EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2:...

58
EEN VOLLE AARDE Een korte gids over hoe we onze aarde kunnen inrichten rekening houdend met een grotere wereldbevolking EEN THESIS DOOR NIENKE COERS

Transcript of EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2:...

Page 1: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

EEN VOLLE AARDE

Een korte gids over hoe we onze aarde kunnen inrichten

rekening houdend met een grotere wereldbevolking

EEN THESIS DOOR

NIENKE COERS

Page 2: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

2

EEN VOLLE AARDE

Een korte gids over hoe we onze aarde kunnen inrichten

rekening houdend met een grotere wereldbevolking

EEN THESIS DOOR

NIENKE COERS

Page 3: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

3

Nienke Coers is een studente in het zesde en laatste jaar van het VWO-niveau Economie & Maatschappij-profiel aan het Novalis College in Eindhoven. Zij is de schrijver en redactrice van deze sociaalgeografisch gethematiseerde thesis over hoe we de planeet inrichting rekening houdend met een grotere wereldbevolking. Een volle Aarde is herzien en nagekeken door Dhr. L. Van de Wouw, eerstegraads docent aardrijkskunde aan het Novalis College te Eindhoven. Deze thesis is uitgedraaid in 2016, te Geldrop, Nederland. Omslagfoto: Waves of Humanity, sprawling Mexico City, Mexico © Pablo Lopez Luz

Page 4: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

4

“The future depends on what you do today.”

~ Mahatma Gandhi

Page 5: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

5

Dromen over duurzaamheid

Al sinds ik mij kan herinneren, ben ik altijd aan het dromen en aan het denken over hoe dingen anders, beter kunnen. Niet per se omdat ik er in de eerste plaats waarde aan hecht van de wereld een betere, leefbaardere plek te maken, maar omdat fantaseren over utopische oorden gewoonweg zo heerlijk voelt. Een wereld uit mijn dromen voelt als een streling over het netvlies en het brengt mij even naar een andere plek, een fijne plek vol goedheid en schoonheid. Misschien is deze behoefte veel te fantaseren te danken aan mijn liefde voor esthetica. Allicht is het een diepgewortelde dromerigheid. Hoe dan ook, toen de onderwerpkeuze voor de eindwerkstukken naderde, was het voor mij al vrij snel zeker dat ik mij bezig wilde houden met een thema dat veel ruimte overliet voor de fantasie en dat een breed bevattingsvermogen vereiste. Daarnaast vroeg de efficiëntie in mijn aard om een eindwerkstuk dat een groter doel diende dan slechts het afronden van het examenjaar. Mijn wens bleek aan te sluiten bij het steeds grotere aantal verontrustende nieuwsberichten over het afnemende welzijn van de planeet. Verschillende media berichten vaker en vaker over (het gebrek aan) duurzaamheid, voedselcrises, wateroorlogen, afvalbergen en, bovenal, overbevolking. Het kwam tot mij dat de zorgen over de bevolkingsgroei het perfecte aangrijpingspunt vormden waar ik mijn fantasie op los kon laten. In een volle Aarde ga ik op zoek naar het antwoord op de vraag hoe we onze planeet zo aantrekkelijk mogelijk in kunnen richten rekening houdend met een grotere wereldbevolking. Graag wil ik hierbij emfase geven aan het feit dat ik dus niet ga proberen de bevolkingsgroei in te perken, ervoor te zorgen dat er minder mensen geboren worden, ervoor te zorgen dat de wereldbevolking krimpt. In plaats daarvan begin ik met de veronderstelling dat de wereldbevolking onontkoombaar groeit en van hieruit ga ik onderzoeken hoe we ervoor kunnen zorgen dat deze wereldbevolkingsgroei de gezondheid van de planeet alsmede de leefbaarheid ervan, niet in gevaar hoeft te brengen. Ondanks dat utopisme min of meer de denkwijze van dit werkstuk vormt, probeer ik alles waar ik over schrijf te baseren op wetenschappelijk onderzoek, zodat het een overwegend objectief geschreven werkstuk betreft. Ik schrijf daarnaast, om dit (literatuur)onderzoek zo beknopt mogelijk te houden, enkel over de belangrijkste zaken die het overleven van de mens en de planeet betreffen. Ik kijk dus bijvoorbeeld niet naar ontspanning, onderwijs of cultuur, daar deze aangelegenheden niet cruciaal zijn voor het staande houden van de bevolking of de aarde. Probeer dit werkstuk te lezen als een optimistische, allicht inspirerende suggestie, als een onderzoek met een oplossend karakter. De oplossingen in dit werkstuk probeer ik aan niemand op te leggen, noch wil ik ermee duidelijk maken dat dit de enige mogelijke antwoorden zijn op de vraagstukken in kwestie. Mijn enige doel is met dit werkstuk de boodschap over te brengen dat zelfs de grootste problemen van de toekomst oplosbaar zijn en ik probeer hierbij de lezer met voorbeelden te inspireren, eventueel tot actie aan te sporen. Wat ik vooral duidelijk hoop te maken is: om de vraagstukken van morgen op te lossen, is niets meer nodig dan optimisme en actie vandaag. Ik wens de lezer van dit werkstuk veel leesplezier, inspiratie, bewustwording en optimisme toe. Nienke Coers

VOORWOORD

Page 6: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

6

Voorwoord 5

Introductie 8

Hypothese 10

Hoofdstuk 1: Wat is de gang van zaken rondom de huidige bevolkingsgroei? 11

De feiten 11

Oorzaken & oorsprong 13

Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14

Voedsel 14

Drinken 16

Hoofdstuk 3: Hoe gaan we om met een grotere wereldbevolking op het gebied van huisvesting?

19

Duurzaam wonen 20

Feitelijke bouw 21

Faciliteitenaanbod 22

Ruimtelijke inrichting 23

Infrastructuur 24

Hoofdstuk 4: Hoe doen we aan natuur- en milieubehoud in een vollere wereld? 26

Ontbossing en verwoestijning 26

Uitputting van natuurlijke hulpbronnen 28

Klimaatverandering 30

Hoofdstuk 5: Hoe richten we onze politiek en economie in op een grotere wereldbevolking? 33

Politiek 33

Economie 37

Synopsis 40

INHOUDSOPGAVE

Page 7: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

7

Conclusie 41

Nawoord 43

Bibliografie 45

Bijlagen 52

Logboek 53

Interview over de politiek van de toekomst met Dr. R.G.J. Claassen 56

Woord van dank 58

Page 8: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

8

Een kleine gids met oplossingen voor grote problemen

Op 31 oktober 2011 werd in de Filipijnse hoofdstad Manilla het meisje Danica May Camacho geboren

(Coleman, 2011). Baby Danica werd in goede gezondheid op de wereld gezet door haar trotse moeder Camille die hierom genoeg reden had voor een feestje. Ook op het hoofdkantoor van de VN, gelegen in Manhattan, werd feest gevierd: de jonge Danica verkeerde niet alleen in goede gezondheid, ook was zij niemand minder dan de zeven miljardste bewoner van onze aardbol. Op 31 oktober 2011 telde onze planeet zeven miljard mensen, ieder mens uniek, ieder mens met zijn of haar eigen dromen, talenten en kwaliteiten, ieder mens met zijn of haar eigen behoeften, footprints en problemen. Het is al lang niet meer de vraag of wereldbevolkingsgroei de wereld gaat veranderen, maar hoe. Wereldbevolkingsgroei betekent niet alleen een groeiend aantal mensen, maar ook een grotere vraag naar huizen, voedsel, drinken. Het gaat gepaard met een toenemende behoefte aan faciliteiten, vermaak, innovatie. Wereldbevolkingsgroei vraagt om een andere economie, om een nieuw milieubeleid, om een stabiele politiek. Het schept en vraagt om alternering op bijna alle denkbare terreinen en laat hoe dan ook zijn sporen achter op de aarde. Hoe die sporen er uit zien, dat is aan ons. De mens kan bepalen wat en hoe hij bouwt, consumeert, recreëert, uitstoot, uitgeeft en leidt. De mens kan ervoor kiezen hoe hij inspeelt op veranderingen als wereldbevolkingsgroei. Hij bezit over het prachtige talent de toekomst naar de eigen hand om te vormen. In Een volle Aarde gaan we precies dit menselijke vermogen inzetten om van een vollere wereld ook een betere te maken, of in ieder geval geen slechtere. We gaan onderzoeken hoe we een groeiende wereldbevolking kunnen faciliteren en organiseren zonder daarbij belangrijke zaken op te geven. In deze beknopte gids gaan we onze kostbare planeet herinrichten naar onoverkomelijke, veranderende demografische omstandigheden zodat de VN in de toekomst ook bij acht, negen, tien, vijftien miljard reden heeft de flessen te ontkurken. We proberen een antwoord te vinden op de vraag:

Hoe kunnen we de aarde inrichten rekening houdend met een grotere wereldbevolking?

Het mag duidelijk zijn dat het inrichten van de aarde een buitensporig aantal rekening-mee-te-houden zaken omvat. Om deze thesis vooralsnog zo beknopt mogelijk te houden, is geprobeerd de aarde samen te vatten in een achttal zaken die van belang zijn voor het structureren en organiseren van een bevolking ongeacht de grootte. Deze acht zaken zijn verwerkt in vijf overlappende deelvragen, die ieder een hoofdstuk zullen vormen in deze thesis. Het gaat om de volgende hoofdstukken: 1. Wat is de gang van zaken rondom de huidige bevolkingsgroei?

In deze deelvraag tonen we aan de hand van cijfers, kaarten en grafieken aan dat onze bevolkingsgroei bijzonder sterk is de laatste jaren. We gaan onderzoeken waar deze forse bevolkingsgroei door veroorzaakt wordt en of er geografische verschillen bestaan in deze groei. Tevens schetsen we een beeld van onze toekomst indien er geen maatregelen genomen worden die overbevolking voorkomen.

2. Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en water? Voedsel en water vormen de primaire behoeften van de mens en zijn om deze reden zeer belangrijk om te bekijken. Op het gebied van voedsel gaan we in deze deelvraag in op de ongelijke voedselverdeling die heden ten dage voorkomt op onze planeet, en we gaan onderzoeken hoe dit anders, en wel beter kan. Vervolgens gaan we na hoe we een grotere wereldbevolking kunnen voorzien van schoon en gezond water.

INTRODUCTIE

Page 9: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

9

3. Hoe gaan we om met een grotere wereldbevolking op het gebied van huisvesting? Deze deelvraag staat in teken van onderdak. We gaan uitzoeken hoe zoveel mogelijk mensen van woningen kunnen worden voorzien zonder daarbij onnodig veel partijen ontevreden te stellen.

4. Hoe doen we aan natuur- en milieubehoud in een vollere wereld? Een grotere bevolking heeft nadelige gevolgen voor het milieu. In deze deelvraag gaan we bekijken hoe we onze natuur ondanks deze nadelige gevolgen van bevolkingsgroei zo goed mogelijk kunnen herstellen en behouden.

5. Hoe richten we onze politiek en economie in op een grotere wereldbevolking? Een goed georganiseerde economie en politiek vormen samen de bakermat van een beschaafde samenleving. Hoe meer mensen deel uitmaken van zo’n samenleving, echter, hoe moeilijker het wordt om op economisch en op politiek vlak efficiënt te opereren. In deelvraag 5 gaan we na hoe we onze planeet het beste kunnen organiseren zodat onze economie en ons politieke stelsel stabiel zijn en goed functioneren.

De antwoorden op dit vijftal deelvragen vormen samen de conclusie; het antwoord op de hoofdvraag van deze thesis: hoe richten we de aarde in op een grotere wereldbevolking? In het slot komt deze conclusie aan bod.

Page 10: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

10

Een samenleving op grond van delen

Ik verwacht dat ‘delen’ het uitgangspunt moet worden voor de inrichting van een vollere aarde. Een groeiende wereldbevolking daagt ons uit beter na te denken over efficiënt ruimtegebruik. Dit betekent voor mij dat we verticaal moeten gaan bouwen om genoeg ruimte over te houden voor elkaar, voor openbare gebouwen, voor landbouwgrond en voor ongerepte natuur. Ook ons voedsel en drinken vraagt om goede verdeling om zowel onder- als overconsumptie tegen te gaan. Overconsumptie is niet alleen slecht voor de gezondheid van de mens, maar het levert ook voedseltekorten op en heeft tot gevolg dat de veestapel zich uitbreidt. Ik verwacht dat we in een vollere wereld creatieve alternatieven moeten verzinnen voor de consumptie-economie. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een deeleconomie of een vorm van ruileconomie. Al met al denk ik dus dat we in ieder geval op een bepaalde manier afstand moeten nemen van de leefstijl die we nu gewend zijn in de westerse wereld en met een frisse, onbevlekte blik naar het probleem van een groeiende wereldbevolking moeten kijken.

HYPOTHESE

Page 11: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

11

Wat is de gang van zaken rondom de huidige bevolkingsgroei?

Onze wereldbevolking is bijna altijd gegroeid. Met het verstrijken van de tijd (betreffende duizenden jaren) is de kans op het uitsterven van het menselijke ras gekrompen tot een bijna verwaarloosbaar getal. Bevolkingsgroei heeft altijd al bestaan. Er lijkt de laatste jaren echter iets veranderd te zijn aan de bevolkingsgroei, moeten we het nieuws, de artikelen, de scripties en de documentaires geloven. De wereldbevolking blijkt de laatste decennia namelijk explosief te groeien en dit baart ons zorgen. Men vraagt zich voor het eerst sinds mensenheugenis af of onze planeet het aantal mensen nog wel aankan. De term ‘overbevolking’ is het uitgangspunt gaan vormen van het moderne doemdenken en de basis van de dystopieën zoals zij voorkomen in films, series en novelles. Hoe terecht alle angst is, valt gelukkig te onderzoeken en te berekenen. Bovendien kan men allerlei manieren nagaan wat de status quo omtrent wereldbevolkingsgroei nu werkelijk is.

DE FEITEN Onze wereldbevolking is bijna altijd gegroeid, maar de sterkte of snelheid waarmee onze bevolking uitdijde is niet altijd hetzelfde geweest. Aan het begin van de achttiende eeuw telde de aarde 650 miljoen mensen (Lenoir, 2012) en de groeisnelheid, genomen over tweehonderd jaar, bedroeg indertijd ongeveer 9 mensen per minuut. Nog een berekening: in 1900 werd de aarde bewoond door 1,6 miljard mensen. In 1999 was dat aantal gestegen tot 6 miljard. Hieruit volgt een groeisnelheid van 85 mensen per minuut ofwel 1,4 mensen per seconde. In de twaalf jaren die volgden, de jaren 1999 tot 2011, is de bevolking gestegen met 1 miljard inwoners. De groeisnelheid bedroeg 159 mensen per minuut of 2,6 mensen per seconde. Over een periode van opvolgend 100 (1800 – 1900), 99 (1900 – 1999) en 12 (1999 – 2011) jaar is de omvang van onze wereldbevolking toegenomen met een inwonerstal van 9,5 miljoen, 44 miljoen en 83 miljoen nieuwe wereldburgers per jaar. Dat onze bevolkingsomvang dus bijna altijd al is toegenomen mag kloppen, maar de snelheid waarmee de wereldbevolking groeit, alsook de mate waarin de groeifactor van onze wereldbevolking groter wordt, kan zonder twijfel extraordinair genoemd worden. Het valt niet te ontkennen dat er steeds sneller steeds meer mensen rondlopen op Aarde. Deze mate waarin de wereldbevolking groeit, hangt af van de verhouding van het sterftecijfer tot het geboortecijfer. Sinds 1900

kelderden zowel het geboorte- als het sterftecijfer (Francis), maar de mate waarin het geboortecijfer daalde

was zwakker dan de mate waarin het sterftecijfer afnam (Kinder, 1998), wat zich zodoende resulteert in bevolkingsgroei. De stelling dat onze bevolking werkelijk sneller groter wordt, of zelfs explodeert, is nu beaamd. Er hoeft echter nog geen sprake te zijn van overbevolking. Of dit het geval is valt echter even goed na te trekken. Voordat we hier dieper op ingaan is het wellicht een weloverwogen idee de precieze definitie van overbevolking te boekstaven. De simpele maar concrete definitie van overbevolking die de getrouwde Paul R. Ehrlich en Anne H. Ehrlich in 1990 noemden in hun boek ‘The population explosion’ wordt tot op de dag van vandaag veelal gebruikt als indicator voor de mate van overbezetting in een gebied en vormt hierom een betrouwbare parafrase van het woord. De definitie luidt:

When is an area overpopulated? When its population can't be maintained without rapidly depleting nonrenewable resources and without degrading the capacity of the environment to support the population. In short, if the long-term carrying capacity of an area is clearly being degraded by its current human occupants, that area is overpopulated.

In dit geval kan gesteld worden dat vandaag de dag heel de aarde overbevolkt wordt; we putten onze natuurlijke bronnen uit en bijna ieder gebied op deze planeet is op een bepaalde manier afhankelijk van import. Het is het woord long-term dat deze stelling echter opponeert. Theoretisch gezien kan onze planeet op dit moment elk van haar bewoners voorzien van een zeker levensonderhoud, betreffende onder andere

HOOFDSTUK 1

Page 12: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

12

toegang tot schoon drinkwater, voedsel, schone lucht, energie en bewegingsruimte en onderdak, en het zal nog wel even duren voor de ruimte, de voorraden en de natuurlijke hulpbronnen volledig op zijn. We duiken de cijfers in.

Aan ruimtegebrek ligt het niet. Ondanks het feit dat onze aardkorst voor 70% bestaat uit water (Ward,

2003), is er op de overige 2,7 miljard hectare vasteland, statistisch gezien, ruimte genoeg voor honderden miljarden mensen; in 2013 onderzocht wetenschapsblogger Tim Urban van WaitButWhy.com hoeveel ruimte 7,1 miljard mensen zouden innemen beredeneerd vanuit verschillende bevolkingsdichtheden. Uit zijn berekeningen volgde onder andere dat de gehele wereldbevolking in Nieuw-Zeeland zou passen als de bevolkingsdichtheid zo groot zou zijn als die in Manhattan. In het geval van Manilla’s bevolkingsdichtheid zou Tunesië ruim genoeg zijn voor 7,1 miljard mensen. Aan ruimte geen gebrek, dus. Het zijn eerder de natuurlijke hulpbronnen die quota stellen aan onze wereldbevolkingsgroei. Volgens de aan Harvard University afgestudeerde sociobioloog Edward O. Wilson is de 1,4 miljard hectare aan beschikbare landbouwgrond op onze Aarde goed voor het blijvend voeden van 10 miljard mensen, zij het onder de optimale omstandigheden dat het maximale uit de landbouwgrond wordt gehaald en dat ieder van de 10 miljard wereldburgers vegetarisch eet, alsook niet meer eet dan een mens nodig heeft om te overleven (Wilson, 2002). Onze zoetwatervoorraad reikt, opnieuw beredeneerd vanuit een ideale situatie waarbij mensen niet meer water verbruiken dan nodig, tot voorbij de 9 miljard mensen, mits er gewerkt

wordt aan het nivelleren van de wereldwaterverdeling (Spitz, 2012). De afdeling Economic and Social Affairs van de VN heeft in haar jaarverslag van 2015 een verwachting van een wereldbevolkingsomvang van ongeveer 10 miljard in 2050 en van ongeveer 11,2 miljard in 2100. Bij de berekeningen zijn verschillende factoren in acht genomen, waaronder het afnemende geboortecijfer en vruchtbaarheidscijfer door de toename anticonceptie en vrouwenemancipatie, de grotere

beschikbaarheid van voedsel, drinken en materialen en de hogere gemiddelde levensverwachting (United

Nations, 2015). In onderstaande grafiek, verschenen in hetzelfde rapport, staan verschillende probabilistische projecties van de wereldbevolkingsgroei tussen 2015 en 2100.

figuur 1.1: projecties van de wereldbevolkingsgroei tussen 2015 en 2100

Page 13: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

13

OORZAKEN & OORSPRONG Een bevolkingsexplosie zoals we die sinds de laatste eeuwen meemaken vindt niet plaats zonder reden, of beter gezegd redenen. Voor een dergelijk verschijnsel zijn zowel directe als indirecte oorzaken aan te wijzen die, in sommige gevallen, hun oorsprong al vinden in de achttiende en negentiende eeuw. Zo vormde de uitvinding van de vaccinatie in 1796 het begin van de radicale verbetering van de gezondheidszorg. Vaccins tegen de griep, polio en de pokken alleen al spaarden jaarlijks ruim 25 miljoen levens (Haven, 2006). Na de vaccinatie volgde de microbe-theorie van L. Pasteur in 1860, die mensen bewust maakte van de verschillende gedaanten waarin verschillende ziekten voorkwamen. De theorie verbreedde het medisch bewustzijn volslagen en had een tot op de dag van vandaag voortdurende reeks aan medische vooruitgang en uitvindingen tot gevolg (Dawson, 2016). Mensen werden ouder, de kindersterfte nam af en het algehele sterftecijfer liep enorm terug. Een tweede oorzaak van onze huidige wereldbevolkingsgroei ligt op een heel ander vlak: ook in de landbouw worden sinds zo’n 50 jaar enorme successen geboekt die hebben gezorgd voor een verdriedubbeling van de wereldvoedselproductie (FAO, 2011). Uitvindingen en toepassingen als automatisering, kunstmest, nieuwe zaden en geavanceerde bestrijdingsmiddelen hebben in de afgelopen 50 jaar duizenden, zo niet miljoenen mensen geabstineerd van vroegtijdige sterfte door ondervoeding en malnutritie (Kinder, 1998). Een sterke bevolkingsgroei is echter niet alleen het gevolg van successen en vooruitgang. Ongeletterdheid, slecht onderwijs en het ontbreken van seksuele voorlichting in voornamelijk ontwikkelingslanden maken dat anticonceptiemethoden en de mogelijkheden tot gezinsplanning vaak onbekend zijn bij veel mensen (Mondal), en als mensen in laaggeletterde gebieden al weten van anticonceptie, dan is er vaak nog de cultuur in dat land die hen doet weigeren aan gezinsplanning te doen. In ontwikkelingslanden betekent een groot gezin meer inkomsten, bestaanszekerheid en zorg na het pensioneren en meer aanzien. In sommige landen staan jongens hoger in aanzien dan meisjes en dientengevolge komt het voor dat een gezin zich net zo lang uitbreidt tot er een jongen ter wereld is gebracht. In sommige culturen wordt anticonceptie

beschouwd als iets zondigs of is het een maatschappelijk taboe (Jackson). Uit deze laatste twee oorzaken komt al voorzichtig naar voren dat de bevolking niet overal in hetzelfde tempo groeit. Waar Europa zo’n 100 jaar geleden het centrum vormde van wereldbevolkingsgroei, zijn het vandaag de dag de landen in de periferie en de semiperiferie waar de bevolking het sterkste groeit. Het Population Reference Bureau verwacht in haar 2016 report dat India in 2050 de grootste bevolking ter wereld zal hebben: 1,708 miljard mensen. China zal volgen met een verwachte bevolking van 1,344 miljard mensen. Nigeria zal tussen 2016 en 2050 van de zevende naar de derde plaats opklimmen met een bevolking van 398 miljoen mensen. In de top tien van 2050 zullen bovendien de huidige ontwikkelingslanden Indonesië, Pakistan, Brazilië, DR Congo, Bangladesh en Egypte verschijnen (zie figuur 1.2).

figuur 1.2: wereldbevolkingsgroei van 2008 tot 2050

Page 14: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

14

Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken?

In 1943 publiceerde een psycholoog genaamd Abraham Maslow een theorie die de menselijke behoeften samenvatte in een hiërarchische ordening getiteld de piramide van Maslow. Volgens de theorie kan een persoon pas behoeften hoog in de hiërarchie bevredigen als voldaan is aan de behoeften laag in de hiërarchie (Maslow, 1943). Vandaag de dag wordt de piramide veel gebruikt voor het bestempelen van bijvoorbeeld de basisbehoeften, onder aan de hiërarchie. Zo ook in deze thesis. We gebruiken de stelling van Maslow om te bepalen waar mensen in een vollere wereld in ieder geval van voorzien moeten worden voordat we hoger opklimmen in de rangorde van menselijke behoeften. We beginnen, zoals dat hoort, onderaan bij de lichamelijke behoeften. Deze behoeften omvatten naar Maslow onder andere: voeding en water (Maslow, 1943).

VOEDSEL Voedsel houdt ons in leven, maar zo zeer het ons leven brengt, zo zaait voedsel, of het ontbreken ervan, ook dood en verderf. Heden ten dage lijden bijna 1 miljard mensen honger door oorlog, armoede, ongunstige weersomstandigheden of instabiele markten. Sterfte vóór het vijfde levensjaar wordt in 45% van de gevallen veroorzaakt door ondervoeding (United Nations World Food Programme, 2016). Hier tegenover staan 640 miljoen obesitaspatiënten, een aantal dat blijft groeien en zich niet langer alleen concentreert in centrumlanden, maar dat ook uitzet naar semiperifere landen (Tozzi, 2016). Naast dat we te veel, te weinig of niet gezond eten, is het feit dat een derde van het beschikbare voedsel überhaupt nooit geconsumeerd wordt een laatste probleem rondom het wereldwijde voedselvraagstuk (United Nations World Food Programme, 2016). De manier waarop we ons voedsel op dit moment verdelen levert ons aan de ene kant dus tekorten, en aan de andere kant overschotten en doordraaiing op. Ook voor de natuur heeft ons huidige voedselpatroon negatieve gevolgen: van de 24 ecosystemen die wij op aarde kennen zijn er nu al 15 gedegradeerd met als gevolg verwoestijning, het afnemen van het aantal hectare tropisch regenwoud en de biodiversiteit, leeggeviste zeeën, erosie en watervervuiling (Millenium Ecosystem Assesment, 2005). Overproductie is verantwoordelijk voor het groter worden van de veestapel. (FAO, 2006) Gaan we zo door, dan zal onze wereldbevolking binnen decennia enerzijds ondervoed, anderzijds overvoed zijn en onze natuurlijke hulpbronnen flink aangetast. Tussen nu en 2050, wanneer de Aarde naar verwachting bewoond zal worden door meer dan 9 miljard mensen, stijgt de voedselvraag, door de grotere dagelijkse voedselinname en het grotere aantal eters, met minstens 70%, exclusief de toenemende vraag naar biobrandstoffen. (FAO, 2009). Het tegemoet kunnen komen aan deze toenemende en veranderende vraag is, zo stelt de Food and Agriculture Organization in haar rapport van 2009, voor 10% afhankelijk van het uitbreiden van de landbouwgrond en voor 90% afhankelijk van intensivering van de landbouw. We gaan kijken hoe en of dit mogelijk is. Zoals al werd gesteld in deelvraag 1 is er aan ruimte geen gebrek op Aarde. Theoretisch gezien kunnen aanzienlijke lappen grond op onze grond geconverteerd worden naar landbouwgrond (zie figuur 2.1). Echter, de werkelijkheid is anders: veel van het converteerbare land dient een ecologisch cruciale functie die bij convertering verloren zou gaan en het grootste deel van het converteerbare land ligt in Latijns-Amerika en in de Sub-Sahara, waar de mate van infrastructuur en dus de mogelijkheid tot grootschalige landbouw beperkt is. Hieruit volgt een maximale uitbreiding van 5%, of 70 miljoen hectares, van de landbouwgrond in 2050 (FAO, 2009).

HOOFDSTUK 2

Page 15: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

15

figuur 2.1: mogelijkheden tot uitbreiding van de landbouwgrond

Hieruit volgt het belang van intensivering van de landbouw, voor minstens 90% verantwoordelijk voor de wereldvoedselvoorziening in 2050. We moeten onze voedselproductie zo regelen, dat we meer kunnen produceren gebruik makend van de huidige oppervlakte landbouwgrond. Op drie manieren kunnen we hiervoor zorgen. Ten eerste kunnen we proberen de dagelijkse consumptie van de mens te reduceren in gebieden waar dat mogelijk is. In de Verenigde Staten ligt de dagelijkse calorie-inname op 3,770 kcal waar de dagelijks aanbevolen hoeveelheid calorieën tussen de 2000 en 2600 kcal ligt. De Verenigde Staten is niet het enige land waar de calorie-inname te hoog ligt; de gemiddelde dagelijkse calorie-inname in centrumlanden ligt op 3,420 kcal (FAO, 2015). Doen we iets aan overconsumptie en obesitas, dan scheelt dat ons in 2050 6% aan overmatige voedselproductie (World Resources Institute, 2014). Even goed is het nuttig voedselverspilling zoveel mogelijk tegen te gaan. Dit zou ons in 2050 ruim 20% aan overmatige voedselproductie schelen. We kunnen voedselverspilling tegengaan op allerlei creatieve manieren zoals verplichte afvalscheiding, het verkopen van ‘lelijke’ groenten en fruit in supermarkten, het verkopen of distribueren van overgebleven voedselpartijen, kliekjes en etensresten aan derden, campagnes en het eerlijker weergeven van houdbaarheidsdata (Foodtank, 2015). Als laatste kunnen we ernaar streven de

overmatige consumptie van dierproducten terug te brengen. Inname van dierproducten is tot op zekere hoogte gezond en het levert de markt veel op, maar de meeste mensen eten en drinken te veel dierproducten en voor het milieu is dit extreem schadelijk. Een veganistisch dieet produceert 2,5 keer minder broeikasgassen dan een carnivoor dieet (Climate Change, 2014). Veel land dat in gebruik is voor veeteelt kan gebruikt worden voor vleesvervangende tuinbouw. Dit is beter voor het milieu en het levert ons meer voedsel op (World Resources Institute, 2014). Er vanuit gaand dat het onmogelijk is om meer dan 10 miljard mensen te dwingen tot een vegetarisch dieet, is het wellicht interessant om

initiatieven als kweekvlees in het achterhoofd te houden

figuur 2.2: verticale landbouw

Page 16: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

16

Een tweede manier is te zorgen dat er meer voedsel geproduceerd kan worden zonder dat hiervoor meer grond nodig is. Dit kan op heel veel manieren gebeuren, veelal op manieren van technologische aard, te beginnen met smart farming: we kunnen meer produceren door bijvoorbeeld te investeren in betere landbouwmachines, door onderzoek te doen naar grondsoorten en de zaden die hier het beste bij passen of door ons te keren tot ietwat futuristisch ogende landbouwwijzen. Zo zou verticale landbouw (figuur 2.2) zomaar de toekomst kunnen worden (Despommier, 2010) en ook zeebouw, het in de zee verbouwen van groenten, fruit en kruiden, zou kunnen zorgen voor een hogere voedselproductie (McEachran, 2015). De zee vormt sowieso een bron van voeding die we nog niet volledig en efficiënt gebruiken. We zouden onze aquacultuur kunnen intensiveren door ons sterker te focussen op duurzame visfokkerij (World Ocean Review, 2013). Het fokken van vissen kost veel minder energie en voeding dan het fokken van vlees. Nog minder kost het om insecten te fokken. Insecten zijnde agriculturele producten zijn goed voor de gezondheid van de mens en zijn stukken minder schadelijk voor het milieu dan vlees (FAO, 2013). Genetische manipulatie kan ons helpen betere zaden te produceren die sneller en gezonder of resistenter groeien en zodoende meer opleveren (World Resources Institute, 2014). Als laatste kunnen we de oogstintensiteit van beschikbare landbouwgrond proberen te verhogen door te investeren in hoogwaardige irrigatie, slim te planten, de grondkwaliteit te verbeteren of door de oogst te versnellen door mechanisering, zodat er snel weer opnieuw geplant kan worden (Sinha, 2016). Ten derde kunnen we ervoor proberen te zorgen de impact van de voedselproductie op het broeikaseffect zo miniem mogelijk blijft. Dit levert ons in eerste instantie niet per se meer voedsel op, maar het houdt onze planeet wel leefbaar en geschikt voor landbouw. Geen pogingen tot het verminderen van het broeikaseffect zal in 2050 tot gevolg hebben dat 30% van de totale uitstoot van broeikasgassen veroorzaakt wordt door agricultuur (Tubiello, et al., 2014). In 2014 was dit percentage 9% (US Environmental Protection Agency , 2014). Hier zijn vooral de rijstproductie en de veeteelt verantwoordelijk voor. Het voeden en cultiveren van vee is goed voor 65% van de CO2-uitstoot als gevolg van agricultuur (FAO, 2013). De effecten van een milieuvriendelijker, gezonder dieet voor vee zouden dan ook duidelijk merkbaar zijn. Rijstbouw, verantwoordelijk voor een uitstoot van 20 tot 100 miljoen ton methaan op jaarbasis (IPCC, 1996), zouden we kunnen verduurzamen door beter water-, restproduct- en grondmanagement (World Resources Institute, 2014). Als laatste is het zeer belangrijk het gebruik van kunstmest en pesticiden zoveel mogelijk te reduceren, omdat dit de bodem en het water flink kan beschadigen en degraderen (Elliot, 2015).

DRINKEN Waterschaarste is volgens de EU een van de grootste problemen waar de wereldpolitiek mee te maken heeft (Jardine, 2011). Vandaag de dag is watertoegang voor 1,1 miljard mensen niet vanzelfsprekend, en ruim 2,7 miljard mensen hebben minstens één maand per jaar gebrek aan water. Elk jaar sterven meer 2 miljoen mensen, vooral kinderen, aan watergerelateerde ziekten als diarree (WWF, 2014). Doen we niks aan ons watermanagement, dan is water in 2050 een probleem voor 52%, zo’n 4,8 tot 5 miljard mensen van de wereldbevolking (IFPRI, 2013). Waterschaarste kent verschillende oorzaken. Overmatig watergebruik is er een van. 43% van het beschikbare grondwater wordt gebruikt in de landbouw en de veeteelt. Ongeveer 70% hiervan wordt verspild (The Economist, 2008). Daarbovenop komt een waterverbruik van 300 tot 400 liter per persoon per dag (USGS, 2016) en ook bij stadsbesturen schiet zuinig watermanagement er nogal weleens in. Las Vegas bijvoorbeeld, gelegen in de kurkdroge Nevada-woestijn, verbruikt meer water dan elke andere Amerikaanse stad (Holthaus, 2014). Een tweede oorzaak is watervervuiling. Vervuild water is de oorzaak van de meeste watergerelateerde ziekten en is verantwoordelijk voor een dagelijkse sterfte van 300 kinderen. In Amerika is 40% van het water niet meer geschikt voor drinken, zwemmen of aquatisch leven. Watervervuiling ontstaat doordat bedrijven 70% van hun afval in het water dumpen. Jaarlijks groeit de plastic soep met zo’n 7 miljard kilogram aan afval. Schadelijk voor het water zijn ook cruiseschepen, nucleair afval en olierampen (Rinkesh). Verder bemoeilijken conflict, afstand en soms de politiek de toegang tot water. Waterbronnen die in een onveilig gebied staan, kunnen niet gebruikt worden. Soms ligt een waterbron te afgelegen voor gebruik en een dictatoriaal regime dat het water slechts beschikbaar stelt voor een selecte groep mensen kan zich resulteren in een dorstige bevolking. Als laatste is er nog

Page 17: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

17

aanhoudende droogte, een verschijnsel dat door klimaatverandering steeds vaker voorkomt, die waterschaarste veroorzaakt (UN, 2006). Deze oorzaken geven een goed beeld van waaraan gewerkt moet worden, willen we de waterschaarste niet verder laten oplopen in de toekomst. We gaan kijken naar een menu van oplossingen die waterschaarste tegengaan en eventueel inperken. Overmatig watergebruik in de landbouw wordt voornamelijk veroorzaakt door gebrekkige irrigatiesystemen. Een approximatieve 40 tot 60% van het water dat in omloop is in irrigatiesystemen,

wordt verspild (ICID, 2012). Van de totale hoeveelheid water in omloop komt zeker 20% uit niet-hernieuwbare, en dus niet-duurzame bronnen (Wada, van Beek, & Bierkens, 2012). In figuur 2.3A is te zien waar waterverspilling zich bepaaldelijk concentreert en in welke mate het voorkomt. We zien dat India en Pakistan de koplopers zijn, op de voet gevolgd door het westen van de Verenigde-Staten, Zuid-Europa en Noord-China. Figuur 2.2B – het gebruik van niet-hernieuwbare bronnen voor irrigatie – sluit mooi aan bij deze kennis. De gemarkeerde gebieden zijn verantwoordelijk voor een enorm waterverbruik en zouden, vooral in de toekomst, wanneer de voedselvraag en daarmee de watervraag stijgt, baat hebben bij zuiniger irrigatiesystemen, te denken aan bijvoorbeeld druppelirrigatie, waarbij het water

druppelsgewijs aan de plant wordt toegediend. Druppelirrigatie kost 30 tot 70% minder water dan normale irrigatie en kan leiden tot 20 tot 90% meer oogst (Revenga, 2000). Er zijn andere manieren waarop we ervoor zorgen dat het watergebruik in de landbouw en veeteelt afneemt. De cultivering van dorstige gewassen zoals rijst en suiker kost veel water, al helemaal wanneer deze gewassen verbouwd worden in gebieden waar het gewas normaliter niet voorkomt (Clay, 2004). Een overstap naar minder dorstige gewassen als tomaten, pompoenen, meloenen en bonen – bonen kunnen zelfs groeien in aride zones! – (Scott, 2011 ) op de juiste plek, kan wereldwijd jaarlijks miljoenen, zo niet miljarden liters water schelen. Ook de productie van vlees, of eigenlijk, bovenal de productie van vlees kost veel water. Het produceren van een kilogram varkensvlees kost zo’n 6 duizend liter water. Deze hoeveelheid zoetwater (in dit geval 6 duizend liter) die gebruikt wordt voor de productie van een bepaalde hoeveelheid van een product (in dit geval vlees) noemen we de watervoetafdruk (Ecolife, WWF, & Velt Voluit). Schapenvlees vergt ongeveer 9 duizend liter en een kilogram rundvlees vereist bijna 15,5 duizend liter water (Hoekstra, 2012). In acht nemend dat één mens jaarlijks gemiddeld 41,3 kilogram aan vlees en 83 kilogram aan zuivelproducten consumeert – in 2030 liggen deze cijfers naar schatting rond de 45,3 en 90 kilogram (FAO, 2015) –, zou een minder dierproduct-rijk dieet niet onwelvoeglijk zijn. De productie van vleesvervangende producten zoals bonen zou veel water besparen (Hoekstra, 2012). Het water dat we besparen, kan geïnvesteerd worden in andere praktijken; eenzelfde hoeveelheid water levert in de industrie 70% meer op dan in de landbouw (Revenga, 2000). Ten tweede is er het overmatige watergebruik door gezinnen en stadsbesturen. ‘Slechts’ 10% van het totale waterverbruik komt van huishoudens, maar juist op dit snijvlak is waterbesparing het beste mogelijk.

figuur 2.3: wereldwijd waterverbruik

A

B

Page 18: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

18

Een minimum van 25 liter water is nodig om tegemoet te komen aan de dagelijkse behoeften van de mens, en toch verbruikt de gemiddelde mens dagelijks ruim tien keer zoveel water. Campagne om mensen bewust te maken van zuinig waterverbruik kan al duizenden liters water per persoon schelen. Afval door het toilet spoelen, de kraan aan laten staan tijdens het tandenpoetsen, vaak in bad gaan, lang douchen, en kleding vaak en heet wassen lijken voor veel mensen misschien onschuldige toevoegingen aan het dagelijkse waterverbruik, maar het matigen van deze zaken heeft op grote schaal en op de lange termijn een enorme impact (Danielsson, 2010). Daarnaast helpt het onzuinige huishoudelijke apparaten te vervangen door hun zuinige vervanger. Het doortrekken van een toilet geproduceerd na 1994 kost ongeveer 6 tot 10 liter water. Moderne toiletten gebruiken nog maar 4 tot 5 liter en er bestaan zelfs toiletten waarbij het watergebruik tussen de 0 en 1 liter ligt. Naast duurzame toiletten komen er langzaamaan ook duurzame douchekoppen, vaatwassers, wasmachines en kranen op de markt, die relatief weinig water gebruiken.

Ten derde heeft watervervuiling doordat bedrijven hun afval lozen in water, tot gevolg dat veel water onbruikbaar is geworden. Water dat vervuild is met chemisch afval is niet te drinken, bijvoorbeeld. Een strikte regelgeving op het gebied van afvallozing kan voorkomen dat de plastic soep groter wordt, en projecten als die van de 22-jarige Nederlander Boyan Slat kunnen helpen de plastic soep zelfs te verkleinen. Zijn project, The Ocean Cleanup, maakt gebruik van de zeestromen om plastic in de zee op te vangen: een net wordt zo geplaatst dat dit al het plastic op kan vangen dat met een zeestroom meegevoerd wordt (zie figuur 2.4A). Deze passieve, energie-neutrale en goedkope opruim-methode, waarbij de oceaan zichzelf in feite schoonmaakt (zie figuur 2.4B), kan er volgens berekeningen in 10 jaar voor zorgen dat 50% van het afval in de oceaan verzameld wordt (The Ocean Cleanup, 2016). Ook vervuilde meren kunnen schoongemaakt worden. Veel van de wijzen waarop dit gedaan kan worden, zijn milieuonvriendelijk of erg duur, maar er bestaan duurzame methoden: bioremediatie is een proces dat gebruik maakt van micro-organismen die van nature voorkomen in de grond. Deze micro-organismen eten de verontreinigde deeltjes in het water op, waardoor het water schoon

achterblijft. Dit proces kan maanden, zo niet jaren in beslag nemen, maar het is goedkoop, natuurlijk en zeer efficiënt. Ditzelfde geldt voor fytoremediatie, waarbij planten en bomen in of bij een meer worden geplaatst opdat de wortels chemicaliën opnemen zoals ze voedingsstoffen opnemen. De planten zetten de chemicaliën om naar zuurstof middels fotosynthese en het water wordt stukje bij beetje schoner. Een laatste manier om vervuild water te reinigen is aan de hand van drasland. Drasland is in staat vervuilde deeltjes en chemicaliën uit vervuild water te filteren en het vormt zodoende een goedkope, natuurlijke en efficiënte reinigingswijze. Ook reiniging door middel van drasland kan maanden tot jaren duren (SDWF). Geen toegang tot water door conflict, afstand of politiek kent alleen beleidsmatige oplossingen. Een overheidsinstantie of vredesorganisatie kan proberen conflicten op te lossen, te onderhandelen met een dictator of waterbronnen aan te leggen waar dat mogelijk en gewild is.

B

A

figuur 2.4: een weergave van The Ocean Cleanup

Page 19: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

19

Hoe gaan we om met een grotere wereldbevolking op het gebied van huisvesting

In 2014 woonde 54% van de wereldbevolking in urbane regio’s (UN, 2014). Dit percentage, zo verwachten de Verenigde Naties, zal met het verstrijken van de tijd alleen maar stijgen. Met het huidige urbanisatietempo van 1 miljoen mensen per week zal in 2050 66% tot 75% van de wereldbevolking in steden wonen. Een overwegend urbane bevolking heeft voordelen: steden zijn goed voor de economie van een land, mensen worden er beter gefaciliteerd en het leven is er moderner en internationaler. Maar aan de urbanisatie kleven ook nadelen. Van de 54% die in 2014 in steden woonde, woonde 22% (863 miljoen) in sloppenwijken (Population Reference Bureau, 2014) (UN-habitat, 2013). In 2050 zal de sloppenpopulatie naar verwachting rond de drie miljard (31,5%) liggen. Het groeien van sloppenwijken wordt veroorzaakt door het onvermogen van steden zich aan te passen aan de veranderende, groeiende urbanisatiegraad. Er ontstaat een woningschaarste en mensen komen terecht in dichtbevolkte, primitieve, onhygiënische en slecht gefaciliteerde sloppenwijken. Grote steden rijk aan dergelijke wijken zijn daarnaast niet in staat natuurrampen als overstromingen, orkanen en aardbevingen te weerstaan. Neem hierbij in acht dat de meeste megasteden (steden met meer dan 10 miljoen inwoners) bovendien in natuurlijke gevarenzones liggen. In figuur 3.1 zijn de 22 belangrijkste megasteden (Spohner & Kraas, 2002) weergeven in een kaart die de natuurlijke gevarenzones laat zien (Amante & Eakins, 2011). De groen gemarkeerde gebieden laten cycloongevaar zien en de geel gemarkeerde gebieden aardbevingsgevaar. We zien dat veel megasteden in een groen of geel gebied liggen.

Verder groeit met de steden de criminaliteit en de massale leegloop van het platteland heeft enerzijds werkloosheid in steden tot gevolg en anderzijds een overschot aan werk en een daling in de voedselproductie (Parikh, 2013). Tot slot is de impact van steden op het milieu nog een punt van aandacht. Jaarlijks sterven 1.2 miljoen mensen aan vervuilde gassen uitgestoten in steden. Hierbij gaat het vooral om uitstoot door verkeer (WHO, 2016). De totale uitstoot van broeikasgassen wordt voor 5% veroorzaakt door alleen al de omvorming van natuur naar stedelijk gebied (Seto, 2016). Om de stad van de toekomst leefbaar te houden, weten we dus hoe deze ingericht moet worden. Als in enkele decennia de wereldbevolkingsomvang alsmede de urbanisatiegraad hoger ligt, is het belangrijk dat steden zowel veel mensen als natuur aankunnen. We gaan ons een voorstelling maken van de mogelijke

figuur 3.1: natuurlijke gevarenzones en 22 megasteden

HOOFDSTUK 3

Page 20: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

20

stad van de toekomst. Hierbij kijken we naar verschillende planologische zaken/verbeterpunten, zijnde duurzaam wonen, feitelijke bouw, faciliteitenaanbod, ruimtelijke inrichting en infrastructuur.

DUURZAAM WONEN Hoe groter een bevolking wordt, hoe meer huizen er nodig zijn. Hoe rijker een bevolking wordt, hoe groter de vraag naar luxe huizen. Vanaf 2050 moeten er dus meer en beter voorziene huizen komen. Voor de economie is dit goed: de bouw van honderd huizen kost in de VS grofweg 20 miljoen dollar (eenmalig). Hierop volgend leveren deze huizen jaarlijks zo’n 10 miljoen dollar op. 100 huizen zijn daarnaast goed voor 85 banen met een gemiddeld loon van 34,995 dollar (Jud, 2006).

figuur 3.2: een voorbeeld van een ecologisch verantwoorde woning De impact van huizenbouw op het milieu is echter van een andere orde. De bouw, het gebruik en de sloop van huizen is niet bevorderend voor de bodem, de biodiversiteit, het water en de lucht, en de natuurlijke hulpbronnen (Janjic, 2014). We moeten er derhalve ook voor zorgen dat onze huizen duurzaam zijn. Dit kan voor elkaar gekregen worden op verschillende, gemakkelijke manieren. Het belangrijkste is dat huizen goed geïsoleerd en afgesloten zijn om warmte en kou vast te houden wanneer nodig. Een slecht geïsoleerd huis doet de waarde van zonnepanelen volledig teniet. Als 60% van de ramen van een huis op het zuiden gericht zijn, dalen verwarmingskosten met wel 25%. Een goed zonweringssysteem kan in de zomer de kosten van airconditioning besparen (Reynolds). Het vervangen van alle lampen in huis door LED-lichten kan 5% schelen op de energierekening en zonnepanelen kunnen een huis voor 55% voorzien van energie. Sensoren in plaats van schakelaars maken dat er nooit meer wordt verbruikt dan nodig is. Als een sensor meet dat er geen mensen in een ruimte zijn, kan het licht en de verwarming of airconditioning uit. Als een sensor in een kraan geen beweging signaleert, is een waterstroom onnodig. Een duidelijk overzicht van het energieverbruik, dat tevens laat zien wat er veranderd kan worden/minder kan, maakt mensen bewust van hun consumptiepatroon (Oey, 2012). Waterzuinige apparaten, afvalscheiding en recycling zijn andere maatregelen die de energierekening naar beneden kunnen brengen en huizen energie-neutraal kunnen krijgen (Pajor, 2013). Als laatste geldt dat hoe

Page 21: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

21

kleiner een huis, hoe milieuvriendelijker (Gabriella, 2014). Daarnaast is een klein huis goedkoper, efficiënter en vereist het minder onderhoud. Van kleine huizen passen er meer in een urbane regio. De behoefte naar meer woonruimte naarmate het inkomen stijgt kan mogelijk gecompenseerd worden met efficiënt ingerichte woonruimte in het centrum, met veel parken en faciliteiten in de buurt.

FEITELIJKE BOUW We hebben nu een beeld van het huis van de toekomst. De opgave nu is om dit huis in honderd- zo niet duizend- of miljoenvoud te verwerken in een urbane regio. Hierbij komen namelijk tal van zaken kijken: huizen en gebouwen moeten natuurrampen kunnen weerstaan, buurten moeten veilig zijn, het moet allemaal passen binnen een urbane regio en de gebouwen en huizen moeten efficiënt en duurzaam gebouwd worden. We zien dat urbanisatie heden ten dage resulteert in het ontstaan of uitbreiden van suburbane regio’s zoals voorsteden, buitenwijken en sloppenwijken. Dit is op zich geen positief verschijnsel: milieuwetenschappers aan de Berkely Universiteit in Californië hebben in een studie aangetoond dat buitenwijken meer broeikasgassen uitstoten dan binnensteden zelf, onder andere te wijten aan reistijd naar de stad of naar faciliteiten, consumptiepatronen en woonruimte (Zolfagharifard, 2014).

Rekening houdend met de natuur is hoogbouw dus een realistische methode om veel huizen op een klein gebied te plaatsen. Er bestaan verschillende initiatieven voor duurzame hoogbouw: de Bank of America Tower en de Hearst Tower (beiden NYC, VS) zijn gebouwd van gerecycled materiaal. De Pearl River Tower (Guangzhou, China), de World Trade Center Towers (Manama, Bahrain) en de Dynamic Tower (Dubai, VAE) zijn ingevolge hun dynamische, wind-vangende vorm in staat direct elektriciteit te genereren door middel van windenergie. De Lighthouse Tower (Dubai, VAE) kan dit ook, maar is daarnaast uitgerust met 4000 onopvallend geplaatste zonnepanelen op het zuiden. Dit gebouw verbruikt hierdoor 65% minder milieuonvriendelijke energie en het waterverbruik ligt 40% lager. De CIS

Tower (Manchester, Engeland) produceert zelfs 10% meer energie dan het nodig heeft, te danken aan 7000 zonnepanelen en 24 windturbines. Het 340 on the park-gebouw (Chicago, VS) is een gebouw met binnenhuis-tuinen waar groenten en fruit verbouwd kunnen worden. Alle bovengenoemde gebouwen zijn uitgerust met een groot bassin dat regenwater op kan vangen. Voor inspiratie voor schokbestendige hoogbouw kijken we naar aardbevingsgevoelige landen als Japan, het op drie breuklijnen gelegen land dat jaarlijks te maken heeft met zo’n 1500 aardbevingen. Ondanks deze hoge seismische activiteit, houden de meeste Japanse gebouwen zich redelijk staande. Schokbestendige bouw komt voor in verschillende gedaanten: gerasterde stalen constructies die tegen een gebouw rusten, stabiliseren de beweging van het gebouw in het geval van een aardbeving, funderingen van gewapend beton in rastervorm diep in de grond verstevigen hoge gebouwen – daar geldt dat hoe hoger een gebouw, hoe instortingsgevoeliger indien de fundering niet diep de grond in gaat –, dikke rubberen, schokabsorberende pilaren in de fundering zorgen ervoor dat het gebouw niet meebeweegt met het aardoppervlak, diezelfde pilaren vergroten de elasticiteit van een gebouw wanneer zij het gebouw doorsteken en computergestuurde contragewichten bovenin het gebouw reduceren tijdens een aardbeving de afstand tussen de onderkant en bovenkant van een gebouw. Veel van deze schokreductiemethoden zien we terug in onder andere de Tokyo Skytree (Tokio, JP), de Taipei 101 (Taipei, Taiwan) en de Canton

figuur 3.3: windturbines in de Pearl River Tower

Page 22: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

22

Tower (Guangzhou, China). Vuurbestendige materialen en splinterbestendig glas verkleinen de schade van een aardbeving.

FACILITEITENAANBOD Het is logisch aan te nemen dat hoe meer mensen leven in een gebied, hoe meer faciliteiten als parken, eetgelegenheden, clubs, winkels, ziekenhuizen, scholen en kantoren er nodig zijn, uitgaand van een lineair verband. Dit zou betekenen dat de bezettingsgraad van deze faciliteiten in de toekomst nog altijd niet hoger ligt dan vandaag de dag en dat urbane faciliteiten dus geen volledige efficiëntie genieten. Waarheid is echter dat de verhouding mensen/faciliteitenvraag uitgaat van een allometrisch verband: in een onderzoek toont natuurkundige en hoogleraar aan het Santa Fe Insitute, Geoffrey West, aan dat hoe groter een stadsbevolking, hoe minder faciliteiten er nodig zijn. Zo kwam hij erachter dat bij een verdubbeling van een urbane bevolking in welke stad dan ook, het aantal tankstations, elektriciteitskabels en het aantal kilometers weg slechts steeg met 85%. Met de groei van een stad stijgt dus de efficiëntie. West liet zich hierbij inspireren door de allometrische wetmatigheid van het dierenrijk: hoe groter een dier is, hoe minder energie nodig is om een gram weefsel of een cel te voeden (West, 2011). Deze informatie is essentieel voor de inrichting van steden en de besparingen die hierbij gedaan kunnen worden. Een hogere efficiëntie betekent immers minder kosten en een grotere duurzaamheid (Borza, 2014). Het mag duidelijk zijn dat en hoe (West, 2011) het aantal faciliteiten in de toekomst gaat veranderen. We kunnen echter ook nagaan wat er gaat veranderen aan de faciliteiten in steden zelf. Stedelijke groenvoorziening in de vorm van parken, bijvoorbeeld, gaat waarschijnlijk een veel prominentere rol innemen in de ruimtelijke inrichting, daar hoogbouw maar weinig ruimte over laat voor privétuinen en omdat de behoefte naar groen, sereniteit en schone lucht stijgt naarmate een stad groter en drukker wordt. In een betonnen en stenen omgeving kan zelfs gesteld worden dat natuur van groot belang is voor het geluk van de stadsbewoner en voor het schoonhouden van de lucht: gezonde bomen helpen bij de afvoer van regenwater, nemen luchtvervuilende deeltjes en CO2 op, bieden schaduw op hete dagen en herbergen warmte op koude dagen. Voor de gezondheid van de stad en haar stadsbewoners kunnen we stellen dat parken altijd op maximaal 30 minuten loopafstand, dus op zo’n 2 tot 3 km, van welke plek in de stad dan ook mogen liggen. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan het recht van de mens om natuur altijd tot de beschikking te hebben, wordt de fysieke activiteit van de mens bevorderd, oogt een stad groen en divers en wordt het gebrek aan tuinen gecompenseerd. Van elke open ruimte in de stad kan een park worden gemaakt, en als er niet genoeg ruimte is, is er altijd nog de optie parken verticaal aan te leggen: een park dat meerdere verdiepingen telt, waarbij iedere verdieping eventueel nog een ander ecosysteem of een

figuur 3.4: een schematische weergave van een schokbestendig gebouw. De opgave nu is om schokbestendige bouwwerken te fuseren met duurzame hoogbouw. Zodoende creëren we gebouwen die in de toekomst capabel zijn niet alleen meer mensen, maar ook het milieu en het gevaar voor milieurampen te

kunnen dragen.

Page 23: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

23

andere functie vertegenwoordigt. Omdat parken in de toekomst de privétuinen waarschijnlijk grotendeels gaan vervangen, moeten zij ook andere/meer functies gaan dienen. Een park dat voorzien is van bijvoorbeeld kiosken en eettentjes, een gemeenschappelijke oogsttuin, gratis cursussen in bijvoorbeeld yoga of schilderen, natuureducatie, bankjes, een grote variëteit aan groen, studiemogelijkheden in de openlucht, een speeltuin en een hondenveldje, zou perfect tegemoetkomen aan de behoeften van de drukke, tussen muren opgesloten stadsbewoner (Kent). Niet alleen parken zullen een hervorming waarnemen: door de toename van online winkelen zullen tastbare winkels afnemen in populariteit. Bij online winkelen komt geen diefstal kijken, de klant heeft meer tijd en mogelijkheden bij het winkelen, er is geen sprake van overbevoorrading en producten kunnen beter aangepast worden aan de wensen van de klant. Echter, de zintuiglijke aard van de mens, en diens behoefte om contact te hebben met een fysieke winkel of een fysiek product, maakt dat winkels waarschijnlijk niet zullen verdwijnen. De winkels die nog overblijven, zullen stochastisch voorkomen in de gedaante van gespecialiseerde niche-ondernemingen waarvoor de drempelwaarde relatief hoog ligt (Ogden-Barnes, 2011). Als laatste kijken we nog naar de verandering van het werkleven: hoe zien onze werkplekken er in de toekomst uit? Wat voor soort ondernemingen runnen we? Waar werken we zoal? Economen aan Oxford University Dr. Carl Frey en Dr. Michael Osborne voorspellen in een onderzoek dat 40% van de huidige banen in 2050 niet meer zal bestaan, te wijten aan automatisering (Frey & Osborne, 2013). Deze 21ste -eeuwse industriële revolutie zal duidelijk zichtbaar zijn: banen in de productie en de zware industrie, die bovendien milieuonvriendelijk zijn, zullen verdwijnen. Banen die draaien om menselijk contact, creatief denken of IT – allemaal banen die in teken staan van de verbetering van niet de welvaart, maar het welzijn van de mens – zullen floreren (Seager, 2016). Deze banen vallen onder de footloose industry en passen hierom goed in dichte, urbane regio’s. Sterker nog, veel van deze banen vereisen niet eens een kantoor of werkplek: telewerken – werken op een zelf verkozen plek – is even goed mogelijk en dit scheelt kantoorruimte, woon-werkverkeer en het voorkomt de vorming van arbeiderswijken (Zillman, 2012). Kortom: de werkvloer van de toekomst is flexibeler. Door automatisering, en ook door globalisering (mensen werken gewoon aangepast aan de tijdzone die hen aangaat) is 9 tot 5 werken niet meer nodig. Kantoren en office cubicles worden vervangen door openbare studieplekken – maak hieruit op dat studieplekken dus volop aanwezig moeten zijn in de toekomstige stad – en thuiswerken.

RUIMTELIJKE INRICHTING We zijn aangekomen bij het voorlaatste planologische vraagstuk, betreffende ruimtelijke inrichting. Want nu we alle voorzieningen en gebouwen los hebben bekeken, kunnen we ons afvragen hoe we deze zaken verwerken in een stad. We hebben de puzzelstukjes en het enige wat ons nog rest is het leggen van de puzzel zelf. Kheir Al-Kodmany, professor aan Illionois University, ziet hoge gebouwen en wolkenkrabbers als individuele, verticale stadsbuurten en beredeneert dat hoge gebouwen hierom multifunctioneel moeten zijn: in een gebouw moet ruimte zijn voor verschillende soorten appartementen, kantoren, winkels, hotels, groenvoorziening en andere aangelegenheden. Voordelen hiervan zijn de afname van afstand tot in ieder geval de essentiële faciliteiten, het efficiënte, geringe ruimtegebruik, de voortdurende bezetting van een gebouw – gebouwen met alleen woningen staan elke werkdag leeg van 9 tot 5 terwijl in multifunctionele gebouwen continu activiteit plaatsvindt –, de mogelijkheid om van de wieg tot aan het graf in een gebouw te blijven wonen en de duurzaamheid: warmte die in het ene deel van het gebouw vrijkomt als restproduct, kan in een ander deel van het gebouw weer benut worden (Al-Kodmany, 2015) (Buildings, 2009). Zoomen we verder uit, dan worden we echter geconfronteerd met het tamelijk logische probleem dat stedengroei vooral plaatsvindt in reeds bestaande steden waarvan het centrum al decennia, zo niet eeuwen lang bestaat. Deze stadskern is om verschillende redenen, zoals culturele redenen, niet veranderlijk. We mogen dan wel van alles hebben bedacht om de stad in de toekomst leefbaar te houden, in de stad zal niet veel ruimte zijn voor verandering. Om de stad heen, echter, wel, zo bedachten architectuurstudenten aan de Technische Universiteit Eindhoven Rik de Bondt, Joep Worms, Jasper Brus en Lisa Timmers. De studenten wonnen dit jaar de eerste prijs voor hun bijdrage aan de Eindhoven Metropolis Challenge: Cortex. Dit is een idee dat uitgaat van een omlijning van nieuwe hoogbouw rondom een oude stadskern.

Page 24: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

24

Zo hoeft aan de stadskern zelf niets veranderd te worden, maar blijft innovatie en nieuwe, efficiënte stedenbouw in de buurt. De omlijning vervangt de uitgestrekte buitenwijken op uiteindelijk grote afstand van het stadscentrum en vormt de strakke, duidelijke grens tussen urbane grond en wilde natuur. De omtrek van nieuwbouw bestaat uit enkele rijen flats die ieder hun eigen wijk vormen en gefaciliteerd zijn zoals eerder dit hoofdstuk beschreven, maar die toch allemaal deel uitmaken van de grote stad en allemaal dicht bij elkaar zijn. Het idee maakt steden compacter en efficiënter, en het verlies aan ruimte of oude gebouwen is minimaal (Cortex, 2016).

figuur 3.5: een weergave van Cortex

INFRASTRUCTUUR Het project Cortex brengt ons bij het laatste onderdeel van dit onderwerp: infrastructuur. Een smalle ring van nieuwbouw om een stad heen levert namelijk een heel overzichtelijk infrastructuurnetwerk op in bijvoorbeeld de vorm van een wiel met spaken. In dit netwerk is elk punt in de stad goed bereikbaar. Zie de zwarte strepen op figuur 3.6 als verbindingen, die allemaal naar elkaar, maar ook naar een centraal punt

in een stad leiden. Naast deze grote verbindingen bestaan natuurlijk nog kleinere, minder vooraanstaande verbindingen. Het zou kunnen gaan om ondergrondse verbindingen, treinverbindingen, grote, door wind aangestuurde fietstunnels of om snelwegen voor zelfsturende, hybride auto’s (Cortex, 2016). Een andere vervoersmogelijkheid is de door Elon Musk (CEO van Tesla) bedachte hyperloop: een systeem van bijna luchtledige

figuur 3.6: een mogelijk infrastructuurplan voor Cortex

Page 25: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

25

buizen die vervoerscapsules in zeer korte tijd van A naar B kunnen schieten door de werking van luchtdruk en vacuüm (Musk). bedenk dat vooral de laatste vervoersoptie niet alleen goed dient als stadsvervoer, maar ook kan dienen als een snel, duurzaam vervoersmiddel over grotere afstanden, dus tussen verschillende steden, regio’s of landen (Hyperloop, 2016). Initiatieven als de hyperloop vormen een goede vervanger van de huidige, milieuonvriendelijke transportmiddelen als vliegtuig, auto, boot of trein. Uiteraard bestaan er nog veel meer manieren om de infrastructuur aan te passen aan de toekomstige omstandigheden en te verduurzamen, maar veel van deze methoden, uitvindingen en theorieën zijn nog niet voldoende uitgedacht en uitgewerkt om volstrekt serieus genomen te kunnen worden. Zo wordt bij futuristische infrastructuur vaak gedacht aan bijvoorbeeld vliegende auto’s of andere vliegende vehikels, maar dit concept is dusdanig weinig ontwikkeld – de meerwaarde ervan, de techniek erachter, et cetera – dat het niet realistisch is dit concept op te nemen in deze thesis.

Page 26: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

26

Hoe doen we aan natuur- en milieubehoud in een vollere wereld? Een grotere wereldbevolking heeft nadelige gevolgen voor het milieu: meer mensen betekent een grotere vraag naar producten die op wat voor manier dan ook hun oorsprong vinden in de natuur en deze vraag uit zich in het ontstaan of verergeren van enkele grote, gevaarlijke milieuproblemen. Deze problemen zijn niet alleen slecht voor de planeet, maar gaan ook de levenskwaliteit en de gezondheid van de mens zelf aan. In 2012 publiceerde de Organisation for Economic Co-operation and Development (afgekort OECD) een lijst met milieuproblemen die de mens het meest zullen beïnvloeden in het geval van ledigheid. Van deze lijst hebben we enkele punten reeds behandeld in de vorige hoofdstukken. In dit hoofdstuk kijken we naar drie milieuproblemen die nog niet behandeld zijn, en die op een bepaalde manier allemaal met elkaar te maken hebben (OECD, 2012).

ONTBOSSING EN VERWOESTIJNING Kijken we naar het kaartje in figuur 4.1 (Hansen), dan zien we dat grofweg een derde van het aardoppervlak ontbost is tussen 2000 en 2014. Natuurlijk zijn er in deze periode nog veel bomen aangeplant – op dit moment bestaat ongeveer 30% van het aardoppervlak uit bos (National Geographic) –, maar er is sprake van een negatief saldo: elk jaar verliest onze planeet zo’n 13 miljoen hectare (een gebied zo groot als Griekenland) aan bosgrond (UNEP). Gaan we zo door, dan is over honderd jaar het oerwoud verdwenen (National Geographic). Geen rooskleurig vooruitzicht, dus. Vooral niet wanneer we weten dat de meeste ontbossing plaatsvindt in Zuid- en Midden-Amerika, Afrika en Azië, ofwel de gebieden waar de bevolking het snelst zal groeien, zie nogmaals figuur 1.2 op pagina 9.

figuur 4.1: bosverlies tussen 2000 en 2014

Tussen het bestaande ontbossingspatroon en de geprojecteerde wereldbevolkingsgroei bestaat een verband. Een van de redenen voor ontbossing is namelijk ruimte te creëren voor de huisvesting van een

HOOFDSTUK 4

Page 27: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

27

grotere bevolking. Een eenmaal gevestigde bevolking heeft daarnaast ook de neiging alle hulpbronnen in de directe en daarna verdere omgeving meteen te gebruiken voor bijvoorbeeld producten als meubilair, papier en brandstoffen. Boeren en veehouders beschouwen het omliggende bosgebied als akkergrond of graasgebied (Bradford, 2015). Als laatste wordt ongezond veel bosgrond geconverteerd tot plantagegrond voor bijvoorbeeld oliepalmen en rubberbomen. Op deze manier neemt een bevolking een enorm deel van de bosgrond in gebruik: zo wordt alle oorspronkelijke bosgrond in een straal van 700 kilometer om het centrum van New-Delhi gebruikt om de inwoners van New-Delhi te voorzien van levensonderhoud. Naarmate steden groeien, wordt dit gebied alleen maar groter (Rainforest Conservation Fund). Bij ontbossing lijkt men niet stil te staan, of heeft men om bijvoorbeeld financiële of politieke redenen niet de keuze stil te staan, bij de gevolgen ervan. Deze gevolgen, echter, zijn bepaald niet van een dusdanig niveau dat zij als verwaarloosbaar beschouwd kunnen worden. Zo draagt ontbossing voor 6% tot 17% bij aan het versterkte broeikaseffect, daar er minder fotosynthetische processen plaatsvinden bij een kleiner aantal bomen. Hoe minder bos, hoe groter de CO2-uitstoot en hoe slechter de gezondheid van onze planeet (Global Forest Resources, 2010). Een volgende consequentie is het verdwijnen van ecosystemen en de biodiversiteit: dier- en plantensoorten worden door ontbossing verjaagd uit hun natuurlijke habitat en moeten zelf maar verder zien te overleven. Ook stammen worden door de ontbossing bedreigd. Hun overleving ligt in de jacht op de in het bos aanwezige dieren en het verzamelen van voedsel en geneeskrachtige kruiden en planten (Bradford, 2015). Bodemerosie is een derde gevolg van ontbossing, omdat daar waar geen bomen zijn, ook geen wortels zijn

die de bodem vast kunnen houden en water kunnen opnemen, geen bladeren zijn om grote regenbuien te reguleren en op te vangen en geen begroeiing is om wind tegen te houden. Bij een hevige regenbui of bij harde wind op een kale, losse bodem worden vruchtbare stoffen in de grond weggespoeld of weggewaaid en ontstaat er een onvruchtbare grond. De grondstoffen en bodemdeeltjes komen terecht in meren en rivieren, die daarop vervuild en onleefbaar geraken, of de wind veroorzaakt stofstormen. Bodemerosie is duur, slecht voor het milieu en irreversibel. Toch komt bodemdegradatie op grote schaal voor (Butler, 2012), zie figuur 3.2 (Rekacewicz, 2007)

In het verlengde van bodemerosie ligt verwoestijning. Desertificatie is de sjieke term voor land dat in woestijn verandert. Dit proces kan enkel plaatsvinden door het creëren van te veel kale of gedegradeerde grond (Savory, 2013). Dit onderwerp lichten we even uit omdat verwoestijning zich vooral concentreert in sub-Sahara Afrika, in gebieden waar de bevolking sterk gaat groeien. Het gaat hier om verwoestijning aan de randen van de Sahara en de Kalahariwoestijn, maar ook de grenzen van de Nevadawoestijn in het westen van de VS, de Australische outback, de Atacama in Chili en die van de Grote Arabische Woestijn, de Sinaïwoestijn en de Gobiwoestijn in Azië zijn vatbaar voor verwoestijning (Shears, 2012). In totaal gaat het om ongeveer twee derde van het aardoppervlak (Savory, 2013). De verwachte bevolkingsgroei in veel van de bovengenoemde periferieën komt in gevaar door de onleefbaarheid ervan; in aride zones is onder natuurlijke omstandigheden slechts weinig flora en fauna aanwezig, terwijl de behoefte hiernaar groeit. In gebieden waar niet aan deze behoeften kan worden voldaan, stokt de ontwikkeling (FAO, 1993), zie ook de inleiding over Maslow in hoofdstuk 2: ‘Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken?’. Dit gegeven onderstreept het belang van herbebossing en het daarmee voorkomen van bodemerosie, verwoestijning en de andere negatieve gevolgen van ontbossing.

figuur 4.2: bodemdegradatie

Page 28: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

28

Herbebossing omvademt simpelweg het herplanten van begroeiing zoals deze origineel aanwezig was (Dictionary.com, 2016). Dit betekent dus dat een gebied teruggebracht dient te worden naar zijn natuurlijke staat met de natuurlijke, diverse beplanting en niet naar een staat waarin de begroeiing menselijke doeleinden dient: herbebossing behelst niet het aanplanten van alleen maar rubberbomen of een andere, al dan niet monoculturele, financieel bevorderlijke plantensoort. We kunnen uit de bovengenoemde informatie opmaken dat herbebossing protegerend werkt voor de natuur, maar dat het voor bedrijven en overheden verliesgevend is. Om deze verliezen te compenseren en derhalve herbebossing te financieren / subsidiëren, hebben de VN het UN-REDD Programme (United Nations Programme on Reducing Emissions from Deforestation and Forest Degradation) opgezet. Dit programma keert een bedrag uit aan overheden die zich bezighouden met onder andere grootschalige herbebossing, de reductie van koolstofemissies en duurzame landbouw. Op deze manier worden beide partijen, de natuur en de overheden en bedrijven, bevoordeeld (UN-REDD). Feit is echter dat maar 64 van de 195 landen partner zijn van het UN-REDD Programme en dat daarmee dus nog geen volledige efficiëntie is bereikt. Het stimuleren van lidmaatschap van het UN-REDD Programme de eerste stap naar mondiaal natuurherstel kunnen betekenen (Elias & Lininger, 2010). Er bestaan verschillende methoden om herbebossing en bomengroei in praktijk te brengen en te beschermen. Hiervan ligt het aanplanten van een groot aantal – diverse – oorspronkelijke en nieuwe boom- en plantensoorten het meest voor de hand. Het omdopen van bewerkbare grond naar beschermde bosgrond kan helpen de boomgroei te beschermen, als ook het nemen van preventieve maatregelen tegen bosbranden. Bij dit laatste kan het gaan om bijvoorbeeld een strengere regelgeving en controle op het gebied van recreatieve vuurstichting, vuurwerk en de afdoening van asresten, of om het af en toe besproeien van een droog bosgebied door middel van sproeivliegtuigen. In de eerste 3 tot 5 jaar na het zaaien van de grond is toezicht op de groei belangrijk: het moet voorkomen worden dat parasieten en onkruid het nog jonge bos overwoekeren (Elias & Lininger, 2010). Als laatste is het belangrijk onder de bevolking een bewustzijn te scheppen over een zuiniger levensstijl. Herbebossing kan bijdragen aan het tegengaan van verwoestijning: in 2007 zette de Afrikaanse Unie (AU) het Grote Groene Muur initiatief op: een vijftien kilometer brede, door lokale gemeenschappen beschermde bomenstrook dwars door Afrika, die bedoeld is om de oprukkende Sahara te stoppen. Want pas waar de grond onbegroeid is, kan verwoestijning ontstaan (African Union, 2007). Druppelirrigatie voorkomt dat met minder waterverbruik en minder verdamping toch gewassen kunnen worden verbouwd. Een derde, redelijk ongebruikelijke methode om verwoestijning tegen te gaan komt uit de hand van de ecoloog Allan Savory. Hij bedacht in 2013 een theorie waarbij ‘holistisch beheer en geplande begrazing’ uitgedroogde, verdorde gebieden weer het leven in te roepen. Zijn theorie spreekt tegen dat overbegrazing door vee de grootste oorzaak van verwoestijning is en pleit juist voor het loslaten van vee in verwoestijnde gebieden. Een grote kudde dieren laat namelijk mest, urine en plantmateriaal achter op de grond, waarop de grassen voor de dieren oneetbaar worden. Dit dwingt de kudde zich te verplaatsen naar een ander, nog niet bevuild en vertrapt gebied. Wat de kudde achterlaat is niet een overbegraasde grond, maar een bodem die in staat is regen vast te houden, koolstof op te slaan en methaan af te breken. Savory’s theorie wordt op dit moment in vijf continenten in de praktijk gehad en men wacht de resultaten af. De eerste uitkomsten lijken echter al veelbelovend (Savory, 2013). Er bestaat nog een manier ter bestrijding van desertificatie is bedacht door ecoloog en filmmaker John D. Liu. In de documentaire Groen Goud, uitgezonden door VPRO Tegenlicht, vertelt Liu dat ecosystemen gemakkelijk en snel hersteld kunnen worden door de oorspronkelijke, inheemse begroeiing terug te planten. Hierdoor heeft regenwater direct de kans te infiltreren in de grond in plaats van dat het water verdampt of wegspoelt. Door gebruik te maken van deze methode is men erin geslaagd grote verdorde gebieden in onder andere China en Ethiopie weer volledig op te laten bloeien (Hattum, 2012)

UITPUTTING VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN Ontbossing is maar een vorm van uitputting van natuurlijke hulpbronnen. Er zijn meer natuurlijke hulpbronnen die door de mens uitgeput worden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen niet-hernieuwbare hulpbronnen als de fossiele brandstoffen aardolie en aardgas, en hernieuwbare bronnen als water, flora en fauna. Van uitputting spreken we wanneer we binnen een gegeven tijd meer van de bron

Page 29: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

29

opmaken dan dat de bron in die tijd kan produceren. Ofwel: de bron heeft niet genoeg tijd zich volledig te hernieuwen, volledig terug te groeien, wat tot gevolg heeft dat de bron in hoeveelheid krimpt. We zien het in de bossen gebeuren, in de olie-industrie en in de mijnbouw. Het einde van verschillende natuurlijke hulpbronnen komt zelfs al dichtbij, zoals ook figuur 3.3 (UN TEEB, US Geological Survey, BP, & Worm, 2012) laat zien.

figuur 4.3: de verwachte levensduur van verschillende natuurlijke hulpbronnen

Als mensheid putten wij onze natuurlijke hulpbronnen om allerlei redenen uit. Uit de natuur halen wij ons voedsel, onze medicijnen, onze producten, onze machines en vehikels draaien op fossiele brandstoffen. Van mineralen maken we sieraden, telefoons en draden. Het uit de natuur halen wat we nodig hebben, doen we al duizenden jaren. Sinds de industriële revolutie, het tijdperk van de bevolkingsgroei en de massaproductie, echter, spreken we van uitputting (McLamb, 2013). Verwacht wordt dat in 2050, als de bevolking groter en rijker is, de consumptie met 50% toeneemt, wat het bestaan van natuurlijke hulpbronnen alleen maar belangrijker, en de uitputting ervan alleen maar gevaarlijker maakt (FOEN,

Page 30: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

30

2015). Om te voorkomen dat we in de toekomst afhankelijk zijn van hulpbronnen waarvan de aanwezigheid niet gegarandeerd kan worden, is het considerabel dat een aantal zaken in ons leefpatroon veranderd wordt. Door een overstap te maken naar groene, onuitputtelijke energiebronnen zoals aardwarmte, biomassa, water, wind en zonnekracht, lopen we voor op het opraken van de grijze energiebronnen olie, gas en kool. Energie uit aardwarmte noemen we ook wel geothermische energie en de opwekking ervan komt vooral voor in de buurt van tektonische plaatgrenzen, op plekken waar de aardkorst dun genoeg is om warmte door te laten en op zogenoemde ‘hotspots’. Stoom en heet water uit de grond wordt omhoog gepompt en omgezet tot warmte voor in gebouwen. Het koude water dat overblijft wordt teruggepompt in de grond (U.S. Department of Energy). Bij energie uit biomassa moeten we denken aan de verbranding van organisch materiaal om warmte of oliën te produceren. Hierbij is het belangrijk de focus te leggen op biobrandstoffen uit de tweede en de derde generatie, waarbij energie gegenereerd wordt uit afval of uit speciaal geprepareerde organismen als algen. Biobrandstoffen uit de eerste generatie, zoals hout, palmolie en suikerriet zijn omwille hun waterbehoefte en ruimtebehoefte die ten koste gaat van de oorspronkelijke ecosystemen, niet duurzaam (UCS, 2015). Energie uit water kan worden opgewekt door waterkrachtcentrales en grote dammen, al kan de bouw hiervan ook schadelijk zijn voor de ecosystemen in het gebied. Windenergie kan opgewekt worden dankzij windmolens en zonne-energie uit zonnepanelen. Windmolens en zonnepanelen kunnen op grote schaal verwerkt worden in de omgeving. Denk bijvoorbeeld aan windmolenparken in zee of zonneparken in de woestijn. Maak hierbij een voorstelling van bijvoorbeeld het Noor Complex, ’s werelds grootste zonnepark, gelegen in Marokko. Het zonnepark zou genoeg energie produceren om in 2018 meer dan een miljoen huizen van stroom te voorzien en de emissie van koolstofdioxide jaarlijks met 760 000 ton te reduceren (Parke, 2016) (CIF). Door onze energie uit onuitputtelijke bronnen te halen, stellen we ons minder afhankelijk op tegenover de niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen. Daarmee is ons al een grote zorg bespaard. Andere natuurlijke hulpbronnen, echter, dreigen eveneens uitgeput te raken. Deze bronnen kunnen we eenvoudigweg alleen redden door er minder gebruik van te maken. Deze verandering in ons consumptiepatroon kan gerealiseerd worden door het consumentenbewustzijn te vergroten, op politiek niveau wet- en regelgevingen door te voeren, duurzame collaboraties te stichten tussen bedrijven en door radicale veranderingen door te voeren in de economie. Zo zouden we kunnen overschakelen naar een circulair economisch model (Hellwig, 2015). Hierover volgt meer in hoofdstuk 4: Hoe richten we onze politiek en economie in op een grotere wereldbevolking?

KLIMAATVERANDERING Klimaatverandering – in het specifiek de klimaatverandering van grofweg de afgelopen 100 jaar – is bij uitstek het grootste milieuprobleem waar de mensheid de oorzaak van is en mee kampt doch wordt deze kwestie door menigeen genegeerd, of nog erger, ontkend. Ontkenners noemen klimaatverandering een

‘hoax’ die het floreren van de vrije economie slechts bederft en stellen dat klimatologische fluctuaties in bijvoorbeeld de temperatuur en de regenval iets zijn van alle jaren, want ‘2 miljoen jaar geleden was de aarde immers ook een stuk warmer’. Sinds de twintigste eeuw doen wetenschappers echter onderzoek om de beweringen van de klimaatsceptici te tackelen en om het milieuprobleem specifieker te diagnosticeren, en bewijs lijkt steeds dichterbij te komen. Zo is de zeespiegel in het afgelopen decennium figuur 4.4: temperatuurfluctuaties van 1880 tot heden

Page 31: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

31

gestegen met een snelheid die twee keer zo hoog was als de zeespiegelstijgingssnelheid van de gehele eeuw ervoor. In 100 jaar is de zeepspiegel daarnaast gestegen met een uitzonderlijke 17 centimeter (Church & White, 2006). Ook de stijging van de temperaturen is onderzocht en aangetoond: verschillende berekeningen, modellen en grafieken tonen aan dat de Aarde opmerkelijk warmer wordt sinds 1880 (NOAA) (UEA, 2016) (NASA), zie figuur 4.4, waarbij de meeste opwarming plaats heeft gevonden sinds 1970. De twintig warmste jaren sinds 1970 verstrijken vanaf 1981 en de tien warmste jaren doen zich voor in de laatste twaalf jaar (Peterson, 2009). Verder toont onderzoek aan dat de Groenlandse en Antarctische ijskappen (NASA, 2006), het Noordpoolijs (Polyak, 2009) (Kwok & Rothrock, 2009), de ‘eeuwige’ sneeuw op bergtoppen (Derksen & Brown, 2012) (NCIDC, 2014) en het wereldwijde gletsjerijs (NCIDC, 2014) flink aan het smelten is/zijn. Als laatste nemen we waar dat klimatologische instituten over de hele wereld sinds 1950 steeds vaker extreme weersomstandigheden percipiëren (NOAA) en dat de CO2-concentratie in de atmosfeer de laatste eeuw een buitensporige, singuliere toename meemaakt, zoals ook de grafiek van figuur 4.5 (NOAA, ESRL, 2005) laat zien.

figuur 4.5: de atmosferische CO2-concentratie over de afgelopen 400 000 jaar In de bovengenoemde bewijzen kwamen eigenlijk al de gevolgen van klimaatverandering duidelijk naar voren: zeespiegelstijging, temperatuurstijging en het daaropvolgende smelten van het ijs op de noordpool, gletsjers, bergtoppen en ijskappen, extremere weersomstandigheden als intensere regenbuien, sterkere wind en hogere maximumtemperaturen en tenslotte een hogere CO2-concentratie zijn de voornaamste – steeds sterker geldende – gevolgen van een probleem dat ontstaan is door het menselijk toedoen, maar dat ons als mensheid ook het meest zal beschadigen. Nu al blijken de gevolgen van klimaatverandering hard aan te komen bij verschillende bevolkingsgroepen. Oogsten mislukken massaal (en dat met een stijgende voedselvraag) wat weer resulteert in stijgende voedselprijzen, conflicten en oorlogen – denk bijvoorbeeld aan de opstanden in Yemen, Jordanië, Egypte en Tunesië gedurende de Arabische Lente in 2011. Niet alleen werkt klimaatverandering impediërend op politiek en economisch terrein, ook onze gezondheid moet zwichten voor de gevolgen van het probleem. De World Health Organization voorspelt in juni 2016 dat tussen 2030 en 2050 jaarlijks zo’n 250 000 extra doden zullen vallen als gevolg van ondervoeding, verhitting en zonnesteek, diarree en malaria veroorzaakt door klimaatverandering. De directe kosten hiervan liggen tussen de 2 en 4 miljard dollar per land per jaar, zo verwacht de WHO verder (WHO, 2016). Hier blijft het niet bij inzake klimaatslachtoffers en klimaatkosten: extremere weersomstandigheden en een groter aantal intensere, langer durende natuurrampen gaan in de toekomst veel levens eisen en het schadeherstel is, op zijn zachtst gezegd, kostelijk (EPA). Kijken we naar de (menselijke) oorzaken van klimaatverandering, dan zullen we bemerken dat de meeste van deze oorzaken al eerder in deze thesis aan bod zijn gekomen en behandeld. Het gaat om drijfveren als de energievoorziening – een overstap naar groene energiebronnen maakt ons minder afhankelijk van fossiele brandstoffen, oftewel grijze energiebronnen, die zeer schadelijk zijn voor het milieu. Zie H4: uitputting van natuurlijke hulpbronnen –, transport – in plaats van zwaar vrachtverkeer kunnen we kiezen voor duurzame initiatieven als de hyperloop en door een goed binnenstads wegennet en door faciliteiten en woningen strategisch te plaatsen is vervoer niet of in lichte mate nodig, zie H3: infrastructuur, H3:

Page 32: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

32

ruimtelijke inrichting –, residentie – elektriciteits- en verwarmingskosten kunnen bespaard worden door de bouw van slimme woningen in slimme hoogbouw, zie H3: duurzaam wonen, H3: feitelijke stedenbouw –, industrie – in de steden kunnen we de zware industrie dankzij automatisering vervangen door de footlose industry, zie H3: faciliteitenaanbod. De zware industrie kunnen we verduurzamen door de instelling van de circulaire economie, zie H5: economie –, agricultuur – als we onze zaden verbeteren, ons eetpatroon verduurzamen, minder pesticiden gebruiken, het afvalgehalte zo laag mogelijk houden en zo efficiënt mogelijk landbouwen en vee houden, kunnen we de grotere voedselvraag beantwoorden zonder daarbij bij te dragen aan een versterkt broeikaseffect, zie H2: voedsel –, bosbouw – herbebossingsprojecten als het UN-REDD Programme kunnen in het meest optimale geval tot gevolg hebben dat het planten van bomen aantrekkelijker wordt dan het kappen ervan, zie H4: ontbossing en verwoestijning – en waterverspilling – bewuste landbouw met slimme irrigatiesystemen leidt tot minder waterverspilling, zie H2: voedsel, H2: drinken. Met projecten als the Ocean Cleanup kunnen vervuilde oceanen weer schoongemaakt worden en ook voor vervuilde meren bestaan opties om het water schoon te krijgen, zie H2: drinken. De voornaamste oorzaken van klimaatverandering en hun percentuele invloed hierop staan in de grafiek van figuur 4.6 hieronder (IPCC, 2007).

figuur 4.6: factoren die bijdragen aan klimaatverandering

26%

13%

8%19%

14%

17%

3%

Energievoorziening

Transport

Residentie

Industrie

Agricultuur

Bosbouw

Waterverspilling

Page 33: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

33

Hoe richten we onze politiek en economie in op een grotere wereldbevolking?

“In many cases, water stress is more about politics, economics, behaviour and governance than absolute water scarcity.” ~ Ian Goldlin, 2011 Of deze uitspraak klopt, valt maar moeilijk na te trekken, maar met deze woorden slaagt Ian Goldin, professor aan de University of Oxford en oprichter van de Oxford Martin School, er wel in het belang en de invloed van politiek en economie – al dan niet in een groeiende wereld – kraakhelder te onderstrepen. Politiek en economie zijn allicht niet de meest concrete begrippen om mee te werken, maar organisatorisch bekeken is een stevig politiek en economisch beleid echt van betekenis. Hoe groter een groep en hoe veranderlijker de behoeften van deze groep, hoe belangrijker de structuur en beschaving die een goed georganiseerd politiek en economisch stelsel aan kunnen brengen. We gaan kijken hoe de politiek en de economie optimaal ingezet kunnen worden om te voorkomen dat een grotere wereldbevolking de equivalente wordt van een grotere ongeorganiseerdheid.

POLITIEK Politiek is een redelijk ongrijpbaar verbum en allicht wel het meest bediscussieerde onderwerp onder filosofen, politicologen, politici, critici, journalisten, leraren, studenten en families. Het onderzoeken en uitleggen van de hedendaagse politiek is een penibele en vooral een onzekere kwestie, het analyseren van de toekomst van de politiek oogt bijna ondoenlijk. Er kan daarom gezegd worden dat dit onderdeel veeleer suggestief genoemd kan worden. Doch streven we naar een zo concreet en helder mogelijke weergave van de toekomstige politiek. We beginnen met de denkbeelden van een Nederlands politiek filosoof over een zestal proscopisch-politieke aangelegenheden en lichten daarna twee politieke bestuurssystemen uit die aansluiten bij de veranderingen die de toekomst brengt. Een werkend politiek systeem is in principe tijdloos, of, het concept van een bepaalde bestuurswijze is in ieder geval tot op zekere hoogte tijdloos te noemen. Desondanks kunnen we ons afvragen of het nodig is de politiekvoering in de toekomst aan te passen aan een groeiende, veranderende wereldbevolking. Over deze vraag bestaat veel debat, doch zijn de meeste debatleden het er mee eens dat de natuur van de politiek onveranderlijk is, waar de expressie van politiek kan veranderen. Uit een interview met universitair hoofddocent ethiek en politieke filosofie aan het Departement Wijsbegeerte van de Universiteit Utrecht, Dr. Rutger J.G. Claassen, komt naar voren dat politiek zich als een soort natuurlijk verschijnsel aanpast aan de behoeften van de bevolking op dat moment. Democratie is sinds enkele eeuwen het ultieme streven, maar door bevolkingsgroei, migratiestromen en de door verlegging van de macro-economische zwaartepunten in de wereld lijkt de behoefte naar andere, meer autoritaire bestuursvormen te groeien (zoals in Turkije, Rusland en China). Claassen stelt dat de politiek zich als vanzelf aanpast aan de bevolkingsgroei en eventuele andere factoren die gepaard gaan met bevolkingsgroei (zoals milieuvervuiling en migratiestromen) en dat daarmee ten eerste, politieke systemen niet tijdloos zijn en dat, ten tweede, de politiekvoering zich in de toekomst dus wel aan zal passen aan een groeiende, veranderende wereldbevolking. De vraag of de overheid zich, rekening houdend met bevolkingsgroei, afzijdig of juist betrokken moet opstellen tegenover de samenleving kent natuurlijk twee antwoorden. Links kiest voor betrokkenheid, rechts kiest voor afzijdigheid. “Bevolkingspolitiek”, dat wil zeggen het interveniëren door de staat om de bevolking te vergroten of juist verkleinen, is vaak omstreden, zowel bij links als bij rechts, omdat het ingrijpt in de meest intieme keuzes van mensen hoe ze hun leven willen leiden. Toch kan het nodig zijn om bijvoorbeeld buitensporige bevolkingsgroei in een onleefbaar gebied te stoppen. Claassen stelt daarom

HOOFDSTUK 5

Page 34: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

34

dat enige politieke betrokkenheid, en misschien ook bevolkingspolitiek, wel nodig zal zijn om de onstuimige groei te temperen (bijvoorbeeld in ontwikkelingslanden). Daarnaast is grote betrokkenheid nodig om de gevolgen van de grote bevolking (met name milieu-, zoals klimaatschade) in de hand te houden. Het derde punt omvat de vraag of democratisering van de wereld nog altijd het ultieme streven is of dat andere bestuursvormen beter passen bij een groeiende wereldbevolking. Claassen, vanuit een westers oogpunt: “Wat mij betreft is democratisering nog steeds het ultieme streven, omdat het de enige staatsvorm is die recht doet aan de fundamentele gelijkheid van alle mensen. Dat is dus een principieel, moreel argument. Daarnaast wordt er (in de politieke filosofie, mijn vak) vaak gewezen op de epistemische voordelen van democratie: door iedereen de kans te geven zich in de discussie te mengen over de toekomst van de samenleving, haal je meer goede ideeën en informatie naar boven dan in een gesloten systeem dat op de kennis en kunde van een kleine gesloten groep steunt. Maar dit alles is dus omstreden vanuit de optiek van sommige niet-Westerse culturen.” Ook over het een ‘bevolkingsgroei-vriendelijk’ verkiezingsprogramma kan Claassen iets vertellen. De politiek filosoof maakt duidelijk dat de kernpunten van een dergelijk programma niet de bestaande punten zoals zorg of onderwijs moeten vormen – deze politieke aspecten kunnen verbeterd worden, maar hier ligt momenteel geen tijdsdruk op –, maar dat juist zaken die aan deze tijd en aan de toekomst gerelateerd zijn kernpunten van een optimaal verkiezingsprogramma gedoopt moeten worden. Claassens top drie: “1. Snelle transitie naar een circulaire economie, waarin niet alleen CO-2 uitstoot maar ook gebruik van alle materialen op een milieuneutrale wijze geschiedt; 2. Vermindering van de ongelijkheid in inkomen en vermogen, zowel in Westerse landen als ook tussen landen (bijvoorbeeld door eerlijkere belastingen en tegengaan belastingontduiking); 3. Vermindering van de spanningen tussen verschillende bevolkingsgroepen in ons land, door migratie. Veel snellere inburgering van asielzoekers, die veel meer door de overheid wordt ondersteund en gefinancierd (dat is nu echt een rommeltje).” De internationale politiek is volgens Claassen een zeer belangrijk item op de politieke agenda. Veel problemen, en steeds meer problemen, zoals internationale misdaad, klimaatverandering en migratiestromen kunnen alleen op internationale schaal opgelost worden (Claassen, 2016). Dit is ook het standpunt dat Europarlementariers namens GroenLinks, Bas Eickhout en Judith Sargentini innemen. Zei presumeren dat grensoverschrijdende problemen onmogelijk duurzaam opgelost kunnen worden zonder internationale samenwerking (Eickhout & Sargentini, 2016). Echter wil politieke verandering dat juist in deze tijd de afkeer jegens globalisering opkomt. Claassen pleit daarom voor internationale samenwerking waar het kan, maar waarschuwt dat het opdringen van internationale co-operatie kan leiden tot wantrouwen, wat de internationale politiekvoering alleen maar onmogelijker maakt. Het laatste punt waar Claassen aandacht aan schenkt is de centralisatie of de decentralisatie van de politiek. Claassen presumeert dat de keuze voor centralisatie of decentralisatie afhankelijk is van de zaak waarom het gaat: zorg, minimumlonen, onderwijs, et cetera. Over het algemeen kan Claassen zich meer vinden in een centralisatie van de politiek. “In het algemeen denk ik dat de afgelopen jaren te veel (en te onzorgvuldig) taken zijn gedecentraliseerd. In een klein land als Nederland is dat lang niet altijd zinvol.” (Claassen, 2016) In een uitzending van Tegenlicht uit 2015, De macht aan de stad, komen politicologen en bestuurders aan het woord die precies het tegenovergestelde pleiten. Zij zien decentralisatie als het ultieme uitgangspunt en willen meer macht voor de stadsbesturen. Want deze mensen zien dat steden in de toekomst niet alleen groter, maar daardoor ook machtiger worden. Een leidend figuur binnen deze stroming is Benjamin Barber, politicoloog en schrijver van ‘If Mayors Ruled the World’. Barber beweert dat democratie het zuiverst en meest representatief was bij haar oorsprong: op lokaal niveau, in steden als Athene of Thebe en dat daarom een overkoepelend nationaal bestuur niet kan functioneren. Verder kenmerkt hij natiestaten als onafhankelijk, soeverein en grens- en grondgebiedgebonden, waar steden gekenmerkt worden door interactiviteit, handel, mobiliteit, openheid, ondernemerschap, creativiteit, verbeeldingskracht, diversiteit en multiculturaliteit. Derhalve hebben steden een opener karakter, wat hen de mogelijkheid biedt met elkaar te verbinden en te coöpereren in plaats van te concurreren, wat bij natiestaten vaak het geval is. Aan zijn betoog voegt Barber toe dat bestuur vanuit steden een spreiding van risico betekent: in een stad kan bekeken worden wat de effecten van bijvoorbeeld de verhoging van het minimumloon zijn op de economie en aan de hand van de resultaten kunnen andere steden bepalen of het

Page 35: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

35

minimumloon omhoog moet. Op deze manier hoeft niet een heel land te lijden of te floreren als gevolg van een experiment. Conflicten zijn daarnaast kleinschaliger: een conflict tussen twee steden hoeft niet meteen uit te monden in een internationaal conflict. Het liefste ziet Barber stadsstaten, bestuurd door burgermeesters. Want, zo stelt Barber: “De nationale politicus wordt gekenmerkt door partijpolitiek, ideologie, beeldvorming en verheven principes. Burgermeesters, daarentegen, zijn pragmatisch, zorgvuldig, niet partijgebonden, niet rechts of links, en vervullen de rol van oplossers van problemen.” De burgemeester van Eindhoven, Rob van Gijzel, sluit aan bij de ideeën van Barber (Verkaik, 2015). In zijn eigen stad heeft hij gemerkt dat meer bestuur alleen maar zorgt voor meer frictie. Een voorstel moet binnen het huidige politieke systeem eerst goedgekeurd worden door tal van verschillende belangengroepen en partijen en de uiteindelijke besluiten zijn vaak weinig krachtig. Van Gijzel vergelijkt Nederland met New York City. “Hebben we in Nederland, dat in inwonersaantallen kleiner is dan New York, meer dan vierhonderd gemeenten nodig? Twaalf provincies? Een grote regering? Of kan het ook anders?” Volgens Van Gijzel brengt de gemeente van New York City, bestaande uit een burgemeester, een gemeenteraad, zes wethouders en 49 deelraden besluiten veel sneller en daadkrachtiger uit wat niet alleen goed is voor het welzijn van de inwoners, maar wat ook goed aansluit bij een groeiende, snellere, meer eisende maatschappij. Ook aan Barbers uitspraken over de goede samenwerking tussen steden kan Van Gijzel iets toevoegen: steden hebben, meer dan naties, een uniek karakter wat hen onderscheidt van andere steden. Eindhoven is de slimste regio van de wereld. Rotterdam kenmerkt zich door een succesvolle haven. In Amsterdam floreert een sterke, uitgebreide dienstensector. Op deze manier heeft iedere stad iets te bieden waar in de andere stad een behoefte naar bestaat. Zodoende hebben alle steden baat bij samenwerkingen (Verkaik, 2015). Vindt een samenwerking niet plaats, echter, dan bestaat er het gevaar dat universele, grensoverstijgende problemen niet opgelost kunnen worden. Klimaatverandering, bijvoorbeeld, kan niet bestreden worden als enkele steden besluiten niet te participeren in deze strijd (Nye, 2013).

figuur 5.1: het huidige politieke bestuurssysteem en het bestuurssysteem waar steden de machtigste bestuursorganen vormen Het liefste zien Barber en Van Gijzel een bestuurssysteem zoals rechts in figuur 5.1 hierboven weergeven. In dit systeem vormen steden de belangrijkste bestuursorganen, waarbij bestuur niet van bovenaf komt, maar van binnenuit. De provincies en de staat spelen slechts een ondersteunende rol. Dientengevolge staat de staat op een letterlijker wijze in dienst van het volk, zoals de democratie dat wil. Het tweede politieke bestuurssysteem noemen we ‘Big data governance’. In dit systeem gebruiken sterke, centraal georganiseerde overheden big data om controle te houden, over meer burgerinformatie te beschikken en zo al dan niet beter te kunnen beantwoorden aan de behoeften van de burger (Nye, 2013). Sinds de eenentwintigste eeuw spelen technologie en informatie een steeds grotere rol in de samenleving en ook overheden beginnen steeds meer op te pikken van het informatietijdperk of dit cybertijdperk, dat zich kenmerkt door slimme technologie en uitgebreide data-analyse. Voormalig president van de VS Barack Obama werd door het opzetten van data.gov de Big Data President gedoopt door de Washington Post (Scola, 2013) en sindsdien is data-analyse door overheden alleen maar, en in sterke mate toegenomen. Data-analyse vindt plaats op verschillende terreinen en het kent verschillende positieve gevolgen, maar er zijn ook valkuilen.

Staat

Provincies

Stad Stad

Provincies

Stad Stad

Staat

Provincie

Stad Stad

Provincies

Stad Stad

Page 36: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

36

Data-analyse wordt op zes gebieden regelmatig toegepast: 1. Geheime diensten van overheden gebruiken big data om zaken als terrorisme te bestrijden.

Steeds vaker is al in het nieuws hoe opsporingsdiensten Sms’jes, telefoontjes en e-mails van terroristen hebben onderschept en getraceerd en daarmee een terroristische aanslag voorkomen hebben. In de toekomst zou een intensievere data-analysering binnen de geheime dienst criminaliteit kunnen nog beter kunnen voorkomen en opsporen.

2. Ook wetshandhavingsinstanties hebben baat bij de toepassing van big data. Nummerbordherkenning maakt het mogelijk snelrijders meteen te koppelen aan een identiteit, al dan niet met een criminele achtergrond. Daarnaast kunnen met informatie over criminelen, misdaden, plaatsen delict en demografie, trends worden gecreëerd die een voorspelling kunnen geven van criminele activiteit in een gebied. Op deze manier kan bijvoorbeeld een politiebureau achterhalen waar extra mankrachten vereist zijn en waar het aantal agenten juist uitgedund kan worden.

3. Ministeries die zich bezighouden met infrastructurele aangelegenheden kunnen aan de hand van big data achterhalen op welke manieren de infrastructuur verbeterd kan worden: informatie over vlieg-, zee-, spoor- en wegverkeer, alsmede informatie over bijvoorbeeld plaatsen waar veel ongelukken gebeuren, waar men vaak gebruik maakt van openbaar vervoer of waar behoefte bestaat aan fietspaden, geeft een goed beeld over de sterke en zwakke punten van het huidige wegennet.

4. Steeds meer voortbrenging van informatie over leeractiviteit in onderwijsinstanties is goud waard voor het onderwijsdepartement van een overheid: er kan beter gezien worden waar het onderwijssysteem scheuren vertoont en zodoende kunnen investeringen daadkrachtiger en gerichter gedaan worden.

5. Hetzelfde geldt voor landbouwministeries: data over de groei van gewassen of over het welzijn of de genetische code van vee kan aansporen tot onderzoek en innovatie binnen de agriculturele sector, gesubsidieerd door de overheid, wat leidt tot een verhoging van de productie.

6. Als laatste speelt big data een enorme rol in het succes van een gerichte gezondheidszorg. Er kan preciezer worden bijgehouden hoe een virus zich verspreid en of er maatregelen genomen moeten worden en data-analyse is zelfs dusdanig geavanceerd, dat mentale gezondheidsproblemen opgespoord en bijgehouden kunnen worden door het gedrag van een patiënt op sociale media te volgen (Marr, 2015).

Kortom: big data binnen overheidsinstanties laat buitengewoon duidelijk zien waar het overheidsbeleid geslaagd is en waar het juist tekortschiet. Niet alleen voor de overheid is dit batig, ook het welzijn van de bevolking gaat erop vooruit. Toch wordt data-analyse door overheden niet altijd met open armen ontvangen. Veel mensen zijn zich immers bewust van enkele perikelen die bestaan rondom dit bestuurssysteem. Zo kwam het woord ‘privacyschending’ vaak naar voren bij de gebeurtenissen rondom de National Security Agency (NSA). Er werd ontdekt dat de NSA zich al jaren onbeschaamd bezig hield met het afluisteren van telefoongesprekken en dit ging erg veel Amerikanen te ver. Mensen lijken slechts tot op een zekere hoogte informatie vrij te willen geven over zichzelf en hun gedrag en lijken, zelfs in het informatietijdperk, zeer gesteld op hun privacy, en met Orwell’s ‘Big Brother is Watching You’ in hun achterhoofd weigeren veel burgers zich over te geven aan de big data governance of de ‘datocratie’ (Armerding, 2014). Een tweede valkuil is het gevaar voor machtsmisbruik door de overheid als bezitter van een grote hoeveelheid big data. Want tegenwoordig geldt steeds vaker dat big data gelijkwaardig is aan macht. Het gevaar bestaat dat een gegevensrijke overheid, waar statistieken bepalen wat goed is en wat niet, geen ruimte meer over laat voor de natuurlijke imperfecties van de mens, de natuur, de financiële wereld en meer. Hoe meer data, hoe groter de mogelijkheid tot massasurveillance, waarbij een overheid alles kan controleren en, ergo, kan besturen. In het verlengde van deze valkuil ligt het derde risico: niet alleen een overheid, maar elke bezitter van data is integraal in staat de macht te misbruiken. Een vernuftig hacker, een corrupt miljardair en ieder ander persoon op Aarde zou zomaar miljoenen, zo niet miljarden gegevens in handen kunnen krijgen en kan daarmee alles doen wat de bezitter wil (Carqueville & Murfet, 2014).

Page 37: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

37

ECONOMIE De term is al enkele keren naar voren gekomen: een keer werd het genoemd als oplossing voor de uitputting van natuurlijke hulpbronnen (zie H4: uitputting van natuurlijke hulpbronnen) en een keer is het genoemd als belangrijk punt op een toekomstgericht verkiezingsprogramma (zie H5: politiek). Nu gaan we er met aandacht naar kijken: de circulaire economie. MVO-Nederland (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Nederland) definieert de circulaire economie als volgt:

De circulaire economie is een economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren. Anders dan in het huidige lineaire systeem, waarin grondstoffen worden omgezet in producten die aan het einde van hun levensduur worden vernietigd.

De circulaire economie is in 1989 bedacht door milieudeskundigen David W. Pearce en R. Kerry Turner. In hun boek Economics of Natural Resources and the Environment plaatsen ze het systeem tegenover de lineaire economie, ofwel de take-make-waste economie en stellen ze dat de circulaire economie het antwoord vormt op het opraken van de natuurlijke hulpbronnen. De circulaire economie is het enige tot dan toe werkende, duurzame economische systeem (Pearce & Turner, 1989).

figuur 5.2: twee economische systemen Het bovenstaande figuur is een weergave van ons huidige economische systeem: de lineaire economie. In dit systeem worden natuurlijke hulpbronnen steeds weer uitgeput om goederen te produceren. Als een product afgeschreven wordt omdat het bijvoorbeeld kapot is of uit de mode is geraakt, wordt het weggegooid. De grondstoffen die voor het product zijn gewonnen komen terecht bij het afval en er wordt niets meer mee gedaan. Het figuur links laat de circulaire economie zien. Hierbij wordt van gerecyclede materialen een product gemaakt, dat bij afschrijving opnieuw wordt verwerkt tot gerecycled materiaal. Op deze manier hoeven natuurlijke hulpbronnen niet uitgeput te worden, maar blijven eens gewonnen materialen altijd in gebruik.

De circulaire economie gaat uit van acht belangrijke principes. Deze acht principes gaan we een voor een bekijken. Allereerst wordt middels de circulaire economie het waardebehoud van producten gemaximaliseerd. Oftewel: door ten eerste producten herbruikbaar te maken – een kapotte telefoon repareren zodat hij weer gebruikt kan worden –, ten tweede de onderdelen herbruikbaar te maken – de nog werkende batterij of LED-lichtjes van een oude, niet te repareren telefoon gebruiken in een nieuwe telefoon – en ten derde de grondstoffen herbruikbaar te maken – het goud uit oude telefoons gebruiken voor nieuwe doeleinden –, blijft de waarde van het product in kwestie behouden en gaan geen producten, materialen of grondstoffen verloren.

Grondstofwinning Productie Distributie Consumptie Verspilling

Productie

Distributie

Consumptie

Recycling Hergebruik Reparatie

Recycle sector

Page 38: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

38

Om het hergebruiken van (delen van) producten mogelijk te maken, moeten producten zo in elkaar gezet worden, dat ze makkelijk demontabel zijn. Dit is het tweede principe. Ten derde mogen tijdens de productie, het gebruik en de verwerking van het desbetreffende product geen stoffen vrijkomen die schadelijk zijn voor het milieu. Uitgangspunt van de circulaire economie is immers duurzaamheid en de reductie van de emissie van broeikasgassen. Bij het hergebruiken van producten, materialen en grondstoffen moet voorkomen dat er kwaliteit verloren gaat. Het nieuwe product moet even goed of, bij voorkeur, van betere kwaliteit zijn. Voor de circulaire economie is een continue kwaliteitsverbetering een positieve ontwikkeling; hoe hoogwaardiger de gerecyclede producten, hoe groter de duurzaamheid. Het vijfde principe gaat over de grondstoffen in ‘verbruiksproducten’. Onder verbruiksproducten verstaan we producten die de gebruiker in korte duur helemaal opmaakt, zoals pindakaas, jus d’orange of tandpasta. De circulaire economie stelt de voorwaarde dat de grondstoffen in dit type product biologisch afbreekbaar moeten zijn en derhalve teruggegeven kunnen worden aan de natuur. Ten zesde is de klant in de circulaire economie niet de bezitter van een product. De producent blijft de eigenaar van het product in kwestie. De klant betaalt voor het gebruik hiervan. Een voorbeeld: in plaats van te betalen voor een lamp, betaalt de klant in dit systeem voor licht. In plaats van te betalen voor een koelkast, betaalt de klant voor koeling. Aldus krijgt de klant waar hij behoefte aan heeft: licht, koeling, warmte, communicatiemogelijkheden van hoge kwaliteit, en de producent blijft winst maken bij het produceren van hoogwaardige goederen en het leveren van hoogwaardige diensten. Een andere mogelijkheid is dat de klant wel eigenaar wordt van het product, maar dat de producent het product aan het einde van de levensduur terugkoopt. Ook hier is het produceren van een kwalitatief product het voordeligst. Het zevende principe sluit eigenlijk aan op het zesde principe: omdat de prestatie van het product de waarde bepaalt, wordt het efficiënt gebruiken van grondstoffen en het leveren van de juiste productkwaliteit extreem belangrijk voor de producent. En bij een hoge kwaliteit hebben ook de klant en het milieu profijt (Schuurman, 2016). De meerwaarde hierbij voor de producent is dat deze niet continu nieuwe grondstoffen hoeft te winnen voor de productie. Hoe groter de exploitatie van grondstoffen, hoe hoger de prijzen en hoe schaarser de grondstoffen. Ook voor de producent is de circulaire economie dus voordelig (Grooten, 2016). Tenslotte maakt de circulaire economie ketensamenwerking zeer aantrekkelijk voor bedrijven. Bij ketensamenwerking werken verschillende bedrijven samen aan een product of dienst. Een voorbeeld is de tapijtfabrikant Interface die samenwerkt met Aquafil, een bedrijf dat hoogwaardige, doch biologisch afbreekbare polymeren (het materiaal van een tapijt) levert. Opdat in een circulaire economie efficiëntie en duurzaamheid voorop staan, is een ketensamenwerking meer dan interessant (SER, 2016). Twee bedrijven die twee keer eenzelfde product produceren zijn namelijk minder probaat dan een krachtig, kennisrijk en economisch sterk bedrijf dat eenzelfde product slechts een keer produceert (Schuurman, 2016). Een tewerkstelleging van deze acht principes en de algehele circulaire economie zou grote gevolgen hebben voor het welzijn van de planeet, de burger, de producent en de economie. In Nederland alleen al zou de instelling van de circulaire economie op het gebied van milieu kunnen leiden tot 10% afname van de CO2- uitstoot, 20% waterbesparing in de industrie, 25% minder import van primaire grondstoffen. Op economisch vlak kan de circulaire economie Nederland 7 miljard euro opleveren en ruim 50 duizend banen scheppen (TNO & PBL). Waarom, gezien de voordelen, is de circulaire economie dan nog niet het leidende economische systeem in de wereld? Dit heeft vooral te maken met overschakelingsproblemen. Het eerste probleem is dat het bedrijven veel geld zou kosten om van hun thans winstgevende productie over te stappen op een in de toekomst winstgevende productie. Hierin speelt natuurlijk ook een machtige, kapitalistische lobby een belangrijke rol. Daarnaast is ketensamenwerking in een lineaire economie lang niet zo profitabel als

Page 39: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

39

individuele productie, terwijl het juist ketensamenwerkingen zijn die voor een groot deel bijdragen aan de succesvolle overschakeling naar een circulaire economie. Een laatste kwestie is dat het uitputten van natuurlijke hulpbronnen voor sommige mensen hun manier van levensonderhoud is. Duizenden boeren, bosbouwers en veehouders zullen door de zuinige circulaire economie hun baan kwijt raken (Ewijk, 2014). Hoe dan ook, het zoeken naar oplossingen van deze problemen en het daardoor mogelijk maken van een soepele transitie naar een circulair economisch systeem zou uiteindelijk alleen maar bijdragen aan het welzijn van niet alleen de natuur, maar ook van de producent, het product en de klant.

Page 40: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

40

Wereldverbetering in vogelvlucht

In dit onderzoek is gepoogd een antwoord te krijgen op de vraag hoe we de aarde in kunnen richten rekening houdend met een grotere wereldbevolking. Hierbij hebben we eerst gekeken naar de status quo omtrent de huidige wereldbevolkingsgroei. We hebben het groeitempo en de groeiconcentratie bestudeerd, projecties van mijlpalen in de bevolkingsgroei bekeken, onderzocht wat overbevolking is en de draagkracht van de aarde beredeneerd. Deze informatie schetste een duidelijke verwachting / een duidelijk beeld van waar we in de toekomst zo ongeveer rekening mee moeten houden. In het tweede hoofdstuk hebben we gezocht naar manieren om een grotere wereldbevolking van voedsel en drinkwater te voorzien. Voedselproductievergroting kan op verschillende manieren gerealiseerd worden: door aanpassingen aan te brengen in het dieet van de mens, door de landbouwgrond uit te breiden en door de landbouw te intensiveren. Het streven is de veranderingen zou duurzaam mogelijk plaats te laten vinden. Een grotere watervoorziening in de toekomst hangt af van het reduceren van de enorme waterverspilling die we heden ten dage kennen. Waterverspilling komt voor op verschillende terreinen en kent verschillende oplossingen. In hoofdstuk 3 probeerden we erachter te komen hoe wereldbevolkingsgroei de huisvesting beïnvloedt. Deze informatie hebben we gebruikt om een zo duurzaam en aantrekkelijk mogelijke leefomgeving te creëren. Voor het overzicht hebben we de leefomgeving van de toekomst, de stad, opgedeeld in een vijftal zaken: duurzaam wonen, feitelijke stedenbouw, faciliteitenaanbod, ruimtelijke inrichting en infrastructuur. Per onderwerp hebben we bekeken hoe er in de toekomst mee omgegaan zou moeten worden. Bij duurzaam wonen is het belangrijk dat woningen energie-neutraal waren en dat zij compact werden gebouwd zodat er veel woningen op een klein gebied passen. Dit brengt ons bij feitelijke stedenbouw: hoogbouw bleek het uitgangspunt van de toekomstige stad. We hebben ons laten inspireren door verschillende duurzame en schokbestendige torens. Faciliteiten, zo ondervonden we, zijn naar verhouding in steeds kleinere aantallen nodig naarmate de bevolking groeit. Enkele faciliteiten zoals groenvoorziening hebben we bekeken. Tenslotte hebben we gezocht naar een manier om een gebied zo efficiënt mogelijk te faciliteren. Ruimtelijke inrichting bracht ons bij het project Cortex, waarbij oud- en nieuwbouw op slimme wijze met elkaar verweven wordt. Deze verwevenheid wordt in het onderwerp infrastructuur alleen maar verstevigd: een handig wegennet binnen de Cortex kan een verkeersdeelnemer razendsnel van A naar B brengen. Met de hyperloop, bedacht door Elon Musk, kunnen grote afstanden overbrugd worden. Hoofdstuk 4 ging over milieuproblemen. We hebben gekeken naar drie hele grote milieuproblemen: ontbossing, de uitputting van natuurlijke hulpbronnen en klimaatverandering. Per milieuprobleem hebben we de oorzaken en de gevolgen ervan onderzocht en aan de hand hiervan hebben we voor elk milieuprobleem gespeurd naar oplossingen. De oplossing om ontbossing te bestrijden is in een woord: herbebossing. Uitputting van natuurlijke hulpbronnen kan worden tegengegaan door simpelweg zo min mogelijk van de natuurlijke hulpbronnen te gebruiken. Klimaatverandering kent heel veel oorzaken en dus oplossingen die allemaal al eerder of later in deze thesis aan bod zijn gekomen. Het laatste hoofdstuk, hoofdstuk 5, gaat over de politiek en de economie in een drukker bevolkte toekomst. Over de beste politieke bestuursvorm verschillen de meningen nogal. Twee bestuursvormen die het uitlichten zeker waard zijn, echter, zijn de bestuursvormen waar stadsstaten de meeste macht krijgen of waar een centrale overheid gebruik maakt van big data om goed te kunnen beantwoorden aan de behoeften van de burgers. De circulaire economie wordt het economische systeem van de toekomst, zo verwachtten we. De circulaire economie is duurzaam, hoogwaardig en winstgevend en deze is daarmee profitabel voor ten eerste de natuur, ten tweede voor de consument en ten derde voor de producent.

SYNOPSIS

Page 41: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

41

“Efficiency is key”

Voor het gemak kijken we, voordat we overgaan op de conclusie, nog een keer naar de hoofdvraag: “Hoe richten we de aarde in op een grotere wereldbevolking?” Anders dan dat ik in mijn hypothese veronderstelde, kan ik ‘delen’ het ultimum, het kernwoord van overbevolkingspreventie noemen. Uiteraard, delen is wel degelijk belangrijk om de aarde leefbaar te houden rekening houdend met een grotere wereldbevolking. Zo zagen we in H2: voedsel dat een slimme herverdeling van het voedsel veel zou besparen: een groot deel van de bevolking eet te veel waar een ander deel van de bevolking te weinig eet. Het tekort aan voedsel zou aangevuld kunnen worden door overschotten. In H3: feitelijke bouw, H3: faciliteitenaanbod en in H3: ruimtelijke inrichting hebben we bekeken hoe we de beperkte ruimte in urbane regio’s het beste konden verdelen. Als laatste bemerkten we in H5: politiek dat een bevolking volgens sommige redenaties veel baat zou hebben met het onderverdelen van het overkoepelende landsbestuur in verschillende flexibele stadsbesturen. Deze overtuiging werd echter ook tegengesproken. Hoe het ook zij, wat vooral, en meer dan ‘delen’, belangrijk bleek voor het effectief inrichten van de planeet rekening houdend met een grotere wereldbevolking, is ‘efficiëntie’. In hoofdstuk 2, over de voorziening van voedsel en drinkwater, zagen we dat verduurzaming van de landbouw en de watervoorziening vooral bereikt kon worden door het efficiënter maken van deze zaken. Voedselproductievergroting, bijvoorbeeld, komt voor 90% voort uit het intensiveren van de landbouw! Het feit dat meer dan de helft van het drinkwater verspild wordt is te wijten aan inefficiënt watergebruik: gebrekkige irrigatiesystemen, vleesproductie met een enorme watervoetafdruk, onzuinig waterverbruik door gezinnen, afvallozingen in meren en zeeën die prima geschikt waren als waterbron et cetera. Ook in hoofdstuk 3 over huisvesting zien we dat een efficiënte stadsinrichting van betekenis is voor de leefbaarheid en de duurzaamheid van een stad. De allometrische wetmatigheid van West pleit voor de optimale, en dus efficiënte bezetting van faciliteiten bij een bepaalde bevolkingsgrootte. Het slim plaatsen van deze faciliteiten betekent weer een optimale bezetting van de gebouwen in een stad. Het slim plaatsen van deze gebouwen en het aanleggen van een daarbij passend wegennet scheelt reistijd, kosten, buitenwijkvorming en ruimte. Ook op een kleinere schaal zien we hoe efficiëntie bij kan dragen aan het verduurzamen van een gebied. Sensorgestuurde, zuinige apparaten in kleine (optimaal ingerichte) appartementen op het zuiden zijn energie-efficiënt en dus duurzaam. Efficiëntie betekent dus ook op dit gebied duurzaamheid en dus meer leefbaarheid. In hoofdstuk 4 over milieuproblemen wordt het belang van efficiëntie op terreinen als voedsel-, water- en woningvoorziening nog eens benadrukt. Daarnaast hebben we gezien dat we de uitputting van natuurlijke hulpbronnen kunnen verminderen als we efficiënter gebruik maken van diezelfde bronnen, zodat er minder van nodig hebben. Hoofdstuk 5 gaat verder in op de hierboven getrokken conclusie. Met het instellen van de circulaire economie kunnen we ervoor zorgen dat een efficiënt grondstofgebruik profitabel is voor de producent, de consument en voor de natuur. Dit in tegenstelling tot de lineaire, huidige economie, waarbij telkens opnieuw grondstoffen gewonnen worden voor de productie van laagwaardige producten. Voor de producent betekent dit een steeds verdere exploitatie en prijsstijging van grondstoffen. Voor de consument resulteert een lineaire economie zich in het steeds opnieuw kopen van kwalitatief gebrekkige producten. Dit kost geld en levert veel ergernis op. Als laatste heeft de lineaire economie voor de natuur als nadeel dat de levensduur van steeds meer grondstoffen afneemt. Zie hiervoor nog eens figuur 4.3 uit hoofdstuk 4.

CONCLUSIE

Page 42: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

42

Ook de politiek gaat erop vooruit als we er meer efficiëntie in aanbrengen. Sommige denkers stellen bijvoorbeeld dat stadsbesturen in hun flexibiliteit en progressiviteit efficiënter opereren dan landsbesturen. Een vlotte internationale samenwerking is volgens anderen belangrijk om tot effectieve oplossingen te komen voor vraagstukken zoals deze behandeld zijn in dit onderzoek. Kortom: “efficiency is key” voor het duurzaam en leefbaar inrichten van de aarde, rekening houdend met een grotere wereldbevolking. Een tweede conclusie die we kunnen trekken uit dit onderzoek wordt goed samengevat in een uitspraak die secretaris-generaal van de Verenigde Naties Ban Ki-moon doet tijdens een voordracht naar aanleiding van de naderende geboorte van de zeven miljardste wereldburger (om nog maar terug te komen op de introductie op deze thesis). Ban Ki-moon stelt:

Saving our planet, lifting people out of poverty, advancing economic growth... these are one and the same fight. We must connect the dots between climate change, water scarcity, energy shortages, global health, food security and women's empowerment. Solutions to one problem must be solutions for all.

Een volle Aarde sluit aan bij de bewering van Ban Ki-moon: het is onmogelijk gebleken de behandelde vraagstukken los van elkaar te zien en ook uit het feit dat de conclusie ‘efficiëntie voor duurzaamheid’ van toepassing is op alle behandelde terreinen valt op te maken dat de opgaven van de toekomst verwikkeld zijn tot bijna complexe materie. We hebben gezien hoe het recyclen van bouwmaterialen voor flatgebouwen kan leiden tot een vermindering van de uitputting van natuurlijke hulpbronnen, als ook het instellen van de circulaire economie. Het kwam tot ons dat het tegengaan van verwoestijning door middel van ingenieuze herbebossingsprojecten zich voor de bevolking resulteert in een toename van het aantal hectare landbouwgrond. We lazen hoe gebouwen stormbestendig moesten zijn om de gevolgen van klimaatverandering te kunnen weerstaan en hoe de oplossing voor het klimaatprobleem de oplossing zou vormen voor veel meer problemen, waaronder hevige stormen waardoor gebouwen beschadigd raken, maar ook problemen als droogte, honger, warmteziekten en meer. Met andere woorden: alle vraagstukken die onze toekomst betreffen zijn dusdanig met elkaar verweven dat we kunnen stellen dat grensoverschrijdende, alomvattende problemen als deze meer dan ooit vragen om een universele oplossing.

Page 43: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

43

Een ritje met de achtbaan

Meer dan ik had verwacht is het schrijven van dit werkstuk veranderd in een emotionele achtbaan. En dan het soort achtbaan waar je vol enthousiasme en opwinding instapt, ja, zelfs in de rij voel je al kriebels, maar waar je tijdens de rit over denkt: “Wat in mij dacht dat dit een leuk en plezierig ritje zou kunnen worden? Wanneer komt er een einde aan deze helse tocht?” en waarvan je naderhand toch zegt: “Eigenlijk was het best leuk!” of, op zijn minst, “Weer wat geleerd: ik doe dit nooit meer.” Ik heb nu de eerste twee fasen in vol bewustzijn meegemaakt, zie onderstaande grafiek, en heb het gevoel dat ik nu zo langzaamaan, met trillende benen, een verminkte maag en enorme hoofdpijn, uit de achtbaan stap, zo de derde fase in, en zeg: “Dit is een ervaring waar ik heel erg veel van geleerd heb.”

Ja, het schrijven van het profielwerkstuk was me nogal wat. En dit bedoel ik positief en negatief! In deze reflectie ga ik in op de positieve als ook negatieve dingen die ik van dit werkstuk heb geleerd, te beginnen met de positieve kant. Door dit werkstuk te schrijven heb ik meer dan ooit geleerd onderzoek te doen op een zo wetenschappelijk mogelijk niveau. Ik heb geleerd kritisch naar bronnen te kijken, aan te kunnen geven wanneer een bron niet klopte of niet betrouwbaar was. Ik weet nu waar ik informatie vandaan kan halen, en hoe ik deze informatie kan verwerken in mijn tekst. Ik heb kennisgemaakt met de kracht van het

NAWOORD

0

20

40

60

80

100

120

140

Pe

rce

nta

ge

Tijd in perioden

Voortgang Stress Hoop

Page 44: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

44

vragen: vragen naar concrete gegevens als het publicatiejaar van een bepaald rapport, of een bepaalde licentieverhandeling, doctoraalscriptie. Vragen naar bedoeling van een schrijver met betrekking op een bepaalde zin of een bepaalde alinea. Vragen naar de mening van een expert over een onderwerp binnen diens vakgebied. Ik heb geleerd om uit boeken van 400 pagina’s binnen twintig minuten de belangrijkste informatie te vissen, maar ook om in een zin genoeg materie te zien om er twee pagina’s tekst over vol te schrijven. Niet alleen heb ik dus veel opgepikt over het doen van een zo wetenschappelijk mogelijk (literatuur)onderzoek. Ook inhoudelijk heb ik van dit werkstuk veel opgestoken. Enerzijds heb ik meer inzichten verworven over de algemene bezigheden van wereldwijde organisaties als de FAO, de VN en het WWF. Anderzijds heb ik mij laten inspireren en verlichten door de ideeën en boodschappen achter en van honderden TED-talks, Tegenlicht-uitzendingen, baanbrekende wetenschappers, kritische bloggers, jaaroverzichten en rapporten, rijen aan data en politicologen, economen, jonge studenten en filosofen met sprankelend hoopvolle of sombere theorieën. Het schrijven van dit werkstuk heeft mij zowel optimistisch als pessimistisch gestemd: optimistisch over en geïnspireerd door de duizenden mogelijkheden, initiatieven en projecten die lopen of van start kunnen gaan dankzij een grote groep intelligente, creatieve, bewuste mensen, jong en oud. Pessimistisch over de gevolgen van huidige problemen en de problemen die zich in de toekomst zullen aandienen als de mens zich passief opstelt. Optimistisch of pessimistisch; door het schrijven van dit werkstuk ben ik me bewuster dan ooit van het belang van overbevolkingspreventie. Dit werkstuk heeft me geleerd of en waarom het belangrijk is en hoe het mogelijk gemaakt kan worden en het schrijven ervan heeft me het goede gevoel gegeven dat ik hiermee op mijn manier bijdraag aan het verbeteren van de wereld en het leefbaar maken van de toekomst. Helaas heb ik door het schrijven van dit werkstuk, vooral op momenten dat het niet vlot liep, ook geleerd hoe volledige afmatting voelt. Vooral in de laatste twee à drie weken merkte ik dat het continu in de weer zijn met onderzoeken, schrijven, annoteren et cetera zijn tol begon te eisen, mentaal en fysiek. Door de stress kwam mijn gemoedstand in een soort neerwaartse spiraal terecht en de mate van stress en negativiteit die ik ervoer begon mij ook fysiek aan te tasten. Ik heb mezelf over het randje getild en dit had ik niet moeten doen. Ook op negatief vlak, dus, heb ik van dit werkstuk heel erg veel geleerd. Mijn hoop is dat de moeite en de stress niet voor niets zijn geweest. Dat ik met dit werkstuk lezers bewust kan maken van de huidige omstandigheden en hen kan verlichten en inspireren met nieuwe, wereldverbeterende ideeën. Daarnaast zou een goed cijfer ook wel leuk zijn, maar eerlijk gezegd is dat niet per se waar ik op doel. Dit werkstuk heb ik geschreven omdat ik het interessant vindt, omdat het onderwerp veel fantasieën te boven gaat en omdat het goed voelt een steentje bij te dragen aan het verbeteren van het welzijn van de wereld. Nienke Coers

Page 45: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

45

African Union. (2007). Great Green Wall for the Sahara and the Sahel Initiative (GGWSSI). Opgehaald van

What is the GGWSSI?: http://www.greatgreenwallinitiative.org/what-great-green-wall

Al-Kodmany, K. (2015). Eco-Towers: Sustainable Cities in the Sky. Southampton, United Kingdom:

WIT press.

Amante, C., & Eakins, B. W. NATHAN World Map of Natural Hazards. Munchener

Ruckversicherungs-Gesellschaft, Munich.

Armerding, T. (2014, December 8). The 5 worst Big Data privacy risks (and how to guard against them).

Opgehaald van Central Security Office: http://www.csoonline.com/article/2855641/big-data-

security/the-5-worst-big-data-privacy-risks-and-how-to-guard-against-them.html

Borza, M. (2014). The Connection between Efficiency and Sustainability – A Theoretical Approach .

Procedia Economics and Finance (15), 1355-1363.

Bradford, A. (2015, Maart 4). Deforestation: Facts, Causes & Effects. Opgehaald van Live Science:

http://www.livescience.com/27692-deforestation.html

Buildings. (2009). The Challenges and Benefits of Mixed-Use Facilities . Opgehaald van Buildings:

http://www.buildings.com/article-details/articleid/9004/title/the-challenges-and-benefits-of-mixed-

use-facilities

Butler, R. (2012, Juli 22). Soil Erosion and it's Effects. Opgehaald van Mongabay.com:

http://rainforests.mongabay.com/0903.htm

Carqueville, N., & Murfet, D. (2014, Januari). Big Data Power, What to expect from mass

surveillance.

Church, J., & White, N. (2006). A 20th century acceleration in global sea level rise, Geophysical

Research Letters.

CIF. (sd). Background Brief on Morrocco's Concentrated Solar Power Plant Noor-Ouarzazate. Opgehaald van

Climate Investment Funds: https://www-cif.climateinvestmentfunds.org/morrocco-csp

Claassen, D. R. (2016, December 3). De toekomst van de politiek. (N. Coers, Interviewer)

Clay, J. (2004). World Agriculture and the Environment: A Commodity-by-Commodity Guide to Impacts and

Practices. Island Press.

Climate Change. (2014). Dietary greenhouse gas emissions of meat-eaters, fish-eaters, vegetarians and vegans in the

UK.

Coleman, J. (2011, Oktober 31). World's 'seven billionth baby' is born. The Guardian .

Cortex. (2016). Cortex. Opgehaald van Cortex: http://cortex2066.nl/index.html

Danielsson, M. (2010). Reduce Water Consumption at Home. Opgehaald van Sustainable Sanitation and

Water Management: http://www.sswm.info/category/implementation-tools/water-

use/hardware/optimisation-water-use-home/reduce-water-consumptio

Dawson, I. (2016). Hodder GCSE History for Edexcel: Medicine Through Time, c1250–Present.

Londen: Hodder Education.

Derksen, C., & Brown, R. (2012). Spring snow cover extent reductions in the 2008-2012 period

exceeding climate model projections. Geophysical Research Letters , 39 (L19504).

Despommier, D. (Regisseur). (2010). The Vertical Farm [Film].

Dictionary.com. (2016). dictionary.com. Opgehaald van Reforest:

http://www.dictionary.com/browse/reforestation

BIBLIOGRAFIE

Page 46: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

46

Ecolife, WWF, & Velt Voluit. (sd). Watervoetafdruk. Opgehaald van Watervoetafdruk.be:

http://www.watervoetafdruk.be/

Ehrlich, A. H., & Ehrlich, P. R. (1990). The population explosion. Londen, Groot-Londen, Engeland:

Simon & Schuster.

Eickhout, B., & Sargentini, J. (2016, December 2). Politiek in de toekomst. (N. Coers, Interviewer)

Elias, P., & Lininger, K. (2010). The Plus Side: Promoting Sustainable Carbon Sequestration in Tropical Forests.

Union of Concerned Scientists (UCS). Cambridge: UCS.

Elliot, K. G. (2015, Mei 24). The Effects of Fertilizers & Pesticides. Opgehaald van Livestrong.com:

http://www.livestrong.com/article/139831-the-effects-fertilizers-pesticides/

EPA. (sd). Understanding the Link Between Climate Change and Extreme Weather . Opgehaald van

Environmental Protection Agency: https://www.epa.gov/climate-change-science/understanding-

link-between-climate-change-and-extreme-weather

Ewijk, S. v. (2014, Maart 10). Three Challenges to the Circular Economy. (University College London)

Opgehaald van UCL INSTITUTE FOR SUSTAINABLE RESOURCES BLOG:

https://blogs.ucl.ac.uk/sustainable-resources/2014/03/10/three-challenges-to-the-circular-

economy/

FAO. (2015). Food Balance. Opgehaald van FAO Stat: http://faostat3.fao.org/browse/FB/*/E

FAO. (2009). How to Feed the World in 2050. FAO.

FAO. (2006). Livestock's Long Shadow. Rome.

FAO. (2013, September 26). Major cuts of greenhouse gas emissions from livestock within reach. Opgehaald van

Food and Agriculture Organization of the United Nations:

http://www.fao.org/news/story/en/item/197608/icode/

FAO. (1993). Sustainable development of drylands and combating desertification. FAO, Forestry Department.

Rome: FAO.

FAO. (2013). The contribution of insects to food security, livelihoods and the environment.

FAO. (2011). The state of the world’s land and water resources for food and agriculture. United Nations, The

Food and Agriculture Organization. New York: FAO & Earthscan.

FAO. (2015). World Agriculture: Towards 2015/2030. An FAO perspective. Economic and Social

Development Department. FAO.

FOEN. (2015, Oktober 8). Over-exploitation of natural resources. Opgehaald van Federal Office for the

Environment FOEN:

http://www.bafu.admin.ch/wirtschaft/15300/15650/16058/16084/index.html?lang=en

Foodtank. (2015, Januari 15). 21 Inspiring Initiatives Working to Reduce Food Waste Around the World.

Opgehaald van Foodtank: http://foodtank.com/news/2015/01/twenty-one-inspiring-initiatives-

working-to-reduce-food-waste-around-the-wo

Francis, D. R. Why do Death Rates Decline? National Bureau of Economic Research.

Frey, C. B., & Osborne, M. A. (2013). The Future Of Employment: How Susceptible Are Jobs To

Computerisation? Oxford University. Oxford: Oxford University Press.

Gabriella. Why Tiny Houses Can Save The Earth.

Global Forest Resources. (2010). Counting the World’s Trees .

Grooten, R. (2016, December 7). Producent-georienteerde voordelen van de circulaire economie. (N.

Coers, Interviewer)

Hansen, M. Global Forest Change. University of Maryland, Maryland.

Hattum, R. v. (Auteur), & Liu, J. D. (Regisseur). (2012). Groen Goud [Film].

Haven, K. F. (2006). 100 Greatest Science Inventions of All Time. Westport, Connecticut, Verenigde

Staten: Greenwood Publishing Group.

Page 47: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

47

Hellwig, C. (2015, Mei 26). What can be done to stop the depletion of the world’s natural resources? Opgehaald

van Global Risk Insights : http://globalriskinsights.com/2015/05/what-can-be-done-to-stop-the-

depletion-of-the-worlds-natural-resources/

Hoekstra, A. Y. (2012). The hidden water resource use behind meat and dairy. University of Twente, Twente

Water Centre. Enschede: University of Twente.

Holthaus, E. (2014, Maart 18). The Thirsty West: What Happens in Vegas Doesn’t Stay in Vegas. Opgehaald

van Slate:

http://www.slate.com/articles/technology/future_tense/2014/03/las_vegas_water_conservation_it_

s_a_mirage.html

Hyperloop. (2016). Hyperloop One. Opgehaald van Hyperloop One: https://hyperloop-one.com/

ICID. (2012). ENVIRONMENTAL IMPACTS OF IRRIGATION. Opgehaald van International

Commission on Irrigation and Drainage: http://www.icid.org/res_irri_envimp.html

IFPRI. (2013, Januari 23). The World in 2050: the future of agriculture and water laid out at Dublin conference.

Opgehaald van IFPRI: https://www.ifpri.org/blog/world-2050

IPCC. (2007). Fourth Assessment Report: Climate Change 2007. Working Group III: Mitigation of Climate

Change.

IPCC. (1996). Methane Emissions from Rice Cultivation: Flooded Rice Fields. Intergovernmental Panel on

Climate Change.

Jackson, A. (sd). Factors Which Effect the World's Population. Opgehaald van Geography AS Notes:

https://geographyas.info/population/factors-effecting-world-population/

Janjic, K. (2014, Maart 7). United States Environmental Protection Agency. Opgehaald van The

Environmental Impact of Single-Family Homes: https://blog.epa.gov/blog/2014/03/the-

environmental-impact-of-single-family-homes/

Jardine, N. (2011, Oktober 7). The 10 Biggest Problems In The World According To The EU. Opgehaald van

Business Insider: http://www.businessinsider.com/the-10-biggest-problems-in-the-world-according-

to-the-eu-2011-10?op=1/#-dont-know-1

Jud, G. D. (2006). Economic Impact of Single-Family Real Estate Development in Mecklenberg Country, NC.

North-Carolina: North Carolina Association of Realtors.

Kent, A. T. (sd). Opgehaald van New York University:

http://www.nyu.edu/classes/keefer/EvergreenEnergy/kenta.pdf

Kinder, C. (1998). The Population Explosion: Causes and Consequences. Opgehaald van Yale-New Haven

Teachers Institute: http://teachersinstitute.yale.edu/curriculum/units/1998/7/98.07.02.x.html

Kwok, R., & Rothrock, D. A. (2009). Decline in Arctic sea ice thickness from submarine and ICESAT

records: 1958-2008. Geophysical Research Letters , 36 (L15501).

Lenoir, F. (2012). Hoe we de wereld kunnen genezen. Utrecht, Utrecht: Uitgeverij Ten Have.

Marr, B. (2015, September 8). 6 Incredible Ways Big Data Is Used by the US Government. Opgehaald van

SmartData Collective: http://www.smartdatacollective.com/bernardmarr/343582/6-incredible-ways-

big-data-used-us-government

Maslow, A. H. (1943). A Theory of Human Motivation. Psychological Review , 370-396.

McEachran, R. (2015, Augustus 13). Under the sea: the underwater farms growing basil, strawberries and lettuce.

Opgehaald van The Guardian: https://www.theguardian.com/sustainable-

business/2015/aug/13/food-growing-underwater-sea-pods-nemos-garden-italy

McLamb, E. (2013, November 11). The Continuing Ecological Impact of the Industrial Revolution. Opgehaald

van Ecology: http://www.ecology.com/2013/11/11/continuing-ecological-impact-industrial-

revolution/

Millenium Ecosystem Assesment. (2005). Ecosystems and Human Well-being. synthese, Washington DC.

Page 48: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

48

Mondal, P. (sd). Population Growth: Causes, Characteristics and Explosion of Population Growth. Opgehaald

van Your Article Library: http://www.yourarticlelibrary.com/population/population-growth-causes-

characteristics-and-explosion-of-population-growth/9968/

Musk, E. (sd). Hyperloop Alpha. Opgehaald van Tesla:

https://www.tesla.com/sites/default/files/blog_images/hyperloop-alpha.pdf

NASA. (sd). GISS Surface Temperature Analysis (GISTEMP). Opgehaald van National Aeronautics and

Space Administration, Goddard Institute for Space Studies: http://data.giss.nasa.gov/gistemp/

NASA. (2006). Gravity Recovery and Climate Experiment.

National Geographic. (sd). Deforestation. Opgehaald van National Geographic:

http://environment.nationalgeographic.com/environment/global-warming/deforestation-overview/

NCIDC. (2014, November 12). SOTC: Mountain Glaciers . (N. S. Centre, Producent) Opgehaald van

State of the Cryosphere: http://nsidc.org/cryosphere/sotc/glacier_balance.html

NCIDC. (2014, Februari 6). SOTC: Northern Hemisphere Snow. (N. S. Center, Producent) Opgehaald

van State of the Crysphere: http://nsidc.org/cryosphere/sotc/snow_extent.html

NOAA. (sd). Global Climate Change Indicators. (N. O. Administration, Producent, & National Centers

for Environmental Information) Opgehaald van National Oceanic and Atmospheric Administration:

https://www.ncdc.noaa.gov/indicators/

NOAA. (sd). U.S. Climate Extremes Index (CEI): Introduction . (N. C. Information, Producent, &

National Oceanic and Athmospheric Administration) Opgehaald van National Oceanic and

Athmospheric Administration: https://www.ncdc.noaa.gov/extremes/cei/index.html

NOAA, ESRL. (2005). Trends in Atmospheric Carbon Dioxide. Opgehaald van NOAA Earth System

Research Laboratory: http://www.esrl.noaa.gov/gmd/ccgg/trends/full.html

Nye, J. S. (2013, December 16). What is the future of governance? Opgehaald van World Economic

Forum: https://www.weforum.org/agenda/2013/12/what-will-governance-look-like-in-to-2050/

OECD. (2012). OECD ENVIRONMENTAL OUTLOOK TO 2050: The Consequences of Inaction.

Goossens, H. (Producent), & Oey, A. (Regisseur). (2012). Making Cities: de stad van de toekomst [Film].

Nederland.

Ogden-Barnes, S. (2011, Augustus 25). Don’t worry, by 2050 retail won’t be all over the shop. Opgehaald van

The Conversation: http://theconversation.com/dont-worry-by-2050-retail-wont-be-all-over-the-

shop-3027

Pajor, M. (2013, Oktober 18). Net-zero features: solar power. Opgehaald van University of Illinois:

http://buildingcampaign.ece.illinois.edu/net-zero-features-solar-power/

Parikh, V. (2013, November 3). Advantages and Disadvantages of Urbanization. Opgehaald van Let's Learn

Finance: http://www.letslearnfinance.com/advantages-and-disadvantages-of-urbanization.html

Parke, P. (2016, Februari 8). World's largest concentrated solar plant switches on in the Sahara. (CNN)

Opgehaald van CNN: http://edition.cnn.com/2016/02/08/africa/ouarzazate-morocco-solar-plant/

Pearce, D. W., & Turner, K. R. (1989). Economics of Natural Resources and the Environment. Johns

Hopkins University Press.

Perry, A. (2006, juni 12). Life in Dharavi; Inside Asia's Biggest Slum. Opgehaald van BBC News:

http://news.bbc.co.uk/2/shared/spl/hi/world/06/dharavi_slum/html/dharavi_slum_intro.stm

Peterson, T. (2009). State of the Climate in 2008. Bulletin of the American Meteorological Society , 90 (8),

S17-S18.

Polyak, L. (2009). “History of Sea Ice in the Arctic,” in Past Climate Variability and Change in the

Arctic and at High Latitudes, U.S. Geological Survey, Climate Change Science Program Synthesis and

Assessment Product 1.2.

Page 49: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

49

Population Reference Bureau. (2014). 2014 POPULATION CLOCK. Opgehaald van Population

Reference Bureau: http://www.prb.org/Publications/Datasheets/2014/2014-world-population-data-

sheet/population-clock.aspx

Population Reference Bureau. (2016). 2016 WORLD POPULATION DATA SHEET . Washington

DC: Population Reference Bureau.

Rainforest Conservation Fund. (sd). Housing and urbanization. Opgehaald van Rainforest Conservation

Fund: http://www.rainforestconservation.org/rainforest-primer/3-rainforests-in-peril-

deforestation/d-causes-of-tropical-rainforest-destruction/4-housing-and-urbanization/

Rekacewicz, P. Degraded soils. Environment and Poverty Times #1: WSSD issue. UNEP.

Revenga, C. (2000, Oktober). Will There Be Enough Water. (G. Mock, Red.) Earth Trends: Featured

Topic .

Reynolds, M. (sd). Designing a sustainable home. Opgehaald van Ecohome:

http://www.ecohome.net/guide/designs-plans

Rinkesh. (sd). What is Water Scarcity? Opgehaald van Conserve Energy FUture : http://www.conserve-

energy-future.com/various-water-pollution-facts.php

Savory, A. (Auteur). (2013). How to fight desertification and reverse climate change [Film].

Schuurman, M. (2016, April 13). Circulaire Economie. Opgehaald van MVO Nederland:

http://mvonederland.nl/circulaire-economie-dossier

Scola, N. (2013, Juni 14). Obama, the ‘big data’ president. Opgehaald van The Washington Post:

https://www.washingtonpost.com/opinions/obama-the-big-data-president/2013/06/14/1d71fe2e-

d391-11e2-b05f-3ea3f0e7bb5a_story.html?utm_term=.76f954e55429

Scott, J. (2011 , April 22). Some vegetables require less water than others. Opgehaald van Oregon State

University Extension Service: http://extension.oregonstate.edu/gardening/some-vegetables-require-

less-water-others

SDWF. CLEANING UP AFTER POLLUTION . Safe Drinking Water Foundation. Safe Drinking

Water Foundation.

Seager, C. (2016, Oktober 13). Will jobs exist in 2050? . Opgehaald van The Guardian:

https://www.theguardian.com/careers/2016/oct/13/will-jobs-exist-in-2050

SER. (2016). Innovatie, verdienmodellen en financiering in een circulaire economie. SER.

Seto, K. C. (2016). Environmental Impacts of Urban Growth. (Yale University) Opgehaald van SETO Lab,

Urbanization & Global Change: http://urban.yale.edu/research/theme-4

Shears, M. Desertification. USDA.

Sinha, D. (2016). 8 Measures to Raise Cropping Intensity in India. Opgehaald van Your Article Library:

http://www.yourarticlelibrary.com/agriculture/8-measures-to-raise-cropping-intensity-in-

india/42316/

Spitz, G. (2012). Water, bron van ontwikkeling, macht en conflict. Nationale Commissie voor internationale

samenwerking en Duurzame Ontwikkeling (NCDO). Amsterdam: NCDO.

Spohner, R., & Kraas, F. Megacities in 2015. University of Cologne, Department of Geography,

Cologne, Germany.

The Economist. (2008, September 18). Running Dry. Opgehaald van The Economist:

http://www.economist.com/node/12260907

The Ocean Cleanup. (2016). Technology. Opgehaald van The Ocean Cleanup:

https://www.theoceancleanup.com/technology/

TNO, & PBL. Wat kan een circulaire economie Nederland opleveren? Planbureau voor de Leefomgeving.

Tozzi, J. (2016, April 1). The World May Have Too Much Food. Opgehaald van Bloomberg :

http://www.bloomberg.com/news/articles/2016-03-31/the-world-may-have-too-much-food

Page 50: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

50

Tubiello, F., Salvatore, M., Cóndor Golec, R., Ferrara, A., Rossi, S., Biancalani, R., et al. (2014).

Agriculture, Forestry and Other Land Use Emissions by Sources and Removals by Sinks. Rome: Food and

Agriculture Organization.

U.S. Department of Energy. (sd). ELECTRICITY GENERATION. Opgehaald van Energy.gov,

Office of Energy Efficiency & Renewable Energy : http://energy.gov/eere/geothermal/electricity-

generation

UCS. (2015, November 12). How Biopower Works . Opgehaald van Union of Concerned Scientists:

http://www.ucsusa.org/clean_energy/our-energy-choices/renewable-energy/how-biomass-energy-

works.html#.WDyL2aLhA6U

UEA. (2016, Januari). Temperature. (U. o. East-Anglia, Producent, & Climatic Research Unit)

Opgehaald van Climatic Research Unit: Data: https://crudata.uea.ac.uk/cru/data/temperature/

UN TEEB, US Geological Survey, BP, & Worm. Stock Check.

UN. (2006). United Nations Fact Sheet on Climate Change. Factsheet, Nairobi.

UN. (2014). World Urbanization Prospects. New York: United Nations.

UNEP. Forest losses and gains: where do we stand?

UN-habitat. (2013). Urban Development and Management. United Nations.

United Nations. (2015). International Decade for Action 'Water for Life' 2005-2015. Opgehaald van United

Nations: http://www.un.org/waterforlifedecade/scarcity.shtml

United Nations World Food Programme. (2016). What causes hunger? Opgehaald van World Food

Programme: https://www.wfp.org/hunger/causes

United Nations. (2015, Juli 29). World population projected to reach 9.7 billion by 2050. Opgehaald van

United Nations: http://www.un.org/en/development/desa/news/population/2015-report.html

UN-REDD. (sd). UN-REDD Programme. (UN) Opgehaald van UN-REDD Programme:

http://www.un-redd.org/

Uplekar , M. W., Pinto, L. M., & Udwadia, Z. F. (2010, Augustus 9). Tuberculosis Management by

Private Practitioners in Mumbai, India: Has Anything Changed in Two Decades? Plos One .

Urban, T. (2013). What If All 7.1 Billion People Moved To Tunesia. Opgehaald van WaitButWhy:

http://waitbutwhy.com/2013/08/what-if-all-71-billion-people-moved-to.html

US Environmental Protection Agency . (2014). Sources of Greenhouse Gas Emissions. Opgehaald van US

Environmental Protection Agency : https://www.epa.gov/ghgemissions/sources-greenhouse-gas-

emissions

USGS. (2016, Mei 2). How much water does the average person use at home per day? Opgehaald van The

USGS Water Science School: http://water.usgs.gov/edu/qa-home-percapita.html

Verkaik, K. (Auteur), & Verkaik, K. (Regisseur). (2015). De macht aan de stad [Film]. Nederland.

Wada, Y., van Beek, L., & Bierkens, M. (2012). Water Resources Research .

Ward, A. (2003, December 3). Weighing Earth's Water from Space. Opgeroepen op Augustus 19, 2016,

van NASA Earth Observatory : http://earthobservatory.nasa.gov/Features/WeighingWater/

West, G. (Auteur). (2011). Geoffrey West: The surprising math of cities and corporations [Film].

WHO. (2016, Juni). Climate change and health. Opgehaald van World Health Organization:

http://www.who.int/mediacentre/factsheets/fs266/en/

WHO. (2016). The urban environment. Opgehaald van World Health Organization:

http://www.who.int/heli/risks/urban/urbanenv/en/

Wilson, E. O. (2002). The Future of Life. Knopf Doubleday Publishing Group.

World Ocean Review. (2013). The Future of Fish – The Fisheries of the Future.

World Resources Institute. (2014). Creating a Sustainable Food Future. WRI.

WWF. (2014). Opgehaald van World Wild Life: http://www.worldwildlife.org/threats/water-scarcity

Page 51: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

51

Zillman, S. (2012, Juni 20). The world of work in the year 2050. Opgehaald van HC Online:

http://www.hcamag.com/hr-news/the-world-of-work-in-the-year-2050-141010.aspx

Zolfagharifard, E. (2014, Januari 7). Living the 'Good Life' is bad for the environment: Suburban residents emit

more greenhouse gases than city dwellers. Opgehaald van Daily Mail:

http://www.dailymail.co.uk/sciencetech/article-2535163/Living-Good-Life-BAD-environment-

Suburban-residents-emit-greenhouse-gases-city-dwellers.html

Page 52: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

52

De volgende bestanden heb ik als bijlagen bij dit werkstuk gevoegd:

Logboek

Interview over de politiek van de toekomst met Dr. Rutger Claassen

Delhi Grid: aerial view of New Delhi, India © Google Earth / 2014 Digital Globe1

1 Deze foto en de omslagfoto komen uit het boek Overdevelopment, Overpopulation, Overshoot (OVER), in 2015 samengesteld en gepubliceerd door T. Butler. Uitgegeven door Goff Books.

BIJLAGEN

Page 53: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

53

LOGBOEK

Datum Activiteit Tijd Notities, problemen, oplossingen

15/05/16 Uiterlijk 15 mei 2016 moeten de keuze voor het aan het EWS-gekoppelde profielvak en de begeleider ingestuurd worden via een online formulier. Dit heb ik eerder deze week gedaan.

1 uur Het formuleren van de deelvragen was voor mij best lastig: in 5 deelvragen alle aspecten van de wereld samenvatten viel niet mee. Uiteindelijk heb ik mijn deelvragen door te kijken naar waar de Nederlandse Ministeries zich mee bezig houden en naar de Maslow-piramide.

29/05/16 Uiterlijk 29 mei 2016 moet het onderzoeksplan voor het EWS ingestuurd worden via een online formulier. Dit heb ik eerder deze week reeds gedaan. In het onderzoeksplan heb ik een titel, hoofdvraag, deelvragen en hypothese geformuleerd. Voor mezelf heb ik naast dit onderzoeksplan ook een uitgebreid onderzoeksplan opgesteld waarin ik dieper inga op het onderwerp. Dat heb ik ook in de week van 29 mei 2016 gedaan.

2 uur Ik vind het vervelend dat het EWS maar 30 pagina’s mag tellen en hoop dat ik dit haal. Ik heb besloten in mijn werkstuk zo bondig mogelijk te schrijven zodat ik veel informatie kwijt kan.

02/06/16 Vandaag had ik een gezamenlijk startgesprek met de begeleider en mijn andere klasgenoten. Dit gesprek is goed verlopen.

0:30 uur

Geen moeilijkheden.

14/06/16 Met de klas hebben we vandaag het Rijksmuseum in Amsterdam bezocht ter gelegenheid van een masterclass over het profielwerkstuk.

3 uur Geen moeilijkheden.

02/07/16 Vandaag ben ik in de boekenwinkel op zoek gegaan naar bruikbare boeken voor mijn EWS en heb ik een begin gemaakt aan mijn literatuurlijst.

0:15 uur

Ik twijfel wat het meest efficiënt is: meteen in het Engels te schrijven of eerst in het Nederlands en dan te vertalen naar het Engels. Veel boeken die ik heb gevonden zijn namelijk geschreven in het Engels.

06/07/16 Ter voorbereiding van mijn eerste startgesprek aanstaande 12 juli heb ik vandaag een weekplanning opgesteld en mijn logboek bijgewerkt.

2 uur Geen moeilijkheden.

08/07/16 Ik heb vandaag het voorblad van mijn werkstuk gemaakt.

0:45 uur

Ik moet nog nadenken over de vorm waarin ik het werkstuk wil publiceren.

11/07/16 Vandaag ben ik begonnen aan de tekst van mijn profielwerkstuk, althans, aan de opzet ervan.

1:30 uur

Schrijven in het Engels is nog best moeilijk, wil je het goed doen.

12/07/16 Inleiding geschreven en literatuurlijst 3:15 Zit nog een beetje na te denken over mijn

Page 54: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

54

uitgebreid. uur aanpak van bepaalde zaken.

27/07/16 Ik ben begonnen aan de uitwerking van de eerste deelvraag.

2 uur Het blijkt moeilijker dan gedacht om me aan mijn eigen planning te houden.

03/08/16 Ik heb vandaag verder gewerkt aan de eerste deelvraag.

1 uur Het marge van 30 pagina’s gaat het grootste probleem van heel het EWS worden.

09/08/16 Deelvraag 1, eerste kopje. Ik heb berekeningen gedaan.

1 uur Geen moeilijkheden.

14/08/16 Deelvraag 1, eerste kopje, tweede deel.

2 uur Dit deel van mijn werkstuk vereist nogal wat bronnen en het is ontzettend veel leeswerk.

06/09/16 In de afgelopen weken heb ik veel aan mijn profielwerkstuk gewerkt. Het is me gelukt om deelvraag 1 af te krijgen en te perfectioneren. Vooral in de afgelopen dagen heb ik veel voortgang geboekt.

20 uur

Geen moeilijkheden.

15/09/16 Ik ben deze week begonnen met deelvraag 2.1 over voeding.

2 uur Zolang ik alles per sub-sub-subdeelvraag blijf structureren, zijn er geen moeilijkheden.

21/09/16 Ik heb vandaag gewerkt aan deelvraag 2.1 over voeding

2 uur Geen moeilijkheden.

24/09/16 Vandaag heb ik het laatste onderdeel van voeding, deelvraag 2.1.3.2 over landbouwintensivering, bijna afgerond.

3 uur Geen moeilijkheden.

28/09/16 Nog altijd bezig met de afronding van deelvraag 2.1.3.2.

2 uur Geen moeilijkheden.

29/09/16 Klaar met deelvraag 2.1.3.2 4 uur Ik heb een beetje stress om de tijd, omdat ik vandaag eigenlijk al ver had willen zijn met deelvraag 2.2, die ik iets korter houd.

01/10/16 Begonnen aan deelvraag 2.2 Drink, ik ben tot op de helft gekomen

4 uur Geen moeilijkheden.

05/10/16 Gewerkt aan deelvraag 2.2 Drink 0:45 uur

Het concentratieniveau lag vandaag buitengewoon laag.

13/10/16 Ik heb vandaag gezocht naar methoden om waterschaarste de kop in te drukken (deelvraag 2.2.2.)

1:30 uur

Geen moeilijkheden.

14/10/16 Deelvraag 2.2.2. 0:30 uur

Geen moeilijkheden.

15/10/16 Deelvraag 2.2 afgerond. Nu over op deelvraag 2.3 Sanctuary. Ik heb de deelvraag gestructureerd en ben begonnen met schrijven.

3 uur Geen moeilijkheden.

26/10/16 Deelvraag 2.3 Sanctuary: geschreven over duurzaam wonen

3 uur Geen moeilijkheden.

Page 55: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

55

27/10/16 Deelvraag 2.3 Sanctuary: geschreven over feitelijke stedenbouw

2 uur Geen moeilijkheden

06/10/16 Deelvraag 2.3 Sanctuary: feitelijke stedenbouw afgerond, begonnen aan urbane faciliteitenvoorziening

4 uur Stress om de deadline.

10/10/16 Deelvraag 2 is bijna af. 4 uur Ik denk dat ik het wel ga halen, eigenlijk! Ik moet gewoon mijn schoolzaken goed op orde houden en dan haal ik het.

12/10/16 Deelvraag 2 is af 2:30 uur

Ik zit erover te denken om van deelvraag 2.3 een aparte deelvraag te maken: deze deelvraag is zeer uitgebreid.

13/10/16 Ik heb vandaag even de inleiding geschreven van deelvraag 3 en ik heb me ingelezen over het onderwerp.

0:30 uur

Geen moeilijkheden.

26/10/16 Begin deelvraag 3.1: Ontbossing en verwoestijning.

2 uur Ik moet echt opschieten wil ik alles halen.

28/10/16 Deelvraag 3.1 afgemaakt, begonnen aan deelvraag 3.2: Uitputting van natuurlijke hulpbronnen.

4 uur Geen moeilijkheden.

De rest van week 48

Deelvraag 3 afgerond. Begonnen aan deelvraag 4.1, politiek. Hiervoor heb ik enkele partijen en politiek filosofen benaderd die meer informatie kunnen verstrekken over de toekomst van de politiek.

10 uur

Engels gaat ‘m niet meer worden. Deelvraag 5 ook niet meer. Sowieso valt over deelvraag 5 weinig te vertellen.

04/12/16 4.1 afgemaakt. Ik heb contact gekregen met een politiek filosoof aan de UU.

5 uur Uit de woorden van de filosoof werd tevens duidelijk dat onderwijs e.d. geen belangrijke agendapunten voor de toekomst zijn dus dat heeft mij meer zekerheid gegeven over het schrappen van deelvraag 5 over dit onderwerp.

05/12/16 4.2, economie voor een groot deel afgemaakt. Contact gekregen met twee europarlementariers namens GroenLinks. Alles vertaald naar het Nederlands en de hoofdstuknummers veranderd.

5 uur Een paar zaken moest ik na inzage door mijn begeleider nog even bijschaven.

06/12/16 4.2 afgemaakt, het grootste gedeelte van de tekst heb ik nu. Puntjes op de i gezet, verder gegaan met het bijschaven van de tekst.

3 uur Geen moeilijkheden.

07/12/16 Conclusie, samenvatting, voorwoord, nawoord, bijlagen, bronnenlijst en inhoudsopgave

7 uur Geen moeilijkheden.

Totaal uren: 115 uren

Page 56: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

56

INTERVIEW OVER DE POLITIEK VAN DE TOEKOMST MET DR. R.J.G.

CLAASSEN

Het belang van een goed georganiseerde polit iek groeit naarmate de wereldbevolking groter wordt. Hoe

ziet de politiek van de toekomst eruit , als de wereldbevolking groter is en duurzaamheid belangri jker

wordt voor de gezondheid van het volk en de planeet? Hieronder zes vragen over de polit iek van de

toekomst.

Een werkend politiek systeem is in principe tijdloos. Is het desondanks toch nodig om de politiek

in de toekomst aan te passen aan een groeiende, veranderde wereldbevolking? Waarom wel /

niet?

Politieke systemen zijn helemaal niet tijdloos, ook niet in principe. De tijden veranderen, en politieke

systemen veranderen mee (en verschillen ook heel erg naar plaats – verschillen tussen landen en culturen).

De laatste eeuw is er wereldwijd wel een ogenschijnlijk steeds grotere consensus ontstaan dat een

“democratie” (maar daarvan zijn weer talloze varianten) het beste politieke systeem is, maar juist de laatste

tijd stellen andere landen daar weer vraagtekens bij en lijkt een autoritaire vorm van leiderschap weer in

opkomst (China, Rusland, Turkije). De groeiende wereldbevolking is een reden waarom politieke

systemen zullen veranderen, maar alleen in combinatie met andere factoren. Bijvoorbeeld: de enorme

groei van de bevolking in sommige landen (bijv. Nigeria) leidt tot veel migratie, omdat die landen arm zijn;

terwijl de enorme groei in andere landen (bijv. China) niet tot migratie leidt, maar weer tot andere

problemen (bijv. milieuvervuiling).

In De Wereld Draait Door van woensdag 30 november 2016 houdt schrijver en D66-politicus Jan

Terlouw een pleidooi voor meer politiek vertrouwen. Terlouw pleit hiermee indirect voor een

grotere politieke betrokkenheid. Is een grote politieke betrokkenheid belangrijk om een grotere

wereldbevolking georganiseerd te houden of is het juist belangrijk dat de politiek zich afzijdig

houdt in het doen en laten van de bevolking?

Deze vraag is zelf door en door politiek gekleurd. Er is geen neutraal antwoord op mogelijk. Linkse

partijen vinden van oudsher dat de staat meer moet intervenieren in het maatschappelijk leven

(verzorgingstaat: onderwijs, zorg en sociale zekerheid bieden), rechtse partijen vinden dat de staat kleiner

moet zijn en zich meer afzijdig houden. “Bevolkingspolitiek”, d.w.z. het interveniëren door de staat om de

bevolking te vergroten of juist verkleinen, is vaak omstreden, zowel bij links als bij rechts, omdat het

ingrijpt in de meest intieme keuzes van mensen hoe ze hun leven willen leiden. Toch hebben sommige

landen wel aan bevolkingspolitiek gedaan of doen dat nog steeds (denk aan het nu afgeschafte 1 kind-

beleid in China, of juist de bevordering van meer kinderen in Frankrijk door subsidies aan gezinnen). Zelf

denk ik dat enige politieke betrokkenheid met dit thema wel nodig zal zijn om de onstuimige groei te

temperen (m.n. in ontwikkelingslanden). Daarnaast is grote betrokkenheid nodig om de gevolgen van de

grote bevolking (m.n. milieu-, zoals klimaatschade) in de hand te houden.

Is democratisering van de wereld nog steeds het ultieme streven of zijn er andere bestuursvormen

die misschien beter passen bij de groeiende wereldbevolking?

Wat mij betreft is democratisering nog steeds het ultieme streven, omdat het de enige staatsvorm is die

recht doet aan de fundamentele gelijkheid van alle mensen. Dat is dus een principieel, moreel argument.

Daarnaast wordt er (in de politieke filosofie, mijn vak) vaak gewezen op de epistemische voordelen van

democratie: door iedereen de kans te geven zich in de discussie te mengen over de toekomst van de

Page 57: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

57

samenleving, haal je meer goede ideeën en informatie naar boven dan in een gesloten systeem dat op de

kennis en kunde van een kleine gesloten groep steunt. Maar dit alles is dus omstreden vanuit de optiek van

sommige niet-Westerse culturen.

Wat zijn – volgens u – de kernpunten van het optimale verkiezingsprogramma van de toekomst?

Bijvoorbeeld: een goed zorgstelsel, aandacht voor het klimaat, onderwijs etc.

Deze vraag is enorm groot, te breed eigenlijk. Ons stelsels van zorg en onderwijs kunnen altijd beter, maar

daar gaat ook al veel goed. Persoonlijk denk ik dat er drie speerpunten zouden moeten zijn voor

verandering in de komende tijd: 1. Snelle transitie naar een circulaire economie, waarin niet alleen CO-2

uitstoot maar ook gebruik van alle materialen op een milieuneutrale wijze geschiedt; 2. Vermindering van

de ongelijkheid in inkomen en vermogen, zowel in Westerse landen als ook tussen landen (bijv. door

eerlijkere belastingen en tegengaan belastingontduiking), 3. Vermindering van de spanningen tussen

verschillende bevolkingsgroepen in ons land, door migratie. Veel snellere inburgering van asielzoekers, die

veel meer door de overheid wordt ondersteund en gefinancierd (dat is nu echt een rommeltje).

Zou het beter werken de politiek te centraliseren zodat krachtige staten ontstaan, of zou het juist

decentralisatie, waar provincies en gemeenten autonomer kunnen besturen, slimmer zijn?

De vraag is te algemeen gesteld. Het hangt af van het onderwerp. Bij sommige onderwerpen ligt meer

centralisatie voor de hand, bij andere meer decentralisatie. In het algemeen denk ik dat de afgelopen jaren

te veel (en te onzorgvuldig) taken zijn gedecentraliseerd. In een klein land als Nederland is dat lang niet

altijd zinvol.

Hoe zit het met de internationale politiek? Wordt internationale samenwerking belangrijker of is

het voor ieder land het beste als het zich niet bemoeit met de rest van de wereld?

Dit is misschien wel de hamvraag van onze tijd. Zich “niet bemoeien” met de rest van de wereld is een

onmogelijkheid. Daarvoor zijn landen teveel met elkaar verbonden door snelle grensoverschrijdende

technologieën, verbeterde transportmogelijkheden, maar ook internationale misdaad, klimaatverandering,

migratiestromen… Veel van deze problemen kunnen alleen door internationale samenwerking worden

opgelost. De tragiek is dat landen daar steeds minder toe bereid lijken te zijn, omdat de bevolking in veel

landen nu de buik vol heeft van “globalisering”. Dus het verstandigst is nu om samen te werken waar dit

kan, maar niet te proberen om de economieën nog meer te integreren. Dat laatste zal zorgen voor nog

meer wantrouwen onder bevolkingen, zodat internationale samenwerking helemaal onmogelijk wordt.

Dr. R.J.G. (Rutger) Claassen (1978) is als universitair hoofddocent ethiek en politieke filosofie verbonden aan het

Departement Wijsbegeerte van de Universiteit Utrecht. Hij studeerde eerder rechten en filosofie en promoveerde in 2008 op een dissertatie over de morele grenzen aan de markt.

Page 58: EEN VOLLE AARDE · 2017. 1. 7. · ~ Mahatma Gandhi . 5 Dromen over duurzaamheid ... Hoofdstuk 2: Hoe voorzien we een grotere wereldbevolking van voedsel en drinken? 14 Voedsel 14

58

Ik wens deze thesis te eindigen met het oprecht bedanken van alle mensen die mij geholpen hebben met het inzien en corrigeren van mijn tekst, mijn vragen hebben beantwoord en mij continu hebben gesteund en begeleid. Ik wil graag mijn moeder Marie-Anne Raaijmakers, mijn vader Rob Coers, dhr. J. Gommans en dhr. J. Gardenier bedanken voor het kritisch nakijken en reviseren van de tekst. Dr. R. G. J. Claassen, dhr. B. Eickhout, mw. Judith Sargentini en de voorlichter van de VVD wil ik graag bedanken voor hun schielijke, inhoudelijk waardevolle respons. Tenslotte hebben veel vrienden mij gestadig gemotiveerd, interesse in mijn onderwerp getoond, me geholpen en open gestaan voor vurige discussies en vruchtbare brainstorm-sessies. Daarvoor wil ik hen hartelijk bedanken. Mijn speciale dank gaat uit naar mijn begeleider en leraar dhr. L. Van de Wouw, die mijn werkstuk doorlopend gecontroleerd en gecorrigeerd heeft, mij continu voorzien heeft van bruikbare informatie, mij gesteund en gemotiveerd heeft. Zijn interesse, zijn kritische blik, zijn gemeende complimenten en zijn enorme betrokkenheid hebben voor mij enorm geholpen.

WOORD VAN DANK