Doorstroom opvang belemmerd door - Leger des Heils · Het Leger des Heils werkt met een unieke...

17
Doorstroom opvang belemmerd door financiële knelpunten schuldhulpverlening Rapport

Transcript of Doorstroom opvang belemmerd door - Leger des Heils · Het Leger des Heils werkt met een unieke...

Page 1: Doorstroom opvang belemmerd door - Leger des Heils · Het Leger des Heils werkt met een unieke doelgroep waarvoor het cruciaal is om verder te denken dan standaardoplossingen alleen.

Doorstroom opvang belemmerd door � nanciële knelpunten

schuldhulpverlening

Rapport

Page 2: Doorstroom opvang belemmerd door - Leger des Heils · Het Leger des Heils werkt met een unieke doelgroep waarvoor het cruciaal is om verder te denken dan standaardoplossingen alleen.

2 3

LEGER DES HEILS RAPPORT KNELPUNTEN INHOUDSOPGAVE

Inhoudsopgave

HOOFDSTUK 5

Trage procedures en gebrek aan marge in

opstarten en doorlopen schuldhulpverlening

5.1 Trage procedures

5.2 Gebrek aan marge

5.3 Oplossingsrichtingen en aanbevelingen

HOOFDSTUK 6

Gebrek aan � nanciële kennis bij begeleiders

6.1 Begeleiders missen � nanciële kennis

6.2 Oplossingsrichtingen en aanbevelingen

HOOFDSTUK 7

Ketensamenwerking

7.1 Ketensamenwerking als succesfactor

7.2 Oplossingsrichtingen en aanbevelingen

HOOFDSTUK 8

Jongeren in de knel

8.1 Toename dakloosheid onder jongeren

8.2 Georganiseerde uitsluiting

8.3 Oplossingsrichtingen en aanbevelingen

HOOFDSTUK 9

Woningnood

9.1 Woningnood

9.2 Oplossingsrichtingen en aanbevelingen

Bronnenlijst

Infographic

HOOFDSTUK 0

Samenvatting

HOOFDSTUK 1

Inleiding

1.1 Context en aanleiding

1.2 Doel van het onderzoek

1.3 Selectie gemeenten en producten

1.4 Doelgroep onderzoek en selectie deelnemers

1.5 Verantwoording onderzoeksmethoden

1.6 Generaliseerbaarheid en reikwijdte

HOOFDSTUK 2

Financiële problematiek in een context

van duurzaam herstel

2.1 Het Leger des Heils – een unieke doelgroep

2.2 Duurzaam herstel

HOOFDSTUK 3

Algemene resultaten uit de vragenlijst

3.1 Hoe vaak komen � nanciële knelpunten voor?

3.2 Hoeveel vertraging leveren � nanciële

knelpunten op?

3.3 Impact

3.4 Karakteristieken en kenmerken

HOOFDSTUK 4

Financiële knelpunten uit de vragenlijst

4.1 Categorisatie � nanciële knelpunten

4.2 Selectie thema’s

4

6

6

6

6

7

7

7

7

8

8

8

10

10

11

11

11

14

14

14

16

16

19

20

22

22

23

24

24

24

26

26

26

27

28

28

28

29

30

Concept & realisatie:

Redmatters www.redmatters.com

Page 3: Doorstroom opvang belemmerd door - Leger des Heils · Het Leger des Heils werkt met een unieke doelgroep waarvoor het cruciaal is om verder te denken dan standaardoplossingen alleen.

4 5

LEGER DES HEILS RAPPORT KNELPUNTEN HOOFDSTUK 0 SAMENVATTING

Achtergrond en doel onderzoek

In de gemeente Utrecht bleken � nanciële problemen de

voornaamste belemmering te zijn voor deelnemers uit

Beschermd Wonen (BW) en de Maatschappelijke Opvang

(MO) om uit te stromen (Bureau HHM 2015). In reactie op

deze bevinding heeft de gemeente Utrecht een taskforce

samengesteld die dit nader heeft onderzocht. Leger des

Heils Midden Nederland is hier onderdeel van geweest.

Doel is een landelijk beeld te vormen van waar deze

knelpunten in het systeem verankerd zitten en welke

oplossingsrichtingen daar in de praktijk bij aansluiten.

In de periode april-juni 2017 is een online vragenlijst uitgezet

onder persoonlijk begeleiders binnen BW en MO locaties in

8 verschillende gemeenten. Gegevens van 358 deelnemers

zijn verzameld. Hiervan had 41% te maken met een � nancieel

knelpunt waardoor zij niet uit konden stromen. Deze 145

knelpunten waren gelijkmatig verdeeld over de verschillende

productvormen.

Gebaseerd op de uitkomsten van de vragenlijst en interviews

met teamleiders is een vijftal thema’s verder uitgediept.

1. Trage procedures en gebrek aan marge in het opstarten

en doorlopen van schuldhulpverlening

85-95% van de deelnemers heeft passende schuldhulp-

verlening nodig als essentiële stap op weg naar herstel. Dit

blijkt vaak moeilijk op gang te brengen. Lange doorlooptijden

van de benodigde procedures zorgen voor veel vertraging.

Schulden nemen toe, de problematiek wordt complexer.

Daarnaast wordt een sterk gebrek aan marge ervaren

in relatie tot de complexe doelgroep van het Leger des

Heils. Hierbij is aandacht voor het individu cruciaal. In de

huidige schuldhulpverlening ligt de focus nog te vaak op

protocollen. Een van de gevolgen is dat de route naar de

schuldhulpverlening voor 12 deelnemers geblokkeerd was.

Oplossingsrichtingen en aanbevelingen

1. De eerste stappen in de toeleiding naar de

schuldhulpverlening moeten sneller verlopen. Een nauwe

samenwerking tussen de gemeente en het Leger des

Heils is vereist en meer besef van de belevingswereld van

mensen met schulden. Een methodiek als Mobility

Mentoring kan inzicht geven in wanneer het geven van

marge constructief ingezet kan worden.

Samenvatting en overzicht aanbevelingen

2. Door gemeente en Leger des Heils kan gezamenlijk een route

verkend worden waarbij deelnemers onder voorwaarde

van budgetbeheer direct zelfstandig kunnen wonen,

waarna een schuldenregeling kan worden opgestart. Nauwe

samenwerking tussen de relevante ketenpartners en centrale

regie vanuit de gemeente zijn daarbij cruciaal.

3. Uitkeringen worden door de meeste gemeenten niet met

terugwerkende kracht uitgekeerd tot het moment van

instroom in de opvang. Deelnemers maken hierdoor in het

eerste deel van hun verblijf extra schulden. Een voorschot

van de gemeente bij binnenkomst in de opvang kan

uitkomst bieden.

2. Gebrek aan � nanciële kennis bij begeleiders

In 10% van de gevallen gaven begeleiders aan dat zij de � nanciële

kennis missen om het knelpunt te verhelpen. Schuldensituaties

en het oplossen er van wordt steeds meer specialistenwerk.

Oplossingsrichtingen en aanbevelingen

Waarborgen � nanciële kennis binnen elke locatie.

Dit kan op 2 manieren:

1. Het vergroten van � nanciële kennis onder begeleiders

stimuleren via de Leger des Heils Academie (E-learning

modules en handvatten m.b.t. de lokale sociale kaart

2. Financiële specialisten aantrekken (SJD’ers) of werken

met een aparte � nanciële afdeling waar � nanciële

trajecten van deelnemers aan worden overgedragen.

3. Ketensamenwerking

Het hebben van korte lijnen bij ketenpartners is een

structurele succesfactor voor goedlopende � nanciële

trajecten en het verhelpen van � nanciële knelpunten.

Bij persoonlijk contact wordt sneller actie ondernomen en

meer buiten bestaande kaders en protocollen gedacht.

Oplossingsrichtingen en aanbevelingen

1. Samenwerkingsorganen tussen gemeente, zorgverleners en

woningbouwcoöperaties opzetten, die frequent met elkaar

om tafel zitten om individuele casuïstiek te bespreken. Dit

komt zowel de deelnemer als het vertrouwen tussen de

ketenpartners ten goede. In gemeentes waar dergelijke

samenwerking nog niet gangbaar is kan het Leger des Heils

initiatiefnemer zijn.

2. Op instellingsniveau kunnen vestigingen zich actief als

betrokken en geïnteresseerde ketenpartner presenteren.

4. Jongeren in de knel

Van de 145 deelnemers met een � nancieel knelpunt is 25%

jonger dan 27 jaar. Dit lijkt in lijn te liggen met de landelijke

stijging van het aantal dakloze jongeren.

Oplossingsrichtingen en aanbevelingen

1. NIBUD heeft berekend dat alleenstaande jongeren die

leven van een bijstandsuitkering onmogelijk zelfstandig

kunnen wonen en � nancieel rondkomen. Er is sprake van

een structureel tekort waardoor een groep kwetsbare

jongeren consequent in schuldsituaties terechtkomt.

Landelijke sturing is hier noodzakelijk.

2. Ondersteuning van jongeren vanuit de gemeente bij

de overgang 18-/18+ is gebrekkig. Jeugdwet, WMO en

participatiewet moeten zowel in beleid als in uitvoering

beter op elkaar aangesloten worden.

3. Het Leger des Heils kan zich richten op het creëren van

meer zelfstandige opvangruimte voor jongeren, zoals

Kamers met Kansen.

5. Woningnood

12% van het totaal aantal deelnemers kon nog niet

uitstromen omdat er geen passende woonruimte

beschikbaar was. Door een te laag inkomen en het landelijke

tekort aan goedkope sociale huurwoningen. In de tweede

plaats moet eventuele ambulante begeleiding ter plekke

kunnen worden georganiseerd.

Oplossingsrichtingen en aanbevelingen

1. Centrale regie vanuit de gemeente om aanbod en

vraag in beeld te krijgen en op elkaar af te stemmen.

Samenwerkingsorganen kunnen ook hier een sleutelrol

vervullen.

2. Meer goedkope sociale huurwoningen. De komende

jaren zijn er 10.000 extra nodig. Hiervoor is sturing vanuit

de overheid en naleving van afspraken vereist.

Hoofdstuk 0

Knelpunt Aantal % deelnemers met knelpunt

1. Huurschuld bij woningbouwcoöperatie 34 23.4%

2. Inkomen te laag 31 21.4%

3. Schulden niet of niet volledig in kaart 23 15.9%

4. Schuldhulpverlening opstarten duurt lang: procedures en wachtlijst 21 14.5%

5. Gebrek aan � nanciële kennis bij begeleiders 15 10.3%

6. Toegang schuldhulpverlening geblokkeerd 12 8.3%

7. Aanvragen uitkering 11 7.6%

Page 4: Doorstroom opvang belemmerd door - Leger des Heils · Het Leger des Heils werkt met een unieke doelgroep waarvoor het cruciaal is om verder te denken dan standaardoplossingen alleen.

7

LEGER DES HEILS RAPPORT KNELPUNTEN

6

1.1. Context en aanleiding

Financiële problematiek is de grootste belemmering

voor de doorstroom uit Beschermd Wonen (BW) en

de Maatschappelijke opvang (MO). Dat is de conclusie

die onderzoeksbureau HHM in 2015 trekt naar aanleiding

van haar onderzoek naar wachtlijstvervuiling bij WMO-

instellingen in Utrecht. Het gevolg: de WMO-instellingen

raken verstopt, wachtlijsten groeien, maatschappelijke

kosten nemen toe en cliënten voelen zich gehinderd.

Op landelijk niveau wordt deze problematiek bij het Leger des

Heils al langer herkend. De doelgroep van het Leger des Heils is

en blijft kwetsbaar. Vanwege de complexiteit van de problemen

ontbreekt het vaak aan standaard oplossingen vanuit wet- en

regelgeving. De verwachting is dat � nanciële knelpunten dan

ook op landelijk niveau veelvuldig voorkomen.

1.2 Doel van het onderzoek

Een landelijk beeld vormen van het voorkomen en de

samenstelling van � nanciële knelpunten voor deelnemers

in BW en MO instellingen van het Leger des Heils. Helder

maken waar deze knelpunten in het systeem verankerd

zitten en welke oplossingsrichtingen daar in de praktijk bij

aansluiten.

Doelstellingen:

1. Duidelijk maken in welke mate � nanciële problematiek

binnen BW en MO instellingen van het Leger des

Heils een belemmering vormt voor doorstroom naar

zelfstandige(r) woonvormen.

2. Een concreet beeld vormen van de aard en omvang van

deze problematiek.

Inleiding

3. Structurele knelpunten aantonen en beschrijven.

4. Het formuleren van oplossingsrichtingen en

aanbevelingen voor deze knelpunten.

5. Inventariseren welke best practices in de onderzochte

gemeenten gepraktiseerd worden.

1.3. Selectie gemeenten en producten

Het onderzoek is uitgevoerd in 8 gemeenten: Dordrecht,

Eindhoven, Emmen, Enschede, Groningen, Lelystad,

Maastricht en Rotterdam. Er is gestreefd naar een landelijke

spreiding en een balans tussen grote en kleine gemeenten.

In het onderzoek zijn alle BW en MO producten van

het Leger des Heils waar doorstroom van toepassing is

meegenomen: Van de Straat, Herstart, Vast en Verder, Zij aan

Zij en Huis en Haard.

1.4 Doelgroep onderzoek en selectie deelnemers

De doelgroep wordt gevormd door deelnemers die

gebruikmaakten van het product Van de Straat, Herstart,

Vast en Verder, Zij aan Zij of Huis en Haard en niet door

konden stromen naar zelfstandige woonruimte (evt. met

ambulante begeleiding) door een � nancieel knelpunt.

De selectie van deelnemers is gemaakt door middel van

een dynamische online vragenlijst die door persoonlijk

begeleiders werd ingevuld. In de vragenlijst werd voor elke

deelnemer als eerst de vraag gesteld: ‘Als we � nanciële

problemen buiten beschouwing laten: is deze deelnemer

dan verder voldoende stabiel om zelfstandig te kunnen

wonen (met eventuele ambulante begeleiding)?’ Indien

deze vraag met ‘ja’ werd beantwoord was de hierop

volgende vraag: ‘Als we de � nanciële situatie er wel bij

betrekken: is er bij deze deelnemer dan sprake van een

� nancieel knelpunt dat de doorstroom nog belemmert?’

Werd ook hier ‘ja’ geantwoord dan volgde een serie

inhoudelijke vragen waarin het knelpunt verder werd

uitgediept.

1.5 Verantwoording onderzoeksmethoden

Er is op verschillende manieren informatie verzameld:

namelijk aan de hand van een literatuurstudie, een online

vragenlijst, telefonische interviews met teamleiders, een

focus groep en interviews met deelnemers.

1.6. Generaliseerbaarheid en reikwijdte

De gevonden problematiek werd door nagenoeg

alle teamleiders in sterke mate herkend. De primaire

classi� catie van de knelpunten in de vragenlijsten vertoont

eenzelfde patroon als het eerder genoemde onderzoek

uit de gemeente Utrecht. De resultaten zijn derhalve een

representatieve afspiegeling van de doelgroep waar het

Leger des Heils mee werkt binnen BW en MO.

De consistentie van de gegeven antwoorden kon ten

dele gecontroleerd worden door de antwoorden van

sommige multiple choice vragen te vergelijken met de open

omschrijvingen van de � nanciële knelpunten. Bij vergelijking

bleken deze antwoorden nagenoeg altijd consistent.

Het onderzoek heeft intern plaatsgevonden bij het Leger

des Heils en is voor publicatie niet doorgesproken met

gemeenten en ketenpartners. De deelnemers hebben zelf

geen inspraak in het invullen van de vragenlijsten gehad.

De problematiek die hierin naar voren komt re� ecteert dus

het perspectief van de begeleiders.

De spreiding van deelnemers over de verschillende

gemeenten en producten verschilde sterk omdat in een

aantal gemeenten en voor één productvorm slechts weinig

deelnemers binnen de doelgroep pasten. Daarmee kan met

minder zekerheid gezegd worden hoe representatief de

problematiek daar voor het product of de gemeente is.

Dit geldt voor Zij aan Zij en de gemeenten Eindhoven,

Lelystad en Groningen.

Hoofdstuk 1

HOOFDSTUK 1 INLEIDING

Page 5: Doorstroom opvang belemmerd door - Leger des Heils · Het Leger des Heils werkt met een unieke doelgroep waarvoor het cruciaal is om verder te denken dan standaardoplossingen alleen.

LEGER DES HEILS RAPPORT KNELPUNTEN

9

HOOFDSTUK 2 FINANCIËLE PROBLEMATIEK IN EEN CONTEXT VAN DUURZAAM HERSTEL

Het Leger des Heils werkt met een unieke doelgroep

waarvoor het cruciaal is om verder te denken dan

standaardoplossingen alleen. In het werken aan duurzaam

herstel kan � nanciële problematiek nooit los gezien

worden van de persoon als geheel.

2.1 Leger des Heils – een unieke doelgroep

Het gaat om mensen met problematiek op verschillende

levensgebieden die zich met elkaar verweven heeft. Veel

deelnemers zijn laaggeletterd en er is een hoge prevalentie

van verslavings- en psychologische problematiek. Het

sociaal netwerk wordt vaak met het opstapelen van

problemen kleiner en kleiner. Wanneer hier ook nog

schulden bij komen is de situatie snel niet meer te overzien

en is het bieden van de juiste hulp cruciaal.

De decentralisatie van de WMO zou de gemeenten meer

ruimte moeten geven om maatwerk te kunnen leveren. Toch

dreigen deelnemers van het Leger des Heils vaak tussen wal

en schip te vallen. Er is structureel aandacht nodig voor het

individu en zijn verhaal.

2.2 Duurzaam herstel

Financiële problematiek vormt de grootste belemmering

voor de doorstroming naar zelfstandig wonen. Het is echter

van groot belang in gedachten te houden dat het de

persoon is die tot herstel gebracht moet worden, niet een

bankrekening.

Er gaat veel aan de � nanciële problemen vooraf,

gebeurtenissen met een sterke psychologische weerslag.

Om weer duurzame mee te draaien in de maatschappij

moet de persoon als geheel worden gezien, ook wanneer de

focus daarbij op � nanciën ligt.

Financiële problematiek in een context van duurzaam herstel

Hoofdstuk 2

8

Page 6: Doorstroom opvang belemmerd door - Leger des Heils · Het Leger des Heils werkt met een unieke doelgroep waarvoor het cruciaal is om verder te denken dan standaardoplossingen alleen.

11

LEGER DES HEILS RAPPORT KNELPUNTEN

10

3.1 Hoe vaak komen � nanciële knelpunten voor?

Algemeen

159 van de 372 deelnemers ervaart een � nancieel knelpunt

dat de doorstroom belemmerde. Voor 14 was de ingevulde

informatie niet bruikbaar voor verdere analyse. De

inhoudelijke analyse is daarom gebaseerd op een dataset

van 145 knelpunten.

41% van de deelnemers in het huidige

onderzoek loopt vertraging op in hun traject

door � nanciële problematiek.

Het vermoeden van de onderzoeker is dat het daad-werkelijke

percentage enigszins hoger ligt. Van deelnemers waarvoor geen

knelpunt werd aangegeven, is niet voldoende persoonlijke

informatie beschikbaar om dubbeling uit te sluiten. Voor de

deelnemers met een � nancieel knelpunt was dit wel mogelijk.

Voor 59% van de deelnemers zijn � nanciële problemen

dus geen belemmering voor de doorstroom. Dit wil overigens

niet zeggen dat in deze trajecten geen � nanciële knelpunten

ervaren worden.

Per product

Uit bovenstaande gra� ek blijkt dat het aantal � nanciële

knelpunten gelijk verdeeld is over de producten, met

uitzondering van Huis en Haard. Dit kan samenhangen

met de gemiddelde trajectduur van de producten en de

samenstelling van de doelgroep. Bij Huis en Haard hebben

de deelnemers geregeld al gebruik gemaakt van een andere

woonvorm van het Leger des Heils en zijn al veel problemen

verholpen. Daarbij duren de trajecten bij Huis en Haard

gemiddeld genomen het langst, hierdoor is er meer tijd om de

� nanciën goed te regelen voordat doorstroom relevant wordt.

Algemene resultaten uit de vragenlijst

Doelstelling 1Duidelijk maken in welke mate � nanciële

problematiek binnen de producten Van de Straat,

Herstart, Vast en Verder, Zij aan Zij en Huis en

Haard een belemmering vormt voor doorstroom

naar zelfstandige(r) woonvormen.

Hoofdstuk 3

Figuur 1 Percentage deelnemers met knelpunten per product

zij aan zij(2/4)

0.00%

10.00%

20.00%

30.00%

40.00%

50.00%

60.00%

herstart(55/121)

van de straat(43/97)

vast en verder(21/46)

huis en haard(22/90)

Per gemeente

Financiële knelpunten bleken in alle gemeenten

op één na evenredig voor te komen. Voor vervolg-

onderzoek is het interessant om te kijken of het verschil

in deze ene gemeente stabiel is en waar het op terug

te leiden valt.

3.2 Hoeveel vertraging leveren � nanciële knelpunten op?

In de vragenlijst is de begeleiders gevraagd hoe lang de

huidige trajecten van de deelnemers duurden en hoeveel

maanden eerder deelnemers los van hun � nanciën al

stabiel genoeg waren om zelfstandig te gaan wonen.

Gemiddeld leverden de � nanciële knelpunten

op het moment van meten al een vertraging op

van 4,2 maanden.

3.3 Impact

Financiële knelpunten vertragen 41% van de trajecten binnen

de onderzochte producten en gemiddeld levert dit minstens

4,2 maanden vertraging op. De impact van deze cijfers vanuit

verschillende perspectieven:

De deelnemer: Signi� cante vertraging.

De dienstverlening: Het geheel van 145 knelpunten levert

een vertraging op van maar liefst 51,6 jaar. Als ze er niet

zouden zijn zou het Leger des Heils 12% meer deelnemers

kunnen helpen.

De maatschappij: Het rapport Kosten en baten van de

maatschappelijke opvang uit 2011 laat zien dat dakloosheid

een � inke kostenpost is voor de maatschappij en dat het

regelen van opvang en een weg naar herstel voor deze

mensen meer oplevert dan dat het kost.

3.4 Karakteristieken en kenmerken

Van de deelnemers met een � nancieel knelpunt was

23% vrouw en 77% man. De leeftijdsspreiding (Fig. 4)

laat zien dat er onder de deelnemers met knelpunten

een substantieel percentage jongeren is (18-26; 23%). Dit

kan verband houden met het feit dat het aantal dakloze

jongeren de laatste jaren sterk groeit1. Er zijn geluiden dat

de ondersteuning vanuit de overheid voor deze doelgroep

structureel ontoereikend is voor � nanciële zelfstandigheid.

In hoofdstuk 8 willen we aan deze doelgroep dan ook extra

aandacht besteden.

Figuur 5 laat zien dat 35% van de deelnemers al meer dan

eens dakloos is geweest. Een redelijk percentage komt

meermaals in een onwenselijke situatie terecht en heeft

meermaals een plek in de opvang nodig. In optimale zin

betekent duurzaam herstel dat dakloosheid in de toekomst

voorkomen kan worden. Een suggestie voor verder is om

1 https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2016/09/aantal-daklozen-in-zes-jaar-met-driekwart-toegenomen

Afbeelding of illustratie?

Product Huidige Trajectduur (mnd) Vetraging (mnd) Procentuele vertraging

Herstart 9 5 56%

Huis en Haard 24 4 17%

Vast en Verder 12,9 3,5 27%

Van de Straat 9,9 4 40%

Zij aan Zij 11,5 4,5 39%

Vrouw

Man

23%

Figuur 2 Vertraging traject voor deelnemers met � nanciële knelpunten per product

Figuur 3 Geslacht deelnemers

manvrouw

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE RESULTATEN UIT DE VRAGENLIJST

Page 7: Doorstroom opvang belemmerd door - Leger des Heils · Het Leger des Heils werkt met een unieke doelgroep waarvoor het cruciaal is om verder te denken dan standaardoplossingen alleen.

12

LEGER DES HEILS RAPPORT KNELPUNTEN

13

te bepalen wat ten grondslag ligt aan deze patronen van

herhaalde dakloosheid.

Schuldhulp

Bij 85-95% van de deelnemers met een � nancieel knelpunt

spelen schulden een rol hier in. Vanwege de vaak beperkte

� nanciële zelfredzaamheid van deelnemers is passende

schuldhulpverlening cruciaal. In de vragenlijst is in kaart

gebracht welke manieren van schuldhulp de deelnemers

ontvingen. Dit overzicht is weergegeven in Tabel 2.

Deelnemers kunnen meerdere soorten schuldhulp tegelijk

ontvangen. Het totaal van de tabel komt op 110%, dat geeft

aan dat dit niet veel voorkomend is.

Gezien de vaak hoge schulden waar deelnemers mee

kampen is het opmerkelijk te noemen dat maar een zeer laag

percentage van de deelnemers op het moment van meten

in een schuldsaneringstraject zat. Verschillende oorzaken

kunnen hier aan bijdragen. Het duurt vaak lang voordat een

deelnemer stabiel genoeg is om met goed perspectief te

beginnen aan een schuldsaneringstraject. Een mogelijkheid

is dus dat veel deelnemers op het moment van meten nog

niet toe waren aan deze stap. Een andere oorzaak kan liggen

in het feit dat deelnemers pas na uitstroom beginnen aan

een saneringstraject. Daarbij valt ook op dat maar liefst 38%

van de deelnemers helemaal geen schuldhulpverlening

ontving. Wanneer hier nader op ingezoomd wordt, blijkt

dat dit ongeveer in de helft van de gevallen sprake is van

zorgmijdend gedrag van de kant van de deelnemer. In de

andere helft van de gevallen is er sprake van een lopende

aanvraag voor schuldhulpverlening of een blokkade in de

toegang.

Woningnood

In het onderzoek kwam ook een groep naar voren waarbij

geen � nanciële of niet-� nanciële knelpunten meer speelden

maar die toch nog in de instelling verbleven. Wanneer

gekeken wordt naar de reden hiervoor dan is er één duidelijk

hoofdthema: het vinden van passende woonruimte. Voor

33 deelnemers (9% van het totaal) was dit de enige reden

dat ze nog in de instelling verbleven. Vaak blijkt dit ook

een � nanciële component in zich te hebben. De meeste

deelnemers in de MO en BW hebben een laag inkomen

en woonruimte die voor hen betaalbaar is blijkt in de

meeste gemeenten erg schaars. Het gebrek aan betaalbare

woningen is iets dat al langer wordt herkend binnen de

opvang en de langdurige ggz2. Mede daarom willen dit

thema in hoofdstuk 9 speci� eke aandacht geven.

2 http://www.opvang.nl/site/item/tekort-aan-woningen-leidt-tot-opstopping-in-langdurige-ggz-en-opvang

Soort schuldhulp voorkomen

Budgetbeheer 10%

Budgetbegeleiding 6%

Beschermingsbewind 33%

Minnelijk traject 3%

WSNP 3%

Non-professionele hulp 3%

Overig 14%

Geen 38%

15%

20%

50%15%

1 keer

2 keer

Meer dan 2 keer

Nooit

Figuur 4 Leeftijdsspreiding deelnemers

18-26

0.00%

5.00%

10.00%

15.00%

20.00%

25.00%

30.00%

27-35 36-45 46-55 56-65 65+

Figuur 6 Ontvangen schuldhulp

2 keer

nooit

1 keer

meer dan 2 keer

Figuur 5 Herhaalde dakloosheid

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE RESULTATEN UIT DE VRAGENLIJST

Page 8: Doorstroom opvang belemmerd door - Leger des Heils · Het Leger des Heils werkt met een unieke doelgroep waarvoor het cruciaal is om verder te denken dan standaardoplossingen alleen.

14

LEGER DES HEILS RAPPORT KNELPUNTEN

15

4.1 Categorisatie � nanciële knelpunten

In de vragenlijst is de begeleiders gevraagd om het

� nanciële knelpunt van hun deelnemers te omschrijven.

Daarnaast werd hen de vraag voorgelegd wat zij zelf nodig

hebben om het knelpunt aan te kunnen pakken en wat

er buiten hun cirkel van invloed nodig is om het knelpunt

te kunnen verhelpen. Op basis van deze drie vragen zijn

de knelpunten gecategoriseerd. Waar meerdere � nanciële

knelpunten voor één deelnemer zijn omschreven, zijn deze

apart gecategoriseerd. Zo komt het totaal aantal gescoorde

knelpunten op 215. De tabel hieronder geeft de 7 meest

genoemde � nanciële knelpunten weer. In een focusgroep

is deze tabel voorgehouden aan teamleiders die bij het

onderzoek betrokken waren. Door hen werd het overzicht

vanuit de praktijk als compleet en herkenbaar ervaren.

Wanneer gekeken wordt naar de voornaamste categorieën

die naar voren komen, dan is hierin een sterke overeenkomst

met het onderzoek in Utrecht. Dit kan gezien worden als

een extra bevestiging dat de problematiek consistent en

systematisch is.

4.2 Selectie thema’s

Op basis van deze knelpunten zijn er een vijftal thema’s

geselecteerd die in het vervolg van dit rapport verder

uitgediept zullen worden. Deze thema’s zijn:

Hoofdstuk 5: Trage procedures en een gebrek

aan marge in het opstarten en doorlopen van

de schuldhulpverlening

Hoofdstuk 6: Gebrek aan � nanciële kennis en

expertise bij begeleiders

Hoofdstuk 7: Ketensamenwerking

Hoofdstuk 8: Woningnood

Hoofdstuk 9: Jongeren in de knel

HOOFDSTUK 2 SAMENVATTING

Financiële knelpunten uit de vragenlijst

Doelstelling 2Een concreet beeld vormen van de aard en

omvang van deze problematiek.

Hoofdstuk 4

Figuur 7 7 meest voorkomende knelpunten uit de vragenlijst

knelpunt aantal % deelnemers met knelpunt

1. Huurschuld bij woningbouwcoöperatie 34 23,4%

2. Inkomen te laag 31 21,4%

3. Schulden niet of niet volledig in kaart 23 15,9%

4. Schuldhulpverlening opstarten duurt lang: procedures en wachtlijst 21 14,5%

5. Gebrek aan � nanciële kennis bij begeleiders 15 10,3%

6. Toegang schuldhulpverlening geblokkeerd 12 8,3%

7. Aanvragen uitkering 11 7,6%

HOOFDSTUK 4 FINANCIËLE KNELPUNTEN UIT DE VRAGENLIJST

Page 9: Doorstroom opvang belemmerd door - Leger des Heils · Het Leger des Heils werkt met een unieke doelgroep waarvoor het cruciaal is om verder te denken dan standaardoplossingen alleen.

16 17

LEGER DES HEILS RAPPORT KNELPUNTEN

In het behandelen van de thema’s zullen de laatste

drie doelstellingen meegenomen worden. Per thema

wordt uitgewerkt welke structurele knelpunten

daaraan ten grondslag liggen maar ook welke mogelijke

oplossingsrichtingen en aanbevelingen hieraan verbonden

kunnen worden. Daarnaast worden er enkele creatieve

voorbeelden uit de praktijk vermeld.

5.1 Trage procedures

Op het moment dat deelnemers instromen in de MO of BW

bevinden ze zich vaak in een kritieke situatie. Problemen

spelen op meerdere levensdomeinen en in 85-95%

van de gevallen speelt er schuldenproblematiek. De

schuldenproblematiek vormt vaak een technisch probleem

waardoor deelnemers niet door kunnen stromen maar heeft

ook een sterke psychologische weerslag op het leven van

de deelnemer. Vanuit beide perspectieven is het van groot

belang dat de schulden direct bij binnenkomst goed worden

opgepakt zodat de deelnemers zo snel mogelijk in een

(� nancieel) stabiele situatie worden gebracht. In de praktijk

blijkt dit makkelijker gezegd dan gedaan. Er zijn veel stappen

nodig voordat een deelnemer kan beginnen aan een

schuldhulpverleningstraject. Wat in het huidige onderzoek

vooral naar voren komt, is dat de doorlooptijden van de

bijbehorende procedures de trajecten ernstig vertragen.

Deze bevinding komt overeen met het in 2016 uitgebrachte

Trage procedures en gebrek aan marge in opstarten en doorlopen van de schuldhulpverlening

Doelstelling 3Structurele knelpunten aantonen en beschrijven.

Doelstelling 4Het formuleren van oplossingsrichtingen en

aanbevelingen voor deze knelpunten.

Doelstelling 5Inventariseren welke best practices in de

onderzochte gemeenten gepraktiseerd worden.

Hoofdstuk 5

Knelpunt uit de praktijk

‘Deze deelnemer is werkzaam geweest als postbode. Hij heeft schulden en door een bankbeslag kon hij niet

meer met het openbaar vervoer naar zijn werk. Hij is ontslagen en heeft toen via het loket een uitkering moeten

aanvragen. Dit is nu ruim 10 weken geleden en de uitkering is nog steeds niet toegekend. Schulden lopen op dit

moment op en kunnen niet aangepakt worden.’

onderzoeksrapport Burgerperspectief Schuldhulpverlening

van de Nationale Ombudsman. Hierin worden de lange

doorlooptijden omschreven als ‘een van de meest door

burgers geuite klachten’. Voor de doelgroep van het Leger

des Heils komt hier nog bij dat er vaak extra procedures

doorlopen moeten worden voordat schuldhulpverlening

überhaupt in beeld komt.

Identiteitskaart, postadres, bankrekening en uitkering

Een van de eerste stappen in de stabilisatiefase is het

regelen van een stabiel inkomen voor de deelnemer. Vaak

is de basis hiervoor een uitkering vanuit de participatiewet.

Op dit punt in het traject kan er al stagnatie ontstaan. Bij het

Leger des Heils- product Van de Straat worden bijvoorbeeld

veel deelnemers opgevangen die een zwervend bestaan

hebben geleefd. Hierdoor zijn ze soms niet in het bezit van

identiteitspapieren of een bankrekening. Beide zijn nodig om

een uitkering te kunnen ontvangen. De aanvraag van een ID-

kaart kost geld, maar aangezien de meeste daklozen zonder

geld binnenkomen zal dit geld ergens vandaan moeten

komen. In sommige gemeenten kan bij de sociale dienst een

voorschot worden aangevraagd, echter kunnen er enkele

weken overheen gaan voordat dit voorschot binnen is. In dit

onderzoek werden twee deelnemers hierdoor opgehouden

in hun traject. Veel vertraging wordt ook opgelopen in het

aanvragen van de uitkering zelf. De algemene termijn voor

de behandeling van een aanvraag is acht weken, een termijn

die in de praktijk met regelmaat overschreden wordt. Elf

deelnemers worden op dit moment in hun traject hierdoor

opgehouden. Opgeteld kunnen er zo enkele maanden

zitten tussen het moment dat een deelnemer binnenkomt

en het moment dat een uitkering ontvangen wordt. Al

deze tijd heeft de deelnemer geen inkomen waardoor

er extra schulden gemaakt zullen worden voor eten en

slapen. Over het algemeen wordt de uitkering verstrekt

met terugwerkende kracht tot het moment van aanvraag,

maar niet tot het moment van binnenkomst in de opvang.

Hierdoor blijft er dus een gat dat voor eigen kosten van de

deelnemer komt.

Toekenning bewindvoering

Voor deelnemers die voor korte of langere tijd niet in

staat zijn om hun � nanciën gezond te beheren, is het

aanvragen van bewindvoering een veel gemaakte keuze.

Deze moet worden toegekend door de kantonrechter.

De gemiddelde wachttijd die door begeleiders vanuit

de praktijk genoemd wordt is 3 maanden, maar dit

kan per gemeente verschillend zijn. In het huidige

HOOFDSTUK 5 TRAGE PROCEDURES EN GEBREK AAN MARGE

Page 10: Doorstroom opvang belemmerd door - Leger des Heils · Het Leger des Heils werkt met een unieke doelgroep waarvoor het cruciaal is om verder te denken dan standaardoplossingen alleen.

19

LEGER DES HEILS RAPPORT KNELPUNTEN

18

Knelpunt uit de praktijk

‘De deelnemer heeft schulden bij het CJIB. Omdat hij eenmalig niet aan zijn betalingsregeling heeft voldaan, is

de betalingsregeling ingetrokken. Hierdoor wordt hij nu elke maand opgepakt door de politie of wordt zijn auto

in beslag genomen tenzij hij maandelijks 1000 euro betaalt.’

onderzoek stonden 33% van de deelnemers onder

beschermingsbewind. Zodra bewindvoering is toegekend

kan de bewindvoerder toewerken naar het opstarten van

een schuldhulpverleningstraject. Ook op dit gebied worden

problemen ervaren. In dit onderzoek wordt 3 keer gemeld

dat de bewindvoerder geen inzicht gaf in de � nanciële

situatie van de deelnemer terwijl er een gebrek in de

dienstverlening werd ervaren.

In kaart brengen schulden

Een andere stap die zorgt voor een substantiële vertraging

in het opstarten van de schuldhulpverlening, is het in

kaart brengen van de schuldsituatie van de deelnemer. In

de aanmeldingsfase moet er een totaaloverzicht van de

lopende schulden –inclusief informatie over de oorsprong

ervan- overhandigd worden aan de gemeente. Bij veel

deelnemers is dit een stap die maanden kan duren. Met

name deelnemers die dakloos en zwervend zijn geweest

hebben vaak geen idee meer welke schulden ze hebben en

waar dat begonnen is. Het BKR-register biedt enige hulp,

maar is bij lange na niet uitputtend. Zodra de deelnemer

ingeschreven staat op de locatie, komen er met regelmaat

brieven van nieuwe schuldeisers binnen. Aangezien het

totaaloverzicht ontbreekt is het vaak onmogelijk om te

zeggen wanneer het overzicht compleet is. Dit maakt het

opstarten van schuldhulpverlening riskant want in het

geval er nog oude schulden boven water komen, kan dit

beëindiging van het traject betekenen. In een paar situaties

werd gevraagd er bijvoorbeeld gevraagd naar papieren van

een eigen bedrijf die een deelnemer had. Deze papieren

waren echter bij het ophe� en van het bedrijf vernietigd

waardoor er een knelpunt ontstond.

Het gevolg: escalatie schuldenproblematiek

De hierboven genoemde stappen en procedures zorgen

met regelmaat voor vertraging van trajecten. Een nadelig

gevolg hiervan is dat de schuldenproblematiek vaak verder

escaleert. Zolang er geen bewindvoering is uitgesproken

of schuldenregeling is opgestart, wordt de schuldensituatie

van de deelnemer feitelijk niet aangepakt. In de tijd tussen

de instroom in de instelling en het punt dat de schulden

daadwerkelijk aangepakt worden, kan de schuldenlast

gemakkelijk verdubbeld zijn. Hierdoor neemt de complexiteit

van de schuldenproblematiek verder toe en blijft de

deelnemer de psychische belasting van de schulden direct

voelen.

5.2 Gebrek aan marge

Wanneer begeleiders gevraagd wordt wat er nodig

is om het huidige knelpunt te verhelpen, wordt vaak

benoemd dat er meer marge gegeven moet worden

aan de doelgroep. Er worden vaak eisen gesteld aan

deelnemers die - gezien hun situatie- niet realistisch zijn.

Zo worden ze vanwege eerder gemaakte fouten uitgesloten

van schuldhulpverlening of wordt hun traject beëindigd

vanwege een kleine overtreding van het reglement. Hierbij

wordt meer vanuit regels en protocollen gedacht, dan

vanuit een herstelgericht perspectief voor het individu.

Dit is een punt dat onder andere in het rapport Weten is

nog geen doen van de WRR een bredere weerklank vindt.

De overheid heeft een zorgplicht voor haar burgers. Door

het stelsel van inkomensvoorzieningen en gemeentelijke

schuldhulpverlening waarborgt ze een � nancieel minimum

voor alle inwoners. Toch laat de praktijk zien dat dit systeem

voor een grote groep mensen niet werkt zoals het zou

moeten werken. Het vinden en bewandelen van de juiste

wegen vereist namelijk een sterke mate van � nanciële

zelfredzaamheid. Er wordt veel gevraagd van iemands

cognitieve vermogens en de foutmarges zijn klein. Waar

fouten worden gemaakt heeft dit vaak grote gevolgen, ook

wanneer er geen verkeerde intenties in het spel zijn geweest.

Wat hier haast in doorklinkt is dat wie niet volgens de regels

van het systeem kan handelen, zelf op de blaren moet

zitten. Zoals in het hierboven weergegeven voorbeeld

zijn dat situaties die we bij het Leger des Heils met

regelmaat tegenkomen.

Schuldhulpverlening geblokkeerd

Voor 12 deelnemers was de weg naar de

schuldhulpverlening geblokkeerd. Hier waren drie

hoofdredenen voor te noemen: i) er was sprake van een

eerder mislukt traject, vaak omdat de deelnemer zich niet

aan zijn verplichtingen had gehouden, ii) er was sprake van

een verdenking van of een vastgestelde fraudeschuld, iii)

er waren niet saneerbare boetes, hierbij was het CJIB de

voornaamste schuldeiser. Het feit dat deze deelnemers

niet meer bij de gemeente aan kunnen kloppen voor

een regeling van hun schulden is natuurlijk uitermate

onwenselijk. Wel kan de gemeente in deze gevallen een

alternatief aanbod doen en op deze manier de deelnemers

toch tegemoet komen. Of dit in deze gevallen ook gebeurd

is, is in het huidige onderzoek niet bekeken. Met name bij

situaties die binnen de eerste twee categorieën vallen kan

ook sprake zijn van een gebrek aan marge. Is de deelnemer

werkelijk kwaadwillend geweest?

Is er verandering doorgemaakt en verdient iemand een

tweede kans? De ervaring is dat er hier nog te vaak naar

protocollen en regels gekeken wordt in plaats van dat er oog

is voor het individu.

Marge in de regelgeving

Een amendement dat in 2016 is aangenomen, geeft een

3 https://www.rd.nl/vandaag/politiek/uitkeringsgerechtigde-die-fout-maakt-krijgt-tweede-kans-1.548581

Knelpunt uit de praktijk

‘Een samenwerking met de gemeente om tot een oplossing te komen voor de afbetaling van de schulden. Met in

ons achterhoofd dat de kosten voor beschermd wonen hoger zijn voor de gemeente dan de kwijtschelding van

de schuld of regeling hiervoor.’

HOOFDSTUK 5 TRAGE PROCEDURES EN GEBREK AAN MARGE

Page 11: Doorstroom opvang belemmerd door - Leger des Heils · Het Leger des Heils werkt met een unieke doelgroep waarvoor het cruciaal is om verder te denken dan standaardoplossingen alleen.

20 21

LEGER DES HEILS RAPPORT KNELPUNTEN

4 http://www.opvang.nl/site/item/versnelfonds-utrecht-maakt-snellere-uitstroom-mogelijk

Best Practice:

Sneller regelen van postadres en uitkering - Almere

De gemeente Almere heeft sinds najaar 2016

een multi-disciplinair team (MDT) in het leven

geroepen dat speciale gevallen individuele

aandacht geeft en het aanvragen van een

postadres vergemakkelijkt. In dit team zitten

de afdeling BRP, Werk en Inkomen ( W&I), de

GGD (Vangnet en Advies) en het Leger des Heils

samen om tafel. Voordelen:

1. Tijdwinst: Waar het eerder weken kon duren

voordat het postadres rond was kan dit nu met

enkele dagen al geregeld zijn.

2. Maatwerk: Er kan meer maatwerk geleverd

worden doordat de betrokken partijen samen

directe afstemming hebben over individuele

gevallen. Dit leidt tot beter sluitende

oplossingen.

3. Versterking onderlinge relaties: Het

persoonlijke contact dat door dit project wordt

opgebouwd geeft ook op andere terreinen

nieuwe ingangen om de samenwerking te

verbeteren.

goed voorbeeld van de extra marge die de overheid toe kan

voegen.3

Normaliter wordt bij uitkeringsfraude het recht om gebruik

te maken van een schuldenregeling geblokkeerd. Vaak

genoeg plegen mensen echter fraude zonder opzet door

perongeluk foutieve informatie te verstrekken of door de

zogenaamde inlichtingenplicht te verzaken. Dit amendement

geeft deze mensen een tweede kans. Indien vastgesteld kan

worden dat er geen sprake was “van opzet of grove schuld”

behouden mensen het recht op een schuldenregeling.

Een tweede voorbeeld dat hier genoemd kan worden,

is de marge voor het regelen van boetes die het CJIB

onlangs heeft toegevoegd. Voorheen waren boetes na

een tweede aanmaning niet meer in aanmerking voor een

betalingsregeling. Begin 2017 is deze regel versoepeld

waardoor meer deelnemers met boetes bij het CJIB toegang

krijgen tot de schuldhulpverlening. Verschillende teamleiders

hebben benoemd dat ze deze extra marge in de praktijk als

zeer positief ervaren.

Marge in de uitvoering: de psychologie van schaarste en

Mobility Mentoring

De benodigde marge hoeft niet alleen gezocht te

worden in wet- en regelgeving, maar ook in de houding

van professionals binnen de schuldhulpverlening. In de

afgelopen jaren is er onder andere door de methodiek

Mobility Mentoring3 meer aandacht gekomen voor de

psychologische weerslag die schulden hebben op de

schuldenaar. De druk die het hebben van schulden met zich

meebrengt, zorgt voor voortdurende stress. Dit beïnvloedt

zowel het denken als het handelen van schuldenaren.

De ervaring is dat de huidige schulddienstverlening deze

stress vaak juist verhoogt. Mobility Mentoring stelt dat het

cruciaal is om de stress weg te nemen bij schuldenaren

waardoor er mentaal meer rust en ruimte komt voor goede

keuzes. Deze methodiek helpt om het soms onnavolgbare

gedrag van schuldenaren beter te begrijpen. Daarnaast geeft

het ook meer zicht op wanneer het geven van een marge

constructief ingezet kan worden.

5.3 Oplossingsrichtingen en aanbevelingen

Passende aanpak schuldhulpverlening voor kwetsbare

doelgroepen

Zoals hierboven omschreven, is passende schuldhulp

essentieel voor de deelnemers van het Leger des

Heils maar sluit de huidige schuldhulpverlening

onvoldoende aan. Deze observatie komt overeen met het

HOOFDSTUK 5 TRAGE PROCEDURES EN GEBREK AAN MARGE

evaluatierapport Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

van adviesbureau Berenschot. Daarin wordt gesteld

dat de dienstverlening aan kwetsbare doelgroepen nog

tekortschiet en dat daar een “integrale en methodisch

goede aanpak nodig is”. Een dergelijke aanpak zal per

gemeente gerealiseerd moeten worden, hiervoor is geen

algeheel passend design te geven. Het is echter wel

van cruciaal belang dat de hulpvraag van de deelnemer

centraal staat en dat de focus ligt op het leveren van

maatwerk. De methodiek Mobility Mentoring kan hierin

ondersteunend zijn. Daarnaast moet de stabilisatiefase

sneller en soepeler verlopen. Hierin ligt een regietaak voor

de gemeenten om met relevante ketenpartners te zoeken

naar een betere samenwerking.

Een alternatieve route

Voor het versnellen van de doorstroom is een alternatieve

route denkbaar. In de regel wordt beoogd om deelnemers

door te laten stromen zodra er sprake is van een stabiel

lopende schuldenregeling. Dit is echter niet altijd pure

noodzaak. Er zijn gemeenten die deelnemers budgetbeheer

bieden en onder deze voorwaarden direct weer zelfstandig

laten wonen. Via deze route wordt het oplossen van de

schuldenproblematiek uitgesteld tot na de doorstroom. Om

dit goed te laten verlopen is een nauwe samenwerking van

ketenpartners nodig. Deelnemers kunnen hierdoor sneller

doorstromen, maar de procesregie vanuit de gemeente is

hierbij cruciaal.

Voorschot voor dakloze deelnemers

Zoals eerder omschreven duurt het voor deelnemers die

instromen zonder ID of postadres soms enkele maanden

voordat een uitkering ontvangen wordt. Hoewel deze met

terugwerkende kracht betaald wordt, blijven de deelnemers

over deze periode met een gat zitten waarbij zij zelf voor

de kosten opdraaien. Onze aanbeveling is dat gemeenten

een voorschot beschikbaar stellen zodra deelnemers voor

het eerst aankloppen. Daarnaast moet het mogelijk zijn om

de uitkering met terugwerkende kracht uit te keren tot het

moment dat de deelnemer in de opvang binnenkwam. Het

gegeven voorschot kan dan later met de uitkering verrekend

worden. Als bijkomend voordeel kan ook het aanvragen

van een ID kaart op deze manier versneld worden.

Inzet ‘schuldfondsen’ voor speci� eke gevallen

Hierboven is een oplossing weergegeven die een begeleider

gaf voor het knelpunt waar hij tegenaan liep. In sommige

gevallen blijven deelnemers met een relatief kleine schuld

zitten die hen belemmert om uit te stromen. Vanwege het

geringe bedrag kan een saneringstraject onmogelijk zijn, maar

vanwege de beperkte a� oscapaciteit lukt het de deelnemer niet

om zelf af te betalen. Zo kan een deelnemer die een schuld van

€1000.- heeft en een a� oscapaciteit van €25.- per maand er

ruim 3 jaar over doen om schuldenvrij te geraken. Intramurale

zorg is prijzig en een deelnemer in een opvanginstelling houden

kost al snel enkele honderden euro’s per week. In dit soort

situaties steekt de schuldenlast van de deelnemer dus schril

af tegen de kosten die gemaakt worden door de deelnemer

in de instelling te laten verblijven. De inzet van schuldfondsen

kan hier uitkomst brengen. Hiermee worden fondsen bedoeld

die door een lening of gift een doorbraak kunnen geven in

vastgelopen situaties. Een goed voorbeeld van een dergelijk

fonds is het Utrechtse Versnelfonds van de Tussenvoorziening.4

De winst van dergelijke fondsen zit niet in het geld dat ze aan

een schuldenaar besteden, maar in de maatschappelijke

kosten die bespaard worden doordat iemand sneller door

kan stromen.

Page 12: Doorstroom opvang belemmerd door - Leger des Heils · Het Leger des Heils werkt met een unieke doelgroep waarvoor het cruciaal is om verder te denken dan standaardoplossingen alleen.

22

LEGER DES HEILS RAPPORT KNELPUNTEN

23

6.1 Begeleiders missen � nanciële kennis

Hulpverleners van het Leger des Heils zijn veel tijd kwijt

aan het regelen van � nanciële zaken. Zo gaf een begeleider

aan dat hij - afhankelijk van het moment in het traject -

40 tot 70% van zijn tijd bezig is met de � nanciën van een

deelnemer. Tegelijkertijd geven begeleiders ook aan dat ze

de � nanciële kennis missen die nodig is om knelpunten op

te kunnen lossen. De reactie van een begeleider hieronder

is kenmerkend. Het signaal dat door begeleiders afgegeven

wordt is duidelijk, maar wat ligt hieraan ten grondslag?

Ter beantwoording van deze vraag is gekeken naar de

individuele gevallen in het huidige onderzoek en is er

gesproken met enkele (� nanciële) begeleiders binnen het

Leger des Heils. Daaruit komen twee punten naar voren.

1. Complexiteit van problematiek en

schuldhulpverleningsveld

Begeleiders ervaren een toenemende complexiteit van de

schuldenproblematiek waar ze mee te maken krijgen.

Op dit gebied wordt steeds meer van hen gevraagd.

Daarbij speelt in relevante knelpunten veelal afwijkende

en complexe problematiek. Afgewezen aanvragen

kwamen hierbij vaak voor. In deze gevallen werken

standaardoplossingen niet en moet er in alternatieven

gedacht worden. Juist dan ontbreekt de benodigde kennis

om creatieve oplossingen te vinden.

Samenhangend hiermee is de complexiteit van de

keten die nodig is om de schuldenproblematiek aan te

pakken. Bewindvoerders, deurwaarders, schuldeisers, de

rechtbank, gemeentelijke sociale dienst, budgetcoaches,

woningbouwcoöperaties en schuldhulpverleners: bij

een complex traject kan interactie met al deze partijen

noodzakelijk zijn. Voortdurend worden er door deze partijen

wijzigingen doorgevoerd in protocollen en werkwijzen. Voor

begeleiders is het vaak lastig om op de hoogte te blijven van

de wegen die bewandeld kunnen worden.

Op de site van de Federatie Opvang komt een

woonbegeleidster dan ook tot de volgende conclusie:

‘het oplossen van � nanciële problemen bij cliënten is

specialistenwerk geworden.’

2. Financiële problematiek krijgt van begeleiders niet de

juiste hoeveelheid tijd en aandacht.

Voor de begeleiders zijn de � nanciën van de deelnemer

slechts een deel van het traject. Financiële problematiek kan

hierdoor geregeld overschaduwd worden door problematiek

op andere levensgebieden die acuter of interessanter lijken.

Dit kan er aan bijdragen dat begeleiders op � nancieel gebied

niet altijd de juiste stappen op het juiste moment zetten. De

achterliggende redenen kunnen verschillend zijn, maar de

uitkomst is dat � nanciële problematiek hiermee niet altijd de

juiste hoeveelheid tijd en aandacht krijgt.

HOOFDSTUK 6 GEBREK AAN FINANCIËLE KENNIS BIJ BEGELEIDERS SCHULDHULPVERLENING

Gebrek aan � nanciële kennis bij begeleiders schuldhulpverlening

Hoofdstuk 6

Knelpunt uit de praktijk

‘Wat ik nodig zou hebben is meer kennis en ervaring in het omgaan met beslagen, inkomenszaken zoals

loonhe� ng, recht rond deurwaarderszaken etc. Financiële kennis is veel nodig maar in de opleiding tot

maatschappelijk werker komt dit maar weinig aan bod. Gerichte kennis vanuit de organisatie is daarbij beperkt’.

6.2 Oplossingsrichtingen en aanbevelingen

Voor de gevonden problematiek zijn verschillende

oplossingsrichtingen denkbaar.

Het vergroten van � nanciële kennis bij begeleiders

Het vergroten van � nanciële kennis bij begeleiders kan op

twee manieren bevorderd worden.

In de eerste plaats is kennis van de lokale sociale kaart

noodzakelijk. Zoals een bevraagde teamleider stelde:

“wie de kennis niet heeft moet in ieder geval weten waar

dit gehaald kan worden.” Voor veel onderwerpen zijn er

bestaande regionale of landelijke vraagbaken waar advies

kan worden ingewonnen. Hierin ligt een belangrijke rol

voor de locatie zelf. Teamleiders kunnen hun begeleiders

handvatten bieden om beter thuis te raken in de lokale

sociale kaart en het is de eigen verantwoordelijkheid van de

begeleider om zichzelf hier bekend mee te maken.

In de tweede plaats kan geïnvesteerd worden in trainingen

voor begeleiders. Primair levert dit hen persoonlijk winst op

voor hun dagelijks werk. Secundair kunnen ze hierdoor op

speci� eke gebieden fungeren als vraagbaak binnen het team.

Ook kan er gekeken worden naar een teamopzet waarbij de

instroom van deelnemers verdeeld wordt over de begeleiders,

op basis van de complexiteit van de � nanciële problematiek.

Financieel specialist of � nanciële afdeling

Op verschillende locaties bij het Leger des Heils wordt

gewerkt met een � nancieel specialist of een zelfstandige

� nanciële afdeling. Waar dit wordt toegepast, wordt dit

ervaren als een sterke verbetering van de dienstverlening.

Het werken met een � nanciële afdeling lijkt meer toepasbaar

voor grotere locaties. Het voordeel is dat deze afdeling

onverdeelde aandacht kan hebben voor het � nancieel

traject. Het gevolg is dat persoonlijk begeleiders zich in

hun werk primair kunnen focussen op de psychosociale

problematiek van de deelnemer. Om de problematiek van

de deelnemer in zijn geheel te blijven zien vereist deze

aanpak een nauwe afstemming tussen de persoonlijk

begeleider en de � nanciële afdeling.

Een andere optie is om per locatie een � nancieel specialist

aan te trekken, bijvoorbeeld een SJD’er. Zij kunnen binnen

een team belast worden met de deelnemers waarbij

complexe schuldenproblematiek speelt. Tegelijkertijd

kunnen zij als vraagbaak functioneren voor collega’s.

Page 13: Doorstroom opvang belemmerd door - Leger des Heils · Het Leger des Heils werkt met een unieke doelgroep waarvoor het cruciaal is om verder te denken dan standaardoplossingen alleen.

24 25

LEGER DES HEILS RAPPORT KNELPUNTEN HOOFDSTUK 7 KETENSAMENWERKING

Ketensamenwerking

Hoofdstuk 7

7.1. Ketensamenwerking als succesfactor

Het hebben van korte lijnen met ketenpartners is volgens

teamleiders een essentiële factor voor succesvolle � nanciële

trajecten. Goede relaties op basis van persoonlijk contact

zorgen ervoor dat er sneller en doeltre� ender gehandeld

wordt en dat er vaker meegedacht werd in creatieve

oplossingen. Het is vanuit die gedachte dat het thema

ketensamenwerking in dit rapport aandacht verdient. Daarbij

willen we op drie niveaus kort een aantal mogelijkheden

bekijken.

7.2 Oplossingsrichtingen en aanbevelingen

Ketenoverleg op casusniveau

Het organiseren van de doorstroom uit MO en BW vraagt om

een nauwkeurige afstemming van wonen, welzijn en zorg.

Een goede samenwerking tussen de relevante ketenpartners

is hierbij essentieel. Het rapport Doorstromers beschermd

wonen en maatschappelijke opvang van Platform31 laat

zien dat er in veel gemeenten wel afspraken zijn over

deze samenwerking, maar dat het in de praktijk vaak aan

procesregie ontbreekt. Door het ontbreken van deze regie

lopen casussen geregeld vast. Deze regiefunctie kan door

gemeenten op verschillende manieren ingevuld worden,

bijvoorbeeld door het oprichten van samenwerkingsorganen

waarbij relevante ketenpartners op structurele basis met

elkaar om tafel zitten om individuele casuïstiek te bespreken.

Door deze manier van samenwerken kan er meer maatwerk

geleverd worden. Daarbij leren ketenpartners elkaar in het

proces beter kennen en ontstaat er een relatie op basis van

persoonlijk contact.

Bekendheid met en in de keten

In een aantal knelpunten wordt de klacht geuit dat

medewerkers van ketenpartners onvoldoende feeling

hebben met de doelgroep van het Leger des Heils en

dat ze zich daarom vaak weinig behulpzaam opstelden.

Er werd gesproken van een ‘ivoren toren’-mentaliteit bij

ketenpartners waarbij een kloof wordt ervaren tussen

de agenda van het Leger des Heils en de agenda van de

ketenpartner. Voor een gezonde samenwerking is het

van centraal belang om elkaar te leren kennen en ook

elkaars agenda te begrijpen. Op instellingsniveau kan

dit op verschillende manieren bevorderd worden, door

bijvoorbeeld ketenpartners geregeld op locatie uit te

nodigen om te komen vertellen over hun werkzaamheden.

Andere opties zijn:

1. Het bezoeken van speciale bijeenkomsten van

ketenpartners. Door dergelijke bijeenkomsten bij te wonen

wordt betrokkenheid en interesse getoond in de ander.

2. Ketenpartners uitnodigen om interne presentaties of

gelegenheden bij te wonen. Een interne jaarevaluatie met

het team kan een goed moment zijn om een ketenpartner

uit te nodigen. Hierbij wordt persoonlijke interesse in de

ketenpartner getoond en de ketenpartner krijgt gelegenheid

om te leren over de praktijk van het Leger des Heils.

Uitvoerend niveau

Een veel gehoorde frustratie bij begeleiders is dat het

lastig is om de juiste persoon aan de lijn te krijgen

bij ketenpartners. In de loop van een traject spreken

ze verschillende medewerkers waarbij telkens weer

een basale uitleg van de situatie nodig is. In het kader

van ketensamenwerking kan extra inzet op persoonlijk

relatiebeheer hier een aanbeveling zijn.

Voor begeleiders is het raadzaam om een persoonlijke

administratie bij te houden van de medewerkers bij een

instelling waar eerder contact mee is geweest. Door bij

volgende contactpogingen te informeren naar dezelfde

medewerker kan in de loop van de tijd een vast contact

opgebouwd worden. Daar waar begeleiders vaste

contacten missen kan het netwerk van een collega een

aanknopingspunt geven.

Best Practice: Actietafels - Rotterdam

Best Practice: Leer elkaar kennen - Maastricht

Door de gemeente Rotterdam werd het signaal

opgepikt dat de nachtopvang verstopte. Er was een

hoge instroom en een beperkt uitstroom. Om dit aan

te pakken zijn eind 2016 actietafels gestart waarbij

verschillende ketenpartners met elkaar aan tafel

zitten om belemmeringen in de doorstroom weg te

nemen. Dit gebeurt onder andere door het bespreken

van casussen en door herstelgerichte oplossingen

te zoeken, waardoor dak- en thuislozen korter in de

opvang verblijven en weer sneller zelfstandig kunnen

wonen. De volgende betrokken partijen zitten hiervoor

om de week aan tafel:

De gemeente Rotterdam (Beleid en uitvoering – Team

toegang – Team inkomen – Kredietbank Rotterdam);

• Zorgaanbieders, waaronder het Leger des Heils

• Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden

Rotterdam (SUWR).

In de actietafels wordt maatwerk geleverd voor

vastgelopen casussen. Hierbij wordt ingezet op

onderwerpen als; woonruimte/urgentie, inkomen,

schulddienstverlening en ondersteunende zorg.

Hiernaast zijn geregeld themasessies gehouden

waarbij verschillende onderdelen in de keten

afzonderlijk besproken zijn. Lessen uit de actietafels

zijn gedeeld en kunnen zo geborgd worden in reguliere

werkprocessen.

De winst van deze actietafels wordt op verschillende

terreinen ervaren:

• Een groeiende groep deelnemers stroomt al binnen

6 weken na indicatiestelling door naar een passende

woonvoorzieningen met passende ondersteuning;

• De wachttijd voor een woning via bemiddeling is

gedaald van ruim 4 maanden naar 1,7 maanden;

• De geboden hulp en ondersteuning kan beter

afgestemd worden op de situatie van de deelnemer;

• Ketenpartners leren elkaar kennen en elkaars

werkwijzen begrijpen. Hierdoor ontstaat er meer

begrip voor elkaar en kennis en expertise wordt

breder gedeeld;

• De lijntjes tussen betrokken partijen worden korter

waardoor de communicatie e� ciënter verloopt.

Bij het Leger des Heils in Maastricht worden met

regelmaat ketenpartners uitgenodigd op de locaties.

Hierbij worden ze niet alleen uitgenodigd voor een

ronde over de werkvloer, maar ook om te vertellen

over wie ze zijn en wat ze doen. In andere gevallen

worden ze uitgenodigd om aan te schuiven bij een

casusbesprekingen met het team. Op deze manier

wordt actief interesse getoond in het leren kennen van

de ketenpartner. Dit levert op verschillende vlakken

winst op:

• De ketenpartner krijgt meer feeling met de dagelijkse

realiteit van de doelgroep van het Leger des Heils;

• Het personeel leert de agenda en visie

van de ketenpartner kennen en kan directe

vragen stellen;

• Persoonlijke contacten worden opgebouwd.

Deze initiatieven leiden ook tot wederkerigheid.

Met regelmaat wordt het Leger des Heils nu ook bij

de ketenpartner op locatie uitgenodigd, zodat het

e� ect twee kanten op werkt.

Meer weten over deze aanpak? Neem dan contact

op met Myriam Leenders, afdelingshoofd Van de

Straat Maastricht – [email protected]

Page 14: Doorstroom opvang belemmerd door - Leger des Heils · Het Leger des Heils werkt met een unieke doelgroep waarvoor het cruciaal is om verder te denken dan standaardoplossingen alleen.

26

LEGER DES HEILS RAPPORT KNELPUNTEN

27

HOOFDSTUK 8 JONGEREN IN DE KNEL

8.1 Toename dakloosheid onder jongeren

Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat de doelgroep

jongeren (18-26 jaar) extra aandacht verdient. In totaal

brengen iedere nacht zo’n 9000 jongeren de nacht door

op straat en dit aantal is groeiende. Voorheen klopten

gemiddeld 10 jongeren per dag aan bij de opvang. In 2016

is dat aantal gestegen naar 15 tot 20 jongeren per dag5.

Daarnaast is er een groot gebrek aan betaalbare woningen

voor jongeren, waardoor de uitstroom geblokkeerd raakt. Het

gevolg is dat de opvanglocaties voor jongeren overvol raken.

De problematiek waar deze jongeren mee kampen ontstaat

meestal niet spontaan zodra ze 18 worden. Ze hebben

vaak te maken met een combinatie van problemen, zoals:

het missen van een startkwali� catie op de arbeidsmarkt,

een lange geschiedenis met de jeugdzorg, een licht

verstandelijke beperking, verslavingsproblematiek en

schulden (Panteia, 2015). Binnen dit onderzoek wordt

dit pro� el herkend bij de jongeren waar knelpunten zijn

aangegeven. Vanuit maatschappelijk perspectief geeft dit

reden tot zorg. Vanaf 18 jaar bevinden jongeren zich in een

cruciale levensfase waarin ze zelfstandig hun plek in de

maatschappij gaan innemen. Achterstanden die ze hier

oplopen werken vaak een leven lang door.

8.2 Georganiseerde uitsluiting

Ook voor jongeren zijn schulden vaak de meest directe

aanleiding voor dakloosheid. Deze kwetsbare jongeren zijn

vatbaar voor misleiding door commerciële partijen en maken

snel schulden. Vanuit de opvoeding is er geregeld een

gebrek aan � nancieel inzicht, waardoor het op orde krijgen

van de eigen � nanciën niet meer lukt.

Toewerken naar een gezonde � nanciële situatie is bij

volwassen deelnemers al een hele opgave maar bij

jongeren lijkt dit haast een haast onmogelijke klus. De

oorzaak hiervoor kan deels gezocht worden in de manier

waarop de overheid de � nanciële ondersteuning heeft

georganiseerd. De overheid stimuleert jongeren in het

volgen van een opleiding en legt een zorgtaak bij de

ouders. Dit houdt onder andere in dat jongeren geen

volledige uitkering of huursubsidie kunnen ontvangen

omdat van ouders een � nanciële bijdrage wordt verwacht.

Dit systeem werkt gelukkig goed voor het grootste deel van

de jongeren in onze maatschappij. Maar als je als jongere

alleen komt te staan en je moeite hebt met het vinden

van werk of het volgen van een opleiding, dan ontstaat

een lastige situatie. In deze gevallen is het inkomen

dat jongeren tot hun beschikking hebben zo laag, dat

� nancieel zelfstandig zijn niet haalbaar is. Dit blijkt ook uit

een berekening die het NIBUD heeft gedaan voor jongeren

tussen de 18 en 20 jaar in de gemeente Utrecht. Zelfs

als er van alle inkomensondersteunende voorzieningen

gebruik was gemaakt, kwamen jongeren nog circa €600.-

per maand te kort om zelfstandig te kunnen wonen op

kamers of in een sociale huurwoning. Ook in het huidige

onderzoek werd inkomensproblematiek onder jongeren

als voornaamste probleem genoemd. Het systeem van

Jongeren in de knel

Hoofdstuk 8

5 https://tmi.news/geen-plek-dakloze-jongeren-nederland/

6 https://www.movisie.nl/tools/kamers-kansen

Knelpunt uit de praktijk

‘Als inkomen ontvangt mijn cliënt een Wajong-uitkering onder de 21 jaar, daarnaast zijn er schulden o.a. bij het

zorgkantoor en CAK. Hierdoor ligt er beslag op zijn uitkering. Dit maakt het onmogelijk om huur, gas en elektra te

betalen. Zelfstandig wonen zit er dan ook niet in.’

de overheid stimuleert jongeren in het volgen van een

opleiding, maar houdt onvoldoende rekening met een

groep kwetsbare jongeren die hiermee buiten de boot

vallen. Zij zijn als gevolg hiervan niet in staat om zelfstandig

een plek in de maatschappij in te nemen. Dit kan gezien

worden als een door het systeem georganiseerde

uitsluiting van kwetsbare jongeren.

8.3 Oplossingsrichtingen en aanbevelingen

Meer � nanciële ondersteuning voor jongeren

De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat het voor kwetsbare

jongeren momenteel niet haalbaar is om � nancieel

zelfvoorzienend te zijn. De mogelijkheden die de gemeenten

hebben om het inkomen van jongeren op te hogen of aan

te vullen, zijn beperkt en er kan gesproken worden van

een structureel tekort dat niet op gemeentelijk niveau is

op te lossen. Sturing vanuit de landelijke overheid zou hier

uitkomst kunnen bieden. Er zou bekeken kunnen worden

of deze jongeren in speci� eke gevallen een volledige

uitkering kunnen ontvangen. Hierin zou de aanwezigheid

van ouderlijke ondersteuning meegenomen kunnen

worden. Ook zou het verlagen van de leeftijdsgrens voor

huursubsidie een positief e� ect hebben.

Betere overgang 18-/18+

De problemen voor kwetsbare jongeren beginnen vaak

al voor hun 18de. In veel gemeenten blijkt de continuïteit

van zorg en ondersteuning van 18- naar 18+ echter niet

goed geregeld. Ook dit draagt bij aan het groeiende

dakloosheidcijfer. Het rapport Met 18 jaar ben je (niet)

volwassen van de Inspectie SZW stelt dat twee derde van

de gemeenten geen beleidsplannen of werkinstructies

heeft om deze overgang goed te laten verlopen. Zowel op

beleids- als op uitvoeringsniveau valt hier nog een grote

stap te maken.

Meer zelfstandige opvangplaatsen voor jongeren

Veel jongeren stromen nu in bij nachtopvanglocaties waar

ze op gedeelde slaapzalen slapen. In veel opzichten is dat

niet de gezonde en veilige plaats waar ze op moment baat

bij hebben. Voor de dienstverlening aan deze jongeren zal

gekeken moeten worden of er meer opvangplaatsen met

zelfstandige woonruimte gerealiseerd kunnen worden.

Het concept van Kamers met kansen6 is iets dat goed in

deze lijn past.

Page 15: Doorstroom opvang belemmerd door - Leger des Heils · Het Leger des Heils werkt met een unieke doelgroep waarvoor het cruciaal is om verder te denken dan standaardoplossingen alleen.

28 29

LEGER DES HEILS RAPPORT KNELPUNTENBRONNENLIJST

Als deelnemers klaar zijn om door te stromen is het vinden

van passende huisvesting noodzakelijk. Uit het huidige

onderzoek blijkt dat 12% van de deelnemers niet uit kunnen

stromen omdat zij wachtten op een passende woonruimte.

Lopende urgentie aanvragen zijn hierbij ingerekend.

Ook deze cijfers lijken aan te sluiten bij een bredere

maatschappelijke ontwikkeling.

9.1 Woningnood

Op 2 juni 2017 hebben de Federatie Opvang, de RIBW

alliantie en GGZ Nederland gezamenlijk een brief gestuurd

naar minister Plasterk van Wonen7. Zij slaan alarm over het

gebrek aan passende huisvesting voor deelnemers die uit

willen stromen uit MO, BW of GGZ-instellingen. Landelijk

gezien zijn er zo’n 16.000 deelnemers die hierdoor langer

in deze instellingen verblijven dan nodig is. Dit probleem

is groeiende en staat haaks op de intenties van de

overheid om de capaciteit van de intramurale zorg af te

bouwen. Waar geen passende huisvesting is, kan snellere

doorstroom niet worden gerealiseerd.

Het aanbrengen van verbetering in deze situatie vraagt

allereerst om het de� niëren van ‘passende huisvesting.’

Passende huisvesting voor deelnemers uit de opvang

omhelst niet alleen woonruimte met een betaalbare huur,

maar ook woonruimte waar de benodigde ambulante

begeleiding en ondersteuning ter plekke georganiseerd kan

worden. Beide elementen geven een vernauwing aan het

beschikbare aanbod vanuit woningbouwcoöperaties.

9.2 Oplossingsrichtingen en aanbevelingen

Gemeentelijk niveau

Een van de conclusies uit het rapport Doorstromers Beschermd

Wonen en Maatschappelijke Opvang is dat gemeenten

onvoldoende zicht hebben op de vraag naar huisvesting vanuit

BW en MO. Hierdoor is in veel gemeenten onbekend hoe

groot de schaarste exact is. Om hier beter zicht op te krijgen,

is een nauwere samenwerking met en tussen ketenpartners

onderling gewenst. Ook om het beschikbare aanbod

optimaal te benutten is centrale regie vanuit de gemeente

noodzakelijk. Samenwerkingsorganen zoals de actietafels uit

de gemeente Rotterdam vormen hier een goed voorbeeld in.

Het toewerken naar een passend aanbod op de woningmarkt

is een traag proces terwijl het tekort aan woningen een acuut

probleem is. Daarom zullen gemeenten ook voor de korte

termijn in oplossingen moeten denken. Een mogelijkheid

hiervoor is het plaatsen van containerwoningen die snel een

vergroting van het aanbod opleveren.

Overheid: noodzaak voor meer goedkope sociale

huurwoningen

Om ook op de lange termijn een passend aanbod te

waarborgen, is landelijke sturing vereist. Naast een betere

afstemming binnen het beschikbare aanbod, blijft het

een overstijgende probleem dat er een nijpend tekort

is aan goedkope sociale huurwoningen. In de brief van

eerder genoemde partijen wordt gesteld dat er landelijk

10.000 extra woningen nodig zijn om het tekort voor

deze doelgroep op te lossen. Duidelijke afspraken met

woningbouwcoöperaties en gemeenten zijn nodig om te

zorgen dat deze woningen er ook daadwerkelijk komen.

Bureau HHM (2015) Wachtlijstonderzoek beschermd wonen en opvang centrumgemeente Utrecht. Enschede: Bureau HHM

Cebeon (2011) Kosten en baten van maatschappelijke opvang; bouwstenen voor e� ectieve inzet van publieke middelen.

Amsterdam: Cebeon

De Nationale Ombudsman (2016) Burgerperspectief op schuldhulpverlening. Den Haag: De Nationale Ombudsman.

Gemeente Utrecht (2017) Financiële knelpunten die uitstroom uit maatschappelijke opvang en beschermd wonen

belemmeren. Utrecht: Gemeente Utrecht.

Inspectie SZW (2017) Met 18 jaar ben je (niet) volwassen; Samenwerken voor de continuïteit van de ondersteuning voor

18-plussers en de rol van Werk en Inkomen daarin. Utrecht: Inspectie SZW.

Leger des Heils & NVVK (2003) Schuld onder dak. Almere: Leger des Heils.

Panteia (2015) “Voor mijn gevoel had ik veel geld”; jongvolwassenen en schulden. Zoetermeer: Panteia.

Platform31 (2017) Doorstromers beschermd wonen en maatschappelijke opvang. Den Haag: Platform31

WRR (2017) Weten is nog geen doen: een realistisch perspectief op redzaamheid. Den Haag: WRR

Woningnood

Hoofdstuk 9

7 http://www.opvang.nl/� les/Gezamenlijke_brief_Federatie_Opvang_RIBW_Alliantie_en_GGZ_Nederland_AO_Wonen_7_juni_2017_dhr_Plasterk.pdf

Bronnenlijst

Page 16: Doorstroom opvang belemmerd door - Leger des Heils · Het Leger des Heils werkt met een unieke doelgroep waarvoor het cruciaal is om verder te denken dan standaardoplossingen alleen.

30 31

Doorstroom opvang belemmerd door � nanciële knelpunten

deelnemers kunnen niet

zelfstandig gaan wonen

door gebrek aan sociale

huurwoningen

Geen geld om een

ID aan te vragen.

Geen ID = geen uitkering.

Schulden worden groter

als procedures lang lopen

September 2017

inkomen te laagvooral bij jongvolwassenen.

te weinig financiële

expertise bij de begeleiding.

Huurschuld maakt

herhuisvesting

onmogelijk.

Schuldhulp komt

niet op gang te hoge drempels,

te lange procedures.

ontvangt geen

schuldhulpverlening.

Deelnemers

kúnnen hun

financiële

problemen niet

oplossen

20%

40%

38%

20%

10%

Fase 1: instroom en stabilisatie

schuldhulpverlening

Schulden houden honderden

vast in daklozenopvang

Het Leger des Heils worstelt met het probleem

van zo’n 440 mensen die weer goed genoeg

functioneren om de daklozenopvang te verlaten,

maar daar niet aan toekomen vanwege allerlei

� nanciële belemmeringen. Dat heeft onder meer

te maken met de ingewikkelde en langdurige

procedures bij gemeenten en andere instellingen.

Daardoor blijven wachtlijsten onnodig lang en

lopen de maatschappelijke kosten op.

Fase 3: de uit

stroom

Eén op de vijf kan niet zelfstandig gaan wonen door financiële oorzaken.

Belangrijkste conclusies uit het rapport

25% van deze groep bestaat uit jongvolwassenen.

Fase 2: schuldhulpverlening

BudgetbeheerDit zijpad omzeilt

(vooralsnog) de schuld-

hulpverlening.

BewindvoeringDit zijpad omzeilt (vooralsnog)

de schuldhulpverlening.

Geen ID = geen uitkering.

expertise bij de begeleiding.

10%

Fase 2:Fase 2:

Page 17: Doorstroom opvang belemmerd door - Leger des Heils · Het Leger des Heils werkt met een unieke doelgroep waarvoor het cruciaal is om verder te denken dan standaardoplossingen alleen.