Doorgang 61 - dec 2017 - 25spks.nl/wp-content/uploads/2017/12/20171214-Doorgang-61...2017/12/14 ·...
Transcript of Doorgang 61 - dec 2017 - 25spks.nl/wp-content/uploads/2017/12/20171214-Doorgang-61...2017/12/14 ·...
ALGEMEEN5 Special
6 Bert Abbas nieuwe voorzitter SPKS
7 Landelijke contactdag SPKS
11 In het kort
28 Column Gerda - Ries
30 Ruggenmergstimulatie hoopvol alternatief
bij neuropathische pijn
32 Veranderend uiterlijk bij kanker hinderlijk
35 De strategie naar kankerceldood
38 Belang van voeding in behandeling
zal groeien
41 Richtlijnen Goede Voeding van de
Gezondheidsraad
42 De kracht van de alternatieven
44 Recept - Gemberthee, gezond...?
46 Advertorial - Lichamelijk herstel bij
bestralingsschade aan de darm
DARM43 Nieuwe test voor
darmkanker
MAAG & SLOKDARM7 Liesbeth heeft na jaren
haar energie terug
Zoektocht naar juiste voeding
zonder maag
12 Beschadiging van de stembandzenuw
tijdens de slokdarmkankeroperatie
13 Monique’s stembanden na buismaag-
operatie behoorlijk beschadigd
15 Stembandverlamming na slokdarm-
operatie kan worden aangepakt
18 Verminderde longfunctie na
buismaagoperatie?
19 Rose benauwd na de
buismaagoperatie
20 Els is haar alerte artsen dankbaar
22 Alles draait om de patiënt – dus
samen de keuzes bepalen
26 Musicus en BN’er Louis van Dijk
zamelt geld in
27 Maag-slokdarmbijeenkomst was
een succes!
29 “Zolang ik maar niets doe kan
ik al weer alles”
doorgang 3
i n h o u d
Omslag Liesbeth Timmermans,
Inzetfoto: Els Willems | foto Frank Abspoel
Prof. Hans Mahieubespreekt
mogelijkheden:
Stemband-verlamming
na slokdarm-operatie
kan wordenaangepakt
Recepten gemberthee,pompoensoep enVolkoren fr ittatamet geitenkaas
Gemberthee,gezond...?
“Ontwikkelje eigen
gebruiksaanwijzing”
doorgang 3
Liesbeth heeft na jaren
haar energie terug:
“Ik kreeg steevast
te horen dat ik
‘alles’ mocht eten...”
Redactie Doorgangzoekt versterking!
Vind je het leuk
om te schrijven?
Wil je deel uitmaken van eengezellige redactie die vier keer
per jaar bij elkaar komt?
We kunnen altijd ondersteuninggebruiken!
Redactiewerk omvat diverse activiteiten, zoals
mensen interviewen, interessante informatie zoe-
ken, artikelen schrijven of bewerken. Je kunt aan-
geven waar jouw voorkeur naar uitgaat.
Enthousiast? Stuur een mailtje naar
Minister Edith Schippers (VWS) laat een nieuwe behandeling bijmaagkankerpatiënten voorwaardelijk toe tot het basispakket vande zorgverzekering. De vergoeding is op 1 oktober jl. ingegaan.
De behandeling van patiënten
met maagkanker en uitzaaiin-
gen op het buikvlies is een ex-
perimentele behandeling, waar-
bij de behandeling bestaat uit
een operatie (gedeeltelijk of to-
tale maagverwijdering en weg-
halen van de buikvliesuitzaaiin-
gen) in combinatie met ver-
warmde chemotherapie in de
buikholte (HIPEC).
krijgen patiënten toegang tot
deze veelbelovende vormen van
zorg en komt er inzicht in de ef-
fectiviteit en kosteneffectiviteit
van deze zorg. Na afloop van de
periode van voorwaardelijke
toelating wordt besloten over
daadwerkelijke toelating tot het
verzekerde pakket.
Bron: ministerie van VWS
Nieuwe behandeling maagkanker opproef 5 jaar in basispakket
De vergoeding van de behandeling
bij maagkankerpatiënten met uit-
zaaiingen op het buikvlies geldt
voor de duur van vijf jaar. Voor de-
ze voorwaardelijke toelating is een
budget van 1,8 miljoen euro be-
schikbaar. In 2012 werd voor het
eerst een behandeling voorwaarde-
lijk toegelaten. Door behandelingen
en medicijnen voorwaardelijk tot
het verzekerde pakket toe te laten,
doorgang 5
Va n d e r e d a c t i e
Marie-Louise Brueren
Tijdens de redactievergadering plopte de vraagop of we in Doorgang, een blad dat vier maal perjaar uitkomt, wel een special moeten opnemen.Eigenlijk niet, was mijn bescheiden mening, maarnu het decembernummer als vanouds de maag- enslokdarmkanker special is, voelt het toch heelgoed. Want we hebben nu een behoorlijk aantalzeer interessante artikelen, waaronder veel erva-ringsverhalen en kundige aanvullingen op dezeverhalen van medisch specialisten. We gaan hethebben over voeding als je geen maag meer hebten over de mogelijke - vervelende - gevolgen vaneen buismaagoperatie, zoals benauwdheid ofstembandbeschadiging. Wat betreft dat laatste iser goed nieuws: met nieuwe operatietechniekenkan de kans hierop geminimaliseerd worden!
Special
mijn moeder, jaren geleden, die
gestopt was met roken. Prompt
kreeg ze een borrelnootjes-versla-
ving. Ik zie
haar nog
zitten met
een schaal-
tje op haar
schoot:
eerst de losse
stukjes buiten-
kant, dan de
kleine nootjes
en ten slotte de
dikke joekels. Dat grabbelen en se-
lecteren van haar vingers in dat
bakje was haar nieuwe ritueel.
Gelukkig is ze daar vrij snel mee
gestopt – de kilo's vlogen eraan.
Kortom: 'te' is nooit goed,
behalve tevreden!
Deze Doorgang ook weer aandacht
voor gezonde voeding. We kunnen
er niet meer onderuit dat voeding
van grote betekenis is. Zoals u ook
in de boekbespreking van Gerda
kunt lezen, kreeg voeding in vroe-
gere eeuwen al een belangrijke
rol in de geneeskunde, in plaats
van het ondergeschoven kindje
dat het op een gegeven moment
is geworden. Echter, er wordt
zóveel over geschreven dat het
begrijpelijk is dat u soms door de
bomen het bos niet meer ziet. Dan
is het goed om één belangrijke ba-
sisregel te onthouden: we kunnen
ziek worden van teveel vet, teveel
zout, teveel suiker, teveel alcohol
en teveel tabak. Dus wie daarin
matigt, is al heel goed bezig.
Dat doet me ineens denken aan
“Kortom:
'te' is nooit goed,
behalve tevreden!”
Let op, laatste week januari is
maag & slokdarmweek!Zie website SPKS voor de bijeenkomsten.
6 doorgang
COLOFON
Doorgang, Jaargang 21, nr 61, december 2017
Doorgang is het driemaandelijks magazine van
SPKS (Stichting voor Patiënten met Kanker aan
het Spijsverteringskanaal).
KOPIJ
Kopij aanleveren op [email protected]
SECRETARIAAT SPKSJoyce Carels, [email protected]
Postbus 8152, 3503 RD Utrecht. IBAN:
NL47INGB0006842136 t.n.v. SPKS, Amersfoort.
BESTUUR
Voorzitter Bert Abbas
Secretaris Vacant
Penningmeester Henk de Roode
Marketing & communicatie Jolanda Thelosen
Bestuurslid André Willems
Liesbeth Timmermans
HET BELEIDSTEAM: Het bestuur vormt samen
met de groepscoördinatoren het beleidsteam.
GROEPSCOÖRDINATOREN
Darmkanker Theo Elzinga
Maag & Slokdarmkanker Marianne Jager,
Joke Leemhuis en
Liesbeth Timmermans
RAAD VAN ADVIES
Dr. Djamila Boerma, HPB chirurg, St. Antonius
Prof. Dr. C.H.J. van Eijck, chirurg, Erasmus MC
Prof. Dr. P. Fockens, gastro-enteroloog, AMC
Prof. Dr. E.J. Kuipers, MDL-arts, Erasmus MC
Dr. M.H.M. van der Linden, klinisch psycholoog, VUmc
Dr. M.R. Meijerink, interventieradioloog, VUmc
Prof. Dr. C.J.A. Punt, medisch oncoloog, AMC
Prof. Dr. P.D. Siersema,gastro-enteroloog RadboudMC
Prof. Dr. M. Verheij, radiotherapeut-oncoloog NKI-AvL
Dr. B. P.L. Wijnhoven, G.i.chirurg, Erasmus MC
Prof. Dr. J.H.W. de Wilt, chirurg oncoloog, RadboudMC
REDACTIE
Marie-Louise Brueren (hoofdredacteur), Peter Craghs,
Ab Hermans, Marianne Jager en Gerda Schapers
Cartoonist: Fred Boer, www.aabcartoons.nl
VORMGEVING & PRODUCTIE
MDesign Lelystad | tel. 0320 226896E-mail [email protected] | www.mdesign.nl
CONTACT
Voor lotgenotencontact is SPKS bereikbaar via:
• Secretariaat SPKS 0880 02 97 75
• E-mail [email protected]
• www.spks.nl en www.DarmkankerNederland.nl
© 2017 SPKS. Niets uit deze uitgave mag op
welke wijze dan ook worden overgenomen zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de
redactie. Hoewel SPKS de grootst mogelijke zorg-
vuldigheid betracht inzake haar informatievoorzie-
ning, aanvaardt zij hiervoor geen aansprakelijk-
heid. Zie voor meer informatie onze websites.
ISSN 1879-7121
André Willems heeft zich teruggetrokkenals voorzitter van de SPKS. Hij blijft nog wel
actief bestuurslid. De nieuwe voorzitter Bert Abbas zal zich in het volgend nummer
van Doorgang aan u voorstellen.
a l g e m e e n
Bert Abbas nieuwe voorzitter SPKS
................................................................André Willems (rechts) en Bert Abbas (links)
Landelijke contactdag SPKSDe landelijke contactdag op 21 oktober jl. in
Kasteel de Haar te Haarzuilens was een groot succes! Foto's én een verslag van deze dag kunt
u in het maartnummer tegemoet zien.
doorgang 7
Een zoektocht naar de juiste voeding om het levenzo aangenaam mogelijk te houden. Dat is het erva-ringsverhaal van Liesbeth Timmermans. Zij werd in2012 aan maagkanker geopereerd: de gehele maagwerd weggehaald. Over de mogelijke gevolgendaarvan voor het dagelijkse leven werd haar nau-welijks iets verteld. En dat leidde tot een zoektochtmet een uiteindelijk positief resultaat. MarianneJager bevroeg Liesbeth over wat zij heeft onder-nomen op voedingsgebied.
In november 2011 werd bij haar
maagkanker vastgesteld. Liesbeth:
55 jaar, nooit ziek, slank, sportief
en tot vlak voor de diagnose sterk
en gezond. Ze kreeg na onderzoek
drie chemokuren, werd begin april
2012 geopereerd, waarbij de hele
maag werd verwijderd. Ze was nau-
welijks voorgelicht over de mogelij-
ke gevolgen. Ze schrok behoorlijk
toen de chirurg vertelde dat hij niet
alleen het stuk maag weg zou ha-
len waar de kanker zat, maar de
hele maag. “Ik kon me niet voor-
stellen dat je helemaal zonder
maag kon eten. Hij zei dat dat
heel goed kon, en daarmee was de
kous af.”
Maar je hebt toch wel advie-
zen gekregen?
“Ik heb bewust gezocht naar een
ziekenhuis waar veel expertise was
met maagkanker. Bij de artsen en
op de verpleegafdeling was die ex-
pertise duidelijk merkbaar. Bij de
diëtisten helaas veel minder. Bij de
geregelde afspraken inventariseer-
den ze steeds wat ik per dag kon
eten en drinken. Dat werd inge-
Liesbeth heeft na jaren haar energie terug
Zoektocht naar juistevoeding zonder maag
voerd in hun laptop, en dan rolde
er precies uit hoeveel ik van alle
voedingsstoffen binnen kreeg. Dus
zoveel kcal, zoveel gram eiwit,
koolhydraten, vetten. Maar op mijn
vragen wat nou goed verteerbaar
was als je zonder maag zat, kreeg
ik steevast te horen dat ik ‘alles’
mocht eten.”
Eetproblemen
Bij Liesbeth werd tijdens de opera-
tie een voedingssonde in de darm
geplaatst. Zo bleef ze de eerste
maanden goed gevoed.Daarmee
bleef haar gewicht op peil, ook
toen ze tijdens de
nabehandeling
van vijf weken
chemoradiatie be-
hoorlijk misselijk
werd en het slik-
ken pijn deed. De son-
de ging eruit toen ze
zelf voldoende kon
eten, maar ze viel
vervolgens toch zo’n
vijftien procent af. Ze kreeg onder
meer heftige diarree waardoor ze
nauwelijks nog de deur uit kon.
Marianne Jager
“Ik kreeg steevast
te horen dat ik
‘alles’ mocht eten...”
m a a g & s l o k d a r m
8 doorgang
m a a g & s l o k d a r m
“In die tijd heb ik geregeld contact
gezocht met de diëtisten. Zij von-
den dat ik als ik afviel meer calo-
rieën binnen moest zien te krijgen.
Advies was om bijvoorbeeld slag-
room in de yoghurt te doen, olijven
te eten, blokjes kaas, e.d. Volgens
hen kon de diarree onmogelijk sa-
menhangen met wat ik at. Zij advi-
seerden om contact met de huis-
arts op te nemen om die diarree te
stoppen.”
Uiteindelijk vond Liesbeth zelf uit
hoe ze van de diarree kon afkomen.
Ze nam de maximale dosis van
het door de huisarts voorgeschre-
ven middel, maar dat hielp niet te-
gen de diarree en het eten werd
weer lastiger. Ze werd weer
misselijker. “Door alle me-
dicatie tijdens
de behande-
lingen had ik
afgeleerd om
bijsluiters te lezen
en ik was bang dat
m’n misselijkheid een
teken was van uitzaaiingen naar
de lever.”
Via lotgenoten weer verder
“Gelukkig vond ik in die periode
een (Duits) forum voor mensen
zonder maag (Magenlos.de). Op
dat forum vond ik heel veel berich-
ten over problemen met voeding. Ik
las dat sommige mensen na een
maagresectie juist afvallen door vet
te eten. De pancreas die de enzy-
men moet afscheiden om vet te ver-
teren kan van slag zijn doordat na
de operatie de signalen vanuit het
maagpoortje naar de pancreas niet
meer goed doorgegeven worden.
Vet dat niet verteerd wordt maakt
van de darm een soort glijbaan voor
de voedingsbrij. Dan komt niet al-
leen het vet er onverteerd uit, maar
ook de andere voedingsstoffen die
in diezelfde brij zaten. Geen wonder
dat je dan afvalt!”
Pancreasenzymen
Liesbeth las ook over pancreasenzy-
men. “Die slikte je tijdens het eten
om vet beter te verteren. Mijn onco-
loog vond die enzymen een goed
idee. Op het forum had ik gelezen
dat je die capsules wel open moet
maken en de inhoud direct moet in-
slikken, omdat anders eerst het om-
hulsel verteerd moet worden. Dan
zouden de enzymen pas aan het
einde van de darmen in aanraking
komen met de voedselbrij, en dat
zet geen zoden aan de dijk.”
De diarree werd minder heftig.
Liesbeth kon stoppen met de anti-
diarree medicatie en meteen was
de misselijkheid weg. “Toen pas las
ik dat misselijkheid een bekende bij-
werking van die anti-diarree medi-
catie was. Weg was de angst voor
uitzaaiingen. Had me voor niets zo
druk gemaakt.”
De bijzondere rol van olie
Een speciale tip over vetten bracht
haar nog verder: gebruik MCT vet-
producten in plaats van de ‘gewone’
(MCT staat voor Middellange
Ketenvetzuren oftewel Medium
Chain Triglyceriden). Voor de verte-
ring van deze vetzuren zijn geen
Ik ben er aan
gewend om vaak
kleine hapjes te eten
doorgang 9
pancreasenzymen nodig zoals bij
de lange ketenvetzuren (LCT). De
speciale MCT-producten zijn online
te koop, maar gewone kokosolie
bevat ook veel MCT. Dat ging ze
gebruiken. “In diezelfde tijd ben ik
ook probiotica gaan slikken om
m'n darmflora te herstellen. Je hebt
voor goede voedselvertering name-
lijk een gezonde darmflora nodig
en door de operatie en de medicij-
nen is die vaak behoorlijk aange-
tast.”
Na enige maanden waren de
diarree en het afvallen helemaal
gestopt en Liesbeth kwam langza-
merhand weer een paar kilo aan.
“Wat van al m’n maatregelen daar
nou het beste bij geholpen heeft
weet ik niet. Misschien juist de
combinatie van deze acties. Er
blijkt dus een verschil te bestaan
tussen inname van voedsel en de
opname ervan. Als je voldoende
eet, hoeft dat niet te betekenen dat
je op gewicht blijft. Daarbij speelt
niet alleen het aantal calorieën een
rol, maar ook het soort voedings-
stoffen dat je eet.
Overigens zijn pancreasenzymen
en MCT vetten alleen het eerste
jaar nodig!"
De adviezen van Mestrom
Een boekje van Herman Mestrom
over eten en drinken na een maag-
resectie (Essen und Trinken nach
Magenentfernung) bleek goede
adviezen te bevatten. Deze zeer
ervaren diëtist begeleidde duizen-
den patiënten met voedingsvragen
na een maagresectie. Duidelijke
adviezen met korte toelichting.
Voor Liesbeth in het eerste jaar na
haar maagverwijdering bijzonder
nuttig. “Langzamerhand kon ik ook
steeds meer dingen eten die eigen-
lijk afgeraden werden. Mestrom ad-
viseert bij voorbeeld om geen uien
te eten, geen peulvruchten, noten
of kool. Zo’n streng dieet bleek ik al
snel niet meer nodig te hebben.”
“Hoewel het boekje niet als strikte
richtlijn moet worden gebruikt,
biedt het een handvat bij het zoe-
ken naar oplossingen van onver-
klaarbare problemen met de voed-
selvertering. Dat forum was een
belangrijke bron van informatie en
uitwisseling van ervaringen gewor-
den. Ik ben na twee jaar zelfs naar
een bijeenkomst van lotgenoten in
Berlijn gegaan om al die mensen te
ontmoeten van wie ik zoveel ge-
leerd had.”
Liesbeth is blij dat zowel diëtisten
als artsen zich er meer van bewust
zijn geworden dat sommige men-
sen lang problemen hebben met
voeding. En ook dat er onderzoek
op gang komt naar de gevolgen
van een maag- of slokdarmoperatie
voor voeding. “SPKS werkt graag
mee aan dergelijk onderzoek en
we hopen dat dit tot betere bege-
leiding van onze lotgenoten kan
leiden.”
En hoe sta je er nu, een
aantal jaren verder, voor?
“Eten gaat goed. Ik ben er aan
gewend geraakt om vaak kleine
hapjes te eten, een banaan, een
energiereep, een handje nootjes.
Dat soort dingen heb ik ook altijd
bij me. Per dag eet ik minstens
acht, maar vaak tien tot twaalf keer
een grotere of kleinere ‘maaltijd’.
Ik hou van eten en door de pro-
blemen na de maagresectie ben ik
meer aandacht gaan besteden aan
lekker koken. Ik eet inmiddels
gewoon met de pot mee en ga ook
zonder problemen uit eten, de
meeste dingen verdraag ik wel, al
let ik altijd op iets te kiezen dat
niet te scherp gekruid of te vet is.”
m a a g & s l o k d a r m
De arts zei dat je heel goed
zonder maag kon eten en
daarmee was de kous af.”
10 doorgang
“Paprika, tuinbonen en koolsoorten
vallen nog steeds niet goed; dan
krijg ik een opgeblazen buik die
een paar uur flink pijnlijk is. Dat
betekent niet dat ik deze dingen
nooit meer zal eten. Ik probeer
geregeld een kleine hoeveelheid
en soms valt iets dat voorheen tot
een opgeblazen buik leidde ineens
wel goed. Er is nog steeds vooruit-
gang. Ik eet geen vlees, maar ik
hoor dat lotgenoten soms moeite
hebben om sommige soorten vlees
weg te krijgen.”
Het slikken bij drinken ging lange
tijd niet goed. Door de operatie kan
de zenuw beschadigd zijn die het
slikken aanstuurt. Met wat extra
aandacht voor het slikken kon ze
bijna alles drinken, behalve gewoon
water (zonder bubbels). Daarbij
verslikte ze zich soms vreselijk.
En dus dronk Liesbeth enige jaren
nauwelijks water. Een paar maan-
den geleden bracht een logopedis-
te, gespecialiseerd in slikklachten,
verlichting. Door de bij haar geleer-
de oefeningen kon ze na een paar
weken weer zonder problemen een
glas water drinken. “Heel handig,”
zegt ze. “Ik moet wel voortdurend
mijn gewicht in de gaten houden.
Verandert bij voorbeeld door va-
kantie het dagelijkse ritme en ik
dan minder vaak eet, dan kan ik
zomaar in een week twee kilo kwijt
zijn. En het duurt weken voordat ik
dat er weer aan gegeten heb.”
En je energie?
“Op dagen dat ik werk gaat het
goed met m’n energie. Dan zit ik in
een vast ritme met veel mogelijk-
heden om even iets te eten. Maar
als ik me in m’n vrije tijd wat meer
inspan, merk ik dat ik weinig buf-
fers heb. Dan moet ik tussendoor
echt even zitten en iets eten. Ik slik
wel extra vitamines. Mensen die
door een gastric bypass geen func-
tionerende maag meer hebben,
blijken baat te hebben bij bepaalde
doseringen van vitamines en mine-
ralen. Omdat er voor onze groep
mensen (zonder maag) nog geen
onderzoek is gedaan naar de gevol-
gen van de operatie, gebruik ik hun
multivitaminen, maar dan wat min-
der vaak. Daar horen ook vitamine
B12- , kalk- en ijzertabletten bij.”
Werken als vanouds
Liesbeth werkt weer volop als
docent aan het Radboudumc.
“Mijn werk is erg leuk, inhoudelijk
past het helemaal bij mij, en we
werken in een fijn team. Ik ben blij
dat ik weer op hetzelfde niveau en
tempo kan werken als voorheen. Ik
besef elke dag dat ik er dankzij de
behandelingen nog ben. Extra leef-
tijd heb gekregen. Een deel daar-
van besteed ik graag aan activitei-
ten om vanuit SPKS er aan bij te
dragen dat lotgenoten ook optima-
le kansen krijgen op extra leef-tijd
en -kwaliteit.”
Interview Marianne Jager | eindredactie
Peter Craghs
Samen met Joke Leemhuis coördineren
Liesbeth en Marianne de patiëntengroep
Maag-Slokdarm, en sinds augustus jl. is
ze bestuurslid van SPKS geworden.
m a a g & s l o k d a r m
Ook voor uw verhaal
en dat van uw naasten
maken we graag ruimte.
Neem contact met ons op!
De redactie helpt u
graag verder:
Ik ben blijdat ik weer op
hetzelfde niveauen tempo kan
werken als voor-heen. Ik besefelke dag dat iker dankzij de
behandelingennog ben. Extraleef-tijd heb
gekregen.
doorgang 11
I n h e t ko r t
In het kort• In het kort • Inhet kort • In hetkort • In het kor
• In het kort • •••
Microalg – Volgens René Wijffels,
hoogleraar bioprocestechnologie in
Wageningen, heeft een eencellige
micro-alg toekomst voor onze
voedselvoorziening. Het zijn
'potentiële koolhydraat-, vita-
mineolie- of eiwit-
vervangers'. En
verder zegt
Wijffels:
"Eetbare
algenolie
moet een ver-
vanger worden
van palmolie en
visolie. We kunnen
het al maken; het is alleen nu nog
niet rendabel genoeg. Maar ik denk
dat dat over vijf jaar heel anders
is.” Algen bevatten behalve antioxi-
danten veel omega-3 vetzuren. Dit
laatste vetzuur halen we vooral uit
vis. We kunnen het immers niet zelf
aanmaken. En de vis komt er aan
door algen te consumeren… | Bron:
de Volkskrant
Dokter Dichtbij – Meer dan 180.000 huisartspatiënten van 62
praktijken in de regio Deventer hebben vanaf april dit jaar de
mogelijkheid om via een app ’s avonds of in het weekeinde
een doktersafspraak te maken. De huisartsencoöperatie
Deventer en omstreken ontwikkelde de app samen
met Salland Zorgverzekeringen, de grootste
verzekeraar in de regio.
Bron: De Stentor
Fipronil – Midden in de grote fipronil-discussie wierp oud-
dierenarts Frans van Knapen nog even een knuppel in het
hoenderhok: ”Angst voor fipronil is pure chemofobie,” zo
werd uit zijn mond opgetekend. “Zodra we te maken krijgen
met chemische stoffen komen er draconische maatregelen.
Elke stof is potentieel schadelijk, het gaat om de dosis.”
Omdat mensen die elke dag of een paar keer in de week een
eitje eten, werd even de indruk gevestigd dat zij in gevaar
kwamen. Onzin, vindt Van Knapen,
die zich daarmee aansloot
bij het RIVM. Hoewel de
fipronil niet gebruikt
mag worden in
kippenstallen,
is de consument
geen moment in
gevaar geweest.
Bron: AD
E-nummers absoluut veilig
Hoewel er mensen zijn die zomaar
van alles roepen over E-nummers,
zijn ze volstrekt veilig. Als er iets
grondig en jarenlang is getest, om
in heel Europa maximaal veilig in
ons eten te kunnen verwerken, zijn
het wel de E-nummers. Je kunt eten
bijvoorbeeld ook langer houdbaar
maken door het toevoegen van ex-
tra veel natuurlijke ingrediënten,
zoals zout, vet of suiker. Heel na-
tuurlijk, maar je kunt er in tegen-
stelling tot E-nummers, wél ziek
van worden!
Bron: Ode aan de E-nummers van
Rosanne Herzberger
12 doorgang
Af en toe hebben we contact met lotgenoten waarvan
de stem is veranderd door de ingreep. Er zijn er die er
een iel piepstemmetje aan over hebben gehouden,
maar ook die sindsdien schor of hees klinken. Dat kan
in een beroep waarbij je veel moet praten, een pro-
bleem vormen. In juni 2012 hebben wij ook al over dit
onderwerp geschreven. Tijd voor een update.
In 2012 schreven wij over Tjerk
(niet zijn echte naam) die een be-
handeling kreeg, namelijk een in-
spuiting met Radiesse door KNO
prof. Mahieu in Amersfoort. De wer-
king ervan zou maar een jaar of
drie duren. Zijn behandeling is nu
vijf en een half jaar geleden. Ik
heb opnieuw contact
met hem
opge-
nomen.
Omdat het
effect van
de behande-
ling zolang heeft
aangehouden, is herbe-
handeling hiervan nog steeds niet
nodig.
Lotgenoot Monique heeft zich in
augustus door prof. Mahieu laten
behandelen. Zij had keuze uit een
aantal mogelijkheden die prof.
Mahieu in dit blad uit de doeken
zal doen. Haar ervaringsverhaal
leest u hier ook.
Beschadiging van destembandzenuw tijdens deslokdarmkankeroperatie
Dan is er nog Marion, ook een lotge-
noot met stemprobleem. Zij heeft
informatie ingewonnen over moge-
lijke behandelingen en heeft na rijp
beraad ervoor gekozen om, in ieder
geval voorlopig, af te zien van een
behandeling. Bij haar blijft er nogal
eens voedsel in een verwijding van
het halsgedeelte van de slokdarm
steken, dat op de luchtpijp drukt. Ze
is bang dat ze het door het laten op-
spuiten van de stemband nog snel-
ler benauwd zal krijgen. Ze is nu al
gauw buiten adem. Onder narcose
wil ze sowieso niet, vanwege slech-
te ervaringen hiermee. Omdat ze
van beroep coach is, is haar stem
heel belangrijk. Praten kost haar
moeite - haar stem klinkt schor,
maar wordt over het algemeen als
sympathiek ervaren. Haar angst is
dat haar stem door een behandeling
mogelijk onaangenaam zal gaan
klinken en dat dat invloed op haar
werk zal hebben.
Marianne Jager
“...als coach is
haar stem
heel belangrijk”
m a a g & s l o k d a r m
doorgang 13
Monique is geopereerd aan slokdarmkanker. De vele problemen - onder meer het verliezen vanhaar normale stemgeluid - begonnen voor haarvooral ná de ingrijpende buismaagoperatie. Endat is meestal niet waar je je op voorbereidt…
Augustus vorig jaar belde de toen
47 jarige Monique mij op. Ze was
geïnteresseerd in ons december-
nummer met ervaringsverhalen.
In juni kreeg ze de diagnose slok-
darmkanker. Gelukkig herkende
haar huisarts snel haar nog vage
klachten, omdat zijn moeder ook
slokdarmkanker had gehad.
Monique kwam in aanmerking voor
een operatie na de gebruikelijke
voorbehandeling met chemoradia-
tie. De operatie had in oktober
plaats gevonden. Een jaar later
zocht ze opnieuw contact.
Een hels traject
Monique had eigenlijk verwacht dat
daarmee het probleem was opge-
lost: chemo - bestraling - operatie -
klaar. Ja, de kanker was weg, maar
daarmee begonnen voor haar ge-
voel de problemen pas echt. Ze
was niet goed voorbereid op wat
daarna zou komen. Ze omschrijft
de periode na haar operatie dan
ook als een ‘hels traject’.
Ze moest haar weg zien te vinden
in haar nieuwe leven. Ze zat nog
niet goed in haar vel, had weinig
energie en ze worstelde met de
vraag of ze nog ooit in het arbeids-
Niet voorbereid op een dergelijke tegenvaller
Monique’s stembandenna buismaagoperatiebehoorlijk beschadigd
proces terug kan komen. Monique
verzucht dat het zo frustrerend is
dat de artsen van het UWV zich
kennelijk niet voldoende verdiepen
in de mogelijke gevolgen van de
buismaagoperatie. Dat heeft tot
gevolg dat de aanvraag van de be-
drijfsarts tot afkeuring werd afge-
wezen nog voor ze werd opgeroe-
pen. Helaas een ons bekend pro-
bleem.
Ongemakken
Monique heeft na haar operatie
veel last van de bekende klachten
zoals reflux, dumping, lage bloed-
druk, hartkloppingen en slijmvor-
ming: klachten die hopelijk op ter-
mijn minder worden of beter be-
heersbaar. Daarbij ging de buis-
maagnaad krimpen en Monique
moest die regelmatig onder narco-
se laten dilateren (‘oprekken’) om-
dat ze tijdens het roesje steeds
wakker werd.
Op de slikfoto was een vernauwing
te zien. Gelukkig kon daar iets aan
worden gedaan. Sinds de naad er-
gens mee is ingespoten, gaat het
slikken gemakkelijker en hoeft er
niet meer zo vaak gedilateerd te
worden. Wel eet ze voor alle zeker-
heid toch maar met kleine hapjes.
Monique
m a a g & s l o k d a r m
“Het isfrustrerend dat
de artsen van het UWV zich
kennelijk niet voldoende
verdiepen in de mogelijke gevolgen van de buismaag-
operatie.”
14 doorgang
Monique belandde recentelijk nog
met vreselijke pijn in buik en rug
met gillende sirenes op de eerste
hulp. Er bleek bij de PET-scan dat
tijdens de operatie een minuscuul
stukje darm te zijn mee genaaid,
hetgeen zulke klachten kan geven.
Op zoek naar hulp
Voor haar baan bij de politie is een
krachtige, heldere stem nodig. Die
stem was Monique dus ook kwijt.
Ze was hees geworden, als gevolg
van een beschadigde stembandze-
nuw tijdens de operatie. Die zenuw
ligt in het operatiegebied. Geen
wonder dat die soms wordt ge-
raakt, waarna één
of alle-
bei de
stem-
banden
stil ko-
men te
liggen.
Monique kreeg inten-
sieve logopedie, maar dat hielp
haar niet. In het juninummer 2012
van Doorgang had ze gelezen dat
prof. Mahieu gespecialiseerd is in
de herstelbehandeling van de
stembandfunctie. Zij nam contact
met hem op en sprak met hem de
mogelijke behandelmethoden door
om tot een keuze te komen (zie het
artikel van prof. Mahieu).
De behandeling
Ze koos voor de optie waarbij de
stilstaande stemband wordt inge-
spoten en er een stukje kraakbeen
werd verwijderd. De ingreep (in
haar geval onder narcose) en op
haar verzoek via de mond, duurde
drie kwartier. Ze kreeg tegen de
napijn morfinepilletjes en voor alle
zekerheid bleef ze een nachtje in
het ziekenhuis.
Omdat Monique eerst nog niet
mocht praten, moest ze alles op-
schrijven. Haar stem was kort
daarop alweer bijna normaal,
maar zal binnen een paar weken
nog verder verbeteren. De
vraag is nu hoelang het effect
aanhoudt.
Monique haar stemprobleem en
de (tijdelijke) oplossing ervan, was
aanleiding om in dit nummer van
Doorgang nog eens aandacht aan
dit probleem te besteden en de
mogelijke behandelmethoden hier-
van op een rijtje te laten zetten.
Op het moment dat ik haar ver-
haal schrijf, is Monique zelf met
vakantie in Torremolinos, aan
het bijkomen van haar eerste
buismaagjaar.
Marianne Jager
“Vraag is nu
hoe lang het
effect aanhoudt...”
m a a g & s l o k d a r m
Stembandverlamming
ademhaling
stemgebruik
zonderverlamming
eenzijdigeverlamming
dubbelzijdigeverlamming
1
2
doorgang 15
m a a g & s l o k d a r m
Operaties aan de bovenzijde van de slokdarm vor-men een groot risico op beschadiging van de vlakdaarnaast verlopende stembandzenuwen (nervusrecurrens). Deze zenuwen (één aan elke zijde) ope-nen de stembanden voor de ademhaling en sluitenze voor de stemgeving. Tevens reguleren ze (deels)de spierspanning van de stemband. Prof. HansMahieu bespreekt voor ons welke mogelijkheden erzijn om een zich eventueel voordoende stemband-verlamming deels of bijna geheel te ‘repareren’.
Als één van beide zenuwen bescha-
digd raakt, leidt dat vaak tot een
stembandverlamming met een
zwakke en hese stem. De verlamde
stemband kan dan niet goed aan-
sluiten tegen de andere stemband,
waardoor er onvoldoende stem-
bandtrilling en daarmee onvoldoen-
de stem ontstaat. Ook ontsnapt dan
veel uitademingslucht tijdens het
spreken, zodat vaker ingeademd
moet worden en hyperventilatie kan
ontstaan. Verder kan, door verlies
van spierspanning van de stem-
band, een schorre stem ontstaan.
Goede diagnostiek van positie,
spanning en bewegelijkheid van de
stembanden met een kijkertje via
de mond (video-laryngostrobo
scopie) of via de neus (flexibele
scopie) is noodzakelijk om behande-
lingsadviezen te kunnen geven.
Afwachten
1) Allereerst bestaat, tot ongeveer
een jaar, kans op herstel van de
stembandzenuw. Bovendien veran-
Prof. Hans Mahieu bespreekt mogelijkheden
Stembandverlamming na slokdarmoperatie
kan worden aangepakt
dert de positie van de verlamde
stemband nog in de eerste paar
maanden en ontstaat enige com-
pensatie door de andere, goed be-
wegende, stemband, waardoor de
stem al iets beter zal worden.
Logopedie kan daarbij ondersteu-
nen, al mag daarvan niet te veel
verwacht worden. Als de stem niet
al te slecht is, kan dus een afwach-
tend beleid overwogen worden.
Stemband opvullen
2) Als de stem (te) veel problemen
oplevert is de minst ingrijpende op-
tie om de verlamde stemband op
te vullen en iets in de richting van
de andere stemband te duwen door
middel van een injectie met een
opvulmiddel. Soms moet daarbij
ook de goede stemband iets op-
gevuld worden voor het beste
resultaat. Er zijn vele verschillende
middelen die ingespoten kunnen
worden, maar mijn voorkeur is
hydroxy-apatiet (Renu) een mate-
riaal dat tandartsen en kaakchirur-
gen al vele tientallen jaren gebrui-
Prof. Hans Mahieu
3
16 doorgang
ken en dat zijn veiligheid bewezen
heeft. Het lost wel weer op binnen
zes tot twaalf maanden, maar de be-
handeling kan vele malen herhaald
worden. De injecties kunnen zowel
onder plaatselijke verdoving als on-
der narcose worden verricht en hetzij
via de mond (betere controle) of via
de huid in de stemband worden aan-
gebracht.
Deze stemband-injectie is de meest
verrichte ingreep in onze Ruysdael
Voice Clinic in Amsterdam en
kan zo gepland
worden dat bin-
nen een uur na
het intakegesprek,
de videolaryngostro-
boscopie, de plaatselij-
ke verdoving en de ingreep
(via de mond) kunnen plaatsvinden,
voorop gesteld dat dit van tevoren is
besproken.
Eventueel gebruik van bloedverdun-
ners hoeft niet gestopt te worden.
Injectie via de huid vraagt iets meer
voorbereiding, omdat daarbij de as-
sistentie van een tweede arts
noodzakelijk is. Er is ook een stem-
bandinjectie met permanent mate-
riaal van bolletjes siliconen (Vox),
maar die leidt vaak tot stugheid
van de stemband en daarmee een
minder goede stem en die pas ik
dan ook niet toe.
Kraakbeen aanpakken
3) Soms is het kraakbeentje (aryte-
noid) van de verlamde stemband
omgekiept en belemmert het zo de
sluiting van de stembanden. Dan
kan onder narcose een stukje van
dit kraakbeentje worden verwij-
derd, waarna het dan wel wat lan-
ger kan duren (enkele maanden)
voordat de stem beter wordt. Dit
komt omdat de goede stemband
tijd nodig heeft om te gaan com-
penseren. Op deze wijze kan dus
ook niet gegarandeerd worden dat
de stem beter wordt, omdat het re-
sultaat afhankelijk is van de mate
waarin de goede stemband gaat
compenseren om toch de stemban-
den te laten aansluiten.
m a a g & s l o k d a r m
“De goede stemband
heeft tijd nodig
om te compenseren.”
De eerste foto ‘adem’ laat ziet hoe de stembanden open staan bij het ademen en de tweede foto 'fonatie' laat zien hoe de
stembanden gesloten zijn bij het spreken. Als een van de twee stembanden verlamd is, dan is het openen aan die zijde be-
perkt (zie foto 1), maar dat levert meestal geen probleem op, behalve bij extreme inspanning. Op foto 2 is de sluiting van
de stembanden niet volledig, waardoor de stem zwak, hees en instabiel is. En dat is waar de meeste mensen ernstige hin-
der van ondervinden en waarvoor de beschreven methoden behulpzaam kunnen zijn om de stem te verbeteren. De tweede
foto lijkt niet helemaal scherp, maar dat komt door het trillen van de stembanden tijdens het geluid maken.
4 5
doorgang 17
Bij 75% wordt uiteindelijk een dui-
delijke verbetering bereikt, waarbij
het behaalde resultaat permanent
is! Als tijdens deze korte ingreep
tegelijkertijd ook hydroxy-apatiet
ingespoten wordt, dan is de stem
wel direct beter, maar moet uitein-
delijk blijken of na oplossen hiervan
de goede stemband voldoende
heeft gecompenseerd. De opvulling
van de stemband en de gedeeltelij-
ke verwijdering van het kraakbeen-
tje verhinderen een eventueel
spontaan herstel van de zenuw niet
en kunnen dus al snel na het ont-
staan van de verlamming worden
ingezet.
Van buitenaf werken
4) Een veel uitgebreidere behande-
ling betreft de zogenaamde thyro-
plastiek, waarbij van buitenaf via
de hals het strottenhoofd met daar-
in de stembanden benaderd wordt.
Dit geeft de beste mogelijkheden
voor stemcorrectie en heeft een
permanent resultaat. Het is echter
geen kleine operatie, die uit ver-
schillende onderdelen kan bestaan
en tot wel drie uur kan duren.
Daarbij wordt een luikje gezaagd in
het strottenhoofd ter hoogte van
de stemband, die vervolgens naar
binnen toe gedrukt wordt om beter
aan te sluiten bij de goede stem-
band.
Soms moet daarbij ook het kraak-
beentje (arytenoid) waar de stem-
band aan vast zit, gedraaid worden
en ook kan de spanning van de
stemband gecorrigeerd worden
door kraakbeentjes van het strot-
tenhoofd te verschuiven en vast
te zetten. Idealiter wordt deze uit-
gebreide ingreep onder plaatselijke
verdoving verricht om het stemre-
sultaat te kunnen beoordelen en
om overcorrectie en daarmee ver-
slechtering van de stem te voor-
komen.
Gezien de uitgebreidheid van deze
ingreep, waarvoor ook enkele da-
gen ziekenhuisopname noodzake-
lijk zijn, wordt meestal geadviseerd
deze ingreep niet te verrichten
voordat de kans op spontaan her-
stel verstreken is. De onder 2 en 3
beschreven behandelingen vormen
geen belemmering om uiteindelijk
deze ingreep te verrichten en kun-
nen dus al snel na het ontstaan van
de stembandverlamming worden
toegepast. Wel moet eerder inge-
spoten materiaal alweer enigszins
opgelost zijn om de goede positie
van de stemband tijdens de thyro-
plastiek te kunnen bepalen.
Op andere zenuw
5) Tot slot is het mogelijk om de
stemband op een andere zenuw
aan te sluiten. Daarmee gaat de
stemband niet weer bewegen,
maar verbetert de spierspanning
van de stemband, waardoor de
stem beter wordt. Het betreft een
ingreep aan de hals onder narcose
en de zenuw moet ingroeien voor-
dat effect optreedt (enkele maan-
den). In Nederland is hiermee nog
weinig ervaring, maar in Frankrijk
worden goede resultaten gemeld.
Niet helemaal normaal
In alle bovengenoemde situaties
dient gesteld te worden dat, als de
stemband bewegelijkheid zich niet
herstelt, de stem nooit echt hele-
maal normaal zal worden.
Verwachting van herstel van zang-
stem of stem voor stem-professio-
nals met een zware stembelasting
is vaak niet realistisch. Er is ten
slotte sprake van een verlamde
stemband, waarbij de bewegelijk-
heid en variatie in spierspanning
helaas verloren zijn gegaan.
De redactie dankt prof. Hans Mahieu KNO-
arts/laryngoloog voor deze bijdrage
Hans Mahieu is verbonden
aan het Ruysdael Voice
Clinic Amsterdam en het
Meander Medisch Centrum
Baarn/Amersfoort.
m a a g & s l o k d a r m
"Bij 75% wordtuiteindelijk
een duidelijkeverbetering
na debehandeling
bereikt."
18 doorgang
Een bericht van een lotgenoot die zich zorgenmaakt over haar verminderde longfunctie na eenbuismaagoperatie bracht mij ertoe eens navraag tedoen bij prof. Van Lanschot. Hij liet weten dat eropvallend weinig systematisch onderzoek is ver-richt naar veranderingen in de longfunctie na eenslokdarmkankeroperatie. Hij gaf echter op mijnvraag naar zijn persoonlijke indruk aan dat inder-daad bij een aantal patiënten de longfunctie na deoperatie is verminderd.
Zelf vind ik het lastig om stevig
door te lopen en ondertussen te
praten. Ik raak dan snel buiten
adem. Al helemaal na de maaltijd!
Als ik daarna een stuk moet lopen,
loop ik te hijgen alsof ik in ijle lucht
loop. Ik begrijp dat en maak mij
daar geen zorgen om.
Er zijn ook lotgenoten die last heb-
ben van benauwdheid als gevolg
van (gedeeltelijke) verlamming van
het middenrif. Onduidelijk hoeveel
lotgenoten hier last van hebben.
Zelf ken ik er een paar van.
Overigens is 'benauwdheid, adem
tekort', een bekende klacht als ge-
volg van een B12-tekort. Die klacht
gaat dan meestal samen met ande-
re klachten als gevolg van zo'n te-
kort. Raadpleeg hiervoor het volle-
dige lijstje in onze buismaagbro-
Nog te weinig onderzocht, maar toch…
Verminderde longfunctiena buismaagoperatie?
chure of zie: https://home.kpn.nl/
hindrikdejong/symptoom.htm
Misschien dat het nog wat
uitmaakt welk soort operatie men
onderging? In mijn geval, een hoge
tumor, moest er onder meer tussen
de ribben worden geopereerd,
waarvoor er een long moest wor-
den ingeklapt.
Voor de mensen die na de operatie
een ernstige longontsteking kregen
kan ik mij voorstellen dat dit hun
longfunctie evenmin goed heeft ge-
daan.
Omdat er geen gedegen onderzoek
naar werd gedaan, nodig ik lotge-
noten uit om hier hun ervaringen
over kenbaar te maken door die te
mailen naar [email protected].
Marianne Jager
m a a g & s l o k d a r m
Meer weten over B12?
Kijk op: https://home.kpn.nl/hindrikdejong/symptoom.htm
doorgang 19
Lotgenoot Rose maakte zich zorgen over haar long-functie. Ze heeft het nogal snel benauwd. Of ik datherken. Ze kreeg van de longarts een pufje. Zebleek bovendien niet goed adem te halen, te hyper-ventileren. Daarvoor krijgt ze nu therapie.
Ik bedacht mij dat ik het tegen-
woordig ook sneller benauwd heb
dan voor de operatie. Maar ja, dat
was zestien jaar geleden! Toen was
ik ook nog vitaler. Ik neem nu vaker
de lift. In mijn geval moest voor de
ingreep vanwege de hoge tumor
onder meer tussen de ribben door
worden geopereerd en een long
worden ingeklapt. Bovendien had
ik voor mijn lengte en gewicht al
kleine longen met weinig inhoud.
Het zij zo. Datzelfde gold ook voor
Rose.
Ik had zelf geen complicaties, maar
de patiënten die kort na de ingreep
wel last kregen van complicaties
als longontsteking en/of een ander
soort complicatie -die ik de lezer
zal besparen-, daarvan is het lo-
gisch dat men daar restklachten
aan overhoudt, zoals bijvoorbeeld
benauwdheid bij inspanning.
Na het eten van een grote maaltijd
moet ik beslist geen eind gaan lo-
pen, want dan loop ik met bonkend
hart te hijgen alsof ik hoog in de
bergen, in ijle lucht, loop. Alle ener-
gie gaat dan naar de darmen. Daar
houd ik rekening mee.
Het zou vermoedelijk helpen als ik
aan sport zou doen, maar daar gun
ik mij de tijd niet voor.
Marianne praat met lotgenoot
Rose benauwd nade buismaagoperatie
Ik deed navraag bij prof. Van
Lanschot die mij destijds opereer-
de. Hij liet weten dat er opvallend
weinig systematisch onderzoek is
verricht naar veranderingen in de
longfunctie na een slokdarmkan-
keroperatie. Op mijn vraag naar
zijn persoonlijke indruk, gaf hij aan
dat inderdaad bij een aantal patiën-
ten de longfunctie na de operatie is
verminderd, maar er zijn dus geen
cijfers over bekend.
Deze informatie stelde Rose gerust.
Zij kreeg bovendien een matje in
haar borst na een postoperatieve
complicatie, die de werking van het
middenrif, dus de longfunctie, be-
nadeelt, bedacht ze.
Vaak is het kennen van de oorzaak
van een klacht al voldoende om er
vrede mee te hebben.
Een lage vitamine B12-waarde zou
benauwdheid nog kunnen verster-
ken, omdat met minder rode bloed-
lichaampjes, minder zuurstof ge-
transporteerd kan worden.
Zie ook de reden van Marion om
geen stembandbehandeling te wil-
len laten verrichten, in het stukje
over stembandzenuwbeschadiging.
Marianne Jager
Rose
m a a g & s l o k d a r m
Een lagevitamine B12-
waarde kan benauwdheid nog
kunnen verster-ken, omdat met
minder rodebloedlichaampjes,
minder zuurstof getransporteerd
kan worden.
20 doorgang
Als je na de diagnose kanker succesvol bent behandelden alles lijkt in orde, is het niet gebruikelijk om bij de controle een
CT-scan te krijgen. Els kreeg vijf jaar geleden slokdarmkanker en voelde bij de eerste controle niks bijzonders. Toch maakte haar chirurg - buiten het
protocol om - een CT scan en toen bleken er toch uitzaaiingen te zijn. Het gaat weer goed met Els, maar ze is dankbaar voor haar alerte
huisarts en de chirurg die haar grondig is blijven controleren.Voor Doorgang heeft ze haar verhaal op papier gezet.
"Ik had wat pijn bij het slikken,
dacht eerst nog dat ik een keer iets
had doorgeslikt wat te groot was,
maar toen dat gevoel niet over
ging, ben ik toch maar naar de huis-
arts gegaan. Die nam het direct se-
rieus, en stuurde mij naar het zie-
kenhuis voor een gastroscopie.
Na de diagnose (een verbijsterende
ervaring) kwam de controle op
eventuele uitzaaiingen. Dat was al-
lemaal heel spannend natuurlijk. Je
gevoelens zwaaien in die periode
heen en weer: van 'dit
moét goed aflopen,
want ik
kan het
mijn
moeder
niet aan-
doen om voor
haar dood te
gaan' tot 'misschien ben ik over
drie maanden wel dood'.
Soort behandeling
Ik heb eerst vijf weken chemothera-
pie gehad gecombineerd met dage-
lijkse bestralingen. Allemaal heel in-
drukwekkende ervaringen. Daarna
daarvan herstellen, en daarna een
buismaagoperatie.
Bij eerste controle toch CT-scan
Els is haaralerte artsen dankbaar
Reactie van de omgeving
De reactie van mijn omgeving was
echt geweldig fijn: ik heb mij heel
erg gesteund gevoeld door mijn fa-
milie, mijn vrienden en collega's.
Het was voor hen ook een grote
schok dat ik ineens zo gevaarlijk
ziek bleek te zijn.
Ik kreeg bezoek en er was veel
mailcontact. Ik was al niet dik, dus
na de diagnose had de huisarts mij
gewaarschuwd dat ik door de effec-
ten van de bestraling en de opera-
tie zou gaan afvallen. Hij adviseer-
de mij om zoveel mogelijk aan te
komen zolang het nog kon, dan kon
ik wat verliezen zonder veel te licht
te worden. Mijn collega's hebben
toen een map met calorierijke re-
cepten voor me gemaakt, want
daar was ik nooit zo van. Die heb ik
nog steeds...
Hoe het verder ging
Na de operatie is het zaak om eerst
te herstellen natuurlijk, en weer op
gewicht komen. Toen ik uit het zie-
kenhuis kwam had ik een jejenum-
sonde (rechtstreeks in de darm), en
kreeg ik 's nachts extra calorieën
toegediend. Dat heeft een maand
geduurd. Zo kon ik geleidelijk wen-
“Ontwikkelje eigen
gebruiksaanwijzing”
m a a g & s l o k d a r m
doorgang 21
nen aan het 'gewone' eten en
kon mijn buismaag rustig aan
wat oprekken. Ik weet nog dat
ik toen de kleinste maat plastic
voorraadbakjes van de Blokker
heb gekocht, meer kon ik niet
op tegelijk. Nu gebruik ik die
voor het invriezen van een por-
tie rijst, dus er gaat weer veel
meer naar binnen. Eigenlijk eet
ik nu vrijwel zoals ik voor de
operatie deed. Alleen moet ik
soms extra opletten dat ik vol-
doende eet, want ik heb niet
echt een hongerprikkel meer.
Op mijn werk is het nog het ge-
makkelijkste: dan ga ik met de
collega's naar het bedrijfsres-
taurant, zodat ik niet vergeet
te eten. Op vrije dagen moet ik
de klok in de gaten houden om
op tijd te eten.
Ook is het nog steeds prettiger om
niet te drinken bij of na het eten.
Eten en drinken hou ik uit elkaar
qua tijd. Dat bevalt het beste.
Eigenlijk heeft iedereen na de ope-
ratie waarschijnlijk een eigen 'ge-
bruiksaanwijzing'. Het is zaak om je
eigen gebruiksaanwijzing te leren
kennen en daarnaar te leven.
En soms wat uitproberen natuurlijk:
in het begin richtte ik me erg op de
tips en waarschuwingen die in de
buismaagbrochure staan, en durfde
ik bijvoorbeeld geen rauwkost te
eten, terwijl ik dat voorheen veel
deed en het ook erg lekker vond.
Toen kookte ik dus ineens alles.
Later heeft mijn chirurg mij aange-
spoord om niet te bang te zijn en
gewoon maar te proberen of ik het
kon verdragen. En dat was gelukkig
zo. Ik denk dat mensen die niet we-
ten dat ik een buismaag heb, ook
niet gauw zullen merken dat er iets
met mij is, behalve dan dat ik bij-
voorbeeld hooguit een klein glaasje
wijn drink bij het eten...
Na het herstel
Voor ik weer geleidelijk mijn werk
heb opgepakt, ben ik naar een ge-
spreksgroep van Het Behouden
Huys geweest. Dat hoorde voor mij
bij mijn herstel, dat ik niet alleen
met mijn veranderde lichaam leer-
de omgaan, maar ook wat het voor
mij betekent om kankerpatiënt te
zijn en tevens van anderen te ho-
ren hoe zij daarmee omgaan.
Tenslotte is er een enorme knak in
het vertrouwen in je eigen lichaam
gekomen: een goede gezondheid
was altijd zo vanzelfsprekend en
ineens is dat niet meer zo en weet
je niet of je het volgende jaar zult
halen. Die gespreksgroep heb ik als
zeer positief ervaren.
Contact met chirurg
Ieder jaar krijg ik een controle: mijn
chirurg maakt een CT-scan en doet
bloedonderzoek, en dan bespreken
we samen hoe ik ervoor sta. Ik ben
erg blij dat dit gebeurt, want direct
bij de eerste controle na een jaar
werd op beide longen iets gezien
wat er niet hoorde. Schrikken na-
tuurlijk! In mijn ene long zat een
uitzaaiing, die is operatief verwij-
derd. Van het andere plekje
konden ze niet definitief zeggen
wat het was, maar een jaar later
bleek dat het toch ook een uit-
zaaiing was. Daar heb ik een
bestraling voor gehad.
Een jaar daarna, begin 2016, was
alles goed, en in november 2016
ook. De volgende controle is in
november 2017... erg spannend
allemaal.
Ik denk echter dat ik er veel slech-
ter aan toe zou zijn geweest als ik
meteen bij de eerste controle die
scans niet had gehad: ik had name-
lijk helemaal geen klachten, en
toch was het niet oké. Als ik had
moeten wachten op klachten voor
ik onderzocht zou zijn, wie weet,
dan was het misschien al wel te
laat geweest. Dus ik ben blij dat
mijn chirurg het op die manier aan-
pakte, want voor mij heeft het mis-
schien het verschil gemaakt tussen
wel en niet overleven...!"
m a a g & s l o k d a r m
Foto
Fra
nk
Absp
oel
22 doorgang
m a a g & s l o k d a r m
Op de foto staat Mark samen met
Jaap van van der Breggen op het
event ‘’Wheels in the west’.
doorgang 23
“Een van de voorbeelden is dat we
met de nieuwe techniek van de
aansluiting tussen de rest van de
slokdarm en de buismaag die in de
borstholte wordt ge-
maakt nu een heel
laag lekkage percen-
tage hebben van rond
de 5%. Ook is het een
enorme vooruitgang
op bijvoorbeeld late
problemen zoals ver-
nauwing van de aan-
sluiting (naadstenose)
waar mensen soms veel scopiën
voor moeten hebben en wat dus nu
niet meer nodig is. De standaard-
behandeling is nu dat bij de aanleg
van de buismaag de naad achter
het borstbeen ligt. We zien veel
De ontwikkelingen in de slokdarm- en maagchirur-gie gaan snel. En dat komt de patiënten ten goede.Verdere centralisatie begint zijn vruchten af tewerpen. Een van de ontwikkelingen die daar zekertoe zal bijdragen is het GastrointestinaalOncologische Centrum Amsterdam (GIOCA). Ook deaanstaande fusie van het AMC en het VUmc bete-kent veel. Doorgang stelde een aantal vragen overde huidige behandeling van slokdarm- en maagkan-ker aan Mark van Berge Henegouwen van het AMC,in januari van dit jaar benoemd tot hoogleraar.“Het mooie van het werken in een gespecialiseerdslokdarm- en maagcentrum is dat het hele teamgewend is om de zorg te leveren voor deze patiën-ten. We hebben steeds betere resultaten van metname de slokdarmchirurgie en dat komt doordatwe rond de 100 slokdarmresecties voor kankerdoen per jaar.” Alles draait om de patiënt.
Mark van Berge Henegouwen aan het woord
Alles draait om de patiënt – dus samen
de keuzes bepalen
minder lekkages, veel minder ver-
nauwingen en ook minder stem-
banduitval (heesheid na de opera-
tie). Het klopt ook dat je een paar
centimeter meer van
de ‘oude slokdarm’
laat zitten maar dat is
het gezonde deel.
Doordat er weinig
zuurproductie is hoef
je eigenlijk niet bang
te zijn dat er opnieuw
kanker optreedt.“
“Ook komt het probleem van stem-
banduitval nu bijna niet meer voor.
Waar ik ook enorm trots op ben dat
zulke resultaten niet het gevolg zijn
van bijvoorbeeld alleen de chirurg,
maar van het hele team. Van ver-
m a a g & s l o k d a r m
"Trots dat
stemband-
uitval bijna
niet meer
voorkomt...."
pleegkundige tot ICU arts en van
diëtist tot de dokter die de narcose
geeft, iedereen is enorm op elkaar
ingespeeld en dat merk je ook in
de resultaten.”
Samen beslissen
Alles draait om de patiënt. Dat
boeit Mark van Berge Henegouwen
“want het is heel complex wat de
behandeling van slokdarm en
maagkanker inhoudt. Binnen som-
mige specialismen opereer je bijna
alleen maar en zie je je patiënten
weinig terug, maar ik vind het spre-
ken met patiënten een essentieel
onderdeel van mijn vak. Het samen
beslissen wat de beste behandeling
is en wat per patiënt de beste keu-
zes zijn. Dat ligt namelijk niet al-
leen aan bijvoorbeeld de tumor en
of er uitzaaiingen zijn, maar ook
aan de conditie van een patiënt.
Al deze dingen moet je goed uit-
leggen en bespreken en je moet
samen tot een beslissing, een plan
komen. Ook is het belangrijk dat
je een band hebt met je patiënt,
met name als het niet goed gaat.
Om zo’n proces te begeleiden en
patiënten daarin te helpen is
eigenlijk net zo belangrijk als
goed opereren.”
Je opereert
veel mensen
die elders niet
voor operatie
in aanmerking
komen. Waar
zit hem
dat in en wat
doen jullie?
“Ongeveer 30%
van de patiën-
ten die wij zien
komt met vra-
gen over de be-
handeling of het
behandelings-
24 doorgang
voorstel van elders. Het komt best
wel eens voor dat ons advies na
bespreking in het GIOCA afwijkt.
Een enkele keer zijn dat kleine din-
gen, maar soms vinden we dat we
toch een operatie kunnen doen
waar elders niet aan gedacht is.
Ook hier geldt weer dat we een
heel goed ingespeeld team hebben
en dat onze bespreking in het mul-
tidisciplinaire team alleen over
slokdarm- en maagtumoren gaat.
We doen dat eens per week en
hebben dan soms wel 25 patiënten
te bespreken. Soms zien we dan
toch mogelijkheden om een tumor
weg te halen, waar men dat in een
ander ziekenhuis misschien niet
van plan was. Een voorbeeld: pa-
tiënten worden soms behandeld
met alleen bestraling en chemothe-
rapie, omdat de conditie op dat
moment niet goed genoeg is of om-
dat op dat moment de tumor te
groot is. Als de tumor dan terug-
komt na zes maanden of een jaar
dan is er weer een nieuwe situatie.
Maar er zijn dan wel verklevingen
in de borstkas en dat maakt zo’n
operatie veel moeilijker. Het is lo-
gisch en ik denk ook: goed dat je
daar niet aan begint als je niet elke
week twee van dit soort operaties
doet. We opereren per jaar onge-
veer vijf à tien van dit soort tumo-
ren en we zien ook dat het best
vaak goed lukt. Maar je ziet ook dat
hier wel de meeste complicaties na
een operatie ontstaan, dus het blijft
belangrijk om alles heel goed af te
wegen en te bespreken. We zijn
een van de weinige centra in
Nederland die de dikke darm ge-
bruikt als nieuwe slokdarm, dus in
plaats van een buismaag (red.:
over deze zogenoemde coloninter-
positie schreef Doorgang vorig jaar
december); ook dat is een reden
om patiënten naar ons centrum te
verwijzen.”
m a a g & s l o k d a r m
Mark van Berge Henegouwen
Mark van Berge Henegouwen is sinds 2005 chi-
rurg en heeft zich na zijn specialisatie verder ge-
specialiseerd in maag-, lever- en darmchirurgie in
het AMC. Hij heeft zich ook verder ontwikkeld in
de minimaal invasieve chirurgie (de zogenaamde
kijkoperaties waarbij je via kleine buisjes ope-
reert). De operaties zijn complex want de slok-
darm bevindt zich in de hals, de borstholte én de
buik dus je moet op al die plekken kunnen opere-
ren. Door de combinatie van opleidingen, richtte
Mark zich al snel op het door middel van kijkope-
raties behandelen van slokdarm en maagkanker.
De titel van zijn leerstoel is dan ook hoogleraar
slokdarm- en maagchirurgie. Het AMC is op dat
vlak het grootste centrum van Nederland.
doorgang 25
Wat verwacht je van de fusie
met de VU? Welke voordelen
biedt dat?
“Deze fusie met de VU zal ervoor zor-
gen dat we een groter team hebben
van chirurgen maar ook van de ande-
re behandelaren in het zorgpad: me-
disch oncologen, radiotherapeuten,
MDL artsen. Ook wat betreft teams
op de afdeling en de polikliniek zijn
we dan groter. Nog een groot voor-
deel is dat je echt 24/7 zorg kan bie-
den voor patiënten met ingewikkelde
problematiek. Je wilt bijvoorbeeld ook
's nachts of in het weekeinde een chi-
rurg beschikbaar hebben met erva-
ring met dit soort operaties. Dan heb
je minimaal vier à vijf mensen nodig.
Nu zijn dat in het AMC drie mensen
en in VUmc twee; samen maakt je
dat veel sterker.”
Er blijft een soort GIOCA bestaan. Dat
concept is belangrijk omdat patiën-
ten snel gezien worden, meteen een
diagnose krijgen en indien nodig,
zelfs dezelfde dag aanvullend onder-
zoek krijgen - en dan met het nieuwe
advies weer naar huis of hun eigen
kliniek kunnen gaan. “Internationaal
zal het nieuwe centrum wat grootte
betreft bij de top 5 van Europa beho-
ren. Het AMC staat daar nu net bui-
ten, maar aanzien is er natuurlijk al.
Dat gaat niet alleen om aantallen
maar vooral om kwaliteit!"
Gespecialiseerde centra
Mark vindt de opkomst van gespeci-
aliseerde centra van groot belang.
“De zorg is de laatste jaren al enorm
verbeterd door maatregelen van on-
der meer de Nederlandse Vereniging
voor Heelkunde, de Nederlandse
Vereniging voor Gastrointestinale
Chirurgie en de Inspectie voor de
Gezondheidszorg. Waarschijnlijk een
van de belangrijkste maatregelen
was de centralisatie naar ziekenhui-
zen die minimaal twintig slokdarm-
operaties per jaar doen. Ik vind het
erg goed dat de SPKS, samen met
andere patiëntenorganisaties als
Leven met Kanker en Inspire2live,
bezig is met het omschrijven van
zogenaamde 'excellente criteria'
voor deze ingewikkelde operaties
en alles eromheen, omdat dát uit-
eindelijk zorgt voor kwaliteit.
Het volume is nu op twintig slok-
darmoperaties per jaar en twintig
maagoperaties per jaar gesteld,
maar dat aantal zal met deze crite-
ria omhoog gaan. Daar zullen dan
ook de landelijke sterftecijfers na
dit soort operaties uiteindelijk weer
verder mee moeten verbeteren.
Maar we moeten niet alleen volu-
menormen te stellen voor opera-
ties, maar ook kijken naar het ge-
ven van chemotherapie en bijvoor-
beeld bestraling. We weten uit on-
derzoek dat er best grote verschil-
len zijn tussen Nederlandse zieken-
huizen.”
Wanneer controle?
“De richtlijn in Nederland schrijft
voor dat het eigenlijk niet zinvol is
om bijvoorbeeld elke paar maan-
den of elk half jaar een scan te
m a a g & s l o k d a r m
doen. Je moet je afvragen of je elke
paar maanden die stress wil heb-
ben. Als er een verandering is in
hoe iemand zich voelt, moet afge-
sproken worden dat de patiënt aan
de bel trekt en dan moet je natuur-
lijk wel een scan maken.”
“We zien ook weleens een patiënt
bij wie bijvoorbeeld maar op één
plek een afwijking zit, die je besluit
te behandelen. Dit komt niet vaak
voor, maar een heel enkele keer is
dat echt succesvol. Belangrijkste is
wel je te realiseren dat dergelijke
uitzaaiingen wijzen op uitgebreide-
re metastasering en je moet dan
ook goed afwegen bij welke patiën-
ten dat toch zinvol kan zijn. Dat
kan bijvoorbeeld omdat het in de
hersenen zit en je daar last van
hebt doordat het neurologische uit-
val geeft, of doordat iemand weer
problemen krijgt met eten. De plek-
ken waar het kan terugkomen kun-
nen zeer uiteenlopen van herse-
nen, bot, lever long tot in bepaalde
lymfeklieren.”
Marianne Jager en Bert Abbas stelden de
vragen voor dit interview | Eindredactie:
Peter Craghs
Uit de goede relaties die Mark van Berge Henegouwen met pa-
tiënten onderhoudt zijn hele mooie dingen voortgekomen, zoals
het Slokdarm- & Maagkanker Fonds (SLMK) opgericht door
Vincent Nieuwenhuis, Jantine en Jaap van de Breggen en Louis
van Dijk. “Helaas zijn Vincent en Jantine overleden maar ze heb-
ben iets heel moois nagelaten waar we een deel van ons waar-
devolle onderzoek mee verder kunnen helpen,“ zegt Mark. “Zo
heeft Jaap van de Breggen recent een prachtig oldtimer-event
georganiseerd waarmee 25.000 euro voor onderzoek is opge-
haald. Fantastisch toch! Ook word ik erg blij als ik dan Louis van
Dijk op de radio of tv hoor zeggen dat hij van mij weer wijn mag
drinken. Dat heb ik natuurlijk niet gezegd; nou ja … als mensen
vragen of ze na de operatie een glas wijn mogen drinken, dan
zeg ik altijd... alléén goede!”
26 doorgang26 doorgang
m a a g & s l o k d a r m
In de grote stroom van vele geldinzamelingsacties voor kanker worden patiënten met slokdarm- en maagkanker nogal eens over het hoofd
gezien. Deze vormen van kanker komen namelijk relatief weinig voor. Daaromheeft pianist en jazzmuzikant Louis van Dijk – zelf in 2013 getroffen door
slokdarmkanker – samen met anderen een fonds opgericht, onder de naam SLMK (Slokdarm- en Maagkanker) Fonds.
Geld voor onderzoek en welzijn
Onder de vlag van de AMC Founda-
tion is dit fonds op 19 februari 2016
opgericht, met als doel het steunen
van medisch wetenschappelijk on-
derzoek naar slokdarm- en maagkan-
ker. Patiënten met slokdarm- en/of
maagkanker hebben nog altijd slech-
te overlevingskansen en het is een
van de snelst stijgende doodsoorza-
ken voor mannen. Ook is er een gro-
te kans op (ernstige) bijwerkingen
van de behandeling en een kans op
blijvende verslechtering van de kwa-
liteit van leven. Het SLMK Fonds wil
fondsenwervende activiteiten organi-
seren en gelddonaties werven ten
behoeve van wetenschappelijk on-
derzoek naar oorzaak, technieken en
behandeling van slokdarm- en maag-
kanker en de bevordering van het
welzijn van deze groep patiënten.
Louis van Dijk
De nu 76 jarige Louis van Dijk is be-
kend geworden als pianist en jazzmu-
zikant. Tijdens zijn glansrijke carrière
heeft hij vele prijzen gewonnen en
onder andere gespeeld met bekend-
Slokdarm- & Maagkanker niet langer vergeten
Musicus en BN’er Louis van Dijkzamelt geld in
heden zoals Ramses Shaffy en Lies-
beth List. Ook was Louis samen met
Mr. Pieter van Vollenhoven actief voor
het Fonds Slachtofferhulp. Tegen-
woordig staat Louis regelmatig op het
podium met pianist Cor Bakker (o.a.
bekend van Mooi! Weer de Leeuw).
Wijn
Louis van Dijk wilde na zijn operatie
vooral doorgaan met genieten:
"Onmiddellijk na de operatie ben ik
gaan oefenen in wijn drinken. Want
als dat niet meer lukt, vraag je je toch
af of je nog een beetje feestelijk kunt
doorhobbelen. Ik zou het buitenge-
woon erg hebben gevonden, als dat
niet meer had gekund. Je bent je
smaak een beetje kwijt hè. Je hebt
geen slokdarm meer, dus vijf gangen
bij een diner doe je niet meer. Maar
toen ik merkte dat ik de verschillende
druivensoorten weer kon herkennen,
dacht ik: dit gaat de goeie kant op! Ik
heb de arts die mij heeft geopereerd
gevraagd hoe het zit met wijn na zo'n
operatie. 'Uitsluitend goede wijn,'
antwoordde hij. Kijk, dat noem ik
een goede dokter!"
Louis van Dijk
m a a g & s l o k d a r m
doorgang 27
Maag-slokdarmbijeenkomstin de VU was een succes!
De foto hierboven is heel beeldend. Links op foto Monica Mees namens SPKS.Foto Marianne Jager.
28 doorgang
Ries
Ernstige ziekte en dood horen bij het leven; de con-
frontatie met deze life-events is altijd ingrijpend en
er zijn grote verschillen in hoe mensen ermee om-
gaan. Mijn ziekte is in een nieuw ernstig stadium,
het functioneren van mijn lever komt in gevaar. Ik
worstel nog hoe daarmee om te gaan.
“Kind, wat ben je toch weer ries*.”
Regelmatig riep mijn moeder dat
als ik weer eens gevallen was en
met knie-of el-
leboogwonden
thuis kwam.
Altijd zat ik
onder de
schaafwon-
den. Tot de
dag dat ik
na de ‘grote
vakantie’ naar
klas vijf ging.
Onze juf, juf
van Kempen,
was meege-
gaan.
Gelukkig. Ik was gek op haar.
“Wat ben jij gegroeid
Gerda,” zei juf toen ik
de klas
binnen-
kwam.
”Weet je
wat, jij mag
nu achterin
zitten in plaats
van voorin.” Na het ochtend-
gebed begon de
rekenles; juf ging breuken uitleg-
gen. Spannend. Maar wat was er
aan de hand? Ik zag niks, een grijze
waas, en juf was ook wazig, en wat
schreef ze daar? De tranen spron-
gen in mijn
ogen.
Die dag kreeg
ik van juf een
briefje mee en
de volgende
dag zaten mijn
moeder en ik
bij de oogarts.
“ -3 en -3.75,”
riep de oog-
arts. “Hebben
jullie niks ge-
merkt aan dit
kind?” Een
week erop had ik mijn bril. Wel een
oud montuurtje van mijn 8 jaar ou-
dere broer, want het was zonde om
een nieuw montuur te kopen. Het
was 1957. Ik zette de bril op: er
ging een wereld voor me open.
Hoe kon ik als kind leven met die
slechte ogen? Ik wist niet beter. Als
ik buiten was zag ik dingen die mijn
vriendinnen niet zagen en hing
daar dan een mooi verhaal aan.
“Gekke Ger Schaap” giechelden ze
dan, “hoe verzin je het.” Bij trefbal
was ik altijd de eerste die eruit ge-
Mensenontwikkelen een
stijl, die het bestebij hun leefwijze
en persoonlijkheidpast.
‘coping: omstan-
digheden die aan-
passing vereisen’
co l u m n
Gerda Schapers is docent op
een Business School.
Zij is sinds juli 2010 darmkankerpatiënt.
doorgang 29
mikt werd en zelf raak gooien was
er niet bij. Het zorgde soms ook
voor angsten. Een zwart harig mon-
ster op het bed tegenover mijn bed
bleek in het ochtendlicht een vest
van mijn zus te zijn. Om hulp
zwaaiende armen in het water ble-
ken bij benadering gewoon riets-
tengels.
Ik paste, terugkijkend, wel mijn ge-
drag aan. Ik zat veel binnen te le-
zen want dat was geen enkel pro-
bleem. Stiekem las ik boeken uit
mijn moeders boekenkast, de jon-
gensboeken van mijn oudere
broers en de strips uit de krant.
Heer Bommel was mijn favoriet.
Jaren later, tijdens mijn opleiding,
ontdekte ik dat dit gedrag een
naam heeft: coping. Dat is een vak-
term die gebruikt wordt voor ‘het
omgaan met omstandigheden die
aanpassing vereisen’. Het krijgen
van een ernstige ziekte is ook zo’n
omstandigheid. Er bestaat niet één
bepaalde gedragswijze om de situ-
atie te kunnen hanteren. Mensen
ontwikkelen een stijl, die het beste
bij hun leefwijze en persoonlijkheid
past. Als het me als kind al lukte,
zal het nu ook wel gaan. Gewoon
een beetje “ries” zijn weer.
Jeroen Zwart, door Ab Hermans geïnterviewdvoor ons septembermagazine van 2016, ontvingeen slechtnieuws bericht: uitzaaiing in de naad
van zijn buismaag. Hij deelde dat bericht met mij,waarop ik hem in contact bracht met een lotgenoot
van ons die ooit dezelfde diagnose kreeg,vele jaren geleden.
Deze lotgenoot werd succesvol
behandeld en Jeroen werd aange-
raden om dat ook te laten doen.
Het was een zwaar traject, van
6 chemokuren en 28 bestralingen
maar hij heeft het vol kunnen
houden! Nu maar afwachten of
deze behandelingen ook hem
genezing brengen. Momenteel
H o e g a a t h e t n u m e t J e r o e n Z w a r t ?
“Zolang ik maar niets doekan ik al weer alles”.
is Jeroen op adem aan het komen.
Het eten gaat inmiddels beter en
hij is al één kilo aangekomen.
We wensen Jeroen een spoedig
herstel van de behandelingen en
veel geluk!
Marianne Jager
m a a g & s l o k d a r m
*
* Vergetenwoorden](bn. ries riezer, riest)
zich blindelings in
gevaar stortende,
roekeloos, tomeloos,
dwaas.
30 doorgang30 doorgang
Blijf niet tobben met zenuwpijn na chemokuur
Wie behandeld is met chemotherapie, kan te maken krijgen met een vervelende bijwerking:(chronische) pijn doordat de chemotherapie zenuwen heeft beschadigd. Niet iedereen heeftdan baat bij pijnstillers. Ruggenmergstimulatie is een hoopvolle nieuwe behandeling, daar waarpijnstilling niet voldoende helpt.
Wat is neuro-pathische pi jn? Chemotherapie kan er voor zor-
gen dat zenuwen tijdelijk of blij-
vend beschadigd raken, dat wordt
CIPN genoemd: chemotherapie
geïnduceerde perifere neuropa-
thie. Neuropathie kan tot verschil-
lende soorten vervelende gevoe-
lens leiden zoals tintelen, doof-
heid of pijn. Neuropathische pijn is
dus pijn als gevolg van beschadi-
gingen aan zenuwen. In het
Medisch Spectrum
Twente doen we op
het
mo-
ment
een on-
derzoek
bij patiën-
ten die blijven-
de neuropathische pijn heb-
ben na chemotherapie en niet of
onvoldoende reageren op de be-
schikbare pijnstillers. In dit onder-
zoek zoeken we uit of ruggen-
mergstimulatie een goede behan-
deling voor deze pijn zou zijn, als
de andere behandelingen niet blij-
ken te werken.
Ruggenmergstimulatie tegen de pi jnRuggenmergstimulatie (in het
Engels: Spinal Cord Stimulation
(SCS)) is een behandeling waarbij
een stimulator in het lichaam ge-
plaatst wordt die zenuwbanen in
het ruggenmerg stimuleert, om op
die manier pijnsignalen te onder-
drukken. Het systeem is een beetje
te vergelijken met een pacemaker.
Er wordt een batterij onder de huid
geplaatst die elektrische stimulatie-
pulsen maakt en deze pulsen af-
geeft aan een elektrode die vlak
bij de zenuwen in het ruggenmerg
gelegd wordt. Het hele systeem is
dus in het lichaam geplaatst en kan
24 uur per dag stimuleren. Sommi-
ge mensen voelen de stimulatie als
een soort tintelingen die niet verve-
lend zijn, maar er zijn tegenwoordig
ook nieuwe vormen van stimulatie
die zelfs helemaal niet meer ge-
voeld worden en dezelfde pijnstil-
lende effecten hebben.
Vergel i jkbaar met diabetische zenuwpijnBehandeling met ruggenmergsti-
mulatie wordt al bij verschillende
Ruggenmergstimulatiehoopvol alternatief bij
neuropathische pijn
“...als de andere
behandelingen niet
blijken te werken.”
a l g e m e e n
doorgang 31
a l g e m e e n
soorten neuropathische pijn
toegepast, onder andere bij
patiënten met neuropathie
als gevolg van diabetes mel-
litus. Bij diabetes mellitus
kunnen de grote schomme-
lingen in de bloedsuiker er-
voor zorgen dat zenuwen be-
schadigd raken. Meestal be-
ginnen de beschadigingen in
de voeten. Het ontstaan van
de beschadigingen aan de
zenuwen gaat bij diabetes
veel langzamer dan bij be-
schadigingen door de behan-
deling met chemotherapie,
maar uiteindelijk is de soort
schade aan de zenuwen en
de soort gevoelens die het
geeft vergelijkbaar. Vandaar
dat we verwachten dat rug-
genmergstimulatie ook ge-
bruikt kan worden voor de
behandeling van CIPN.
Eerdere goede resultaten In de afgelopen vijf jaar zijn
twee grote onderzoeken ge-
daan naar de effecten van
ruggenmergstimulatie bij pa-
tiënten met diabetische neuro-
pathische pijn [CC de Vos ea. PAIN
2014; R Slangen ea. Diabetes Care
2014]. Deze studies hebben aange-
toond dat bij tweederde (65%) van
deze patiënten, die weinig tot geen
effect van pijnstillers hadden, rug-
genmergstimulatie wél veel effect
heeft. De positieve effecten zijn
vooral pijnvermindering en verbe-
tering van de algemene kwaliteit
van leven.
Studie nog volop bezigSommige mensen met neuropathie
hebben niet alleen pijn, maar ook
andere vervelende gevoelens, of
juist een gebrek aan gevoel, een
soort doof gevoel. Er is in studies
nog niet aangetoond dat ruggen-
mergstimulatie tegen dat soort neu-
ropathische gevoelens helpt. In de
huidige studie in het Medische
Spectrum Twente proberen we daar-
om voorlopig vooral mensen met blij-
vende neuropathische pijn te helpen.
Tekst Cecile de Vos | klinisch fysicus in het
Medisch Spectrum Twente
Mocht u meer informatie over het lopende onderzoek willen, dan
kunt u contact opnemen met de hoofdonderzoeker Dr.ir. Cecile de
Vos: [email protected], of bellen met het secretariaat Neurochirurgie
van het Medisch Spectrum Twente: 053-487 2840
doorgang 33
Veranderend uiterlijkbij kanker hinderlijk
Veel kankerpatiënten krijgen tijdens en na hun
ziekte te maken met veranderingen in hun uiterlijk.
Haaruitval, gewichtsverlies en aantasting van de
huid zorgen ervoor dat zij het idee hebben zichzelf
niet meer in de spiegel te herkennen. Gelukkig
voor hen zijn er tegenwoordig tal van manieren om
de ‘oude ik’ weer in ere te herstellen. We laten
Petra Odenthal van Look Good Feel Better aan het
woord. Deze stichting geeft tips en adviezen over
uiterlijke verzorging bij kanker.
‘Gaat het wel goed met je?’ – het is
een vraag die veel kankerpatiënten
al vaak genoeg krijgen. Wanneer
ze even niet aan hun ziekte denken,
willen ze er dan ook niet continu
aan worden herinnerd door hun
eigen spiegelbeeld of door mensen
die hen er ziek uit vinden zien. Want
hoewel het veranderde uiterlijk na-
tuurlijk maar een klein onderdeel is
van het gehele ziekteproces, is het
wel van grote invloed op hoe een
patiënt zich voelt en hoe anderen
met hem of haar omgaan. “De im-
pact is vaak toch groter dan iemand
van tevoren had gedacht.” Een pa-
tiënt wil nu eenmaal niet steeds
herinnerd worden aan de ziekte en
moet zich beter kunnen voelen..
Stichting geeft tips en adviezen
Haarverl ies “De grootste klap komt meestal
door het haarverlies, zowel op het
hoofd als in het gezicht. Visagisten
zeggen wel eens dat de wenkbrau-
wen de kap-
stok van het
gezicht zijn.
Als ze weg-
vallen krijgt
het gezicht
gelijk een veel
vlakkere uit-
drukking,” ver-
telt Odenthal.
Het is dan ook
een misverstand dat haaruitval
voor vrouwen harder zou aanko-
men dan voor mannen. Als mannen
a l g e m e e n
“De grootste klap
komt meestal door
haarverlies...”
34 doorgang
kaal worden op een natuurlijke ma-
nier, gebeurt dit immers stapsge-
wijs. Als gevolg van chemotherapie
is het haar binnen zeer korte tijd in
één klap weg. Daarnaast kan che-
mo zorgen voor een droge, gevoeli-
ge en doffe huid en pigmentatie-
verschillen. Ook de nagels worden
regelmatig bros en als gevolg van
de therapieën kan zowel toe- als af-
name van gewicht plaatsvinden.
Zelfvertrouwen Een helpende hand bij het aanpak-
ken van uiterlijke kenmerken waar
een patiënt wel invloed op kan uit-
oefenen, is daarom van groot be-
lang voor het zelfvertrouwen, stelt
Odenthal. “Ik pretendeer niet dat
mensen met een make-upkwast
weer gezond te maken zijn, maar
een frissere uitstraling kan er wel
voor zorgen dat mensen zich een
stuk beter voelen.”
Ook het vroegtijdig benaderen
van een haarwerker (pruikenma-
ker) kan later voor een prettiger
gevoel zorgen zodra het haar
daadwerkelijk begint uit te val-
len. Als een haarwerker nog kan
zien hoe het natuurlijke haar valt
bij een patiënt dan kan een pruik
nog beter worden afgestemd op
de patiënt.
Uiterlijke verzorging is ook zeker
geen luxe, zegt Odenthal, maar
een manier waarop patiënten
hun behandeling beter aankun-
nen. Alles wat de patiënt in eigen
regie kan doen, zorgt voor een
prettiger gevoel, stelt ze. Het is
voor een patiënt bovendien altijd
fijn om even ‘niet ziek te zijn’ en
zich met iets anders bezig te
houden dan met de medische
kant van hun ziekte.
Bron www.lookgoodfeelbetter.nl
10 tipsvoor de
bestraalde huid
• Niet met zeep wassen;
• Droogdeppen, niet wrijven;
• Vermijd stugge, schurende
en knellende kledingstukken;
• Scheer elektrisch en gebruik
geen aftershave;
• Krab bij jeuk niet aan de
huid die wordt bestraald;
• Poeder de bestraalde huid
één tot twee keer per dag
met ongeparfumeerde talk-
poeder;
• Plak tijdens de behandelperi-
ode nooit een pleister op de
bestraalde huid;
• Vermijd direct zonlicht en ul-
traviolette straling tijdens de
behandeling;
• Gebruik een crème met een
zonnefactor 50. Gebruik
geen alcohol bevattende
producten;
• Drink voldoende vocht om
de huid van binnenuit te hy-
drateren.
a l g e m e e n
doorgang 35
Voeding speelt algemeen gesproken een zeer cruci-ale rol in onze gezondheid. “Kijkend naar de afge-lopen 100 jaar, waarin een aantal ziektes enorm istoegenomen, is de link meteen sterk gewijzigd voe-dingspatroon niet te negeren,” schrijft Coen vanVeenendaal in een blog na een reis door de VS diehij samen met Peter Kapitein maakte. Hun beiderervaringen en overdenkingen werden uiteindelijk‘samengevat’ in de titel die hij de blog gaf: ‘Destrategie naar kankerceldood.
Van Veenendaal: “Steeds meer
wordt duidelijk dat wat we eten
een sterke correlatie heeft met de
gezondheid of ongezondheid van
ons lichaam. Veel aandacht gaat
uit naar de discussie wat nou ge-
zonde voeding is en wat niet.
Deze discussie wordt vertroebeld
door vele belangen, sterke over-
tuigingen, stellige meningen en
soms zelfs bijna religieus fanatis-
me. Vanuit wetenschappelijk oog-
punt wordt dan nog eens toege-
voegd dat het praktisch onmoge-
lijk is om de waarde van individue-
le voedingsonderdelen aan te to-
nen, want hoe toon je aan dat een
tomaat wel of niet gezonder is
dan een broodje kaas?”
‘Natuurl i jk’ “De meest logische uitleg die ik
gehoord heb is nog altijd: eet pro-
ducten die zoveel mogelijk lijken
op hoe ze in de natuur voorkomen
(zou mijn overgrootmoeder het
herkend hebben als voedsel…?)
en bedenk of jouw voedsel geen
overbodige schade toebrengt aan
andere levende wezens.”
De vraag is: kun je kankercel ‘uithongeren’
De strategie naar kankerceldood
Hij wijst er op dat er nog weinig
aandacht is voor niet eten. Dat
vindt hij vreemd omdat vasten al
een eeuwenoud gebruik is in alle
religies. Dat heeft fysieke en spiri-
tuele voordelen.
“Maar nog be-
langrijke is dat
we in onze evolu-
tie heel regelma-
tig te maken kre-
gen met periodes
van afwezigheid
van voedsel. We
zijn dus heel
goed toegerust
om langere tijd
zonder voedsel te kunnen.” Hij
wijst dan op obesitas en diabetes
1, in welke gevallen het heel nuttig
lijkt om een aantal dagen niet te
eten om de insulineresistentie on-
der controle te krijgen.
Seyfrieds theorie Van Veenendaal werd echter vooral
getroffen door de gedachte dat ook
kanker een hele sterke link heeft
met voeding. “Al lezend over de
voordelen van vasten stuitte ik op
Coen van Veenendaal (rechts)
en Peter Kapitein (links)
“Heeft kanker
een sterke link
met voeding...?”
a l g e m e e n
36 doorgang
het werk van prof. Thomas
Seyfried.” Deze celbioloog promo-
veerde destijds op genetica (erfe-
lijkheid). Hij was er sterk van over-
tuigd dat kanker een genetische
ziekte is, maar kwam daarvan te-
rug omdat hij ontdekte dat kanker-
cellen niet alleen beschadigingen
in het DNA hebben maar vooral ook
in de ‘energiecentrales van de cel’,
de zogenoemde mitochondriën.
Dat sluit aan bij de bevindin-
gen van Warburg in de ja-
ren 20 van de
vorige eeuw.
Die toonde
namelijk aan
dat kanker-
cellen geen zuur-
stof meer verbranden
maar vooral glucose.
Er is echter niet veel informatie
over het toepassen van dit gedach-
tegoed bij patiënten. “Dus heb ik
voor onze trip naar de VS deze
theorie besproken met een aantal
wetenschappers in het Erasmus
MC. Daarbij werd me duidelijk dat
het zeker een heel interessante
aanpak is die echter niet voor elke
patiënt zal werken, aangezien het
niet zo eenduidig is dat elke kan-
kercel alleen maar afhankelijk is
van glucose.”
Drie stromingen Peter Kapitein en Coen van
Veenendaal legden tijdens hun trip
de theorie voor aan verschillende
wetenschappers. Ze gingen ook
langs bij Seyfried in Boston.
“Iedereen beaamde dat metabolis-
me zeker een belangrijke rol speelt,
maar zeer waarschijnlijk niet de
enige sleutel tot succes is.”
Er blijken enkele interessante stro-
mingen in de behandeling van kan-
ker te zijn:
• Allereerst is er de groep weten-
schappers die zich toeleggen op
het ingrijpen op de verstoorde
signalering van kankercellen.
Door het repareren of juist blok-
keren van de fouten die door de
beschadigde DNA veroorzaakt
Voor meer over Seyfrieds theorie:
https://www.youtube.com/watch?v=dm_ob5u9FdM&t=7s
“Ons doel: Twee
werelden bij
elkaar brengen...”
a l g e m e e n
worden, is men steeds beter in
staat kanker terug te dringen.
Deze ‘targeted therapy’ levert
zeker winst, maar veelal geen
genezing op.
• Een tweede belangrijke stroming
is immunotherapie. De weten-
schappers zijn steeds beter in
staat ons eigen immuunsys-
teem, dat kankercellen niet her-
kent als foute cellen, te stimule-
ren om ze op te ruimen. Zeker
de laatste vijf jaar is hierin een
enorme voortgang geboekt, wat
voor veel patiënten een enorme
verbetering heeft gegeven in
hun prognose.
• En dan is er de metabole aanpak
gepropageerd door o.a. Seyfried.
Samenbrengen “Ons idee is om een groep top we-
tenschappers en artsen samen te
brengen die deze drie werelden
(want het zijn aparte werelden) bij
elkaar kunnen brengen en geza-
menlijk kunnen zoeken naar de be-
ste combinatie.”
Coen van Veenendaal: “Het klinkt
eenvoudig, maar is in de praktijk
natuurlijk bijna onmogelijk.
Gelukkig zijn wij dol op onmogelijke
uitdagingen, dus hebben we ons
hierin vastgebeten en hebben we
de eerste zaadjes al gepland. Het
doorgang 37
“. . .ons motto bl i jft:
‘Opgeven is geen optie’,
dus zullenwe hem
afmaken ook.”
a l g e m e e n
idee werd door een aantal gespreks-
partners direct omarmd, waarbij er
grote waardering werd geuit dat wij
als 'patient advocates'* hierin het
voortouw nemen.”
“Het is toch bijna ondenkbaar dat
een kankercel nog kan overleven als
je hem uithongert, cruciale levenslij-
nen afsluit en zijn enige vijand, de
immuuncel, in staat stelt hem de ge-
nadeklap te geven?
Kortom, een hele inspirerende en uit-
dagende klus waaraan we vol goede
moed zijn begonnen. En ons motto
blijft ‘Opgeven is geen optie’, dus
zullen we hem afmaken ook.”
Coen (Erik) van Veenendaal en Peter
Kapitein
*
*Patient Advocates, het
woord zegt het al: mensen
die letterlijk de belangen van
de patiënt behartigen.
38 doorgang
Belang van voedingin behandeling
zal groeien
Schrijven over voeding is gevaarlijk. De deskundigen spreken elkaar tegen.En zijn we zelf niet allemaal zelfbenoemde deskundigen? Feit is dat je niet snel
een aantal mensen bij elkaar vindt die hetzelfde voedingspatroon volgen.Maar er zijn genoeg mensen die graag anderen willen laten eten wat zij
‘lekker’ of ‘gezond’ noemen. Zie de tientallen kookprogramma’s en sites overeten en koken die je tegenkomt. Wat is daar eigenlijk tegen? Wij willen graaggepersonaliseerde geneeskunde. Kan dat dan niet ook met de voeding? Een
kleine greep uit recente publicaties. Er is hoop.
Toen de Volkskrant in juli jl. een
reeks artikelen plaatste over voe-
ding bleef deze zin meteen bij me
hangen: ‘voor veel voedingsweten-
schappers is de parallel duidelijk:
voeding heeft steeds meer te ma-
ken met religie’.
Enkele jaren geleden maakte de
Amerikaanse theoloog Alan
Levinovitz in zijn bestseller
‘The Gluten Lie’
de vergelijking al
tussen voeding
en religie. Hoe vaak
worden we niet ge-
confronteerd met de
vraag: geloof het of niet,
maar deze voeding helpt echt!
Waartegen of waarvoor wordt heel
vaak niet duidelijk of is althans niet
wetenschappelijk bewezen.
De krant sprak met 25 wetenschap-
pers en kwam tot de volgende
grootste 5 misvattingen:
• Gezond eten zit ‘m niet in een fo-
cus op een voedingsmiddel, maar
in een gezond voedingspatroon.
• Er is vooralsnog niets tegen
Kleine rondgang: van ‘geloof’ tot wetenschap
E-nummers want wat te denken
van producten die van nature rijk
zijn aan E-nummers zoals appels,
citrusfruit, tomaten, wortels of
yoghurt.
• Alles wat ‘natuurlijk’ of ‘van
vroeger’ is, is gezond.
• De ene suiker is de andere niet.
Suiker is suiker…
• De voedingswetenschap kent
veel harde bewijzen. Het is name-
lijk lastig om een keihard oorza-
kelijk verband aan te tonen tus-
sen voedingsmiddel, ingrediënt
aan ene kant en dik of ziek wor-
den aan de andere kant.
In een artikel gaf hoogleraar Harry
Wichers (Immuunmodulatie door
voeding) geeft aan dat het debat
over voeding is verworden tot een
‘vrijwel dagelijkse kakofonie’(red.:
met deze immuunmodulatie is be-
doeld hoe voeding ons immuunsys-
teem een oppepper kan geven).
Dat er niet voldoende nagedacht
en geschreven wordt over voeding
zult u hier niet lezen. Maar waar
staan we en waar moeten we
heen? Dat is niet zo duidelijk.
“Gezond eten zit
‘m in een gezond
voedingspatroon.”
a l g e m e e n
doorgang 39
Voeding als behandeling
Ook in juli van dit jaar verscheen een
lijvige publicatie van een aantal we-
tenschappers onder de titel
‘Kennissynthese voeding als behan-
deling van chronische ziekten’, ge-
schreven in opdracht van ZonMw.
Het rapport concentreerde zich op
“het gericht toepassen van voe-
dingsinterventies als primaire- of
toegevoegde behandeling van
chronische lichamelijke ziek-
ten en aandoeningen.
Voedings- of dieetadviezen
worden daarbij ingezet om
de ziektelast, ziektever-
schijnselen of de noodzaak
tot verdere medische be-
handeling te beperken. Dit
kan betekenen dat voeding
als (potentieel) alternatief
wordt gezien voor reguliere
behandelingen met bij-
voorbeeld medicatie, maar
ook dat voeding wordt inge-
zet vanwege de toegevoegde
waarde of om een ondersteunende
rol te vervullen in de behandeling
van chronische ziekten.” Duidelijke
taal dus we kijken verder. Het rap-
port kun je als richtinggevend be-
schouwen voor nader onderzoek, zo
blijkt ook hierna. Er zijn helaas (nog)
weinig aanknopingspunten met de
ziektebeelden waarmee we ons bij
SPKS bezighouden.
Interviews
Voor het rapport werd ook een aan-
tal mensen geïnterviewd. We cite-
ren: “Uit de interviews was het ge-
brek aan inzicht in het belang van
voeding onder (huis)artsen en spe-
cialisten met stip op één de meest
genoemde barrière door experts
vanuit alle disciplines. Deze uit-
spraak werd direct gevolgd met de
toevoeging dat artsen in hun oplei-
ding geen tot zeer weinig voedings-
onderwijs krijgen. Bovendien kan
ook het voedingsinzicht onder ver-
pleegkundigen en praktijkonder-
steuners worden verbeterd.”
Een geïnterviewde diëtist zei onder
meer: “Het imago van de diëtist
moet verbeteren. Veel mensen (en
ook artsen) weten niet dat we zo-
veel meer kunnen dan alleen ge-
wichtsverlies begeleiden.”
Overigens wordt er ook op gewe-
zen dat de tegenstrijdige berichtge-
ving betreffende voeding in de me-
dia een grote barrière is. Er is veel
niet onderbouwd advies over voe-
ding in omloop (o.a. op Internet,
maar ook in populaire boeken),
waardoor de boodschap voor de
patiënt onduidelijk is of hij zelfs
door de bomen het bos niet meer
ziet. Ook de ‘ruis’ rondom de com-
municatie over voeding in het al-
gemeen bijvoorbeeld door het in-
a l g e m e e n
“Het imago vande diëtist moet
verbeteren. Zoveelmensen (en ook
artsen) weten nietdat we zoveelmeer kunnen
dan alleen gewichtsverlies
begeleiden.”
40 doorgang
zetten van experts en patiëntverte-
genwoordigers als ambassadeurs
zou moeten worden aangepakt, zo
lezen we.
Mogelijke oplossingen
Er moet, aldus het rapport, meer
aandacht voor voeding komen bij
de opleiding van zorgprofessionals.
Ook moet de bekostigingssystema-
tiek in de zorg het benutten van de
potentie van voeding en leefstijl
gaan ondersteunen. Er moet wor-
den geïnvesteerd in uitbreiding van
de kennisbasis en grote lange ter-
mijn studies. Kennis moet niet al-
leen worden verworven vanuit ge-
randomiseerde tri-
als, maar onder-
zoek
kan
ook
worden
ingezet
om stap
voor stap op
basis van de best beschikbare in-
formatie over doelmatigheid en
doeltreffendheid, de kwaliteit te
verbeteren. Er is duidelijk een goe-
de regie nodig. Teamwerken is be-
langrijk en tenslotte moet worden
ingezet op vermindering van de
‘ruis’ rond de communicatie over
voeding.
Hoe verder?
Het rapport vindt het van groot be-
lang dat bij de verdere uitwerking
het patiënten-perspectief nog beter
wordt meegenomen. Ook onder-
zoek naar bepaalde doelgroepen,
bijvoorbeeld mensen met een lage-
re sociaal economische status, is
essentieel. Patiënten vinden het
van cruciaal belang om mee te be-
slissen over het beloop van hun
ziekte en de mogelijke behandelin-
gen. Ongeveer 60% van de patiën-
ten weet niet of de verschillende
zorgverleners contact met elkaar
hebben of geeft aan dat er geen
overleg is. Mensen met een chroni-
sche aandoening ontwikkelen in de
loop van de tijd veel expertise. Een
deel van deze mensen ervaart dat
het aanpassen van hun voedings-
patroon positieve gezondheidsre-
sultaten oplevert. Vaak blijven deze
resultaten onzichtbaar voor weten-
schappelijk onderzoek. Daarom is
het belangrijk om deze ervaringen
op een wetenschappelijke manier
te verzamelen en hiermee inzicht
te krijgen welke aanpassingen in de
voeding mogelijk positieve effecten
hebben op de verschillende chroni-
sche ziekten.
Kernboodschappen
We noemen hieronder nog een
aantal kernboodschappen aan
het slot van het rapport.
• Voeding verdient een prominen-
tere plaats bij de behandeling
van chronische ziekten en kan
dan in belangrijke mate bijdra-
gen aan gezondheidswinst.
Voorwaarde daarbij is dat voe-
dingsmaatregelen onderdeel
“Voeding verdient
een prominentere
plaats bij behandeling”
a l g e m e e n
Het is belangri jk omervaringen op eenwetenschappeli jke
manier te verzamelenen hiermee inzicht
te kri jgen welke aanpassingen in de
voeding mogeli jk posit ieve effecten
hebben op de verschi l lende
chronische ziekten.
doorgang 41
Richtlijnen Goede Voeding van de
Gezondheidsraad
Eet volgens een meer plantaardig enminder dierlijk voedingspatroon conform
de onderstaande richtlijnen
• Eet dagelijks ten minste 200 gram groente en ten minste
200 gram fruit
• Eet dagelijks ten minste 90 gram bruin brood, volkoren-
brood of andere volkorenproducten
• Eet wekelijks peulvruchten
• Eet ten minste 15 gram ongezouten noten per dag
• Neem enkele porties zuivel per dag, waaronder melk of
yoghurt
• Eet een keer per week vis, bij voorkeur vette vis
• Drink dagelijks drie koppen thee
• Vervang geraffineerde graanproducten door volkorenpro-
ducten
• Vervang boter, harde margarine en bak- en braadvetten
door zachte margarine, vloeibaar bak- en braadvet en
plantaardige oliën
• Vervang ongefilterde door gefilterde koffie
• Beperk de consumptie van rood vlees en met name be-
werkt vlees
• Drink zo min mogelijk suikerhoudende dranken
• Drink geen alcohol of in ieder geval niet meer dan één glas
per dag
• Beperk de inname van keukenzout tot maximaal 6 gram
per dag
• Het gebruik van voedingsstofsupplementen is niet nodig,
behalve voor mensen die tot een specifieke groep behoren
waarvoor een suppletieadvies geldt.
Deze richtlijnen (2015) zijn in eerste instantie opgesteld
voor gezonde personen, maar kunnen ook van toepassing
zijn voor patiënten, tenzij anders aanbevolen door de arts
of diëtist. In het algemeen zal een bepaald dieet grote over-
eenkomsten hebben met de Richtlijnen Goede Voeding, maar
om medische redenen aan specifieke eisen moeten voldoen
die op het individu zijn afgestemd, zoals een koolhydraat- of
natriumbeperking.
moeten zijn van een duurzame,
algemene leefstijlverbetering.
• De grootste gezondheidswinst
valt te behalen bij de behande-
ling van cardio-metabole aan-
doeningen (cardiovasculaire
ziekten, diabetes mellitus type 2
en nierziekten) en van diverse
darmaandoeningen.
Voedingsmaatregelen zijn echter
ook bij andere behandelingen
veelbelovend, zoals bij COPD en
kanker.
• Doordat voedingsmaatregelen
vaak tot algemene ziekte-over-
stijgende gezondheidseffecten
leiden, vormen ze een belangrij-
ke therapeutische optie wanneer
er sprake is van gelijktijdig voor-
komen van meerdere chronische
ziekten.
• De Richtlijnen Goede Voeding
bieden een goed vertrekpunt en
kunnen daar waar nodig worden
gecombineerd met ziekte-speci-
fieke aanpassingen. Lange-ter-
mijn effecten moeten worden
onderzocht.
• Voor een aantal ziekten bestaat
behandelrichtlijnen waarin voe-
ding wordt genoemd ter onder-
steuning van de behandeling. Er
is vaak nog onvoldoende inzicht
in naleving en effectiviteit van
dergelijke richtlijnen.
• Het effectief benutten van de
potentie van voeding in de be-
handeling van ziekte vraagt om
specifieke aanpassingen in de
organisatie van de zorg.
Een belangrijke conclusie die wij
kunnen trekken uit de verschijning
van dit rapport is dat het de bedoe-
ling is dat de rol van de voeding in
het behandelingstraject tot een se-
rieuze optie wordt verheven. En dat
is toch winst!
Peter Craghs
a l g e m e e n
42 doorgang
b o e k b e s p r e k i n g
42 doorgang42 doorgang42 doorgang
De krachtvan de alternatieven
Er gaapt er een kloof tussen de reguliere en al-
ternatieve gezondheidszorg. Waarom verloopt de
integratie zo traag? In ‘De kracht van de alterna-
tieven‘ geeft journalist Toine de Graaf antwoord
op deze vraag.
Het voorwoord van Gert
Schuitemaker, oud apotheker en
gepromoveerd in de geneeskunde
trekt me direct het
boek in door te stel-
len dat alternatief
er al veel langer
was dan regulier.
Regulier is pas ont-
staan in de negen-
tiende eeuw, dus
welke van de twee
is nu alternatief? In
de klassieke eed
van Hippocrates
(400 voor Chr.) ,
wiens eed artsen
ook nu nog uitspreken bij de aan-
vaarding van hun ambt stond ook
deze regel: 'Ik zal dieet-
regels naar beste
weten en
vermo-
gen aan-
wenden ten
bate van de
zieken, maar
van hen weren wat
kan leiden tot verderf en onrecht'.
Want eeuwenlang vormde voeding
en kruiden de basis van de ge-
neeskunde. Kennis over voeding
werd eeuwen gecombineerd met
moderne wetenschappelijke in-
zichten. Helaas
is deze frase ver-
dwenen.
Toine de Graaf
wijst op de rol van
de Vereniging te-
gen de Kwakzal-
verij (VtdK), die
alle vormen van
alternatieve ge-
neeskunde afwijst.
De anti-kwakzal-
vers krijgen de
steun van politiek en media en
ook - helaas - van veel artsen.
Daardoor vertragen ze al decenni-
alang de noodzakelijke integratie.
De Graaf: “De door de VtdK be-
oogde polarisatie draagt tevens
bij aan een atmosfeer waarin pa-
tiënten drie keer nadenken voor-
dat ze bij hun (huis)arts het ge-
bruik van alternatieve middelen
ter sprake durven brengen. Terwijl
bekend is dat deze middelen soms
van invloed kunnen zijn op de
De kracht van de alternatieven
Door Toine de Graaf, Ortho
Communications & Science BV
ISBN 978 9076 161 136
Onze redacteur Gerda Schapers bespreekt
regelmatig boeken die onze lezers van pas
zouden zouden kunnen komen.
“Je realiseert je des te meer
de pijn die achterblijft
voor de nabestaanden.”
doorgang 43
werking van reguliere medicijnen.
Indirect ondermijnt de VtdK met
haar voortdurende hetze het stre-
ven naar veilige zorg.”
In zijn boek laat hij zien dat er
méér wetenschappelijk bewijs voor
het effect van de alternatieven is
dan we denken. Tegelijkertijd toont
hij aan dat er minder bewijs is voor
de werkzaamheid van de reguliere
middelen dan artsen vaak doen
voorkomen. Vaak is een deel van
het reguliere ‘bewijs’ verkregen
met klinisch onderzoek dat bij na-
der inzien is gemanipuleerd door
de farmaceutische industrie.
Veel veranderingen starten onder-
op, zo ook hier. Veel patiënten ra-
ken meer en meer teleurgesteld in
de reguliere zorg en besluiten zelf
op zoek te gaan. Het boek van De
Graaf over de kracht van de alter-
natieven zal bij deze zoektocht ze-
ker helpen. Belangrijk hierbij is
de aandacht die er is voor de pa-
tiënt en de visie om te kijken naar
‘heel de mens’. Een medepatiënt
zei laatst tegen mij: "mijn arts ziet
vooral de tumoren, maar niet de
mens die eromheen zit."
Langzaam ontstaat een kentering:
het lijkt erop dat de reguliere ge-
zondheidszorg basisprincipes uit de
alternatieve geneeskunde begint te
omarmen. Te beginnen op het ge-
bied van voeding en preventie.
Dit boek draagt daar zeker aan bij.
Een aanrader
Nieuwe testvoor darmkanker
De ColonoKit spoort darmkanker op aan de handvan een eenvoudige bloedtest.
De kans dat een patiënt geneest van darmkanker is 95 procent. Tenminste als artsen de ziekte snel ontdekken. Doen ze dat te laat, dan zakt de kans op genezing tot minder dan
10 procent. Darmkanker snel opsporen, is dan ook heel belangrijk.
De bloedtest speurt naar genen die een rol spelenbij de immuunreactie op darmkanker.
Dat opsporen gebeurt nu aan de
hand van de iFOB, de immunoche-
mische fecaal occult bloedtest. Die
gaat in de stoelgang op zoek naar
bloed dat poliepen afscheiden, de
voorlopers van darmkanker. De test
heeft een aantal nadelen: hij spoort
niet alle darmkankers op en hij le-
vert veel valspositieven op, loos
alarm dus. Dit jaagt patiënten niet
alleen onnodige schrik aan, het
leidt ook tot onnodige colonosco-
pieën, invasief onderzoek naar dik-
kedarmkanker.
Op basis van onderzoek van VIB,
de KU Leuven en het UZ Leuven
komt er binnenkort een nieuwe
test, de ColonoKit. Bij de patiënt
wordt bloed afgenomen, waarin de
test op zoek gaat naar 23 genen.
Die spelen een rol in het proces
waarbij monocyten, een type witte
bloedcel, reageren op stoffen die
dikkedarmkankercellen in het bloed
afscheiden zodra ze zich in het
lichaam van de patiënt bevinden.
De test heeft een sensitiviteit en
een specificiteit van ruim 90 pro-
cent. Dit betekent dat het percen-
tage terecht positieve uitslagen on-
der de zieke personen zeer hoog is,
net zoals het percentage terecht
negatieve testuitslagen onder de
niet-zieke personen.
Bron www.EOSwetenschap.eu
d a r m
r e ce p t
44 doorgang44 doorgang44 doorgang
Gemberthee,gezond...?
r e ce p t
................................................................
Ingrediënten
1 flespompoen, in stukjes
maar niet geschild (alleen
flespompoen kun je ongeschild koken)
2 teentjes knoflook uit de pers
2 stengels verse citroengras – onder-
kant eraf snijden en dan met vijzel of
iets dergelijks de onderkant kapot
slaan (of anders uit een potje).
2 cm verse gember – geschild en
fijngesneden
Blokje groentebouillon
Kerriepoeder en kurkuma
Eventueel: koriander
Eventueel: pakje of blikje kokosmelk,
losse kokos van zo'n blok of geraspte
uit een zakje.
Hoewel ik veel lees over gezonde voeding, ik erboeken over heb en er zelf ook goed op let, begrijpik toch dat ik op moet letten met roepen dat ietsheel gezond is. Daarom nu, GEMBER. Ik denk heelgezond maar… niet wetenschappelijk bewezen. Watwél bewezen is: het helpt tegen misselijkheid!Genoeg reden om een gemberrecept te plaatsen.
Ten eerste natuurlijk: gemberthee!
Recept pompoensoepBak de knoflook en de gember in een
klein beetje olie* in een grote pan.
Doe de stukjes pompoen erbij met
ruim water en hang de stengels ci-
troengras erin.
Breng aan de kook met een bouillon-
blokje. Als de pompoen zacht is pu-
reer je alles.
Breng op smaak met gedroogde
(ketoembar) of verse koriander,
kurkuma en kerriepoeder.
Als je geen citroengras had, doe je
dat er nu bij uit een potje. Voeg
eventueel kokos(melk) toe.
Deze soep is echt makkelijk te
maken. Je kunt 'm heel stevig eten
of met water verdunnen.
Pompoen heeft een zachte smaak
en neemt kruiden heel goed op.
Hij is ook goed in te vriezen.
dig veel drinken! Ik heb altijd verse
gember huis en als ik groente roer-
bak, gaat er meestal een stukje
gember mee (wel eerst schillen en
fijn snijden). Gebakken kip? Daar
gaat ook gember bij (plus knoflook
en kerriepoeder).
Maar gember is vooral heerlijk in
Aziatische gerechten, of in …
pompoensoep! Volkoren fr ittatamet geitenkaas
Ingrediënten voor 2 personen
Courgette
Aubergine
Grote ui
Rode paprika
Volkorenmeel, 2 volle eetlepels
2 eieren
melk, ongeveer 3 dl
zakje geraspte geitenkaas
Zet de oven aan op 180 graden C.
Bak in een pan – liefst eentje die
daarna zo in de oven kan – courget-
te, ui, aubergine en paprika.
Voeg zout en peper toe, plus een
beetje paprikapoeder, nootmuskaat,
kerrie en ruim tijm.
Klop in een kom melk, eieren en vol-
korenmeel tot een soepel beslag, net
zoiets als pannenkoekbeslag. Voor
meer beslag meer melk en bloem
gebruiken. Als het te stevig is: melk
erbij, als het te dun is: bloem erbij.
Roer er een zakje geitenkaas door.
Giet het ei-mengel over de groente
en bak in de oven ongeveer
30 minuten tot het ei gestold is
en de bovenkant mooi gekleurd.
Marie-Louise Brueren
Het eten van volkoren graan-
producten zoals zilvervliesrijst
en volkorenbrood kan het risico
op darmkanker verlagen. Dat
maakt het Wereld Kanker
Onderzoek Fonds onlangs
bekend in een nieuw rapport.
Experts benadrukken dat alhoe-
wel geen enkele leefstijl een
garantie biedt tegen kanker,
gezonde voeding en leefstijl een
belangrijke rol spelen bij de
preventie van darmkanker.
Bron: Blikopnieuws.nl
Zo eenvoudig en goedkoop: heet
water, paar dunne plakjes onge-
schilde gember erin en klaar. Er
komt dus geen theezakje aan te
pas. Wat nog lekkerder is: gember-
thee met een schijfje sinaasappel
of citroen erin. Voor iedereen is het
goed om veel te drinken en van de-
ze thee kun je in ieder geval onein-
doorgang 45
*
* Ik bak dit soort gerechten, of Oosterse gerechten, altijd met kokos-
nootolie (extra vergine), héérlijk! Probeer ook eens zalm of een wit
visje in de kokosolie te bakken: het geeft een verfijnde smaak zonder
dat de kokos overheerst. Kokosolie is overigens ook uitwendig te ge-
bruiken, bv. op een huidschimmeltje.
46 doorgang
Genezen van kanker, maar toch nog klachten!
Lichamelijk herstel bij
bestralingsschade aan de darm
Leven na kanker, dat is iets anders dan gewoon dedraad van het leven van vóór de diagnose weer op-pakken. Na de diagnose gaat het vooral of alleenom overleven. Een heleboel vragen gaan door jehoofd. Welke mogelijkheden zijn er qua behande-ling? Moet ik geopereerd en/ of bestraald worden?En hoeveel procent kans heb ik om te overleven? Alsnel worden deze vragen gevolgd door wat de ge-volgen zijn van de behandeling. Want de behande-lingen zijn voorbij; het is tijd om je leven weer opte pakken. Dat klinkt makkelijk, maar dat is hetniet. Want kanker en de behandeling hebben vaakeen grote invloed op het dagelijkse leven.
Bestraling speelt een belangrijke rol
bij de behandeling van sommige gy-
naecologische, urologische en gastro-
enterologische tumoren. Bij een klein
aantal patiënten die op het kleine
bekken worden bestraald treden later
klachten op van de dikke of dunne
darm. Er is dan sprake van blijvend
functieverlies door vaat- en slijmvlies-
afwijkingen met bacteriële overgroei
en een slechte opname van voedings-
stoffen vanuit de darmen. Dit kan lij-
den tot klachten als een verhoogde
ontlasting frequentie, krampen, loze
aandrang en verlies van slijm tot in-
continentie voor ontlasting, chroni-
sche bloederige diarree en pijnklach-
ten. Deze klachten noemen we late
bestralingsschade en is één van de
mogelijke gevolgen van de kankerbe-
handeling met een behoorlijke impact
op kwaliteit van leven.
Het maken van een wandeling is geen
vanzelfsprekendheid meer als er altijd
een toilet in de buurt moet zijn. Bewe-
gingsvrijheid wordt zeer beperkt.
Zo ook bij meneer Sonneveld. In 2012
werd hij geconfronteerd met de di-
agnose prostaatkanker. De behande-
ling bestond voor hem uit bestraling
van de prostaat en de omliggende
klieren. “Al tijdens de bestralingen
merkte ik dat ik minder controle
kreeg over mijn ontlasting en dit is na
de bestralingen alleen maar erger ge-
worden. Dan kwam ineens de ontlas-
ting opzetten en moest ik echt een
toilet in de buurt hebben, want an-
ders kon het weleens fout gaan.
Soms kwam het ook wel 3 of 4 keer
achter elkaar. Maar ja, je wist natuur-
lijk nooit wanneer.” Het had een be-
hoorlijke impact op zijn zelfvertrou-
wen en zijn sociale leven had eronder
te lijden. “Als ik met mijn vrouw ging
winkelen dan kon het zo maar zo zijn
dat zij een uur bij de C&A was en dat
ik de helft van de tijd op de wc in de
Hema zat. Ik was altijd aan het kijken
waar een toilet was, in elke winkel.”
Gelukkig wees zijn radiotherapeut
hem op de mogelijkheid van hyperba-
re zuurstoftherapie.
a d v e r t o r i a l
doorgang 47
‘Er is eigenlijk geen andere behan-
deling mogelijk,’ zegt Dr. Mearadji,
chirurg uit het Bravis ziekenhuis.
‘Late bestralingsschade is een on-
omkeerbare aandoening, wordt
meestal erger in plaats van minder.
Als voorbeeld, patiënten komen ja-
ren na bestraling op mijn spreekuur
met rectaal bloedverlies, verwezen
door de huisarts op verdenking van
aambeien, maar dan blijkt dat pa-
tiënt ook is bestraald en er sprake
is van bestralingsschade.
Hyperbare zuurstoftherapie kan
dan een mogelijke oplossing zijn’.
Hyperbare zuurstoftherapie is het
inademen van 100% zuurstof onder
een verhoogde omgevingsdruk. Het
zorgt voor een toename van de
hoeveelheid zuurstof in het bloed-
plasma tot een factor 18. Hierdoor
komt het ook in de weefsels terecht
die door de bestraling zijn bescha-
digd en slecht doorbloed zijn ge-
raakt. De overmaat aan zuurstof
stimuleert herstel van beschadigd
weefsel o.a. door aanmaak van
nieuwe bloedvaatjes en mobilisatie
van groeifactoren en stamcellen.
Klachten zoals pijn, fibrose en
oedeem verminderen en bloed in
ontlasting of urine verdwijnt.
Hyperbare zuurstoftherapie is een
effectieve behandeling van late
bestralingsschade met goede uit-
komsten op het gebied van kwali-
teit van leven. Maar liefst driekwart
van de patiënten die bij het IvHG
zijn behandeld voor late bestra-
lingsschade rapporteerde een ver-
betering van kwaliteit van leven.
Bij meneer Sonneveld heeft hyper-
bare zuurstoftherapie geholpen.
“Tegen het einde van de behande-
ling merkte ik de eerste positieve
effecten, ik hoefde niet meer zo
vaak naar het toilet. Het heeft mij
zeker verlichting van de klachten
gegeven." De behandeling is hem
meegevallen. “We hadden een ge-
zellige groep mensen, niemand
keek ergens raar van op en het
a d v e r t o r i a l
werkte ook wel motiverend om met
z’n allen in de kamer te zitten”.
Wat hij anderen wil meegeven is
het volgende:” Natuurlijk is het in-
tensief en soms vond ik het ook wel
vermoeiend. Maar ga het in ieder
geval proberen, het is de moeite
waard.”
Hyperbare zuurstof-
therapie is erkend
door Zorginstituut
Nederland, de behan-
deling wordt volledig
vergoed vanuit de
basisverzekering.
Voor meer informatie
zie www.ivhg.nl