Recto: CoverRecto: Back

6 pagina’s wikkelvouw

Recto: dichtgevouwen onder de cover

Fashion@

Egmontpalace

KONINKRIJK BELGIË

Federale Overheidsdienst

Buitenlandse Zaken,Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

KONINKRIJK BELGIË

Federale Overheidsdienst

Buitenlandse Zaken,Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Pablo Henrard noemde zijn nieuwe collectie Maelström. Hij vond inspiratie in zijn fascinatie voor de onmetelij-ke diepten van de oceanen en in de figuur van kapi-tein Nemo, naar de verhalen van Jules Vernes. Het resul-taat is een krachtige mannencollectie, met veel leder en sterke lijnen. De kleuren zijn overwegend zwart, maar met accenten van rood en wit. De collectie is een com-

binatie van mystieke dimensie, klassieke kledingstijl en een jeugdige stadse instelling, die de natuurlij-

ke kenmerken van de zee uitstraalt. Vlak, massief, krachtig en wisselvallig.

BOB VERHELST woont en werkt in Antwerpen. Als artistiek directeur en als scenograaf is hij nationaal en internatio-

naal actief, o.m. in het Nationaal Museum in Zurich, voor de etalages van Hermes in België en voor de lancering van het parfum Eau des Merveilles van Hermès in Parijs, voor de Ystores van Yohi Yamamoto in Frankrijk, voor de Cartier store in Parijs. Hier stelde hij podia op die de silhouetten van onderuit belichten. De kleur van de sokkel geeft aan of de creatie afkomstig is van La Cambre dan wel van de Antwerpse Academie. Zijn podia laten de creaties tot hun recht komen in het voorname decor van het eeu-wenoude Egmontpaleis. Met name op de ma-jestueuze marmeren ambassadeurstrap, om-geven door wandtapijten uit de 17e eeuw en

sculpturen uit de 18e en de 19e eeuw. Of in de roodfluwelen antichambre met het Antwerpse

kabinet dat trots de tand des tijds doorstaat. Alles onder de instemmende blik van koning Leopold I en zijn gemalin, koningin Louise-Marie, gehuld in het zwart, terwijl Atlas onvermoeibaar de wereld blijft torsen. Door de niet-alledaagse opstelling krijgen de silhouetten een andere allure en zijn ze zicht-baar voor een heel divers publiek. Prinses Mathilde en minister Reynders zagen dat het goed was en staken de pas afgestudeerde mode ontwerpers een hart onder de riem!

www.antwerp-fashion.bewww.lacambremode.comwww.anndemeulemeester.bewww.jeanpaulknott.comwww.fashioninantwerp.be/designer/bob-verhelst

Verantwoordelijke uitgever: Dirk Achtenart@diplobel.fed.be

Pablo Henrard

Doriane Van Overeem

Jezabelle Cormio

Emmanuelle Lebas

Jack Davey

Pierre Renaux

© Doriane van OvereemFoto: © Etienne Tordoir/Catwalkpictures

6 pagina’s wikkelvouw

Verso: 3 (rechts, achterzijde center)Verso: 2 (center, achterzijde Recto Achterkant)Verso: 1 (links, achterzijde cover)

Op 21 juli zetten tal van openbare gebouwen hun deuren open voor het publiek, zo ook het Egmontpaleis. Vorig jaar stelde bij deze gelegenheid kunstenares Isabelle de Borchgrave enkele kanten silhouetten tentoon, op vraag van minister Reynders. Door het verrassen-de succes van dit evenement werd voor 2013 een nieuw project uitgewerkt in samenwerking met de modewereld.

Twee modeontwerpers met wereldfaam, Ann Demeulemeester en Jean-Paul Knott, zijn bereid

gevonden als curator op te treden en drie sil-houetten van telkens drie studenten uit respectievelijk de modeafdeling van de Antwerpse Academie – Artesis Plantijn Hogeschool en de Ecole nationale supé-rieure des Arts visuels de La Cambre uit Brussel te selecteren. Bob Verhelst werd onder de arm genomen als scenograaf.

Het resultaat is een tentoonstelling met creaties van beloftevolle modeontwerpers.

ANN DEMEULEMEESTER studeerde af in 1981 aan de Modeafdeling van de Academie

voor Schone Kunsten Antwerpen. In 1983 won ze de eerste editie

van de Gouden Spoel, een le-gendarische Belgische mo-dewedstrijd. Ze begon haar eigen label in 1985. Sinds 1992 toont Ann Demeulemeester elk sei-zoen haar collecties in Parijs. In 1996 lanceerde ze ook een mannencol-lectie. Ook schoenen, ac-cessoires en juwelen col-lecties werden daaraan toegevoegd. In 1999 opende ze een winkel op de Leopold de Waelplaats in

Antwerpen. Daarna volgden ook winkels in Tokyo, in Hong Kong en Seoul. Haar stijl is erg consistent: poë-tisch, sterk en toch gevoelig

MODEAFDELING - ARTESIS-PLANTIJN HOGESCHOOL ANTWERPEN, in 1663 werd de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen, één van de oudste van Europa, opgericht door David Teniers de Jongere. In de jaren 1960 werden een aantal nieuwe afdelingen toegevoegd aan de Academie, waaronder Modeontwerpen, dat modetekenen en modeontwerpen aanbiedt. Later volgden ook Tailoring (maatkleding) en Pattern Design (patroonontwerpen). De filosofie is dat mode in de breedst mogelijke zin van het woord wordt bekeken, als een vorm van expressie van de emoties van onze tijd. Kleding is een spiegel van de maat-schappij en stelt er ook vragen over, zoals over ethiek en es-thetiek. Er is een vrijheid van expressie die soms choqueert, alarmeert of verleidt. De vierjarige opleiding zet aan tot in-novatie en verruimt horizonten. De nadruk ligt op experi-menteren, improviseren en stimuleren van de creativiteit.Uit de veertien masterstudenten koos Ann Demeulemeester:

Pierre Renaux – Liquidation Totale - Het basisgegeven voor zijn collectie is de kleding van een zakenvrouw, het beeld van een koude, godin-achtige , gecontroleerde vrouw, de ‘laatste vrouw’ van het bedrijf, de CEO die erg hard ge-vochten heeft om te kunnen zeggen wat ze wilde zeggen. Haar lichaamsomhullende kleding is een schild, maar er zit een onverwachte kant aan: de synthetische materia-len (neopreen, was, plastic) worden vervormd, gedraaid en zien eruit alsof ze aan het smelten zijn en uit glas scherven bestaan. Ze muteren. Elk silhouet bevat de spanning tussen en soort kilheid en een eerder sensuele vorm, tussen harde kanten en zachtheid.Pierre Renaux won de MoMu-prijs, zodat zijn collectie in het Antwerpse Modemuseum te zien zal zijn. Hij kreeg ook de Prijs Coccodrillo voor de meest creatieve schoen.

Jezabelle Cormio – The Continental – Jezabelle Cormio presenteert een mannencollectie voor mature mannen met zelfvertrouwen en een eigen stijl, die net een beetje fout zit. Imperfectie en vulgariteit zijn de centrale themas van de collectie en resulteren in een combinatie van luxueuze stoffen met goedkopere materialen zoals polyester. Cormio speelt met stereotypes van de heteroseksuele man als een typische ‘ruige’, getattoeërde, casual en klassieke figuur, die wijde peignoirs à la Hugh Hefner draagt in paisley prints met voetbalsjaals, bloemen broches en kleurrijke schoenen met afgevlakte, rechte tip in slangenof krokodillenleer.

Jack Davey – Featuring Daphne - Afkomstig uit Londen, vond Jack Davey, voormalig student klassieke literatuur, zijn inspiratie in Bernini’s beeldhouwwerk van Apollo die Daphne achtervolgt, waarbij Daphne in een boom verandert om aan de verkrachting te ontsnappen. De betekenis van deze me-tamorfose is zelfverdediging, maar zelfs al wordt Daphne een stilleven (boom), het principe van de collectie steunt

op beweging. Hij ontwikkelde een rafeltechniek waarbij hij franjes creëerde uit dikke, zware meubelstoffen, die hij aan flarden knipte om de indruk te geven dat het een stam en bladeren zijn. De vrouwensilhouetten hebben basic coupes, steeds met een stuk in metamorfose op onverwachte stuk-ken van het silhouet.

JEAN-PAUL KNOTT studeerde aan het Fashion Institute of Technology in New York. Daarna ging hij aan de slag als as-sistent bij Yves Saint Laurent in Parijs. Terug in België begon hij met een eigen collectie. Hij werd artistiek directeur van Krizia in 2001 en ontwierp kostuums voor de productie Lumière van Maurice Béjart in 2002. In 2003 werd hij creatief directeur bij Féraud en in 2007 bij Cerruti. Vanaf dan zette Knott zijn eigen luxueuze lijn met succes voort in binnen- en buitenland. In 2009 opende hij een Knott Shop in Brussel. In datzelfde jaar maakte hij ook een beperkte collectie voor 3Suisses. In 2011 lanceerde hij zich in Japan. Jean-Paul Knott wordt beschouwd als een meester in de drapeerkunst.

LA CAMBRE-MODE[S] werd in 1986 opgericht als de af-deling Modeontwerp van de Ecole nationale supérieure des arts visuels La Cambre, dat in 1927 was gesticht door de beroemde architect en kunstenaar Henri van de Velde. De school biedt een uitgebreid aanbod studierichtingen op masters niveau. De 5-jaren cyclus van La Cambre Mode[s] bestaat uit 2 belangrijke pijlers: stylisme en modeontwerp.Beide disciplines hebben de inscriptie van het lichaam gemeen door middel van volumes, beelden, kleuren en ma-terialen: de student bestudeert alle aspecten van mode als een vorm van hedendaagse expressie en leert zijn eigen persoonlijke en innovatieve taal te ontdekken.

Doriane Van Overeem vertelt over haar collectie Fatherfuckers’ Queens: ‘Mijn collectie, een punk- en grunge-outfit doorweefd met koninklijke toetsen, haalt de notie van macht en vooroordelen over de vrouw onderuit. Mijn konin-gin zwijgt niet, ze brult. Via de naam Fatherfuckers’ Queen positioneert mijn muze zich tegenover de situatie van de vrouw in onze maatschappij, door het absurde scheldwoord motherfucker te hergebruiken. Het doel is het publiek te raken en te doen nadenken.’

Emmanuelle Lebas haalde de inspiratie voor haar dames-collectie Statuary in de sportkleding en sportieve toebeho-ren van de 19e eeuw. Het is een sobere en hyperelegante collectie geworden van gewaden in blauw, rood, wit en geel met een sportieve touch dankzij de geperforeerde hoofd-deksels in lederlook die lijken op extreem verlengde tennis-petten. Allemaal zuiver minimalistisch en recht, wat zorgt voor een perfecte samenhang tussen de verschillende out-fits. De quasi architecturale silhouetten doen denken aan Grieks-Romeinse zuilen.

© Jezabelle CormioFoto: © Etienne Tordoir/Catwalkpictures