EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang....

116
EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ouders naar een voorschoolse kinderopvangplaats 15 september 2007 MAS Market Analysis & Synthesis Brusselsesteenweg 46a 3000 Leuven +32 16 22 69 67 http://www.masresearch.be In opdracht van Kind en Gezin

Transcript of EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang....

Page 1: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

EINDRAPPORT

Analyse van het zoekproces van ouders naar een voorschoolse kinderopvangplaats

15 september 2007

MAS

Market Analysis & Synthesis

Brusselsesteenweg 46a

3000 Leuven

+32 16 22 69 67

http://www.masresearch.be

In opdracht van Kind en Gezin

Page 2: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

INHOUDSTAFEL

1. INLEIDING.............................................................................................................................7

2. METHODOLOGIE .................................................................................................................8

2.1. Registratie van de ouders en samenstelling van de steekproef............................................8

2.2. Bevraging van de ouders.....................................................................................................10

3. HET ZOEKPROCES............................................................................................................12

3.1 Voor wie zoeken de ouders een opvangplaats, wat motiveert hen en wat zoeken ze ?.....12 3.1.1 Inleiding................................................................................................................................12 3.1.2 Voor wie zoeken de ouders een opvangplaats ? ................................................................12 3.1.3 Wat motiveert de ouders om opvang te zoeken ?...............................................................13 3.1.4 Naar welk type opvang gaat de voorkeur van de ouder uit ? ..............................................14

3.2 Het resultaat van het zoekproces. .......................................................................................16 3.2.1 Inleiding................................................................................................................................16 3.2.2 Het vinden van opvang. .......................................................................................................17

3.2.2.1. Definitie. ......................................................................................................................17 3.2.2.2. Het resultaat................................................................................................................21

3.2.3 Voldoet de gevonden opvang aan de essentiële voorwaarden ?........................................24

3.3 Consequenties ten gevolge van het niet vinden van een geschikte opvang.......................26 3.3.1 Inleiding................................................................................................................................26 3.3.2 Het aantal ouders met gevolgen voor werk en dito. ............................................................27 3.3.3 Relatie tussen het hebben van gevolgen en de socio-demografische kenmerken van deze

ouders. .................................................................................................................................29 3.3.4 De aard van deze gevolgen.................................................................................................30 3.3.5 Waar en/of bij wie wordt het kind dan opgevangen ?..........................................................35

3.4 De tevredenheid van de ouders en hun evaluatie van het zoekproces. .............................38 3.4.1 Inleiding................................................................................................................................38 3.4.2 De tevredenheid over een aantal karakteristieken betreffende de gevonden

opvang(plaats). ....................................................................................................................39 3.4.3 Evaluatie van het zoekproces : hoe gemakkelijk is het volgens de ouders om een geschikte

opvangplaats te vinden ?.....................................................................................................44

3.5 Het vinden van een opvangplaats in relatie tot de karakteristieken van de opvangplaats..46 3.5.1 Inleiding................................................................................................................................46 3.5.2 Het vinden van opvang in relatie tot het type opvangvoorziening dat door de ouders

gecontacteerd werd. ............................................................................................................47 3.5.3 Het vinden van opvang in relatie tot de initiële voorkeur van de ouders wat betreft het type

opvangvoorziening...............................................................................................................49 3.5.4 Het vinden van opvang in relatie tot het gebied (grootstedelijk, stedelijk en landelijk) waar

de opvangvoorziening gelokaliseerd is................................................................................50

2

3.5.5 Het vinden van opvang in relatie tot het gebied waar de opvangvoorziening gelokaliseerd is in termen van Barcelona-norm en bezettingsgraad. ...........................................................51

Page 3: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.6 Het vinden van een opvangplaats in relatie tot de karakteristieken van de ouders. ...........52 6.1

3.7 Het verloop van het zoekproces. .........................................................................................65 7.1

3.7.3

3.7.4

72 3.7.6

74 3.7.7

3.7.9

3.7.10

de

3.7.12

..........87 3.7.13

.92 3.7.13.3.

....95 3.7.13.4.

...97 3.7.14 De d

4. SAMENVATTING EN CONCLUSIES................................................................................112

3. Inleiding................................................................................................................................52 3.6.2 Relatie tot de karakteristieken van de ouders. ....................................................................53

3. Inleiding................................................................................................................................65 3.7.2 Wanneer zijn de ouders gestart met het zoeken naar een opvanplaats ? 1. De tijdsspanne

tussen de start van het zoeken en de vermoedelijke bevallingsdatum. ..............................66 Wanneer zijn de ouders gestart met het zoeken naar een opvanplaats ? 2. De tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste opvangdatum. .........................................67 Hoe lang hebben de ouders naar een opvangplaats gezocht ?..........................................69

3.7.5 De relatie tussen de duur van het zoekproces en de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de vermoedelijke bevallingsdatum.....................................................................De relatie tussen de duur van het zoekproces en de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste opvangdatum................................................................................Hoeveel opvangplaatsen dienen de ouders te contacteren ? .............................................77

3.7.8 De relatie tussen het vinden van opvang en de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de vermoedelijke bevallingsdatum. ................................................................................79 De relatie tussen het vinden van opvang en de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste opvangdatum. ...........................................................................................81Hoe overbrugt men de periode van “langer dan 14 weken” ................................................83

3.7.11 De relatie tussen de lengte van de periode tussen de start van het zoekproces en de vermoedelijke bevallingsdatum enerzijds en een langere periode dan 14 weken tussenvermoedelijke bevallingsdatum en de start van de opvang anderzijds. ..............................85De tevredenheid van de ouders over een aantal karakteristieken betreffende de gevonden opvang(plaats) en hun evaluatie van het zoekproces in relatie tot de duur van het zoekproces. ...............................................................................................................De duur van het zoekproces in relatie tot de karakteristieken van de opvangplaats. .........91

3.7.13.1. Inleiding.......................................................................................................................91 3.7.13.2. De duur van het zoekproces in relatie tot het type opvangvoorziening dat door de

ouders gecontacteerd werd en in relatie tot de initiële voorkeur van de ouders wat betreft het type opvangvoorziening. ...........................................................................De duur van het zoekproces in relatie tot het gebied (grootstedelijk, stedelijk en landelijk) waar de opvangvoorziening gelokaliseerd is. ..........................................De duur van het zoekproces in relatie tot het gebied waar de opvangvoorziening gelokaliseerd is in termen van Barcelona-norm en bezettingsgraad. ......................uur van het zoekproces in relatie tot de karakteristieken van de ouders...................100

3.7.14.1. Inleiding.....................................................................................................................100 3.7.14.2. Relatie tot de karakteristieken van de ouders...........................................................101

3

Page 4: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

TABELLEN Tabel 1. Redenen om een opvangplaats te zoeken........................................................................................... 13 Tabel 2. Voorkeur van de ouder wat betreft het type opvang. ........................................................................... 14 Tabel 3. Voorkeur van de ouder wat betreft kostprijs opvang............................................................................ 14 Tabel 4. Andere dan essentiële redenen waarom de ouder nog verder naar een opvangplaats zoekt (na

7 maanden).......................................................................................................................................... 20 Tabel 5. Aard van de gevolgen (I). ..................................................................................................................... 31 Tabel 6. Aard van de gevolgen (II). .................................................................................................................... 33 Tabel 7. Informele opvang (I). ............................................................................................................................ 36 Tabel 8. Informele opvang (II). ........................................................................................................................... 37 Tabel 9. Tevredenheid over de karakteristieken v/d opvang(plaats) in relatie tot het al dan niet verder

zoeken naar opvang. ............................................................................................................................ 40 Tabel 10. Evaluatie van het zoekproces in functie van het resultaat. .................................................................. 45 Tabel 11. Relatie tussen het type gecontacteerde opvangvoorzieningen en het vinden van een

opvangplaats (I). ................................................................................................................................... 47 Tabel 12. Relatie tussen het type gecontacteerde opvangvoorzieningen en het vinden van een

opvangplaats (II). .................................................................................................................................. 48 Tabel 13. Relatie tussen de initiële voorkeur van de ouder voor het type opvangvoorziening en het vinden

van een opvangplaats. ......................................................................................................................... 49 Tabel 14. Locatie van de opvangvoorziening en het resultaat van het zoekproces. ........................................... 50 Tabel 15. Bezettingsgraad, Barcelona-norm en het resultaat van het zoekproces. ............................................ 51 Tabel 16. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (I). ...................... 53 Tabel 17. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (II). ..................... 54 Tabel 18. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (III). .................... 54 Tabel 19. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (IV). .................... 55 Tabel 20. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (V). ..................... 55 Tabel 21. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (VI). .................... 56 Tabel 22. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (VII). ................... 57 Tabel 23. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (VIII). .................. 57 Tabel 24. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (IX). .................... 58 Tabel 25. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (X). ..................... 59 Tabel 26. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (XI). .................... 61 Tabel 27. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (XII). ................... 61 Tabel 28. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en en het vinden van opvang (XIII). ............. 62 Tabel 29. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en en het vinden van opvang (XIV). ............ 62 Tabel 30. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (XV). .................. 63 Tabel 31. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (XVI). ................. 63 Tabel 32. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (XVII). ................ 64 Tabel 33. Tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de vermoedelijke bevallingsdatum. .......................... 66 Tabel 34. Tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste opvangdatum. ..................................... 67 Tabel 35. Tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de vermoedelijke bevallingsdatum in relatie tot

de duur van het zoekproces (I)............................................................................................................. 72 Tabel 36. Tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de vermoedelijke bevallingsdatum in relatie tot

de duur van het zoekproces (II)............................................................................................................ 73 Tabel 37. Hoe lang hebben de ouders moeten zoeken naar een opvangplaats ? .............................................. 74 Tabel 38. Tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste opvangdatum in relatie tot de duur

van het zoekproces (I). ......................................................................................................................... 75 Tabel 39. Tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste opvangdatum in relatie tot de duur

van het zoekproces (II) ......................................................................................................................... 75 Tabel 40. Aantal opvangvoorzieningen die de ouders gecontacteerd hebben. ................................................... 77 Tabel 41. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de

vermoedelijke bevallingsdatum” (I)....................................................................................................... 79

4

Tabel 42. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de vermoedelijke bevallingsdatum” (II)...................................................................................................... 80

Page 5: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste startdatum van opvang” (I) ................................................................................................... 81

Tabel 44. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste startdatum van opvang” (II) .................................................................................................. 82

Tabel 45. Overbruggen van de periode van “langer dan 14 weken”.................................................................... 84 Tabel 46. Relatie tussen de lengte van de periode tussen de start van het zoekproces en de

vermoedelijke bevallingsdatum enerzijds en een langere periode dan 14 weken tussen de vermoedelijke bevallingsdatum en de start van de opvang anderzijds................................................ 85

Tabel 47. Tevredenheid over de karakteristieken v/d opvang(plaats) in relatie tot de duur van het zoekproces. .......................................................................................................................................... 87

Tabel 48. Tevredenheid over de karakteristieken v/d opvang(plaats) in relatie tot de duur van het zoekproces (vervolg). ........................................................................................................................... 88

Tabel 49. Evaluatie van het zoekproces in functie van de duur van het zoekproces. ......................................... 89 Tabel 50. Relatie tussen het type gecontacteerde opvangvoorzieningen en de duur van het zoekproces......... 92 Tabel 51. Relatie tussen de initiële voorkeur van de ouder voor het type opvangvoorziening en de duur

van het zoekproces. ............................................................................................................................. 93 Tabel 52. Locatie van de opvangvoorziening en de duur van het zoekproces. ................................................... 95 Tabel 53. Relatie tussen de initiële voorkeur van de ouder voor het type opvangvoorziening en de locatie

van de opvangvoorziening.................................................................................................................... 96 Tabel 54. Bezettingsgraad en het resultaat van het zoekproces ......................................................................... 97 Tabel 55. Barcelona-norm en het resultaat van het zoekproces.......................................................................... 98 Tabel 56. Bezettingsgraad, Barcelona-norm en het resultaat van het zoekproces ............................................. 98 Tabel 57. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (I). ............ 101 Tabel 58. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (II). ........... 102 Tabel 59. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (III). .......... 102 Tabel 60. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (IV)........... 103 Tabel 61. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (V)............ 103 Tabel 62. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (VI)........... 104 Tabel 63. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (VII).......... 105 Tabel 64. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (VIII)......... 105 Tabel 65. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (IX)........... 106 Tabel 66. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (X)............ 107 Tabel 67. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (XI)........... 107 Tabel 68. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (XII).......... 108 Tabel 69. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (XIII)......... 108 Tabel 70. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (XIV). ....... 109 Tabel 71. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (XV). ........ 110 Tabel 72. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (XVI). ............... 110 Tabel 73. De socio-demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (XVII). .............. 111

5

Page 6: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

FIGUREN Figuur 1. Tevredenheid over een aantal karakteristieken betreffende de gevonden opvang(plaats). 39 Figuur 2. Hoe gemakkelijk is het voor de ouders om een geschikte opvangplaats te vinden ? ..........44 Figuur 3. Hoe lang hebben de ouders naar een opvangplaats gezocht ?...........................................69

SCHEMA’s Schema 1 ..............................................................................................................................................21 Schema 2 ..............................................................................................................................................25 Schema 3 ..............................................................................................................................................28

6

Schema 4 ..............................................................................................................................................28

Page 7: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

1. INLEIDING

Kind en Gezin krijgt geregeld melding dat ouders geen opvangplaats vinden of lang moeten wachten voor hun kind effectief kan opgevangen worden. Ouders zouden ook  een  hele  resem  opvangvoorzieningen  dienen  te  contacteren  en  vaak  geen zekerheid hebben of ze al dan niet plaats zullen hebben  in de opvangvoorziening. Het  zijn  echter  niet  alleen  de  ouders  die  aan  de  alarmbel  trekken,  ook opvangvoorzieningen  geven  aan  dat  ze  frequent  ouders  moeten  teleurstellen, aangezien ze ettelijke aanvragen moeten weigeren wegens plaatsgebrek.   Objectieve cijfers omtrent ouders die geen of moeilijk opvang vinden ontbreken op dit moment. Ook is geen objectief cijfermateriaal voorhanden over het aantal ouders dat  een  opvangplaats  heeft  moeten  aannemen  die  niet  overeenstemt  met  hun behoeften of die noodgedwongen op het informele circuit zijn moeten terugvallen.  Kind en Gezin wenst met dit onderzoek dan ook in eerste instantie een objectief zicht te krijgen op het zoekproces van ouders naar een geschikte opvangplaats voor hun kind en op de problemen waarmee deze ouders al dan niet geconfronteerd worden.  

7

Page 8: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

2. METHODOLOGIE

De  proefopzet  bestond  erin  om  de  ouders  die  zich  aanmelden  bij  een opvangvoorziening  met  een  vraag  naar  opvang,  te  laten  registreren  door  de opvangvoorziening zelf en vervolgens tweemaal te interviewen.  

 

2.1. Registratie van de ouders en samenstelling van de steekproef

In deze  studie willen we een zicht krijgen op het zoekproces van ouders naar een geschikte  formele  opvangplaats  voor  hun  kind  en  de  problemen  waar  men onderweg mee geconfronteerd wordt. De  informele  sector, zijnde de opvang door grootouders  of  andere  familieleden,  vrienden/kennissen  of  opvang  die  in  het thuismilieu van het kind plaatsvindt, maakt geen deel uit van deze studie.  Wat betreft de samenstelling van de steekproef en de registratie van de ouders werd bovendien enkel gewerkt met de opvangvoorzieningen  in de erkende sector en de opvangvoorzieningen  in  de  zelfstandige  sector  die  over  een  attest  van  toezicht beschikken.    Dit  betreft  dus  de  erkende  kinderdagverblijven,  de  diensten  voor onthaalouders,  de  mini‐crèches,  de  zelfstandige  kinderdagverblijven  en  de zelfstandige onthaalouders.   Bij het bevragen van de ouders echter, kwamen ook de enkel gemelde of ‘zwarte’ opvangvoorzieningen uit de zelfstandige sector aan bod in de mate dat de ouder deze betrok in zijn of haar zoekproces. 

Dit onderzoek streefde ernaar om  ‘alle’ contactnames met de opvangvoorzieningen te registreren – en bijgevolg dus ook alle respectievelijke ouders ‐ en dit los van het (in)formeel  karakter  van de  contactname, de woonplaats van de  ouder  en wie de contactname doet.  Enige voorwaarde is dat de contactname een nieuwe vraag naar opvang moest inhouden en dat de opvang – op de aanvangsdatum van de opvang – een niet‐schoolgaand kind betrof. 

8

Om te komen tot een representatief onderzoek werd geopteerd voor een combinatie van  een quota‐  en  een proportionele  steekproef waarbij  alle opvangvoorzieningen gelegen  in  een  bepaalde  gemeente  of  stad werden  betrokken. De  keuze  van deze gemeenten  en  steden  gebeurde  op  basis  van  de  volgende  objectieve  criteria: spreiding binnen én tussen de provincies, diversiteit in de mate van verstedelijking en diversiteit in de spanning tussen vraag‐ en aanbod aan kinderopvang.   

Page 9: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

De  elf  steden  en  gemeenten  die  uiteindelijk  geselecteerd  werden,  waren:  Gent, Grimbergen,  Haaltert,  Hoogstraten,  Leuven,  Lommel,  Mechelen,  Nazareth, Oostende,  Oostkamp  en  Schoten met  een  totale  bevolking  die  overeenkomt met ongeveer 10 % van de bevolking van het Vlaamse Gewest.  Dit betrof een totaal van 315  opvangvoorzieningen  waarvan  306  opvangvoorzieningen  in  aanmerking kwamen om deel te nemen aan dit onderzoek.   

De voorzieningen werden gevraagd om alle contactnames die binnen de scope van het  onderzoek  vielen  te  registreren  vanaf  1 maart  tot  en met  28  april  voor Gent, Leuven,  Mechelen  en  Oostende  en  tot  en  met  30  juni  2006  voor  de  landelijke gemeenten.    218  opvangvoorzieningen  stuurden  de  daartoe  voorziene identificatiefiches  door.    Deze  opvangvoorzieningen  waren  gespreid  over  alle regio’s,  steden,  gemeenten  en  opvangvoorzieningstypes  uit  de  erkende  en zelfstandige sector heen die in quasi dezelfde mate meewerkten aan dit onderzoek. In  deze  periode werden  3.421  fiches  ontvangen. Op  basis  van  een  aantal  criteria (volledigheid,  verdere  bereidheid  tot  medewerking,  …)  werden  2.532  fiches weerhouden wat overeenkwam met 1.351 ouders die bereid waren mee  te werken aan  het  onderzoek,  voldoende Nederlands  spraken,  van wie  het  telefoonnummer was  ingevuld, die opvang  zochten voor  een niet‐schoolgaand kind,  en waarbij de contactname een nieuwe vraag naar opvang inhield. 

Derden  die  contact  opnamen met  een  vraag  naar  kinderopvang  in  naam  van  de ouders betreffen een heel diverse groep van personen. Dit zijn zowel grootouders, andere  familieleden,  vrienden,  werkgevers,  OCMW’s,  opvangvoorzieningen, hulpverleners die in naam van de ouders opvang zochten, enz. In zoverre de ouders voldoende Nederlands  spraken  en  op  de  hoogte waren  van  het  verloop  van  de zoektocht, werd het  telefonisch  interview van hen afgenomen,  in het andere geval werden  de  derden  bevraagd.  De  resultaten  van  al  deze  interviews  werden geïntegreerd  in de  resultaten van alle ouders die zelf persoonlijk  contact genomen hadden met de opvangvoorziening.  

9

Page 10: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

2.2. Bevraging van de ouders

Met het  bevragen  van de  ouders wordt  getracht meer  inzicht  te  verwerven  in de zoektocht naar kinderopvang. Vinden ouders  een opvangplaats, voldoet de plaats aan  hun  behoeften  en  voorkeur,  heeft  het  niet  vinden  van  een  geschikte opvangplaats gevolgen wat betreft werk, opleiding, enz. ?  Voorafgaandelijk  aan  de  eerste  bevraging  werden  de  respectievelijke  ouders aangeschreven door Kind en Gezin waarin dit onderzoek werd toegelicht. De  ouders  werden  vervolgens  een  eerste  maal  bevraagd  1  maand  nadat  de coördinaten  van de  zoekende  ouder  voor de  1e maal door de  opvangvoorziening geregistreerd werden om aan M.A.S. door te geven en een tweede maal zes maand later tenzij op dat moment het kind nog geen twee maand geboren was.  In dat geval werd het tweede contact uitgesteld tot het kind twee maand geboren was.  De eerste bevraging richtte zich vooral op het soort en de aard en vorm van de opvang die de ouder zocht en zijn of haar respectievelijke voorkeur.   De tweede bevraging richtte zich vooral naar het resultaat van deze zoektocht en naar de gevolgen voor de ouder in  het  geval  de  ouder  geen  gepaste  opvang  zou  gevonden  hebben.    De  eerste bevraging had plaats van 3 april 2006  tot 5 september 2006.   De  tweede bevraging liep van 2 oktober 2006 tot 23 maart 2007.   Deze ouders werden  telkens  telefonisch bevraagd aan de hand van een modulaire vragenlijst  in  functie  van  hun  specifieke  situatie  en  van  het  resultaat  van  het zoekproces  op  dat  ogenblik.    De  kwaliteit  van  de  interviews  is  zeer  hoog  wat ondermeer  blijkt  uit  de  mate  waarin  eenvoudig  te  beantwoorden  (socio‐demografische)  vragen    voor  minstens  99,0  %  ook  effectief  beantwoord  waren.  Gezien  de  populatieverdeling  niet  gekend  is,  kon  de  steekproef  dan  ook  niet gewogen  worden.    Dit  is  omstandig  geargumenteerd  in  het  bijhorend  technisch rapport. 

10

Er  konden  1.351  ouders  geïdentificeerd  worden  die  op  zoek  waren  naar  een opvangplaats.    1.142  van  hen  konden  als  valabel  weerhouden  worden.    Dit resulteerde vervolgens in 1.048 volledige enquêtes bij de eerste bevraging.  Dit is een respons van 91, 8 % .   

Page 11: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Alle  ouders  die  een  eerste  telefonisch  interview  hadden  afgelegd,  werden  een tweede maal bevraagd met uitzondering van de ouders die na het eerste telefonisch interview hadden aangegeven dat ze geen tweede keer bevraagd wilden worden en ouders  die  ten  tijde  van  het  eerste  telefonisch  interview  reeds  opvang  gevonden hadden, die ondertussen ook gestart was en die niet meer verder zochten naar een andere  opvangplaats. Dit  resulteerde  in  863  volledige  enquêtes wat  overeenkomt met een zeer hoge  respons van 98.5 %, verdeeld over grootstedelijke, stedelijke en landelijke opvangvoorzieningen.  Wat betreft de  samenstelling van deze  steekproef, kunnen we het volgende  in het kort  noteren1  :  91,7  %  van  de  respondenten  hebben  een  partner  waarmee  ze samenwonen; 90,9 % van de moeders en 96,2 % van de vaders hebben een deel‐ of voltijdse  job;  70,9  %  van  de  moeders  en  68,4  %  van  de  vaders  hebben  hoger onderwijs  gevolgd  en  17  %  van  de  betrokken  kindjes  hebben  (minstens)  één grootmoeder van een andere dan de Belgische nationaliteit. 

11

1 Voor meer details verwijzen we naar het technisch rapport.

Page 12: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3. HET ZOEKPROCES

3.1 Voor wie zoeken de ouders een opvangplaats, wat motiveert hen en wat zoeken ze ?

3 .1 .1 IN L E I D I N G.

 Vooraleer we gaan kijken in welke mate het zoekproces van deze ouders tot resultaat geleid heeft, en wat de eventuele gevolgen zijn of waren in het geval dit zoekproces niet tot het gewenste resultaat had geleid, gaan we eerst na wat de ouders motiveert om  naar  formele  kinderopvang2  te  zoeken  en wat  hun  specifieke  voorkeuren  en wensen zijn. 

3 .1 .2 VO O R W I E Z O E KE N DE O U D E R S E E N O P V AN G P L AAT S ?

 In  totaal  werden  1.048  ouders  een  eerste  keer  bevraagd  30  dagen  nadat  de coördinaten van de zoekende ouder voor de 1e maal door een opvangvoorziening geregistreerd werden om aan M.A.S. door  te geven.   Deze ouders zochten opvang voor hun kind.   In 92 % van de gevallen betrof dit één enkel kind, 8 % betrof twee kinderen (30 van deze 83 kinderen betrof een meerling), en uitzonderlijk (2 ouders) betrof dit drie kinderen.    In het geval men voor meer dan één kind opvang zocht, zochten de ouders bijna altijd (97 %) opvang voor al deze kinderen vanaf hetzelfde moment en op dezelfde opvangplaats.  

12

2 Wanneer in dit rapport sprake is over “opvang” wordt hiermede steeds formele opvang bedoeld (i.c. opvang door een opvangvoorziening uit welke sector dan ook), tenzij anders expliciet vermeld is. Informele opvang (i.c. opvang door grootouders, andere familie, buren, …) komt enkel ter sprake wanneer we nagaan wat de uitwegen waren voor de ouders die geen gepaste formele opvang vonden.

Page 13: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.1 .3 W AT M O T I V E E RT DE O U D E R S O M O P V AN G T E Z O E K E N ?

 Werk én nog eens werk is dé reden om opvang te zoeken voor hun kind.  Niet dat er soms ook geen andere, eventueel bijkomende redenen zijn, maar telkens gaat het bij deze andere redenen om kleine percentages.  

Tabel 1.  Redenen om een opvangplaats te zoeken. 

  % Om te kunnen (blijven) werken.  96 Om studies / een opleiding te volgen of te blijven verderzetten.  4 Om af en toe eens vrije tijd te hebben (ontspanning, vrijwilligerswerk, …).  1 Om mijn kind contact te laten hebben met andere kinderen.  3 Omwille van (mentale) gezondheidsredenen.  0,4 Wens dat het kind Nederlands leert.  0,1 Verplicht door jeugdrechtbank.  0,1 

 Basis :   ‐ N = 1.040 

‐ alle ouders die een eerste keer bevraagd werden ‐ de respondenten konden meer dan één antwoord geven 

 In het geval de ouder opvang zocht om andere redenen (bvb. verhuis van de ouders, …) of om redenen die te maken hebben met hun huidige opvangvoorziening  (bvb. opvangvoorziening  is  tijdelijk  gesloten),  werd  dieper  ingegaan  op  de  feitelijke redenen om te komen tot een van de bovenstaande antwoorden.  M.a.w. we hebben getracht onderscheid te maken tussen aanleiding en oorzaak (of werkelijke reden)  : ‘verhuizen’ is bvb. een aanleiding, ‘werk’ is dan bvb. de werkelijke reden.  Gezien deze redenen spreekt het vanzelf dat het niet vinden van een gepaste opvang dan ook belangrijke consequenties kan hebben op de werksituatie van de betrokken ouders,  of  op  het  niet  kunnen  starten met  een  opleiding  of  op  het  niet  kunnen afmaken van een opleiding.  

13

 

Page 14: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.1 .4 N A AR W E L K T Y P E O P V AN G G A A T DE V O O RK E U R V AN D E O U D E R U I T ?

 Bijna de helft van de ouders heeft een voorkeur voor een kinderdagverblijf, ongeveer een kwart geeft de voorkeur  aan  een onthaalouder,  terwijl  een  laatste kwart geen voorkeur heeft.  

Tabel 2.  Voorkeur van de ouder wat betreft het type opvang. 

  % Onthaalouder  24 Kinderdagverblijf  48 Geen voorkeur  28 Weet niet  0,6 Ander antwoord3  0,3 Totaal  100 

 Basis :   ‐ N = 1.035 

‐ alle ouders die een eerste keer bevraagd werden ‐ de respondenten konden slechts één antwoord geven 

 Ongeveer de helft van de ouders geeft de voorkeur aan een opvang waarvan de prijs bepaald wordt door het gezinsinkomen.  

Tabel 3.  Voorkeur van de ouder wat betreft kostprijs opvang. 

  % Prijs afhankelijk van het inkomen  52 Prijs NIET afhankelijk van het inkomen  9 Geen voorkeur  37 Weet niet  1,3 Ander antwoord4

0,8 Totaal  100 

 Basis :   ‐ N = 1.038 

‐ alle ouders die een eerste keer bevraagd werden ‐ de respondenten konden slechts één antwoord geven 

3 Bvb. ‘thuisoppas’.

14

4 Bvb. ‘wat het goedkoopste is’

Page 15: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 Er  kan  onmogelijk  nagegaan worden  of  deze  antwoorden  van  de  ouders  op  de vragen  naar  de  voorkeur wat  betreft  type  opvang  en  de  voorkeur wat  betreft de kostprijs van de opvang gebiased  is door het  feit dat enkele opvangvoorzieningen niet  aan  dit  onderzoek  wensten  mee  te  werken.    Deze  bias  is  echter  zeer onwaarschijnlijk gezien (1) de overgrote meerderheid van de ouders in meer dan één voorziening  en/of  in  meer  dan  één  type  opvang  zochten,  en  gezien  (2)  de medewerkingsgraad  over  alle  (types  van)  opvangvoorzieningen  heen  zeer  groot was.  58 % van alle ouders hebben een voorkeur voor een  specifieke voorziening die ze ons met naam,  toenaam  en  adres  opgeven.    In  85 % van deze gevallen  is dit  een kinderdagverblijf.  29 ouders (= 2,8 % van alle ouders) antwoordden op deze vraag – ongevraagd ‐ dat ze enkel een voorkeur hebben voor een specifieke gemeente.  Van de ouders met een voorkeur voor een specifieke voorziening, heeft 19 % momenteel een kindje dat daar  opgevangen wordt  of  een kind dat daar vroeger  opgevangen werd. 

15

 

Page 16: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.2 Het resultaat van het zoekproces.

3 .2 .1 IN L E I D I N G.

 De  ouders  (N  =  1.048)  werden  een  eerste  maal  bevraagd  1  maand  nadat  de coördinaten  van  de  zoekende  ouder  voor  de  1e maal  door  de  opvangvoorziening geregistreerd werden om aan M.A.S. door te geven en een tweede maal zes maand later tenzij op dat moment het kind nog geen twee maand geboren was.  In dat geval werd het tweede contact uitgesteld tot het kind twee maand geboren was5.  Wanneer we  het  in  het  kader  van  dit  onderzoek  hebben  over  “het  vinden  van  een opvangplaats”,  dan  bedoelen we  tegelijkertijd  “het  vinden  van  een  opvangplaats inclusief het aannemen van deze opvangplaats”, en dit gezien sommige ouders wel een opvangplaats vinden maar deze om welke reden dan ook niet aannemen.    

16

5 Gemakkelijkheidshalve zullen we in het verder verloop van het rapport steeds praten over 6 maand later. Dit dient dan telkens verstaan te worden als 6 maand later of twee maand na de geboorte van het kind indien het kind 6 maand later nog geen twee maand oud zou zijn.

Page 17: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.2 .2 HE T V I N D E N V AN O P V AN G.

 

3 . 2 . 2 . 1 . D E F I N I T I E .

 Het  begrip  “vinden  van  opvang”  is  een  genunceerd  gegeven,  maar  dient  goed omlijnd te worden willen we de resultaten van dit onderzoek correct interpreteren.  Onder het  “vinden van  opvang” verstaan we het  feit dat  een  ouder  of derde  een opvangplaats zoekt, deze ook aanneemt (zie hiervoor) en dat deze opvang ook van start is gegaan6. We worden daarbij geconfronteerd met ouders die een opvangplaats vinden waarbij later blijkt dat deze opvang niet door kon gaan – of waarvan de ouder voorziet dat deze  opvang  niet  door  zal  kunnen  gaan  ‐  om  redenen  te  wijten  aan  de opvangvoorziening7.  Dit komt slechts uitzonderlijk voor, met name bij 2,7 % van de ouders die verklaarden opvang gevonden te hebben8  In het geval deze ouder geen nieuwe opvang zou gevonden hebben, catalogeren we deze  ouder  bij  de  ouders  die  geen  opvang  gevonden  hebben.    In  het  geval  deze ouder wel  een  nieuwe  opvang  gevonden  had,    catalogeren we deze  ouder  bij de ouders die wel opvang gevonden hebben.  Iets  frequenter  gebeurt  het  dat  de  ouder  een  opvangplaats  vind waarbij we  later vaststellen  dat  de  opvang  niet  door  kon  gaan  om  redenen  te  wijten  aan  de (persoonlijke) situatie of aan de ondertussen veranderde wensen van de ouder9.  We catalogeren deze ouders bij de ouders die wel opvang gevonden hebben.  Anderzijds  is het niet  zo dat  eens ouders  een opvangplaats gevonden hebben  (en deze  aannemen),  zij  niet meer  verder  zoeken  naar  een  andere  opvangplaats.   Dit gebeurt effectief, soms zelfs nadat de opvang van start  is gegaan.   Al deze ouders beschouwen we als ouders die een opvangplaats gevonden hebben.   Later  in deze studie  zullen we daarbij  een onderscheid maken  tussen ouders die verder  zoeken 

6 Of dat er geen tekenen zouden zijn dat deze opvang niet van start zou gaan. 7 Bvb. : “opvangvoorziening ondertussen gesloten”, “er bleek toch geen plaats te zijn” (zij het dat dit laatste ook te wijten kan zijn aan het feit dat de ouder dacht dat er plaats was terwijl deze ouder eigenlijk op een wachtlijst werd ingeschreven), … 8 … en waarbij toen (op het moment dat ze dit verklaarden) de opvang nog niet gestart was.

17

9 Een typisch voorbeeld zijn de ouders die ondertussen naar een andere stad of gemeente verhuisd zijn waardoor de initieel gevonden opvang niet doorgaat.

Page 18: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

omwille van essentiële redenen zoals daar zijn ‘de (gevonden) opvang start pas later dan gewenst’, ‘de (gevonden) opvang beantwoordt niet volledig aan de wensen wat betreft  het  aantal  halve  en/of  volle  dagen waarvoor men  opvang  zoekt’10, …  en andere dan essentiële redenen zoals ‘ik zoek iets dichter bij huis’ of ‘ik zoek opvang in een ander type’ of ‘ik zoek een goedkopere opvang’ 11 12. 

10 Zie ‘Intermezzo 1. Essentiële redenen’ voor meer achtergrond en detail. 11 Ter informatie : 7,8 % van de ouders die een opvangplaats gevonden en aangenomen hebben zoeken nog verder naar een andere opvangplaats om andere dan essentiële redenen. Dit betekent tegelijkertijd dat opvangvoorzieningen nu en dan geconfronteerd worden met ouders die een aangeboden opvangplaats aannemen maar echter verder zoeken, in een aantal gevallen ook na de start van de opvang.

18

12 Zie ‘Intermezzo 2. Andere dan essentiële redenen waarom de ouders nog verder zoeken naar een opvangplaats’ voor meer achtergrond en detail.

Page 19: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Intermezzo 1. Essentiële redenen.  Onder ‘essentiële redenen’ verstaan we redenen als : 

o heb helemaal nog geen opvang;  o heb opvang, maar deze start pas later dan gewenst13; o heb opvang, maar deze is niet volledig (niet voor alle gewenste halve en/of 

volle dagen); o heb opvang, maar deze is maar tijdelijk, niet voor de volledige periode die ik 

als ouder wens.  Noteer  hierbij  dat  ouders  meer  dan  één  essentiële  reden  konden  opgeven  als antwoord op de vraag waarom zij verder zochten, of één (of meer dan één) essentiële reden aangevuld met een andere niet‐essentiële reden.     

19

13 ‘Later dan gewenst’ : dit is het antwoord van de ouder op de vraag “U had opvang nodig vanaf … (datum). Zal de opvang starten vanaf die datum of vanaf een latere datum ?”, met als antwoordmogelijkheden “vanaf de gewenste datum (of vroeger)” en “vanaf een latere datum”. We hebben geen idee hoeveel later dit dan wel is.

Page 20: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Intermezzo 2. Andere dan essentiële redenen waarom de ouders nog verder zoeken naar een opvangplaats.   De andere redenen om nog verder naar opvang te zoeken niettegenstaande de ouder reeds  een  opvangplaats  gevonden  heeft  zijn  op  het  einde  van  het  zoekproces14, afgezien van geen, van te late, van onvolledige of van tijdelijke opvang : 

 

Tabel 4.  Andere dan essentiële redenen waarom de ouder nog verder naar een opvangplaats zoekt (na 7 maanden). 

 Redenen  % zoek iets dichter bij huis/werk  42 zoek iets goedkoper  17 zoek een ander type opvang (kinderdagverblijf of onthaalouder)  20 zoek iets dat beter bereikbaar is (met het openbaar vervoer, de auto of te voet)  11 zoek iets met betere openingsuren  15 nog andere (waaronder vooral ‘wij verhuizen’)  18  Basis :   ‐ N = 94    ‐ % berekend op het aantal ouders (N = 94) 

‐ ouders die na 6 + 1 maand nog steeds aan het zoeken zijn ‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben of zullen hebben15 ‐ inclusief de ouders die om essentiële redenen verder zoeken (deze ouders    hebben naast de essentiële redenen soms nog andere redenen om naar een    opvangplaats te zoeken.  Enkel deze andere redenen van deze  ouders zijn vervat in    deze tabel). 

 We  stellen  hierbij  vast  dat  een  opvang  “dichter  bij  huis  (of  werk)”  de  meest frequente “andere reden”  is waarom ouders naar een andere opvangplaats zoeken niettegenstaande ze een opvangplaats gevonden hadden. 

14 Door ons arbitrair bepaald op 7 maand nadat de coördinaten van de zoekende ouder voor de eerste maal door de opvangvoorziening aan M.A.S. zijn doorgegeven.

20

15 De ouders die nog geen opvang gevonden hebben en nog verder zoeken om toch nog opvang te vinden, zijn niet opgenomen in deze tabel.

Page 21: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3 . 2 . 2 . 2 . H E T R E S U L T A A T .

  In acht genomen dat een zoekperiode van 7 maanden een maximum is16, krijgen we de volgende kerngetallen : 

 

Schema 1

 - 90.2 % heeft opvang gevonden              ‐  87,6 % heeft een opvang gevonden en zoekt niet meer verder                 tenzij om andere dan essentiële redenen                        ‐ 78,2 % zoekt niet meer verder                        ‐   7,8 % zoekt verder om andere redenen                        ‐   1,6 % hiervan weten we niet of zij om andere redenen                                        verder zoeken of niet                                  ‐     2,6 % hebben een opvang gevonden maar die om essentiële                   redenen17 niet helemaal voldoet en zoeken daarom verder                        ‐ 2,6 % zoekt verder  -   9,8 % heeft geen opvang gevonden                        ‐ 3,1 % zoekt niet verder                        ‐ 6,7 % zoekt verder  

 Eerste kanttekening  is dat er ouders zullen zijn die na de start van het zoeken hun initiële wensen wat betreft deze essentiële karakteristieken hebben bijgesteld zonder dat wij dit weten.  Wanneer wij hen dan later interviewen, krijgen we het antwoord dat de opvang voldoet aan de wensen, te verstaan als hun wensen op dat moment.  Mogelijkerwijze betreft het voor sommigen deze bijgestelde wensen. 

16 ‘Maximum’ te verstaan als : ouders zouden normaliter binnen deze periode een geschikte opvang moeten gevonden hebben.

21

17 Ter verstaan als “op het gewenste moment starten” + “voor het volledig aantal gewenste halve en/of volle dagen” + “voor de volledige periode dat men opvang wenst”.

Page 22: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Tweede  kanttekening  is dat  een  gedeelte  van de  ouders die nu nog geen  opvang gevonden  hebben  of  een  opvang  die  niet  helemaal  voldoet,  toch  later  nog  een opvang vinden of een opvang vinden die wel voldoet .   18

Ten gevolge van dit feit zal het hiervoor geciteerde % ouders met opvang enigszins onderschat zijn. Omgekeerd echter missen we een aantal ouders, met name de ouders die voor de start van de registratie gestart waren met het zoeken maar ook reeds met dit zoeken gestopt zijn.  Het gevolg is dat we op het moment van de eerste contactname (in casu één maand na de eerste  registratie  in het kader van dit onderzoek) met een aantal ouders  in  contact  komen  die  een  opvangplaats  gevonden  hebben  na  een  aantal maanden  zoeken.   Noem  deze  ouder,  ouder  X.    Deze  ouder  X wordt  door  ons gecatalogeerd als zijnde een ouder die een opvangplaats zocht en vond.   Neem nu echter  een  tweede  ouder  Y  die  op  hetzelfde moment  als  ouder  X  gestart  is met zoeken, maar  die  voor  het  begin  van  de  eerste  registratie  in  het  kader  van  dit onderzoek  gestopt  is met  zoeken.   Welnu  deze  ouder  Y  is  –  per  definitie  –  niet opgenomen  in het kader van dit onderzoek.   Ten gevolge van het  feit dat ouder X wel maar  ouder  Y  niet  is  opgenomen,  zal  het  hiervoor  geciteerde %  ouders met opvang enigszins overschat zijn. Ons punt is nu dat het aannemelijk is dat de twee bewegingen (de overschatting en de onderschatting) elkaar opheffen zodat de hiervoor geciteerde resultaten de beste inschatting is van de realiteit.  Derde  kanttekening  is  dat  een  gedeelte  van  de  ouders  die  nu  nog  geen  opvang gevonden hebben en ook niet meer verder zoeken, finaal toch wel een opvangplaats zullen hebben19.   Vierde en  laatste kanttekening  is dat de opvang bij een gedeelte van de ouders die een opvangplaats gevonden hebben en niet meer verder zoeken, de opvang later dan gewenst start en/of onvolledig is (zie later).  M.a.w. het niet meer verder zoeken naar een opvangplaats nadat de ouder een opvangplaats gevonden heeft, impliceert niet noodzakelijkerwijze dat deze opvang tijdig (= als gewenst) start en volledig is. 

18 Sommige ouders vinden pas na 7 maanden of langer een definitieve (geschikte) opvangplaats (zie later). Het is echter niet mogelijk om op basis van extrapolaties te gaan bepalen hoeveel van deze ouders wel een opvangplaats zullen vinden, gezien niet alle ouders nog een opvangplaats zullen vinden en we enkel cijfers hebben over de zoekduur van de ouders die wel een opvangplaats gevonden hebben.

22

19 Zie “Intermezzo 3. De ouders hebben het opgegeven’.

Page 23: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Intermezzo 3.  De ouders ‘hebben het opgegeven’.  We stellen vast dat bij het tweede contact een aantal ouders niet meer verder zoeken  niettegenstaande  ze  geen  opvang  gevonden  hebben.    Dit  betekent  echter  niet noodzakelijk dat al deze ouders toch geen opvang zullen hebben.  Het blijkt namelijk dat er een aantal ouders zijn die bij het eerste contact geen toegezegde opvangplaats gevonden  hebben  (en  verklaarden  niet  meer  verder  te  zoeken)  maar  wel  op verschillende wachtlijsten staan, waarbij we zes maand  later vaststellen dat zij toch opvang gevonden hebben.  Dit is bij 77 % van hen het geval20.  Het niet meer verder zoeken moet  dan  geïnterpreteerd  worden  als  “onderneem  geen  nieuwe  stappen meer”, bvb. omdat alle voor hen geschikte voorzieningen reeds gecontacteerd zijn, waarbij zij op (één of meerdere) wachtlijsten staan en wachten tot ze hiervan iets te horen krijgen.     

23

20 Tijdens het 1e interview hebben we 126 ouders die geen opvang hebben en niet meer verder zoeken. Wanneer we 117 van hen zes maand later interviewen (9 ouders waren niet meer bereikbaar), blijken er toch 90 ouders opvang gevonden te hebben (dit is 77 %), 2 ouders hadden een plaats gevonden maar hebben deze niet aangenomen, terwijl slechts 25 ouders nog geen plaats gevonden hadden. Wanneer we dan terugkoppelen naar de antwoorden van deze 90 ouders bij het eerste contact, dan stellen we vast dat zij niet meer zoeken omdat ze “afwachten” (staan op een wachtlijst en wachten tot ze hiervan iets te horen krijgen).

Page 24: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.2 .3 VO L DO E T D E G E V O ND E N O P V AN G AAN D E E S S E NT I Ë L E V O O RW AAR D E N ?

  Een aantal ouders – de grote meerderheid (90.2 %) – vind een opvangplaats.  Andere ouders  –  een  kleine maar  niet  onaanzienlijke minderheid  (9.8 %,  zie  hiervoor)  – vinden geen opvangplaats.    We dienen ons te realiseren dat de gevonden opvangplaats niet noodzakelijkerwijze aan alle vragen, wensen en verwachtingen van de zoekende ouder voldoet.  Dit kunnen wensen zijn m.b.t. het type van opvangvoorziening (bvb. de ouder wenst een  opvang  in  een  kinderdagverblijf),  of  m.b.t.  de  gemeente  waar  de opvangvoorziening gelegen is, of … . Wat  betreft  al  deze  wensen  onthouden  we  er  drie  als  zijnde  “essentiële voorwaarden”, namelijk :   de gewenste startdatum van de opvang : kan de opvang starten op het moment 

dat de ouder dit wenst of niet ?  de volledigheid van de opvang : voorziet de opvangvoorziening in het gewenste 

aantal halve en/of volle dagen of niet ?  de  volledigheid  m.b.t.  de  volledige  opvangperiode  :  voorziet  de 

opvangvoorziening  in  het  gewenste  aantal  halve  en/of  volle  dagen  voor  de volledige duur van de opvangperiode of niet ? 

 Hoe groot is dit aantal ouders ?  De antwoorden kunnen we samenvatten als volgt :  1.  10,8  21 %  van  alle  ouders  vinden  een  opvangplaats  die  LATER  dan  gewenst 

gestart is of van start zal gaan.  Dit is 11,9 % van de ouders die een opvangplaats gevonden hebben. 

2.  3,0  22 %  van  alle  ouders  vinden  een  opvangplaats  die ONVOLLEDIG  is wat betreft het gewenste aantal halve en/of volle dagen.   Dit  is 3,3 % van de ouders die een opvangplaats gevonden hebben. 

 

21 Gecorrigeerd % door te herrekenen naar de oorspronkelijke steekproeven.

24

22 Gecorrigeerd % door te herrekenen naar de oorspronkelijke steekproeven.

Page 25: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Dit geeft samengevat :  

Schema 2

 

 - 90,2  % heeft een opvang gevonden                          76,4  % : start tijdig en is volledig als gewenst              10,8  % : opvang start later dan gewenst               3,0  % : opvang is minder volledig dan gewenst  ‐   9,8  % heeft geen opvang gevonden   

  

Het  aantal  ouders  dat  een  opvangplaats  vindt  die wel  voldoet  aan  het  gewenste aantal  halve  en/of  volle dagen, maar  niet  voor de  volledige  opvangperiode  ‐ dus slechts  tijdelijk  ‐    is  (zeer) beperkt  in aantal.   Omwille van dit klein aantal en ook omdat  dit  voor minstens  een  deel met  de  realiteit  overeenstemt,  nemen we  deze ouders op  in de groep ouders die een opvangplaats vindt die niet volledig voldoet aan het aantal gewenste halve en volle dagen.  Wat  betreft  het  later  starten  van  de  opvang  of  het  niet  volledig  karakter  van  de opvang, stellen we ook vast dat het slechts uitzonderlijk is dat een ouder een opvang aanneemt die tegelijkertijd én later start (dan gewenst), én onvolledig is23.   

25

23 In realiteit betekent dit dat als een ouder een opvangplaats ‘vindt’ die later start dan gewenst én bovendien nog onvolledig is, de ouder ‘afhaakt’ en deze plaats niet neemt maar verder zoekt.

Page 26: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.3 Consequenties ten gevolge van het niet vinden van een geschikte opvang.

26

3.3 .1 IN L E I D I N G.

 Een  aantal  ouders  –  de  grote meerderheid  –  vindt  een  opvangplaats  die  aan  de essentiële  karakteristieken  voldoet  (start  tijdig,  is  voor  alle  gewenste  halve  en/of volle dagen en is voor de volledige gewenste periode).  Andere ouders – een kleine maar niet onaanzienlijke minderheid (9,8 %, zie hiervoor) – vindt geen opvangplaats.  Een derde groep ouders (a) vinden wel een opvangplaats die tijdig start, maar niet voor alle gewenste halve en/of volle dagen, en/of  (b) vinden een opvangplaats die weliswaar  later dan gewenst  start, maar wel  voor  alle gewenste halve  en/of volle dagen is.  Aan alle ouders die geen opvangplaats gevonden hadden en aan alle ouders die een opvangplaats gevonden hadden maar die niet aan de drie essentiële karakteristieken voldoet, werd de vraag gesteld of het niet vinden van opvang of het later starten van de  opvang  en/of  het  onvolledig  zijn  van  de  opvang  gevolgen  heeft m.b.t. werk, opleiding, … .   

Page 27: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.3 .2 HE T AAN T AL O U D E R S M E T G E V O L G E N V O O R W E R K E N D I T O.

  16,6 %  van  alle  geïnterviewde  ouders  antwoordden  positief  op  de  vraag  of  deze situatie  gevolgen  heeft  of  had  m.b.t.  werk,  opleiding, …  van  de  respondent  of zijn/haar partner24.   Dit betreft alle personen die geen opvang gevonden hebben  (= 9,8 %) plus ongeveer de helft van de ouders die een onvolledige (niet alle gewenste halve  en/of volle dagen)  en/of  tijdelijke  (niet voor de volledige gewenste periode) en/of latere opvang gevonden hadden (= 6,8 %).   Het  feit  dat men  helemaal  geen  opvang  vindt,  heeft  per  definitie  –  althans  dat stelden we vast – gevolgen voor werk, opleiding, …  van de respondent of zijn/haar partner.     Echter, het feit dat men een onvolledige (niet alle gewenste halve en/of volle dagen) en/of tijdelijke (niet voor de volledige gewenste periode) en/of  latere opvang vindt, heeft (slechts ?) in de helft van de gevallen (50 %) – gevolgen voor werk, opleiding, …  van de respondent of zijn/haar partner25.     Op de volgende pagina geven we deze resultaten samengevat weer.  

24 De vraag luidde : “Het feit dat uw kind niet (niet meer / later / …) word (werd) opgevangen (…), heeft dit gevolgen gehad voor u of uw partner wat betreft uw werksituatie, het volgen van opleidingen of het nemen van verlof?”.

27

25 Deze 6,8 % moet afgezet worden tegenover de 10,8 % + 3,0 % van hiervoor.

Page 28: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 

Schema 3

 

 - 90,2  % heeft opvang gevonden                          76,4  % : start tijdig en is volledig als gewenst  

                  0  % : gevolgen m.b.t. werk, opleiding en dito26              10,8  % : opvang start later dan gewenst               3,0  % : opvang is minder volledig dan gewenst  

               6,8  % : gevolgen m.b.t. werk, opleiding en dito  ‐   9,8  % heeft geen opvang gevonden  

              9,8  % : gevolgen m.b.t. werk, opleiding en dito  

 

Schema 4

 

 - 90,2  % heeft opvang gevonden                          76,4  % : start tijdig en is volledig als gewenst, geen gevolgen                  7,0  % : opvang start later en/of is minder volledig dan gewenst, geen gevolgen  

               6,8  % : opvang start later en/of is minder volledig dan gewenst, gevolgen  ‐   9,8  % heeft geen opvang gevonden, gevolgen  

28

26 Ook al is dit per definitie zo, is het eigenlijk niet bevraagd (want de vraag luidde (samengevat): “Zijn er gevolgen voor werk of … ten gevolge van het niet vinden van opvang of van een opvang die later start of van een opvang die minder volledig is dan gewenst ?”).

Page 29: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.3 .3 RE L AT I E T U S S E N H E T HE B B E N V AN G E V O L G E N E N D E S O C I O-D E M O G R AF I S C H E K E N M E R K E N V AN D E Z E O U D E R S.

  Vervolgens hebben we gekeken of de groep ouders waar er gevolgen zijn voor werk, opleiding, …  omdat  ze  geen  opvang  vinden  of  een  opvang  die  later  start  dan gewenst is of onvolledig is of … verschillend is op socio‐demografisch niveau van de groep ouders waar deze gevolgen er niet zijn niettegenstaande deze  laatste ouders eveneens geen opvang gevonden hadden of een opvang die later start dan gewenst is of onvolledig was.  We hebben daarbij gekeken naar : 

• het aantal jobs in het gezin; • of de vader een betaalde job heeft of niet; • of de moeder een betaalde job heeft of niet; • of de moeder van de vader van Belgische nationaliteit is of niet; • of de moeder van de moeder van Belgische nationaliteit is of niet; • of één van beide grootmoeders (van het kindje) van Belgische nationaliteit is 

of niet; • het diploma van de moeder; • het diploma van de vader; • het diploma van de moeder in combinatie met het diploma van de vader; • de  gezinssituatie  (i.c. het hebben  van  een partner  en het met deze partner 

samenwonen of niet).  

We stellen daarbij vast dat er geen enkel verband is tussen het hebben van gevolgen en de socio‐demografische kenmerken van de ouders27. 

29

27 Voor geen enkel van de hierboven geciteerde parameters is er een statistisch significant verband (Chi-kwadraat test geeft waarden tussen 0.109 en 0.892)

Page 30: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.3 .4 DE AAR D V AN D E Z E G E V O L G E N.

  De  gevolgen  ten  gevolge  van  het  niet  vinden  van  een  opvangplaats  of  van  het vinden van een opvangplaats die pas  later dan gewenst van  start kan gaan of die niet  volledig  is wat  betreft  het  gewenste  aantal  halve  en/of  volle  dagen  kunnen beperkt zijn (bvb. het verschuiven van de vakantieperiode), maar zijn soms ook veel ingrijpender zoals het opgeven van de job van één van beide ouders.  In totaal geven 160 ouders aan dat ze gevolgen ervaren (hebben) ten gevolge van één van deze drie aspecten.  Na herrekenen28 geeft ons dit 174 ouders op een totaal van 1.048 ouders ofwel 16,6 % (zie hiervoor)  In de  tabel die hierop volgt gaan we na wat deze gevolgen waren.   Deze gevolgen zijn  in deze  tabel weergegeven als absolute aantallen  (i.c. het  respectievelijk aantal antwoorden dat door deze 160 ouders is gegeven), als een % ten opzichte van deze 160 ouders en als een percentage ten opzichte van het oorspronkelijk aantal ouders (=1.048)29.   

28 Omdat sommige ouders deze vraag pas tijdens het tweede contact deze vraag gekregen hebben (moesten krijgen) en gezien niet alle ouders een tweede keer bereikt zijn, hebben we deze cijfers herrekend naar de oorspronkelijke steekproef. Dit geeft een totaal van 174 ouders.

30

29 Na weging met factor 174/160 om terug te koppelen naar de oorspronkelijke steekproef.

Page 31: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 

Tabel 5.  Aard van de gevolgen (I). 

(de ouders konden meer dan één antwoord geven, de antwoorden werden niet voorgelezen)  

   Basis 

  

alle ouders met 

gevolgen 

alle ouders

    N = 160  N = 1048 

  N  %  %

Het nemen van ouderschapsverlof, borstvoedingsverlof of tijdskrediet.  31  19,4  3,2

Het verschuiven van vakantieperiode.  25  15,6  2,6

Het deeltijds gaan werken.  21  13,1  2,2

(Tijdelijk) stoppen met werken.  23  14,4  2,4

Een nieuwe job moeten weigeren  28  17,5  2,9

Niet kunnen starten met een opleiding.  8  5,0  0,8

Een opleiding niet kunnen afmaken.  5  3,1  0,5

Onbetaald verlof nemen.  15   9,4  1,5

Veranderen van werkregime.  19  11,9  2,0

Veranderen van werk.  1  0,6  0,1

   ‐ om dichter bij huis te werken  1  0,6  0,1

   ‐ om deeltijds te kunnen werken  0  0,0  0,0

   ‐ om een ander werkregime te kunnen hebben  2  1,3  0,2

Wordt geschorst door de RVA  5  3,1  0,5

Krijgt negatieve beoordeling door RVA  2  1,3  0,2

Minder gaan werken als zelfstandige  1  0,6  0,1

Werkritme aanpassen (is muzikant)  1  0,6  0,1

Werkschema aanpassen  1  0,6  0,1

Is niet‐uitkeringsgerechtigde werkzoekende geworden  1  0,6  0,1

Ben ontslagen  1  0,6  0,1

Tijdelijk verlof nemen van persoon of partner  1  0,6  0,1

Tijdelijk niet werken als zelfstandige  1  0,6  0,1

Totaal aantal antwoorden  192  120.0  19,8

 Deze  ouders  hadden  de  mogelijkheid  om  meer  dan  één  antwoord  te  geven  en konden zowel een antwoord geven voor zichzelf als voor hun partner30. 

31

30 Waarbij we de antwoorden van de respondent en die van haar/zijn partner hebben gesommeerd. Ter informatie, 86 % van alle respondenten (1e interview) = vrouw.

Page 32: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Hierbij merken we op dat 27,5 % van deze 160 ouders – wat overeenkomt met 4,6 % van alle ouders hetzij deeltijds is gaan werken, hetzij gestopt is – al dan niet tijdelijk –  met  werken.  Daarnaast  hebben  nogal  wat  andere  ouders  ouderschapsverlof, borstvoedingsverlof of  tijdskrediet genomen  (3,2 % van alle ouders).   Nog anderen hebben onbetaald verlof genomen (1,5 %), hebben een nieuwe  job moeten weigeren (2,9 %)  of hebben  een  opleiding niet kunnen  afmaken  of  zijn  er niet mee kunnen starten  (1,3  %  in  totaal).    Verder  stellen  we  vast  dat  2,0  %  van  de  ouders  van werkregime veranderd zijn en dat 2,6 % van de ouders hun vakantieperiode hebben moeten verschuiven.  Deze gevolgen kunnen verschillen naargelang de  situatie  (geen opvang, ofwel een onvolledige opvang qua gewenste halve en/of volle dagen, ofwel een opvang die pas later startte dan gewenst was ofwel een opvang die én onvolledig was en pas  later startte  dan  gewenst  was).    Deze  gevolgen  worden  weergegeven  in  de  tabel  die hierop  volgt.   Merken  we  hierbij  opnieuw  op  dat  deze  ouders  de mogelijkheid hadden om meer dan één antwoord te geven en zowel een antwoord konden geven voor zichzelf als voor hun partner.  

32

 

Page 33: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Tabel 6.  Aard van de gevolgen (II).  

geen opvang 

 

onvolledige opvang 

  opvang die later start 

 

opvang die later start en 

onvolledig is 

Basis (N)  94  17  46  3 

  % (1) % (2)  % (3)  % (4) 

Het nemen van ouderschapsverlof, borstvoedingsverlof of tijdskrediet.  2,1 23,5  30,4 Het verschuiven van vakantieperiode.  11,6 23,5  23,9  66,7Het deeltijds gaan werken.  6,3 41,2     66,7(Tijdelijk) stoppen met werken.  13,7   15,2 Een nieuwe job moeten weigeren  14,7   8,7 Niet kunnen starten met een opleiding.  25,3   4,3 Een opleiding niet kunnen afmaken.  6,3   2,2 Onbetaald verlof nemen.  5,3 11,8  15,2 Veranderen van werkregime.  7,4 29,4  8,7  33,3Veranderen van werk.  7,4 5,9       ‐ om dichter bij huis te werken  5,9       ‐ om deeltijds te kunnen werken         ‐ om een ander werkregime te kunnen hebben  11,8    Wordt geschorst door de RVA  5,3     Krijgt negatieve beoordeling door RVA  2,1     Minder gaan werken als zelfstandige  1,1     Werkritme aanpassen (is muzikant)    2,2 Werkschema aanpassen  1,1 5,9  2,2  33,3Is niet‐uitkeringsgerechtigde werkzoekende geworden    2,2 Ben ontslagen    2,2 Tijdelijk verlof nemen van persoon of partner      Tijdelijk niet werken als zelfstandige  1,1 5,9  2,2  33,3

(1)  % op basis = 94 ouders die (nog) geen opvang gevonden hebben (2)  % op basis = 17 ouders waarvan de opvang onvolledig is (minder halve en volle dagen dan gewenst) (3)  % op basis = 46 ouders waarbij de opvang later start of zou starten dan gewenst was 

33

(4)  % op basis =   3 ouders waarvan de opvang onvolledig is (minder halve en volle dagen dan gewenst) en later zou starten dan gewenst 

Page 34: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Hierbij  stellen we vast dat  een grote groep ouders waarvan de gevonden opvang onvolledig was  en/of  later  dan  gewenst  kon  starten,  deze  situatie  oplossen  door gebruik te maken van ouderschapsverlof, borstvoedingsverlof of tijdskrediet.  Ouders waarvan de  opvang  onvolledig  is, gaan  als gevolg hiervan daarnaast  ook frequent deeltijds werken of veranderen van werkregime of van werk omwille van een ander werkregime.  Ouders waarvan de opvang pas later dan gewenst kon starten, gaan naast het nemen van  ouderschapsverlof,  borstvoedingsverlof  of  tijdskrediet;  ook  nog  (tijdelijk) stoppen met werken of nemen onbetaald verlof.  Ouders die geen opvang gevonden hebben, zijn frequent al dan niet tijdelijk moeten stoppen met werken,  zijn  niet  kunnen  starten  aan  een  opleiding,  of  hebben  een nieuwe job moeten weigeren. 

34

 

Page 35: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

35

3.3 .5 W AAR E N/O F B I J W I E W O R DT H E T K I N D D AN O P G E V AN G E N ?

  Bij 76,4 % van de ouders gaat de opvang op het gewenste moment van start en  is voor alle gewenste halve en volle dagen.   Bij 13,8 % van de ouders start de opvang later dan gewenst en/of is niet voor alle gewenste halve en volle dagen.  9,8 % van de ouders hebben geen opvang gevonden.  Dit maakt in totaal 23,6 % van alle ouders.  In het deel hiervoor hebben we nagegaan wat de gevolgen zijn voor werk en dito in het geval de ouder geen opvang gevonden heeft of indien deze opvang niet aan de essentiële voorwaarden voldoet.  In dit deel gaan we na waar of bij wie het kind dan opgevangen werd.   Het betreft zowel  de  situaties  waar  er  gevolgen  waren  voor  werk  en  dito  (16,6  %  van  alle ouders) als de situaties waar er geen gevolgen waren voor werk en dito (7 % van alle ouders).   In  de  hiernavolgende  tabel  zien  we  dat  het  op  de  eerste  plaats  de  ouder  en/of zijn/haar  partner  is  die  instaat  voor  deze  tijdelijke  en/of  aanvullende  “opvang” (‘tijdelijk’ in het geval de opvang later start dan gewenst en ‘aanvullend’ in het geval de  opvang  niet  voor  alle  gewenste  volle  en halve dagen was), met  alle  eventuele gevolgen  qua  werk,  het  volgen  van  een  opleiding  en  dito  (zie  hiervoor).    De informele opvang  is slechts  in zowat één derde van de gevallen een oplossing.    In dat geval zijn het veelal de grootouders die deze taak op zich nemen. 

Page 36: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 

Tabel 7.  Informele opvang (I). 

   % 

ikzelf/partner  63,2ex‐partner  0,0grootouders  35,2andere familie  11,1vrienden, kennissen  5,9geburen  2,0andere of huidige KDV of onthaalouder  7,2au‐pair  0,3kinderverzorgster in huis  0,3crisis‐opvang  0,3babysit  0,7privé‐onthaalouder  0,3school  0,3andere tijdelijke opvang tot start opvang  0,3

  Basis (N) = 232   

% zijn berekend op het aantal ouders, waarbij de ouder meer dan één antwoord kon geven 

36

Page 37: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Zeker wanneer de opvang  later  start dan gewenst was,  is het de ouder die bij het kind blijft (69 %), veel minder de grootouders (29 %).  Het is pas wanneer de opvang niet voor alle gewenste volle en halve dagen is dat de rol van de grootouders in het opvangen van het kind belangrijk wordt (48 %) (zie tabel die hierop volgt).  

Tabel 8.  Informele opvang (II). 

 

 

geen opvang 

 

opvang die later start 

  onvolledige opvang 

 

onbekend

31 

 

Basis (N)  94 102  29  7

  % %  %  %ikzelf/partner  60,6 68,6  58,6  42,9ex‐partner  ‐ ‐  ‐  ‐grootouders  34,7 29,4  48,3  71,4andere familie  8,8 11,8  17,2  14,3vrienden, kennissen  6,5 5,9  3,4  ‐geburen  3,5 ‐  ‐  ‐andere of huidige KDV of onthaalouder  7,1 5,9  6,9  28,6au‐pair  0,6 ‐  ‐  ‐kinderverzorgster in huis  0,6 ‐  ‐  ‐crisis‐opvang  0,6 ‐  ‐  ‐babysit  0,6 1,0  ‐  ‐privé‐onthaalouder  0,0 1,0  ‐  ‐school  1,2 ‐  ‐  ‐andere tijdelijke opvang tot start opvang  0,0 1,0  ‐  ‐ 

  % zijn berekend op het aantal ouders, waarbij de ouder meer dan één antwoord kon geven. 

37

31 Dit betreft situaties waarbij we niet kunnen uitmaken of de opvang te wijten is aan een later opvang en/of aan een opvang die niet volledig is.

Page 38: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.4 De tevredenheid van de ouders en hun evaluatie van het zoekproces.

38

3.4 .1 IN L E I D I N G.

 90,2 %  van  de  ouders  vindt  een  opvangplaats.      Sommigen  van  hen  zoeken  nog verder omwille van ‘essentiële’ redenen, andere ouders zoeken nog verder omwille van  ‘andere’ redenen,  terwijl de overgrote meerderheid van deze ouders niet meer verder zoeken.   De eerste vraag die wij ons hierbij stellen is de vraag hoe tevreden deze ouders zijn met  betrekking  tot  een  aantal  aspecten  en  karakteristieken  van  de  gevonden opvang(plaats).  Het moet hierbij voor u als lezer duidelijk zijn dat het hier niet gaat over  de  tevredenheid  over  de  opvang  als  dusdanig,  temeer  dat  voor  een  aantal ouders deze opvang nog dient te starten.  Vervolgens gaan we in dit hoofdstuk na hoe de ouders dit zoekproces evalueerden, met name hoe moeilijk of gemakkelijk zij het zoeken naar een opvangplaats vonden.   

Page 39: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.4 .2 DE T E V R E D E N H E I D O V E R E E N A AN T AL K AR AK T E R I S T I E K E N B E T R E F F E N D E D E G E V O N D E N O P V AN G(P L A AT S) .

 Ouders  die  een  opvangplaats  gevonden  hadden  kregen  vragen  te  beantwoorden over hun tevredenheid over :  

o de startdatum van de opvang; o de afstand naar de opvangplaats; o de bereikbaarheid van de opvangplaats; o de kostprijs van de opvang; o de openingsuren van de opvang; o het type van de opvang (kinderdagverblijf of (zelfstandige) 

onthaalouder; o het  aantal  halve  en/of  volle  dagen  dat  zij  voor  hun  kind  bij  deze 

opvang terecht kunnen.  De antwoorden op deze vragen hebben we samengevat in figuur 1.  

Figuur 1. Tevredenheid over een aantal karakteristieken betreffende de gevonden opvang(plaats).

60

52

43

20

58

59

59

33

38

38

37

30

27

26

3

6

10

27

5

5

5

4

4

8

14

6

7

7

3

0% 20% 40% 60% 80% 100%

aantal dagen

type

openingsuren

kostprijs

bereikbaarheid

afstand

datum

%

zeer tevredentevredenneutraalontevredenzeer ontevreden

 Basis :  ‐ N = 732 ouders ‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben 

39

 

Page 40: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 Afgezien  van  de  kostprijs  zijn  al  deze  ouders  voor  meer  dan  85  –  90  %  (zeer) tevreden  over  de  verschillende  aspecten  die  betrekking  hebben  op  de opvangvoorziening.  Dit varieert van 81 % (zeer) tevreden (“openingsuren”) tot 97 % (zeer) tevreden (“aantal dagen”).   Vervolgens hebben we nagegaan  in welke mate deze ouders  tevreden waren over deze karakteristieken in relatie tot het al dan niet verder zoeken naar opvang.  

Tabel 9.  Tevredenheid over de karakteristieken v/d opvang(plaats) in relatie tot het al dan niet verder zoeken naar opvang. 

   Hebben opvang, 

zoeken verder om ‘essentiële’ 

redenen 

Hebben opvang, zoeken verder om ‘andere’ redenen 

Hebben opvang, zoeken NIET 

verder 

N  25  74  663   %  %  % 

startdatum      zeer tevreden  32  44  62 tevreden  28  35  25 neutraal  12  7  5 ontevreden  24  13  6 zeer ontevreden  4  1  2 totaal  100  100  100 

afstand      zeer tevreden  60  27  63 tevreden  36  25  27 neutraal  0  11  4 ontevreden  0  25  5 zeer ontevreden  4  11  1 totaal  100  100  100 

Basis :   ‐ N = 762 ouders 

‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben 

40

  (zie verder) 

Page 41: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

   Hebben opvang, 

zoeken verder om ‘essentiële’ 

redenen 

Hebben opvang, zoeken verder om ‘andere’ redenen 

Hebben opvang, zoeken NIET 

verder 

N  25  74  663   %  %  % 

bereikbaarheid      zeer tevreden  56  24  62 tevreden  28  39  29 neutraal  0  10  5 ontevreden  12  23  4 zeer ontevreden  4  4  0 totaal  100  100  100 

kostprijs      zeer tevreden  21  9  21 tevreden  29  34  37 neutraal  17  21  28 ontevreden  25  21  12 zeer ontevreden  8  14  2 totaal  100  100  100 

uren      zeer tevreden  48  25  45 tevreden  28  39  39 neutraal  12  15  9 ontevreden  8  15  7 zeer ontevreden  4  6  1 totaal  100  100  100 

type      zeer tevreden  56  35  54 tevreden  24  39  38 neutraal  4  15  5 ontevreden  16  10  3 zeer ontevreden  0  0  0 totaal  100  100  100 

volledigheid (dagen)      zeer tevreden  58  38  63 tevreden  17  52  23 neutraal  4  4  2 ontevreden  17  6  2 zeer ontevreden  4  0  0 totaal  100  100  100 

 

Basis :   ‐ N = 762 ouders 

41

‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben 

Page 42: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

De ouders die opvang gevonden hebben en niet meer verder zoeken zijn het meest (zeer)  tevreden  over  (in  volgorde):  het  type  (92 %),  de  bereikbaarheid  (91 %),  de afstand (90 %),  de startdatum (87 %), de volledigheid (dagen) (86 %) en de uren (84 %). Pas verderop volgt de kostprijs  (58 %).   Afgezien van de kostprijs zijn al deze ouders over al de verschillende aspecten (zeer) tevreden.  Wanneer we  deze  tevredenheidscijfers  voor  de  verschillende  groepen  analyseren, vinden we frequent statistisch significante verschillen (bij 95 % significantie) terug :  

• de  ouders  die  opvang  gevonden  hebben  en  niet meer  verder  zoeken,  zijn significant meer tevreden over de startdatum van de opvang dan de ouders die nog verder zoeken32 (p = 0.001); 

• de  ouders  die  opvang  gevonden  hebben  en  niet meer  verder  zoeken,  zijn significant meer tevreden over de afstand tot de opvangplaats dan de ouders die nog verder zoeken om ‘andere redenen’33 (p = 0.000); 

• de  ouders  die  opvang  gevonden  hebben  en  niet meer  verder  zoeken,  zijn significant meer  tevreden over de bereikbaarheid van de opvangplaats dan de ouders die nog verder zoeken om ‘andere redenen’34 (p = 0.000); 

• de ouders die nog verder zoeken om ‘andere redenen’ zijn significant minder tevreden  over  de  kostprijs  van  de  opvang  dan  de  ouders  die  opvang gevonden hebben en niet meer verder zoeken en de ouders die nog verder zoeken om ‘essentiële’ redenen35 (p = 0.000); 

• de ouders die nog verder zoeken om ‘andere redenen’ zijn significant minder tevreden over de uren van de opvang dan de ouders die opvang gevonden hebben en niet meer verder zoeken en de ouders die nog verder zoeken om ‘essentiële’ redenen (p = 0.000); 

 (zie verder) 

32 Waarbij de categorieën ontevreden en zeer ontevreden samengenomen werden omwille van de kleinere aantallen. 33 Waarbij we abstractie gemaakt hebben van de ouders die nog verder zoeken om ‘essentiële’ redenen omwille van de kleinere aantallen ‘per cel’. 34 Waarbij we abstractie gemaakt hebben van de ouders die nog verder zoeken om ‘essentiële’ redenen omwille van de kleinere aantallen ‘per cel’ en waarbij de categorieën ontevreden en zeer ontevreden samengenomen werden omwille van de kleinere aantallen.

42

35 Waarbij de categorieën ontevreden en zeer ontevreden samengenomen werden omwille van de kleinere aantallen.

Page 43: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 • de ouders die nog verder zoeken om ‘andere redenen’ zijn significant minder 

tevreden over het type van de opvang dan de ouders die opvang gevonden hebben en niet meer verder zoeken en de ouders die nog verder zoeken om ‘essentiële’ redenen36 (p = 0.000); 

• de ouders die nog verder zoeken om ‘andere redenen’ zijn significant minder ‘zeer  tevreden’ over de volledigheid  (dagen) van de opvang dan de ouders die opvang gevonden hebben en niet meer verder zoeken en de ouders die nog verder zoeken om ‘essentiële’ redenen37 (p = 0.000). 

 Of nog, de ouders die om ‘essentiële’ redenen verder zoeken, zijn in vergelijking met de  ouders  die  niet  meer  verder  zoeken,  enkel  significant  minder  tevreden  over startdatum,  waarbij  we  in  het  achterhoofd  moeten  houden  dat  ‘een  latere  dan gewenste  startdatum’  en/of  het  ‘niet  volledig  zijn  van  de  opvang’  voor  hen  de essentiële  redenen  waren  om  verder  te  zoeken.    Dit  toont  aan  dat  de  gegevens coherent zijn.  Tegelijkertijd zien we dat de ouders die om andere dan  ‘essentiële’ redenen verder zoeken, over alle aspecten minder tevreden zijn.  

36 Waarbij de categorieën ontevreden en zeer ontevreden samengenomen werden omwille van de kleinere aantallen.

43

37 Waarbij de categorieën ontevreden, zeer ontevreden en neutraal samengenomen werden omwille van de kleinere aantallen.

Page 44: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.4 .3 EV AL U AT I E V AN H E T Z O E K P RO C E S : H O E G E M AK K E L I J K I S H E T V O L G E NS D E O U D E RS O M E E N G E S C HI KT E O P V AN G P L AAT S T E V I N D E N ?

 Vervolgens  hebben  we  gekeken  hoe  de  ouders  dit  zoekproces  evalueerden,  hoe moeilijk of gemakkelijk zij het zoeken naar een opvangplaats vonden.  Deze  vraag  werd  zowel  gesteld  aan  en  beantwoord  door  de  ouders  die  een opvangplaats gevonden hadden (en die eventueel nadien nog verder zochten en een nieuwe opvangplaats gevonden hadden) als door de ouders die zes maanden na ons eerste contact met hen (nog) geen opvangplaats gevonden hadden. 

 

Figuur 2. Hoe gemakkelijk is het voor de ouders om een geschikte opvangplaats te vinden ? 

 

1114

9

28

38

0

10

20

30

40

zeer gemakkelijkgemakkelijkneutraalmoeilijkzeer moeilijk

 Basis :   ‐ N = 856 ouders 

 Hierbij  stellen  we  vast  dat  één  kwart  van  al  deze  ouders  dit  zoeken  (zeer) gemakkelijk vonden,  één op  tien van deze ouders vonden dit noch gemakkelijk  – noch  moeilijk,  terwijl  twee  op  drie  van  deze  ouders  dit  zoeken  (zeer)  moeilijk vonden.  Uiteraard is dit een subjectieve beoordeling omdat het met name de ouder zelf  is die zegt wat hij of zij van dit zoeken vond,  iets wat bovendien samenhangt met  het  verwachtingspatroon  en  concrete  wensen  wat  betreft  de  aard  van  de opvang38.  Deze resultaten dienen echter wel gezien te worden in de context van het aantal contacten dat deze ouders gemiddeld leggen (zie later).  

44

38 Type, plaats, voltijds karakter of niet, … .

Page 45: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Opnieuw  stellen we  verschillen  vast  naargelang de  situatie waarin de  ouder  zich bevindt.  De ouders die 6 maanden na onze eerste contact nog steeds aan het zoeken zijn39 vinden dit bijna zonder uitzondering (90 %) moeilijk tot zeer moeilijk. 

 Als vanzelfsprekend is deze ervaring per definitie een subjectief gegeven, maar toch kunnen we niet om de 38 % ouders heen die dit zoeken “zeer moeilijk” vonden.    

Tabel 10.  Evaluatie van het zoekproces in functie van het resultaat. 

   geen 

opvang zoeken verder40

hebben opvang 

N  92  25  738   %  %  % zeer gemakkelijk  1  4  13 eerder gemakkelijk  1  4  16 neutraal  4  4  9 eerder moeilijk  18  32  29 zeer moeilijk  75  56  33 totaal  100  100  100 

 

Basis :   ‐ N = 855 ouders Sterk significant verschillend (p = 0.000) 

 

Slechts een (kleine) minderheid vond dit zoeken naar een opvangplaats gemakkelijk.  Zoals we  echter wel konden verwachten vonden de ouders  zonder opvang  en de ouders met  opvang  die  toch  nog  verder  zochten,  dit  zoeken  naar  een  geschikte opvang  frequenter moeilijk  tot zeer moeilijk.   Dit verschil met de groep ouders die wel opvang gevonden hebben is significant41.   

39 Dit betreft o.a. 108 ouders die bij het eerste contact nog geen opvangplaats gevonden hadden, en bovendien nog steeds geen uitzicht hadden op een opvangplaats bij het tweede contact 6 maanden later en 50 ouders die wel een opvangplaats gevonden hebben maar nog steeds of opnieuw verder zoeken naar een andere opvangplaats. 40 Zoeken verder om “essentiële redenen”.

45

41 Omwille van de kleine aantallen was het noodzakelijk om de antwoorden “zeer gemakkelijk”, “eerder gemakkelijk” en “neutraal” te sommeren om de significantie-test te kunnen uitvoeren. Vervolgens werd de test uitgevoerd en bleken de verschillen significant bij 95 %.

Page 46: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.5 Het vinden van een opvangplaats in relatie tot de karakteristieken van de opvangplaats.

3.5 .1 IN L E I D I N G.

 In dit hoofdstuk gaan we na of er een verband is tussen:  

1.  het vinden van een opvangplaats en het  type opvangvoorziening dat door de ouders gecontacteerd werd; 

2.  het vinden van een opvangplaats en de initiële voorkeur van de ouders wat betreft het type opvangvoorziening; 

3.  het vinden van een opvangplaats en het gebied  (grootstedelijk, stedelijk en landelijk) waar de opvangvoorziening gelokaliseerd is; 

4.  het vinden van een opvangplaats en de karakteristieken van het gebied waar de  opvangvoorziening  gelokaliseerd  is  in  termen  van  ‘aantal  plaatsen  per duizend kinderen’ en ‘bezettingsgraad’. 

46

 

Page 47: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.5 .2 HE T V I N D E N V AN O P V AN G I N R E L AT I E T O T H E T T Y P E O P V AN G V O O RZ I E NI N G D AT D O O R D E O U D E R S G E C O N T AC T E E R D W E R D.

 We gaan hier na of er een verband is tussen het vinden van een opvangplaats en het type opvangvoorziening dat door de ouder gecontacteerd werd.   De onderliggende hypothese  is hierbij dat de ouders die zich naar één enkel type opvangvoorziening richten,  (veel) moeilijker  een  opvangplaats  zouden  vinden  in  vergelijking met  de ouders die zich naar meerdere opvangvoorzieningstypes richten.  

Tabel 11.  Relatie tussen het type gecontacteerde opvangvoorzieningen en het vinden van een opvangplaats (I). 

   geen 

opvang zoeken verder 

hebben opvang 

N  94  25  864   %  %  % 

contacteren van       (ook) kinderdagverblijven  91  92  87 (ook) diensten voor onthaalouders  64  60  57 (ook) zelfstandige onthaalouders  54  64  45 Gemiddeld aantal types  2,1  2,2  1,9  Basis :   ‐ N = 983 ouders Niet significant verschillend (p = 0.855)  

 

47

Uit  deze  gegevens  blijkt  dat we  deze  hypothese  dienen  te  verwerpen  gezien  het verschil niet statistisch significant is (bij 95 % significantie).  Ouders die geen opvang gevonden hebben of die ofwel een opvang gevonden hebben maar toch nog verder zochten, hebben zich minstens even frequent tot elk van de verschillende types van opvangvoorzieningen gericht.  Het is dus met name verkeerd te veronderstellen dat een ouder geen opvangplaats vindt omdat deze ouder  zich  in  zijn  zoeken  tot  één enkel type richt.   

Page 48: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Vervolgens  hebben we  gekeken  of  er  een  relatie was  tussen  het  vinden  van  een opvangplaats en het type opvangvoorziening dat de ouder gecontacteerd heeft. Hierbij  stellen  we  vast  dat  het  vooral  de  ouders  zijn  die  zich  én  naar kinderdagverblijven,  én  naar  onthaalouders  richten  die  minder  frequent  opvang vinden.    Het  verschil  tussen  de  ouders  die  zich  enkel  naar  kinderdagverblijven richten  en  de  ouders  die  zich  enkel  naar  een  onthaalouder  (een  dienst  voor onthaalouders en/of een zelfstandige onthaalouder) is kleiner, maar wel significant, waarbij  we  moeten  aangeven  dat  de  ouders  die  zich  enkel  die  zich  enkel  naar kinderdagverblijven richten iets frequenter geen opvang vinden in vergelijking met de ouders die zich enkel naar een onthaalouder richten.  We kunnen dan ook alleen maar  besluiten dat  andere  parameters  veel doorslaggevender  zijn  in  het  resultaat van de zoektocht dan het type opvangvoorziening waar de ouder zich naar richt.   

Tabel 12.  Relatie tussen het type gecontacteerde opvangvoorzieningen en het vinden van een opvangplaats (II). 

 Contacteren    Enkel 

kinderdagverblijven Enkel diensten voor onthaalouders en/of 

zelfstandige onthaalouders42

Zowel kinderdagverblijven als diensten voor 

onthaalouders en/of zelfstandige onthaalouders

N    240  354  330   %  %  % Resultaat       Geen opvang  8  2  20 Zoeken verder  7  12  10 Hebben opvang 85  86  71  Basis :   ‐ N = 924 ouders De verschillen zijn significant (p = 0.000)  

 

48

42 Het aantal respondenten dat zich enkel tot een Dienst voor onthaalouders gewend heeft maar niet tot zelfstandige onthaalouders of omgekeerd (respondenten die zich enkel tot zelfstandige onthaalouders gewend hebben maar niet tot een Dienst voor onthaalouders) is voor sommige cellen ‘te klein’ om analyses op uit te voeren. Vandaar dat deze beide respondenten samengenomen werden met de ouders die zich zowel naar een Dienst voor onthaalouders als naar zelfstandige onthaalouders gewend hebben.

Page 49: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.5 .3 HE T V I N D E N V AN O P V AN G I N R E L AT I E T O T D E I N I T I Ë L E V O O R KE U R V AN D E O U D E R S W AT B E T R E F T H E T T Y P E O P V AN G V O O RZ I E N I N G.

 Een andere hypothese is echter dat het al dan niet vinden van een opvangplaats en het al dan niet verder zoeken niet zozeer in verband staat met het type en het aantal gecontacteerde  opvangvoorzieningen, maar wel met  de  initiële  voorkeur  van  de ouder voor een bepaald type opvangvoorziening.  

Tabel 13.  Relatie tussen de initiële voorkeur van de ouder voor het type opvangvoorziening en het vinden van een opvangplaats. 

 

voorkeur voor :  kinderdagverblijf  onthaalouder  geen voorkeur43N  376  172  233 

  %  %  % Geen opvang  11  9  13 Zoeken verder om ‘essentiële’ redenen  3  2  0 Zoeken verder om ‘andere’ redenen  10  13  6 Hebben opvang  75  76  80 Totaal  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 781 ouders Niet significant verschillend (p = 0.051) 

 We dienen deze hypothese evenzeer te verwerpen gezien er geen significant verband is tussen het vinden van een opvangplaats (en het al dan niet verder zoeken) en de initiële voorkeur van de ouder voor een bepaald type van opvangvoorziening.  Later toetsen we de hypothese af of er een verband  is tussen de  initiële voorkeur van de ouder en de duur van het zoekproces. 

49

43 Inclusief het (zeer) beperkt aantal ouders die ‘het niet weten’.

Page 50: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.5 .4 HE T V I N D E N V AN O P V AN G I N R E L AT I E T O T H E T G E BI E D (G RO O T S T E D E L I J K, S T E DE L I J K E N L AN D E L I J K) W AAR D E O P V AN G V O O RZ I E NI N G G E L O KAL I S E E R D I S .

 Wanneer we kijken naar de plaats waar de opvangvoorziening gelokaliseerd is, zijn er geen statistische significante verschillen (bij 95 % significantie) in het vinden van opvang of in het verder (moeten) zoeken.  

Tabel 14.  Locatie van de opvangvoorziening en het resultaat van het zoekproces. 

   Groot‐

stedelijk Stedelijk  Landelijk  Totaal 

N  354  415  213  982   %  %  %  %44

Geen opvangplaats  11,3  7,7  10,3  9,6 Zoeken verder45   2,3  3,1  1,9  2,5 Geen opvangplaats + verder zoeken 

13,6  

10,8  

12,2  

12,1  

Opvangplaats  86  89  88  88 Totaal  100  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 982 ouders Niet significant verschillend (p = 0.546) 

  Opmerking.  We mogen er niet noodzakelijkerwijze van uitgaan dat het gebied waar de opvangvoorziening gelokaliseerd is, ook de woonplaats is van de ouder die naar opvang zoekt, ook al zal dit in de meerderheid van de gevallen wel zo zijn. 

44 De % ‘totaal’ kunnen een fractie (van een percent) afwijken van de eerder geciteerde %’s omdat de %’s die hier gehanteerd worden, gebaseerd zijn op de effectieve aantallen, terwijl de hiervoor geciteerde %’s gebaseerd zijn op extrapolaties van de effectieve aantallen.

50

45 Onder “zoeken verder” verstaan we de ouders die verder zoeken omwille van essentiële redenen, afgezien van ‘geen opvang’. We zullen dit in de hierna volgende tabellen niet meer herhalen.

Page 51: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.5 .5 HE T V I N D E N V AN O P V AN G I N R E L AT I E T O T H E T G E BI E D W AAR D E O P V AN G V O O RZ I E NI N G G E L O KAL I S E E R D I S I N T E R M E N V AN BAR C E L O N A-N O R M 46 E N B E Z E T T I NG S G R AAD.

 Ook  wanneer  we  kijken  naar  de  bezettingsgraad  en  de  Barcelona‐norm  en  de combinatie van deze beiden  in  relatie  tot het vinden van opvang of  in het verder (moeten) zoeken, stellen we geen significante verschillen vast.  

Tabel 15.  Bezettingsgraad, Barcelona‐norm47 en het resultaat van het zoekproces. 

   Hoge bezettingsgraad  Lage bezettingsgraad   Hoge B48‐norm  Lage B‐norm  Hoge B‐norm  Lage B‐norm 

N  513  108  27  133   %  %  %  % Geen opvang  12  11  7  11 Zoeken verder om “essentiële” redenen.  2  4  4  3 Zoeken verder om andere redenen.  11  7  11  7 Hebben opvang  76  78  78  79 Totaal  100  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 781 ouders 

  

46 Barcelona-norm = ‘aantal plaatsen per duizend kinderen’ 47 Idem

51

48 Idem

Page 52: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.6 Het vinden van een opvangplaats in relatie tot de karakteristieken van de ouders.

3.6 .1 IN L E I D I N G.

 In  dit  hoofdstuk  gaan  we  na  of  er  een  verband  is  tussen  het  vinden  van  een opvangplaats en de socio‐demografische karakteristieken van de ouder die naar een opvangplaats zoekt.  De aspecten die we hierbij eerst in aanmerking nemen zijn:  

• of de ouder een partner heeft en ermee samenwoont; • of de ouder of partner een betaalde job heeft of niet en of dit een voltijdse dan 

wel deeltijdse job is; • het aantal jobs in het gezin; • het werkschema van de ouder en partner; • het opleidingsniveau van de ouder en partner; • de herkomst van de ouder en partner. 

  

Vervolgens  kijken  we  na  of  er  een  verband  is  tussen  het  vinden  van  een opvangplaats en:  

• of de ouder voor één kind dan wel voor meer dan één kind opvang zoekt; • of  de  ouder  hetzij  nu,  hetzij  vroeger  een  kind  heeft/had  dat  in  een 

kinderdagverblijf of bij een onthaalouder wordt/werd opgevangen.  

  

52

Page 53: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3 .6 .2 RE L AT I E T O T D E K AR AK T E R I S T I E K E N V AN D E O U D E RS.

 In  acht  genomen  enige  voorzichtigheid  omwille  van  het  kleinere  aantal  ouders zonder partner of met een partner waarmee ze niet samenwonen, tonen de gegevens in de  tabel die hierop  volgt  toch  aan dat de  alleenstaande  ouders  veel  frequenter geen opvang vinden.  Dit verschil is significant49 (p = 0.011).  Dit verschil is nog veel meer  significant  (p  =  0.001)  indien  we  enkel  de  groepen  ‘geen  partner’  en  ‘met samenwonende partner’ tegenover elkaar aftoetsen.  

Tabel 16.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (I). 

 

  geen partner  

niet‐samenwonende partner 

samenwonende partner 

N  45  16  837   %  %  % Geen opvang  36  8  10 Zoeken verder  3  0  3 Hebben opvang  61  92  87 Totaal  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 898 ouders Sterk significant verschillend (p = 0.011 en 0.001)  

 

53

49 Dit verschil is significant (bij 95 %). Om dit verschil uit te testen dienden we eerst de groepen ‘geen partner’ en ‘niet-samenwonende partner’ te sommeren (omwille van de kleinere aantallen) en vervolgens hebben we afgetoetst of er een verschil was in de frequenties waarmee zij wel of geen opvang gevonden hadden (omwille van de kleinere aantallen moesten we ook abstractie maken van de groep “zoeken verder”). Dit verschil bleek significant te zijn.

Page 54: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Daarnaast  stellen we vast  (zie  tabellen hieropvolgend) dat de kans groter  tot veel groter is dat de ouder een opvangplaats vindt indien de ouder een betaalde job heeft, en zeker als de ouder een voltijdse job heeft.  In beide gevallen zijn deze verschillen statistisch significant.  

Tabel 17.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (II). 

 

  Ouder heeft betaalde job 

 

Ouder heeft  geen betaalde job 

 N  887  86 

  %  % Geen opvang  6  44 Zoeken verder  3  2 Hebben opvang  91  53 Totaal  100  100 

 Basis :   ‐ N = 973 ouders Sterk significant verschillend (p = 0.000) 

  

Tabel 18.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (III). 

 

  Ouder heeft voltijdse job 

Ouder heeft deeltijdse job 

N  676  204   %  % Geen opvang  5  11 Zoeken verder  3  3 Hebben opvang  92  86 Totaal  100  100 

 Basis :   ‐ N = 880 ouders Sterk significant verschillend (p = 0.012)  

54

 

Page 55: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Ook als de partner geen betaalde  job heeft  is het moeilijker om opvang  te vinden.  Dit verschil is opnieuw statistisch significant.    Daarentegen maakt het geen verschil uit50 of deze partner een voltijdse dan wel deeltijdse job heeft.  

Tabel 19.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (IV). 

 

  Partner heeft betaalde job 

Partner heeft geen betaalde job 

N  881  35   %  % Geen opvang  8  20 Zoeken verder  3  3 Hebben opvang  89  77 Totaal  100  100 

 Basis :   ‐ N = 916 ouders Sterk significant verschillend (p = 0.016) 

Tabel 20.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (V). 

 

  Partner met voltijdse job 

Partner met deeltijdse job 

N  819  53   %  % Geen opvang  8  8 Zoeken verder  2  8 Hebben opvang  89  85 Totaal  100  100 

 Basis :   ‐ N = 872 ouders Niet significant verschillend (p = 0.070) 

 

55

50 Er is m.a.w. geen statistisch significant verschil.

Page 56: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Merkwaardige, maar misschien niet verrassende vaststelling, is dat er een statistisch significant  verband  is51  tussen  het  aantal  jobs  in  het  gezin  en de mate waarin de ouders  een  opvangplaats  vinden.    In  het  geval  er  in  het  gezin  twee  (2)  jobs  of anderhalve  (1.5)  job  is,  dan  zullen  de  ouders  veel  frequenter  een  opvangplaats vinden in vergelijking met de ouders waarbij er maximaal één (1) job in het gezin is.  Deze laatsten zullen frequent geen opvangplaats vinden.   Ook het verschil tussen 0 jobs en 1 job is significant verschillend (p = 0.003), alsook tussen 1 job en 1.5 jobs (p = 0.023).  

Tabel 21.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (VI). 

jobs in het gezin  2  1.5  1  0.5  0 

N  629  173  94  17  26            Geen opvang  6  9  18  24  46 Zoeken verder  2  3  3  12  4 Hebben opvang  92  88  79  65  50 Totaal  100  100  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 939 ouders Sterk significant verschillend (p = 0.000)  

 Echter  stellen we  vast  (zie  de  tabellen  die  hierop  volgen)  dat  er  geen  verband  is tussen het vinden van een opvangplaats en het werkschema van de  respondent of partner.  M.a.w., het is niet zo dat personen met een onregelmatig werkschema (veel) minder een opvangplaats vinden dan andere ouders. 

56

51 Bij 95 % significantie, en abstractie gemaakt van de “zoeken verder” omwille van de kleinere aantallen.

Page 57: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Tabel 22.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (VII). 

 RESPONDENT 

over

dag

ploe

gen

‘s a

vond

s

‘s n

acht

s

wee

kend

thui

s

onre

gelm

atig

N  844  85  165  58  182  72  228   %  %  %  %  %  %  % Geen opvang  6  12  9  10  7  13  5 Zoeken verder  3  4  3  2  3  3  3 Hebben opvang  91  85  88  88  90  85  92 Totaal  100  100  100  100  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 983 ouders 

‐ een ouder kan meerdere malen positief antwoorden op deze vraag (hij/zij       kan bvb. tegelijkertijd overdag als in een ploegenstelsel werken).    

Tabel 23.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (VIII). 

 PARTNER 

over

dag

ploe

gen

‘s a

vond

s

‘s n

acht

s

wee

kend

thui

s

onre

gelm

atig

N  840  73  192  75  181  68  226   %  %  %  %  %  %  % Geen opvang  8  11  13  15  10  10  10 Zoeken verder  3  1  2  4  2  6  2 Hebben opvang  89  88  85  81  88  84  88 Totaal  100  100  100  100  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 983 ouders 

‐ een ouder kan meerdere malen positief antwoorden op deze vraag (hij/zij       kan bvb. tegelijkertijd overdag als in een ploegenstelsel werken). 

57

 

Page 58: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 Vervolgens hebben we nagegaan of het werkschema van de ouder in combinatie met het werkschema  van de  partner  aanleiding  geeft  tot  situaties waarin deze  ouders geen of minder gemakkelijk opvang vinden.  Dit is geen eenvoudige analyse omdat er voor elke afzonderlijke partner nogal wat mogelijkheden zijn (bvb. de ene ouder werkt  overdag  in  ploegenstelsel  of  werkt  ’s  avonds  thuis  of …)  wat  dan  dient bekeken  te  worden  in  samenhang  met  dezelfde  mogelijkheden  voor  de  andere werkende partner.  Na een gedetailleerde analyse van alle  individuele antwoorden, konden we slechts één toetsbare hypothese weerhouden, namelijk de hypothese dat de ouder moeilijker of geen opvang vindt vanaf het ogenblik dat één van beide ouders ’s avonds werkt.  

Tabel 24.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (IX). 

 

  Geen van beide partners werkt      

‘s avonds 

Minstens één van beide partners werkt 

‘s avonds N  525  262 

  %  % Geen opvang  11  12 Zoeken verder  3  3 Hebben opvang  86  85 Totaal  100  100 

 Basis :   ‐ N = 787 ouders Niet significant verschillend (p = 0.930) 

 Naast de vaststelling  in de marge dat bij nogal wat ouders minstens één van beide partners ook  ’s avonds werkt   (bij 33 % van alle bevraagde ouders is dit het geval), moeten  we  toch  constateren  dat  er  geen  statistisch  significant  verschil  is  in  het vinden  van  een  opvangplaats  tussen  ouders waarvan  geen  van  beide  partners  ’s avonds werkt en ouders waarvan minstens één van beide partners ’s avonds werkt. 

58

 

Page 59: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 Het zou best kunnen ‐ maar we hebben geen gegevens om deze veronderstelling te staven, noch om  deze stelling te verwerpen – dat ouders met een dermate moeilijk werkschema voor beide partners, hetzij helemaal geen  (formele) opvang  zoeken52, hetzij dat minstens één van beide partners zijn of haar werkschema aanpast of zich naar een nieuwe werksituatie richt die wel combineerbaar is met (formele) opvang, en dit afgezien van nog anderen die al dan niet tijdelijk stoppen met werken53.   Lagergeschoolden  vinden  veel  minder  frequent  een  opvangplaats  dan hogergeschoolden54.  Dit verschil is zeer significant (p = 0.000).  Alsook is er zelfs een significant  verschil  tussen  de  respondenten met  hoger  secundair  onderwijs  en  de hogergeschoolden  (p = 0.002).  Het verschil tussen de respondenten met geen‐lager‐LSO en de respondenten met HSO is op zich niet significant (p = 0.176). 

 

Tabel 25.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (X). 

Diploma respondent  geen‐lager‐

LSO HSO  

HOGER  

N  46  230  692   %  %  % Geen opvang  22  14  7 Zoeken verder  2  2  2 Hebben opvang  76  84  91 Totaal  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 968 ouders Sterk significant verschillend (p = 0.000)  

(zie verder)  

52 … en dus ook niet in de steekproef van ons onderzoek voorkomen. 53 … en ook geen opvang zoeken.

59

54 Geheel van universitair geschoolden en van ouders met een diploma van het hoger onderwijs, hetzij van het korte of van het lange type.

Page 60: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 In  deze  context  dienen  we  (opnieuw)  aan  te  geven  dat  het  profiel  van  de respondenten uit dit onderzoek, qua scholingsgraad significant hoger is dan wat we zouden kunnen verwachten binnen de  random  jongere Vlaamse bevolking.   Meer bepaald  is  79,6  %  (!)  hoger  geschoold  (universitair  of  hoger  niet‐universitair onderwijs).    Gezien  we  bovendien  vaststellen  (zie  verder)  dat  er  een  significant verschil  is  in  het  vinden  van  opvang  in  functie  van  het  opleidingsniveau  van  de respondent, maar niet in functie van het opleidingsniveau van de partner (!), zouden we  –  uiteraard  in  acht  genomen  enige  voorzichtigheid  –  de  volgende  hypothese durven  formuleren:  de  ouders  waarvan  de  moeder  niet  hogergeschoold  is  (dus waarvan de moeder geen hoger onderwijs gevolgd heeft), zullen bij de geboorte van hun al dan niet eerste kind gemakkelijker de beslissing nemen om al dan niet tijdelijk niet meer  verder  in  het  arbeidscircuit  te  blijven55  en  zelf  voor  het  kind  te  zorgen en/of om  te opteren voor  informele opvang56.   Dit  leiden we af uit het  feit dat de personen  die  naar  kinderopvang  zoeken  ‐  en  wetende  dat  de  respons  en medewerkingsgraad  in dit onderzoek zeer hoog was – meer dan gemiddeld hoger geschoold zijn, waaruit we bijgevolg afleiden dat de minder dan hoog geschoolden moeders minder frequent naar formele opvang zoeken (én wanneer zij naar opvang zoeken bovendien nog minder frequent een opvang vinden ook !).   

In  tegenstelling  tot  onze  vaststellingen  wat  betreft  de  relatie  tussen  het opleidingsniveau van de respondent en het vinden van opvang (zie hiervoor),  is er geen relatie  tussen het vinden van opvang en het opleidingsniveau van de partner (zie tabel die hierop volgt). 

55 … of er niet in te stappen.

60

56 In casu grootouders, …

Page 61: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Tabel 26.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (XI). 

Diploma partner  geen‐lager‐

LSO HSO  

HOGER  

N  39  238  620   %  %  % Geen opvang  15  11  7 Zoeken verder  0  3  3 Hebben opvang  85  87  90 Totaal  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 897 ouders Niet significant verschillend (p = 0.076)57 

 Wel  stellen we  soms  aanzienlijke verschillen vast naargelang de herkomst van de ouders.    In  het  geval  de  moeder  van  de  moeder  een  andere  dan  Belgische nationaliteit  heeft,  of  de  moeder  van  de  partner  een  andere  dan  Belgische nationaliteit  heeft,  en  zeker  indien  deze  beide  grootmoeders  een  andere  dan Belgische  nationaliteit  hebben,  dan  zullen  de  ouders  veel  minder  frequent  een opvangplaats vinden.  Al deze verschillen zijn significant tot zeer significant. 

Tabel 27.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (XII). 

  Moeder (van moeder) 

= Belg Moeder (van moeder) = 

andere N  873  86 

  %  % Geen opvang  8  23 Zoeken verder  3  1 Hebben opvang  89  76 Totaal  100  100 

 Basis :   ‐ N = 953 ouders Sterk significant verschillend (p = 0.000) 

61

57 Met abstractie van de “zoeken verder” omwille van de kleinere aantallen.

Page 62: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 

Tabel 28.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en en het vinden van opvang (XIII). 

  Moeder (van partner) = 

Belg Moeder (van partner) = 

andere N  729  94 

  %  % Geen opvang  8  18 Zoeken verder  3  2 Hebben opvang  89  80 Totaal  100  100 

 Basis :   ‐ N = 823 ouders Sterk significant verschillend (p = 0.003) 

  

Tabel 29.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en en het vinden van opvang (XIV). 

  grootmoeders 

0/2 Belg grootmoeders ‐

1/2 Belg grootmoeders‐

2/2 Belg N  59  96  820 

  %  %  % Geen opvang  27  9  8 Zoeken verder  2  1  3 Hebben opvang  71  90  89 Totaal  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 975 ouders Sterk significant verschillend (p = 0.000) 

  

Samengevat, in het geval de ouder een partner heeft, beide ouders een voltijdse  job hebben, beide ouders hoger geschoold zijn of beide ouders van autochtone origine zijn, zal een grote meerderheid van hen  een gepaste opvangplaats vinden.    In het geval de ouder echter een alleenstaande ouder  is,  indien de ouder of beide ouders lager geschoold zijn, geen  (voltijdse)  job hebben of van allochtone origine zijn, dan zullen ze veel minder frequent een opvangplaats vinden.  

62

 

Page 63: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

De  ouders  die  voor meer  dan  één  kind  opvang  zoeken  zijn  niet meer  of minder succesvol in vergelijking met de ouders die voor één kind opvang zoeken58. 

Tabel 30.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (XV). 

  Opvang voor  

1 kind Opvang voor  

> 1 kind N  903  80 

  %  % Geen opvang  9  11 Zoeken verder  3  1 Hebben opvang  88  88 Totaal  100  100 

 Basis :   ‐ N = 983 ouders Niet significant verschillend (0.622) 

  Wanneer we onderscheid maken tussen (a) de ouders die nu voor het eerst formele opvang zoeken en (b) de ouders waarvan één of meerdere andere kinderen hetzij nu, hetzij  vroeger  door  een  kinderdagverblijf  of  onthaalouder  worden/werden opgevangen, stellen we geen verschil vast.   

Tabel 31.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (XVI). 

  Eerste formele 

opvang  

Nu of reeds eerder formele opvang (voor ander kind) 

N  720  224   %  % Geen opvang  10  8 Zoeken verder  10  10 Hebben opvang  79  81 Totaal  100  100 

 Basis :   ‐ N = 944 ouders Niet significant verschillend (0.697) 

63

58 De verschillen (cf. tabel) zijn niet statisch significant (bij 95 % significantie, en abstractie gemaakt van de “zoeken verder” omwille van de kleine aantallen).

Page 64: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 

Tabel 32.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (XVII). 

  Eerste formele 

opvang  

Nu reeds formele opvang  

(voor ander kind) 

Reeds eerder formele opvang (voor ander kind) 

N  720  112  112   %  %  % Geen opvang  10  9  8 Zoeken verder  10  7  13 Hebben opvang  79  84  79 Totaal  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 944 ouders Niet significant verschillend (0.542) 

64

 

Page 65: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.7 Het verloop van het zoekproces.

3 .7 .1 IN L E I D I N G

 1.048  ouders  werden  initieel  bevraagd,  90,2  %  van  hen  heeft  een  opvangplaats gevonden,  9,8 %  niet.    Eerst  gaan we  na wanneer  de  ouders  gestart  zijn met  het zoeken naar een opvangplaats.   Vervolgens stellen we ons de vraag hoe moeilijk of integendeel hoe gemakkelijk dit zoekproces verlopen is.  Dit  laatste  aspect  kunnen we  op  drie manieren  benaderen.   De  eerste  en  tweede benadering zijn het meest objectief, met name het antwoord op de vragen (1) “Hoe lang  hebben  de  ouders moeten  zoeken  ?”  en  (2)  “Hoeveel  opvangvoorzieningen hebben deze ouders gecontacteerd  ?”.   De derde benadering  is meer  subjectief, en bestaat erin dat we aan de ouders vragen hoe moeilijk of gemakkelijk zij dit zoeken ervoeren.  Dit laatste aspect hebben we reeds eerder behandeld. Wat betreft de eerste en tweede benadering (hoe lang zoeken, hoeveel voorzieningen gecontacteerd) moeten we  in acht nemen dat dit ook het  resultaat kan zijn van de criteria die de ouders hanteren en hun desbetreffende wensen.      

65

Page 66: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.7 .2 W AN N E E R Z I J N D E O U D E RS G E S T AR T M E T H E T Z O E K E N N AAR E E N O P V AN P L AAT S ? 1 . DE T I JD S S P AN N E T U S S E N D E S T AR T V AN H E T Z O E K E N E N D E V E RM O E DE L I JK E B E V AL L I NG S D AT U M.

 Eerst hebben we gekeken naar de tijdsspanne tussen de start van de zoektocht en de vermoedelijke bevallingsdatum.  Hierbij stellen we vast dat iets meer dan de helft van de ouders tussen de 7 en de 9 maanden  voor  de  (vermoedelijke)  bevalling  starten  met  het  zoeken  naar  een opvangplaats.  Slechts een kleine minderheid van de ouders (12 %) start relatief laat tijdens  de  zwangerschap  (3  maanden  of  minder  voor  de  vermoedelijke bevallingsdatum) met het zoeken naar een opvangplaats.   

Tabel 33.  Tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de vermoedelijke bevallingsdatum. 

 Tijdsspanne  Aantal 

ouders % 

< 1 maand  39  6 1 tot en met 3 maanden  39  6 4 tot en met 6 maanden 245  35 7 tot en met 9 maanden 354  51 10 maanden en meer  17  2 totaal  694  100 

 Basis :   ‐ N = 694 ouders 

 

66

Page 67: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.7 .3 W AN N E E R Z I J N D E O U D E RS G E S T AR T M E T H E T Z O E K E N N AAR E E N O P V AN P L AAT S ? 2 . DE T I JD S S P AN N E T U S S E N D E S T AR T V AN H E T Z O E K E N E N D E G E W E N S T E O P V AN G D AT U M.

 Deze vraag werd tijdens het eerste  interview aan alle ouders gesteld (N=938), of ze nu later een opvangplaats gevonden hadden of niet.  We  stellen  vast  dat  deze  tijdsspanne  sterk  uiteenloopt  :  sommige  ouders  zochten voor  onmiddellijk  een  opvangplaats,  terwijl  bij  andere  ouders  deze  tijdsspanne opliep tot maar liefst 18 maanden (anderhalf jaar !) of langer.  

Tabel 34.  Tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste opvangdatum. 

 Tijdsspanne  Aantal 

ouders % 

tot en met 6 maanden  201  21 > 6 tot en met 9 maanden  171  18 10 maanden  154  16 11 maanden  162  17 12 maanden  114  12 > 12 maanden  136  14 totaal  938  100 

 Uit deze  tabel maken we op dat de ouders doorgaans vrij  lang voor de gewenste start van de opvang beginnen te zoeken: bij nog geen vier op tien ouders (39 %) was deze tijdsspanne 9 maanden of minder.  Of omgekeerd, bij zes op tien ouders (61 %) is de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste opvangdatum meer dan 9 maanden.  De mediaan is 10 maanden.  We dienen hierbij twee kanttekeningen te maken.  1.  Niets sluit uit dat sommige ouders de gewenste startdatum tijdens de loop van het 

zoekproces  ‘bijgesteld  hebben’  in  het  geval  zou  gebleken  zijn  dat  hun  eerste verwachting niet realistisch was.   In het geval wij hen  interviewen geven zij de op dat moment voor hen gewenste startdatum als antwoord. 

67

 

Page 68: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

2.  De periode waarin de coördinaten van de ouders die naar opvang zochten door de opvangvoorzieningen gecollecteerd werden, bedroeg (maximaal) 4 maanden.  Dit  heeft  naar  alle waarschijnlijk  ook  tot  gevolg dat  het  aantal  ‘korte  zoekers’ onderschat is.  Dit is het gevolg van het feit dat de steekproef samengesteld is op basis van de eerste registratie door de opvangvoorzieningen bij de start van dit onderzoek59.   Een aantal ouders die  een aantal maanden voor de  start van dit onderzoek aan het zoeken waren en waarvan de periode tussen de start van het zoeken  en  de  gewenste  opvangdatum  kort  was,  zullen  al  opvang  gevonden hebben,  en  –  per  definitie  –  geen  deel  uitmaken  van  de  steekproef.     Andere ouders die op hetzelfde moment met het zoeken gestart waren en die nog geen opvangplaats hadden, zullen bij het uitblijven van succes andere voorzieningen contacteren en bijgevolg geregistreerd worden.   

68

59 En niet op basis van de 1e contactname van een opvangvoorziening door de ouder, gezien dit het aantal respondenten sterk zou limiteren.

Page 69: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3 .7 .4 HO E L AN G H E B B E N DE O U D E R S N AAR E E N O P V AN G P L A AT S G E Z O C H T ?

 Deze vraag werd gesteld aan en beantwoord door de ouders die een opvangplaats gevonden  hadden,  eventueel  nadien  nog  verder  zochten  en  een  nieuwe opvangplaats gevonden hadden. 

  

Figuur 3. Hoe lang hebben de ouders naar een opvangplaats gezocht ? 

38

129 8 8 9

16

0

10

20

30

40

%

1 maandof minder

> 1 tot 2maanden

> 2 tot 3maanden

> 3 tot 4maanden

> 4 tot 5maanden

> 5 tot 6maanden

> 6maanden

 Basis :  ‐ N = 729 ouders ‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben 

  Uit  deze  gegevens  blijkt  eerst  dat  de  helft  van  de  ouders  (50 %) maximaal  twee maanden heeft moeten zoeken60.  Twee maanden is dan ook de mediaan. 

 Bijna 4 op 10 van alle ouders hebben 1 maand of minder moeten zoeken.  Bijna de helft van  deze  eerste  groep,  i.c.  18  %  van  alle  ouders,  vond  binnen  de  week  een opvangplaats  (inclusief de antwoorden “heb niet moeten zoeken”, “heb onmiddellijk plaats gevonden”, …)61. 

 

60 De vraagstelling luidde : “U bent dus beginnen zoeken vanaf … (dit is in casu de door de ouder medegedeelde datum bij het 1e telefonisch contact). Hoeveel maanden of weken heeft u moeten zoeken eer u een plaats gevonden had?”. 61 De antwoorden “heb niet moeten zoeken”, “heb onmiddellijk plaats gevonden”, … werden door ons als “binnen de week” geïnterpreteerd. Het  beperkt  aantal  antwoorden  “enkele  weken”  en  “vrij  snel”  werden  als  “1  maand  of minder” geïnterpreteerd. 

69

Het  beperkt  aantal  antwoorden  “enkele  maanden”  werden  als  “>  2  tot  3  maanden” geïnterpreteerd.

Page 70: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Aan de andere kant heeft 1 op 6 van deze ouders langer dan 6 maanden gezocht.  88 ouders  (11 % van alle ouders) zochten 7, 8 of 9 maanden; 29 ouders  (4 % van alle ouders) zochten 10, 11 of 12 maanden terwijl 10 ouders langer dan twaalf maanden of één jaar naar een opvangplaats hebben moeten zoeken, één enkele ouder zelfs 16 maanden en een laatste ouder 25 maanden.  Hierbij dringen zich enige nuanceringen op.    

1.  Zeker wanneer  het  een  lange  tijdsduur  betreft, moeten we  dit  antwoord  niet noodzakelijk  interpreteren als een ononderbroken zoektocht.   Met name zijn er bepaalde  ouders  die  geen  toegezegde  opvang  vinden  en  op  een  wachtlijst terechtkomen  zonder  dat  zij  op  dat  moment  nog  verder  (kunnen)  zoeken.  Wanneer  zij  later  geïnterviewd  worden,  blijkt  een  deel  van  hen  toch  een opvangplaats gekregen te hebben.  Het is mogelijk en zelfs waarschijnlijk dat de ouders de  totale duur  (vanaf het  1e  contact met  een opvangvoorziening  tot  en met het toezeggen van de opvangplaats) aangeven als antwoord op de gestelde vraag62. Nog andere ouders – zij het dat dit een beperkt aantal  is  ‐ vinden een opvang, maar  zoeken  verder  en  vinden  later  een  nieuwe  opvang,  ook  al  hadden  zij initieel aangegeven geen opvang meer te zoeken.  Het is dan voor ons niet geheel duidelijk op welke periode hun antwoord slaat. Hetzelfde geldt ook voor een beperkt aantal ouders  (N=26) die opvang zoeken, opvang vinden, aangeven verder te zoeken en later een nieuwe opvang vinden.  Vermoedelijk hebben zij – of toch althans een meerderheid van hen – het over de totale  zoekperiode  en  niet  over  de  periode  tussen  het  vinden  van  de  initiële opvang en het vinden van de finale opvang.  

2.  Bepaalde  ouders  vinden  een  opvangplaats,  maar  zoeken  om  uiteenlopende redenen  verder  naar  een  andere  opvangplaats.   Redenen  zijn  bvb.  ‘dichter  bij woonplaats’,  ‘dichter  bij  werk’.    Een  aantal  van  hen  vindt  ook  een  andere opvangplaats.  Wanneer we deze groep bevragen, stellen we vast dat nogal wat ouders in totaliteit langer dan 6 maanden naar een opvangplaats gezocht hebben.  Of nog, de duur van deze zoektocht moet o.i. begrepen worden als de duur van de  zoektocht  van  de  ouder  tot  op  het moment  dat  hij/zij  een  geschikte  en/of gewenste opvang gevonden heeft, ook al had de ouder eventueel  reeds eerder een opvang gevonden die aan alle essentiële karakteristieken voldeed. 

 

70

62 Cf. de formulering van deze vraagstelling hiervoor.

Page 71: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.  Bepaalde ouders zijn op het moment van het tweede telefonisch contact, dit is 6 maand na het  eerste telefonisch contact, en dus minstens 7 maand na het begin van  het  zoekproces,  nog  aan  het  zoeken.   Dit  betreft  25  ouders  om  essentiële redenen, naast 117 ouders om andere dan essentiële redenen.   Mochten we hen later  nog  een  derde maal  gecontacteerd  hebben,  dan  zouden  we  vastgesteld hebben  dat  een  deel  van  hen  ondertussen  toch  nog  een  opvangplaats  zou gevonden hebben,  iets wat de proportie ouders die  langer dan 6  (of 7) maand zoeken zou vergroten63. 

 4.  Bepaalde  ouders  die  een  opvangplaats  zochten,  zijn  gestopt  zijn met  zoeken 

zonder  dat  zij  een  geschikte  opvangplaats  gevonden  hadden  (n  =  94  op  983).  Deze  ouders  zijn  niet  bevraagd  (want  de  vraag  luidde  :  “U  bent  dus  beginnen zoeken  vanaf ….   Hoeveel maanden  of weken  heeft  u moeten  zoeken  eer  u  een  plaats gevonden  had?”).    Sommigen  hiervan  zijn  misschien  reeds  na  enkele  weken gestopt,  anderen  hebben  misschien  zeer  lang  gezocht  en  hebben  het  finaal opgegeven. 

 5.  Zoals  bij  het  “vinden  van  een  opvangplaats”  moet  de  duur  wat  betreft  het 

“zoeken van een opvangplaats” gekaderd worden  in de context van de wensen van  de  ouder.    Een  aantal wensen  zijn  evident  (dit  hebben we  voorheen  de essentiële  redenen genoemd),  een aantal  andere wensen hebben  te maken met aspecten  als  de  afstand  van  de  opvangplaats  tot  de woonplaats  of werk,  de bereikbaarheid van de opvangplaats, …  .   Afhankelijk van het  relatief gewicht dat de  ouder  aan deze  aspecten  toekent,  zal de  respectievelijke  ouder minder lang of langer moeten zoeken. 

   

71

63 Echter dienen we hier opnieuw dezelfde kanttekening te maken als de kanttekening die we gemaakt hebben wat betreft het onder- en overschatten van het vinden van een opvangplaats.

Page 72: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 

3.7 .5 DE R E L AT I E T US S E N D E D U U R V AN H E T Z O E K P RO CE S E N D E T I J DS S P AN N E T US S E N D E S T AR T V AN H E T Z O E KE N E N D E V E R M O E DE L I J K E B E V AL L I N G S D AT U M.

 Daarna hebben we nagegaan wat de relatie is tussen de duur van het zoekproces en de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de vermoedelijke bevallingsdatum.  We hebben dit verband op twee verschillende manieren uitgedrukt :   

Tabel 35.  Tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de vermoedelijke bevallingsdatum in relatie tot de duur van het zoekproces (I). 

  

Tijdsspanne :  < 1 maand 

1 tot en met 3 

maanden 

4 tot en met 6 

maanden 

7 tot en met 9 

maanden 

10 maanden en meer 

N  30  25  211  311  8 Duurtijd v/h zoeken: %  %  %  %  % 1 maand of minder  43  44  42  37  13 > 1 tot 3 maanden  23  28  21  20  25 > 3 tot 6 maanden  27  24  23  26  38 > 6 maanden  7  4  14  18  25 totaal  100  100  100  100  100 

  Basis :   ‐ N = 585 ouders 

‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben 

72

  Niet significant verschillend (P = 0.238) 

Page 73: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 

Tabel 36.  Tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de vermoedelijke bevallingsdatum in relatie tot de duur van het zoekproces (II). 

 Duurtijd v/h zoeken :  1 maand of 

minder > 1 tot 3 maanden 

> 3 tot 6 maanden 

> 6 maanden 

N  228  123  145  89 Tijdsspanne : %  %  %  % < 1 maand  6  6  6  2 1 tot en met 3 maanden  5  6  4  1 4 tot en met 6 maanden 39  37  33  33 7 tot en met 9 maanden 50  50  55  62 10 maanden en meer  0,4  2  2  2 totaal  100  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 585 ouders 

‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben   Niet significant verschillend (P = 0.238) 64 

We stellen hierbij vast dat er geen verband is tussen de duur van het zoekproces en de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de vermoedelijke bevallingsdatum.  Of  nog,  ouders  die  lang  voor  de  vermoedelijke  bevallingsdatum  starten met  het zoeken  naar  een  opvangplaats  doen  er  even  lang  over  om  een  opvangplaats  te vinden dan ouders die kort voor de vermoedelijke bevallingsdatum starten met het zoeken naar een opvangplaats.  

73

64 Zelfde Chi-kwadraat als in de tabel hiervoor (Chi-kwadraat is symmetrisch).

Page 74: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.7 .6 DE R E L AT I E T US S E N D E D U U R V AN H E T Z O E K P RO CE S E N D E T I J DS S P AN N E T U S S E N D E S T AR T V AN H E T Z O E KE N E N D E G E W E N S T E O P V AN G D AT U M.

 Om een antwoord  te krijgen op de vraag wat de  relatie  is  tussen de duur van het zoekproces  en  de  tijdsspanne  tussen  de  start  van  het  zoeken  en  de  gewenste opvangdatum,  hebben we  de  729  ouders  die  opvang  gevonden  hebben,  verdeeld over de volgende 4 groepen :  

Tabel 37.  Hoe lang hebben de ouders moeten zoeken naar een opvangplaats ? 

   Duurtijd v/h zoeken  Aantal 

ouders % 

1  1 maand of minder  276  38 2  > 1 tot 3 maanden  154  21 3  > 3 tot 6 maanden  182  25 4  > 6 maanden  117  16   Totaal  729  100 

 Basis :   ‐ N = 729 ouders 

‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben  

74

Vervolgens hebben we nagegaan wat het verband was tussen deze vier groepen en de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste opvangdatum. 

Page 75: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

We hebben dit verband opnieuw op twee verschillende manieren uitgedrukt :   

Tabel 38.  Tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste opvangdatum in relatie tot de duur van het zoekproces (I). 

 Tijdsspanne :  tot en met 

6 maanden 

> 6 tot en met 9 

maanden 

10 maanden 

11 maanden 

12 maanden 

> 12 maanden 

Duurtijd v/h zoeken: %  %  %  %  %  % 1 maand of minder  41  36  43  36  34  38 > 1 tot 3 maanden  27  19  16  24  19  23 > 3 tot 6 maanden  24  32  24  24  27  20 > 6 maanden  8  14  17  17  20  20 totaal  100  100  100  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 729 ouders 

‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben   Niet significant verschillend (P = 0.356) 

Tabel 39.  Tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste opvangdatum in relatie tot de duur van het zoekproces (II) 

 Duurtijd v/h zoeken :  1 maand of 

minder > 1 tot 3 maanden 

> 3 tot 6 maanden 

> 6 maanden 

Tijdsspanne : %  %  %  % tot en met 6 maanden  16  19  14  8 > 6 tot en met 9 maanden  17  16  23  15 10 maanden  21  14  18  20 11 maanden  20  23  20  22 12 maanden  12  12  14  17 > 12 maanden  15  16  12  18 totaal  100  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 729 ouders 

‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben   Niet significant verschillend (P = 0.356)65 

75

65 Zelfde Chi-kwadraat als in de tabel hiervoor (Chi-kwadraat is symmetrisch).

Page 76: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Hieruit blijkt dat er geen significant verband is tussen de duur van het zoekproces en de  tijdsspanne  tussen de  start van het zoeken en de gewenste opvangdatum.   Dit betekent dat de ouders waarbij de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste  opvangdatum  kort  is,  even  kort  –  of  omgekeerd  even  lang  –  zoeken  of moeten zoeken  tot ze een geschikte opvangplaats gevonden hebben  in vergelijking met de ouders waar de  tijdsspanne  tussen de start van het zoeken en de gewenste opvangdatum lang is.     

76

 

Page 77: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3 .7 .7 HO E V E E L O P V AN G P L A AT S E N D I E N E N DE O U D E R S T E C O N T AC T E R E N ?

 ‘Op  het  einde  van  de  rit’,  i.c.  op  het  moment  dat  de  ouder  een  opvangplaats gevonden  heeft, werd  de  vraag  gesteld  naar  het  aantal  opvangvoorzieningen  dat deze ouder gecontacteerd heeft, en binnen welk type dat dit dan wel het geval was.  

Deze  vraag  werd  zowel  gesteld  aan  en  beantwoord  door  de  ouders  die  een opvangplaats gevonden hadden (en die eventueel nadien nog verder zochten en een nieuwe opvangplaats gevonden hadden) als door de ouders die zes maanden na ons eerste contact met hen (nog) geen opvangplaats gevonden hadden.  Uit de cijfers uit onderstaande tabel is het evident dat de ouders hun zoekproces niet beperken tot één enkel type opvangvoorziening.  Bijna 9 op 10 ouders (88 %) zoeken opvang in een kinderdagverblijf, en contacteren daarbij elk gemiddeld bijna 10 (exact 9.7) kinderdagverblijven.   Iets meer dan de helft van de ouders zoekt (ook) opvang via  een  dienst  voor  onthaalouders  en  quasi  de  helft  van  de  ouders  zoekt  (ook) opvang bij zelfstandige onthaalouders.   

Tabel 40.  Aantal opvangvoorzieningen die de ouders gecontacteerd hebben. 

   Zoeken opvang (in‐via‐bij) 

 % Gemiddeld aantal 

gecontacteerde kdv, dvo, zoo66

In een kinderdagverblijf  88    9.7 Via dienst voor onthaalouders 

58    2.3 

Bij zelfstandige onthaalouders 

47    6.5 

Totaal    12.9 

 Basis :   ‐   N = 979 ouders 

‐  zowel  ouders  die  een  opvangplaats  gevonden  hebben,  als  ouders  die  nog  geen opvangplaats gevonden hebben 

 

77

66 Dit zijn de gemiddelde aantallen die berekend werden op het aantal ouders dat in het respectievelijk type gezocht heeft. ‘kdv’ = kinderdagverblijf, ‘dvo’ = dienst voor onthaalouders, ‘zoo’ = zelfstandige onthaalouder.

Page 78: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

In totaal, en dit over alle types heen, contacteren elk van deze 979 ouders gemiddeld bijna 13 (exact 12.9) voorzieningen, diensten of zelfstandige onthaalouders. Hierbij dient aangestipt te worden dat een groot deel van de ouders die een dienst voor onthaalouders contacteren adressen van aangesloten onthaalouders krijgen67 en deze  aangesloten  onthaalouders  –  althans  minstens  een  deel  van  hen  –  ook contacteren, wat maakt dat het gemiddeld  aantal  “contacten” hoger  ligt dan deze hiervoor geciteerde 12.968.  Daarnaast dienen we ook aan te stippen dat nog niet alle ouders hun zoektocht beëindigd hebben69.  Opnieuw  stellen we  verschillen  vast  naargelang de  situatie waarin de  ouder  zich bevindt.    Een  typisch  voorbeeld  zijn  de  ouders  die  bij  het  eerste  contact  een opvangplaats  gevonden  hadden  maar  toch  bleven  verder  zoeken,  en  dit  om uiteenlopende  redenen,  ‘op  het  einde  van  de  rit’  gemiddeld  meer kinderdagverblijven,  diensten  voor  onthaalouders  of  zelfstandige  onthaalouders gecontacteerd hebben  (gemiddeld 16.9)  in vergelijking bijvoorbeeld met de ouders die reeds bij ons eerste contact met hen een opvangplaats gevonden hadden waarbij de opvang ook reeds gestart was (gemiddeld 7.7 contacten).  Deze gemiddelden verbergen uiteraard grote verschillen. Sommige ouders hebben slechts  één  opvangvoorziening  gecontacteerd,  terwijl  andere  ouders  tot  88 opvangvoorzieningen  gecontacteerd  hebben,  afgezien  van  de  aangesloten onthaalouders  die  door  de  Dienst(en)  voor  onthaalouders  zijn  doorgegeven  en eventueel ook gecontacteerd of bezocht zijn.  Pro memorie, sommige ouders hebben tot  100  adressen  van  aangesloten  onthaalouders  doorgekregen  (mediaan  is weliswaar 5‐6). 

67 60 à 70 % van de ouders die een dienst contacteerden, krijgen adressen van aangesloten onthaalouders mee. 68 Wanneer we in dit document spreken over het aantal contacten, dan is dit aantal contacten met adressen die doorgegeven zijn door de Diensten voor onthaalouders NIET inbegrepen. 69 Echter dienen we hier opnieuw dezelfde kanttekening te maken als de kanttekening die we gemaakt hebben wat betreft het onder- en overschatten van het vinden van een opvangplaats.

78

Page 79: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3 .7 .8 DE R E L AT I E T U S S E N H E T V I N D E N V AN O P V AN G E N D E T I J D S S P AN N E T U S S E N D E S T AR T V AN H E T Z O E K E N E N D E V E R M O E DE L I J K E B E V AL L I NG S D AT U M.

 Daarna hebben we het verband onderzocht tussen het al dan niet vinden van opvang en het verder zoeken naar opvang enerzijds en de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de vermoedelijke bevallingsdatum anderzijds.  

Tabel 41.  Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de vermoedelijke bevallingsdatum” (I) 

 Resultaat v/h zoeken :  Hebben geen 

opvang Hebben opvang, zoeken verder  

Hebben opvang, zoeken NIET 

verder Basis (N)  60  77  535 

Tijdsspanne : %  %  % < 1 maand  5  9  5 1 tot en met 3 maanden  20  3  4 4 tot en met 6 maanden 40  27  36 7 tot en met 9 maanden 32  58  52 10 maanden en meer  3  3  2 totaal  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 672 ouders Sterk significant verschillend (p = 0.001)  

Er  is  een  sterk  statistisch  significant  verband  tussen  het  al  dan  niet  vinden  van opvang en het verder zoeken naar opvang enerzijds en de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de vermoedelijke bevallingsdatum anderzijds.   Met name stellen we vast dat één kwart van de ouders die geen opvang gevonden hebben, relatief laat naar opvang zijn op zoek gegaan (i.c. waarbij de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de vermoedelijke bevallingsdatum drie maand of minder was), terwijl dit voor de andere groepen 9 tot 12 % bedraagt. 

79

 

Page 80: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Wanneer we  de  resultaten  in  omgekeerde  zin  bekijken  (zie  tabel  hieronder),  dan stellen we vast dat het vooral de ouders zijn waarvan de tijdsspanne tussen de start van  het  zoeken  en  de  vermoedelijke  bevallingsdatum  1  tot  3 maanden  is, meer frequent geen opvang vinden (33  % van hen), terwijl dit voor de andere ouders 6 tot 12 % is.  

Tabel 42.  Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de vermoedelijke bevallingsdatum” (II) 

 Tijdsspanne :  < 1 

maand 1 tot en met 3 

maanden 

4 tot en met 6 

maanden 

7 tot en met 9 

maanden 

10 maanden en meer 

Basis (N)  38  36  240  341  17 Resultaat v/h zoeken: %  %  %  %  % Geen opvang  8  33  10  6  12 Hebben opvang, zoeken verder  18  6  9  13  12 Hebben opvang, zoeken NIET verder  74  61  81  81  76 totaal  100  100  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 672 ouders 

80

Sterk significant verschillend (p = 0.001) 

Page 81: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.7 .9 DE R E L AT I E T U S S E N H E T V I N D E N V AN O P V AN G E N D E T I J D S S P AN N E T U S S E N DE S T AR T V AN H E T Z O E K E N E N DE G E W E N S T E O P V AN G D AT U M.

 Vervolgens hebben we het verband onderzocht  tussen het al dan niet vinden van opvang en het verder zoeken naar opvang enerzijds en de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste opvangdatum anderzijds.  

Tabel 43.  Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste startdatum van opvang” (I) 

 Resultaat v/h zoeken :  Hebben geen 

opvang Hebben opvang, zoeken verder  

Hebben opvang, zoeken NIET 

verder Basis (N)  90  98  750 

Tijdsspanne : %  %  % tot en met 6 maanden  19  17  22 > 6 tot en met 9 maanden  34  15  17 10 maanden  7  15  18 11 maanden  11  24  17 12 maanden  7  13  13 > 12 maanden  22  14  14 totaal  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 938 ouders Sterk significant verschillend (p = 0.000)  

Er  is  een  sterk  statistisch  significant  verband  tussen  het  al  dan  niet  vinden  van opvang en het verder zoeken naar opvang enerzijds en de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste opvangdatum anderzijds.   Dit verschil situeert zich tussen de groep ouders die geen opvang gevonden hebben enerzijds en zowel (a) de ouders die opvang gevonden hebben en die niet meer verder zoeken (p = 0.000) als (b) de ouders die opvang gevonden hebben en  toch nog verder zoeken  (p = 0.002) anderzijds. Met name stellen we vast dat de groep ouders die geen opvang gevonden hebben, voor meer dan de helft (53 %) bestaat uit ouders waarvan de tijdsspanne tussen de start  van het  zoeken  en de  gewenste  opvangdatum negen maand  of minder was, terwijl dit voor de andere groepen 32 tot 39 % bedraagt. 

81

 

Page 82: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Wanneer we  de  resultaten  in  omgekeerde  zin  bekijken  (zie  tabel  hieronder),  dan stellen we inderdaad vast dat de ouders waarvan de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste opvangdatum 9 maanden of minder  is, meer  frequent geen opvang vinden (8 en 18  % van hen).  Dit geldt ook voor de ouders waarvan de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste opvangdatum langer dan 12 maanden is (15 % van hen).     

Tabel 44.  Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste startdatum van opvang” (II) 

 Tijdsspanne :  tot en met 

6 maanden 

> 6 tot en met 9 

maanden 

10 maanden 

11 maanden 

12 maanden 

> 12 maanden 

Basis (N)  201  171  154  162  114  136 Resultaat v/h zoeken: %  %  %  %  %  % Geen opvang  8  18  4  6  5  15 Hebben opvang, zoeken verder  8  9  10  15  11  10 Hebben opvang, zoeken NIET verder  83  73  86  79  83  75 totaal  100  100  100  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 938 ouders Sterk significant verschillend (p = 0.000). De groep ‘> 12 maanden’ is qua resultaat verschillend van het geheel van de groepen ‘10, 11 en 12 maanden’ (p = 0.001). Het  geheel  van  de  groepen  ‘tot  en met  6 maanden’  en  ‘6  tot  en met  9 maanden’    is  qua resultaat verschillend van het geheel van de groepen ‘10, 11 en 12’ maanden (p = 0.000). 

82

 

Page 83: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 

3.7 .10 HO E O V E RB R U G T M E N D E P E RI O D E V AN “L AN G E R D AN 14 W E K E N”

 Wanneer de periode tussen de vermoedelijke geboortedatum van het kindje zoals dit aangegeven was door de ouder en de door de ouder gewenste start van de opvang meer dan 14 weken bedroeg70, werd de vraag gesteld op welke manier de bevraagde persoon of de respectievelijke partner deze periode overbrugd heeft.  Gelieve in deze context  te noteren dat deze periode uitgaat naar de duur  tussen de vermoedelijke bevallingsdatum en de door de ouder gewenste start van de opvang.  Bij 32 % van de  (N=863) ouders waarvan we én de vermoedelijke bevallingsdatum én de door de ouder gewenste start van de opvang kennen was deze periode langer dan  14 weken.    In  acht  genomen  dat  de  ouders meer  dan  één  antwoord  konden geven, en  in acht genomen dat het respectievelijke antwoord zowel betrekking kon hebben op de bevraagde persoon als op de respectievelijke partner, geeft de hierna volgende  tabel aan op welke manier deze ouders deze periode van  langer dan 14 weken overbrugd hebben.  

83

70 14 weken correspondeert met de maximale prenatale rust van 15 weken minus 1 week verplicht te nemen voor de bevalling.

Page 84: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Tabel 45.  Overbruggen van de periode van “langer dan 14 weken”. 

   %ouderschapsverlof  41,6borstvoedingsverlof  31,3tijdskrediet  5,6onbetaald verlof  4,7vakantie verschuiven  19,7heeft geen betaalde job  6,9familie heeft kind opgevangen  9,0geen probleem omdat moeder zelfstandige thuis is  0,4moederschapsbescherming (in beschermd beroep)  1,7combineerbaar met werk in onderwijs en 3 maand groot verlof  1,3werkt in het onderwijs  0,4kan kiezen als zelfstandige  1,3couveuse‐bevallingsverlof en ziekteverlof  0,4studies uitgesteld  0,4loopbaanonderbreking  1,3extra maand bevallingsverlof omwille van 2ling  0,4

Totaal aantal antwoorden  126,6

 Basis :   ‐ N = 233 ouders 

- ouders waarvan de periode  tussen de vermoedelijke bevalling en de start van de opvang langer is dan 14 weken. 

 Ouderschapsverlof,  borstvoedingsverlof  of  het  verschuiven  van  vakantie  zijn  de meest  frequente  manieren  om  een  langere  periode  dan  14  weken  tussen  de (vermoedelijke) bevalling en de start van de opvang te overbruggen. Bij vier ouders op tien heeft één van de ouders ouderschapsverlof genomen, en nog eens drie op tien moeders hebben borstvoedingsverlof genomen.  Bij één op vijf van de ouders heeft één van de partners zijn of haar vakantie verschoven. 

84

 

Page 85: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.7 .11 DE R E L AT I E T U S S E N D E L E NG T E V AN D E P E RI O D E T US S E N D E S T AR T V AN H E T Z O E KP R O C E S E N D E V E RM O E DE L I JK E B E V AL L I NG S D AT U M E N E R Z I JD S E N E E N L AN G E R E P E RI O D E D AN 14 W E K E N T US S E N D E V E R M O E DE L I J K E B E V AL L I N G S D AT U M E N D E S T AR T V AN D E O P V AN G AN D E R Z I J D S .

 Daarna hebben we het verband onderzocht tussen de  lengte van de periode tussen de start van het zoekproces en de vermoedelijke bevallingsdatum enerzijds en een langere periode dan 14 weken tussen de vermoedelijke bevallingsdatum en de start van de opvang anderzijds.  

Tabel 46. Relatie tussen de lengte van de periode tussen de start van het zoekproces en de vermoedelijke bevallingsdatum enerzijds en een langere periode dan 14 weken tussen de vermoedelijke bevallingsdatum en de start van de opvang anderzijds.

 Resultaat v/h zoeken :  Periode tussen bevalling 

en gewenste start van opvang is NIET langer dan 

14 weken. 

Periode tussen bevalling en gewenste start van opvang is langer dan 14 

weken. Basis (N)  420  247 

Periode tussen start zoeken en bevallingsdatum

%  % 

< 1 maand  2  10 1 tot en met 3 maanden  4  8 4 tot en met 6 maanden 35  37 7 tot en met 9 maanden 58  42 10 maanden en meer  0,2  0,3 totaal  100  100 

 Basis :   ‐ N = 667 ouders Sterk significant verschillend (p = 0.000) 

85

 

Page 86: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Er is een sterk statistisch significant verband tussen de lengte van de periode tussen de start van het zoekproces en de vermoedelijke bevallingsdatum enerzijds en een langere periode dan 14 weken tussen de vermoedelijke bevallingsdatum en de start van de opvang anderzijds.  Bij de ouders waarvan de periode tussen de start van het zoeken  en  de  vermoedelijke  bevallingsdatum  drie  maanden  of  korter  is,  zal  de periode  tussen  de  vermoedelijke  bevallingsdatum  en  de  start  van  de  opvang significant  frequenter meer dan 14 weken bedragen  in vergelijking met de ouders waarvan  de  periode  tussen  de  start  van  het  zoeken  en  de  vermoedelijke bevallingsdatum vier maanden of  langer  is.   We hebben geen aanwijzingen dat dit het gevolg is van een bewuste keuze van de respectievelijke ouders, en kunnen dan ook niet anders dan besluiten dat deze ‘langere periode dan 14 weken’ frequent het gevolg is van het niet snel vinden van een geschikte opvangplaats. 

86

 

Page 87: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 

3.7 .12 DE T E V RE D E N H E I D V AN D E O U D E RS O V E R E E N AAN T AL K AR AK T E R I S T I E K E N B E T R E F F EN D E D E G E V O N DE N O P V AN G(PL AAT S) E N H U N E V AL U AT I E V AN H E T Z O E K P R O CE S I N R E L AT I E T O T DE D U U R V AN H E T Z O E K P R O C E S.

 In dit deel gaan we na of er een verband is tussen de duur van het zoekproces en de tevredenheid  van  de  ouders  over  een  aantal  karakteristieken  betreffende  de gevonden opvangplaats.  

Tabel 47. Tevredenheid over de karakteristieken v/d opvang(plaats) in relatie tot de duur van het zoekproces.

Duurtijd v/h zoeken  1 maand of minder 

> 1 tot 3 maanden 

> 3 tot 6 maanden 

> 6 maanden 

N  276  154  182  117   %  %  %  % 

startdatum        zeer tevreden  65  57  55  55 tevreden  24  27  26  27 neutraal  4  3  8  4 ontevreden  5  10  8  8 zeer ontevreden  1  1  2  6 totaal  100  100  100  100 

afstand        zeer tevreden  64  61  57  53 tevreden  24  27  29  32 neutraal  5  4  5  4 ontevreden  6  6  9  6 zeer ontevreden  2  1  1  4 totaal  100  100  100  100 

bereikbaarheid        zeer tevreden  61  55  58  57 tevreden  29  31  30  27 neutraal  4  6  6  6 ontevreden  6  6  4  8 zeer ontevreden  0  3  2  2 totaal  100  100  100  100 totaal  100  100  100  100 

Basis :   ‐ N = 729 ouders 

‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben 

87

  (zie verder) 

Page 88: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Tabel 48.  Tevredenheid over de karakteristieken v/d opvang(plaats) in relatie tot de duur van het zoekproces (vervolg). 

Duurtijd v/h zoeken  1 maand of minder 

> 1 tot 3 maanden 

> 3 tot 6 maanden 

> 6 maanden 

N  276  154  182  117   %  %  %  % 

kostprijs        zeer tevreden  20  17  23  23 tevreden  38  34  29  41 neutraal  25  31  30  19 ontevreden  14  15  15  11 zeer ontevreden  3  4  2  6 

uren        zeer tevreden  43  35  49  47 tevreden  39  46  35  29 neutraal  8  13  8  11 ontevreden  9  4  6  11 zeer ontevreden  1  1  1  3 totaal  100  100  100  100 

type        zeer tevreden  55  51  55  50 tevreden  39  36  34  36 neutraal  3  8  6  10 ontevreden  3  6  5  4 zeer ontevreden  0  0  1  0 totaal  100  100  100  100 

volledigheid (dagen)        zeer tevreden  58  62  61  65 tevreden  34  32  33  30 neutraal  3  3  2  3 ontevreden  5  3  3  2 zeer ontevreden  0  0  1  0 totaal  100  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 729 ouders 

‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben 

88

 

Page 89: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

De ouders die snel opvang gevonden hebben zijn het meest (zeer) tevreden over (in volgorde): het type (94 %), de volledigheid (dagen) (92 %), de bereikbaarheid (90 %), de startdatum  (89 %), de afstand  (88 %).   de uren  (82 %)   en pas verderop over de kostprijs (58 %).   Afgezien van de kostprijs zijn deze ouders dus over alle aspecten (zeer) tevreden.    De belangrijkste vaststelling is echter wel dat alle (groepen van) ouders grosso modo in  dezelfde mate  tevreden  zijn  over  de  verschillende  karakteristieken  die met  de opvangplaats te maken hebben, zij het dat ze 1 maand of minder gezocht hebben of zij het dat ze langer gezocht hebben71.    Daarna hebben we gekeken hoe de ouders dit zoekproces evalueerden, hoe moeilijk of gemakkelijk zij dit vonden in relatie tot de duur van het zoekproces. 

 

Tabel 49.  Evaluatie van het zoekproces in functie van de duur van het zoekproces. 

 Duurtijd v/h zoeken  1 maand of 

minder > 1 tot 3 maanden 

> 3 tot 6 maanden 

> 6 maanden 

N  276  154  182  116   %  %  %  % zeer gemakkelijk  30  4  3  1 eerder gemakkelijk  24  17  11  3 neutraal  10  12  9  5 eerder moeilijk  21  32  33  34 zeer moeilijk  16  35  44  58 totaal  100  100  100  100 

 

Basis :   ‐ N = 728 ouders ‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben 

Sterk significant verschillend (p = 0.000)72 

71 Op uitzondering van de “uren” waar we een significant patroon zien (met dan nog enkel de groep “> 1 tot 3 maand” die hierover minder tevreden is), is geen enkel van de andere verschillen statistisch significant : startdatum (p = 0.132), afstand (p = 0.068), bereikbaarheid (p = 0.852), kostprijs (p = 0.337), type (p = 0.254) en volledigheid/dagen (p = 0.771).

89

72 Waarbij we ‘zeer gemakkelijk’ en ‘gemakkelijk’ dienden samen te nemen omwille van de soms kleinere aantallen in sommige cellen.

Page 90: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 

Zoals we konden verwachten blijkt uit deze gegevens dat  er  een  sterk verband  is tussen de duur van het zoekproces en de mate waarin de respectievelijke ouder dit zoeken zeer gemakkelijk tot zeer moeilijk vond.  Dit verschil is statistisch significant.  Ook de verschillen tussen 1 maand of minder en > 1 maand tot drie maanden en tussen > 3  maanden tot 6 maanden en > 6 maanden zijn significant verschillend (P = 0.000 en P = 0.007).  Ouders die 1 maand of minder gezocht hebben, evalueren dit zoeken veel frequenter (54 %) (zeer) gemakkelijk in vergelijking met de ouders die langer dan zes maanden gezocht hebben.  Echter stellen we wel vast dat meer dan één op drie van de ouders die 1 maand of minder gezocht hebben (37 % exact), dit zoeken toch moeilijk tot zeer moeilijk vonden.   Omgekeerd vinden we bij de ouders die  langer dan 6 maanden gezocht hebben bijna niemand terug die dit zoeken gemakkelijk tot zeer gemakkelijk vond. 

90

 

Page 91: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.7 .13 DE D U U R V AN H E T Z O E K P RO CE S I N R E L AT I E T O T D E K AR AK T E R I S T I E K E N V AN D E O P V AN G P L AAT S .

3 . 7 . 1 3 . 1 . I N L E I D I N G .

 In dit deeltje gaan we na of er een verband is tussen:  

1.  de duur van het zoekproces en het type opvangvoorziening dat door de ouders gecontacteerd werd; 

2.  de duur van het zoekproces  en de  initiële voorkeur van de ouders wat betreft het type opvangvoorziening; 

3.  de  duur  van  het  zoekproces  en  het  gebied  (grootstedelijk,  stedelijk  en landelijk) waar de opvangvoorziening gelokaliseerd is; 

91

4.  de duur van het zoekproces en de karakteristieken van het gebied waar de opvangvoorziening gelokaliseerd is in termen van ‘aantal plaatsen per duizend kinderen’ en ‘bezettingsgraad’. 

Page 92: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3 . 7 . 1 3 . 2 . D E D U U R V A N H E T Z O E K P R O C E S I N R E L A T I E T O T H E T T Y P E

O P V A N G V O O R Z I E N I N G D A T D O O R D E O U D E R S G E C O N T A C T E E R D W E R D E N I N R E L A T I E

T O T D E I N I T I Ë L E V O O R K E U R V A N D E O U D E R S W A T B E T R E F T H E T T Y P E

O P V A N G V O O R Z I E N I N G .

 Daarna hebben we ons de vraag gesteld of er een verband is tussen de duur van het zoekproces en het  type opvangvoorziening dat door de ouder gecontacteerd werd.  De onderliggende hypothese  is hierbij dat de ouders die zich naar  één  enkel  type opvangvoorziening  richten,  langer  zouden moeten  zoeken  in  vergelijking met  de ouders die zich naar meerdere opvangvoorzieningstypes richten. 

 

Tabel 50.  Relatie tussen het type gecontacteerde opvangvoorzieningen en de duur van het zoekproces. 

 Duurtijd v/h zoeken  1 maand of 

minder > 1 tot 3 maanden 

> 3 tot 6 maanden 

> 6 maanden 

N  276  154  182  117 contacteren van  %  %  %  % 

(ook) kinderdagverblijven  82  94  93  96 (ook) diensten voor onthaalouders  42  63  69  66 (ook) zelfstandige onthaalouders  38  44  53  58 Gemiddeld aantal types  1,6  2,0  2,1  2,2 

 

Basis :   ‐ N = 729 ouders ‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben 

Niet significant verschillend (p = 0.311). 

 

92

Uit  deze  gegevens  blijkt  dat we  deze  hypothese  dienen  te  verwerpen  gezien  de verschillen  niet  statistisch  significant  zijn.    Het  is  dus  met  name  verkeerd  te veronderstellen dat een ouder langer moet zoeken omdat deze ouder bij het zoeken zich tot minder verschillende opvangvoorzieningstypes richt.   

Page 93: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 Een  andere  hypothese  is  echter  dat  de  duur  van  het  zoekproces  niet  zozeer  in verband  staat met  het  aantal  gecontacteerde  opvangvoorzieningstypes, maar wel met de initiële voorkeur van de ouder voor een bepaald type opvangvoorziening.    

Tabel 51.  Relatie tussen de initiële voorkeur van de ouder voor het type opvangvoorziening en de duur van het zoekproces. 

 

voorkeur voor :  kinderdagverblijf  onthaalouder  geen voorkeur73N  359  156  151 

  %  %  % 1 maand of minder  36  51  11 > 1 tot 3 maanden  19  20  27 > 3 tot 6 maanden  25  21  40 > 6 maanden  19  9  22 Totaal  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 666 ouders De verschillen zijn significant : 

o tussen de drie groepen (p = 0.000) o tussen de groepen ‘(voorkeur voor) kinderdagverblijf’ en ‘onthaalouder’ (p = 0.003) 

 De resultaten geven aan dat er effectief een (statistisch significant) verband is tussen de initiële voorkeur van de ouder en de duur van het zoekproces:  

- De  ouders  die  ‘geen  voorkeur’  hebben,  zullen  merkwaardigerwijze  (?) frequenter  langer moeten  zoeken dan de  ouders met  een  initiële  voorkeur voor  een  kinderdagverblijf  of  een  onthaalouder.    Is  dit  omdat  de  ouders ‘zonder voorkeur’ minder gericht  of minder  intensief  zoeken  en/of dat het opvangaanbod hen minder bekend is ?  De gegevens laten niet toe dit in één of andere richting te concluderen. 

 (zie verder) 

93

73 Inclusief het (zeer) beperkt aantal ouders die ‘het niet weten’.

Page 94: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 - De ouders met een initiële voorkeur voor een onthaalouder vinden het snelst 

een  opvangplaats.    De  helft  van  hen  vindt  een  opvangplaats  binnen  de maand  (tegenover  slechts  één  op  drie  van  hen  die  een  initiële  voorkeur hebben voor een kinderdagverblijf).  Bovendien zal slechts één op tien van de ouders  met  een  initiële  voorkeur  voor  een  onthaalouder  langer  dan  zes maanden dienen  te zoeken.   Voor de ouders met een  initiële voorkeur voor een kinderdagverblijf is dit één op vijf ouders. 

 De  conclusie  is  dan  ook  dat  de  initiële  voorkeur  van  de  ouder  (voor  een kinderdagverblijf of onthaalouder) geen impact heeft op het succes dat de ouder zal hebben bij het vinden van een geschikte opvangplaats (zie voorheen), maar wel dat de initiële voorkeur bepalend is voor de tijdsduur74 die het de ouder vraagt om een geschikte opvangplaats te vinden.  

94

74 Echter zonder dat dit in relatie staat tot het aantal contacten dat de ouder daarbij legt (zie voorheen).

Page 95: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3 . 7 . 1 3 . 3 . D E D U U R V A N H E T Z O E K P R O C E S I N R E L A T I E T O T H E T G E B I E D

( G R O O T S T E D E L I J K , S T E D E L I J K E N L A N D E L I J K ) W A A R D E O P V A N G V O O R Z I E N I N G

G E L O K A L I S E E R D I S .

 Wanneer  we  kijken  naar  de  plaats  waar  de  opvangvoorziening  gelokaliseerd  is, vinden we een statistische significant verband (bij 95 % significantie) tussen de duur van het zoekproces en de plaats waar de opvangvoorziening gelokaliseerd is.  Indien de opvangvoorziening in een landelijke plaats75 is gelegen, zullen de ouders veel sneller een geschikte opvangplaats76 vinden  in vergelijking met de ouders die zich  richten  naar  een  stedelijke  of  grootstedelijke  opvangplaats.      Dit  verschil  is statistisch significant  (bij 95 % significantie).  In concreto vindt 60 % van de ouders die  contact  nemen met  een  landelijke  opvangvoorziening  een  opvangplaats  na  1 maand  of minder  zoeken,  terwijl  dit  slechts  voor  één  derde  het  geval  is  voor  de ouders die een  (groot‐)stedelijk opvangvoorziening  contacteren.   Omgekeerd moet minder  dan  één  op  tien  van  de  ouders  die  een  landelijke  opvangvoorziening contacteren langer dan 6 maand zoeken, terwijl dit bijna voor één vijfde het geval is voor de ouders die een (groot‐)stedelijk opvangvoorziening contacteren.  

Tabel 52.  Locatie van de opvangvoorziening en de duur van het zoekproces. 

 Duurtijd v/h zoeken  Groot‐

stedelijk Stedelijk  Landelijk  Totaal 

N  257  329  143  729   %  %  %  % 1 maand of minder  36  30  60  38 > 1 tot 3 maanden  22  23  14  21 > 3 tot 6 maanden  24  29  17  25 > 6 maanden  18  18  8  16 Totaal  100  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 729 ouders 

‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben Sterk significant verschillend (p = 0.000). 

75 Landelijk, stedelijk en grootstedelijk : zie methodologie.

95

76 Onder “geschikte opvangplaats” verstaan we een plaats die deze ouders aannemen, en die dus voor het grootste gedeelte aan hun wensen (startdatum, volledigheid) voldoet.

Page 96: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

We hebben eerder vastgesteld dat de duur van het zoekproces in relatie staat tot de initiële voorkeur van de ouder.  Verder stellen we nu vast dat er een relatie is tussen de  locatie van de opvangvoorziening en de duur van het zoekproces.   Vandaar de hypothese dat er een relatie  is tussen de  locatie van de opvangvoorziening – die  in vele gevallen overeenkomt met de woonplaats van de ouder ‐ en de initiële voorkeur van de ouder voor een bepaald type van opvangvoorziening. Deze hypothese werd vervolgens afgetoetst, waarbij we inderdaad vaststellen dat de initiële  voorkeur  van  de  ouder  ook  in  relatie  staat  tot  de  locatie  van  de opvangvoorziening  (grootstedelijk,  stedelijk  of  landelijk).   Ouders die  zich  richten naar  landelijk  gelegen  opvangvoorziening,  hebben  een  relatief  hogere  initiële voorkeur voor een onthaalouder (43 % van hen) dan ouders die zich richten tot een stedelijke  of  grootstedelijke  opvangvoorziening  (met  respectievelijk  20%  en  15 % voorkeur voor een onthaalouder).   Tegelijkertijd zijn het de ouders die zich richten tot een stedelijke of grootstedelijke opvangvoorziening die het meest frequent ‘geen voorkeur’ voor een bepaald type hebben (zie tabel die hierop volgt). 

  

Tabel 53.  Relatie tussen de initiële voorkeur van de ouder voor het type opvangvoorziening en de locatie van de opvangvoorziening. 

 

  Groot‐stedelijk  Stedelijk  Landelijk N  271  375  174 

voorkeur voor : %  %  % Kinderdagverblijf  47  50  38 Onthaalouder  20  15  43 Geen voorkeur77 32  35  19 Totaal  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 820 ouders De verschillen zijn significant : 

o tussen de drie groepen (p = 0.000) o tussen stedelijk en landelijk (p = 0.000) o tussen groot‐stedelijk en landelijk (p = 0.000) 

Het verschil tussen groot‐stedelijk en stedelijk is echter niet significant (p = 0.170) 

 

96

77 Inclusief het (zeer) beperkt aantal ouders die ‘het niet weten’.

Page 97: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 

3 . 7 . 1 3 . 4 . D E D U U R V A N H E T Z O E K P R O C E S I N R E L A T I E T O T H E T G E B I E D W A A R D E

O P V A N G V O O R Z I E N I N G G E L O K A L I S E E R D I S I N T E R M E N V A N B A R C E L O N A 78- N O R M E N

B E Z E T T I N G S G R A A D .

 Ook  wanneer  we  kijken  naar  de  bezettingsgraad  en  de  Barcelona‐norm  en  de combinatie  van deze  beiden  in  relatie  tot de duur  van het  zoekproces,  stellen we significante verschillen vast.  

Tabel 54.  Bezettingsgraad en de duur van het zoekproces 

   Hoge bezettingsgraad  Lage bezettingsgraad 

N  577  149   %  % 1 maand of minder  34  51 > 1 tot 3 maanden  22  17 > 3 tot 6 maanden  26  21 > 6 maanden  18  11 Totaal  100  100 

 Basis :   ‐ N = 726 ouders Sterk significant verschillend (p = 0.002) 

 In  het  geval  de  opvangvoorziening  gelokaliseerd  is  in  een  regio  met  een  lage bezettingsgraad stellen we vast dat de ouders sneller een opvangplaats vinden.  Wanneer we (enkel) naar de Barcelona‐norm kijken (i.c. het aantal plaatsen per 1.000 kinderen), dan stellen we vast dat een hogere proportie van de ouders sneller een opvangplaats vinden indien de opvangvoorziening gelokaliseerd is in een regio met een lage Barcelona‐norm (zie tabel op de pagina hierna).  Dit is niet het verband dat we logischerwijze dachten te kunnen terugvinden, zij het dat het statistisch verschil eerder beperkt is. 

97

78 Barcelona-norm = aantal plaatsen per duizend kinderen.

Page 98: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Tabel 55.  Barcelona‐norm en de duur van het zoekproces 

   Hoge Barcelona‐norm  Lage Barcelona‐norm 

N  498  228   %  % 1 maand of minder  35  45 > 1 tot 3 maanden  23  16 > 3 tot 6 maanden  26  24 > 6 maanden  16  15 Totaal  100  100 

 Basis :   ‐ N = 726 ouders Significant verschillend (p = 0.03) 

 

Tabel 56.  Bezettingsgraad, Barcelona‐norm en de duur van het zoekproces 

   Hoge bezettingsgraad  Lage bezettingsgraad   Hoge B‐norm  Lage B‐norm  Hoge B‐norm  Lage B‐norm 

Groep :  1  2  3  4 N  475  102  23  126 

  %  %  %  % 1 maand of minder  32  44  83  45 > 1 tot 3 maanden  24  12  9  19 > 3 tot 6 maanden  26  25  9  23 > 6 maanden  17  19  0  13 Totaal  100  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 726 ouders Sterk significant verschillend (p = 0.000) 

  In  het  geval  de  opvangvoorziening  gelokaliseerd  is  in  een  regio  met  een  hoge Barcelona‐norm  (dus een groot aanbod) en een  lage bezettingsgraad  (dus een  lage vraag), dan stellen we vast dat – niettegenstaande de kleinere aantallen waarover we hier praten – een overgrote meerderheid van de ouders (83 %) opvang vindt binnen de maand.   

98

 

Page 99: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Omgekeerd, in het geval de opvangvoorziening gelokaliseerd is in een regio met een hoge  Barcelona‐norm  (dus  een  groot  aanbod)  met  tegelijkertijd  een  hoge bezettingsgraad  (dus een hoge vraag)79, dan stellen we vast dat slechts één op drie van de ouders binnen de maand een gepaste opvang vinden.  Verder  stellen we  vast  er  binnen  de  regio’s met  een  hoge  bezettingsgraad  er  een significant verschil is wat betreft de duur van het zoekproces en de Barcelona‐norm.  In het geval de regio gekenmerkt wordt door een hoge bezettingsgraad, dan zal het zoeken naar opvang ook langer duren in het geval de Barcelona‐norm ook hoog ligt (groep 1 in de tabel hiervoor) in vergelijking met de regio’s waar de Barcelona‐norm laag ligt (groep 2 in de tabel hiervoor).  Dit verschil is significant (p = 0.023).   

99

79 Waaronder in dit onderzoek Gent en Leuven.

Page 100: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3.7 .14 DE D U U R V AN H E T Z O E K P R O C E S I N R E L AT I E T O T D E K AR AK T E R I S T I E K E N V AN D E O U D E R S.

3 . 7 . 1 4 . 1 . I N L E I D I N G .

 In dit deeltje gaan we na of er een verband is tussen de duur van het zoekproces en de  socio‐demografische  karakteristieken  van  de  ouder  die  naar  een  opvangplaats zoekt.  De aspecten die we hierbij eerst in aanmerking nemen zijn:  

• of de ouder een partner heeft en ermee samenwoont; • of de ouder of partner een betaalde job heeft of niet en of dit een voltijdse dan 

wel deeltijdse job is; • het aantal jobs in het gezin; • het werkschema van de ouder en partner; • het opleidingsniveau van de ouder en partner; • de herkomst van de ouder en partner. 

  

Vervolgens kijken we na of er een verband is tussen de duur van het zoekproces en:  

• of de ouder voor één kind dan wel voor meer dan één kind opvang zoekt; • of  de  ouder  hetzij  nu,  hetzij  vroeger  een  kind  heeft/had  dat  in  de 

kinderdagverblijf of bij een onthaalouder wordt/werd opgevangen.  

  

100

Page 101: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

3 . 7 . 1 4 . 2 . R E L A T I E T O T D E K A R A K T E R I S T I E K E N V A N D E O U D E R S .

In tegenstelling tot de relatie tussen het al dan niet hebben van een samenwonende partner en het al dan niet vinden van een opvangplaats, stellen we hier vast dat er geen  (statistisch  significante)  relatie  is  tussen  het  al  dan  niet  hebben  van  een samenwonende partner en de duur van het zoeken.   

Tabel 57.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (I). 

 

Duurtijd v/h zoeken  geen partner  

niet‐samenwonende partner  

samenwonende partner  

N  24  11  690   %  %  % 1 maand of minder  25  27  38 > 1 tot 3 maanden  17  36  21 > 3 tot 6 maanden  25  18  25 > 6 maanden  33  18  15 Totaal  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 725 ouders 

‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben Niet significant verschillend (p = 0.152)80. 

 

101

80 Niet significant, zowel wanneer ‘geen partner’ en ‘niet samenwonende partner’ worden samengenomen (p = 0.152) als wanneer ‘geen partner’ wordt afgetoetst tegenover samenwonende partner (p = 0.105).

Page 102: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Opnieuw  in  tegenstelling  tot  de  significante  relatie  tussen  het  vinden  van  een opvang en het al dan niet hebben van een voltijdse of deeltijdse betaalde job, stellen we hier vast dat er geen relatie is tussen het al dan niet hebben van een voltijdse of deeltijdse betaalde job en de duur van het zoeken. Daarentegen  stellen we wel  vast  dat  de  kans  groter  is  dat  de  ouder  sneller  een opvangplaats vindt indien de partner een betaalde job heeft.  Of dit een voltijdse dan wel een deeltijdse job is maakt geen verschil uit. 

Tabel 58.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (II). 

Duurtijd v/h zoeken  Ouder heeft 

betaalde job  

Ouder heeft  geen betaalde job 

 N  696  33 

  %  % 1 maand of minder  39  24 > 1 tot 3 maanden  21  21 > 3 tot 6 maanden  25  30 > 6 maanden  16  24 Totaal  100  100 

 

Basis :   ‐ N = 729 ouders ‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben 

Niet significant verschillend (p = 0.316).   

Tabel 59.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (III). 

Duurtijd v/h zoeken  Ouder heeft 

voltijdse job Ouder heeft deeltijdse job 

N  550  145   %  % 1 maand of minder  40  33 > 1 tot 3 maanden  20  25 > 3 tot 6 maanden  25  26 > 6 maanden  15  17 Totaal  100  100 

 

Basis :   ‐ N = 695 ouders ‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben 

102

Niet significant verschillend (p = 0.432). 

Page 103: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Tabel 60.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (IV). 

Duurtijd v/h zoeken  Partner heeft 

betaalde job Partner heeft 

 geen betaalde job N  674  26 

     1 maand of minder  39  15 > 1 tot 3 maanden  22  15 > 3 tot 6 maanden  25  35 > 6 maanden  15  35 Totaal  100  100 

 Basis :   ‐ N = 700 ouders 

‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben Significant verschillend (p = 0.008). 

Tabel 61.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (V). 

Duurtijd v/h zoeken  Partner met 

voltijdse job Partner met deeltijdse job 

N  623  44   %  % 1 maand of minder  39  45 > 1 tot 3 maanden  22  9 > 3 tot 6 maanden  25  23 > 6 maanden  14  23 Totaal  100  100 

 Basis :   ‐ N = 667 ouders   ‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben Niet significant verschillend (p = 0.111).. 

103

 

Page 104: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

In deze  context  vinden we  een  verband  tussen het  aantal  jobs  in het gezin  en de snelheid waarmee de ouders een opvangplaats vinden.   In het geval er in het gezin twee  (2)  jobs  of  anderhalve  (1.5)  job  is,  dan  zullen  de  ouders  sneller  een opvangplaats vinden in vergelijking met de ouders waarbij er maximaal één (1)  job in het gezin is.  Deze laatsten zullen frequent (één derde of meer van hen) langer dan zes maand naar een opvangplaats moeten zoeken.  

Tabel 62.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (VI). 

jobs in het gezin  2  1.5  1  0.5  0 

N  502  124  61  9  9   %  %  %  %  % 1 maand of minder  40  38  26  11  33 > 1 tot 3 maanden  21  25  15  22  22 > 3 tot 6 maanden  25  22  28  22  11 > 6 maanden  13  15  31  44  33 Totaal  100  100  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 705 ouders   ‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben Sterk significant verschil (p = 0.000) wanneer (a) 2 en 1.5 jobs worden afgezet tegen 1, 0.5 en 0 jobs en (b) > 6 maanden worden afgezet tegenover 6 maanden of minder. 

  Echter stellen we vast (zie tabellen die hierop volgen) dat er geen verband is tussen de  duur  van  dit  zoekproces  en  het  werkschema  van  de  respondent  of  partner.  M.a.w., het  is niet zo dat personen met een onregelmatig werkschema  langer naar een opvangplaats moeten zoeken dan andere ouders81. 

104

81 Waarbij we bovendien gezien hebben dat zij in ongeveer dezelfde mate een opvangplaats vinden.

Page 105: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Tabel 63.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (VII). 

Duurtijd v/h zoeken  RESPONDENT 

Ove

rdag

Plo

egen

s av

onds

s na

chts

Wee

kend

Thui

s

Onr

egel

mat

ig

N  670 66 127 42 149 58 183   %  %  %  %  %  %  % 1 maand of minder  38  41  38  31  35  34  36 > 1 tot 3 maanden  21  20  18  10  19  21  17 > 3 tot 6 maanden  25  23  27  36  27  22  29 > 6 maanden  16  17  17  24  19  22  18 Totaal  100  100  100  100  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 729 ouders 

‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben ‐ een ouder kan meerdere malen positief antwoorden op deze vraag (hij/zij       kan bvb. tegelijkertijd overdag als in een ploegenstelsel werken).   

Tabel 64.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (VIII). 

Duurtijd v/h zoeken  PARTNER 

Ove

rdag

Plo

egen

s av

onds

s na

chts

Wee

kend

Thui

s

Onr

egel

mat

ig

N  648  57  149  60  151  58  184   %  %  %  %  %  %  % 1 maand of minder  39  40  42  37  37  31  34 > 1 tot 3 maanden  22  26  23  20  27  26  24 > 3 tot 6 maanden  25  21  22  22  20  19  26 > 6 maanden  14  12  13  22  16  24  17 Totaal  100  100  100  100  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 729 ouders 

‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben ‐ een ouder kan meerdere malen positief antwoorden op deze vraag (hij/zij     

105

  kan bvb. tegelijkertijd overdag als in een ploegenstelsel werken). 

Page 106: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Vervolgens  hebben  we  opnieuw  nagegaan  of  het  werkschema  van  de  ouder  in combinatie met het werkschema van de partner aanleiding geeft tot situaties waarin deze  ouders geen  of minder gemakkelijk  opvang vinden.    .   Dit  is  opnieuw geen eenvoudige  analyse  omdat  er  voor  elke  afzonderlijke  partner  nogal  wat mogelijkheden zijn  (bvb. de ene ouder werkt overdag  in ploegenstelsel of werkt  ’s avonds  thuis of …) wat dan dient bekeken  te worden  in  samenhang met dezelfde mogelijkheden voor de andere werkende partner. Na een gedetailleerde analyse van alle individuele antwoorden, konden we opnieuw slechts  één  toetsbare hypothese weerhouden, namelijk de hypothese dat de ouder langer naar een geschikte opvang moet zoeken vanaf het ogenblik dat één van beide ouders ’s avonds werkt82.  

Tabel 65.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (IX). 

 

  Geen van beide partners werkt ‘s 

avonds 

Minstens één van beide partners werkt 

‘s avonds N  483  232 

  %  % 1 maand of minder  38  39 > 1 tot 3 maanden  21  26 > 3 tot 6 maanden  26  24 > 6 maanden  16  16 Totaal  100  100 

 Basis :   ‐ N = 715 ouders Niet significant verschillend (p = 0.955). 

 Opnieuw echter moeten we constateren dat er geen statistisch significant verschil is wat betreft de duur van het zoeken naar een opvangplaats  tussen ouders waarvan geen van beide partners ’s avonds werkt en ouders waarvan minstens één van beide partners ’s avonds werkt.   

106

82 Niet omdat de ouder als dusdanig werkt, maar wel omdat dit tot een specifieke opvangvraag kan leiden.

Page 107: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

In tegenstelling tot het al dan niet vinden van opvang en de scholingsgraad van de ouder,  is  er  geen  statistisch  significant  verband  tussen  de  scholingsgraad  van  de ouder (of partner) en de snelheid waarmee zij een opvangplaats vinden. 

 

Tabel 66.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (X). 

Diploma respondent  geen‐lager‐

LSO HSO  

HOGER  

N  23  147  551   %  %  % 1 maand of minder  26  33  40 > 1 tot 3 maanden  17  25  20 > 3 tot 6 maanden  43  20  26 > 6 maanden  13  22  15 Totaal  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 721 ouders   ‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben Niet significant verschillend (p = 0.119).  

Tabel 67.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (XI). 

Diploma partner  geen‐lager‐

LSO HSO  

HOGER  

N  24  170  487   %  %  % 1 maand of minder  29  35  41 > 1 tot 3 maanden  21  24  20 > 3 tot 6 maanden  17  25  25 > 6 maanden  33  16  14 Totaal  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 681 ouders   ‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben Niet significant verschillend (p = 0.153). 

 

107

 

Page 108: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Verder stellen we vast (zie tabellen die hierop volgen) dat er geen verband is tussen de duur van dit zoekproces en de nationaliteit van de moeder van de moeder en/of de nationaliteit van de moeder van de vader, met name of deze grootmoeders (van het kind) van Belgische dan wel van buitenlandse nationaliteit zijn.    

Tabel 68.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (XII). 

Duurtijd v/h zoeken  Moeder (van moeder) = Belg 

Moeder (van moeder) = andere 

N  674  49   %  % 1 maand of minder  38  33 > 1 tot 3 maanden  21  24 > 3 tot 6 maanden  25  22 > 6 maanden  16  20 Totaal  100  100 

 Basis :   ‐ N = 723 ouders   ‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben Niet significant verschillend (p = 0.698). 

 

Tabel 69.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (XIII). 

Duurtijd v/h zoeken  Moeder (van partner) = 

Belg Moeder (van partner) = 

andere N  620  72 

  %  % 1 maand of minder  39  33 > 1 tot 3 maanden  21  19 > 3 tot 6 maanden  25  22 > 6 maanden  14  25 Totaal  100  100 

 Basis :   ‐ N = 692 ouders   ‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben Niet significant verschillend (p = 0.120).. 

108

 

Page 109: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

Tabel 70.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (XIV). 

Duurtijd v/h zoeken  grootmoeders 

0/2 Belg grootmoeders ‐

1/2 Belg grootmoeders‐

2/2 Belg N  27  71  624 

  %  %  % 1 maand of minder  30  37  39 > 1 tot 3 maanden  22  20  21 > 3 tot 6 maanden  22  21  25 > 6 maanden  26  23  15 Totaal  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 722 ouders   ‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben Niet significant verschillend (p = 0.541)..  

 Samengevat,  de  enige  relaties  die  we  konden  vinden  tussen  de  duur  van  het zoekproces en de karakteristieken van de opvangvoorziening of van de ouder zijn : 

- locatie  van  de  opvangvoorziening  ((groot‐)stedelijk,  stedelijk  of landelijk; 

- locatie  van  de  opvangvoorziening  in  termen  van  Barcelona‐norm  en bezettingsgraad; 

- het hebben van een partner met een betaalde job; - het aantal jobs in het gezin. 

In het geval de ouder zich naar een landelijk voorziening richt of beiden een betaalde job hebben83,   zal een meerderheid van hen  relatief  snel een gepaste opvangplaats vinden.    De  snelheid  waarmee  de  ouders  een  gepaste  opvang  vinden  staat daarentegen niet  in  (statistisch  significante)  relatie  tot de autochtone of  allochtone origine van één van de ouders of de scholingsgraad van elk van de ouders.    

109

83 We stelden namelijk een significant verband vast in het geval de partner een betaalde job heeft en in het geval er in het gezin 1,5 of 2 jobs zijn en de duurtijd van het zoeken.

Page 110: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

De  ouders  die  voor meer  dan  één  kind  opvang  zoeken,  zoeken  niet  langer  naar opvang in vergelijking met de ouders die voor één kind opvang zoeken.  

Tabel 71.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en de duur van het zoekproces (XV). 

Duurtijd v/h zoeken  Opvang voor  

1 kind Opvang voor  

> 1 kind N  675  54 

  %  % 1 maand of minder  39  30 > 1 tot 3 maanden  21  26 > 3 tot 6 maanden  24  31 > 6 maanden  16  13 Totaal  100  100 

 Basis :   ‐ N = 729 ouders   ‐ ouders die een opvangplaats gevonden hebben Niet significant verschillend (p = 0.389).. 

 Wanneer we onderscheid maken tussen (a) de ouders die nu voor het eerst formele opvang zoeken en (b) de ouders waarvan één of meerdere andere kinderen hetzij nu, hetzij  vroeger  door  een  kinderdagverblijf  of  onthaalouder  worden/werden opgevangen, stellen we geen verschil vast.   

Tabel 72.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (XVI). 

  Eerste formele 

opvang  

Nu of reeds eerder formele opvang (voor ander kind) 

N  553  171   %  % 1 maand of minder  37  41 > 1 tot 3 maanden  21  21 > 3 tot 6 maanden  25  23 > 6 maanden  16  15 Totaal  100  100 

 Basis :   ‐ N = 724 ouders 

110

Niet significant verschillend (0.795) 

Page 111: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 

Tabel 73.  De socio‐demografische karakteristieken van de ouder en het vinden van opvang (XVII). 

  Eerste formele 

opvang  

Nu reeds formele opvang  

(voor ander kind) 

Reeds eerder formele opvang (voor ander kind) 

N  553  83  87   %  %  % 1 maand of minder  37  51  32 > 1 tot 3 maanden  21  19  22 > 3 tot 6 maanden  25  18  29 > 6 maanden  16  12  17 Totaal  100  100  100 

 Basis :   ‐ N = 723 ouders Niet significant verschillend (0.265) 

111

Page 112: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

4. SAMENVATTING EN CONCLUSIES  1.048 ouders die naar een opvangplaats zochten voor hun kind werden een eerste keer  telefonisch  bevraagd  30 dagen  nadat de  coördinaten  van de  zoekende  ouder voor de eerste maal door een opvangvoorziening geregistreerd waren om aan M.A.S. door  te geven.   Zes maand  later werden ze een  tweede maal  telefonisch bevraagd tenzij  op dat moment het  kind nog  geen  twee maand  geboren was.    In dat  geval werd  het  tweede  contact  uitgesteld  tot  het  kind  twee maand  geboren  was.    De medewerkingsgraad van de ouders was zeer groot. 

 De  ouders  zoeken  op  de  eerste  plaats  een  opvang(plaats)  voor  hun  kind.  om  te kunnen (blijven) werken (96 % van hen).  Zeven maand nadat de coördinaten van de zoekende  ouder  voor  de  eerste  maal  door  een  opvangvoorziening  geregistreerd waren  om  aan  M.A.S.  door  te  geven,  hadden  90,2  %  van  de  ouders  opvang gevonden,  9,8 % niet.   Bij  76,4   % van de  ouders  startte de  opvang  tijdig  en was volledig als gewenst.  10,8 % van alle ouders hadden een opvangplaats gevonden die later dan gewenst gestart was of van start ging gaan (dit is 11,9 % van de ouders die een  opvangplaats  gevonden  hadden).    3,0  %  van  alle  ouders  vonden  een opvangplaats die onvolledig was wat betreft het gewenste aantal halve en/of volle dagen (dit is 3.3 % van de ouders die een opvangplaats gevonden hadden).    De consequenties ten gevolge van het niet vinden van de gepaste opvang of van een opvang die pas later dan gewenst kon starten en/of onvolledig is, zijn groot.  Bij 16,6 % van alle geïnterviewde ouders zijn er gevolgen m.b.t. werk, opleiding, … van één van  beide  partners  ten  gevolge  van  de  latere  dan  gewenste  opvang,  of  van  de onvolledige opvang of van het feit dat ze geen opvang gevonden hadden.  Dit betreft alle personen die geen opvang gevonden hadden plus de helft van de ouders die een onvolledige en/of tijdelijke en/of latere dan gewenste opvang gevonden hadden.   

112

4,6 % van alle ouders die naar opvang zochten zijn als gevolg hiervan deeltijds gaan werken of zijn ‐ al dan niet tijdelijk – gestopt met werken.  Daarnaast hebben 3.2 % van alle ouders ouderschapsverlof, borstvoedingsverlof of  tijdskrediet genomen of moeten  nemen,  1,5 %  heeft  onbetaald  verlof  genomen,  nog  anderen  hebben  een nieuwe  job moeten weigeren (2,9 %) of hebben een opleiding niet kunnen afmaken of zijn er niet mee kunnen starten (1,3 %). 

Page 113: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 In het geval van geen, van een latere dan gewenste of onvolledige opvang is het op de  eerste  plaats  de  ouder  en/of  partner  die  instaat  voor  deze  tijdelijke  en/of aanvullende “opvang”.   De  informele opvang  is slechts  in zowat één derde van de gevallen een oplossing.  In dat geval zijn het veelal de grootouders die deze taak op zich nemen, en dan vooral wanneer de opvang niet voor alle gewenste volle en halve dagen is. 

  

Wat betreft de gevonden opvangplaats, zijn al deze ouders voor meer dan 85 – 90 % (zeer)  tevreden  over  al  de  verschillende  aspecten  die  betrekking  hebben  op  de opvangvoorziening (i.c. startdatum, afstand tot woonplaats of werk, bereikbaarheid, openingsuren,  type en aantal volle of halve dagen dat ze daar  terechtkunnen), dit afgezien van de kostprijs waarover slechts 58 % tevreden is.  Alle ouders zijn in dezelfde mate tevreden over de verschillende karakteristieken die met de opvangplaats  te maken hebben,  zij het dat  ze  1 maand of minder gezocht hebben of  zij het dat  ze  lang  tot  zeer  lang gezocht hebben.   Twee op drie ouders vinden dit zoeken (zeer) moeilijk, waarbij we vaststellen dat er een sterk verband is tussen de duur van het zoekproces en de mate waarin de respectievelijke ouder dit zoeken  zeer  gemakkelijk  tot  zeer moeilijk  vond.   Ouders  die  1 maand  of minder gezocht  hebben,  evalueren  dit  zoeken  veel  frequenter  gemakkelijk  in  vergelijking met de ouders die langer dan zes maanden gezocht hebben.    

113

In het geval de ouder een partner heeft, beide ouders een voltijdse job hebben, beide ouders  hoger  geschoold  zijn  of  beide  ouders  van  autochtone  origine  zijn,  zal  een grote meerderheid van hen een gepaste opvangplaats vinden.  In het geval de ouder echter een alleenstaande ouder  is,  indien de ouder of beide ouders  lager geschoold zijn, geen  (voltijdse)  job hebben of van  allochtone origine  zijn, dan  zullen  ze veel minder  frequent  een  opvangplaats  vinden.    Een  voorrangsbeleid  met  wettelijke criteria is dan duidelijk ook op zijn plaats. 

Page 114: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 De  ouders  die  voor meer  dan  één  kind  opvang  zoeken  zijn  niet meer  of minder succesvol  in  vergelijking met  de  ouders  die  voor  één  kind  opvang  zoeken.   Ook stellen we geen verschil vast tussen de ouders die nu voor het eerst formele opvang zoeken  en  de  ouders waarvan  één  of meerdere  andere  kinderen  hetzij  nu,  hetzij vroeger  door  een  kinderdagverblijf  of  onthaalouder worden/werden  opgevangen.  Bij de analyse van het opnamebeleid stellen we  in de praktijk echter vast dat nogal wat  opvangvoorzieningen  rekening  houden  met  het  feit  dat  de  respectievelijke ouder reeds een ander kind in de opvangvoorziening heeft84.    Daarentegen is er geen verband tussen het vinden van een gepaste opvangplaats en het  type opvangvoorziening dat de ouders gecontacteerd hebben of met de  initiële keuze  van  de  ouder  wat  betreft  het  gewenste  type,  noch  met  de  locatie (grootstedelijk, stedelijk of landelijk) van de opvangvoorziening die door de ouders gecontacteerd  is,  noch  met  de  lage  of  hoge  bezettingsgraad  of  de  lage  of  hoge Barcelona‐norm van de regio waarin de opvangvoorziening zich bevindt.   De  ouders  beperken  hun  zoekproces  niet  tot  één  enkel  type  opvangvoorziening.  Bijna 9 op 10 ouders zoeken opvang in een kinderdagverblijf, iets meer dan de helft van de ouders zoekt  (ook) opvang via  een dienst voor onthaalouders  en quasi de helft van de ouders zoekt (ook) opvang bij zelfstandige onthaalouders.  In totaal, en dit  over  alle  types  heen,  contacteren  elk  van  deze  ouders  gemiddeld  bijna  13 voorzieningen, diensten of zelfstandige onthaalouders, en dit afgezien van de bij een Dienst  voor  kinderopvang  aangesloten  onthaalouders  wiens  adressen  ze  van  de Diensten voor kinderopvang doorkrijgen.  

114

84 We hebben echter geen duidelijke aanwijzingen die deze al dan niet schijnbare discrepantie zouden kunnen verklaren.

Page 115: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 De ouders beginnen doorgaans vrij  lang voor de gewenste  start van de opvang  te zoeken naar opvang.  De gemiddelde tijdsspanne (mediaan) tussen de start van het zoeken en de gewenste opvangdatum is 10 maanden.  Bijna 4 op 10 van alle ouders hebben 1 maand of minder moeten zoeken.   Aan de andere kant heeft 1 op 6 van deze ouders  langer dan 6 maanden gezocht met een uitloper  tot 25 maanden.   De mediaan is twee maanden.  Er is er geen verband tussen de duur van het zoekproces en de tijdsspanne tussen de start van het zoeken en de gewenste opvangdatum. Er is echter wel een verband tussen het al dan niet vinden van opvang enerzijds en de  tijdsspanne  tussen  de  start  van  het  zoeken  en  de  gewenste  opvangdatum anderzijds, waarbij we vaststellen dat de ouders waarvan de  tijdsspanne  tussen de start van het zoeken en de gewenste opvangdatum “kort” is (9 maanden of minder), meer kans maken om binnen die periode geen opvang  te vinden.    In deze context dienen  we  aan  te  geven  dat  uit  de  analyse  van  het  opnamebeleid  van  de opvangvoorzieningen  blijkt  dat  een  grote  groep  opvangvoorzieningen  naar  hun wachtlijst  teruggrijpen wanneer  er  een  plaats  vrijkomt, waarbij  de  positie  van  de ouder op deze lijst een niet onaanzienlijke rol speelt.  Dit in combinatie met het feit dat een groot aantal opvangvoorzieningen hun bezetting één  jaar tot anderhalf  jaar op voorhand opmaken, leidt er effectief toe dat het voor de ouder van groot belang is om reeds lang voor de gewenste startdatum van de opvang op zoek te gaan naar een opvangplaats.    Dit  heeft  tegelijkertijd  ook  tot  gevolg  dat  nogal  wat  ouders  een opvangplaats vinden (en aannemen) die later start dan gewenst was (zie hiervoor).   Bij 32 % van alle ouders  is de periode  tussen de vermoedelijke geboortedatum van het kind en de door de ouder gewenste start van de opvang meer dan 14 weken.  De ouders overbruggen deze  langere periode dan 14 weken  tussen de  (vermoedelijke) bevalling en de gewenste  start van de opvang het meest  frequent door gebruik  te maken van ouderschapsverlof of borstvoedingsverlof of door het verschuiven van vakantie. 

115

 

Page 116: EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ... - Kind en …Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang. Tabel 43. Relatie tussen het vinden van opvang en “de tijdsspanne tussen de start

Kind en Gezin Zoekproces kinderopvang.

 De  initiële  voorkeur  van  de  ouder  voor  een  kinderdagverblijf  of  voor  een onthaalouder heeft geen impact heeft op het succes dat de ouder zal hebben bij het vinden van een geschikte opvangplaats, maar de  initiële voorkeur  is wel bepalend voor de duur van het zoekproces  (niet voor het aantal contacten) die het de ouder vraagt  om  een  geschikte  opvangplaats  te  vinden,  waarbij  we  vaststellen  dat  de ouders met een initiële voorkeur voor een onthaalouder het snelst een opvangplaats vinden.  We stellen bovendien een verband vast tussen de plaats waar de opvangvoorziening gelokaliseerd is (landelijk, stedelijk of grootstedelijk) en de duur van het zoekproces.   De  ouders  die  een  opvangvoorziening  contacteren  die  in  een  landelijke  plaats  is gelegen, zullen veel sneller een geschikte opvangplaats vinden in vergelijking met de ouders die zich richten naar een stedelijke of grootstedelijke opvangplaats.     Er  is een relatie  tussen de bezettingsgraad en de Barcelona‐norm en de combinatie van deze beiden enerzijds en de duur van het zoekproces anderzijds.  In het geval de opvangvoorziening gelokaliseerd is in een regio met een hoge Barcelona‐norm (dus een groot aanbod) en een lage bezettingsgraad (dus een lage vraag), dan stellen we vast  dat  een  overgrote  meerderheid  van  de  ouders  snel  een  opvang  vindt.  Omgekeerd, in het geval de opvangvoorziening gelokaliseerd is in een regio met een hoge  Barcelona‐norm  (dus  een  groot  aanbod)  waar  er  tegelijkertijd  een  hoge bezettingsgraad  (dus  een  hoge  vraag)  is, dan  zal  slechts  een minderheid    van de ouders vrij snel een gepaste opvang vinden.  In het geval de ouders beiden een betaalde job hebben  zal een meerderheid van hen relatief snel een gepaste opvangplaats vinden.  De snelheid waarmee de ouders een gepaste  opvang  vinden  staat  daarentegen  niet  in  relatie  tot  de  autochtone  of allochtone  origine  van  één  van  de  ouders  of  de  scholingsgraad  van  elk  van  de ouders. Tot slot, de ouders die voor meer dan één kind opvang zoeken, vinden niet minder snel opvang dan de ouders die voor één kind opvang zoeken.   Ook stellen we qua zoekduur geen verschil vast tussen de ouders die nu voor het eerst formele opvang zoeken  en  de  ouders waarvan  één  of meerdere  andere  kinderen  hetzij  nu,  hetzij vroeger door een kinderdagverblijf of onthaalouder worden/werden opgevangen.  

116