Een voorstelling van de databank sociale planning – Antwerpen · wegwijs te maken horen ook bij...

10
Een voorstelling van de databank sociale planning – Antwerpen Historiek en doelstelling DSP is in 1998 opgestart in het kader van het Soci- aal Impulsfonds van de stad Antwerpen. Begin dit jaar werd het project opgenomen in het Steden- fonds. DSP stelt zich tot doel bestaande gegevens te ontsluiten ten behoeve van de ondersteuning van het beleid van de stad Antwerpen op strategisch, sectorieel en operationeel niveau. Ze brengt be- leidsrelevante statistieken bijeen in een databank en verspreidt ze op een toegankelijke wijze. Ontsluiten van bestaande gegevens DSP is meer dan een databank in enge zin. Het zwaartepunt ligt niet in het ontwikkelen van een datawarehouse met bijhorende informatica-archi- tectuur, maar in het omzetten van bestaande gege- vens naar betrouwbare, bruikbare en toegankelijke informatie voor het beleid. Hierbij is het voorstel- len van de gegevens op kaarten een belangrijk as- pect. Het gebruik van bestaande data heeft het voordeel dat men deze niet meer zelf dient te ‘meten’. Een eerste belangrijke stap is het verzamelen van de ge- gevens. Bronnen geven hun gegevensbestanden niet zomaar door. Ze willen garan- ties voor een correcte aanwending ervan. Daarom maken we goede basisafspraken met de bronnen (welke gegevens gaan we gebrui- ken, hoe gaan we die gebruiken, welke voorwaarden gaan we daar- bij naleven) en geven we regelma- tig feedback aan de bronnen (re- sultaten worden voorgelegd, een verslag over het effectief gebruik van de gege- vens, ...). Het respecteren van de privacy is een van de belangrijkste punten. Een van de voornaamste nadelen van het gebruik van bestaande gegevens is dat ze niet verzameld of geregistreerd zijn met het oog op ‘statistische’ doel- einden. Geen enkel bestand is zo ‘pasklaar’ dat we het meteen kunnen verspreiden. Soms gaat het om operationele registraties van ‘bedrijfsinterne’ pro- cessen van organisaties of diensten. Bij de sluik- stortlijn van het Antwerpse ontwikkelingsbedrijf bijvoorbeeld worden de meldingen van sluikstor- ten geregistreerd om de ophaling en verwijdering ervan te plannen. De databank kan de gegevens gebruiken om de ernst en ruimtelijke concentratie van het probleem in kaart te brengen. In essentie komt de methodiek die DSP hanteert neer op se- cundaire bronnenkritiek en secundaire data-analy- se, wat een uitgebreide kwaliteitstoetsing met be- trekking tot de bron en brongegevens inhoudt. De gegevens worden kritisch getoetst, geanalyseerd en geëvalueerd. Is het gegevensbestand volledig, is de meting betrouwbaar en valide? Is de registratie continu? Zijn de gegevens betrouwbaar te aggrege- ren in statistische sectoren? Wijzigt de registratie of de definitie van de categorieën over de tijd, enzo- verder. 84 OVER . WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV 1-2/2003 De Databank Sociale Planning (DSP) verzamelt statistieken over de stad Antwerpen. De collectie cijfers van DSP werpt licht op Antwerpen. Op de stad en de mensen, de hoeken en straten, het teveel en het tekort. Het ontbloot evoluties en verschuivin- gen. En zo ook het beleid. Bijsturen wordt dan makkelijker, want een belicht Antwerpen ziet men nu eenmaal beter.

Transcript of Een voorstelling van de databank sociale planning – Antwerpen · wegwijs te maken horen ook bij...

Page 1: Een voorstelling van de databank sociale planning – Antwerpen · wegwijs te maken horen ook bij dit standaardmate-riaal. ... Dit online beschik-baar zijn van data is vooral interessant

Een voorstelling van dedatabank sociale planning – Antwerpen

Historiek en doelstelling

DSP is in 1998 opgestart in het kader van het Soci-aal Impulsfonds van de stad Antwerpen. Begin ditjaar werd het project opgenomen in het Steden-fonds. DSP stelt zich tot doel bestaande gegevens teontsluiten ten behoeve van de ondersteuning vanhet beleid van de stad Antwerpen op strategisch,sectorieel en operationeel niveau. Ze brengt be-leidsrelevante statistieken bijeen in een databanken verspreidt ze op een toegankelijke wijze.

Ontsluiten van bestaande gegevens

DSP is meer dan een databank in enge zin. Hetzwaartepunt ligt niet in het ontwikkelen van eendatawarehouse met bijhorende informatica-archi-tectuur, maar in het omzetten van bestaande gege-vens naar betrouwbare, bruikbare en toegankelijkeinformatie voor het beleid. Hierbij is het voorstel-len van de gegevens op kaarten een belangrijk as-pect.

Het gebruik van bestaande data heeft het voordeeldat men deze niet meer zelf dient te ‘meten’. Eeneerste belangrijke stap is het verzamelen van de ge-gevens. Bronnen geven hun gegevensbestanden

niet zomaar door. Ze willen garan-ties voor een correcte aanwendingervan. Daarom maken we goedebasisafspraken met de bronnen(welke gegevens gaan we gebrui-ken, hoe gaan we die gebruiken,welke voorwaarden gaan we daar-bij naleven) en geven we regelma-tig feedback aan de bronnen (re-sultaten worden voorgelegd, een

verslag over het effectief gebruik van de gege-vens, ...). Het respecteren van de privacy is een vande belangrijkste punten.

Een van de voornaamste nadelen van het gebruikvan bestaande gegevens is dat ze niet verzameld ofgeregistreerd zijn met het oog op ‘statistische’ doel-einden. Geen enkel bestand is zo ‘pasklaar’ dat wehet meteen kunnen verspreiden. Soms gaat het omoperationele registraties van ‘bedrijfsinterne’ pro-cessen van organisaties of diensten. Bij de sluik-stortlijn van het Antwerpse ontwikkelingsbedrijfbijvoorbeeld worden de meldingen van sluikstor-ten geregistreerd om de ophaling en verwijderingervan te plannen. De databank kan de gegevensgebruiken om de ernst en ruimtelijke concentratievan het probleem in kaart te brengen. In essentiekomt de methodiek die DSP hanteert neer op se-cundaire bronnenkritiek en secundaire data-analy-se, wat een uitgebreide kwaliteitstoetsing met be-trekking tot de bron en brongegevens inhoudt. Degegevens worden kritisch getoetst, geanalyseerden geëvalueerd. Is het gegevensbestand volledig, isde meting betrouwbaar en valide? Is de registratiecontinu? Zijn de gegevens betrouwbaar te aggrege-ren in statistische sectoren? Wijzigt de registratie ofde definitie van de categorieën over de tijd, enzo-verder.

84 OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV 1-2/2003

De Databank Sociale Planning (DSP) verzamelt statistieken

over de stad Antwerpen. De collectie cijfers van DSP werpt licht

op Antwerpen. Op de stad en de mensen, de hoeken en straten,

het teveel en het tekort. Het ontbloot evoluties en verschuivin-

gen. En zo ook het beleid. Bijsturen wordt dan makkelijker, want

een belicht Antwerpen ziet men nu eenmaal beter.

Page 2: Een voorstelling van de databank sociale planning – Antwerpen · wegwijs te maken horen ook bij dit standaardmate-riaal. ... Dit online beschik-baar zijn van data is vooral interessant

Inhoud van de databank

Niet alle gegevens komen in aanmerking voor op-name in de databank. Bij de keuze van gegevenshanteren we twee criteria. Het moet gaan omkwantitatieve data die veralgemeenbaar zijn, statis-tische verwerking toelaten en het liefst geografi-sche voorstellingen mogelijk maken en de gege-vens moeten van belang zijn bij de planning enuitvoering van het beleid in de stad.

In volgende tabel staat een overzicht van de reedsgeïntegreerde gegevens in de databank. De uitbrei-ding van de databank is, zowel in de breedte als inde diepte, nog steeds in evolutie.

Verspreiden van gegevens eninformatie

Het verspreiden van de gegevens en de informatievan DSP gebeurt zowel qua inhoud, methode, pro-cedure en ‘toegevoegde waarde’ op verschillendewijzen.

Op basis van de voor DSP beschikbare gegevenswordt standaardmateriaal aangemaakt dat vooriedereen vrij ter beschikking is. Het format waarinhet standaardmateriaal voorgesteld wordt, is dezevan een geografische aggregatie naar de negenAntwerpse districten en de statistische sectoren. Degeaggregeerde basisgegevens worden in eenvou-dige tabellen en kaarten gegoten. Deze gebiedsin-deling is voldoende fijn om bijvoorbeeld pro-bleemconcentraties op te sporen en tegelijkertijdvoldoende groot om de privacy van de mensen inhet gebied te respecteren en zo ook ruime versprei-

OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV 1-2/2003 85

Domein Thema Bron

Demografie Bevolking Dienst Bevolking, Burgerzaken, Stad Antwerpen

Regularisatie Dienst Bevolking, Burgerzaken, Stad Antwerpen

Sociaal Werkzoekenden VDAB Antwerpen

OCMW-financiële steun en thuisdiensten OCMW Antwerpen

Kansarmoede bij baby’s Kind en Gezin

Inkomens NIS

Sociaal-economische positie Datawarehouse arbeidsmarktgegevens, Kruis-puntbank Sociale Zekerheid

Onderwijs Scholen en leerlingen Vlaamse Gemeenschap, departement onderwijs

Anderstalige nieuwkomers Dienst Bevolking, Burgerzaken, Stad Antwerpen

Economie Vestigingen van bedrijven Provincie Antwerpen

Ruimte en Milieu Bodembezetting Telepolis, Stad Antwerpen

Milieuvergunningen Dienst Milieu, Ontwikkelingsbedrijf, Stad Ant-werpen

Sluikstorten Sluikstortcel, Ontwikkelingsbedrijf, Stad Ant-werpen

Patrimonium sociale huisvesting Dienst Huisvesting, Burgerzaken, Stad Antwer-pen

Verkoopprijzen woningen Stadim Studies en Advies Immobiliën

Verkoopprijzen handelspanden Stadim Studies en Advies Immobiliën

Woningen en gebouwen, leegstand en verwaar-lozing

Cel leegstand en verwaarlozing, Ontwikkelings-bedrijf, Stad Antwerpen

Page 3: Een voorstelling van de databank sociale planning – Antwerpen · wegwijs te maken horen ook bij dit standaardmate-riaal. ... Dit online beschik-baar zijn van data is vooral interessant

ding toe te laten. Begeleidende teksten die de nodi-ge (meta-)informatie bevatten om de gebruikerwegwijs te maken horen ook bij dit standaardmate-riaal.

Indien het standaardmateriaal niet voldoet kanmaatwerk aangevraagd worden. Dit zijn nieuweselecties of combinaties van onze basisgegevens ennieuwe geografische voorstellingen.

DSP levert ook rapporten ten behoeve van organi-saties of diensten die een doorgedreven analyseverlangen van statistische, kwantitatieve en ruimte-lijke aspecten van hun beleid.

De verspreiding van het materiaal gebeurt via– Een jaarlijkse publicatie met standaardmateriaal

op cd-rom;– Website: www.somavzw.be/DSP. Voor de Ant-

werpse stadsdiensten is er een directe link naarde DSP-site vanuit intranet. Dit online beschik-baar zijn van data is vooral interessant voor ge-bruikers die vertrouwd zijn met gegevensver-werking;

– Consultatieprocedure: Belangrijk is dat bij dezeface-to-face consultatieprocedure begeleidingvoorzien is (er wordt samen bekeken welke ge-gevens best passen bij de vraag, hoe ze geïnter-preteerd dienen te worden, ...). Vooral vooractoren die weinig vertrouwd zijn met cijferge-gevens is deze begeleiding belangrijk;

– Samenwerkingsverbanden: meer en meer ko-men vaste samenwerkingsverbanden met ver-schillende actoren binnen en buiten de stad totstand. Deze impliceren een ver doorgedrevenonderlinge uitwisseling van gegevens, inhoude-lijke en methodologische expertise en resulterenmeestal in omgevingsanalyserapporten waarinal het relevante materiaal geïntegreerd wordt.

Casus: de arbeidsmarkt in de stadAntwerpen

Meestal worden arbeidsmarktstatistieken op ge-westelijk, provinciaal, gemeentelijk of stedelijk ni-veau voorgesteld. In deze casus over de diversiteitvan de arbeidsmarkt binnen de stad Antwerpenwillen we inzoomen op het buurtniveau aan dehand van werkzaamheidsgraad en werkloosheids-graad.1

Door de combinatie van enerzijds het VDAB-be-stand over het aantal niet-werkende werkzoeken-den (nwwz) in de stad Antwerpen en anderzijdshet Datawarehouse Arbeidsmartkgegevens (KSZ),een database met informatie over de arbeidsmarkt-positie van een groot deel van de Belgische inwo-ners, kan een goed beeld gevormd worden over dearbeidsdeelname op buurtniveau in Antwerpen.

Het Datawarehouse bestaat uit een koppeling vande bestanden van een aantal socialezekerheidsin-stellingen en omvat dus alle personen die bij een ofmeerdere van deze instellingen zijn gekend.2 Viahet Rijksregister zijn ook de gezinsleden van dezepersonen gekend, waardoor het Datawarehousezicht heeft op een groot deel van de bevolking (vande 18-64-jarigen in Antwerpen is bijvoorbeeld 93%gekend in het Datawarehouse (31/12/99)). Omdatde werkzoekende populatie in het Datawarehousegebaseerd is op de RVA-bestanden, zijn de werk-zoekenden die geen recht hebben op een uitkering(zoals bijvoorbeeld herintreders of schoolverlatersdie nog geen wachtuitkering ontvangen) niet in hetDatawarehouse gekend. Hieraan kan op DSP eenmouw gepast worden door het aantal werkzoeken-den volgens RVA te vervangen door het aantalnwwz volgens het VDAB-bestand. Dit verhoogt dedekkingsgraad van 93% tot 95,5%.3

Werkzaamheidsgraad

Figuur 1 toont de werkzaamheidsgraad (aandeelwerkenden in de bevolking op arbeidsleeftijd) inde verschillende buurten van de stad Antwerpen.Globaal genomen zien we dat de werkzaamheids-graad lager ligt in de buurten van het centrum enhoger ligt in de buurten aan de rand van de stad,een typisch patroon dat ook in andere steden totuiting komt.

Binnen het stadscentrum4 zien we dat het noord-oostelijk kwadrant (Antwerpen-Noord en Borger-hout intra muros) de laagste werkzaamheidsgradenkent: in geen enkele buurt is meer dan 60% van debevolking op arbeidsleeftijd aan de slag, in velebuurten gaat het zelfs om minder dan de helft.Deze buurten worden gekenmerkt door een hoge-re aanwezigheid van niet-Belgen of personen vanniet-Belgische afkomst. Ook de buurten rond hetstadspark zijn gekenmerkt door een lage werk-

86 OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV 1-2/2003

Page 4: Een voorstelling van de databank sociale planning – Antwerpen · wegwijs te maken horen ook bij dit standaardmate-riaal. ... Dit online beschik-baar zijn van data is vooral interessant

OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV 1-2/2003 87

Figuur 1.Werkzaamheidsgraad op buurtniveau (Antwerpen; 31 december 1999).

Bron: KSZ-DWH (Bewerking Steunpunt WAV, kaartopmaak SOMA-DSP).

Page 5: Een voorstelling van de databank sociale planning – Antwerpen · wegwijs te maken horen ook bij dit standaardmate-riaal. ... Dit online beschik-baar zijn van data is vooral interessant

zaamheidsgraad. De buurten vallen wel op dooreen groter aandeel zelfstandigen. Hiertegenoverstaat het zuidwestelijk kwadrant (het Zuid) waar,op enkele buurten na, vrij hoge werkzaamheids-graden worden genoteerd.

Buiten het stadscentrum zijn het enkel de buurtenmet een concentratie van sociale huisvesting dieeen zeer lage werkzaamheidsgraad vertonen. Zozien we dat de buurten van het Kiel, in het uiterstezuiden van het district Antwerpen en op de grensmet Hoboken, werkzaamheidsgraden kennen metminder dan 50%. Hetzelfde geldt voor de buurt opLinkeroever, voor de Luchtbal (noorden Antwer-pen, grenzend aan Merksem), en de buurt Rooze-maai grenzend aan het district Ekeren. Telkens gaathet om buurten met een hogere concentratie vansociale huisvesting.

Omgekeerd zijn er de districten Hoboken, Wilrijk,Merksem, Ekeren en in mindere mate ook Deurne,waar bijna geen enkele buurt minder dan 60% wer-kenden onder haar bevolking op arbeidsleeftijd telt.

Bekijken we de werkzaamheidsgraad bij de vrou-welijke en mannelijke bevolking apart, dan blijktdat in zowat alle buurten de werzaamheidsgraadbij vrouwen lager ligt dan bij mannen. De verschil-len zijn echter niet gelijk voor de ganse stad. Figuur2 verdeelt de buurten in vier kwartielen op basisvan het verschil tussen de werkzaamheidsgraad bijmannen en vrouwen.

Binnen de kernstad en de stad intra muros verschiltde werkzaamheidsgraad van mannen en vrouwenminder sterk. Uitzonderingen zijn de buurten rondhet stadspark en enkele buurten aan de rand vanBorgerhout (intra muros).

In de meeste buurten extra muros ligt de werkzaam-heidsgraad van mannen en vrouwen rond de medi-aan (twee middelste kwartielen). Toch zijn hieropeen aantal uitzonderingen, met een veel hogerewerkzaamheidsgraad bij mannen dan bij vrouwen,zoals een aantal van de buurten van Merksen enEkeren. Zeker het district Bezali (Berendrecht, Zand-vliet, Lillo) valt op door het uitgesproken verschiltussen de werkzaamheid bij mannen en bij vrou-wen. Met uitzondering van Zandvliet-kern, waar52% van de vrouwen een betaalde job heeft, ligt devrouwelijke werkzaamheid in alle buurten van Be-

zali onder de 50%. Bij de mannen daarentegen zienwe in alle buurten (behalve één, waar het aandeelwerkende mannen strandt op 69%) een werkzaam-heidsgraad van meer dan 70%. Door hun ligging,midden in de Antwerpse haven, zijn de gemeentenZandvliet, Berendrecht en Lillo enerzijds in sterkemate gericht op de (mannelijke) jobs in het haven-gebied, anderzijds op pendel richting Nederland.5

Werkloosheidsgraad

De werkloosheidsgraad (aandeel nwwz in de be-roepsbevolking) op buurtniveau vertoont hetzelfdepatroon als de werkzaamheidsgraad: de werkloos-heidsgraad ligt hoger in het stadscentrum en neemtaf naarmate de wijken meer aan de rand van destad liggen (figuur 3).

In het stadscentrum is de situatie het meest penibelin Antwerpen-Noord en Borgerhout intra-muros.De werkloosheidsgraad ligt hier boven de 20%,met hier en daar een buurt waar het aandeel werk-lozen zelfs oploopt tot meer dan 30%. Deze wijkenvallen met andere woorden op door de zeer precai-re arbeidsmarktsituatie van hun bevolking, zowelop het vlak van werkzaamheid als op het vlak vanwerkloosheid.

Ook aan de rand van de stad sluit de analyse vande buurten naar werkloosheidsgraad naadloos aanop de analyse naar werkzaamheidsgraad: zowelhet Kiel als de Luchtbal springen in het oog methoge aandelen werklozen onder de beroepsbevol-king. Daartegenover staan de districten Hoboken,Wilrijk, Ekeren en het grootste deel van Berchem,Deurne en Merksem, waar de werkloosheidsgraadlager ligt dan 10%.

Het patroon van de werkloosheid bij jongeren en bijvreemdelingen ten slotte volgt in sterke mate deglobale werkloosheidsspreiding, zij het dat dewerkloosheidsgraad bij jongeren en vreemdelin-gen steeds gevoelig hoger ligt dan de globale werk-loosheidsgraad in de buurt (figuur 4).

Kansarmoede-index

Uit de kaarten met de werkzaamheidsgraad enwerkloosheidsgraad per buurt valt telkens de pre-

88 OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV 1-2/2003

Page 6: Een voorstelling van de databank sociale planning – Antwerpen · wegwijs te maken horen ook bij dit standaardmate-riaal. ... Dit online beschik-baar zijn van data is vooral interessant

OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV 1-2/2003 89

Figuur 2.Verschil werkzaamheidsgraad van mannen en vrouwen op buurtniveau (Antwerpen; 31 december 1999).

Bron: KSZ-DWH (Bewerking Steunpunt WAV, kaartopmaak SOMA-DSP).

Page 7: Een voorstelling van de databank sociale planning – Antwerpen · wegwijs te maken horen ook bij dit standaardmate-riaal. ... Dit online beschik-baar zijn van data is vooral interessant

90 OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV 1-2/2003

Figuur 3.Werkloosheidsgraad op buurtniveau (Antwerpen; 31 december 1999).

Bron: KSZ-DWH (Bewerking Steunpunt WAV, kaartopmaak SOMA-DSP).

Page 8: Een voorstelling van de databank sociale planning – Antwerpen · wegwijs te maken horen ook bij dit standaardmate-riaal. ... Dit online beschik-baar zijn van data is vooral interessant

OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV 1-2/2003 91

Figuur 4.Werkloosheid vreemdelingen buiten EU op buurtniveau (Antwerpen; 31 december 1999).

Bron: KSZ-DWH (Bewerking Steunpunt WAV, kaartopmaak SOMA-DSP).

Page 9: Een voorstelling van de databank sociale planning – Antwerpen · wegwijs te maken horen ook bij dit standaardmate-riaal. ... Dit online beschik-baar zijn van data is vooral interessant

caire situatie van Antwerpen-Noord en Borgerhoutintra muros op. Ook de algemene kansarmoede-index levert dit plaatje op. Deze kansarmoede-in-dex is gebaseerd op vier variabelen: het aandeelOCMW-steuntrekkers, het aandeel werklozen, hetmediaan inkomen van de buurten, het aandeel ge-boorten in kansarme gezinnen ten opzichte van hettotaal aantal gezinnen met een geboorte bezochtdoor Kind & Gezin.

Elke variabele wordt naar grootte gesorteerd. Eenbuurt die voor een bepaalde variabele in het hoog-ste deciel (10%) valt krijgt een score 2, in het twee-de of derde deciel wordt een score 1 toegewezen.

De scores worden dan opgeteld waardoor we eenschaalvariabele bekomen die gaat van 0 tot 8. Eenbuurt die de schaalwaarde 8 heeft is een buurt diezich voor de vier kenmerken in het hoogste decielbevindt. Een buurt met waarde 7 heeft minimaalvan drie kenmerken een waarde in het hoogste de-ciel, enzoverder.

Kansarme buurten naarbevolkingsaantallen van kansarmedoelgroepen

We geven hieronder aan in welke mate de synthe-semaat van kansarmoede op buurtniveau zich ver-taalt naar aantallen van bepaalde (doel)groepenvan kansarmen. Het zijn immers de buurten die dekenmerken toegewezen krijgen. De kenmerkenzelf worden echter afgeleid of geaggregeerd vanhet persoonsniveau (werklozen, inkomens, ...).Wanneer beleidsbeslissingen genomen wordenkan de focus bestaan op de locatie van de beleids-

inspanningen (geografisch aspect van concentra-tie) maar mag de grootte en het potentieel van dedoelgroep niet geheel uit het oog verloren worden;een buurt met relatief veel inwoners maar met eenmiddelmatige concentratie van werklozen (bv. 7%)heeft in absolute termen nog steeds meer werklo-zen dan een kleine buurt met relatief veel werklo-zen (bv. 20%).

We geven in onderstaande tabel de variabelenwaarmee de kansarmoede-index op een geaggre-geerd niveau is samengesteld met enkele anderekenmerken.

We vinden in het totaal 10% van de buurten meteen hoge kansarmoedescore van 5 tot 8. Dezebuurten staan voor 12% van de Antwerpse bevol-king, 26% van de werklozen, 38% van de OCMW-trekkers en 37% van de geboorten in kansarme ge-zinnen in Antwerpen. Anderzijds krijgt 57% van debuurten de laagste kansarmoedescore. Deze buur-ten staan voor 46% van de Antwerpse bevolking,28% van de werklozen, 18% van de OCMW-steun-trekkers en 14% van de geboorten in kansarmegezinnen. De 5% buurten met de hoogste scorehebben bijvoorbeeld 12% van de werklozen vanAntwerpen maar 21% van de werkloze niet-EU bur-gers van Antwerpen.

Zoals we uit de bovenstaande analyse reeds kon-den afleiden hebben meer kansarme buurten inmeerdere mate een lagere activiteitsgraad en eenlagere werkzaamheidsgraad.

We kunnen besluiten dat de gegevens uit het Data-warehouse Arbeidsmarktgegevens een waardevol-le aanvulling zijn voor DSP. Op basis van dit bron-

92 OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV 1-2/2003

Score Aandeelbuurten

(%)

Aandeelbewo-ners

(%)

Aandeelwerklo-

zen

(%)

Aan-deel

OCMW

(%)

Aandeelgeboorten

in kansarmegezinnen

(%)

Aandeelniet-EU

(%)

Aandeelwerklo-

zenniet-EU

(%)

Activi-teits-graad

(%)

Werk-zaam-heids-graad(%)

0 57 46 28 18 14 20 12 66,8 62,31 tot 2 21 28 27 23 33 27 23 64,1 57,83 tot 4 11 13 20 22 16 23 23 60,2 51,55 tot 6 5 7 14 20 17 16 21 56,2 45,77 tot 8 5 5 12 18 20 14 21 55,0 42,6totaal 100 100 100 100 100 100 100 63,8 57,5

Page 10: Een voorstelling van de databank sociale planning – Antwerpen · wegwijs te maken horen ook bij dit standaardmate-riaal. ... Dit online beschik-baar zijn van data is vooral interessant

bestand kan de werkloosheidgraad zoals die reedsbeschikbaar was op basis van het VDAB-bestandaangevuld worden met andere kengetallen van dearbeidsmarkt.

Sandra KerremansReinhard StoopDatabank Sociale Planning

Caroline VermandereSteunpunt WAV

Noten1. Voor de oefeningen in deze paragraaf worden enkel buur-

ten opgenomen met 100 of meer inwoners.2. Het gaat om volgende instellingen: RIZIV-GRI, RKW, RSZ,

RSZPPO, RSVZ en RVA. Voor meer informatie over het Da-tawarehouse, zie vorige nummers van Over.Werk, bv. Ver-mandere Caroline (2002), ‘Het Datawarehouse opent zijndeuren’, In: Over.Werk, nr. 4/2002, p. 66-71.

3. Merk op dat het hier niet gaat om een koppeling van deVDAB-gegevens aan het Datawarehouse, maar enkel omeen samenvoeging van beide bestanden.

4. Stadcentrum = gebied intra muras = gebied binnen deSingel.

5. Door de eigenheid van de hier gebruikte bron is uitgaan-de pendel echter niet in het cijfermateriaal opgenomen.Vooral in deze gemeentes, vlak aan de Nederlandse grens,kan dit leiden tot een onderschatting van de werkzaam-heidsgraad.

OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV 1-2/2003 93