JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2...

26
1 JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 Arcadis Nederland Arnhem 28 JUNI 2017

Transcript of JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2...

Page 1: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

1

JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2016 Arcadis Nederland Arnhem

28 JUNI 2017

Page 2: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

Contactpersonen

MARIE ERNST Energiezorg coördinator

T +31 (0) 6 4218 5694

E [email protected]

Arcadis Nederland B.V.

Postbus 1018,

5200 BA 's-Hertogenbosch

Nederland

THOMAS DE GROOT MSC. Energy & Reporting manager

T +31 (0) 6 22 96 1830

E [email protected]

Arcadis Nederland B.V.

Postbus 1018,

5200 BA 's-Hertogenbosch

Nederland

Page 3: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

3

INHOUDSOPGAVE INLEIDING 4

1 DIRECTE CO2-EMISSIES: SCOPE 1 6

1.1 Doelstelling scope 1 6

1.2 Energiegebruik en CO2-emissies scope 1 6

1.3 Maatregelen en invloedsfactoren 6

1.3.1 Maatregelen 7

1.3.1.1 Geplande maatregelen 7

1.3.1.2 Aanvullende maatregelen 8

1.3.2 Invloedsfactoren 8

1.4 Voortgang van de doelstelling 8

2 INDIRECTE CO2-EMISSIES DOOR ENERGIEOPWEKKING: SCOPE 2 10

2.1 Doelstelling scope 2 10

2.2 Energiegebruik en CO2-emissies scope 2 10

2.3 Maatregelen en invloedsfactoren 11

2.3.1 Maatregelen 11

2.3.2 Invloedsfactoren 11

2.4 Voortgang van de doelstelling 12

3 OVERIGE INDIRECTE CO2-EMISSIE: SCOPE 3 13

3.1 Doelstelling scope 3 13

3.2 Energiegebruik scope 3 14

3.3 Maatregelen en invloedsfactoren 15

3.3.1 Maatregelen 15

3.3.2 Invloedsfactoren 15

3.4 Voortgang van de doelstelling 15

3.4.1 Upstream Scope 3 emissies 15

3.4.2 Downstream Scope 3 emissies 16

4 ZAKELIJK VERKEER 18

4.1 Scope verdeling 18

5 ENERGIEVERBRUIK GEBOUWEN 20

6 CO2-PRESTATIELADDER 22

Page 4: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

Samenvatting

Arcadis Nederland BV (ANL) publiceert halfjaarlijks een energie-efficiency rapportage. In deze rapportages

wordt het energieverbruik en de CO2-emissies van ANL in het voorgaande (half)jaar beschreven. Er wordt

beschreven welke energiebesparingsmaatregelen zijn uitgevoerd en welke andere invloeden effect op het

energiegebruik hebben gehad. Daarnaast wordt geanalyseerd hoe ver ANL is met het realiseren van haar

energiereductie-doelstellingen uit het energiebeleidsplan.

In de ambitie Arcadis Nederland 2020 wordt een CO2-footprint reductie van 40% van de scope 1 en 2

emissies ten opzichte van het referentiejaar, 2010, genoemd. Dit komt neer op een reductie van 4% per jaar.

De planning van maatregelen voor de periode 2016-2018 is gebaseerd op deze ambitie. Doordat Arcadis het

laaghangend fruit aan maatregelen inmiddels heeft genomen zijn verschillende externe factoren van invloed

op het wel of niet behalen van onze doelstelling. Daarom is de doelstelling zelf op 30% gezet. Dit komt neer

op een reductie van 3% per jaar ten opzichte van het referentiejaar.

In dit document wordt de voortgang van de doelstellingen die zijn opgesteld in het energiebeleidsplan 2016-

2018 besproken. Het gaat om een doelstelling van een reductie van 30% ten opzichte van zogenoemde

scope 1 en scope 2 emissies per fte1, en om een ambitie van 40% reductie van scope 1 en scope 2

emissies. Voor scope 3 emissies is alleen een doelstelling geformuleerd voor emissies met betrekking tot

woon-werkverkeer, voor de overige scope 3 emissies, brandstofverbruik zakelijk verkeer privéauto’s,

vliegreizen en openbaar vervoer, zijn in het huidige energiebeleidsplan geen doelen vastgesteld.

Kijkend naar de resultaten die geboekt zijn bij de scope 1 en 2 emissies, dan valt op dat de ambities voor

2020 al in het huidige verslagjaar zijn gerealiseerd, er is een besparing van 40,0% ten opzichte van 2010

voor scope 1 en 2 samen (zie figuur 1). Ook is de doelstelling voor scope 3 (woon-werkverkeer), deze

emissies niet laten toenemen ten opzichte van 2010, is voor 2016 behaald.

Figuur 1: Voortgang van de doelstelling voor scope 1 en 2 samen.

Echter, als we de ambitie van Arcadis van 30% tot 40% emissiereductie doorvertalen over de som van alle

gerapporteerde emissies voor de prestatieladder, dus scope 1,2 en 3 gecombineerd, dan ontstaat er een

ander beeld. Dan geldt voor de periode 2010-20162 eenzelfde afname van scope 1 en scope 2 emissies,

respectievelijk, maar is er een forse toename in scope 3 emissies van 68,7%. In totaal betekent dit een

afname in emissies per fte van -23,0% voor de periode 2010-2016. Op zich nog steeds een heel mooi

resultaat, maar om de ambities te kunnen halen zouden we op 24% moeten zitten. Ook zien we dat we op

Scope 2 al de meeste maatregelen hebben genomen en nog weinig aanvullende resultaten kunnen boeken

nog slechts 9% van totale footprint. Aanvullende maatregelen zullen dus met name binnen scope 1

(brandstofverbruik auto’s en gasgebruik kantoren) of scope 3 moeten komen (vliegen, treinen, prive gebruik

auto’s).

Inleiding

1 Ten opzichte van basisjaar 2010

2 Gecorrigeerd voor de meest recente emissiefactoren (2016)

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Besparing C

O2,

basis

jaar

2010

Ambitie 2020 Doel 2020 Gerealiseerd

Page 5: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

5

Arcadis Nederland BV (ANL) publiceert halfjaarlijks een energie-efficiency rapportage. In deze rapportages

wordt het energieverbruik en de CO2-emissies van ANL in het voorgaande (half)jaar beschreven. Er wordt

beschreven welke energiebesparingsmaatregelen zijn uitgevoerd en welke andere invloeden effect op het

energiegebruik hebben gehad. Daarnaast wordt geanalyseerd hoever ANL is met het realiseren van haar

energiereductie-doelstellingen uit het energiebeleidsplan3.

Om de energieverbruiken te kunnen analyseren worden ze omgerekend naar CO2-emissies. Deze emissies

worden onderverdeeld in een drietal scopes volgens het GHG protocol. De scopes onderscheiden zich door

de mate waarin het bedrijf invloed heeft op de uitstoot:

• Scope 1 betreft directe CO2-emissies waar ANL direct invloed op heeft. Voorbeeld: op het moment dat de

verwarming aangaat wordt er meteen aardgas verbruikt en CO2 uitgestoten.

• Scope 2 betreft indirecte CO2-emissies waar ANL wel invloed op heeft, maar waar de uitstoot op een

andere locatie plaatsvindt. Voorbeeld: wanneer het licht aangaat komt de stroom van de energiecentrale,

waar de uiteindelijke uitstoot plaatsvindt.

• Scope 3 betreft indirecte CO2-emissies waar ANL beperkt invloed op kan uitoefenen.

Voorbeeld: medewerkers van ANL mogen zelf kiezen op welke manier zij hun woon-werk verkeer

invullen. Arcadis is wel verantwoordelijk voor de uitstoot, niet voor de keuze die wordt gemaakt.

In de onderstaande figuur staan de scopes grafisch weergegeven.

Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol)

Dit is het eerste jaar waarin de energiegegevens niet alleen in CO2 maar ook in primaire energie4 wordt

uitgedrukt. ANL heeft tot op heden alleen beleidsdoelstelling geformuleerd over het terugdringen van de

CO2-emissies. Het is echter de ambitie van ANL om in de toekomst ook te kijken naar het reduceren van het

primaire energiegebruik.

In de volgende hoofdstukken worden per scope het energieverbruik en de CO2-emissies en daaraan

gerelateerde maatregelen, invloedsfactoren en doelstellingen beschreven. Hoofdstuk 2 bevat informatie over

energieverbruik en de directe CO2-emissies van ANL (scope 1). In hoofdstuk 3 worden energieverbruik en

de indirecte CO2-emissies door energieopwekking beschreven (scope 2) gevolgd door de overige indirecte

CO2-emissies en bijhorend energieverbruik (scope 3) in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 bevat aanvullende

informatie over het zakelijk verkeer van ANL en de beoogde verschuiving daarin. Tot slot worden in

hoofdstuk 6 de CO2-emissies van ANL nog eens weergegeven maar dan berekend conform de scope-

definitie van de CO2-Prestatieladder.

3 Sinds het opstellen van het energiebeleidsplan is de rapportagemanier gewijzigd (scopebepaling conform NEN-EN-ISO 14064-1 in

plaats van CO2-Prestatieladder). Hierdoor lijken de doelstellingen af te wijken. Deze zijn echter gelijk gebleven zoals opgenomen in het energiebeleidsplan 2016-2018. 4 Primaire energie is de hoeveelheid energie die nodig is geweest om een energiedrager (bijv. een kWh elektriciteit of een GJ warmte uit

een warmtenet te produceren). Dus voordat er enige conversie heeft plaatsgevonden.

Page 6: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

1 DIRECTE CO2-EMISSIES: SCOPE 1

In dit hoofdstuk worden de doelstelling en het energiegebruik van ANL in 2016 met betrekking tot de scope 1

emissies beschreven. De scope 1 emissies van ANL bestaan uit het aardgasverbruik van de gebouwen en

het brandstofverbruik ten behoeve van de leaseauto’s.

De maatregelen en invloedsfactoren die effect hebben gehad op deze energieverbruiken worden

beschreven en tot slot wordt de voortgang van de scope 1 doelstelling weergegeven.

1.1 Doelstelling scope 1

De doelstellingen van ANL met betrekking tot scope 1 CO2-reductie zijn vastgesteld in het

Energiebeleidsplan 2016-2018. De scope 1 doelstelling is als volgt:

Uitgaande van een lineair effectreductie van de te nemen maatregelen wordt volgens planning in 2018

met de scope 1 maatregelen in totaal 0,301 ton CO2-eqemissie per fte bespaard ten opzichte van het

referentiejaar 2010. Dit komt overeen met 665 ton CO2-eq-emissie, ca. 8,0%, van de totale CO2-

emissie in 2010.

Voor primair energiegebruik zijn in het energiebeleidsplan 2016-2018 (nog) geen doelen vastgesteld. Hier

is dan ook nog niet actief op gestuurd.

1.2 Energiegebruik en CO2-emissies scope 1

De directe CO2-emissies van ANL in 2016 zijn het aardgasverbruik van onze gebouwen en het woon-werk

en zakelijk verkeer van de leaseauto’s. In de onderstaande tabel staan de energieverbruiken en de

CO2-emissies hiervan weergegeven.

Om een vergelijkbaar beeld te creëren met het referentiejaar 2010 worden het energiegebruik en de CO2-

emissies in de onderste rij ook gecorrigeerd voor fte5 weergegeven. In deze rij wordt berekend wat de CO2-

emissise zou zijn geweest wanneer het aantal fte in 2016 gelijk was gebleven aan het aantal fte in 2010.

2010 2015 2016

Activiteit Verbruik Primaire

energie

CO2-

emissie Verbruik

Primaire

energie

CO2-

emissie Verbruik

Primaire

energie

CO2-

emissie

Eenheid - GJprim Ton CO2 - GJprim Ton CO2 - GJprim Ton CO2

Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920 Nm³ 4.555 271 118.043 Nm3 3.736 223

Bra

ndsto

fve

rbru

ik

lease

au

to

Benzine 408.933 ltr 12.955 1.121 281.376 ltr 7.475 647 185.207 ltr 5.867 508

Diesel 1.052.281 ltr 37.743 3.399 955.812 ltr 32.957 2.968 888.934 ltr 31.884 2.871

LPG 305.266 ltr 7.037 551 2.434 ltr 56 4 973 ltr 22 2

Hybride benzine 0 - - 45.414 ltr 1.439 124 55.539 ltr 1.759 152

Hybride diesel 0 - - 36.975 ltr 1.326 119 34.988 ltr 1.255 113

Totaal 67.696 5.663 47.808 4.134 44.525 3.868

Gecorrigeerd voor fte 54.668 4.727 52.083 4.524

Tabel 1: Scope 1 energiegebruik en CO2-emissies

Tabel 1 laat een afname zien in zowel het energieverbruik als de CO2-emissies, gecorrigeerd voor fte, ten

opzichte van het referentiejaar (2010) van ruim 20%.

1.3 Maatregelen en invloedsfactoren

Bij Arcadis maken wij onderscheid in maatregelen (geplande acties gericht op energiebesparingen) en

invloedsfactoren (invloeden van buiten die leiden tot een afname dan wel toename van het energiegebruik).

In deze paragraaf worden de maatregelen en invloedsfactoren met betrekking tot scope 1 toegelicht.

5 Fte (flow) 2010: 2.212,5 | 2015: 1.935,0 | 2016: 1.891,5

Page 7: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

7

1.3.1 Maatregelen

Om de geplande doelstelling te realiseren, worden (meer-)jaarlijks maatregelen uitgevoerd. Een aantal

hiervan wordt bij het vaststellen van de doelstellingen “gepland”, de rest vindt “aanvullend” plaats door

bijvoorbeeld veranderde inzichten of ontwikkelingen in de markt/onze organisatie. In 2016 zijn met

betrekking tot scope 1 de volgende maatregelen uitgevoerd.

1.3.1.1 Geplande maatregelen Inzet energiezuinige leaseauto’s/ handhaven mobiliteitsregeling

6

De gemiddelde CO2-emissie per kilometer van de nieuw ingezette leaseauto’s is steeds verder aan het dalen. In het afgelopen jaar is de uitstoot verder gereduceerd van 146,56 g CO2 naar 137,14 g CO2 per vervoerskilometer. Dat is een reductie van bijna 6,5%. Aangezien de nieuw ingezette auto’s een lagere CO2-uitstoot kennen, daalt de gemiddelde uitstoot van alle leaseauto’s. In het afgelopen jaar is hiermee een besparing van 18,74 ton CO2 en 0,92 TJ primair bereikt. Inzet “zuinigere” wisselwagens Inmiddels zijn op een aantal kantoren 10 (waarvan 1 elektrisch) wisselwagens beschikbaar om naar afspraken te gaan die niet of slecht met het Openbaar Vervoer te bereiken zijn. Aangezien deze auto’s een lagere CO2-uitstoot en verbruik kennen dan een gemiddelde privé auto, is in het afgelopen jaar een besparing van 37,57 ton CO2 en 1,58 TJ primair bereikt.

Inzet hybride elektrische leaseauto’s7

Sinds eind 2015 is het voor medewerkers van Arcadis mogelijk een (semi)elektrische leaseauto te rijden. Wegens de (nog) onbekende technische beperkingen, voornamelijk in actieradius van de elektrische auto, is deze maatregel niet voor alle medewerkers van toepassing (moet passen in het reisprofiel). Er wordt uitgegaan van een toename van gemiddeld 10 elektrische auto’s per jaar tot en met 2018. In 2016 zijn er 9 ((plug in) hybride) elektrische leaseauto’s bijgekomen (totale hoeveelheid: 70). Dat zorgde voor een besparing van 13,33 ton CO2 en 1,91 TJ primair. Communicatie/ bewustwording reisgedrag Op het gebied van communicatie/ bewustwording met betrekking tot het reisgedrag zijn in 2016 verschillende acties uitgevoerd. Het effect van deze communicatiemaatregelen is niet altijd (direct) meetbaar. Zo is er onder andere gecommuniceerd over:

• De doorontwikkeling van de carpool-tool ‘CARS’ (Collega’s Arcadis Reizen Samen).

• Stimulering van het gebruik maken van de NS-businesscard voor zakelijke reizigers, ook voor

leaseautorijders.

• De (nieuwe) elektrische laadpalen op een aantal van Arcadis kantoorlocaties.

• De regeling (semi)-elektrisch rijden om collega’s te stimuleren om te kiezen voor een (semi)-elektrische

auto.

• Het Low Car Diet, waarbij 117 collega’s hun auto een maand lang zoveel mogelijk hebben laten staan en

de mogelijkheden van hun NS-businesscard gebruiken om van A naar B te komen. Arcadis is de winnaar

van Low Car Diet 2016. Met 9 ton CO2-emissie wist Arcadis het meest te besparen. De aftrap van het

Low Car Diet vond dit jaar plaats in Den Bosch.

• Het Mee! Programma. Een competitie voor leaserijders om een maand lang de auto zoveel mogelijk te

laten staan en te kiezen voor duurzamer alternatieven, waarbij collega’s persoonlijk gecoacht zijn.

• De presentatie door Niels van Geenhuizen over ontmoedigen autogebruik op congres Fleet Lounge.

• De high speed pedelecs die op drie kantoren beschikbaar zijn (Den Bosch, Amersfoort, Arnhem).

• Verschillende nieuwsberichten op het intranet (Portaal) en status updates op Yammer, gerelateerd aan

duurzame mobiliteit.

• Doorgaan met de Fuelmonitor waarin collega’s maandelijks een update krijgen van hun brandstofgebruik

en ieder kwartaal een herhalingstraining.

6 Aangepaste berekeningsmethode: er wordt nu met werkelijke verbruiken en uitstoten gerekend (i.p.v. fabrieksopgaven). Ook is i.p.v.

het gemiddelde van slechts de nieuwe inzet, met het gemiddelde van alle leaseauto’s gerekend. 7 Zie voetnoot 4.

Page 8: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

1.3.1.2 Aanvullende maatregelen

Aangepast beleid uitgifte leaseauto’s Begin 2014 is het mobiliteitsbeleid met betrekking tot de leaseauto’s aangepast. De grens voor het aanvragen van een leaseauto ging van 15.000 naar 17.500 zakelijke kilometers per jaar. Ook is er strenger toegezien op het naleven van de voorwaarden uit het mobiliteitsbeleid van ANL met betrekking tot de uitgifte van leaseauto’s. Dit heeft in 2016 een besparing van circa 71,84 ton CO2 en 1,04 TJ primair opgeleverd.

1.3.2 Invloedsfactoren

Naast de besparingsmaatregelen zijn er ook altijd een aantal invloedsfactoren die effect hebben op de

CO2-emissie van ANL. Dit zijn factoren die buiten de invloed van ANL een effect hebben gehad op het

energieverbruik. Zoals bijvoorbeeld het effect van het klimaat (koude winter).

Verandering gebruik gebouwoppervlak

De gebruikte gebouwoppervlakten van ANL veranderen met enige regelmaat. Deels wegens

omstandigheden en deels wegens aangepast beleid waardoor er minder kantoorruimte nodig is.

In totaal is het vloeroppervlak in 2016 ten opzichte van 2015 afgenomen met 2.314 m². Dit verklaart een

afname van 16,9 ton CO2 in de totale CO2-emissies van 2016 ten opzichte van het voorgaande verslagjaar

2015 door een verminderd aardgasgebruik.

Klimaateffect

Het klimaat is van grote invloed op de hoeveelheid aardgas die ANL inkoopt. Het klimaat is een altijd

veranderende factor dus wordt, om dit effect te berekenen, gebruik gemaakt van graaddagen.

In 2016 waren er in totaal 2.784,5 graaddagen in De Bilt. In 2015 was het aantal graaddagen in De Bilt

2.685,5. Deze toename in het aantal graaddagen betekent dat het in 2016 relatief kouder was dan in 2015.

Deze invloedsfactor verklaart een toename van 10 ton CO2 in de totale CO2-emissies van 2016 ten opzichte

van de CO2-emissies in 2015.

1.4 Voortgang van de doelstelling

Om een beeld te krijgen van de behaalde besparing staan in de onderstaande Tabel 2 de maatregelen en

invloedsfactoren onder elkaar weergegeven. Omdat er nog geen doelstellingen bepaald zijn voor primaire

energie, kan hiervoor nog geen voortgang berekend worden. Focus ligt in deze beleidsplanperiode op

reductie van de CO2-uitstoot.

Ontsparend effect

t.o.v. 2015

[ton CO2]

Besparend effect

t.o.v. 2015

[ton CO2]

Netto-effect

[ton CO2]

Inzet energiezuinige leaseauto’s/

handhaven mobiliteitsregeling -18,74 -18,74

Inzet “zuinigere” wisselwagens -37,57 -37,57

Inzet hybride elektrische leaseauto’s -13,33 -13,33

Communicatie/ bewustwording reisgedrag n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Aangepast beleid uitgifte leaseauto’s -71,84 -71,84

Verandering gebruik gebouwoppervlak -16,90 -16,90

Klimaateffect 10,00 10,00

Totaal effect -148,40

Tabel 2: Overzicht maatregelen en invloedsfactoren scope 1

Page 9: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

9

De scope 1 emissie in het referentiejaar was 2,56 ton CO2/fte8. Om op koers te zijn met het behalen van de

doelstelling mag de uitstoot in 2016 maximaal 2,38 ton/fte zijn.

De CO2-uitstoot scope 1 was in 2016 2,05 ton/fte. Dit is een afname van 20% ten opzichte van het

referentiejaar. Daarmee ligt doelstelling voor scope 1 ruimschoots op schema (zie figuur 3).

Figuur 3: Ambities en gerealiseerde reductie scope 1 2010-2020

8 Op basis van nieuwe emissiefactoren heeft voor het energiebeleidsplan 2016-2018 een herberekening plaatsgevonden van de CO2-

emissies in het basisjaar. Deze wijkt dus enigszins af van de basisemissies in het vorige jaarverslag (2,56 tonCO2/fte vs. 2,52 tonCO2/fte)

70%

75%

80%

85%

90%

95%

100%

2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Besparing C

O2,

basis

jaar

2010

Gepland Gerealiseerd

Page 10: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

2 INDIRECTE CO2-EMISSIES DOOR ENERGIEOPWEKKING: SCOPE 2

In dit hoofdstuk worden de doelstelling en het energiegebruik van ANL in 2016 met betrekking tot de scope 2

emissies beschreven. De scope 2 emissies van ANL-bestaan uit het elektriciteitsverbruik en de gebruikte

warmte en koude. De maatregelen en invloedsfactoren die effect hebben gehad op de energieverbruiken

worden beschreven en tot slot wordt de voortgang van de scope 2 doelstelling weergegeven.

2.1 Doelstelling scope 2

De doelstellingen van ANL met betrekking tot energiebesparing zijn vastgesteld in het Energiebeleidsplan

2016-2018. De scope 2 doelstelling is als volgt:

Uitgaande van een lineaire effect reductie van de te nemen maatregelen wordt volgens planning in

2018 met de scope 1 maatregelen in totaal 0,604 ton CO2-eq-emissie per fte bespaard ten opzichte van

het referentiejaar 2010. Dit komt overeen met 1.337 ton CO2-eq-emissie, ca. 16%, van de totale CO2-

emissie in 2010.

Voor primair energiegebruik zijn in het energiebeleidsplan 2016-2018 (nog) geen doelen vastgesteld. Hier

is dan ook nog niet actief op gestuurd.

2.2 Energiegebruik en CO2-emissies scope 2

De indirecte energiegebruiken door energieopwekking van ANL in 2016 zijn het elektriciteitsverbruik en het

gebruik van warmte en koude. In de onderstaande tabel staan het energieverbruik en de hieraan

gerelateerde CO2-emissies weergegeven.

Om een vergelijkbaar beeld te creëren met het referentiejaar 2010 worden de CO2-emissies in de onderste

rij ook gecorrigeerd voor fte9 weergegeven. In deze rij wordt berekend wat de CO2-emissies zouden zijn

geweest wanneer het aantal fte in 2016 gelijk was gebleven aan het aantal fte in 2010.

2010 2015 2016

Activiteit Verbruik Primaire

energie CO2-emissie Verbruik

Primaire

energie

CO2-

emissie Verbruik

Primaire

energie

CO2-

emissie

Eenheid - GJ Ton CO2 - GJ Ton CO2 - GJ Ton CO2

Elektriciteitsverbruik10

4.689 MWh 42.201 2.466 3.129 MWh 26.165 854 3.139 MWh 28.254 286

W&K - stookolie 15.663 ltr 765 50 0 ltr 0 0 0 ltr 0 0

W&K - WKO 288 MWh 2.593 152 148 MWh 1.336 78 159 MWh 1.434 84

W&K - Stadswarmte 793 GJ 881 29 1.133 GJ 1.258 41 1.241 1.378 45

Totale CO2-emissie - 46.439 2.696 - 30.759 973 - 31.066 409

Gecorrigeerd voor fte - - - - 35.173 1.113 - 36.340 478

Tabel 3: Scope 2 energiegebruiken en CO2-emissies ANL

Bovenstaande tabel laat een afname zien in de CO2-emissies ten opzichte van het referentiejaar (2010). Het

grootste deel van de besparing wordt gerealiseerd door de inkoop van groene stroom11

. Omdat er bij het

berekenen van het primaire energiegebruik geen onderscheid is tussen groene of grijze stroom, zijn voor

scope 2 de CO2-emissies veel scherper gedaald dan het primaire energiegebruik, welke zelfs licht gestegen

is in de periode 2015-2016.

9 Fte (flow) 2010: 2.212,5 | 2015: 1.935,0 | 2016: 1.891,5

10 % groene stroom 2010: 0% | 48% | 83%

11 Met SMK-Keurmerk.

Page 11: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

11

2.3 Maatregelen en invloedsfactoren

Bij ARCADIS maken wij onderscheid in maatregelen (geplande acties gericht op energiebesparingen) en

invloedsfactoren (invloeden van buiten die leiden tot een besparing dan wel toename van het

energiegebruik). In deze paragraaf worden de maatregelen en invloedsfactoren met betrekking tot scope 2

toegelicht.

2.3.1 Maatregelen

Om de geplande doelstelling te realiseren, worden jaarlijks maatregelen uitgevoerd. In 2016 zijn met

betrekking tot scope 2 de volgende maatregelen uitgevoerd.

Groene stroom

In 2016 zijn ook de kantoren Amersfoort en Maastricht overgestapt op 100% groene stroom, gecertificeerd

middels garanties van Oorsprong. Daarnaast wordt op de locatie Amersfoort groene stroom opgewekt met

zonnepanelen. Met de inkoop en opwekking van groene stroom is 579,00 ton CO2 bespaard in 2016 t.o.v.

het voorgaande jaar. Op dit moment koopt Arcadis 83,01% van de door haar gebruikte elektriciteit

gegarandeerd groen in (met certificaten van oorsprong).

Reden voor de intensivering ten opzichte van 2015 is de verandering in de percentages groene stroom en grijze stroom. Het percentage groen ingekochte stroom is gestegen omdat kantoren die grijze stroom inkochten, zijn afgestoten. Hierdoor heeft een verschuiving plaatsgevonden. Ook levert de overstap op groene stroom met certificaat op kantoor Amersfoort een forse besparing van CO2 op. In 2015 heeft Arcadis bijna 50% van de gebruikte elektriciteit groen ingekocht, in 2016 is dat gestegen tot 80% (excl. eigen opwekking middels zonnepanelen). Het betreft een pure besparing op de uitgestoten CO2-emissie, maar geen besparing op primair energiegebruik.

Afstoten verdieping 5 Rotterdam Lichtenauerlaan (elektriciteit en stadswarmte)

De meeste kantoorlocaties van Arcadis zijn al ingericht volgens het OpenUp principe. Er zijn nog een aantal

locaties waar “Het Nieuwe Werken” (verder) doorgevoerd moet worden. Voor deze maatregel geldt dat het

effect van de maatregel zowel in scope 2 bij elektriciteit en stadswarmte zichtbaar is. Door het

implementeren van het nieuwe principe kon op kantoor Rotterdam Lichtenauerlaan de 5de verdieping

afgesloten en afgestoten worden. Dit heeft in het afgelopen jaar voor elektriciteit een besparing van 14,42

ton CO2 en voor stadswarmte een besparing van 2,66 ton CO2 opgeleverd. Dat staat gelijk aan een

besparing van 0,33 TJ primair.

2.3.2 Invloedsfactoren

Ook in 2016 is een aantal factoren van invloed geweest op het energiegebruik van ANL. Met betrekking tot

de scope 2 emissies zijn dit de volgende invloedsfactoren.

Verandering gebruikt gebouwoppervlak

In 2016 zijn de gebruikte gebouwoppervlakten anders dan in het voorgaande verslagjaar 2015 en ten

opzichte van het referentiejaar. In totaal is het vloeroppervlak in 2016 ten opzichte van 2015 afgenomen met

2.314 m². Dit verklaart een afname van 37 ton CO2 van het elektriciteit- en warmteverbruik in 2016 ten

opzichte van het voorgaande verslagjaar 2015.

Vloeroppervlakte per fte

In 2016 is het aantal vierkante meter per fte (14,9 m²/fte) afgenomen ten opzichte van het voorgaande

verslagjaar 2015 (15,7 m²/fte). Dit heeft te maken met ons beleid om Het Nieuwe Werken steeds verder door

te voeren in onze kantoren. Bij het afsluiten en/ of verlengen van huurcontracten wordt gekeken naar de

mogelijkheid om vierkante meters in te leveren en meer te flexwerken. Deze afname in vloeroppervlak

verklaart een afname van 27 ton CO2-emissies ten opzichte van 2015.

Klimaateffect

In 2016 waren er in totaal 2.784,5 graaddagen in De Bilt. In 2015 was het aantal graaddagen in De Bilt

2.685,5. Deze toename in het aantal graaddagen betekent dat het in 2016 relatief kouder was dan in 2015.

Deze invloedsfactor verklaart een toename van 4 ton CO2 in van de totale emissies van het warmtegebruik

van 2016 ten opzichte van de CO2-emissies in 2015.

Page 12: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

2.4 Voortgang van de doelstelling

In de onderstaande tabel staan de maatregelen en invloedsfactoren met de bijbehorende effecten

weergegeven. Gezien nog geen doelstellingen bepaald zijn voor primaire energie, kan hiervoor nog geen

voortgang berekend worden. Focus ligt in deze beleidsplanperiode op reductie van de CO2-uitstoot.

Ontsparend effect

t.o.v. 2015 [ton CO2]

Besparend effect t.o.v. 2015 [ton CO2]

Netto-effect

[ton CO2]

Afstoten verdieping 5 Rotterdam

Lichtenauerlaan (elektriciteit en

stadswarmte)

-17,08

Groene stroom -579,00

Verandering gebruik gebouwoppervlak -36,99

Vloeroppervlakte per fte -26,65

Klimaateffect 4 ,58

Totaal effect -656,16

Tabel 4: Effect maatregelen en invloedsfactoren scope 2

De scope 2 emissies in het referentiejaar was 1,021 ton CO2/fte12

. Om op koers te zijn met het behalen van

deze doelstelling mag de uitstoot in 2016 maximaal 0,72 ton/fte zijn.

De CO2-uitstoot scope 2 was in 2015 0,22 ton/fte. Daarmee ligt de doelstelling voor scope 2

ruimschoots op schema (figuur 4).

Figuur 4: Ambities en gerealiseerde reductie scope 2 2010-2020

12

Op basis van nieuwe emissiefactoren heeft voor het energiebeleidsplan 2016-2018 een herberekening plaatsgevonden van de CO2-emissies in het basisjaar. Deze wijkt dus af van de basisemissies in het vorige jaarverslag (1,21 tonCO2/fte vs 1,05 tonCO2/fte)

00%

20%

40%

60%

80%

100%

2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Besparing C

O2,

basis

jaar

2010

Gepland Gerealiseerd

Page 13: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

13

3 OVERIGE INDIRECTE CO2-EMISSIE: SCOPE 3

In dit hoofdstuk worden de doelstelling en het energiegebruik van ANL in 2016 met betrekking tot de scope 3

emissies beschreven. De scope 3 emissies van ANL bestaan uit het vliegverkeer, de zakelijke kilometers

gereden met privéauto’s en het openbaar vervoer en het woon-werkverkeer met privéauto’s. De maatregelen

en invloedsfactoren die effect hebben op de energieverbruiken worden beschreven en tot slot wordt de

voortgang van de scope 3 doelstellingen weergegeven.

3.1 Doelstelling scope 3

De doelstellingen van ANL met betrekking tot energiebesparing zijn vastgesteld in het Energiebeleidsplan

2016-2018. Met betrekking tot de upstream scope 3 emissies is er een aantal doelstellingen geformuleerd.

Daarnaast rapporteert Arcadis over een aantal downstream scope 3 emissies. Voor de downstream scope 3

emissies van ANL zijn doelstellingen ontwikkeld die bestaan uit een meerdere focus- en speerpunten.

Onderstaand wordt per sector en focus-/ speerpunt een update gegeven over de voortgang van de

doelstelling.

Upstream scope 3 doelstelling

De CO2-emissie van drie scope 3 emissies worden jaarlijks gerapporteerd in de CO2-footprint. Dit zijn de

emissies:

• Brandstofverbruik zakelijk verkeer privéauto’s;

• Brandstofverbruik zakelijke vliegreizen;

• Brandstofverbruik zakelijk verkeer met openbaar vervoer.

Voor deze emissies zijn geen reductiedoelstellingen vastgesteld voor de periode 2016-2020. Wel is het de

ambitie van Arcadis het brandstofverbruik zakelijk verkeer privéauto’s en verkeer OV gezamenlijk minimaal

gelijkblijvend te houden en indien mogelijk met 5% te verlagen ten opzichte van het referentiejaar.

Ook zullen er acties worden ondernomen om de vliegkilometers tot een minimum te beperken en op andere

aspecten meer te reduceren.

Wat betreft het brandstofverbruik zakelijk verkeer met openbaar vervoer, is het de ambitie ook deze uitstoot

te minimalieren, waarbij we geholpen worden door de NS, die aangeeft in 2017 al haar elektriciteit groen in

te kopen.

Downstream scope 3 doelstellingen

Algemeen

• Door ontwikkelen CO2-tool 2016-2018 en inzetten in CO2-gunningvoordeel projecten

Het is de ambitie om de CO2-tool de komende jaren verder uit te breiden zodat ook het aanleggen van het

spoor (vervoer van de materialen, grondwerkzaamheden, e.d.) en de exploitatie van het spoor hierin

meegenomen kunnen worden. De uitbreiding van de CO2-tool zal worden gebaseerd op de speerpunten

inertie, assetmanagement en rolweerstand.

Rail-sector

• Inzicht in de CO2-uitstoot van een installatiehuis

Doel is om meer inzicht te krijgen in de CO2-uitstoot van installatiehuizen en mogelijkheden om deze CO2- uitstoot te verminderen. Uitgevoerd onderzoek toonde aan dat het aanpassen van de betonsamenstelling een direct toepasbare oplossing is voor het terugdringen van de CO2-emissies. Voor een grotere reductie van de emissies moet de bouwmethode van installatiehuizen veranderen. Toepassen van houtskeletbouw of innovatieve gecarboniseerde kalksteen vraagt verder onderzoek.

Wegen-sector/ Adviesgroep WV&I

Speerpunt 1 – Inertie in het ontwerp

• Doelstelling is om in de periode 2016-2018 inzicht te krijgen in de CO2-uitstoot die verminderd kan

worden door een goede weginrichting en toepassing van dynamisch verkeersmanagement (DVM). Dit zal

vervolgens opgenomen worden in het CO2-tool. Ieder kwartaal zal overleg plaatsvinden tussen de

projectleider CO2- prestatieladder en de verantwoordelijke CO2-tool om de voortgang te borgen.

Page 14: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

Speerpunt 2 – Assetmanagement

• Doelstelling is om in de periode 2016-2018 inzicht te krijgen in het effect van maatregelen die in de

gebruiksfase op het gebied van onderhoud genomen kunnen worden om de CO2-uitstoot te verminderen.

Een vroegtijdige advisering is niet slechts kostenefficiënt en vergroot de veiligheid bij werkzaamheden,

maar reduceert ook de uitstoot van CO2.

Speerpunt 3 – Rolweerstand

• Een speerpunt voor de komende jaren is om de keuze voor wegdekken met een lage rolweerstand te

promoten.

3.2 Energiegebruik en CO2-emissies scope 3 - upstream

De overige indirecte energiegebruiken van ANL in 2016 zijn het vliegverkeer, de zakelijke kilometers

gereden met de privéauto’s, het woon-werkverkeer gereden met privéauto’s en de zakelijke kilometers

gereden met het openbaar vervoer. In de onderstaande tabel staan het energieverbruik en de hieraan

gerelateerde CO2-emissies weergegeven.

Om een vergelijkbaar beeld te creëren met het referentiejaar 2010 worden de CO2-emissies in de onderste

rij ook gecorrigeerd voor fte weergegeven. In deze rij wordt berekend wat de CO2-emissies zouden zijn

geweest wanneer het aantal fte in 2016 gelijk was gebleven aan het aantal fte in 2010.

2010 2015 2016

Activiteit Verbruik Primaire

energie

CO2-

emissie Verbruik

Primaire

energie

CO2-

emissie Verbruik

Primaire

energie

CO2-

emissie

Eenheid Km GJ Ton CO2 Km GJ Ton CO2 Km GJ Ton CO2

Za

ke

lijk v

erk

ee

r pri

véa

uto

Benzine 2.637.627 6.963 591 2.209.566 5.833 495 2.326.215 6.141 521

Hybride 0 - - 49.417 119 8 71.551 172 12

Diesel 2.417.982 5.936 515 1.640.551 4.028 349 1.605.175 3.941 342

LPG 260.328 625 51 152.207 365 30 190.752 458 37

Elektrisch 0 - - 18.264 38 2 75.876 159 8

Vliegreizen 1.777.931 2.077 295 6.184.436 7.226 1.082 6.270.228 7.327 1.095

Woonwerk privéauto’s - - 1.766 - - 1.440 - - 1.45313

Openbaar vervoer 4.659.573 1.724 103 5.088.312 3.319 19914

5.802.473 3.785 227

Totaal - - 3.151 20.928 3.605 - 21.982 3.696

Gecorrigeerd voor fte - - - - 23.931 4.123 - 25.714 4.323

Tabel 5: Scope 3 energiegebruiken en CO2-emissies ANL

Bovenstaande tabel laat een toename zien in de CO2-emissies ten opzichte van het referentiejaar (2010) en

ten opzichte van het voorgaand verslagjaar (2015). Ten opzichte van het voorgaand verslagjaar zijn alle

scope 3 uitstootposten toegenomen, waarbij er vooral een forse toename in treinverkeer is. Dit kan verklaard

worden door de afname van het aantal leaseauto’s en een groei in omzet. Hiermee kan de toename van het

treinverkeer gezien worden als een reboundeffect van de afname in scope 1 emissies ten gevolge van

leaseauto’s. Het is niet aannemelijk dat het treinverkeer zal afnemen in de nabije toekomst. Dit kan echter

ook als positief beschouwd worden, zeker met het oog op de aanhoudende vergroening van het treinverkeer

door de NS in de komende jaren. Tot slot is er ook met privéauto’s meer gereden dan in 2015.

13

Er is in 2016 geen hernieuwde mobiliteitsenquête uitgevoerd. Om toch een inschatting te maken voor 2016 is gebruikt gemaakt van emissiefactoren per medewerker van 2015. 14

Wijkt af van de waarde die is gerapporteerd in het voorgaande verslagjaar. De nieuwe emissiefactor voor treinverkeer is ook toegepast voor een herberekening van de footprint van voorgaande jaren, om vertekening te voorkomen

Page 15: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

15

3.3 Maatregelen en invloedsfactoren - upstream

Bij Arcadis maken wij onderscheid in maatregelen (geplande acties gericht op energiebesparingen) en

invloedsfactoren (invloeden van buiten die leiden tot een besparing dan wel toename van het

energiegebruik). In deze paragraaf worden de maatregelen en invloedsfactoren met betrekking tot scope 3

toegelicht.

3.3.1 Maatregelen

Om de geplande doelstelling te realiseren, worden jaarlijks maatregelen uitgevoerd. In 2016 zijn met

betrekking tot scope 3 geen specifieke maatregelen uitgevoerd, anders dan al beschreven bij scope 1 en 2.

Denk daarbij aan Low Car Diet en de Carpool app, alleen de effecten voor scope 3 zijn niet te bepalen.

3.3.2 Invloedsfactoren

Ook in 2015 is een aantal factoren van invloed geweest op het energiegebruik van ANL. Met betrekking tot

de scope 3 emissies zijn dit de volgende invloedsfactoren:

Vliegverkeer wegens Arcadis Europe

Sinds 2013 is Arcadis Europe opgericht en een aantal medewerkers van ANL was hierbij betrokken. Veel

van deze medewerkers zijn nu niet meer in dienst van ANL, maar van AEU. Door verbeterde en gestegen

samenwerking wordt meer gevlogen dan in de afgelopen jaren. In totaal hebben deze medewerkers in 2016

circa 126 ton CO2 uitgestoten met vliegreizen. Het effect ten opzichte van 2015, waarin door het vliegverkeer

van deze medewerkers 122 ton CO2 is uitgestoten, is dat er 4 ton CO2 is ontspaard.

Veranderde emissiefactor treinverkeer

Sinds 2016 is er bij het SKAO een nieuwe emissiefactor in gebruik genomen met betrekking tot treinverkeer.

Omdat wij als Arcadis geen inzicht hebben in de verdeling van de treinkilometers tussen stoptrein en

intercity, werd tot 2016 altijd uitgegaan van stoptreinen, omdat deze de hoogste emissiefactor hebben

(65 gCO2/km). Dit is waarschijnlijk te hoog ingeschat, omdat het merendeel van de medewerkers via intercity

reist. Sinds 2016 is er een nieuwe emissiefactor voor treinverkeer (type onbekend), die beter aansluit bij de

situatie van Arcadis omdat wij wél zicht hebben op het aantal gereden kilometers maar geen zicht op het

treintype waarmee gereisd is. Het effect van het omzetten van deze emissiefactor ten opzichte van de oude

emissiefactor is een ‘besparing’ van ca. 151 ton CO2.

3.4 Voortgang van de doelstelling

ANL heeft twee typen scope 3 emissies: upstream en downstream. Onderstaand wordt de voortgang van de

doelstellingen per type beschreven.

3.4.1 Upstream Scope 3 emissies

In de onderstaande tabel staan de maatregelen en invloedsfactoren met de bijbehorende effecten

weergegeven. Omdat er nog geen doelstellingen voor primaire energie zijn bepaald, kan hiervoor nog geen

voortgang berekend worden. Focus ligt in deze beleidsplanperiode op reductie van de CO2-uitstoot.

Ontsparend effect

t.o.v. 2015 [ton CO2]

Besparend effect t.o.v. 2015 [ton CO2]

Netto-effect

[ton CO2]

Vliegverkeer wegens Arcadis Europe 4,00

Veranderende emissiefactor treinverkeer -151,00

Totaal effect -147,00

Tabel 6: Effect maatregelen en invloedsfactoren scope 3

Page 16: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

Voor upstream scope 3 emissies is er een enkel een doelstelling geformuleerd op het beperken van woon-

werkverkeer door privéauto’s. Doelstellingen aangaande vliegverkeer en zakelijk verkeer van privéauto’s

worden onderzocht.

In 2016 was de uitstoot ten behoeve van woon-werkverkeer privéauto’s 1.453 ton CO2. Dit komt overeen met

0,77 ton CO2/fte. Dit is een daling in de emissies van 5% ten opzichte van het referentiejaar 2010.

Ondanks de lichte stijging ten opzichte van 2015 is hiermee de doelstelling van een gelijkblijvende

emissie in 2016 ten opzichte van 2010 gehaald.

3.4.2 Downstream Scope 3 emissies

Downstream scope 3 doelstellingen

Algemeen

• Door ontwikkelen CO2-tool 2016-2018 en inzetten in CO2-gunningvoordeel projecten

De uitbreiding van de CO2-tool zal worden gebaseerd op de speerpunten inertie, assetmanagement en

rolweerstand. Deze stap staat gepland voor het tweede kwartaal 2017. De output uit deze onderzoeken zal

als input worden gebruikt voor de nieuw in te brengen fases in het wegontwerp. Ieder kwartaal zal overleg

plaatsvinden tussen de projectleider CO2-prestatieladder en de verantwoordelijke CO2-tool om de voortgang

te borgen. De voortgang wordt gerapporteerd in de Q-rapportages duurzaamheid. De borging zit in de

planning van de CO2-prestatieladder.

Rail-sector

• Inzicht in de CO2-uitstoot van een installatiehuis

Het uitgevoerde afstudeeronderzoek toonde aan dat het aanpassen van de betonsamenstelling een direct toepasbare oplossing is voor het terugdringen van de CO2-emissies. Voor een grotere reductie van de emissies moet de bouwmethode van installatiehuizen veranderen. Toepassen van houtskeletbouw of innovatieve gecarboniseerde kalksteen vraagt verder onderzoek. Implementatie en toepassing zal in 2017 plaatsvinden. Daarnaast zullen in 2017 nieuwe initiatieven worden ontplooid om duurzaamheid in de railsector te borgen en uit te breiden. Hiervoor zal een sessie worden georganiseerd om de speerpunten voor de komende jaren te bepalen.

Wegen-sector/ Adviesgroep WV&I

Speerpunt 1 – Inertie in het ontwerp

• Vanwege andere prioriteiten binnen duurzaamheid en Arcadis is hier in 2016 nog geen voortgang

geboekt.

Speerpunt 2 – Assetmanagement

• Een vroegtijdige advisering is niet slechts kostenefficiënt en vergroot de veiligheid bij werkzaamheden,

maar reduceert ook de uitstoot van CO2. Om dit inzichtelijk te maken wordt een maatregelendatabase

opgesteld. Deze maatregelen kunnen vervolgens in de CO2-tool worden verwerkt. Het onderzoek is

begonnen in september 2016. Het opzetten van de maatregelendatabase beheer en onderhoud en de

vertaling naar het CO2-tool wegen zal in 2017 plaatsvinden. Dit betreft een actie specifiek voor wegen. De

borging vindt plaats zoals bij speerpunt 1. Inmiddels is er al een eerste analyse uitgevoerd. Implementatie

in de tool zal in de 2e helft van 2017 plaatsvinden.

Assetmanagement is één van de meest in het oog springende onderdelen van de advisering bij de

wegenonderhoudsprestatiecontracten. Aannemers worden intensief begeleid in de programmering van

de werkzaamheden. Een belangrijk onderdeel van het wegonderhoud is het maaien van de bermen. Op

dit moment wordt een intern onderzoek afgerond, waarbij wordt gekeken of hierbij CO2-reductie mogelijk

is en hoe dit gestalte te geven. In de voorlopige conclusie kan gezegd worden dat dit mogelijk is, door 1)

aanpassingen in het proces van maaien, 2) grasvergisting en 3) aangepast maaibeheer. Na het afronden

van dit onderzoek zal verder gekeken worden hoe een database kan worden ingericht.

Speerpunt 3 – Rolweerstand

Page 17: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

17

• Opgesteld is een raamwerk met onderdelen van een UAV-GC-contract om CO2-reductie (en specifiek

rolweerstand) te verminderen. Het raamwerk is aangevuld met eisen die gericht zijn op vermindering van

emissies door de voertuigen die gebruik maken van het systeem. Vanaf september 2016 voert een

stagiaire het onderzoek uit (afronding tweede kwartaal 2017). Conclusies zullen daarbij worden

gepresenteerd en geïmplementeerd binnen de adviesgroep. De analyse van de best practises EMVI-

criteria inzake CO2-reductie wordt momenteel uitgevoerd binnen de adviesgroep Wegen. De borging

vindt plaats zoals hierboven gesteld.

Page 18: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

4 ZAKELIJK VERKEER

Het zakelijk verkeer van ANL is verdeeld over alle drie de scopes. Toch hebben deze verschillende vormen

van vervoer, in meer of mindere mate, invloed op elkaar. De medewerker die besluit minder vaak met zijn

leaseauto naar het werk te gaan, kiest bijvoorbeeld voor de trein als vervangend vervoer. Hierdoor vindt een

verschuiving van energieverbruiken over de scopes plaats.

Maar is dat nou de bedoeling, die verschuiving? Uiteraard is een aantal verschuivingen gewenst, zoals de

verschuiving naar het openbaar vervoer (immers kent een kilometer in het OV een circa driemaal lagere

emissie). Deze verschuivingen worden gestimuleerd door ANL. Daarnaast is het ook mogelijk dat er een

ongewenst effect optreedt. Zo kan een verandering in het leasebeleid betekenen dat meer kilometers

worden gereden met privéauto’s. Middels de onderstaande analyses worden deze veranderingen in kaart

gebracht.

4.1 Scope verdeling

Het zakelijk verkeer van ANL is verdeeld over alle drie scopes. ANL heeft, afhankelijk van de scope, in meer

of mindere mate controle op de uitgestoten CO2. De verdeling is als volgt:

• Scope 1: Zakelijk verkeer leaseauto’s (inclusief woon-werkverkeer) Controle

• Scope 3: Zakelijk verkeer privéauto’s (exclusief woon-werkverkeer) Beperkte controle

• Scope 3: Zakelijk verkeer openbaar vervoer (exclusief woon-werkverkeer) Beperkte controle

Activiteit Scope CO2-emissie

[ton/ jaar]

Zakelijk verkeer leaseauto’s Scope 1 3.646

Zakelijk verkeer privéauto’s Scope 2 921

Zakelijk verkeer openbaar vervoer Scope 3 226

Totaal 4.793

Tabel 7: CO2-emissies gerelateerd aan zakelijk verkeer in 2016

De onderstaande figuur geeft de verdeling over de drie verschillende scopes weer.

Figuur 5: Verdeling zakelijk verkeer totaal

Arcadis stimuleert haar medewerkers minder te reizen. Wanneer reizen toch noodzakelijk is, worden de

medewerkers gestimuleerd te reizen met het openbaar vervoer. Tabel 8 illustreert het aantal gereisde

kilometers in 2016.

Page 19: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

19

Vervoersmiddel

Totale afstand [km]

Afstand per fte [km/fte]

Trein 5.610.246 2.965

Auto 21.452.728 11.339

Totaal 27.062.974 14.304

Tabel 8: Verdeling zakelijk verkeer ANL 2016

In de onderstaande figuur is weergegeven hoeveel van de gereisde zakelijke kilometers met het openbaar

vervoer zijn afgelegd. In 2015 was dit 19% van de in totaal gereden zakelijke kilometers. 2016 laat hier een

stijging zien naar 21% van de afgelegde kilometers met het openbaar vervoer.

Figuur 6: Trein vs. auto 2015-2016

Naast de verschuiving van 2% van de gereden kilometers naar treinkilometers is er ook een absolute

toename zichtbaar in het aantal treinkilometers dat wordt afgelegd. Het aantal treinkilometers in 2016 is

toegenomen met 720.920 kilometer ten opzichte van 2016.

De afgelopen jaren heeft Arcadis een aantal extra acties ingezet om het gebruik van openbaar vervoer te

stimuleren. Zoals o.a. handhaving mobiliteitsregeling, aanscherping uitgifte leaseauto’s, communicatie en

bewustwording reisgedrag, verplaatsing kantoren naar stationslocaties, de inzet van wisselwagens. Het

effect van deze maatregelen is zichtbaar in bovenstaande figuren.

Page 20: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

5 ENERGIEVERBRUIK GEBOUWEN

De emissie van de gebouwen van ANL is verdeeld over scope 1 en 2. Toch hebben deze energiestromen

een potentieel grote invloed op elkaar. Zo kan in een pand worden verwarmd middels een WKO-systeem op

elektriciteit, het elektriciteitsverbruik van deze locatie is dan relatief hoog terwijl er niets tot geen aardgas of

stadswarmte wordt verbruikt.

Om de energiegegevens per locatie te kunnen beoordelen worden in de onderstaande twee figuren de

totalen aan Primaire energie en CO2-emissie per vierkante meter weergegeven. Echter is ervoor gekozen

om kantoor Goes uit het overzicht te halen. Reden hiervoor is de reeds plaatsgevonden verhuizing. Het oude

kantoor was slechts gedurende een wintermaand (januari 2016) nog bezet. Dit geeft een vertekent beeld

voor het aardgasverbruik in 2016. Het nieuwe kantoor is evenals nog niet meegenomen omdat er nog geen

trend zichtbaar is.

Figuur 7: Energieverbruik locaties in Primaire energie per vierkante meter

De bovenstaande figuur laat het energieverbruik in primaire energie per vierkante meter zien per locatie van

Arcadis. De figuur laat een relatief hoog energieverbruik, in vergelijking met de andere panden, zien bij de

locaties: Amersfoort, Arnhem Beau en Den Bosch MP. Dit betreffen ook een aantal van de grootste ANL

locaties in Nederland.

Daarnaast heeft de locatie Maastricht CLN een relatief hoog energieverbruik. Van dit pand huurt Arcadis

slechts één deel van een verdieping, het energieverbruik wordt berekend op basis van vierkante meters. Dit

betekend dat veranderingen in het energiegebruik van derden van grote invloed zijn op het energieverbruik

van ANL.

0,0

0,2

0,4

0,6

0,8

1,0

1,2

1,4

1,6

1,8

Primaire Energie [GJ/ m²]

2012

2013

2014

2015

2016

Page 21: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

21

Figuur 8: Totale CO2-emissie per vierkante meter per locaties

Bovenstaande figuur laat de CO2-emissie per locatie van ANL zien. In deze figuur zitten relatief grote

verschillen in vergelijking met figuur 7. Dit komt omdat in het berekenen van de primaire energie geen

andere conversiefactor wordt gebruikt voor bijvoorbeeld het berekenen van groene stroom vs. grijze stroom,

dit gebeurd wel in het berekenen van de CO2-emissie.

0,000

0,020

0,040

0,060

0,080

0,100

0,120

CO2-emissie [CO2/m²]

2012

2013

2014

2015

2016

Page 22: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

6 CO2-PRESTATIELADDER

Sinds 2009 is ANL gecertificeerd voor de CO2-Prestatieladder. Onderdeel van de CO2-Prestatieladder is een

CO2-footprint waarin de scopedefinitie afwijkt van de scopedefinitie uit het GHG protocol In dit hoofdstuk

wordt de CO2-emissie conform de scopedefinitie van de CO2-Prestatieladder weergegeven.

6.1 CO2-emissies conform de CO2-Prestatieladder

De CO2-emissies conform de CO2-Prestatieladder staan weergegeven in de onderstaande tabel, Tabel 9.

Activiteit

Scope [conform GHG-

protocol]

Scope [conform CO2-

prestatieladder]

CO2 [ton/ jaar]

Rel. [%]

CO2/ fte [ton/ fte]

Directe CO2-emissies

Aardgasverbruik Scope 1 Scope 1 223 3 0,12

Brandstofverbruik zakelijk verkeer leaseauto’s Scope 1 Scope 1 3.646 56 1,93

Indirecte CO2-emissies

Elektriciteitsverbruik Scope 2 Scope 2 281 4 0,15

Elektriciteitsverbruik leaseauto’s Scope 2 Scope 2 5 0 0,00

Warmte- en koudeverbruik Scope 2 Scope 2 128 2 0,07

Overige indirecte CO2-emissies

Brandstofverbruik zakelijk verkeer privéauto Scope 3 Scope 2 921 14 0,49

Brandstofverbruik zakelijke vliegtuigreizen Scope 3 Scope 2 1.095 17 0,58

Brandstofverbruik zakelijk verkeer openbaar

vervoer15

Scope 3 Scope 2 227 3 0,12

Totaal 6.525 100 3,45

Tabel 9: CO2-emissie 2016 conform CO2-Prestatieladder

6.2 Toerekening emissies aan projectenportefeuille

Arcadis rekent de emissies van het bedrijf deels toe aan de projectenportefeuille en deels aan ‘overhead’

(zoals verwarming en elektriciteit voor kantoren). Bij Arcadis bestaat er een causale relatie tussen de

kantoren en de dienstverlening. Daarom wordt voor de kantoor-gerelateerde emissies op basis van FTE’s

een verdeelsleutel toegepast. Hierbij wordt gekeken hoeveel procent van de medewerkers ondersteunend is.

Deze verdeling is:

• Stafmedewerkers (indirecte medewerkers): 15%

• Niet stafmedewerkers (directe medewerkers): 85%

Aangezien ook een deel van de directe medewerkers vaak thuiswerken of op een andere locatie werken

(flexwerken), schatten we in dat 25% van de kantoor-gerelateerde emissies toe te kennen is aan ‘overhead’,

en 75% aan de projectenportefeuille. Deze verdeling is ongewijzigd van voorgaande jaren. Door deze

factoren constant te houden kan een objectiever beeld worden verkregen van de toekenning aan de

projectenportefeuille.

Dit leidt tot de volgende verdeling per emissiecategorie:

15 Op basis van de scopewijziging in Handboek CO2-Prestatieladder 3.0 (2015) horen de CO2-emissies van het zakelijke

vervoer met het openbare vervoer bij scope 2. Nadere toelichting over de scopewijziging op basis van Handboek is te vinden in de CO2-Footprint van Arcadis NL.

Page 23: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

23

Categorie Overhead Projectenportefeuille

Verdeelsleutel ton CO2 in 2016 Verdeelsleutel ton CO2 in 2016

Aardgasverbruik 25% 56 75% 167

Brandstofverbruik zakelijk verkeer leaseauto’s 0% 100% 3.646

Elektriciteitsverbruik 25% 70 75% 211

Warmte en Koude 25% 96 75% 32

Brandstofverbruik zakelijk verkeer privéauto’s 0 100% 921

Brandstofverbruik zakelijke vliegreizen 100% 1.095 0% 0

Brandstofverbruik zakelijk verkeer met

openbaar vervoer 0% 0 100% 227

Tabel 10: Verdeling per emissiecategorie

6.3 Voortgang van de doelstelling

Deze andere scope definitie heeft geen gevolgen voor de scope 1 doelstelling van ANL. Voor de voortgang

van de scope 1 doelstellingen wordt verwezen naar hoofdstuk 2.

De scope 2 emissie in het referentiejaar was 1,68 ton CO2/fte. Doelstelling van ANL is het realiseren van een

besparing van 1.167 ton CO2, wat bij deze scopedefinitie overeenkomt met een besparing van 31% op de

CO2-emissies. Om op koers te zijn met het behalen van deze doelstelling mag de uitstoot in 2016 maximaal

1,43 ton/fte zijn.

De CO2-uitstoot scope 2 was in 2016 1,40 ton/fte, wat betekent dat Arcadis op schema loopt voor de

doelstelling met betrekking tot scope 2.

Page 24: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

BIJLAGE A VOORTGANG SCOPE 3 ANALYSES

Jaarlijks wordt beoordeeld of het mogelijk is het komende verslagjaar verbeteringen aan te brengen in de

scope 3 analyses. Indien dit niet mogelijk blijkt, wordt er een nieuwe scope 3 keten gekozen die wordt

geanalyseerd en waar doelstellingen aan worden gekoppeld.

In deze paragraaf wordt aangegeven op welke manier de analyses het afgelopen jaar zijn verbeterd en op

welke manier ze het komende jaar worden verbeterd.

Woon-werkverkeer privéauto’s

ANL is momenteel bezig met het opstellen van een nieuwe mobiliteitsvisie 2025. De mobiliteitsbehoefte van

Arcadis zal in de komende jaren stevig groeien door drukte in de treinen en file op de wegen. Op het

moment is er een uitgebreide mobiliteitsregeling van toepassingen met veel uitzonderingen en details. Een

belangrijk element is de gedragsverandering van de medewerkers. De nieuwe mobiliteitsvisie focust op drie

thema’s:

• Eerlijk (voor individuele medewerkers en Arcadis);

• Flexibel (passende keuze mobiliteitsvorm op ieder moment voor zowel medewerker als Arcadis);

• Duurzaam (beter voor mens, milieu en organisatie).

De mobiliteitsvisie leidt ertoe dat collega’s altijd en overal kunnen reizen met het meest aantrekkelijke

vervoermiddel (zakelijk en privé), dat de impact op de gezondheid en veiligheid van onze medewerkers en

de impact op onze omgeving (het milieu) continu verbetert en dat collega’s en Arcadis naar rato van de

mobiliteitsbehoefte een eerlijke en transparante vergoeding krijgen.

Downstream scope 3 emissies

Naast de analyse van de upstream emissies willen wij als ANL ook inzicht hebben in onze downstream

emissies. Wij vinden het belangrijk om te onderzoeken wat voor impact onze activiteiten hebben in de keten

en hoe wij hierin CO2-emissies kunnen reduceren. Zie bovenstaand in de rapportage voor de stand van

zaken en de voortgang met betrekking tot de scope 3 emissies downstream.

Page 25: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

25

BIJLAGE B ENERGIEZORG

In 2009 is ANL gestart met het invoeren van energiezorg in haar organisatie. Energiezorg is het op een

structurele en economisch verantwoorde wijze uitvoeren van organisatorische-, technische- en

gedragsmaatregelen om het gebruik van energie (inclusief energie voor de productie en het gebruik van

grond- en hulpstoffen) te minimaliseren.

Eind 2016 is het energiezorgsysteem van ANL gecertificeerd voor ISO 50001. Hiermee beschikt ANL over

een volwaardig energiemanagementsysteem (EnMS). Een keer per jaar wordt een interne audit uitgevoerd

om opzet, inhoud en werking van het energiemanagementsysteem te beoordelen. De uitkomsten van de

interne audit worden gebruikt om het EnMS te verbeteren. Een keer per jaar wordt ook een

directiebeoordeling opgesteld die gepresenteerd wordt aan het management om tekortkomingen van en

verbeterkansen voor het EnMS zelf toe te lichten. Ook het actuele energieverbruik en het behalen van de

energiedoelstellingen middels verscheidene energiebesparingsmaatregelen worden hierin en met de directie

besproken.

Ten slotte wordt het EnMS eind 2017 opnieuw ge-audit en vindt een her-certificering plaats.

Page 26: JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2016 - …3D60DCF5-EF5A-4349-9E3A...Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 (Volgens het GHG Protocol) ... Aardgasverbruik 314.721 Nm³ 9.961 593 143.920

Arcadis N.V.

P.O. Box 7895

1008 AB Amsterdam

Netherlands

+31 (0)20 2011 011

www.Arcadis.com

Onze referentie: 079571268 A