Download de presentatie
-
Upload
phungduong -
Category
Documents
-
view
227 -
download
0
Transcript of Download de presentatie
Prof. Dr. F. Laevers Els BertrandsGerlinde Snoeck m.m.v. Prof. Dr. W. Van den Noortgate
Welbevinden, betrokkenheid en leerwinst
Omschrijving betrokkenheid
een bepaalde belevingswijzebij een activiteit of een aanbod
uit zich in
� geconcentreerde, aangehouden en tijdvergeten activiteit
� geboeid en gemotiveerd bezig zijn� intense waarnemingen en betekeniservaring� sterke voldoening� zich aan de grens van zijn mogelijkheden bewegen
Betrokkenheid
1. Heeft niets vandoen met „alle inspanning wegnemen“ („het moet leuk zijn!“)
2. Gaat uit van onderwijs zoals het is
3. Zegt ons hoe krachtig de leeromgeving is
4. Is resultante van interactie tussen aanpakfactoren en leerlingkenmerken
5. Een indicatie voor ‚deep-level-learning‘
DE ZONE VAN NAASTE DE ZONE VAN NAASTE ONTWIKKELINGONTWIKKELING
moeilijkheidsgraad
moeilijkheidsgraad
competentiescompetenties
betrok
kenheid
betrok
kenheid
faalangst
verveling
depressie
� Is er een samenhang tussen:
� betrokkenheid en kenmerken van de leeromgeving?
� betrokkenheid en leerlingkenmerken?
� leerwinst en leerlingkenmerken?
� leerwinst en kenmerken van de leeromgeving?
� betrokkenheid en leerwinst?
Hebben bepaalde profielen van leerlingen meer baat bij bepaalde vormen van leeromgevingen?
Onderzoeksvragen
Jongen Meisje Totaal Leerjaar
Sterk 71410
182013
25
3423
3
46
Zwak 242013
141911
3839
24
34
6
Totaal 88 95 183
Verzamelde data [1]
� Observaties op basis van scanningsprocedure� Betrokkenheid: 5 halve dagen 10 leerlingen � Aanpakfactoren (kenmerken leeromgeving)
� Klasklimaat � Leerkrachtstijl� Vak, werkvorm, organisatievorm…
Scanningprocedure
� Systematisch wordt elke lln gedurende 2-3 min geobserveerd� Onderzoeker verplaatst zich in wat de lln.
ervaart (affectief/cognitief/conatief)
� Kent score toe op 5-puntenschaal� Tikt relevante gegevens m.b.t.
leeromgeving in
De Leuvense De Leuvense BetrokkenheidsschaalBetrokkenheidsschaal
5 niveaus5 niveaus
>>1 Geen activiteit1 Geen activiteit
>>2 Onderbroken activiteit2 Onderbroken activiteit
>>3 Activiteit zonder intensiteit3 Activiteit zonder intensiteit
>>4 Activiteit met intense momenten4 Activiteit met intense momenten
>>5 Aangehouden intense activiteit5 Aangehouden intense activiteit
Verzamelde data [1]
� Observaties op basis van scanningsprocedure� Betrokkenheid: 5 halve dagen 10 leerlingen � Aanpakfactoren (kenmerken leeromgeving)
� Klasklimaat � Leerkrachtstijl� Vak, werkvorm, organisatievorm…
� Geobserveerd zonder voorkennis van achtergrond selectie leerlingen� Gegevens sterk/zwak niet gekend.� SES, thuistaal� Inschatting leerkrachten
Verzamelde data [2]
� Inschattingen door de leerkracht (einde nov/dec) :� Welbevinden en betrokkenheid (proceskenmerk)� Competenties (leerlingkenmerk)
� Inschatting door leerlingen (mei/juni)� Zelfinschatting : Welbevinden, betrokkenheid,
competenties (leerlingkenmerk)� Klasklimaat (kenmerk leeromgeving)
� Kwalitatieve gegevens m.b.t. � leerkrachtopvattingen van achtergrondgegevens
van onderzoekslln. m.b.t. schoolloopbaan
Is er activiteit / aandacht
Nee = 1 ja
Hoe lang duurt de activiteit
Vaak onderbroken = 2
Ononderbroken bezig
Hoe is de kwaliteit
Echte betrokkenheidssignalen
ontbreken = 3
Betrokkenheidssignalen aanwezig
Hoe lang duren deze
50 -75 %
v/d tijd = 4
75 – 100 %
v/d tijd = 5
Scanning Scanning ‘‘betrokkenheidbetrokkenheid’’
< 2.9 2.9< 2.9 2.9--3.2 3.33.2 3.3--3.6 3.73.6 3.7--4.0 >4.04.0 >4.0
School 1 1School 1 1 22 33 22 00School 2 1School 2 1 22 44 22 00School 3 1School 3 1 00 77 33 00School 4School 4 22 88 22 22 11School 5 1School 5 1 00 55 33 00School 6School 6 11 11 22 55 00
TotalTotal 77 1313 2323 1717 11
-verdeling van 61 klassen (lager onderwijs)
Niveau Waardering> 3.75 ZEER GOED
3.51 – 3.75 GOED
3.26-3.50 MATIG
3.00 - 3.25 LAAG
< 3.00 ZEER LAAG
Beoordeling van de niveaus van betrokkenheid
1. Betrokkenheid
Totaal aantal observaties 2737
Aantal observaties per klas
(ca.)110
Observatiebeurten per leerling (2 à 3 per halve dag)
10 à 15
Gemiddelde BTH(schaal 1-5)
3.11
Histogram gemiddelde BTH per klas
2,82 2,84 2,87
2,88 2,91 2,95
2,95 2,99 3,02 3,05 3,09
3,1 3,
2
3,21 3,25 3,
31
3,31 3,33 3,37 3,
46
3,46
2,5
3
3,5
4S
1L4
S5L
3
S6L
3
S1L
3
S5L
4
S3L
6
S7L
3
S3L
4
S8L
3
S8L
6
S7L
4
S3L
3
S8L
4
S2L
4
S4L
6
S2L
6
S5L
6
S4L
4
S4L
3
S1L
6
S6L
4
Gemiddelde betrokkenheid per klas
Referentiekader betrokkenheid> 3.75 BH is hoog
3.51 – 3.75 BH is goed
3.26-3.50 BH is matig
3.00 - 3.25 BH is laag
< 3.00 BH is zeer laag
Gemiddelde betrokkenheid = 3.11
2,82 2,84 2,87
2,88 2,91 2,95
2,95 2,99 3,02 3,05 3,09
3,1 3,
2
3,21 3,25 3,
31
3,31 3,33 3,37 3,
46
3,46
2,5
3
3,5
4S
1L4
S5L
3
S6L
3
S1L
3
S5L
4
S3L
6
S7L
3
S3L
4
S8L
3
S8L
6
S7L
4
S3L
3
S8L
4
S2L
4
S4L
6
S2L
6
S5L
6
S4L
4
S4L
3
S1L
6
S6L
4
Zeer laag Laag Matig
Situering onderzoeksgroep in referentiekader betrokkenhei d
2. Leerkrachtstijl
Stimulerentussenkomsten die de activiteit verrijken waardoor deze
intenser en boeiender wordt
Sensitiviteittussenkomsten die aanvaarding en begrip tonen voor de
basisbehoeften en gevoelens van kinderen
Autonomie verlenentussenkomsten waarin op een positieve manier wordt
ingespeeld op de initiatieven die kinderen nemen
Totaal aantal inschattingen: 75 Totaal aantal inschattingen per klas: 3à4
Stimuleren
Niveau 1
Komt uitgesproken routineusover, voelt helemaal niet aanwat kinderen interesseert, stemt zich in tussenkomsten helemaal niet af op het ontwikkelingsniveau, ontneemt kansen tot zinvolle communicatie, activiteit en denken, laat door dit alles een uitgesproken schoolse indruk na.
Niveau 7
Komt op een enthousiasmerende manier tussen, voelt perfect aan wat kinderen kan boeien , sluit goed aan bij het ontwikkelingsniveau van kinderen, prikkelt voortdurend tot communicatie, activiteit en denken en laat door dit alles globaal een zeer stimulerende indruk na.
Sensitiviteit Niveau 1
In de tussenkomsten overheerst een negatieve toon , een niet accepterende instelling, soms irritatie, een opvallend gebrek aan inleving in de gevoelens en noden van kinderen (de nood aan respect, aan aandacht en affectie, de nood aan duidelijkheid en bevestiging, nood aan begrip voor emoties).
Niveau 7
De tussenkomsten zijn uitgesproken positief en getuigen van een zeer grote sensitiviteit en mate van inleving in de gevoelens en noden van kinderen (de nood aan respect, aan aandacht en affectie, aan duidelijkheid en bevestiging, de nood aan begrip voor emoties).
Autonomie verlenenNiveau 1
De autonomie van kinderen wordt in grote mate ingeperkt . Interesses worden genegeerd , van standaard werkwijze mag niet worden afgeweken , het resultaat moet precies aan het model beantwoorden, regels en afspraken worden opgedrongen of conflicten zonder overleg ‘opgelost
Niveau 7
Kinderen krijgen zeer uitdrukkelijk de ruimte om zich te manifesteren: de eigen interesses kunnen aan bod komen, experimenteren wordt aangemoedigd , kinderen bepalen wat ze als ‘af’ beschouwen, regels en afspraken komen in overlegtot stand of worden toegelicht, conflicten worden in dialoog opgelost.
1,00
2,00
3,00
4,00
5,00
6,00
7,00
dimensies leerkrachtstijl
Stimuleren
Sensitiviteit
Autonomie
Gemiddelde leerkrachtstijl 3 de leerjaar
3. Klasklimaat
Sfeerde mate van collectief welbevinden, het al dan niet goed
voelen bij elkaar
Relaties tussen kinderende wijze waarop de kinderen met elkaar omgaan
Relatie met de leerkrachtde manier waarop leerkracht en kinderen met elkaar omgaan
Structuur en regelsde mate waarin het klasleven een vlot verloop kent, de wijze
waarop leerlingen omgaan met afspraken en regels.
Totaal aantal inschattingen: 75 Totaal aantal inschattingen per klas: 3à4
Sfeer
Niveau 1:
De globale sfeer is onaangenaam: de sfeer is onrustig en gespannen, kinderen genieten niet en voelen zich in het algemeen niet in hun sas in de klas.
Niveau 7:
De globale sfeer is erg prettig: het gaat er gezellig aan toe, je ziet kinderen vaak (glim)lachen en plezier beleven, er is humor, kinderen reageren spontaan en durven er zichzelf te zijn.
Relatie tussen kinderen
Niveau 1:
De interacties tussen de kinderen zijn overwegend negatief geladen: er zijn vaak conflicten, vriendschapsrelaties komen nauwelijks voor en kinderen worden uit de groep gesloten.
Niveau 7:
De kinderen gaan op een prettige manier met elkaar om: ze helpen elkaar, hebben vrienden in de klas en laten zich niet tot pestgedrag verleiden.
Relatie met de leerkracht
Niveau 1
De relatie tussen leerkracht en kinderen wordt gekenmerkt door een grote afhankelijkheid en onzekerheid en het ontbreken van een affectieve band.
Niveau 7
De relatie tussen leerkracht en leerlingen is uitgesproken positief: kinderen voelen dat ze vertrouwen krijgen wat zich uit in onafhankelijk gedrag en open communicatie over hun belevingen.
Structuur en regels
Niveau 1
De klasorganisatie loopt stroef: het vraagt veel energie van de leerkracht om de groepsregels te handhaven, ongewenst rumoer te voorkomen en de leerlingen aan het werk te zetten en te houden.
Niveau 7
De klasorganisatie loopt op wieltjes: kinderen respecteren spontaan de regels, geven aandacht en zijn taakgericht bezig zonder extra tussenkomsten van de leerkracht.
1,00
2,00
3,00
4,00
5,00
6,00
7,00
dimensies klasklimaat
sfeer
relatie tussen ll
relatie ll - lk
structuur en regels
Gemiddelde klasklimaat 3 de leerjaar
1
2
3
4
5
6
7
S1L3 S3L3 S4L3 S5L3 S6L3 S7L3 S8L3
sfeer
relatie tussen kinderen
relatie LL - LK
structuur
Multiniveau-analyse
Waar situeren zich de verschillen in devariantie in betrokkenheidscores? � Multiniveau-analyse met 3 niveaus:
- Binnen de leerling“Elk kind heeft een min of meer fluctuerend niveau van betrokkenheid dat deel uitmaakt van zijn profiel”
- Tussen leerlingen- Tussen klassen
(87.6%)
(4.7%)
(7.7%)
� Wat doet er toe?(sign. verschillen < .0001)
- Vakgebied (3%)
- Werkvorm (1.9%)
- Activiteit leerling (1.7%)
- Inschatting competenties leerkracht (1.3%)
- Sterke versus zwakke leerlingen (.26%)
(% = proportie verklaarde variantie)
� Wat doet er niet toe?(geen sign. verschillen)
- School- SES- Tijdstip
Voorspellende factoren
Variantieanalyse
� Gemiddelde betrokkenheidsscore per vakgebied
(F= 4.05, p<.0001)
Muziek/drama(N= 51)
3.38
Vakoverschrijdend(N= 145)
3.34
Beeldend (N= 76)
3.28
W.O.(N= 247)
3.20
Taal(N= 664)
3.16
Frans(N= 70)
3.12
Wiskunde (N= 597)
3.06
� Gemiddelde betrokkenheidsscore naar werkvorm
(F= 4.66, p<.0001)
Vakoverschrijdend (project-, contractwerk)
3.31
Praktische opdrachten (experimenteren)
3.24
Inoefenen leerstof 3.17Dictee, toetsen 3.14Klasgesprekken 3.09Onderwijsleergesprek, sturend
3.06
Klassikale uitleg 2.85
Variantieanalyse
Vertellen van eigen verhaal, eigen ervaringen
3.38
Zelf gekozen, open opdracht uitvoeren 3.37Instructies uitvoeren 3.15Participeren aan gesprek 3.11Toets maken 3.10Luisteren, instructies volgen 2.97andere 2.60Zich bezig houden (dood moment) 2.46
� Gemiddelde betrokkenheidsscore naar activiteit van de leerling (F= 6.60, p<.0001)
Variantieanalyse
Is er een relatie met betrokkenheid?Speelt het pygmelion effect?
Eerste verkenning:
1. Testen taalvaardigheid (VLOT)� Aanvangsniveau� Einde schooljaar
2. Rapportcijfers
3. Competentie ingeschat door de leerkracht
Gemiddelde betrokkenheidsscore en prestatieniveau van lln op basis van aanvangstests
(F= 7.55, p<.0001)
Subgroep zwak voor taalaspectenAanvangsniveau
3.09
Subgroep sterk voor taalaspectenAanvangsniveau
3.40
Variantieanalyse
Betrokkenheidsscore en prestatieniveau van lln op basis van aanvangstests
Significant niveau <.0001
Verklaarde variantie
0.26
Multiniveau-analyse
Betrokkenheidsscores hangen samen met de scores (einde van het schooljaar)op volgende VLOT-toetsen
•Schrijven 3de, 4de, 6de leerjaar(sign p < 0.05)
•Lezen 3de, 4de, 6de leerjaar(sign p < 0.01)
•Luisteren 3de, 4de, 6de leerjaar(sign p < 0.01)
Multiniveau-analyse
Multiniveau-analyse
� Betrokkenheid en de inschatting door leerkrachten van de leerlingcompetentie
Significant niveau <.0001
Verklaarde variantie
1.30
In welke mate hangt de inschatting door de leerkracht van de competentie van de leerling samen met meetresultaten van output?
Pearson correlaties
Inschatting competenties door de leerkracht – rapportcijfer
0.56p < .0001
Inschatting competenties door de leerkracht – eindniveau VLOT-test
0.39 p < .0001
Voorlopige conclusies1.De niveaus van betrokkenheid zijn eerder laag2.Leerlingen die op de aanvangstest zwakker presteren zijn
ook eerder minder betrokken op metingen in het jaar3.Leerlingen die minder betrokken zijn hebben ook zwakkere
resultaten op de eindtoetsen voor taal4.De inschatting van de competentie v.d. leerling door de
leerkracht vertoont een samenhang met de betrokkenheid5.De inschatting van de competentie v.d. leerling door de
leerkracht correleert met de rapportcijfers en eindtoets
Hoe kunnen we ook voor de zwakkere leerling hogere betrokkenheid realiseren?
Verdere analyses
1.Leerlingen die op de aanvangstest zwakker presteren zijn ook eerder minder betrokken op metingen in het jaar
2.Leerlingen die minder betrokken zijn hebben ook zwakkere resultaten op de eindtoetsen voor taal
3.De inschatting van de competentie v.d. leerling door de leerkracht vertoont een samenhang met de betrokkenheid
4.De inschatting van de competentie v.d. leerling door de leerkracht correleert met de rapportcijfers en eindtoets
Hoe kunnen we ook voor de zwakkere leerling hogere betrokkenheid realiseren?
Verdere analyses [1]
� Kwantitatief
� In welke mate is er een samenhang tussen de geobserveerde BETROKKENHEID en
�klasklimaat�leerkrachtstijl �zelfinschattingen van leerlingen
voor WB/BTH/COMP/KLIMAAT
�leerkracht-inschattingen voor WB & BTH
Verdere analyses [2]
� Kwantitatief
� In welke mate is er een samenhang tussen de klasklimaat
�betrokkenheid�klasklimaat�leerkrachtstijl �zelfinschattingen van leerlingen
voor WB/BTH/COMP/KLIMAAT
�leerkracht inschattingen voor WB & BTH
en LEERWINST