(elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e...

18
Hoofdstuk 1 Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) 1 Hoofdstuk 1: Effecten van niet- contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) I.1 Functionele kennis over verschillende effecten van niet-contingente prikkelgeleiding Gaat over relatie tussen gedrag en een prikkel ↔ klassieke conditionering. Niet-contingente prikkelaanbieding: regelmatigheden in het voorkomen van 1 prikkel. De frequentie van de prikkel. Als hij twee keer wordt aangeboden, hebben we al een regelmatigheid. De voorwaarden waaronder regelmatigheden in het voorkomen van één prikkel (dit is, niet-contingente prikkelaanbieding) resulteren in veranderingen in gedrag. Effecten van niet-contingente prikkelaanbieding: verandering in gedrag als gevolg van een regelmatigheid in het aanbieden van 1 prikkel, dus los van de manier waarop de aanbieding van die prikkel eventueel samenhangt met de aanwezigheid van andere gebeurtenissen (dus los van verbanden tussen prikkels en gedrag). vb als je eerste keer harde knal hoort vertoon je sterke schrikreactie, 2de keer vertoon je minder schrikreactie, bij 3de keer zal schikreactie

Transcript of (elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e...

Page 1: (elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e ef f ec t en v an ni et -c o nt i ng ent e st i m ul usaanb i ed i ng wo r d en ge

Hoofdstuk 1 Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) 1

⚡Hoofdstuk 1: Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili)I.1 Functionele kennis over verschillende effecten van niet-contingente prikkelgeleiding

Gaat over relatie tussen gedrag en een prikkel ↔ klassieke conditionering. Niet-contingente prikkelaanbieding: regelmatigheden in het voorkomen van 1 prikkel. De frequentie van de prikkel. Als hij twee keer wordt aangeboden, hebben we al een regelmatigheid.

De voorwaarden waaronder regelmatigheden in het voorkomen van één prikkel (dit is, niet-contingente prikkelaanbieding) resulteren in veranderingen in gedrag.

Effecten van niet-contingente prikkelaanbieding: verandering in gedrag als gevolg van een regelmatigheid in het aanbieden van 1 prikkel, dus los van de manier waarop de aanbieding van die prikkel eventueel samenhangt met de aanwezigheid van andere gebeurtenissen (dus los van verbanden tussen prikkels en gedrag).

vb als je eerste keer harde knal hoort vertoon je sterke schrikreactie, 2de keer vertoon je minder schrikreactie, bij 3de keer zal schikreactie

Page 2: (elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e ef f ec t en v an ni et -c o nt i ng ent e st i m ul usaanb i ed i ng wo r d en ge

Hoofdstuk 1 Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) 2

nog minder zijn = verandering in gedrag (intensiteit van de schrikreactie die ontlokt wordt door de knal) die veroorzaakt wordt door herhaald aanbieden van prikkel (luide knal).

Niet-contingentie: het feit dat de prikkel aanbiedingen een effect hebben ongeacht de verbanden met andere gebeurtenissen. vb verminderde schrikreactie op de luide knal als gevolg van herhaald aanbieden van knal is 1 subtype van effecten van niet-contingente prikkelaanbieding, meer bepaald een subtype = habituatie

I.1.1 De manier waarop de effecten van niet-contingente stimulusaanbieding worden gemodereerd door de aard van stimuli

Effecten van niet-contingente prikkelaanbieding zijn gevonden met onnoemelijk veel verschillende soorten stimuli.

Habituatie (vorm van leren): effect (de daling in intensiteit van de oorspronkelijke reactie als gevolg van het herhaald aanbieden van een prikkel); oorspronkelijke reactie die door een prikkel ontlokt wordt, daalt in intensiteit als gevolg van het herhaaldelijk aanbieden van de prikkel.

vb eerste keer horen van ludie knal ontlokt sterke schrikreactie, 2de keer dat je knal hoort zal de reactie wat minder zijn, 3de keer ook enzovoort.

Het is effect en geen mentaal proces. Zeggen dat de intensiteit van een reactie afneemt omdat er habituatie optreedt, is dus zinloos en circulair

Evidentie: habituatie treedt niet op voor alle prikkels even snel. Habituatie verloopt van huidgeleiding trager voor affectieve (positieve en negatieve) beelden dan voor neutrale beelden. Biologische relevantie van de prikkels zijn ook belangrijk.

Evans and Hammond 1983a, 1983b): ratten habitueren even snel aan angstkreet van soortgenoot (biologisch significante prikkel) als aan een contole prikkel (niet biologisch relevant). Habituatie aan de angstkreet verdween sneller en was meer context afhankelijk dan habituatie aan de controle prikkel. Deze impact van biologische significatie van prikkels kan evolutionaire voordelen verklaren.

Sensitisatie: toename in intensiteit van een reactie als gevolg van het herhaaldelijk aanbieden van een prikkel. Habituatie en sensitisatie zijn twee mogelijke effecten van niet-contingente prikkelaanbiedingen. Wanneer welk effect optreedt, is afhankelijk van verschillende factoren.

Page 3: (elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e ef f ec t en v an ni et -c o nt i ng ent e st i m ul usaanb i ed i ng wo r d en ge

Hoofdstuk 1 Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) 3

Het herhaald toedienen van drugs leidt tot een intensifiëring van bepaalde motorische reacties op de drug. Deze vaststelling heeft geleid tot het idee dat herhaaldelijk gebruik van een drug leidt tot een toename in de drang om de drug te gebruiken (meer wanting), zelfs als je minder plezier beleeft aan het gebruik van de drug (minder liking).

Effecten van niet-contingente prikkelaanbiedingen zijn niet beperkt tot de prikkel die op niet-contingente wijze wordt aangeboden.

Generalisatie van habituatie vaststellen: Als men een bepaalde prikkel A herhaaldelijk aanbiedt, zal hierdoor ook de reactie op andere prikkels beïnvloed worden, op voorwaarde dat die andere prikkels gelijken op de prikkel A die herhaaldelijk aangeboden werd.

I.1.2 De manier waarop de effecten van niet-contingente stimulusaanbieding worden gemodereerd door het aard van het geobserveerd gedrag

Niet-contingente prikkelaanbiedingen kunnen een invloed hebben op allerlei aspecten van allerlei gedragingen, gaande van zeer eenvoudige tot zeer complexe gedragingen.

Fechner 1876 mere exposure effect hoe het komt dat de esthetische appreciatie van bepaalde prikkels (schilderijen - muziekwerken) verandert wanneer men er herhaaldelijk mee geconfronteerd wordt.

Wetmatigheid: wat oorspronkelijk aangenaam (onaangenaam) is, wordt - omwille van voortdurende herhaling - eerst aangenamer (onaangenamer), maar uiteindelijk onaangenaam (aangenaam).

Dus de eerste aanzet van oz naar het mere exposure effect: stemvork herhaalde malen lieten aanslaan naast het net van een spin.

Peckham en Peckham 1887 een stemvork herhaalde malen lieten aanslaan naast het net van een spin.

De eerste maal lokte dit een uitgesproken reactie van de spin uit die zich over haar net voortbewoog. Bij elke bijkomende aanbieding verminderde deze reactie. De eerste maal lokte dit een uitgesproken reactie van de spin uit die zich over haar net voortbewoog. Bij elke bijkomende aanbieding verminderde deze reactie.

Deze oude studies illustreren verscheidenheid van gedragingen die beïnvloed kunnen worden door niet-contingente prikkelaanbieding en de interesse voor deze vorm van leren.

Page 4: (elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e ef f ec t en v an ni et -c o nt i ng ent e st i m ul usaanb i ed i ng wo r d en ge

Hoofdstuk 1 Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) 4

Effecten van niet-contingente prikkelaanbiedingen niet beperkt zijn tot de reacties die deze prikkels initieel ontlokken maar ook op reacties die tot stand komen na de niet-contingente prikkelaanbiedingen.

Invloed van een verband tussen twee prikkels op gedrag (klassieke conditionering) verminderen door één van die twee prikkels vooraf (d.i., voor de aanbieding van het verband) alleen aan te bieden.

Er zijn dus veel types van gedragingen die beïnvloed kunnen worden door niet- contingente prikkelaanbiedingen.

Onderzoek naar de verandering in de oriëntatie respons OR Pavlov merkte dat moeilijk was om klassieke conditionering te demonstreren aan gasten. De honden richtten immers hun aandacht naar die nieuwe personen in plaats van naar de geluiden die samengingen met het voedsel. �De OR is een geheel van verschillende reacties die gericht lijken op het onderzoek van nieuwe en potentieel belangrijke prikkels in de omgeving. De OR wordt dan ook soms beschreven als de “investigatory reaction” of de “wat is het?”- respons.

OR bestaat uit willekeurig gedrag zoals het richten van het hoofd naar de prikkel toe, onwillekeurig gedrag zoals een stijging in huidgeleiding en een daling in hartslagfrequentie, en neuronaal gedrag zoals bepaalde veranderingen in elektrische activiteit in de hersenen

Evidentie: herhaaldelijk aanbieden van prikkels een verschillend effect kan hebben op verschillende componenten van de OR. Daling in hartslagfrequentie het snelst te verdwijnen als gevolg van herhaaldleijk aanbieden van de uitlokkende prikkel. Er treedt ook geen habituatie op van bepaalde veranderingen in EEG. Hierdoor groeiende twijfel aan het nut om de OR te zien als 1 van de unitaire responsen.

Er zijn ook interacties tussen de invloed van de aard van de stimulus en de invloed van de aard van de respons op habituatie.

Verschillende componenten van de OR worden bepaald door verschillende aspecten van de omgeving.

Het effect van herhaalde prikkelaanbieding omgekeerd kan zijn voor reacties dan voor tegenreacties

Dynamics of affect (dynamiek in affectieve reacties):geobserveerde reactie en tegenreactie (ontwenningsverschijnselen). Bepaalde prikkels (drugs) ontlokken niet enkel een reactie (roes of “high”) maar ook een

Page 5: (elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e ef f ec t en v an ni et -c o nt i ng ent e st i m ul usaanb i ed i ng wo r d en ge

Hoofdstuk 1 Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) 5

tegenreactie (kater). Dit geldt ook voor bepaalde activiteiten (joggen kan leiden tot initieel ongemak maar daarna tot een kick)

Die dynamiek wijzigt door het herhaald aanbieden van een prikkel. De initiële reactie zal steeds zwakker worden (habituatie van de reactie) terwijl de tegenreactie steeds sterker worden als het gevolg van het herhaald aanbieden van een prikkel (sensitisatie van de tegenreactie) vb druggebruiker zal steeds minder effect voelen (“high” worden) van een zelfde hoeveelheid drug. Dus moet steeds grotere hoeveelheden gebruiken om een bepaalde roestoestand te bereiken. vb joggen: initieel tijdens joggen sterk negatieve ervaringen en achteraf weinig positieve ervaringen. Vaker joggen, worden negatieve reacties tijdens lopen zwakker en positiever na tijd. De wetmatigheid van herhaalde aanbiedingen het tegenovergestelde effect hebben op reacties dan op tegenreacties: reacties worden zwakker en tegenreacties worden sterker bij het herhaald ervaren van prikkels. Opponent-proces theorie van Solomon biedt verklaring).

I.1.3 De manier waarop de effecten van niet-contingente stimulusaanbieding worden gemodereerd door de organisme dat bestudeerd wordt

De manier waarop de effecten van niet-contingente stimulusaanbieding worden gemodereerd door het organisme dat wordt bestudeerd.

Effecten van niet-contingente prikkelaanbieding zijn aangetoond bij mensen, andere dieren (spinnen), en zelfs eencellige wezens en planten. Focus: zeer algemene vormen van leren. Bepaalde eigenschappen van organisme hebben ook invloed op de effecten van niet-contingente prikkelaanbieding. Studies rond biologische relevantie van de stimuli (hawk-goose effect) tonen dat de leefwereld van het organisme van belang is, deels ook door genetische factoren. Wat voor een bepaald organisme biologisch relevant is (kuiken in een nest), zal niet relevant zijn voor een ander organisme (koe). Er zijn tussen individuen stabiele verschillen in de snelheid van habituatie. Bij mensen deze verschillen hangen samen met belangrijke fenomenen zoals obesitas, migraine, en psychiatrishe stoornissen.

I.1.4 De manier waarop de effecten van niet-contingente stimulusaanbieding worden gemodereerd door de bredere context waarin de stimulus wordt aangeboden

Page 6: (elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e ef f ec t en v an ni et -c o nt i ng ent e st i m ul usaanb i ed i ng wo r d en ge

Hoofdstuk 1 Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) 6

De manier waarop de effecten van niet-contingente stimulusaanbieding worden gemodereerd door de bredere context waarin de stimulus wordt aangeboden

Weinig oz naar effecten van de bredere context op de effecten van niet-contingenteprikkelaanbieding.

Lacono en Lykken 1983 herhaaldelijk een luide toon 110 dB en onderzochten de mate waarin dit leidde tot een daling in de huidgeleidingsrespons die door de toon werd uitgelokt. Ze manipuleerden instructies die ze gaven aan de proefpersonen. Bepaalde proefpersonen kregen opdracht om de toon zo goed mogelijk te negeren. Aandere moesten de toon tellen en na gaan of elke toon hetzelfde was. Habituatie was meer uitgesproken in de eerste groep. De aandacht weg richten van prikkels lijkt dus habituatie te versnellen.

Nog niet onderzocht of habituatie beïnvloed wordt door de aanwezigheid van andere taken. De oorspronkelijke reactie op een prikkel meestal in intensiteit zal dalen wanneer de prikkel herhaaldelijk wordt aangeboden. Maar wat gebeurt er als proefpersonen tijdens het aanbieden van de prikkel een andere taak moeten uitvoeren? Wordt habituatie hierdoor sterker of net zwakker? blijven onbeantwoord.

I.1.5 de manier waarop de effecten van niet-contingente stimulusaanbieding worden gemodereerd door de manier waarop de stimulus wordt aangeboden ⇒ Kenmerken van niet-contingente aanbiedeing.

Wanneer men een prikkel herhaaldelijk aanbiedt, kan men verschillende aspecten van die aanbieding variëren. Hier bespreken we de impact van verschillende aspecten van herhaalde stimulus aanbieding op de intensiteit van de reactie die deze prikkel ontlokt. Dus aspecten van de aanbieding dieeen invloed hebben op habituatie (daling in de intensiteit van de reactie als gevolg van herhaalde stimulus aanbieding) of sensitisatie (stijging in de intensiteit van de reactie als gevolg van herhaalde stimulus aanbieding).

Habituatie: hoe meer je aanbiedingen aanbiedt hoe sterker het effect ⇒gradueel

I.1.5.1 De aard van de niet-contingente prikkelaanbieding

De frequentie waarmee de prikkel aangeboden wordt is van belang! Bij elke aanbieding van de prikkel daalt de intensiteit van de reactie. Niet enkel de eerste aanbiedingen hebben een effect.

Page 7: (elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e ef f ec t en v an ni et -c o nt i ng ent e st i m ul usaanb i ed i ng wo r d en ge

Hoofdstuk 1 Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) 7

I.1.5.2 Veranderingen in de aard van de niet-contingente prikkelaanbieding

Het effect van het herhaald aanbieden van een prikkel (vb habituatie) kan teniet gedaan worden door een andere prikkel onverwacht aan te bieden. dit teniet doen van habituatie effect noemen we dishabituatie.

vb eerst herhaaldelijk intens licht aanbieden. De reactie hierop zal minder intens worden door herhaald aanbieden van licht (dus habituatie als effect). Als men daarna luide knal ONVERWACHT aanbiedt, dan zal nieuwe aanbieding van licht opnieuw een sterke reactie uitlokken. Dishabituatie: toont aan dat de oorspronkelijke daling in de intensiteit van de reactie niet te wijten is aan een verandering in het gedragsrepertorium (volledige set van gedragingen dat een organisme kan stellen).

Epstein et al 2009 analyse van eetgedrag itv habituatie en dishabituatie. Eten van bepaald voedsel (aardappel) zien als een herhaalde aanbiedingen van dat voedsel waarbij elke hap een nieuwe aanbieding is. Gevolg van herhaalde aanbiedingen (hap na hap): plezier dat door voedsel ontlokt is neemt af (habituatie) en stop je na een tijdje met eten. Waneer je ander hap neemt van ander voedsel (witte kool) en daarna terug een hap neemt van eerste voedsel (aardapellen) dan zal dat voedsel opnieuw meer plezier en voldoening ontlokken (dishabituatie). Beidt functionele analyse voor waarom mensen meer eten van gevarieerde maaltijden met veel verschillende soorden voedsel. Verklaart ook waarom er nog plaats is voor dessert: dessert is een gans ander soort voedsel dan het voorgerecht en het hoofdgerecht. Er is dus weinig generalisatie van de habituatie: herhaald aanbieden van het voedsel dat je tijdens het voor- of hoofdgerecht gegeten hebt, zal weinig of geen effect hebben op het plezier dat het eten van het dessert ontlokt. Je eet daarom meer van een dessert dan van een soort voedsel dat gelijkt op het voor- of hoofdgerecht. Snelheid van habituatie aan voedsel: voorspeller van de toename in lichaamsgewicht in daarop volgende jaar.

I.1.5.3 Temporele aspecten van de niet-contingente prikkelaanbieding

Temporele aspecten van de prikkelaanbieding beïnvloeden het verloop van de habituatie sterk.

Massed practice: prikkel herhaaldelijk zeer kort na elkaar aanbieden (kort inter- stimulus interval)(over korte tijd heen). Habituatie verloopt sneller maar is deze minder duurzaam.

Page 8: (elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e ef f ec t en v an ni et -c o nt i ng ent e st i m ul usaanb i ed i ng wo r d en ge

Hoofdstuk 1 Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) 8

Distributed practice: herhaalde malen met langere intervallen (spreiding over tijd). habituatie verloopt relatief trager maar wel veel duurzamer is.

I.2 Proces theorieën

I.2.1 Het model van Sokolov en het model van Bradley 2009 over habituatie van de oriëntatie reflex OR

Model van Sokolov: Habituatie van de oriëntatie reflex OR: ORGeheel van willekeurige, onwillekeurige, en neuronale reactiepatronen, dat optreedt zodra een prikkel wordt toegediend en dat NA herhaalde aanbieding van deze prikkel geleidelijk verdwijnt.

Discripantie-model: elk organisme voortdurend een model opbouwt van de omgeving waarin het zich bevindt.

Wanneer er prikkel toegediend wordt die niet opgenomen is binnen dit neuronale model, wordt een OR uitgelokt en tegelijkertijd wordt deze nieuwe prikkel in het neuronaal model opgenomen. Na herhaalde aanbiedingen van dezelfde prikkel in dezelfde context is er geen discrepantie meer tussen de input en de stimulus-representatie en zal het OR mechanisme hierdoor worden geïnhibeerd.

Zodra er enige wijziging in de prikkel optreedt, wordt de OR opnieuw uitgelokt. dus zodra er iets verandert, wordt dit onmiddellijk geregistreerd. OR ook kan optreden bij het niet toedienen van een verwachte prikkel. vb het tikken van een klok, na verloop van tijd het

Page 9: (elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e ef f ec t en v an ni et -c o nt i ng ent e st i m ul usaanb i ed i ng wo r d en ge

Hoofdstuk 1 Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) 9

tikken van de klok niet langer bewust hoort, wordt men meestal wel alert zodra het tikken ophoudt.

Tekortkomingen van theorie: twijfels of aanwezige stimuli OR kunnen ontlokken. Dit fenomeen is beperkt tot bepaalde reacties zoals huidgeleiding. ⇒als de oorsprong van het idee dat organismes een model opbouwen van de omgeving

Heuristische waarde van dit model is beperkt. Kan niet verklaren waarom habituatie beïnvloed wordt door de aard vvan de prikkels en de aard van he geobsedeerd gedrag. Habituatie van de huidgeleidingsrespons sneller verloopt voor neutrale prikkels dan voor affectieve prikkels. Habituatie van de vertraging in hartslag is echter even snel voor affectieve dan voor neutrale prikkels

Conclusie: theorie van Sokolov de habituatie van de oriëntatie-reflex op alle mogelijke prikkels tracht te verklaren.

Model van Bradley 2009 alternatieve theorie: elke prikkel die motivationeel relevant is, zal OR ontlokken.

Page 10: (elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e ef f ec t en v an ni et -c o nt i ng ent e st i m ul usaanb i ed i ng wo r d en ge

Hoofdstuk 1 Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) 10

⇒ Figuur: De aard van het geobserveerde gedrag een invloed heeft op habituatie, dat verschillende componenten van de OR in verschillende mate bepaald worden door novelty en significance vb vertraging in hartslag vooral bepaald door novelty terwijl huidgeleiding vooral bepaald wordt door significance.

Nieuwe, onverwachte prikkels: motivationeel relevant omdat nieuwe prikkels kunnen wijzen op een gevaar of op een kans. Andere prikkels kunnen motivationeel relevant zijn omdat men geleerd heeft dat ze bel zijn voor doelen (biologische doelen: overleving, voortplanting. cognitieve doelen: taken in bep cotext). Prikkels kunnen dus OR ontlokken obv novelty =mate waarin ze nieuw zijn en obv significance=van hun motivationele betekenis. De neutrale prikkels ontlokken OR enkel obv hun novelty terwijl affectieve prikkels OR ontlokken obv zowel novelty als significance.

Het herhaald aanbieden van een prikkel doet zeer snel de novelty verdwijnen maar verandert maar heel traag de betekenis (significance) van een prikkel. Hierdoor zal het herhaald aanbieden

Page 11: (elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e ef f ec t en v an ni et -c o nt i ng ent e st i m ul usaanb i ed i ng wo r d en ge

Hoofdstuk 1 Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) 11

van een neutrale prikkel leiden tot het snel verdwijnen van de OR ten opzichte van die prikkel (want de OR wordt enkel ontlokt op basis van novelty en novelty verdwijnt heel snel) maar het langzaam verdwijnen van de OR die ontlokt wordt door affectieve prikkels (want de OR wordt ontlokt door novelty en significance waarbij novelty snel verdwijnt maar significance maar heel traag verdwijnt).

Bradley verklaart dus invloed van de aard van de stimuli op habituatie van de OR door te veronderstellen dat verschillende elementen van prikkel kunnen leiden tot OR en dat verschillende elementen op verschillende wijze worden beinvloed door het herhaald aanbieden van een prikkel.

De interactie tussen de invloed van de aard van de prikkel en de invloed van de aard van het geobserveerde gedrag wordt als volgt verklaard: Habituatie van een component van de OR die enkel bepaald wordt door novelty (vertraging van hartslag) zal even snel optreden voor neutrale prikkels dan voor affectieve prikkels. Voor dergelijke componenten telt enkel novelty en beide soorten prikkels zijn even nieuw of onverwacht. Habituatie van componenten die ook bepaald worden door significance zullen echter een tragere habituatie vertonen voor affectieve prikkels dan voor neutrale prikkels want de significance van de affectieve prikkels verdwijnt slechts langzaam.

Orientatiemechanisme ⇒ black box

Verklaart meer dan Sokolov veronderstellingen van mentale processen

1 OR is niet enkel bepaald door de novelty maar ook de significante van een stimulus (waarbij novelty en significance hypothetische mentale constructen zijn)

2 Herhaald aanbieden van een prikkel een ander effect op novelty dan op significance

3 Verschillende componenten van de OR op verschillende wijze worden beïnvloed door novelty en significance

I.2.2 Het opponent-proces model van Solomon

Opponent-proces theorie: effect van herhaalde stimulus aanbieding op de reacties en tegenreacties, dus op veranderingen in de dynamics of affect.

vb Gebruik van drugs, joggen: herhaald aanbieden van een prikkel resulteert in het verzakken van de reactie en het versterken van de

Page 12: (elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e ef f ec t en v an ni et -c o nt i ng ent e st i m ul usaanb i ed i ng wo r d en ge

Hoofdstuk 1 Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) 12

tegenreactie.

Observeerd de (toename) hartfrequentie van de honden tijdens de aanbieding van de schok (de reactie) en na het stoppen van de schok (de tegenreactie= daling)

dus reactie habitueert maar tegenreactie (sensitisatie) wordt sterker als gevolg van herhaald aanbieden van een prikkel

Figuur 1.6 erste toenieningen van shocken dus honden die nog nooit shock ervaren hebben

Linkerfiguur

Versnelling van de hartslag, die sterker naarmate de shock intenser is. Hartfrequentie daalt tijdens toedienen van shock

Rechterfiguur

Na toedienen van shock, hartfrequentie gaat niet onmiddellijk terug naar de baselijn, maar vertoont vertraging voor om naar baseline terug te keren

Page 13: (elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e ef f ec t en v an ni et -c o nt i ng ent e st i m ul usaanb i ed i ng wo r d en ge

Hoofdstuk 1 Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) 13

Figuur 1.7 Herhaald aanbieden van shockken

Linkerfiguur

Hartslag tijdens de shock, er is geen versnelling

Rechterfuguur

Hartslag na de shock, vertraging in hartslag veel meer uitgesproken is dan na de eerste toediening

Prikkels lokken sterke primaire reacties uit die, qua affectieve toestand, positief of negatief gekleurd zijn. Het ophouden van de prikkel brengt het organisme in een tegengestelde toestand (opponent state). Na herhaalde aanbiedingen verminderen deze primaire reacties maar wordt de opponent state (de tegenreactie) nog sterker.

Twee tegengestelde veranderingen

A-proces afhankelijk van aard een prikkel

Elke emotionele prikkel lokt een primair proces uit

Onvoorwaardelijk <<reactie>>

Blijft stabiel: duurt zolang de prikkel duurt

Verandert niet als gevolg van het herhaald ervaren van de prikkel

Enkel bepaald door de aanwezigheid en intensiteit van de prikkel (deste intenser de prikkel, deste sterker het a-proces)

Het organisme reageert op het a-proces met een tegenovergesteld proces, het b-proces.

B-proces

Page 14: (elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e ef f ec t en v an ni et -c o nt i ng ent e st i m ul usaanb i ed i ng wo r d en ge

Hoofdstuk 1 Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) 14

Oorspronkelijk vrij zwak en duurt iets langer dan de aanbieding van de prikkel

Na herhaalde aanbiedingen krijgt het b-proces een kortere latentie tijd (het wordt dus vlugger uitgelokt), groeit in sterkte en duurt langer na het ophouden van de prikkel ⇒ Wordt sterker en komt vlugger op gang + langer

Onvoorwaardelijke TEGEN - <<reactie>>

Deze processen die niet rechtstreeks observeerbaar maar die onderzoekers bedenken om leereffecten (in dit geval de invloed van herhaalde prikkelaanbieding op reacties en tegenreacties) te verklaren

Observeerbare emotionele toestand van het organisme de resultante is van de som van de toestand van het a- en b-proces

Merk op: a en b tegengesteld zijn. Als de prikkel een positieve valentie heeft, dan zal b negatief zijn en omgekeerd

Observeerbaar gedrag is de (gevolg) som van die twee processen

a + b zijn tegengestelde

Page 15: (elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e ef f ec t en v an ni et -c o nt i ng ent e st i m ul usaanb i ed i ng wo r d en ge

Hoofdstuk 1 Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) 15

Als de prikkel een = valentie heeft, dal zal b negatief zijn en omgekeerd

het b- proces niet enkel uitgelokt kan worden door het a-proces maar ook door prikkels die herhaaldelijk samen voorkomen met het b-proces

4 Conditionering van b-proces (p 64

Stimuli die samengaan met b-proces lokken nadien op zich het b-proces uit (en dus craving)

Illustratie context van drugsgebruik:

De drang naar een drug en de kans op herval (tolerantie) is contextafhankelijk

De drang en de kans op herval groter wanneer er prikkels aanwezig zijn die voordien vaak samengingen met het druggebruik

Voorbeelden:

iemand die rookt tijdens werkuren maar weinig thuis, als hij stopt met roken, meer drang hebben op het werk dan thuis.

Iemand die afkickt van heroïne in een kliniek, zal vaak hervallen als hij in situaties komt die gelijken op deze waarin het vroeger drugsgebruik paats vond

Verklaring: prikkels die herhaaldelijk samengaan met druggebruik het b-proces op gang brengen ⇒ veroorzaakt "craving" die aanleiding geeft tot opnieuw gebruiken van drug om zo aan "craving" te voldoen.

Niet enkel externe prikkels vb ruimtes, maar ook interne prikkels zoals gevoelend kunnen geassocieerd worden met het b-proces

Context zorgt voor activatie b-proces

Iemand die drugs gebruikt wanneer hij/zij zich depressief of angstig voelt, zal na de ontwenning meer zin hebben om de drug opnieuw te gebruiken wanneer de depressieve of angstige gevoelens terug komen.

Contextafhankelijkheid van tolerantie

Page 16: (elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e ef f ec t en v an ni et -c o nt i ng ent e st i m ul usaanb i ed i ng wo r d en ge

Hoofdstuk 1 Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) 16

In situaties waarin iemand regelmatig drugs gebruikt, wordt het b- proces door de omgevingsprikkels versterkt. Dit compenseert de rechtstreekse effecten van de drug, waaronder ook fysiologisch gevaarlijke effecten (vb., bloeddrukverhoging als deel van het a-proces). Indien dezelfde persoon dezelfde hoeveelheid gebruikt in een andere situatie, zal het b-proces minder sterk zijn (minder tolerantie) en kan dit leiden tot een overdosis.

Conclusie:

Dit is een mooie illustratie van het feit dat (types van) leren nooit rechtstreeks geobserveerd kunnen worden. Wanneer men zegt dat een bepaald type van leren is opgetreden (vb., een effect van niet- contingente prikkelaanbieding), impliceert dit enkel een hypothese over de oorzaak van een verandering in gedrag. Vaak kan eenzelfde verandering in gedrag het gevolg zijn van verschillende regelmatigheden in de omgeving. De verschillende hypothese (types van leren) kunnen dan onderscheiden worden door zeer zorgvuldig de verschillende regelmatigheden in de omgeving apart te manipuleren.

Oefenvraag 7. Stel dat de reactie van een rat op een elektrische schok intenser wordt omwille van het feit dat de elektrische schok vaker wordt toegediend. effect in omgeving, invloed op reactie op elektrische shock dus effect van omgeving op gedrag, tis een voorbeeld van effect en niet van procedure Dit is een voorbeeld van

A. klassieke conditionering (alle 3 zijn procedures)

B. habituatie

C. niet-contingente prikkelaanbieding ⇒ is een procedure en de vraag gaat over effect

D. geen van bovenstaan

!!!!!onderscheid tussen procedure, effect en theorie

Afsluitende taak: Verdedig de stelling dat niet-contingente prikkel aanbieding belangrijke effecten kan hebben op gedrag, effecten die kunnen berusten op complexe processen.

Verwijzing naar het feit dat niet-contingente prikkelaanbieding een invloed kan hebben op verschillende reacties, inclusief de oriëntatie-respons,

Page 17: (elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e ef f ec t en v an ni et -c o nt i ng ent e st i m ul usaanb i ed i ng wo r d en ge

Hoofdstuk 1 Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) 17

preferenties, verslaving, operant gedrag (vb v spin), en klassieke conditionering.

Bespreking van de theorieën van Sokolov (in het bijzonder evidentie voor het belang van cognitieve processen zoals verwachting van de aanwezigheid van prikkels), Bradley, en Solomon.

Vraag en antwoord

Frequentie is een wetmatigheid bij habituatie, hoe frequenter, des te groter de daling/habuatie. MAAR is dit niet in tegenspraak met het ‘mere exposure effect’?

die vergelijking gaat niet op omdat habituatie en mere exposure twee verschillende EFFECTEN zijn van een niet-contingente prikkel aanbieding. Bij habituatie gaat het om een daling in intensiteit van een oorspronkelijke reactie als gevolg van het herhaald aanbieden van een prikkel. Bij het mere exposure effect gaat het om een verandering in de preferentie voor een prikkel als gevolg van het herhaald aanbieden van een prikkel. Het is dus best mogelijk dat eenzelfde procedure (het herhaaldelijk aanbieden aan een prikkel) tegengestelde effecten heeft op verschillende reacties (vb. afname van de oriëntatie-response, toename van preferentie).

-Uit onderzoek rond klassieke conditionering blijkt dat conditionering effecten zwakker zijn indien één van de prikkels vooraf alleen wordt aangeboden (het CSpreexposure of latente inhibitie effect). Kan dit effect verklaard worden door habituatie?

Habituatie is een EFFECT en geen mentaal proces. Je kan het CSpreexposure effect dus niet verklaren in termen van habituatie. Bovendien gaat habituatie over ene vermindering in de oorspronkelijke reactie die een prikkel ontlokt omwille van de herhaalde aanbieding van een prikkel. Latente inhibitie (of CS pre-exposure effect, zie 3.1.2 gaat niet over een vermindering van de oorspronkelijke reactie, maar over het effect van herhaalde aanbieding op klassieke conditionering.

Opponent-proces model van Solomon: de 4 grafiekjes geven die de integratie van proces a en proces b weer? Het is toch niet zo dat de linkergrafiekjes het verloop weergeven van het a-proces en de rechtergrafiekjes het b-proces? Want onder de rechtergrafiek staat

Page 18: (elina margashvili ) c o nt ingent e prikkelgeleiding Ho o ... · I.1.1 D e m ani er waar o p d e ef f ec t en v an ni et -c o nt i ng ent e st i m ul usaanb i ed i ng wo r d en ge

Hoofdstuk 1 Effecten van niet-contingente prikkelgeleiding (elina margashvili) 18

vermeld: NA de aanbieding van de prikkel, terwijl het b-proces toch reeds optreedt TIJDENS het a-proces?

Zoals op de Y-as staat, wordt in deze figuren de hartslagfrequentie weergegeven, dus een observeerbare respons. Hartslagfrequentie is één component van de emotionele respons die ontlokt wordt door een prikkel (in dit geval een shock). Het opponent-proces model van Solomon wil een verklaring bieden voor veranderingen in emotionele responsen op een prikkel zoals veroorzaakt door het herhaald aanbieden van een prikkel. Figuur 1.3 toont de emotionele respons (zoals gemeten door hartslagfrequentie) op een shock wanneer dieren de shock nog nooit ervaren hebben. Figuur 1.4 toont de emotionele respons op een shock wanneer dieren die shock al veel ervaren hebben. 2 duidelijke verschillen: 1. De stijging in hartslagfrequentie tijdens de aanbieding van de shock is veel sterker bij dieren die de shock voor de eerste keer krijgen. 2. De daling in hartslagfrequentie na het ophouden van de shock is kleiner bij dieren die de shock voor het eerst krijgen. Het model biedt hier een verklaring voor door te veronderstellen dat het observeerbaar gedrag bepaald wordt door 2 onderliggende processen (het a- en b proces die op zich nietgeobserveerd kunnen worden want het zijn onderliggende processen). Figuur 1.5 laat zien hoe die 2 onderliggende processen de observeerbare emotionele respons bepalen. In figuur 1.5 komt het figuurtje aan de linker bovenkant overeen met figuur 1.3 en dat aan de rechter bovenkant met figuur 1.4. Het gaat immers over de “manifest affective reaction”. Manifest wil zeggen “observeerbaar”. Hartslagfrequentie is één bepaalde “manifest affective reaction.”