januari-februari-maart 2007 | EKONOM

IKA berichten |

�

EKONOMIKAberichten

Afgiftekantoor 3000 Leuven 1

luc deneffe Generatiewerking

p. 4

rudy aernoudt Vlaanderen-Wallonië

p. 17

christophe Vandecasteele ekonomika in West-Vlaanderen

p. 21

Magazine van de Ekonomika Alumni Driemaandelijks • 63ste jaargang • januari - februari - maart 2007

Editoriaal

Business law

• Automotive

• Banking & finance

• Commercial law

• Corporate law

and M&A

• Employment law,

compensation

& benefits and

pensions

• EU, competition

& regulatory

• IP, ICT and media law

• Life sciences

• Real estate

Tax law

• General tax

• Indirect tax

• Private client

Uw keuze in de Benelux

Loyens is een onafhankelijk advocatenkantoor datgeïntegreerd advies levert inzake fiscaliteit enondernemingsrecht. Door beide disciplines alsgelijkwaardige componenten te beschouwen,bekleedt Loyens een unieke positie in de markten onderscheidt het kantoor zich van anderenationale en internationale juridische dienst-verleners. Voor Loyens staat een vindingrijke enefficiënte dienstverlening op hoog juridisch niveauvoorop. In de kantoren te Brussel en Antwerpenrichten meer dan 100 advocaten zich voornamelijknaar het (internationale) bedrijfsleven.

Loyens maakt deel uit van het internationalekantoor Loyens & Loeff N.V. en telt wereldwijdmeer dan 1.300 medewerkers, waarvan zo’n700 advocaten, belastingadviseurs en notarissen.Loyens & Loeff N.V. heeft 17 vestigingen, verspreidover de Benelux en de belangrijkste financiëlecentra van Europa, de VS, de Caraïben en Azië.

� BRUSSELSWoluwe Atrium, Neerveldstraat 101-103B-1200 BrusselT +32 2 743 43 43 - F +32 2 743 43 10

� ANTWERPGreen Plaza A, Generaal Lemanstraat 27B-2018 AntwerpenT +32 3 226 50 06 - F +32 3 213 07 18

www.loyens.com

AMSTERDAM • ANTWERPEN • ARNHEM • ARUBA • BRUSSEL • CURAÇAO • EINDHOVEN • FRANKFURT • GENÈVELONDEN • LUXEMBURG • NEW YORK • PARIJS • ROTTERDAM • SINGAPORE • TOKIO • ZÜRICH

DOC_LOYE_ADV_A5H_CMYK_NL 25-10-2006 19:02 Pagina 1

inhoud

EdItOrIAAlZowat 3.000 betalende leden, die komen er niet vanzelf, die moet Ekonomika Alumni verdie-nen, elke dag. Een dynamisch bestuur, geleid door een charismatische voorzitter, is één belangrijke pijler van de Ekonomika-werking. Maar op één been kan men niet staan. De andere pijler is minstens even belangrijk, en dat is de decentrale werking van Ekonomika Alumni.

Deze decentrale werking bestaat uit drie invals-hoeken: de regionale invalshoek en dat zijn de regionale kernen, één in elke Vlaamse provin-cie plus Brussel; de tweede invalshoek is de professionele en dat gebeurt via de vakgroepen zoals Productie&Logistie (P&L), SCAFF voor financiewezen en accountancy, Strategie&Marketing, Human Resources,… de derde invalshoek werd pas in 2006 ingevoerd en dat is de werking per leeftijdsgroep, de zoge-naamde generatiewerking onder het motto ‘elk-een heeft een bepaalde generatie van

[ Fa QUIX ]

dECENtrAlE WErKING IS HEt GEHEIM VAN EKONOMIKA AlUMNI

Ekonomika in Leuven meegemaakt’. Voormalig preses Luc Deneffe trekt hier de kar, al bestond er vroeger al een mini-generatiewerking georga-niseerd door de senioren (40 jaar geleden met de economiestudies begonnen) en de junioren (de jongste vijf promoties).Elk van deze deelverenigingen wordt getrokken door een voorzitter met een bestuur. Op die manier zijn er méér dan honderd economisten actief betrokken bij de werking van Ekonomika Alumni, centraal en decentraal. En dat is het geheim van Ekonomika Alumni: dat er via de decentrale werking zoveel leden hun verantwoor-delijkheid opnemen om elk hun deel bij te dra-gen tot de activiteiten van Ekonomika Alumni.

In dit nummer proberen we wat meer te focus-sen op de regionale kernen, al komen ook de andere deelverenigingen goed aan bod.

Fa QUIXHoofdredacteur

WOOrd VAN dEVOOrZIttEr

4 Iedereen heeft zijn of haar Ekonomika beleefd in Leuven. Die band met jaar- en generatiegenoten is uniek. Om die banden blijvend aan te halen is oud-preses Luc Deneffe gestart met de generatiewerking. Ook voor jonge mensen!

10 Iemand de Leuvense economen recentelijk nog ergens opgemerkt? Professor PauL van romPuy, kersvers emiritus, roept hen op om opnieuw op de barricaden te gaan staan. Of tenminste: om terug meer te wegen op het maatschappelijk debat. Leve de revolutie!

12 Obesitas. Velen vechten er elke dag tegen. Anderen tegen anorexia. Het is ook nooit goed vandaag. Maar dat geldt ook voor onze productieondernemingen. Professor nico vanDaeLe maakt ons wegwijs in Lean oPerations. Iedereen op dieet, maar met mate(n).

14 Waarom vrouwen beter verdienen… maar mannen meer krijgen. En dan hebben we het niet over de partners van de andere sekse. Maar wel over keiharde speciën. Professor Luc seLs legt het allemaal haarfijn uit. Er is echter maar één echte oplossing: vrouwen moeten harder op tafel kloppen… als échte mannen!

17 Je t’aime, moi non plus… is niet de nieuwe hartenrubriek van deze Ekonomika Berichten. Maar het is wel de titel van het boek waarmee ruDy aernouDt het land rondzeult, van noord naar zuid, van Vlaanderen naar Wallonië. Met een tussenstop bij ekonomika BrusseL.

22 Die van ’t Stad hebben het weer gekund: de burgemeester van de Metropool op de nieuwjaarsreceptie van ekonomika antwerPen te laten speechen, en daarna alles zelf op te drinken. Maar niet zonder eerst oud-preses Bert HouBen in de hoofdrol te hebben gestopt. Hop sinjoreke!

Woord van dE voorzittEr

De leden van Ekonomika Alumni zijn verspreid over alle provincies, en meer en meer ook actief verblijvend in diverse landen. Om onze jongere leden te helpen om inter-nationaal een carrière uit te bouwen, of om gewoon een contact aan te reiken in meer dan 30 landen in de wereld, zijn wij gestart met Ekonomika Alumni Internationaal. Met dit initiatief en verder ondersteund door onze LinkedIn groep willen wij inspelen op de alsmaar groter wordende groep leden die buiten België werkzaam zijn.Ekonomika heeft een rijke traditie om een thuis te bieden aan iedereen die aan onze faculteit gestudeerd heeft. Het vernieuwde succes van de regionale kernen en de verdere professionalisering van het aanbod van de vakgroepen bie-den aan elk wat wils. Daar komt nu een heel speciaal nieuw intiatief bij: de generatiewerking. In dit nummer van de Ekonomika Berichten kan u lezen over de allereer-ste bijeenkomst georganiseerd door de werkgroep Generatiewerking. Meer dan 50 personen, van 22 tot 78 jaar jong, hebben samen vergaderd over wat wij kunnen doen voor de vele generaties die onze vereniging rijk is. Elk jaar heeft nu haar contactpersoon, en samen met het secretariaat biedt Ekonomika Alumni aan elkeen de moge-lijkheid om op een snelle en eenvoudige manier een activi-teit te organiseren voor studie- en jaargenoten. Wilt u ook uw jaargenoten terug zien bij een leuke babbel, een stevige pint, of een speciale activiteit? Lees dan zeker het verslag van deze memorabele bijeenkomst en neem contact met het secretariaat. Diverse programma’s en draaiboeken staan ter beschikking en uw vereniging zorgt voor een vlot-te logistieke organisatie.Wij blijven intussen verder bouwen aan uw alumnivereni-ging: met 3.000 leden behoren we nu tot de grootste alum-niverenigingen van de KU Leuven, en zonder twijfel ook tot de meest actieve. Enkel in januari, hebben we meer dan 500 leden bijeengebracht in diverse bijeenkomsten; wij hopen om ook u in de toekomst te mogen begroeten op een van onze activiteiten..

Freddy NURSKIVoorzitter

ElKE GENErAtIE HEEft HAAr plAAtS IN EKONOMIKA

jan-feb-maart 2007 | EKONOM

IKA berichten |

�

inhoud

[ Voorzitter Freddy Nurski ]

EdItOrIAAl

| EKO

NOM

IKA

beric

hten

| ja

nuar

i-feb

ruar

i-maa

rt 20

07

�

GENErAtIE-WErKING

GEnEratiEWErkinG

GENErAtIEWErKING EKONOMIKA AlUMNI OffICIEEl GEStArt!

De lezing door Luc Deneffe was serieus gestof-feerd. Een syllabus “generatiewerking” werd de aanwezigen ter beschikking gesteld.

De werkgroep generatiewerking, een twaalftal personen over de generaties heen, kwam tot een aantal wetenschappelijke bevindingen op basis van diepte-interviews en volkse wijshe-den, dit als onderbouw voor haar werking.

Wat is de generatiewerking? De generatiewer-king is het samenbrengen van mensen in het geloof dat ontmoetingen van mensen met gemeenschappelijke humus resultaten voort zal brengen, waarvan de aard en de omvang niet vooraf bepaald moeten worden.

Uit tal van stellingen en onderzoek, die tijdens de openingszitting de wetenschappelijke onderbouw van de keuze van Alumni voor deze werking ondersteunden, beperken we ons tot twee geciteerde bevindingen

Stellingen over de generatiewerking

Stelling 1: “De behoefte aan reünies met generatie-genoten uit het Leuvense tijdperk gedraagt zich als een inverse Gausscurve.”

Pas afgestudeerd wil men het studentengevoel in stand houden. Tegen het afsluiten van de actieve carrière weet men terug wat echt belangrijk is in het leven: dus meer zin in een weerzien. Tussenin (de medioren) wordt men opgeslorpt door een aantal bijkomstigheden: relatie, carrière, gezin, huisje, tuintje, enz. Diepgaander onderzoek heeft deze op het eer-ste zicht plausibele uitleg evenwel ondergra-ven. De behoefte van de medioren is gewoon: familieactiviteiten met generatiegenoten, samenaankoop van mazout, intervisie met generatiegenoten rond “evenwicht tussen werk en leven”. Ekonomika Alumni zal, verrijkt door dit onderzoek, haar activiteiten verder uitbouwen.

Stelling 2: “De meeste alumni kennen immers voor-al de mensen van de eigen generatie of promotiejaar. Door het activeren van de generatie/jaarwerking zou het dus moeten mogelijk zijn om de ‘drempels’ waarover eerder werd gesproken te verlagen.”

Vanwaar het evidente belang generatiewerking uit te werken.

Reeds jaren was het bekend. Zaterdag 3 februari 2007 zou de kick-off plaatshebben van de generatiewerking van de alumnivereniging van de Faculteit ETEW, Ekonomika Alumni. Het voorbije jaar werd de werking

uitgetekend binnen de werkgroep generatiewerking. Tot vandaag werden er 89 mensen bereid gevonden om een engagement naar hun

generatie/jaar op te nemen. 78 % van de jaren zijn aldus gecoverd.

De omgeving van de happening op 3 februari: het statige kasteel van Arenberg in Heverlee, het auditorium voor de openingszitting en de schitterende salons voor de ontvangst en de receptie. Een zestigtal “contactpersonen voor de jaren” waren er, over de generaties heen, van overal te lande. 51 jaar zaten er tussen de jongste generatieafgevaardigde en de oudste.

Lichtmis was gepasseerd en de gelauwerde proffen honoris causa dus ook. De gasten bij deze zitting zouden het evenwel met niet min-der doen. Freddy Nurski, voorzitter, leidde de sprekers in. Aan het woord kwamen Luc Deneffe (1984), trekker van de werkgroep generatiewerking, en Stijn Van Roy (2003) en Guy Vos (1963), die twee getuigenissen over generatiebijeenkomsten brachten. Een speciale nieuwsflash van Luc Vantomme (1987) onder-brak de lezing: de Alumnidag en het feest van de 20 jaar afgestudeerden zal plaatsvinden op zaterdag 20 oktober in Leuven. De zitting werd afgesloten met een demo van de te ver-wachten nieuwe website door Jan Maryssael (1974).

ONdErStEUNING EKONOMIKA AlUMNIDe ondersteuning van Ekonomika Alumni bij de generatiewerking:- het opmaken van listings van generatiegenoten, het in contact brengen

met verantwoordelijken van het jaar/generatie, opzoekingswerk;- het doen en betalen van de verzending/mailing;- het aanbieden van briefpapier en omslagen/het voorstellen van een aantal

standaardbrieven;- het bijhouden van de inschrijvingen;- het ter beschikking stellen van een beperkt aantal activiteiten/plaatsen/

ideeën: de G-packages (voorstellen generatie-etentje (Waaiberg), afspraak met een Prof in het handelskot, cantus in de Toewip, avond in de Dulci …);

- maken deel uit van actieve bestuurskernen van Ekonomika.

[ Luc Deneffe ]

[ Stijn Van Roy ]

januari-februari-maart 2007 | EKONOM

IKA berichten |

�

GENErAtIE-WErKING

GEnEratiEWErkinG

Contactpersonen voor de jaren of de generaties

Kwamen verder nog aan bod: het belang van de ‘contactpersoon’ voor de jaren of generaties. Via een uitgebreide profielbeschrijving werden tot op heden 89 personen geselecteerd. U vindt hun namen in “overzichtslijst contact-personen” (p. 6). Contactpersonen nemen voor hun generatie een “engagement light” op dat volledig afgestemd kan worden op hun eigen levensloop. Verwacht wordt om de x jaren een mobilisatieactie te enthousiasmeren naar hun generatiegenoten toe, die zal leiden tot een samenzijn van de gehele generatie. Zoals later tijdens de zitting becommentari-eerd, geeft Ekonomika Alumni echt alle moge-lijk denkbare ondersteuning in de organisatie van een dergelijk evenement (zie kaderstukje p. 4).Daarnaast zijn ze communicatieplatform voor hun generatie voor kleinere vraagjes. Via de vernieuwde website zullen zij gekend zijn door deze collega’s en vragen kunnen ontvan-gen zoals: “Ik ben Marijke en ik zou wel eens graag naar de activiteit van P & L gaan maar ik wil er niet alleen staan”. Die vraag herkennen we. Niets zo ontgoochelend dan op een Ekonomika-activiteit toe te komen met een nostalgische wens en daar geen bekend volk tegen te komen. De contactpersoon verspreidt deze vraag en neemt ze ter harte. In de ont-wikkeling van de website de komende jaren kunnen we denken aan generatieforums, waardoor dit alles nog gemakkelijker zal kun-nen lopen.

Dank dus aan al deze contactpersonen en een warme oproep voor de jaren die nog geen con-tactpersoon hebben om deze te mobiliseren. Opvallend daarbij is de lacune voor afstudeer-jaren 1965 – 1968 en 1972 – 1975 m.u.v. 1975. Wie zich kandidaat wil stellen voor deze of voor andere jaren is heel hartelijk welkom.

De VRG van Ekonomika Alumni!

Aldus werd op deze zitting de derde dimensie van de alumnivereniging van de Faculteit gelanceerd, naast de reeds bestaande twee eer-ste: de dimensie Vak (beroepsgenoten, perma-nente vorming) en Regio, dit in de diverse pro-vincies van Vlaanderen (de regionale werking) als over de hele wereld (33 Ekonomika-ambas-sadeurs meldden zich al in ons internationaal netwerk): de G-werking, generatiewerking, als derde dimensie om aldus tot de VRG-werking van Ekonomika te komen.

GENErAtIEWErKING: WAt GEbEUrt Er Al IN 2007, HEt EErStE HAlfjAAr?De ondersteuning van Ekonomika Alumni bij de generatiewerking:- 45 jaar geleden begonnen: 21/04/2007 (Wim, Jef, Rene)- 2005 afgestudeerd: minivoetbalcompetitie, april 2007- 60 jaar begonnen: 11/05/2007 (Sus)- 20 jaar afgestudeerd en 5YG: verbroederingscantus, mei 2007 (Luc)- 1963 afgestudeerd: 8/06/2007 (Guy)- Afgestudeerd 1997 (TEW/EW) / 1998 (Hir): 16/06/2007- Afgestudeerd HIR 2003 en TEW 2002: old school party op 16/06/07 (Stefan, Jan)- 10 jaar afgestudeerd: juni 2007 (Jurgen, Sven)

[ De generatiewerking in praktijk: samen tafelen. ]

[ Midden: oud-preses Jan Oosterlinck. ]

[ Lucrèce Neirynck en erevoorzitter Karel

Tavernier. ]

| EKO

NOM

IKA

beric

hten

| ja

nuar

i-feb

ruar

i-maa

rt 20

07

�

GENErAtIE-WErKING

GEnEratiEWErkinG

EKONOMIKAberichtenDriemaandelijks magazine

van de Ekonomika Alumni

Vereniging van Alumni van de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen van de KU Leuvenp.a. Marijke DecabooterNaamsestraat 69 - 3000 LeuvenTel.: 016/32.66.90 -Fax. 016/32.66.89e-mail: marijke.decabooter@econ.kuleuven.ac.be

Hoofdredacteur: Fa Quix

Kernredactie: Sara Coene, Luc Galoppin, Patrick Moermans, Frank Vandenborre en Jürgen Vanhaverbeke

Cartoons en gekruisigd: Eduard Verbeke (EVER)

Fotografen: Jan Maryssael en Fa Quix

Verantwoordelijke Uitgever: Freddy Nurski, Pastoor Tillemansstraat 3 - 3051 Oud-Heverlee

Advertentiewerving:Decom Tel. 0473/73.54.64 - Fax. 02/481.78.81e-mail: regie@decom.be

WErKGrOEp G-WErKINGBekruipt de zin je om je mee in te schuiven in deze werking en een goed ondersteund initiatief te nemen, aarzel dan niet contact op te nemen. Contactgegevens:

Luc Deneffe, luc.deneffe@telenet.beMarijke Decabooter, marijke.decabooter@econ.kuleuven.ac.beTel. namiddag: 016/32 66 90

[ Freddy Nurski & Luc Deneffe ]

5YG en senioren

Er broeit flink wat binnen de generatiewerking. De jongste 5 jaren verzamelden zich binnen generatiewerking in een sub-groep: de 5YG, five youngest generations. Elk jaar zal één activiteit organiseren voor haar jaar, doch openstaand voor geheel 5YG. Daarnaast is er een centrale activiteit voor 5YG. Deze zal plaatshebben de avond van de Alumnidag (zaterdag 20 oktober 2007).

De andere zijde van de Gausscurve, de senioren, ont-wikkelen naast het bestaande jaarfeest, een welcome-to-senio-ren pakket voor die jaren, die overgaan naar het seniorenseg-ment, m.n. zij die 40 jaar gele-den begonnen met hun studies. Apart kan u lezen wat al is aan-gekondigd voor de eerste jaar-helft 2007.

Contactpersonen voor de diverse afstudeerjaren - generaties (deze lijst is nog dagelijks in beweging en vatbaar voor alle suggesties) jaren in blauw: nog geen contactpersonen tot op heden stand: 20/02/2007senioren - voor 1954 (doen rondvraag in hun gelederen) 1951 Frans Vreys senioren - vanaf 1967 - Jules Ackermans, voorzitter 1955 Jules Dewaele, Karel Tavernier 1956 1957 Toon De Maeseneer, Wim Joos, Wilfried Van Der Perre 1958 Paul Peeters 1959 Theo Eylensbosch, Louis Lambermont, Sabin Schoofs 1960 Marc Benoit 1961 Frans Moortgat 1962 Wim Moens, René Hendriks, Jef Mariën1963 Guy Vos 1964 Felix Porters 1965 1966 1967 1968 1969 Bob Elsen 1970 Armand Renier, Bea Adriansens, Gusty Bertels, Monique De Cooman 1971 Karel Dierick, Paul De Herdt, Magda Van De Straete 1972 1973 1974 Jean-Paul Macken, Jan Maryssael 1975 1976 B.Creemers, L.Neyrinck, P.Plastria, M.Rochtus, L.Scheppers, E.Verhelst, M.Vranken1977 Paul Lindemans 1978 Marcel Van Moppes, Lucy Togni 1979 Paul Geyssens 1980 Leen Clijsters 1981 1982 Guy Libens, Leen Lamberts, Chris Smets, Luc Verbeeck, Wilfried Hendrickx 1983 Luc Truyens 1984 Koen D’Hoore, Bernadette Abts, Bart Steukers, Yolande Van Mileghem1985 Kristof Dekoninck, Jan Aertgeerts 1986 Pierre Arnould, Peter Lamens, Steven Lauwers, Kristien Theys 20YG - en jonger 1987 Luc Vantomme, Hilde Windels 1988 Werner Koninckx 1989 Jan Demey 1990 Hendrik Bogaert 1991 Geert Witpas 1992 Peter Mast 1993 1994 Peter Vyncke, Kathleen Delporte, Anton Siebelinck1995 Gregory Joos 1996 Eva Follet, Sofie Van de Putte, Paul Schepens 1997 Sven Vansteelandt, Wim Alen, Jurgen De Baerdemaeker, Nico Keters1998 Frederik Reynaert, Griet Wauters 1999 Alexander Lambrecht 2000 2001 Frederik Lathioor 5YG jongste 5 jaren Roeland Van Renterghem (proces is lopende, groep 5YG is groeiende) 2002 Elke Coremans, Dirk Lievens, Maarten Loos, Jan Raskin e.a.2003 Stefaan De Corte, Stijn Van Roy, e.a. 2004 Maarten Jacobs, Johan Saerens, e.a. 2005 Annelies Hermans, Jan Putzeys, e.a. 2006 Kristien Hoylaerts, e.a.

[Luc Verbeeck en Leen Lamberts ]

januari-februari-maart 2007 | EKONOM

IKA berichten |

7

SENIOrEN

SEniorEn

SENIOrENdAG 2007VrIjdAG �� MEI, fACUltY ClUb lEUVEN

De Seniorendag kent een klassiek maar suc-cesvol verloop: keurige receptie, stijlvol diner, huldiging van de jubilarissen, enkele toespra-ken en veel ambiance om af te sluiten met een studentikoze cantus.

Gastspreker is Tony Vandeputte, algemeen adviseur en ere-gedelegeerd bestuurder van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), die een boeiend onderwerp aansnijdt “Heeft sociaal overleg nog zin?”.

Jubilarissen van dit jaar zijn de leden promotie 1961, het presesjaar van Frans Moortgat. Een uitgebreid team mobiliseert - met succes - om zo veel mogelijk jaargenoten die dag naar Leuven terug te brengen.

Senior ben je - in de context van Ekonomika - vanaf 40 jaar na aanvang van je studies aan het “Handelskot”. Dus nodigen wij iedereen uit die in 1967 of voordien de weg naar Leuven heeft gevonden. Wij doen een speciale oproep aan de jongste generaties van senioren om eens terug te komen en oude jaargenoten terug te zien.

Er is maar één Seniorendag per jaar bij Ekonomika alumni… maar wat voor een! Ieder jaar opnieuw is dit HET trefpunt van de “gepensioneerden”, maar dan wel van diegene die de persoonsgebonden en emotionele band met Ekonomika voor geen geld ter wereld willen laten verloren gaan.

Misschien kunnen de presides van die jaren - of andere gemotiveerden - een wervend initia-tief nemen. Het bestuur van de Senioren wil, indien gewenst, altijd een hand toesteken!

Persoonlijke uitnodiging volgt later. Alvast allemaal hartelijk welkom!

Contact: Jules ACKERMANS, voorzitter j.ackermans@myonline.be - tel. 0495 51 83 32

Guy VOS, secretaris-penningmeesterguyvos@pandora.be - tel. 016 48 97 13

lIdGEld 2007 VErGEEt NIEt tE bEtAlEN!

[ Jules Ackermans ] [ Guy Vos ]

[ Pol Bastin: animator, presentator, organisator ]

lIdGEld 2007

Het netwerk van Ekonomika Alumni is legen-darisch. Niet alleen nationaal maar steeds meer ook internationaal. Als alumnus van de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen van de K.U.Leuven bent u daar lid van, tenminste als u niet vergeet van uw jaarlijks lidgeld te beta-len. Dit jaar hebben al meer dan 2.000 leden dat geregeld, dus zijn we goed op weg om de kaap van de 3.000 leden binnenkort te ron-den, nadat de teller in 2006 geëindigd is op 2.886 betalende leden, toen ook al goed voor een stijging met zowat 50%.

U kunt uw lidmaatschap hernieuwen door 30 euro over te schrijven op rekeningnummer 431- 0695271-42. Hiervoor krijgt u in juni ook een elektronische versie van het ledenboek met de contactgegevens van de Ekonomika-leden. Indien u liefst een gedrukte versie van het Jaarboek wil ontvangen dan betaalt u 10 euro meer, dus 40 euro in totaal. Bijkomende informatie is beschikbaar op onze website www.ekonomika.be.

Freddy NURSKIVoorzitter

| EKO

NOM

IKA

beric

hten

| ja

nuar

i-feb

ruar

i-maa

rt 20

07

�

CHINA-dEbAt

KApItAlIStISCHEr dAN AMErIKA?Of MINdEr SOCIAlIStISCH dAN EUrOpA?

Prof. Paul De Grauwe: analoge evolutie zoals die in Japan

Prof. Paul De Grauwe was vooral positief over de snelle economische ontwikkeling van China waardoor de armoede in dat land op de tijd van één generatie fors kon worden terug-gebracht en het westen tegelijk kon profiteren van een massa consumptiegoederen aan zeer lage prijzen die bovendien de inflatie drukken. Hij ontkende niet de problemen die China met zijn snelle groei veroorzaakt, nl. een grote druk op het leefmilieu en stijgende sociale spanningen door de grote inkomensongelijk-

Op donderdag 15 februari 2007 vond in de Leuvense economiefaculteit aan de Naamsestraat een China-debat plaats onder de titel: ‘China: Kapitalistischer dan Amerika? Minder socialistisch dan Europa?’. Het debat werd georganiseerd door de Ekonomika Studenten samen met de Alumni. De zowat 100 aanwezigen konden luisteren naar zeer uiteenlopende standpunten vertolkt door prof. Paul De Grauwe (KULeuven), Fa Quix (Fedustria, de nieuwe beroepsfederatie van de textiel-,hout-, en meubelbedrijven), en Roger Carroll (Licensing Manager Borealis Polymers nv). Moderator was Eric Verhulst, voorzitter van de onafhankelijke denktank WorkForAll.

heden. Maar hij gelooft rotsvast in een analoge evolutie zoals die in Japan heeft plaatsgevon-den. “In de jaren ’60 was Japan wat nu China is, met eveneens heel wat maatschappelijke spanningen in een autoritair regime, en een zogezegd gevaar voor onze welvaart. Inmiddels hebben we gezien dat Japan een reële bijdrage levert tot de wereldeconomie, en dit op een marktconforme manier. Ik geloof dat China dezelfde weg zal opgaan”, aldus prof. De Grauwe.

Fa Quix: Chinese overheid nog veel te grote invloed op economisch leven

Fa Quix (Fedustria) was veel sceptischer over China en zijn economisch model. De hoofdre-den is dat China wel volop meespeelt in de wereldeconomie, maar niet de correcte regels van een vrijemarkteconomie volgt. “De Chinese overheid heeft een nog veel te grote invloed op het economisch leven en dat ver-oorzaakt concurrentievervalsing tegenover de buitenlandse ondernemingen zoals onze pro-ducenten in het westen. Het probleem van China zijn niet de objectieve comparatieve voordelen, zoals de lage loonkosten, maar wel de vele vervalsende praktijken zoals de diverse open en verdoken overheidstussenkomsten, de artificieel lage munt en de plaag van namaak en kopie”, aldus Fa Quix. Hij is ook veel pessi-mistischer dan Prof. De Grauwe over de aan-passingen van het Chinese economische systeem. Fa Quix tegen Paul De Grauwe: “Ik wou dat ik u kon geloven, maar het autoritaire regime, met een corrupt overheidsapparaat, doen mij helaas het tegendeel geloven.”

Roger Carroll: win-winverhaal

Roger Carroll van Borealis hield een tussenpo-sitie aan. Hij is zich bewust van de vele proble-men in China die beide vorige sprekers aan-haalden, maar wees ook op de enorme interne marktontwikkeling in dat gigantische land. Borealis heeft er massaal geïnvesteerd. “Wij maken daar vooral producten voor de interne Chinese markt die momenteel boomt. In het westen werken wij vooral voor de westerse markt, en hier blijft ook de basis van onze knowhow. China zien wij dus als een win-win-verhaal.”

[ Eric Verhulst en Fa Quix ]

china-dEbat

[ De deelnemers aan het debat, vlnr: Roger Carroll, Fa Quix, Cil

Haesendonck (organisatrice van het debat), prof Paul De Grauwe en

moderator Eric Verhulst. ]

fACUltEIt

�

jan-febr-maart 2007 | EKONOM

IKA berichten |

FacultEit

jOEp KONINGSlAStENVErlAGING lEIdt

EffECtIEf tOt jObCrEAtIE“Wij hebben in een recente empirische studie heel duidelijk het verband kunnen aantonen tussen lastenverlaging op arbeid en de creatie van jobs. Het is dus onjuist te beweren dat we op dat vlak in België niets kunnen doen omdat we toch nooit het niveau van de lagelonenlanden kunnen bereiken. We hebben voor onze studie gebruik gemaakt van het ‘natuurlijk experiment’ van de Maribel-operatie in de jaren ‘90”, aldus decaan prof. Joep Konings bij de presentatie van discussion paper n° 178 van LICOS (Centre for Institutions and Economic Performance) in januari jl. (1)

De studie, die prof Konings samen met Maarten Goos realiseerde, vertrok van de concrete maatregelen van de zogenaamde Maribel-operatie, waarbij bedrijven die han-denarbeiders in dienst hadden een subsidie per arbeider ontvingen, wat vergelijkbaar was met een korting op de patronale sociale bijdra-gen. In de studie werden bedrijven die derge-lijke Maribel-tegemoetkomingen ontvingen vergeleken met gelijkaardige bedrijven die deze Maribel-tegemoetkomingen niet ontvin-gen. De empirische studie was zeer uitgebreid, aangezien de analyse sloeg op niet minder dan 44.000 bedrijven.

Complementariteit in het productieproces

Joep Konings: “De brutolonen in de zoge-naamde Maribel-bedrijven stegen gemiddeld slechts met 2% ten gevolge van de Maribel-subsidie. De Maribel-bedrijven verhoogden hun tewerkstelling met gemiddeld 5% in ver-gelijking met bedrijven die dergelijke subsidie niet ontvingen. Bovendien bleken de tewerk-stellingseffecten groter in sectoren die meer aan concurrentie onderhevig zijn. De resulta-ten van de studie tonen aan dat een lastenver-laging voor handenarbeiders, die doorgaans lager geschoold zijn en een loon ontvangen dat dichter bij het minimumloon ligt, sterke effecten kan hebben op jobcreatie. In dit con-crete geval van Maribel bedroeg de gemiddelde steun 2% van de loonkost.” Maar het bleef niet alleen beperkt tot deze directe positieve tewerkstellingseffecten voor handenarbeiders. Konings en Goos stellen dat de Maribel-maat-regelen ook positieve effecten hebben gehad op andere groepen van werknemers, zij het in mindere mate, zoals bedienden en managers. Dit suggereert een complementariteit in het productieproces.

39.000 jobs per jaar

Volgens prof Konings is dit belangrijke infor-matie voor het beleid, dat focust op meer tewerkstelling, zeker met de recente gebeurte-nissen van Volkswagen Vorst in het achter-hoofd en met de toenemende globalisering, in de eerste plaats van de industriële productieac-tiviteiten. De studie suggereert dat hoge lasten op arbeid niet bevorderlijk zijn voor de tewerk-stelling. Lastenverlaging daarentegen wel. “Op basis van de berekeningen van de studie heeft de Maribel-steun aanleiding gegeven tot een brutojobcreatie van 39.000 jobs per jaar. En dat is niet weinig”, aldus prof Konings. Het debat over de loonkosten in het werk-scheppingsproces staat hiermee weer centraal “Maar”, waarschuwt prof Konings, “niet alleen de hoge fiscale en parafiscale druk staan hier ter discussie, evenzeer het loonvormings- proces zelf.”

Fa QUIX

(1) Konings Jozef en Goos Maarten, The impact of payroll tax reductions on employment and wages: a natural experiment using firm level data, LICOS discussion paper n° 178/2007, K.U.Leuven, January 2007

[ decaan prof Joep Konings ]

�0

fACUltEIt

FacultEit

pAUl VAN rOMpUY“lEUVENSE ECONOMEN MOEtEN

tErUG MEEr WEGEN Op HEt MAAtSCHAppElIjK dEbAt”

“Er zijn natuurlijk meerdere oorzaken en het is ook geen typisch Leuvens fenomeen, alhoe-wel onze Franstalige collega’s recent blijk geven van een ietwat meer opgemerkte aanwe-zigheid in de media. De tanende interesse van de Leuvense economen voor beleidsrelevant onderzoek ligt voor een groot deel zeker in de grotere aandacht van de onderzoekers voor theoretische verkenningen aan de rand van de state of the art. Deze onderzoeksresultaten lenen zich omwille van hun specialisatie niet onmiddellijk tot kant-en-klare aanbevelingen voor het beleid. Bovendien krijgt het beleidsre-levant onderzoek een lagere weging in de eva-luatie van de academische prestaties, zodat er een afruil ontstaat ten nadele van de het beleidsrelevant onderzoek”, aldus prof Paul Van Rompuy.

Geen autonoom en adviserend orgaan

“Maar er is meer: de steeds grotere internatio-nale dimensie van het academisch gebeuren maakt het voor mobiele academici ook minder interessant om zich te verdiepen in lokale of nationale beleidsvraagstukken. Het Belgische publieke forum vertoont bovendien een aantal structurele kenmerken die niet bijzonder sti-mulerend zijn voor een onafhankelijke, kriti-sche opstelling. Zo ontbreekt er in ons land een onafhankelijk en autonoom adviserend orgaan voor het sociaal-economisch beleid, dat zowel een evaluerende als sturende rol kan spelen, zoals de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in Nederland of de Raad der Wijzen in Duitsland. Dergelijke instellingen vervullen een signaalfunctie naar de onderzoekers aan de universiteiten, die aangemoedigd worden om vrijmoedig naar buiten te treden en mee te discussiëren over het beleid”, zegt Paul Van Rompuy.

[ Freddy Nurski met Chris Smets en Wilfried Hendrickx. ]

“Het enthousiasme van de Leuvense economen om het maatschappelijk forum te betreden is in de loop van de voorbije tien jaar gevoelig bekoeld.

Deze drempelvrees staat wel in schril contrast met hun fel opgemerkte standpunten in de jaren tachtig en begin jaren negentig omtrent de

toen actuele beleidsvraagstukken, zoals de rol van de overheid in de economie, de positie van de Belgische frank, de staatshervormingen,

de perspectieven voor de Europese muntunie, de overheidsfinanciën,… Om er maar enkele te noemen. Ondanks de niet bepaald stimulerende

omgeving en de hoge werkbelasting zouden jonge economen toch moeten worden aangemoedigd om de maatschappelijke dimensie van

hun waardevol wetenschappelijk werk meer dan ooit in de verf te zetten”, stelde prof Paul Van Rompuy ter gelegenheid van zijn emeritaatsviering

op 24 oktober 2006 in Leuven.

| EKO

NOM

IKA

beric

hten

| ja

nuar

i-feb

ruar

i-maa

rt 20

07

dE HOGE EUrOpESE WErK-lOOSHEId EN dE OplOSSINGEN VAN dE ECONOMENPaul Van Rompuy: “Volgens de orthodoxe consensus werken een hoge werkloosheidsuitkering in verhouding tot het laatst verdiende loon (de ver-vangingsratio) én een hoge fiscale en parafiscale druk op de lonen, de werk-loosheid in de hand. Het empirisch en vergelijkend onderzoek over de voorbije 40 jaar toont echter aan dat het verband tussen royale werkloos-heidsuitkeringen en een hoge fiscale druk enerzijds, en de werkloosheidse-volutie anderzijds, statistisch veeleer zwak is. Zo scoorden landen met een hogere vervangingsratio (uitkeringen), zoals Nederland, of landen met een hogere totale belastingsdruk, zoals Finland, Zweden en Oostenrijk, merke-lijk beter dan België inzake werkloosheid (langetermijnevolutie). We moe-ten de analyse verfijnen. Een meer bevredigende verklaring voor het brede spectrum van de Europese werkloosheid vinden we in kenmerken zoals het voorwaardelijke karakter van de werkloosheidsuitkeringen, de intensiteit van de begeleiding van de werklozen, de appreciatie door de bevolking van de collectieve voorzieningen als tegenhanger van de belastingdruk,… Dankzij deze verruimde invalshoek wordt het realiteitskarakter van de eco-nomische analyse verhoogd. Het opentrekken van de invalshoek is echter geen sinecure, gelet op onze ingewikkelde institutionele omgeving.”

fACUltEItSteeds meer gemarginaliseerd

“Het risico is dus reëel dat het beleidsrelevante onderzoek aan de universiteit in de toekomst meer en meer gemarginaliseerd dreigt te wor-den. Dat zou meteen voer geven aan de criti-casters die de zwakke maatschappelijke betrokkenheid van de ‘elitaire’ universiteit op de korrel zouden nemen. We hebben er dus alle belang bij om de beloftevolle lichting van jonge Leuvense economen te stimuleren om opnieuw hun plaats te veroveren in het debat tussen theorie en beleid”, pleit prof Paul Van Rompuy. En als kersverse emeritus ziet hij hier meteen een opdracht voor zichzelf en andere emeriti “die voor onze universiteit goedkoper uitvallen dan de meest geschoolde Poolse loodgieter. Zij zouden inderdaad, nog veel meer dan nu het geval is, taken kunnen overnemen van hun jongere, zwaar belaste collega’s, zoals dat overigens een courante praktijk is aan gerenommeerde universiteiten in het buitenland”, besloot prof em Paul Van Rompuy zijn toespraak.

Fa Quix

��

jan-febr-maart 2007 | EKONOM

IKA berichten |

dE fINANCIëlE trANSfErS tUSSEN dE rEGIO’S ObjECtIEf blIjVEN bENAdErENPaul Van Rompuy: “Bij gebrek aan exacte gegevens gebeuren de schattingen van de interregionale financiële stromen (de trans-fers) tussen de regio’s op grond van benade-rende verdeelsleutels. Ze zijn dus bezwaard met een foutenmarge. Het is eigenaardig dat in een aantal politieke middens die ruwe schattingen gebruikt worden als communau-tair breekijzer voor diepgaande staatkundige hervormingen, of zelfs volledige autonomie voor de deelgebieden. Men vergeet er bij te vermelden dat zowat 60% van de geschatte financiële stromen van Vlaanderen naar Wallonië bestaat uit solidariteit tussen perso-nen, niet tussen gewesten. Deze solidariteit tussen personen zit verankerd in ons stelsel van sociale zekerheid. En iedereen weet dat ons stelsel van solidariteit tussen personen

een stelsel van sociale bescherming is dat is uitgegroeid tot één van de fundamenten van onze welvaartsstaat. Het verder objectiveren van deze regionale stromen impliceert dus in de eerste plaats een grondige discussie over de doelmatigheid van de sociale zekerheid zelf. Een grotere doelmatigheid van het stelsel zou er bovendien toe leiden dat de omvang van de regionale financiële stromen afneemt. Zeker wanneer dat gepaard gaat met het financieel verantwoordelijk stellen van haar actoren en dat kunnen de gewesten zijn voor bepaalde deeltakken, zoals voor de werkloosheidsverze-kering. Laat ons dit delicate debat dus steeds objectiveren. Indien het tenminste de bedoe-ling is om een duurzame winstsituatie te scheppen voor alle geledingen van de bevol-king en voor alle deelgebieden.”

FacultEit

[ prof em Paul Van Rompuy ]

�2

prOdUCtIE & lOGIStIEK

ProductiE & loGiStiEk| E

KONO

MIK

A be

richt

en |

janu

ari-f

ebru

ari-m

aart

2007

lEAN OpErAtIONSNIEt tE VEt MAAr OOK NIEt tE MAGEr!

ting van cross-functional taskforces. Er werden niet minder dan 378 pijnpunten geïdentifi-ceerd waarop uiteindelijk 82 tegenmaatregelen werden gedefinieerd die een jaarlijkse bespa-ring, op Europees niveau, van 31 miljoen euro opleveren. Vierendertig van die tegenmaatre-gelen situeren zich in Kaizen en 48 in Business Transformation. Eén van de resulta-ten is dat er nu veel doelgerichter naar de Toyota-klanten kan worden gezocht, waardoor blinde massareclamecampagnes vermeden kunnen worden. “Dat is natuurlijk maar mogelijk wanneer je aangeschakeld bent met je (potentiële) klanten. Hoe kan je met CRM je klant echt leren kennen en winst maken in de business? Het succes van de Yaris is daar een bewijs van. Toyota haalt daar nu zowat de helft meer repurchase, dus herverkoop aan een eer-dere Yaris-klant, zoals uit een test in Duitsland blijkt”, besloot Dieltiens. Lean Operations kan dus ook in een kantooromgeving werken.

Philips Lighting: Black Belts

Het tweede voorbeeld kwam van Philips Lighting, gebracht door Gert Kramer. Het Six Sigma-programma werd er sinds 1999 onder de naam Black Belt ingevoerd. Het uitgangs-punt van Kramer is dat de meeste projecten in een bedrijfsomgeving niet falen door de inhoud ervan of de ambitie maar wel door de human dynamics: slechte opdrachtbepaling, slecht samengestelde teams, geen goede inter-ne samenwerking in het team,… Black Belt betekent dat men de persoon van de projectlei-der in het centrum van het project plaatst. Het gaat normaal om jonge high potentials, met 3 à 5 jaar ervaring in de business, die fulltime aan het project worden toegewezen voor een periode van zowat 3 jaar. Daarna zullen zij normaal gesproken doorgroeien tot sleutel-functies in het bedrijf. Black Belts krijgen uiteraard een “groeilijn”, te beginnen met een simple project en de tools aanleren. Daarna wordt overgeschakeld op meer geavanceerde projecten, d.w.z. cross-functional, met mensen van verschillende culturen uit de hele bedrijfs-organisatie. Zij ontwikkelen zich ook door “het doen”. De bedoeling van de Black Belt-projec-ten is om een doorbraak te realiseren met harde en zachte winsten op een duurzame manier. Philips Lighting heeft zo’n tien Black Belts en één Master Black Belt. De projecten

“Het doel van Lean Operations is het overtollige, door obesitas veroorzaakte vet weg te snijden. Maar opgelet, het Lean-idee is er één van permanent vermageren als organisatie, en dat kan leiden tot anorexia. Dat zal echter de performantie van een systeem degraderen. Het komt er dus op aan van een evenwichtige en gezonde operationaliteit te waarborgen.

En dat is een verhaal van permanent afwegen. Lean physics biedt een mogelijk antwoord”, zo zei prof Nico Vandaele van het Research Center for Operations van de K.U.Leuven op een seminarie van Productie & Logistiek

(P&L), een vakgroep binnen Ekonomika Alumni, op 21 februari jl.

Company Mass Index

Het komt er als bedrijf of organisatie op aan om een maximale performantie te halen met een minimale inzet van buffers. Naar analogie met de Body Mass Index (BMI) voor mensen kan die performantie via een Company Mass Index (CMI) gemeten worden. ‘Lean’ is dan het optimum tussen ‘fat’ en ‘slim’ en dat is een trade-off tussen extra capaciteit (en dus kost) en lead time (de tijd dat de klanten moe-ten wachten). Prof Nico Vandaele stelde dat bedrijven de keuze hebben tussen “diverse dië-ten”, waarvan hij o.m. Six Sigma in het kort toelichtte.

Toyota Motor Europe: Lean Operations, ook in kantooromgeving

Een eerste praktijkvoorbeeld werd gebracht door Nick Dieltiens, van Clear Management Consultants, met een voorbeeld van Toyota Motor Europe. Hij moest er de principes van Lean Manufacturing toepassen op de Europese sales & marketing-organisatie. “Het is dus ook mogelijk om de principes van de Lean Company toe te passen op een office environ-ment”, zei Dieltiens. Hij stelde dat Toyota ver-schilt van zijn concurrenten doordat de bedrijfscultuur op constante verbetering gericht is. Samen naar oplossingen zoeken is ingebed in de Japanse cultuur en dat is niet zomaar transfereerbaar naar andere bedrijven. Toch kon Toyota nog verbeteren. Dat kwam omdat in sales & marketing de medewerkers nog teveel gefocust waren op hun job zelf, de functie dus, en te weinig horizontaal op elkaar waren aangeschakeld. Het begrip Customer Lifecycle Management moest daar verandering in brengen. Dat betekent natuurlijk de oprich-

[ prof Nico Vandaele ]

��

ProductiE & loGiStiEk

prOdUCtIE & lOGIStIEK

januari-februari-maart 2007 | EKONOM

IKA berichten |

zijn cross-sites. Voorbeelden van Black Belt-projecten in de supply chain zijn: cycle time reduction, betrouwbaarheid van orderbevesti-gingen, verbetering van klantenservice, voor-raadvermindering, samenwerking met klan-ten,… De “harde” winsten zijn natuurlijk bediscussieerbaar, maar sinds de start van de Black Belt-projecten draaien de kostenbespa-ringen rond de 6 miljoen euro in de supply chain, schat Kramer. Kramer, zelf Master Black Belt Supply Chain & Purchasing Philips Eindhoven zegt: “Soms is het vreemd. We had-den een probleem van overdreven stocks in een distributiecentrum in de USA. Bleek dit voort te vloeien uit een gebrek aan vertrouwen tussen deze distributeur en de leverancier, het Nederlandse productiecentrum. Het hele project was er op gericht om dit ver-trouwen op te bouwen, wat ook gelukt is en waardoor jaarlijks ruim 1 miljoen dollar op voorraad bespaard kon worden.”

Fa Quix

KrUISWOOrdrAAdSEl

EKONOMIKAGEKrUISIGd HoriZontaaL

6. Dat krijg je van het liquideren van een project. (10)

7. Vurige geliefde. (4)

8. Spelleiding van een Belgisch nutsbedrijf. (5)

10. Onze soort is een Latijnse geest. (4)

12. In samenstellingen ergens een broertje aan dood hebben. (5)

14. Daar kan je beter niet in zitten. (3)

15. Een frisdrank om ongelijkheid uit te drukken. (4)

16. Insmeren. (5)

17. Stuk taart op de dagorde. (10)

verticaaL1. Kan beter niet innig zijn. (10)

2. Een deel van een boom dat ten strijde kan trekken. (4)

3. Op welke plaats is dit handelsartikel? (4)

4. Een te ver is niet haalbaar. (4)

5. Dat ziet elke vereniging graag. (10)

9. Met die afkorting kan je een hele opsomming vermijden. (3)

11. Voor wie de maarschalk in Stratego moet opletten. (5)

12. Huidmondje op sommige kankerpatiënten. (5)

13. Gedicht met 5-7-5. (5)

Oplossing op p. 15

| EKO

NOM

IKA

beric

hten

| ja

nuar

i-feb

ruar

i-maa

rt 20

07

��

VAKGrOEp Hr

vakGroEP hr

WAArOM VrOUWEN bEtEr VErdIENEN … MAAr MANNEN MEEr KrIjGEN

ben de vrouwen er zelf wat “schuld” aan door de beroepskeuzes die ze maken? M.a.w.: als vrouwen dezelfde loopbaandoelstellingen als de mannen zouden stellen, zou de loonkloof dan verdwijnen? Prof Luc Sels: “Vrouwen en mannen werken in verschillende sectoren en beroepen. In de 10 bestbetalende sectoren heb-ben de vrouwen slechts 30% van de jobs, ter-wijl in de 10 slecht betalende sectoren de vrou-wen een aandeel hebben van liefst 58%. Ook in de zogenaamde vrouwenberoepen zoals de huishoudelijke schoonmaak, kinderoppas, kleuterleidster, verpleegkundige, secretaresse, … zijn vrouwen tot meer dan 90% vertegen-woordigd. Trouwens, op meer dan 20 jaar (1981 – 2003) is aan deze verhoudingen nau-welijks iets veranderd, ondanks alle acties om mannen te krijgen in deze vrouwenjobs, en omgekeerd”. Toch verandert er wel degelijk iets. Prof Sels: “Er zijn ook heel wat wijzigende sterke beroepen waar de vrouwen in opmars zijn. Tussen 1970 en 2003 is het aandeel van de vrouwelijke architecten gestegen van 1,1% naar 28%; de vrouwelijke artsen en chirurgen zijn nu ruim 32% van het totaal (slechts 6,3% in 1970) en de vrouwelijke rechters en magi-straten zijn opgeklommen tot 40% komende van 1,9%. Maar in sommige minder betalende jobs is de vrouwelijke aanwezigheid echter ook toegenomen. Enkele voorbeelden: loketbedien-de (van 77% vrouwen naar 79% tussen 1981 en 2003), kapsters (van 73 naar 82%) en receptio-nisten (van 43 naar 60%).”

Onderbrekingen van de loopbaan zou ook een belangrijke reden zijn voor de loonachterstand

“De loonkloof is geen mythe. Mannen verdienen beter dan vrouwen. Maar de oplossing is niet zo simpel. Er zijn vele redenen, ook objectieve. Het

gaat dus heus niet alleen om een zogenaamde “discriminatie”. Ook een aantal complexe factoren verklaren deze loonkloof, zoals de sector waar vrouwen in tewerkgesteld zijn, het type job, en de onvolledige carrière.

Maar laat dat toch geen reden zijn om de bestaande kloof goed te praten,” aldus prof Luc Sels, die als gewoon hoogleraar verbonden is aan het

Onderzoekscentrum Personeel & Organisatie van de Faculteit ETEW van de KULeuven. Hij gaf de inleiding van het HR-seminarie georganiseerd

door Ekonomika Alumni op 23 november 2006.

“Betrouwbare cijfers over de loonkloof tussen mannen en vrouwen zijn niet gemakkelijk te vinden”, geeft prof Luc Sels toe. “Want er is de ongecorrigeerde en de gecorrigeerde loon-kloof. Ongecorrigeerd bedraagt de loonkloof tussen mannen en vrouwen zowat 22%, maar als we die corrigeren dan komen we in de buurt van 7,7%. Alleen dat laatste cijfer kun-nen we als basis nemen voor de onterechte loonkloof tussen mannen en vrouwen, zeg maar de echte discriminatie”. Sels: “Dat we moeten corrigeren is evident, want vrouwen zijn gemiddeld minder aanwezig in leidingge-vende functies, hebben vaak minder hiërarchi-sche verantwoordelijkheden, hebben gemid-deld minder werkervaring, en zijn niet in dezelfde (goed verdienende) jobs actief. Dat verklaart voor een groot deel het verschil in loon van de vrouwen t.o.v. de mannen. Dat is op zich geen discriminatie.”

Komt de (gecorrigeerde) loonkloof door de ongelijke behandeling van de vrouwen, of heb-

[ Prof Luc Sels ]

[ Vrouwen zonder (carrière)zorgen: Yolande Van Mileghem, Amber

Hermans, Nele Van Buggenhout en Miek De Busschere. ]

januari-februari-maart 2007 | EKONOM

IKA berichten |

��

van de vrouwen. Toch is dat niet zo eenduidig. Wanneer de loopbaan voor een langere perio-de wordt onderbroken omwille van werkloos-heid, dan kan dit een loonverlies met soms meer dan 15% voor gevolg hebben in de nieu-we job tegenover de vroegere. Dat geldt even-wel zowel voor mannen als voor vrouwen. Maar loopbaanonderbrekingen om familiale redenen hebben zo goed als geen negatieve impact op het loon, zelfs wanneer de betrok-ken vrouwen voor meer dan 36 maanden hun carrière onderbroken hebben. Bij mannen wel. Prof Sels: “Mannen die thuis blijven voor de kinderen krijgen een negatieve connotatie mee in de zin van ‘hij kiest tegen zijn job en zijn carrière’, terwijl bij een vrouw dit gezien wordt als een positieve keuze ten gunste van het gezin.”

Toch is prof Sels van mening dat de vrouwen zelf de belangrijkste sleutel in handen heb-ben om hun financiële situatie te verbeteren. “Het begint al bij de studiekeuze. De meisjes zijn oververtegenwoordigd in de zogenaamde “zachte richtingen” zoals psychologie, peda-gogie, farmaceutische wetenschappen, lette-ren, rechten, sociale wetenschappen, enz. In al deze richtingen zijn de meisjes met ruim 55% of meer vertegenwoordigd (tot 83,5% in de richtingen psychologie en pedagogie). In de ‘hardere richtingen’ zijn de meisjes met 40% of minder vertegenwoordigd, zoals bio-ingenieur en ETEW (40%), wetenschappen (29%) en ingenieurswetenschappen (20%). Deze hardere richtingen betalen later wel beter op de arbeidsmarkt. Maar er is meer. Ook in dezelfde jobs zijn de vrouwen minder

ambitieus. Sels: “Uit onderzoek hebben we vastgesteld dat mannen grotere loonaspiraties tonen dan vrouwen. Vrouwen hebben gewoon lagere loonaspiraties, zo zien we in onze stu-dies. Op de leeftijd van 20 jaar bestaat er een verschil van niet minder dan 15% in de loon-aspiratie tussen mannen en vrouwen. Dat, en de hardere loonnegotiaties die mannen voe-ren bij sollicitaties en evaluaties, verklaren ook een deel van de loonkloof. Vrouwen leg-gen meer de nadruk op kwalitatieve factoren, zoals de werksfeer, de inhoud van de job, de combineerbaarheid van het werk met het gezin,…”

De loonkloof dichtrijden moet onze ambitie blijven, zo stelt prof Sels. Maar dan moeten we meer kijken naar de loopbaanverschillen dan naar de loonverschillen op zich. Belangrijk is dat mensen, en zeker de vrouwen, goed geïn-formeerd zijn over de keuzes die zij maken, en de gevolgen ervan. “Want een vrije keuze is maar een vrije keuze voor zover ze een geïn-formeerde keuze is. En een geïnformeerde keuze slaat in de eerste plaats op de studiekeu-ze. En dit niet alleen in het hoger onderwijs, maar ook al in de middelbare school.” Het advies van Luc Sels voor de vrouwen is dan ook: wees ambitieuzer, verwacht meer van je carrière, raadpleeg loopbaanconsulenten. Maar ook: kies een zo hoog mogelijk diploma, stu-deer verder om je marktwaarde op te drijven. En tot slot: kies voor die sectoren met de hoge-re lonen, en ga daar voor de bestbetalende jobs!

Fa QUIX

Oplossing kruiswoordraadsel

[ De dames vooraan: links Katleen Van Waeyenberghe (Hay Group), Isabel Schoonbaert (VRT) en Anke Ulens (HR Forces); de mannen achteraan: links Luc Galoppin (Ekonomika vakgroep HR), Jean-Paul Macken (JPM Consult) en Roel Kox (Ekonomika vakgroep HR). ]

fACUltEIt

rAYMONd dE bONdt ACtUAlISEErt tWEE StANdAArdWErKEN

‘ElEMENtEN VAN bEdrIjfSECONOMIE’ EN ‘tHEOrIE VAN dE INdUStrIëlE OrGANISAtIE’

‘Elementen van Bedrijfseconomie’

Dit boek is een grondige herwerking van ‘Fundamentele Bedrijfseconomie’, dat de stu-denten sinds 1988 voorgeschoteld kregen. De bedrijfseconomie bestudeert de economische aspecten van bedrijfskundige problemen die verband houden met algemeen beleid, strate-gie, aankoop, verkoop, financiering. Het boek ‘Elementen van Bedrijfseconomie’ verduide-lijkt een aantal fundamentele micro-economi-sche inzichten die een nuttige analyse en een bruikbare oplossing kunnen bieden voor uit-eenlopende problemen in winstzoekende pri-vébedrijven. De klemtoon ligt daarbij op prijs- en productiebeslissingen die inspelen op ken-merken van de vraag, de technologie en de marktconcurrentie.

In dit boek, dat een beperkte voorkennis eco-nomie vergt, volgen de verschillende begrip-pen en resultaten elkaar logisch op. Bovendien sluiten ze nauw aan bij recente wetenschappe-lijke beschouwingen, waaronder de moderne speltheorie. De uiteenzetting hanteert eenvou-dige optimalisatiemethoden en combineert goed gekozen numerieke gegevens met talrijke figuren en praktijkvoorbeelden. Historische noten over vooraanstaande wetenschappers, zoals Nobelprijswinnaars economie, kruiden het verhaal, zoals dat van John Nash, mede-uitvinder van de speltheorie en bekend van het niet-coöperatieve Nash-evenwicht. Hij ontving hiervoor in 1994 de Nobelprijs, samen met de Hongaar John Harsanyi en de Duitser Reinheld Selten.

Professor Raymond De Bondt is een begrip aan de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen van de

K.U.Leuven, en ver daarbuiten. Voor industriële organisatie is hij zelfs wereldwijd een begrip in academische kringen. Inzake publicaties is

hij een zeer grote referentie. Zopas heeft prof De Bondt twee van zijn standaardwerken volledig geactualiseerd.

‘Theorie van de Industriële Organisatie’

De competitieve marktstrategie voor producten moet inspelen op de externe marktorganisatie. Evengoed moet de interne organisatie van de aanbieders rekening houden met onderliggen-de economische prikkels en tendensen. Het werk ‘Theorie van de Industriële Organisatie’ (industriële economie) van prof De Bondt levert denkkaders voor de analyse van econo-mische krachten. Dergelijke denkkaders kun-nen de operationele en strategische beslissin-gen van bedrijven en van andere organisaties zinvol inspireren. Een greep van de vragen die aan bod komen: wanneer en hoe kunnen bedrijven destructieve prijzenconcurrentie ver-mijden? Wanneer is decentralisatie aangewe-zen? Wanneer is centralisatie van bevoegdhe-den een goed idee? Is variabel vergoeden altijd aangewezen? Is zelf doen beter of slechter dan uitbesteden? Hoe kan de concurrentie slim bespeeld worden en met welke gevolgen? Het boek geeft een overzicht van de belangrijke wetenschappelijke inzichten die onder meer aansluiten bij de moderne speltheorie en de theorie van de asymmetrische informatie. Eenvoudige modellen, duidelijke cijfervoor-beelden en praktische gevallen maken dit boek erg nuttig voor economisten in het bedrijfsle-ven.

Beide boeken zijn uitgegeven door Alta Uitgeverij, Leuven-Heverlee, in 2006. Prof Raymond De Bondt is gewoon hoogleraar aan het departement Bedrijfseconomie, Strategie en Innovatie van de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen van de K.U.Leuven, waar hij bedrijfseconomie en industriële economie doceert.

FacultEit

��

[ prof Raymond De Bondt ]

| EKO

NOM

IKA

beric

hten

| ja

nuar

i-feb

ruar

i-maa

rt 20

07

januari-februari-maart 2007 | EKONOM

IKA berichten |

�7

rEGIONAlE KErN

brUSSEl

rEGionalE kErn bruSSEl

VlAANdErEN – WAllONIëjE t’AIME, MOI NON plUS“Hoe bepalen wij onze positie tegenover de globalisatie? Waarin willen wij als regio ons specialiseren? Vlaanderen mikt op logistiek, biotechnologie, aeronautica, enz. Wallonië, via het Marshallplan, op logistiek, biotechnologie en aeronautica. Hetzelfde hoor je in Baden Würtenberg, Lyon, enz. Kortom, alle regio’s denken over dezelfde troeven te beschikken. Als land moeten wij het verschil kunnen maken. Een van die verschillen heet Brussel, als stad met de meeste diplomaten, het land met de meest bekende merknaam in Europa; wij zouden Brussel als supertroef moeten uitspelen,”, aldus Rudy Aernoudt, Secretaris-Generaal Departement Economie, Wetenschappen en Innovatie van de Vlaamse Gemeenschap en tot 1 september 2006 kabinetchef van Vlaams minister van Economie Fientje Moerman en tevens auteur van het boek “Vlaanderen-Wallonië. Je t’aime, moi non plus”, tijdens een lunchcauserie van Ekonomika Brussel op 22 januari 2006.

Kan Vlaanderen zijn economische performantie nog verhogen na een nieuwe staatshervorming die meer bevoegdheden overhevelt naar de regio’s? Inzake staatshervorming zijn er 3 opties:

1 Laat ons scheiden: Dat is de optie van de Warande, maar hun

conclusie lag al op voorhand vast, zegt Aernoudt. De aangegeven regioverschillen tussen Vlaanderen en Wallonië kunnen ech-ter eerder gezien worden als een bron van rijkdom dan als een bron van splitsing.

2. Laat ons alles houden zoals het is: Deze houding is blind voor een aantal ver-

schillen tussen de regio’s. In Wallonië heeft 1 op de 7 kinderen nooit zijn ouders zien werken; 33% van de jongeren heeft er geen werk. Van alle Europese regio’s is het alleen erger in Martinique en Guadeloupe. Vlaanderen daarentegen houdt gelijke tred met de andere topregio’s inzake tewerkstel-ling, tot 55 jaar maar na 62 jaar tellen wij nog slechts 2% werkenden waarmee wij tot de slechtste leerlingen in Europa behoren. De problematiek in Wallonië is er dus een van jongerenwerkloosheid, in Vlaanderen

een van ouderentewerkstelling. In een staatshervorming moet dus het arbeids-marktbeleid op een andere manier uitge-werkt worden volgens de noden van elke regio, aldus Aernoudt.

3. “Je t’aime, moi non plus”: laat ons verstandig rond de tafel zitten voor een toekomst van België:

Dichotomie diaboliseert. Stellingen als “De Walen zijn lui en de Vlamingen onder-nemend” zijn clichés die niet kloppen met de realiteit. Maar door ze voortdurend te herhalen gaat men er in geloven. De fout ligt niet bij de doorsnee Waal maar bij het politieke systeem in Wallonië dat niet aanzet om beroepsactief te zijn. Tot 1966 was het bruto binnenlands product in Wallonië hoger dan in Vlaanderen. Van 1950 tot 2000 is Wallonië echter gedaald van de 2de rijkste regio van de wereld naar de 56ste regio van Europa. In Vlaanderen werd in die periode de automobiel- en de chemie-industrie aan-getrokken, met goedkope, goedopgeleide en productieve arbeidskrachten. Er werden toen ook vele miljoenen subsidies (de zogenaam-de Expansiewetten) gegeven, en er was toen nog plaats zat. De kloof is nu zo groot dat een Waal gemiddeld 22% minder verdient dan een Vlaming.

Hoe zit het nu met de transfers van Vlaanderen naar Wallonië?

Aernoudt: “Dé methode om de transfers in kaart te brengen bestaat niet. De ramingen variëren tussen 10 miljard € (VB en NVA), 10 miljard maar inclusief 3,8 miljard intresten die niet hadden moeten worden betaald als de schuld in 1990 gesplitst was geweest ➤

[ Jules Ackermans, voorzitter Ekonomika Brussel, Rudy Aernoudt,

secretaris-generaal Departement Economie, Wetenschappen

en Innovatie van de Vlaamse Gemeenschap en publicist, en de aantredende voorzitter van

Ekonomika Brussel, Michel De Bièvre. ]

| EKO

NOM

IKA

beric

hten

| ja

nuar

i-feb

ruar

i-maa

rt 20

07

��

rEGIONAlE KErN

VlAAMS-brAbANt

rEGIONAlE KErN brUSSEl

rEGionalE kErn bruSSEl

(Warandemanifest), 6,6 miljard (Abafin), 4 miljard (KBC), 3 miljard (VBO). Ik denk dat 6,5 miljard € dicht bij de realiteit ligt, wat over-eenkomt met 3 €/ dag/ per Vlaamse inwoner.”

Waarvoor dienen die transfers?

1. Voor de financiering van zij die geen inkomen hebben:

Als de transfers zouden worden afgeschaft, dan zou het aantal Walen beneden de armoedegrens stijgen met 42%, d.i. 26% i.p.v. 16% nu, dus 1 op 4. Tweederde van de transfers hebben dus te maken met het ver-schil in werkgelegenheidsniveau. Bij gelijk werkgelegenheidsniveau zou er maar 2 mil-jard € transfers overblijven. Zorgen voor een betere economie in Wallonië zou dus ieder-een ten goede komen.

2. Voor de financiering van de federale en de regio-nale administratie:

Volgens de ECB heeft onze administratie een inputefficiëntie van slechts 66%. M.a.w. wij zouden hetzelfde moeten kunnen preste-ren met 66% van de middelen. Luxemburg, Nederland, Denemarken zitten bij 100%. Als wij op het niveau van het Europees gemiddelde zouden komen (79%) dan zou-den we 12 miljard € per jaar besparen, dus het dubbele van de transfers! De publieke sector werd natuurlijk gebruikt als een mid-del om de werkloosheid te verminderen, en daar heeft Wallonië zwaar op ingezet.

Aernoudt: “Mijn voorstel is dus : laat ons de transfers koppelen aan eisen. ‘Don = contre-don’. Wij weten wat de ingrediënten zijn waar-door Wallonië er weer bovenop kan geraken. Het ligt dicht bij Brussel, heeft plaats voor investeerders, goed opgeleide technische men-sen. Het probleem is er vooral een van menta-liteit: van arbeidsethos, ondernemerschap, zin

om te innoveren. Dat probleem ligt vooral aan het systeem: hoe mensen aan het werk krijgen als men niet méér ver-dient dan door niet te werken?

Inzake loonvorming pleiten velen om dat regi-onaal te doen. Volgens Prof. Abraham (KULeuven) wordt de productiviteit echter voor 98% bepaald door de sector en slechts voor 2% door de regio. Het regionaliseren van de loonvorming heeft m.a.w. geen toegevoegde waarde.

In de sociale zekerheid ligt het grote verschil in de werkloosheid en de werkgelegenheid. Maar exclusief de cijfers van de werkloosheid, komt het aandeel van beide regio’s precies overeen met de bevolkingsaandelen. Wij zou-den ons kunnen inspireren op het Canadese of het Spaanse model: de financiering blijft federaal, maar de aanwending van de midde-len wordt regionaal ingevuld.Aernoudt: “Ik zie de toekomst op basis van 3 pijlers:

1. Een zeer ver doorgedreven interregionale samen-werking:

Op het vlak van economie en van buiten-landse handel: onze respectieve handelsatta-chés in het buitenland samen onze export promoten en investeerders aantrekken, bij-voorbeeld.

2. Samenwerking om ondernemerschap en inno-vatie - de 2 criteria voor economische groei - aan te zwengelen, want beide regio’s dragen nu de rode lantaarn.

3. Subsidiariteit toepassen: voor elk niveau het beste beleid bepalen:

Bepaalde zaken kunnen naar het regionale niveau worden gebracht (b.v. Participatiefonds voor KMO’s), andere van het regionaal weer naar federaal niveau (b.v. de licenties voor uitvoer van wapens), voor andere niveaus is samenwerking tussen de regio’s de béste oplossing teneinde overlap-ping te vermijden en tot meer efficiëntie te komen.

België heeft nog een toekomst op voorwaarde dat er goede interregionale samenwerking is en Brussel daarbij aangewend wordt als een troef en niet als een probleem. En dat wij stre-ven naar een efficiënte overheid en vooral de subsidiariteit consequent toepassen”, zo besloot Rudy Aernoudt.

Fernand VAN LIERDE[ Werner Koninckx, Johanna Celens en Dirk Meuwissen ]

januari-februari-maart 2007 | EKONOM

IKA berichten |

��

rEGIONAlE KErN

VlAAMS-brAbANt

rEGionalE kErn vlaamS-brabant

NEtWOrKING bIj dE UrSUlINEN

Eerst werden we rondgeleid in het prachtige, historische gebouw, waarin een mix van bouw-stijlen is verwerkt, van neogotiek over neoclas-sicisme tot Art Nouveau. Het instituut werd opgericht in 1840 door de zusters Ursulinen, die onderwijs wilden verstrekken aan de arme meisjes uit de buurt. Door het openstellen van een pensionaat voor de gegoede burgerij kon-den de zusters zichzelf financieren en zo de school uitbouwen tot één van de vermaardste ter wereld. “Dat zie je ook aan de leerlingen-lijsten van rond 1900”, vertelde de gids. Daarin vind je vaak namen voorafgegaan door adelijke titels en er komen meisjes in voor uit alle windstreken, zoals Panama, Rusland, Australië, enzovoort. Dit waren vaak ook de dochters van ambassadeurs en dergelijke. Maar ook andere gegoede buitenlanders stuur-den hun dochters naar Vlaanderen, omdat de kwaliteit van het onderwijs in België zeer hoog aangeschreven stond. Deze kwamen vanaf hun 6 jaar naar het instituut en verbleven hier dan, zonder onderbreking of vakantie, tot hun achttiende. De kinderen hadden toen even goed vakantie, maar in die tijd duurde de thuisreis veel te lang, zodat het niet loonde dat de meisjes terug huiswaarts keerden.Er zijn maar liefst zeven prachtig versierde ref-ters, waaronder één voor kleuters, met fresco’s naar De La Fontaine en een refter voor fees-ten, versierd met fresco’s met streekproducten uit België en andere landen. In deze laatste refter worden bezoekers ontvangen en mogen de dochters van de hooggeplaatste dames en heren mee aan tafel zitten. Er werd ook een muziekruimte ingericht, versierd met winter-landschappen, waar bekende Zwitserse en Oostenrijkse bergtoppen nauwkeurig nage-schilderd zijn. Zowel de wintertuin als deze muziekzaal werden gebouwd om de vele bui-tenlandse en andere bezoekers aangenaam te verpozen.

Het schoolterrein beslaat 10 hectare. De non-nen beschikten over een eigen veestapel, die de monden van de vele hongerige kinderen moest voeden. Ze hadden een eigen wasserij en strijkerij en zelfs een eigen brouwerij. Met de komst van de Duitsers in 1914 kent de school een eerste dieptepunt. De Duitsers eis-ten koper op voor hun kanonnen en stelden de

Op 30 januari organiseerde Ekonomika Vlaams-Brabant zijn nieuwjaarsreceptie in de wintertuin van het befaamde Ursulineninstituut in Onze-Lieve-Vrouw-Waver, nabij Mechelen. Wij nodigden ook Geert Conard uit voor een uiteenzetting rond networking. Ruim 50 alumni schreven zich in. Het werd een boeiende en afwisselende avond.

zusters voor de keuze: hun brouwketel of de kerkklok. De zusters sluiten noodgedwongen, en tot onze grote spijt, de brouwerij. Na de Eerste Wereldoorlog begint de wederop-bouw en restauratie van de aangerichte scha-de. Het instituut ontvangt zelfs een grote som uit de door de Duitsers gedane herstelbetalin-gen. Verder wordt ook de kwaliteit van het onderwijs, dat al hoog gewaardeerd werd, nog maar eens verbeterd. Meisjes krijgen nergens anders zo’n degelijke opleiding als in het Ursulineninstituut, zelfs tegen de verordenin-gen van de kardinaal in. Vandaag de dag is de school geen pensionaat meer, maar volgen er nog altijd ruim tweeduizend leerlingen onder-wijs.

Netwerking, of de angst van alleen te zijn

Na de rondleiding was het de beurt aan Geert Conard om ons wegwijs te maken in de boei-ende wereld van networking. Geert begon met uit te leggen dat hij aanvankelijk de grootste tegenstander was van netwerken. Hij had een hekel aan nog meer vergaderingen. Nu is hij de grootste verdediger van netwerking en schreef hij het boek ‘A girlfriend in every city’ rond het onderwerp. En wat vindt zijn eigen ‘girlfriend’ daarvan? “Wel,” zegt ze, “ik heb een ‘boyfriend’ in every city.”Waar gaat het nu om? Volgens een enquête door de New York Times is de grootste angst van de mens een kamer vol onbekende men-sen binnenkomen. Met netwerking kan je die angst vermijden. Vooraf kan je immers al nagaan of er op de receptie/vergadering/enzo een bekend iemand zal zijn. Er zijn drie rede-nen om aan netwerking te doen: mensen vin-den, een dienst bewijzen of verkrijgen en een job vinden. Er zijn verschillende netwerken: service clubs (Rotary), sportclubs, hobbyclubs, studentenverenigingen, handelsbeurzen, net-werkclubs, en zo verder. De achterliggende redenering is als volgt: iedereen heeft 30 tot 50 vrienden en kent 200 à 300 anderen. Op al deze mensen kunnen ze een beroep doen om iets te vragen of te bekomen. Dit is het 1e graadsnetwerk. Elk van deze 200 mensen heeft op zijn beurt een dergelijk netwerk. In de 2e graad bereik je dan zo’n 200 X 200

| EKO

NOM

IKA

beric

hten

| ja

nuar

i-feb

ruar

i-maa

rt 20

07

20

rEGIONAlE KErN OOSt-VlAANdErEN

rEGIONAlE KErN VlAAMS-brAbANt

mensen. En zo gaat het verder. Empirisch onderzoek heeft aangetoond dat je in maxi-maal zes stappen gelijk wie zou kunnen berei-ken, tot Richard Branson en Bill Gates toe.

Netwerking verdringt traditionele manier van zakendoen

Er zijn diverse categorieën, namelijk business communities (Ecademy, Xing,…), online busi-ness directories (LinkedIn), social communi-ties (YouTube, Myspace.com) en relationship management tools (Plaxo). Volgens Geert zal tegen 2014 voornamelijk via networking gecommuniceerd worden en zaken gedaan worden en nauwelijks nog via de traditionele methoden, zoals briefwisseling en e-mail. De basisprincipes van netwerking zijn trust en personality. Je werkt met mensen en die moet je kunnen vertrouwen. Je moet specifiëren wat je kan bieden aan de anderen en wat je zelf wil bekomen. Je moet een informatiecentrum worden voor de netwerkers en zichtbaar zijn op het internet (foto). Online zoek je groepen die voor je doel geschikt zijn en je bouwt een reputatie op (trust en personality). Voor meer info kan je terecht op www.agirlfriendinevery-

city.com. Jammer dat de live demonstratie wegens computerproblemen niet kon doorgaan. ‘Networking needs reliable technology!’ Zonder computer (elektriciteit, satellietverbinding, …) werkt het niet.Of het allemaal zo rozengeur en maneschijn is als Geert Conrad ons vertelde, zullen we zelf eens moeten uitzoeken. Het was evenwel een erg boeiende presentatie, die aanleiding gaf tot heel wat geanimeerde discussies op de recep-tie achteraf. Deze duurde dan ook ruim tot middernacht.De deelnemers aan deze activiteit hebben er dus van genoten, wat ons erg veel plezier deed. Wij hopen jullie dan ook allemaal op onze volgende bijeenkomst terug te zien. Ekonomika Vlaams-Brabant brengt dan een geleid bezoek aan de Muntschouwburg in Brussel.

Patrick BECQUÉ

rEGionalE kErn vlaamS-brabant

rEGionalE kErn ooSt-vlaandErEn rEGIONAlE KErN

WESt-VlAANdErENEkonomika Oost-Vlaanderen werd opgericht in 1991 en is hiermee de jongste regionale kern. Wij verenigen alle afgestudeerden die in Oost-Vlaanderen wonen. Wij tellen een 300-tal betalende leden, behorend tot alle leeftijds-groepen en beroepskringen.

Het Bestuur van Ekonomika-Alumni Oost-Vlaanderen staat in voor de organisatie en werking van onze kern:- Bert Van Holder, Voorzitter- Jo Van der Linden, Financiën- Patricia De Waele- Ludo Vandenabeele- Didier Devooght- Michiel Taelman- Peter Willaert.

WIE ZIjN WIj?WAt dOEN WIj? Wij organiseren jaarlijks een 5-tal activiteiten

van informatieve en/of sociaaleconomische aard. Een greep uit de voorbije activiteiten:- recepties met prominente sprekers o.a. Guy

Verhofstadt, Alfons Verplaetse, Karel Boone, Jean Van Milders, Paul De Grauwe,…

- bedrijfsbezoeken aan Callebaut, Van de Velde, Sidmar, Domo, Ketels, Roularta,…

- stadsbezoeken aan Gent, Oudenaarde, Aalst, Dendermonde, Terneuzen,…

- diverse theater-, muziek- en musicalvoorstel-lingen, tentoonstellingen, degustaties,…

- cursus Franse streekwijnen, de nieuwe spelling, fiscale amnestie, golfinitiatie,…

- wandeltochten, boottochten, champagneweekend, en nog veel meer.

Ekonomika Oost-Vlaanderen wil een ontmoe-tingsplaats zijn, een netwerk voor zijn leden.Iedereen is van harte welkom op onze activitei-ten of op onze bestuursvergaderingen!

Voor meer informatie:bert_vanholder@hotmail.com

[ Bert Van Holder en oud-voorzitter Ludo Vandenabeele ]

januari-februari-maart 2007 | EKONOM

IKA berichten |

2�

rEGIONAlE KErN

WESt-VlAANdErEN

rEGionalE kErn WESt-vlaandErEn

EEN StEVIG prOGrAMMA

Eerst en vooral enkele hoogtepunten van de activiteiten die we onder de vorige voorzitter Ivan Van De Maele georganiseerd hebben met Ekonomika West-Vlaanderen:

- 1997 was het jaar waar we uitgenodigd wer-den op de nieuwjaarsreceptie in het provincie-huis. In datzelfde jaar werd de eerste brouwe-rijentocht langs de Westhoek georganiseerd en werd het 7e lustrum uitgebreid gevierd.- In 1998 was er een VIP-bezoek aan voetbal-club Harelbeke en werd de eerste autozoek-tocht georganiseerd. Na de brouwerijentocht in het Brugse kregen we voor enkele cafés een ingangsverbod.- In 1999 was er een bezoek aan de paarden-rennen van Oostende.- In 2000 konden we de hausse van L&H van nabij volgen in Flanders Language Valley.- In 2001 werd de eerste cantus georganiseerd in het Kasteel van Ingelmunster, dat was niet enkel met kasteelbier.- In 2002 organiseerde voorzitter Ivan Van De Maele een prachtige gezinsuitstap in Zeeuws-Vlaanderen. De gezinsuitstappen worden steeds voorzien van de nodige culinaire geneugten waarbij een pannenkoek niet mag ontbreken.- In 2003 werd er gestart met onze eerste cul-turele activiteit: een bezoek aan het Brugse Concertgebouw en het bijwonen van de voor-stelling van Anima Eterna.- In 2004 organiseert Ivan opnieuw een schit-terende gezinsuitstap “Bachten de Kupe” met maar liefst 61 deelnemers.- In 2005 was er een geslaagd bedrijfsbezoek aan AZ Groeninge in Kortrijk.- In 2006 gingen we gokken in het casino kur-saal van Oostende.

U ziet, voor elk wat wils. Ook voor 2007 heb-ben we met het deels vernieuwd kernbestuur een stevig programma opgebouwd. Het kern-bestuur van Ekonomika West-Vlaanderen bestaat uit volgende personen:

Ekonomika West-Vlaanderen zal dit jaar haar 9e lustrum vieren. Zelf ben ik als kersverse voorzitter reeds 10 jaar lid van het kernbestuur van Ekonomika West-Vlaanderen. In die periode hebben we heel wat activiteiten georganiseerd voor een steeds wisselend publiek. De kwantiteit van het aantal aanwezigen was niet steeds even hoog, maar de kwaliteit van de activiteit en van de aanwezigen des te meer.

Christophe Vandecasteele (Voorzitter)Ivan Van De MaeleChristophe Popelier (ICT)Koen VannesteBram Scheers (Financiën)

Wij nodigen jullie dan ook uit naar een van onze volgende activiteiten van 2007 (zie kader).

In maart 2007 zal Ekonomika West-Vlaanderen het programma van 2007 per brief naar alle betalende leden woonachtig in West-Vlaanderen versturen. Daarbij wordt een ant-woordkaart gestoken om de juiste adresgege-vens en mailadressen te verkrijgen. De activi-teiten zelf worden per mail aangekondigd en zullen gepubliceerd worden op de website www.ekonomika.be. Zowel betalende als niet-betalende leden zullen uitgenodigd worden. Niet-betalende leden zullen steeds meer beta-len voor de activiteiten uiteraard.

Christophe VANDECASTEELEVoorzitter Ekonomika West-Vlaanderen

PRoGRAmmA 2007

de nieuwjaarsreceptie is uiteraard al voorbij en ook de geslaagde workshops

bij Deloitte & Touch op 1 maart jl.

april 2007 Lunchcauserie

mei 2007 Bedrijsbezoek bij Galloo te menen

zondag 1 juli 2007 Alternatieve gezinsuitstap

september 2007 Havenbezoek Zeebrugge

okt-dec 2007 VIP-bezoek voetbal Lille of C-Arena oostende

okt-dec 2007 Culturele activiteit

[ Christophe Vandecasteele ]

[ Ivan Van De Maele ]

| EKO

NOM

IKA

beric

hten

| ja

nuar

i-feb

ruar

i-maa

rt 20

07

22

rEGIONAlE KErNANtWErpEN

rEGionalE kErn antWErPEn

VAStGOEd IN ANtWErpEN overheidsstimuli blijven ongebruikt wegens onbekend.

Na de respectieve inhoudelijk zeer sterke pre-sentaties van de juristen van Elegis was het de beurt aan Philippe Janssens van Stadim, die in avant-première zijn jaarlijkse trends in onroe-rend goed in Vlaanderen presenteerde. De sta-tistische gegevens gepaard gaande met de deducties en conclusies die daaruit konden afgeleid worden bleven de toehoorders boeien.

Deze avond werd georganiseerd door de nieu-we bestuursleden Philippe Verlinden en Hans d’Olieslager samen met Luc Van Camp. Dit geeft vertrouwen voor de toekomst van onze regionale kring Ekonomika Antwerpen.

Marc VAN ROMPAEYCo-voorzitter Antwerpen

Op 16 november jl. was Ekonomika Antwerpen met meer dan honderd deelne-mers aanwezig in het advocatenkantoor Elegis, op uitnodiging van mr. Den Haerynck, mana-ging partner. Mr. Peter Engels opende de avond met “Trends in de onroerend goed reglementering”. Door het geven van een vier-tal markante case-studies werd aangetoond dat het beter is te voorkomen dan te genezen door op voorhand met de nodige specialisten àlle mogelijke informatie en reglementering te ver-zamelen teneinde de nodige rechtszekerheid te hebben bij vastgoedtransacties en onaange-name verrassingen te vermijden.

Mr. Willem Slosse behandelde het tweede onderwerp “Stimuleringsmaatregelen van de overheid m.b.t. onroerend goed” en gaf een klaar overzicht van de verschillende mogelijk-heden alsook constructies hoe een onroerend goed optimaal verworven kan worden. Vele

NIEUWjAArSrECEptIEpAtrICK jANSSENS EN bErt HOUbEN ONtVANGEN ErElINt

Leefbaar Antwerpen

Maar het eerst aan het woord kwam Antwerpens Burgemeester Patrick Janssens, keurig in bruin onderlijfke en vest. Door ons erop attent te maken dat hij in een vroeger leven ook even de KULeuven bezocht en aldaar ene proef van “Zuivere Economie” met vrucht aflegde, scoorde hij een eerste keer voor de zaal. Gevat onder de titel “De economische toe-komst van Antwerpen” besprak de stadsschout de economische troeven van Antwerpen, zijn-de de haven, de logistiek, de petrochemie; alle-maal bloeiend en groeiend, maar hij ging ook nader in op de tewerkstelling waar de groei evenwel minder evident is.

Mobiliteit is een van de sleutels voor succes. De financiële garanties dat het “Masterplan” er komt, én de uitdieping van de Schelde zijn twee speerpunten in dit bestel. Er is expansie in de haven, in de petrochemie . . . maar de mobiliteit moet gegarandeerd zijn, evenwel rond Antwerpen, niet door Antwerpen.

Zoals elk jaar wilde Ekonomika Antwerpen het nieuwe jaar instappen met een “bang”, en dat hebben we ook gedaan. Nieuwjaarsrecep-ties lijken ons op het lijf geschre-ven, en sommi-gen onder ons hebben veel lijf om op te schrij-ven. Vandaar dat 25 januari weer in

het collectief geheugen gegrift staat als een historisch geslaagde activiteit. In het Fortis bastion aan de Wapper in Antwerpen ontvingen voorzitters Marc Van Rompaey en Marc De Groof een 170-koppige schare waaronder we ondermeer Freddy Nurski, onze nationale voorzitter en oud-voor-zitter nationaal Fa Quix konden herkennen.

[ De beide co-voorzitters Marc & Marc overhandigen het Ekonomika-lint aan Antwerps burgemeester Patrick Janssens. ]

januari-februari-maart 2007 | EKONOM

IKA berichten |

2�

rEGIONAlE KErN

ANtWErpEN

De leefbaarheid van de stad moet verbeteren. Nu wonen de goedverdieners in de rand, en de laagverdieners in de stad. Er zijn vele inwijke-lingen en de oudere Antwerpenaars voelen zich onbehaaglijk in hun eigen stad. Het is een grote uitdaging om op 15 à 20 jaar van de stad dié plek te maken waar je wilt komen wonen, als je de keuze hebt. Vandaar de plan-nen voor nieuwe huisvesting en mobiliteit voor het juiste voertuig.In de zorgsector heeft Antwerpen met zijn OCMW, ziekenhuizen en verzorgingshuizen de tweede grootste gezondheidscluster ter wereld. De kwaliteit en betaalbaarheid van onze zorgsector is uniek in de wereld. Dit kan een exportproduct worden.

Als laatste punt in zijn betoog sprak Patrick Janssens over de arbeidsmarkt. Bij de 460.000 inwoners die Antwerpen telt zijn er veel jonge mensen die door immigratie naar hier gekomen zijn, maar met een erg lage scholingsgraad. Omdat er weinig tewerkstel-ling is voor laaggeschoolden, moet de scho-lingsgraad drastisch omhoog. En omdat hij het allemaal zo goed kon uitleg-gen, kreeg Patrick van ons een lint met “Ekonomika houdt van –A-“ erop.

In de hoofdrol: Bert Houben

“In de hoofdrol” is een initiatief dat Ekonomika Antwerpen in 1994 lanceerde met Sus Vreys als eerste laureaat. Dit jaar waren we aan editie zes, met niemand minder dan Bert Houben als slachtoffer/gevierde. Karel Dierick, zelf praeses 41, kreeg de aange-name taak om Berts CV te belichten. Bert is gekend als de 39ste praeses (1968-69) en kreeg toen de onvolprezen bijnaam van “sex-praeses” die hij gedurende een hele tijd in Leuven eer trachtte aan te doen. En met suc-ces, want vele porrenhartjes werden in die peri-ode de vernieling ingevreeën. Tot er ene Rita op het toneel verscheen, die Bert wist te strik-ken. En die strik houdt op vandaag nog stand. Was Bert een tumultueuze praeses, zijn levensloop is ook niet van de saaiste. Na een eerste intermezzo als directeur van een Sanderus Handelsschool vertrokken Bert en Rita naar Zuid-Afrika, voor een 7-jarig verblijf, waarbij allerhande jobs uitgevoerd werden, om in 1977 plots het roer om te gooien en een wereldreis met de auto te gaan maken. Dank zij die omzwervingen belandde Bert in 1987 bij de European Arab Bank in Hong Kong, en via de bankwereld terug in België waar de Generale Bank zijn thuishaven werd. Generale werd Fortis, en Bert maakte er zijn carrière. Als “General Manager Commercial Banking Belgium and Public Sector” heeft hij onlangs

zijn carrière beëindigd, en geniet nu in zijn onderlijfke van de bloemen in de tuin.

Bert Houben zelf bedankte de goegemeente voor al deze lof, en vergastte ons op een kleine terugblik in zijn leven waarbij hij van heel nabij enkele kantelmomenten in de geschiede-nis heeft meegemaakt, zijnde o.a. de Vlaamse ontvoogding en de “Leuven Vlaams-beweging” van 1968, de afschaffing van Apartheid in Zuid-Afrika, de inval van de Russen in Afghanistan en de start van de fundamentalis-tische islamitische bewegingen, en de explo-sieve ontwikkeling van de economieën van India en China.Uiteraard lieten we Bert slechts gaan nadat hij ook omlint was, en een boekske met prentjes van Van Mieghem meekreeg om de eenzame avonden te vullen. Onze gastheer bij de Fortis bank, Tony Pilozzi, kreeg het laatste woord, en sprak de ontwape-nende woorden uit waarop heel de zaal zat te wachten : “u wordt uitgenodigd op de recep-tie”. Op drie minuten was de foyer volledig gevuld met lachende, drinkende, knabbelende en babbelende economisten en we hebben dat lang volgehouden, wat, gezien de kwaliteit van spijs en drank, niet moeilijk was. Dank u Fortis.

Eric DORPMANS

rEGionalE kErn antWErPEn

[ Jos Meesters, Maryse Vyncke, Peter Lauwers, mevr. De Groof, Pierrette Mercken, Marc Peeters en Marina Vandeperre. ]

[ Paul De Herdt, Magda Van De Straete, Bert Houben, Marc Van Rompaey, Tony Pilozzi (gastheer namens Fortis Bank), Marc De Groof

en Rita Houben. ]

Member of Deloitte Touche Tohmatsu.

It’s easy to go along with the crowd. But that’s not the path towards leadership.

At Deloitte we’re proud of our unique culture, entrepreneurial outlook and

multidisciplinary approach. To keep up with continuing growth and maintain an

exceptional level of service to our clients, we're looking for additional senior

professionals in Audit, Accounting, Tax, Consulting and Corporate Finance.

So, break away from the flock, and join Deloitte.

For our current opportunities, visit www.careers.deloitte.com.

Don’t spendyour life following.

ADV_Ekonomika_A4.qxd 2/20/07 2:30 PM Page 1