Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een...

44
Duurzame Innovatie Procesvernieuwing in de chemie Opdrachtgever: Ministerie van Economische Zaken, dg O&I Colofon Dit rapport is opgesteld door ing. J. (Jan) Knecht drs. N. (Niels) Tans drs. J.J. (Jos) Winnink DATUM 2 februari 2006 KENMERK KOB/2005/procesvernieuwing STATUS Definitief

Transcript of Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een...

Page 1: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

Duurzame Innovatie

Procesvernieuwing in de chemie Opdrachtgever: Ministerie van Economische Zaken, dg O&I

Colofon Dit rapport is opgesteld door

ing. J. (Jan) Knecht drs. N. (Niels) Tans drs. J.J. (Jos) Winnink

DATUM 2 februari 2006

KENMERK KOB/2005/procesvernieuwing

STATUS Definitief

Page 2: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

2

Cluster Kennisontwikkeling en Beleidsinteractie (KOB)

KOB analyseert octrooi-informatie ter ondersteuning van beleidsontwikkeling op het gebied van innovatie en industrieel eigendom. Vragen die KOB ondermeer beantwoordt, zijn: • Wie is binnen een bepaald technologiegebied actief en met welke technologie in het bijzonder? • Welke bedrijven zijn (in potentie) concurrenten? En welke zijn (in potentie) partners? • Wat is de positie van de BV Nederland ten opzichte van de belangrijkste concurrenten op de

wereldmarkt? • Welke zijn de belangrijkste Nederlandse spelers in een technologiegebied? • Welke geografische concentraties (valleys) zijn er te identificeren en wie maken er deel van uit? • Wat zijn opkomende technologiegebieden? • Wat is de octrooistructuur van een land? Op welk gebied worden naar verhouding veel octrooien

aangevraagd en op welk gebied minder? Hoe verhoudt deze situatie zich met die in de EU en die in Nederland?

Door de combinatie van databases met bibliografische gegevens van octrooien, octrooiregisters en bronnen met andere (economische) gegevens is het mogelijk om analyses te maken die beleidsrelevante informatie verschaffen.

Page 3: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

3

Samenvatting Dit rapport doet verslag van een onderzoek naar ontwikkelingen op het gebied van duurzame procesvernieuwing in de chemie op basis van aantallen octrooiaanvragen in de periode van 1990 t/m 2002. Het gaat vooral om de aanvragen van Nederlandse bedrijven en instellingen. Opdrachtgever is het directoraat generaal Ondernemen en Innovatie van het Ministerie van EZ. In verband met naderend biltateraal overleg met Canada is speciale aandacht besteed aan verschillen in de octrooiposities van Nederland en Canada. Procesvernieuwing richt zich op het verbeteren of vernieuwen van bestaande industriële processen. Duurzame procesvernieuwing richt zich daarbij op minimale belasting van het milieu op de lange duur en op de besparing van energie, grondstoffen en materialen. Biologische processen zijn van nature duurzaam en krijgen in dit onderzoek daarom veel aandacht. Het onderzoeksgebied is onderverdeeld in de volgende vijf deelgebieden:

1. witte biotechnologie; 2. groene biotechnologie; 3. productie van biobrandstoffen; 4. scheidingstechnologie met behulp van biotechnologie; 5. katalyse.

Voor elk van deze gebieden zijn de resultaten in grafische vorm en in tabellen weergegeven. Nederlandse bedrijven en instellingen hebben een sterke octrooipositie in duurzame procesvernieuwing in de chemie. In absolute aantallen kan Nederland zich meten met landen als Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Op het gebied van de groene biotechnologie loopt Nederland voorop met een derde positie wereldwijd, hoewel ze langzaam maar zeker terrein verliest. Nederlandse bedrijven zijn relatief sterk in witte biotechnologie en in katalyse. Nederlandse bedrijven behoren tot de wereldtop in aantallen octrooiaanvragen op het gebied van duurzame procesvernieuwing in de chemie. DSM/Gist-Brocades, Shell, Akzo Nobel en Unilever zijn de belangrijkste Nederlandse aanvragers. Kennisinstellingen uit Nederland spelen een kleine rol. Er staan drie keer zo veel internationale octrooiaanvragen op naam van Nederlandse aanvragers als op naam van Canadese wanneer het duurzame procesvernieuwing in de chemie betreft. Binnen het beschermingsgebied van de Verenigde Staten daarentegen, bezitten Canadese bedrijven ongeveer evenveel octrooien als Nederlandse. Octrooiaanvragen afkomstig van Canadese aanvragers bevinden zich vooral op het gebied van de groene biotechnologie. Nederlandse aanvragers kennen een dergelijke specialisatie niet en verdelen hun aandacht over alle onderzochte gebieden.

Page 4: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

4

Page 5: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

5

Inhoudsopgave Samenvatting ................................................................................................................................................... 3 1 Inleiding ..................................................................................................................................................... 7

1.1 Beleidsvragen...................................................................................................................................... 7 1.2 Afbakening........................................................................................................................................... 7 1.3 Deelgebieden van Procesvernieuwing in de chemie........................................................................... 8 1.4 Structuur van dit rapport ...................................................................................................................... 8

2 Methode ..................................................................................................................................................... 9 2.1 Methoden en technieken ..................................................................................................................... 9 2.2 Brongegevens ..................................................................................................................................... 9

3 Procesvernieuwing in de chemie .......................................................................................................... 10 3.1 Witte biotechnologie .......................................................................................................................... 10 3.2 Groene biotechnologie ...................................................................................................................... 13 3.3 Productie van biobrandstoffen........................................................................................................... 16 3.4 Scheidingstechnologie....................................................................................................................... 18 3.5 Katalyse............................................................................................................................................. 20 3.6 Specialisatie van de verschillende landen......................................................................................... 25

4 Nederland en Canada vergeleken ......................................................................................................... 27 4.1 Procesvernieuwing in de chemie in Nederland en Canada............................................................... 27 4.2 Overzicht ........................................................................................................................................... 31 4.3 Bedrijven en kennisinstellingen ......................................................................................................... 31

5 Conclusies............................................................................................................................................... 34 5.1 Technologiegebieden ........................................................................................................................ 34 5.2 Beleidsvragen.................................................................................................................................... 35 5.3 Nederland en Canada ....................................................................................................................... 36

Bijlage 1 Geraadpleegde literatuur......................................................................................................... 37 Bijlage 2 Begrippen en methoden .......................................................................................................... 38 Bijlage 3 Classificatiecodes.................................................................................................................... 41 Bijlage 4 Onnauwkeurigheden in de resultaten .................................................................................... 42 Bijlage 5 Gebruikte landcodes................................................................................................................ 43 Bijlage 6 Gebruikte afkortingen.............................................................................................................. 44

Page 6: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

6

Page 7: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

7

1 Inleiding Dit rapport geeft antwoord op de vraag "Wat is de octrooipositie van Nederland met betrekking tot Duurzame Innovaties op het gebied van de procesvernieuwing in de chemie?" . Deze vraag is door het directoraat generaal Ondernemen en Innovatie (dg O&I) van het Ministerie van Economische Zaken (EZ) aan het Octrooicentrum Nederland gesteld. In verband met bilateraal overleg tussen Nederland en Canada is in het onderzoek ook aandacht besteed aan een vergelijking van de octrooiposities van Nederland en Canada. Sterke en minder sterke (deel)gebieden worden geïdentificeerd evenals bedrijven die actief zijn op de onderzochte terreinen.

1.1 Beleidsvragen Het onderzoek beantwoordt de volgende twee beleidsvragen: 1. Wat is de octrooipositie van Nederlandse bedrijven op het vlak van duurzame procesvernieuwing in de

chemie? 2. Wat is de octrooipositie van Nederlandse bedrijven (op het vlak van duurzame procesvernieuwing in de

chemie) ten opzichte van het buitenland en in het bijzonder Canada? In het onderzoek is aan de volgende min of meer afgeleide vragen ook aandacht besteed: a. Is het mogelijk om aan de hand van de octrooiliteratuur de ontwikkeling van nieuwe materialen te

identificeren? b. Kunnen (potentiële) exportkansen voor Nederland worden bepaald aan de hand van de octrooiliteratuur?

1.2 Afbakening Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd :

“Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen.”

Enkele kenmerken van duurzame innovatie zijn: • laag materiaal- en energieverbruik tijdens de productie; • laag energieverbruik tijdens het gebruik van een (eind-)product; • verlenging van de levensduur van een (eind-)product; • geringe verspreiding/uitstoot van toxische stoffen; • vermindering van afvalproducten (materiaal, warmte, CO2, ...); • intensivering van hergebruik van de grondstoffen. Duurzame innovatie is een breed onderwerp dat zich uitstrekt over alle industriele sectoren, waaronder chemie, energie, landbouw en bouw. In onderhavig onderzoek beperken we ons tot deelgebieden van de chemie waarin van een duurzame productiewijze sprake is, namelijk: witte biotechnologie, groene biotechnologie, de productie van biobrandstoffen, scheidingstechnologie met behulp van biotechnologie en katalyse. De nadruk ligt op biotechnologische processen omdat biologische processen van nature zuinig zijn met energie en grondstoffen. Biobrandstoffen zijn technisch gezien niet van traditioneel geproduceerde brandstoffen te onderscheiden, maar de productiewijze van deze stoffen is duurzaam (biologisch). Dat geldt niet voor biodiesel dat daarom is ondergebracht bij het onderwerp (duurzame) energie, waarover in een later stadium zal worden gerapporteerd. Bij de selectie van octrooiaanvragen in het technologiegebied scheidingstechnologie is in dit onderzoek de voorwaarde ingebouwd dat er daarbij van biotechnologische methodes gebruik gemaakt wordt. De duurzaamheid is daardoor gegarandeerd. Katalyse is een duurzame methode in de zin van hergebruik van grondstoffen en lage materiaal- en energie-intensiteit. Ontwikkelingen in de genoemde deelgebieden kunnen samengevat worden als 'duurzame procesvernieuwing in de chemie'.

Page 8: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

8

1.3 Deelgebieden1 van Procesvernieuwing in de chemie

Witte biotechnologie Biotechnologie gebruikt levende organismen (of delen daarvan) om producten te maken of te verbeteren. De term witte biotechnologie verwijst naar de industriele productie van chemische verbindingen waarbij biologische processen worden gebruikt. Deze processen breken de grondstoffen met behulp van micro-organismen of enzymen af om ze vervolgens om te zetten in halffabrikaten. Op hun beurt kunnen de halffabrikaten gebruikt worden voor de productie van geneesmiddelen (rode biotechnologie) of voor de veredeling van landbouwgewassen (groene biotechnologie). Biomassa uit de landbouw doet weer dienst als grondstof voor de witte biotechnologie.

Groene biotechnologie Groene biotechnologie is biotechnologie met toepassingen in de landbouw en voedingsmiddelenindustrie. Via veredeling worden landbouwgewassen aangepast aan eisen die vanuit de verwerking worden gesteld. Ook worden gewassen ontwikkeld die rechtstreeks chemicaliën produceren.

Productie van biobrandstoffen Biobrandstoffen worden vervaardigd met behulp van biologische processen. Naast de algemene voordelen daarvan (laag energie- en grondstoffengebruik) zijn het gebruik van niet-fossiele grondstoffen en biologisch afbreekbare enzymen extra milieuvoordelen. Het basismateriaal voor biobrandstoffen bestaat meestal uit organische materialen zoals afval uit landbouw, bosbouw en de voedselindustrie en de conversie vindt plaats naar methaan, (bio)ethanol en waterstof. Biodiesel wordt geproduceerd via een chemische omzetting van plantaardige olien die niet als duurzaam kan worden gekwalificeerd. Het duurzame aspect van biodiesel is gelegen in de aard van de grondstoffen (plantaardig) en in de geringere uitstoot van toxische stoffen bij gebruik. Biodiesel is daarom ondergebracht bij het onderwerp (duurzame) energie waarover elders wordt gerapporteerd.

Scheidingstechnologie Scheidingstechnologie speelt een belangrijke rol in vrijwel alle chemische productieprocessen. Het heeft een zeer belangrijke invloed op het totale industriële energiegebruik, de productiekosten en de belasting van het milieu2. Scheidingstechnologie (met gebruikmaking van biotechnologie) wordt onder andere toegepast in de milieubiotechnologie, waarin afvalstromen (water, bodem en lucht) worden gereinigd. Scheidingstechnologie in de biofarmacie is ondergebracht bij de rode biotechnologie en valt buiten het kader van dit onderzoek.

Katalyse Katalyse is één van de sleutelfactoren in het economisch presteren van de (chemische) industrie3. Het is de technologie waarbij processen worden versneld of vertraagd met behulp van stoffen (katalysatoren) die in die processen zelf niet verloren gaan of die weer kunnen worden teruggewonnen. Dit past dus uitstekend in de definitie van duurzaamheid. Katalyse wordt onderverdeeld in anorganische katalyse en biologische katalyse (biokatalyse). In anorganische katalyse zijn materialen zoals metalen (bijv. platina) de katalysator, in biokatalyse spelen enzymen die rol. Enzymen worden ook gebruikt om bijvoorbeeld een betere smaak, een hogere opbrengst of een lager vetgehalte in de eindproducten te verkrijgen. De farmaceutische industrie, de textielsector en de papierindustrie maken uitgebreid gebruik van enzymen. De bekendste enzymen zijn die welke in was- en schoonmaakmiddelen worden gebruikt. Ook de voedingsmiddelen- en drankindustrie maakt gebruik van enzymen, zoals bij de productie van kaas, bier en wijn.

1.4 Structuur van dit rapport Hoofdstuk twee licht enkele onderwerpen over de onderzoeksmethode toe. Hoofdstuk drie bevat de resultaten van het onderzoek voor de verschillende technologische deelgebieden. Hoofdstuk vier maakt een vergelijking tussen Nederland en Canada voor wat betreft de octrooiposities in de betreffende technologische deelgebieden. Hoofdstuk vijf bevat de conclusies.

1 “Compendium of Patent Statistics 2004”, OECD, Paris, 2004. 2 Definitie uit het “Kennisdossier over Scheidingstechnologie” van SenterNovem 3 Uit: “Catalysis, key to sustainability” van het Ministerie van Economische Zaken

Page 9: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

9

2 Methode

2.1 Methoden en technieken Bijzonderheden van octrooien en van de gebruikte methoden en technieken zijn in een afzonderlijk rapport opgenomen ("Duurzame Innovaties, Introductie"). Een uitreksel daaruit bevindt zich in bijlage 2. Een lijst met gebruikte landcodes is opgenomen in bijlage 5, bijlage 6 bevat een lijst met gebruikte afkortingen.

2.2 Brongegevens Voor het verzamelen van de gegevens zijn de octrooidatabanken Epodoc en Eureg van het EOB en de World Patents Index (WPI) van Thomson Scientific gebruikt. Octrooiaanvragen zijn geselecteerd op technologiegebied, op aanvraagroute (WO, EP, US, JP), op oorspronkelijke datum van indiening en op nationaliteit van de aanvrager(s). De periode van onderzoek begint in 1990 en eindigt in 2002. Wegens geheimhoudingstermijnen (zie bijlage 2) zijn gegevens van na die tijd nog onvolledig. In dit onderzoek zijn de volgende publicaties gebruikt: 1. WO - de octrooiaanvragen die bij de World Intellectual Property Organisation (WIPO) zijn ingediend en

die tot octrooien in praktisch alle landen van de wereld kunnen leiden; 2. EP - de octrooiaanvragen die bij het Europese Octrooibureau (EOB) zijn ingediend en die tot octrooien in

31 landen in Europa kunnen leiden; 3. US - de octrooien die door het Amerikaanse octrooibureau (USPTO) zijn verleend, en die alleen

geldigheid in de Verenigde Staten hebben; 4. JP - de octrooiaanvragen die bij het Japanse octrooibureau zijn ingediend en tot die octrooi in Japan

kunnen leiden. Tenzij anders vermeld zijn de gevonden aantallen WO- en EP-aanvragen in dit verslag gesommeerd. Deze som wordt weergegeven als (aantal) WO+EP-aanvragen en is gecorrigeerd voor dubbeltellingen4. Voor US- en JP-aanvragen bestaat de mogelijkheid van correctie voor dubbeltellingen niet. De verzamelingen US- en JP-aanvragen hebben daarom overlap met de verzameling WO+EP-aanvragen en met elkaar. In dit onderzoek zijn aantallen octrooiaanvragen van aanvragers uit de VS, Canada, Japan, China, Korea, Australië, Zwitserland en de landen van de EU15 verzameld. Deze selectie vormt een doorsnede van de wereldeconomie en schetst een beeld van de (economische) omgeving van Nederland. Figuur 1 bevat de verdeling naar herkomst van alle WO+EP-octrooiaanvragen in de periode van onderzoek. Deze figuur dient als algemene referentie. Nederland neemt met een aandeel van 3,5% van alle WO+EP-aanvragen een zesde positie in. De EU-15 is met een gezamenlijk aandeel van 45,6% als geheel de grootste partij.

US 35,1%

DE 18,1%

JP 16,6%

FI 1,2%

AU 1,2%

BE 1,0%

AT 1,0%

KR 1,0%

DK 0,8%

ES 0,6%

CN 0,4%

IE 0,2%

LU 0,1%

CA 1,6%

SE 2,6%

IT 3,1%CH 3,2%NL 3,5%

Overig 10,4%

GB 6,1%FR 7,1%

GR 0,1%

PT 0,0%

Rest 2,6%

Figuur 1 Nationaliteit van octrooiaanvragers5 (WO+EP)

4 Van sommige uitvindingen bestaan twee of meer van de vier soorten onderzochte publicaties (WO-, EP-, JP-aanvragen en US-octrooien). Zonder correctie komen deze uitvindingen meerdere malen in de tellingen voor (zie bijlage 2). 5 KR = Korea, CN = China : voor gebruikte landencodes zie Bijlage 5.

Page 10: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

10

3 Procesvernieuwing in de chemie Procesvernieuwing richt zich op verbetering van industriële processen of processtappen. Er worden vijf deelgebieden behandeld, zoals reeds is vermeld in paragraaf 1.3. Voor de selectie van octrooidocumenten uit de deelgebieden zijn codes uit de International Patent Classification (IPC-codes) en de nauw verwante ECLA-classificatie van het EOB gebruikt. De gebruikte classificatie codes zijn vermeld in bijlage 3. De scheidslijn tussen de verschillende gebieden is niet altijd even scherp waardoor er een overlap in de resultaten ontstaat. Hoewel voor deze overlap zoveel mogelijk is gecorrigeerd mogen de resultaten in de verschillende technologiegebieden niet zonder meer bij elkaar worden geteld. Onderstaande tabel geeft de totale aantallen aanvragen in de verschillende beschermingsgebieden en technologiegebieden over de onderzoeksperiode weer.

Witte bio-technologie

Groene bio-technologie

Biobrand-stoffen

Scheidings technologie Katalyse

Anorganische katalyse Biokatalyse

WO+EP 15.366 1.107 297 854 9.707 7.031

US 11.973 2.138 149 694 8.927 5.791

JP 26.266 1.334 1.091 1.684 33.376 8.477

Tabel 1 Aantallen octrooiaanvragen in de procesvernieuwing in de chemie (1990 – 2002)

Uit tabel 1 blijkt dat het aantal octrooiaanvragen in de witte biotechnologie en in katalyse veel groter is dan in de overige drie gebieden. Het gebied biobrandstof is zeer klein. Aantallen aanvragen in Japan zijn veel groter dan in de overige regio's. Dit heeft te maken met de Japanse octrooiwetgeving, één WO-aanvraag resulteert bijvoorbeeld vaak in meerdere aanvragen in Japan.

3.1 Witte biotechnologie Het aantal octrooiaanvragen op het gebied van de witte biotechnologie groeit minder snel dan de totale aantallen aanvragen. Het aandeel van de witte biotechnologie in het totaal daalt. De helft van de aanvragen op het gebied van witte biotechnologie is afkomstig van Amerikaanse aanvragers. Nederland staat met 3,7% op een zesde plaats. DSM/Gist-Brocades is in grootte de tweede aanvrager met 280 aanvragen in de onderzochte periode. De volgende paragrafen onderbouwen deze conclusies.

Page 11: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

11

Aandeel van witte biotechnologie in het totaal Figuur 2 toont het percentage van de aanvragen in de witte biotechnologie in het totale aantal WO+EP-octrooiaanvragen, bij het Japanse octrooibureau en in het aantal verleningen in de Verenigde Staten.

0,0%

1,0%

2,0%

1990 1995 2000

Aan

deel

US JP WO+EP

Figuur 2 Aantallen octrooiaanvragen in de witte biotechnologie als percentage van het totaal aantal aanvragen

Uit bovenstaande figuur blijkt dat het aandeel van de witte biotechnologie in het totaal aantal WO+EP-aanvragen in de onderzoeksperiode is gedaald, vanaf 1994 is er een stabilisatie en schommelt het percentueel aandeel rond de 1%. De aandelen in de JP-aanvragen en US-verleningen dalen vanaf 2000 resp. 1997.

Groei in aantallen aanvragen witte biotechnologie De ontwikkeling van het aantal octrooiaanvragen op het gebied van de witte biotechnologie is in figuur 3 weergegeven in relatie tot het totaal aantal WO+EP-aanvragen. In 2001 is het aantal aanvragen 60% hoger dan in 1990. De groei van de witte biotechnologie blijft daarmee achter bij de groei van het totaal aantal octrooiaanvragen. Het totaal aantal octrooiaanvragen vertoonde in dezelfde periode een stijging met ongeveer 110%.

0

100

200

300

1990 1995 2000

Inde

x (1

990=

100)

Witte biotech Totaal WO+EP-aanvragen

Figuur 3 Ontwikkeling aantallen octrooiaanvragen in de witte biotechnologie.

Page 12: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

12

Belangrijke landen in de witte biotechnologie In figuur 4 is het aandeel van verschillende landen in de witte biotechnologie in de tijd weergegeven.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

Aan

deel

1990 1995 2000

Jaar

KR CA NL DE JP EU15 US

Figuur 4 Aandelen van landen6 in octrooiaanvragen witte biotechnologie

De Verenigde Staten zijn verreweg de grootste partij in de witte biotechnologie met een aandeel van ongeveer 50%. Dit aandeel is in de onderzoeksperiode gestegen, onder andere ten koste van dat van de EU15. Korea is opkomend maar nog tamelijk klein. Het Nederlandse aandeel is vrij constant en lijkt toe te nemen. Tabel 2 geeft de over de onderzoeksperiode gemiddelde aandelen van de onderzochte landen in de witte biotechnologie weer. Nederland staat op een zesde plaats met 3,7%, wat iets groter is dan het aandeel van Nederland in de totale aantallen aanvragen (3,5%, zie figuur 1).

Landcode Aandeel Landcode Aandeel Landcode Aandeel Landcode AandeelUS 50,0% CH 3,2% SE 0,9% IE 0,1%JP 19,6% DK 1,9% ES 0,9% GR 0,1%DE 10,5% CA 1,8% BE 0,8% PT 0,1%GB 5,5% IT 1,4% AT 0,7% LU 0,1%FR 4,1% KR 1,1% FI 0,7% Rest 1,9%NL 3,7% AU 0,9% CN 0,4%

Tabel 2 Aandeel van verschillende landen7 in WO+EP-aanvragen in de witte biotechnologie (1990 – 2002)

6 Landencodes zijn vermeld in bijlage 5.

Page 13: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

13

Belangrijkste aanvragers in de witte biotechnologie Binnen het gedefinieerde tijd- en technologievenster zijn 245 ondernemingen en kennisinstellingen met meer dan 10 octrooiaanvragen gevonden. De grootste (met 100 of meer aanvragen) zijn in Tabel 3 opgenomen.

# Onderneming Landcode Aanvragen # Onderneming Landcode Aanvragen

1 Degussa AG DE 300 10 Isis Innovation Ltd GB 1482 DSM / Gist-Brocades NL 280 11 US Dept of Health US 1293 Ajinomoto JP 228 12 Aventis Pharma GmbH DE 1204 Smithkline Beecham Corp US 217 13 Dupont US 1195 Kyowa Hakko Kogyo KK JP 212 14 Bristol-Myers Squibb Co US 1025 Novo Nordisk AS DK 212 14 Genencor Int Inc US 1026 Merck & Co Inc DE 2087 Takeda Chem Ind Ltd JP 207 # Kennisinstelling Landcode Aanvragen

8 Basf AG DE 195 1 Univ California US 2109 Hoffmann La Roche CH 174 2 Human Genome Sci Inc US 178

Tabel 3 Belangrijkste aanvragers witte biotechnologie

DSM/Gist-Brocades staat met 280 aanvragen op de tweede plaats. Andere Nederlandse bedrijven die in de top-245 voorkomen zijn Unilever (58 aanvragen), Akzo Nobel (34 aanvragen) en Syngenta Mogen (13 aanvragen). Er staan geen Nederlandse kennisinstellingen in de top-245. Voor de meeste andere landen is dat wel het geval en met name bij de Verenigde Staten. De Universiteit van Californië staat in de top-10.

3.2 Groene biotechnologie Het aantal WO+EP-octrooiaanvragen in het technologiegebied groene biotechnologie blijft wat achter vergeleken met de ontwikkeling van het totale aantal octrooiaanvragen. In de Verenigde Staten is een stijging waar te nemen. Nederland staat met 6,7% van de aanvragen op een derde plaats na de Verenigde Staten (53,9%) en Japan (8,8%).

Aandeel van groene biotechnologie in het totaal De volgende figuur geeft de aantallen octrooiaanvragen weer binnen het technologiegebied groene biotechnologie als percentage van het totaal aantal octrooiaanvragen of verleningen (US). Het gaat om de aanvragen die zijn ingediend bij de WIPO en het EOB, het Japanse octrooibureau en de verleningen in de Verenigde Staten.

0,0%

0,1%

0,2%

0,3%

1990 1995 2000

Aan

deel

US JP WO+EP

Figuur 5 Aantallen octrooiaanvragen in de groene biotechnologie als percentage van het totaal

Het aantal WO+EP-aanvragen is in 2002 ongeveer gehalveerd ten opzichte van 1990 en het aandeel van de groene biotechnologie in US-verleningen is in dezelfde periode ongeveer verdubbeld.

Page 14: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

14

Groei in aantallen aanvragen groene biotechnologie Figuur 6 vergelijkt de ontwikkeling van het aantal aanvragen op het gebied van de groene biotechnologie met de ontwikkeling van het totaal aantal aanvragen. Uit de figuur blijkt dat de aantallen aanvragen voor groene biotechnologie achter blijven bij de algemene trend, vooral vanaf 1999. Het geringe aantal aanvragen (gemiddeld 85 WO-aanvragen per jaar: zie tabel 1, p9) laat echter geen harde conclusies toe.

0

100

200

300

1990 1995 2000

Inde

x (1

990=

100)

Groene biotech Totaal WO+EP-aanvragen

Figuur 6 Ontwikkeling van aantallen octrooiaanvragen in de groene biotechnologie.

Belangrijke landen in de groene biotechnologie Het aandeel van de verschillende landen in de aanvragen op het gebied van groene biotechnologie is weergegeven in figuur 7.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

Aan

deel

1990 1995 2000

Jaar

CA FR DE NL JP EU15 US

Figuur 7 Relatieve aandelen van landen7 in groene biotechnologie

Aanvragers uit de Verenigde Staten hebben gemiddeld een aandeel van bijna 54% in de aanvragen groene biotechnologie. Rond 1994 neemt het aandeel van de Verenigde Staten aanzienlijk toe, deels ten koste van dat van de EU15. Het aandeel van de EU15 stijgt weer vanaf 1995. Het Nederlandse aandeel ligt nu aanzienlijk lager dan in de jaren aan het begin van de onderzoeksperiode.

Page 15: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

15

Tabel 4 bevat de over de onderzoeksperiode gemiddelde aandelen van de onderzochte landen in de groene biotechnologie. Nederland bezet na de Verenigde Staten en Japan een derde plaats en is de grootste Europese speler.

Landcode Aandeel Landcode Aandeel Landcode Aandeel Landcode AandeelUS 53,9% FR 4,7% ES 1,1% IE 0,3%JP 8,8% CH 4,4% DK 0,9% GR 0,1%NL 6,7% CA 3,5% CN 0,9% PT 0,1%DE 6,1% BE 2,9% FI 0,7% LU 0,0%GB 6,0% AT 1,6% IT 0,3% Rest 5,1%AU 4,8% KR 1,4% SE 0,3%

Tabel 4 Aandeel onderzochte landen in de groene biotechnologie (1990 – 2002)

Belangrijkste aanvragers in de groene biotechnologie Er zijn 19 ondernemingen en acht kennisinstellingen met tien of meer octrooiaanvragen gevonden (Tabel 5). Syngenta Mogen BV, de Nederlandse tak van de agro-multinational Syngenta, staat met 27 aanvragen op de vierde plaats, terwijl Cropdesign NV met twaalf aanvragen op een gedeelde 15e plaats staat. Opvallend zijn het grote aantal en de posities van Amerikaanse onderzoeksinstellingen.

# Onderneming Landcode Aanvragen # Onderneming Landcode Aanvragen

1 Pioneer Hi-Bred Int/Inc US 55 15 Cropdesign NV NL 122 Monsanto Technology Llc US 31 15 Zeneca Ltd GB 12

3 Dupont US 30 16 Mendel Biotechnology Inc US 114 Syngenta Mogen BV NL 27 16 Yeda Res & Dev Co Ltd IL 11

5 US Sec of Agric US 256 Japan Tobacco Inc JP 23

7 Commonwealth Sci & Ind AU 21 # Kennisinstelling Landcode Aanvragen

8 Weyerhaeuser Co US 20 1 Univ California US 42

9 Agrinomics Llc US 18 2 Cornell Res Found Inc US 2310 Plantronics Inc US 17 3 Univ Rutgers State New Jersey US 16

11 Novartis AG CH 16 4 Nat Inst Agrobiological Sci JP 1212 Aventis Pharma GmbH DE 15 5 DNA Plant Technology US 1013 Bayer Cropscience AG DE 14 5 Gen Hospital Corp US 10

14 Basf AG DE 13 5 Univ Washington US 1014 Seminis Vegetable Seeds US 13 5 Wisconsin Alumni Res Found US 10

Tabel 5 Belangrijkste aanvragers op het gebied van de groene biotechnologie

Page 16: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

16

3.3 Productie van biobrandstoffen

Aandeel van biobrandstoffen in het totaal Het percentuele aantal octrooiaanvragen op het gebied van de productie van biobrandstoffen als deel van het totale aantal aanvragen, is in figuur 8 weergegeven bij de grote octrooiverlenende instanties (WO+EP, US en JP).

0,00%

0,02%

0,04%

0,06%

1990 1995 2000

Aan

deel

US JP WO+EP

Figuur 8 Aantallen octrooiaanvragen in de productie van biobrandstoffen als percentage van het totaal.

De octrooiaanvragen in het technologiegebied van de productie van biobrandstoffen vormen ongeveer 0,02% van het totaal aantal WO+EP-aanvragen. Het technologiegebied is daarmee in termen van octrooiaanvragen zeer klein. Het aandeel van octrooien op dit technologiegebied in het totaal aantal octrooien in de Verenigde Staten daalt. In de aantallen Japanse aanvragen is vanaf 1997 een forse stijging waar te nemen. De aantallen aanvragen en verleningen zijn echter te gering om betrouwbare conclusies aan te verbinden (gemiddeld 24 WO-aanvragen per jaar: zie tabel 1, p9).

Groei in aantallen aanvragen op het gebied van biobrandstoffen Figuur 9 toont de ontwikkeling van de aantallen WO+EP-octrooiaanvragen op het gebied van de productie van biobrandstoffen naast die van het totale aantal octrooien. Het aantal aanvragen op het gebied van de productie van biobrandstoffen is harder gegroeid dan het totaal aantal aanvragen en is in de onderzoeksperiode met een factor 4 toegenomen. Gezien de geringe aantallen aanvragen zijn de conclusies echter voorzichtig.

0

100

200

300

400

500

1990 1995 2000

Inde

x (1

990=

100)

Biobrandstof Totaal WO+EP-aanvragen

Figuur 9 Ontwikkeling van aantallen octrooiaanvragen op het gebied van de productie van biobrandstoffen.

Page 17: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

17

Belangrijke landen op het gebied van biobrandstoffen Figuur 10 laat de procentuele aandelen van verschillende landen in aanvragen op het gebied van de productie van biobrandstoffen in de tijd zien.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

Aan

deel

1990 1995 2000

Jaar

NL CA DK FR JP DE US EU15

Figuur 10 Aandelen van landen in WO+EP-aanvragen in de productie van biobrandstoffen

De Verenigde Staten spelen in het technologiegebeid van de (productie van) biobrandstof een kleinere rol dan op grond van hun algemeen aandeel in octrooiaanvragen (35,1%, zie figuur 1) kan worden verwacht. De EU15 neemt meer dan de helft van de octrooiaanvragen voor haar rekening en is daarmee de grootste partij. Japan vertoont groei vanaf 1999. In Tabel 6 zijn de over de onderzoeksperiode gemiddelde aandelen in aanvragen in de productie van biobrandstof van de onderzochte landen opgenomen. Nederland staat op een zevende plaats maar is op grond van haar aandeel van 5,4% in dit technologiegebied sterker vertegenwoordigd dan in het algemeen (zie figuur 1). Zwitserland en de Scandinavische landen hebben eveneens een relatief groot aandeel.

Landcode Aandeel Landcode Aandeel Landcode Aandeel Landcode AandeelUS 30,7% NL 5,4% GR 1,8% PT 0,3%DE 14,6% FI 4,8% ES 1,2% CN 0,2%JP 9,2% CH 4,5% AT 0,9% KR 0,0%FR 7,9% SE 3,6% BE 0,7% LU 0,0%GB 5,7% CA 2,0% IE 0,7% Rest 6,7%

DK 5,6% IT 1,9% AU 0,5% Tabel 6 Aandeel onderzochte landen op het gebied van de biobrandstoffen (1990 – 2002)

Belangrijkste aanvragers op het gebied van de productie van biobrandstoffen Binnen het gedefinieerde tijd- en technologievenster zijn 41 instellingen gevonden met twee of meer octrooiaanvragen waarvan één onderneming en twee kennisinstellingen met meer dan tien aanvragen. Twee daarvan komen uit de Verenigde Staten en één uit Denemarken. De Nederlandse bedrijven DSM/Gist-Brocades (met vier aanvragen) en Paques (met twee aanvragen) bevinden zich respectievelijk op de zevende en een gedeelde negende plaats.

# Onderneming Landcode Aanvragen # Kennisinstelling Landcode Aanvragen

1 Novo Nordisk AS DK 15 1 Midwest Res Inst US 13

2 Univ Florida US 11 Tabel 7 Belangrijkste aanvragers op het gebied van biobrandstoffen

Page 18: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

18

3.4 Scheidingstechnologie

Aandeel van scheidingstechnologie in het totaal In figuur 11 zijn de aantallen aanvragen binnen het technologiegebied scheidingstechnologie (met behulp van biotechnologie) uitgezet als deel van de totale aantallen WO+EP-, JP-aanvragen en US-verleningen. Over de gehele onderzoeksperiode is het aandeel van scheidingstechnologie in Japanse aanvragen gestegen en voor de overige beschermingsgebieden gedaald. In WO+EP aanvragen lijkt in 1997 een kentering te zijn opgetreden.

0,00%

0,05%

0,10%

1990 1995 2000

Aan

deel

US JP WO+EP

Figuur 11 Aantallen octrooiaanvragen in de scheidingstechnologie als percentage van het totaal.

Groei in aantallen octrooiaanvragen scheidingstechnologie Figuur 12 vergelijkt de ontwikkeling van aantallen aanvragen op het gebied van scheidingstechnologie (m.b.v. biotechnologie) met de ontwikkeling van het totaal aantal octrooiaanvragen. Scheidingstechnologie blijft van 1992 tot 1997 achter bij de algemene trend en groeit vanaf 1997 iets harder.

0

100

200

300

1990 1995 2000

Inde

x (1

990=

100)

Scheidingstechnologie Totaal WO+EP-aanvragen

Figuur 12 Ontwikkeling van aantallen octrooiaanvragen in de scheidingstechnologie.

Page 19: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

19

Belangrijke landen in de scheidingstechnologie In figuur 13 is het aandeel van een aantal landen in de jaarlijkse aanvragen scheidingstechnologie als percentage weergegeven.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

Aan

dee

l

1990 1995 2000

Jaar

CA SE NL GB JP DE EU15 US

Figuur 13 Trends in aandeel aanvragen in scheidingstechnologie (WO+EP)

Het lijkt alsof de Verenigde Staten hun aandeel van 50% verder vergroten ten koste van de EU15 en Japan. Nederland heeft een vrij constant en relatief groot aandeel dat vanaf 2000 groeit (tot 8% in 2002). Tabel 8 bevat de over de onderzoeksperiode gemiddelde aandelen van de onderzochte landen in aanvragen scheidingstechnologie. Nederland komt met 5,1% op een vijfde plaats.

Landcode Aandeel Landcode Aandeel Landcode Aandeel Landcode AandeelUS 50,1% AU 3,1% AT 0,9% CN 0,2%DE 17,1% DK 2,5% FI 0,6% GR 0,1%JP 7,9% CH 2,4% IT 0,6% LU 0,0%GB 5,2% SE 2,3% ES 0,2% IE 0,0%NL 5,1% CA 1,8% KR 0,2% Rest 2,6%FR 3,8% BE 1,0% PT 0,2%

Tabel 8 Aandeel onderzochte landen in de scheidingstechnologie (1990 – 2002)

Page 20: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

20

Belangrijkste aanvragers in de scheidingstechnologie Er zijn 27 instellingen met 10 octrooiaanvragen of meer gevonden. Deze zijn opgenomen in Tabel 9. Tussen de 23 ondernemingen en vier kennisinstellingen bevinden zich twee Nederlands bedrijven: Paques BV met 16 aanvragen op de zevende plaats en DSM met tien aanvragen op een gedeelde 13e positie.

# Onderneming Landcode Aanvragen # Onderneming Landcode Aanvragen

1 Transgenomic Inc US 23 11 Basf AG DE 12

2 Hoffmann La Roche CH 22 11 PE Corp US 122 Merck Patent / Sharp & Dohme DE 22 12 Canon KK JP 112 Millipore Corp US 22 12 Qiagen GmbH DE 113 Amersham Biosciences AB SE 21 12 Sartorius AG DE 11

4 Becton Dickinson & Co US 19 13 DSM NL 105 Johnson & Johnson US 18 13 Evotec AG DE 106 Baxter Int Inc US 17 13 Prometic Biosciences Inc US 107 Paques BV NL 16

8 Aventis Pharma GmbH DE 158 Bayer AG DE 15 # Kennisinstelling Landcode Aanvragen

9 Biomerieux SA FR 14 1 Cent Nat Rech Sci FR 1710 Biosepra Inc US 13 2 Fraunhofer Ges Förderung DE 1610 Boehringer Mannheim GmbH DE 13 3 Univ Texas A & M System US 14

10 Pall Corp US 13 4 Univ California US 11 Tabel 9 Belangrijkste aanvragers in de scheidingstechnologie

3.5 Katalyse Katalyse is onderverdeeld in de deelgebieden anorganische katalyse en biokatalyse. De groei van het aantal octrooiaanvragen op het gebied van de anorganische katalyse blijft vanaf 1999 achter bij de algemene trend van octrooiaanvragen. De aanvragen komen voor 35,5% op rekening van Amerikaanse aanvragers. Japan en de Bondsrepubliek Duitsland zijn nagenoeg even groot met 20,5% respectievelijk 20%. Nederland staat met bijna 5,8% op een vijfde plaats. De belangrijkste Nederlandse bedrijven op dit gebied zijn Shell en Akzo Nobel. De groei van aantallen aanvragen op het gebied van de biokatalyse blijft in Japan en de Verenigde Staten duidelijk achter bij de algemene groei van octrooiaanvragen. In aantallen WO+EP-aanvragen is sprake van een stabilisatie en wordt de algemene groei gevolgd. Bij de biokatalyse zijn aanvragers uit de Verenigde Staten goed voor 47,3% van de aanvragen en die uit Japan voor 19,9%. Nederland staat met 4,7% op een vijfde plaats. Nederlandse bedrijven in de top-25 zijn DSM en Syngenta Mogen BV.

Page 21: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

21

Anorganische katalyse

Aandeel van anorganische katalyse in het totaal In figuur 14 zijn de aantallen aanvragen binnen het technologiegebied anorganische katalyse uitgezet als aandeel van de totale aantallen WO+EP- en JP-aanvragen en US-verleningen.

0,0%

0,5%

1,0%

1990 1995 2000

Aan

deel

US JP WO+EP

Figuur 14 Aantallen octrooiaanvragen in de anorganische katalyse als percentage van het totaal.

Uit de figuur blijkt een dalende tendens voor het aandeel dat anorganische katalyse in het totaal aantal aanvragen heeft. De daling is het minst bij de WO+EP-aanvragen, in het bijzonder vanaf 2000.

Groei in aantallen aanvragen anorganische katalyse Figuur 15 vergelijkt de ontwikkeling van aantallen aanvragen anorganische katalyse met de ontwikkeling van het totaal aantal aanvragen.

0

100

200

300

1990 1995 2000

Inde

x (1

990=

100)

Anorganische katalyse Totaal WO+EP-aanvragen

Figuur 15 Ontwikkeling van aantallen octrooiaanvragen in anorganische katalyse.

Te zien is dat anorganische katalyse met 70% is gegroeid in de onderzoeksperiode en vanaf 1996 licht achterblijft ten opzichte van de algemene groei. De laatste jaren is er nauwelijks groei.

Page 22: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

22

Belangrijke landen in de anorganische katalyse De procentuele aandelen van verschillende landen in aanvragen anorganische katalyse in de onderzoeksperiode zijn in figuur 16 uitgezet.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

Aan

deel

1990 1995 2000

Jaar

CN CA NL FR DE JP US EU15

Figuur 16 Trends in aandeel aanvragen in anorganische katalyse (WO+EP)

De EU15 is in dit technologiegebied de grootste partij en haar aandeel vertoont de laatste jaren een dalende tendens. Deze tendens is terug te vinden in het dalende aandeel van Duitsland. Japan groeit en is Duitsland in 1999 voorbij gestreefd. Nederland speelt een prominente rol met een stabiel aandeel van rond de 6%. In Tabel 10 zijn de over de onderzoeksperiode gemiddelde aandelen van de onderzochte landen in anorganische katalyse opgenomen.

Landcode Aandeel Landcode Aandeel Landcode Aandeel Landcode AandeelUS 35,4% IT 2,7% CN 0,8% IE 0,1%JP 20,4% BE 1,6% DK 0,6% GR 0,1%DE 19,9% CH 1,3% KR 0,6% LU 0,1%FR 8,2% CA 1,0% SE 0,5% PT 0,0%

NL 5,8% FI 0,9% AU 0,3% Rest 2,2%GB 4,7% ES 0,8% AT 0,3%

Tabel 10 Gemiddelde aandelen in anorganische katalyse (1990 – 2002) (WO+EP)

Frankrijk is prominent aanwezig in de anorganische katalyse. Nederland scoort gemiddeld een vijfde positie. China vertoont groei, maar speelt nog een bescheiden rol. Opmerkelijk is de kleine rol van de Scandinavische landen en in het bijzonder van Zweden dat doorgaans een positie inneemt die vergelijkbaar is met die van Nederland.

Belangrijkste aanvragers in de anorganische katalyse Binnen het gedefinieerde tijd- en technologievenster zijn 161 instellingen met meer dan 10 octrooiaanvragen gevonden waarvan de grootste aanvragers (met 50 of meer octrooiaanvragen) in Tabel 11 zijn opgenomen. Tussen deze 30 ondernemingen en vier kennisinstellingen bevinden zich twee Nederlandse bedrijven: Shell (met 128 aanvragen op de zevende plaats) en Akzo Nobel (met 78 aanvragen op de 16e plaats). DSM staat met 34 aanvragen op de 58e plaats.

Page 23: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

23

# Onderneming Landcode Aanvragen # Onderneming Landcode Aanvragen

1 Basf AG DE 462 18 General Electric Co US 712 Exxonmobil US 287 19 Toyota Jidosha KK JP 693 Degussa AG DE 220 20 Showa Denko KK JP 684 Bayer Cropscience AG DE 196 21 Atofina Chem Inc US 665 NGK JP 141 22 Chevron Phillips Chem Co LP US 626 Rhodia Polyamide Intermediate FR 129 22 Rohm & Haas Co US 627 Shell NL 128 22 Univation Technologies Llc GB 628 Sumitomo Chem Co Ltd JP 125 23 Emitec DE 59

9 Dupont US 105 24 Haldor Topsoe AS DK 5510 Dow Global Technologies US 101 25 Phillips Petroleum Co US 5411 BP Chem Ltd GB 94 26 Dokuritsu Gyosei Hojin JP 5112 Nippon Shokubai Co Ltd JP 90 27 Eastman Chem Co US 5013 Conoco Inc US 8913 Engelhard Corp US 89 # Kennisinstelling Landcode Aanvragen

14 Basell Noth America Inc US 82 1 Inst Français du Pétrole FR 13515 Enitechnologie Spa IT 80 2 Japan Sci & Techn Corp / Kagaku JP 6616 Akzo Nobel NV NL 78 3 Consejo Superior Invest Cientificas ES 57

17 Johnson Matthey Plc GB 75 4 Cent Nat Rech Sci FR 52 Tabel 11 Belangrijkste aanvragers anorganische katalyse

Biokatalyse

Aandeel van biokatalyse in het totaal In figuur 17 zijn de aantallen aanvragen binnen het technologiegebied biokatalyse uitgezet als aandeel van de totale aantallen WO-, EP- en JP-aanvragen en US-verleningen.

0,0%

0,5%

1990 1995 2000

Aan

deel

US JP WO+EP

Figuur 17 Aantallen octrooiaanvragen in de biokatalyse als percentage van het totaal.

Uit deze figuur blijkt een dalende tendens voor het percentueel aandeel van aanvragen in het technologiegebied biokatalyse in de Verenigde Staten en in Japan. Bij de WO+EP-aanvragen schommelt het aandeel aanvragen biokatalyse rond de 0,5% van het totaal.

Page 24: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

24

Groei in aantallen aanvragen biokatalyse In figuur 18 worden de WO+EP-aanvragen biokatalyse vergeleken met de algemene trend in WO+EP-aanvragen.

0

100

200

300

1990 1995 2000

Inde

x (1

990=

100)

Biokatalyse Totaal WO+EP-aanvragen

Figuur 18 Ontwikkeling van aantallen octrooiaanvragen in de biokatalyse.

Het aantal aanvragen in het technologiegebied biokatalyse vertoont een groei die licht achter is gebleven, maar wel vergelijkbaar is met de algemene trend in WO+EP-aanvragen.

Belangrijke landen in de biokatalyse Figuur 19 laat het verloop van de procentuele aandelen van verschillende landen in aanvragen biokatalyse in de onderzoeksperiode zien.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

Aan

deel

1990 1995 2000

Jaar

CN CA NL FR DE JP EU15 US

Figuur 19 Trends in aandeel aanvragen in biokatalyse (WO+EP)

Voorgaande figuur maakt duidelijk dat de Verenigde Staten in dit technologiegebied de grootste partij zijn en dat het aandeel van de EU15 de laatste jaren enigszins daalt. Duitsland heeft rond 1999 een opleving gehad maar verliest de laatste jaren weer terrein. Nederland speelt ook hier een vooraanstaande rol met een aandeel dat vanaf 2000 lijkt toe te nemen. Opvallend is het relatief geringe aandeel van Frankrijk; Nederland is Frankrijk in de biokatalyse voorbijgestreefd.

Page 25: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

25

In Tabel 12 worden de over de onderzoeksperiode gemiddelde procentuele aandelen in de biokatalyse weergegeven voor de verschillende landen.

Landcode Aandeel Landcode Aandeel Landcode Aandeel Landcode AandeelUS 47,3% CH 3,3% KR 0,9% IE 0,2%JP 19,9% DK 2,9% FI 0,8% GR 0,1%DE 12,2% CA 1,8% AT 0,8% LU 0,0%GB 6,1% IT 1,4% BE 0,6% PT 0,0%NL 4,7% SE 1,1% AU 0,5% Rest 1,4%FR 3,8% ES 1,0% CN 0,3%

Tabel 12 Aandeel onderzochte landen in de biokatalyse in de periode 1990 t/m 2002 (WO+EP)

Belangrijkste aanvragers in de biokatalyse Binnen het gedefinieerde tijd- en technologievenster zijn 128 instellingen met meer dan 10 octrooiaanvragen gevonden waarvan de grootste aanvragers (met 25 of meer octrooiaanvragen) in Tabel 13 zijn opgenomen. Tussen de 25 ondernemingen en negen kennisinstellingen bevinden zich twee Nederlandse bedrijven: DSM (met 81 aanvragen op de zesde plaats), en Syngenta Mogen (met 32 aanvragen op een gedeelde 14e plaats). Unilever staat met 20 aanvragen op de 48e plaats, en TNO met 13 aanvragen op de 89e plaats. Bij de kennisinstellingen staat TNO op een gedeelde 25e plaats.

# Onderneming Landcode Aanvragen # Onderneming Landcode Aanvragen

1 Novo Nordisk AS DK 174 17 Kaneka Corp JP 292 Degussa AG DE 108 18 Genesis US 273 Ajinomoto KK JP 100 19 Henkel KGaA DE 264 Basf AG DE 92 19 Merck & Co Inc DE 265 Dupont US 85 20 Maxygen Aps DK 256 DSM NL 81 20 Pharmacia & Upjohn Co US 257 Hoffmann La Roche CH 79 20 Riken KK JP 258 Aventis Pharma GmbH DE 679 Genencor Int Inc US 65 # Kennisinstelling Landcode Aanvragen

10 Bayer AG DE 53 1 Univ California US 4611 Corixa Corp US 44 2 Japan Sci & Techn Corp / Kagaku JP 4312 Millennium Pharm Inc US 36 3 Cent Nat Rech Sci FR 4213 Kyowa Hakko Kogyo KK JP 35 4 Nat Inst Advanced Ind Sci & Techn JP 3813 Procter & Gamble Co US 35 5 Vlaams Biotech Inst BE 3014 Smithkline Beecham Corp US 32 5 Wisconsin Alumni Res Found US 3014 Syngenta Mogen BV NL 32 6 Forschungszentrum Jülich DE 2815 Dokuritsu Gyosei Hojin JP 31 7 Inst Pasteur FR 2616 Pfizer Prod Inc US 30 7 New England Biolabs Foundation US 26

Tabel 13: Belangrijkste aanvragers biokatalyse

3.6 Specialisatie van de verschillende landen In de navolgende figuren zijn voor een aantal landen en regio’s voor de verschillende onderzochte technologiegebieden de specialisatie-indexen7 uitgezet in zogenaamde spinnenwebdiagrammen. Hiermee ontstaat een technologieprofiel voor elk van de landen of regio's. Het wereldwijd gemiddelde staat op 1 en is in de figuren met een rode draad weergegeven. Een index van 2 betekent dat het aantal aanvragen in het betreffende technologiegebied als aandeel van het totale aantal aanvragen uit het betreffende land, twee keer zo groot is als gemiddeld voor alle landen. Het spinnenweb maakt inzichtelijk hoe de “octrooiaandacht” binnen een land verdeeld is, maar zegt niets over het “absolute” belang van de betreffende technologie voor het betreffende land of voor de wereld. De technologiegebieden witte biotechnologie en katalyse zijn in aantallen octrooiaanvragen gemeten bijvoorbeeld veel belangrijker dan de overige drie. De gegevens hebben betrekking op WO+EP-aanvragen.

7 Voor een verklaring van het begrip specialisatie-index zie Bijlage 2.

Page 26: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

26

Figuur 20 Technologieprofielen

De Verenigde Staten scoren op drie van de vijf onderzochte duurzame technologiegebieden meer dan gemiddeld. De EU15 doet dat alleen op het gebied van de biobrandstof, waar juist de Verenigde Staten minder dan gemiddeld presteren. Japan heeft in de witte biotechnologie en in katalyse een hogere index dan gemiddeld, terwijl in China relatief veel aandacht is voor groene biotechnologie. Nederland is iets boven gemiddeld in de witte biotechnologie en ruim bovengemiddeld in de overige vier onderzochte gebieden. Overigens is het profiel van Nederland vrij homogeen wat aangeeft dat er in alle gebieden activiteiten plaatsvinden (geen specialisatie, geen lacunes). Canada scoort bovengemiddeld in vier van de vijf technologiegebieden en in het bijzonder in de groene biotechnologie, katalyse is in Canada ondervertegenwoordigd.

Verenigde Staten

0,0

0,5

1,0

1,5

2,0

2,5

WitteBiotechnologie

GroeneBiotechnologie

BiobrandstofScheidings-technologie

Katalyse

EU15

0,0

0,5

1,0

1,5

2,0

2,5

WitteBiotechnologie

GroeneBiotechnologie

BiobrandstofScheidings-technologie

Katalyse

Japan

0,0

0,5

1,0

1,5

2,0

2,5

WitteBiotechnologie

GroeneBiotechnologie

BiobrandstofScheidings-technologie

Katalyse

China

0,0

0,5

1,0

1,5

2,0

2,5

WitteBiotechnologie

GroeneBiotechnologie

BiobrandstofScheidings-technologie

Katalyse

Nederland

0,0

0,5

1,0

1,5

2,0

2,5

WitteBiotechnologie

GroeneBiotechnologie

BiobrandstofScheidings-technologie

Katalyse

Canada

0,0

0,5

1,0

1,5

2,0

2,5

WitteBiotechnologie

GroeneBiotechnologie

BiobrandstofScheidings-technologie

Katalyse

Page 27: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

27

4 Nederland en Canada vergeleken Op verzoek van opdrachtgever zijn de octrooiposities van Canada en Nederland op de vijf onderzochte technologiegebieden vergeleken. Enkele algemene vergelijkende gegevens van Nederland en Canada. − Nederland staat met een bruto nationaal product van 512 miljard US$ op een elfde positie van de landen

binnen de OECD. Canada staat op een zevende positie met 854 miljard US$; − Het aantal inwoners van Nederland (16 miljoen) bedraagt de helft van dat van Canada (32 miljoen); − Het oppervlakte van Canada is 237 keer zo groot als dat van Nederland; − Nederland scoort bij de WO-aanvragen in het algemeen een zesde positie. Deze positie is voor een groot

deel toe te schrijven aan Philips. Philips was wereldwijd in 2003 de grootste (WO-) aanvrager met 2362 aanvragen. Canada neemt een elfde positie in op de WO-ranglijst en heeft geen bedrijven in de top-50;

− Op de ranglijst van Europese aanvragen staat Nederland op een zevende positie met 3359 aanvragen in 2003, Canada staat negende met 1546 aanvragen;

− In 2000 zijn bij het Amerikaans octrooibureau (USPTO) 573 octrooien op naam van Nederlandse aanvragers geregistreerd en 2237 op naam van Canadese aanvragers.

4.1 Procesvernieuwing in de chemie in Nederland en Canada In deze paragraaf worden de aanvragen in de gebieden witte en groene biotechnologie en katalyse in de tijd uitgezet voor Nederland en Canada, zowel voor WO+EP-aanvragen als voor US-octrooien. De overige technologiegebieden (biobrandstof en scheidingstechnologie) zijn dusdanig gering in omvang (aantallen Nederlandse en Canadese aanvragen) dat het opstellen van een trend en het trekken van conclusies daaruit statistisch niet verantwoord is. Aangezien octrooipublicaties van de Verenigde Staten voor de jaren na 2000 nog grote leemten vertonen is de onderzoeksperiode voor verleende US-octrooien beperkt tot het jaar 2000. Gekeken is naar de absolute aantallen octrooiaanvragen door Nederlandse en Canadese aanvragers en naar de relatieve aantallen US-verleningen. Nederlandse bedrijven en instellingen hebben in de onderzochte periode ongeveer drie keer zo veel WO+EP-octrooien in de onderzochte duurzame technologiegebieden aangevraagd als Canadese bedrijven en instellingen (1.558 vs 566). De aantallen US-verleningen liggen dichter bij elkaar (482 vs 411).

Witte biotechnologie Uit figuur 21 blijkt dat Nederlandse bedrijven en instellingen op het gebied van de witte biotechnologie globaal twee keer zoveel WO+EP-octrooien aanvragen als Canadese bedrijven en instellingen. In absolute aantallen is de trend voor beide landen stijgend.

0

20

40

60

80

1990 1995 2000Jaar

Aan

tal Nederland

Canada

Figuur 21: Aantallen WO+EP-aanvragen witte biotechnologie (NL vs CA)

De gemiddelde aandelen in de totale aantallen aanvragen witte biotechnologie liggen op 3,7% respectievelijk 1,8% (zie ook Tabel 2).

Page 28: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

28

Uit figuur 22 valt af te leiden dat Canadese bedrijven meer in de VS verleende octrooien in de witte biotechnologie hebben dan Nederlandse bedrijven. De gemiddelde aandelen zijn 1,8% respectievelijk 1,7% van het totaal in de VS in de witte biotechnologie (1990 t/m 2000). De trend bij de US-octrooien is voor beide landen dalend, hoewel in de laatste jaren een stabilisatie lijkt op te treden.

0,0%

1,0%

2,0%

3,0%

1990 1995 2000

Jaar

Aan

dee

l

Nederland

Canada

Figuur 22: Aandeel in US-verleningen witte biotechnologie (NL vs CA)

Groene biotechnologie Figuur 23 geeft de absolute aantallen WO+EP-aanvragen in de groene biotechnologie met Nederlandse en Canadese aanvragers weer.

0

2

4

6

8

10

12

1990 1995 2000Jaar

Aan

tal Nederland

Canada

Figuur 23: Aantal WO+EP-aanvragen groene biotechnologie (NL vs CA)

Uit bovenstaande figuur blijkt dat het aantal Nederlandse WO+EP-aanvragen in de groene biotechnologie (1990 - 2002) fors is gedaald, terwijl het aantal Canadese is gestegen tot om en nabij het niveau van Nederland. De gemiddelde aandelen in de aanvragen groene biotechnologie over de onderzoeksperiode zijn respectievelijk 6,7% (NL) en 3,5% (CA) (zie ook Tabel 4).

Page 29: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

29

In figuur 24 zijn de Nederlandse en Canadese aandelen in US-verleningen in de groene biotechnologie in de tijd uitgezet.

0%

5%

10%

1990 1995 2000Jaar

Aan

dee

l Nederland

Canada

Figuur 24: Aandeel in US-verleningen groene biotechnologie (NL vs CA)

Voor US-octrooien is de trend overeenkomend met die voor WO+EP-aanvragen, zij het iets minder uitgesproken. De gemiddelden over de periode tot en met 2000 zijn 1,9% voor Nederlandse bedrijven en instellingen en 1,8% voor Canadese.

Anorganische katalyse Onderstaand zijn de aantallen WO+EP-aanvragen (figuur 25) en de aandelen in US-verleningen (figuur 26) van Nederlandse en Canadese bedrijven en instellingen in de anorganische katalyse weergegeven.

0

10

20

30

40

50

60

1990 1995 2000

Jaar

Aan

talle

n Nederland

Canada

Figuur 25: Aantal WO+EP-aanvragen anorganische katalyse (NL vs CA)

Page 30: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

30

0%

1%

2%

3%

1990 1995 2000

Jaar

Aan

dee

l

Nederland

Canada

Figuur 26: Aandeel in US-verleningen anorganische katalyse (NL vs CA)

Nederland heeft in de anorganische katalyse een duidelijk groter aandeel dan Canada, zowel bij de WO+EP-aanvragen als bij de US-octrooien. De gemiddelden zijn 5,8% voor Nederland en 1% voor Canada bij de WO+EP-aanvragen. Bij de verleende US-octrooien is het 1,2% respectievelijk 0,4%.

Biokatalyse In onderstaande figuren (figuur 27 en figuur 28) worden de octrooiposities van Nederlandse en Canadese bedrijven op het gebied van de biokatalyse weergegeven.

0

10

20

30

40

50

1990 1995 2000

Jaar

Aan

talle

n

Nederland

Canada

Figuur 27: Aantal WO+EP-aanvragen biokatalyse (NL vs CA)

0%

1%

2%

3%

4%

1990 1995 2000

Jaar

Aan

dee

l

Nederland

Canada

Figuur 28: Aandeel in US-verleningen biokatalyse (NL vs CA)

Page 31: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

31

In de biokatalyse is het beeld minder extreem dan bij de anorganische katalyse. Bij de WO+EP-aanvragen lijkt na 2000 een lichte stijging op te treden, bij de US-octrooien eerder het tegenovergestelde. De gemiddelden over de onderzoeksperiode liggen op 4,7% en 1,8% bij de WO+EP-aanvragen en op 1,9% en 1,5% bij de US-octrooien.

4.2 Overzicht In Tabel 14 zijn de over de onderzoeksperiode gemiddelde procentuele aandelen aanvragen van Nederland en Canada voor de WO+EP-aanvragen en voor de US-verleningen opgenomen.

Tabel 14: Gemiddelde procentuele aandelen (NL vs CA) in de periode 1990 t/m 2002.

In WO+EP-aanvragen neemt Nederland een twee tot drie keer zo grote positie in als Canada. Canada scoort alleen (te) laag in de anorganische katalyse, waarin Nederland juist sterk is. Uit de US-verleningen blijkt een soortgelijk patroon als bij de WO+EP-aanvragen: Nederland is relatief sterk op alle (beschikbare) gebieden, Canada is zwak in anorganische katalyse en sterk in groene biotechnologie.

4.3 Bedrijven en kennisinstellingen In de volgende tabellen zijn de aantallen aanvragen weergegeven waarop Nederlandse en Canadese bedrijven en kennisinstellingen zijn vermeld als indieners. Wegens overlap in de categorieën (technologieën) geven de cijfers niet de exacte aantallen aanvragen aan. Zij moeten gezien worden als aantallen malen dat een bepaald bedrijf of een kennisinstelling (via een octrooiaanvraag) in de onderzoeksperiode bij een innovatie betrokken is geweest.

Land Algemeen Witte Biotech

Groene Biotech

Bio- brandstof

Bio- Scheiding Katalyse

Anorg. Katalyse

Bio- katalyse

NL 3,5 3,7 6,7 5,4 5,1 5,8 4,7 WO+EP

Aanvragen CA 1,6 1,8 3,5 2,0 1,8 1,0 1,8

NL 0,6 1,7 1,5 - - 0,9 1,5 US verleningen CA 1,4 1,8 1,4 - - 0,3 3,0

Page 32: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

32

Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen Tabel 15 bevat de top-20 van Nederlandse bedrijven of Nederlandse vestigingen van bedrijven en de belangrijkste Nederlandse kennisinstellingen, die in de onderzoeksperiode als aanvragers van octrooien op de onderzochte technologiegebieden zijn aangetroffen.

Onderneming

Witt

e B

iote

chn

olo

gie

Gro

ene

Bio

tech

nolo

gie

Pro

duct

ie v

an

Bio

bran

dst

of

Sch

eid

ing

s- t

echn

olo

gie

Pro

cesv

erbe

teri

ng

via

Kat

alys

e

Tota

al

Tech

nol

ogie

gebi

eden

Onderneming

Witt

e B

iote

chn

olo

gie

Gro

ene

Bio

tech

nolo

gie

Pro

duct

ie v

an

Bio

bran

dst

of

Sch

eid

ing

s- t

echn

olo

gie

Pro

cesv

erbe

teri

ng

via

Kat

alys

e To

taal

Te

chn

olog

iege

bied

en

DSM/Gist-Brocades 197 2 3 3 237 442 Plant Res Intl BV 7 7

Shell Int Research 2 219 221 De Meern BV 6 6

Akzo Nobel NV 46 4 125 175 Duphar Int Res. 5 5

Unilever NV 45 7 1 1 77 131 Appl Res Systems 4 1 5

Syngenta Mogen BV 4 8 1 16 29 Florigene BV 5 5

Quest International Naarden 17 11 28

Arco Chem Tech BV 27 27

Holland Sweetener Company 12 11 23 Kennisinstellingen

Pacques bv 16 2 4 22 TNO 17 1 14 32

Avebe Coop Verkoop Prod 10 1 6 17 Univ Groningen 11 14 25

Cerestar Holding BV 13 4 17 Univ Delft 5 1 16 22

Unichema Chemie BV 5 2 10 17 Univ Wageningen 5 2 7

Chemferm VOF 9 1 5 15 Univ Leiden 6 6

Avantium Internat BV 10 10 Univ Utrecht 6 6

Gastec NV 7 7 Univ Twente 1 1

Tabel 15: Nederlandse aanvragers van octrooien t.a.v. procesvernieuwing in de chemie

Opmerkelijk is dat de vier Nederlandse multinationals DSM, Shell, Akzo Nobel en Unilever gezamenlijk het leeuwendeel van de WO+EP-aanvragen in de onderzochte technologiegebieden voor hun rekening nemen (ongeveer 50%). De ongeveer 5% aanvragen van Nederlandse kennisinstellingen steken daar mager bij af, ook in internationaal perspectief.

Page 33: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

33

Canadese bedrijven en kennisinstellingen Tabel 16 bevat de top-20 van Canadese bedrijven of Canadese vestigingen van bedrijven en de belangrijkste Canadese kennisinstellingen, die in de onderzoeksperiode als aanvragers van octrooien op de onderzochte technologiegebieden zijn gevonden. In de lijst met Canadese aanvragers komen geen zeer grote partijen voor, afgezien van vestigingen van buitenlandse multinationals (Shell). Kennisinstellingen nemen ongeveer 40% van de aanvragen voor hun rekening wat ongeveer overeenkomt met de verhoudingen in de Verenigde Staten.

Onderneming

Witt

e B

iote

chn

olo

gie

Gro

ene

Bio

tech

nolo

gie

Pro

duct

ie v

an

Bio

bran

dst

of

Sch

eid

ing

s-

tech

nolo

gie

Pro

cesv

erbe

teri

ng

via

Kat

alys

e To

taal

Te

chn

olog

iege

bied

en

Kennisinstelling

Witt

e B

iote

chn

olo

gie

Gro

ene

Bio

tech

nolo

gie

Pro

duct

ie v

an

Bio

bran

dst

of

Sch

eid

ing

s-

tech

nolo

gie

Pro

cesv

erbe

teri

ng

via

Kat

alys

e To

taal

Te

chn

olog

iege

bied

en

Affinium Pharm Inc 3 32 35 Canada Nat Res Council 23 6 1 43 79 Shell Canada Ltd 27 27 Univ British Columbia 12 1 12 25 Hydro Quebec 14 14 Univ Mcgill 6 2 17 25 Ecopia Biosciences Inc 8 5 13 Univ Alberta 9 2 6 17 Iogen Bio Products Corp 3 2 6 11 Univ Guelph 3 5 8 16 Merck Frosst Canada Inc 7 7 Univ Technologies Int 3 11 14 Performance Plants Inc 2 5 7 Alberta Res Council 9 2 11 Cytochroma Inc 6 6 Hsc Res Dev Lp 4 3 7 Connaught Lab 5 5 Univ Saskatchewan 4 3 7 Ford Motor Canada 5 5 Hospital For Sick Children 4 4 IAF Biochem Int 5 5 Univ Laval 4 4 Visible Genetics Inc 4 4 Univ Concordia 3 3 Canada Agriculture 3 3 Univ Kingston 3 3 Cangene Corp 3 3 Univ Toronto 3 3 DNA Landmarks Inc 3 3 Univ Waterloo 3 3 Ibex Technologies 3 3 Kinetek Pharm Inc 3 3 Myriad Genetics Inc 3 3 Nexia Biotech Inc 3 3 SmithKline Beecham Pharm 3 3

Tabel 16 Canadese aanvragers t.a.v. octrooien procesvernieuwing in de chemie

Page 34: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

34

5 Conclusies

5.1 Technologiegebieden

Witte Biotechnologie Het aantal WO+EP-aanvragen witte biotechnologie groeit maar blijft achter ten opzichte van de algemene stijgende trend in octrooiaanvragen. De Verenigde Staten zijn verreweg de grootste aanvrager met een gemiddeld aandeel van 50%. Nederland heeft met een stabiel aandeel van 3,7% een iets groter aandeel in aanvragen witte biotechnologie dan in alle (WO+EP) aanvragen (3,5%). In US-verleningen witte biotechnologie hebben Nederlandse aanvragers een bijna drie keer zo groot aandeel als in alle (US-) verleningen. Tussen de bedrijven met meer dan 100 WO+EP aanvragen bevindt zich DSM/Gist-Brocades met 280 aanvragen op de tweede plaats.

Groene Biotechnologie In de groene biotechnologie loopt het aantal aanvragen achter ten opzichte van de algemene stijgende trend in octrooiaanvragen. Het aantal verleningen in de Verenigde Staten vertoont een sterke stijging. De Verenigde Staten zijn de grootste aanvrager met een aandeel van bijna 54%. In de groene biotechnologie zijn Japan, Frankrijk en Canada de stijgers van de laatste jaren en is Nederland een daler. Nederland heeft met 6,7% een groot aandeel in de aanvragen groene biotechnologie. Dit aandeel is zelfs groter dan dat van andere landen van de EU15. Er zijn 27 bedrijven met tien of meer octrooiaanvragen (WO+EP). Hieronder bevinden zich de Nederlandse tak van Syngenta op de vierde plaats en Cropdesign NV op de 15e.

Biobrandstoffen De aanvragen op het gebied van de productie van biobrandstoffen zijn zeer gering in aantal. De groei is sterker dan de algemene trend. Het aantal aanvragen in Japan stijgt de laatste jaren. Het aantal verleende octrooien in de Verenigde Staten daalt. De EU15 is de grootste partij met een aandeel van ongeveer 50%, mede veroorzaakt door de Scandinavische landen. De Verenigde Staten blijven achter ten opzichte van hun aandeel in het totaal aan aanvragen. Nederland heeft een gemiddeld aandeel van 5,4%. Van de 43 bedrijven met twee of meer octrooiaanvragen zijn er slechts drie met meer dan tien aanvragen. Twee daarvan zijn afkomstige uit de Verenigde Staten en één uit Denemarken. De Nederlandse bedrijven DSM/Gist-Brocades en Paques BV bevinden zich respectievelijk op de zevende en negende plaats.

Scheidingstechnologie Het aantal aanvragen in de scheidingstechnologie met biotechnologische methodes is in de onderzoeksperiode achtergebleven bij de algemene stijgende trend, maar groeit vanaf 1997 weer harder dan de totale aantallen WO+EP-aanvragen. Het aandeel van de aanvragen op het gebied van de scheidingstechnologie in het totaal ligt op ongeveer 0,05% . Bij WO+EP-aanvragen zijn de Verenigde Staten de grootste partij met een aandeel van 50%, Japan heeft een relatief gering aandeel. Nederland heeft met 5,1% een relatief groot aandeel. Er zijn 27 bedrijven met tien of meer octrooiaanvragen waaronder Paques BV op de zevende en DSM op de dertiende positie.

Anorganische Katalyse De trend voor anorganische katalyse blijft licht achter bij de algemene trend, vanaf 1999 is er nauwelijks groei. Over de onderzoeksperiode is het aantal (WO+EP-) aanvragen anorganische katalyse met ruim 70% gegroeid terwijl het totaal aantal aanvragen in die peridode met 110% is gegroeid. De EU15 is met een aandeel van 43% in dit technologiegebied de grootste partij van de WO+EP-aanvragen. Nederland bekleedt een vijfde positie met een aandeel van 5,8%, wat relatief groot is. Opvallend is het geringe aandeel van de Scandinavische landen en vooral van Zweden. Er bevinden zich twee Nederlandse multinationals in de top-20: Shell op de zevende plaats en Akzo Nobel op de 16e. DSM staat op de 58e plaats.

Biokatalyse Het aandeel van aanvragen biokatalyse in het totaal is in de onderzoeksperiode licht gestegen tot rond de 0,5% van de WO+EP-aanvragen. De groei over de onderzoeksperiode bedraagt ongeveer 100%. Nederlandse bedrijven en instellingen hebben een stabiel aandeel van 4,7%. De Verenigde Staten zijn met een aandeel van 47% de grootste partij. DSM (met een zesde plaats) en Syngenta Mogen BV (met een gedeelde 14e plaats) behoren tot de 34 aanvragers met meer dan 25 aanvragen. Unilever en TNO staan respectievelijk op de 48e en de 89e plaats.

Page 35: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

35

5.2 Beleidsvragen

1. Wat is de octrooipositie van Nederlandse bedrijven op het vlak van duurzame technologie? De gezamenlijke Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen nemen op het gebied van de witte biotechnologie met een aandeel van 3,7% van de WO+EP-aanvragen wereldwijd een zesde positie in. Het aandeel is iets groter dan op grond van het algemene Nederlandse aandeel in WO+EP-aanvragen (3,5%) verwacht mag worden. In de groene biotechnologie staat Nederland op een derde plaats met een aandeel van 6,7%. Bij de productie van biobrandstoffen staat Nederland op een zevende positie met een aandeel van 5,4% en in de scheidingstechnologie met behulp van biotechnologie op een vijfde positie met een aandeel van 5,1%. Zowel in de anorganische katalyse als in de biologische katalyse staat Nederland op een vijfde positie met aandelen van respectievelijk 5,8 en 4,7%. Op het gebied van de groene biotechnologie is de trend voor Nederland dalend. In de andere technologiegebieden is het Nederlandse aandeel stabiel dan wel in absolute zin te klein om uitspraken met betrekking tot een trendmatige ontwikkeling te doen. De Nederlandse multinationals Shell, DSM/Gist-Brocades, Akzo Nobel en Unilever nemen in de onderzochte technologiegebieden 50% van de Nederlandse aanvragen voor hun rekening. Opmerkelijk is het geringe aandeel van Nederlandse kennisinstellingen (5%). In de VS en ook in Canada is ongeveer 40% van de aanvragen van kennisinstellingen afkomstig.

2. Wat is de octrooipositie van Nederlandse bedrijven (op het vlak van duurzame technologie) ten opzichte van het buitenland? De absolute aantallen octrooiaanvragen van Nederlandse bedrijven en instellingen op de onderzochte duurzame technologiegebieden zijn vergelijkbaar met die van landen als Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. In vergelijking met de EU15 als geheel, vraagt men in Nederland ongeveer 1,5 maal zo veel octrooien aan in de witte biotechnologie, in de (biotechnologische) scheidingstechnologie en in de katalyse. Voor de groene biotechnologie is dat 2,6 maal zo veel. In biobrandstoffen zit Nederland op eenzelfde percentage als de EU15. Dit technologieprofiel van Nederland is vergelijkbaar met dat van de Verenigde Staten, dat overigens in absolute aantallen WO+EP-aanvragen in de onderzochte technologiegebieden 10 à 15 keer zo groot is als Nederland. De eerder genoemde vier multinationale Nederlandse bedrijven behoren tot de wereldtop. DSM/Gist-Brocades bezet (gemeten in aantallen octrooiaanvragen) wereldwijd de tweede positie in witte biotechnologie en een vijfde in katalyse. Shell en Akzo Nobel behoren tot de top-20 in katalyse. In de groene biotechnologie spelen Syngenta Mogen BV en Cropdesign een vooraanstaande rol (vierde respectievelijk vijftiende plaats) terwijl in de scheidingstechnologie (met biochemische methodes) het bedrijf Paques BV tot de top-10 behoort. a. Is het mogelijk om de ontwikkeling van nieuwe materialen te identificeren? Het aantal (eind-)producten dat met behulp van procesvernieuwing, en in het bijzonder met biotechnologie kan worden geproduceerd is erg groot. Het varieert van voedsel, drank, geneesmiddelen, kleding, papier en brandstoffen, tot isolatie- en verpakkingsmateriaal. In de octrooiliteratuur is geen onderscheid te maken tussen productieprocessen, de chemicaliën die daarbij worden geproduceerd en het scala aan toepassingen van de geproduceerde materialen. Het ontstaan van nieuwe producten is daarom niet meetbaar aan de hand van aantallen aangevraagde octrooien. b. Kunnen (potentiële) exportkansen voor Nederland worden bepaald aan de hand van de octrooiliteratuur? Octrooiaanvragen en octrooien zeggen op zich zelf niets over de mogelijkheden om ze economisch te exploiteren. Statistische analyses tonen slechts aan waar sterke en minder sterke punten zijn -bezien vanuit de octrooiwereld- van een economie of bedrijf. Een sterke octrooipositie van een land kan een aanwijzing zijn waar potentiele kansen voor export liggen. Of er werkelijk exportkansen zijn hangt van vele andere (economische) factoren af.

Page 36: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

36

5.3 Nederland en Canada Nederland vraagt twee à drie keer zo veel WO+EP-octrooien in de onderzochte duurzame technologiegebieden aan als Canada, Canada heeft ongeveer evenveel octrooien in de Verenigde Staten als Nederland op deze technologiegebieden. Nederland is sterk in alle onderzochte gebieden en heeft wellicht op het gebied van de witte biotechnologie en de katalyse wat te bieden aan Canadese bedrijven. In Canada ligt de nadruk op groene biotechnologie dat in Nederland terrein verliest. In Canada zijn, afgezien van enkele locale vestigingen van buitenlandse multinationale ondernemingen, geen multinationals van de omvang van DSM of Akzo Nobel onder de aanvragers aangetroffen. In Canada is in de onderzochte technologiegebieden ongeveer 40% van de aanvragen afkomstig van kennisinstellingen, in Nederland is dat slechts 5%.

Page 37: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

37

Bijlage 1 Geraadpleegde literatuur

1. Our Common Future; Brundtland’s rapport voor de Verenigde Naties; New York, 20 maart 1987. 2. The Application of Biotechnology to Industrial Sustainability; OECD, Paris; 2001. 3. Catalysis, key to sustainability, Technology Roadmap voor het Ministerie van EZ, Den Haag, 2001. 4. Biowetenschap en Beleid; Raad voor de Volksgezondheid en Zorg; Zoetermeer, 2002. 5. Compendium of Patent Statistics 2004; OECD, Paris, 2004. 6. Industriële Biotechnologie in Nederland, economische betekenis en toekomstige ontwikkelingen;

STB-04-36; TNO Strategie, Technologie en Beleid; Delft, 14 oktober 2004. 7. Kennisdossier over Scheidingstechnologie; SenterNovem, Den Haag.

Page 38: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

38

Bijlage 2 Begrippen en methoden Octrooi Een octrooi, of met een ander woord een patent, is een volgens de wet verleend monopolie op de exploitatie van een uitvinding. De maximale wettelijke duur van een octrooi is in bijna alle landen 20 jaar. Octrooiwetgeving beoogt de (technologische) vooruitgang te stimuleren. Deze stimulatie is tweeërlei. Enerzijds beschermt een octrooi de uitvinders en aanvragers (particulieren, bedrijven, instellingen) tegen concurrentie, waardoor investeringen in innovatief onderzoek terug verdiend kunnen worden. Anderzijds worden octrooien en aanvragen gepubliceerd en vormen de octrooipublicaties een inspiratiebron voor verdere innovatie. Een mogelijke maat voor het innovatievermogen van een bepaald land is het aantal octrooiaanvragen per jaar op naam van aanvragers of uitvinders met overeenkomstige nationaliteit. Octrooiaanvragen / -verleningen / -publicaties Een octrooi wordt volgens nationale wet- en regelgeving aangevraagd, beoordeeld, verleend en in stand gehouden. Een octrooiaanvrage wordt na een periode van doorgaans 18 maanden geheimhouding gepubliceerd, terwijl verlening en publicatie van het eventuele uiteindelijke octrooi nog jaren op zich kunnen laten wachten. Een octrooi dat niet wordt verleend wordt niet gepubliceerd, maar de publicatie van de aanvrage blijft bestaan. Er zijn daarom meer octrooiaanvragen dan octrooien in de databases van octrooipublicaties beschikbaar. Bij statistisch octrooionderzoek gaat men voor het samenstellen van indicatoren bij voorkeur uit van octrooiaanvragen in plaats van van verleende octrooien. Er zijn er meer en ook al wordt een aanvrage geen octrooi, er ligt toch een innovatieve actie aan ten grondslag. Bovendien zijn aanvragen van recenter datum beschikbaar en ligt de indieningsdatum van een aanvrage dichter bij het 'tijdstip van uitvinding' dan de verleningsdatum van een octrooi. Door uit te gaan van aanvragen wordt daarom een reeëler beeld gekregen van de mate waarin innovatie plaats heeft. Internationale procedures Om een octrooi in meerdere landen te verkrijgen moet in elk land afzonderlijk een octrooiprocedure worden gestart. Omwille van de harmonisatie van wetgeving en voor het gemak van de aanvrager van een octrooi in meerdere landen zijn een aantal internationale overeenkomsten gesloten. De belangrijkste zijn het Patent Cooperation Treaty (PCT), dat door praktisch alle landen van de wereld is ondertekend en het Europees Octrooi Verdrag (EOV) waarbij momenteel 31 landen uit Europa zijn aangesloten. Het PCT-verdrag wordt uitgevoerd door de WIPO (World Intellectual Property Organisation) en het EOV door het EOB (Europees Octrooi Bureau). Met één aanvraag kan nu in meerdere landen tegelijk een octrooi worden aangevraagd. De desbetreffende instantie beoordeelt de aanvrage en stuurt deze dan door naar de aangewezen landen (of regio's) voor de vervolgprocedure. Ter onderscheiding van de verschillende soorten aanvragen en octrooien worden verschillende voorvoegsels bij de registratienummers gebruikt. Een aanvrage ingediend bij de WIPO ontvangt de aanduiding PCT- of WO, een aanvraag bij het EOB krijgt EP als voorvoegsel en een nationale aanvraag in bijvoorbeeld de VS krijgt US toegevoegd aan zijn unieke nummer. Al naar gelang de gevolgde weg spreekt men van de PCT-route, de EP-route of een nationale route. Een aanvraag die via de WIPO bij het EOB wordt ingediend krijgt de benaming Euro-PCT. Oudste prioriteit Bij verlening van internationale aanvragen door de aangewezen landen ontstaan meerdere octrooien voor dezelfde uitvinding in verschillende landen. Deze octrooien behoren dan tot één zogenaamde octrooifamilie. Aan al deze octrooien ligt een en dezelfde aanvrage ten grondslag. Deze aanvrage is het oudste lid van de familie en wordt aangeduid met de term 'oudste prioriteit'. De indieningsdatum van deze aanvrage staat bekend als de 'oudste prioriteitsdatum'. De oudste prioriteitsdatum is van belang op het moment dat een uitvinding op nieuwheid moet worden getoetst. Ook het land van indiening van de oudste prioriteit is van belang. Meestal is dat het land van vestiging of herkomst van de uitvinder of de aanvrager. Technologiegebied De (nationale) octrooibureaus hanteren een classificatiesysteem om een uitvinding onder te brengen in een technologiegebied. Dit vergemakkelijkt het zoeken naar soortgelijke octrooien bij het beoordelen van de nieuwheid van een octrooiaanvraag. Dit classificatiesysteem is de zogenaamde International Patent Classification (IPC), die momenteel uit ongeveer 70.000 ingangen bestaat. In dit onderzoek is bij het zoeken in de databases naar aanvragen op het gebied van de procesvernieuwing gebruik gemaakt van de IPC en van de European Classification (ECLA), de wat uitgebreidere Europese pendant van de IPC. Beschermingsgebied De in dit onderzoek gebruikte octrooipublicaties zijn afkomstig van de drie belangrijkste aanvraagroutes, namelijk WO-aanvragen (ook: PCT-aanvragen), EP-aanvragen (Europees) en US-octrooien. WO-aanvragen worden bij de WIPO ingediend en kunnen leiden tot bescherming in praktisch alle landen van de wereld. EP-

Page 39: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

39

aanvragen kunnen uitmonden in octrooien in momenteel 31 Europese landen. US-octrooien8 geven bescherming in de Verenigde Staten. Gezien de omvang en het belang van de Amerikaanse economie worden veel belangrijke uitvindingen in de Verenigde Staten geoctrooieerd, ook door niet Amerikaanse bedrijven. Door het meenemen van US-octrooien in dit onderzoek kan een betere vergelijking worden gemaakt tussen Canada en Nederland. Hierbij wordt aangenomen dat de Verenigde Staten voor Canada een vergelijkbare politiek/economische rol spelen als Europa dat doet voor Nederland. Datum van indiening Als datum van indiening wordt de zogenaamde oudste prioriteitsdatum (OPD) gebruikt en niet de datum waarop de aanvraag bij de WIPO, het EOB (Europees Octrooi Bureau) of het USPTO (United States Patent and Trademark Office) is ingediend. De oudste prioriteitsdatum benadert het tijdstip waarop de uitvinding is gedaan het dichtste en is dus veelzeggend bij de bepaling van de stand van de techniek. Nationaliteit van de aanvrager De aanvrager van een octrooi is degene die het octrooi kan gaan exploiteren. De aanvrager is niet noodzakelijkerwijs ook de uitvinder en kan ook een andere nationaliteit dan de uitvinder hebben. Een octrooiaanvrage kan op naam staan van meerdere uitvinders en meerdere aanvragers van uiteenlopende nationaliteiten. Periode van onderzoek De jaren van 1990 – 2002 zijn gekozen als onderzoeksperiode om de volgende redenen: Voor alle drie de soorten aanvragen zijn de gegevens van na 2002 incompleet voor de nieuwste aanvragen door de gehanteerde geheimhoudingsperiode van 18 maanden vanaf de indieningsdatum..Gegevens van voor 1990 worden als minder relevant voor huidige ontwikkelingen gezien. In figuur 29 zijn de jaarlijkse aantallen WO- en EP-aanvragen en US-verleningen in de onderzoeksperiode weergegeven.

0

50

100

150

1990 1995 2000

Jaar

Aan

tal x

100

0

WO EP (EOV-aanvragen) US

Figuur 29 Trends in totale aantallen aanvragen/ octrooien in de drie onderzochte octrooiregimes

De dalingen na 2000 in de figuur kunnen grotendeels worden toegeschreven aan de periode van geheimhouding van (ten minste) 18 maanden tussen het tijdstip van aanvraag en het tijdstip van eerste publicatie (WO en EP). Voor octrooien (US) is de periode tussen tijdstip van aanvraag en tijdstip van publicatie drie à vier jaar, en soms nog veel meer. De daling voor Amerikaanse verleningen in de figuur begint daarom al enkele jaren eerder. Indicatoren Octrooien worden wereldwijd al lange tijd nauwkeurig geregistreerd en zijn momenteel grotendeels via computerbestanden toegankelijk. Dit heeft er toe bijgedragen dat de belangstelling voor indicatoren op basis van octrooien is toegenomen. De nationaliteit van aanvragers van octrooien kan bijvoorbeeld een beeld van de innovatieve capaciteit van het bedrijfsleven van het betreffende land geven, terwijl de nationaliteit van de uitvinder een indicator is voor (de innovativiteit van) het onderzoeksklimaat in een bepaald land. Om landen onderling met elkaar te vergelijken kunnen aantallen aanvragen/octrooien per land genormeerd worden naar bijvoorbeeld het aantal inwoners, het bruto nationaal product, de nationale onderzoeksbestedingen enzovoort. Niettemin blijft het lastig om landen onderling te vergelijken vanwege verschillen in gewoonten,

8 De reden dat er US-octrooien worden gebruikt in plaats van US-aanvragen is dat in de Verenigde Staten niet alle aanvragen worden gepubliceerd.

Page 40: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

40

wetgeving en procedures. In het onderhavig onderzoek kijken we naar de nationaliteit van aanvragers en concentreren we ons dus op de activiteiten van het bedrijfsleven. Specialisatie-index De specialisatie-index is een maat voor de aandacht (in termen van octrooiaanvragen) die door een bepaald land aan een bepaald technologiegebied wordt gegeven in vergelijking met de aandacht die wereldwijd aan dat technologiegebied wordt gegegeven. Een index groter dan 1 betekent dat uit het betreffende land meer octrooien dan gemiddeld in het betreffende technologiegebied worden aangevraagd. Deze index is vooral geschikt om een beeld van het innovatieve karakter van een bepaald land te verkrijgen, maar zegt niets over de innovatieve kracht van dat land. De specialisatie-index is goed bruikbaar om bijvoorbeeld Nederland en Canada met elkaar te vergelijken of om te zien hoe innovatieve en/of economisch succesvolle landen hun researchaandacht verdelen. Ze is niet bruikbaar om de invloed van een bepaald land in een bepaald technologiegebied vast te stellen, omdat ze niets zegt over de absolute aantallen aanvragen.

Page 41: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

41

Bijlage 3 Classificatiecodes Gebruikte classificatiecodes9 Witte Biotechnologie C12P Fermentatie of enzymgebruikende processen C12S Processen met enzymen of micro-organismen C02F3/34 Biologisch behandelen van water, afvalwater of rioolafval (indien t.b.v. grondstoffen voor nieuwe producten) C02F11/04 Biologische (anaërobische) behandeling van bezinksel, met uitzondering voor de productie

van methaan of biogas Groene Biotechnologie A01H1 Processen voor het modificeren van genotypen A01H4 Plantreproductie door weefselkweektechnieken Productie van Biobrandstoffen Methaan C02F11/04 Anaëroob behandelen van slib; produceren van methaan door dergelijke processen C12P5/00 Bereiden van koolwaterstoffen (zoals: methaan of biogas) C12P5/02B Bereiden van methaan (ECLA) Bioethanol C12P7/06 Bereiden van bioethanol, d.w.z. géén drank Scheidingstechnologie B01D Scheiding d.m.v. fysisch/chemische technieken (verdampen, destilleren, kristalliseren,

filtreren, neerslaan van stof, reinigen van gas, absorberen en adsorberen) B03B Scheiden van vaste materialen waarbij gebruik wordt gemaakt van vloeistoffen of van

pneumatische tafels of deintafels B03C Magnetisch of elektrostatisch scheiden van vaste materialen uit vaste materialen of uit een

fluïdum; scheiden door elektrische hoogspanningsvelden B03D Flotatie; selectieve bezinking of sedimenteren Procesverbetering via Katalyse Anorganische Katalyse B01J21t/m38 Katalysatoren (excl. enzymen) Biokatalyse C12N9 Enzymen en Pro-enzymen C12N11 Dragergebonden of geïnactiveerde enzymen C12P Fermentatie of enzymgebruikende processen

9 De keuze van de codes is gebaseerd op definities in het “Compendium of Patent Statistics” van de OECD en het TNO-rapport STB-04-36 over Biotechnologie, beide uit 2004

Page 42: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

42

Bijlage 4 Onnauwkeurigheden in de resultaten Een octrooiaanvraag kan door meerdere aanvragers worden ingediend. Wanneer hun nationaliteiten verschillen leidt dit tot een dubbeltelling omdat iedere nationaliteit per octrooiaanvraag eenmaal in de tellingen voorkomt. Wanneer echter de nationaliteit van een aanvrager niet in de gegevens van een aanvraag vermeld staat dan valt de aanvraag geheel buiten de tellingen (nultelling). Gemiddeld veroorzaken dubbeltellingen en nultellingen een vermeerdering van het aantal getelde octrooipublicaties van +5,6% bij de WO-aanvragen, +2,3% bij EP-aanvragen en +0,4% bij de US-octrooien. Een andere oorzaak van dubbeltellingen is het volgen van meer aanvraagroutes voor dezelfde uitvinding. Hieruit resulteren meer octrooipublicaties voor dezelfde uitvinding. Daardoor kan de uitvinding geregistreerd zijn als WO-aanvraag, als EP-aanvraag en ook als nationale aanvraag (US-, NL-, enz). Voorzover mogelijk is hiervoor gecorrigeerd. Volledig ontdubbelen van WO- en EP-aanvragen is niet mogelijk. Door het voorgaande en de vermelding van meer aanvragers per octrooiaanvraag ontstaat er een teveel van 7% in de tellingen van WO+EP-aanvragen. In onderlinge vergelijking van aantallen aanvragen van verschillende landen speelt het overschot (mits gelijkmatig verdeeld) geen rol. Tot 2001 publiceerde het Amerikaanse octrooibureau pas na verlening van het octrooi ook de octrooiaanvragen. Om die reden is het gebruikelijk te kijken naar octrooien die in de Verenigde Staten verleend zijn. Octrooiaanvragen leiden niet altijd tot verleende octrooien. Daarom mogen deze resultaten niet worden gecombineerd met resultaten gebaseerd op octrooiaanvragen. Door de procedurele termijnen voor publicatie (zie Bijlage 12) zijn de verzamelingen octrooidocumenten vanaf het jaar 2002 in toenemende mate onvolledig. Dit geldt nog sterker voor de documenten die betrekking hebben op verleende octrooien in de Verenigde Staten (US-verleningen). Om hiervoor te compenseren worden de meeste gegevens relatief ten opzichte van de jaartotalen gepresenteerd. Daarbij wordt er dan van uit gegaan dat de nog ontbrekende aanvragen/octrooien gelijkmatig over de verschillende technologieklassen en nationaliteiten (van aanvragers) verdeeld zijn. Niettemin dienen cijfers van na 2001 −zeker die met betrekking tot de US-verleningen− met de nodige voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd.

Page 43: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

43

Bijlage 5 Gebruikte landcodes Landcode Land

AT Oostenrijk

AU Australië

BE België

CA Canada

CH Zwitserland

CN China

DE Bondsrepubliek Duitsland

DK Denemarken

ES Spanje

EU15 (AT+BE+DE+DK+ES+FI+FR+GB+GR+IE+IT+LU+NL+PT+SE)

FI Finland

FR Frankrijk

GB Verenigd Koninkrijk

GR Griekenland

IE Ierland

IT Italië

JP Japan

KR Zuid-Korea

LU Luxemburg

NL Nederland

PT Portugal

SE Zweden

US Verenigde Staten

Page 44: Duurzame Innovatie - RVO.nl · Duurzame Innovatie wordt als volgt gedefinieerd : “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de behoeftevoorziening

44

Bijlage 6 Gebruikte afkortingen Afkorting Verklaring dg O&I directoraat generaal Ondernemen en Innovatie van het ministerie van Economische

Zaken ECLA European Classification. EOB Europees Octrooi Bureau. EP Octrooiaanvragen die via het EOB worden ingediend, krijgen als nummer EPxxxxxxxxxx

en worden daarom ook wel aangeduid als EP-aanvragen. EP-route Route die octrooiaanvragen volgen die bij het EOB worden ingediend. EU15 De Europese Unie is in het onderzoek gedefinieerd naar de situatie in de

onderzoeksperiode; daarin maakten de volgende 15 landen deel uit van de EU: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje en Zweden.

EUREG EUropean REGister. Een database met bibliografische, juridische en administratieve informatie over alle gepubliceerde Europese en Euro-PCT applicaties (sinds 1978).

EURO-PCT Octrooiaanvragen die nadat zij zijn ingediend bij de WIPO ook bij het EOB worden ingediend.

EZ Ministerie van Economische Zaken IPC International Patent Classification; classificatie systeem dat wereldwijd wordt gebruikt

om octrooiaanvragen te classificeren. K&V Afdeling Kennisverspreiding en Voorlichting van Octrooicentrum Nederland. KOB Cluster Kennisontsluiting en Beleidsinteractie van Octrooicentrum Nederland. OECD Organisation for Economic Co-operation and Development, Organisatie voor

Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). OPD Oudste prioriteitsdatum PCT Patent Cooperation Treaty, verdrag waarbij praktisch alle landen van de wereld zijn

aangesloten. Octrooiaanvragen kunnen bij de WIPO worden ingediend. Na indiening gaan de octrooien de diverse regionale- of nationale fasen in.

PCT-route Route die octrooiaanvragen volgen die via de WIPO onder het PCT-verdrag worden ingediend.

TNO Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek. WIPO World Intellectual Property Organisation; is een onderdeel van de Verenigde Naties en

is gevestigd in Génève. WIPO houdt zich bezig met intellectueel eigendom en voorziet in de PCT-route. Deze aanvragen krijgen als nummer WOxxxxxx die ook wel WO-aanvragen worden genoemd.

WO Octrooiaanvragen die worden ingediend via de PCT-route krijgen als nummer WOxxxxxxxxxx. Om die reden worden ze ook wel WO-aanvragen genoemd.

WO-route (zie PCT-route). WPI Derwent World Patents Index, van Thomson Scientific, de belangrijkste private

aanbieder van octrooi-informatie.