Duurzame scholen magazine 5

3
In Nepal staan vijftien aardbevingsbestendige scholen Zes jaar geleden bouwde Martijn Schildkamp van Smart Shelter Foundation vijftien scholen en een hostel in Nepal. De grote aardbeving van vorig jaar liet zien dat hij op de goede weg zit; alle gebouwen staan nog overeind. Op korte termijn wil hij onderzoeken of hij de juiste technieken heeft toegepast en of het goedkoper kan. Tekst: Ingrid Rompa Stichting SPOM verduurzaamt in kleine stappen De meeste gebouwen in Nepal worden niet-aardbevingsbestendig gebouwd. Er is geen geld en geen kennis. Ook het feit dat grote aardbevingen ‘slechts’ eens in de tachtig jaar plaatsvinden, speelt een rol. Als er geen direct gevaar is, is de urgentie weg, vertelt Schildkamp. “De bouwkwaliteit in Nepal is zo laag dat scholen van nog geen twintig jaar oud door trillingen scheuren en uit elkaar vallen. Wij hebben scholen in de bergdorpen in het Midden-Nepalese Kaski-district vervangen, maar wel op een aardbevingsbestendige manier. Uiteindelijk is het resultaat dat de scholen geen schrammetje hadden na de aardbeving. Maar zij staan niet in het zwaarst getroffen gebied. Ze zijn dus niet helemaal voluit getest.” Een aantal van deze aardbevingsbestendige scholen is gebouwd met cementblokken. “Er zijn vijf met staal gewapende betonnen horizontale banden aangebracht en er zit staal in de hoeken. Daarnaast hebben we gebouwd in bergstenen met cementmortel. De bewoners gebruiken ook bergstenen, maar met aardemortel. Dat is niet sterk genoeg. Wij gebruiken onder meer stenen die over de volle breedte gaan. Daardoor krijg je goed verband in je muren. Wel of geen staal, daarover zijn de experts het niet met elkaar eens.” De techniek met cementblokken, met verticaal staal erin. De nummers geven de te onderzoeken punten aan. Een van de aardbevingsbestendige scholen die is gebouwd met cementblokken. Scholen Nederlandse architect ongeschonden na aardbeving 58 | mei 2017 | Duurzame Scholen

Transcript of Duurzame scholen magazine 5

In Nepal staan vijftien aardbevingsbestendige scholen

Zes jaar geleden bouwde Martijn Schildkamp van Smart Shelter Foundation vijftien scholen en een hostel in Nepal. De grote aardbeving van vorig jaar liet zien dat hij op de goede weg zit; alle gebouwen staan nog overeind. Op korte termijn wil hij onderzoeken of hij de juiste technieken heeft toegepast en of het goedkoper kan.

Tekst: Ingrid Rompa

Stichting SPOM verduurzaamt in kleine stappen

De meeste gebouwen in Nepal worden niet-aardbevingsbestendig

gebouwd. Er is geen geld en geen kennis. Ook het feit dat grote

aardbevingen ‘slechts’ eens in de tachtig jaar plaatsvinden,

speelt een rol. Als er geen direct gevaar is, is de urgentie weg,

vertelt Schildkamp. “De bouwkwaliteit in Nepal is zo laag dat

scholen van nog geen twintig jaar oud door trillingen scheuren

en uit elkaar vallen. Wij hebben scholen in de bergdorpen in het

Midden-Nepalese Kaski-district vervangen, maar wel op een

aardbevingsbestendige manier. Uiteindelijk is het resultaat dat

de scholen geen schrammetje hadden na de aardbeving. Maar

zij staan niet in het zwaarst getroffen gebied. Ze zijn dus niet

helemaal voluit getest.”

Een aantal van deze aardbevingsbestendige scholen is gebouwd

met cementblokken. “Er zijn vijf met staal gewapende betonnen

horizontale banden aangebracht en er zit staal in de hoeken.

Daarnaast hebben we gebouwd in bergstenen met cementmortel.

De bewoners gebruiken ook bergstenen, maar met aardemortel.

Dat is niet sterk genoeg. Wij gebruiken onder meer stenen die over

de volle breedte gaan. Daardoor krijg je goed verband in je muren.

Wel of geen staal, daarover zijn de experts het niet met elkaar

eens.”

De techniek met cementblokken,

met verticaal staal erin. De nummers geven

de te onderzoeken punten aan.

Een van de aardbevingsbestendige scholen

die is gebouwd met cementblokken.

Scholen Nederlandse architect ongeschonden na aardbeving

58 | mei 2017 | Duurzame Scholen

Hergebruik materialen

Voor de herbouw van de scholen is een deel van de oude

materialen hergebruikt. “Zoals de harde donkergrijze stenen en de

kozijnen. Vaak kun je van twee oude kozijnen een nieuwe maken.

Het is prima hardhout, dus we hakken geen extra bomen om. We

halen ook geen nieuwe stenen uit de bergen.”

Het project werd onder meer succesvol door de betrokkenheid

van het dorp. “De people’s participation speelde een grote rol.

Ongeveer twintig tot dertig procent van het budget kwam uit

het dorp. Dit bevorderde ook het verantwoordelijkheidsgevoel.

Het was hun eigen project; ik kwam geen cadeautje brengen.”

Doordat de bewoners ! nancieel in het project zaten, was

hergebruik aantrekkelijk. “Zo bleven we binnen het budget. Het

hele dorp hield in de gaten of iedereen bijdroeg aan het project

en of iedereen zijn verantwoordelijkheid nam.”

Dit community participation-verhaal werkt nu niet meer, meent

Schildkamp. “Er is veel veranderd door de aardbeving. Als je

eigen huis is ingestort, ga je niet helpen een school of het huis

van je buurman op te bouwen. Dan zorg je eerst voor jezelf.”

Na de afronding van de school vertrok hij uit Nepal. “Dat was vijf

jaar geleden. Onze partnerorganisatie is wel verder gegaan en

wij hebben dat ondersteund. We hebben ook getracht zoveel

mogelijk kennis achter te laten, onder meer de tien vuistregels voor

aardbevingsbestendig bouwen voor non-engineers. De mensen in

Nepal leren dit werk van generatie op generatie. Daarbij komt geen

engineer aan te pas.”

Hostel voor blinde studenten

Behalve een aantal scholen, heeft Schildkamp een hostel

gebouwd voor blinde studenten. “Het gaat om circa dertig

kinderen uit berggebieden, die normaal gesproken geen onderwijs

zouden krijgen. Ze mogen vlak bij het hostel basis- en middelbaar

onderwijs volgen.”

Het hostel is twee lagen hoog. “We hebben daar een iets andere

techniek toegepast. Hierbij werkt metselwerk samen met een

gewapend betonnen frame. We hebben eerst metselwerk

geplaatst en later volgestort met beton. Daar zit kwaliteitscontrole

in, want dat moet echt goed gedaan worden. Deze manier is

goedkoper, omdat er minder staal in zit.”

Hij is blij met de gebouwen die hij heeft gebouwd, maar hij is

het niet meer eens met de manier waarop. “Ik ben architect,

geen aardbevingsexpert. Dus ik moest kennis verzamelen. Op

het moment dat ik op internet ben gaan kijken, verzoop ik in de

informatie. Het is bovendien informatie waar ik niets mee kon

doen. Het praktische blijft ontzettend achter bij het technische.”

Veel beweringen zijn nergens op gebaseerd of niet aardbevings-

bestendig terwijl het wel als zodanig wordt gepresenteerd, vindt

hij. “Dat is gevaarlijk, want mensen denken dat de informatie klopt.

Zij kopiëren het, omdat het veilig en betrouwbaar lijkt. Het is zelfs

zo erg dat vooraanstaande ontwerpers of architecten die een

gebouw ontwerpen in aardbevingsgebieden vaak niet eens weten

dat ze in een aardbevingsgebied zitten. Of dat ze niet weten hoe

ze aardbevingsbestendig moeten bouwen.”

Een concreet voorbeeld is Global Shelter Cluster. “Deze organi-

satie coördineert alle hulporganisaties na een ramp. Zij hebben op

hun website the essential reading top 4 documents gepubliceerd.

Deze informatie is echter zeer tegenstrijdig, want het ene

document geeft aan dat je wel staal moet gebruiken en een ander

document zegt van niet. Er klopt helemaal niets van. Op het

moment dat ik de scholen ging bouwen, heb ik contact gezocht

met het Earthquake Engineering Research Instituut (EERI) met

de vraag of ik staal moest gebruiken. Ook zij hebben verschillende

meningen.” ››

Duurzame Scholen | mei 2017 | 59

/ ACHTERGROND

Onverantwoord

Volgens Schildkamp is de kennis in ontwikkelingslanden op het

gebied van aardbevingsbestendig bouwen gebaseerd op aannames,

opinies en meningen. “Er is nooit iets uitgerekend of getest. En dat

wil ik nu doen. Nu ik weet dat de kennis die we gebruiken niet is hoe

hij moet zijn, vind ik het onverantwoord om het toch toe te passen.

SMARTnet wil meer weten van aardbevingsgedrag van bepaalde

technieken. Daarnaast wil ik een hoog technisch verhaal simpel

kunnen uitleggen aan de lokale metselaar.”

De school die hij zelf heeft gebouwd, wordt van voor tot achter

doorgelicht. “Hoeveel horizontale banden moeten erin? Zijn staal

en steunberen nodig?” Hij heeft hiervoor een strategie bedacht.

“We zetten studenten en professoren in, die allemaal kleine stukjes

van dit proces oppakken. We hebben al twintig plekken op de

wereld waar studenten hiermee bezig zijn, onder meer in de

Verenigde Staten, Italië en Japan. Dat is de eerste stap. Om dit

uit te breiden, hebben we € 15.000 nodig. Daarvoor zoeken we

sponsors.”

De tweede stap is de techniek met bergstenen te testen in

een laboratorium en deze door een hoogwaardige computer

te laten berekenen. “Hiervoor moeten we lokale grond- en

materiaaleigenschappen bepalen. Dat is nog nooit in detail

gedaan. Voor hoogwaardig beton en staal bestaan die

berekeningen wel. Ook in Nederland, want de Nederlandse

bouwregelgeving eist dat. Maar voor non-engineers in Nepal

bestaat dat niet.”

Groningen

Hiervoor voert Schildkamp onder meer gesprekken met enkele

vooraanstaande ingenieursbureaus. “Ik hoop dat ze me helpen

met de berekeningen. Zij zijn onder meer betrokken bij de

aardbevingsproblematiek in Groningen, dus dat is interessant.

Zelf doe ik daar niets mee, maar ik zie zeker een aantal

overeenkomsten tussen Nepal en Groningen. De trillingen in

Groningen staan natuurlijk niet in verhouding met wat in Nepal

kan gebeuren. Maar ook daar geldt: als een 150 jaar oude schuur

in Groningen een aardbeving te voorduren krijgt, dan gaat hij

scheuren. Dit kan tot instorting leiden. De ingrepen die wij in Nepal

doen, kunnen dus ook in lichte mate gelden voor Groningen.”

De techniek in bergstenen, die uit de berg

worden gehakt. “Dankzij een stalen wapening in

horizontale banden hebben wij ervoor gezorgd voor

een aardbevingsbestendige techniek”,

vertelt Schildkamp.

‘ Er is nooit iets uitgerekend of

getest. En dat wil ik nu doen’

Duurzame Scholen | mei 2017 | 61

/ ACHTERGROND