Een kennismaking met sociale netwerken

2
16 Geo-Info 2009-7/8 Een kennismaking met sociale netwerken Door Jan Willem van Eck Tijdens mijn studie aan de HTS Utrecht maakte ik kennis met de kartografische communicatieregels van Jacques Bertin. Zijn boekwerk-van-formaat maakte zeker indruk, één regel heb ik altijd onthouden: als je een kwalitatief verschijnsel in kaart wilt brengen (bv. type bestemmingen van percelen), dan is kleur(verschil) het beste middel om dat uit te drukken. Echter, meer dan zeven kleuren is niet zinvol. Ik weet niet meer hoe Bertin bij het getal zeven is gekomen, maar ik kan me er wel iets bij voorstellen. En zoals er kartogra- fische communicatieregels zijn, zo zijn er gewone communicatie-(spel)regels. Deze spelregels komen ook bij de sociale netwerken om de hoek kijken. Sociale netwerken zijn in mijn definitie netwerken van mensen die op een bepaalde manier met elkaar omgaan, bepaalde interesses of belangen delen, een verbinding met elkaar hebben. De vereniging Geo-Infor- matie Nederland is een voorbeeld van zo’n netwerk. Dit artikel is een kennismaking met (digitale) sociale netwerken. Vijf vrienden voor de wereld Onderzoeken uit de vorige eeuw hebben aangetoond dat elke willekeurige persoon op aarde via vrienden, bekenden, ver- bonden is met een andere, willekeurige persoon. Het bleek zelfs dat via vijf tussen- stappen elke persoon op aarde te berei- ken is. Verrassend? Uiteraard is het aantal stappen afhankelijk van factoren; waar men woont, welke mensen men kent, etc. Waren de experimenten met brieven uitgevoerd, dankzij het internet is het ver- binden van mensen met elkaar een stuk gemakkelijker geworden. Wat er nodig is: een website waar deelnemers een profiel opstellen en bijhouden. Op LinkedIn, een professioneel sociaal netwerk, voeren deelnemers op welke opleiding ze hebben genoten, welke functie ze bekleden, etc. LinkedIn gaat ook verder: welke boeken lees je of wat doe je op dit moment? Op LinkedIn voelen zo’n 650 personen zich verbonden met de netwerkgroep Geo-Informatie Nederland. De moeite om die groep in te richten en te onderhouden is minimaal, slechts een muisklik en een ingevulde cv. Nu betekent dat nog niet veel meer dan een logo op een cv, maar in andere groepen vinden al veel discus- sies plaats. Men ontmoet elkaar – als het ware – digitaal. Zin Als elke deelnemer het spel meespeelt en zijn/haar netwerk deelt, dan kan het zeer zinvol zijn om mee te doen aan zo’n netwerk. Als eerste bevordert het de trans- parantie in een werkveld: we gaan op een open manier met elkaar om. Daarnaast kan het netwerk contacten opleveren waar wij zelf geen toegang tot hebben. Voorbeeld: ik ben op zoek naar een medewerker communicatie van het Rijks- museum. Welke persoon in mijn netwerk heeft een link met een medewerker van het Rijksmuseum? Kan ik hem/haar vragen mij daar aan te bevelen? Heb ik dan een beter resultaat dan wanneer ik even bel naar een onbekende bij het Rijksmuseum? Dat zou ook werken bij een goede tekst- schrijver of een wethouder van mijn gemeente. Een andere aardige toepassing, die wat lijkt op ‘egosurfen’ (je eigen naam intypen in Google), is ‘ego linken’: hoe word ik zelf gevonden in zo’n netwerk, wie zijn die anderen die dan ook gevonden worden, zou het interessant zijn om eens bij te praten? Zelf heb ik eens ‘geo’ en de naam van mijn middelbare school ingetypt, leuke verbindingen ontstaan er dan. Het grote pluspunt van dit soort netwer- ken is dat gelijkgezinden elkaar makke- lijker vinden. Zo zijn de netwerken voor “SDI specialisten” of mash-up-goeroes gemakkelijk in te richten. Ze vormen de basis voor professionele gemeenschap- pen. Door aan te geven welke boeken ik lees en gelezen heb, kom ik in contact met personen met dezelfde interesses. Een interessante volgende stap in dit spel zou de waardering voor de onderlinge relatie zijn. Stel Louis Smit, hoofdredacteur Geo-Info, waardeert mij met een 9, ik hem met een 4 (of omgekeerd). Dan hebben we in ieder geval iets om over te praten op de markt in Breda! En willen we daarna nog wel openlijk gelinkt zijn? Onzin Er zijn ook persoonlijke netwerkomge- vingen, zoals Facebook en Hyves. Wat er zich afspeelt in ‘het normale leven, buiten op straat, in een dorp’, speelt zich ook af in deze netwerken. Iemand zwaait naar je van een afstand, je zwaait dan wel of niet terug. Je ontvangt een uitnodiging van iemand die je niet direct kent, je accep- teert de uitnodiging dan wel of niet. Net als ‘op straat’, bestaat er ook veel onzin binnen sociale netwerken. Je kunt uiteraard meer dan 100 mensen kennen. Maar kun je meer dan zeven mensen echt kennen? (Wat zou Bertin daarvan vinden?) Hoe reëel is het om meer dan 500 ‘vrien- den’ te hebben? Het is een van de mooie internetverhalen: een sociale netwerker

description

intro sociale netwerken (column)

Transcript of Een kennismaking met sociale netwerken

Page 1: Een kennismaking met sociale netwerken

16 Geo-Info 2009-7/8

Een kennismaking met sociale netwerken

Door Jan Willem van Eck

Tijdens mijn studie aan de HTS Utrecht maakte ik kennis met de kartografische communicatieregels van Jacques Bertin. Zijn boekwerk-van-formaat maakte zeker indruk, één regel heb ik altijd onthouden: als je een kwalitatief verschijnsel in kaart wilt brengen (bv. type bestemmingen van percelen), dan is kleur(verschil) het beste middel om dat uit te drukken. Echter, meer dan zeven kleuren is niet zinvol. Ik weet niet meer hoe Bertin bij het getal zeven is gekomen, maar ik kan me er wel iets bij voorstellen. En zoals er kartogra-fische communicatieregels zijn, zo zijn er gewone communicatie-(spel)regels.

Deze spelregels komen ook bij de sociale netwerken om de hoek kijken. Sociale netwerken zijn in mijn definitie netwerken van mensen die op een bepaalde manier met elkaar omgaan, bepaalde interesses of belangen delen, een verbinding met elkaar hebben. De vereniging Geo-Infor-matie Nederland is een voorbeeld van zo’n netwerk. Dit artikel is een kennismaking met (digitale) sociale netwerken.

Vijf vrienden voor de wereldOnderzoeken uit de vorige eeuw hebben aangetoond dat elke willekeurige persoon op aarde via vrienden, bekenden, ver-bonden is met een andere, willekeurige persoon. Het bleek zelfs dat via vijf tussen-stappen elke persoon op aarde te berei-ken is. Verrassend? Uiteraard is het aantal stappen afhankelijk van factoren; waar men woont, welke mensen men kent, etc.

Waren de experimenten met brieven uitgevoerd, dankzij het internet is het ver-binden van mensen met elkaar een stuk gemakkelijker geworden. Wat er nodig is: een website waar deelnemers een profiel opstellen en bijhouden. Op LinkedIn, een professioneel sociaal netwerk, voeren deelnemers op welke opleiding ze hebben genoten, welke functie ze bekleden, etc. LinkedIn gaat ook verder: welke boeken lees je of wat doe je op dit moment?

Op LinkedIn voelen zo’n 650 personen zich verbonden met de netwerkgroep Geo-Informatie Nederland. De moeite om die groep in te richten en te onderhouden is minimaal, slechts een muisklik en een ingevulde cv. Nu betekent dat nog niet veel meer dan een logo op een cv, maar in andere groepen vinden al veel discus-sies plaats. Men ontmoet elkaar – als het ware – digitaal.

ZinAls elke deelnemer het spel meespeelt en zijn/haar netwerk deelt, dan kan het zeer zinvol zijn om mee te doen aan zo’n netwerk. Als eerste bevordert het de trans-parantie in een werkveld: we gaan op een open manier met elkaar om.

Daarnaast kan het netwerk contacten opleveren waar wij zelf geen toegang tot hebben. Voorbeeld: ik ben op zoek naar een medewerker communicatie van het Rijks-museum. Welke persoon in mijn netwerk heeft een link met een medewerker van het Rijksmuseum? Kan ik hem/haar vragen mij daar aan te bevelen? Heb ik dan

een beter resultaat dan wanneer ik even bel naar een onbekende bij

het Rijksmuseum? Dat zou ook werken bij een goede tekst-

schrijver of een wethouder van mijn gemeente.

Een andere aardige toepassing, die wat lijkt op ‘egosurfen’ (je eigen naam intypen in Google), is ‘ego linken’: hoe word ik zelf gevonden in zo’n netwerk, wie zijn die anderen die dan ook gevonden worden, zou het interessant zijn om eens bij te praten? Zelf heb ik eens ‘geo’ en de naam van mijn middelbare school ingetypt, leuke verbindingen ontstaan er dan. Het grote pluspunt van dit soort netwer-ken is dat gelijkgezinden elkaar makke-lijker vinden. Zo zijn de netwerken voor “SDI specialisten” of mash-up-goeroes gemakkelijk in te richten. Ze vormen de basis voor professionele gemeenschap-pen. Door aan te geven welke boeken ik lees en gelezen heb, kom ik in contact met personen met dezelfde interesses.

Een interessante volgende stap in dit spel zou de waardering voor de onderlinge relatie zijn. Stel Louis Smit, hoofdredacteur Geo-Info, waardeert mij met een 9, ik hem met een 4 (of omgekeerd). Dan hebben we in ieder geval iets om over te praten op de markt in Breda! En willen we daarna nog wel openlijk gelinkt zijn?

OnzinEr zijn ook persoonlijke netwerkomge-vingen, zoals Facebook en Hyves. Wat er zich afspeelt in ‘het normale leven, buiten op straat, in een dorp’, speelt zich ook af in deze netwerken. Iemand zwaait naar je van een afstand, je zwaait dan wel of niet terug. Je ontvangt een uitnodiging van iemand die je niet direct kent, je accep-teert de uitnodiging dan wel of niet.

Net als ‘op straat’, bestaat er ook veel onzin binnen sociale netwerken. Je kunt uiteraard meer dan 100 mensen kennen. Maar kun je meer dan zeven mensen echt kennen? (Wat zou Bertin daarvan vinden?) Hoe reëel is het om meer dan 500 ‘vrien-den’ te hebben? Het is een van de mooie internetverhalen: een sociale netwerker

Page 2: Een kennismaking met sociale netwerken

Geo-Info 2009-7/8 17

nodigde al zijn 700 vrienden uit voor een feestje. Niemand kwam opdagen. En hoe kan iemand serieus aangeven tien fanatieke hobby’s te hebben?

Het is goed om stil te staan bij de definitie van ‘vrienden’. Deze definitie is natuurlijk situatie-gebonden (‘beste vriend’, zei de hoofdagent) en taal gebonden (“mon ami!”, zei de patron), maar ook cultuurge-bonden. De Amerikaan Kevin Kelly schreef een aardig stukje over wat hij ‘friendability’ noemt. Vrij vertaald: vrienden zijn voor mij bekenden, echte vrienden brengen mij om zes uur naar het vliegveld, ware vrien-den halen mij op bij het politiebureau.

Meedoen?Mijn methode voor de Xings, Hyves, Twitter, Plaxo, LinkedIn, etc., etc. van deze

wereld: ik probeer het een tijdje en kijk of het bij me past. Wegen de voordelen op tegen de tijdsinvestering en het resultaat? Zo koos ik ooit voor LinkedIn (voor werk) en Facebook (voor privé). Op LinkedIn link ik alleen met mensen die ik ook echt ontmoet heb, Facebook voor familie en vrienden. Mijn beste relaties staan niet op het internet (het is een grapje, maar wel een serieus grapje. Sommige beste relaties staan er uiteraard wel bij…).

De trend is ontegenzeggelijk om één profiel (werk en privé) te onderhouden, inclusief je eigen tekortkomingen en gezondheid. Ik kies ervoor om daarin de nieuwere generaties voorrang te geven. De nieuwe trend lijkt ‘ontvrienden’ te zijn. We passen onze definitie van vriendschap naar verloop van tijd aan en realiseren

ons dat de link toch niet zo sterk is. Ik hoop niet dat deze bijdrage aan Geo-Info daarvoor een aanleiding is.

Overigens ben ik Bertin later in persona eens tegengekomen. Volgens mij vereeu-wigen kartografen zich door een eigen projectie te bedenken. Bij het afscheid gaf Bertin mij een perkamentje met zijn projectiemethode, dat ik sindsdien als een diploma koester. ‘A bon accueillance’ staat er op. Prettige kennismaking.

Jan Willem van Eck is voorzitter van Geo-Infor-

matie Nederland ([email protected]) en

werkzaam bij de ESRI Nederland Groep. Deze

bijdrage is ook te vinden op www.kortsterou-

tes.nl, inclusief een aantal extra verwijzingen.

In deze functie verricht je diverse landmeetkundige

werkzaamheden in de buitendienst zoals

uitzetten rooilijnen en kavelgrenzen, hoogte-metingen

en metingen voor de Grootschalige Basiskaart Nieuwegein. Daarbij werk je samen met een andere landmeter of meetassistent. Verder draag je zorg voor juist gebruik en onderhoud van meetapparatuur en signaleer je storingen. Je komt terecht in een geroutineerd team met ambitie.

voor een stad in bewegingNieuwegein is 35 jaar jong

en nog volop bezig de stad

en de eigen organisatie te

verbeteren. Voor onze ruim

60.000 inwoners werken we de

komende jaren onder meer aan

een bruisende en gezellige

binnenstad. Nieuwegein:

een complete, over zichtelijke

stad in beweging, waar

professionals de ruimte krijgen.

Acquisitie naar aanleiding van deze

advertentie wordt niet op prijs gesteld

Functie-eisen:MBO+ werk- en denk-niveau. Enkele jaren ervaring met landmeetkundige werkzaamheden. Salaris :36 uur per week. Salaris maximaal € 2.672,- bruto per maand bij een 36-urige werkweek. Overige informatie:

www.nieuwegein.nl/vacatures of Adrian Los, hoofd afdeling Grondbedrijf en Vastgoedzaken, telefoonnummer 030 607 13 68. Soll ic itaties:Stuur je brief voor 1 september 2009 naar: Gemeente Nieuwegein, afdeling P&O, Postbus 1, 3430 AA Nieuwegein of mail naar: [email protected]. Vermeld vacaturenummer 32.

Landmeetkundigmedewerker

advertentie