Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun...

160
“Op een dag zullen ze ons vinden” Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië Ton Roos en Margje Eshuis Braziliaanse editie: Os Capixabas Holandeses vertaald door: Ruth Stefanie Berger

Transcript of Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun...

Page 1: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I �

“Op een dag zullen ze ons vinden”

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Ton Roos en Margje Eshuis

Braziliaanse editie: Os Capixabas Holandeses

vertaald door: Ruth Stefanie Berger

Page 2: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Page 3: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I �

“Wij kennen onze geschiedenis door de verhalen die de ouden ’s nachts bij het licht van een olielampje over Holland vertelden, over de lange zeereis die ze maakten en de eerste jaren in het oerwoud”, aldus Bram Lauret in het stadje Santa Leopoldina. Vanaf 1858 tot en met 1862 vertrokken ruim 700 Zeeuwen uit het Land van Cadzand in West Zeeuws-Vlaanderen, van Schouwen-Dui-veland en Zuid- Beveland naar Brazilië. Zij hadden de moed om uit te wijken en tekenden een contract met de belofte eigen grond te zullen krijgen, voldoende werk en goede toekomstmogelijkheden voor hun kinderen. Het werden de Braziliaanse koortsen genoemd. In Antwer-pen gingen zij aan boord en zeilden naar een voor hen onbekend land. De realiteit bleek heel anders. Het werd een vergeten emigratie en een vergeten volk. Het waren enkele kleine groepen, die temidden van veel andere Euro-pese families naar Brazilië emigreerden. De meesten kwamen terecht in de staat Espírito Santo tussen steile heuvels bedekt met dichte bossen, tropische planten en dieren. Onder een hete zon waartegen hun blanke huid niet goed bestand was moesten zij een nieuw bestaan opbouwen. Een gigantische onderneming voor mensen die uit de lage landen kwa-men, uit de vlakke polders van Zeeuws-Vlaanderen. Smoor, Boone, Louwers, Krijger, Heule, Theunisse, la Gasse, Schijve, Valkenier, het zijn slechts enkele namen van de “Hollanders”, nakomelingen van Zeeuwse landverhuizers in de staat Espírito Santo. In de kolonie Santa Leopoldina bouwden zij een eigen gemeenschap op, de Comunidade Holanda. Maar ook in het zuiden van Espírito Santo, in Rio Novo en in het uiterste noorden op de grens met Bahia in het dal van de Mucuri begonnen zij aan een nieuw leven.

Er zijn nog maar weinig olielampjes in Holanda. In de meeste huisjes straalt ’s avonds het kille licht van de televisie. De verhalen van de pioniers worden niet meer doorverteld en dreigen verloren te gaan. De nakomelingen kennen hun geschiedenis maar zeer gebrekkig, zij noemen zich Hollanders maar van Zeeland hebben zij zelden gehoord. Met dit boek willen wij de verhalen van de Zeeuwen in Espírito Santo levend houden want geschiedenis wordt niet alleen bepaald door de grote momenten van staatslieden en clerus, maar vooral door mensen die proberen hun samenleving op te bouwen. Om hen niet te vergeten en recht te doen aan hun strijd voor een nieuw bestaan hebben wij alle namen opgenomen. Veel over hun geschiedenis is verloren gegaan, oude prenten, documenten, foto’s en aantekeningen zijn meegenomen het graf in of opgevreten door insecten. De verhalen die nog verteld worden in Holanda en onze eigen erva-ringen opgedaan in de periode 1976 tot 1983 toen wij in de Comu-nidade Holanda werkten vormden de basis voor verder onderzoek.

Inleiding

Page 4: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Zij leven temidden van nakomelingen van Indianen, Afrikanen, Pommeranen, Duitsers, Zwitsers, Oostenrijkers en vele andere volken. Het was zoeken in de Braziliaanse archieven omdat de Hollandse namen vaak ondergeschoven werden bij Duitsers of Pommeranen. De geschiedenis van de Hollanders in Espírito Santo was nog niet beschreven. Wij hopen met dit boek een aan-vulling gegeven te hebben en wie weet pakt één van de Hollandse Capixabas het nog eens op om het verhaal verder uit te diepen en aan te vullen.

Dankbaar zijn we voor het vertrouwen dat we kregen van de ‘Hollandse Capixabas’, voor hun verhalen en soms emotionele herinneringen, voor de oude foto’s en documenten die zij ter be-schikking stelden en de inbreng van Anivaldo Kuhn, zeer betrok-ken bij de geschiedenis van de ‘Hollanders’.De medewerkers van het Arquivo Público van de Staat Espirito Santo (APEES), in het bijzonder Cilmar Franceschetto, stimu-leerden en hielpen ons bij het verzamelen van de historische ge-gevens.

Frans Buysse, die in 1981 in de Comunidade Holanda onderzoek deed voor zijn studie antropologie, gaf inzage in zijn onderzoeks-materiaal waar wij dankbaar gebruik van hebben gemaakt. We danken onze vrienden en vriendinnen in Brazilië en Neder-land, in het bijzonder: Ronald Mansur, journalist van A Gazeta in Vitória, die met veel belangstelling het project volgde en spon-taan materiaal aanbood; Gerard van de Velde uit Zuidzande, kenner van de taal en geschiedenis van het Land van Cadzand; Dennis van Tiel, Rob en Huub Zeeman, Joyce en Deborah Neys, oprichters van de Stichting Holandinha em Vista, die ons op weg hielpen en steunden bij de realisering van het boek.

Wij zijn vooral journalist en tekstschrijver Stijn Jaspers dankbaar voor zijn waardevolle adviezen en ideeën bij het schrijven.

Heel veel dank zijn we verschuldigd aan onze vriendin Ruth Ste-fanie Berger die “Op een dag zullen ze ons vinden” vertaalde voor de Braziliaanse versie “Os Capixabas Holandeses”.

Ton Roos en Margje Eshuis

Page 5: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I �

Inleiding 3Voorwoord 6

I Blijven of uitwijken? 71. Zeeuwse indringers 7

In de Amazone 7 Bahia de Todos os Santos 8 Pernambuco 8

Espírito Santo 92. Espírito Santo 10 Kolonies aan de oevers van de rivieren 113. Crisis in Zeeland 14 De Braziliaanse koortsen 174. Tussen wal en schip 18 II ‘In kommervollen toestand’ 235. Kolonie Rio Novo 23 Bezoek van de keizer 26 Bezoek Zwitsers diplomaat 26 Steun gevraagd voor een Hollandse familie 28 Rio Novo do Sul 296. In het dal van de Mucuri 31

Militaire kolonie Urucu 32 Maatschappij de Mucuri 33 Noodkreet aan het Consulaat 35 ‘Zie de ellende van de Hollanders’ 36 Een waarschuwing 38 Nakomelingen 39

III De Comunidade Holanda 417. Kolonie Santa Leopoldina 41 Grondproblemen 468. Het oerwoud te lijf 48 Slaven als leermeesters 50 De eerste huizen 52 Hoog bezoek 53 Voor Hollanders geen grond meer 569. Bouwen aan een eigen gemeenschap 57 Dokters van de armen 58 Eerste school en kapel in Luxemburgo 60 Een eigen school en kapel in Holanda 6310. De koffieperiode 65 ‘Zoetementos’ 66 Vendas en vendistas 67 Spelen en vermaak 68

Inhoud Euforie in Santa Leopoldina 69 Contact met Nederland 72 Een nieuwe kapel 73 Nieuwjaarsbidden 76 Soort trouwt soort 78 De venda, het economisch centrum 78 De koffiecrisis 8011. Op zoek naar nieuwe grond 8112. De maniokperiode 86 Beneden, boven en achter de berg 87 In de greep van de vendista 89 De kerk verscheurd 90 Deus sabe o que faz 91 São João de Garrafão, a ‘terra fria’ 95 Markante Hollanders 96 Basisgroepen 9713. Uit het isolement 100 Activiteiten 102 Bouw gemeenschapshuis 104 Bezoek Ambassadeur 106 Pastor en landarbeider 10714. Het vertapte gras komt toch weer op 108 Holanda en Holandinha 108 Santa Leopoldina 112 São João do Garrafão 113 Terug in het Land van Cadzand 114 Naschrift 11515. De Hollandse Capixabas 116 Naamlijsten en oude familiefoto’s 119

Bijlagen 1. Folder Caetano Dias 1422. Overtochtsverdrag 1463. Kolonies in het zuiden van Brazilië 1484. Grondstrijd indianen 1515. Brief uit 1867 152

Gebruikte literatuur 154Verantwoording foto’s en illustraties 156

Page 6: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Voorwoord

Op zoek naar de levensgeschiedenis van een volk en met het resul-taat van toegewijd onderzoek geven Ton Roos en Margje Eshuis met het boek “Os Capixabas Holandeses, een Hollandse geschiedenis in Brazilië” een geschenk aan Brazilianen en Hollanders.

Door het verhelderen van de redenen en motieven die de Hollanders er toe brachten te emigreren en door een beeld te geven van de eerste jaren over de komst van de emigranten hier in Brazilië laat dit boek zien welke weg de Hollandse kolonisten gegaan zijn, die zich voor een groot gedeelte in de gemeente Santa Leopoldina gevestigd hebben in het bijzonder in de ‘comunidades’ Holanda en Holandinha, hoe zij de obstakels die zij in het begin van hun leven hier tegenkwamen met veel moed en standvastig te lijf gingen. Met dit boek heeft de huidige generatie van Hollandse descendenten de mogelijkheid zich bewust te worden van hun eigen levensgeschiedenis.

In de harten van deze afstammelingen, die nog steeds in de land-bouw hun voornaamste economische bestaan vinden, ontstaan nu door het uit de vergetelheid halen van de cultuur en de geschiedenis nieuwe perspectieven en met de aanleg van asfalt op de weg naar Holandinha zullen talloze toeristen en bezoekers die op zoek zijn naar de schoonheid van de natuur in de omgeving, aangetrokken worden.

Als vader van de kleine Ana Elisa Lahass Rocha, een van de zovele Capixabas nakomelingen van de Hollanders, voel ik me zeer ver-heugd dat ik getuige ben en steun kan bieden aan het naar boven halen van de geschiedenis van de Hollanders in Espírito Santo. Dankjewel Ton Roos en Margje Eshuis.

Santa Leopoldina, 14 juli 2008, Fernando Castro Rocha, Prefeito Municipal.

Page 7: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I �

�. Zeeuwse indringersDe Zeeuwen hebben een lange geschiedenis met Brazilië. Zij waren betrokken bij alle invasies van de Hollanders. Al in 1560 waagden Zeeuwen zich op Braziliaanse kusten. De reders camoufleerden hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één of andere haven te koersen en handel te drijven.

In de AmazoneIn Holland en Zeeland worden in 1614 voorbereidingen getrof-fen voor de oprichting van een West-Indische Compagnie. Jan de Moor, een beroemd ondernemer is een van de initiatiefnemers. Kooplieden reizen stad en land af om de bevolking over te halen mee te doen in de onderneming en in Zeeland krijgen ze veel steun voor hun plannen. In 1616 vertrekken uit de haven van Vlissingen honderddertig mannen, waarvan veertien hun familie meenemen, met de ‘Gouden Haan’, een klein snel varend zeilschip uit de haven van Vlissingen. Hun bestemming is de Amazonerivier in Brazilië. Schipper Pieter Adriaenszoon heeft de leiding over deze eerste Hol-lands-Zeeuwse volksplanting. Ook enkele Engelsen schepen zich in. Vlissingen was van 1585 tot 1616 aan Engeland in onderpand gegeven en door de Engelsen bezet. Ze varen de Amazonerivier zover mogelijk op en maken contact met de oeverbewoners. De indianen brengen met hun kano’s de voorra-den van de “Gouden Haan” naar de kust en helpen bij het bouwen van versterkingen om de neder-zetting van deze volksplanting te beschermen. In de eerste jaren komen meer schepen uit Zeeland aan. Een spion rapporteert aan de Portugezen dat hij drie Zeeuwse schepen stroomopwaarts heeft zien zeilen en dat handelaren tussen de dorpsbewoners rond-trekken en dat er lui onder hen zijn die de taal van de indianen al aardig hebben leren spreken. Hij rapporteert verder dat de Hollan-ders twee houten versterkingen bewonen en twee suikermolens in bedrijf hebben. De kolonisten worden in de gaten gehouden

Blijven of uitwijken

De Hollandse koopvaardijschepen

Petrus en Paulus

I

Page 8: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

door de Portugezen. Na zes jaar verjagen de Portugezen de Hollan-ders en ‘ander vreemd tuig’ zoals zij rapporteren uit het gebied van de Amazonerivier. De nederzettingen en de suikermolens worden verwoest. Pieter Adriaenszoon ziet zich genoodzaakt de ‘Gouden Haan’ aan de grond te zetten en in brand te steken. Met één van de laatste schepen vlucht hij met enkele kolonisten naar open zee. Zeventig kolonisten blijven achter in eenzame en erbarmelijke omstandig-heden. Als in 1621 de West-Indische Compagnie (WIC) wordt opgericht is Jan de Moor, bestuurder van de WIC, de kolonisten aan de oevers van de Amazonerivier niet vergeten. Hij vraagt aan het bestuur van de Nieuwe Compagnie om de overgebleven fami-lies uit hun benarde positie te bevrijden. De bestuurders luisteren naar de Moor en geven de opdracht hen op te halen. In 1623 varen de overlevenden van dit kolonisatieavontuur aan de oevers van de Amazonerivier behouden de haven van Vlissingen binnen.

Bahia de Todos os SantosDe Heren Negentien van de WIC besluiten een jaar later Brazilië aan te vallen om suiker en brasilhout te kunnen importeren. Men is van mening dat de Indiaanse bevolking open zal staan voor de vriendschappelijke benadering van de Hollanders omdat de blanke bevolking uit Portugal hen verschrikkelijk uitbuit. Tweemaal per jaar worden misdadigers uit de gevangenissen van Portugal op de kust van Bahia afgezet. De heren van de WIC zien Bahia de To-dos os Santos, de Allerheiligenbaai, als het hart van Brazilië. Er verschijnt in 1623 een boek van Dierick Ruiters ‘Toortsche der zeevaert’. Het boek van deze Zeeuw bevat zeer interessante gege-vens over Brazilië, vooral over alle belangrijke toegangswegen naar de stad. Ruiters was in Rio de Janeiro door de Portugezen gevan-gen genomen en op transport gesteld naar Pernambuco. Maar hij kwam terecht in de Bahia de Todos os Santos. Na zijn vrijlating schreef hij dit boek, dat als een goede militaire handleiding voor de WIC dient. In zijn boek staan alle paden en toegangswegen naar de stad vermeld. De schepen van de WIC varen naar Salvador dat op 10 mei 1624 wordt ingenomen. De invasie duurt niet lang. Een klein jaar later, met Pasen, doemt een vloot van 52 zeilen op aan de kust. In eerste instantie denken de Hollanders dat het de verwachte tweede vloot is die hen te hulp zou komen. Maar de schepen voeren tot hun schrik de Spaanse vlag. De Spanjaarden openen het vuur op de Hollanders en er breekt paniek en muiterij uit. Er wordt een tamboer gestuurd naar de Spaanse opperbevelhebber om te onder-handelen, maar het antwoord luidt: “Onmiddellijk de stadspoort openen”. Er is geen ontkomen aan, Salvador wordt overgedragen.

PernambucoDe zeilschepen van de WIC blijven uitvaren naar de kusten van Zuid-Amerikaanse landen en wachten daar de komst af van rijk

Page 9: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I �

beladen Portugese of Spaanse schepen om ze te enteren en te plun-deren. Het gaat hen om goud, zilver, suiker, zout en brasilhout.In 1630 verovert de WIC Pernambuco, dat zij Nieuw Holland noemen. Johan Maurits, graaf van Nassau-Siegen wordt de gou-verneur, met als bestuurscentrum Mauritsstad (het huidige Recife). Deze invasie lijkt voor de Hollandse en Zeeuwse kooplieden een groot succes te worden. De Hollanders willen de op de Portugezen veroverde suikermolens weer in gebruik nemen. De meeste slaven zijn echter gevlucht en Johan Maurits van Nassau wordt bedolven onder verzoeken om voor voldoende aanvoer van “levend ebben-hout” te zorgen. De calvinistische Hollanders verwerpen in principe de slavenarbeid en handel, maar de commerciële voordelen zijn wel groot en enkele belangrijke theologen achten de slavenhandel niet langer in strijd met het calvinisme, mits er maar wordt gehandeld in niet-christenen. De Hollandse overheersing duurt tot 1654.

Espírito SantoOok voor de kust van Espírito Santo verschijnen de Hollandse en Zeeuwse kaapvaarders. Het meest gruwelijk is de aanval van 12 maart 1625. Onder leiding van Piet Heyn varen zij de Baai van Vitória binnen. De klok van de kerk wordt geluid en de bevolking wordt opgeroepen zich te verzetten. Niet alleen Portugese solda-ten, ook de burgers van Vitória, de paters Jezuïeten en een groep indianen onder het commando van de caçiques Japi-Açu en Gato Grande verdedigen hun land en vechten mee tegen de Hollandse soldaten die zich terug moeten trekken. Twee dagen later wordt door Piet Heyn met 300 man een nieuwe poging ondernomen. De soldaten dringen de stad in en willen de trappen op naar de bovenstad van Vitória. Aan die trappen woont Maria Ortiz, een vrouw van 20 jaar. Zij organiseert met vrouwen in haar buurt een verdediging. Wist zij van de komende aanval af? Had zij misschien dit geheim ontfutseld tijdens een nachtelijk bezoek van één van de soldaten van Piet Heyn? Als de mannen van Piet Heyn de trappen opstormen, gooien de vrouwen vanuit de ramen kokend water, stokken, stenen en smeulend houtskool op de hoofden van de soldaten. Zij verhinderen zo dat de Hollanders door kunnen dringen tot het strategische punt in de bovenstad. Hierdoor wordt tijd gewonnen en een eskadron soldaten onder leiding van Salvador Correia de Sá kan redding brengen. Deze ver-slaat Piet Heyn uit de baai van Vitória. Het straatje waar Maria Ortiz de Hollanders tegen hield heet nu ‘Escadaria Maria Ortiz’. Zij wordt sinds die tijd als heldin vereerd, terwijl in Holland Piet Heyn nog steeds bezongen wordt als de man met een kleine naam maar met grote daden. Vijftien jaar later verschijnen de Hollanders opnieuw. Onder lei-ding van kolonel Coen bestormen zij de heuvel aan de ingang van de baai waarop het klooster Nossa Senhora da Penha ligt. Het lukte hen niet om het klooster te bereiken. Er gaan nu verhalen rond

Page 10: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�0 I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

in Brazilië dat een grote legermacht uit de wolken neerdaalde om Nossa Senhora da Penha te verdedigen tegen de barbaarse Hollan-ders, die in paniek wegvluchtten. In het klooster hangt een schilde-rij over deze Hollandse invasie. In 1653 verschijnen de Hollandse kapers nog een keer voor de kust van Espírito Santo. Nu, geholpen door een overgelopen Portugees, veroveren zij de Convento da Penha, plunderen het klooster en nemen heiligenbeelden, kunstwerken en slaven mee.

�. Espírito SantoNa de bezetting van Brazilië in 1500 door Alvarez Cabral moest de koning van Portugal iets verzinnen om dit onmetelijke land te kunnen besturen. Hij deelt het land op in 14 gebieden die ‘Capi-tanias’ genoemd worden en schenkt ze aan mannen van adel en hoge militairen. Eén van hen is Vasco Fernandes Coutinho, een rijk man die voordat hij naar Brazilië kwam al gediend had in het leger van Portugal in Azië en Afrika. Op 1 juni 1534 ontvangt hij de schenkingsbrief van de koning voor de Capitania Espírito Santo, dat zo genoemd wordt omdat de Portugezen met Pinksteren daar aankwamen. Vila de Nossa Senhora da Vitória, het latere Vila Velha wordt het bestuurscentrum van de Capitania gedurende de jaren 1535-1551.Om zijn Provincie te koloniseren trekt Vasco Coutinho vanuit de kust het onbekende bergland in dat bedekt is met dichte bossen. De weerstand van de autochtone bewoners, de indianen, is zeer groot. In het oerwoud liggen ziektes op de loer zoals tyfus, gele koorts en

Hollanders willen het Convento da Penha innemen.

Page 11: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

malária en er sluipen gevaarlijke dieren rond. Vasco Coutinho heeft onvoldoende mensen om zijn plannen uit te kunnen voeren. De mannen die met hem mee het binnenland ingaan zijn ruwe misda-digers uit de gevangenissen van Portugal die zo hun vrijheid gekre-gen hadden. Pogingen om in het binnenland oerwoud in cultuur te brengen en plantages te beginnen mislukken. Coutinho heeft zijn handen vol om voedsel te verbouwen, zich te verweren tegen indianen die hun leefwereld verdedigen en tegen de Hollandse ka-pers die voor de kust kunnen verschijnen. Door onophoudelijke aanvallen op Vila Velha van Fransen, Hollanders en indianen bes-loot Vasco Fernandes Coutinho het bestuurscentrum te verplaatsen naar een eiland aan de kust van Espírito Santo. De indianen noem-den het eiland Guanaaní, Honingeiland, maar Coutinho gaf het de naam Eiland van de Victorie, ter herinnering aan een grote veldslag die hij geleverd had tegen de Goitacases indianen. Vanaf 1551 is Vitória dan de hoofdstad van Espírito Santo. De Portugezen en het bestuur van de Capitania blijven nog gedurende 200 jaar hoofdza-kelijk aan de kust wonen. Men waagt zich niet het binnenland in. Slechts enkele ‘avonturiers’ trekken via de rivieren de bergen in op zoek naar goud en edelstenen of gaan op indianenjacht om hen als slaaf te verkopen of tewerk te stellen.

Kolonies aan de oevers van de rivierenHet eerste voorstel over de noodzaak de Provincie Espírito Santo te kolonialiseren wordt gedaan op 3 mei 1825 door Pater Marcelino Pinto Ribeiro Duarte. Er was een stroom van landverhuizers uit Europa naar Brazilië op gang gekomen na de onafhankelijkheid van Portugal op 7 september 1822. Volgens de pater/politicus biedt de kleinste provincie van het nieuwe keizerrijk aan de oevers van haar rivieren uitstekende condities voor het vestigen van kolonies. De indianen zijn volgens hem van geen belang voor de handel of de landbouw, en de slaven worden te duur omdat het vervoer van slaven over zee aan banden is gelegd. De pater stelt voor families te importeren en hen aan de oevers van de rivieren te installeren. De rivieren vormen immers de wegen het binnenland in. De oevers van de rivier ‘Rio Doce’ noemt hij zelfs het ‘paradijs van Brazilië’. De grootgrondbezitters kunnen stukken land aan hen in deelbouw geven, de immigranten kunnen de beboste heuvels in cultuur brengen en een infrastructuur opbouwen. Espírito Santo telt dan 24.000 inwoners bestaande uit 12.100 Afrikanen. De helft van de bevolking. De andere helft zijn ‘geciviliseerde’ indianen, mestiezen en Portugezen. De zwarte bevolking domineert. Gouverneur Ru-bim vindt het daarom noodzakelijk om de bevolking te ‘witten’. “We moeten de blanke bevolking van dit land vergroten”, aldus de gouverneur. Dat kan door het toelaten van blanke niet-Portugese Europeanen, ook al zijn velen niet katholiek maar protestant. Tus-sen 1812 en 1814 kwamen al 250 emigranten uit de Azoren naar Espírito Santo voor de Kolonie Agostinho, het huidige Viana in

Page 12: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Botocudo indianen bij de rivier Doce in 1909

Groot Vitória. Zij moesten de Rubimweg aanleggen die Espírito Santo met Minas Gerais verbindt. De kolonisatie en het witten van de bevolking kwam goed op gang toen in 1847 de Kolonie Santa Isabel werd gesticht, zeven jaar later de particuliere Kolonie aan de Rio Novo bij de rivier Itapemirim en weer zeven jaar later in 1854 de Kolonie Santa Leopoldina aan de oevers van de rivier Santa Maria. Om families te werven in Europa wordt met een wet van 2 april 1855 onder minister Luiz Pereira de Couto Ferraz, de Associação Central de Colonização (ACC) opgericht met aandeelhouders uit binnen- en buitenland. Doel van de ACC: het importeren van emigranten, met name landarbeiders, boeren en ambachtslieden die spontaan of door middel van subsidies naar Brazilië willen ko-men.

Uit de Statuten ACC: De Associação Central de Colonização wil haar doel bereiken door:- het maken van propaganda en het faciliteren van emigratie

naar Brazilië, door de werving, het transport, de plaatsing en huisvesting te regelen voor de kolonisten in opdracht en volgens contract voor rekening van de regering, bedrijven of particulieren;

- contacten te maken door correspondentie met buitenlandse handelaren, agenten en emigratieagentschappen;

- tegemoet te komen aan de interesses van de emigratie-agent-schappen en emigratiecompagnieen die in het buitenland zijn gevestigd;

- aan de regering van het Imperium te verzoeken via hun con-sulaten in het buitenland de nodige maatregelen te nemen ter ondersteuning van de genoemde agentschappen;

- niet geregistreerde grond te kopen en deze in percelen van 250 mil braças (1braça = 2,2 meter) door middel van pacht of verkoop op termijn uit te geven;

- scheepvaart in te zetten voor het transport van de kolonisten vanaf de haven van aankomst tot aan de plaats van hun neder-zetting;

- het hebben van een geeigende plek voor de aankomst van de kolonisten met ruimte waar zij kunnen worden opgevangen met verzorging van huisvesting en voeding voor een redelijke prijs en de begeleiding van hen naar hun grond of werk;

- op verzoek de onkosten voor te schieten die de kolonisten moeten maken;

- de kolonisatie als regel te richten op families en in het bijzon-der boerenfamilies.

De ACC gaat propaganda maken in de havensteden van Europa en begint contacten te leggen met buitenlandse handelaren en emigra-tiekantoren. Om de grootgrondbezitters te stimuleren wordt in de

Page 13: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

Landkaart Espírito Santo

Page 14: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Assembléia van Espírito Santo, tijdens de zitting van 23 juni 1856 een voorstelwet besproken waarin een geldelijke tegemoetkoming geregeld wordt voor de grootgrondbezitters (fazendeiros) die de emigrantenfamilies uit Europa laten overkomen.

�. Crisis in ZeelandGraan, aardappelen en suikerbieten zijn de belangrijkste gewassen in het Land van Cadzand, dat in 1845 nog bezongen wordt als de graanschuur van Nederland. Maar dan mislukt de graanoogst en ‘valt het kwaad in de aardappels’. De paar aardappelen die er nog zijn, worden geëxporteerd. Dat geeft ongeregeldheden en conflicten met de landarbeiders. Voor de landarbeiders is de aardappel het hoofdvoedsel, tarwe is onbetaalbaar. Structurele werkloosheid en zeer lage lonen zijn het gevolg. Ze drijven de mensen de armoede en misère in. De kerkelijke armenbesturen zijn onvoldoende in staat de nood van hun arme geloofsgenoten te lenigen, waartoe zij wel zijn verplicht. De notabelen van het volk zien de verarmde mensen als paupers,

In Espírito Santo worden tussen ���� en ���� tien kolonies opgericht:1813 - Kolonie Agrícola de Santo Agostinho, aan de oevers

van de rivier homônimo, nu de gemeente Viana. Het was de eerste officiële landbouwkolonie in

Brazilië, opgericht na de komst van de koninklijke familie.

1847 - Kolonie Santa Isabel, aan de oevers van de rivier Jucu, staatskolonie;

1855 - Kolonie Fransilvânia, aan de oevers van de rivier Doce, begonnen als een particulier project, maar ging spoedig failliet;

1854 - Kolonie Rio Novo, aan de oevers van de rivier Novo, particuliere kolonie tot 1861 waarna het door de Staat werd overgenomen;

1856 - Kolonie Santa Leopoldina, aan de oevers van de rivier Santa Maria da Vitória, staatskolonie;

1865 - Kolonie Piúma, aan de oevers van de rivier Iconha, particuliere kolonie;

1867 - Kolonie Juparanã, aan de oevers van het meer Juparanã en de rivier Doce, particuliere kolonie;1874 - Kolonie Nova Trento, op de grond van de Italiaan

Pietro Tabacchi, nu gemeente Aracruz;1879 - Kolonie Castello, aan de oevers van de rivier Benevente, staatskolonie;1887 - Kolonie Santa Leocádia, aan de oevers van de rivier

São Mateus.

Page 15: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

asociaal en lichamelijk onvolwaardig waar iets voor gedaan moet worden. Door honger en armoede gedreven ontstaan bendes die op hongertocht gaan. Ze dreigen de schuur in de brand te steken als de boer niet over de brug komt met voedsel of geld. Door de sociale onrust die ontstaat wordt West Zeeuws-Vlaanderen door de overheid als probleemgebied aangewezen. Het leger komt eraan te pas om het dreigende oproer te smoren. Gerard van de Velde, geboren op Cadzand in 1930, kent de ge-schiedenis van West Zeeuws-Vlaanderen goed: “Na 1840 stortte de hele zaak hier in. Het was verschrikkelijk. Het was overal in heel Nederland slecht. Aardappels waren het hoofdvoed-sel en toen daar nog eens overheen de aardappelziekte kwam met twee jaren achtereen grote misoogsten was het helemaal verschrikkelijk. Er trokken bendes rond in onze streek op zoek naar voedsel en waar nog een paar aardappels in de grond zaten stalen ze die eruit. In de winter gingen ze naar de boerderijen op strooptocht. Na het oogsten lag de oogst op de zolders. Met een spies stieten ze gaten in de zolder lieten het graan er zo uitlopen en vingen het op in een zak. De mensen gingen plunderen van de honger. Door de armoede werd er in Sintepier, zo heette Nieuwvliet vroeger, een naai- en spinschool opgericht, ook in Groede en Sluis. Als je een bedelbrief moet schrijven naar de kerk-voogd, ben je toch wel erg afhankelijk van de kerk. Dan kan je toch eigenlijk niet meer vrij praten, want de boeren zaten overal in. Ze za-ten in het kerkbestuur, in de diaconie en in het schoolbestuur. De crisis was zo groot in Cadzand waardoor vooral families met veel kinderen en jongeren uitweken”. Na 1850 gaat het de boeren weer goed. De landbouw leeft op, maar de enorme ongelijkheid tussen boeren en arbeiders groeit al-leen maar verder. Kinderen die verweesd zijn worden via het ar-menbestuur ‘aanbesteed’ bij de boeren. De arbeiders profiteren in niets van de groeiende welvaart, worden opstandig en beginnen te staken. Oproer wordt met wapengekletter de kop ingedrukt.

In die crisisperiode werft Brazilië actief families voor de opgerichte kolonies. Het werk van de Associação Central de Colonização heeft effect. De Antwerpse emigratiekantoren ontvangen voorlichting van het Braziliaanse consulaat. In de grote kranten van Europa ver-schijnen advertenties. Folders van de ACC zijn in omloop gebracht door het werfbureau en emigratieagentschap Beaucourt in Parijs. Dit bureau heeft het emigratiekantoor Steinmann & Co in Ant-werpen gecontracteerd om voor haar in België en Holland families te werven. Ronselaars gaan rond met de propagandafolders. Behalve de folder van de ACC wordt met een uitgebreide wervings-folder in het Portugees, Frans en Duits ook reclame gemaakt voor de particuliere kolonie Rio Novo in Espírito Santo. De folders wor-den in Europa verspreid door de emigratiekantoren Beaucourt in Parijs, Steinmann in Antwerpen, Paravicini in Zwitserland en de fa. Hansa in Hamburg. In de meest kleurige omschrijvingen worden

Page 16: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

daarin de grote voordelen uiteengezet om zich in de kolonie Rio Novo te komen vestigen.

Uit de folder van Caetano Dias:- Het keizerrijk van Brazilië staat met open armen klaar om dui-zenden individuen en families op te vangen die in misère moeten leven. Zij zullen het goed hebben en genieten van de gezegende Braziliaanse grond. Ontbreekt het u aan middelen voor de ver-huizing? Goed dan, ikzelf of door bemiddeling van anderen, bied u deze middelen aan die u later rustig kunt terugbetalen met de vrucht van uw arbeid. Aan de oevers van de rivier Rio Novo in Espírito Santo vindt men een kolonie gesticht onder beheer van de Associação Colonial do Rio Novo. Die kolonie is bereid om in zijn armen te ontvangen alle indivi-duen van beide seksen die vanuit Europa deel willen worden van de bevolking van die kolonie. Valt het u moeilijk een besluit te nemen uw vaderland te verlaten? Bedenk dan, dat het in uw vaderland onmogelijk is om zoveel kin-deren te onderhouden en erken dat u de pijn door moet maken die vele anderen al eerder hebben doorgemaakt, je te moeten scheiden van de plek waar je geboren bent om tenslotte te komen genieten,

De drietalige wervingsfolder uit de oude dekenkist van de familie Rohr

Page 17: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

voor de rest van uw dagen, van de voordelen die dit zeer grote land aan iedereen biedt. -De gunstige condities voor de kolonisten die de Associação Colo-nial do Rio Novo biedt zijn: het benodigde geld voor de overtocht; een stuk ontgonnen grond van 4500 vierkante in erfpacht braças (1 braça 2,2 meter); een comfortabel huis; een kleine koffieplantage, maïs, maniok en bo-nen geplant; kippen; varkens om een veehouderij te beginnen; en alle andere producten die nodig zijn tot de eerste eigen productie waarvan het noodzakelijke wordt afgenomen voor de betaling van de verstrekte voorschotten. Tenslotte volgen in de folder berekeningen waarin bewezen wordt dat de nieuwe kolonisten van hun grond ook nog per jaar 1.500 Duits/Oostenrijkse zilveren munten contant geld over houden. Binnen een jaar zal de landarbeider een onafhankelijk mens zijn en kan hij met zijn familie zonder schulden en in welstand leven. (zie bijlage 1)

Wat kan een landarbeider zonder grond meer wensen? Hij heeft geen contant geld nodig om zijn familie in korte tijd welzijn te verschaffen. De reis wordt voor hem betaald, aangekomen staat er een comfortabel huis klaar en een deel van zijn nieuwe grond is bij aankomst al beplant, hij hoeft slechts te oogsten en tot die oogst worden voldoende hoeveelheden voedsel verstrekt door de Asso-ciação. Er wordt gehandeld en zelfs gevochten om de contracten van de ACC en de particuliere kolonie Rio Novo die het Bureau Steinmann & Co in Antwerpen aanbiedt. Daniël Steinmann leerde het vak op het emigratiekantoor van Strauss dat er zeer dubieuze praktijken op nahield. Hij richtte in 1854 een eigen emigranten-kantoor en agentuur op en vaart met gecharterde zeilschepen op New York, Brazilië en Argentinië. Eén van de ronselaars van het emigratiekantoor Steinmann & Co is de molenmaker Abraham de Groote uit Sintepier (Nieuwvliet), in het Land van Cadzand.

De Braziliaanse koortsenIn kerk en kroeg wordt er over gesproken. Er wordt gewikt en ge-wogen. Het worden ‘de Braziliaanse koortsen’ genoemd. Landar-beiders zonder grond zien een schitterende mogelijkheid om einde-lijk boer te worden en eigen grond te verkrijgen. Anderen zeggen: “Gaat er niet naar toe, want ge zult er de wortels van de bomen moeten eten”. Als eb en vloed worden vele families heen en weer geslingerd tussen gaan of blijven. Ieder heeft zijn motieven om deze kans aan te grijpen en de misère te ontvluchten. De mensen zonder werk, afhankelijk van kerkelijke liefdadigheid en diaconie, kun-nen een eigen bedrijf beginnen. Ouders zien een betere toekomst voor hun kinderen. Boerenzonen wijken uit omdat er geen grond meer te verdelen is en kunnen boer worden in Brazilië. Door de economische recessie vertrekken ook middenstanders en ambachts-

Page 18: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

lieden. Soms zijn familiespanningen een reden om te vertrekken. Ongehuwde moeders die scheef aangekeken worden, besluiten een nieuw leven te beginnen. Een enkeling ziet kans te vluchten voor justitie. Mensen met schulden zien een mogelijkheid om schuldei-sers te ontlopen en vrijgezellen gaan op avontuur, willen geld gaan verdienen om daarna terug te keren, een vrouw te zoeken en te trouwen. Er zullen zeker grote twijfels zijn, discussies tussen man en vrouw, tussen ouders en kinderen en in de familiekring. Valt het afscheid zwaar, zo staat te lezen in de folder: “erken dan dat u de pijn door moet maken die vele anderen al eerder hebben doorgemaakt, je te scheiden van de plek waar je geboren bent”. Als het contract eenmaal is getekend en een voorschot betaald, is er geen weg meer terug. In de kroeg wordt een afscheidsborrel gedronken, in de kerk laat de dominee psalm 121:4 zingen: “De Heer zal u steeds gadeslaan, opdat Hij in gevaar uw ziel voor ramp bewaar. En waar g’u heen moogt spoeden, de Heer zal u behoeden.” Het is voor de bewoners van de dorpen in het Land van Cadzand een ontroerend gebeuren als regelmatig een groep emigranten zich op de markt verzamelt voor vertrek. Familie, vrienden, buren en belangstellenden drom-men om hen heen. Tussen een berg bagage wordt onder tranen afscheid genomen voor het leven.

Er vertrokken uit Schouwen-Duiveland en Zuid-Beveland 270 personen. Uit het Land van Cadzand, 504 personen. Totaal 774 emigranten, voornamelijk jonge en kinderrijke gezinnen. Zij had-den, met allerlei motieven, de moed hun boeltje bijeen te pakken en de oversteek te wagen.

�. Tussen wal en schipDrie dagen lopen hebben de emigranten uit het Land van Cadzand voor de boeg. Paard en wagen gaan mee voor de kleine kinderen en de bagage. Overnachten doen ze in boerenschuren. De mensen komen terecht in een chaotische stad. Duizenden emi-granten uit heel Europa bevolken de binnenstad en de kaden van

GOESSCHE COURANT28 februari 1859Binnenlandsche BerigtenDe verhuizing naar Brazilië neemt in de streken van Kadzand toe. Nadat reeds vroeger eenigen derwaards zijn vertrokken, maken zich thans enkele huisgezinnen, meest van Zuidzande, bestaande uit ongeveer dertig personen, daartoe gereed. Alle behoren tot de mingegoede arbeidende klasse. Voor den over-togt behoeve zij slechts f 5 te betalen.

Page 19: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

Emigranten gaan aan boord

Antwerpen. Een houten gebouw op het koningin Astridplein in Antwerpen is het eindstation. Vandaar kan men naar de Rijn-kaai, de inschepingplaats. De families worden ondergebracht in goedkope slaapgelegenheden in afwachting van de inscheping. Elk belangrijk emigratiekantoor en elke rederij beschikt over een dergelijk logement. Het zijn over het algemeen omgebouwde hui-zen met overbezette slaapkamers en slechte hygiënische accommo-

datie. Toezicht ontbreekt op de logementhouders. Sommige uitba-ters rantsoeneren het drinkwater om zo de bier- en alcoholverkoop te bevorderen. Waar landverhuizers aankomen, struinen louche fi-guren rond die hun diensten aanbieden. Zij willen voor de bagage zorgen, voor de reisbenodigdheden en het inkopen van de levens-middelen voor de zeereis. De spaarcenten van de mensen willen ze uiteraard ook wel wisselen. De Antwerpse ‘Überseehandel’ bloeit.

In deze beginperiode van de emigratie zijn er nog geen speciaal uitgeruste emigrantenschepen. Er is wel een toezichtcommissie die de zeewaardigheid van de schepen en onderkomens moet contro-leren, proviand, paspoorten en documenten nakijkt. Ze moet ook toezien op de lichamelijke toestand van de landverhuizers. Een gezondheidsofficier houdt ‘s morgens tussen zes en zeven uur op de inschepingkaai een simpele medische inspectie. Om aan deze

Tussendeks

Page 20: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�0 I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

emigrantencontrole te ontsnappen komen veelvuldig misbruiken voor. Enkele reders laten soms de landverhuizers clandestien in-schepen in Vlissingen of boeken hen als zijnde cabinepassagiers, waarop de inspectie niet van toepassing is. Er wordt ook nogal eens contractbreuk gepleegd door de afvaart uit te stellen of een klei-ner schip in te zetten. Als het de reder beter uitkomt, probeert hij de families op het laatste moment nog een andere bestemming te geven. Enkele welgestelden kunnen zich een hut veroorloven en worden passagiers genoemd. De meeste landverhuizers krijgen een plek toegewezen in het zeer oncomfortabele tussendek en worden als vracht vervoerd. De oversteek van Antwerpen naar Rio de Janeiro is een ware be-proeving. De emigrantenschepen zijn zeewaardig, maar daar is dan ook alles mee gezegd. De eerste stoomschepen verschijnen al in de havens, maar de emigratiemaatschappijen varen nog met ge-stroomlijnde snelle zeilschepen. In de concurrentiestrijd is snelheid belangrijk. Schepen met dezelfde bestemming vertrekken tegelij-kertijd en de kapiteins maken er soms een zeilrace van. De Hol-landse brik Reinhardt van 235 ton, met gezagvoerder B. van den Sprinkel, doet er 62 dagen over. De Engelse brik Herald van 210 ton, met gezagvoerder M. M. Galicheu, 59 dagen. Iedere verande-ring van windrichting moet direct worden gevolgd door een veran-dering van de zeilen om snelheid te behouden of te vermeerderen. De kapiteins minderen bij opkomend slecht weer pas heel laat de zeilen met alle gevaren van dien. De bovendekpassagiers, maximaal 12 personen, reizen eerste klas in luxe ingerichte hutten en met overvloedige maaltijden. De honderden emigranten zitten dicht op elkaar gepakt op het tussendek. Zij hadden een ‘overtogtsverdrag’ getekend waarin stond: ‘de maatschappij zorgt voor ruime slaap-plaatsen tussendeks, zoet water en zonodig geneesmiddelen’. Maar zij moeten zelf voor het beddengoed zorgen en proviand voor de reis. (Zie Bijlage 2)

Tijdens storm gaan de luiken dicht. Slechts enkele kieren zorgen voor wat ventilatie. Zeeziekten verergeren de stank. Als de zee wild en woest is vliegt alles wat niet vastgebonden is door de ruimte. Kinderen klemmen zich vast aan moeder. In alle benauwdheid wordt gebeden en gezongen. Nakomelingen herinneren zich nog: “Heer het schip gaat op en neer, het is te hopen dat God ons mag bewaren”. In zes jaar tijd, tussen 1847 en 1853 vergingen in de Atlantische Oceaan 59 schepen.

De grotere schepen hebben een arts aan boord. Hij heeft de leiding over de emigranten en kan bij niet meewerken of overtredingen van de scheepsregels straffen uitdelen door bijvoorbeeld een deel van het rantsoen in te houden.

Page 21: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

Om zes uur ’s morgens is er thee. Het vuur om thee te koken wordt daarna snel gedoofd, vuur aan boord is zeer gevaarlijk. Daarna moet er gelucht worden. Bij gunstig weer wordt het kooigoed bui-ten gehangen, het tussendek geveegd en geboend en om acht uur is er ontbijt. De arts doet zijn ronde om te zien of er zieken zijn. Drinkwater wordt iedere dag uitgereikt. Behalve voor thee en kof-fie, krijgt elke volwassene anderhalve liter. Een fatsoenlijk bad ne-men is er niet bij. Eenmaal, soms tweemaal per week poedelt men wat met een emmer water, alleen als het geregend heeft is er zoet water. De kleren worden in zeewater gewassen en in de tuigage te drogen opgehangen. Als de kapitein midden op de dag met de sex-tant de positie van het schip bepaalt, drommen de mensen om hem heen om te zien welke afstand er is afgelegd. Om acht uur ’s avonds moeten de kinderen naar bed en alle anderen dienen om tien uur in de kooi te liggen, lange houten bakken met strozakken. Niemand mag aan dek slapen. De getrouwde mannen lopen bij toerbeurt wacht op het tussendek. Zij houden een oogje in het zeil en moeten ongeregeldheden voorkomen, zieken helpen, de lampen verzorgen, de luiken op aanwijzing van de arts openen of sluiten en letten op brandgevaar. Als beloning krijgen zij ’s morgens een borrel of kof-fie. Op zondag worden alle emigranten door de arts geïnspecteerd. Hij ziet er op toe dat ieder goed gewassen is, schone kleren aan heeft en er verzorgd uitziet. Na de inspectie is er kerkdienst. Er is veel tijd om na te denken en te praten over het nieuwe leven in Brazilië. De mensen halen de contracten en wervingsfolders nog eens tevoorschijn om na te lezen en te vergelijken met elkaar. De wildste verhalen gaan rond over het leven in Brazilië, over indianen en negerslaven. Op de boot leren kinderen elkaar nieuwe spelletjes en jongeren worden verliefd. Twee maanden samenleven in een schip, dicht op elkaar gepakt, veroorzaakt ook ruzies en problemen. Het zeilschip drijft soms bij zware storm of windstilte van zijn rou-te af waardoor de reis nog langer duurt en het eten gerantsoeneerd moet worden. Als bij weinig wind de tropenzon ook nog onbarm-hartig staat te schijnen groeien er onhygiënische toestanden aan boord en breken op de emigrantenschepen regelmatig epidemieën uit met diarree en buikgriep. Voor vrouwen en kinderen is de over-tocht zeer zwaar. Mensen worden ziek en niet iedereen overleeft de barre tocht. Er is rouw en verdriet als een kind of volwassene overlijdt. De dode wordt in een zeildoek gewikkeld, verzwaard met kolen en op een gladde plank gelegd. Vergezeld van een bijbeltekst en gebed laat men het lijk in Godsnaam de zee inglijden.

De hitte is in het schip ondraaglijk geworden. De mensen zijn aan het einde van hun geestelijke en lichamelijke krachten. Maar de roep “Land in zicht” geeft nieuwe energie. Iedereen holt naar het dek. Kinderen rollen over elkaar heen om ook iets te zien. Er wordt geschreeuwd van opwinding bij het zien van een smalle streep land aan de horizon. Een enkele pessimist twijfelt eraan of het wel

Page 22: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Brazilië is. Hoe dichter de boot het land nadert, hoe zenuwachti-ger men wordt. Langzaam zeilt het schip de Baai van Guanabara binnen, omringd door dicht begroeide heuvels en witte stranden waarop de heldere zee zich uitrolt. De drukte op de kade wordt zichtbaar. Slaven laden en lossen met kleine bootjes de schepen die niet aan de kade kunnen komen. Nadat de kapitein het anker heeft uitgegooid komt er een haven-functionaris aan boord voor controle van documenten en een eer-ste gezondheidsinspectie. De mensen staan al klaar, spullen gepakt, contract in de zak, blij van boord te kunnen gaan. Het schip is te groot om aan de kade te kunnen meren. Via een touwladder moeten de mensen niet zonder gevaar de overstap maken van het zeeschip in de roeiboot. De bagage wordt later gelost. Moe en zat van de reis komt de groep emigranten uit Schouwen-Duiveland en Zuid-Beveland op 20 mei 1858 aan. Eindelijk grond onder de voeten, maar met de schommeling van het schip nog in de benen. De Associação Central de Colonização helpt de emigranten verder en zorgt voor onderdak in de ‘Casa dos Imigrantes’ waar de mensen in quarantaine blijven en medisch gekeurd worden. De ‘Agência Central de Imigração’ registreert de landverhuizers en wie nog geen bestemming heeft kan er een krijgen. Op de kade is het een enorme drukte van honderden emigrantenfamilies, emigra-tieagenten, handelaren, geldwisselaars en bedelaars. Verschillende fazendas, bedrijven en particuliere kolonies werven in de haven nog families. Immigranten die grond willen kopen kunnen naar het ‘Instituto de distribuição das terras de volutas ao imigrante’ (Insti-tuut voor verstrekking van staatsgrond aan de emigranten).De Zeeuwen die in het bezit zijn van een contract van Beaucourt/Steinmann worden op het kantoor van de ACC maar zeer koeltjes ontvangen met hun dubieuze ‘Beaucourt-contracten’. Ze worden de ‘Colonos Beaucourt’ genoemd.

De ACC zorgt voor vervoer naar hun bestemmingen: - De Colônia aan de oevers van de rivier Rio Novo. - Colônia militar do Urucu, in de vallei van de rivier Mucuri. - Colônia Santa Leopoldina, aan de oevers van de rivier Santa

Maria.

De meeste Zeeuwse families die uit Antwerpen vertrokken zijn naar de kolonies in Espírito Santo gegaan. Maar een aantal zijn naar het zuiden van Brazilië gevaren, naar de kolonies Santa Maria de Sole-dade, Nova Petropolis en Santa Cruz in de staat Rio Grande do Sul en naar de kolonie Dona Francisca in de staat Santa Catarina. (Zie bijlage 3)Een aantal families hebben wij nog niet terug kunnen vinden na hun vertrek uit Zeeland. Zijn zij gaan werken op de koffieplantages in de staat Rio of São Paulo, of misschien omgekomen tijdens de reis?

Page 23: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

�. Kolonie Rio NovoOp 24 juni 1858 vaart de kustboot ‘Dom Afonso’ de haven bin-nen van het kustplaatsje Itapemirim met aan boord 10 Hollandse families en alleenstaanden en 7 Belgische families bestemd voor de particuliere kolonie Rio Novo.

Vanuit de haven worden zij naar de fazenda Pau d’Alho, gebracht. De reis gaat eerst nog door een vlak, rijk begroeid landschap tot zij in de heuvels komen nog bedekt met oerbossen. Enorme rots-partijen kenmerken het landschap, waarvan er twee bijzonder opvallen: de Frater en de Freira, de Broeder en de Zuster, een rotspartij die vele legendes kent. Volgens de bewoners waren er eens een Frade en een Freira die elkaar beminden. God zag het aan en schonk hen vergiffenis. Hij vereeuwigde de liefde van de twee beminden in twee bergen van graniet. De Zeeuwen en Belgen worden in Pau d'Alho ontvangen in een barak, waar zij een beetje bij kunnen komen van de reis. Con-tracten moeten worden getekend waarin de pacht en financiële

‘In kommervollen toestand’

Landkaart Rio Novo 1866

II

Page 24: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

zaken zijn geregeld. De nieuwe bezitters van de percelen grond zijn verplicht jaarlijks en voor altijd een bedrag aan erfpacht te betalen; zij dienen de gemaakte leningen en voorschotten in ge-deelten terug te betalen met de oogst; de voorschotten die van-af het moment van aankomst aan iedere familie of vrijgezel verstrekt zijn, moeten betaald worden na het verstrijken van een half jaar met 6% rente. De Associação zal niets in rekening brengen voor voedsel en onder-houd tot de tijd van de eerste

oogst, maar vanaf die tijd moeten de families of individuen zich-zelf onderhouden. Na de bureaucratische handelingen worden ze meegenomen naar de oevers van het riviertje São Caetano, een zijriviertje van het riviertje Pau d’Alho. Daar zijn 10 stukken land voor de Zeeuwen en 7 voor de Belgen uitgemeten.

In 1854, vier jaar voor aankomst van de Zeeuwse emigranten, richt de Portugeese slavenhandelaar majoor Caetano Dias da Silva in Rio de Janeiro, met een aantal aandeelhouders, de As-sociação Colônial Agrícola do Rio Novo op. Hij was al een sui-kerfazenda begonnen in Pau d’Alho waarop hij enkele slaven aan het werk had toen hij een jaar later het voorrecht kreeg van keizer Dom Pedro II een groot gebied langs de rivier de Itapemirim te exploiteren en de Colônia Rio Novo te stichten. De kolonie is zo groot dat hij duizenden families denkt te kunnen importeren. Met de ontbossing begint hij vanuit de oude fazenda Pau d’Alho, genoemd naar een plant die er veelvuldig groeit en in heel Bra-zilië wordt gezien als een teken van vruchtbare grond. Tijdens het opmeten en markeren van de gronden komen de soldaten die de landmeters moeten beschermen in conflict met indianen en enkele boeren die er wonen. Toch stuurt de regering in Rio de Janeiro in 1856 honderd Chinezen naar de kolonie van Cae-tano Dias. Hij geeft hun kleine stukken land met de verplichting daarop te planten in ruil voor een later te bepalen deel van de oogst. Ze worden door de opzichters als slaven gezien en ook zo behandeld, men is immers niet anders gewend. In de statuten van de nieuwe ‘Associação do major Caetano’ zoals het volk het bedrijf noemt, heeft de directeur als taak, volgens Artikel 4: het importeren van buitenlandse families; hen te laten wonen op 8 tot 12 hectare grond, waarvan zij bij gebleken geschiktheid en onder gunstige voorwaarden eigenaar kunnen worden. En vol-

Frater en Freira

Page 25: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

gens artikel 6: het met alle beschikbare middelen families aan te trekken uit binnen- en buitenland; de benodigde arbeiders uit binnen- en buitenland te contracteren om naast de slaven mee te laten helpen bij het werk van de Associação. Om aan deze taak te voldoen liet Caetano Dias da Silva in drie talen de folders drukken waarmee de ronselaars in Europa de boer op zijn gegaan. In Pau d’Alho ontmoeten de Zeeuwen de eerder aangekomen kolonisten. Vóór hen vestigden zich al twaalf Zwitserse families en enkele Fransen en Duitsers. Door hun ver-halen waren zij misschien al gaan twijfelen aan de belofte van een welvarende toekomst die Caetano Dias deed in zijn folders in Europa. Maar wat zij nu zien moet voor hen een enorme teleurstelling zijn. De grond waarvoor zij tekenden bestaat uit oerwoud en is niet volgens contract ontgonnen. Zij zullen het zelf moeten ontbossen. Er staat geen comfortabel huis op hen te wachten, maar slechts een hut met palmbladeren als dak. Er is geen koffieplantage aangelegd, geen maniok geplant, geen var-ken, geen pluimvee, niets is er te zien van de schone beloften uit de folder en het contract. De stukken land voldoen niet aan de regels van de landwet waarin geregeld is welke afmetingen zij moeten hebben en hoe ze moeten worden gemeten. Volgens Caetano Dias “wegens gebrek aan deskundige grondopmeters”. De gronden worden ook niet volgens de wet verdeeld, waarin staat dat de aangekomen immigranten hun ‘colônia de terra’ vrij Weg naar Rio Novo 1908

Page 26: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

moeten kunnen kiezen tegen de geldende prijs. De directie van de Associação blijft in gebreke en doet niets tegen dit onrecht. De mensen worden geteisterd door malaria en andere tropische ziekten. Van de 176 gezonde mensen die in Pau d’Alho aankwa-men uit Europa is in november 1858 al meer dan de helft gestor-ven. Er zijn geen artsen en geen medicijnen, er is geen school, geen kapel en geen religieuze assistentie. De landverhuizers zijn aan de grillen van Caetano Dias en zijn zoon overgelaten.

Bezoek van de keizerTwee jaar na aankomst van de Zeeuwen, op 7 februari 1860 be-zoekt keizer Dom Pedro II met zijn gevolg Rio Novo op uitno-diging van Majoor Caetano. Het is negen uur in de avond als de keizer in Pau d’Alho aankomt. Rijke fazendeiros in de omgeving hebben hun pompeuze huizen opgepoetst voor de ontvangst van de vorst. Zij verwachten veel van het eervolle bezoek. De Baron van Itapemirim bijvoorbeeld, laat door zijn 120 negerslaven over de oprijlaan tot aan het marmeren bordes een tapijt aanleggen van geparfumeerde bladeren versierd met bloemen. Aan weers-kanten van de ingang wachten twee levensgrote porseleinen leeu- wen de hoge gasten op. Zijn huis is een paleis met bibliotheek, biljartkamer en meubels van het duurste palissanderhout en staat klaar voor de ontvangst. Hoe groot is de frustratie als de keizer met zijn gevolg in volle vaart voorbij rijdt. Getroffen door een lichte beroerte kan de keizer zijn reis niet onderbreken. Dom Pedro II noteert wel in zijn verslag: “De colonos die ik gezien heb zagen er ziek uit en allen klaagden over de slechte behandeling die zij kregen. Er is gebrek aan een arts, een pater, een kapel. Ik hoorde van sommigen, maar dat kon ik niet goed nagaan, dat de contracten die zij met Caetano Dias getekend hadden niet werden nagekomen, zoals de belofte dat het bos gekapt zou zijn en er een huis op hun grond zou staan.” Behalve een gift bestemd voor de armen van Rio Novo ontvan-gen de katholieken een klok voor hun te bouwen kapel en de protestanten een gouden Avondmaalsbeker van de keizer.

Bezoek Zwitsers diplomaat Baron Johann Jakob von Tschudí, natuurkundige, arts en filo-soof, brengt op 15 november 1860 een bezoek namens de Zwit-serse regering aan de kolonie Rio Novo. De Baron vindt de kolo-nie zeer slecht ingericht met een eveneens slecht functionerende directie. Majoor Caetano Dias da Silva woont bijna permanent in Rio de Janeiro en heeft ruzie met zijn aandeelhouders. Tijdens zijn afwezigheid fungeert zijn zoon als vice-directeur, die volgens de baron voor van alles geschikt is maar zeker niet voor deze taak. Gustav Broom, de boekhouder van de kolonie is de enige die de mensen goed behandelt maar zijn bevoegdheden zijn beperkt. De boekhouding is slecht en onduidelijk. Niemand van de ko-

Page 27: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

lonisten weet waar hij aan toe is en hoeveel schuld hij heeft bij de Associação. Wat zij aan middelen ontvangen wordt genoteerd in een groot kasboek, maar zonder controle en dus gemakkelijk te frauderen. Het is een bron voor oproer van de immigranten. De baron beschrijft ook voorbeelden van ontucht met weeskin-deren die verkracht worden en zwanger gemaakt. Weesjongetjes worden naast slaven op de fazenda aan het werk gezet. De pro-pagandafolder van Caetano Dias die in Europa circuleert, waarin beloofd wordt en contractueel vastgelegd dat voor iedere immi-grant en zijn familie een stuk land van 7,5 tot 15 hectare ontgon-nen grond klaar ligt, inclusief koffieplanten en een comfortabel huis, vindt de baron het meest gewetenloos. “De mensen zouden moeten worden schadeloos gesteld voor deze schandalige misleidende propaganda en voor de onrechtvaardige behandeling die zij ontvan-gen”, aldus Baron Johan Jakob von Tschudí.Over de Hollanders en de Belgen in de kolonie schrijft hij: “Helaas kon ik niet de nederzettingen van de Hollanders en Belgen bezoeken. Er is geen doorgang om hen per paard te bereiken. Maar op mijn terugweg naar de fazenda ontmoette ik een groot aantal van deze colonos. Zij stonden mij op te wachten om hun wensen en klachten te vertellen. De klachten van hen zijn zoals van de andere colonos in Rio Novo en richten zich vooral tegen Caetano Dias en zijn gewetenloze zoon. Hun grootste klachten zijn gerelateerd aan de brutaliteit en gewelddadigheid van deze laatste, aan de onregel-matige, onvoldoende en bedorven levensmiddelen die zij ontvangen, die contractueel beloofd zijn en de afwezigheid van een kerk, school en een deskundige arts. Alle kolonisten prijzen de vruchtbare grond en bekennen wel veel hoop te hebben voor de toekomst, op de voor-waarde dat de kolonie overgenomen zal worden door de staat”. Andere klachten die de baron noteert zijn het gebrek aan vervoer en de abnormaal hoge prijzen in de winkel van de Associação. De baron heeft de klachten van de kolonisten in zijn rapport doorge-geven en daarmee bevorderd dat een dominee vanuit Zwitserland naar de Colônia Rio Novo wordt gestuurd. De aandeelhouders in Rio de Janeiro van de Associação do Ma-joor Caetano zien niets terug van hun investeringen en betalen niet meer. Caetano Dias komt in grote geldzorgen. De kolonie raakt meer en meer in verval. De majoor is niet meer te vinden op de fazenda en verblijft steeds in Rio de Janeiro op zoek naar geld. Er zijn opstanden van slaven. Enkele slaven vluchten, maar worden weer gepakt en door de zoon van Caetano op barbaarse wijze afgeslacht. Het is bij wet verboden slaven te brandmerken, maar een advertentie in de krant vermeldt: “25 milreis beloning voor de vinder van twee gevluchte slaven van Majoor Caetano Dias da Silva met de brandmerken C.D.S. in hun bovenarm en rug”. Het gaat zo slecht met de kolonie, dat de majoor ten einde raad bij de overheid aanklopt voor een lening. De enige oplossing is om de kolonie onder beheer van de regering te brengen.

Page 28: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Steun gevraagd voor een Hollandse familieNa het bezoek van Dom Pedro II neemt het keizerrijk de kolonie op 7 oktober 1861 over. De Associação “Majoor Caetano” telde 929 colonos in 1859, op het tijdstip van overdracht aan de rege-ring is dit aantal gereduceerd tot 387 colonos.De armoede en de ellende waarin de Zeeuwse families leven is groot. De nieuwe directeur Carlos Kraus van de nu regeringsko-lonie Rio Novo, vraagt in een brief uit 1862 steun aan de presi-dent van de Provincie voor een Hollandse familie: “Het is mijn plicht uw aandacht te vragen en die van de regering voor een Hollandse familie. Het hoofd van deze familie is Reinier van Gastel die al bij aankomst in de Colônia zijn vrouw verloor en daarna al zijn kinderen die de anderen nog konden onderhouden. Vandaag is hij oud en ziek. Noch hij, noch een van de vier kinderen die overgebleven zijn kunnen overleven met hun werk. De jongens zijn door ziekte verzwakt en leven van wat anderen hun geven en van kleine karweitjes”. Reinier van Gastel, mandenmaker, was 54 jaar toen hij met vrouw en 7 kinderen uit Zierikzee vertrok. Veel families leven na drie jaar nog steeds in de eerste onderko-mens, vervallen hutten bedekt met palmbladeren op de harde, bij regen modderige grond. Verbindingswegen zijn heel slecht. De gezinnen leven in misère en lijden honger. Er is geen katholieke Een straat in Rio Novo 1910

Page 29: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

kapel, ondanks de belofte. Het geld dat door de regering voor de bouw van de kapel was gestuurd is veel te weinig. De pater cele-breert de mis in zijn eigen huis en ook voor de gebedsbijeenkom-sten van de protestanten is geen ruimte. Zij komen bijeen in het huis van de evangelische dominee Pflüger. Ook hij woont in een huis bedekt met bladeren en in zeer slechte staat. De nieuwe di-recteur waarschuwt de regering dat als er niets aan gedaan wordt de dominee zal vertrekken en dat zullen de kolonisten verschrik-kelijk vinden. Dagelijks komen mannen bij de directie met het verzoek te mo-gen vertrekken van hun grond om als dagloner ergens anders te kunnen gaan werken. De directeur ziet hier echter een probleem in, want zo dreigen de kolonisten zich los te maken van de schul-den die zij hebben aan de kolonie. De aanhoudende klachten in de loop van de jaren worden door de overheid beantwoord met stapels papier, brieven en documenten zonder enig resultaat. Na vijftien jaar misère vluchten families weg naar andere stre-ken, met achterlating van hun schulden. In 1875 dient een groep een klacht in bij de politie van Itapemirim over het wanbeheer van de directie, over hoe de mensen uitgebuit worden en hoe zij met hun kinderen midden in het oerwoud neergezet werden om onder miserabele omstandigheden te moeten werken. Zij vertel-len hoe velen van hen, om niet te sterven van de honger, dode ezels, ratten en aasgieren eten. Zij klagen over gebrek aan een arts en medicijnen en vertellen over immigranten die moeten bedelen om te overleven, over ziektes die hele families hebben uitgeroeid.Enkele jaren na de overname van de kolonie door de regering gaat de bevolking weer groeien. Op 6 maart 1880 wordt de rege-ringskolonie Rio Novo een district van de stad Itapemirim en in 1893 een zelfstandige gemeente met de naam Rio Novo do Sul.

Rio Novo do SulIn het jaar 2000 is Rio Novo do Sul een vriendelijk en levendig stadje met 12.000 inwoners, nakomelingen van vooral Italianen, Zwitsers, Duitsers, Fransen en Hollanders. Tijdens het keizerrijk werd Rio Novo gezien als het meest dwaze stadje, door de grote hoeveelheid inwoners van allerlei culturen en nationaliteiten. Men noemde het stadje één van de torens van Babel van het ko-loniale Brazilië. Niemand van de Zeeuwse families heeft ooit de beloofde grond kunnen kopen. Hoe hard vader, moeder en kinderen ook werk-ten op het land, zij bleven afhankelijk van de Associação en kon-den geen enkele economische vooruitgang bereiken. Zij zochten een betere toekomst voor hun kinderen, maar in 1867 was er nog geen school voor de 200 kinderen in de schoolleeftijd. Het Por-tugees werd niet onderwezen. De kinderen van de pioniers moes-ten meewerken op het land en bleven daardoor binnen de eigen

Page 30: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�0 I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Rio Novo do Sul, BR 101 loopt dwars door het stadje

sociale kring zonder mogelijkheden voor verdere ontwikkeling. In de oude bevolkingsregisters komen de namen Margarida van Gastel, João Hollander, Pedro de Bruyn, Poortvliet en Kooyman voor, stille getuigen van de Zeeuwse emigranten. Levende getuige is de familie Wanguestel in Cachoeiro de Itapemirim, zij zijn na-komelingen van de mandenmaker Reinier van Gastel en Johanna Smit en hun zeven kinderen, waarvoor steun werd gevraagd. Voor het gemeentehuis van Rio Novo do Sul staat op een sokkel het borstbeeld van Caetano Dias da Silva. Is het van de stede-lingen een eerbetoon aan de majoor Caetano om hem op een dergelijke plek waar iedereen wel eens langs komt op een sokkel te plaatsen, of is het een oproep om toch vooral de eerste zwarte bladzijden uit het verhaal van de Colônia Rio Novo niet te verge-ten? Dwars door het stadje, over de plek waar de Zeeuwse fami-lies hebben geworsteld met de natuur en geknokt voor een nieuw bestaan in Pau d’Alho, dendert nu het vrachtverkeer over de BR 101. De weg is een belangrijke verkeersader langs de kust van Brazilië. Nog steeds komen er duizenden migranten langs, op weg naar een nieuw bestaan. Families die door droogte, armoede en misère wegtrekken van het noorden naar het zuiden en van het zuiden naar het noorden. Bij Rio Novo do Sul wordt vaak even gestopt om de Frater en de Freira te bekijken.

Page 31: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

�. In het dal van de Mucuri“Pas op, of ik stuur je naar de Mucuri!” waarschuwden ouders hun kinderen als zij ongehoorzaam waren want naar de Mucuri gestuurd worden was wel het ergste wat je kon overkomen. Het overkwam de Zeeuwse families van Schouwen-Duiveland en Zuid-Beveland, die in Zeeland of in Rio de Janeiro een contract tekenden met de Associação Central de Colonização (ACC). In juli 1858 komen met een kustboot 12 echtparen en 51 kinderen aan in Sao José do Porto Alegre, het uiterste noorden van Espírito Santo op de grens met de staat Bahia. Waarom en met welke motieven deze families naar de Mucuri zijn gegaan en de anderen naar Rio Novo is niet duidelijk. Een lijst met namen werd door de Franciscaan Frei Olavo Timmers (1901-1990) meegebracht toen hij in 1966 met verlof naar Nederland kwam. Hij werkte als missionaris in de streek en maakte als eerste de aanwezigheid van de Zeeuwen in de Mucuri bekend. De namen had hij opgetekend uit een verslag over de Companhia do Mucuri van 1862. Deze lijst omvatte 84 personen, waaronder 15 Belgen. De ‘Colonos Beaucourt’, zoals de landverhuizers voor de Mucuri genoemd worden, moeten de bevolking van de Colônia Militar do Urucu gaan versterken. Deze militaire kolonie ligt aan de weg

Er kwamen in 1858, 60 Hollanders aan in Rio Novo.De kolonie telde in 1861 54 Hollanders op een totaal 855 personen1862 35 3781865 19 5951866 9 6161867 15 7091871 ? 9581875 20 20621877 13 30921879 ? 5000

Landkaart Colônia Militar Urucu en de weg

Santa Clara Philadelfia 1866

Page 32: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Nanuque voorheen Santa Clara aan de Rio Mucuri, 1900

van Santa Clara naar Filadélfia, het huidige Nanuque en Teófilo Otoni. Wat deze families moeten door-maken is moeilijk voor te stel-len. De Companhia do Mucuri is verantwoordelijk voor het transport vanaf Rio de Janeiro. Met een rivierboot en een paar schuiten op sleeptouw voor ba-gage varen ze over de Mucuri het binnenland in tot de eerste grote waterval bij de nederzetting San-ta Clara. Daar worden zij in een loods ondergebracht. Het laatste

gedeelte van de reis moet lopend worden afgelegd. De bagage gaat mee op ossenkarren. De confrontatie met het Atlantische regenwoud is wreed voor de Zeeuwse emigranten. Hun lichaam, huid, ogen en oren zijn hier niet op ingesteld. Ontzagwekkende bomen en een dicht bladerdak, aaneengeregen door lianen, laten geen zonlicht door. Struiken en allerlei andere obstakels versper-ren hun weg. Muggen en vreemde insecten zwermen om hen heen en vormen soms hele wolken die naar binnen willen drin-gen via mond en neus. Hun lange warme Zeeuwse kleren bieden nog wat bescherming. Vanwege de hitte en het gevaar dat india-nen, die zich in het oerwoud schuil houden onverwacht kunnen aanvallen, lopen zij ’s nachts door, over vers uitgehakte bospaden. Na zo nachten voortgesukkeld te hebben komen ze eindelijk aan in de Colônia Militar Urucu. Vanaf de haven hebben zij er zes dagen over gedaan.

Militaire kolonie Urucu De directeur van de ‘Colônia Militar’, kapitein Manoel Joaquim de Barros, ligt ernstig ziek op bed als zij aankomen. Hij kan geen aandacht geven aan de huisvesting van de immigranten. Ze wor-den overgeleverd aan de grillen van de militairen. Net als de sol-daten moeten ze op houten britsen slapen, vrouwen en kinderen gescheiden van de mannen. Het eten is op rantsoen vanwege de heersende droogte. In de militaire kolonie ontmoeten zij behalve Braziliaanse soldaten ook enkele indianen, gecontracteerde Chi-nezen en immigranten uit Madeira. Na een paar dagen van rust worden enkele voormannen meege-nomen, een eind verder de bijna ondoordringbare wildernis in, vol kruipend, springend en vliegend ongedierte. Ze zijn werkelijk beland in een groene hel. De soldaten wijzen aan: “van deze boom tot die daarginder is voor jou en van daar tot daar voor je buurman”. Spaden en bijlen worden uitgedeeld. Met honger in hun lijf moeten de Zeeuwen

Page 33: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

in het oerwoud een plek vrijmaken zonder verdere hulpmidde-len, zonder paarden of ossenkracht. Nooit eerder zagen zij zulke grote bomen zo dicht op elkaar ge-drongen. Zo’n woudreus blijft, nadat hij met veel moeite aan twee kanten nagenoeg is doorgekapt, staan want boven aan de kruin zit hij dan door lianen nog verward met al de daar omheen staande bomen. Om een open plek te krijgen moeten ze soms eerst een half dozijn bomen kappen, waarna het mogelijk is dat door een windvlaag of wanneer een van de bomen een zwen-king maakt, het hele stel tegelijk donderend naar beneden komt met een enorm lawaai dat soms wel een uur ver te horen is. Het is zaak om wanneer je dat ziet aankomen te maken dat je weg komt. Vogels vliegen op. Bomen en takken ploffen krakend neer met een warreling van bladeren en stof. Het is voor de Zeeuwen niet te doen. Van de kazerne komt geen hulp. Uiteindelijk stelt Teófilo Otoni, de directeur van de Companhia do Mucuri, enkele slaven en ossen beschikbaar. Deze slaven heb-ben ervaring. Wat van het hout niet gebruikt kan worden wordt verbrand. Daarna moeten de wortels van de woudreuzen, die soms hon-derden jaren oud zijn, worden verwijderd en de grond bewerkt. Pas als dat allemaal gebeurd is kan men gaan zaaien, planten en wachten op regen. Inmiddels kunnen de mannen van takken en leem een huisje bouwen, en als alles meeloopt, kunnen enkele weken later vrouw en kinderen komen en enkele maanden la-ter de oogst van bonen en maïs worden binnengehaald. Tot die tijd zal voedsel worden verstrekt. Maar de droogte houdt aan, ondanks hun bidden en smeken blijft de regen uit. Gebrek aan voedsel is het gevolg, ook is er geen melk voor de kinderen. De mensen worden geteisterd door malaria, gele koorts en tyfus. Velen lopen rond met wonden op armen en benen, veroorzaakt door zandvlooien, teken en vreemde insecten. Er komen ongecontroleerd nog meer landverhuizers uit Europa bij, allemaal met dezelfde droom van een welvarend leven in een tropisch paradijs. Teófilo Otoni wordt er door overvallen. Het is voor de Zeeuwen een drama met ziekte, kindersterfte, desillusie, alcoholisme, honger en dood. Hun energie en moed vloeien weg de grond in. Hoe kon dit gebeuren? Wie was verantwoordelijk voor dit drama?

Maatschappij de MucuriDe regering van de staat Minas Gerais verleende in 1847 aan Teófilo Benedito Otoni en zijn broer Honório Benedito Otoni vergunning om in de vallei van de Mucurí een scheepvaart- en handelsmaatschappij te beginnen. Het bedrijf krijgt alle steun van de regering voor de civilisatie en kolonisatie van het gebied: het alleenrecht voor de stoomvaart op de Mucuri; grondrechten voor de kolonisatie; recht om wegen

Page 34: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

aan te leggen en tol te heffen; 80 jaar vrijstelling van staatsbelas-tingen. Ook krijgen de Otoni’s toestemming voor het bouwen van een kazerne voor 30 manschappen, om het bedrijf en de immigran-ten te beschermen tegen de indianen. Teófilo Otoni zijn ideaal is om van het gebied een germaans gebied te maken. “Aan de oevers van de Mucuri zal een klein paradijs ontstaan”, is zijn boodschap, zoals in 1825 pater Marcelino de oevers van de Rio Doce ook al het “paradijs van Brazilië” noemde. Teófilo Otoni bouwt een kleine nederzetting, het centrum voor de onderneming en als li-beraal noemt hij deze Filadélfia, dat staat voor naastenliefde en omzien naar elkaar. Het bedrijf gaat met grote ambitie het Atlan-tisch oerwoud te lijf. Het wordt een confrontatie met een nieuwe wereld en een botsing van culturen.

De onderneming krijgt niet alleen met het moeilijk doordring-bare oerwoud te maken, maar ook met indianen van verschil-lende stammen die “Botocudos” worden genoemd, vanwege het gebruik van de “botoque”, een ronde schijf in lippen en oorlellen. De wildernis is niet zo ongerept als het lijkt. Wat voor de blanken een onbewoonde wereld is, is in werkelijkheid de leefwereld van meerdere indianensamenlevingen. Teófilo Otoni tracht met eten en gereedschap het vertrouwen van de Botocodus te winnen. Maar tegen de ideeën van Teófilo Otoni in, verjagen de soldaten de indianen op een verschrikkelijke manier. Zij zien hen als zeer gevaarlijke dierlijke kannibalen en wrede strijders. Volgens Otoni gedragen de soldaten zich wetteloos en bestrijden ze de indianen met barbaars geweld. In de kazerne heerst een complete anarchie. Uit een rapport van Teófilo Otoni:“Tot schande van de geciviliseerde wereld geven deze gewetenloze sol-daten kleding aan de Botocodus, besmet met mazelen en andere ziek-ten, waartegen de indianen niet bestand zijn. Ze jagen op indianen

als waren het dieren en overvallen hun nederzettingen in de vroege morgen als ze nog slapen. Ze roven hun wapens en slachten de man-nen af. Ze misbruiken vrouwen en kinderen en nemen hen mee als slaven”.

Voor zijn compagnie liet Teófilo Otoni arbeiders werven in Duitsland door het bureau Schlobach & Morgenstern in Leipzig. Twee jaar voor de komst van de Zeeuwen kwamen de eerste im-migranten uit Duitsland en Zwitserland aan. Zij moesten de weg aanleggen tussen Filadélfia en Santa Clara, een weg van 170 km dwars door het oerwoud. Pas na voltooiing van de weg konden zij een stuk grond toebedeeld krijgen.Als in Europa de Associação Central de Colonização (ACC) ook landverhuizers gaat werven waarschuwen de emigratieagenten

Page 35: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

van Otoni, dat zijn Companhia do Mucuri grotere investeringen zal moeten doen om de beloften die door de ACC gedaan wor-den aan de emigranten na te kunnen komen. Als de eerste zen-ding emigranten van de ACC aankomt wordt het negatieve effect van die beloften duidelijk. Otoni beschuldigt de ronselaars van de ACC ervan maar lukraak mensen aan te nemen. Hij neemt dat de ACC en de regering zeer kwalijk: “Zij sturen 162 Hol-landers en Belgen, die bekend staan als de ‘Colonos Beaucourt’ en gerekruteerd zijn in de bars en kroegen van Antwerpen. Het zijn lui die uit de gevangenissen zijn gehaald, vlottend volk, kermisgasten, gedroste matrozen, gelukzoekers, licht vrouwvolk en zo meer. En het ergste is dat het geen landbouwers zijn”.Gezien de lijst met familienamen van 1862 die pater Olavo Tim-mer in 1966 tijdens zijn verlof meebracht blijkt dit voor wat betreft de Zeeuwen niet te kloppen. Het zijn ambachtslieden geweest, zoals schoenlappers, timmerlui en mandenmakers, boe-renknechten en dienstmeiden. Otoni vraagt aan de Hollanders hun contracten van de ACC te tonen en deelt hun mee dat hij en de regering geen enkele verantwoording nemen voor de in Eu-ropa afgesloten contracten, alleen voor die in Rio de Janeiro zijn afgegeven. Hij was als directeur van de Companhia do Mucuri slechts verantwoordelijk voor het transport van de Hollanders en Belgen en niet voor de Colônia Militar do Urucu. De meeste ge-ven hem de folders en de propaganda van de ACC, maar enkelen scheuren voor zijn ogen hun contract aan flarden.

Teófilo Otoni vervolgt in zijn verslag van 3 december 1858 over de Colônia Militar do Urucu: “De kolonisten zijn allemaal, zonder twijfel, naar de Colônia Militar Urucu gestuurd door emigratie-agenten met fantasieën van een vooruitzicht dat voor elke familie zo’n vrolijk elegant en comfortabel huis klaar staat, zoals aan de oevers van de Schelde. Huizen, net zo pittoresk als in de omgeving van Den Haag en Amsterdam en gebouwd tussen prachtig glooiende heuvels bedekt met mals groen. Bij het mooie huis rekenden zij zeker op vee, een bevolkt kippenhok en een paard om tochtjes te maken. Met dit visioen dat de Hollanders en Belgen voor ogen hadden, zijn ze vertrokken uit Europa. Maar wat zij vonden was slechts een ka-zerne met houten britsen als eerste opvang. Het werd een enorme en onbeschrijfelijke deceptie”.

Noodkreet aan het ConsulaatDe Hollanders en Belgen nemen initiatief en schrijven een brief aan het Belgisch en Nederlands consulaat met daarin hun pro-blemen, klachten en protesten tegen het bestuur van de Colônia Militar do Urucu. Tegelijkertijd schrijven zij ook aan de minister van het keizerrijk. De brieven overhandigen zij aan Teófilo Otoni en hij brengt de brieven over aan de consulaten in Rio de Janeiro met een begeleidend schrijven:

Page 36: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Helaas zijn de stukken uit deze periode van het Nederlands ge-zantschap in Rio de Janeiro, volgens het Nationaal Archief in Den Haag, door klimatologische omstandigheden verloren ge-gaan.

‘Zie de ellende van de Hollanders’ In Santa Clara, een dorp met 500 inwoners, breekt een epidemie uit van tyfus die gepaard gaat met hoge koortsaanvallen. Ouders en kinderen hebben zwaar te lijden, voelen de dreiging van een onontkoombare dood. In massa vluchten zij die nog kunnen het dal van de Mucuri uit. Op 27 januari 1859, een half jaar na de aankomst van de Zeeu-wen komt Dr. Robert Avé-Lallemant, een Duitse arts en na-tuurkundige uit Lubeck, aan in de haven van São João de Porto Alegre. Hij treft dertig vluchtende kolonisten aan, sommigen al stervende. De mensen zeggen tegen Lallemant dat hij eerst naar de Hollanders moet gaan kijken. Ook in Santa Clara verzoeken

Ilmo Senhor Eduardo Pecher, digno cônsul da Bélgica, no Rio de Janeiro e o Senhor cônsul da Holanda,“Enkele Belgische en Hollandse colonos overhandigden mij deze brieven met daarin hun klachten en protesten tegen de leiding van de Colônia Militar do Urucu en tegelijkertijd overhandigden zij mij een brief gericht aan de Exmo senhor ministro do Império, welke beide ik vandaag aan u doe toekomen.”Teófilo Otoni beschrijft in zijn brief de strubbelingen met de geldelijke ondersteuning die de Belgen en Hollanders ontvingen en dat, dankzij zijn interventie de betalingen nu goed verlopen. Het zal ook weer goed gaan met hen, want de tijd van oogsten komt er aan en die belooft goed te worden verwacht hij. “Ik heb een groot aantal van hen ziek aangetroffen. De sterftegevallen onder hen zijn opmerkelijk hoog. Grootste oorzaken zijn het gebrek aan levenscomfort van deze arme mensen, de meeste brachten nog geen kist, geen matras mee, niemand heeft enig idee van wat cultuur is. Ik vraag uw aandacht voor de zending Hollanders en Belgen die een half jaar geleden naar de Colônia Militar do Urucu werd gezonden. Het is duidelijk dat uw landgenoten hun ongelukkige situatie meer aan zichzelf te wijten hebben dan aan het bestuur en de directie van de Colônia of aan de plaats.” Waarmee hij zichzelf in deze brief vrij wil pleiten van enige schuld. Wel vindt hij het zijn plicht hen te helpen en te herstellen wat hersteld kan worden, maar het bestuur van de Colônia Militar blijft verantwoordelijk. Teófilo Otoni acht zich niet verantwoordelijk voor de situatie waarin de Hollanders verkeren: “Ik heb gedaan wat in mijn vermogen lag en heb mijn broer, dr. Ernesto Otoni, arts, naar de Colônia gestuurd om de zieken te helpen. Ik stuurde hulp bij de ontginning van het bos zodat zij gemakkelijker konden planten. Wetende dat u zich voor uw landgenoten interesseert breng ik u dit onder uw aandacht. God behoede u vele jaren.Filadélfia, 15 januari 1859.Getekend, Teófilo Benedito Otoni

Page 37: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

verschillende landverhuizers hem met aandrang toch vooral de Hollanders niet over te slaan in de Colônia Militar do Urucu en dat hij hun ellende met eigen ogen moet aanschouwen. De broer van Teófilo Otoni, arts Ernesto Otoni, waarschuwt hem dat hij bij de Hollanders trieste dingen zal zien en horen. Als Lallemant in Santa Clara komt en daar de misère ziet van de mensen die worstelen om aan de dood te ontsnappen, wordt hij hevig geraakt en geschokt stuurt hij brieven naar de regering in Rio de Janeiro, naar de ACC en naar Europa over de situatie die hij in de Mucuri aantreft. Hij schildert in zijn verslag “Viagem ao Norte do Brasil” een diep treurig beeld van het lijden van de mensen en publiceert daarover in april 1859 in Rio de Janeiro. Uit het verslag van Dr. Lallemant: “Moeder Cornelia Koole, (vrouw van Cornelis Koole) zat in zichzelf gekeerd met drie kinderen in haar rancho. Bij mijn binnentreden in haar huisje, als je dat ding zo noemen mag, werd er van mij en van mijn begeleider geen enkele notitie genomen, zodat ik tot Dr. Ernesto zei: Die vrouw schijnt geestelijk gestoord te zijn. Doch ik won spoe-dig haar vertrouwen en ze vertelde mij in een vlaag van woede over het verdriet dat haar was overkomen, hoe vier van haar zeven kin-deren wegens gebrek aan voldoende eten gestorven waren, kinderen van vier, zes, zeven en tien jaar en hoe dat ook nog bij een andere vrouw zo gegaan was. In mindere mate was dit de meeste families overkomen. Ze vertelde ook hoe de woedende commandant van de Colônia Militar, toen ze om hulp smekend voor zijn huis waren ge-komen, de moeders met bedreigingen en de gemeenste scheldwoorden weggejaagd had. Overal lagen zieken, vooral met verzwakte benen en diepe beenwonden. Hele families lagen te bed of wat daarvoor door moest gaan. Geen dokter had hen bezocht, noch had ooit een troostende ziel hen opgezocht”.In het verslag gaat Lallemant tekeer tegen Teófilo Otoni, ‘‘die het kostbare Duitse bloed misbruikt om het zweet van de Afrikaanse sla-ven te vervangen.” Hij schrijft over de emigratieagentschappen als “die criminele Duitse handelaren in Duits vlees” en over de Com-panhia do Mucuri “dat menselijk abattoir”. Lallemant zweert het bedrijf te zullen liquideren en hij raadt de mensen aan om deze hel zo snel mogelijk te ontvluchten en te vertrekken uit het dal van de Mucuri.

Als gevolg van zijn brieven stuurt de regering in Rio de Janeiro een afgevaardigde en de ‘Tieté’, een militair stoomschip naar de Mucuri om de kolonisten, vrouwen en kinderen die ziek zijn op te halen en de vluchtenden mee te nemen. Het schip komt daar op 5 maart aan. Een aantal van deze kolo-nisten zijn na aankomst in Rio de Janeiro doorgereisd naar de staten Santa Catarina en Rio Grande do Sul in het zuiden van Brazilië.(Zie bijlage 3)

Page 38: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Zeven maanden na aankomst van de 162 Hollanders en Belgen waren er 36 overleden. Bij aankomst in 1858 werden 79 Zeeu-wen geregistreerd, in 1862 is hun aantal geslonken tot 60. Vier vrouwen zijn weduwen geworden: Cathrina Krijgsman, Elisa-beth Vermeulen, Cornelia Wagemaker en de genoemde Cornelia Koole. Van alle gezinnen is het aantal gezinsleden ofwel gelijk gebleven ofwel kleiner geworden. De familie Jacob Hagestein uit Bommenede telde 7 personen toen zij vertrokken, in 1862 waren er vijf overleden. Het verslag van dr. Lallemant heeft grote gevol-gen voor Teófilo Otoni. In 1861 neemt de regering de Compan-hia Vale do Mucuri over. In Europa groeit verzet tegen emigratie naar Brazilië en naar de Mucuri in het bijzonder.

Een waarschuwingHeeft de brief van de Hollanders aan het Consulaat in Rio de Janeiro met begeleidend schrijven van Teófilo Otoni de regering in Nederland bereikt?

In juli 1860 stuurt de Commissaris des Konings in de Provincie Zeeland in opdracht van de Minister van Buitenlandsche Zaken een Circulaire rond met een waarschuwing. Er zijn verzoeken van de Zeeuwen vanuit Rio Novo en uit de Colônia Militar do Urucu naar de Hollandse overheid gegaan om hen uit hun be-narde positie te bevrijden. Jan de Moor pleitte in 1632 voor de kolonisten die in erbarmelijke omstandigheden achterbleven aan de oevers van de Amazonerivier. Zij werden door de WIC opge-haald. Deze keer zijn de oproepen van de Zeeuwen tevergeefs. De Nederlandse regering geeft niet thuis en trekt haar handen af van de landverhuizers want schrijven zij, zoals ook Teófilo Otoni schreef in zijn begeleidende brief aan het consulaat: “zij hebben dit geheel aan zichzelve te wijten.” Een week later verschijnt in de Goessche Courant een waarschu-wing. Die waarschuwing en ‘eenige onpartijdige voorlichting’ kwamen te laat, want de eerste families waren al bezig het oerwoud te kap-pen in Espírito Santo.

Circulaire Commissaris des konings 1860

Circulaire nr 82 van 16 julij 1860, A, no 7830, 1ste afdeeling:

Aan de heeren Burgemeesters en Wethouders der gemeenten in de provincie Zeeland, Naar aanleiding van een brief van den Minister van Binnen-landsche Zaken heb ik mitsdien de eer, uwe aandacht op dit onderwerp te vestigen en u te verzoeken, de waarschuwing te doen in elk ter uwer kennis komend geval, dat redelijker wijze kan geacht worden daartoe aanleiding te geven.

Page 39: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

NakomelingenDe nederzetting Filadélfia, het cen-trum van de Companhia do Mucu-ri, kreeg in 1881 de naam van haar grondlegger Teófilo Otoni. De stad telt nu 250.000 inwoners en staat bekend als de stad van de edelstenen. De Praça Germánica herinnert aan de droom van Teófilo Otoni om van de Mucuri een germaans gebied te maken. Een beeldengroep midden op de praça straalt germaanse trots uit. Santa Clara ligt in de gemeente Nanuque, genoemd naar één van de indianenstammen, de Nak-Nanucks, die leefden in de serra dos Aimorés. Van de 170 kilometer lange weg tussen Filadélfia en Santa Clara is een stuk van 200 meter over als een

GOESSCHE COURANTMaandag 23 Julij 1860

Binnenlandsche BerigtenVan tijd tot tijd worden aan de regering verzoeken gericht, om aan personen uit Nederland afkomstig, doch die zich als landverhuizers naar elders hebben begeven, bij het niet ver-wezenlijken hunner vooruitzichten buitenslands, middelen te verstrekken om hen in staat te stellen naar Nederland terug te keeren. Maar bijzonder is zulks het geval met dezulken die naar Brazilië zijn gegaan. Daar aan die verzoeken geen gunstig gevolg kan worden gegeven, kan daaruit voortvloeijen dat zulke personen buiten ‘slands in ongelegenheden en in meer of min kommer-vollen toestand geraken. Hoewel zij dit geheel aan zich zelve hebben te wij-ten, zou het echter welligt eenigen tot meerdere voorzigtig-heid kunnen opwekken, wanneer zij, die zich met der woon naar buiten ‘slands wensch te begeven, bepaaldelijk wierden gewaarschuwd, dat hun van wege de nederlandsche regering geene ondersteuning in den vreemde kan worden verstrekt, indien zij daar in behoeftigen staat mogten geraken. Het is dientengevolge dat op uitnoodiging van den minister van binnenl. Zaken, de aandacht der gemeente-be-sturen op dit onderwerp is gevestigd, met het verzoek de in deze bedoelde waarschuwing te doen in elk ter hunner kennis komend geval, dat redelijkerwijze geacht kan worden daartoe aanleiding te geven.

IdentiteitskaartWarley wan der Maas Krettli

Page 40: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�0 I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

getuigenis van deze geschiedenis. Het was een van de eerste en drukste wegen van het keizerrijk. De Zeeuwen die de tragedie in de vallei van de Mucuri hebben overleefd, vermengden zich met nakomelingen van Duitse, Italiaanse of Chinese immigranten. Sommigen trouwden met leden van de Duits sprekende familie Jan Krettli, een Zwitser, die door Teófilo Otoni gecontracteerd werd om als Duits sprekende tolk en voorman dienst te doen bij de Hollanders. De heer en mevrouw Krettli-van der Maas, bezitten nog steeds grond in de omgeving van de Colônia Mili-tar Urucu, het huidige dorp Carlos Chagas. De familie van der Maas is een bekende en uitgebreide familie in Teófilo Otoni en omgeving. Enkele namen van de Zeeuwse families leven voort in de Vale do Rio Mucuri, met soms kleine veranderingen: Brou-wer, Colen (Koole), Hoogestein (Hagesteyn), Jonker, Krijgsman, Wandermaas (Van der Maas), Vanderree (Van der Ree), Vermeu-len, Wagemaker.De nakomelingen van de Zeeuwen weten zo goed als niets meer van hun voorouders. Herinneringen aan Holland en Zeeland zijn uitgewist. Mevrouw Kretli-van der Maas: “We waren heel arm, documenten en oude foto’s zijn verloren gegaan in de loop der jaren”. De Hollanders die men kent in de streek zijn de broeders Franciscanen. Zij leven en werken sinds 1905 in Teófilo Otoni en omgeving.

Page 41: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

�. Kolonie Santa LeopoldinaOp 16 juni 1859 vaart met enkele luide stoomfluiten de kust-boot Mucury de baai van Vitória binnen met aan boord tiental-len emigrantenfamilies voor Espírito Santo. Tussen hen twaalf Zeeuwse families uit het Land van Cadzand, 27 volwassenen en 35 kinderen. Aan bakboord zien zij hoog op een berg het klooster Nossa Sen-hora da Penha liggen. Verderop aan stuurboord Vitória met in de bovenstad het paleis van de Provincie, waar Piet Heyn met zijn manschappen van de trappen werden verdreven. De Zeeuwen varen tussen kerk en staat door Espírito Santo binnen. Achter de heuvels aan de horizon, wacht hun nieuwe land.Op de kade worden de aangekomen immigranten ingedeeld volgens land van herkomst en naar verschillende logementen gebracht. Voor de zoveelste keer moeten de Zeeuwen duidelijk maken dat zij niet uit Duitsland maar uit de provincie Zeeland in Holland komen en dat de taal die zij spreken niet Duits maar Zeeuws-Vlaams is.

De Comunidade Holanda

Landkaart Santa Leopoldina 1866

III

Page 42: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Drie weken lang moeten zij wachten voor zij naar hun be-loofde grond verder kunnen rei-zen. Ze brengen de dagen door op het eiland Vitória, dat door de indianen Honingeiland ge-noemd werd. De indianen ver-bouwden op het eiland maïs en maniok en noemden hun akkers ‘capixabas’, dat geschoonde huid van de aarde betekent. Maar de niet-indiaanse bevolking gaf aan de indianen die er woonden de naam Capixaba en later aan alle

stedelingen en weer later aan alle inwoners van Espírito Santo. Zo worden de Zeeuwen: ‘De Hollandse Capixabas’. Onder leiding van een inspecteur/tolk worden de families mee-genomen naar de kade waar enkele ‘canoas’ klaarliggen. Het woord ‘canoa’ gebruikten de Aruak-indianen voor de houten ka-no’s waarmee zij over de rivieren voeren. De kano’s voor het ver-voer van de immigranten en hun bagage hebben dezelfde bouw en vorm als die van de indianen, maar zijn groter, zestien meter lang, één meter zeventig breed en één meter diep. Er kunnen wel honderd zakken koffie mee vervoerd worden. De bagage van de Hollanders wordt ingeladen, jongelui kruipen er bovenop en de ouderen kunnen op de vier soms vijf banken plaats nemen. Een grote ijzeren pot wordt ingeladen voor de maaltijden. Als het getij opkomt neemt de ‘mestre’ zijn plaats in, achter in de kano.

Zicht op de baai van Vitória, 1860

Vermelding van aankomst emigranten in de krant

Page 43: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

Gespierde ‘proeiros’, mannen die met hun vaarbomen de boot stroomopwaarts duwen, nemen hun plaatsen in links en rechts op de plecht van de boot. De ‘mestre’ geeft een teken en één van de mannen blaast voor het vertrek op de ‘buzo’, een zestig tot zeventig centimeter lange hoorn van een stier. Een lage ver dragende toon klinkt over het water, waardoor kenners kunnen horen welke kano afvaart. De ‘proeiros’ steken hun vaarboom in het water en duwen af voor de zestig kilometer lange tocht over de rivier Santa Maria. Simultaan, in een gelijk ritme duwen ze met de vaarboom tegen hun schouder de kano stroomopwaarts. Het eerste stuk glijden ze door vlak land. Op veel plekken is de bebossing weggebrand om plaats te maken voor grote vlakten met suikerriet. Naarmate zij verder de rivier landinwaarts komen worden de heuvels hoger en de begroeiing dichter. Vanuit het oerwoud klinken voor de Hollanders vreemde geluiden van tro-pische vogels en krijsende aapjes. Zo nu en dan zet één van de ‘proeiros’ een lied in met een refrein dat de anderen tweestemmig meezingen. Elke kano heeft wel een voorzanger aan boord.Het is al donker als de boot aankomt bij de fazenda van José Claudio de Freitas waar de rivier Mangaraí uitmondt in de Santa Maria. De ‘mestre’ laat aanleggen en neemt post, waardevolle pa-pieren en geldzendingen uit zijn kist om te overhandigen bij de fazenda. Hij is een man van vertrouwen. Er wordt gerust, wat gegeten en zo mogelijk geslapen in de boot. De volgende morgen moeten zij nog een halve dag varen tot een grote waterval, de Cachoeiro Grande, de verdere doorvaart over de rivier verhin-dert. Hier heeft de directeur van de Kolonie het bestuurscentrum laten bouwen: zijn huis, magazijnen, enkele provisorische onder-komens voor arbeiders en handelaren en een grote houten barak voor de eerste opvang van ongeveer vijftig immigrantenfamilies. Als de Hollanders daar op 10 juli 1859 arriveren worden zij ge-confronteerd met een opstootje. Boze immigranten uit Duitsland hebben de directeur, Ir. A. Pralon omsingeld. Ze weigeren hun bagage te sjouwen, schreeuwen om ossen en om geld. Ze wil-len niet naar de hun toegewe-zen gronden vertrekken omdat zij het gebied veel te bergachtig vinden en omdat ze de marke-ringen niet kunnen vinden van de uitgemeten stukken land. Ook denken ze er niet aan voor de Provincie te gaan werken. Ze voelen zich bedrogen, in Duits-land was hun veel meer beloofd!De Zeeuwen houden zich kalm. Over de aangekomen Hollan-ders schrijft Pralon in een brief

De vervallen fazenda Mangaraí van José Claudio

de Freitas

Page 44: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

van 10 juli 1859 aan de president van de Provincie Dr. Pedro Leão Velloso:“De Hollanders houden zich echter rustig en staan klaar voor alles. Zodra zij het geld ontvangen waarop zij nieuwsgierig wachten kopen zij levensmiddelen in. Zij klagen wel over keukengerei en over hun gereedschap dat gerepareerd moet worden, het meeste is gebroken.” De nieuwe Kolonie aan de oevers van de rivier Santa Maria be-slaat een gebied van 567 km2 en wordt verdeeld in drie kernen met verschillende districten. Op de landkaart van het gebied heeft men rechte lijnen getrokken om de grond te verdelen in stukken land van 25-30 hectare zonder rekening te houden met de steile bergen en enorme rotsen. De ‘colônias’ zoals de percelen grond genoemd worden zijn met smalle bospaden verbonden en genummerd. Ieder gezin en elke ongehuwde zoon boven de twintig komt in aanmerking voor één van de genummerde colônias. De streek waar de Hollanders ge-pland zijn krijgt de naam Holanda. Na de opvang in de barak ontvangen de gezinshoofden en vrijgezelle mannen een platte-grondje van de omgeving met het nummer van de hun toegewe-zen colônia. Met enkele gidsen worden zij het bos ingestuurd, eindelijk op weg naar hun zo verlangde eigen grond. Een lange stoet van man-

Cachoeiro de Santa Leopoldina omstreeks 1910

Page 45: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

nen vrouwen en kinderen loopt achter de gidsen aan. Ze nemen zoveel mogelijk bagage mee. In het begin passeren zij wat huisjes van vrije slaven en een enkele goudzoeker. Het is een zware tocht van vierentwintig kilometer over smalle bospaden. Waar moge-lijk lopen ze door rivierbeddingen heen, dat geeft wat verkoe-ling. Met de gidsen voorop sjouwen ze verder en dieper het bos in. Maar de gidsen raken de weg kwijt ondanks de meegekregen kaarten en plattegrondjes. De groep verdwaalt. Gedesoriënteerd dolen ze door het oerwoud en kunnen de genummerde kolonies niet vinden. Directeur Pralon moet hoogst persoonlijk het bos in om hun de weg te wijzen. In een tweede brief van 10 juli 1859 schrijft hij aan de president van de provincie:“Ik heb de eer u te melden dat ik gistermiddag weer op kantoor kwam na maandag, dinsdag, woensdag en donderdag weggeweest te zijn. Deze reis was vanwege de noodzaak onmiddellijk de Hol-landers te hulp te komen die gekomen aan de rand van hun gebied verdwaalden in het labyrint van weggetjes, ondanks de ervaren gid-sen. Mijn aanwezigheid was noodzakelijk. Ik heb hen allemaal op hun plek gebracht en ze gingen blij naar de hun toegewezen gronden. Ze bedankten mij hartelijk, zo tevreden waren ze, dat zij nu einde-lijk grond hadden gekregen. Er bleven 3 families hier achter wegens ziekte.” De landmeters hebben op de grens waar vier colônias bij elkaar komen een stuk in cirkelvorm open gekapt en daarop dicht bij el-kaar vier hutten neergezet. De hutten bestaan uit vier boomstam-men met een dak van palmbladeren. In het hele district Holanda zijn veertig colônias uitgemeten. Kadaster Holanda 1872

Page 46: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Jacó Silva (Schijve) uit Pau Amarelo: “Mien grôtemoeder was Agatha Schijve-Smoor en was als meisje van vijftien jaar op 10 fe-bruari 1860 uit Zuidzande ver-trokken. Zij stierf, 93 jaar oud in 1938. Mien grôtemoeder was dienstmeid bij een boer. Ze ver-telde iedere zondag over Holland. De groep van mijn oma kwam eerst in Rio de Janeiro aan. Daar bleven ze vijf dagen om uit te rus-ten en werden dan naar Vitória gebracht. Dan gingen ze met ka-no’s de binnenlanden in tot aan de Barra de Mangaraí. Ze wisten al dat ze naar die plek moesten. Na

de eerste groep werden ze vanaf de Barra de Mangaraí het bos in gestuurd. Toen ze bij de Barra aankwamen zijn er enkelen niet mee de binnenlanden ingegaan. Ze gingen mee terug naar Vitória. Wat er met hen gebeurd is, valt moeilijk te zeggen. Misschien gingen ze weer terug naar Europa met het schip waarmee ze gekomen waren, of gingen naar Noord Amerika. De mensen hebben lang niet alles, lopend vanaf de Barra de Mangaraí, in één keer mee kunnen nemen. Verschillende keren moesten ze om de meegenomen spullen uit Hol-land op te halen teruglopen.’’ Piet Heule, een timmerman en klompenmaker uit Nieuwvliet, getrouwd met Suzanne de Reu, bracht drie kisten gereedschap mee.

GrondproblemenDe realiteit is totaal niet wat hen voorgeschilderd was in de pro-paganda van de Associação Central de Colonização. De genum-merde colônias zijn zeer verschillend in afmeting waardoor som-mige families grote stukken land kregen toegewezen, anderen veel en veel minder door de enorme rotsen en stenen in de grond. De hoekpunten van de colônias zijn slechts met hoekpalen aangegeven of een hoge boom en de grenspaden er tussen zijn moeilijk te vinden. Door de slechte landmetingen ontstaat veel verwarring. Het is niet zo moeilijk om de grens wat te verleggen door de hoekpalen weg te trekken of te verplaatsen. In de eerste maanden wordt al onderling geruild van grond, nog voor het geregistreerd kan worden in het kadaster van Santa Leopoldina. Er zijn families die het helemaal niet zien zitten en hun grond verkopen zonder registratie. Verwarring, onenigheid en conflicten zijn het gevolg. De grens-geschillen die daardoor ontstaan, zullen tot op de dag van van-daag voortduren.

Jacó Silva (Jacob Schijve) Zijn naam die uitgesproken wordt als ‘sjieve’ is veranderd in Silva.

Page 47: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

Jacó Silva: “Er woonden nog indianen in Holanda. Die zijn snel weggetrokken toen de eerste immigranten kwamen. De laatste zijn doodgeschoten in opdracht van de regering. Het waren Tapuien, een wild volk.”Door tussenkomst van de Zwitserse consul in Rio de Janeiro ko-men de eerste immigranten in maart 1857 in de kolonie: 110 Zwitsers van de fazenda Nova Olinda in Ubatuba, São Paulo en 40 Duitsers. Het district waar zij naar toe worden verwezen krijgt de naam Suiça, Zwitserland. In juni 1858 komen opnieuw 222 kolonisten aan uit Duitsland en Luxemburg. De indianen wor-den verdreven en het witwassen van het volk is begonnen. In 1750 leefden naar schatting 40.000 indianen in Espírito San-to, honderd jaar later in 1856 worden er slechts 6000 geteld. De nieuwe wet op de grond van 1850 is een legalisatie van grove wreedheden tegen de indianenstammen. Daarin is geregeld dat gronden alleen verkregen kunnen worden door koop, waardoor de grondprijs enorm stijgt. Tussen 1822 en 1855 was het voor kleine boeren nog mogelijk een stuk grond te ontginnen, in cul-tuur te brengen en daarme het ook in eigendom te krijgen. Maar met deze nieuwe wet op de grond ontwikkelt zich in Brazilië een enorme scheefgroei. Grote grondoppervlakten worden opgekocht door kapitaalkrachtige fazendeiros, indianen, de vrijgekomen slaven en de verarmde blanke arbeiders uit Europa worden goed- kope arbeidskrachten voor de fazendeiros. Tienduizenden indi-anen zijn omgekomen en van hun ‘capixabas’ verdreven. Nog steeds voeren de indianen in Espírito Santo een verbeten strijd om hun ‘geschoonde aarde’ terug te krijgen. De indianenvolken Tupikinikin en Guarani van Espírito Santo zijn al jaren in een he-vig gevecht verwikkeld om hun grond van 18.000 hectare terug te krijgen van de multinationale onderneming Aracruz Cellulose die het hele gebied met Eucaliptusbos heeft beplant. Jarenlange slepende processen over de grensbepalingen van hun grond laten de indianen in onzekerheid. Zij zien hun grond veranderen in een groene woestijn van eucaliptusbossen.(Zie bijlage 4)

De grondwet van 18 september 1850 is bepalend voor de im-migratiepolitiek. De prijs voor een colônia wordt vastgesteld op 93.750 milréis met inbegrip van alle kosten die de regering heeft gemaakt voor het vervoer, het uitmeten van de colônias en het bouwen van een onderkomen. De verkregen gelden moeten weer gebruikt worden voor de import van nieuwe kolonisten.

Voor het einde van het tweede jaar moeten zij beginnen met de afbetaling van de grond dat in drie gelijke termijnen en binnen zes jaar afbetaald moet zijn. Wanneer de kolonisten niet kunnen betalen neemt de overheid de grond terug. Alleen in geval van

Page 48: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

langdurige ziekte is uitstel mogelijk. Tegenover de voorzieningen die zij ontvangen staan ook verplichtingen: de grenspaden moe-ten begaanbaar worden gehouden; de hut moet vervangen wor-den door een woning; binnen zes maanden moet een stuk grond in cultuur gebracht worden en in geval de immigranten niet op hun grond blijven, zich inactief tonen of er slechte gewoonten op na houden, lopen de straffen op van simpele berispingen tot verwijdering uit de Kolonie. Als de immigranten aan de gestelde eisen voldoen, kunnen zij, na betaling van hun grond, de eigen-domspapieren van de overheid ontvangen.

In de maand dat de Hollanders aankomen wordt in de Assem-bléia Legislativa, het huis van afgevaardigden, gediscussieerd over de immigratiepolitiek. Enkele afgevaardigden hebben kritiek op de binnenkomst van zoveel vreemdelingen. Zij age-ren tegen alle voordelen die de buitenlanders krijgen terwijl er zoveel werklozen in de stad rondlopen. Ondanks de oppositie meldt de krant Correio de Vitória de aan-komst van steeds weer nieuwe landverhuizers.

�. Het oerwoud te lijfDe Zeeuwen in Cachoeiro de Santa Maria staan net zoals hun landgenoten in Rio Novo en in de Mucuri voor de enorme op-gave het oerwoud te lijf te gaan. Met drie of vier mannen trekken zij ’s morgens vroeg het bos in op zoek naar waterbronnen om daar een open plek te maken voor het bouwen van een beter on-derkomen dan de hut. Het ontginnen van het bos is veel te zwaar voor één gezin. Steun van de overheid met ossen of werktuigen is er niet. De Hollanders moeten zelf dit gigantische karwei maar zien te klaren, bomen kappen, huizen bouwen, de eerste maniok, rijst en bonen planten. Dat kan alleen door samenwerking van familie, buren en vrien-den. Met honger in hun lijf zwoegen ze dag en nacht door. Som-migen werken zich letterlijk dood. Met tweedehands, gerepa-reerd gereedschap, moeten eerst de struiken en slingerplanten weggeslagen worden om daarna de zware, grote bomen op borst-hoogte om te kunnen hakken. De kleinere bomen worden door de grotere meegenomen in hun val. Het hout wordt gedeeltelijk voor huizenbouw gebruikt en de rest na enkele maanden drogen platgebrand. De as wordt verspreid om de vruchtbaarheid van de grond te verhogen.

De kustboot Mucury brengt een jaar later op 5 juni 1860 een tweede groep Zeeuwen. Zij vertrokken uit Antwerpen met de boot ‘Race Horse’.Op 22 april 1861 een derde groep die met het schip Suzanna uit Antwerpen vertrokken en via Rio de Janeiro met het stoom-schip São Mateus naar de baai van Vitória werd gebracht.De vierde en voor zover bekend laatste groep komt in 1862 aan, zonder vermelding van data. Ze zijn waarschijnlijk in de-cember 1861 uit Zeeland vertrokken.(Zie hoofdstuk 15)

Page 49: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

De gezinnen blijven dicht bij elkaar slapen om zich tegen de gevaren te beschermen. Soms twee of drie families in één hut. Vreemde insecten, stekende muggen en mieren veroorzaken bul-ten en ziekten waarmee niemand nog raad weet. Jongeren moeten bij toerbuurt wachtlopen en meehelpen het vuur aan te houden. De eerste twee maanden wordt volgens contract gratis voedsel verstrekt en voor het eerste jaar is geldelijke steun van 600 mil-reis toegezegd. Voor vijf of zes families is slechts één braadpan beschikbaar. De vrouwen gaan om beurten wekelijks het voed-sel en leefgeld halen in Cachoeiro do Rio Santa Maria, maar de financiële ondersteuning is veel te laag en wordt lang niet altijd uitbetaald. Op papier zijn de bevoegdheden van de koloniedirecteur wel goed geregeld, maar in de praktijk komt er niets van terecht. De directeur heeft behalve voor het toewijzen van de grond en de handhaving van de orde ook de verantwoordelijkheid voor de uitbetaling van de beschikbare gelden voor de families, het on-derwijs en de medische zorg. Maar onderwijs is er niet, er is geen dokter en het meeste leefgeld voor de immigranten komt niet op de plaats van bestemming. Or-debewaarders grijpen pas in bij moord en doodslag. De kolonis-ten moeten voor alle juridische problemen zelf maar oplossingen zoeken. Het bestuurscentrum van de Kolonie in Cachoeiro de Santa Maria wordt bevolkt door frauduleuze, corrupte ambtena-ren en handelaren. Er zijn grote administratieve problemen veroorzaakt door de opeenvolgende Koloniedirecteu-ren. Vlak voor de aankomst van de Hollanders was de Pruisische Baron Pfuhl, ex-directeur van een jongensinternaat in Paraíba do Sul, de koloniedirecteur. Deze werd, volgens de kolonis-ten, vermoord door een Duitser, Braun genoemd, die met mede-weten van de paters kapucijners de lastige Baron vergiftigde. Na deze Baron werd als voorlopig directeur de Franse ingenieur A. Pralon benoemd. In Vitória gaan trieste verhalen rond over de slechte situatie van de kolo-nisten.

Page 50: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�0 I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Slaven als leermeestersDoor honger en geldgebrek gedreven verkopen sommige Hol-landers hun grond en vertrekken. Anderen zoeken werk op de omliggende fazendas van de Braziliaanse grondbezitters of bij de staat voor de aanleg van wegen en bruggen. De kinderen laten zij achter bij de ouderen op de colônias waar zij op kleine vrij-gemaakte stukjes grond de eerste bonen en maniok beginnen te planten. Elke centavo die verdiend kan worden is hard nodig om niet in het oerwoud te verhongeren. Zij aan zij met de slaven, nakomelingen van de indertijd ook door Hollanders verhandelde Afrikanen, staan zij op de grote fazendas aan de ‘enxada’, de hak. Tijdens het suikerriet kappen en het koffie plukken groeit er een zekere kameraadschap. Er worden over en weer in gebarentaal grappen gemaakt en de Zeeuwen leren van hen de eerste woor-den Portugees. Ze waren in Cadzand, in het grensgebied met België, gewend om te gaan met immigranten van andere talen en culturen. Het ‘Kezands’ van West Zeeuws-Vlaanderen dat zij spreken kent veel Franse leenwoorden. Lang niet alle Hollanders waren boer toen zij vertrokken, maar landsmansknecht, dienstmeid of kleine zelfstandige, met het ver-langen om op eigen grond een nieuw bestaan op te bouwen en wie weet boer te worden. De slaven worden de leermeesters voor de Hollandse pioniers. Zij leren hun alles over het leven in het

De eerste onderkomens

Page 51: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

oerwoud, over medicinale planten, laten hun zien hoe je maniok moet planten en er meel van kunt malen. Hoe je bananenbomen plant en koffiestekjes moet poten. Jacó Silva:“De slaven werden nog in de stad verhandeld, vertelde mijn groot-moeder. Ze werden op een rij gezet en net als ezels verkocht. De fa-zendeiros zochten ze eruit. Op de fazenda in Mangaraí werden ook lastige slaven geruild. De slaven stalen van alles van de fazendeiro, drank, suiker en cacao. Vooral als hij naar de stad ging. Ook koffie werd er gestolen. Tijdens het werk lieten ze dat op de grond vallen en gooiden er een beetje grond over. ’s Nachts haalden ze het weer op. Zo nu en dan vluchtte een slaaf diep het bos in. De Adao’s hier achter de berg zijn ook afstammelingen van de slaven. Sommige slaven kregen een stukje grond van de fazendeiro. Ze mochten alleen op zondag op hun grond werken. Toen de slaven vrij kwamen hebben enkelen een stukje grond gekocht.”

Er worden in die tijd nog steeds slaven te koop aangeboden en verhandeld in Vitória. Een vrijgezelle jongen van 19 jaar is meer dan 550 Cruzeiro’s waard.Cecilia Braz in Holanda, zegt zwart en indianenbloed te hebben: “Soms kregen ze toestemming om een eindje te gaan kuieren, maar verder dan het terrein van de heer mochten ze niet, dus ook niet naar Holanda. De slaven en de Hollanders konden goed met elkaar opschieten. Dat is eigenlijk altijd zo gebleven. Ze maakten grappen, feesten, dansten samen en maakten geen ruzie. Blank en zwart gin-gen vriendschappelijk met elkaar om, maar trouwen? Nee! Bij voor-keur trouwden de Hollanders niet met zwarten. De manier waarop blank over zwart sprak was ook niet altijd even mooi. De blanken vonden dat zij teveel aan seks deden en het deden met wie ze maar konden pakken. Hier in Holanda behoren de zwarten tot de laagste klasse. Ze hebben doorgaans geen land. De contacten tussen blank en zwart zijn ook een lange tijd slecht geweest want rond de eeuw-wisseling is er een zwarte gedood. Ze hebben elkaar toen lange tijd gemeden en weigerden elkaar te groeten. Pas toen de school kwam is het verbeterd. De onderwijzeres zei: “Todos são gente” (Wij zijn al-lemaal mensen). Hoe meer slaven vrij kwamen hoe meer er in Ho-landa kwamen wonen. Er waren hier in het begin ook veel Tapuien. Dat waren wilden. Ze misdeden de mensen niets, maar ze liepen naakt rond en pakten alles wat ze konden krijgen. Ze moesten toch ook ergens van leven.”

Advertenties in de Correio de Vitória: Te huur gevraagd een

slavin of vrije persoon mits actief en met goed gedrag, voor de huishouding van een klein gezin. Wie deze heeft gelieve zich te wenden tot de druk-

kerij. Te koop aangeboden een gezond meisje die kan wassen,

naaien, strijken en stijven. Voor informatie wende men

zich tot de drukkerij.

Page 52: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

De eerste huizenIn de hoger gelegen gebieden is voldoende hardhout (madeira de lei) zoals jacarandá, garaúna en ipé te vinden voor het bouwen van een huis. Na het omhakken moeten de zware bomen naar een open plek worden versleept met touwen en houten rollers. Van de bomen worden staanders en planken gezaagd. De hui-zen worden opgebouwd met vier staanders, een planken vloer tot een meter boven de grond en een dak van schindels en wanden van gevlochten bamboe. Als het geraamte van het huis eenmaal staat moeten de wanden dichtgesmeerd worden met klei ‘barrear a casa’. Naast het huis in aanbouw wordt een groot gat gegraven. Aan de grond wordt zand en water toegevoegd om een goede kleefbare klei te krijgen. Twee mannen springen er met blote voe-ten in en ‘treden het leem’. Anderen sjouwen de leemmassa uit de put op een plank naar de wanden van het huis. Eén persoon binnen en één buiten de wand nemen een homp klei in de hand, tellen af, om tegelijkertijd de hompen klei tussen het bamboe-vlechtwerk te kwakken en uit te smeren. De leem met het bam-boevlechtwerk ertussen plakt zo op elkaar. Menige klodder vliegt door het rooster van bamboe heen en komt onder veel hilariteit op het gezicht van de ander terecht. In één dag wordt zo het huis gedicht. Het is een Afrikaanse bouw van huizen die de kolonisten van de slaven leren. De ramen worden afgesloten met luiken. De familie ontvangt felicitaties voor hun nieuwe huis en delen borden met eten uit en een ‘zoeteling’, een borrel van cachaça (suikerrietjenever) met suiker en anijs. Bij het in gebruik nemen van het huis hangen sommigen achter de deur een hoefijzer op, met zeven gaten erin, om het geluk binnen en het ongeluk buiten te houden. Als eenmaal de leem door de zon goed is gedroogd kan er witkalk overheen worden gesmeerd dat de leem beter con-serveert en verbrokkeling tegengaat. Het is belangrijk voor het behoud van het huisje, maar veel belangrijker is nog: het biedt bescherming tegen de ‘barbeiro’, een gevaarlijke tor die de ziekte

van Chagas overbrengt en zich graag in het leem nestelt. De ziekte van Chagas veroorzaakt een overdreven groei van hart en ingewanden. De barbeiro vormt een continue bedreiging voor de gezondheid van de mensen. Het wordt een traditie in Holanda om voor de kerstdagen het huis te witten. Timmerman Piet Heule heeft niet voor niets zijn drie kisten met gereedschap meegezeuld. Er moet een tafel voor de woonka-mer gemaakt worden, bedden,

Lemen huizen met houten dakpannen

Page 53: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

enkele houten bankjes en een dekenkist voor het linnengoed en de waardevolle documenten. De kleinste kinderen slapen in de kamer van het echtpaar en de drie of vier groteren in de andere kamer of als men die heeft op zolder. Een keuken of stookkot is vaak aangebouwd op de aangestampte grond. Met twee slaapkamers zijn de meeste gezinnen beter af dan in het Land van Cadzand. Daar woonden de meeste landarbeiders in een éénkamerwoninkje. De ouders sliepen in een ingebouwde bedstee achter gordijntjes. De kinderen, jongens en meisjes bij-een, sliepen op de zolder in los stro onder jute zakken als dekens. Direct onder het dak dat niet was beschoten, zodat ´s winters de sneeuwvlokken er doorheen dwarrelden. Over die eerste jaren in Brazilië doen nog de wildste verhalen de ronde. Bram Heule: “Op een middag gingen ze het meegebrachte eten opeten en zochten iets om op te gaan zitten. Op een plek waar nog niet gekapt was lag een monter dikke boom. Ze vonden dat maar raar, want ze hadden op die plaats nog niet gekapt. Zeker omver gewaaid dachten ze. Toen ze er een tijdje opzaten begon de boom plotseling te schuiven. Ze schrokken zich dood en zijn hard weggerend. De volgende morgen zijn ze terug komen kijken en de ‘boomstam’ was weg. Dat moest een slang geweest zijn.”

Hoog bezoekDe keizer van Brazilië Dom Pedro II, grote promotor van de Bra-ziliaanse immigratiepolitiek, brengt op 28 januari 1860 met zijn gemalin een bezoek aan de Kolonies in Espírito Santo. Uiteraard begint zijn bezoek aan Cachoeiro de Santa Maria met het bijwo-nen van een feestelijke mis in de kapel Nossa Senhora do Patrocí-nio, gecelebreerd door de kapucijner Frei Adrião. Het bezoek is een hoogtepunt voor de Kolonie. Voor de immigranten die kam-pen met voedselgebrek, tropische ziekten en enorme problemen om in het oerwoud te kunnen overleven was het enige voordeel van zijn bezoek dat de bospaden waarover het gezelschap aan-kwam verbreed werden en bruggen over de riviertjes gebouwd. De vorst komt zelfs in Fumaça, dicht in de buurt van Holanda, waar hij met zijn gevolg de maaltijd gebruikt. De volgende dag reizen zij te paard naar Santa Isabel, Viana en de Kolonie Rio Novo. Een jaar na aankomst van de Hollanders brengt, in oktober 1860, Baron Johann Jakob von Tschudí in opdracht van de Zwitserse regering een bezoek aan het district Suiça in de Kolonie Santa Maria. De eerste immigranten voor de Kolonie aan de oevers van de rivier Santa Maria waren immers Zwitsers. Zijn verslagen geven een beeld van de situatie waarin de families moeten leven en de gevolgen van de door Brazilië ingezette immigratiepolitiek in die eerste jaren.

Page 54: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

De Kolonie telt dan volgens de baron 232 gezinshoofden uit verschillende streken van Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Luxemburg, België en Nederland. Totaal 1.003 kolonisten, waar-van 126 Hollanders. De gronden vindt hij niet geschikt voor de landbouw. Het was volgens hem een grove fout om grond uit te meten en klaar te maken voor kolonisatie zonder een gedegen onderzoek te doen naar de vruchtbaarheid daarvan en de moge-lijkheden voor landbouw. De kolonisten ontvingen een stuk land waarvan soms slechts de helft of een derde geschikt is. De grond is van slechte kwaliteit en onproductief. Tijdens zijn bezoeken aan families blijkt dat geen enkele familie kan leven van hun grond. Zelfs kolonisten die al vier jaar op hun grond werkten en woonden, kunnen zich niet goed voeden en kleden. Ze zouden omkomen in zeer trieste omstandigheden als ze niet als arbeiders waren gaan werken op de fazendas of bij publieke werken van de staat. Uit zijn rapport: “Cachoeiro do Santa Maria, het bestuurscentrum van de Kolonie, wordt bevolkt door een grote menigte oneerlijke en fraudulente lui die de kolonisten in de grootste wanorde brengen. De regeringsgelden worden verdonkeremaand door de directeuren of als een gunst doorgegeven, maar altijd in een totale chaos. Ook de gelden die er komen voor de publieke werken verdwijnen op die manier, terwijl misère, ziekte en honger de kolonisten teisteren. Komt het geld een keer door dan is het onvoldoende voor een gezin. Daarvan kun-

Fumaça 1860. De plek waar de keizer dineerde.

Page 55: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

nen slechts drie personen eten, terwijl de meeste families uit 6 of meer personen bestaan. Waar de honger door de deur binnenkomt, daar vlucht de schaamte uit het raam. De vrouwen en dochters van de kolonisten geven zich in Pôrto de Cachoeiro aan de Brazilianen voor enkele muntstukjes om daarmee nog wat levensmiddelen te kunnen kopen, maar om later te ontdekken dat zij syfilis hebben opgelopen. Totaal verarmde mensen hebben mij verschrikkelijke verhalen ver-teld over het leven in de Kolonie. De hardwerkende kolonisten ont-vangen slechts een deel van de economische regeringssteun die zij zo hard nodig hebben, of ontvangen maandenlang helemaal niets. Al-leen degenen die nog iets over hebben van het geld dat zij uit Europa hadden meegenomen, kunnen nog een beetje vooruitboeren.”

Ondanks het goede klimaat is de gezondheid van de kolonisten, vooral onder de Zwitsers en de Hollanders slecht. Volgens de baron door de eenzijdige voeding dat hoofdzakelijk bestaat uit maniokmeel vermengd met water waarvan een soort pap of pannenkoek wordt gemaakt. Dit veroorzaakt een ziekte die in Brazilië zeer algemeen is: hidremia, extreme vochtopho-ping. “Het is shockerend deze schepselen te zien, bleek en opgeblazen, zwak en machteloos. De Hollanders zijn er misschien nog slechter aan toe dan de Zwitsers. Zij hebben am-per te eten. Men beschouwt hen als lui en vuil. Zij voeden zich uit-sluitend met pap van maïsmeel, olie en gekookt water. Hun gebrek aan hygiëne is zo groot dat zij de pan waarin zij eten bereiden niet eens afwassen voor zij er de vol-gende maaltijd in klaarmaken. Is het een wonder, dat met deze slechte voeding de meeste van deze Hollandse families er bar slecht uitzagen? Ik kan het niet bevesti-gen, maar ik ontmoette een aantal van hen totaal gedesanimeerd en gefrustreerd. Ik heb met veel ko-lonisten gesproken en heb zonder uitzonderingen heel veel klachten gehoord. Velen worden tot wan-hoop gedreven. Als ik vraag hoe het met ze gaat, dan krijg ik altijd als antwoord: slecht, heel slecht,” aldus de Baron.

Uitbetaling bij het huis van de directeur, 1875

Page 56: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Terwijl de immigranten in grote armoede en misère leven geeft de minister van het binnenland, João de Almeida Pereira Filho, uit het fonds bestemt voor de kolonisten, duizenden milreis uit aan een Franse fotograaf, Sr. Victor Frond, die de Kolonie in beeld moet brengen. De foto’s worden tentoongesteld in Rio de Janei-ro. ‘‘Op de graag geziene foto’s is niet één mens afgebeeld. Want die dolen moedeloos rond, halfnaakt met ontstoken zweren, koortsig en met holle ogen. Ook niet één foto van een kolonist op bed in gevecht met ziekte of van kinderen die schreeuwen om eten bij hun moeder. Geen beelden van vrouwen en meisjes die in de vroege morgen het huis van de ambtenaren uitvluchten om in de winkel wat voedsel te kopen van het geld dat zij in de nacht hebben verdiend. De foto’s zijn zo mooi, dat men trots kan zijn op de Kolonie. Zij zullen van mooie teksten worden voorzien en gedrukt worden in Frankrijk, om daar in het buitenland te kunnen tonen wat Brazilië allemaal doet voor de immigranten,” zo schrijft baron von Tschudí. In Vitória kent men de criminele praktijken en barre situaties waarin de immigranten van de Kolonie zich bevinden. Ze heeft de bijnaam “Kolonie van de mysteries.” Ondanks dat gaat de re-gering toch door met het sturen van nieuwe landverhuizers. Een groep immigranten die door het Departamento Geral de Terras in Rio de Janeiro werd verwezen naar Vitória en horen dat zij naar de Kolonie Cachoeiro de Santa Maria moeten, weigeren pertinent te vertrekken. Zij dreigen met grote stelligheid zich liever met vrouw en kinderen in de Baai van Vitória overboord te gooien dan naar Cachoeiro de Santa Maria te gaan. De rege-ring ziet zich genoodzaakt hen weer terug te sturen naar Rio de Janeiro, vanwaar ze naar Kolonies in het zuiden van het land zijn gebracht.

Voor Hollanders geen grond meerTwee jaar na het bezoek van Baron von Tschudí schrijft een re-geringsambtenaar in zijn verslag van 1862 aan de keizer over de Hollanders:“De Hollanders zijn indolent en onvoorzichtig. Zij hebben gebrek aan ondernemingsgeest en dat stagneert hun vooruitgang. Ze kun-nen als de meest ongelukkige van de hele Kolonie Santa Leopoldina worden beschouwd.”Zo wordt door het rapport van de Baron von Tschudí, zonder dat hij bij de Hollanders geweest is en met een enkele pennenstreek van een ambtenaar van de Provincie de Hollanders een slechte naam bezorgd en worden zij achtergesteld ten opzichte van an-dere bevolkingsgroepen. Op een gegeven moment vindt de Ko-loniedirecteur het nutteloos om de Hollanders nog langer grond toe te wijzen. Het is een bestraffende maatregel waardoor zij nog meer aan hun lot worden overgelaten. Grond wordt niet meer toegewezen, steun in de vorm van onderwijs, gezondheidszorg en

Page 57: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

landbouwvoorlichting is er niet. De Hollanders raken geïsoleerd en zijn geheel op zichzelf aangewezen. In Zeeuws-Vlaanderen heeft niemand enig besef van hun erbarmelijke situatie.

�. Bouwen aan een eigen gemeenschapDoor het bestuur van de Kolonie in Porto de Cachoeiro gene-geerd en geografisch weggestopt in de heuvels achter Mangaraí, moeten de Hollanders zich redden en een bestaan op te bouwen. Er komen vanaf 1862 geen families uit Zeeland meer bij maar de herinneringen aan Zeeuws-Vlaanderen zijn nog levend, getuige een brief van Abram Lauret. (Bijlage 6)De mooie beloften en prachtige contracten bleken uit leugens en bedrog te bestaan. De grond is slecht, vol stenen en moet betaald worden. Er is geen dokter, geen school, geen kerk, geen winkel in Holanda. Teleurgesteld en gefrustreerd zijn verschil-lende families vertrokken. Door het isolement waarin de Hol-landers terecht zijn gekomen blijven zij tot de eeuwwisseling betrekkelijk onafhankelijk van andere bevolkingsgroepen leven. Saamhorigheid en onderlinge solidariteit groeien. Er wordt hen geen staatsburgerschap opgelegd, geen verplichte militaire dienst, maar ook geen kiesrecht. Zo nu en dan komt in Holanda een overheidsfunctionaris kijken hoe de stand van zaken is en of men wel voldoet aan de voorschriften. Op zondag komen de families bijeen op open plekken in het bos om te bidden, de bijbel te

Voedsel verbouwen op steile bergen en tussen

enorme rotsen

Page 58: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

lezen en voor het zingen van be-rijmde psalmen, waarmee zij zich verbonden voelen met hun families in Cadzand. Zij stellen Izaak Kallewaard aan als hun le-kenvoorganger. Hij organiseert de diensten, preekt, doopt en begraaft. Preeklezen in de kerk was in Nederland heel gewoon. De dominees konden lang niet alle kerken bedienen en bij af-wezigheid van een predikant had de kerkenraad altijd wel een gedrukte preek in de kast liggen die voorgelezen kon worden.

Misschien heeft Izaak Kallewaard er enkele meegenomen. Hun Zeeuwse identiteit en gedachtegoed kunnen zij nog lang in stand houden. Tot 1930 lopen zij in hun Zeeuwse klederdracht en op klompen. Vrouwen dragen een jak (blouse) en een keus (rok) die zelfs over de grond sleept. Er wordt onderling Zeeuws gesproken. Op het werk bij de Staat en op de fazendas leren de Zeeuwen Portugees spreken. Maar als de jongeren thuis Portugees beginnen te spreken worden de ouderen boos: “Je moeders en je vaders tonge verstoten, dat mag je niet” en “Hollands bloed en woord vergaat niet.” Alfredo Heule: “Piet Heule, de timmerman zei altijd: we moeten Hollands blijven praten, want: ‘Der komt ’n ké ’n dag da ze ons vin-nen’’ (op een dag zullen ze ons vinden)

Dokters van de armenDe belofte van een goede gezondheidszorg voor de immigranten blijkt loos te zijn. De mensen moeten vele kilometers met zieken naar de Barra de Mangaraí of Cariaçica lopen, de kinderen op de rug en volwassenen op een draagbaar van bamboelatten. Tyfus, gele koorts, en malaria zijn veel voorkomende ziekten. Hoe men ook gesmeekt heeft om het regelmatige bezoek van een arts, het wordt hun al die jaren onthouden. Met de zieken gaan de men-sen eerst naar ‘benzedores’ en ‘curadores’ in de streek: personen die weten hoe je een kruidenthee moet bereiden voor een be-paalde ziekte en die ook de gave bezitten van wat de Hollanders ‘betoveren’ en ‘bespreken’ noemen. De ‘dokters van de armen’ kunnen door gebed en hun kennis van geneeskrachtige planten en kruiden hoofdpijn, jicht, tandpijn en allerlei andere ziektes bestrijden. Abrão Laurett verhuisde na zijn pensionering naar het stadje Santa Leopoldina: “Isaac en Ton Laurett, Jan Boone, Jan Heule en Piet Baas hadden de gave van het bespreken of betoveren. Ze leerden het van de zwarten. De mensen hebben ontzag voor degenen die het

Staand v.l.n.r.: Wanda Boone, Ton Lauret, zoon Jas Lauret,

echtpaar Piet van Schaffel en Marie Lauret,

Bram Boone, echtpaar Bram Lauret en Hanna Boone op

de arm Anton Lauret. Zittend v.l.n.r. onbekende zoon, Piet

van Schaffel, Suzanne van Schaffel, op de stoel Pieta van

Schaffel vrouw van Bram Boone, vooraan: Hanna

Valkenier, Anton Lauret en Joanna Fransen.

Page 59: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

kunnen. Betoveren is van de duivel en het slechtste. Bespreken is het goede, raad geven en gebed. Met bespreken kun je het kwaad afhalen van het betoveren. Er waren mensen die konden betoveren en be-spreken, zoals Piet Baas. Hij zei: vang in de paasnacht het water op, want dat water bederft niet en blijft jaren drinkbaar. De dominees zijn altijd tegen betoveren en bespreken geweest. Maar als je gelooft krijg je kracht van God. Je hebt je gaven van God gekregen om te gebruiken. Ook degenen die kunnen bespreken hebben die gaven van God gekregen. Het is dom van de dominees dat ze het betoveren en bespreken verbieden. Als je het geloof niet hebt in het bespreken, helpt het niet.” Tot op de dag van vandaag zoeken mensen genezing bij de ‘ben-zedores’, ‘curadores’ en ‘macumbeiros’. Een macumbeiro is een adept van een Afro-Braziliaanse religie, Macumba of Candomblé. Een mengeling van indiaanse en Afrikaanse godsdiensten met ka-tholieke elementen. Sommigen bezitten de gave om in contact te treden met zijn of haar beschermgeest, de geest waarin zij of hij is geïnitieerd, en kunnen van deze geest genezing afsmeken. Maria Boone uit Pau Amarelo: “Mijn man had heel veel pijn in het hoofd. We brachten hem naar een curadora, een genezeres. Je doet toch alles om genezing te zoeken? Maar zij kon niet veel voor hem doen. Ze heeft gebeden, een zegen gegeven en raadde aan om hem naar een ‘macumbeira’ te brengen. De macumbeira vroeg geen geld, maar slechts een pakje sigaretten en een fles cachaça. Ze stak een sigaret op, maakte daarmee veel rook, schonk een glas cachaça in, nam een slok, liep naar de deurope-ning en spuugde dat naar buiten. Dat herhaalde ze enkele malen. Daarna begon ze te dansen, sneller en sneller, tot ze helemaal op de grond rollend contact zocht met haar Geest. Toen zij weer rustig werd en opstond, keek zij in een grote bol op haar altaar waar nog vele attributen en kaarsen op stonden, en zei: “Er is voor deze man geen genezing mogelijk. Hij moet iets in zijn hoofd hebben. Na on-derzoek in het ziekenhuis constateerde de dokter dat er een tumor in het hoofd van mijn man zat.”Slangen zijn het meest gevreesde gevaar. Er zijn ‘Bentinhos’ in omloop, gebeden geschreven op papiertjes die meegedragen wor-den in de broekzak of in de kleding zijn genaaid. Deze Bentinhos geven bescherming tegen de gevaren in het bos zoals slangenbe-ten. Eén van die bentinhos: Jesus são bento Heilige goede Jezusnão permitas meu Deus sta niet toe mijn Godque esta creatura, dat dit creatuuresta mordida da cobra deze beet van de slangou insetos venenosos se of van een giftig insectdestinga o veneno no corpo zijn gif afzet in het lichaam como es tu santos palavras zoals uw heilige woorden Eli Eli Lama Sabatani. Eli Eli Lama Sabatani.Amem. Amen

Page 60: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�0 I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

In Zeeuws-Vlaanderen kwamen “Scapuliers” voor. Een lapje ge-wijde stof dat door leken onder de kleding werd gedragen, ter ere van de Zwarte Madonna en om voor ongeval en rampen als verdrinking en onweer gevrijwaard te blijven. Piet Lahas (oorspronkelijk La Gasse) was een van de eerste slan-gendokters. Hij genas ook allerlei ziekten met medicinale krui-den en had bovendien de gave van bespreken en betoveren. Een mengsel van kruiden tegen de slangenbeten, bestaat uit wit-te wortel, bitter kruid, vogelkop (cabeça de macuc), kakkerlak, kruid (salsa da praia) en knoflook. Als men dat op goede vrijdag drinkt, heeft men tegengif in het lichaam en een goede kans om

niet te overlijden na een slangenbeet. Bram Laurett: “Er wordt verteld dat de slangen een soort magnetisme schijnen te hebben, ze kunnen als ze naar een mens of een dier kijken hen hypnotiseren. Dat gebeurt ook met vrouwen die een kind borstvoeding geven. Het gevaar is dan dat ’s nachts een slang komt, haar hypnoti-seert en de moedermelk opdrinkt terwijl ze haar staart in de mond van het kind stopt.”Later wordt de ‘slangenkas’ opgericht. Eén van de eerste coöperatieve activiteiten waar alle families aan deelnemen. Men betaalt contributie aan de slangenkas waarvan het vaccin tegen slangenbeten wordt gekocht. Het zijn de benzedores die met de nodige gebeden het vaccin toedienen.

Van elke honderd sterfgevallen tussen 1901 en 1910, sterven in de Kolonie Santa Leopoldina: zeventien kinderen voor hun eerste levensjaar, veertien voor het tiende jaar, 35 jongeren en volwassenen sterven tussen

hun elfde en zestigste jaar en 34 ouder dan zestig jaar. Pas in 1943 zal de eerste gezondheidspost van de overheid worden opgericht in Santa Leopoldina, 35 kilometer stenige zandweg verwijderd van Holanda.De kennis en ervaring die werd opgedaan met de medicinale kruiden zijn in de loop der jaren bijeengebracht in een aantal medicinale tuinen. Gecoördineerd en begeleid door wetenschap-pers hebben deze tuinen een belangrijke functie gekregen in de gezondheidszorg. Er zijn verschillende homeopathische volks-apotheken opgezet in Espírito Santo.

Eerste school en kapel in LuxemburgoBijna alle families die uit Zeeuws-Vlaanderen naar Brazilië emi-greerden werden uitgeschreven uit de registers van de Neder-lands Hervormde kerk, de staatskerk van Nederland. De leden van deze kerk zijn volgelingen van Johannes Calvijn, die zich in 1534 van het katholicisme afwendde en tot het protestantisme overging. Calvijn en Luther waren in Europa de twee bekendste

Abrão Laurett vertelt

Page 61: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

kerkhervormers. Calvijn ijverde voor een blijvende reformatie en blijvend onderzoek van de bijbel. Hij ontwierp een nieuwe kerkorde, liturgie en catechis-mus, waarin de bijbel centraal staat in alle levensvraagstukken. Elke plaatselijke kerk is volgens hem een zelfstandige gemeente die door haar leden zelf wordt bestuurd. Veel emigranten zijn afstammelingen van de Hugeno-ten. Tijdens ontmoetingen met Duitse emigranten wisselen de Zeeuwen ook hun geloofsideeën uit en dan blijken er veel over-eenkomsten te zijn. Lutheranen en Calvinisten verschillen niet veel van elkaar. De hoed of pet afnemen voor de heiligen van de katholieke kerk deden ze niet. In de kern van hun protest te-gen de katholieke kerk zijn ze gelijk. Het grote twistpunt werd uiteindelijk het Avondmaal. Een klein verschil van inzicht hier-over heeft geleid tot veel haat en twist tussen Calvinisten en de Lutheranen. Een ander onderscheid was dat de Calvinisten alleen berijmde psalmen zongen en geen gezangen zoals de Lutheranen. De Hervormden uit Zeeland waren een zeer sobere liturgie ge-wend en wilden vooral geen beelden en voorwerpen in de kerk die herinneren aan de Roomse tijd. Altaar, kruis, kaarsen en bloe-men leiden de aandacht af van het Woord. In het midden van de kerk stond een preekstoel met een geopende bijbel. De dominee droeg geen toga, maar een zwart pak of jacquet. De Lutherse en Calvinistische immigranten in Santa Leopoldina ontberen een dominee en een kapel. De protestanten uit Europa mogen van de Braziliaanse overheid wel bijeenkomen, maar niet in een gebouw met de uiterlijke kenmerken van een kerk. De Duitsers en Hollanders komen overeen samen een school te bou-wen waarin ook kerkdiensten kunnen worden gehouden. Vier jaar na hun aankomst helpen de Hollanders mee met de bouw van de eerste evangelische school en kapel in het district Luxem-burgo van de kolonie.Op aandringen van de Baron von Tschudí arriveert in 1864 uit Basel in Zwitserland, de bakermat van Johannes Calvijn, de eer-ste evangelische pastor voor de kolonie Santa Leopoldina.

1e school en kapel in Luxemburgo, Santa Leopoldina I, 1869

Page 62: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Door het meebouwen aan de kapel krijgen de Hollanders een plek in het kerkbestuur. Van 1871 tot 1873 zit Izaak Lampier in de kerkenraad en wordt hij de penningmeester voor de gemeen-schap in Holanda, want er moet contributie betaald worden aan de dominee. Niet alleen met geld maar ook in natura, maïs voor zijn vee en meewerken op het land van de pastor. Antônio Laurett uit Jequitibá: “Mijn grootvader vertelde dat de Hollanders uit Holanda op zaterdag naar Luxemburgo liepen om mee te helpen bij de bouw van de kerk. Dat is vier uur lopen. ‘Vamos tocar barro’, we gaan muren stampen, dikke muren bouwen van aangestampte klei.”Maar toen de eerste viering werd gehouden op 12 maart 1864 bleek dat er op het altaar een kruis stond en ook brandende kaar-sen. Dat beviel enkele calvinisten niet:“Da sie me nie uleert en dâo hâon we nie nâo toe.” Als tussen 1872 en 1873 meer dan tweeduizend lutherse emi-granten uit Pommeren het bergland intrekken en ook in de kapel van Luxemburgo hun plek opeisen zijn er na 1873 geen Hollan-ders meer in bestuursfuncties terug te vinden. Er wordt verteld, dat tijdens een kerkdienst de Pommeranen de Hollanders uit de kerkbanken sleurden want zij hadden vaste betaalde zitplaatsen in de kapel en de Hollanders moesten maar blijven staan. Er ko-men regelmatig conflicten voor.De eerste pastores voor de Duitse immigranten komen uit Zwit-serland van de Basel Mission en kenmerken zich door hun cal-vinistische levenshouding: sober en eenvoudig leven, geen luxe maar hard werken. Met deze pastores kunnen de Hollanders goed samenwerken. Daarna komen pastores uit Berlijn, academici die om ervaringen op te doen voor enkele jaren naar Brazilië komen. De Hollanders vragen van deze predikanten zich aan te passen aan de calvinisti-sche gebruiken in de Hollandse kapel. Dat blijkt voor deze pas-tores geen probleem te zijn, zij komen van de Evangelische Unie in Duitsland, een unie van Calvinisten en Lutheranen. Later komen met enige tegenzin van de Berlijnse pastores in 1903 de eerste zogenoemde “Gotteskasten” pastores, die uit de Evangelische Unie waren gestapt. Deze ‘pastores voor het leven’ komen uit Beieren. In hun kerken in Duitsland hangen houten collectebusjes bij de uitgang bestemd voor de Kerk in het buiten-land. Uit de opbrengst van deze ‘Gotteskasten’ worden pastores uitgezonden. Zij komen o.a. naar Brazilië met de volgens hen enige ware Lutherse liturgie en catechismus, één van de twist-punten met de Evangelische Unie. Ook hebben sommigen het idee om het gebied van de Duitse immigranten te germaniseren. De pastores geven veel aandacht aan het onderwijs en richten de ‘Deutsche Schule’ op in verschillende gemeenschappen en benoe-men kolonisten die goed Duits spreken en lezen en die geschikt zijn om met kinderen om te gaan als kolonieonderwijzer.

Page 63: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

Antônio Laurett uit Jequitibá: “Op de Deutsche Schule leerde ik lezen, schrijven en catechesatie. Ik ging met angst heen en weer te-rug. Alles moest in het Duits. We kregen een schrift en moesten het alfabet opschrijven met hoofd- en kleine letters in het antiek Gotisch en blijven oefenen tot het goed was. Op donderdag gaf de dominee Duits en op vrijdag godsdienstonderwijs. Wie zijn les niet geleerd had kreeg slaag met een stok van ‘araça’. Hij sloeg er mee op je hand. Zoals we de catechisatielessen binnenkwamen zo zijn we er ook weer uitgekomen, niets geleerd. Het slaan hielp ook niet.”

Een eigen school en kapel in Holanda Het verlangen naar een eigen school en kapel in Holanda is groot. De kinderen van de pioniers moeten het doen zonder on-derwijs. Ze leren iets van oma of opa die uit Zeeland kwamen, maar de meeste van hen blijven analfabeet. Pas in 1878 wordt een staatsschooltje opgericht in Mangaraí. Volgens de verslagen van de Provincie aan de Keizer, staan er 78 leerlingen ingeschre-ven waarvan slechts enkele Hollandse kinderen. De ‘Deutsche Schule’ van de pastor in Luxemburgo is voor de meeste kinderen te ver weg. Kinderen van zes tot dertien jaar kunnen daar weke-lijks drie halve dagen onderwijs krijgen in het Duits. Ze leren lezen, schrijven en krijgen catechisatielessen als voorbereiding op het doen van belijdenis in de kerk. Maar de Hollanders leren lie-ver zelf hun kinderen lezen en schrijven op een eigen school. Een voor de hand liggende plek om een kapel en school te bou-wen is naast de begraafplaats. De begraafplaats in Holanda werd twaalf jaar na aankomst aangelegd. De mensen werden voordien in het veld begraven. Maar de colônia waarop het kerkhof ligt is inmiddels aan een katholiek verkocht en deze is niet bereid grond aan de Hollanders te verkopen voor de bouw van een pro-testantse school en kapel. Antônio Laurett biedt dan ruimte aan op zijn colônia nummer 499. Met vereende krachten wordt een schoollokaal gebouwd dat tevens dienst kan doen als kapel. De inwijding vindt plaats op 3 februari 1903, met de lessenaar als preekstoel voorin in het midden van het lokaal, zonder altaar en zonder kruis. Vanaf nu vormen de Hollanders hun eigen Hollan-diakapelgemeente, bediend door de pastor uit Luxemburgo.

Antônio Laurett uit Jequitibá: “De eerste Hollanders wilden niets we-ten van kruizen. Niet binnen in de kerk en niet buiten de kerk op de be-graafplaats. En nog een detail: zolang ik me herinner, ging mijn opa Anton altijd op Goede Vrijdag naar Holanda om het avondmaal te vieren toen zij zelf een kapel hadden. Hier in de kapel van Luxemburgo die hijzelf had meehelpen opbouwen, ging hij niet naar het avondmaal vanwege het kruis op het altaar. Mijn andere opa Treichel was ouderling. Mijn twee opa’s reden samen op naar de kerk in Jequitibá, maar voor het avondmaal sloeg opa Anton af naar Holanda. Ik herinner mij het nog als de dag van vandaag: ‘Ele arreava o cavalo branco e cavalgava para Holandinha’ (Hij zadelde

Page 64: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

het witte paard en reed naar Holan-dinha) Waar gaat u heen Opa, vroeg ik. Hij ging naar Holandinha. Daar was geen kruis.”

Zoals in andere gemeenschappen wordt ook in de Comunidade Holanda een ‘Deutsche Schu-le’ opgericht en Anton Lauret wordt benoemd als de ‘Mestre da Colônia’ in Holanda. Laurett geeft les in bijbelken-nis, lezen, schrijven en rekenen. Tegen de wens van de pastores in onderwijst hij niet in het Duits, maar in het Nederlands. Het eigen onderwijs en de ka-

pel verstevigen de onderlinge band in de Comunidade Holanda. Op school en in de kerk kunnen de normen en waarden die de mensen meenamen uit Zeeuws-Vlaanderen overgedragen wor-den. Door huwelijken komen Pommerse kleingrondbezitters in Holanda wonen. Zij hebben dan nog weinig invloed. De komst van deze mensen versterkt juist het wijgevoel. Door het Zeeuws van Zeeuws-Vlaanderen dat gesproken wordt, de kleding, en het calvinistische geloof van de Nederlandse Hervormde kerk uit Zeeland onderscheiden de Hollanders zich van de andere bevol-kingsgroepen om hen heen. De woorden van de dominee zijn voor velen bepalend in hun handel en wandel in het dagelijks leven. De calvinisten uit Zeeland, anders dan de Lutheranen, wa-ren echter ook gewend dat de dominee de werknemer is van de kerkenraad.

De ontwikkelingen gaan snel. Vanaf 1867 is Pôrto de Cachoei-ro officieel het centrum van de Kolonie, maar in 1882 krijgt ze de naam Vila do Cachoeiro de Santa Leopoldina. Vijf jaar later krijgt Santa Leopoldina de status van gemeente met een burge-meester en gemeenteraad. Vanaf dat moment is Santa Leopol-dina geen staatskolonie meer. Voor de grootgrondbezitters en

handelaren komt er actief en passief kiesrecht, maar niet voor de kolonisten en immigranten uit Europa. Op 13 mei 1888 wordt in heel het land de slavernij officieel af-geschaft. De slaven in Cariaçica verlaten de fazendas en vieren feest in de straten van Santa Leopoldina en Vitória. Ze im-

Geen kruis maar een hart op het graf

De weg naar de vrijheid van de Afrikaanse Capixabas:1850, het transport over zee van slaven wordt verboden1871, wet ‘do Ventre Livre’ geeft vrijheid aan kinderen

geboren uit slavinnen 1885, wet ‘Sexagenário’ biedt vrijheid voor slaven ouder

dan 60 jaar1888, wet ‘Aurora, beëndiging van de slavernij

Page 65: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

proviseren een muziekkorps, dansen, drinken en feesten vijftien dagen lang. De fazendeiros kunnen niets doen tegen wat zij noe-men het ‘delirium van de negers’. In Santa Leopoldina wordt een feestelijke mis gehouden, gevolgd door ontvangsten van de elite en een optocht ter ere van Prinses Isabel. De afschaffing van de slavernij betekent echter voor veel Afrikanen dat zij het bos in worden gestuurd zonder een cent op zak. Sommigen vertrekken naar de bestaande quilombos, vrijplaatsen voor gevluchte slaven, anderen naar de stad, waar zij moeten rondschooieren om aan werk te komen, zoals ook immigranten uit Europa die het bin-nenland zijn ontvlucht om in de stad betere levensomstandighe-den te vinden. Op 15 november 1889 wordt de Republiek Brazilië uitgeroepen. Het land begint aan een nieuw experiment, de democratie met een door ‘het volk’, wat betekent alleen de mensen die gealfabeti-seerd zijn, gekozen wetgevende en uitvoerende macht. Door geen of slecht onderwijs worden zo de duizenden immigranten buiten de politiek gehouden.

�0. De koffieperiodeIn 1830 bestond 25% van de export van Brazilië uit koffie, ge-produceerd op de koffieplantages door 600.000 slaven uit Afrika. In 1860 maakte de koffie de helft uit van de export. De vraag was niet te stillen. De slaven werden geleidelijk vervangen door im-migrantenfamilies uit Europa. Ook de directeur van de Kolonie Santa Leopoldina begint de koffieteelt te stimuleren onder de im-migranten. De prijs van de koffie ligt goed en er zijn voldoende

De ‘mestre da colônia’, Antônio Laurett en Elisabeth

Verduin met kinderen

Page 66: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

voorbeelden van kleingrondbezitters die rijke koffieoogsten ma-ken waarmee ze een beter bestaan opbouwen. Voor de Hollanders is het moeilijk om aan koffiestekjes te ko-men, omdat de Braziliaanse fazendeiros deze niet aan de pro-testantse immigranten willen verkopen. Bevriende slaven helpen de Hollanders aan de eerste koffiestekjes. De ironie is dat de koffieplantjes in 1727 door een officier van justitie, Palheta, van Hollandse fazendeiros uit Hollands Guiana naar Brazilië waren gesmokkeld.

‘Zoetementos’De Comunidade Holanda maakt rond de eeuwwisseling een re-latief welvarende tijd door dankzij de koffieteelt. In deze koffie- periode worden veel ‘ajuntamentos’ gehouden. Op afroep verzame-len soms wel dertig tot veertig kolonisten zich, mannen, vrouwen en jongeren, op het land van de samenroeper voor het rossen van capoeira, het planten van een veld maniok of voor de koffiepluk. Er komen zelfs lui ongevraagd meehelpen zonder een vergoeding te vragen, maar zij weten ook dat ze een maaltijd krijgen. In de keu-ken maken de vrouwen grote hoeveelheden eten klaar: rijst, zwarte bonen en ‘farofa’, maniokmeel. Hollands eten met aardappelen is voor de zondag. De boer die de mensen heeft opgeroepen weet dat hij bij de deelnemers ook een dag zal meehelpen, ook al is dat zeker geen verplichting. Als dat wel afgesproken wordt, noemt men dat “Troca dia”, dagruil. Bij het wieden gaan twintig tot dertig mannen op rij met de ‘foice’, zeis, de berg op. Degenen die het niet bij kun-nen houden en achterop raken worden behoorlijk gepest. Tijdens het werk wordt op het land en in de keuken veel plezier gemaakt. Bram Heule: “Ze kwamen werken voor de “leut”, voor het feest en het eten. ‘Ze war’n haeren be den oop’. Na afloop van het werk en vooral op zaterdag werd er gedanst en een ’zoeteling’ gedronken.” Zoals in het Land van Cadzand waar de arbeiders een bittertje dronken en de boer na het werk een vaatje bier aansloeg. Abrão Laurett: “De Hol-landers zeiden: ‘zoetemento’. Het werd vaak een groot feest dat uitliep

In 1616 namen Hollandse kolonisatoren uit Jemen in Arabië een koffieplantje mee en plantten dit in de Botanische tuin van Amsterdam. In het koude kikkerland bleek het onmogelijk koffie te planten. De kleine koffieplantjes brachten zij toen naar hun koloniën in Ceylon en naar Java in Indonesië. Daar gedijde de koffie goed en ze begonnen met de commerciële koffieteelt. Het werd in Europa een ‘boom’, een rage om koffie te drinken. In 1706 voorzagen de Hollandse kolonies heel Europa van koffie. De koffie werd in 1718 ook naar de fazendas in Suriname en Hollands Guyana gebracht. In 1727 kregen de Fransen en de Hollanders in Guyana een grensgeschil en zij vroegen de Portugese Braziliaan Francisco de Melo Palheta, officier van justitie, het geschil op te lossen. Van die gelegenheid maakte Palheta gebruik en smokkelde de eerste koffieplantjes naar zijn fazendas in Brazilië. De koffieteelt komt in 1760 vanuit het Noordoosten in Rio de Janeiro terecht en dat moment wordt gezien als het startpunt voor het succes van de koffieteelt in Brazilië.

Page 67: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

tot diep in de nacht. Zowel blank als zwart deed mee. In de koffietijd was het de ene week hier en de andere week daar. Holanda stond in de wijde omtrek om de feesten na de ajuntamentos bekend. Het was de mooiste tijd in Holanda. Later is het langzaam verdwenen. Er kwa-men teveel van buiten Holanda en steeds meer zwarten. Wegjagen kon je ze niet. Soms werd er gevochten, ze trekken snel een mes.” Tijdens ajuntamentos worden soms judasverhaaltjes voorgelezen. Ze wor-den op een boom geprikt, op een hek, of onder de deur van de winkel doorgeschoven en in de winkel opgehangen. Officieel weet niemand wie de judasverhaaltjes geschreven heeft. Het zijn teksten waarbij mensen op de hak worden genomen. Kritische teksten met een scherp randje. Ze geven veel hilariteit maar roepen ook span-ning op. Opvallend is dat vrouwen niet in de verhaaltjes voorko-men. Als de ajuntamentos afnemen organiseert Isaac Laurett om de veertien dagen een dansavond. Dat wordt zoveel mogelijk geheim gehouden, want als de kleurlingen er lucht van krijgen komen ze er op af. De ‘kootjes’ (zoals de Hollanders de zwarten noemen) die in Holanda wonen, horen er wel bij, maar de ‘kootjes’ van buiten komen er niet in.

Vendas en vendistas Er komen handelaren die de producten rechtstreeks bij de kolo-nisten opkopen en deze met ezels naar de haven bij de waterval in Santa Leopoldina brengen. Beladen met goederen komen de ezels weer terug waarmee de vendas (winkels) bevoorraad worden.In de tijd van de pioniers gingen de vrouwen naar Cachoeiro of de Barra de Mangaraí om het beloofde voedsel en geld van de regering op te halen. Zij namen koffie en andere producten mee in manden op hun rug om te verkopen. 22 Kilometer een reis van drie dagen heen en terug. Jacó Silva: “Er ging wel altijd een man mee ‘naar boord’ (de Barra de Mangaraí of Santa Leopoldina) om de spullen te sjouwen. Dat was Jas Louwers. Hij droeg 8 arrobas op zijn rug, dat is 120 kilos. Ze deden de noodzakelijke inkopen, kochten een litertje schnaps en op de terugweg hadden ze de grootste lol. De mannen bleven werken op het land, maar als er een venda wordt geopend draaien de rollen om. Dan gaan de mannen naar de venda om de inkopen te doen.”

De Braziliaanse kolonel José Alves do Nascimento komt van buitenaf Holanda binnen. Hij

Vrachtvervoer per ‘tropas’

Page 68: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

koopt in 1876 een stuk grond in het aangrenzende Fumaça en in Holanda 75 hectare grond, enkele door de Staat geconfisqueerde colônias van Hollanders die niet willen of kunnen voldoen aan de gestelde eisen en afbetalingen aan de overheid, of die simpelweg vertrokken zijn en hun grond hebben verlaten. Hij bouwt met gebruikmaking van slavenarbeid een huis en een venda. Vanaf die tijd verkopen de mannen de producten aan de ‘kolonel’ zoals hij genoemd wordt en doen zij de inkopen.

De kolonel vervoert met zijn ‘tropas’, een karavaan van tien tot twintig ezels, de producten naar Santa Leopoldina of de Barra de Mangaraí vanwaar ze met kano’s over de rivier Santa Maria naar Vitória worden gebracht. De winkel is voor de Comunidade heel belangrijk. De lange voettocht naar ‘boord’ is niet meer noodzakelijk. De producten kunnen direct worden verkocht aan de vendista (win-kelier/handelaar) en er kunnen de noodzakelijke inkopen gedaan worden. In de vendas speelt geld een ondergeschikte rol. Feitelij-ke betaalmiddelen zijn bonen, maïs, maniok en koffie. Die wor-den geruild voor zout, rijst, gedroogd vlees, suiker, zeep, sterke drank, huishoudelijke artikelen en landbouwgereedschap. Door de stijgende koffieproductie komen er meer handelaren en kleine vendas in Holanda en omgeving.

Spelen en vermaakJosé Brinde (Jozef de Bruyne?) heeft van 1890 tot 1920 een kleine venda. Ook José França vestigt zich. Hij beschikt bovendien over een tropa van 10 ezels. Bij de venda van França komen de Hol-landers graag, want er wordt ‘joga bola’ gespeeld, meegenomen uit Zeeuws-Vlaanderen waar het ‘krulbollen’ wordt genoemd. De krulbol is een houten schijf in de vorm van een kaas. Er is een baan uitgezet van 8 tot 12 meter en het gaat erom de krulbol over de vlakke baan zo dicht mogelijk bij een opgestelde staak te rollen.

De venda van Schijve wordt ook een belangrijke ontmoetings-plaats. Hij organiseert jaarlijks het ringrijden of ringsteken. Het groeit uit tot een geweldig festijn waar veel volk uit de omgeving op af komt. In Zeeland wordt het spel gespeeld door boerenzo-nen. De manen en staart van een paard worden gevlochten en versierd met linten en bloemen. Zittend op het ongezadelde paard moet de ruiter met vaart onder de ring doorrijden en proberen met de punt van zijn speer door een ring te steken en deze mee te nemen. De wedstrijdring heeft een doorsnee van 38 millimeter. Zijn er meerdere deelnemers die de ring te pakken krijgen, dan moet in een volgende ronde door een ring van 10 mm gestoken worden. De winnaar wordt drie-maal achter elkaar gejonast.

Page 69: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

Op een dag loopt het ringrijden grandioos uit de hand. Twee Hollandse vrouwen krijgen een fikse ruzie. Een zwarte Brazili-aanse vrouw komt tussenbeiden en wil de ruzie sussen. Maar in plaats dat de ruzie gesust wordt, ontstaat er een massale vechtpar-tij tussen de zwarte Brazilianen en de blanke Hollanders. Het gaat er zo fel aan toe dat één van de zwarten, een zekere Rodriques, wordt doodgeslagen. Wie de dader precies is, wordt niet duidelijk. Wel wordt een Laurett met zijn zoon opgepakt. Het proces duurt wel twee jaar en al die tijd zitten ze vast. Ver-schillende Hollanders moeten naar Vitória om te getuigen. Tenslotte worden zij wegens ge-brek aan bewijs vrijgesproken. Vanaf die tijd wordt het ringrij-den niet meer georganiseerd.

Euforie in Santa LeopoldinaDe export van koffie uit de Pôrto de Cachoeiro stijgt enorm. De voorzitter van de gemeenteraad van Santa Leopoldina geeft in 1895 de volgende schets van zijn gemeente: “Gisteren was het nog puur oerwoud, vol met vrolijke zwermen vo-gels, zoemende insecten en heldere beekjes. Lange echo’s van roofdie-ren weerklonken nog door de bergen, alles was nog ongerept, daarna ontstond een dunbevolkte nederzetting. Vervolgens gingen de mensen de natuur beheersen en brachten de civilisatie binnen. Nu is het een stad met een hoopvolle toekomst waar de drukte steeds meer toeneemt en de welvaart stijgt, morgen een respectabele stad, een groot centrum van vooruitgang, dat elke keer volmaakter wordt en kan concurreren met de handel in de Staat.”Het gonst van de havendrukte in het oude bestuurscentrum van de Kolonie bij de waterval. Regelmatig klinkt in Santa Leopol-dina de ‘buzo’. Er wordt uitgeladen en ingeladen door slaven en vrije arbeiders. Uit de verre omgeving, Santa Tereza, Itaguaçu en Afonso Cláudio komen in de Pôrto de Cachoeiro ‘tropas’ van 10 tot 12 ezels binnenrijden met de koffie van de fazendas om daarna bepakt en bezakt terug te keren met geïmporteerde waar het binnenland in. Tijdens de koffieoogst verschepen de kano-vaarders voor één exporteur in Santa Leopoldina 110.000 zakken koffie. Dat zijn 30 kano’s die zonder onderbreking gedurende 4

Ringrijden

Page 70: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�0 I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

maanden heen en weer varen. Exporteurs en importeurs doen goede zaken, vooral ook de winkeliers die de mooiste en rijkste spullen uit Europa en Amerika laten aanvoeren. Alles komt van-uit de Baai van Vitória over de rivier Santa Maria. De handelaren van Santa Leopoldina ruilen koffie voor ijzerwaren, huishoude-lijke artikelen, textiel, naaimachines, voedsel, drank, muziekin-strumenten, concertino’s, wandklokken, zakhorloges en luxe ar-tikelen. Voor de rijken duur kantwerk, fijn porselein, speelgoed, Franse parfums, wijnen en geweren. Duitsland is de belangrijkste handelspartner. De handel groeit, de koffie is de kurk waar de economie op drijft en Santa Leopoldina viert feest. Aan de oever van de rivier is een glijbaan gemaakt, een bica, waarlangs de ar-beiders de zakken koffie van de kade af de kano’s in laten glijden waar ze vakkundig worden opgestapeld. De volgeladen kano’s kunnen acht tot tien passagiers meenemen. De eersteklaspassa-giers hebben recht op een plaats onder zeildoek om zich tegen zon en regen te beschermen. Wie minder te besteden heeft en toch naar Vitória wil, moet als tweedeklaspassagier op de zak-ken plaatsnemen. De ‘canoeiros’ varen tot Ponta de Pedra bij de ingang van de baai van Vitória. Daar wachten ze tot het eb wordt en drijven dan mee met het terugtrekkende water. De reis van 47 kilometer duurt een nacht en een dag. Je kunt als passagier sneller te paard reizen, maar met de ‘canoa’ is het comfortabeler. In Santa Leopoldina begint de Hollander Norberto van de Kamp een limonade- en bierfabriek. Hij brouwt bier van hoge gisting, dubbel licht en donker bier. Zijn bier wordt zeer goed ontvan-Handel in Santa Leopoldina

Page 71: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

gen. Helaas, hij wordt getroffen door een hartaanval en de recep-ten voor het bier verdwijnen met hem in het graf. Hoe zijn zoon het ook probeert het bier weer te brouwen, zonder de recepten van zijn vader lukt het hem niet en de fabriek gaat failliet. De wel-vaart groeit in Santa Leopoldina. Als in Rio de Janeiro de eer-ste telefoons verschijnen, blijft Santa Leopoldina niet achter. Er worden grote feesten gehouden. Het carnaval van Santa Leopol-dina is beroemd in de provincie en daarbuiten. Zelfs uit Rio de Janeiro komen elk jaar feestgan-gers om te dansen tijdens het defilé op de ritmes van de carna-valsgroepen ‘Brasil Acorda’ en ‘Rosa do Sertão’. In luxe carnavals-kleding strijden zij om originaliteit, kleur en ritmes. De eerste auto’s verschijnen in Vitória. De belangrijkste firma’s van Santa Leopoldina verenigen zich in de Companhia Viação Geral om samen met de regering de weg naar Vitória aan te gaan leggen. In mei 1919 wordt de weg geopend en ingereden en er wordt groots feest gevierd. Voor het eerst branden in die nacht de straatlantaarns op elektriciteit. Er wordt voor de elite een banket geserveerd met op het menu onder andere: Aspergios ao molho Holandês (asperges met Hollandse saus). Groot feest, maar de opening van de weg luidt het einde in van de haven in Santa Leopoldina. De kanovaarders en de tropas verdwijnen en worden in de loop van de tijd vervangen door vrachtauto’s. De haven van Cachoeiro de Santa Leopoldina verliest haar functie en haar be-langrijkste bron van welvaart.Het is opvallend dat veel Hol-landers goede landbouwers zijn geworden, want weinigen waren echt boer in Zeeland en niemand van hen beheerste de landbouw van een land als Brazilië met koffie, maniok en bananen. Er zijn families die gedurende de koffieperiode er in slagen hun bedrijf succesvol te runnen. Zij kunnen zich een beter en gro-ter huis veroorloven van twee

Restant oude koffiegoot

Brouwerij v.d.Kamp

Page 72: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

verdiepingen en ramen van glas. De benedenverdieping functio-neert als opslagruimte van landbouwwerktuigen en de bovenver-dieping als woonhuis. Sommige nieuwe huizen worden gebouwd met een eetkeuken of zelfs een aparte eetkamer, een slaapkamer, logeerkamer en een stookkot. De grote huiskamer kan ook voor dansavonden gebruikt worden.

Dona Sanne Heule, getrouwd met Fritz Pagung: “In 1911, ik was toen negen jaar, stond er nog heel veel koffie in Holanda. Abra-ham Laurett die met Elizabeth Boone getrouwd was had toen 2 colônias met koffie. Zoveel, dat hij het werk lang niet allemaal zelf met zijn familie aankon dus besteedde hij veel werk uit, vooral aan de Hollanders. Na het pluk-ken van de koffie moet ze gewassen in een waterbassin. Grond, stof en andere bestanddelen zakken naar beneden en de koffie blijft boven

drijven. Vervolgens moet de koffie drogen op het erf. Sommige men-sen hebben een koffiewagen. Dit is een wagentje op lage wieltjes. Hier leggen zij de koffie op. Overdag staat het wagentje buiten en ’s nachts duwt men het onder de huisjes die op palen staan. Zo kan de koffie ook ’s nachts niet nat worden. Zonder wagentje moet de koffie binnengehaald worden. Als ze dan gedroogd is moet ze gestampt en gaat ze naar de manjolo of pilladeira. Sommigen maken drie stam-pers op één waterrad. Het gruis zit dan nog vol met koffie en restan-ten van de koffiepel. Deze gaan in een windmolen om het kaf van de koffie te scheiden. Als de opkoper van de koffie zelf een machine heeft koopt hij de koffie met pel.”

Contact met NederlandGedurende ruim tien jaar is er van 1920 tot 1931 indirect contact met Nederland. Uit correspondentie blijkt, dat de Nederlandse Gustaaf Adolf Vereniging in deze jaren jaarlijks een bedrag van 50 tot 175 gulden stuurt ter ondersteuning van de ‘Hollandiaka-pelgemeente’. Pastor Petersen, een Oost Fries van geboorte, die ook een beetje Nederlands spreekt schrijft in 1920: “De kleine Hollandse kolonie, gevestigt in Santa Leopoldina, Brazi-lië, bestaande uit circa 25 families, is arm. Zij houdt zich bezig met landbouw en vindt daarin een schamel bestaan, daar de bodem niet vruchtbaar is. Voor het herstel van de kleine kapel wordt een bijdrage gevraagd. Unser Hollandia gemeinde ist noch ganz holländisch und in den Häsern spricht man noch de Modersprack.’’Op 16 mei 1920 schrijft Willi Siegfried, als plaatsvervanger van

Sanne Heule met kleindochter

Page 73: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

de pastores, een bedankbriefje naar de Nederlandse Gustaaf Adolf Vereniging:Hoghverehrter Verein! Neben-stehend einige Dankeszeilen von unserer holländischen Kapellen-Gemeinde.Das so freundliche zugesandte Geld hat der Vorstand zur kirch-lichen Unterstütsung der armen Mitglieder verwendet. Im Namen der Hauptgemeinde sage ich für die fdl. Geleistete Hilfe an unse-rer Kapelle Holland herzlichen Dank.Ihr ergebenerWilli Siegfried, in vertretung das Pfarrers.

De contacten blijven beperkt tot jaarlijkse brieven tussen de pastores en de Gustaaf Adolf Vereniging met aanvragen van on-dersteuning, de bevestiging van en bedankjes voor de ontvan-gen bijdragen en terugsturen van de kwitanties voor ontvangst. Het geld wordt volgens de brieven besteed aan de ondersteuning van weduwen en ‘rechtschapen’ armen in de moederkerk Santa Leopoldina I. In 1922 stelt Willi Siegfried voor om van de ont-vangen 150.000 milreis, een eenmalige gratificatie te geven van 50.000 milreis aan de Hollandse onderwijzer die de kinderen en catechisanten voorbereid heeft en niet in goede omstandigheden leeft.In 1926 vraagt pastor Wisznat iets meer voor het aanschaffen van doopbekken en avondmaalszilver. Ook wil men een nieuwe kapel gaan bouwen, want het oude schoollokaal van 1903, dat dienst doet als kapel wordt te klein. De gemeente telt 180 zie-len. “De vreemde invloeden”, zo schrijft pastor Wisznat, “doen zich ook gelden op geestelijk terrein.” Doelend op de Braziliaanse kleurlingen die in Holanda zijn komen wonen en de groeiende invloed van de katholieken.

Een nieuwe kapelDe eerste steen voor de nieuwe kapel wordt gelegd op 9 decem-ber 1927. Een jaar later is de nieuwe kapel een feit. Een brief van pastor Wisznat van 30 augustus 1929: “Enkele dagen geleden kreeg ik een aangetekende brief met 175 gulden voor Hollandia toege-zonden. In mijn geliefde Kapelgemeente Hollandia waren hartelijke dankzeggingen aan de Nederlandse Gustaaf Adolf Vereniging voor alle goedgunstige giften. In Hollandia gaat alles zijn oude gang. De Hollandia kapel is het afgelopen jaar klaar gekomen. Op 9 december van het afgelopen jaar (1928) kon ik de kapel inwijden. De men-

Bedankbriefje aan Gustaaf Adolf Vereniging

Page 74: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

sen hebben gedaan wat ze konden, hebben alle werk zelf gedaan. De nieuwe kapel zal, zodra een fotograaf gevonden is, gefotografeerd worden. Dan zal ik ook Uw vereniging een foto sturen. Hollandia telt vandaag 31 stemgerechtigde leden. Dat zijn 31 families. In de gemeente Santa Leopoldina wonen eveneens een heel aantal nakome-lingen van Hollanders. (Deze foto van de kapel is niet gevonden)

Tot vandaag wordt jaarlijks op 9 december de eerste steenleg-ging van 1927 en de inwijding van de kapel in 1928 gevierd met avondmaal en het nieuwe avondmaalszilver. Na de komst van de pioniers in 1859 is dit een hoogtepunt in de geschiede-nis van de Hollandse Capixabas en de opbouw van de Comuni-dade Holanda.De nieuwe kapel is gebouwd zonder een kruis, zonder altaar en met de preekstoel in het mid-den met op de lessenaar een ge-

opende bijbel. De Hollandiakapelgemeente staat onder leiding van een kerkenraad die gevormd wordt door de meest draag-krachtigen, die hun ideeën van geloven en leven uitdragen aan de gelovigen. In het Land van Cadzand was het niet anders. Daar hadden ook de rijke boeren het voor het zeggen. Niet alleen in de samenleving, maar ook in de kerk.

De Gustaaf Adolf Vereniging schrijft dat er meer zou moeten gebeuren om deze ‘zo merkwaardige Kolonie’ voor ondergang te bewaren. Men zou ook ‘gaarne haar geschiedenis kennen. Welke Nederlanders hebben haar gesticht en vanwaar komen zij’In Neerlandia, een tijdschrift voor de Nederlandse taal en cul-tuur, uitgave van het Algemeen Nederlands Verbond, verschijnen in 1927, 1928 en 1929 enkele artikelen over de Hollanders in Santa Leopoldina. Ze worden geschreven door een bestuurslid van de Nederlandse Gustaaf Adolf Vereniging, de heer L. Knap-pert, kerkelijk hoogleraar in Leiden. In januari 1929 deelt L. Knappert mee dat boeken, illustraties en wandversiering veel vreugde zou kunnen brengen in de Kolonie. De boekencommissie van het Algemeen Verbond zal, in overleg met het bestuur, de afdeling Zeeuws-Vlaanderen vragen om voor een flinke zending leesstof te zorgen.Het Algemeen Nederlands Verbond maakt ook de minister van Buitenlandse Zaken attent op de Hollandse Kolonie in Brazi-lië. In het maartnummer 1929 van Neerlandia schrijft Dr. L.

De nieuwe kapel van 1928

Page 75: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

Knappert: Zijne excellentie de minister van Buiten-landse Zaken, Jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, heeft de goedheid gehad door tussenkomst van de gezant in Rio de Janeiro nadere inlichtingen te doen inwin-nen. De gezant neemt contact op met pastor Wisznat in Luxemburgo. Pastor Wisznat schrijft terug: “De Hollandia-kapelgemeente telt 34 gezinnen en ande-ren die verspreid wonen in Espírito Santo vanwege de uitgemergelde grond waardoor de mensen telkens weer nieuw akkerland zoeken. Er is niet veel oerbosch meer en door de veepest heeft ook de veestapel zeer geleden. De mensen voelen zich nog Nederlanders en zij zouden zich hartelijk verheugen wanneer het hun nog eens mocht gebeuren een vertegenwoordiger van het oude stamland in hun midden te zien.” De heer Knappert dankt de minister van Buitenlandse zaken en beveelt deze nationale aangelegenheid ook voor het vervolg in zijn belangstelling aan. Maar, zo schrijft hij: “Het allermooiste ware het bezoek van een Nederlandschen belangstellende. Pastor Wisznat wil ze-ker tusschenpersoon zijn.”Na de brief van de Zeeuwen in het dal van de Mu-curi in 1859 is dit waarschijnlijk de tweede keer dat het Nederlandse consulaat in Rio de Janeiro wordt geattendeerd op de Zeeuwse emigranten.

De Duitse pastores onderhouden de contacten met de Gustaaf Adolf Vereniging. Slechts één enkel briefje van vier regels wordt geschreven door een Hollander zonder naam en als bijlage bij de brief van de pastor. Om de vier weken houdt pastor Wisznat een dienst in de kapel van de Hollandiagemeente, filiaal van Santa Leopoldina I. Er wordt in het Duits gepreekt en gezongen. De Hollandse calvinistische psalmen zijn verdwenen. Het gezag en leiderschap van een eigen Hol-landse dominee wordt gemist. De gebeden om uit Holland een dominee of bezoek te krijgen worden niet verhoord. Tot nu toe hebben zij nooit een ‘ver-tegenwoordiger uit hun oude stamland mogen ontvangen’. Antônio Laurett uit Jequetibá: “Wij wonen en werken hier al jarenlang. Altijd zagen we Duitse dominees komen, maar nooit één Hollander. Die heb-ben ons vergeten”.

Tijdschrift Neerlandia van het Algemeen Nederlands Verbond

1927. Genoemde foto is te slecht om af te drukken

Boek gevonden in de kist van Jacob Jansen

Page 76: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

De Hollanders komen vaak in botsing met de pastor en met elkaar. Zo wordt het huwelijk van Frans Smoor (Simora) met de dochter van een ex-slaaf Maria Rosa Vicente afgewezen. Hij behoort in deze koffieperiode tot de gefortuneerde Hollanders. Hij verwerft ongeveer 100 hectare grond en dit vermogen stelt hem in staat om, ondanks zijn huwelijk met een zwarte vrouw, toch in Holanda te blijven wonen, wat een grote uitzondering is. Een gemengd huwelijk hield het vertrek uit Holanda in. De Hollanders sluiten hem echter uit van alle gemeenschappelijke activiteiten, waar hij vroeger als jongere zo graag aan deelnam. Dat is voor hem moeilijk te verteren. Hij raakt aan de drank en pleegt zelfmoord.

De mensen blijven aangewezen op de Duitse dominees. Met ge-bogen hoofden zitten ze in de nieuwe kapel en laten de Duitse woorden van liturgie en preek, die ze niet verstaan over zich heen gaan. De pastores eisen van de gemeenteleden dat zij de Hol-landiakapel inschrijven bij de parochie Santa Leopoldina I. Maar de Hollanders willen naar goed calvinistisch gebruik zelfstandig blijven en zich met hun nieuwe kapel niet overgeven aan de Lu-theranen. De pastor wil de kerk laten registreren en stelt een con-tract op voor de kerkenraad om te tekenen. Het contract is in het Duits opgesteld en de Hollanders gaan ermee naar een notaris in Santa Leopoldina. Deze vertelt hun dat als zij het contract tekenen ze de kapel kwijt zullen raken aan de Lutherse kerk. Als de dominee de eerstvol-gende dienst in Holanda vraagt: “Hebben jullie het contract doorgenomen?” antwoorden de mensen: “ Ja.” “En hebben jullie het ondertekend?” vraagt de dominee. “Nee”, is het antwoord. Zij hebben de kapel laten registreren op Hervormingsdag 31 ok-tober 1931 op naam van de Associação Evangélica de Holanda in het notariskantoor van Alvaro Costa do Nascimento in Santa Le-opoldina. Opvallend is, dat vanaf dat moment er geen correspon-dentie en geen ondersteuning meer is te vinden in het archief van de Nederlandse Gustaaf Adolf Vereniging. De brieven stoppen na de weigering van de Hollanders de Hollandiakapelgemeente in te schrijven bij de parochie Santa Leopoldina I. Uit niets blijkt dat de Hollanders zelf contact hebben opgeno-men met Nederland, ook niet met de Nederlandse gezant in Rio de Janeiro die om inlichtingen vroeg. De contacten zijn beperkt gebleven tussen de Duitse pastores en de elite in Nederland.

NieuwjaarsbiddenOp zondag gaan de mensen graag bij elkaar op bezoek, ook bij niet-verwanten, bij zwart en blank. Ze gaan ‘kotje in en kotje uit’, eten bij elkaar, drinken ’n zoete en doen spelletjes. Een ge-liefd kaartspel is het kruisjassen en tussendoor worden veel mop-pen verteld en grappen uitgehaald. Het grootste feest dat gevierd

Page 77: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

wordt is het nieuwjaarsfeest. Zes dagen lang, vanaf oudejaarsdag tot Driekoningen, is het dan feest in Holanda. Het begint op oudejaarsavond met zwaar vuurwerk, dynamiet en schoten in de lucht met jachtgeweren, startschoten voor vijf dagen feest. Tussen nieuwjaar en Driekoningen gaan de families al generaties lang bij elkaar nieuwjaarsbidden.

Het Nieuwjaarsbidden eist de kennis van het Zeeuwse dialect. Daardoor kunnen de Hollanders dit gebruik voor zichzelf reser-veren en buitenstaanders uitsluiten, want als er feest gevierd werd in Holanda ‘dan komen ze als de mieren op een hoop’.

De jongeren gaan apart. Ze trekken in kleine groepjes rond en krijgen na het opzeggen van het lied een paar geldstukken. De volwassenen bezoeken elkaar en drinken een borrel. Na het eer-ste bezoek trekken beide families weer verder naar de volgende. Tegen de avond, aangekomen bij de laatste familie van die dag komt de ‘trekzak’ tevoorschijn en wordt er gedanst tot de eer-ste zonnestralen de mensen weer ontnuchteren. Er wordt veel gedronken in Holanda. Met kerst en nieuwjaar wordt ook een nogal luguber en wreed blinddoekspel gespeeld: een haan wordt op zijn kop in een ‘tipiti’ gehangen, een cilindervormige mand van stro waarin maniokmeel wordt geperst zodat het vocht er-uit loopt. Het beest hangt er met zijn kop uit. Iemand moet nu geblinddoekt proberen met een hakmes de kop van het beest te slaan. Een bloederig spektakel want het is niet gemakkelijk in een keer goed raak te slaan.In de nacht van Driekoningen, vijf op zes januari, komt een an-dere groep in Holanda een tegenbezoek brengen. Katholieke fa-milies, ‘os de baixo’, uit het dal waar de katholieke kapel van de kolonel staat komen dan naar boven. Zij gaan ook van deur tot deur en zingen een lied:Entramos, entramos na sala de alumeia, (Wij gaan binnen in de kamer van het licht) Louvamos, louvamos os dias da candeia.(en loven de dagen van het kleine lichtje)

Bij een familie aangekomen wordt het volgende gebed opgezegd: “Ik wèns je vee zegenin ’t nieuwe jaor,in vee gezonde daogen!Dà je lank mag levenin zaolig mag stèrven;het konekrijk in d’n emel mag èrven!”

Nieuwjaarswens Isaack Louvers

Page 78: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Opnieuw wordt de accordeon gepakt, gaat de zoete rond en wordt er gedanst. Deze bezoekjes met een lied worden herhaald op 18 januari, katholieke feestdag van Sint Sebastiaan, en met Maria Lichtmis op 2 februari.

‘Soort trouwt soort’In de lemen huizen in Holanda is weinig privacy. Maar gevreeën wordt er! Op stille plekjes, in boerenschuren, verlaten hutten, tussen de koffiestruiken en in het maïsveld. Ook veel ‘buiten de deur’. Er wordt geroddeld en men weet van elkaar wie het met wie doet. De Hollanders huwen onder elkaar want dat levert de minste moeilijkheden op en het grondbezit blijft in de familie. Maar de Comunidade Holanda is klein. De tweede generatie jongeren trouwt met kinderen van Duitse en Pommerse immigranten. Er komen ook steeds meer slaven vrij na de officiële afschaffing in 1888 en er worden meer huwelijken gesloten tussen Hollanders en kleurlingen. De weduwe Suzanne van Hee spoort haar dochter aan te huwen met een vrije negerslaaf die grond bezat. Zo’n ge-mengd huwelijk wordt niet algemeen geaccepteerd. Ouders zijn er vaak tegen. Er komen spanningen als de jongeren uit vrijen gaan met een katholieke partner of nog erger met een kleurling. Sanne Heule: “In het begin toen de Hollanders hier pas waren wil-den ze niet dat de jongeren met lui van andere bevolkingsgroepen trouwden vanwege de andere gebruiken en het andere geloof. Som-migen deden het toch. Marie Laurett luisterde niet naar haar vader en liep weg om te trouwen. Ze kwam later wel terug in Holanda. De moeder heeft de zaak toen bijgelegd. Mijn vader en moeder waren er ook tegen. Ze zeiden: Die zwarten zijn ook mensen, maar dat is een ander soort. Soort moet met soort trouwen. Op de huwelijksfeesten kwamen alleen de kootjes, alleen degenen die zij kenden en meede-den met de juntamentos. Er werden pannenkoeken gegeten. Duitsers kwamen niet veel op de feesten van de Hollanders, die hadden hun eigen feesten. De Duitsers dachten ook altijd dat ze een beetje meer waren en het zijn een beetje stijfkoppen.” Een brief van Abraham Lauret uit 1867 over het voorgenomen huwelijk van zijn zoon geeft een beeld van de familieproblemen die er waren. (Zie bijlage 5)

De venda, het economisch centrum José de Nascimento heeft met de winsten van de venda zijn bezit verdubbeld naar 150 hectare en is de machtigste fazendeiro van Holanda geworden. Hij liet in 1893 tegenover zijn huis een ka-tholieke kapel bouwen die de naam kreeg van het klooster in Vila Velha, Nossa Senhora da Penha. De venda van de Kolonel domi-neerde onder verschillende eigenaars gedurende 100 jaar de Co-munidade Holanda. José do Nascimento overlijdt in 1914. De

Page 79: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

weduwe Anna Ribeiro Nascimento en twee kinderen verkochten in 1923 de grond en de venda aan J. E. Krieger. João Eduardo Krieger komt met zijn familie in Holanda wonen. Hij is de kleinzoon van Pieter Krijger en Elisabeth Schijve die in 1860 uit Groede in Zeeland vertrokken. Pieter Krijger vestigde zich in Gallo in de Kolonie Santa Isabel en woonde temidden van Duitse en Pommerse kolonisten. De naam Krijger verandert daardoor in Krüger. De Hollanders blijven echter Krieger zeg-gen. João Eduardo Krieger maakt ook winsten met de venda en gedurende twintig jaar kan hij zijn grondbezit uitbreiden van 150 hectare naar 240 hectare in 1944. Hij bezit een ‘tropa’ van ongeveer dertig ezels en verbouwt hoofdzakelijk suikerriet. Vanaf 1940 heeft hij in Holanda cliënten uit alle lagen van de bevolking: kleine vendistas, kleingrondbezitters, deelbouwers, dagloners en contractarbeiders. Door alle bedrijvigheid blijft zijn venda het economisch centrum van Holanda. Veel Hollanders zien hem als de vader van de Comunidade.In 1942, ruim tachtig jaar na de komst van de Zeeuwen in Ho-landa komt er een staatsschooltje voor vier jaar lager onderwijs bij de oude venda van de Kolonel. Krieger begint met deelarbeiders te werken. Wie ‘a meia’ (a meia is half ) werkt wordt ‘meeiro’ genoemd en werkt op de grond van een ander als deelarbeider. De grondeigenaar brengt het nodige plant- en/of zaaigoed, kunstmest en de bestrijdingsmiddelen in. De meeiro plant, wiedt en oogst en meestal is dan de helft van de oogst voor de meeiro en zijn gezin. Over het algemeen vindt men het prettiger om als meeiro te werken dan als dagloner. Als meeiro ben je een beetje eigen baas. Onder het bewind van Getulio Vargas werd een wet uitgevaar-digd die regelt dat de landeigenaren niet zomaar een gezin dat als meeiro werkt van zijn grond mag afjagen. De wet regelt dat een familie die gedurende vijf jaar op een stuk grond woont en werkt het recht heeft om die grond te legaliseren als hun eigendom. In de praktijk gebeurt dat weinig, de grondeigenaar zorgt er vaak voor dat de meeiro er voor die tijd af is.Sinds 1921 komen door hu-welijken naast Pommeranen ook Braziliaanse kleurlingen in Holanda wonen. Frans Smoor die met Maria Rosa Vicente, de dochter van een ex-slaaf trouw-de was de kleinzoon van Jozias Smoor en Maria Zonville. Zij

De venda in Holanda

Page 80: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�0 I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

krijgen elf kinderen, waaronder zeven zonen. Zoals eerder verteld komt hij op een trieste manier aan zijn einde. De weduwe Maria Rosa Vicente blijft met de kinderen op het land van hun vader wonen. Met de productie gaat het niet goed. De gronden raken uitgeput, de oogsten zijn mager en de alcohol vreet en knaagt aan hun lijf en versnelt de aftakeling. Door armoede gedwongen zoeken vier van de zeven zonen elders een bestaan als deelbouwer of dagloner. Alleen Emile, Francisco en Pedro blijven in Holanda wonen. Emile huwt een Braziliaanse, Cecile Soares, en erft 40 hectare. Francisco trouwt een Hollandse, Cecile Jansen, en Pedro blijft ongehuwd. Francisco en Pedro houden samen 60 hectare grond. Maar de drank wordt ook hun ondergang. Als Francisco en Pedro de gemaakte schulden niet meer kunnen aflossen, weet Jacó Reinholz rond 1965 op handige wijze aan hun bezit te ko-men. Sinds die tijd moeten zij werken als dagloners op hun oude familiegrond nu van Jacó Reinholz. Emile slaagt erin zijn bezit te behouden. Hij krijgt 8 kinderen die zich naar hun moeder Soares noemen. Vier van hen vestigen zich op de colônia van hun vader. Het is zeer onvruchtbare grond en ook de Soaressen moeten van-af 1940 hun inkomsten met deelbouw en dagloon aanvullen. Een van de vier kinderen van Frans Smoor en Marie Rosa Vicen-te die Holanda noodgedwongen verliet was Antônio. Hij huwt tweemaal. Zijn eerste vrouw, Regina Boone, sterft in het kraam-bed. In het tweede huwelijk, met Alivia Gomes, worden 15 kin-deren geboren, waarvan er in de loop van de tijd zeven overlijden. Van de overgebleven kinderen komen er twee door huwelijken met Hollanders weer in Holanda terug: Altamiro en Christine Simora. Altamiro huwt Christine Laurett en Christine Simora huwt met João Jansen. Ze zijn alle vier landloos en moeten hun brood verdienen met inkomsten uit deelbouw en dagloon. Als João Jansen sterft en Christine Simora weduwe wordt, leeft zij van de gunsten van anderen. Christine Laurett koopt later met geërfd geld een stuk grond van 6 hectare. De familieclan Simora-Soares, ontbeert goede oriëntatie en lei-derschap. Steun van buitenaf is er niet en ze zijn een prooi van op grond beluste opkopers. Er zijn nogal eens ruzies, maar niet haatdragend. In het dagelijks leven heeft men elkaar hard nodig. Het aantal Hollands/Braziliaanse gezinnen stijgt. Na 40 jaar, in 1900 was nog maar 7,8% van de gezinnen gemengd. In 1940, 20,8% en in 1980 was dit zelfs gestegen tot bijna de helft: 48,7%.

De Koffiecrisis Op het moment dat de Comunidade Holanda zich verder ont-wikkelt met de venda van de Kriegers, de nieuwe kapel en het schooltje, slaat de koffiecrisis toe. Op het hoogtepunt van de Bra-ziliaanse koffie-export, meer dan 26 miljoen zakken koffie per

Page 81: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

jaar, klapt op ‘zwarte donderdag’ 24 oktober 1929 de beurs in de Verenigde Staten. De aandelen kelderen en banken gaan failliet. Ook in Brazilië is grote sociale en economische chaos het gevolg. De koffiebaronnen van Rio en São Paulo die samen met de fa-zendeiros in Minas Gerais decennia lang de regering vormden, moeten een stapje terug doen. Ze worden door het volk de rege-ring van ‘koffie met melk’ genoemd: koffie uit de staten Rio de Janeiro en São Paulo en de melk van de fazendas uit Minas Ge-rais. Getúlio Vargas komt aan de macht en hij besluit alle koffie op te kopen om een nog grotere crisis in het land te voorkomen en legt de koffieproductie meteen aan banden. De opslag is ech-ter duur en de opgekochte koffie wordt verbrand. Tussen 1931 en 1944, gaan 78 miljoen zakken koffie in rook op, zoveel als de totale wereldconsumptie van drie jaar.Antônio Laurett uit Jequitibá: “Het moet omstreeks 1929 geweest zijn. De prijs van een zak koffie van dertig kilo was tien milréis. Op een dag werd er verteld in de venda dat de koffieprijs plotseling was gestegen naar vijftig milréis. Je kunt je voorstellen wat er toen gebeurde. Men was buiten zichzelf van vreugde! De ouderen in Ho-landa vierden dit tot laat in de nacht. Er haalde iemand een bank-biljet van vijftig milreis uit zijn zak en stak het in brand! Een ander maakte een vreugdevuur van een zak koffie waarin men overmoedig geld smeet. Het bleek allemaal kletspraat te zijn. De koffieprijs was juist gekelderd. Kort voor de koffiecrisis was ook al een epidemie van veepest uitgebroken, waardoor het meeste vee verdwenen was uit Ho-landa. De boeren hielden alleen nog wat kleinvee over.”De koffieplantages in Holanda worden in brand gestoken en op-geruimd. De grond is uitgeput. De koffieperiode in Holanda is ten einde en gaat over in de maniokperiode.

��. Op zoek naar nieuwe grondVeel kinderen en kleinkinderen van de pioniers uit Zeeland wij-ken opnieuw uit, op zoek naar verse gronden in de streken rond-om Holanda en beginnen weer van voren af aan: een stuk grond vrijmaken, een hut bouwen en land ontginnen. Naar Pau Ama-relo, vier uur lopen vanaf Holanda, naar Jequitibá, een dag lopen en verder weg naar de ‘mata fria’ de koude grond in de bergen van São João de Garrafão, twee dagen lopen. Voor Hollanders geen grond meer, besloot de Koloniedirecteur, maar onontgon-nen grond in cultuur brengen, erop wonen en produceren geeft recht op eigendom. De families Schijve en Boone vertrokken in 1916 al uit Holanda en vestigden zich in Pau Amarelo. Maria Boone: “Mijn grootvader en moeder, Pedro Boone en Maria Silva, woonden in Holanda. Toen mijn grootouders hier kwamen wonen, hadden ze alleen kleine kin-deren, de jongste was twee maanden oud. Zij kochten een stuk land, maakten een hut bedekt met palmbladeren voor de nacht. Van een laken maakten ze een hangmat en sliepen net als de indianen boven

Page 82: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

de grond, vanwege het gevaar van dieren. Ze zijn van de groep in Holanda weggegaan en als indianen hier begon-nen. Het was nog allemaal oerwoud.” De grootvader van Antônio Laurett verhuist in 1909 uit Holanda naar Jequitibá. De grond in Jequitibá is veel beter, maar dat blijkt niet de belangrijkste reden te zijn voor de verhuizing. Anton Lauret (Antônio Laurett) Jequitiba, geboren in 1916: “Dat kan ik mij nog goed herinneren! Het kwam door zijn oudste dochter Joana die verkering kreeg en samen ging met een Braziliaan. Het waren geen slechte mensen en niet zo erg zwart, ze waren wat lichter. Maar mijn groot-vader stoorde zich daar verschrikkelijk aan. Hij was er zo verbolgen over dat hij zijn kolonie in Holanda ruilde met die van Han Boone in Jequitibá. In Holanda had mijn grootvader Braziliaans leren spreken en Hoogduits had hij geleerd van de pastores uit Duitsland. In Jequitibá kwam hij tussen Pommeraanse families en leerde ook Pommers.

Toen ik een kind van 4 jaar was leerde ik met mijn broer Emilio het Braziliaans van een neger die slaaf geweest was en op de boerderij van mijn vader woonde en werkte. Thuis spraken we Pommers met moeder en Hollands met vader. Mijn vader en grootvader correspon-deerden met een vriend in Holland genaamd Piet van Hee.”

Op twee dagen lopen van Holanda in de bergen op 1000 meter hoogte, ligt São João do Garrafão, zeer geïsoleerd, 160 kilometer vanaf Vitória en slechts over smalle zandwegen te bereiken die bij regen nauwelijks begaanbaar zijn. Mevrouw Madalena Boone-Pioto vertelt: “Grootvader en groot-moeder hebben eerst in Holanda gewoond. Daarna verhuisden zij naar Jequitibá. Daar ben ik geboren en we zijn toen later naar

Garrafão gekomen. Hier in de ‘mata fria’ was nog volop niet geregistreerde grond die je kon kopen. Mijn grootva-der Isaac Boone was de eerste Hollander toen hij hier in 1914 met zijn familie in de ‘mata fria’ kwam. Daarna kwamen de Louwers, de Lauretts en de Pommeranen. In het gebied leefden indianen. Ik heb hier nog aardewerk pannen gevonden van de indianen. Ze begonnen opnieuw net als in Holanda van voren af aan. Het bos kappen, de grond afbranden, schoonmaken en ajuntamentos organise-ren. Iedereen werkte mee op het land. De vrouwen met de hak, de mannen met de zeis en ’s nachts werd er gedanst. De Hollanders hielden van grappen en grollen. Op een dag grepen ze een enorm waterrad van een maniokmolen en sleepten het naar boven de heuvel op. Beneden werd vrolijk gedanst en cachaça gedronken. Plotseling lieten ze het rad van de heuvel af naar beneden rollen temidden van het halfdronken volk. Ontnuchterd dropen ze af naar huis.”

Maria Boone in Pau Amarelo

Antônio Laurett met zijn kinderen en kleinkinderen in Jequitiba

Page 83: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

Vanaf het begin nemen de Hollanders de leiding in de opbouw van de Comunidade in Garrafão. Ze ne-men pastorale taken op zich en helpen mee de eerste kapel en klokkenstoel te bouwen. Het ontginnen van het bos eist ook hier zijn tol. Hele gezinnen worden het slachtoffer van gele koorts. Leonora Boone vertelt met trots over haar overgrootmoeder, de eerste vroed-vrouw van Garrafão: ‘‘Ze reed op het paard naar de verste hutten waar een kindje geboren moest worden. Ze was een sterke vrouw, een hele goede vroedvrouw en werkte gratis. Zij kwam veel ellende tegen en zei in alle misére, als een heleboel mensen door zoveel wanhoop het leven wilden beeindi-gen: Wij moeten boven onze zorgen uit blijven leven. Zij werd 77 jaar.’’

Abraham Smoor was 18 jaar toen hij met zijn moe-der de weduwe Maria Zonneville-Smoor (Simoura) en nog zes broertjes en zusjes in 1860 uit Zeeland vertrok. Ze reisden naar Santa Leopoldina. Abraham trouwde met Elizabeth Badke en vertrok met zijn vrouw op zoek naar nieuwe grond. Zij trokken door de valei van de rivier Santa Maria. Aangekomen op een laagvlakte in het uiterste oosten van Várzea Alegre, kwa-men ze een negerjongen tegen die hen begroette en kon vertel-len waar zij zich bevonden. Deze jongen bracht hen nog twee kilometer verderop het bos in naar een nog onbezet stuk grond. Elizabeth Badke, de oude weduwe van Abraão Smoor vertelde dat zij op de dag van de aankomst een hut van takken maakten, bedekt met palmbladeren. Bij het vallen van de avond was er nog geen deur, waardoor die eerste nacht het moedige hondje, dat hen begeleidde en zij voor de veiligheid hadden meegenomen door een panter werd opgevreten. Tussen 1910-1928 trekken de Hollanders verder met Pommerse Capixabas naar de ‘terras quentes’, de warme gronden die een stuk lager liggen zoals Laranja da Terra, Lagoa Serra Pelada, Cri-ciúma, São Bento, Santa Joana en Baixo Guandu. In 1928 wordt de brug over de Rio Doce die Espírito Santo in tweeën deelt geopend. Vanaf Santa Joana is er dan een verbinding rechtstreeks naar het noorden. Bram, Eduard en Izaak Boone trokken via Garrafão en Santa Jo-ana over de Rio Doce naar Panorama. “Grote augustus wat ben ik blië, dâ judder gekommen ziê”, zegt Izaak Boone. Zijn vrouw haalt een boek tevoorschijn: “Mijn vader zei altijd: dit boek moet je goed bewaren, want er komt een tijd dat hier Hollanders ko-men en dan moet je toch Hollands kunnen praten.” Bram Boone en Alie Valkenier wonen met nog tien Hollandse gezinnen in Panorama. “Je hebt veel moed nodig om dit land te lijf te gaan. Je krijgt het niet

Madalena Boone en haar echtgenote Piotto, in Garrafão

Page 84: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

cadeau. We hoorden zeggen dat je in Panorama grond kon kopen. We zijn gaan kijken. Wel achttien tot twintig uur lopen. De grond was goed en we kochten van de regering elk vijftig hectare en zijn begonnen met kappen. Onze ouders waren al eerder uit Holanda weggetrokken en wij gin-gen zo, net als de eerste pioniers opnieuw aan de slag en het oerwoud te lijf. Regelmatig liepen we 20 uur terug naar huis, naar vrouw en kinderen. Na de eerste oogst voegden zij zich bij ons.” Eduard Boone haalt uit de kast een schaal met inhoud en laat dit zien. “Weet je wat dit is?”, vraagt hij. “Postekop”! Het is een oud gerecht dat in Zeeland ‘ôofflakke’ wordt genoemd. Noord-Amerika komt ook weer ter sprake. Het verhaal gaat dat de eerste Zeeuwen hebben gedacht naar Noord-Amerika op weg te zijn, maar in Brazilië belandden. Ale Boone-Valkenier: “Mijn grootvader wilde weg uit Holanda naar Noord-Amerika, maar mijn grootmoeder durfde niet meer over de zee. Mijn grootva-der liet toen grootmoeder en mijn moeder achter en vertrok toch.” In Amerika is hij een fabriek voor strijkijzers begonnen, getuige een oud briefje.

Verder naar het noorden in Praça Rica in de gemeente Côrrego de Peneira woont Arnaldo Leenhouts met zijn vrouw Jordalina Batista. Op zijn huwelijksakte is zijn naam ‘verduitst’ naar Lin-haus. Arnaldo vertelt een verhaal dat wijd verbreid is onder de Hollandse Capixabas en diepe indruk heeft gemaakt: “Mijn grootvader vertelde met tranen in zijn ogen een verhaal dat me altijd is bijgebleven. Hij vertelde over de zeereis die zijn ouders hadden meegemaakt. Op het zeilschip was een kindje ziek gewor-den en overleden. Ze hebben toen het lijkje in zeildoek gewikkeld en verzwaard met kolen overboord gezet. Maar het wilde niet zinken omdat het onvoldoende verzwaard was. Er was bijna geen wind en het schip lag zo goed als stil zodat het lijkje nog dagenlang bleef

ronddobberen. Het was heel triest en de mensen hadden veel verdriet om dat te moeten zien.” Het kindje van drie jaar was het doch-tertje van de familie Leenhouts-Mobe-lus, die in december 1861 uit Schoon-dijke vertrokken.Nakomelingen van de families Lauret, Louwers en Smoor vind je bijna over-al. In Vila Pavão in het Noorden van Espírito Santo is Ivan Lauer de burge-meester. Zijn grootvader kwam van de ‘terra fria’ naar het noorden omdat er te weinig grond was en er slecht koffie wilde groeien. Ook Eliza Louwers (77) woont in Vila

Familie Boone in Panorama

Page 85: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

Pavão. Ze is blij en ontroerd als ze weer eens Hollands kan pra-ten: “Mijn vader is Josias Louwers en moeder Petronella Boone. Ze hadden 9 kinderen. We spraken vroeger thuis altijd Hollands. Het was zo fijn om met de Hollandse families samen te wonen in de streek en veel bij elkaar te komen om te praten. Jammer dat mijn kleinkinderen geen Hollands meer leren. Onze voorouders had-den heel veel moed. Ze hebben nooit meer contact gehad met families in Zeeland.”

Arnaldo Lienhaus in Praça Rica

Tussen 1910 en 1928 trekken de Hollanders verder met Pommerse

Capixabas naar de ‘terras quentes’, de

warme gronden en na 1928 over de Rio Doce

naar het noorden

Page 86: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

��. De maniokperiodeHolanda, 1975. Het leven van de landarbeider tussen de ber-gen in Espírito Santo wordt gedragen door het ritme van zon en maan, van natte en droge tijd, van planten en oogsten, van huis naar het land, van het land naar huis. Als de eerste zonnestralen vanachter de heuvels de hemel verlich-ten trekken de families, na een kop koffie en een stuk maïsbrood, met de hak, de hoed en de hond het land op. Losse landarbeiders lopen naar de venda voor werk, waar de vendista plaats neemt achter zijn toonbank.

Laura Mansk-Laurett: “Zo gaat het alle dagen. Het is nog donker als ik opsta en het olielampje nog even aan doe. Ik stook het houtvuur op in het fornuis en zet koffie. Draai het radio-tje aan en zet brood en biscuitjes op tafel. Na een kop koffie met een stuk brood gaan we het land op. Het hele gezin werkt mee. De kinderen krijgen aange-paste karweitjes te doen. De baby gaat mee in een kistje en wordt in de schaduw van een boom neergezet. We werken soms tot de zon verdwijnt achter de heuvels. De vrouwen, meisjes en kinderen gaan naar huis en sjouwen het brandhout mee voor het fornuis. Thuis zorgen wij voor het kleinvee op het erf, de kippen en het varken, soms ook een geit. Dan is het weer donker geworden en steek ik het olielampje weer aan. Zo gaat het alle dagen. ‘Nossa vida é de casa para roça’, ons leven is van huis het land op en van ‘t land weer naar huis.”

Op de door de koffie uitgemergelde grond wil maniok nog wel groeien. Veel werk, maar weinig verdienste. Na het planten van de maniok moet gedurende de groeitijd van twee jaar zes keer onkruid gewied. Daarna moeten de wortels getrokken en tot meel worden vermalen. Vanaf 1950 komen de eerste meelmolens aangedreven door waterkracht. Door middel van aandrijfriemen zet het waterrad de verschillende onderdelen in beweging: een cilindervormige bak waarin de wortels gewassen worden, een rasp waarmee de wortels tot meel worden geraspt en spatels, die ronddraaien in een grote stalen pan, waarin het meel gedroogd wordt. Onder die pan wordt een vuur gestookt. Jan Jansen is een bekende maniokmolenbouwer in Holanda. Ze draaien op volle toeren. Als de werkdag erop zit, lopen de mannen en oudere jongens naar het barretje of de venda voor een praatje en een borrel. Als zij thuis komen staat op het fornuis eten klaar. De vrouwen zorgen voor het gezin, voor de opvoeding en doen met de oudste dochters de huishouding en verzorgen het klein-vee. Zij geven aan wat er gekocht moet worden in de venda. Al-leen op zaterdag gaan de vrouwen niet mee het land op, maar werken thuis, dan wordt het erf aangeveegd, brood gebakken en kleren worden gewassen en hersteld.

Page 87: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

Beneden, boven en achter de berg In de loop van de tijd heeft men het district Holanda verdeeld in Holanda en Holandinha. Het gebied rondom de katholieke kapel wordt Holanda genoemd. Het gebied boven in de heuvels met de kapel van de Hollandi-agemeente is Holandinha gaan heten (klein Holland). Door de jaren heen groeide in Holanda een sociaal-economi-sche driedeling onder de bewo-ners: bewoners van beneden, van boven en achter de berg. Zij van ‘beneden aan de berg’ in Holanda staan bovenaan in de hiërarchie. Daar wonen de families die over de meeste machts-middelen, grond en transport beschikken. Na de periode van kolonel José de Nascimento breidt gedurende 55 jaar de fami-lieclan Krieger-Reinholz zich uit tot 25% van de bevolking van Holanda, in 1921 woonde er één gezin, in 1975 zijn het er zeven. Van de zeven gezinshoofden zijn er drie grootgrondbezitter met meer dan 100 hectare grond. Zij van boven op de berg, in Holandinha, zijn de kleine boeren. Zij komen in de hiërarchie op de tweede plaats en vormen een middengroep van blijvers die hun grondbezit in oorspronkelijke vorm hebben weten te handhaven en een redelijk bestaan kunnen opbouwen. Zij zijn echter wel afhankelijk van de vendista voor hun in- en verkopen en van opkopers die in Holandinha komen. Zij van achter de berg in Holandinha zijn verarmde landarbei-ders meestal zonder grond en enkele meeiros. Oscar de Freitas:“De mensen die hier wonen zijn allemaal familie van elkaar. We helpen elkaar met eten, werk, raad en daad. Er komt van ‘buiten’ niemand naar ons toe. Met de blanken in Holanda en Holandinha hebben wij weinig contact.”(Zie plattegrond binnenzijde achterpagina) Na het overlijden van João Eduardo Krieger in 1944 blijft de venda en de grond familiebezit. Zijn zoon José neemt met zijn oom Augusto Krieger de zaken waar. Op nog jonge leeftijd over-lijdt ook José, dan neemt zijn broer Alfredo de zaak over. Als in 1948 de weg van de Barra de Mangaraí tot aan de venda wordt verbreed koopt Augusto Krieger als eerste in Holanda een vracht-wagen. Pas jaren later, in 1960, gaat de familie van João Eduardo Krieger tot erfdeling over. De vijf erfgenamen besluiten de grond gezamenlijk te beheren. Maar over de venda wordt nog geen be-

Oscar de Freitas bezig met drogen maniokmeel

Page 88: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

sluit genomen. Dat is moeilijk want de venda vormt immers de sleutel tot het vermeerderen van grond en kapitaal. Zolang er nog geen oplossing gevonden is wordt de venda een tijd gesloten. João Reinholz getrouwd met Guillermina Krieger, verkoopt zijn venda in Meia Légua en koopt in de jaren zestig de venda van Holanda. Hij weet het oorspronkelijke grondbezit van 240 hec-tare naar 400 hectare uit te breiden en neemt het economische leiderschap en de machtspositie in Holanda over. De broer van João Reinholz, Jacó Reinholz, getrouwd met Haul-da Krieger woont buiten Holanda, koopt vanaf 1965 grond op in Holandinha en bezit in 1980 ongeveer 150 hectare grond en wordt daarmee tot de grootgrondbezitters gerekend van Holan-da. Zo groeit in Holanda een clan van de families Krieger en Reinholz.

Een andere grootgrondbezitter in Holanda is Henrique Herbert. Oorspronkelijk komen de Herberts uit Duitsland. Zijn grootva-der reisde mee met de Zeeuwen en sprak als Duitser ook Zeeuws. Henrique Herbert kocht in 1870 een colônia grond in Tirol, vlak tegen Holanda gelegen. Van daaruit infiltreert hij Holanda. Als handelaar zonder bedrijfspand weet hij op allerlei manieren zijn grond uit te breiden. Men vertelt dat, toen João Jansen overleed, zijn vrouw een colônia grond aan hem verkocht voor een liter cachaça en een doos spijkers.

De kinderen uit Holandinha moeten zes kilometer lopen naar het schooltje, beneden in Ho-landa. Zij van boven wilden de school bij de Hollandse kapel hebben, maar blijkbaar had de vendista betere relaties met de burgemeester. De zussen Geral-dine Reinholz-Krieger en Hilde Reinholdz-Krieger, twee huis-vrouwen van ‘beneden’, zijn in de jaren zeventig de onderwijze-ressen. Zij hebben slechts enkele jaren onderwijs genoten, maar doen hun best om ongeveer 60

kinderen van Holanda te leren lezen en schrijven. Er is gebrek aan schoolmateriaal en er zijn banken te weinig. De onderwijze-ressen slepen enkele stoelen uit hun huis naar de school en doen hun best. Ondanks de karige middelen van de overheid bezorgen zij de kinderen ook een warme maaltijd. Toch blijven een aantal kinderen thuis, vooral van boven en achter de berg. Het is te ver lopen en zij kunnen niet gemist worden voor het werk op het land.

Schooltje in Holanda 1979

Page 89: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

In de greep van de vendistaDe vendista is de belangrijkste man in de Comunidade, door zijn venda, zijn grondbezit en vooral door de vervoermiddelen waarover hij beschikt. De ezels en kano’s zijn vervangen door vrachtauto’s. Economisch heeft hij een monopoliepositie en in de politiek grote invloed. Bij verkiezingen weet hij op wie het volk moet stemmen waarbij intimidatie niet wordt geschuwd. Niet alleen op economisch en politiek terrein heeft hij het voor het zeggen, maar ook in de kerk. Hij, zijn vrouw, broer of een ander familielid is de ‘Vorsteher’, die de centen van de kerk be-heert en de contributies opeist. Het is net als in Cadzand, de landeigenaren, de boeren en handelaren maken de dienst uit in kerk en maatschappij. Als iemand ziek is en naar het ziekenhuis vervoerd moet worden, is hij de redder in nood, uiteraard alles tegen betaling, en zo nodig is hij de bank van lening. De vendista is een tussenpersoon die de zaken doorgeeft van de buitenwereld naar de binnenwereld en omgekeerd. Alles volgens zijn ideeën. In alle gemeenschappen van de oude Kolonie Santa Leopoldina is dit patroon gegroeid. De kolonisten kunnen met hun produc-ten door gebrek aan vervoermiddelen niet om de vendista heen. Kleine boeren worden in feite ‘Meeiros’, want de vendista/hande-laar maakt uit wat hij op wil kopen, dus wat er geplant en geoogst moet worden, waarmee de kleine boer zijn schulden bij hem kan afbetalen. De vendistas doen goede zaken met de producten die zij inkopen in de stad en die zij in de venda, zonder enige concur-rentie, weer verkopen aan de kolonisten. Het wantrouwen is groot. Wat er geschreven wordt in het grote boek onder de toonbank moet in vertrouwen aan hem worden overgelaten, om-dat controleren moeilijk is, al helemaal niet voor wie niet kan lezen en schrijven. De één ziet de vendista als een vader, de ander als een haai die de kleintjes opvreet. Antônio Laurett (82) uit Meia Legua: “We maakten lange dagen, werkten hard en oogsten goed, maar het was alle-maal nog niet genoeg om de meest noodzakelijke dingen te kunnen ruilen in de venda. Aan het eind van het jaar brachten we de oogst naar de venda, vroeger was dat koffie maniokmeel en later bananen, maar er bleef nooit een cent van over. Zo bleven we vast zitten in de handen van de ven-dista. Ik weet niet beter dan dat we vroeger toen ik jong was honger hadden. We aten slechts bonen met wat maniokmeel. ”Bram Seni:“Ik had altijd grote opbrengsten met de oogst, maar nooit genoeg om de schulden te kun-nen afbetalen. De vendista is als een kat. Als hij je gekrauwd heeft trekt hij zijn nagels in.”

Antônio Laurett in Meia Legua

Page 90: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�0 I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

De kerk verscheurdAls in 1940 de oorlog uitbreekt, wordt de ‘Deutsche Schule’ ver-boden en de pastores mogen niet meer in het Duits preken en hun werk doen. Een aantal van hen vertrekt en sommigen wor-den zelfs vastgezet. João Eduardo Krieger ontvangt de bevoegd-heid om gedurende de oorlogsjaren de sacramenten te bedienen. Hij mag huwelijken inzegenen, dopen, belijdenis afnemen en avondmaal vieren, maar niet in de toga van de pastor, dat wordt hem uitdrukkelijk verboden. Na de oorlog komt de pastor terug en worden de huwelijken nog eens bevestigd, maar dan in toga. De families Krieger en Reinholz zijn in aantal zo sterk gegroeid dat zij de leiding van de Hollandse kapel overnemen. Zij zijn nu niet alleen de baas op het land en in de vendas, maar ook in de kerk. De contributie voor de kerk werd altijd rechtstreeks aan de pastor betaald in natura en met werken op het land van de pastor en de parochie. Nu worden twee ‘vorstehers’ aangesteld. Eén om de geldkist te beheren en één als koster van de kerk. De maniok levert weinig op en enkele verarmde families raken achter met de betaling van hun jaarlijkse contributie. Zij hebben nu niet alleen schulden in de venda maar ook in de kerk. Als dwang en strafmaatregel worden deze mensen uitgesloten van avondmaal. Hun kerk is hun kerk niet meer. Voor sommigen is het zelfs zo erg dat zij naar de katholieke priester gaan om te vragen of hij hun kinderen misschien wil dopen. Niet gedoopt zijn is immers een schande. De zondag is altijd een feestelijke dag, maar als er viering is van het avondmaal wordt het een dag vol spanningen. Wie wordt wel en wie niet toegelaten aan het heilig avondmaal? Op het laatste moment wordt door sommigen nog de kerkcon-tributie betaald om de afgang van een weigering te voorkomen. Het is voorgekomen dat op de zondag van het avondmaal voor de deur van de kerk nog een varken werd verkocht aan de ven-dista/penningmeester/vorsteher om alsnog te kunnen betalen. Bram Heule:“Onze kerk was helemaal in handen van de Duitsers gekomen. Kaarsen, kruis en bloemen kwamen op het altaar in de kerk die door de vendistas werd gedomineerd. Ook aan Marie en Laura Laurett, zussen van Christine Laurett werd het avondmaal geweigerd omdat ze achterstallige kerkcontributie hadden. De kerk was handel en werd bestierd als de venda. Het is bij ons zo, dat als je niet meer gelooft, je ook niets meer hebt. Als we God verliezen, heb-ben we echt helemaal niets meer.”Niet hebben is niet zijn geldt voor de armen in kerk en samen-leving. De conflicten in de kerk stapelen zich op. De Hollanders voelen zich opzij gedrukt in hun Holanda. Zo vinden de Pom-merse vorstehers en de Duitse dominees dat de Hollanders hun graven beter moeten verzorgen en grafzerken moeten plaatsen. Maar dat zijn de Hollanders helemaal niet gewend. Zij plaatsen net als hun voorouders niets op het graf van hun doden, geen zerk, geen kruis. Een enkeling plaatst een hart op het graf. “Een

Page 91: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

grafzerk is niet nodig en voor God zijn we allemaal gelijk. Uit stof zijt ge geschapen en tot stof zult gij wederkeren”, is hun commen-taar. ‘‘Wij dragen ons hele leven al een kruis.’’Elk jaar wordt het oogstfeest gevierd. Arme families komen met enkele eieren of maïskolven en leggen deze als geschenk neer voor het altaar, de rijkere families komen met manden vol land-bouwproducten. Na de dankdienst voor het gewas worden deze verkocht en de opbrengst is voor de kerk. Een nieuwe pastor wil het feest uitbreiden met een loterij en roulette om meer geld op te halen voor de kerk, zoals bij de Katholieken en Pommeranen gebruikelijk is. De oudere Hollanders zijn hier tegen: ‘‘Het huis van God is een bedehuis en zo wordt het een rovershol. Dit soort feesten geeft verderf en dronkenschap. Wij gaan Gods woorden niet met drank mangelen.” De Duitse dominee en de Pommerse vorstehers houden echter vol en laten zelfs een document van de synode zien, waarin de spelen worden gelegaliseerd. Tijdens de feesten gaan de moeilijk te verkopen spullen uit de vendas van de vendistas de loterij en roulette in. Na afloop van het feest maken de ‘vendista/vorste-hers’ na aftrek van hun kosten de winst voor de kerk bekend.

De maat is vol. Enkelen families besluiten zich af te scheiden van hun eigen Hollandse kapel. De pastor van Lutheranen van de Missouri-synode wordt binnengehaald en in 1954 wordt bij iemand thuis met zeven families de eerste kerkdienst gehouden. De Missouri-predikant is bovendien verstaanbaar, hij preekt niet in het Duits, maar in het Portugees. Er wordt nog voorgesteld om bij toerbeurt de pastor van de Gotteskasten en de pastor van de Missouri-kerk te laten voorgaan. Dit voorstel wordt radicaal af-gewezen. De kerkleiding van de Hollandse kapel laat voor de vei-ligheid zelfs nieuwe sloten op de kerkdeur plaatsen. Bram Heule schenkt een stukje grond en de afgescheidenen bouwen een klein kapelletje. Daar wordt contributie geheven naar draagkracht, in het Portugees gepreekt en het jaarfeest gehouden zonder alcohol en roulette. Op het kapelletje prijkt de naam ‘Igreja Evangélica Luterana Cristo de Holanda’.

‘Deus sabe o que faz’In Holanda treedt een algemene verarming op. Veel kolonisten zijn door de jarenlange armoede sprakeloos geworden. Als in een periode van grote droogte het schaarse vee vermagerd rondloopt op de heuvels en de kleine boeren hun laatste koe moeten ver-kopen voor de slacht en bovendien de oogst mislukt vanwege de zengende hitte, is het lijdelijke commentaar van een van hen: ‘Deus sabe o que faz’, God weet wat hij doet. Bij de langdurige droogte organiseren, zoals in de periode van de veepest vlak voor de koffiecrisis, de katholieken een processie van gebed. De tocht gaat van Holanda naar Tirol tot aan de Rio de Farinha.

Page 92: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Brazilianen, Duitsers, Pommeranen, Afrikanen en Hollanders, ze lopen allemaal mee. De onderlinge band verzwakt. Burenhulp loopt terug. Ajunta-mentos worden praktisch niet meer gehouden. Hollandse fami-lies trekken weg en niet-Hollanders vullen de opengevallen plaat-sen in. Het grootste deel van de grond in Holanda heeft steile hellingen waardoor mechanisatie onmogelijk is, het meeste werk wordt gedaan met de ‘enxada’ (de hak). Door erfdelingen moe-ten de mensen van steeds kleinere stukken grond leven, terwijl enkele grootgrondbezitters meer dan honderdvijftig hectare land bezitten in Holanda. Sommige grootgrondbezitters denken dat de vrouwen van hun arbeiders ook bezit van hen zijn. Ze laten de vrouwen soms in natura betalen voor de boodschappen. Er zijn nog maar weinig families die een eigen bedrijf hebben. Ze kunnen amper rondkomen. Een aantal families was al ver-trokken uit Holanda. Anderen moeten hun grond door schulden verkopen en als deelbouwer gaan werken op wat hun eigen grond was. Trieste situaties doen zich voor waarin families hun grond kwijtraken die hun voorouders met zoveel zweet en tranen heb-ben ontgonnen. Christina Laurett, de vrouw van Altamiro met haar dochtertje van 5 jaar op de arm: “Mijn dochtertje heeft griep. Er is geen vee, geen melk, alleen dure melkpoeder in de venda. Mijn dochter Valdet

Hollanders bijeen bij Bram Lauret, 1976

Page 93: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

ligt al weken in het ziekenhuis met een ernstige leveraandoening, esquistossomose. Izaura, de oudste dochter is in betrekking gegaan in de stad om wat bij te verdienen. Ze is zwanger geraakt en komt terug naar Holanda. Dona TuTu, de vrouw van de vendista zal haar in huis opnemen en voor haar en het kind zorgen.”

Jacob Jansen: “As vaoder en moeder me noe zag’n zitt’n, zouen ze ‘ard blèten! Wij zijn in het ‘apenland’ geboren en moeten ook als apen leven willen we rond zien te komen. Je moet van de ene tak naar de andere springen.”Toen zijn vrouw Wanne Heule stierf hebben Floriano Heule en zijn vrouw Carolina de zorg voor hem op zich genomen. Hij woont op hun erf in een houten kot. Er zijn nog slechts enkele Zeeuws sprekende Hollanders die bij Jacob Jansen op bezoek gaan om even ‘Ollands te praoten’. Lies Calot bijvoorbeeld maakte vaak een praatje met hem. Holland is nooit uit zijn gedachten geweest. In een kist bewaart hij zijn dierbare herinneringen aan Holland: enkele almanakjes, de oud-ste is uit 1893 en een paar boekjes. Deze zijn waarschijnlijk uit Nederland in 1929 opgestuurd door de lezers van Neerlandia. Jacob heeft ook nog een pagina uit het Advertentieblad voor West Zeeuws-Vlaanderen van 1 mei 1935 in zijn kist. Hij heeft zichzelf in de avonduren leren lezen. Eén van zijn ogen is door het walmende olielampje zo slecht geworden dat hij er nu niets meer mee ziet. Uit de kist komt zijn trouwakte tevoor-schijn met twee kunstbloemen. “Die bloemen droeg mijn vrouw, Wanne Heule, op onze trouwdag. Een paar bloemen ervan zijn met haar begraven en deze laatste neem ik voor haar mee in mijn graf.” Jacob Jansen overleed in 1980. Behalve de bloemen voor Wanne, nam hij zijn bijbel, fo-to’s en documenten mee in zijn graf.

Veel jongeren zien voor zichzelf geen toekomst meer in Holan-da, waar zij alle dagen op het land aan de ‘enxada’ staan en gevangen zijn in de greep van de vendistas . Zij trekken weg naar

Jacob Jansen

Page 94: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

de stad in de hoop op een beter leven. Abrão Laurett: “Voo mien femielje, mien kinders, is ’t slecht ‘iere. Ze geevn nie meêr om deur te leevn ‘iere. De joengstn oôk. Die èt een wuuf en een kind. Ie zei overlestn: ‘Vaoder, ‘k gaon d’r vandeur. ’t Land is te weinig en te minne’. En geld voo mis te koôpn èn ze nie”.Door de slechte economische situatie en het vertrek van veel mensen uit Holanda wordt er steeds minder Zeeuws gesproken. Bij sommige achterblijvers in Holanda is het nog lang hun ‘thuis-taal’ gebleven. Elizabeth Laurett en Jan Jansen vertrekken met hun kinderen begin jaren zeventig naar Vila Capixaba, een wijk aan de rand van Vitória. Elizabeth Laurett: “In Holanda hadden wij een halve colônia grond en verbouwden maniok, maïs en bonen. De inkom-sten waren veel te laag om van te kunnen leven. Wij waren toen genoodzaakt om als dagloner of meeiro en soms zelfs als terçeiro, voor éénderde van de oogst bij de grotere landbezitters te gaan werken. De hele dag werkten we met het hele gezin van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat op het land. Thuisgekomen was ik vaak te moe om nog voor eten te kunnen zorgen. Mijn man was timmerman en werkte veel buiten Holanda. Hij kwam alleen op zaterdag en zondag naar huis. De zondag hadden we hard nodig om uit te rusten en de ka-potte kleren te herstellen. Voor de kinderen zagen wij geen enkel per-spectief in Holanda. De grond was veel te weinig om met z’n vijven te verdelen. We besloten ons stukje grond te verkopen en een ‘lotje’ (stukje grond) in de stad te kopen. De vendista had lotjes in de stad en ruilde er één voor de halve colônia die wij bezaten. Een tweede lotje kochten we op leenbasis. Toen we daar uiteindelijk woonden hadden wij nog steeds schulden bij de vendista.”

In Holanda voltrekt zich wat in heel Brazilië aan de gang is. Klei-ne boeren leven in armoede en de landlozen in misère. Hun huis

is opnieuw een hut geworden en zij leven in zeer ellendige om-standigheden, hun situatie be-gint weer te lijken op die baron von Tschudí in 1860 beschreef: - Geen enkele familie kon leven van hun grond. Zelfs kolonisten die al vier jaar op hun grond werkten en woon-den konden zich niet goed voe-den en kleden. Totaal verarmde mensen hebben mij verschrikkelijke verhalen verteld. Men beschouwt hen als lui en vuil.-In 1940 zijn alle pioniers uit Zee-land en hun kinderen overleden.

Almídio Simora sorteert zwarte boontjes met zijn kinderen

Page 95: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

De Hollandse gemeenschap brokkelt in de loop der jaren verder af. De meeste gezinnen integreren in de Pommerse gemeenschap-pen of in de voorsteden van Vitória. Als slechts 25% zich nog Hollander kan noemen, gesteld dat één van de ouders afstam-meling is van een Zeeuw, dan kunnen we beter spreken over: de Hollandse Capixabas en over de inwoners van Holanda.

São João de Garrafão ‘a terra fria’1975. Terwijl in Holanda nog slechts 33 gezinnen wonen, is de groep Hollandse Capixabas in São João de Garrafão gegroeid naar 180 gezinnen, waarvan één of beide ouders afstammen van de Zeeuwse pioniers. Van de 600 families in São João de Gar-rafão zijn er 180 Hollands, 360 Pommers en 60 van andere af-komsten. De Hollanders spreken Zeeuws onder elkaar, Pommers met de Pommeranen, Braziliaans met de Brazilianen en Duits in de kerk.

Het centrum van Garrafão wordt gevormd door de kapel met klokkenstoel, de begraafplaats, het parochiehuis met vergader-ruimte, een zagerij, een schooltje en enkele huizen. Er is geen gezondheidspost, geen postkantoor en geen telefoon, daarvoor moet men naar Santa Maria, vijfendertig kilometer verderop. De beste verbinding die men heeft is de radio. Dominant in het centrum van Garrafão staat de venda van Francinho Guillerme. Hij trok als marskramer langs de boerderijen met band en garen, trouwde met Pitronela Louwers, dochter van João en Sara Lou-wers. Het ging de marskramer goed, zeker toen hij een ‘tropa’ van 10 ezels bezat en met dona Pita een venda begon. Daarna kon hij een vrachtauto aanschaffen. Zoals in alle nederzettingen van de kolonisten raken ook de kleine boeren in Garrafão in de wurg-greep van de handelaar/vendista. Er zijn in het binnenland schooltjes gebouwd door de staat, maar de meeste zijn gesloten wegens gebrek aan een onderwijzer. Er is geen arts. Zoals in Holanda moet men zich redden met de dok-

In 1900 bezitten de Hollanders nog vijf keer zoveel grond dan de niet-Hollanders. In 1975 is die verhouding omgekeerd: de Kriegers-Reinholz-groep heeft 66% van de grond in bezit en de Hollanders en Braziliaanse kleurlingen elk 17%. In 1900 bestond 85% van de gezinnen uit Hollandse echtparen. In 1940 is dat aantal teruggelopen tot 54%. In 1975 zijn er alleen nog gemengde gezinnen. Er wonen in 1925 ongeveer 100 Hollanders in Holanda. In 1975 nog slechts 33 directe afstammelingen van de Zeeuwen. Zeven families spreken thuis nog Zeeuws.

Page 96: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

ters van de armen. Gemiddeld hebben de gezinnen vijf kinderen. De kindersterfte is tien procent.

Markante HollandersIsaack Lauvers (Izaak Louwers), veelzijdig en creatief man, slan-gendokter en meubelmaker, is een steunpilaar voor de Comu-nidade. Hij werd geboren op 26 januari 1929 als zoon van Piet Louwers en Augusta Zitlow, die rond de eeuwwisseling naar Gar-rafão trokken. Isaack Lauvers: “Ik heb heel mijn leven hard gewerkt en het is alleen maar achteruit gegaan. De meeste kleine boeren hier zitten net als in Holanda met handen en voeten aan de vendista vast.”Isaack trouwde met Anna Reetz, leerde zichzelf lezen en schrijven in Portugees, Duits, Pommers en via de bijbel ook Nederlands. Hij is de slangendokter van de streek en heeft het serum tegen slangenbeten in huis. Naargelang de aard van de slangenbeet zet hij twee, vier, acht of zestien injecties en zegt daarbij gebeden en een reeks geboden op als een ‘benzedor’. De slangen die door de kolonisten worden gevangen stuurt hij op naar São Paulo voor onderzoek en de bereiding van nieuw serum. In zijn huis heeft hij een verzameling van slangen aangelegd in glazen potten op sterk water. Pronkstuk is een ‘vliegende slang’, een giftige nachtvlinder. Hij is in de wijde omgeving ook bekend als meubelmaker. Maar om te kunnen overleven met vrouw en

kinderen is Isaack als alle an-deren gedwongen op het land bonen, maïs en koffie te produ-ceren. Eén van de mooiste mani-okmolens in de streek werd door hem gebouwd. De hele machi-nerie met alle bijbehorende ra-deren heeft hij met de hand uit hout gesneden. De molen is een demonstratie, een monument van zijn bouwkunde. De molen maalde de maniokwortel niet al-leen tot meel, maar stampte ook de koffie, zette een slijpsteen in beweging en voorzag zijn huis

van stroom. Een schaalmodel van de molen heeft hij verschil-lende keren gebouwd. Ook maakte hij prachtige dekenkisten met mooie motieven, en andere creatieve werkstukken. Hij was in de kerk voorganger, ziekenbezoeker, ouderling en filosoof. Hij overleed op 76-jarige leeftijd. Om onverklaarbare redenen heeft men de maniokmolen na zijn dood afgebroken. Er is niets meer van over. Zijn huis en grond deed hij via de gemeente over aan de Escola Família Agricola. Zijn zoon Adriano heeft hem anderhalf jaar verpleegd.

Isaack Lauvers met zijn slangen

Page 97: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

Een andere markante persoon-lijkheid voor de Comunidade in São João de Garrafão is Abra-ham Lauret (Abrahão Laurett), geboren in 1916 en getrouwd met Alina Reinholz. Zijn over-grootvader vestigde zich in Ho-landa. Zijn grootvader ging in Luxemburgo wonen maar ver-huisde weer terug naar Holan-da. Abraham Lauret is ‘Mestre da Colônia’ geweest, onderwij-zer, catecheet, opvoeder en boer met 56 hectare land, waarvan 16 hectare onbruikbaar. Hij is trots op zijn ‘roots’. Met veel zorg be-waart hij een verzameling oude prentbriefkaarten van dorpen in Zeeuws-Vlaanderen die waar-schijnlijk via pastor Wisznat en de lezers van het maandblad Neerlandia in 1929 bij hem terecht zijn gekomen. Abraham Lauret: “Ik werkte 6 jaar als balconist, stond achter de toonbank van een venda in Jequitiba. Toen mijn moeder overleed verkocht ik de grond en kwam hierheen. Er stond al een oud kerkje in Garraffao en ik werkte als onderwijzer van de Staat. Mijn moeder was met Abraham Valkenier getrouwd, maar die ging naar Noord- Amerika en kwam nooit meer terug. Mijn vader had ook geen vrouw meer, hij is bij haar weggegaan omdat hij niet kon opschieten met zijn schoonvader. Hij is toen met mijn moeder getrouwd. Het duurde een poos voordat ze officieel konden trouwen omdat niet duidelijk was of Valkenier terug zou komen. De burgerlijke stand heeft het in de krant gezet en als er binnen 30 dagen geen antwoord zou komen mochten ze trouwen. Toen werden alle kinderen legitiem.”

BasisgroepenIn het begin van de jaren 60 ontsaat hevige politieke beroering in Brazilië. De steden zijn door de industrialisatie en de verar-ming van het binnenland uitgegroeid tot enorme agglomeraties van miljoenen mensen die de uitbuiting en armoede in het bin-nenland zijn ontvlucht. De arbeiders in de steden, georganiseerd in sterke vakbonden, vechten voor betere lonen en arbeidsom-standigheden. Op het platteland eist het volk landhervormingen. Op 1 april 1964 grijpt een groep militairen de macht. Het wordt de revolutie van ‘31 maart’ genoemd, want als 1-aprilrevolutie de geschiedenis ingaan kan niet. In de loop der jaren worden zeer veel mensen gevangen gezet, gemarteld, het land uitgezet en sommigen verdwijnen spoorloos. De militairen houden het

Abrahão Laurett, Garrafão bij een koffiestruik

Page 98: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

volk in een ijzeren greep. Er is geen ontkomen aan. Tot in de kleinste hoeken en gaten reikt de arm van de geheime inlichtin-gendienst om oproerkraaiers en gezagsondermijnende elementen op te sporen. Voor hen zijn het allemaal communisten. De kerk is gedurende de militaire dictatuur, die tot 1985 duurt, één van de weinige plekken waar het volk zich nog kan groeperen. De verdeeldheid in kerk en maatschappij is groot, niet alleen eco-nomisch, maar ook tussen aanhangers en tegenstanders van de militaire staatsgreep.Gedurende meer dan honderd jaar kwamen dominees uit Duits-land voor de Lutherse Comunidades naar Brazilië. Na de tweede wereldoorlog wordt in São Leopoldo in de staat Rio Grande do Sul, een academische theologieopleiding opgezet. Er komen nog wel Duitse professoren om les te geven, maar de jongeren van de immigranten kunnen nu in Brazilië theologie studeren. In 1954 fuseren de Lutherse synodes onder de naam: Igreja Evangélica de Confissão Luterana no Brasil (IECLB) De Duitse kerk in Brazilië verandert in een Braziliaanse. Liturgie, kerkboeken en theologie komen nog uit Duitsland maar de Duitse pastores worden in Espírito Santo langzaamaan vervangen door zonen en dochters van de immigranten. In tegenstelling tot Holanda groeit de kerkelijke Comunidade in Garrafão uit van preekpunt naar een Parochie met vijf kapellen. De nieuwe pastor Dieter Hecht en zijn vrouw Maria komen nog wel uit Duitsland maar zij zoeken contact met de jonge Brazili-aanse dominees in de naburige parochies: Emil Schubert in Santa Maria en Norberto en Micaela Berger in Jatibocas. Zij onder-houden ook contacten met de paters in de omgeving die met een nieuwe methodiek werken, geïnspireerd door een nieuwe theo-logie, de theologie van de bevrijding. De pastores besluiten een team te vormen om samen te zoeken naar nieuwe wegen die het lijdelijke ‘Deus sabe o que faz’ kunnen doorbreken. Een preek van de dominee in de kerk is niet voldoende om recht te doen aan het evangelie vinden zij. Zoals de paters hun parochianen verenigen in basisgroepen, beginnen zij met de vorming van re-flectiegroepen. Vanaf de kansel worden de mensen opgeroepen om in kleine familiegroepen bijeen te komen, om de dagelijkse problemen met elkaar te bespreken. Deze bijeenkomsten worden nadrukkelijk niet in de kerk, maar bij de families thuis gehouden. Van de kansel afkomen, naar het volk toe om te luisteren zien de nieuwe pastores als hun opdracht. Zij spreken de taal van het volk: Pommers. Het pastoraal team noemt zich ‘Zero Um’ (nul één), omdat zij bij het opstellen van tien prioriteiten in hun pas-toraat als ‘01’ plaatsten: als team omzien naar elkaar. In de reflectiegroepen doorbreken de mensen, na enige tijd van aarzeling het zwijgen en vertellen verhalen over de realiteit waarin zij moeten leven. De methode van de basisbeweging be-staat uit drie stappen: zien, beoordelen en handelen. Door deze

Page 99: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ��

bijeenkomsten in kleine familiegroepen komen praktische verbeteringen tot stand. Met geld uit Duitsland wordt een tractor aangeschaft voor gemeenschappelijk gebruik. Er komt een gene-rator voor de zagerij en een modelvarkensfok-kerij wordt opgezet. Door alle activiteiten groeit de samenwerking. De reflexiegroepen groeien door tot basisgroepen met eigen leiding. De fa-milies die meedoen in de basisgroepen richten een kleine coöperatie op met een eigen venda en magazijn, het ‘Armazem do povo’ (Volksmaga-zijn). Hoogtepunt is als met steun uit Duitsland en Nederland een vrachtwagen kan worden aangeschaft. Nu kunnen de kleine boeren en deelarbeiders zelf naar de stad met hun produc-ten. De vendistas en handelaren die de streek beheersen voelen zich bedreigd in hun econo-mische en politieke macht. Zij zien de oogst van de boeren liever in hun magazijnen verdwijnen. De meeste van hen hangen de ideologie aan van de militaire machthebbers: ‘Ordem e Progresso’ en zien de beweging van basisgroepen als gezagsondermijnend en de pastores als communisten ‘de nieuwe pastores moeten in de kerk op de kansel blijven in plaats van in die kleine groepjes het volk op te ruien’.

Discussiemateriaal voor de basisgroepen

Zicht op Espírito Santo, tussen Garrafão en

Lagoa Serra Pelada

Page 100: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�00 I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

De spanningen lopen hoog op in de streek van de oude Kolo-nie Santa Leopoldina. Zowel in de samenleving als in de kerk is de verdeeldheid groot. De machtige vendistas en grondbezitters houden de legalisatie van het magazijn tegen. Sommige leden van het magazijn worden onder zware druk gezet en zelfs met de dood bedreigd om hun oogst toch aan de vendista te verkopen en niet aan het magazijn. Zij bieden soms veel te hoge prijzen voor de oogst om het magazijn te breken. Het is voor de kleine boeren erg moeilijk om gemotiveerd en het volksmagazijn trouw te blijven.

��. Uit het isolementDe uitspraak van Piet Heule: “We moeten Hollands blijven pra-ten, want op een dag zullen ze ons vinden” wordt waar als in

1973 een Zwitserse predikant uit São Paulo op bezoek komt in Garrafão. Hij ontmoet Isaack Louwers die hem vertelt over de Hol-landers in Espírito Santo. De predikant geeft deze ervaring door aan zijn collega dominee Henk van Halsema van de Igreja Evangélica Reformada (IER), de Hollandse kerk in São Paulo en spoedig daarop komt een delegatie van de IER naar Garrafão om nader kennis te maken. De nakomelingen van de Zeeuwse landverhuizers worden als het ware bijna 50 jaar na het contact dat er was met de Gustaaf Adolf Vereniging in 1928 opnieuw ontdekt in Nederland en Zeeland. De belangstelling is gewekt en er komen verslaggevers van krant en radio naar de oude Kolonie Santa Leopoldina. Op de cover van de Holland Herald, wereld-wijd verspreid in de vliegtuigen van de KLM staan Cristina Laurett en Altamiro Smoor uit Holandinha met hun kinderen afgebeeld met

de tekst: “These people need money to bay agricultural equip-ment and medical supplies and to build a school. If they don’t get help soon it will be too late. The Espírito Santo Dutch will die a forgotten people.” Sociaal cultureel werkers Ton Roos en Margje Eshuis worden in 1975 door de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) uit-gezonden als missionair werkers naar de Lutherse kerk (IECLB) van Espírito Santo met de opdracht mee te gaan werken met de pastores in het gebied van de vroegere Kolonie Santa Leopoldina aan vorming en toerusting van leidsters en leiders van basisgroe-pen en het jongerenwerk. Daarbij krijgen zij als taak maandelijks een bezoek te brengen aan Holanda, om vanuit de Hollandia kapel zich in te zetten voor de gemeenschapsopbouw.

Piet Heule: “Der komt ‘n ké ‘n dag da ze ons vinnen”

Page 101: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I �0�

Als Abrão Laurett in Holanda de mensen bijeen roept en het nieuws meedeelt, worden verwachtingen gewekt. “Eindelijk een Hollandse pastor”, begrijpen de mensen. Op het land van Jacó Reinholz staat nog een huisje leeg dat door de bewoners snel voor het gezin uit Holland schoon en klaargemaakt wordt.

De missionair werkers worden hartelijk ontvangen en beginnen met het bezoeken van de families. Ze gaan als het ware ‘kotje in kotje uit’. Vooral de mensen die zich ‘Hollanders’ noemen zijn blij met hun komst. De kapel van Holandinha is nog steeds slechts een preekpunt van de Lutherse kerk (IECLB). Eén keer per maand komt er een pastor, mits het niet regent en de weg be-gaanbaar is. In april 1970 staan nog 25 gezinnen ingeschreven. De kringspelen met de kinderen die de werkers organiseren op het zandplein voor de kapel en het zingen in de kapel worden maandelijkse evenementen voor jong en oud. Van alle kanten, van beneden, boven en achter de berg doet de jeugd mee. De ouderen komen kijken om mee te genieten. Er is weer iets te beleven in Holandinha. Dona Guillermina Dietrich-Krieger, de secretaris van de Comunidade Holanda en de oudere meisjes helpen mee. Om vijf uur ’s middags komen de jongeren bijeen. Jongeren hebben geen tijd om jong te zijn. Zij gaan als kind mee het land op en staan al jong aan de ‘enxada’. Op hun veertiende jaar doen zij belijdenis in de kerk, een overgangsritueel van kind naar volwassenheid. De meisjes worden daarna door de ouders aan huis gebonden, de jongens hebben meer vrijheid en kunnen meedraaien in het kringetje van de mannen in de venda waar cachaça wordt gedronken. De jongeren in Holanda kennen geen eigen jeugdcultuur en geen experimenteertijd in de omgang met elkaar. Spel en volksdansen zijn voor hen nieuw en een welkome afwisseling in hun dagelijks bestaan. In korte groepsgesprekken wordt nagedacht over het werk en de voor- en nadelen van ver-huizen naar de stad. Omgaan met elkaar is een weerkerend on-derwerp. Als de avond valt zijn er altijd een aantal volwassenen en kinderen die langs komen om wat ‘Hollands’ te praten met de missionair werkers. Op zondagmorgen wordt een dienst ge-houden in de kapel en laten de kinderen horen welke liederen zij hebben geleerd. Geen Duitse liederen meer, maar nieuwe Brazili-aanse liederen die door en voor de basisgroepen van de katholieke kerk zijn gemaakt. De maandelijkse bijeenkomsten op zaterdag en zondagmorgen worden steeds drukker bezocht. Het nieuw-jaarsbidden is wel verdwenen, maar het kerstfeest, Sint Jansfeest en de andere feesten worden weer hoogtepunten in Holanda.

Janneke Jansen, de moeder van Jacó Silva, ligt ziek op bed. Haar grote wens is om nog een keer het avondmaal te mogen vieren. Gedurende twintig jaar heeft zij de Hollandse kerk niet meer kunnen bezoeken. Nooit kwam er een pastor bij haar op bezoek.

Page 102: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�0� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Enkele leden gaan met de mis-sionair werkers naar haar toe en nemen het zilveren avondmaals-stel uit de venda mee. De luiken van haar kamertje zijn gesloten. Bij het licht dat door de kie-ren van de luiken naar binnen dringt, lezen zij de uitgebreide Lutherse teksten voor die bij het avondmaal horen. Het is duide-lijk dat zij er niets van begrijpt. Op de vraag of zij niet beter het Nederlandse formulier kunnen voorlezen, lichten haar ogen op

en knikt ze bevestigend. Bij het lezen van enkele passages uit het Hollandse psalmboekje glimlacht Janneke Jansen en herkent de oude woorden. Ze voelt zich op haar sterfbed thuis in de Neder-landse woorden van het Onze Vader. Janneke was getrouwd met Pedro Schijve. Ze spraken thuis altijd Zeeuws. De mensen uit Pau Amarelo verschijnen weer in de kapel. De volgende jaren worden in Pau Amarelo regelmatig bijeenkomsten gehouden met de families. De kinderen krijgen catechisatieles van Maria Boone en een groepje jongeren doet belijdenis in de kapel van Holanda.

ActiviteitenGedurende de zeven jaar dat de missionair werkers hun maande-lijkse bezoeken aan Holanda brengen worden allerlei activiteiten ontwikkeld met Abrão Laurett als coördinator en kenner van de streek en de families. Hij is de centrale man in alle projecten, spreekt goed Zeeuws en heeft een sterk ‘wij-Hollanders-gevoel’. De financiële steun hiervoor komt van de Gereformeerde Kerken in Nederland (nu de Protestantse Kerk Nederland) en van de Stichting ZEEBRA. In Zeeland werd, na artikelen van journalist Rein van der Helm in dagblad De Stem, de Stichting ZEEBRA, Zeeland-Brazilië, opgericht. Eén van de eerste activiteiten is een dekenactie. De armste land-loze families hebben geen dekens voor de koude nachten in de wintermaanden. Er wordt een plan gemaakt om dekens uit te reiken. De vraag is aan wie? Aan de armsten? De vendistas wil-len ook een deken ontvangen. Alleen aan Hollanders en niet aan Brazilianen? Wie is dan Hollander en wie niet? Tenslotte besluit men aan alle families in Holanda een deken uit te reiken. Abrão Laurett weet precies hoe de grenzen van Holanda lopen en die worden streng getrokken. Het gevolg is dat ook de rijke grond-bezitters en vendista een deken ontvangen. In november 1979 brengen een aantal Hollandse Capixabas uit Holanda en Garrafão een bezoek aan de Hollandse Kolonies in

Basisgroep Pau Amarelo

Page 103: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I �0�

de staat Paraná. Op de heenreis wordt in São Paulo een onverge-telijke rit gemaakt door de miljoenenstad en overnacht bij enkele leden van de Hollandse kerk. De Kolonies Carambeí, gesticht in 1914, en Castrolanda, uit de jaren vijftig, worden bezocht. De mannen slapen bij de Hollandse families en worden gecon-fronteerd met bankierende Hollandse boeren die in het bezit zijn van grote landerijen, moderne koeienstallen, sojavelden en een indrukwekkend bloeiende coöperatie. In de gezinnen krijgen ze gekookte aardappelen met jus, groente en vlees te eten. Op zondagmorgen spreekt Isaack Louwers de mensen die uit Drenthe en Groningen komen toe in zijn Zeeuwse spraak. Op zijn teenslippers staat hij voorin de kerk en vertelt hoe de kleine boeren in Espírito Santo hard moeten werken op hun kleine stukken grond vol stenen om te kunnen overleven. Eén van de boeren in Castrolanda stelt na afloop van de dienst voor: “Als je bij mij komt werken krijg je een huis en een goed loon. Er is onder-wijs voor je kinderen en goede gezondheidszorg.” Maar van binnen knaagt al de heimwee. Een week van huis is lang. De coöperatie van Castrolanda en Carambeí belooft twee landbouwdeskundi-gen naar Holanda en Garrafão te zullen sturen voor onderzoek naar nieuwe mogelijkheden voor de kleine boeren.

Een aantal families op en achter de berg in Holandinha wonen in huisjes die doen denken aan de eerste hutten van de pioniers: bouwvallen, krotten met lek-kende daken en afbrokkelende kleiwanden. De verarming is zo groot dat de families geen moge-lijkheden hebben hun huisje te verbeteren of nieuw te bouwen. Met steun uit Nederland wordt een nieuw project gemaakt om de huisjes op te knappen. Op-nieuw is de vrachtauto van de vendista onmisbaar om het bouwmateriaal in te kopen en aan te slepen. Het worden vrolijke weken in Holanda als een groep jongeren uit de Kolonies in Paraná, São Paulo en Holam-bra komt om gedurende 14 dagen mee te helpen bij het opknap-pen en bouwen van de huisjes. Voor de jongeren uit de Kolonies en de stad is het schokkend te zien hoe de verarmde families in Holanda leven. Voor de jon-geren in Holandinha is het bezoek een feestelijk gebeuren dat de sleur van het werken met de enxada op het land doorbreekt. Voor beide groepen wordt het een fijne tijd met veel spel, muziek en dans.

Huisjesproject

Page 104: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�0� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Bouw gemeenschapshuisEr is behoefte aan een ‘Casa Comunitária’ voor alle bewoners van Holanda, voor de mensen van beneden, boven en achter de berg. Een huis met ruimte voor groepsbijeenkomsten, een spreekka-mer, een slaapkamer en een woonkeukentje. Met een ouderwets ‘zoetemento’ wordt in 1978 begonnen met de bouw. De finan-ciële steun komt uit Nederland en de vendista wordt gevraagd het materiaal in te kopen en met zijn vrachtwagen naar boven te brengen. De mensen zorgen voor de bedden, een fornuisje en een bankstel. De stoelen voor de groepsruimte worden geschonken door de Nederlandse Kolonie Holambra bij São Paulo. In hun gedachten gaat een lang gekoesterde wens in vervulling die pastor Wisznat in 1927 onder woorden bracht: “zij zouden zich hartelijk verheugen wanneer het hun nog eens mocht gebeu-ren een vertegenwoordiger van het oude stamland in hun mid-den te zien.” En Antônio Laurett die verzuchtte: “Wij wonen en werken hier al jarenlang. Altijd zagen we Duitse dominees ko-men, maar nooit één Hollander. Die hebben ons vergeten.” Het is alsof de Hollandiakapel nu eindelijk een parochiehuis krijgt met een parttime pastor uit Holland. Met de opening op 19 mei 1979 wordt een groot feest gevierd. Nakomelingen uit de stad en de verre omtrek komen het feest meevieren en om weer eens Zeeuws te kunnen praten met fami-lie. José Laurett speelt op zijn accordeon en er wordt ouderwets gedanst. Uiteraard is de pastor van Jequitibá en Luxemburgo aanwezig en pastor Emil Schubert van het team Zero Um. De burgemeester, de landbouwvoorlichter van de Staat, de voorzitter van de landarbeiderbond, vendistas en handelaren zijn er. Twee landbouwdeskundigen van de Kolonies in Paraná en de honorair consul van Nederland uit Vitória. Tussen het verzamelde volk schuifelen enkele gemeenteraadsleden rond die zich graag laten zien. De Comunidade Holanda, opgebouwd door de Zeeuwse pioniers, is uit de vergetelheid gekomen en uit het isolement. Het gemeenschapshuis is een gezamenlijk project van alle be-woners, Missouri, Gotteskasten of Rooms Katholiek. Aan de burgemeester wordt gevraagd te zorgen voor een dokter en een

Opening Casa Comunitária

Page 105: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I �0�

tandarts nu er de ruimte voor is gebouwd, en een handtekenin-genactie moet druk uitoefenen om aansluiting te krijgen op het elektriciteitsnet. Nog steeds is de kapel van de Hol-landiakapelgemeente niet gere- gistreerd op naam van de IECLB. De pastor regional (bisschop) van de Lutherse kerk, Albérico Baeske, komt op 23 september 1978 naar de Comunidade Ho-landa en wil opnieuw een ant-woord op de vraag die 50 jaar geleden door de Duitse domi-nee uit Luxemburg ook aan hen werd gesteld, of de leden hun kapel bij de IECLB willen inschrijven. Als hij meedeelt dat er een pastor zal komen in Santa Leopoldina die ook hun pastor zal worden, besluiten de leden en de kerkenraad van de Associação Evangélica da Holanda zich aan te sluiten.

Van juli 1981 tot maart 1982 verblijft in de Casa Comunitária Frans Buysse, student antropologie. Hij doet onderzoek naar de integratie en identiteit van de Zeeuwse gemeenschap in Holanda. Zijn aanwezigheid en gesprekken vormen een bijdrage aan de bewustwording van de Hollandse Capixabas, afstammelingen te zijn van Zeeuwen uit Zeeuws-Vlaanderen. Frans is geboren in Zeeuws-Vlaanderen en spreekt de taal van de mensen. Hij zoekt de families op en voert gesprekken bij hen thuis. De mensen komen ook graag bij hem langs in het gemeenschapshuis voor een praatje. Hij maakt in die periode veel lief en leed mee in Holanda.

Veel families hebben hun grond nog steeds niet geregistreerd en op hun eigen naam gesteld. De overheid stimuleert de registratie van de gronden met de slagzin: “Wie niet registreert is geen eige-naar.” Maar registreren kost geld en er is een advocaat nodig om het eigendomsrecht te bewijzen. Een kapitaalkrachtige en gelet-terde handelaar met connecties in de politiek heeft gemakkelijk toegang tot de burelen en weet zijn slag wel te slaan, wettig en onwettig. Voor het hele gebied

Casa Comunitária

In het ‘Armazem do povo’

Page 106: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�0� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

van de oude Kolonie Santa Leopoldina wordt met hulp van de Gereformeerde kerken in Nederland een fonds opgezet voor de legalisatie van de grond.

Bezoek Ambassadeur Twee zwarte dienstauto’s schuiven de zandweg op naar São João de Garrafão. De ambassadeur van Nederland, de heer Th. M. Schaapveld, en zijn vrouw brengen op woensdag 11 maart 1982

een werkbezoek aan Espírito Santo. De ambassadeur had van tevoren aan de autoriteiten in Vitória te kennen gegeven, dat hij ook de afstammelingen van de Hollanders wilde ontmoeten. Maar deze menen dat de ambas-sadeur dit deel van zijn werk-bezoek maar over moet slaan. Kennelijk zag men op tegen een kennismaking in het binnenland waar zodra het asfalt ophoudt ook de sociale voorzieningen, onderwijs en gezondheidszorg ontbreken. De problemen van de verarmde boerenfamilies worden er zichtbaar en de am-bassadeur zou kunnen worden

geconfronteerd met een beweging die vanuit de kerk de men-sen opzet tegen het regime. De regering in Vitória stelt voor om enkele Hollanders uit te nodigen voor een ontmoeting in een restaurant aan de geasfalteerde weg. De ambassadeur houdt voet bij stuk en maakt met zijn gevolg toch de rit het binnenland in naar São João de Garrafão. Holanda ligt te ver uit de route voor een bezoek. De eerste stop is in Rio Posmoser. Daar zijn twintig Pommerse en Hollandse boeren en boerinnen bijeen om hem te informe-ren over de problemen die er zijn met de grondlegalisatie, een probleem dat nog steeds niet is opgelost sinds de komst van de immigranten in 1859. In het volksmagazijn in Garrafão hebben de leden en de Hollandse Capixabas zich verzameld voor de ont-moeting. Bij het uitstappen daar wordt door de leider een briefje in de handen van de ambassadeur gedrukt: “Mijn Hollandse vrienden, wij ontvangen uwe excellentie met veel eer en genoegen. Maar we kunnen nu niet één onderwerp of probleem goed bespreken, omdat de hoogste autoriteiten van onze gemeente verschenen zijn.” Met de hoogste autoriteiten worden bedoeld de burgemeester, loco-burgemeester en representanten van de handelaren en ven-distas die de legalisering van hun magazijn tegenwerken en nu vooraan staan om de ambassadeur de hand te drukken. De am-

Isaack Lauvers overhandigt zijn miniatuur maniokmolen aan de Ambassadeur Th. M. Schaapveld

Page 107: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I �0�

bassadeur, de boeren en boerinnen nemen plaats op de zakken bonen en maniokmeel. Na een kleine aarzeling komt het gesprek op gang. Als de ambassadeur met veel belangstelling doorvraagt naar de realiteit waarin de families leven wordt er vrijuit gespro-ken in Portugees, Duits, Pommers en Zeeuws. Hij spreekt zijn bewondering uit voor wat de families met zoveel strijd hebben opgebouwd in Garrafão. De families van het volksmagazijn voe-len zich gesterkt in hun strijd door deze onverwachte persoonlijke en politieke steun van de Nederlandse regering. Een ontroerend bezoek, zoals de ambassadeur na afloop zelf zei. In het volksma-gazijn werden de ‘kleinen’ groot en de ‘groten’ klein. In Holandinha wordt bij Abrão Laurett een bijeenkomst gehou-den, waar alleen nakomelingen van de Zeeuwen voor uitgeno-digd zijn, alleen zij die nog Zeeuws spreken en verstaan. Hiermee zonderen de Hollanders zich af van de andere inwoners van Ho-landa. De bijeenkomst gaat de geschiedenis in als ‘de geheime vergadering van januari 1982’. Onderwerp is het verzoek aan de kerk in Nederland te helpen bij de aanschaf van een kleine vrachtauto. Zo kunnen zij evenals in Garrafão zelf de produc-ten naar de markt brengen en de vendistas omzeilen. Ook kan een kleine vrachtauto zieken naar Santa Leopoldina vervoeren. Er wordt besloten een jongere van de groep het rijbewijs te laten halen en een garage te bouwen. Zij zullen dan een filiaal worden van het Volksmagazijn in Garrafão. De besluiten moeten geheim blijven zodat de ‘groten’ er niets van te weten komen. Een jaar la-ter, in 1983, wordt de vrachtwagen met steun vanuit Nederland aangeschaft en gaan de eerste bananen langs de venda van de vendista rechtstreeks naar de groenteveiling in Vitória. Pastor en landarbeiderVoor de opvolging van de missionair werkers, die in april 1983 af-scheid nemen van de Hollandse Capixabas, neemt Anivaldo Kuhn, afstammeling van Duitse immi-granten, het initiatief om als los landarbeider te gaan werken in Holandinha. Hij studeerde theo- logie in São Leopoldo en maakt deel uit van een groep theologen die de ‘pastoral de convivência’ in praktijk brengen. Zij breken uit de structuur van de parochie en gaan als kleine boeren of land-arbeiders leven en werken tussen de verarmde families om met hen in dezelfde realiteit het pas-toraat te praktiseren. Anivaldo woont enkele dagen of weken,

Links op de foto pastor Anivaldo Kuhn

Page 108: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

�0� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

dan bij de een, dan bij de ander, en werkt mee met de families op het land. Hij verdient zo kost en inwoning, deelt hun lief en leed. Hij houdt groepsbijeenkomsten met thema’s over het geloof in de realiteit van alle dag, bezoekt zieken en leidt begrafenissen. Hij zorgt ervoor dat de mensen in gesprek komen en blijven met elkaar. Een pastor die inwoont bij de families en meewerkt op het land is wel heel bijzonder en er wordt tot in de wijde om-trek over gepraat. Maar in de loop van de jaren begrijpen steeds meer mensen in Holandinha de bedoelingen van de ‘pastoral de convivência’. Gedurende enkele jaren is hij ook ‘mestre da Colô-nia’, de onderwijzer van Holandinha in het gemeenschapshuis, dat gebouwd is op de plek van de eerste school/kapel van 1903. Anivaldo trouwt met Maria, de dochter van José en Frederica Laurett, en wordt in 1995 beroepen door de parochie Melgaço.

��. Het vertrapte gras komt toch weer op.Holanda en HolandinhaHet is nog steeds een stenige zandweg van 22 kilometer lang met gevaarlijke bochten die vanaf de Barra de Mangaraí naar Holanda en Holandinha leidt. In 1975 moest men een bijrijder meenemen om dertien hekken te openen en te sluiten. Als het enkele dagen en nachten regende veranderde de zandweg in modderpoelen, glad en gevaarlijk en werd de Comunidade Holanda volledig ge-isoleerd van de buitenwereld. De weg is nu verbreed, de scherpste bochten zijn eruit gehaald, de houten bruggetjes zijn vervangen door beton en de hekken door veeroosters. Er is een busverbin-

Weg van Holanda naar Holandinha

Page 109: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I �0�

ding en dagelijks rijden school-busjes heen en weer naar Santa Leopoldina. Wie nu aankomt op de heuvel die uitzicht biedt op de entree van Holanda ziet nog steeds beneden de brug over de rivier Holanda liggen. Maar de eens zo machtige venda van de Kolonel, de Kriegers en Reinholzen, die als een waak-hond bij de ingang van Holanda lag, is veranderd in een ruïne. Na het overlijden van Reinholz werd de venda gesloten. De klei-ne boeren uit Holandinha gaan met hun vrachtauto rechtstreeks naar de veiling en de families doen hun inkopen in Santa Leo-poldina of Vitória. Aan de voet van de heuvel staat de gezondheidspost en de school. Izaura Smoor, dochter van Altamiro Smoor en Christina Lau-rett, één van de weinigen die nog een beetje Zeeuws spreken, werkt op de gezondheidspost. Zij geeft de eerste hulp, de nodige injecties en medicijnen en rijdt op haar motorfiets rond om zie-ken te bezoeken. Ook Sandra Reinholz, de dochter van de laatste vendista, bezoekt als gezondheidsagent de families in Holanda. Samen volgen zij een avondstudie, die voorbereidt op universitair onderwijs.

Het schooltje van 1942 is afgebroken. Een nieuwe school is gebouwd, die in de laatste tien jaar is uitgegroeid tot een grote streekschool. Er wordt acht jaar basisonderwijs gegeven, vier jaar middelbaar onderwijs en ’s avonds vertrekt een schoolbusje naar Santa Leopoldina voor het voorbereidend universitair on-derwijs. De weg naar Holan-dinha, over de rivier Holanda, loopt dwars door het oude eco-nomisch centrum van Holanda, langs de ruïne van de venda, het oude woonhuis van de Kolonel en de katholieke kapel daar te-genover. Na ruim vijf kilome-ter maakt de weg een scherpe bocht. De afslag naar rechts gaat naar de begraafplaats. De graven van de pioniers uit Zeeland zijn vergaan. Ter nagedachtenis aan

Ruïne van de venda in Holanda

Gezondheidspost

Page 110: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��0 I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

hen hebben de mensen de keien van de oude graven opgestapeld als een monument voor de Zeeuwen. De afslag naar links gaat naar het centrum van Holandinha dat wordt gevormd door de Hollandiakapel, het Gemeenschapshuis, een klein barretje en het huis van Ademar Krieger en Gení Calot (Calot was oorspronkelijk Kallaart). Er wonen in 2000, 43 fami-lies en totaal 172 personen in Holandinha. Er zijn nog maar weinig olielampjes in Holanda en Holandinha. In de avond straalt het kille licht van de televisie in de huizen, waarvan de laatsten nog worden verbonden met het elektrici-

teitsnet. De meeste oude lemen huizen zijn afgebroken en ver-vangen door stenen huizen. De samenleving bestaat nog steeds uit kleine boeren, meeiros en losse landarbeiders. Na de koffieperiode en de ma-niokperiode zijn de boeren ba-nanenplantages aan gaan leggen met zeer schommelende resulta-ten. Op de veiling is de concur-rentie groot en er worden steeds hogere eisen aan de producten gesteld. Zij hebben zich verenigd in de Associação dos pequenos Agricultores de Holandinha

(Stichting van kleine boeren in Holandinha). Voor de gezinnen van kleine boeren is het nog steeds heel moeilijk om rond te ko-men en de ‘meeiros’ en de losse landarbeiders van ‘achter de berg’ zijn nog steeds arm. De ouderen, zoals José Laurett en Frederica Gröner die een pensioen van de overheid ontvangen, leven van hun grond en wat kleinvee. Voor de jongeren is er in Holandinha geen toekomst. ‘A luta continua’, de strijd gaat door.De kapel van 1928 is afgebroken. Het hout werd door houtworm opgevreten. Op de plek van de oude is in 1996 een nieuwe ge-bouwd. Een getrouwe kopie van de oude, met de preekstoel in het midden. De mooie tegelvloer is geschonken door de gemeen-te Santa Leopoldina. De nieuwe banken, het doopfont en het al-taar van mooi donker hardhout is een bijdrage van een kerkelijke gemeente in Holland. De rest heeft de Comunidade zelf bijeen gebracht door middel van feesten, giften en door het meewerken met de bouw. Het Gemeenschapshuis, dat aan een renovatie toe is, wordt ge-bruikt voor feesten, bijeenkomsten van jeugd en jongeren, de Stichting van kleine boeren, de landarbeiderbond, als verkie-zingslokaal en voor andere activiteiten. De mensen van ‘beneden’, ‘boven’ en van ‘achter de berg’ zijn

José Laurett en Frederica Gröner

Page 111: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

naar betere verhoudingen ge-groeid. Het zandterrein tussen de kapel en het Gemeenschaps-huis is de plek voor feesten en voor voetbaltoernooien die de jongeren organiseren met teams van Holanda, Tirol, Luxembur-go, Suiça, California en andere Comunidades. Als het even kan kopen de jongens en meisjes een lichte motorfiets, hét vervoer-middel in het binnenland.

Holanda en Holandinha zijn groen geworden, er groeien op de heuvels weer bossen, die niet gekapt mogen worden. Er stro-men talloze beekjes door het landschap met prachtige water-vallen. De stilte, de zuivere lucht en de aangename temperatuur lokt toeristen naar Holanda en Holandinha. Toch nog een nieu-we toekomstmogelijkheid voor de jongeren?

Jongeren met hun motoren voor de nieuwe kapel van 1996

Na de viering voor de kapel

Page 112: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Santa LeopoldinaVanaf de Barra de Mangaraí is over het gladde asfalt, dat de loop van de rivier Santa Maria volgt, Santa Leopoldina goed te berei-ken. Het stadje ligt geklemd tussen rijk begroeide heuvels aan de oevers van de Rio Santa Maria. De rivier is niet meer bevaarbaar. In de nauwe hoofdstraat staan links en rechts de kleurige oude gevels nog overeind die herinneren aan het rijke verleden van Pôrto de Cachoeiro. Aan het aantal deuren in de magazijnen en winkels is te zien hoe rijk de kooplieden en handelaren waren en hoe de handel er bloeide. Nu denderen zware vrachtauto’s door de smalle hoofdstraat. Zij komen, beladen met groente en fruit uit de hoger gelegen gebieden, Santa Maria de Jetibá en de ‘Mata Fria’, São João de Garrafão. De gemeente Santa Leopoldina zet zich in om de oude gevels te restaureren. De dichter Graça Ara-nha gaf aan Santa Leopoldina de mooie naam: ‘Filha do Sol e das Aquas’, dochter van zon en water. Maar achter de mooie oude gevels gaat het zwoegen schuil van de duizenden immigranten, waaronder de Zeeuwen uit het Land van Cadzand, die met leu-

Holandinha in cijfers:Inwoners:In 2000 telt de Comunidade Holandinha 172 inwoners, 43 families. Gemiddeld 4 per gezin. 20 in de leeftijd van 0 - 10 jaar 49 11 - 20 jaar 18 21 – 30 jaar 34 31 – 40 jaar 18 41 - 50 jaar 7 51 – 60 jaar 18 61 – 70 jaar 8 71 jaar en ouder Oppervlakte: Ongeveer 950 x 1000ha bebouwbare grond. Gemiddels 23ha per familie. 92.200 koffiestruiken, 44.800 Bananenbomen, 1.500 citroenbomen, 25 – 30ha maniok en aipim, 15 – 20 ha zwarte bonen, 12 – 15 ha maïsKerken: - Katholieke kapel met 11 families - Lutherse kapel van de IECLB met 22 families - Lutherse kapel IELB (Missouri) met 10 families. Casa Comunitária: - kerkelijke activiteiten - bijeenkomsten jeugd en jongeren - feesten - stemlokaal bij verkiezingen - vergaderingen Coöperatie van kleine boeren in Holandinha, - bijeenkomsten Landarbeidersbond van Santa Leopoldina - INCAPER, landbouwvoorlichting van de overheid.

Page 113: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

gens en bedrog waren geronseld. Zij hebben hun leven lang, ge-vangen in een koloniaal systeem, met de ‘enxada’ hun grond be-werkt en geproduceerd, maar nooit in de welvaart gedeeld. De geschiedenis van deze Zeeuwse families wordt gekenmerkt door teleurstelling en bedrog, maar hun verhalen laten zien hoe zij, ondanks uitbuiting en onder-drukking, toch steeds weer de kracht vonden om op te staan, om te blijven knokken voor een menswaardig leven. “Als gras dat wordt vertrapt, maar na verloop van tijd komt het toch weer op”, zei Izaack Louwers.

São João do GarrafãoNaar Garrafão is de weg tot enkele kilometers voor het centrum geasfalteerd. Onlogisch, maar een bewijs van de grote invloed die vendistas hadden als het gaat om de politieke beslissingen. Hij meende het centrum van Garrafão te zijn dus daar hield het as-falt op. Er is elektriciteit, telefoon en een postagentschap. Helaas bestaat het ‘Armazem do povo’ niet meer. De vrachtwagen die het Volksmagazijn ontving is na enkele jaren gestolen en er kwam onenigheid in het bestuur. Abrahão Laurett vertelt met verdriet over de teloorgang van het Magazijn. De lagere school is uitgebreid tot een school voor 8 jaar basis-onderwijs. Isaias Hollander, wiens ouders in Pau Amarelo heb-ben gewoond, is de onderwijzer. In 1990 werd de Escola Família Agricola opgericht. De huidige directeur van de Familieland-bouwschool is Leonora Boo-ne, geboren in 1968, dochter van Maria Piotto en Abraham Boone. Leonora kreeg met een kleine beurs de gelegenheid om na de basisschool naar de Fun-dação Diacônica Luterana en de middelbare school in Lagoa Serra Pelada te gaan. Zij werkte eerst in de parochie als diaconaal werker en als onderwijzer op de basisschool. Daarna werd zij benoemd als docent en directeur op de Familielandbouwschool. Leonora studeerde letteren aan

De familie-landbouwschool in Garrafão

Oude gevels in Santa Leopoldina

Page 114: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

de universiteit: ”De Escola Família Agrícola begon met 20 leerlingen in het huis van Isaac Louwers. Toen Isaac niet meer op het land kon werken, stelde hij zijn grond, huis en werkplaats beschikbaar voor de familieschool en ging in het centrum van Garrafão wonen. Wij gaven les in zijn werkplaats en zelfs in de ruimte van zijn mooie maniokmolen. Soms kroop een slang door het leslokaal”, al-dus Leonora Boone.

Uit de wijde omgeving komen leerlingen naar de familieschool, die in 2005 is uitge-groeid tot een school met 175 leerlingen, 12 leerkrachten, waarvan 6 nakomelingen

van de Hollanders. De leerlingen verblijven een week intern op school en gaan dan voor een week naar huis met opdrachten die zij thuis, zo mogelijk met het gezin moeten maken. Een andere groep leerlingen neemt hun plaats in op school. Als die na een week weer naar huis gaan met hun opdrachten komt de eerste ploeg weer terug. De hele familie wordt zo bereikt en maakt kennis met nieuwe landbouwtechnieken en methoden. De fa-milieschool blijft op deze manier nauw betrokken bij de realiteit waarin de boerenfamilies leven. De kinderen vervreemden niet van thuis en kunnen gedeeltelijk blijven meewerken op het land. Er wordt computerles gegeven en muziek gemaakt. De school heeft een volksdansgroep opgericht en danst Hollandse dansen op klompen. De jongeren dansen zich de blaren op de voeten en worden tot in de wijde omtrek gevraagd om op te treden. Eén van de leerlingen van de Familielandbouwschool is Natanael Krieger, zoon van Ademar Krieger en Gení Calot uit de Comu-nidade Holanda. Hij is van plan om na zijn studie terug te keren naar Holanda om zich in te gaan zetten voor de ontwikkeling van de streek.

Terug in het Land van CadzandDe Protestantse Kerken in Nederland zijn partners in verschillen-de projecten van de IECLB in Espírito Santo. Vanaf 1990 bezoe-ken regelmatig groepen uit Nederland de Comunidade Holanda en Garrafão, waardoor vriendschapsbanden zijn ontstaan met de Hollandse Capixabas. Er is door die bezoeken een ‘Círculo de Amigos’ ontstaan in Nederland die contacten onderhoudt met verschillende families in Holanda en Garrafão.In een uitwisselingsprogramma van de Protestantse Kerken in Nederland en de Lutherse kerk in Espírito Santo zetten in juni 2004 voor het eerst sinds 1858 enkele nakomelingen van de ge-emigreerde Zeeuwen voet op de bodem van het Land van Cad-zand. Het zijn Ademar Krieger en Gení Calot uit Holandinha en

Natanael Krieger met zijn oma Calot (Kallaart)

Page 115: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

Leonora Boone uit São João de Garrafão en Waldemiro Ratzke uit Noord Espírito Santo. Het is een emotioneel moment als zij door de tunnel onder de Westerschelde doorrijden, waarover de schepen voeren die vanuit Antwerpen hun voorouders naar het verre Brazilië brachten. De rondrit over het Land van Cadzand is een boeiende, soms ontroerende confrontatie met het verleden. Leonora komt op de plek te staan waar eens de familie Boone woonde en Ademar staat voor het huisje van de Lampiers, de naam van zijn grootmoeder en de meubelmaker die in het Land van Cadzand de ‘Lampierstoel’ ontwierp. In het dorpshuis van Nieuwvliet, het vroegere Sintepier ontmoeten zij bewoners met dezelfde familienamen. In twee kranten wordt paginagroot het bezoek van de Hollandse Capixabas vermeld. Op zondagmorgen worden zij hartelijk verwelkomd in de oude Hervormde kerk van Groede. Het koor heeft een Braziliaans lied ingestudeerd. Aan het einde van de dienst spreekt Leonora in het Zeeuws de gemeente toe. De mensen gaan rechtop zitten als zij haar Zeeuws horen spreken. Een daverend applaus volgt. Men heeft alles verstaan. “Dit is het Kezands van onze grootouders met veel verouderde woorden zon-der Nederlandse invloeden, vloei-end en accentloos.” Ze zijn terug in de kerk waar hun voorouders hebben gebeden voor een be-houden vaart, een voorspoedige toekomst in Brazilië en met het afscheid zongen: ‘‘De Heer zal u steeds gadeslaan, opdat hij in ge-vaar uw ziel voor ramp bewaar. En waar g’u heen moogt spoeden, de Heer zal u behoeden.’’

Naschrift“Er is volop werk in Europa, daar is geld te verdienen. Als gids voor toeristen heb ik relaties en ik kan zorgen voor werk, een paspoort en tickets. Een klein groepje wil ik wel meenemen”, zo vertelt in 2003 een man in de kerk van Santa Tereza. Marcilene Laurett, nako-meling van Johannes Lauret en Suzanne Jacobs die als kinderen met hun ouders in juni 1860 vertrokken uit Retranchement, ziet een mogelijkheid om uit de misère te komen. Zij kan haar twee dochters van 14 en 12 jaar amper onderhouden en wil geld gaan verdienen om de studie voor haar kinderen te kunnen betalen. De toeristengids belooft, net als de ronselaars honderdvijftig jaar geleden in het Land van Cadzand, gouden bergen in Europa. Marcilene’s voorouders waren zo dapper om voor hun kinderen uit te wijken naar Brazilië, nu neemt zij het besluit om te vertrek-ken en tekent voor een betere toekomst van haar dochters het

Interview met Leonora Boone in Nieuwvliet

Page 116: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

‘overtogtsverdrag’ dat de man haar aanbiedt. Ze leent bij een par-ticulier veel geld om paspoort, reis en zijn bemiddeling te beta-len. Haar zus zal voor haar dochters zorgen. Met nog drie andere vrouwen en een man gaat ze in zee met de ronselaar. Niet met een zeilschip, maar met het vliegtuig. De ronselaar heeft tickets gekocht voor Engeland met een overstap in Amsterdam. Maar in Londen aangekomen weigert Engeland hen toe te laten en stuurt ze terug naar Amsterdam. Daar ontvangen zij van de gids elk 300 cruzeiro’s voor de eerste dagen en hij verdwijnt. Eén vrouw gaat met hem mee. De andere vrouwen reizen door naar Spanje. Marcilene blijft achter op de luchthaven. Wat te doen? Zij ziet een man staan, die met zijn mobieltje belt en Braziliaans spreekt. Marcilene legt aan hem uit in wat voor situatie zij zich bevindt. Ze heeft geluk, want de man kent een evangelische kerk waar zij misschien terecht kan en belt deze op. De kerk zorgt voor onderdak en de eerste opvang in een pension, waar ze een maand kan blijven door te werken voor kost en inwoning. Na die maand vindt ze via de kerk, werk in een gezin. Marcilene Laurett: “Ze zijn blij met mijn hulp in het huishouden en als oppas voor de twee kinderen, want ik ben ten alle tijde in-zetbaar. Eerst moest ik het geleende geld terugverdienen. Ik heb veel meer moeten betalen dan de werkelijke kosten! Na acht maanden kon ik mijn schuld aflossen. Het moeilijkste was om mijn twee doch-ters achter te laten in Brasil. Als ik belde moest ik altijd huilen. Ik werk inmiddels al vier jaar in dat gezin”. De ronselaar is later nog twee keer met een groepje mensen uit Brazilië aangekomen. Hij belde Marcilene op en vroeg of zij meer mensen kon ontvangen. Daar is zij niet op ingegaan. Ze heeft telefonisch contact gehad met de vrouw die naar Spanje uitweek. Die is in de prostitutie terecht gekomen. Marcilene heeft in 2006 haar twee dochters, die toen 17 en 15 jaar oud waren, over laten komen. Zij gaan naar school en burgeren al aardig in. Allana wil graag rechten gaan studeren en Tallyta, mode omdat ze in de toekomst een kledingzaakje wil overnemen in Brazilië. Marcilene Laurett: “Het gaat nu goed met mij. Vooral nu sinds vorig jaar ook mijn dochters hier zijn. We moeten veel geld betalen voor de onderhuur van het appartement maar kunnen ons redelijk goed redden. Wij leven in de illegaliteit. Ik kom alleen op straat voor mijn werk en als ik naar de kerk ga. Elk moment kan de politie mij oppakken. Ik geloof dat alles zo is gebeurd omdat ik afstammeling ben van de Hollanders en God mij hier op deze weg in Holland heeft geplaatst”.

15. De Hollandse CapixabasHet was de oud-archivaris en ‘Kezander’ Dr J. de Hullu, (1864-1940) die begon met de namen te verzamelen uit gemeentear-chieven en kerkelijke ledenregisters van families die van Zeeuws-Vlaanderen naar Brazilië waren vertrokken en deze optekende in

Page 117: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

een schoolschrift. Dr J. de H. zoals hij zijn werk ondertekende schrijft: “Met behulp van inlichtingen mij door ouden van dagen verstrekt, en van de opgaven, voorkomende in lidmatenboeken en bevolkingsregisters, heb ik van deze landverhuizers een naam-lijst opgemaakt, voor wier volledigheid ik wel niet kan instaan, maar niettemin hier laat volgen.” In 1966 kwam de Franciscaan Olavo Timmers, missionaris in de staat Minas Gerais, Brazilië met verlof naar Nederland. Hij bracht een lijst met namen van Zeeuwen en Belgen mee, die hij uit een verslag van de Companhia do Mucuri over het jaar 1862 had opgetekend. Oud-gemeentesecretaris van Aardenburg, de heer G.A.C. van Vooren stelt een lijst samen in een niet gepubliceerd manuscript: “Emigranten naar Brazilië uit West Zeeuws-Vlaan-deren 1858-1862”, met een aanvulling: “Zeeuwse emigranten naar Brazilië, afkomstig van Schouwen-Duiveland, Zuid-Beve-land en Oost Zeeuws-Vlaanderen”. Zijn bronnen zijn: de namenlijst van Dr J. de Hulu, de namen die pater Timmers meebracht en de microfilm Zeeland 487370 van de Latter Day Saints Archives te Salt Lake City, Utah, U.S.A. Deze lijsten omvatten totaal 760 personen en vormden de basis voor dit onderzoek.

Veel emigranten hebben wij in Brazilië terug kunnen vinden in het Arquivo Público do Estado Espírito Santo (APEES) in Vitória en in de gemeentearchieven van de streken waar de Zeeu-

Besneewde akker in het Land van Cadzand

Page 118: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

wen terecht zijn gekomen. Wellicht komen in Brazilië de nog niet teruggevonden families aan het licht door publicatie van deze lijst en verder onderzoek. Zoals de heer Delmar François uit Rio Grande do Sul in Brazilië. Hij ging op zoek naar zijn ‘roots’ en ontdekte dat de vader van zijn overgrootvader geen Duitse maar een Hollandse nationaliteit had. En Brigitte Brandenburg uit Joinville in de staat Santa Catharina komt naar aanleiding van een overlijdensregister enkele Zeeuwen op het spoor in An-naburg (Joinville). Namen van families die in de Kolonies in Rio Grande do Sul aankwamen vonden wij in ‘Povoadores do Rio Grande do Sul, 1857-1863’ van het Arquivo Histórico do Rio Grande do Sul, EST Edições, Porto Alegre 2004.

De bestemming van 519 emigranten hebben wij kunnen achter-halen, van 241 emigranten is hun bestemming nog onbekend.

Per jaar van aankomst:De lijsten vermelden uit welke kerken de emigranten werden uit-geschreven. Van hen was 83,7% Nederlands Hervormd (N.H.), 1.8% Evangelisch Luthers (E.L.) en 14.5% Rooms Katholiek (R.K.).Uit heel Nederland vertrokken in die periode ook veel geloofs-vluchtelingen. Het waren de gereformeerden die uit de Her-vormde kerk, de staatskerk, stapten en in groepsverbanden naar Noord-Amerika vertrokken. De Zeeuwen van Zeeuws-Vlaande-ren die naar Brazilië emigreerden vallen daar niet onder.

���� Bestemming Colônia Rio Novo 60 Colônia militar Urucu 77 Santa Maria de Soledade 53 Nova Petropolis 17 Joinville 56 Onbekend 73���� Bestemming Colônia Santa Leopoldina 62 Santa Maria de Soledade 8 Colônia Sante Ângelo 5 Onbekend 13���0 Bestemming Colônia Santa Leopoldina 75 Colônia Santa Cruz 7 Onbekend 49���� Bestemming Santa Leopoldina 70 Onbekend 73���� Bestemming Santa Leopoldina 36 Onbekend 26 _____ Totaal ��0

Page 119: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

Izaac Fremouw, Janna van Schaffel en grootmoeder Pieternella van Schaffellen-Risseeuw

Izaak Lempier en Aaltje van Schaffel

Familie Louwers

Hollands echtpaar

Familie Jacobs

Enkele oude familiefoto’s, ter beschikking gesteld door nakomelingen.Van sommige foto’s zijn de namen niet bekend.

Page 120: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��0 I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

João Boone en Pieternella van Schaffel

Echtpaar KallewaardBram Boone, Pedro van Schaffel, Jacob Louwers, een neef, João van Schaffel

Page 121: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

Echtpaar Heule-Lauret

Joana Boone-Lauret, Bertha en Catharina Boone

Familie João Boone en Sara van Rost (Aalst)

Huwelijk Abrahão Laurett en Adalina Reinholz

Page 122: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Doopfeest familie Louwers

Abrão Smoor, Elizabet Badke en

hun kinderenfa-milie

Familie Lauret-van Schaffel op de varanda de oude Maria Lauret

Page 123: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

���� Colônia Rio NovoVertrokken uit Antwerpen, datum is onbekend, vermoedelijk met het Belgische schip ‘Cesar’ en gezag-voerder M. J. Coudere. Het Staatsarchief van Espírito Santo (APEES) vermeldt de naam van dit schip bij de emigrant Albregts. In Rio de Janeiro zijn de emigranten overgestapt op de stoomboot Dom Affonso naar de haven van Itapemirim. Zij kwamen daar aan op 24 juni 1858 en hebben zich gevestigd in de Colônia Rio Novo.

AlbregtsJohan Joseph 41 jaar (niet terug te vinden in een Zeeuwse lijst)Arends Marcelis 36 jaar N.H. Oosterland Arends Adriana 30 jaar Arends Trijntje 10 jaarArends Mien 4 jaarArnoudse Jeremias 39 jaar N.H. Oosterland de Waal Peternella 35 jaar Arnoudse Peter 5 jaarArnoudse Jacob 4 jaarArnoudse Adriana 0 jaar

Bapeveld Maria 24 jaar ongehuwd N.H. Zierikzee Boeke Marinus Hendrik 20 jaar N.H. Zierikzee uit Zeeuws Archief: overleden op 10-06-1870 te Rotterdam Gastel van Reinier 54 jaar mandenmaker R.K. ZierikzeeGastel van Johanna 41 jaarGastel van Anne C. 19 jaarGastel van Johan Peter 16 jaarGastel van Apoline 14 jaarGastel van Algonde 13 jaarGastel van Joseph 8 jaarGastel van Mariet 7 jaarGastel van Marienna 6 jaarGeysen Caspar 23 jaar ongehuwd niet gevonden in een Zeeuws archief

Koopman Jan 32 jaar N.H. Ouwerkerk Koopman Cornelia 27 jaarKoopman Johanna 3 jaarKoopman Johan 0 jaarKooyman Lambregt 48 jaar N.H. Nieuwerkerk Hageman Lena 44 jaar bakerKooyman Dirkie 17 jaarKooyman Cornelio 13 jaarWuyens Wilhelmine 23 jaar dochter uit vorig huwelijk van moeder? huwelijk vader (weduwnaar) en moeder (weduwe) op 03-04-1857

Nijs Adriaan 51 jaar smid ZierikzeeNijs Adriana 19 jaar

Page 124: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Riemann Jacob 25 jaar ongehuwd niet gevonden in een Zeeuws archiefRoest v.d. Matthijs 31 jaar N.H. Ouwerkerk Roest v.d. Cornelia 40 jaar Roest v.d. Dirk 19 jaarRoest v.d. Nicolaas 17 jaar Roest v.d. Mathijs 15 jaarRoest v.d. Johan 12 jaarRoest v.d. Pieternella 9 jaarRoest v.d. Cornelio 6 jaarRoest v.d. Adriana 1 jaar

Poortvliet van Adriaan 31 jaar N.H. Nieuwerkerk van Oost Stophelina 41 jaarHollander Clasina 20 jaar Hollander Maria 16 jaar Hollander Johan 14 jaar Van Oost Cornelio 7 jaar Poortvliet van Mariano 7 jaarPoortvliet van Cornelio 6 jaar Poortvliet van Cornelia 1 jaar huwelijk vader (weduwnaar) en moeder (weduwe) op 22-11-1855 Visser Jan 31 jaar N.H. Oosterland Laban Neeltje 25 jaar Visser Willem 3 jaar Visser Adriaan 38 jaar N.H. Oosterland Visser Pieternella 29 jaar Visser Wilhelmina 4 jaarVisser Johanna 3 jaarVisser Cornelia 0 jaar

Colônia Militar do Urucu:In juni 1858 zijn er volgens een verslag van de Companhia do Mucuri 162 Hollandse en Belgische im-migranten gearriveerd in de haven van São José do Porto Alegre aan de monding van de rivier de Mucuri. Van de op de Braziliaanse lijst voorkomende vijftien Hollandse gezinnen komen er twee niet voor op de Zeeuwse emigrantenlijst namelijk: de gezinnen van Abraham Jonker en Adriaan de Jong.

Brouwer Gerhardus 41 jaar N.H. Renesse met vrouw en 6 kinderen

Hagesteyn Jacob 39 jaar N.H. Bommenede met vrouw en 5 kinderen

Koole Anthony 29 jaar N.H. Zonnemaire met vrouw en 1 kind Koole Cornelis 37 jaar N.H. Zonnemaire met vrouw en 6 kinderen

Page 125: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

Krijgsman Leendert 44 jaar N.H. Renesse de Oude Kaatje en 4 kinderen

Maas van der Pieter 38 jaar N.H. Schouwen met vrouw Joana en 2 kinderen

Ree v.d. Jan 37 jaar N.H. ZierikzeeRoks Dina en 5 kinderen

Slabbekoorn Hendrik 35 jaar N.H. Kruiningen met vrouw en 5 kinderen

Turelure Jan 43 jaar N.H. Nieuwerkerk Syrier Johanna en 4 kinderen

Vermeule Hubrecht 60 jaar R.K. Schore met vrouw en 4 kinderen

Vermeulen Marinus 32 jaar N.H. Kruiningen met vrouw en 2 kinderen

Wagemaker Andries 31 jaar, ber.: stamper meelstoof N.H.Bommenede, Kaale Cornelia en 3 kinderenDe With Jacob 40 jaar N.H. Noordwelle met vrouw Jacoba en 4 kinderen

Colônia Santa Maria de Solidade, in de staat Rio Grande do Sul (RS)Volgens passagierslijsten uit de haven van Rio Grande do Sul in het zuiden van Brazilië zijn met de brik Aurora op 4 juli 1858 uit Antwerpen onderstaande personen aangekomen, bestemd voor de kolonie Santa Maria de Soledade R.S. Zij zijn geronseld door de maatschappij Montravel, Silveira en Cie.

van As Cornelis 41 jaar N.H. Oosterland

Dorst Cornelis 33 jaar N.H. Oosterland met vrouw Marina kinderen Maria, Adriana, Jacob, Jeremias

Reeleman Willem 26 jaar N.H. Oosterland

Snijders Johannes 29 jaar N.H. Oosterland met vrouw Pietertje kinderen Adriaantje, Lena, Thomas Johannes van 2 jaar overleed tijdens de reis

de Valk Job 45 jaar smid N.H. Nieuwerkerk met vrouw Maria kinderen Maria en Janna

Page 126: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Verhoek Johannes 37 jaar N.H. Oosterland met vrouw Jacoba kinderen Wouter, Jacoba, Leendert, Frederik en Adriaantje

Onderstaande personen kwamen op 05-09-1858 aan in de haven van Rio Grande (R.S.) met het schip de Monnickendam o.l.v. kapitein Flick. Geronseld door Montravel, Silveira en Cie met bestemming Colônia Santa Maria de Soledade. van Dalen Pieter 43 jaar N.H. Haamstede met vrouw Maria kinderen Wilhelmina, Johanna, Cornelia, Adriana en Johannes Dierings Jannis 22-04-1806 N.H. CadzandNeufeglese Cornelia 18-06-1806Dierings Abraham 12-03-1836Dierings Machiel 20-05-1840Dierings Pieter 24-07-1844Dierings Adriaan 26-03-1846Dierings Izaak 15-05-1848Dierings Suzanna 17-04-1854Dierings Carolina 10-07-1829 dienstbode BreskensVermeulen Jacob 22-03-1821 slager N.H. BreskensFrançoise Maria 08-08-1821Françoise Christiaan 08-10-1847Vermeulen Willem Jannis 21-09-1851Vermeulen Pieter Corn. 13-11-1855

Op 25-11-1858 kwamen met het schip Agatha uit Antwerpen in Rio Grande aan, geronseld door Montra-vel, Silveira en Cie en bestemd voor de kolonie Santa Maria de Soledade:

Verguts Joh.Baptist 31 jaar R.K. Bosch Kapelle met vrouw Dorothea kinderen Frans en Joh. Baptist.

Op 26-01-1859 kwam tenslotte onderstaande familie aan in de haven van Rio Grande (R.S.) met het schip Anneberg en geronseld door Montravel, Silveira en Cie. Bestemd voor Santa Maria de Soledade.

Françoise Cornelis 27-07-1826 smid N.H. NieuwvlietBoekhout Fraancina 02-03-1825Françoise Cornelis 01-06-1854Françoise Jannis 07-01-1857 Colônia Nova Petropolis (RS)Op 28-11-1858 zijn met de kustboot ‘Princesa de Joinville’ in de haven van Rio Grande de volgende personen aangekomen, bestemd voor de kolonie Nova Petrópolis.

Boone Charles Josephus 08-02-1816 R.K. Hoofdplaatde Groote Maria 15-12-1824

Page 127: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

Boone Levinus Petrus 13-03-1842Boone Filomena 27-08-1848Boone Gustavus 20-01-1852Boone Agatha Francisca 07-11-1857

Claeijs Jacobus 02-04-1819 R.K. HoofdplaatKrebbeks Maria Francisca` 21-05-1821Claeijs Petrus Augustinus 04-03-1849Claeijs Amelia 29-07-1850Claeijs Jacobus Bernardus 06-04-1858

Krebbekx Carolina 28-03-1813 R.K. HoofdplaatKrebbekx Bernardina Francisca 24-08-1838

de Poorter Pieter Johannes 1823 R.K. HoofdplaatKrebbekx Predantina 03-02-1828de Poorter Leonadius 09-08-1851de Poorter Augustinus 04-08-1853

Colônia Dona Francisca (Joinville) (SC) In de staat Santa Catarina zijn volgens een verslag van 1864 over de Colônia Dona Francisca (Pirahys-trasse) de volgende Zeeuwse families herkend, die in 1858 vertrokken.

Bogaard Pieter 23-01-1813 N.H. CadzandDe Wagemaker Tannetje 14-06-1820Bogaard Sara Magdalena 21-12-1842Bogaard Maria 13-11-1847Bogaard Magdalena 02-08-1849Bogaard Tannetje 23-04-1824Bogaard Pieter Johannes 12-09-1855Bogaard Anthonetta 13-04-1858van den Broecke Adriaan 10-01-1815 N.H. Cadzandde Veij Pieternella 02-04-1815van den Broecke Jacob 09-11-1840van den Broecke Adriaan 02-07-1844van den Broecke Leendert 02-09-1846van den Broecke Cornelia 20-02-1842van den Broecke Pieter 02-04-1850van den Broecke Jannis 02-04-1850van den Broecke Marinus 04-10-1851van den Broecke Daniel 13-07-1854van den Broecke Izaak 08-10-1857van den Broecke Carolus 14-04-1838 R.K. IJzendijke 1 aug. 1858 met dit gezin meegegaan.Driessen Philip 14-08-1818 R.K. Schoondijke juli 1858 Bakkeljouw Sophia Pietern. 21-01-1822Driessen Petrus 24-12-1847Driessen Charles Lois 15-08-1853

Page 128: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Driessen Emelia Maria 10-12-1850Driessen Frederika 16-10-1853Driessen Johannes Franc. 13-08-1856

Noorthoek Cornelis 47 jaar N.H. Ouwerkerk, Schouwen-D. met vrouw 6 kinderen

de Oude Krijn 37 jaar N.H. Haamstede, Schouwen-D. met vrouw 3 kinderen

van Vessum Jan 36 jaar N.H. Ouwerkerk, Schouwen-D. met vrouw 4 kinderen

Verkruijsse Pieter Johannes 08-03-1805 N.H. NieuwvlietMorel Francisca 28-05-1812Verkruijsse Pieter Johannes 12-11-1841Verkruijsse Daniel 13-10-1847 Verkruijsse Jacoba 22-09-1844Verkruijsse Suzanna 15-07-1853

Wensch Jacob 18-01-1815 N.H. Cadzandde Rooij Janneke Maria 30-03-1831 Wensch Abraham 06-09-1850Wensch Maria 04-05-1857

Colônia Santo Ângelo (RS)Aangekomen in de haven Rio Grande op 15-08-1859 met de ss Marquês de Caxias. Met ss Rio Pardense op 26-08-1858 aangekomen in de Colônia Santo ÂngeloValstar Dirk 36 jaar N.H. Kruiningen met vrouw 3 kinderen

Waar zijn deze emigranten gebleven?Backs Adrianus(metselaar) 33 jaar R.K. Kruiningen met vrouw 9 kinderenBoogert Jan 42 jaar N.H. Renesse met vrouw 5 kinderenHardekaas Jacob 40 jaar N.H. Noordwelle met vrouw 3 kinderenHeerenthals Pieter 31 jaar N.H. ’s Heerenhoek Hollenbert Joos 48 jaar N.H. Waarde met vrouw 1 kindvan Immerseel Josephus 34 jaar R.K. Kruiningen met vrouw 5 kinderenvan Immerseel Judocus 35 jaar R.K. Graauw met vrouw 3 kinderenvan Kampen Pieter 37 jaar N.H. Haamstede met vrouw 2 kinderen

Page 129: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

Knape Jan 32 jaar N.H. RenesseKoole Jan 70 jaar N.H. Zonnemaire Koole Jan 21 jaar N.H. Leydekker Johannes 26 jaar R.K. Zierikzee Must Jacob 28 jaar N.H. ZonnemaireOorse Willem 36 jaar N.H. Noordwelle Otte Marinus 28 jaar N.H. Oosterland met vrouw 1 kindRoudon Pieter 40 jaar R.K. ZierikzeeSchietekatte Tonis 36 jaar N.H. Bommenede met vrouw 5 kinderenvan de Vate Marina 44 jaar N.H. Oosterlandvan der Velde Leendert 25 jaar N.H. Renesse met vrouw 2 kinderenVersluys Adriaan 43 jaar N.H. Haamstede met vrouwVis Lena 22 jaar N.H. Zonnemaire

����Colônia Santa Leopoldina, Espírito Santo (ES)Vertrokken, waarschijnlijk in maart 1859, met de ‘Gemse’ uit Antwerpen naar Rio de Janeiro. Aangekomen op 16 juni 1859 in de haven van Vitória.

Banckaert Pieter 17-03-1806 R.K. Groede 29-03-1859Freijne * Clementia S. 21-07-1830 Banckaert * Rosalia S. 26-09-1856 Banckaert Dominicus 30-06-1858 * komen niet voor op lijst APEES. de Bruijne Pieter Joannis 22-03-1824 R.K. Groede 26-02-1859 Stoens Maria Theresia 29-09-1823 (vader landmansknecht, moeder dienstbode) de Bruijne Dominicus H 27-03-1856 de Bruijne Stephania 12-12-1857 Senie * Peter 01-03 1839 N.H. *zoon uit vorig huwelijk v.d. moeder

la Gasse Pieter 30-09-1821 N.H. Zuidzande 25-02-1859Tack Sara Francisca 31-05-1823 la Gasse Matth. Jacobus 01-05-1855 Timmerman * Janneke 30-10-1844 Tack * Jac. Mattheus 26-04-1850 la Gasse Jannis Daniel 19-03-1857 * kinderen uit vorig huwelijk v.d. moederla Gasse Jannis 24-12-1828 N.H. Zuidzande 25-02-1859 Crince Magdalena 12-01-1821 la Gasse Mattheus 13-09-1857 Laire * Adriana 14-10-1792 * komt niet voor op lijst APEES

Page 130: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��0 I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

v.d. Gast Jannis 21-03-1829 N.H. Nieuwvliet 26-02-1859 v.d. Gast Sara (zus) 25-09-1835de Gillike Jannis 22-03-1828 N.H. Nieuwvliet 26-02-1859 de Kubber Magdalena 29-03-1831 de Kubber Jannis Josias 11-01-1851 zoon uit vorig huwelijk moeder de Gillike Magdalena 02-07-1854 de Gillike Abraham 31-01-1856 de Gillike Jacob 01-03-1858 de Gillike * Abraham 28-11-1796 Dekkers * Maria 20-10-1801 * Op lijst APEES zijn de leeftijden resp. 17 en 11 jaar jonger!

van Hee Pieter 30-07-1831 N.H. Retranchement 24-03-1859 van Hee Elizabeth 13-09-1837 van Hee Maatje ? van Hee Pieternella ?

Jacobs Jannis 26-05-1822 N.H. Cadzand 19-02-1859la Gasse Cornelia 21-10-1824 Jacobs Adriana 09-02-1847 Jacobs Suzanna 28-10-1848Jacobs Johannes 30-09-1853Jacobs Izaak 18-03-1855Jacobs Jannis 17-06-1857

Lambregtsen Arie 31-08-1820 N.H. Groede 26-02-1859 Hermenet Cornelia ? - ? -1818 Lambregtsen Cornelia ? - ? -1854Lambregtsen Maria ? - ?- 1857

Mabelus Jacob 19-06-1813 N.H. Zuidzande Porreij Maria Johanna 21-08-1823Mabelus Cornelia 31-05-1849Mabelus Pieter 10-06-1851Mabelus Maria * 04-04-1854Mabelus Jacob 31-05-1856 * komt niet voor op lijst APEES

Theunisse Izaak 08-06-1824 N.H. Zuidzande 25-02-1859 de Visser Janneke 15-03-1819 Theunisse Suzanne 22-02-1846Theunisse Sara 30-12-1846Theunisse Izaak 15-12-1848Theunisse Janneke 07-02-1852Theunisse Elizabeth 17-09-1857

Verduijn Jan 24-12-1824 N.H. Nieuwvliet 26-02-1859

Page 131: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

v. Houte Maria Cornelia 30-11-1824Verduijn Jannis 22-08-1848Verduijn Abraham 05-05-1853Verduijn Jacobus 10-01-1856Verduijn Izaak 26-01-1859

Volgens het Zeeuws Archief is Johannes Phil. Risch in de Colônia Santa Maria de Soledade overleden. Deze familie is op 29 april 1859 uit Groede vertrokken.Risch Johannes Phil. 02-10-1819 E.L. Groede 29-04-1859Bril Janneke 24-12-1819 N.H. Risch Daniel Cornelius 16-05-1848 E.L.Risch Janneke 01-10-1843Risch Johanna Cath. 18-10-1949Risch Maria Sara 28-06-1853Risch Johannes Filipus 19-11-1855Risch Lambertus Chr. 23-08-1857 Waar zijn deze emigranten gebleven?Goedhals Elizabeth 19-03-1832 N.H. Oostburg 24-03-1859 Goedhals Pieternella 25-01-1858van Grol Lambertus 23-02-1833van Grol Catharina 25-02-1836 van Grol Maria 22-07-1842van Grol Pieter 19-08-1845van Grol Anna 25-11-1855Hennekeij Dina Magdalena 04-08-1808 N.H. Nieuwvliet 26-9-1859 Hennekeij Izaak 26-01-1859Jansen Pieter 18-04-1809 N.H. Retranchement 30-3-1859 de Meij Nelia Francisca 10-11-1820Jansen Anna Pieternella 21-09-1844Jansen Jacob 17-04-1852Jansen Adriana Corn. 31-03-1855Jansen Johanna Maria 28-11-1857van Lare Abraham 13-02-1845 N.H. Retranchement 29-03-1859Scheerens Maria 17-01-1836 N.H. Retranchement 29-03-1859Vinke Jacomina 02-04-1821 N.H. Retranchement 29-03-1859

���0Colônia Santa Leopoldina (ES)Vertrokken uit Antwerpen met het schip de ‘Race Horse’ naar Rio de Janeiro. Met de kustboot ‘Mucury’ aangekomen in de haven van Vitória op 5 juni 1860 met bestemming Colônia Santa Leopoldina

Andriessen Izaak 01-01-1816 N.H. Zuidzande 10-02-1860van Ouwerkerk Francina Corn. 30-03-1822 Andriessen Pieternella Corn. 29-05-1847Andriessen Cornelia 29-08-1848Andriessen Pieter 12-06-1852Andriessen Catharina 06-12-1853

Page 132: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

du Bois ** Izaak 18-07-1803 N.H. Nieuwvliet 10-02-1860du Bois Pieter 09-03-1832du Bois Francina 21-08-1857du Bois * Izaak 04-12-1858 * komt niet voor op lijst APEES ** volgens APEES in 1816 geboren

Boone Izaak 19-10-1832 N.H. Nieuwvliet 10-02-1860du Bois Sara 13-10-1835Boone Izaak 28-06-1856Boone * Jannis 19-08-1858Boone Abraham 13-09-1859 * komt niet voor op lijst APEES

Catseman * Jacob 25-05-1800 N.H. IJzendijke 04-02-1860Catseman Jannis 08-06-1831 Bruijsschaut Elizabeth 11-10-1827Catseman Catharina Jacoba 22-04-1826Catseman Jacoba 29-04-1835Catseman ** Janneke 30-05-1851Catseman ** Christiaan 15-03-1854 op 22-02-1860 te Antwerpen overleden * Leeftijd is op de kijst van APEES 10 jaar jonger ** Komen niet voor op lijst APEES. Christiaan Catseman overleed op 6-jarige leeftijd in Antwerpen voor het vertrek

Eekhout Jannis 06-09-1826 N.H. Retranchement 10-02-1860van Hee Elizabeth 01-11-1831 van Hee Suzanna Francina 08-10-1858

Fremouw Izaak 10-11-1837 N.H. Zuidzande 10-02-1860Van Schaffel Janna 10-02-1838Fremouw Jannis 03-01-1860

Hoevenaar Abraham 03-10-1818 N.H. Cadzand 10-02-1860Baas Catharina 01-04-1821Hoevenaar Janna Catharina 01-04-1847Hoevenaar Adriana 27-12-1850Hoevenaar Katholijntje 16-09-1852

Lampier * Jozias 04-03-1810 N.H. Zuidzande 10-02-1860v. Ouwerkerk * Pieternella Sara 31-07-1812 Lampier Izaak 31-08-1844Lampier Francina 28-11-1845Lampier Suzanna 26-09-1838Lampier Pieter Jacobus 31-07-1850Lampier Pieternella Sara 17-01-1853Lampier Kathalijntje 25-10-1854

Page 133: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

Lampier Catharina 05-03-1857Lampier Sara Pieternella 30-08-1837Lampier Elizabeth 13-12-1839Aalst van Jannis 07-02-1837 familieAalst van Kathalijntje 06-05-1859 * 5 jaar jonger op lijst APEES

Lauret * Abraham Jannis 03-08-1800 N.H. Retranchement 10-02-60van de Gazelle * Elisabeth 07-06-1811Lauret Neeltje 08-05-1841Lauret Anthony 30-10-1842Lauret Josias 04-05-1846Lauret Abraham Jannis 11-02-1848Lauret Jannis 23-08-1849Lauret Pieter 01-04-1852de Vleeschouwer Jozina 15-03-1846 dochter E. v.d. Gazelle uit vorig huwelijk * op lijst APEES zijn vader 15 jaar en moeder 7 jaar jonger

Louwers * Pieter 15-02-1831 N.H. Cadzand 10-02-1860 de Bruijne Janneke Loisa 16-10-1830Louwers Maria 22-12-1853Louwers Pieter 04-12-1858 * Pieter Louwers is in Rio de janeiro overleden en Janneke de Bruyne is opnieuw getrouwd met Bram Hese uit Santa Maria.

Lucieer Charles 04-04-1801 N.H. Retranchement 10-02-1860 van beroep kleermaker van Hee Suzanne 22-02-1819 Wisse Suzanna Maria 22-09-1849, dochter uit vorig huwelijk van Suz. van Hee

Risseeuw Pieternella 12-01-1812 N.H. Zuidzande 10-02-1860 Weduwe van Izaak van Schaffel *van Schaffel Abraham ? - ?-1840van Schaffel Aaltje 21-01-1844van Schaffel Pieternella 08-10-1845 *op APEES-lijst 5 jaar jonger

Zonville Maria 08-04-1814 N.H. Zuidzande 10-02-1860 Weduwe van Jozias Marinus SmoorSmoor Abraham Johannes 01-06-1842Smoor Jozias Kornelis 30-11-1843Smoor Agatha Emelia 01-01-1845Smoor Jozina Johanna 27-07-1846Smoor Johannes 26-09-1848Smoor Jacobus Johannes 23-08-1854Smoor Magdalena Maria 16-08-1852

Page 134: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Theunisse * Maria 02-09-1830 N.H. Zuidzande 08-02-1860Theunisse Willem 19-09-1856Theunisse Jannis 14-09-1859 * komt alleen op lijst APEES voor.

Colônia Santa Cruz (RS)Vertrokken uit Antwerpen met de schoener ‘Express’ via Daniel Steinmann & Co en met een contract van de Provinciale regering. Na een reis van 91 dagen aangekomen in de haven Rio Grande en vertrokken op zaterdag 15 juli naar de Colônia Santa Cruz.

Dattijn Pieter Jacon 25-10-1826 N.H. Groede 12-03-1860 de Visser Maria 12-11-1826Dattijn Elizabeth 05-09-1852

la Gasse Daniel 04-11-1823 N.H. Oostburg 01-07-1860Nortier Maria 24-05-1831la Gasse Abraham Anth. 17-09-1853la Gasse Anthony Joh. 29-08-1855

Waar zijn deze emigranten gebleven?du Bois Pieter 25-06-1826 N.H. Zuidzande 18-12-60 van Hee Johanna 29-03-1819du Bois Abraham 10-12-1850du Bois Jannis 28-03-1852du Bois Maria Helena 10-06-1853du Bois Suzanna 23-01-1855du Bois Pieter 22-07-1857du Bois Jozina 03-11-1858du Bois Izaak 15-03-1860

Dumez Adrian 08-10-1807 N.H. Nieuwvliet 24-02-1860Deij Cornelia 27-07-1811Dumez Cornelia 13-11-1846Dumez Jacob 01-01-1851Dumez Adriana 01-0501849Mabelus Elizabeth 08-04-1849 N.H. Zuidzande 10-12-1860 le Mahieu Abraham 13-11-1826 N.H. Cadzand 10-02-1860 schaapherderla Gasse Katharina 28-06-1815 le Mahieu Izaak 16-01-1854Israel Katharina 09-08-1835Israel Jacob 27-05-1837 le Mahieu Maria 15-10-1852le Mahieu Abraham Louis 07-09-1854le Mahieu Elizabeth 30-01-1856Israel Johannes 18-03-1856

de Maker Izaak 06-04-1795 N.H. Cadzand 05-03-1860

Page 135: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

de Ruijsscher Magdalena Joh. 25-05-1812

Neuféglise Joseph 25-11-1833 N.H. Cadzand 10-03-1860 De Boo Magdalena 06-11-1822 Neuféglise Abraham 16-11-1856Neuféglise Joseph 19-07-1859

Notebaart Izaak 1812 N.H. Breskens 12-03-1860Kerwis Wilhelmina L. 05-11-1818 Notebaart Magdalena A. 25-08-1842Notebaart Suzanna C. 19-01-1845Notebaart Janna 04-11-1850

de Roo Jannis 06-11-1816 N.H. Nieuwvliet 09-03-1860Hennekeij Magdalena 22-09-1825de Roo Jannis 29-07-1848de Roo Catharina 17-10-1850de Roo Jacob 17-05-1856de Roo Jozina 20-06-1853

Vonhout Franciscus 29-08-1823 N.H. IJzendijke 10-03-1860 Kroes Francina 17-04-1819Vonhout Pieter Johannes 24-08-1852Vonhout Sara Johanna 08-11-1858

Wattée Cornelis 03-04-1830 N.H. IJzendijke 29-03-1860 Smissaert Sophia 13-03-1834Wattée Eduard 20-02-1856Wattée Leonie Clementia 06-11-1858

����Colônia Santa Leopoldina (ES)Vertrokken vanuit Antwerpen met het schip ‘Susanna’ naar Rio de Janeiro. Met de boot ‘São Mateus’ in de haven van Vitória op 22 april 1861 aangekomen:

Barra Pieter 1815 R.K. Schoondijke 31-01-1861de Die Johanna 4-04-1821 N.H.Barra Sophia Catharina 20-08-1844 R.K.Barra Angelina Johanna 06-08-1850 R.K. Barra Catharina Maria 19-05-1852 R.K. Barra Julia Sophia 31-12-1854 R.K. Barra Pieter Johannes 20-05-1858 R.K. Barra Louisa Cornelia 08-09-1859 R.K.

Crince Abraham 1833 N.H. Groede 01-02-1861Valkenier Pieternella 09-09-1840

Israel Jacobus 19-03-1835 N.H. Zuidzande 18-12-1860

Page 136: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Israel * Elizabeth 1839 * komt voor op lijst van APEES als zijn vrouw en werden beiden in 1885 ingeschreven

de Mersseman Jozina Catharina 16-02-1838 N.H. Oostburg 01-02-1861de Mersseman Catharina Jozina 26-12-1839de Mersseman Jansje 08-12-1841Chambery Pieternella 29-08-1815 moeder van zussen MerssemanSmit Jan (ter Veen?) 1816

Valkenier Abraham 19-08-1816 N.H. Groede 01-02-1861Smoor Johanna 08-03-1819Valkenier Jozias Cornelis 29-09-1842Valkenier Agatha Amelia 23-08-1838Valkenier* Pieter 11-11-1846Valkenier Jacob 11-11-1850Valkenier Johanna 03-06-1856* In 1867 getrouwd met Dina Maria den Hollander, op 24-12-1912 verdronken in New York USA.

de Wagemaker Pieter 27-01-1822 N.H. Groede 03-02-1861Wisse Maria 29-12-1814de Wagemaker Pieter Jacobus 06-08-1848de Wagemaker Adriana Magd. 02-06-1844de Wagemaker Tannetje 12-06-1850de Wagemaker Maria 10-11-1851 de Wagemaker Abraham 30-07-1856 Vertrokken vanuit Antwerpen met het schip ‘Miranda’ naar Rio de Janeiro. Met de boot ‘Sao Mattheus’ aangekomen in de haven van Vitória op 22 april 1861, met bestemming Colônia Santa Leopoldina. Kallaart Abraham 03-05-1822 N.H. Groede 17-01-1861 Cauwels Barbara Theresia 05-04-1830 R.K.Kallaart Johannes 28-10-1850 R.K.Kallaart Abraham 02-11-1854 R.K.Kallaart Maria 11-09-1852 R.K.Kallaart Eduardus 19-01-1858 R.K.Kallaart Pieter Jacobus 1860Kallaart Louise Johanna 1861de Ruijter Jacobus 01-02-1819 R.K. Groede 24-12-1860 Colpaart Hendrika Baldina 06-05-1823 N.H.Colpaart Pieternella 02-04-1850 N.H.de Ruijter Maria Theresia 08-07-1854 R.K .de Ruijter Johanna 30-04-1856 R.Kde Ruijter * Rosalia 28-02-1858 R.K. * komt niet voor op lijst APEES

van de Velde Jan 07-08-1813 N.H. Groede 24-12-1860

Page 137: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

Hermenet Catharina 17-12-1821 N.H. Aangekomen in 1861 in de haven van Vitória zonder vermelding van schepen:Baas Pieter 29-04-1831 N.H. Retranchement 17-12-1860 van Hoorn * Pieternella 15-02-1827van Hoorn * Pieter 07-02-1859Baas Jacoba 06-09-1860 * alleen moeder en zoon worden vermeld op de APEES-lijst

Kallewaard Jacob 13-02-1818 N.H. Groede 17-12-1860 Scheive Johanna 16-05-1828 Kallewaard Izaak 18-05-1845Kallewaard * Suzanna 12-09-1846Kallewaard Abraham 28-09-1859Scheive Catharina 22-02-1855 * komt niet voor op lijst APEES

Schijve Abraham 12-03-1807 N.H. Zuidzande 18-12-1860Jongman Catharina 04-03-1805 Schijve Jannis 25-02-1831Schijve Pieter 21-04-1837Schijve Abraham 24-07-1841Schijve Jacobus 14-07-1843Schijve Johanna 16-05-1828

Schijve Elizabeth 11-12-1812 N.H. Groede 17-12-1860 Boone Abraham 26-12-1842Boone Johanna 13-04-1843Boone Johannes 31-08-1844Schijve Elizabeth Adriana 04-01-1846 Krijger Pieter Johannes 14-06-1834 Waar zijn deze emigranten gebleven?

Alleyn Franciscus 01-04-1801 R.K. Groede ?-04-1861 Hanerlynck Sophia Hendrika 05-10-1822Alleyn Hendrikus 15-09-1846 Alleyn Johanna Sophia 04-02-1839Alleyn Rosalia 06-05-1849Alleyn Casilda Coleta 08-04-1854Alleyn Sophia Bernardina 21-02-1857Alleyn Franciscus 16-07-1859Alleyn Barbara There 31-10-1860

Borgo Jacob 1824 N.H. Breskens 08-05-1861Van Est Marie 29-03-1822Borgo Cornelia 03-06-1849Borgo Izaak 10-01-1851

Page 138: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Borgo Maria 21-04-1853Borgo Johannis Carel 17-09-1854

Crince Pieter 29-11-1820 N.H. Zuidzande 15-02-1861 le Feber Pieternella 18-06-1824Crince Pieter 28-08-1847Crince Pieternella 17-03-1849Crince Maatje 11-10-1851Crince Suzanna 02-07-1854Crince Jacob 04-11-1856Crince Jannis 31-08-1859Crince Pieter 31-07-1798 N.H. Groede 23-03-1861 De Meulenaar Maatje ? 1799Crince Maria 24-06-1827Crince Suzanna Maria 26-08-1828

Faas Leendert 05-03-1818 N.H. Oostburg 01-02-1861 Stoppels Jacoba 29-07-1824 beroep vader voermanFaas Adriaan 23-02-1851Faas Leendert 28-04-1853Faas Elizabeth 21-09-1856Faas Jacobus 03-06-1860

de Freijn Pieter 12-05-1825 N.H. Cadzand ?-04-1861 Burgel Adriana 20-08-1822Burgel Jacob 29-11-1849de Freijn Elizabeth Cath. 22-05-1852de Freijn Izaak 26-07-1854de Freijn Catharina 14-11-1856de Freijn Maria 30-06-1860

den Hollander Jan 04-07-1819 N.H. Oostburg 15-12-1861Steijaard Elizabeth 20-10-1824den Hollander* Dina Maria 29-01-1850den Hollander Elizabeth 19-10-1852den Hollander Adriana 26-01-1858den Hollander Sara 30-03-1861* Getrouwd met Pieter Valkenier in 1867 en overleden op 4-07-1909 in Sodus Wayne, New York USA.

Leman (Leemans) Jan 1814 N.H. Zuidzande 1861le Fever Pieternella 27-09-1803

Louret Abraham 26-10-1817 N.H. Cadzand 22-03-1861Morel Sara 06-12-1823Louret Isaac 23-08-1846Louret Daniel 23-08-1857Louret Jacob 30-11-1849

Page 139: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

Louret Abraham 09-01-1853Louret Pieter 28-05-1856Louret Suzanna 30-04-1858Louret Jannis 26-06-1860

van Roo Jacob 21-10-1833 N.H. Retranchement of Groede Haak Francina 13-03-1828 17-02-1861 van Roo Jacob 27-06-1856van Roo Francina 27-05-1853van Roo Pieter 26-03-1840

Tas Josephus Leopoldus 21-08-1827 R.K. Groede 11-04-1861de Lange Barbara Therasia 16-03-1827Tas Adelaida Francisca 10-03-1852Tas Johannes Baptista 09-06-1854Tas Stephania 26-09-1860van Caluwe Sophia Christina 11-10-1784 weduwe van Jan TasRiteco Sophia Francisca 06-01-1830

Vermeulen Pieter 05-10-1828 N.H. Zuidzande 13-04-1861 van Lare Maria 10-09-1830Vermeulen Pieter 15-07-1853Vermeulen Abraham 13-01-1861Jaar 1862

����Colônia Santa Leopoldina (ES)Aangekomen met onbekende schepen in Vitória.

den Hollander Marinus 22-05-1814 N.H. Zuidzande Verduyn Elizabeth 08-11-1818 den Hollander Magdalena 16-06-1841den Hollander Marinus 03-03-1848den Hollander Adriaan 29-02-1852den Hollander * Elizabeth 19-05-1843den Hollander * Jannis 27-02-1846 den Hollander * Jozina Maria 17-02-1850 den Hollander * Izaak 03-12-1859 * komen niet voor op lijst APEES

Jansen Jacob 31-08-1811 N.H. Retranchement 18-12-1861Vinke Maria 26-10-1816Jansen Neeltje 06-03-1842Jansen Maria 21-04-1847Jansen Willem 15-02-1850Jansen Jacob 15-02-1850Jansen Johannis 01-06-1853Jansen Pieter 27-12-1856

Page 140: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��0 I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Jansen Abraham 27-12-1856 Vinke Maria Cornelia 26-10-1815 N.H. RetranchementVinke Neeltje 06-03-1841

Leenhouts Izaak Jannis 18-10-1812 N.H. Schoondijke Mobelus Elizabeth 04-03-1823 Leenhouts Suzanna Francina 14-02-1850Leenhouts Maria Johanna 27-02-1851Leenhouts Abraham Jannis 15-02-1856Leenhouts * Magdalena 23-12-1857Leenhouts Francina Johanna 30-04-1859Boudrie Adriaan Jacob 10-12-1847 kind moeder uit vorig huwelijk? * komt niet voor op de lijst APEES Vertrokken volgens een in het district Holanda gevonden ‘Overtogtsverdrag’, waarin wordt vermeld, dat zij met het afzeilende schip 1e klasse ‘Professor Surinaar’ met kapitein Kuijper op 22 december 1861 zullen vertrekken vanuit Antwerpen naar Rio de Janeiro. Heule Pieter 31-01-1833 N.H. Nieuwvliet de Reu Suzanna 24-11-1829Heule * Abraham 14-09-1859Heule * Johannes 10-11-1860 Zij vertrokken tegelijk met de vader en moeder van Suzanne de Reu en hun kinderen. De Reu * Abraham 03-11-1798N.H. Cadzand 30-10-1861 Callaert * Catharina 13-01-1800De Reu * Anna 22-06-1839De Reu * Jacob 27-03-1842 * Komen niet voor op de lijst van APEESVolgens bevolkingsregister Cadzand zijn Abraham de Reu en Catharina Callaert naar Noord-Ameri-ka geemigreerd. Daar ging hun zoon Jannis de Reu heen op 24 oktober 1854. De microfilm 487370 van Latter Day Saints vermeldt dat ze in 1861 naar Brazilie zijn geemigreerd.

Waar zijn deze emigranten gebleven?Casteleijn Pieter 20-08-1833 N.H. Schoondijke 12-4-1862Lambrechts Maria 09-04-1832Casteleijn Jannis 27-01-1857Casteleijn Maria 08-01-1859 Casteleijn Cornelia 21-10-1861

van den Driessche Fernandius 08-10-1820 N.H. Hoofdplaat 20-12-1862 de Smet Coleta 02-03-1831de Smet Constantia 11-04-1860

Elias Jannis 06-11-1819 N.H. Zuidzande 12-04-1862de Smidt Janneke 02-05-1827Elias Jannis 27-06-1852

Page 141: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

Elias Jacob 22-08-1854Elias Pieter 14-08-1856Elias Martinus 22-10-1858Elias Abraham 13-06-1860

Ghijsels Magdalena 08-03-1819 N.H. Zuidzande 12-04-1862Haars Jacobus 31-12-1811 N.H. Schoondijke 11-1862de Meester Jannis 01-09-1828 N.H. Groede 1862v.d. Luijster Levina 25-09-1833de Meester Albrecht 21-09-1859de Meester Pieternella Wilh. 11-12-1860

Miens Catharina 24-10-1795 N.H. Retranchement 12-04-1862Miens Jannis 23-11-1820v.d. Veere Pieternella 18-10-1830Miens Catharina 17-02-1858Miens Pieternella Klara 02-01-1861

Page 142: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Bijlage �

Folder van Caetano Dias In Rio Novo do Sul is de familie Rohr, nakomelingen van een Zwitserse emigran-tenfamilie, in het bezit van een oude dekenkist. Deze mocht echter pas 100 jaar na het overlijden van de eige-naar, Daniël Rohr, worden geopend. In 2006 besloten de nakomelingen van de im-migranten uit Zwitserland te herdenken dat hun voor-ouders 150 jaar geleden in Rio Novo aankwamen. De familie vond dit een goede gelegenheid de dekenkist te openen. Daaruit kwam de folder van Caetano Dias tevoorschijn. Met dank aan de familie Rohr mogen wij dit unieke document dat be-wijst hoe de families werden overgehaald om naar Rio Novo in Brazilië te komen, vertalen en publiceren. Enkele citaten uit de folder van Caetano Dias, van de Associação Colonial do Rio Novo:

- Om de bestaande misère te verzachten van duizenden individuen, die zoveel te lijden hebben in verschil-lende delen van Europa, en evenzo om de welstand te verbeteren van degenen die al wat kapitaal bezitten staat het Keizerrijk van Brazilië met open armen klaar om deze individuen en families met hun gezinshoofden te ontvangen. Zij zullen van de Brazilianen de beste opvang ondervinden. Met liefde

voor hun werk, uithoudings-vermogen en goede zorg voor zichzelf zullen zij het goed hebben en een voor-spoedige toekomst. Zullen met de genoemde condities al deze arbeidzame indivi-duen niet veel voldoening in hun huishoudens ervaren? En zal door de aanwezigheid van zulke gunstige omstan-digheden de welvaart in hun huizen en hun geluk niet da-gelijks groeien? Zullen jullie, inwoners van diverse dorpen en steden van Europa, die zo hard moeten werken en leven zonder de minste hoop op verbetering van jullie ge-luk en dat van jullie families, die leven zonder een heden en zonder een toekomst, niet komen genieten van de gezegende Braziliaanse grond die jullie zoveel voordelen biedt?

- Ontbreekt het jullie aan moed om te besluiten het vaderland te verlaten? Goed dan, beschouw het vaderland als onmogelijk om zoveel kinderen te onderhouden en dat jullie nooit zullen kunnen leven met de meest noodzakelijke middelen voor een vreugdevol bestaan. Erken dat jullie nooit de nodige middelen ter beschik-king zullen hebben om de moeilijkheden van het leven te overwinnen die jullie op duizenden manieren overko-men en hinderen. Erken dat jullie de pijn door moeten maken die vele anderen al hebben doorgemaakt, je te moeten scheiden van de plek

waar je geboren bent om tenslotte te komen genieten voor de rest van jullie dagen van de voordelen die dit zeer grote land aan iedereen biedt en waar jullie en jullie families een goede toekomst zullen binnentreden. Na deze beschouwingen ben ik er zeker van dat jullie ak-koord gaan met vertrek.

- Ontbreekt het jullie aan middelen om een bedrijf te regelen voor jullie verhui-zing? Goed dan, ikzelf of door bemiddeling van ande-ren, biedt jullie deze midde-len aan, die jullie in termij-nen terug kunnen betalen met de vrucht van jullie ar-beid. Dat is slechts het enige wat jullie nu nodig hebben en als jullie dan bij mij komen zullen jullie de mid-delen ontvangen die nodig zijn om jullie nederzettingen te beginnen. Jullie zullen zeker grotere inkomsten hebben dan nodig is voor jullie regelmatige uitgaven. Jullie zullen over hebben om aan jullie verplichtingen te voldoen en jullie zullen steeds meer toe kunnen voegen aan jullie groeiende kapitaal. Aan de oevers van de rivieren Itapemirim, Rio Novo, Itapuama, Iconha en zijn zijriviertjes en beekjes vindt men een kolonie, gesticht onder het beheer van de Associação colonial do Rio Novo en die kolonie is bereid in haar armen te ontvangen alle individuen van beide seksen die vanuit Europa, de eilanden van

Page 143: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

Madeira en de Canarische eilanden deel willen worden van haar bevolking.

De gunstige condities die de Associação biedt zijn: 1. Men geeft vooraf,

door bemiddeling van handelshuizen in de zeesteden van Europa, het benodigde geld voor de inscheping van families en andere individuen, die deel willen uitmaken van de kolonie Rio Novo in het geval dat een contract wordt gemaakt of men zich door bemiddeling van de Associação Co-lonial do Rio Novo ver-plicht heeft. Mocht men in een haven van Brazilië, door middel van een daar aanwezige importeur, een verband aangegaan zijn dan worden zowel de daarvoor gemaakte kosten als ook de reis van die havens naar de kolonie vergoed.

2. Men overhandigt aan iedere familie die in de kolonie aankomt meteen of binnen de kortst mo-gelijke tijd een stuk grond die uit 4500 vierkante ‘braças’ bestaat (1 braça, 2,2m) in erfpacht (‘por titulo de foro perpetuo’)

3. Op dit stuk grond zal de familie vinden:

1e. 10 tot 20 duizend vier-kante braças omgehakt oerwoud, omdat het een moeilijk werk is voor de beginnende kolonist;

2e een comfortabel huis voor de familie om in te

wonen; 3e de benodigde gebruiks-

voorwerpen; 4e geplante koffiestruiken,

cassave, maïs, bonen enz.4. Er wordt de benodigde

maïs, bonen en rijst verstrekt om te planten en in te zaaien totdat geoogst kan worden hetgeen zal moeten gebeuren in de eerste ge-eigende periode nadat de familie aangekomen is; in het geval dat men de ingeplante gronden klaar heeft wordt het gewas verstrekt tot ze geoogst kan worden; ook wordt maniokmeel verstrekt in de eerste 4 maanden.

5. Andere benodigde pro-ducten worden geleverd totdat de eigen eerste producten verschijnen waarvan het noodzake-lijke wordt ingehouden voor de betaling van de voorschotten.

6. Behalve de genoemde voordelen zal aan de families beschikbaar worden gesteld:

1e, de benodigde grond en de machines van de Associação om het suikerruit te planten waaruit men suiker en aguardente verkrijgt;

2e, de molen of molens die er zijn om de maïs tot meel te malen;

3e, de machines die de koffie klaar maken voor transport, of om te ver-kopen in de kolonie;

4e, de benodigde con-dities om de producten

van hun nederzettingen naar de exporthaven te vervoeren;

5e, de machine om planken te zagen hoeft niet gekocht te worden men kan de zaagmachine van de fabriek gebruiken en profiteren van het vele hout dat beschikbaar is op de hen toegewezen grond;

6e, de machine om olie te persen van de ‘baga’ en ‘mamono’ (zaad en vrucht van de wonderboom) zodat men kan profiteren van dit belangrijke product dat overvloedig aanwezig is;

7e, de maniokmolen voor het maken van meel;

8e, het gebruik van elke andere machine van de Associação, die men nodig heeft.

7. Zodra de eerste families in voldoende aantallen zich gevestigd hebben, zal men alle middelen aanwenden om een katholieke pastoor te krijgen om alle zondagen en heilige dagen de mis en de sacramenten te bedienen.

8. Er wordt een religieuze dienst gegarandeerd die door de kolonisten die niet katholiek zijn gevolgd kan worden en men zorgt er voor dat zij worden begeleid door hun dominees;

9. Aan alle families die zich op de kolonie zullen vestigen worden kip-pen en varkens geleverd

Page 144: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

om te beginnen met het houden van kleinvee.

10. De ongehuwden die in de kolonie trouwen en een familie gaan vormen genieten van al diezelfde voordelen.

11. Aan alle in de kolonie gevestigde families rondom de koloniale centra is het toegestaan in deeltijd te werken met de Associação op de koffieplantages, waar zij de zorg voor dragen en voor de oogst van haar vruchten; en zo ook voor de suikerrietplantages en het fabriceren van suiker en aguardente, zolang de gronden die ze gepacht hebben hen onvoldoende producten oplevert om aan hun behoeften te voorzien en hun schul-den te betalen. In dat geval zal de helft van de koffie die zij oogsten van de koffiestruiken waar ze voor zorgen aan hen toe-behoren; en de helft van de suiker welke ze uit de geplante en behandelde suikerriet verkrijgen. Voor wat men schuldig is voor de verwerking van het suikerriet neemt men het reglement van de kolonie in acht.

12. Personen die geen deel uit maken van families zullen geschikt werk vinden bij de Associação om hun onderhoud te verdienen dat heden neer komt op, voor volwas-senen die in staat zijn tot elk werk, 8 tot 12 milreis

per maand en op losse werkdagen dat gedeelte; en de minderjarigen die kunnen werken zullen 4 tot 8 milreis ontvangen per werkmaand en de losse dagen dat gedeelte, de een of ander zal een derde van hetgeen hij verdient afstaan om zijn schulden af te betalen en zulke personen zullen dit als een voordeel beschou-wen zodat ze spoedig in een eigen huis kunnen wonen.

13. Alle individuen in de kolonie die tot de geves-tigde families behoren en die werken voor de As-sociação krijgen hetzelfde loon of daggeld zoals hiervoor genoemd.

14. De vrijgezellen die zich waardig gedragen en aandacht hebben voor goede gewoontes, die arbeidzame en economi-sche arbeiders zijn, dezen kunnen zich animeren en verbindingen aan gaan om voor zichzelf te werken op een stuk grond gelijk aan dat wat men voor families bestemt, waarvoor de condities beschreven worden in het 1e en 3e punt, geldende voor hen dezelfde voordelen en lasten als waar families aan onderworpen zijn.

Voorwaarden:1. De voorschotten die vanaf

het moment van aan-komst aan iedere familie of vrijgezel verstrekt zijn moeten betaald worden

na het verstrijken van een half jaar met 6% rente.

2. De bezitters van stukken grond die ze bewerken zijn verplicht jaarlijks en voor altijd een bedrag aan erfpacht te betalen.

3. De bezitters van de genoemde gronden zijn verplicht de gemaakte leningen en voorschot-ten, in gedeelten terug te betalen met de oogst.

4. De Associação zal niets ontvangen tot de tijd van de eerste oogst van voedsel, maar vanaf die tijd en verder zullen de families of individuen in het krijt staan en moeten ze zichzelf onderhouden.

5. Alle extra kosten vanaf het begin gemaakt zullen schulden zijn.

6. Ten gunste van de Associ-ação valt:

1e. Een derde van de suiker en de aguardente die gemaakt wordt in de fabriek van de Associ-ação als er geen andere conditie is.

2e. Een tiende van het meel dat gemaakt wordt van maïs of andere granen in de molens van de As-sociação

3e. De prijs die men over het algemeen betaalt in het land voor de bereiding van iedere aroba koffie in de fabrieken van de Associação.

4e. Het vervoer dat nodig is om uw producten naar de haven van Piuma te brengen zal berekend worden in overeenstem-

Page 145: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

ming met de vracht.5e. De helft van alle planken

die gezaagd worden in de fabriek van de Associação.

6e. Een tiende van de olie van de ‘mamono’ die ge-perst wordt in de fabriek

7e. De prijzen die men over het algemeen in het land betaalt voor alle andere dingen waarvoor men de werkplaatsen van de As-sociação nodig heeft.

7. Er worden geen onkosten i.v.m. godsdienst geëist omdat de Associação er zeker van is dat de Brazi-liaanse overheid als eerste belangstellende in het bewaren van de heilige religie van Jezus Christus er voor zal zorgen dat

de kolonie Rio Novo wat dat betreft niets zal ontbreken.

8. Er wordt niets geëist i.v.m. godsdienst omdat de Associação dezelfde principes hanteert als die van de Braziliaanse over-heid omtrent het geloof van de kolonisten die naar Brazilië komen.

9. Men eist ook niets van de families en de ongehuw-den die in gescheiden economie leven

10. Wat alle andere voor-waarden betreft, alle ge-maakte afspraken worden vastgelegd; en om geen twijfels over rekenin-gen en betalingen van objecten te krijgen, zal er

een boek zijn waarin van elke familie en de meeste bewoners de last staat, waarin alle debets en cre-dits van deze families en individuen voorkomen; en in dit boek (iedere familie krijgt er een) wor-den steeds de rekeningen vereffend. Iedere familie of haar gezinshoofd en elk individu met een gescheiden inkomen zal zijn schuld in de kortst mogelijke tijd vereffenen en met iedere betaling zullen documenten ondertekend worden op zo’n manier kan iedereen overtuigd worden van de gelden die ze nog moeten betalen.

Page 146: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Bijlage �

Overtochtsverdrag, gevon-den in de kist van Jacob Jan-sen ten huize van Floriano Heule en Carolina Kuster in Holandinha.

GEREGELDE SCHEEPVAART NOORD- EN ZUID AMERIKA STEINMANN & CO TE ANTWERPEN

Tusschen de ondergeteek-enden STEINMANN & Co of hunne gevolmachtig-den Abraham de Groote te Nieuwvliet en Pieter Heule te Nieuwvliet wordt op heden het volgende verdrag gesloten:

Paragraaf 1.De ondergetekenden ver-binden zich hierbij, na te noemen personen, onder de navolgende voorwaarden, met het op den 22 decem-ber 1861 van Antwerpen afzeilende schip 1ste Klasse Professor Surinaar, Kapitein Kuijper van Antwerpen naar Rio de Janeiro te vervoeren namelijkHeule, Pieter 29 jaar Nieuw-vliet De Reu, Susanne 31 jaar NieuwvlietHeule, Abraham 2 jaar NieuwvlietHeule, Jannis 1 jaar Nieuw-vlietVrachtprijs tot de bestem-ming: (niet ingevuld)Aanmerkingen: (niets inge-vuld)

Paragraaf 2.De kosten van overvaart bedraagt als boven gezegd ………(is niet ingevuld)Onder dit bedrag zijn de in Amerika te betalen Hoofd- en hospitaa……(iets weg-gevallen) begrepen. Kinderen beneden 1 jaar zijn vrij.Paragraaf 3.Ieder volwassene heeft twee honderd, ieder kind hon-derd pond bagage vrij; ook behoeft voor desselfs vervoer geene betaling te geschieden.Paragraaf 4.De reizigers moeten zich voor de afvaart stiptelijk op den bepaalden tijd ter aan-gegevener plaatse bevinden en ook op de reis steeds vóór den tijd der afreis van het SCHIP of des SPOOR-TREINS op de plaats der afvaart aanwezig zijn, op verbeurte van hetgeen door hen betaald is.Paragraaf 5.De reizigers moeten zich op den …… (niet ingevuld) te Antwerpen bevinden en zich vervolgens ten kantore der Heeren STEINMANN & CO aanmelden ten einde daar de noodige inlichtingen te bekomen.Paragraaf 6.Er wordt den reizigers aan boord verschaft:a. Ruime slaapplaatsen tus-schendeks, of ook anderen I of II kajuit desverkiezend.b. Zoet water, licht, zoo noodig ook geneesmiddelen.Paragraaf 7.Daarentegen moeten zij zichzelven van beddegoed, dekens, kleine eet- en drink-

schotels enzovoort en wasch-benoodigdheden voorzien. Zij die zulks verlangen, kun-nen dergelijke voorwerpen tegen zeer billijken prijs door het kantoor bekomen.Paragraaf 8.Voor de zeereis naar ZUID-AMERIKA (Rio de Janeiro, Rio Grande en overige havens in Brazilië)heeft de Koninklijke Belgische rege-ring de volgende proviand voorgeschreven.De hoeveelheid wordt, als volgt, onder toezigt en con-trole der geëmploijeerden, behoorlijk in orde aan den kapitein ter hand gesteld.De uitdeeling geschiedt in dier voege, dat wekelijks een tiende van het geheel den passagier gegeven wordt.a. Toereikende proviand voor een volwassen persoon op eene reis van 84 dagen naar Zuid-Amerika:36 Pond beschuit18 Pond rijst18 Pond gerst12 Pond meel16 Pond boonen en erwtenNaar omstandigheden kun-nen eenige dezer posten door andere vervangen worden: evenwel moet er immer 64 Pond te zamen zijn.12 Pond spek12 Pond gezouten vleesch60 Pond aardappelen2½ Pond koffij2 Pond zout2½ Kan Azijnb. Drinkwater wordt dagelijks in genoegzame hoeveelheid verstrekt en door tusschenkomst en in verstandhouding met den

Page 147: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

kapitein erlangen de reizigers des morgens warm water of koffij en des avonds soep.c. Kinderen 1 tot 8 jaren ontvangen half, van 8 tot 14 jaren drie-kwart rantsoen.d. Naar gelang des seizoens staat het de havendirectie vrij te gelasten dat de Peul-vruchten door Aardappelen vervangen worden en wel in die verhouding dat voor 1 pond Peulvruchten 5 pond Aardappelen gegeven worde.e. Alle levensmiddelen worden den kapitein in kilo’s geleverd waarbij 1 kilo 2 pond uitmaakt.Paragraaf 9.Volgens de wetten van den Staat New York worden geene landverhuizers boven de 60 jaren, noch gebrek-kigen, verminkten, krankzin-nigen, dooven, stommen, blinden, weduwen met onvolwassene kinderen, ou-derloozen kinderen beneden 13 jaren, meisjes zonder echtgenoten met kinderen, toegelaten. Insgelijks iemand die geene middelen beschikt om, zoo hij het burgerrecht in New York verlangt, het binnenland in te reizen. Alle gevolgen van verkeerde op-gaven, van geheimhouding ten dezen, insgelijks ook ten opzichte van den ouderdom der kinderen, komen ten laste der reizigers.

Paragraaf 10.De reizigers zijn gehou-den gedurende de vaart de verordeningen des kapiteins na te komen, de wetten der landen, welke zij doorreizen,

zoo als die der Vereenigde Staaten betrekkelijk land-verhuizing, te eerbiedigen en van de noodige papieren voorzien te zijn.Paragraaf 11.Bagage en overige papie-ren moeten met den naam van den eigenaar voorzien zijn. Op verlangen kan de eigendom der reizigers tegen brand- en zeegevaar gewaar-borgd worden.Paragraaf 12.Mogten de omstandigheden zulks vorderen, dan is het den reizigers vergund in plaats van met het in het verdrag aangegevene, met een ander goed schip den overtogt te doen, zonder in eenige nakosten te vervallen.Paragraaf 13.Ingeval het schip op de reis een ongeluk mogt overko-men, waardoor het onge-schikt wordt zee te houwen, zullen de landverhuizers door andere transportmid-delen ter bestemmingsplaats gebragt worden.Paragraaf 14.Indien het schip niet op den bepaalden tijd kan vertrek-ken, erlangen de passagiers daags daarna naar verkiezing Fr.1,50 voor ieder volwasse-ne en 75 Cmes voor elk kind per dag schadevergoeding of vrije kost en inwoning.Paragraaf 15.Als stortgeld wordt bij sluiting van het contract Fr.20,00 betaald, waarom-trent kwitering I. Vóór de afreis moet het resterende aan de Heeren STEINMANN & CO in

specie uitbetaald worden.Paragraaf 16.Voor de reispassen heeft iedere passagier zelve te zorgen en die behoorlijk te bewaren. Het kantoor neemt den vrijen overtogt op zich, maar kan voor dezelver goederen die verloren raken niet verantwoordelijk gesteld worden.Paragraaf 17.Bovenstaand verdrag kan ter eener zijde niet verbro-ken, noch op andere dan daarin vermelde personen overgebragt worden. Wordt hetzelve veranderd of een nieuw verdrag met een derde gesloten worden, zoo is de verbreker gehouden de helft der overeengekomene som als schadevergoeding te vol-doen en blijft voor verdere schade aansprakelijk. Paragraaf 18.Nadat dit contract duidelijk voorgelezen, goedgekeurd in duplo opgemaakt en door de daarin betrokkenen eigenhandig onderteekend is, worde beide partijen een afschrift ter hand gesteld, onder aanbeveling, bo-venstaande voorwaarden zorgvuldig na te komen.……… den ……… 185… (niet ingevuld)HET HOOFDKANTOOR: STEINMANN & CO.de Gevolmachtigde in deze,(was getekend) pp. Abm. de Groote JCOndertekening der land-verhuizers: ……… (niets ingevuld)

Page 148: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Bijlage �

Kolonies in het zuiden van Brazilië

Kolonie Santa Cruz in de staat Rio Grande do Sul (RS)In 1849 kwamen de eerste kolonisten uit Duitsland aan in Santa Cruz. Het was het landgoed van João Antônio Farias da Rosa. De Kolonie onderscheidde zich door de tabakplantages, waarvoor de eerste zaadjes in 1851 uit Cuba kwamen. Al in 1864 had de Kolonie een post-kantoor. De correspondentie werd één keer per maand bezorgd via een estafette systeem. De Kolonie groeide uit tot de stad Santa Cruz do Sul en is bekend geworden als de stad van de tabak.

Kolonie Santa Maria de Soledade, RS Op zoek naar zijn voorou-ders ontdekt de heer Delmar François dat de vader van zijn overgrootvader geen Duitse maar een Hollandse nationaliteit heeft volgens de overlijdensakte. Het verhaal van Delmar François: Het gaat om Cornelis Françoise met zijn vrouw en 2 zonen. De jongste Jannis Françoise die in Brasil João heet, is mijn overgrootvader. Ik ben uit gaan zoeken welke Hollan-ders er tussen 1858 en 1859 in Rio Grande do Sul aan-gekomen zijn en verklaard hebben dat ze Hollander zijn Sommigen echter zoals mijn overgrootvader zouden

met een andere nationaliteit zijn gekomen. Weer anderen hebben misschien hun naam verkeerd geschreven. Zo ben ik geinteresseerd geraakt. De haven waar de emigran-ten aankwamen is de grote zeehaven van Rio Grande do Sul en ligt bij de stad Rio Grande. Het is altijd een belangrijke zeehaven geweest en er kwamen schepen aan rechtstreeks uit Europa. De emigranten gingen in de ha-ven van boord en in kleinere boten naar de hoofdstad Porto Alegre, door Lagoa dos Patos. Santa Maria de Soledade was een streek die ongeveer 100 km van Porto Alegre lag. Vandaag bestaan er verschillende kleine stadjes op die plek.In de periode 1857-1863 bereidde Brasil zich voor op een oorlog tegen de Argentij-nen, speciaal tegen Generaal Rosas. Daarom besloot de regering kolonisten te halen, speciaal Duitsers, om de linker kant van de rivier Jacui te bevolken zodat ze kon dienen als verdedi-ging tegen een Argentijnse aanval en bovendien voedsel produceren voor de keizer-lijke troepen. De kolonisten kregen grond en hun reis betaald door de regering. Om kolonisten te recruteren werden bedrijven gecontrac-teerd waaronder Montravel, Silveira en Cie., die een kan-toor in Antwerpen opende. Omdat de agentschappen een commissie ontvingen voor de kolonisten die ze gecontracteerd hadden werd

bij aankomst genoteerd wie ze had gecontracteerd. De-genen die voor rekening van de regering gekomen waren kregen een kwijtschelding van de onkosten.Het lijkt er op dat Montra-vel, Silveira en Cie. niet erg eerlijk te werk is gegaan. Ze hadden de opdracht boeren, speciaal Duitsers te werven. Mijn overgrootvader was geen Duitser en ook geen boer. Op het register van binnenkomst staat dat hij Duitser is. In de tweede helft van 1859 is het agentschap het contract om te werven kwijt geraakt.Op 6 februari 1855 verkocht de regering een groot stuk grond aan de vice-consul van Frankrijk, graaf de Montra-vel, die op zijn beurt zich aan de regering verplichtte dit land te koloniseren in een periode van vijf jaar. Door financiele problemen genoodzaakt stichtte hij een kolonisatiebedrijf Montravel Silveiro Cie. Het land van 16 léguas (1 légua, 6000 meter) aan de oevers van de rivier Cai dat Montravel kreeg toegewezen kreeg de naam Kolonie Santa Maria de Soledade, tegenwoordig gemeente São Vendelino. In 1859 telde de kolonie 1240 personen. 904 Duitsers, 201 Hollanders, 81 Brazilianen, 40 Zwitsers, 13 Belgen en 1 Fransman. Het waren 622 katholieken en 618 protes-tanten. Het is Montravel niet gelukt om de kolonie met uitsluitend Zwitsers te bevolken, zoals hij aanvanke-

Page 149: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

lijk van plan was. De kolonie werd een mozaiek van etni-sche groepen.Boven de rivier de Cai werd in 1858 nog een kolonie gesticht door Sellin en Bar-tholomeu, Nova Petropolis.

Kolonie Nova Petropolis, RSNieuwe projecten wer-den van de grond getild. Daaronder de kolonie Nova Petropolis op 7 september 1858. De rivieren Cai en Cadeia dienden voor de transporten en de verdere ontwikkeling van het gebied. De kolonie Nova Petropo-lis werd zeer nauwkeurig gepland. Het land werd verdeeld in percelen grond van ongeveer 50 ha, langs uitgezette lijnen, waarlangs paden werden gehakt die namen kregen. Er was ook een Picada Holanda. Om de tien kilometer werden kleine nederzettingen gebouwd die als ondersteuning dienden voor het achterland. In het centrum van de kolonie werd een ‘stadtplatz’ het bestuurscentrum neergezet. Vandaag is dat de stad Nova Petropolis. De landver-huizers die hier naar toe gezonden werden waren hoofdzakelijk Duitsers. Maar ook enkele Hollanders.

Kolonie Dona Francisca in de staat Santa Catarina (SC)De consul-generaal van Hamburg, Arthur Guiger, procuradeur van de Socieda-de Colonizadora, geassisteerd

door Hermann Liebich, verkreeg in Rio de Janeiro op 15 mei 1850 het recht om het landgoed van de Princesa dona Francisca te koloniali-seren. Er werd een contract getekend tussen de Socieda-de Colonizadora de Ham-burgo en de prins en prinses van Joinville (hij, zoon van de koning van Frankrijk en zij, zus van keizer Dom Pe-dro II) waarin deze 8 léguas grond overhandigde aan de Sociedade voor kolonisatie. De Sociedade Colonizadora de Hamburgo werd gevormd door bankiers en zakenlui die grote winsten verwacht-ten door ladingen mensen te exporteren naar de “Duitse” kolonie die hun Duitse commerciele belangen moest dienen. Toen de eerste lading immigranten uit Europa aankwam woonden er indi-anen in het gebied en enkele rijke portugese families op hun fazendas, bevolkt met slaven uit Afrika. Het waren in eerste instantie Duitse immigranten die de kolonie bevolkten. Later kwamen de landverhuizers uit alle delen van Europa waaronder ook een aantal Zeeuwen. In 1877 telde de kolonie 12.000 inwoners. Kolonie Dona Francisca is nu de grootste stad van de staat Santa Cata-rina, Joinville.Op het Cemitério Annaburg in Joinville waar de pioniers liggen begraven van de ko-lonie Dona Francisca, kwam enkele jaren geleden Brigitte Brandenburg op het spoor van Hollanders.

Brigitte Brandenburg: “Wat mijn aandacht trok was het grote aantal sterfgevallen van de immigrantenkinderen uit 1858. Van een familie Noordhoek overleden in 1858, vijf kinderen in de leeftijden van 9, 8, 7, 4 en 3 jaar”. Bewogen door dit dra-ma ging zij op zoek naar de herkomst van deze families. Met onderzoekers van de emigratie naar Joinville zocht zij naar de reden waarom er geen lijsten zijn van binnen-komst van deze groep im-migranten voor de kolonie Dona Francisca. Maar zij ontkenden dat er een bron is waar hun afkomst zou kunnen worden ontsluierd. Totdat de heer Delmar Fran-çois uit Rio Grande do Sul contact met ons opnam. “Ik ben blij dat ik nu meer weet over dit ‘misterie’”, schrijft Brigitte Brandenburg.Er wonen bij Joinville nog afstammelingen van de families Verkruysse, van Vossen, Mehret, Friedrichsen (gehuwd met Zeeuwse vrou-wen) De kolonisten kregen naast elkaar een stuk land in een gebied dat omringd wordt door hoge bergen waartussen een smalle vallei. Een prachtige streek maar voor landbouw niet geschikt. De meeste afstammelingen van de immigranten zijn tegen het einde van de 19e eeuw weer van deze grond weggetrokken. Sommige families verhuisden naar Iratí in de staat Paraná. Het is een natuurgebied geworden en

Page 150: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��0 I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

wordt intensief beschermd, omdat er een bron is die de stad Joinville van water voorziet.

Kolonie Santo Ângelo, RSDe Provinciale regering van Rio Grande do Sul met als president Ângelo Muniz da Silva Ferraz stichtte in

1855 de Kolonie Santo Ângelo met de naam van de president. Op 1 november 1857 kwamen de eerste immigranten aan, voor het merendeel Pommeranen. Elke familie en vrijgezel vanaf achttien jaar kreeg een stuk grond van ongeveer 48 hectare om te bewerken. De

Kolonie besloeg in 1875 een oppervlakte van 55 duizend hectare met een bevolking van 4000 personen. Het centrum van de Kolonie ligt nu in de gemeente Agudo, in het hart van de staat Rio Grande do Sul. De gemeente telt 16.000 inwoners.

Page 151: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

Rádiobras – Agência Brasil - 3 december 2007 Akkoord tussen Indianan en Aracruz Celulose maakt einde aan jarenlange strijd om grond in Espírito Santo Marco Antônio Soalheiro - Repórter da Agência Brasil

Veertig jaren hebben de Tupinikim e Guarani-indianen moeten strijden om het recht op hun oorspronkelijke indiaanse grond, in totaal 18.027 hectare, terug te krijgen dat door de multina-tionale onderneming Aracruz Celulose was bezet. Gedurende al deze jaren vochten zij om 11.009 hectare grond, welke al in 1997 erkend werd als indiaans grondgebied, maar genegeerd door de toenmailige minister van Justitie Íris Resende, en door Aracruz Celulose werd geexploiteerd. De grond keert nu terug naar de indianen in Noord Espírito Santo.

Bijlage �

Grondstrijd duurt voortIn januari 2006 werden 13 indianen gewond en twee nederzettingen in brand ges-token gedurende een gewel-

ddadige ontruiming door de federale politie van door de indianen bezette grond. De ontruiming werd onder- steund door helicopters, hon-den, rubberkogels en traan-gas. Amnesty Internacional

roept de federale regering op het proces om de rechten van de grond zo spoedig mogelijk af te handelen en de rechtma-tige grenzen af te bakenen van de grond voor de indianen.

A Gazeta, 29 september 2005Landarbeiders zonder grond bezetten twee areas in Espírito SantoAls onderdeel van de nationale acties die de Beweging van de Landlozen in alle staten van Bra-sil heeft ingezet voor de landhervormingen hebben maandagmorgen vroeg landarbeiders twee grondgebieden bezet in ES. Het was één van de meest snelle bezettingen ooit gezien in ES. 120 Families bezetten in 20 minuten tijd de fazenda Agril Agropecuaria in Aracruz. Om 01.30 uur kraakten zij een gebied van 8000 ha grond, waarvan 3000 niet geregistreerd. Uit verschillende plaatsen in de omgeving hebben bewoners, landlozen zonder grond, hun barakken van palen met zwarte zeilen in recordtempo opgebouwd op de fazenda.

A Gazeta, 7 oktober 2005Op voet van oorlog! Een groep van 250 indianen van de stammen Guarani en Tupiniquim waaronder veel jongeren in typische kleding, met oorlogsbeschilderingen op hun lichaam en met hun traditionele wapens, drongen gisteren het hoofdkantoor van Aracruz Celulose binnen. Zij eisen hernieuwde landme-tingen van 11.000 ha grond van de fabriek omdat zij beweren dat deze aan hen behoort. Ook vrouwen en kinderen behoren tot de bezetters van de kantoren. De politie kijkt op afstand toe. De directie en functionarissen waren verrast en stonden perplex.50 Sympathisanten van de Beweging van landloze boeren (Sem Terra) en studenten demonstreer-den voor de ingang van het gebouw. Onder hen ook enkele Europeanen uit Zweden en Noorwe-gen. Zij schreeuwden leuzen tegen de fabriek die van het hele gebied een ‘groene woestijn’ maakt door de aanplant van Eucalyptusbomen.

Page 152: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Brief uit ����Leopoldiena den 19 augustus 1867Zeer geliefde broeders en zusters. Daar het nu weer een ruimen tijd geleden is dat wij van malkander niet gehoord hebben zoo neem ik dan de pen op om u eenigen letteren toe te zenden. Wij zijn voor tegen-woordig nog allen fris en gezond en wij hopen dat gij deze letteren ook in gezondheid moogt ontvangen want daar is niets dat de gezondheid te boven gaat. Ik moet U ook melden dat ik den brief of die weinige letteren van mijn zwager Abraham van de Gazelle ontvangen hebt op den 26 desember die gedagtekent was op den 2 september 1866. Hen daar uit gezien als dat ook gij allen nog fris en gezond waart, het welk mij zeer lief was dat te mogen zien dat gij allen in zoo een welstand verkeerden en nu wil ik u ook het een en ander melden van hetgeen hier in dien tijd weer voorgevallen is. Ten eersten moet ik u melden alsdat mijn zoon Abraham Louret ook getrouwd is met Ké Andriesen, een dochter van Izak Andriesen en van Frans Houwerkerk. Dat zijn zulke brave menschen en zoo goed dat zij van goedheid niet deugen. Wij noemen het een kot en een heider is daar wel gekomen. De jonkmans moeten er niet veel naar toeloopen want zij gaan er zelf naar toe. Zijn houdste dochter dei houdt met een Portugese man aan dei een vrouw en grote kinders heeft dus moet gij niet vragen wat voor een lekkertje dat het is en de andere daar Abraham mede getrouwt is die is al zoo goed, want hij heeft haar niet opgevreden maar zij heeft hem zelf opgevreden en zo lank achter zijn gat geloopen totdat zij bij hem een kintje mogt koopen en dan hebben zij het mooi gemaakt. Abraham was hier bij een heer om op zijn huis te passen. Dat is een koopman in houdt en die ging dan weeder naar zijn vrouw die woonden in Zinte Kruis en daar verdien hij 12 Milenrijs in den maand en dan ging de schone Ké alle Zondagen daar naar toe en somtijts ‘s maandags wederom. Zoo moet gij ook niet vragen wat voor een lek-kertje dat het ook is. Zoo heeft hij daar 9 weken geweest, dan komt zijn heer weder. Abraham die krijgt zijn gelt en neemt zijn gelt aan en neemt zijne klederen en gaat met dat alles naar Andriesens maar den anderen dag komt hij naar mijn. Dag vader, dag moeder, hoe gaat het? Al goed en me joe ook goed? Jongen waar hebt ge uw kleederen gelaten? Die heb ik tuis gelaten. Zo waar is dan u tuis? Wel bij Andriesen. Zoo is u tuis bij Andriesen? Ja, zoo jongen dan zijt gij juist op de schoonste plaats die gij maar vinden kunt, in een hoerekot. Daar brengt gij u gelt en u klederen en u karate smijt gij op straat. Ja maar van Ké is er toch niet te zeggen? Neen er valt niet veel van te zeggen of weet gij niet dat het ene hoere is en een dief? Het spreekwoord is niet tevergeefs. Men zegt dat twe aaren van een hoere meer trekt als twee paarden.Mijn zoon gij smijt u karate op straat en gij wort bij hoeren en boven gerekent. Ja maar hij zijde ik wil er toch niet vandaan blijven. Ik wil her maar me gaan trouwen en ik zou gaarne mijn kleederen heb-ben. Maar dat was juist niet geraden. Gij hebt mij en mijn huis geloogent anders was gij naar mij geloopen en gij kunt u klederen niet krijgen. Hen weet ook dat gij nog niet getrouwt zijt. Ja maar hij meende dat hij niemand noodig hadde. Ja dat wil ik dan maar zien of gij niemand noodig hebt. Hij is dan naar de domeni gegaan en ondertrouw gedan. Ja maar hoe houd zijt gij? Ja negetien jaar. Zoo hebt gij dan een bewijs van u vader? Neen dat heb ik niet. Zoo, als er dan geen tegenstand gedaan wort dan zal ik u trouwen. Maar juist als de twedemaal zijn gebooiyen afgeropen wierden in de kerk kwam ik smorgens bij den domeni. Hij zijde: Zoo Louret, gij komt zekerlijk spreken over het trouw van u zoon. Ja ik heb gehoord dat hij al onder geboojen is. Ja dat is ook waar Louret, maar als gij daar heits tegenin te brengen hebt dan hebt gij het maar te zeggen.

Bijlage �

Page 153: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

Ja hij heef gezegd dat hij niemand nodig hat om te trouwen, maar hij heeft zijn kinderlijke pligt aan mij niet gedaan en dat zou ik willen. Zoo dat is goed, dan zal ik hem niet trouwen voor dat hij dat gedaan heeft en dan moet hij bewijs van u inbrengen. U schrijft deze woorden omdat hij met geen vals bewijs zoude kunnen koomen en gij kunt hem nog twee jaar doen wagten en als ik dan als domeni wil dan moet hij nog vijf jaar naar mijn ook wagten, maar dat zullen wij niet doen omdat het noodig is. En dan heb ik em drie maal doen bij mijn komen om het jawoort en de derde maal dan heb ik het em gegeven en den vijfden maarte is hij getrouwt 1867.Anthoni en Cermijas zijn getuigen geweest en Jannis en Pieter hebben ook op de feest geweest maar ik en mijn vrouw niet. Ik moet hiermede uitschijden anders heb ik geen plaats meer voor wat anders. Anthoni en zijn vrouw een zijn twee kinderen zijn ook nog gezond en Cemijas is nog niet getrouwd en die heeft zijn tuis bij Anthoni en is ook nog gezond. De reden dat zij nog niet getrouw zijn dat is omdat de vader van die meid dat kind heeft doen rooms doopen en zij hat hem belooft dat zij zouden allen protestand gedoop worden. Het gaat al aardig in Brazilje.De houders mogen tegen de kinders niets zeggen of zij zeggen maar: ja ik zal maar zien dat ik trouwen, of: ik gaan naar de Brazilejanen en komen niet meer weder zooals Marinus den Hol-lander zijn zoon en zijn dochter. Die zijn al twee jaar weg en zij zien naar unne houders niet meer om. Marinus is in de stat hen Joziena is bij een Braziliaansen boer maar zij weten toch niet regt waar dat zij is en har vader heeft Marinus al en dag of acht in het kot laten zetten en dan heeft hem den groote hoenger naar zijn vaders huis gejaagt. Dan mogt hij nog om zijn kleede-ren en hij is weer weggebleven, dus kunt gij wel zien dat de kinders om har houders geven. Hen zoo zijn zij meest allen en als zij dan getrouwt zijn dan koomen zij weer van harremoede naar vader en moeder einde. Wij hebben deze afgeloopene zomer veel regen gehat. Vijf maanden lang. Wij hebben nog weken geweest dat wij gen dag mooije weer hadden. De boonen zijn al bijna geschoten geweest en noch zulken zwaren regen dat her stukken van de bergen gezakt zijn. Dat heeft plats gehad op den eersten februarij en daar zijn ook veel bruggen weg gespoelt zijn en wij hebben bijna geen land kunnen klaarmaken om weer in te planten. Tegenwoodig hebben wij gunstig weder om onze kaffi te trekken. Ik wenschte wel dat gij mij eens kwam bezoeken, dan zout gij wat moois zien. Het zijn net als de keezeboomen maar de sterten zijn zo lank niet en van 12 tot 16 aan een tros. Het is een mooije vrugt maar het gelt dat er van komt is ook mooi. Toch is zij niet duur. Zij is mar vier Milerijs de rober. Gij moet mij ook eens schrijven hoe duur zij bij u is. De mannefakturen zijn hier in Brezije duur. Het wit kattoen is eens zoo duur als bij u en alle andere soorten dat is het zelfde.Ik moej hier mede heindiegen. Ik moej u dat nog zeggen dat ik een paart gekogt hebt, een blauw merrie van vier jaar teinde. Wees duizend maal van ons gegroet die hier zig noemen Abram Louret en Elizabeth van de Gazelle.

“Een brief uit Brazilië 1867”, Heemkundige Kring West Zeeuws Vlaanderen, december 1981, 14e jaargang nr 3,4,volgnr 5.

Page 154: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Gebruikte literatuur

- Aalbregtse, M.A., Lief en Leed in het Land van Cadzand, volksgebruiken bij geboorte, huwelijk en overlijden, Europa Bibliotheek, Zaltbommel, 1976- Aguiar, Arnalda Christina de, e outros, Rio Novo do Sul, nosso povo, sua historia, Prefeitura Municipal Rio Novo do

Sul.- Alunos e professores do Ensino Fundamental da Rede Municipal de Santa Leopoldina, Meu Município, 2000.- Arndt, Atilio, 120 anos Comunidade Evangélica de Confissão Luterana, Rio Pardido, Santa Teresa, ES, 2004.- Avé-Lallemant , Dr Robert, Reise durch Nord-Brasilien im jahre 1859, Leipzig, 1860- Broecke-de Man, E.J. van den, Dialect in West Zeeuwsch-Vlaanderen, Pieters, Groede.- Buysse, Frans, De Zeeuwse Gemeenschap van Holanda, Brazilië 1858-1982, een antropologische studie over integratie

en identiteit; Bijdragen tot de Geschiedenis van West Zeeuws-Vlaanderen, nr 13 – Heemkundige Kring West Zeeuws-Vlaanderen, 1984.- Cabral de Mello, Evaldo, Hoe duur was de suiker, De Groene Amsterdammer 20-05-2000.- Conselho Sinodal de Comunicação, Na rota da migração, O Semeador, junho 2004.- Costa, João Ribas da, Canoeiros do Rio Santa Maria, Prefeitura de Santa Leopoldina, Fundação Ceciliano Abel de Almeida, UFES, 1982.- Doel, H.W. van den, tradução Rosa M. Andrade Borges, História dos Países Baixos, Ministério de Negócios Estrangeiros, Den Haag, 1998. - Driest, Frans van den, Rino Visser, Zeeuws Platenboek, R&B Lisse, 1999. - Everaert, John, Landverhuizers op doortocht, Antwerpen en de transatlantische migratie 1843-1914, Pandora, 2002.- Fonseca, Ivan Claret Marques, Nanuque, seu povo, sua história, Nanuque – Minas Gerais, 1986.- Franssen, G.W.T.M. en Schuurman, A.J., De ontwikkeling van de scheldeloop, Michiel Mispelon, Gedenkboek, Emigranten uit West Zeeuws Vlaanderen- Fundação João Pinheiro, A colonozação Alemã no Vale do Mucuri, São Paulo, 2002. - Fundação João Pinheiro, A colonização Alemã no Vale do Mucuri, Conselho editorial sob supervisão de Bernardo

Novais da Mata Machado, Belo Horizonte, Junho 1993.- Gaede, Valdemar, Quando soarem os sinos, Romance, um testemunho de fé e luta sobre o povo Pomerano, Publicação

da Pastoral Popular Luterana – PPL – IECLB- Heijer, H.J. den, De geschiedenis van de WIC , Zutphen, 1994, 2002.- Horta Duarte, Regina, Olhares Estrangeiros, Viajantes no vale do rio Mucuri, Revista Brasileira de História, Universidade Federal de Minas Gerais. ISSN 0102-0188- Hullu, dr J. de, naamlijst van enige personen, Zeeuws Archief- Hutson, Tony, Vierkant getuigde schepen, Hollandia bv, Baarn, 1979.- Instituto Brasileiro de Geografia e Estatística, Conselho Nacional de Estatística: Sinopse Estatística do Município de

Santa Leopoldina, ES, Rio de Janeiro, 1948.- Kill, Miguel A., Geografia e história do Espírito Santo, Estudos sociais, Vitória, Livraria Ancora, 1974- Kuhn, Anivaldo, Pastoral de Convivência, Posicionamento Teológico, Bacharel em Teologia, Vila Velha, 1994.- Kuhn, Anivaldo, Dat kan ik mij noch denga, Disso ainda me lembro, Entrevista com Antônio Laurett (89) em Jequitiba ES, 2003.- Land, Ton, De schoonheid van Zeeland,- Medeiros, Rogério, Espírito Santo, Encontro das Raças, suplementos de “A Tribuna” no Vitória ES. 1994; Reproarte

Gráfica e editora Rio de Janeiro, 1997.- Osório Costa, Luciana, A Colônia Rio Novo (1854-1880) Dissertação, Prof. Orientador Dr Emanuel Soares da Veiga

Garcia, São Paulo, 1981- Otoni Teófilo, Notícias sobre os selvagens do Mucuri, Organização Regina Horta Duarte, Universidade Federal de

Minas Gerais, 2002.- Otoni, Teófilo, Retalhos de uma história, setembro de 1998 – 145 anos.

Page 155: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

- Pacheco, Renato José Costa, Assimilação de Alemaes no Esp. Santo, blz. 185- Pacheco, Renato, Os primeiros Anos, conflito nas colônias agricolas espírito-santenses 1827-1882.- Pacheco, Renato, Fuga de Canaã, decadência de uma família alemã no Brasil, Fundação Ceciliano Abel de Almeida,

Universidade Federal do Espírito Santo, 1981.- Penha Smarzaro Siqueira, Maria da, O desenvolvimento do Porto de Vitória, 1870-1940, Codesa, Vitória, 1995.- Poissonnier, I.H.J., Sociale initiatieven in West Zeeuws Vlaanderen in het begin van de negentiende eeuw, Mededelin-

genblad Heemkundige Kring, jaargang 34, nr 125, 2001,- Ratelband, K, De Westafrikaanse reis van Piet Heyn 1624-1625, Walburg Pers, Zutphen, 2006.- Risseeuw, P.J., landverhuizers naar Noord Amerika, de afgescheidenen en van Raalte- Rocha, Levy, Viajantes Estrangeiros no Espírito Santo, Editora de Brasilia SA, 1971.- Rölke, Helmar Reinhard, Descobrindo Raízes, aspectos Geográficos, Históricos e culturais da Pomerânia, Projeto

resgate da História e da Cultura Alemã, UFES, 1996.- Rothe, Max, en anderen, Breve Histórico 100 Anos de Colonização Alemã em Teófilo Otoni Minas Gerais, 1856-1956.- Saint-Hilaire, Auguste De, Viagem ao Espírito Santo e Rio Doce, Universidade de São Paulo, 1974- Schwartz, Francisco, Famílias de Santa Leopoldina, Vitória Artgraf 1994- Seide, Frederico Hardmann, consul de Alemanha, Alemãos no Espírito Santo, proeve voor definitieve versie, 1982.- Silva Lopez, Almerinda da, Albert Richard Dietze um artista fotógrafo Alemão no Brasil do século XIX, - Slager, Kees, Landarbeiders, verhalen om te onthouden, Uitgeverij Link.- Stella de Novaes, Maria, História do Espírito Santo, Fundo Editorial do Espírito Santo, Vitória – ES,- Stella de Novaes, Maria, Os Holandeses no Espírito Santo, história e folclore, Vitória, 1957- Stichting Behoud Dorpskerk Cadzand, Historie van de Mariakerk en het eiland Cadzand,- Straaten, Harald S. van der, Hollandse pioniers in Brazilië, Franeker, van Wijnen, 1988- Sweers, Erik, De Nederlandse slavenhandel in de 17e en 18e eeuw, Histocasa, 15-10-2004- Timmers O.F.M., Frei Olavo, Theophilo Benedicto Ottoni - Pioneiro do nordeste, mineiro e fundador da cidade de

Teófilo Otoni, Lembrança do 100e aniversário de sua morte, Teofílo Otoni 1969.- Timmers, Frei Olavo, O Mucuri e o Nordeste Mineiro no passado e seu desenvolvimento1, Amsterdam. - Timmers, Frei Olavo, Publicaties in Varia Zelandiae, 7e jaargang, 1967.- Von Tschudí, Johann Jakob, Viagem á província do Espírito Santo, Imigração e Colonização Suiça 1860; Coleção

Canaã, Volume 5, Arquivo Publico do Estado do Espírito Santo,- Volbrecht, Edgar e Maria en Dario e Roswita Schaeffer, Igreja de Jequitibá, Um século de existência, Vitória, 1982.- Vooren, G.A.C. Van, Zeeuwse emigranten naar Brazilië, - Vooren, G.A.C. Van , De bevolking, Mededelingenblad Heemkundige Kring West Zeeuws Vlaanderen jaargang 19, nr 70 en 71, 1986.- Wernicke, Hugo, Viagem pelas Colônias Alemãs do Espírito Santo, Coleção Canaã, Arquivo Publico do Estado do

Espírito Santo.

Page 156: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Page 157: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

Verantwoording foto’s en illustraties

Omslag en binnenkant omslag: Topografische kaart van de kolonie Santa Leopoldina opgemaakt door de directeur van de kolonie ingenieur Coelho Cintra. 1872. Collectie: Arquivo Publico do Estado do Espírito Santo (APEES). Familiefoto: Pieternella van Schaffel-Risseeuw, haar dochter Janna, schoonzoon Isaac Fremouw en kinderen. Ze vertrokken in 1860 uit Zuidzande met zoontje Jannis van 1 jaar. Foto afslag naar Holanda aan de weg Vitória - Santa Leopoldina.Kaart Santa Leopoldina, IBGE, 1978. Blz.07 Schilderij van A. Storck, Maritiem museum te Amsterdam.10 Ria Steinhauzer, schilderij van Benedito Calixto, collectie Convento da Penha. 13, 23, 31, 41 Landkaarten. Collectie Arquivo Publico do Estado do Espírito Santo (APEES)25 Collectie APEES.42, 54 Victor Frond. Bibliotheca Nacional, collectie APEES.12, 34 Walter Garber, collectie APEES.55, 61 Albert Richard Dietze. Bibliotheca Nacional, collectie Thereza Christina Maria, 1875.28, 44, 70, 71 Uit: Dr Jeronimo de Souza Monteiro, presidente do Estado, ao Congresso do ES, 1910.19 Boven: Tekening uit verzameling Robert Vervoort. Bron Vrienden Red Star Line. Onder: Basil W. Bathe, Seven centuries of sea travel. Bron: Maritiem Museum Rotterdam.32 Walter Schieber52, 75, 88, 96, 108, Ben Kool57 Debora Neys69 Tekening: Rino Visser82, 83, 97 Marc Faasse84 Rein v.d.Helm85 Illustratie: O Semeador, IECLB99 Illustratie: Arquidiosese Vitória111 Junior WanguestelOverige foto’s: Margje Eshuis en Ton Roos

Page 158: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��� I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië

Page 159: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I ���

ColofonUitgave ter gelegenheid van honderdvijftig jaar Hollandse emigranten in de staat Espírito Santo, Brazilië. September 2008ISBN: 978-90-8788-048-4Braziliaanse uitgave Os Capixabas Holandeses,vertaald door Ruth Stefanie BergerBraziliaanse uitgave: ISBN: 978-90-8788-055-2Uitgave: Koninklijke BDU Uitgevers, Barneveldwww.bduboeken.nlVormgeving en opmaak: Joop Brons

Dit kwam tot stand dankzij de steun van:

Kerk in Actie

Publiciteitsfonds Provincie Zeeland en Prins Bernhard Cultuurfonds Zeeland

Consulaat-Generaal van het Koninkrijk der Nederlanden

Prefeitura Municipal Santa Leopoldina, Espírito Santo, Brasil

Arquivo Público do Estado do Espírito Santo (APEES)

Frans P. M. Buysse, Buysse Immigration, www.emigratie.nl Stichting Holandinha em Vista,e-mail: [email protected]

Gezamelijke uitgave van Koninklijke BDU Uitgevers en Coleção Canaã do Arquivo Público do Estado do Espírito Santo

Volume 9

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit boek mag verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, in druk, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

All rights reserved. No part of this book may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, by print, recording, or otherwise, without the prior written permission from the editor.

Page 160: Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië I “Op een dag zullen ze ons … · 2018-01-21 · hun schepen als Portugese koopvaarders om in het door Portugal veroverde gebied naar één

��0 I Een Zeeuwse geschiedenis in Brazilië