P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i...

19
Praktijkopdrachten Oriëntatie op de organisatie (niveau 3 en 4)

Transcript of P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i...

Page 1: P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i n e l ka a r zi t . O p d r a c h t 3 O v e r l e g v o e r e n B i n n e n e l

Praktijkopdrachten Oriëntatie op de organisatie (niveau 3 en 4)

Page 2: P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i n e l ka a r zi t . O p d r a c h t 3 O v e r l e g v o e r e n B i n n e n e l

Inhoud

Inleiding. 3

Oriënterende opdracht 1 De organisatie, haar taken, doelstellingen en werkzaamheden. 4

Oriënterende opdracht 2 Je functie, taken en planning van werkzaamheden. 7

Oriënterende opdracht 3 Veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu. 10

Oriënterende opdracht 4 Rechten en plichten als medewerker 13

Tips. 17

Inleiding

In deze oriënterende praktijkopdrachten vind je opdrachten over de volgende onderwerpen. · De organisatie, haar taken, doelstellingen en werkzaamheden · Je functie, taken en planning van werkzaamheden · Veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu · De rechten en plichten als medewerker In deze praktijkopdrachten vind je de volgende onderdelen. · Opdrachten · Ondersteuning bij de opdrachten in de vorm van vragen · Tips

Page 3: P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i n e l ka a r zi t . O p d r a c h t 3 O v e r l e g v o e r e n B i n n e n e l

Oriënterende opdracht 1

De organisatie, haar taken, doelstellingen en werkzaamheden

In oriënterende opdracht 1 maak je kennis met de organisatie en de afdeling waar je gaat werken. Je leert hoe de organisatie in elkaar zit en wat er gebeurt op de afdeling waar je gaat werken. Tijdens het werken binnen een organisatie krijg je steeds meer zicht op de werkzaamheden die worden uitgevoerd. Als je de opdrachten in deze opdracht hebt gedaan, zul je een beeld hebben gekregen van de organisatie, de afdelingen en de communicatie in de organisatie.

Opdracht 1 Een organigram maken De structuur van een organisatie wordt vaak afgebeeld in een organisatieschema. Dit wordt ook wel een organogram genoemd.

1 Maak een organogram van de organisatie waar je nu werkt.

2 Laat hierin terugkomen welke afdelingen er binnen de organisatie zijn en wie daarvan de leidinggevenden zijn. De afdelingen die er zijn: sublimeren, administratie, ontwerpen, snijden, naaien, confectioneren en het bedrukken.

Page 4: P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i n e l ka a r zi t . O p d r a c h t 3 O v e r l e g v o e r e n B i n n e n e l

Opdracht 2 Contacten met andere afdelingen In een organisatie hebben verschillende afdelingen contact met elkaar. Sommige afdelingen hebben ook contact met andere organisaties. Jouw afdeling heeft natuurlijk ook te maken met andere afdelingen binnen de organisatie.

1 Maak een schema waarin je aangeeft met welke afdelingen jouw afdeling regelmatig contact heeft. Alle afdelingen hebben contact met elkaar

2 Geef ook aan waarom jouw afdeling met die afdelingen contact heeft. We werken allemaal op verschillende afdelingen, we hebben niet een vaste afdeling. Dit doen we zodat iedereen actief bezig is en als iemand al klaar is dat degene verder kan met een andere opdracht op een andere afdeling. En dat iedereen weet hoe het bedrijf in elkaar zit.

Opdracht 3 Overleg voeren Binnen elke organisatie vindt communicatie plaats. Vaak gebeurt dit in de vorm van vergaderingen.

3 Maak een overzicht waarin je aangeeft welke vergaderingen binnen jouw afdeling voorkomen en geef aan welke andere afdelingen daar eventueel bij betrokken zijn. We vergaderen met z’n allen tijde s de lunch of als er een moment voor wordt uitgekozen.

4 Geef aan wat het doel is van deze vergaderingen. Het doel van de vergaderingen zijn: dingen die niet goed gaan proberen te verbeteren, of met z’n allen evalueren hoe het gaat in het bedrijf.

Page 5: P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i n e l ka a r zi t . O p d r a c h t 3 O v e r l e g v o e r e n B i n n e n e l

5 Geef ook aan bij welke vergadering(en) jij aanwezig zult zijn. Vergaderingen doen we met z’n allen, dus ik zou bij elke vergadering aanwezig zijn

Opdracht 4 Producten en/of diensten

Elke organisatie heeft haar eigen doelstellingen. Deze doelstellingen kunnen per organisatie zeer verschillend zijn. Overheidsorganisaties leveren dienstverlening aan burgers. De meeste particuliere organisaties leveren producten en/of diensten, meestal om winst te kunnen maken.

1 Maak een overzicht van de producten en/of diensten die de organisatie levert waar jij nu werkt. De producten die de organisatie levert zijn: Sportkleding (wielerkleding, skatekleding, hardloopkleding etc.)

2 Maak daarna een overzicht van de producten en/of diensten die de afdeling waar jij nu werkt levert. Ik werk op verschillende afdelingen, dus ik lever ook de Sportkleding.

Opdracht 5 Communicatiemiddelen Er zijn verschillende middelen die je kunt toepassen om (snel) te kunnen communiceren. In een organisatie wordt gebruikgemaakt van verschillende communicatiemiddelen,zoals e-mail, telefoon, social media. Er wordt gecommuniceerd met mensen binnen en buiten de organisatie in Nederland en soms ook in het buitenland.

1 Maak een overzicht van de verschillende communicatiemiddelen die worden gebruikt in de organisatie waar je werkt. Er wordt gecommuniceerd via de telefoon, via de Whats- App en via face to face ook wordt er gecommuniceerd met klanten via de telefoon en via de mail, en als de klanten hun producten op komen halen dan wordt er ook nog via face to face gecommuniceerd.

2 Geef ook aan waarvoor deze communicatiemiddelen meestal worden gebruikt. Face to face wordt gebruikt zodat het werk soepeler verloopt en dat iedereen weet wat hij of zij moet doen. Via de whatsapp wordt gecommuniceerd als er buiten het bedrijf nog dingen zijn waar je over wilt praten. En via de telefoon wordt gecommuniceerd als je bijvoorbeeld ziek bent of als je je hebt verslapen of als je wat later bent vanwege reisvertraging.

Page 6: P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i n e l ka a r zi t . O p d r a c h t 3 O v e r l e g v o e r e n B i n n e n e l

Opdracht 6 Een overzicht van afdelingen en communicatie Je hebt nu in kaart gebracht welke afdelingen er zijn, welke afdelingen contact hebben met de afdeling waar je werkt en welke communicatiemiddelen er worden gebruikt binnen het bedrijf.

1 Maak nu een overzicht waarin staat met welke afdelingen jij in je huidige functie te maken hebt. Ik werk op meerdere afdelingen: Knippen, tekenen, sublimeren en het bedrukken.

2 Geef ook aan op welke manieren je met deze afdelingen communiceert en waarover. Ik communiceer met de andere afdelingen d.m.v. face to face gesprekken, we communiceren met de andere afdelingen over hoe het gaat en wat ik kan doen voor het bedrijf en wat ik beter kan doen.

Vragen

Deze vragen kun je gebruiken om de opdrachten voor te bereiden. De onderwerpen komen later ook terug in de reflectiegesprekken met je praktijkopleider.

1 Welke doelstelling(en) heeft de organisatie waar je werkt? 2 Welke producten en/of diensten levert de organisatie?

3 Welke doelstelling(en) heeft de afdeling waar je werkt? 4 Welke producten en/of diensten levert de afdeling waar je werkt? 5 Welke werkzaamheden worden op de afdeling verricht? 6 Wie zijn de klanten van de organisatie waar je werkt?

7 Wie zijn de klanten van de afdeling waar je werkt? 8 Wat is een organogram?

9 Van welke communicatiemiddelen kan een bedrijf gebruik maken?

10 Op welke manieren kan in een bedrijf overleg plaatsvinden?

Page 7: P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i n e l ka a r zi t . O p d r a c h t 3 O v e r l e g v o e r e n B i n n e n e l

Oriënterende opdracht 2

Je functie, taken en planning van werkzaamheden In oriënterende opdracht 2 ga je je verdiepen in je functie, je taken en de planning van jouw werkzaamheden. Je gaat uitzoeken wat je nieuwe functie inhoudt, welke werkzaamheden je gaat uitvoeren en wat jouw verantwoordelijkheden zijn. Tijdens de stage ga je ook werken met beroepsgerichte praktijkopdrachten. Samen met je praktijkopleider ga je hiervoor een planning opstellen. Het is belangrijk dat je deze planning regelmatig met je praktijkopleider bespreekt en als dat nodig is, de planning aanpast.

Opdracht 1 Je eigen taken en werkzaamheden op de afdeling Iedere medewerker heeft zijn/haar eigen werkzaamheden in een organisatie. 1 Wat zijn jouw taken en werkzaamheden? (zie schema)

2 Zet jouw taken en werkzaamheden in onderstaand schema.

Schema 1: je eigen taken op de afdeling

Taken en werkzaamheden Verantwoordelijk voor

- Knippen

- Tekenen

- sublimeren

- Social Media onderhouden

- Snijden

- Bestellingen inpakken

- een goed eindproduct

- Tevreden klant

- De producten in goede staat bij de klant komen.

-

-

-

Page 8: P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i n e l ka a r zi t . O p d r a c h t 3 O v e r l e g v o e r e n B i n n e n e l

Opdracht 2 Je werkzaamheden plannen

Om goed te kunnen werken en goed met je tijd om te gaan, is het belangrijk dat al je werkzaamheden van tevoren worden gepland. 1 Kies in overleg met je praktijkopleider een bepaalde periode, bijvoorbeeld een

maand.

2 Aan welke praktijkopdrachten en/of andere taken ga je in die periode werken? Schrijf die op.

3 Schrijf ook op wanneer de praktijkopdrachten en/of andere taken klaar moeten zijn. Je kunt hiervoor schema 2 gebruiken.

4 Bespreek de planning met je praktijkopleider.

5 Heb je genoeg tijd ingepland (niet teveel en niet te weinig)?

6 Ben je geen taken of praktijkopdrachten vergeten?

7 Pas de planning zo nodig aan.

Schema 2: planning van de werkzaamheden

Periode van 09-05-2017 ……………… tot 14-07-2017…………………

Werkzaamheden Planning

- Knippen

- Tekenen

- Sublimeren

-

-

-

-

-

-

-

-

-

Page 9: P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i n e l ka a r zi t . O p d r a c h t 3 O v e r l e g v o e r e n B i n n e n e l

Opdracht 3 Vragen over de planning In opdracht 2 heb je een planning gemaakt voor de komende periode. Houd deze planning goed in de gaten. Bespreek deze planning regelmatig met je praktijkopleider en maak een kort verslag van deze gesprekken. Beantwoord daarbij de volgende vragen: 1 Heb je de werkzaamheden die gepland stonden ook echt gedaan? Waarom wel,

waarom niet?

2 Hoeveel tijd heb je ongeveer gebruikt per werkzaamheid? Vind je dit veel of weinig?

3 Wat voor extra werk heb je eventueel naast de geplande werkzaamheden gedaan?

4 Heb je de werkzaamheden helemaal kunnen uitvoeren? Zo nee, waarom was dat niet mogelijk? Wat heb je in plaats daarvan gedaan?

5 Welke werkzaamheden zijn goed verlopen?

6 Welke werkzaamheden zijn moeizaam of slecht verlopen? · Waarom? · Wat had je anders kunnen doen?

Opdracht 4 Bespreken met de praktijkopleider 1 Bespreek de uitwerkingen van de gemaakte opdrachten met je praktijkopleider.

2 Pas eventueel je uitwerkingen na afloop van dit gesprek aan.

Vragen Deze vragen kun je gebruiken om de opdrachten voor te bereiden. De onderwerpen komen later ook terug in de reflectiegesprekken met je praktijkopleider. 1 Op welke afdeling werk je? 2 Welke functie vervul je? 3 Welke werkzaamheden verricht je? 4 Wie controleert deze werkzaamheden? 5 Worden werkzaamheden ook gepland? Zo ja, door wie?

Page 10: P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i n e l ka a r zi t . O p d r a c h t 3 O v e r l e g v o e r e n B i n n e n e l

Oriënterende opdracht 3

Veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu In oriënterende opdracht 3 ga je kennismaken met de regels en voorschriften voor veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu die op het werk gelden. Je gaat leren over de Arbo-wetgeving en over de beveiliging van bedrijfsgegevens en persoonsgegevens binnen de organisatie. Binnen alle organisaties moet aandacht worden besteed aan het milieu. Wat kan jouw bijdrage zijn als medewerker aan het milieu? In deze opdracht wordt op deze en andere vragen ingegaan.

Opdracht 1 De Arbowet De Arbo-wetgeving geldt ook voor de organisatie waar jij werkt. 1 Wat is de Arbowet? De Arbeidsomstandighedenwet (of kortweg Arbowet) is een

Nederlandse wet die regels bevat voor werkgevers en werknemers om de gezondheid, de veiligheid en het welzijn van werknemers en zelfstandig ondernemers te bevorderen. Doel is om ongevallen en ziekten, veroorzaakt door het werk, te voorkomen.

2 Welke regelgeving uit de Arbowetgeving is belangrijk voor het werk dat jij nu doet? Maak gebruik van internet om meer over de Arbowet te weten te komen.

De Arbowet beschrijft hoe je jouw arbeidsomstandighedenbeleid vormgeeft.

Het Arbobesluit is een uitwerking van de Arbowet en gaat dieper op een aantal specifieke situaties in.

De Arboregeling vult de bepalingen van het Arbobesluit nader in.

3 Verwerk de antwoorden op bovenstaande vragen in een kort verslag over de Arbowet.

De arbeidsomstandighedenwet is een Nederlandse wet die regels bevat voor werkgevers en werknemers om de gezondheid, de veiligheid en het welzijn van werknemers en zelfstandig ondernemers te bevorderen. Het doel is om ongevallen en ziekten te voorkomen tijdens het werk. De arbowet beschrijft hoe je jouw arbeidsomstandighedenbeleid vormgeeft. Het arbobesluit is een uitwerking van de arbowet en gaat dieper in op een aantal specifieke situaties. De arboregeling vult de bepalingen van het arbobesluit nader in. Kortom de Arbowet is er voor de arbeiders om het werk zo soepel en veilig te laten lopen.

Page 11: P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i n e l ka a r zi t . O p d r a c h t 3 O v e r l e g v o e r e n B i n n e n e l

Opdracht 2 Arbobesluit en beeldschermwerk

In veel beroepen wordt tegenwoordig met de computer gewerkt. Ook bij jouw werk krijg je vast en zeker met computerwerk te maken. Op iedereen die met een computer werkt is het zogenaamde ‘Arbobesluit’ van toepassing. Voor deze opdracht ga je op internet naar informatie zoeken over het Arbobesluit en werken met beeldschermen. 1 Van welke klachten kunnen beeldschermwerkers last krijgen? Rugklachten, Oogklachten.

2 Wat kan de werkgever doen om problemen te voorkomen? Na een bepaalde tijd achter de computer een pauze inlassen of een uurtje niet achter de laptop bezig zijn, maar ergens anders mee bezig zijn

3 Wat kan de medewerker zelf doen om klachten als gevolg van beeldschermwerk te voorkomen? Als je symptomen voelt moet je het direct aangeven bij je leidinggevende, je kan dan vragen of je even pauze mag nemen of met iets anders bezig kan gaan wat niks met een beeldscherm te maken heeft.

4 Verwerk de antwoorden op bovenstaande vragen in een kort verslag.

Beeldschermwerkers kunnen klachten krijgen zoals, Rugklachten en/of Oogklachten. Dit kun je voorkomen door na een bepaalde tijd achter je laptop te zitten een pauze in te lassen of ergens anders mee bezig te gaan. Als je symptomen voelt moet je het direct aangeven bij je leidinggevende, je kan dan vragen of je even pauze mag nemen of met iets anders bezig kan gaan wat niks met een beeldscherm te maken heeft.

Opdracht 3 Een rapport over de Arbo-wetgeving opstellen 1 Stel een rapport op voor het management van je afdeling waarin je de toepassing van

de relevante Arbo-wetgeving binnen de afdeling beschrijft.

2 Doe daarbij ook aanbevelingen om deze te verbeteren. Je kunt hierbij eventueel gebruik maken van de vragen die bij deze opdracht horen.

3 Maak een duidelijke opzet van de inhoud van je rapportage voordat je aan de rapportage begint.

4 Bespreek het rapport met je praktijkopleider voordat je het overhandigt aan het management.

Page 12: P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i n e l ka a r zi t . O p d r a c h t 3 O v e r l e g v o e r e n B i n n e n e l

Opdracht 4 Bedrijfs- en persoonsgegevens Bedrijfs- en persoonsgegevens worden binnen organisaties beveiligd.

1 Zoek uit hoe binnen jouw organisatie wordt omgegaan met het beveiligen van gegevens. Het beveiligen van gegevens doen ze door op de computers een code er op te zetten, en verder door niet te codes van bepaalde dingen niet door te geven aan anderen zodat er niks verkeerds mee gedaan kan worden.

2 Zoek uit waarom het zo belangrijk is dat persoons- en bedrijfsgegevens zijn beveiligd. Anders kan iedereen zomaar bij de gegevens van het bedrijf en kunnen ‘zij’ misbruik maken van de gegevens.

3 Zoek uit wat jouw eigen verantwoordelijkheid is voor wat betreft beveiliging.

Mijn verantwoordelijkheid bij het beveiligen van gegevens is om geen inlogcodes aan andere mensen te geven, zodat ‘zij’ er geen nare bedoelingen mee kunnen doen.

4 Verwerk de antwoorden op bovenstaande vragen in een kort verslag. Het beveiligen van gegevens doet de organisatie door op de computers een code te zetten,

en verder door niet de codes van bepaalde accounts of apparaten door te geven aan anderen zodat er niks verkeerds mee gedaan kan worden. Het is belangrijk dat persoons- en bedrijfsgegevens beveiligd worden anders kan namelijk iedereen zomaar bij de gegevens van het bedrijf en kunnen zij misbruik maken van de gegevens. Mijn verantwoordelijkheid bij het beveiligen van gegevens is om geen inlogcodes aan andere mensen te geven, zodat ‘zij’ er geen nare bedoelingen mee kunnen doen.

Opdracht 5 Energie besparen

Niet alleen thuis, maar ook op het werk is het belangrijk dat je zuinig omgaat met energie. De overheid heeft daarover eisen opgesteld. Bijvoorbeeld regels voor het verminderen van het energiegebruik door computerapparatuur. De overheid vindt dat er alles aan gedaan moet worden om energieverspilling en milieuvervuiling te voorkomen of te beperken. 1 Stel nu dat je leidinggevende je vraagt uit te zoeken hoe je binnen jouw afdeling minder

energie kunt worden gebruikt, zodat het milieu minder belast wordt.

2 Welke tips zou je je leidinggevende geven? 1: Stroom uitzetten wanneer je de computers niet gebruikt. 2: De lampen uitzetten als je niet op de afdeling bent. 3: Minder papier uitprinten, want het kost je papier (en dus geld voor het papier) en het kost

stroom vanaf de printer. 4: Wanneer je naar huis gaat, alle lampen en computers etc. helemaal uitzetten.

Page 13: P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i n e l ka a r zi t . O p d r a c h t 3 O v e r l e g v o e r e n B i n n e n e l

Opdracht 6: Een presentatie over het verwerken van afvalstoffen In deze opdracht ga je je verdiepen in wat er gebeurt met de afvalstoffen die de afdeling produceert. Dit kunnen verschillende soorten stoffen zijn. De ene stof is schadelijker voor het milieu dan de andere. Denk bijvoorbeeld aan een afgekeurde printer of aan stapels te vernietigen papier. 1 Zoek uit welke afvalstoffen er voorkomen binnen de afdeling.

1: Papier wat verkeerd komt uit de printer

2: Inkt vanaf de printers

2 Geef vervolgens je tips over wat de organisatie met deze afvalstoffen zou kunnen doen. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan recyclen.

Papier wat je overhoudt en waar je nog iets mee kan doen, kan je hergebruiken.

3 Maak van al je bevindingen een korte presentatie.

4 Geef de presentatie voor je leidinggevende en andere geïnteresseerden.

Vragen

Deze vragen kun je gebruiken om de opdrachten voor te bereiden. De onderwerpen komen later ook terug in de reflectiegesprekken met je praktijkopleider.

Page 14: P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i n e l ka a r zi t . O p d r a c h t 3 O v e r l e g v o e r e n B i n n e n e l

1 Wat moet je doen bij brand? 2 Wat is vanuit je eigen werkplek de snelste vluchtweg? 3 Waar bevindt zich de bedrijfshulpverlening binnen de organisatie? 4 Wat moet je doen bij inbraak? 5 Wat moet je doen bij een ongeval? 6 Hoe kun je een EHBO-er binnen de organisatie bereiken? 7 Welke regels zijn er voor het voorkomen van ongevallen? 8 Welke arbeidsomstandigheden in de organisatie kunnen leiden tot

gezondheidsproblemen? 9 Welke persoonlijke beschermingsmiddelen worden binnen de organisatie

gebruikt? 10 Hoe vaak moeten deze beschermingsmiddelen worden gecontroleerd? 11 Wanneer zijn deze beschermingsmiddelen niet meer bruikbaar? 12 Wat betekent de afkorting Arbowet? Noem vier aspecten van de Arbowet die

belangrijk zijn voor je huidige werk. 13 Wie is verantwoordelijk voor het arbobeleid in de organisatie? 14 Wat is de rol van de Inspectie SZW? De Inspectie SZW werkt aan eerlijk, gezond

en veilig werk en bestaanszekerheid voor iedereen. Ze doet dit op basis van risico- en omgevingsanalyses. Toezicht en opsporing worden ingezet waar de meest hardnekkige problemen zitten en het effect het grootst is.

15 Wat is het verschil tussen persoons- en bedrijfsgegevens? Geef van beide twee

voorbeelden. 16 Welke persoons- en bedrijfsgegevens vallen onder de geheime gegevens? 17 Hoe worden persoons- en bedrijfsgegevens beveiligd? 18 Welke afvalstoffen die jouw afdeling produceert, mogen niet gewoon worden

weggegooid?

Page 15: P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i n e l ka a r zi t . O p d r a c h t 3 O v e r l e g v o e r e n B i n n e n e l

19 Voor het verwerken van afval bestaan diverse methodes. Denk aan recycling, storten, verbranden, enzovoort. Welke methoden worden binnen de organisatie toegepast?

Oriënterende opdracht 4

Rechten en plichten als medewerker In opdracht 4 leer je welke rechten en plichten je als medewerker hebt. Door het tekenen van het contract heb je namelijk toegezegd je hieraan te houden.

Opdracht 1 Je rechten en plichten uitzoeken

Als medewerker heb je rechten en plichten. Voor deze opdrachten ga je uitzoeken welke rechten en plichten je hebt bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid.

1 Vul kort de belangrijkste rechten en plichten in onderstaand schema in.

Schema 1

Bij ziekte Bij arbeids-

ongeschiktheid

Bij werkloosheid

Mijn rechten zijn: Recht op ziek zijn, (tijdelijk) niet belastbaar voor werk

Een WIA uitkering Een WW uitkering

Mijn plichten zijn: Meewerken aan herstel/re-integratie

Gezondheid proberen te verbeteren

Eventuele veranderingen in je persoonlijke situatie

Inkomsten doorgeven

Werk mee aan onderzoek

Geef door dat u ziek bent

Page 16: P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i n e l ka a r zi t . O p d r a c h t 3 O v e r l e g v o e r e n B i n n e n e l

Opdracht 2 De arbeidsovereenkomst Als je ergens gaat werken worden de afspraken die gelden tussen jou en je werkgever op papier gezet. Je hebt dan een arbeidsovereenkomst. Een arbeidsovereenkomst wordt ook wel een contract genoemd. Soms zijn de afspraken tussen jou en je werkgever alleen mondeling gemaakt. Ook dan zijn het afspraken die je werkgever en jij beiden moeten nakomen.

1 Vul het volgende schema in. De zaken die niet in je contract staan vraag je aan het hoofd van de afdeling Personeelszaken (of diegene die daar binnen de organisatie verantwoordelijk voor is).

Schema 2

Onderdelen Afspraken

1 Looptijd contract Van 09-05-2017 tot 14-07-2017

2 Arbeidstijden Van 09:00 tot 17:00 uur

3 Aantal uren per week/maand 32 uur per week en 128 uur per maand ……………………………..

4 Pauzes om 10:00, om 12:30 en om 15:00 ……………………………..

5 Vakantie-uitkering

Hoeveel procent van wat?

Wanneer wordt het vakantiegeld uitbetaald?

Ja/nee

8% van je brutoloon……………………………..

In mei……………………………..

6 Hoeveel vrije dagen heb je? minimaal 4 keer de wekelijkse arbeidsduur aan vakantie……………………………..

7 Wat zijn adv-dagen?

Heb je ook adv-dagen? Zo ja, hoeveel?

Dit zijn extra gewerkte uren die een werknemer op een ander moment als verlof op kan nemen.……………………………..

Ik heb geen adv dagen ……………………………..

8 Heb je recht op een ‘13e maand’? Nee……………………………..

Page 17: P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i n e l ka a r zi t . O p d r a c h t 3 O v e r l e g v o e r e n B i n n e n e l

Opdracht 3 Een personeels- of OR-achterban vergadering bijwonen

1 Bespreek met je praktijkopleider of het mogelijk is deel te nemen aan een personeels-

of OR-achterbanvergadering.

2 Bedenk vooraf waar je op gaat letten.

3 Noteer in het kort die punten van de vergadering die je belangrijk vindt.

Soort vergadering: …..………………….

Datum: ……………………………….. 20…

Belangrijke punten:

·

·

·

4 Wat mij opviel tijdens de vergadering:

·

·

·

Opdracht 4 Uitwerkingen bespreken 1 Bespreek de uitwerkingen van de gemaakte opdrachten met je praktijkopleider.

2 Pas eventueel je uitwerkingen na afloop van dit gesprek nog aan.

Page 18: P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i n e l ka a r zi t . O p d r a c h t 3 O v e r l e g v o e r e n B i n n e n e l

Vragen

Deze vragen kun je gebruiken om de opdrachten voor te bereiden. De onderwerpen komen later ook terug in de reflectiegesprekken met je praktijkopleider.

1 Wat is een arbeidsovereenkomst? 2 Wat zijn de hoofdonderwerpen in een arbeidsovereenkomst? 3 Welke voorschriften gelden er als je ziek wordt? 4 Hoe meld je je ziek? En bij wie? 5 Hoe meld je je beter? En bij wie 6 Gelden er binnen je afdeling of de organisatie nog specifieke regels voor

medewerkers? 7 Wat gebeurt er als je je werk helemaal niet meer zou kunnen doen door

arbeidsongeschiktheid? 8 Wat is het verschil tussen gedwongen en vrijwillig ontslag? 9 Wat is een ondernemingsraad? 10 Is er in je organisatie een ondernemingsraad? Waarom wel of waarom niet? 11 Wanneer er geen ondernemingsraad is: hoe wordt binnen de organisatie dan

gezorgd dat de rechten en plichten van een medewerker ‘bewaakt’ worden?

Page 19: P ra kt i j ko p d ra ch t e n O ri ë n t a t i e o p d e o rg a n i ... - … · 2017-06-29 · i n e l ka a r zi t . O p d r a c h t 3 O v e r l e g v o e r e n B i n n e n e l

Tips

· Vraag je praktijkopleider om hulp als je ergens niet uitkomt. · Maak gebruik van internet en als dat er is intranet om meer over de organisatie te

weten te komen. · Je kunt ook een afspraak met een collega maken, als je iets wilt weten.

· Maak een planning van je werkzaamheden.

· Stel prioriteiten.

· Als je denkt de planning niet te halen, meld dat dan tijdig aan je leidinggevende of

de betrokkenen.

· Let op dat je niet te lang achter elkaar beeldschermwerkzaamheden uitvoert. · Probeer altijd milieubewust te handelen. · Lees jouw arbeidsovereenkomst goed door en kijk of er geen fouten of

onduidelijkheden in staan. Stel vragen als iets onduidelijk is over de arbeidsovereenkomst.

Het is belangrijk te weten wie je moet bellen als je ziek bent. Zorg dat je het telefoonnummer dat je

moet bellen als je ziek bent ook thuis bij de hand hebt.