Eerlijk voor je mening uitkomen en ‘nee’ durven zeggen zonder … · steken (‘Ja hoor,...

3
040 Red.nl | JUNI 2012 Eerlijk voor je mening uitkomen en ‘nee’ durven zeggen zonder dat je je daarbij schuldig voelt… wat zalig zou het toch zijn om assertief te zijn. Nathalie Huigsloot zoekt uit hoe je dat wordt. L aatst was het weer raak: ik moest de Engelse reisverhalen- schrijver Redmond O’Hanlon interviewen en alhoewel ik hem over het alge- meen vrij slecht verstond – wat ik verbloemde door op goed geluk wat begrijpende hm-hmpjes en wat schud- debuikende hahaatjes in de groep te gooien – hoorde ik hem opeens luid en duidelijk vragen of hij mij mis- schien eventjes in mijn nek mocht kussen omdat die zo lovely was. ‘Eh, oké,’ zei ik. Aangevuld met mijn sterkste staaltje assertiviteit: A little one than’. NEE IN PLAATS ZEG EENS VAN OKé Hij ging staan en ik ook, en ten overstaan van een vol terras werd ik door de 64-jarige Kapitein Iglo in mijn hals gekust. It’s the story of my life. Zo zeg ik er ook nooit wat van als mijn schoonvader weer eens een poging on- derneemt om bij binnenkomst zijn tandeloze, natte mond op de mijne te drukken, of als het voltallige ziekenhuispersoneel tijdens mijn bevalling even hun toucherende vinger in mijn baarmoedermond wil steken (‘Ja hoor, natuurlijk mag de co-assistent van de co-assistent ook even’). Ik zeg eigenlijk alleen ‘nee’ als iemand vraagt: ‘Of heb je daar problemen mee?’ Terwijl ik nog ‘oké’ zeg als een zwerver me pardoes ten huwelijk vraagt, roept mijn dochtertje van 2 zonder enig probleem ‘Niet doen!’ als iemand aan haar nieuwe fiets wil komen. Om maar eens assertief uit de hoek te komen: dat wil ik ook! RED12006-reportage03.indd 40 4/16/12 12:10 PM

Transcript of Eerlijk voor je mening uitkomen en ‘nee’ durven zeggen zonder … · steken (‘Ja hoor,...

040 Red.nl | j u n i 2 01 2

Eerlijk voor je mening uitkomen en ‘nee’ durven zeggen zonder dat je je daarbij schuldig voelt… wat zalig zou het toch zijn om assertief te zijn. Nathalie Huigsloot zoekt uit hoe je dat wordt.

Laatst was het weer

raak: ik moest de

Engelse reisverhalen-

schrijver Redmond

O’Hanlon interviewen

en alhoewel ik hem over het alge-

meen vrij slecht verstond – wat ik

verbloemde door op goed geluk wat

begrijpende hm-hmpjes en wat schud-

debuikende hahaatjes in de groep te

gooien – hoorde ik hem opeens luid

en duidelijk vragen of hij mij mis-

schien eventjes in mijn nek mocht

kussen omdat die zo lovely was.

‘Eh, oké,’ zei ik. Aangevuld met mijn

sterkste staaltje assertiviteit:

‘A little one than’.

nee in pLaats

Zeg eens

van oké

Hij ging staan en ik ook, en ten overstaan van een

vol terras werd ik door de 64-jarige Kapitein Iglo in

mijn hals gekust.

It’s the story of my life. Zo zeg ik er ook nooit wat

van als mijn schoonvader weer eens een poging on-

derneemt om bij binnenkomst zijn tandeloze, natte

mond op de mijne te drukken, of als het voltallige

ziekenhuispersoneel tijdens mijn bevalling even hun

toucherende vinger in mijn baarmoedermond wil

steken (‘Ja hoor, natuurlijk mag de co-assistent van

de co-assistent ook even’). Ik zeg eigenlijk alleen

‘nee’ als iemand vraagt: ‘Of heb je daar problemen

mee?’ Terwijl ik nog ‘oké’ zeg als een zwerver me

pardoes ten huwelijk vraagt, roept mijn dochtertje

van 2 zonder enig probleem ‘Niet doen!’ als iemand

aan haar nieuwe fiets wil komen. Om maar eens

assertief uit de hoek te komen: dat wil ik ook!

RED12006-reportage03.indd 40 4/16/12 12:10 PM

041Red.nl | j u n i 2 01 2

Psyche

'Je bent pas assertief als je voor jezelf

opkomt zonder dat je daarmee de

relatie met de ander schaadt'

»

eigen belangen en het tot uitdrukking brengen van je

gevoelens en wensen, maar het gaat ook om de wijze

waaróp dit gebeurt. Je bent pas assertief als je voor

jezelf opkomt, zonder dat je daarmee de relatie met

de ander schaadt.’

Als docent marketing en psychologie aanschouwt ze

de jonge generatie geregeld zelf. ‘Meerdere malen

heb ik bij studenten meegemaakt dat ze heel aanwe-

zig zijn in de klas, maar als het erop aankomt overleg

te plegen met een medestudent, omdat die zijn

werkverplichtingen niet nakomt, dan durft die

benadeelde student dat niet aan te kaarten uit angst

ruzie te krijgen. Of ze zeggen het zo, dat ik het eer-

der agressief dan assertief zou noemen.’

En daar maakt Van Stekelenburg – en vele asserti-

viteitsdeskundigen met haar – nadrukkelijk een

onderscheid tussen. Je bent subassertief als je je

aanpast aan de ander en zwijgt als jou iets niet zint,

assertief als je eerlijk voor je mening uitkomt, maar

daarbij anderen in hun waarde laat, en agressief als

je alles eruit gooit zonder rekening te houden met de

gevoelens van de ander. Het gaat er dus om te balan-

ceren tussen subassertief en agressief gedrag.

Kinderen kunnen het welMaar waarom is ‘nee’ zeggen toch zo moeilijk?

Terwijl mijn peuterdochter het zo makkelijk kan. Van

Stekelenburg: ‘We verleren het met de jaren. Velen

van ons hebben aangeleerd dat het beleefd is om

een ander niet voor het hoofd te stoten. Kinderen

reageren spontaan naar hun emotie, denken er niet

over na.’ Wij volwassenen denken ons juist te pletter.

Dat is een van de grootste obstakels die assertief

gedrag in de weg staan. We houden er allerlei opge-

blazen, en soms foutieve, veronderstellingen op na

die verlammend werken: Als ik ‘nee’ zeg tegen deze

klus, krijg ik nóóit meer een opdracht en beland ik in

de goot. Of: als ik tegen die vriendin zeg dat ze wel

heel vaak dezelfde riedel afdraait, raakt ze in een de-

pressie. Stap 1 in het assertiever worden is dit soort

denkfouten te tackelen. Want de praktijk leert juist

dat mensen een stuk normaler reageren als je je uit-

spreekt, dan je zou denken. Sterker nog, je krijgt er

meer respect door. In het begin is het onwennig, voel

je je een zeur en reageren mensen misschien ook wel

verbaasd, maar je zult merken dat het heel snel went.

Het is ook vooral een kwestie van oefening. In eerste

instantie hoeft dat niet eens op mensen te zijn. Zit je

in de auto en denk je: waarom zei ik nou niet wat ik

er daadwerkelijk van dacht?, zeg dan wat je eigen-

en hierom mag je ook weLeens niét assertief Zijn.

Je kunt even ‘achterover

leunen’, je laat de ander de

keuze. Het is ook weleens lekker

om geen uitspraak te doen.

Mensen die het gesprek niet per

se willen domineren, maar

luisteren en interesse tonen

kunnen een verademing zijn.

Je creëert een goed gevoel bij

de ander en als je daarvoor de

ruimte hebt, kan dat de ander

wel even goed doen. Niet voor

niets bestaat de uitdrukking:

‘Leven en laten leven.’

Met vlucht- of smoesjesgedrag

kun je conflicten vermijden en,

zeker als je niet tegen kritiek kan,

is dat een veilige route. Voor-

waarde om assertief te kunnen

zijn is namelijk wel dat je niet

onderuit gaat van iemands

respons. Zie kritiek als een

leermoment, dan neem je het niet

zo persoonlijk en word je er

minder door bedreigd.

Meer info: www.hoehaalikhet-

besteuitmezelf.nl

Extreem zelfverzekerdDe jeugd lijkt inderdaad een stuk

makkelijker en natuurlijker voor

zichzelf op te komen dan onze

generatie, zegt Ursela van

Stekelenburg, coach en schrijver

van het boek Hoe haal ik het beste

uit mezelf. ‘Naast een veranderde

tijdsgeest, een hoger opleidings-

niveau en veelvuldig gebruik van

sociale media, zijn veel van deze

kinderen vaak al jong naar de

crèche gebracht. Daardoor waren

ze altijd al omringd door leeftijds-

genoten en leren ze van jongs af

aan voor zichzelf op te komen.’

Een andere verklaring die nogal

eens wordt gegeven voor het zo

veel mondiger zijn van de huidige

generatie jongeren – bijvoorbeeld

door hoogleraar psychologie Jan

Derksen – is dat ze door hun ou-

ders voortdurend de hemel in zijn

geprezen, vanuit de overtuiging

dat je een kind tot grote hoogte

stuwt wanneer het zichzelf

geweldig vindt. Dat blijkt ook

wel: deze jongeren zijn extreem

zelfverzekerd over hun positie op

de arbeidsmarkt en stellen veel

hogere eisen aan hun werkgevers

dan eerdere generaties. Bijna

zeventig procent beschouwt zich-

zelf als een ‘heel bijzonder per-

soon’. Toch is het niet per se iets

om jaloers op te zijn. Los van de

keerzijdes – ze hebben nogal de

neiging zichzelf te overschatten,

kunnen heel slecht met frustraties

omgaan en hebben een narcistisch

zelfbeeld, blijkt uit het boek De

grenzeloze generatie en de on-

stuitbare opmars van de B.V. IK

– betekent het volgens Van

Stekelenburg ook niet per se dat

ze daadwerkelijk assertiever zijn.

‘De veronderstelling is dat de jeugd

beter voor zichzelf opkomt en dat

ze dát sneller uiten, maar bij asser-

tiviteit gaat het niet alleen om je

neeZeg eens

RED12006-reportage03.indd 41 4/16/12 12:10 PM

042 Red.nl | j u n i 2 01 2

Psyche

Denk niet: wat zou moeder Theresa doen,

maar: wat wil IK?

lijk had moeten zeggen hardop.

Bijvoorbeeld: ‘Ik heb geen zin om

de krokusvakantie met de hele

familie in een Centerparcs-huisje

te gaan zitten.’

Geef je relatie een kansHet is belangrijk om je (on)-

genoegens zo veel mogelijk in

de ik-vorm te brengen (ik wil, ik

vind) en dat zó vaak te trainen

dat het een automatisme wordt.

Om daartoe te komen, moet je

allereerst goed bij jezelf te rade

gaan wat jij wil en je niet laten

meesleuren door de wensen van

een ander. Denk niet: wat zou

moeder Theresa doen?, maar:

wat wil IK? De redenatie dat als

je de ander tegemoetkomt en

onenigheid vermijdt, daarmee de

relatie goed blijft, klopt namelijk

niet. Die houding werkt vroeg of

laat relatieverstorend. Als jij je in

stilte zit te ergeren en je frustratie

opkropt, totdat die er in een

stevige roddelpartij bij een

vriendin uitkomt, geef je je relatie

eigenlijk geen kans om te groeien

en te verdiepen. Als je open en

eerlijk bent, weet de ander waar

jij voor staat. Je krijgt er een

betere band door.

Veel mensen gaan er vanuit dat de

ander helderziend is: ‘mijn baas

kan zelf wel bedenken dat ik al

bedolven ben onder het werk, wat

een eikel om me nu nog een op-

dracht te geven.’ Mensen zijn over

het algemeen net iets te veel met

zichzelf bezig om jouw stilzwij-

gende wensenpakket te raden.

Onder het dekbedNog een paar laatste tips: zorg

dat je direct reageert. Hoe langer

je het uitstelt, hoe groter het

probleem wordt. Mocht je bang

zijn dat je je emoties niet onder

controle kunt houden, stel het gesprek dan uit tot

het moment dat ze wat gezakt zijn. En geef jezelf

opdrachten. Begin bij makkelijke mensen met een-

voudige onderwerpen en voer de moeilijkheidsgraad

langzaam op.

Ik besluit zelf te beginnen in mijn werk, daar stuit

ik op voldoende leermomenten. Bijvoorbeeld als

de Bekende Nederlander, die ik heb geïnterviewd,

achteraf weer van alles uit de tekst wil halen.

Voorheen schoot ik dan in de agressief-assertieve

modus van ‘gezegd is gezegd’, om vervolgens – een

tikkie subassertief wellicht – onder mijn dekbed te

gaan liggen met mijn telefoon uit. Dat kwam ook mij

wel wat onvolwassen over, bovendien groeide met

de geboorte van mijn dochter de wens op een iets

harmonieuzer leven. Alleen ben ik nu de andere kant

op doorgeschoten.

Laatst interviewde ik drie actrices die tijdens het

gesprek keihard aan het roddelen sloegen over hun

collega’s: ‘Die heeft zijn neus laten doen, ziet er niet

uit!’ ‘Oh ja, dat was een dronken lor, de drank was

niet aan te slepen!’ Toen ze het daarna teruglazen,

wilden ze er onmiddellijk een advocaat op zetten.

In plaats van dat ik antwoordde: ik wil er best over

praten, maar dan moeten jullie eerst een andere

toon aanslaan, want alles staat letterlijk op band,

zei ik: ‘Oké, ik pas het wel aan’ om de lieve vrede te

bewaren. Vervolgens brieste ik, in mezelf uiteraard,

dat het toch belachelijk is dat ze het niet zichzelf

kwalijk nemen dat ze hun mond voorbij praten, maar

het afschuiven op mij!

Terwijl ik dit stuk tik, komt er een mail binnen

van iemand die zegt ‘echt heel erg teleurgesteld en

verbolgen’ te zijn over een interview, dat ik ook

weer letterlijk heb uitgeschreven. Mijn eerste

neiging is – alhoewel zeer geïrriteerd – om

te antwoorden: o mijn hemel, dat was hele-

maal niet mijn bedoeling, sorry, ik pas het

aan. Maar ik beheers me. Ik mail de boze

man eerlijk terug dat ik zijn toon niet be-

grijp. En alleen dat al zorgt ervoor dat mijn

irritatie als sneeuw voor de zon verdwijnt.

Als hij vervolgens eerlijk terugmailt dat

zijn pr-agent hem had geleerd altijd gelijk

‘heel hard te gaan blazen,’ omdat menig journalist

daarvan wel terugdeinst, maar dat hij zich goed kon

voorstellen dat die toon mij tegen de borst stuit, ben

ik helemaal om. Vanaf nu zit ik dan ook in de fase: ik

ben 2 en zeg ‘nee’. Nou ja, 42 dan.

RED12006-reportage03.indd 42 4/16/12 12:10 PM