E h o / Ve l T r g · Vooraf Colofon CULTUURTJE Mei 2012 1e jaargang nr. 1 CULTUURTJE verschijnt 6...

14
fontys.nl ‘s-Hertogenbosch/ Venlo/ Sittard/ Den Haag za 6 november 10.00-14.30 uur Eindhoven/ Veghel za 13 november 10.00-14.30 uur Tilburg za 20 november 10.00-14.30 uur 1/2012 1e jaargang €6,-

Transcript of E h o / Ve l T r g · Vooraf Colofon CULTUURTJE Mei 2012 1e jaargang nr. 1 CULTUURTJE verschijnt 6...

Page 1: E h o / Ve l T r g · Vooraf Colofon CULTUURTJE Mei 2012 1e jaargang nr. 1 CULTUURTJE verschijnt 6 x per jaar en is een uitgave van FHK Magazines bv Redactieadres FHK Magazines bv

fontys.nl

‘s-Hertogenbosch/ Venlo/

Sittard/ Den Haagza 6 november 10.00-14.30 uur

Eindhoven/ Veghel za 13 november 10.00-14.30 uur

Tilburgza 20 november 10.00-14.30 uur

1/2012 1e jaargang €6,-

Page 2: E h o / Ve l T r g · Vooraf Colofon CULTUURTJE Mei 2012 1e jaargang nr. 1 CULTUURTJE verschijnt 6 x per jaar en is een uitgave van FHK Magazines bv Redactieadres FHK Magazines bv

VoorafColofonCULTUURTJEMei 2012 1e jaargang nr. 1

CULTUURTJE verschijnt 6 x per jaar en is een uitgave van FHK Magazines bv

RedactieadresFHK Magazines bv Zwijsenplein 1, 5038 TZ Tilburgtelefoon: 08850 78100email: [email protected]

RedactieMaria VittersJeether AntonissenNiek JacobsAstrid Van Hoorickx

CopyrightNiets uit deze uitgave mag worden verveel-voudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, en/of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elek-tronisch, mechanisch, door fotokopieën, op-namen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Wij hebben alle moeite gedaan om rechtheb-benden van copyright te achterhalen. Moch-ten er personen of instanties zijn, die menen aanspraak te maken op bepaalde rechten, dan word hun verzocht contact op te nemen met de uitgever.

1

Met gepaste trots presenteren wij het eerste deel van CULTUURTJE dat door inzet, enthousiaste en gezamenlijke inspanningen van de redactie tot stand is gekomen.

Ik ben Maria Vitters. Ik zit nu in het tweede jaar op de Hogeschool voor de Kunsten. Ik doe daar de opleiding tot docent aan de academie voor Al-gemene Beeldende Vorming. Dit tijd-schrift heb ik, samen met de anderen

gemaakt voor het vak Kunst Algemeen. Het onder-werp is dit keer de cultuur van het moderne. Heel veel plezier met het tijdschrift dat wij speciaal voor jullie hebben gemaakt. We hebben er hard aan gewerkt, en ik hoop dat jullie het leuk vinden.

Mijn naam is Jeether Antonissen, tweede jaars student Docent beel-dende kunst aan de Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg. Met veel plezier heb wij aan dit tijdschrift gewerkt en wij wensen jullie dan ook veel plezier

met het lezen van dit CULTUURTJE!

Mijn naam is Niek Jacobs. Naast mijn werk in het redactie- en productie-team voor dit tijdschrift ga ik ook door het leven als trompettist en muziek-docent. Als trompettist speel ik regel-matig in verschillende Nederlandse

symfonieorkesten, ensembles en bandjes. Ook geef ik muzieklessen in het middelbaar onderwijs. Veel plezier bij het lezen van dit tijdschrift!

Ik ben Astrid Van Hoorickx, studente Docent Dans aan de Fontys Hoge-school voor de Kunsten. Al van jongs af aan heb ik kennisgemaakt met kunst en cultuur. De moderne kunst en cul-tuur leerde ik echter pas echt kennen

toen ik in het vijfde middelbaar zat. En nu, drie jaar later, schrijf ik al mee aan een tijdschrift over de cul-tuur van het moderne. Gelukkig is schrijven nog een andere passie van me: ik wil immers later ook nog een boek schrijven. Zo, genoeg nu over mij en geniet van het tijdschrift!

26

Artikel 5 BrechtBoekenJohn J. White, 2004, Bertolt Brecht’s Dramatic Theory, New York, Camden HouseWillette J., Manheim R., Kuhn T., 2003 Bertolt Brecht: Plays, Poetry and Prose, London, Methuen Publishing Ltd

Internetwww.theaterland.nl/cms/cmsasp/editor.asp?iframe=dcbrafic5te161dya&id=473 www.rogiervandererve.nl/wp-content/uploads/2010/12/Episch-en-naturalistisch-theater.pdfwww.betekenis.org/episch-theater www.toneelgroepdeappel.nl/voorstelling/153/page/2133/Bertolt_Brecht_1898_1956_een_biografie www.digischool.nl/ckv2/moderne/moderne/weill/kurt_weill.htmwww.eenlevenlangtheater.nl/albert%20van%20dalsum/repertoire/toneel/oost-nederlandsch%20toon-eel%20/3404.htmlwww.eenlevenlangtheater.nl/albert%20van%20dalsum/repertoire/toneel/amsterdamsche%20tooneelver-eeniging%20/3435.htmlwww.eenlevenlangtheater.nl/willem%20nijholt/repertoire/theater/toneel/nederlandse%20comedie/1105.htmlwww.havovwo.nl/vwo/vck/bestanden/vck08ivb.pdf www.theaterhethof.nl/pagina81.html www.lipakeda.nl/vragen.php?vid=792www.kurt-weill.de/pages_en/kwz_4_0_0_0.html

Artikel 6 Ontaarde KunstBoekenVerzamelen van rariteitenkabinet tot kunstmuseum

Internetwww.histoforum.digischool.nl/entartetekunst/teksten.htmwww.histoforum.digischool.nl/entartetekunst/teksten.htmwww.vecip.com/default.asp?onderwerp=862www.kubisme.info/kt511d.htmlwww.hetexperiment.mysites.nl/mypages/hetexperiment/320964.htmlwww.musicalifeiten.nl/fonografie-muziek/e/entartete-musik-een-selectie.html

Page 3: E h o / Ve l T r g · Vooraf Colofon CULTUURTJE Mei 2012 1e jaargang nr. 1 CULTUURTJE verschijnt 6 x per jaar en is een uitgave van FHK Magazines bv Redactieadres FHK Magazines bv

25

Artikel 1 De breuk met het verledenInternetwww.expertisecentrum-kunsttheorie.nl/cms_data/cultuurmoderneA4.pdf www.nl.ford.be/OverFord/Bedrijfsinformatie/Erfenis/OprichtingVanFordMotorCompany www.kunst-stof.nl/Moderne/index_Moderne.htm www.beeldenwereld.blogspot.com/2009_11_01_archive.html www.tshkbarc1a.wordpress.com/ludwig-mies-van-der-rohe/

Artikel 2 Breken met de traditieBoekenCambridge Kunstreeks, Kennismaking met de 20e -eeuwse kunst, Rosemary Lambert, Kosmos-Z&K Uitge-vers, UtrechtModerne Kunst zien en begrijpen,Gottlieb Leinz, Atrium, Alphen aan den RijnKandinski Taschen, Bild-Kunst, Bonn 2007

Internetwww.schilderijenatelier.nl/les-demoiselles-d-avignon`www.ckplus.nl/kunststof.html#mo20www.kunst-stof.nl/Moderne/index_Moderne.htmwww.kunst-stof.nl/Moderne/Schoenberg_Uitleg.htmwww.vanderkraaij.net/Kunst/KissiStijl2.htmwww.museumkennis.nl/lp.rmv/museumkennis/i004189.html www.kunstkanaal.net/kunst/primitieve-kunst.htmlwww.cultuurnetwerk.nl/producten_en_diensten/bronnenbundels/1990/1990_90.htmwww.gemeentemuseum.nl/documents/upload/kijkwijzer_CPMniv2%28web%29.pdf

Artikel 3 Leve de vooruitgang! Boeken L’Architecture du XXe siècle - Peter Gössel en Gabriele Leuthaüser (Taschen) Esthetica Beeld en muziek - Rik Geivers, Ria van der Donck, Hugo Heughebaert en Antoon Defoort Reader cultuur van het modernisme

Internetwww.cultuurarchief.nlwww.muziek-en-film.infonu.nl

Artikel 4 PetroesjkaBoekenVan Hofballet tot Postmoderne Dans - Luuk UtrechtEsthetica Beeld en muziek - Rik Geivers, Ria van der Donck, Hugo Heughebaert en Antoon Defoort

Internetwww.dansmaar.thinkquest.nl/dansmaar/index.php

Literatuur lijst InhoudDe breuk met het verleden...Algemene inleiding over de cultuur van het moderne in de eerste helft van de 20e eeuw.

2

3

Op de coverArnold Schönberg: ‘De rode blik‘ (1911) Componist Arnold Schönberg als schilder: ‘Ik heb nooit gezichten gezien, maar -doordat ik mesnen in de ogen kijk - alleen de blik in hun ogen. daar-door kan ik de blik van een mens nabootsen. Een schilder ziet in een oogopslag de helemens, Ik alleen de ziel.‘

Breken met de traditieKunstenaars willen de kunst vernieuwen en afstand nemen van bestaande regels.

6PetroesjkaHet verhaal van de Russische Harlekijn.

15

Leve de vooruitgang!Grote vooruitgang op wetenschappelijk en technisch gebied hadden een enorme invloed op het dagelijkse leven, en dus ook op de kunst.

9Drie StuiversBertolt Brecht en het epische theater.

18

Ontaarde Kunst‘Entartete Kunst’ over alle kunstwerken en kunst-stromingen die niet in de lijn van schoonheidside-aal van de nazi’s lag.

21

Horoscoop QuizLiteratuurlijst

122325

Mail & WinPuzzel mee en maak kans op een luxe cultuurarrangement in Berlijn.

14

PosterOndek iedere week een poster die past bij de besproken periode. Deze keer Kyteman, in de stijl van Franz Marc.

13

Page 4: E h o / Ve l T r g · Vooraf Colofon CULTUURTJE Mei 2012 1e jaargang nr. 1 CULTUURTJE verschijnt 6 x per jaar en is een uitgave van FHK Magazines bv Redactieadres FHK Magazines bv

Ook op politiek gebied kwamen er veel verande-ringen. Pas in het begin van de twintigste eeuw begonnen de ideeën van een aantal 19e-eeuwse wetenschappers door te dringen tot het gemeen-schappelijke denken De ideeën van Darwin, Marx en Nietsche, waarin de maatschappij werd uitgelegd als een evolutieproces, drongen begin twintigste eeuw door tot het gemeenschappelijke denken. De socialisten van Marx vroegen meer aandacht voor de arbeiders, de vrouwen en de kinderen. Hierdoor kwam er een botsing met de tot dan toe heersende

aristocratie. Later werden deze ideeën verkeerd ge-interpreteerd en werden ze gebruikt als basis voor de vervolging van zwakkere etnische bevolkingsgroe-pen van het Derde Rijk.

Veel vernieuwende kunstenaars braken met de tradi-tie om met een nieuwe kunst een bijdrage te leveren aan een vreedzame, welvarende samenleving en om de maatschappij te verbeteren. Deze idealistische, vooruitstrevende houding noemt men het modernis-me. De kunstenaars gaan zoeken naar vernieuwing

De breuk met hetBegin twintigste eeuw heerste een groot optimisme over de toekomst, dankzij de welvaart en technische vooruitgang. Rond 1850 was de Industriële Revolutie op gang gekomen. Daardoor waren er ontelbare mogelijkheden voor mensen ont-staan. Bijvoorbeeld door de uitvinding van de auto, door Henry Ford.

De ideeën van MarxKarl Marx had het idee dat het kapitalisme zijn eigen dood versnelde. Dit zou komen omdat de grote ondernemingen, en de monopolyen die er uit ontstonden de middenklassen kapot zou maken. Zij waren echter de belangrijkste mensen die een pilaar vormde voor de kapita-listische mensen. Marx dacht dat de ‘burgerlijke samenleving’ omver geworpen zou worden door een revolutie, en dat er daarna een ‘klasseloze samenleving’ zou ontstaan.

Henry Ford met zijn, op de lopende band vervaardigde T-Ford in 1908.

Hij was het ook die met het idee van de lopende band kwam, waardoor de mas-saproductie toenam, ook kwamen nieuwe communicatiemiddelen als de tele-foon en de telegraaf. De wereld werd steeds welvarender en men zag de toe-komst zonnig in.

TEKST: MARIA VITTERS EN JEETHER ANTONISSEN

3 24

Het verhaal van de Russische Harlekijn10) Wat is de juiste titel van het door Stravinsky geschreven ballet? a) Petroesjka b) Petrouchagilev c) Petrouchka

11) Waarom kan Stravinsky een muzikale kameleon worden genoemd? a) Hij schreef muziek met verschillende kleuren pennen b) Hij componeerde in verschillende stijlen en paste zijn schrijfwijze aan, aan de opdracht. c) Hij speelde naast de piano ook wel eens op de mondharmonica

12) Welke bewegingsstijl hoort bij de Moor uit het ballet ‘Petroesjka’? a) Een karakterrol b) Danse d’école c) Een semikarakterrol

Drie Stuivers, Bertolt Brecht13) Wat zijn kenmerken van episch theater? a) Een verteller, veel rekwisieten, veel grime en extreme kleding b) Decorwisselingen voor de ogen van het publiek, abstract decor en een realistische speelstijl c) Verteller, decorwisselingen voor de ogen van het publiek, weinig rekwisieten op het podium

14) Waarom is Brecht niet meteen naar het front gestuurd tijdens WO I? a) Hij schreef toneelstukken, en dan wordt je niet naar het front gestuurd b) Hij had een hartafwijking, waardoor hij niet kon c) Hij zat ondergedoken

15) Vanuit welk theater heeft Brecht inspiratie gehaald? a) Nô-theater b) Kabuki-theater c) Wajang kulit theater

Ontaarde Kunst16) Wanneer is de term ‘Entartete Kunst’ ontstaan? a) Rond 1918 b) Rond 1933 c) Rond 1939

17) Wat was de reden voor de opening van de tentoonstelling ‘Entartete Kunst’? a) Omdat het eigenlijk verboden was om naar een tentoonstelling te gaan b) Om te laten zien welke kunst niet tot het ideaal van nazi Duitsland kon worden gerekend c) Om te laten zien dat deze kunst helemaal thuis hoort bij nazi Duitsland

18) Waarom was de tentoonstelling ‘Entartete Kunst’ best schokkerend? a) Het was er zo donker dat je er nauwelijks iets kon zien b) Er hingen foto’s van gehandicapten mensen in de tentoonstelling c) Omdat meteen bij binnenkomst van de tentoonstelling de deur op slot werd gedaan

Antwoorden: 1 c - 2 a - 3 b - 4 b - 5 c - 6 a - 7 a - 8 b - 9 c - 10 a - 11 b - 12 c- 13 c - 14 b - 15 a - 16 b - 17 b - 18 b

Page 5: E h o / Ve l T r g · Vooraf Colofon CULTUURTJE Mei 2012 1e jaargang nr. 1 CULTUURTJE verschijnt 6 x per jaar en is een uitgave van FHK Magazines bv Redactieadres FHK Magazines bv

23

QuizDe breuk met het verleden...1) Welke nieuwe communicatiemogelijkheden kwamen er? a) De mobiele telefoon b) Internet c) De telegraaf en de telefoon

2) Kunstenaars gingen op zoek naar … a) Abstractie in de beeldende kunsten, expressie in muziek en dans, vervreemding in theater b) Expressie in de beeldende kunsten, vervreemding in muziek en dans, abstractie in theater c) Vervreemding in de beeldende kunsten, abstractie in muziek en dans, expressie in theater

3) Wat was het ideaal dat Karl Marx nastreefde? a) Iedereen doet waar hij goed in is b) Iedereen is gelijk c) Kapitalisten moeten de ruimte krijgen

Breken met de traditie4) Wie ontwikkelde een nieuwe manier om diepte te creëren? a) Wassily Kandinsky b) Paul Cézanne c) Edvard Munch

5) wie ontwikkelde het twaalftoonsysteem? a) Claude Debussy b) Igor Stravinsky c) Arnold Schönberg

6) Pablo Picasso werd geïnspireerd door … a) Prehistorische kunst b) De natuur c) De academische traditie

Leve de vooruitgang!7) Welke film veroorzaakte paniek bij de toeschouwers, waardoor er velen de zaal uitrenden? a) L’Arrivée d’un train en gare de la Ciotat b) The Great Train Robbery c) The Jazzsinger

8) Welke twee filmlagen werden bij het eerste kleurenfilmsysteem in de camera belicht? a) Eén voor de kleurlaag Rood en één voor Groen/Blauw gezamenlijk b) Eén voor de kleurlaag Blauw en één voor Rood/Groen gezamenlijk c) Eén voor de kleurlaag Groen en één voor Rood/Blauw gezamenlijk

9) Wie wordt de geestelijke vader van de moderne wolkenkrabber genoemd? a) Walter Adolf George Gropius b) Oskar Schlemmer c) Ludwig Mies van der Rohe

en willen origineel zijn. Ze willen anders zijn dan hun voorgangers, ze breken met de traditie. Dit zie je op elk gebied van de kunsten, in de schilderkunst, de dans, het theater en de muziek.

Kunstenaars gingen op zoek naar de essentie van de kunsten, zo komen ze op abstractie in de beeldende kunsten, expressie in de muziek en de dans, en ver-vreemding in het theater. Ook gaan ze op zoek naar wat kenmerkend is voor elke kunstdiscipline.

Men probeerde in de nieuwe kunst allerlei onder-delen van het moderne leven te laten zien, zoals de snelle wereld waar men zich tegenwoordig in be-vond. Ze gingen proberen om beweging in een schil-derij te gieten.

Luigi Russolo, Dynamiek van een auto, 1911

BauhausHet Bauhaus een beroemd Duits opleidingsinstituut voor kunst en kunstnijverheid, in 1919 opgericht in Weimar en later Dessau bestond slechts veertien jaar. De kunstenaars en architecten die les gaven aan het Bauhaus, zoals Wassily Kandinsky en Mondriaan, zorgden ook na de sluiting voor een verdere verspreiding van de ideeën van Bauhaus. Het doel was om industriële vormgeving op hetzelfde niveau te krijgen als de (moderne, ab-stracte) schilderkunst en architectuur. Het was de bedoeling dat de ontwor-pen gebruiksartikelen door de industrie geproduceerd zouden gaan worden. Ook wilde men dat de grens tussen kunstenaar en ambachtsman en tussen de verschillende kunstdisciplines zou verdwijnen. De kunstenaars van de Bau-haus introduceerden het functionalisme in de architectuur en vormgeving. Er deed een nieuw soort serieproducten zijn intrede. Een bekend voorbeeld zijn de stalen buisframestoelen door Marcel Breuer. Deze Wassily-Stuhl komt uit 1925-26.

In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. Er kwa-men massavernietigingswapens. Miljoenen soldaten zijn gedood. Mensen zochten een uitweg en zagen in de abstracte kunst een soort vertrekpunt voor een nieuwe, geestelijke kunst, door de geometrie en de eenvoudige kleuren. Deze nieuwe kunst kon de concurrentie aangaan met de massamedia. Ook probeerde kunstenaars kunst een plaats te geven in het dagelijks leven en ontwierpen (sobere, geometri-sche) gebruiksvoorwerpen, meubels en architectuur.

In het geïndustrialiseerde Europa van de twintigste eeuw, met zijn grauwe, saaie en onpersoonlijke in-dustriewijken, kwam opnieuw belangstelling voor het leven met de natuur. Een aantal architecten en vormgevers ontwikkelde een nieuwe, decoratieve stijl, met vloeiende, organische vormen. Gaudì bij-voorbeeld ging weer terug naar de natuur, dit ge-bruikte hij niet alleen bij de decoratie van gebouwen, maar op de gebouwen zelf.

Later kwam er de Nieuwe Zakelijkheid, ook wel functionalisme genoemd. Zij bouwden vooral in een zuivere functionele vormgeving. Alle versieringen werden weggelaten. Ook de bouwmaterialen wa-ren alleen de materialen die nodig waren om het gebouw te bouwen, dus alleen beton, staal en glas. Vaak is het een licht, luchtig, ontwerp, door het vele

4

verleden...

Page 6: E h o / Ve l T r g · Vooraf Colofon CULTUURTJE Mei 2012 1e jaargang nr. 1 CULTUURTJE verschijnt 6 x per jaar en is een uitgave van FHK Magazines bv Redactieadres FHK Magazines bv

Mondriaan en de StijlPiet Mondriaans strakke lijn- en vlakcomposities zijn eigenlijk een radicale voortzetting van de kubisten. Mon-driaan begon als landschapsschilder, hij abstraheerde de werkelijkheid steeds verder, tot hij rond 1917 een puur geometrisch-abstracte stijl bereikte met alleen nog horizontale en verticale rechte lijnen.

Mondriaan maakte tussen 1908 en 1912 studies van een appelboom. De eerste is nog in de stijl van Van Gogh, de laatste bijna helemaal abstract.

Met Bart van der Leck en Theo van Doesburg richtte Mondriaan in 1917 de kunstenaarsgroep De Stijl op, die een gelijknamig tijdschrift uitgaf. Zij hadden de idealistische opvatting dat hun kunst mensen geestelijk op een hoger plan zou brengen. Om dit geestelijke evenwicht en harmonie uit te drukken, beperkten zij zich tot volledig abstracte vormen en kleuren: horizontale en verticale rechte lijnen, de drie primaire kleuren en wit, zwart en grijs.

glas dat er gebruikt werd. Vooral Ludwig Mies van der Rohe was hier mee bezig.

Mondriaan, Tableau I, 1921

In Nederland maakten leden van De Stijl achitectoni-sche ontwerpen die, net als de schilderijen van Mon-driaan, zuiverheid en harmonie uitstraalden.

De horizontale en verti-cale elementen waren voor Mondriaan sym-bolen van de geestelij-ke wereld. Elk schilderij was een uitdrukking van de harmonie en het evenwicht dat ie-der mens zou moeten bereiken.

22

Grote Duitse KunsttentoonstellingLijnrecht tegenover de tentoonstelling ‘Entartete Kunst’ stond de ‘Großen Deutschen Kunstausstel-lung‘ ofwel de ‘grote Duitse kunst tentoonstelling’. Deze tentoonstelling werd geopend in 1937. Het nieuwe gebouwde ‘Haus der Deutschen Kunsten’ in München had niet alleen het doel om ‘ge-wenste’ Duitse kunst te presenteren maar om het ‘gewone’ volk dichter bij hun ‘eigen’ kunst te bren-gen. Via een wedstrijd werden Duitse kunstenaars aangemoedigd om kunstwerken te maken voor deze nieuwe tentoonstelling. Van de maarliefst 16000 inzendingen werden 600 werken tentoonge-steld en te koop aangeboden.

Entartete MusikAls vervolg op de 19 juli 1937 geopende tentoon-stelling over Entartete Kunst in München organi-seerden de Nazi’s een tentoonstelling Entartete Musik in Düsseldorf. Het doel van de tentoon-

stelling was de Duitsers duidelijk te maken welke muziek niet tot het ideaal van de nieuwe generatie gerekend kon worden.

Onder de componisten die ontaarde muziek schre-ven werden onder andere Arnold Schönberg, Anton Webern, Paul Hindemith, Igor Stravinsky, Kurt Weill, Franz Schreker, Hans Eisler, Ernst Toch en Ernst Krenek gerekend. De achterliggende redenen waren divers. Een componist kon verboden worden omdat hij jood of communist was of omdat hij (te) moder-ne muziek schreef of zich met jazz bezig hield. Veel componisten emigreerde naar de Verenigde Staten.Tijdens de tentoonstelling kon men de muziek via platen beluis-teren.

Page 7: E h o / Ve l T r g · Vooraf Colofon CULTUURTJE Mei 2012 1e jaargang nr. 1 CULTUURTJE verschijnt 6 x per jaar en is een uitgave van FHK Magazines bv Redactieadres FHK Magazines bv

21

Onder ‘Entartete Kunst’ werden alle kunstwerken en kunststromingen beschouwd die niet in de lijn van schoonheidsideaal van de nazi’s lag. Stromingen die het moesten ontgelden zijn onder meer: Expres-sionisme, Impressionisme , Dadaïsme, Surrealisme, Kubisme en het Fauvisme. De vernietigende aanval kwam niet alleen tot uiting in de beeldende kunst maar ook in alle andere tak-ken van de kunst. Denk daarbij aan literatuur, film, theater, architectuur en muziek.

Tijdens de heerschappij van Adolf Hitler werd er een nieuwe invulling gegeven aan het begrip kunst. Het werk van kunstenaars die als vijanden van het naziregime werd gezien, of van stromingen die niet dezelfde idealen als het nazisme nastreefden, werd in beslag genomen. Alles wat bestempeld werd als ‘ontaarde kunst’ werd verwijderd uit musea. In 1938 werd een wet aangenomen die het in beslag nemen van ‘ontaarde kunst’ regelde. In 1939 wer-den in Berlijn duizenden kunstwerken verbrand. Een aantal kunstenaars pleegde zelfmoord nadat hun werken in beslag genomen en vernietigd werden. De nieuwe nationaalsocialistische Duitse kunst moest kunst van het ‘eigen’ volk zijn.

De tentoonstelling ‘Entartete Kunst’Op 19 juli 1937 werd de tentoonstelling ‘Entartete Kunst’ geopend in München. Hitler koos persoonlijk een aantal werken uit voor deze expositie. Deze expositie moest duidelijk maken hoezeer kunst de afgelopen decennia aan de rand van de afgrond had gestaan. De expositie bevatte in totaal bijna 650 werken uit 32 verschillende Duitse musea. Voor-namelijk werken van joodse en communistische kunstenaars waren te zien op deze tentoonstelling. Tussen de kunstwerken hingen foto’s van lichamelijk

Ontaarde Kunst‘Entartete Kunst’ is een beruchte Duitse term die tijdens het Derde rijk in Duits-land (1933-1945) werd gebruikt om daarmee de vermeende ontsporing van de moderne, vooral van de avant-garde kunst aan te geven. Letterlijk vertaald bete-kend het “ontaarde kunst”. Het betrof een campagne van de Nationaalsocialisti-sche Duitse Arbeiderspartij, ook wel NSDAP genoemd, om de Duitse kunstwereld onder haar controle brengen.

TEKST: NIEK JACKOBS

en geestelijk gehandicapten. Deze foto’s moesten de bezoekers afschuw en angst veroorzaken. Je kunt zeggen dat ‘Entartete Kunst’ in samenhang werd gebracht met een ziekte. De tentoonstelling was gratis toegankelijk maar voor de jeugd verboden.De tentoonstelling werd in de periode februari 1938 - april 1941 in een gewijzigde vorm ook gehouden in Berlijn, Leipzig, Düsseldorf (1938), Hamburg, Frankfurt am Main, Wenen (1939), Salzburg, Stettin en Halle en trok nogmaals een miljoen bezoekers. In Berlijn werd de tentoonstelling gehouden in het Haus der Kunst. Dit gebouw werd in juni 1939 afgebroken om ruimte te maken voor de nieuwe ontwerpen van Albert Speer. Op de reclameposter van deze tentoonstelling zien we het karakteristieke hoofd van de kunsthandelaar Alfred Flechtheim.

Joseph Goebbels bezoekt de tentoonstelling ‘Entar-tete Kunst’ in München. Links achter Goebbels zijn twee schilderijen van Emil Nolde te zien.

6

Impressionisten als Van Gogh, Gauguin en Munch hadden in hun schilderijen het gevoel zichtbaar ge-maakt. En Cézanne herleidde zichtbare dingen tot eenvoudige grondvormen, zodat alleen de essentie overbleef. Veel kunstenaars zetten nadrukkelijk een punt achter de academische traditie, om een ‘nieu-we kunst voor de nieuwe mens’ te vinden.

Het kubismeDoor de eeuwen heen probeerde kunstenaars een driedimensionale wereld weer te geven op een plat vlak. Sinds de 15e eeuw hadden schilders zich aan de regels voor het perspectief gehouden, hierdoor werd een illusie van diepte gecreëerd. Maar in de 19e eeuw ontwikkelde de Franse schilder Cézanne een nieuwe manier om diepte te creëren. Hij schil-derde een landschap zonder het vanaf één kant te bekijken. Cézanne nam afstand van het traditionele perspectief.

In 1904 werd in Parijs een tentoonstelling gehouden van het werk van Cézanne. Deze tentoonstellingen maakte veel indruk. Jonge kunstenaars werden aan-gemoedigd om nieuwe ideeën uit te proberen en deze tentoonstelling zorgde er ook voor dat men opzoek gingen naar de oorsprong van alle kunsten. Kunstenaars kregen belangstelling voor Afrikaanse maskers en prehistorische grotschilderingen. De eenvoud en expressie in deze voorwerpen zorgde voor inspiratie en vernieuwing van de kunst.

PicassoHet kubisme van Picasso heeft twee bronnen: de in-vloed van Cézanne en de fascinatie van Picasso voor het primitivisme.

Een van de meest ingrijpende ontwikkelingen deed zich voor in het begin van de 20ste eeuw, kunstenaars willen geen werkelijkheid laten zien, maar waarheid; niet het uiterlijke maar het innerlijke. Kunstenaars raakten ervan doordrongen dat ze, als ze de kunst wilden vernieuwen, afstand moesten nemen van het idee dat er één (zichtbare) werkelijkheid bestond.

TEKST: JEETHER ANTONISSEN

Breken met de traditie

ImpressionistenIn de jaren 1860-1870 werkte in Frankrijk een groep schilders die zich afzette tegen de heer-sende opvattingen over schilderkunst. De im-pressionisten, die snel en veelal buiten het ate-lier werkten, ontleenden hun onderwerpen aan het dagelijks leven, zoals ook de realisten hadden gedaan. Los van regels en tradities wilden zij hun onderwerp weergeven zoals ze het waarnamen, als een korte indruk, een impressie. In hun af-beeldingen staat de behandeling van licht en at-mosfeer centraal. Met losse, korte verfstreekjes of puntjes van ongemengde kleuren probeerden zij hun indrukken op het doek vast te leggen.

Van een afstand bekeken, vervloeien de losse kleurtoetsen tot een eenheid. Hun doel was de onmiddellijke weergave van het geziene, als een momentopname, zonder toevoeging van literai-re of andere betekenissen.

Paul Cézanne, ‘House on a Hill, 1904/1906

Page 8: E h o / Ve l T r g · Vooraf Colofon CULTUURTJE Mei 2012 1e jaargang nr. 1 CULTUURTJE verschijnt 6 x per jaar en is een uitgave van FHK Magazines bv Redactieadres FHK Magazines bv

Primitieve kunstDe naam ‘primitieve kunst’ werd in de negentiende eeuw gebruikt voor de gemaakte en beschilderde voor-werpen, afkomstig van wat men toen ‘primitievenvolkeren’ noemde.

De westerse wereld beschouwde zichzelf toen als de top van de beschaving, de volkeren in Afrika, Amerika of Oceanië, waar veel minder technische ontwikkeling waren, werden beschouwd als primitief en onbeschaafd. Al sinds de ontdekkingsreizen werden voorwerpen van verre volkeren meegenomen naar Europa, hier wer-den ze opgenomen in particuliere verzamelingen en rariteitenkabinetten. In de negentiende eeuw kwamen er ook volkenkundige musea, zij gingen de voorwerpen tentoon stellen, ook konden de Europeanen de ‘pri-mitieve’ kunst bekijken op wereldtentoonstellingen. Deze voorwerpen waren vaak niet gemaakt om als kunst te dienen, het waren gebruiksvoorwerpen of de voorwerpen met een religieuze of symbolische betekenis, zoals Afrikaanse maskers.

Aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw kregen de westerse kunstenaars een grote belangstelling voor deze ‘primitieve kunst’. Zij keken verder dan het ontbreken van de ontwikkeling (vooral in perspectief en realisme), de westerse kunstenaars bewonderden de abstractie en namen die als leidraad voor hun eigen werk. Ook zagen ze deze voorwerpen als uitingen van een samenlevingsvorm waarin het leven minder gecompliceerd is, de voorwerpen waren gemaakt uit innerlijke noodzaak.

Toen Picasso in de lente van 1906 het Louvre be-zocht, waren op de afdeling Iberische kunst oude sculpturen te zien.

In 1907 maakte Pablo Picasso ‘Les Demoiselles d’Avignon’, op deze voorstelling van een boordeel zie je vijf prostituees die de kijker aanstaren. Opvallent is dat de dames er niet heel aantrekkelijk uitzien en nogal vreemde lichamen hebben. De lichamen lijken onderdelen van het vrouwenlichaam vanuit verschil-lende standpunten gezien.

In dit werk is te zien dat Pablo Picasso naar prehisto-rische kunst keek. De linker figuur heeft de houding van een oud Iberische standbeeld. De twee figuren rechts lijken een Afrikaans masker te dragen.

Ook in het schilderij ‘Staand naakt’ zie je overeen-komsten met de oude Iberische sculpturen.

Pablo Picasso, Staand naakt, 1907 - 1908

Pablo Picasso, ‘Les Demoiselles d’Avignon’, 1907

7 20

Jazz en het Nô-theaterEen op improvisatie gebaseerde muziekstijl en is ontstaan in New Orleans rond 1900. Jazz is niet een soort muziek, maar is een mix, een kruisbestuiving van verschillende muziekstromen als folk, blues, klassieke muziek, en ragtime. Jazz heeft ook een an-dere betekenis: een zeer energieke dans.

De belangrijkste bron van de jazz ligt waarschijnlijk in Afrika. Toen de Afrikanen als slaven werden mee-genomen naar Amerika, namen zij hun traditionele muziek mee. Het was gebaseerd op een vijftonige ladder.

Hij woonde in Berlijn, en Berlijn was toen het cen-trum van de wereld. Er waren nieuwe bouwstijlen en de nieuwe kunststromingen volgden elkaar snel op. Hier waren schilders zoals Salvador Dalí en Pablo Picasso aan het werk, en zo zette zij het traditionele denken op zijn kop. Ook werden er veel invloeden meegenomen vanuit Amerika. Zij brachten bijvoorbeeld de jazz naar Europa. Kurt Weill was een groot fan van Louis Armstrong, een jazzmuzi-kant. Kurt Weill neemt de nieuwe invloeden in zich op en zegt gedag tegen de traditionele manier van het componeren.

Toen Brecht en Weill gingen samenwerken kwam er een grote ontwikkeling in de muziek. Brecht had een sterk sociaal-kritische houding, en Weill kon daar wel wat mee. Hij haalde zijn inspiratie uit Brecht. Hij inspireerde zijn muziek voor Die Dreigro-schenoper op onder andere de jazz en de tango.

Beiden wilden ze de opera toegankelijker maken voor de gewone arbeider. Dit wilden ze doen door

onderwerpen te zoeken die actueel waren, en die aansloten bij de belevingswereld van de gewone mens. Brecht wilde dit doen door middel van het episch theater, de acteur speelt niet de rol van uit zijn eigen beleving, maar hij vertelt over de gebeur-tenissen. Kurt wilde een primitieve vorm creëren door de muziek te versimpelen.

Toen Hitler aan de macht kwam, kwam er een ver-bod op het uitvoeren van de opera’s van Kurt Weill en Bertolt Brecht. Hij vond het ‘Entartete Musik’.

Weill werd geïnspireerd door de jazz. Maar door deze muziek kreeg het ook een soort parodiërende ondertoon.Brecht werd geïnspireerd door het Nô-theater. Nô-theater komt uit Japan, waar de hande-lingen van de spelers commentaar krijgen door een koor, die begeleid wordt door een klein orkest. Hij was een van de eerste theatermakers die zich door oosters theater liet inspireren. Hij baseerde bijvoor-beeld zijn leerstuk “Der Jasager und der Neinsager” op het Nô-stuk Kitano. Ook liet hij soms zijn stukken afspelen in oosterse landen, als China. Het ging meer om elementen uit dit theater, want hij kende waarschijnlijk niet de rituele betekenissen die de Japanners hadden met hun theater.

Via de muziek komt Brecht bij het idee van zijn Lehrstücke (een schoolstuk, om van te leren). Brecht gebruikte in eerste instantie nog muziek waarvan de motivering in de tekst lag, maar hij was op zoek naar een ander soort muziek. Muziek moest op zichzelf staan, en commentaar geven op wat er gebeurde, niet alleen maar illustratie zijn. Vanuit die visie ontstond Die Dreigroschenoper (De Driestui-veropera).

Het Nô-theater is ontstaan in de 14de eeuw in Japan. De mannen speelden de mannen- en vrouwenrollen. Er werd veel gespeeld met maskers. Vroeger besloeg zo’n toneelstuk de hele dag, want het bestond uit vijf delen, met korte onderbrekingen van andere stuk-ken. Tegenwoordig bestaat het theater nog maar uit twee delen.

Bij dit theater gaat het om de handeling van de spe-ler, niet om wie hij speelt. En als er gedanst wordt, gaat het vaak om de esthetiek van de dans. De on-derwerpen zijn of uit het normale, hedendaagse leven, wat heel herkenbaar is, off het gaat over de geestwereld.

Page 9: E h o / Ve l T r g · Vooraf Colofon CULTUURTJE Mei 2012 1e jaargang nr. 1 CULTUURTJE verschijnt 6 x per jaar en is een uitgave van FHK Magazines bv Redactieadres FHK Magazines bv

19

dat je je kan inleven in een verhaal. Maar Brecht wilde dit dus niet. Hij was een van de grondleg-gers van het episch theater. ‘Brecht wilde emoties helemaal niet bestrijden, maar ze, in tegenstelling tot het gewone toneel, wel onderzoeken.’ Emoties ontstaan in situaties. Emoties zijn situaties (drama is conflict). Wat Brecht interesseerde waren de sociaal maatschappelijke gebeurtenissen die situaties tussen mensen bepalen en beïnvloeden. Daarover gaan zijn stukken.

Enkele beroemde stukken van hem zijn: Baal; Mann ist Mann; Die Dreigroschenoper; Aufstieg und fall der Stadt Mahagonny; Der Jasager; Der Neinsager; Der Gute Mensch von Sezuan; Herr Puntila und sein Knecht Matti.

Brecht was een communist, een voorstander van Marx. Dit werd hij nadat hij had gezien hoe sol-daten het vuur opende op demonstranten. Som-mige van zijn stukken zijn dan ook verboden door bijvoorbeeld Hitler. Men wilde niet dat men kritisch nadacht over de politiek of over de maatschappij. Soms zijn zijn stukken pas in de jaren ’60 van de vorige eeuw verboden geweest.

De DriestuiversoperaHet stuk gaat over Macheath (Mackie Messer), de superboef. Hij gaat om met Polly, dochter van een bedelaarskoning Peachum. Hij trouwt haar, en Peachum probeert hem daarom aan de galg te hangen. Dat mislukt, maar MacHeath komt wel in de gevangenis terecht. Hij ontsnapt door zijn relatie met de dochter van de politiechef. Peachum dreigt met een opkomst van bedelaars tijdens de kroning van de nieuwe koningin, als Macheath niet wordt opgepakt. Dit gebeurt toch, maar hij wordt niet meer terechtgesteld. Macheath krijgt gratie van de

koningin en wordt in de adel verheven. De Driestuiversopera komt uit 1928. Het is geba-seerd op de Beggar’s Opera uit 1728, van John Gay. Het is gecomponeerd door Kurt Weill, en de tekst is bewerkt door Bertolt Brecht. De muziek staat los van het oorspronkelijke stuk. De tekst is wel geba-seerd op het oorspronkelijke stuk. Het is eigenlijk geen echte opera, je hoeft niet geschoold te zijn om de nummers te kunnen zingen. Er zitten 22 num-mers in, waarvan Die Moritat von Mackie Messer de bekendste is. Het stuk was bedoeld als sociale kri-tiek, en de Londense onderwereld stond hier voor het kapitalisme, waar ze beiden tegen waren. Deze opera werd ontzettend gepromoot, zoals dat nu met bekende artiesten ook wordt gedaan. Al voordat er maar een cd in de winkel ligt is er al veel reclame te zien op tv en in kranten en tijdschrift, te horen op de radio enzovoort. Dit werd ook gedaan bij deze opera, er werden zelfs gebruiksartikelen gemaakt van de opera, zoals behang met Mack the Knife erop geprint.De opera werd hierdoor enorm populair en is 10.000 keer opgevoerd, in wel 18 verschillende talen. De liederen die tijdens de opera werden gezongen, zijn uitgegroeid tot hits.

Naast Bertolt Brecht is de opera gemaakt door Kurt Weill. Weill is ge-boren in Dessau, en hij had joodse ouders. Hij leefde in en rijk cultu-reel klimaat, waardoor zijn talenten veel gesti-muleerd werden. Toen hij twaalf jaar was, componeerde hij zijn eerste opera. In 1921 schreef hij zijn eerste symfonie en in 1925 zijn eerste opera. Maar hij nam hier al snel afstand van.

Abstractie Sommige kunstenaars gingen nog een stap verder dan de kubisten. Er ontstond een kunst met vormen die niets betekende of voorstelde, maar die hetzelf-de emotionele effect zou hebben als muziek.

Muziek zorgt voor een emotie, sfeer of zelfs vormen en kleuren in onze verbeelding. Waarom zouden de vormen en kleuren in het brein van een schilder, die geen enkel herkenbaar voorwerp voorstelden niet compleet zijn als ze op het doek worden overge-bracht. Dit idee leidde uiteindelijk tot schilderijen die alleen nog over zichzelf gaan: een geheel van kleuren en vormen, compositie, harmonie en evenwicht. De kunstenaar aan wie de uitvinding van deze abstracte kunst meestal word toegerekend is; Kandinsky.

Wassily Kandinsky was geboren in Rusland en had muziek gestudeerd. Na het zien van een impres-sionistische tentoonstelling in Moskou in 1895, re-aliseerde hij zich dat een schilderij een gevoel kon uitdrukken zonder iets herkenbaars voor te stellen. In 1910 werd Kandinsky lid van Die Brücke, een groep kunstenaars die een verbinding wilde zijn tus-sen allerlei stromingen en de kunst te bevrijden van de academischeleer. Kandinsky stelde een nieuwe beweging, Der Blaue Reiter, samen, deze groep was meer ingetogen en probeerde een link te leggen tus-sen de zichtbare wereld en de wereld van de geest. Ook de componist Arnold Schönberg was lid van deze

beweging, hij schilderde maar maakte ook muziek. Kandinsky maakte dit schilderij naar aanleiding van een concert van Schönberg in 1911. De overheer-sende kleuren zijn geel en zwart. De zwarte vlek doet denken aan de vorm van een vleugel, een belangrijk instrument in Schönbergs concert. De kleur geel, zou het schelle en harde geblaas van de trompetten zijn.

De overeenkomsten tussen Kandinsky en Schönberg is een goed voorbeeld van de gemeenschappelijke idealen en uitgangspunten, die kunstenaars uit ver-schillende disciplines aan het begin van de twintigste eeuw deelden. Zowel Schönberg als Kandinsky vin-den dat het doel van alle kunst gelijk is: het uitdruk-ken van het wezen van mens en wereld.

Schönberg en de atonaliteitSchönbergs eerste composities leken op de opzwepende stijl van de late romantiek. In die muziek kwamen gedeeltes voor met grote, onlogische sprongen, begeleid door verrassende akkoorden die de luisteraar voort-durend in spanning hielden. Schönberg maakte deze uitzonderingen tot regel. Hij nam afstand van de gebrui-kelijke traditionele toonladders en akkoorden en ging atonale muziek schrijven, elk gevoel van ordening en herkenning verdween en er ontstonden heftige, onsamenhangende muzikale stukken, vol valse samenklan-ken. Hiermee probeerde hij rechtstreeks gevoelens uit te drukken.

Vanaf 1920 begon Schönberg muziek te schrijven in het door hem bedachte twaalftoonsysteem. Het twaalf-toonsysteem maakte een einde aan de willekeurigheid en vormloosheid van de atonale muziek. In een twaalf-toonsstuk wordt de volgorde van alle noten (zowel van melodieën als akkoorden) bepaald door een van tevoren gekozen reeks van alle twaalf verschillende tonen. De vreemde, onsamenhangende klanken maken Schönbergs muziek niet aantrekkelijk voor een groot publiek, maar dat maakt hem niet minder belangrijk. Hij bereikte in de muziek een zelfde soort revolutie als Kandinsky in de schilderkunst. De atonale muziek betekende het loslaten van een traditie. Muziek was ‘bevrijd’ van de noodzaak om in melodieën en akkoorden te denken, zoals kunst bevrijd was van het afbeelden van de werke-lijkheid. Schönberg wist muziek geschikt te maken om rechtstreeks vanuit het gevoel te componeren.

Wassily Kandinsky, Impression III,1911

8

Page 10: E h o / Ve l T r g · Vooraf Colofon CULTUURTJE Mei 2012 1e jaargang nr. 1 CULTUURTJE verschijnt 6 x per jaar en is een uitgave van FHK Magazines bv Redactieadres FHK Magazines bv

Uiteenlopende visiesBinnen de kunst bestonden er in de eerste helft van de 20ste eeuw tegengestelde visies: naast de ijve-raars voor een synthese van kunst, wetenschap en techniek bleven er velen die dat een ongewenste, gevaarlijke ontwikkeling vonden en die de kunst om de kunst wilden behouden. Zo waren er onder meer de expressionisten (werken vanuit hun gevoel en onderbewuste), de magisch realisten (inspira-tie in droom- en waanbeelden) en de surrealisten (gevoel).

De kunstenaars die wel openstonden voor de weten-schappelijke en technische ontwikkelingen vinden we terug in alle disciplines: van architectuur over dans tot schilderkunst.

Volgens deze artiesten zijn techniek en kunst met el-kaar verstrengeld: het Griekse woord “technè” bete-kent kunst. De kunst dus om een bepaalde techniek uit te voeren. Zoals elke kunstenaar technieken moet beheersen om zijn creativiteit te kunnen uiten.

De spectaculaire intrede van de filmEnkele kunstvormen waarbij er een duidelijk ver-band bestaat tussen wetenschap en techniek zijn de fotografie en filmkunst. Fotografie werd steeds populairder, de camera’s steeds kleiner en de foto’s van betere kwaliteit. De portretfotografen verdron-gen de portretschilders, de wereld kon op een ob-jectieve manier worden vastgelegd. Musea begon-nen met de organisatie van fototentoonstellingen.

Daarnaast ontwikkelden zich net voor het begin van de twintigste eeuw de eerst filmexperimenten,

Leve de vooruitgIn de 19e en begin 20e eeuw zien we een grote vooruitgang op wetenschap-pelijk en technisch gebied. Denk maar aan vervoersmiddelen (trein, fiets, paardentram,auto), nieuwe communicatiemiddelen zoals de telefoon en tele-graaf, de fotografie, de uitvinding van de film, de ontwikkelingen in de industrie door nieuwe machines, de ontwikkeling van nieuwe bouwmaterialen. Dit alles had een enorme invloed op het dagelijkse leven, en dus ook op de kunst.

TEKST: ASTRID VAN HOORICKX

9 18

Bertolt Brecht werd net voor de eeuwwisseling geboren, in 1898. Hij schreef op school al stukken voor de schoolkrant. In 1914 begon WO I. Brecht had een hartafwijking, waardoor hij niet naar het front werd gestuurd. Al zijn vrienden werden wel naar het front gestuurd. In 1918 is hij medicijnen gaan studeren. Hij wist dat je dan niet naar het front wordt gestuurd, maar dat je terecht komt als verpleger in een militair ziekenhuis.

TEKST: MARIA VITTERS

Drie Stuivers

Het episch theaterHet episch theater is vervreemdend theater. Soms wordt het ook wel politiek theater ge-noemd. Het is met Bertolt Brecht opgekomen in de jaren twintig en dertig van de negentiende eeuw.

Er zijn een aantal regels bij het episch theater. Bijvoorbeeld dat de acteur zich nooit zal identi-ficeren met de rol, en dat de toeschouwer ook niet zal meeleven met de acteur, maar op een kritische manier kijkt naar het theater. Ervan leren is belangrijker dan het verhaal.

Het vervreemdend effect kan worden bereikt door een aantal dingen: Een effect kan zijn dat er een verteller is, die het verhaal samenvat. De karakters niet echt meer personen, maar wor-den meer types. Er wordt veel grime en extreme kleding gebruikt om hun type uit te beelden. Het decor wordt abstracter en er zijn weinig rekwi-sieten op het podium aanwezig.

Decorwisselingen vinden plaats voor de ogen van het publiek en er zijn veel wisselingen van tijd en plaats. Acteurs stappen opeens uit hun rol en richten zich tot het publiek.

Episch theater is het tegenovergestelde van naturalistisch theater. Zij hebben realistische decors, kleding en speelstijl. Dit wordt veel ge-bruikt in films en ook nu nog steeds. De acteur probeert in de rol te kruipen van de rol die hij speelt. Pas als de acteur de karakter voelde, kon hij op toneel of voor de camera ook in de huid kruipen van die persoon.

Brecht had moeite met de oorlog. Hij vond dat de oorlog de ontplooiing van zijn persoonlijkheid in de weg stond.

Hij is een aantal keer getrouwd geweest, en hij heeft tegelijkertijd verschillende vrouwen of vriendinnen gehad. Hij heeft drie kinderen gekregen bij drie verschillende vrouwen. Hij vond zichzelf echter geen goede echtgenoot. Vrouwen waren volgens hem geen partners, maar jachtobjecten van de man. Brechts eerste toneelstukken hebben een sterk ero-tisch en nihilistisch karakter. Nihilisme is de ontken-ning van het bestaan van betekenis of waarde in de wereld. De historische context van zijn toneelstukken brengt hij naar de achtergrond. Hij wilde eenvoudige geba-ren, een duidelijke, maar wel een terughoudende taal. Wat vooral belangrijk is, is dat mensen van zijn toneelstukken zouden leren, en dat de toeschouwers een kritische houding hebben tegenover de maat-schappij en de politiek. Daarnaast hadden kunst en theater een maatschappelijke functie te vervullen.Meestal zorgen theatermakers en filmmakers ervoor

Bertolt Brecht

Page 11: E h o / Ve l T r g · Vooraf Colofon CULTUURTJE Mei 2012 1e jaargang nr. 1 CULTUURTJE verschijnt 6 x per jaar en is een uitgave van FHK Magazines bv Redactieadres FHK Magazines bv

17

Igor Strawinsky, een muzikale kameleonIgor Strawinsky leefde van 1882 tot 1971. Strawinsky is een buitengewoon productieve com-ponist geweest: alle mogelijke genres heeft hij be-oefend. Hij is een veelzijdig componist geweest en heeft een merkwaardige ontwikkeling doorgemaakt. Hij heeft in verschillende stijlen geschreven en zowat de hele Europese muziekgeschiedenis bestudeerd en verwerkt in zijn eigen persoonlijke klankentaal. Na-genoeg elk werk van hem heeft een eigen gedaante en vorm, bezit een aparte geest en klankkleur. Voort-durend past hij zijn schrijfwijze aan nieuwe ideeën, opdrachten, mogelijkheden enz. aan. En toch draagt elke partituur het waarmerk van de auteur, van de ‘inventeur de musique’ (uitvinder van de muziek) zo-als de componist zich graag noemde. Strawinsky is een echte muzikale kameleon.

Componeren betekent voor Strawinsky op de eerste plaats degelijk vakwerk leveren. Strawinsky voelt zich als componist meer verwant met de heden-daagse wetenschapsmens dan met het romantisch type mens. Hij werkt een muzikaal oeuvre uit zoals een ingenieur een brug bouwt. Zijn persoonlijkheid bestaat tegelijk uit elementaire inspiratie en wiskun-dige precisie. Strawinsky componeert in eerste in-stantie meer vanuit de kennis dan vanuit het gevoel.

Volgens Strawinsky heeft componeren te maken met het logisch ordenen van klanken. Ligt de constructie van een werk vast, dan weet hij meteen welk mu-zikaal materiaal hij daarvoor wil gebruiken. Daaruit blijkt dat het streven van Strawinsky vooral op ab-solute of objectieve muziek gericht is. Strawinsky is van mening dat muziek van nature uit niet in staat is om wat dan ook uit te drukken. Daarmee kan bij-voorbeeld een gevoel, een houding, een psychische toestand, een natuurverschijnsel of iets dergelijks bedoeld worden. Dat wil niet zeggen dat de muziek niet in staat zou kunnen zijn om bepaalde emoties op te wekken bij de toehoorders. In die kracht ge-

looft hij wel maar muziek moet volgens hem in de eerste plaats voor zichzelf spreken.

Men kan niet zeggen dat Strawinsky een revolutio-naire componist is geweest. Hij breekt niets stuk en houdt beslist niet van chaos. Zijn kracht bestaat erin op de traditie voort te bouwen maar tegelijkertijd het bestaande materiaal op een persoonlijke wijze te behandelen en op een nieuwe manier te verwer-ken. Met de jaren evolueert hij naar een versoberde schrijfwijze. De melodieën worden veel meerzeg-gender. Vanaf zijn eerste werk al speelt ritme een belangrijke rol in zijn composities. De onverwachte accentverplaatsingen en verrassende metrische wis-selingen en asymmetrische ritmes geven de muziek een uitgesproken vitaal karakter.

Portret van Strawinsky. Pablo Picasso

Het eerste deel van het ballet speelt zich af op de jaarmarkt. In de muziek is dit vertaald naar dagelijk-se volkse melodieën, deuntjes, dansen en fanfare-signalen. In een turbulent ritme, nog opgezweept door maatwisselingen en zelfs polyritmiek, wordt het kermisgeraas in alle felheid tot uiting gebracht. Melodische flarden en ritmische figuurtjes springen van het ene instrument op het andere. Plotseling verschijnt er in het midden van het volkgejoel een populair draaiorgelthema.

Het geheel wordt afgeslo-ten met een spetterende Russische dans, daarin hoor je muziek vol levens-vreugde en geestigheid.

met als resultaat onder andere de bioscoopfilms van de gebroeders Lumière. Eén van de eerste films - “L’Arrivée d’un train en gare de la Ciotat’ - duur-de slechts enkele minuten en kon aan een publiek vertoond worden dankzij de cinematograaf, waarin naast een camera ook een projector zat. Dankzij dit apparaat leken de beelden heel echt en zo kwam het dat er veel mensen gewoon de zaal uit renden. Ze waren doodsbang en dachten dat er een echte trein op hen afkwam.

De belangrijkste regisseur aan het begin van de twin-tigste eeuw was Edwin S. Porter, die onder meer ‘The Great Train Robbery’ maakte en monteerde. Hij was van mening dat niet enkel de inhoud, maar ook de opname en montage met bijbehorende filmtechnie-ken belangrijk waren, bijvoorbeeld zoomen. Door zijn visie ging men steeds verder op zoek naar nieu-we technieken en effecten. Zo kon men bijvoorbeeld vanaf 1925 wisselen van camerastandpunt. In de Verenigde Staten had men al snel in de gaten dat film een enorme potentie had en dat zag je dan ook terug in de opkomst van filmtheaters.

Kleur en KlankAanvankelijk waren de films allemaal in zwart-wit. In 1915 werd Technicolor geïntroduceerd: het allereer-ste kleurenfilmsysteem. Hierbij werden twee filmla-gen (één voor de kleurlaag blauw en één voor rood/groen gezamenlijk) in de camera belicht. Daarna werden beide negatieven gelijktijdig op kleurgevoe-lig, positief materiaal geprint. Het duurde echter nog tot in de jaren vijftig voordat de kleurenfilm echt ingeburgerd was, omdat het tot dan toe voor vele producenten gewoon niet te betalen en niet echt gebruiksvriendelijk was.

Naast kleur, ging men op onderzoek naar geluid en zo ontstond in 1927 de eerste geluidsfilm ‘The Jazz-singer’, een grotendeels stomme film met fragmen-ten waarin je de acteurs zelf hoorde praten en zin-gen. Tot dan toe werden de films live begeleid door muzikanten (veelal pianisten) en werden er soms live geluidseffecten aan toegevoegd. Veel beroemde ac-teurs moesten na die tijd een andere baan zoeken, omdat ze geen mooie stemmen hadden.

BauhausEén van de belangrijkste centra voor een opleiding in kunst en toegepaste vormgeving in deze periode was het Staatliches Bauhaus Weimar, opgericht door Gropius in 1919. Zijn zowel theoretisch als praktisch leerprogramma is een synthese van plasti-sche kunsten, ambachtelijke techniek en industrie. Het onderricht begon voor alle studenten met een basiscursus waarin men inzicht kreeg in kleur, vorm en materiaal. Tot het lerarenkorps behoorden grote kunstenaars als Paul Klee, Theo Van Doesburg,

10

ang!

Page 12: E h o / Ve l T r g · Vooraf Colofon CULTUURTJE Mei 2012 1e jaargang nr. 1 CULTUURTJE verschijnt 6 x per jaar en is een uitgave van FHK Magazines bv Redactieadres FHK Magazines bv

Wassily Kandinsky, Hannes Meyer , Ludwig Mies van der Rohe en Oskar Schlemmer. Deze laatste is grondlegger van het Triadisch Ballet dat geken-merkt wordt door abstractie en geometrie, zowel in vorm – danspatronen gebaseerd op vierkant, cirkel, driehoek – als in kostuums en persoonlijkheid – dansers hebben maskers en worden beschouwd als bewegende machines. Men spreekt ook wel eens van danswiskunde.

Handig en strakBauhaus staat voornamelijk voor duidelijke geo-metrische vormen en vormgeving, strakke lijnen, efficiëntie en functionaliteit (bijvoorbeeld opklap-bare meubels voor de kleine arbeiderswoningen). Dit leidde tot doeltreffende en elegante meubels en gebruiksvoorwerpen die industrieel geproduceerd werden.

Het Bauhaus is één van de meest uitgesproken voorbeelden van het modernisme, onder meer in de architectuur. Het functionele heeft daarbij voor-rang op de vorm, het ornament maakt plaats voor sobere, geometrische basisvormen (o.a. grote vlakke muren), platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton.

DusDe wetenschappelijke en technische vernieuwingen in de kunst van het begin van de twintigste eeuw beïnvloedden nu nog steeds ons dagelijks leven. Als je om je heen kijkt, zie je overal elementen opduiken die voortkomen uit deze periode. Leve de vooruitgang!

Ludwig Mies van der RoheDe Duits-Amerikaanse Ludwig Mies van der Rohe was één van de belangrijkste pioniers op het vlak van modernistische architectuur. Zijn motto was ‘Less is more’: hiervoor bracht hij de vorm terug tot een minimum. Zijn werk wordt gekenmerkt door het gebruik van glas, staal en beton in hel-dere vormen.

Zo bouwde hij voor de wereld-tentoonstelling in Barcelona in 1929 het Duitse paviljoen, dat hij in rechte, strakke vlakken ontwierp. Het had een plat dak onder-steund door palen. De interne muren waren van glas en steen en konden worden verplaatst alsof ze los stonden van de structuur. Het concept van open ruimtes ontwikkelde hij verder in zijn latere projecten.

Hij was naast architect, ook meubelontwerper. Zijn beroemdste meubelstuk ontwierp hij ook voor de wereldtentoonstelling in 1929:

De Barcelona-stoel. Een minimalistisch ontwerp van staal en leer.

Hij wordt ook de geestelijke vader genoemd van de wolkenkrabber, opgebouwd uit een stalen raamwerk, waarin de gevels geen dragende func-tie meer hebben. Hij ont-wierp de Friedrichstrasse wolkenkrabber, voor een competitie. Deze is nooit gebouwd, maar vormde de basis voor zijn latere ont-werpen van wolkenkrabbers in de jaren ’40 en ’50.

11 16

hoogtepunt is de parodie op een romantische pas de deux, wanneer de Ballerina in een duet met de Moor als een willoos ding wordt gemanipuleerd. De Moor is een semikarakterrol: om hem als domme kracht voor te stellen, heeft men traditio-nele dansthema’s en acrobatie gecombineerd.

De groepsscènes zijn dan weer opgebouwd vanuit karakterdans: zowel pure pantomime als authen-tieke Russische volksdansen. Deze taferelen zijn bovendien zo opgebouwd dat ieder lid van het en-semble een eigen, zo persoonlijk mogelijke bijdrage kan leveren als deel van de kermisvierende menig-te. De groepsscènes vormen een perfect geregis-seerde chaos, waarbij je ogen en oren tekort komt. De choreograaf heeft er een magisch spektakel van gemaakt tegen het decor van een Russische jaar-markt, waarop een kleurrijke stoet aan kermisklan-ten, straatventers en artiesten voorbijtrekt. Dit alles maakt Petroesjka in choreografisch opzicht tot één van de markantste voorbeelden van de omwente-ling die de choreograaf in de balletgeschiedenis te-weegbracht.

De ChoreograafDie choreograaf was Michel (of Mikhail) Fokine (1880-1942). Nadat hij solist was geweest van het Marijinski-Ballet in Sint-Petersburg, heeft hij naam gemaakt als choreograaf door balletten te maken

voor deze groep, waaronder ‘De Stervende Zwaan’ uit 1907. Hij begon al vanaf het begin van de twintigste eeuw te experimenteren met vernieuwende ideeën, waarbij hij streefde naar een zo groot mogelijke, dramatische zeg-gingskracht. Later werd hij de vader van het balletexpres-sionisme genoemd. Door zijn vernieuwende ideeën werd Fokine benaderd door Serge (Sergeï) Diaghilev, leider van les Ballets Russes en werd hij daar in 1909 aangesteld als eerste huischoreograaf. Voor het Russische Ballet maakte Fokine de choreografie van de Vuurvogel (1910) en dus ook van Petroesjka. In 1914 kwam er echter al een breuk tussen Fokine en Diaghilev, waarna Fokine het Russchische Ballet verliet en uiteindelijk naar Amerika emigreerde om er een eigen studio te openen en als gastcho-reograaf aan de slag te gaan. Bij zijn dood werd als eerbewijs één van zijn werken, namelijk Les Sylfides door zeventien balletgroepen in de gehele wereld min of meer gelijktijdig opgevoerd. Zijn grootste werken bij Les Ballets Russes, en dus ook Petroesjka, maakte Fokine in samenwerking met de componist Strawinsky.

Muziek in PetroesjkaStrawinsky heeft in opdracht van Serge Diaghilev de muziek voor Petroesjka geschreven. Dit nadat hij ook al de muziek voor de Vuurvogel had gecompo-neerd, wat meteen ook zijn eerste samenwerking met choreograaf Fokine betekende. Door het grote succes kwam er een nieuwe samenwerking tussen Strawinsky en Fokine, ditmaal voor het ballet Pe-troesjka. Het stuk is geschreven voor een groot sym-fonieorkest met veel verschillende instrumenten.

Harlekijn aal van de Russische

Page 13: E h o / Ve l T r g · Vooraf Colofon CULTUURTJE Mei 2012 1e jaargang nr. 1 CULTUURTJE verschijnt 6 x per jaar en is een uitgave van FHK Magazines bv Redactieadres FHK Magazines bv

15

Het verhaalOp de markt van Sint-Petersburg vindt de jaarlijkse kermis plaats. Eén van de kermisklanten is de Char-latan (Tovenaar), die tijdens een carnavalsfeest zijn marionetten tot leven lijkt te wekken en daardoor ook het publiek in zijn ban krijgt. De grens tussen poppenspel en realiteit vervaagt. Het poppenthe-ater bestaat uit drie marionetten: Petroesjka, een gekwelde en vertwijfelde harlekijn, de Ballerina en de Moor, sterk en indrukwekkend om te zien, maar eigenlijk een domme man. De Charlatan manipu-leert de poppen met zijn goochel- of toverkunsten. Zo heb je de hulpeloze Petroesjka, die ongelukkig en verbitterd is omdat hij gevangen leeft en een onbeantwoorde liefde koestert voor de Ballerina, die enkel oog lijkt te hebben voor de Moor. Hij komt echter in opstand tegen zijn lot. Hij probeert te ontsnappen en de liefde tussen de Moor en de Ballerina te verstoren, maar moet dit met de dood bekopen: hij wordt vermoord door de Moor. Het pu-bliek schrikt, omdat het allemaal zo echt lijkt, maar de Charlatan sust hen door te tonen dat Petroesjka van stro is.

Petroesjka, het verhDrie poppen en de Charlatan. Zij vormen de sleutelfiguren van het ballet Pe-troesjka uit 1911 dat door velen beschouwd wordt als het grootste meesterwerk van Het Russisch Ballet. Het verhaal is gebaseerd op Russische volksverhalen en de personages, op personages uit de Russische commedia dell’ arte: Petroesjka op Pierrot, de Ballerina op Colombine, de Moor op de zwarte helpers uit de Itali-aanse commedia dell’ arte en de Charlatan op de kwakzalverige Dokter.

TEKST: ASTRID VAN HOORICKX EN NIEK JACKOBS

Als de nacht valt, blijkt echter dat Petroesjka’s ziel onsterfelijk is: hij verschijnt boven het poppenthea-ter en tergt de Charlatan.

Dit laatste heeft Petroesjka tot symbool gemaakt van het Russische volk, dat weigert zich te laten onder-drukken. Sommigen zien het ballet dan ook als een voorbode op de Russische Revolutie.

Omwenteling in de balletgeschiedenisIn het ballet zie je de klassieke driedeling van balletrollen, waarbij de bewegingsstijlen van de drie poppen onderling heel verschillend zijn en de verschillen in karakter benadrukken. Petroesjka is duidelijk een karakterrol: hij beweegt heel expres-sief. Zo wordt zijn angst en hulpeloosheid bijvoor-beeld uitgebeeld doordat hij letterlijk met knikken-de knieën danst. Dit geeft hem in zijn bewegingen een (panto-)mimekarakter. De Ballerina toont dan weer danse d’école (academische techniek). Haar ijdelheid en de oppervlakkigheid van haar karakter worden op humoristische wijze benadrukt door stijf uitgevoerde academische dansthema’s. Een geestig

12

HoroscoopVandaag ben je een clown, dans als een marionet.

Je neemt teveel verf op je kwast; laat je kwast los.

Deze maand is alles gekleurd, denk aan je stijl.

Een romantisch uitje loopt uit op manipulatie.

Leef niet zo mee, denk eens wat kritischer.

Nauwkeurigheid is geen waarheid.

Yazz, dit is jouw maand, swing it out.

Geef je leven meer structuur; plaats alles in hokjes.

Dit wordt een goede maand. Bau een Haus.

Bewaar drie stui-vers en ga naar de opera.

Ga op zoek naar de essentie van de kunsten en jezelf.

Laat je karakter zien in je bewegin-gen.

Page 14: E h o / Ve l T r g · Vooraf Colofon CULTUURTJE Mei 2012 1e jaargang nr. 1 CULTUURTJE verschijnt 6 x per jaar en is een uitgave van FHK Magazines bv Redactieadres FHK Magazines bv

Los de Puzzel op en stuur het antwoord voor 31 mei naar [email protected] o.v.v. ‘Puzzel nr. 1‘. Vergeet niet uw naam, adres en telefoonnummer te vermelden.

14

AbstractieAtonaliteitBarcelonastoelBauhausBetonBrechtBreukCezanneCharlatanCinematograafCompositieDiaghilevDriestuiversoperaEenvoudEmotieEpisch

EvenwichtExpressionismeFilmFokineFotoFunctionalismeGaudiGeestGeometrieGlasGropiusHandigHarlekijnHarmonieIdeeImpressionisme

IndustrieelInnerlijkJapanJazzJoodsKandinskyKarakterrolKleurKleurenfilmsysteemKubismeLerenLogischMaatschappelijkMarxMontageMoor

NihilismeOntaardOperaOptimismePantomimePetroesjkaPicassoPrecisiePrimitivismeReeksRevolutieRoheSchilderSchonbergSchoonheidsideaalSnel

SociaalStaalStijlStrawinskyTechnicolorTwaalftoonsysteemUitdrukkendVervreemdingVlakVormWaarheidWeillWereldtentoonstellingWolkenkrabberZielZuiver

Mail & WinKyteman