BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

35
STUDIE 55 BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie (m/v)

Transcript of BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

Page 1: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

STUDIE 55

B E R O E P S P R O F I E L

assistent in de psychologie (m/v)

Page 2: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

B E R O E P S P R O F I E L

assistent in de psychologie (m/v)

sector : sociale zorgstudiegebied : sociaal-agogisch werkopleiding : sociaal werkberoep : assistent in de psychologie

Werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholenin opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad

D/1997/6356/7

De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijninhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel.

De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.

Page 3: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

INH OUD BEROEP SPRO F IE L ASS IS TEN T IN DE P SYCHOLO G IE

INHOUD

1 IDENTIFICATIE 11.1 Identificatiegegevens 1

2 SITUERING VAN HET BEROEP IN DE SECTOR 22.1 Sector 2

2.2 Beroepencluster 2

2.3 Exacte benaming van het beroep 2

3 BEROEPSPROFIEL 33.1 Kernachtige beschrijving beroepsactiviteiten 3

3.2 Beroepscontext 33.2.1 Psychopedagogisch werkveld 33.2.2 Klinisch-psychologisch werkveld 63.2.3 Organisatie-, consumenten en arbeidspsychologie 7

4 VEREISTE OPLEIDING EN BEROEPSERVARING 9

5 SPECIFIEKE BESCHRIJVING VAN DEBEROEPSACTIVITEITEN 105.1 Typefunctie diagnose 10

5.1.1 Inleiding 105.1.2 Deelfunctie en taken 115.1.3 Contextgegevens 12

5.2 Typefunctie hulpverlening 135.2.1 Inleiding 135.2.2 Deelfuncties en taken 135.2.3 Contextgegevens 14

6 ONDERSTEUNENDE KENNIS 156.1 Theoretische kennis 15

6.1.1 Algemeen 156.1.2 Gedragswetenschappen 15

6.2 Methodologische vorming 16

6.3 Beroepspraktijk 16

7 BEROEPSHOUDINGEN 177.1 Specifiek 17

7.2 Algemeen 18

8 BIBLIOGRAFIE 20

9 MEDEWERKERS 22

BIJLAGE: Historiek 30

Page 4: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE1

1 I D E N T I F I C A T I E

1.1 Identificatiegegevens

Beroep : Assistent in de Psychologie (voortaan afgekort : AIP)

Page 5: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE2

2 S I T U E R I N G V A N H E T B E R O E P I ND E S E C T O R

2.1 SectorDe AIP is actief in de brede sector van dienstverlening aan individuen, groepen enorganisaties. Het psychisch welzijn van de mens staat centraal in die dienstverle-ning. Deskundigheid in gedragsstudie en -beoordeling is altijd de basis en het ar-gument voor het engageren van een psychologisch geschoolde (de gegradueerdeen/of de licentiaat). Vanuit die invalshoek wordt de AIP ingeschakeld in de werk-velden waar sprake is van toegepaste psychologie, nl. in het schoolpsychologischwerk, in het orthopedagogisch werkveld, op het terrein van de klinische psycholo-gie en in het werkveld van de arbeids- en organisatiepsychologie en de consumen-tenpsychologie.

Bovengenoemde werkvelden situeren zich zowel in de profit- als in de non-profitsector. Deze werkvelden worden verder toegelicht en geconcretiseerd in 3.2Beroepscontext.

2.2 BeroepenclusterNaargelang de concrete diensten, organisaties, settings en voorzieningen binnen dediverse werkvelden wordt de AIP ingeschakeld als: adviseur, begeleider, bemidde-laar, consulent, consultant, coördinator, counselor, onderzoeksmedewerker, perso-neelsmedewerker, personeelsverantwoordelijke, preventiewerker, project-medewerker, psychopedagogisch werker, recruterings- en selectiemedewerker, trai-ner, vormer1 .

2.3 Exacte benaming van het beroepAssistent in de Psychologie (AIP).

1 Hiervoor baseren we ons op een recente advertentieanalyse (STAES, 1995) en op de Socio-Economische

Kaart van het werkveld van de Assistent in de Psychologie (SOCIO-ECONOMISCHE, 1995).

Page 6: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE3

3 B E R O E P S P R O F I E L

3.1 Kernachtige beschrijving beroepsactiviteitenDe AIP is een deskundige in de psychodiagnostiek en de psychologische hulpver-lening. Het psychodiagnostisch handelen is gericht op hulpverlening naar individu-en, groepen en/of organisaties. De AIP werkt in overleg met collega’s uit de eigendiscipline en/of andere disciplines, meestal in een multidisciplinaire setting.

De Bruyn (1988) omschrijft psychodiagnostiek als het op wetenschappelijk ver-antwoorde wijze verzamelen van informatie omtrent de persoon en zijn situatie methet oog op het nemen van beslissingen. Deze beslissingen kunnen gericht zijn ophet optimaliseren van een psychosociale toestand van een persoon en zijn omge-ving of op het optimaliseren van het functioneren van een organisatie.

Deskundigheid in psychodiagnostisch handelen kan in België alleen verworvenworden via de academische opleiding tot psycholoog en via de graduaatsopleidingtot assistent in de psychologie (uit Standpunten, Commissie Tests van de BFP1).

Onder psychologische hulpverlening verstaan we de activiteiten begeleiding, be-handeling en preventie die aansluiten op de diagnose en gericht zijn op het psychi-sche van een persoon en uitgevoerd worden door een deskundige (Buysen, 1984).

3.2 BeroepscontextWat de beroepscontext betreft, maken we een opsplitsing in de verschillende werk-velden waar de AIP werkzaam is, m.n.:

♦ Psychopedagogisch werkveld− Schoolpsychologisch− Orthopedagogisch

♦ Klinisch-psychologisch werkveld

♦ Organisatie-, consumenten en arbeidspsychologisch werkveld− Arbeids- en organisatiepsychologisch− Consumentenpsychologisch

3.2.1 Psychopedagogisch werkveld

3.2.1.1 Schoolpsychologisch werkveld

♦ Organisatievorm1 Psycho-Medisch-Sociale centra2 Diensten voor Studieadvies

1 Belgische Federatie van Psychologen

Page 7: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE4

3 Deeltijds onderwijs : Onderwijs voor sociale promotie, Schriftelijk Onderwijs,Tweede Kansonderwijs, Centrale Examencommissie, Deeltijds Beroepssecun-dair Onderwijs en Middenstandsopleiding.

♦ Milieu en werkomstandigheden4 In de PMS-Centra verricht de AIP zijn taak in de eerstelijnszorg. Hij wordt er

ingeschakeld in de individuele hulpverlening aan leerlingen, ouders en leer-krachten. Ten aanzien van deze doelgroep richt hij zich op drie domeinen vanhet functioneren van leerlingen, nl. studiekeuze, leren en studeren en de socio-emotionele ontwikkeling. Hij informeert en geeft advies aan cliënten die metbetrekking tot deze drie domeinen vragen stellen. In geval van moeilijkhedenverricht hij psychopedagogisch onderzoek naar de onderliggende factoren enwerkt hij samen met de cliënt een begeleidingsstrategie uit die hij opvolgt.Eventueel verwijst hij door naar diensten uit de welzijns- en gezondheidssectoren werkt met deze diensten samen in het belang van de cliënt.

In het kader van zorgverbreding binnen de school werkt hij ondersteunend naarleerkrachten en directies. Hij werkt mee aan de ontwikkeling, uitvoering en eva-luatie van projecten en preventieve programma’s die opgezet worden in functievan de drie begeleidingsdomeinen.

Het eerstelijnskarakter van de hulpverlening vereist dat de AIP gemakkelijk tebereiken is zowel op het centrum als in de scholen die hij begeleidt. Gezien hetmultidisciplinair karakter van de hulpverlening werkt de AIP in teamverbandsamen met psychologen, pedagogen, maatschappelijk werkers en paramedischewerkers.

Binnen de wettelijk vastgelegde personeelsformatie bekleedt de AIP de functievan psychopedagogisch werker.

Door de herprofilering van de PMS-centra1 zullen een aantal taken door deschool worden overgenomen. De taak van het PMS-centrum wordt comple-mentair aan de taak van de school.

De klemtoon van het PMS-werk zal komen te liggen op het beantwoorden vanindividuele hulpvragen van ouders, leerlingen, leerkrachten of derden.

Dit heeft een verschuiving van meer collectief werk naar meer individueel werken van eerstelijnshulp naar tweedelijnshulp voor gevolg.

5 Diensten voor Studieadvies zijn verbonden aan een hogeschool of universiteit.Deze instellingen beslissen autonoom over het personeel en de hulpmiddelendie zij ter beschikking stellen van dergelijke dienst. De belangrijkste taken voorde AIP binnen deze diensten zijn :

− het informeren van kandidaat-studenten over het onderwijsaanbod en de inhoud vande opleidingsprogramma’s, de beroepsuitwegen e.d.

− het opvangen, ondersteunen en begeleiden van studenten met studieproblemen en/ofpersoonlijke problemen.

6 In het deeltijds onderwijs begeleidt de AIP studenten van diverse leeftijden enopleidingsniveaus.

De dienstverlening in het schoolpsychologisch werkveld is multi- en interdiscipli-nair. Zowel de psychopedagogische, de medische als de sociale discipline benade-ren de gesignaleerde problemen vanuit hun eigen invalshoek. In het teamoverlegworden de bevindingen samengelegd en komt men tot een diepgaande en verfijndebenadering van de problematiek van de cliënt.

1 Aanvullend advies betreffende de herprofilering van de PMS-centra, VLOR, 19 december 1995.

Page 8: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE5

3.2.1.2 Orthopedagogisch werkveld

♦ Organisatievorm

1 Gehandicaptenzorg

Residentieel

− medisch-pedagogische instituten− centra voor observatie, oriëntering en medische-psychologische-pedagogische

behandeling− tehuizen voor werkende meerderjarigen− tehuizen voor niet-werkende meerderjarigen (bezigheidstehuizen en nursingte-

huizen)− tehuizen voor kort verblijf

Semi-residentieel

− medisch-pedagogische instituten− dagcentra

Ambulant

− diensten voor plaatsing in gezinnen− thuisbegeleidingsdiensten− centra voor ontwikkelingsstoornissen− diensten voor zelfstandig wonen− diensten voor begeleid wonen− nazorgdiensten− vormingsdiensten− revalidatiecentra

2 Bijzondere Jeugdbijstand

Residentieel

− begeleidingstehuizen− gezinstehuizen− onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra− gemeenschapsinstellingen

Semi-residentieel

− dagcentra

Ambulant

− diensten voor plaatsing in gezinnen− diensten begeleid zelfstandig wonen− thuisbegeleidingsdiensten

3 Kind en Gezin− centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning− ...

♦ Milieu en werkomstandighedenDe orthopedagogische hulpverlening in de gehandicaptenzorg richt zich tot minder-en meerderjarigen met belemmerde kansen tot ontplooiing en sociale integratie tengevolge van een aantasting van de mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijkemogelijkheden.

Page 9: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE6

In de context van Bijzondere Jeugdbijstand en Kind en Gezin werkt de AIP metminderjarigen en hun ouder(s) bij wie de problematische opvoedingssituatie eenbijzondere psychopedagogische ondersteuning en begeleiding vereist.

In deze diverse settings of contexten neemt de AIP een eigen plaats in binnen hetorthopedagogische team, dat op zijn beurt deel uitmaakt van een multi- en interdis-ciplinair team.

De evolutie naar ambulant en gezinsgericht werken brengt de AIP ook nauw in con-tact met het gezin/de omgeving.

3.2.2 Klinisch-psychologisch werkveld♦ OrganisatievormDe psychologische hulpverlening voor de ‘cliënt/patiënt’ van de AIP in dit werk-veld kan gedifferentieerd worden volgens het niveau van de hulpverlening en deaard van de voorzieningen.

In de hulpverlening onderscheidt men een eerste, tweede en derde lijn.

1 De eerste lijn omvat: opvang en korte crisisinterventies (crisisinterventiecentra,JAC, gezinsconsultaties, ...)

2 Op de tweede lijn staat behandeling centraal (ambulant of kort residentieel:DGGZ, PAAZ, observatiecentra, psychotherapie bij vrij gevestigden, ...)

3 De derde lijn staat voor behandeling en revalidatie van chronische problematie-ken in residentiële settings (psychiatrische ziekenhuizen, therapeutische ge-meenschappen, ...)

De Voorzieningen worden ingedeeld in algemene en categoriale

1 Algemeen: toegankelijk voor alle leeftijdsgroepen en probleemsoorten (DGGZ,PAAZ, ...)

2 Categoriaal: gespecialiseerd in de behandeling van bepaalde categorieën cliën-ten/patiënten, hetzij van een bepaalde leeftijd, hetzij met specifieke problemen(psychosen, verslaving, ... )

Overzicht van diensten/centra

− diensten voor geestelijke gezondheidszorg (DGGZ)− diensten klinische psychologie in algemene ziekenhuizen− psychiatrische afdelingen van algemene ziekenhuizen (PAAZ)− algemene psychiatrische ziekenhuizen (APZ)− centra voor verslavingszorg− centra voor psychogeriatrie− diensten voor kinder- en jeugdpsychiatrie (K-dienst)− kinderklinieken− observatie- en behandelingscentra voor kinderen− therapeutische gemeenschappen (TG)− initiatieven voor beschut wonen voor psychiatrische patiënten− centra voor hematologie en oncologie− palliatieve eenheden of palliatieve supportteams− vertrouwensartsencentra− bijzondere jeugdbijstand : gemeenschapsinstellingen, onthaal-, oriëntatie- en

observatiecentra− forensisch welzijnswerk : slachtofferzorg, oriëntatie- en behandelingseenheden

in strafinrichtingen− ...

Page 10: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE7

♦ Milieu en werkomstandigheden De AIP werkt in een multidisciplinair teamverband. De taken die hij in hoofd-

zaak verricht maken deel uit van het diagnostisch en begeleidend/ psychothera-peutisch handelen t.o.v. de cliënt/patiënt. Ook bij preventie en projectmatigwetenschappelijk onderzoek wordt de AIP betrokken.

3.2.3 Organisatie-, consumenten- en arbeidspsychologie

3.2.3.1 Arbeids- en organisatiepsychologisch werkveld

♦ Organisatievorm− personeelsdiensten van grote en middelgrote organisaties (zowel profit als non-

profit)− diensten voor vorming en opleiding (privé, VDAB)− wervings-, selectie-, en adviesbureaus− uitzendkantoren− outplacementdiensten− deze verschillende diensten hebben ook een tegenhanger van overheidswege via

de VDAB, o.a. : begeleidingsdiensten, T-interim, consult, jobclubs, weerwerk-centra, centra voor beroepsopleiding en oriëntatiecentra.

− ...

♦ Milieu en werkomstandighedenZowel in de profit- als in de non-profitsector, zowel in grote ondernemingen als inK.M.O.’s en/of kleine bedrijven/organisaties, bekleedt de AIP een eigen plaats.Vanuit psychologische referentiekaders, met deskundigheid op het terrein van depsychodiagnostiek en de psychologische hulpverlening, gebruikmakend van weten-schappelijk gefundeerde technieken en onderzoeksmethoden, voert de AIP takenuit binnen de topics van personeelsbeleid, m.n.: personeelsvoorziening, indiensttre-ding, personeelsontwikkeling, evaluatie van personeel, loopbaanbegeleiding, uit-diensttreding en organisatieontwikkeling. Afhankelijk van de organisatie kan decliënt van de AIP, zowel een werkgever als een arbeidsbemiddelaar zijn, zowelwerknemer/personeelslid, sollicitant, werkzoekende, outplacementkandidaat zijn.

In bepaalde diensten en centra wordt de juridische omkadering duidelijk afgelijndnaar psychologisch geschoolden. Zie het decreet van 3/3/1993 op de wervings- enselectiebureaus. De omkadering in de VDAB voorziet tewerkstelling van de AIP inde volgende functies : assistent psychotechnicus, beroepsconsulent, informatie-consulent, werkzoekendenconsulent, sollicitatieconsulent, cursistenconsulent.

3.2.3.2 Consumentenpsychologisch werkveld

♦ Organisatievorm− externe onderzoeks- en adviesbureaus zoals marktonderzoeksbureaus, adviesbu-

reaus voor marketing en/of communicatie.− in bedrijven in de marketing-, verkoops-, PR-, promotieafdeling, e.a.

♦ Milieu en werkomstandighedenBinnen dit domein zal de AIP voornamelijk marktonderzoek uitvoeren en/of onder-steunen. Gebruikmakend van psychologische referentiekaders en specifieke onder-zoeksmethoden zal de AIP markten analyseren, consumentengedrag en -behoeftenonderzoeken ten behoeve van het ontwikkelen van marketingstrategieën en -acties,het ontwerpen van produkten (produktonderzoek) en reclames (communicatieon-derzoek) en het evalueren van marketingacties.

Page 11: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE8

De AIP wordt ingeschakeld in de verschillende fasen van een marktonderzoek, endit zowel bij kwalitatief als kwantitatief onderzoek: bepalen van het onderzoeksde-sign, bepalen en trekken van de steekproef, opstellen van de vragenlijst (kwantita-tief onderzoek) of het uitwerken van de onderhoudsgids (kwalitatief onderzoek),het verwerven van de gegevens (interview of observatie), het verwerken van de ge-gevens (o.a met behulp van statistische softwarepakketten), het evalueren van debekomen informatie, het rapporteren.

Page 12: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE9

4 V E R E I S T E O P L E I D I N G E NB E R O E P S E R V A R I N G

Om toegang te krijgen tot beroepsuitoefening is vereist dat men de basisopleiding Gegradu-eerde Assistent in de Psychologie1 gevolgd heeft. Wij situeren deze opleiding op Europeesniveau 4 (zie bijlage 2, handleiding DVO, p46).

1 Dit is de benaming van het diploma (cfr. decreet betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap,

13/06/1994)

Page 13: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE10

5 S P E C I F I E K E B E S C H R I J V I N G V A ND E B E R O E P S A C T I V I T E I T E N

Vertrekkend vanuit de ‘Kernachtige beschrijving van de beroepsactiviteiten’ (zie 3.1) stel-len we dat de deskundigheid van de AIP op vlak van psychodiagnostiek en psychologischehulpverlening het sterkst aansluit bij de typefuncties diagnose en hulpverlening1.

Beide typefuncties zijn wel te onderscheiden maar niet van elkaar te scheiden. In de psy-chologische praktijk tekent zich een wisselwerking af tussen diagnostiek en hulpverlening.De psychodiagnostiek is meestal het meest uitgebouwd vóór de hulpverlening en levert alsdusdanig wezenlijke aanknopingspunten voor het hulpverleningsbeleid. Tussenkomsten vanpsychodiagnostiek blijven echter aangewezen zowel tijdens de hulpverlening (verder uitkla-ren, als tussentijdse evaluatie en ter herschikking van het veranderingsproces) als onmid-dellijk na de hulpverlening of in een follow-up periode (evaluatie van het hulp-verleningseffect in functie van de gestelde doeleinden).

Ervaring met psychologische onderzoeksmethoden, basiskennis van statistiek en vertrouwd-heid met informatica bij diagnostisch onderzoek en verwerking van onderzoeksresultatenmaken van de AIP een veel gevraagd wetenschappelijk medewerker aan onderzoeks-, vor-mings- en opleidingsprojecten. Daarom vermelden we ook research onder de beroepsacti-viteiten maar niet als aparte typefunctie.

5.1 Typefunctie diagnose

5.1.1 InleidingDe AIP doet zowel aan begeleidingsgerichte en behandelingsgerichte, als aan se-lectiediagnostiek (Van Aarle, 1990).

Begeleidingsgerichte diagnostiek vertrekt van een vraag om advies en is gericht opeen streven naar optimalisering en ontplooiing, bijvoorbeeld in het kader van stu-die- en beroepskeuze- en loopbaanbegeleiding.

Behandelingsgerichte diagnostiek gaat expliciet uit van een klacht over een in psy-chosociaal opzicht ongewenste situatie of van een verzoek om hulp.Conclusies en adviezen die door de diagnosticus, i.c. de AIP, geformuleerd wordenvormen de basis voor het opstellen van een behandelingsplan.

Bij wervings- en recruteringswerkzaamheden past een derde gerichtheid: selectie-diagnostiek. Deze is te omschrijven als het op wetenschappelijk verantwoorde wij-ze verzamelen van informatie over kandidaat-werknemers en de arbeidsomgevinginclusief de functie-eisen met het oog op het optimaliseren van het functioneren vande organisatie.

De typefunctie diagnose splitsen we op in 5 deelfuncties:− Analyse van de vraag- en de probleemstelling− Onderzoek

1 Zie beschrijving typefuncties in de handleiding van de DVO, bijlage 3, p52-55.

Page 14: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE11

− Diagnosestelling− Adviesformulering− Rapportering

Deze vijf deelfuncties verwijzen naar de stappen in het diagnostisch proces dat ge-baseerd is op de empirische cyclus van wetenschappelijk onderzoek (Van Aarlen,1990). Psychodiagnostiek komt immers net als wetenschappelijk onderzoek neer optoetsing van hypothesen en systematische gegevensverzameling (Veldkamp, 1988).

5.1.2 Deelfuncties en takenBinnen de deelfuncties onderscheiden we volgende taken.

5.1.2.1 Analyse van vraag- en probleemstelling

♦ Oriëntatie op de vraagstelling− onderzoek van de betekenis van de vraagstelling voor de cliënt− informatie inwinnen door het inventariseren van de uitspraken, die door de cli-

ent of door zijn omgeving over het gedrag van de cliënt of zijn omgeving wor-den gedaan of door het raadplegen van andere (reeds bestaande) informatie-bronnen, bv. dossiers, rapporten, verslagen van andere diensten, ...

♦ ProbleemidentificatieDefiniëring van het probleem door de diagnosticus, i.c. de AIP, waarbij deze ach-tereenvolgens de probleemgedragingen van de cliënt of diens omgeving in concre-te, feitelijke gedragstermen inventariseert; ze op grond van theoretische of empiri-sche kennis organiseert in disfunctionele gedragsclusters en een probleem-hiërarchie opstelt; ernst en gevolgen voor de toekomstige ontwikkeling van de pro-blematische gedragingen inschat en ze benoemt.

♦ HypotheseformuleringGenereren van onderling onafhankelijke hypothesen om het geïdentificeerde pro-bleem te verklaren.

5.1.2.2 Onderzoek

− toetsen van hypothesen door het kiezen van instrumenten zoals de psychologi-sche test, gespreksmethode, observatietechniek, die de in de hypothesen gevattecausale of ondersteunende factoren operationaliseren

− formuleren van de verwachte resultaten onder het geldig zijn van de hypothese− uitvoeren van onderzoek (observatie, diagnostisch gesprek, testafname, scoring

en interpretatie, ...)

5.1.2.3 Diagnosestelling

− terugkoppelen van de gevonden resultaten naar de verwachte resultaten− accepteren van de hypothese− selecteren en integreren van de geaccepteerde hypothese(n) als de diagnose

5.1.2.4 Adviesformulering

− evalueren van aanbevelingen voor interventie, remediëring of therapie, in func-tie van de begeleidings- en behandelingsmogelijkheden

− in het kader van werving en selectie gaat het om het bepalen van het meest ge-schikte type van arbeid voor de potentiële werknemer of het formuleren van eenloopbaanplan rekening houdend met de noden van de organisatie en externefactoren (bv. arbeidsmarktvooruitzichten)

Page 15: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE12

− adviesgesprek : bespreking van de onderzoeksresultaten en bespreking van hetinterventieplan

5.1.2.5 Rapportering

Schriftelijk en/of mondelinge weergave en verantwoording van alle stappen van hetdiagnostisch handelingsproces.

5.1.3 ContextgegevensVolgende contextgegevens gelden voor alle deelfuncties binnen de typefunctie dia-gnose.

♦ Werkomstandigheden(Zie 3.2 Beroepscontext)

♦ Hulpmiddelen− Psychologische tests, vragenlijsten en schalen gericht op: onderzoek naar cog-

nitieve mogelijkheden, leervoorwaarden, schools niveau, belangstelling, studie-vaardigheid, beleving sociale context, deterioratieonderzoek, functie- en neuro-psychologisch onderzoek, ontwikkelingspsychologisch onderzoek, persoon-lijkheidsonderzoek, onderzoek van pathologische klachten en specifieke pro-bleemgebieden (angst, depressie, dwang, pijnbeleving, coping ...), onderzoekvan specifieke geschiktheden

− Observatietechnieken:• systematische observatie (o.a. via observatieschema’s) van het functioneren van de

cliënt tijdens interview, testing, spel, training en therapie• observatie in natuurlijke en gestandaardiseerde settings (o.a. via gedragstaken) van

sociale interacties en communicatieprocessen bij partner-, gezins- en andere groeps-systemen

• observatie van probleemgedrag (o.a. via schalen en methoden van gedragsmatigezelfrapportering), pathologie en sociale redzaamheid, assessment van management-vaardigheden en andere functiegeschiktheden

− Gesprekstechnieken :• Informatievragend: intakegesprek, diagnostisch interview, sollicitatiegesprek, diepte-

en consultatie-interview• Informatieverstrekkend: adviesgesprek, beoordelingsgesprek, slecht-nieuwsgesprek• veranderend of beïnvloedend: consultatiegesprek, functioneringsgesprek, supervisie-

gesprek, psychotherapeutisch gesprek, onderhandelingsgesprek− rapporterings- en presentatietechnieken

♦ Graad van verantwoordelijkheidDe AIP is verantwoordelijk voor de uitvoering van het takenpakket en moet zichdaarvoor ook tegenover collega’s kunnen verantwoorden.

♦ Verwachte resultatenOnderliggende vraag van cliënt wordt uitgedrukt in een diagnose. Deze diagnoseleidt tot een beslissing betreffende behandeling of begeleiding.Zoals gesteld in de kernachtige beschrijving van de beroepsactiviteiten (zie 3.1)plaatsen we onder deze typefunctie alle activiteiten van de psychologische hulp-verlening, m.n. behandeling, begeleiding en preventie.

Page 16: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE13

5.2 Typefunctie hulpverlening

5.2.1 Inleiding

Als deelfuncties onderscheiden we :− Informatieverzameling

− Informatieverstrekking− Psychologische advisering− Interventie− Preventie

We merken op dat in tegenstelling tot de deelfuncties bij de typefunctie diagnose deopsomming van de deelfuncties bij hulpverlening geen chronologische volgordeweergeeft.

5.2.2 Deelfuncties en taken

5.2.2.1 Informatieverzameling

− verzamelen van gegevens via psychodiagnostisch onderzoek en gesprekken metcollega’s uit diverse disciplines en betrokkenen om de factoren te achterhalendie het gedrag van de cliënt verklaren

− raadplegen van databanken, documentatie betreffende opleidingen, opleidings-programma’s, instituten, diensten uit de betreffende sector

5.2.2.2 Informatieverstrekking

− geven van informatie aan de cliënt in functie van de vraagstelling.− opstellen van brochures, artikels.− geven van informatiesessies en -avonden (zie ook Preventie, 5.2.2.5)

5.2.2.3 Psychologische advisering

− bespreken van de onderzoeksresultaten en de contextgegevens met de cliënt/organisatie om inzicht te geven in de probleemsituatie

− adviseren van mogelijke oplossingen: samen met de cliënt de bekomen infor-matie en de begeleiding afwegen en zoeken naar haalbare oplossingen

− bespreken van mogelijke begeleidingsstrategieën− ondersteunen in functie van de gewenste (gedrags)veranderingen.− uitvoeren, opvolgen, evalueren en bijsturen van de begeleiding.

5.2.2.4 Interventie

− opzetten, uitvoeren, opvolgen en bijsturen van interventies− de interventies omvatten o.a. crisisinterventie, training, individuele en groeps-

gesprekken, counseling, gestructureerde therapie en systeemgerichte interventie− toepassingsgebieden: sociale vaardigheden, communicatieve vaardigheden,

stresshantering, leiding geven, schoolse vaardigheden en neuropsychologischefuncties

5.2.2.5 Preventie

− verrichten van preventieve diagnostiek: opsporen van risicogedrag, risicogroe-pen en risicosituaties

− sensibiliseren van significante betrokkenen (beleid, leerkrachten, ouders, part-ners, e.a.)

Page 17: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE14

− signaleren van problemen aan hulpverlenende instanties− opstellen van informatieprogramma’s− organisatie van informatieactiviteiten (voordrachten, voorlichting, training, vor-

ming...)

5.2.3 Contextgegevens♦ WerkomstandighedenZie 3.2 Beroepscontext

♦ Hulpmiddelen− zie hulpmiddelen bij typefunctie diagnose:

• observatietechnieken• gesprekstechnieken• rapporterings- en presentatietechnieken

− softwareprogramma’s, documentatie, brochures van allerlei opleidingen, oplei-dingsprogramma’s en instituten; overzichten en gegevens van diensten uit desector welzijnszorg en gezondheidszorg

− informatie vanuit het beleid (ministeriële omzendbrieven, staatsblad, ...)− naslagwerken, inventarissen, catalogi van uitgeverijen betreffende het psycho-

diagnostisch instrumentarium− vaktijdschriften, literatuur

♦ Graad van verantwoordelijkheidDe AIP werkt in teamverband samen met andere AIP’s, psychologen, (ortho) peda-goog, maatschappelijk werker, paramedisch werker en administratief bediende on-der leiding van een directeur. In het kader van de hulpverlening aan cliënten werkthij autonoom en draagt hij de verantwoordelijkheid t.a.v. de onderzoeken, adviezenen interventies die hij verricht.

♦ Verwachte resultatenDe cliënt kan zelf met de gegeven informatie de nodige beslissingen nemen. In hetkader van een individuele problematiek ervaart de cliënt een groeiend inzicht inzijn problematiek. Door middel van de bijkomende begeleiding krijgt hij vat op ei-gen functioneren. Betrokkenen doen frequenter beroep op de dienstverlening ensignaleren sneller problemen.

Page 18: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE15

6 O N D E R S T E U N E N D E K E N N I S

De deskundigheid van de AIP op het vlak van psychodiagnostiek en hulpverlening steunt optheoretische kennis, methodologische vorming en beroepspraktijk.

6.1 Theoretische kennis

6.1.1 AlgemeenDe veelheid aan werkdomeinen en probleemstellingen en de interdisciplinaire sa-menwerking vereisen een ruime algemene kennis. Onderstaande vakken beogen hetbijbrengen van cultuurhistorische en socio-economische achtergronden en het aan-brengen van ethisch-filosofische reflecties.− Filosofie− Recht− Economie− Sociologie− Sociale wetgeving− Deontologie

6.1.2 GedragswetenschappenEen theoretisch-wetenschappelijke studie van de gedragswetenschappen garandeertwetenschappelijk inzicht in het menselijk gedrag en het psychisch functioneren.− Algemene Psychologie− Ontwikkelingspsychologie− Sociale Psychologie− Persoonlijkheidspsychologie− Arbeids- en Organisatiepsychologie− Industriële psychologie− Commerciële psychologie− Neuropsychologie− Onderwijspsychologie

− Erfelijkheidsleer− Neurofysiologie− Orthopedagogiek− Gezondheidspsychologie− Psychopathologie− Pedagogie

Page 19: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE16

6.2 Methodologische vormingKennis van wetenschappelijk verantwoorde psychologische onderzoeksmethodes isfundamenteel voor de beroepsuitoefening. Voor probleemanalyse en -oplossing isvaardigheid in het selecteren en toepassen van adequate psychologische methodesen technieken noodzakelijk. Even belangrijk is vaardigheid in het interpreteren vaningewonnen informatie en het rapporteren aan cliënten en/of collega’s.

Volgende vakken en daarbij horende initiaties zijn noodzakelijk voor een deskun-dige beroepsaanpak en -houding :− Psychodiagnostiek− Differentiële en interventiegerichte diagnostiek− Psychometrische technieken− Projectieve technieken− Observatie- en beoordelingstechnieken− Functiediagnostiek− Diagnostisch handelen− Rapporteren− Psychologische statistiek− Informatica

− Psychotherapeutische methodes− Gesprekstechnieken− Psychologisch advies en begeleiding− Functietraining en remediëring− Gehandicapten- en patiëntenzorg

− Personeelsbeleid en Personeelstechnieken− Marktonderzoek− Marketingbeleid− Ergonomie− Training− Organisatieontwikkeling

6.3 Beroepspraktijk− Aansluitend bij de methodologische vorming dienen studenten oefeningen te

maken in verband met technieken en vaardigheden die hen in de cursussen con-creet werden voorgesteld: bv. statistiek, psychometrische technieken, observa-tiemethodes, e.a.

− In het kader van projectwerk en stage nemen studenten contact op via bezoekenmet vertegenwoordigers van instellingen en organisaties.

− De stage neemt een essentiële plaats in binnen het programma. De stage bevor-dert enerzijds een adequate beroepshouding door confrontatie met de werkvel-den. Anderzijds wordt hierdoor de integratie van theorie en praktijk maximaalgerealiseerd.

Page 20: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE17

7 B E R O E P S H O U D I N G E N

De deontologische code van de Belgische Federatie van Psychologen is richtinggevend voorhet professioneel handelen van psychologen. Uiteraard gelden die beroepsethische richtlij-nen ook voor de assistent in de psychologie.Uit de DVO-handleiding weerhouden we de basishoudingen die specifiek en onontbeerlijkzijn voor de typefuncties diagnose en hulpverlening en daarnaast de meer algemene be-roepshoudingen die noodzakelijk zijn voor iedereen die werkzaam is binnen de dienstverle-ning aan individuen, groepen en/of organisaties.

7.1 Specifiek

♦ Accuratesse− correct en nauwkeurig testinstrumenten afnemen, verwerken en meedelen− gegevens van interventies stipt bijhouden in dossiers− afspraken met cliënten en medewerkers stipt nakomen− opvangen en hanteren van processignalen bij verdieping (sensitieve procesdia-

gnostische kennis)

♦ Beslissingsvermogen− op basis van de bekomen gegevens alternatieve oplossingen formuleren en deze

beoordelen op hun haalbaarheid− snel en efficiënt het belang van de informatie inschatten die de cliënt verschaft− standpunten innemen en het kunnen realiseren van een subtiel en wisselend

evenwicht tussen afstand en nabijheid, tussen observatie en participatie− grenzen stellen

♦ Contactbereidheid− is sociaal vaardig en legt vlot contact met cliënten, opdrachtgevers, medewer-

kers en andere betrokkenen− stelt zich beschikbaar en ontvankelijk op

♦ Dienstverlenende ingesteldheid− is gericht op het welzijn van de cliënt en zoekt samen met de cliënt naar reali-

seerbare oplossingen− snel en efficiënt signalen kunnen opvangen om te kunnen interveniëren− is gevoelig voor nieuwe probleemgebieden die zich bij cliënten manifesteren

♦ Empathie− moet belangstelling hebben voor de problemen van de cliënten− moet zich kunnen inleven in hun gevoelens en hun visie

♦ Flexibiliteit− duidelijk rekening houden met cliënt en zijn systeem− inspelen op het niveau van de cliënt− gemakkelijk kunnen overschakelen van de problematiek van de ene cliënt naar

de problematiek van een andere

Page 21: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE18

− een grote receptiviteit en tolerantie voor verschillen in leefwereld of waarden-systeem opbrengen

− zich kunnen aanpassen wanneer de situatie anders evolueert dan verwacht

♦ Kritische ingesteldheid− dient factoren en contextgegevens die de problematiek van cliënt uitlokken

nauwkeurig in te schatten evenals de mate van beïnvloeding− dient geregeld eigen interventies en deskundigheid te evalueren en bij te sturen− open staan voor nieuwe ervaringen en feedback

♦ Zin voor samenwerking− pleegt overleg met vertegenwoordigers van andere disciplines, medewerkers uit

andere hulpverleningsorganisaties om de problematiek in zijn juiste context teplaatsen en oplossingen te zoeken

− vlot uitwisselen van belangrijke informatie en ideeën

7.2 Algemeen

♦ Aandacht voor competentie-ontplooiing− bijscholing via het volgen van werkgroepen, congressen, studiedagen, e.d.− theoretische kennis en vaardigheden actualiseren en vervolmaken via het bestu-

deren van literatuur en vaktijdschriften, overleg met collega’s

♦ Assertiviteit− eigen visie op de problematiek van de cliënt op een verantwoorde manier com-

municeren− zelfzekerheid uitstralen, beschikken over een stevige zelfkern− competentiegevoel uitstralen door te geloven in eigen werkwijze en eigen kun-

digheid om zo vertrouwen te induceren en hoop te wekken

♦ Doorzettingsvermogen− voldoende inzet, tijd en energie besteden aan elke cliënt en elke hulpvraag− zoekt bij moeilijke individuele problemen naar verschillende uitwegen− laat vragen van cliënten niet liggen

♦ Leergierigheid− volgt van nabij via literatuur, omzendbrieven, brochures en congressen de

nieuwe theoretische inzichten en past deze toe in zijn praktisch handelen− engageert zich in werkgroepen, projecten ten einde zijn competentie te verho-

gen− volgt op de voet nieuwe probleemdomeinen waarmee cliënten geconfronteerd

worden

♦ Omgaan met stress− confrontatie met psychische belasting aankunnen en hanteren− kan de werkdruk hanteren die ontstaat doordat hij tegelijkertijd met een veel-

heid aan vragen en problemen geconfronteerd wordt− kan op drukke momenten prioriteiten stellen

Page 22: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE19

♦ Organisatievermogen− efficiënt plannen, coördineren, delegeren rekening houdend met eigen moge-

lijkheden, noden van anderen, onverwachte omstandigheden− moet zijn dienstverlening evenwichtig kunnen spreiden over de verschillende

cliënten die hij begeleidt

♦ Zin voor initiatief− alert zijn voor het gebeuren, nieuwe ideeën aanbrengen en op gang zetten, on-

dernemen− legt in het kader van een oplossing van het probleem zelf de nodige contacten

met medewerkers, instanties

Page 23: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE20

8 B I B L I O G R A F I E

♦ ‘AAN het werk !’, van de KVH naar een job... . - S.l. : s.n., 1995. - Meerv. gepag. -Onuitgeg. brochure, Antwerpen, Katholieke Vlaamse Hogeschool, opleiding Assistent inde Psychologie.

♦ BIJDRAGE tot een ethiek van psychologen: Deontologische code van BFP-FBP, aan-gevuld met buitenlandse codes, permanente commissie Ethiek en Deontologie BFP,1980.

♦ BUIJSEN, H.P.J. en DERKSEN, J.J.L., Psychologische hulpverlening aan ouderen.-Nijkerk : Intro, 1984.- 185p.

♦ CORVELEYN, J. , Psychotherapie: een vak apart: beschouwingen vanuit de psycho-dynamische visie. Tijdschrift voor Klinische Psychologie ; 22 (1992), p188-195.

♦ DE BRUYN, E.E.J., Besluitvorming in de klinische psychodiagnostiek, NederlandsTijdschrift voor de Psychologie ; 43 ,1988, p263-279.

♦ EVERS, A. et al., Richtlijnen voor ontwikkeling en gebruik van psychologische tests enstudietoetsen/Een subkommissie van de Kommissie Testaangelegenheden Nederland(KOTAN). - Amsterdam : Nederlands Instituut voor Psychologen, 1988, 145p.

♦ GEVERS, Thea, Ineke KAPSENBERG en Wanda STRAATMAN, Het professioneletweegesprek., Lisse : Swets & Zeitlinger, 1981,161p.

♦ HOFSTEE, W.K.B., Het diagnostisch proces. In: Luteyn, F., Deelman, B.G. & Emmel-kamp P.M.G. (red.), Diagnostiek in de klinische psychologie (43 - 59). Houten: Bohn-Stafleu-Van Loghum, 1990.

♦ JANSSENS, L. , Onderzoek naar een geactualiseerd curriculum van de Assistent in dePsychologie op basis van een specifiek en toekomstgericht beroepsprofiel. - S.l. : s.n.,1993. - 43p. - onuitgegeven studie, Antwerpen, Katholieke Vlaamse Hogeschool, oplei-ding Assistent in de Psychologie / m.m.v. Victa management advies.

♦ JASPERS, L., Zieken en zorgen : psychosociale begeleiding van patiënten en hunfamilie. - Leuven : Acco, 1985. - 272p.

♦ KEIRSE, M., Begeleiden van mensen in acute crisissituaties. Tijdschrift voor KlinischePsychologie. 17(1987), 30-47.

♦ LIETAER, G., De deskundigheid van de therapeut enkele beschouwingen uit de client-centered hoek. Tijdschrift voor Klinische Psychologie; 22, 1992, p185-186.

♦ LUTEIJN, F. , B.G. DEELMAN & P.M.G. EMMELKAMP, Diagnostiek in de kli-nische psychologie, Houten : Bohn, Stafleu Van Loghum, 1990, 256p.

♦ SOCIO-ECONOMISCHE kaart van het werkveld Assistent in de Psychologie. opleidingAssistent in de Psychologie. - S.l. : s.n., 1995. - Meerv. gepag. - Onuit-gegeven brochu-re, Antwerpen, Katholieke Vlaamse Hogeschool/ o.l.v. K. Van Buyten.

Page 24: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE21

♦ STAES , S., Werk voor de A.I.P., - S.l.: s.n. , 1995. - VI, 125 + bijl. - Niet gepubli-ceerde verhandeling. - Antwerpen: Katholieke Vlaamse Hogeschool, opleiding Assistentin de Psychologie/ o.l.v. van J. Clement en K. Van Buyten.

♦ TER LAAK, J.J.F., Vooruitdenken over psychodiagnostiek: rapport expertisegroeppsychodiagnostiek, - S.l.: Amsterdam, Nederlands Instituut van Psychologen, NIP, Am-sterdam, 1990.

♦ VAN AARLE, E.J.M., Structurering van Psychodiagnostiek. In: ter Laak, J.J.F. (ed.)Vooruitdenken over psychodiagnostiek: rapport expertisegroep psycho-diagnostiek, Ne-derlands Instituut van Psychologen, NIP, Amsterdam, 1990, p11-17.

♦ VELDKAMP, Tjibbe A. en P. van Drunen, Psychologie als professie. 50 jaar Neder-lands Instituut van Psychologen. - Assen : Van Gorcum, 1988- 129p.

♦ VERTOMMEN, H., Klinische psychodiagnostiek., - Leuven : Acco, 1995. - 128p.

♦ WERKTEKSTEN, Beroepsprofiel van de assistent in de Psychologie. - S.l.: s.n., 1995.- Meerv. gepag. - Onuitgegeven bundeling van werkteksten uit de verschillende oplei-dingsinstituten, Antwerpen : Katholieke Vlaamse Hogeschool, opleiding Assistent in dePsychologie.

Page 25: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE22

9 M E D E W E R K E R S

Beroepsvereniging Assistent in de Psychologie (BAP)

♦ Christine Dumolein, voorzitter BAP

♦ Katrien Naessens, ondervoorzitter BAP

♦ Willy Vandommele, secretaris BAP

Uit het werkveld

♦ Erik Begein Assistent in de Psychologie - PPW1

Vrij PMS CentrumOude Leiekaai 83A, 8930 Menen056/51.36.01

♦ Danny Boeykens Assistent in de PsychologieDienst Studieadvies en studentenbegeleidingUFSIAPrinsstraat 132000 Antwerpen03/220.41.11

♦ Lydia BonteAssistente in de PsychologieMPI Dominiek SavioKoolskampstraat 248830 Gits051/23.06.11

♦ Luc CallensLicentiaat in de PsychologiePsychiatrisch Centrum St. AmandusReigerlo 108730 Beernem050/78.84.72

♦ Stien CoeneAssistente in de PsychologieMPI Dominiek SavioKoolskampstraat 248830 Gits051/23.06.11

1 psychopedagogisch werker

Page 26: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE23

♦ Patrick CouckeLicentiaat in de PsychologieResearch en Media ManagerLeeward& WindwardHerbert Hooverlaan 401200 Brussel02/733.99.10

♦ Gaby DeclercqAssistente in de PsychologieSelection Officer - RoulartaMeiboomlaan 338800 Roeselare051/23.23.11

♦ Rudy De JongheAssistent in de Psychologie - PPWVrij PMS CentrumZuiderlaan 428790 Waregem056/60.19.68

♦ Martine Den DauwLicentiate in de PsychologieHoofd Personeel & OrganisatieN.V. AndresNijverheidsstraat 209070 Destelbergen09/228.17.32

♦ Jan De RouckLicentiaat in de PsychologieZaakvoerder De Rouck & VerhellenKarmelietenlaan 118500 Kortrijk056/20.50.53

♦ Caroline DeseynAssistente in de Psychologie - PPWVrij PMS CentrumDeerlijkstraat 1338550 Zwevegem056/75.50.73

♦ Patrick FlorinAssistent in de PsychologieVerantwoordelijke selectie - Generale BankMoutstraat 118/1309000 Gent09/264.20.57

♦ Dorine HennebelAssistente in de PsychologieCentrum voor Psychiatrie & PsychotherapieOntwenningskliniekBoterstraat 68740 Pittem051/46.70.41

Page 27: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE24

♦ Marcel JoorenAssistent in de PsychologieAssistent PersoneelsvoorzieningN.V. Philips IndustriePathoekeweg 118000 Brugge050/45.52.11

♦ Jean-Marie LaevensLicentiaat in de PsychologieDiensthoofd Dienst Klinische psychologiePsychiatrische Kliniek H. FamilieAfdeling VolwassenenGroeningelaan 78500 Kortrijk056/24.52.11

♦ Marc LefevereAssistent in de PsychologieVerantwoordelijke Opleiding - Generale BankMoutstraat 118/1309000 Gent09/264.20.57

♦ Nele Lust Assistente in de Psychologie - PPWVrij PMS CentrumDeerlijkstraat 1338550 Zwevegem056/75.50.73

♦ Patrick MuylleLicentiaat in de PsychologiePersoneelsdirecteurPieters visbedrijf N.V.Kolvestraat 48000 Brugge050/32.05.11

♦ Chantal OmezAssistente in de PsychologieMPI Spermalie BruggeAfdeling Auditief GehandicaptenSnaggaardstraat 98000 Brugge050/34.03.41

♦ Paul PaepeAssistent in de PsychologieDagcentrum De TubaGasstraat 238800 Roeselare051/21.17.18

♦ Geert PypeLicentiaat in de PsychologieCentrum voor Psychiatrie & Psychotherapie , OntwenningskliniekBoterstraat 68740 Pittem - 051/46.70.41

Page 28: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE25

♦ Katia Van BuytenAssistente in de PsychologieAssistent projectleider Search & SelectionLeuvensesteenweg 6691930 Zaventem02/759.22.10

♦ Bernard Vande PopuliereAssistent in de PsychologieDirecteur VZW HeuvelghemNokerepontweg 19772 Wannegem-Lede09/383.58.70

♦ Ann VandercappellenAssistente in de Psychologie - PPWVrij PMS CentrumHeilig Kruisstraat 152510 Mortsel03/440.32.65

♦ Monique VanderhaeghenAssistente in de PsychologieMPI Het AnkerDoornstraat 3568200 St. Andries-Brugge050/39.09.35

♦ Willy VandommeleAssistent in de PsychologiePedagogisch CentrumCentrum voor Navorming Oost-VlaanderenOoievaarsnest 39050 Gentbrugge09/231.38.28

♦ Leen VangheluweAssistente in de PsychologiePsychiatrische Kliniek H. FamilieAfdeling VolwassenenGroeningelaan 78500 Kortrijk056/24.52.11

♦ Frans VanheeAssistent in de PsychologieAlgemeen Ziekenhuis St. JanDienst Klinische psychologieRuddershove 108000 Brugge050/45.21.11

♦ Geert VanhuffelAssistent in de PsychologieSelection Officer - RoulartaMeiboomlaan 338800 Roeselare051/23.23.11

Page 29: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE26

♦ Ivan VerhulstAssistent in de Psychologie - PPWVrij PMS CentrumBurgscheldestraat 79700 Oudenaarde055/31.38.62

♦ Didier VercruysseAssistent in de PsychologiePersoneelsdirecteur Henkel-EcolabHavenlaan 43980 Tessenderlo013/67.05.25

♦ Bernard VerfailleAssistent in de PsychologiePersoneelsdirecteur RoulartaMeiboomlaan 338800 Roeselare051/23.23.11

♦ Luc ZuttermanAssistent in de PsychologiePersoneelsdirecteur BarcoTh. Sevenslaan 1068500 Kortrijk056/23.33.06

Externe auditGeïnterviewden in het kader van de externe audit door Victa n.v. - management advies(Janssens, 1993) :

♦ Lieve Beyers Assistente in de Psychologiezelfstandig therapeuteLambermontplaats 22000 Antwerpen03/237.59.80

♦ Lieve BlommeLicentiate in de orthopedagogieKinderrevalidatie- en epilepsiecentrumReebergenlaan 42242 Pulderbos03/484.36.00

♦ Guy Bracke Licentiaat in de PsychologiePersoneelszaken HessenatieGennastraat 1712000 Antwerpen03/202.50.11

Page 30: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE27

♦ Hugo Bruers Assistent in de PsychologieHuman Resources ManagerNeste ChemicalsBazellaan 11140 Evere02/729.42.11

♦ Jan Callebaut Licentiaat Diplomatieke WetenschappenLicentiaat Marketing en DistributieDirecteur CensydiamMarkgravelei 1392018 Antwerpen03/238.98.06

♦ Alain Debosschere Assistent in de PsychologieHome-infoSteenhouwersvest 142000 Antwerpen03/233.58.78

♦ Dirk Deboutte PsychiaterK-dienst, Algemeen KinderziekenhuisA. Grisartstraat 192018 Antwerpen03/230.58.80

♦ Vivian De Mayer Assistente in de PsychologiePsychologische Dienst VDABStationstraat 522300 Turnhout014/41.87.45

♦ Koen Maes Licentiaat in de PsychologieWaas revalidatiecentrumKnaptandstraat 169160 Lokeren091/48.37.78

♦ Walter Magez Licentiaat in de PsychologieVrij PMS CentrumSt. Willibrordusstraat 472060 Antwerpen03/236.34.94

♦ Jean-Marie Martens PsychiaterPAAZ St-LukasLaar 1402070 Ekeren03/646.56.56

Page 31: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE28

♦ Guy Pepermans Licentiaat in de PsychologieJeugdzorg in GezinPeulisbaan 352820 Rijmenam015/52.02.00

♦ Albert Schepens Assistent in de PsychologieGuidance centrum voor kinderen en adolescenten Kortrijksesteenweg 4209000 Gent091/21.18.90

♦ Reinhilde Schepers Assistente in de PsychologieVedior GreggHoogstraat 382800 Mechelen015/41.58.14

♦ Leo SchillemansHuisartshuisartsengroepspraktijkEliaertstraat 152140 Antwerpen (Borgerhout)03/235.90.00

♦ Fons Van den Eynde Licentiaat in de PsychologieDirecteur ITCSneeuwbeslaan 202610 Wilrijk03/829.25.26

♦ An Wezenbeek Assistente in de PsychologieJeugdzorg in GezinPeulisbaan 352820 Rijmenam015/52.02.00

♦ Leen Wollants Assistente in de PsychologieCentrum BasiseducatieRulensvest 1153001 Leuven016/22.10.68

Page 32: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE29

Werkgroepen beroepsprofiel

♦ Hogeschool West-Vlaanderen, departement Vesalius, Oostende: Marcel De Greef, Rol-and De Rycker, Hendrik De Rycker, Erik Matthys, Katrien Seynaeve

♦ Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen, departement IPSOC, Kortrijk: LieveClaeys, Norbert Deloof, Martine De Cock, Christine Dumolein, Eveline Le Roy, KatrienNaessens, Marc Vercruysse

♦ Katholieke Vlaamse Hogeschool, opleiding Assistent in de Psychologie, Antwerpen:Annemie Bos, Wim De Cleen, Bea De Buysser, Johan Duyck, Irène Hermans, AnnieLongerstaey, Carine Opsteyn, Lena Olieslagers, Marie-Jos Piessens, Min Sleebus, Mar-leen Van Staey, An Vangeneugden

Redactie

♦ Jan Clement

♦ Wim Schramme

Page 33: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE30

B I J L A G E 1

Historiek

Oprichting

Onder impuls van wijlen Prof. Dr. A. Kriekemans startte in 1952-1953 aan de toenmaligeKatholieke Vlaamse Hogeschool voor Vrouwen (K.V.H.v.V.) te Antwerpen de opleiding totAssistent in de Psychologie, aanvankelijk ‘psycho-pedagogisch assistent’ genaamd. De taakvan de ‘psycho-pedagogisch assistent’ werd toen omschreven als “het bijstaan van de psy-choloog en de pedagoog op hun welhaast onoverzichtelijk geworden werkterrein: geestes-hygiëne, de menselijke verhoudingen in het gezin, in de industrie, in het beroep en in hetmaatschappelijk leven, de schooloriëntatie, de psychologisch verantwoorde opvoeding vanhet normale en het abnormale kind, de beroepsoriëntering.”

Het was de persoonlijke overtuiging van Prof. Kriekemans dat het werk van de psycholoog,de pedagoog en de psychiater efficiënt kon verdeeld en zelfs verrijkt worden door opsplit-sing in een eerder theoretisch-wetenschappelijke taak, voorbehouden aan de universitairgeschoolden en een eerder praktisch uitvoerende taak, gestoeld op een degelijk theoretischinzicht, overgedragen aan de gediplomeerden van wat toen het Hoger Technisch Onderwijsheette. Zulke opleiding bestond destijds nog niet in het Nederlandse taalgebied. Frankrijkkende deze wel in de daar hoog gewaardeerde opleiding tot ‘psychologues practiciens’ inParijs.

Erkenning en classificatie

De wettelijke erkenning werd vlug, zij het aanvankelijk zonder subsidies, verkregen bijK.B. van 23/7/1953. Bij K.B. van 21/03/1961 werd de afdeling ‘assistenten in de psycholo-gie, categorie A1’ definitief erkend. Vanaf 1/9/1968 werd ook de afdeling assistenten in depsychologie aan het Instituut voor Psychosociale Opleiding (IPSOC) in Kortrijk, erkend.Het Vesaliusinstituut in Oostende startte met de opleiding in 1991.

Het opstarten van opties in het derde jaar in 1987-’88 gaf een nieuwe impuls aan de oplei-ding. Deze beide opties, P.P.K.P. (Psychopedagogie en Klinische Psychologie) en O.C.A.P.(Organisatie-, consumenten- en arbeidspsychologie) maakten een meer directe aansluitingbij het werkveld mogelijk en verzekerden de grootst mogelijke flexibiliteit.

In 1968 werd de beroepsvereniging opgericht: B.A.P. (Beroepsvereniging Assistenten in dePsychologie) die de beroepsbelangen verdedigt en de navorming stimuleert en organiseert.

Huidige toestand in België

Momenteel leveren drie nederlandstalige instellingen het diploma af van GegradueerdeAssistent in de Psychologie :− de Katholieke Vlaamse Hogeschool te Antwerpen− het departement IPSOC van de Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen te Kort-

rijk− het departement Vesalius van de Hogeschool West-Vlaanderen te Oostendeen één franstalige instelling, het ‘Institut Libre Marie Haps’ te Brussel.

Page 34: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE31

Het diploma kan ook behaald worden via onderwijs met beperkt leerplan, m.n. aan het Pro-vinciaal Instituut voor Sociale Promotie te Antwerpen.

De opleiding A.I.P. bestaat vier decennia en kent een gestadige groei en blijvende interessevan jongeren. Hiervan getuigt volgend cijfermateriaal.

Tabel 1 : Evolutie van het aantal studenten A.I.P. per decade (IPSOC en KVH)

Decade 1e jaar 2e jaar 3e jaar TOTAAL

1952-53 t/m 1961-62 138 107 79 3241962-63 t/m 1971-72 476 305 283 10641972-73 t/m 1981-82 971 536 496 20031982-83 t/m 1991-92 1410 785 721 2916

Tabel 2 : Studentenaantallen A.I.P. van 1993 tot 1996 (IPSOC, KVH, Vesalius)

Academiejaar 1e jaar 2e jaar 3e jaar TOTAAL

1993 - 1994 221 105 101 4271994 - 1995 268 106 101 4751995 - 1996 297 137 101 535

Een vergelijkbare opleiding in Nederland1

Binnen de psychodiagnostiek onderscheidt men in Nederland drie functies die qua niveauen mate van zelfstandigheid een stijgende lijn vertonen: testassistent, psychologisch assis-tent en psychodiagnostisch werker.

De specialisatie ‘Psychodiagnostisch Werk’ binnen de opleiding Personeel en Arbeid(Academie Mens Arbeid) leidt op tot psychodiagnostisch werker.

De kerntaken van een psychodiagnostisch werker zijn: gespreksvoering en observatie, sa-menstellen van het psychologische testprogramma, verrichten van psychologisch onderzoek,trekken van conclusies uit het psychologische onderzoek, rapporteren aan en bespreken metde psycholoog of orthopedagoog, die de einddiagnose stelt, regelmatig overleg met eenteam van deskundigen.

Het grote verschil met de psychologisch assistent is dat deze alleen uitvoerend bezig is. Depsychologisch assistent ontvangt instructies van de psycholoog, orthopedagoog of de psy-chodiagnostisch werker en voert die uit.

De psychodiagnostisch werker is verantwoordelijk voor het opzetten en uitvoeren van hetpsychologische onderzoek bij een cliënt of patiënt. Dit onderzoek voert hij geheel zelfstan-dig uit. Hij voert een intakegesprek, observeert, stelt een testprogramma samen en verzorgtde volledige rapportage.

Deze beschrijving beantwoordt aan de taakomschrijving van de assistent in de psychologiein Vlaanderen.

In Nederland voorziet men tewerkstelling voor de psychodiagnostisch werker in verschil-lende beroepssectoren : − de klinisch-psychologische sector− de schoolpsychologische sector

1 Bron : brochure van de Rijkshogeschool Ijselland, Personeel en Arbeid (AMA), Deventer,1996-’97.

Page 35: BEROEPSPROFIEL assistent in de psychologie

BEROEPSPROFIEL ASSISTENT IN DE PSYCHOLOGIE32

− de arbeidspsychologische sector

Afgestudeerden van de AMA met de specialisatie ‘Studie- en Beroepskeuze komen terechtin het Studie- en Beroepskeuzewerk. Als beroepskeuzeadvizeur begeleiden zij mensen die,op één of ander moment tijdens hun loopbaan, voor een keuze staan met betrekking tot het(toekomstige) beroep of de te volgen opleiding.Dit is vergelijkbaar met de werkzaamheden van de psychopedagogisch werker in de Vlaam-se PMS-centra.