelijk verkeer van ANL is verdeeld over alle drie scopes. ANL heeft, afhankelijk van de scope, in meer
of mindere mate controle op de uitgestoten CO2.
De verdeling is als volgt:
• Scope 1: Zakelijk verkeer leaseauto’s (inclusief woon-werkverkeer) Controle
• Scope 3: Zakelijk verkeer privéauto’s (exclusief woon-werkverkeer) Beperkte controle
• Scope 3: Zakelijk verkeer openbaar vervoer (exclusief woon-werkverkeer) Beperkte controle
Activiteit
Scope
CO2-emissie [ton/ jaar]
Zakelijk verkeer leaseauto’s Scope 1 3.863
Zakelijk verkeer privéauto’s Scope 2 885
Zakelijk verkeer openbaar vervoer Scope 3 331
Totaal 5.078
Tabel 7: CO2-emissies gerelateerd aan zakelijk verkeer in 2015
De onderstaande Figuur 3 geeft de verdeling over de drie verschillende scopes weer.
Figuur 2: Verdeling zakelijk verkeer totaal
Arcadis stimuleert haar medewerkers minder te reizen. Wanneer reizen toch noodzakelijk is, worden de
medewerkers gestimuleerd te reizen met het openbaar vervoer. Tabel 8 illustreert het aantal gereisde
kilometers in 2015.
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
18
Vervoersmiddel
Totale afstand [km]
Afstand per fte [km/fte]
Trein 5.088.745 2.630
Auto 22.111.296 11.427
Totaal 27.200.042 14.057
Tabel 8: Verdeling zakelijk verkeer ANL 2015
In de onderstaande figuur is weergegeven hoeveel van de gereisde zakelijke kilometers met het OV zijn
afgelegd. In 2014 was dit 16% van de in totaal gereden 29.422.270 zakelijke kilometers. 2015 laat hier een
stijging zien naar 19% van de afgelegde kilometers met het openbaar vervoer.
Figuur 3: Trein vs. auto 2014-2015
Naast de verschuiving van 3% van de gereden kilometers naar treinkilometers is er ook een absolute
toename zichtbaar in het aantal treinkilometers dat wordt afgelegd. Het aantal treinkilometers in 2015 is
toegenomen met 429.173 kilometer ten opzichte van 2014 (totaal 4.659.573 km).
De afgelopen jaren heeft Arcadis een aantal extra acties ingezet om het OV-gebruik te stimuleren. Zoals o.a.
handhaving mobiliteitsregeling, aanscherping uitgifte leaseauto’s, communicatie en bewustwording
reisgedrag, verplaatsing kantoren naar stationslocaties, de inzet van wisselwagens. Het effect van deze
maatregelen is zichtbaar in bovenstaande figuren.
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
19
6 ENERGIEVERBRUIK GEBOUWEN
De emissie van de gebouwen van ANL is verdeeld over scope 1 en 2. Toch hebben deze energiestromen
een potentieel grote invloed op elkaar. Zo kan in een pand worden verwarmd middels een WKO-systeem op
elektriciteit, het elektriciteitsverbruik van deze locatie is dan relatief hoog terwijl er niets tot geen aardgas of
stadswarmte wordt verbruikt.
Om de energiegegevens per locatie te kunnen beoordelen worden in de onderstaande twee figuren de
totalen aan Primaire energie en CO2-emissie per vierkante meter weergegeven.
Figuur 4: Energieverbruik locaties in Primaire energie per vierkante meter
De bovenstaande figuur laat het energieverbruik in primaire energie per vierkante meter zien per locatie van
Arcadis. de figuur laat een relatief hoog energieverbruik, in vergelijking met de andere panden, zien bij de
locaties: Amersfoort, Arnhem Beau en Den Bosch MP. Dit betreffen ook een aantal van de grootste ANL
locaties in Nederland.
Daarnaast heeft de locatie Maastricht CLN een relatief hoog energieverbruik. Van dit pand huurt Arcadis
slechts één deel van een verdieping, het energieverbruik wordt berekend op basis van vierkante meters. Dit
betekend dat veranderingen in het energiegebruik van derden van grote invloed zijn op het energieverbruik
van ANL.
Figuur 5: Totale CO2-emissie locaties per vierkante meter
Bovenstaande figuur laat de CO2-emissie per locatie van ANL zien. In deze figuur zitten relatief grote
verschillen in vergelijking met figuur 4. Dit komt omdat in het berekenen van de Primaire energie geen
andere conversiefactor wordt gebruikt voor bijvoorbeeld het berekenen van groene stroom vs. grijze stroom,
dit gebeurd wel in het berekenen van de CO2-emissie.
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
20
7 CO2-PRESTATIELADDER
Sinds 2009 is ANL gecertificeerd voor de CO2-Prestatieladder. Onderdeel van de CO2-Prestatieladder is een
CO2-footprint waarin de scopedefinitie afwijkt van de scopedefinitie uit de NEN-EN-ISO 14064-1.
In dit hoofdstuk wordt de CO2-emissie conform de scopedefinitie van de CO2-Prestatieladder weergegeven.
7.1 CO2-emissies conform de CO2-Prestatieladder
De CO2-emissies conform de CO2-Prestatieladder staan weergegeven in de onderstaande tabel, Tabel 9.
Activiteit
Scope
CO2 [ton/ jaar]
Percentage [%]
CO2/ fte [ton/ fte]
Directe CO2-emissies
Aardgasverbruik Scope 1 271 4 0,14
Brandstofverbruik zakelijk verkeer leaseauto’s Scope 1 3.863 52 2,00
Indirecte CO2-emissies
Elektriciteitsverbruik Scope 2 854 12 0,44
Warmte- en koudeverbruik Scope 2 119 2 0,06
Overige indirecte CO2-emissies
Brandstofverbruik zakelijk verkeer privéauto Scope 2 885 12 0,46
Brandstofverbruik zakelijke vliegtuigreizen Scope 2 1.082 15 0,56
Brandstofverbruik zakelijk verkeer openbaar
vervoer6
Scope 2 331 4 0,17
Totaal 7.405 100 3,83
Tabel 9: CO2-emissie 2015 conform CO2-Prestatieladder
7.2 Toerekening emissies aan projectenportefeuille
Arcadis rekent de emissies van het bedrijf deels toe aan de projectenportefeuille en deels aan ‘overhead’
(zoals verwarming en elektriciteit voor kantoren). Bij Arcadis bestaat er een causale relatie tussen de
kantoren en de dienstverlening. Daarom wordt voor de kantoor-gerelateerde emissies op basis van FTE’s
een verdeelsleutel toegepast. Hierbij wordt gekeken hoeveel procent van de medewerkers ondersteunend is.
Deze verdeling is:
• Stafmedewerkers (indirecte medewerkers): 15%
• Niet stafmedewerkers (directe medewerkers): 85%
Aangezien ook een deel van de directe medewerkers vaak thuiswerken of op een andere locatie werken
(flexwerken), schatten we in dat 25% van de kantoor-gerelateerde emissies toe te kennen is aan ‘overhead’,
en 75% aan de projectenportefeuille. Deze verdeling is ongewijzigd van voorgaande jaren. Door deze
factoren constant te houden kan een objectiever beeld worden verkregen van de toekenning aan de
projectenportefeuille.
Dit leidt tot de volgende verdeling per emissiecategorie:
6 Op basis van de scopewijziging in Handboek CO2-Prestatieladder 3.0 (2015) horen de CO2-emissies van het zakelijke
vervoer met het openbare vervoer bij scope 2. Nadere toelichting over de scopewijziging op basis van Handboek is te vinden in de CO2-Footprint van Arcadis NL.
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
21
Categorie Overhead Projectenportefeuille
Verdeelsleutel ton CO2 in 2015 Verdeelsleutel ton CO2 in 2015
Aardgasverbruik 25% 68 75% 203
Brandstofverbruik zakelijk verkeer leaseauto’s 0% - 100% 3.863
Elektriciteitsverbruik 25% 213 75% 641
Warmte en Koude 25% 30 75% 89
Brandstofverbruik zakelijk verkeer privéauto’s 0% - 100% 884
Brandstofverbruik zakelijke vliegreizen 100% 1.082 0% 0
Brandstofverbruik zakelijk verkeer met
openbaar vervoer 0% - 100% 331
Tabel 10: Verdeling per emissiecategorie
7.3 Voortgang van de doelstelling
Deze andere scope definitie heeft geen gevolgen voor de scope 1 of 2 doelstelling van ANL. Voor de
voortgang van de scope 1 doelstellingen wordt verwezen naar hoofdstuk 2.
De scope 2 emissies in het referentiejaar was 1,68 ton CO2/fte. Doelstelling van ANL is het realiseren van
een besparing van 536 ton CO2, wat bij deze scopedefinitie overeenkomt met een besparing van 14% op de
CO2-emissies.
Om op koers te zijn met het behalen van deze doelstelling mag de uitstoot in 2015 maximaal 1,49 ton/fte
zijn. De CO2-uitstoot scope 2 was in 2015 1,52 ton/fte, wat betekent dat Arcadis haar doelstelling niet heeft
gehaald. Dit heeft echter te maken met de conversiefactoren wijziging in 2014. De CO2-uitstoot scope 2 in
2015 met de oude factoren was 1,40 ton/fte. Hiermee is ten opzichte van het referentiejaar is een reductie
van 16% gerealiseerd. Daarmee is de doelstelling behaald.
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
22
BIJLAGE A VOORTGANG SCOPE 3 ANALYSES
Jaarlijks wordt beoordeeld of het mogelijk is het komende verslagjaar verbeteringen aan te brengen in de
scope 3 analyses. Indien dit niet mogelijk blijkt, wordt er een nieuwe scope 3 keten gekozen die wordt
geanalyseerd en waar doelstellingen aan worden gekoppeld.
In deze paragraaf wordt aangegeven op welke manier de analyses het afgelopen jaar zijn verbeterd en op
welke manier ze het komende jaar worden verbeterd.
Woon-werkverkeer privéauto’s
Momenteel is ANL bezig met het analyseren van de effecten van files op de emissies uit het woon-
werkverkeer van de privéauto’s. Daarnaast wordt ook een nadere analyse gemaakt van de werkelijke
CO2-uitstoot van privéauto’s.
Downstream scope 3 emissies
Naast de analyse van de upstream emissies willen wij als ANL ook inzicht hebben in onze downstream
emissies. Wij vinden het belangrijk om te onderzoeken wat voor impact onze activiteiten hebben in de keten
en hoe wij hierin CO2-emissies kunnen reduceren.
Halverwege 2012 is daarom de ‘analyse scope 3 emissies uit Arcadis ontwerpen’ uitgevoerd. In deze
analyse is gekozen voor een focus op de emissies in de railsector, omdat daar de invloed van ANL relatief
groot is en ProRail een belangrijke ketenpartner is die de CO2-Prestatieladder hanteert bij de gunning van
projecten.
In de ketenanalyse van Rail zijn drie speerpunten gedefinieerd:
• Energieverbruik trein: Inmiddels is de studie afgerond. Dit ligt nu bij ProRail. Deze is een pleidooi
begonnen voor invoer van hogere spanning.
Figuur 6: Pleidooi verhogen spanning rail
• Materiaal voor de infra: de cijfers die in de ketenanalyse zijn opgenomen zijn getoetst, en behoeven geen
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
23
update. Inmiddels wordt dit materiaal bijna altijd voorgeschreven. Dit speerpunt is daarmee afgerond. Om
voortgang te geven zijn inmiddels nieuwe doelen gesteld voor de periode 2016-2018.
• Energieverbruik van de infra: deze ketenanalyse wordt niet verder ontwikkeld. Inmiddels zijn er nieuwe
doelen gesteld voor de periode 2016-2018.
• Verder is in 2014 gestart met het opstellen van een gedetailleerde CO2-tool waarmee de CO2-uitstoot van
een geheel spoorproject kan worden berekend. Deze tool is volop in ontwikkeling. In de nieuwe
doelstelling voor 2016-2018 zal ook de aanlegfase en exploitatiefase meegenomen worden in de tool.
Deze tool wordt voor alle projecten binnen PMC-Rail toegepast.
In de ketenanalyse voor Wegen is één speerpunt gedefinieerd:
• In 2014 is gestart met het opstellen van een gedetailleerde CO2-tool waarmee de CO2-uitstoot van een
geheel wegenproject kan worden berekend. Inmiddels is deze tool voor de bouwfase afgerond. In de
nieuwe doelstelling 2016-2018 zal de tool worden uitgebreid met de aanlegfase en exploitatiefase.
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
24
BIJLAGE B ENERGIEZORG
In 2009 is ANL gestart met het invoeren van energiezorg in haar organisatie. Energiezorg is het op een
structurele en economisch verantwoorde wijze uitvoeren van organisatorische-, technische- en
gedragsmaatregelen om het gebruik van energie (inclusief energie voor de productie en het gebruik van
grond- en hulpstoffen) te minimaliseren.
Aan de hand van de BasisCheck Energiezorg wordt jaarlijks de audit energiezorg uitgevoerd. De
BasisCheck Energiezorg is een vragenlijst die is ontwikkeld om de kwaliteit van het energiezorgsysteem te
toetsen. Deze vragenlijst geeft weer op welke punten het energiezorgsysteem nog onvolkomenheden heeft
en hoe deze verbeterd kunnen worden. Uit de audit energiezorg in 2014 bleek dat ANL een structurele vorm
van energiezorg heeft opgezet die past bij de organisatie. Uit de audit energiezorg 2015 bleek dat ANL een
structurele vorm van energiezorg heeft opgezet die voldoet aan de BasisCheck Energiezorg 2005, die
passend is bij de organisatie.
Met het oog op een systeem conform ISO 50001 is, naast het hebben van een definitief handboek, de wijze
van documenteren nog niet volledig en gedetailleerd genoeg uitgewerkt.
De samenhang tussen ISO 14001 en ISO 50001 kan nog duidelijker worden weergegeven.
Verantwoordelijkheden, taken en wijzigingsbevoegdheden en hoe Arcadis borgt dat de meest actuele
versie beschikbaar is, kan beter worden toegelicht.
Het handboek energiezorg wordt eind 2016 uitgebreid naar een volwaardig ISO 50001 systeem.
JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2015
25
Arcadis N.V.
P.O. Box 7895
1008 AB Amsterdam
Netherlands
+31 (0)20 2011 011
www.arcadis.com
Onze referentie: 079044808 A