Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een...

24
Doorgaande lijn van voor- naar vroegschoolse educatie

Transcript of Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een...

Page 1: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

Doorgaande lijn van voor­ naarvroegschoolse educatie

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:54 Pagina 1

Page 2: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

Inleiding

Waarom werken aan een doorgaande lijn?Achterstanden die bij binnenkomst in groep 1 albestaan, blijken tijdens de basisschoolperiodemoeilijk weg te werken. Kern van het onderwijsach-terstandenbeleid is daarom om met risicoleerlingenal op de peuterspeelzaal of in het kinderdag -verblijf te starten met educatieve programma’s.Een doorgaande lijn in de vorm van een doorlopend VVE-programma van voorschoolsevoorzieningen naar de groep 1 en 2 levert eenbetere ‘startpositie’ op voor groep 3. Wanneer kinderen instromen in groep 1, hebben zeal een hele ontwikkeling doorgemaakt. Thuis, opeen kinderdagverblijf of op een peuterspeelzaal.Scholen zien het positieve resultaat van voorschoolse educatie bij kinderen die dit gevolgdhebben. Vaak is vanuit het kinderdagverblijf of depeuterspeelzaal bekend welke stappen ze hebbengemaakt in hun ontwikkeling. Peuterspeelzalen,maar ook steeds meer kinderdagverblijven, observeren en registreren de ontwikkeling van kinderen. De basisschool kan hier gebruik vanmaken, maar in de praktijk gebeurt dat lang nietaltijd. Het is dan ook voor basisscholen en besturen zinvolom na te gaan hoe deze doorgaande lijn met devoorschoolse educatie te optimaliseren is enzodoende het aanbod in de onderbouw te versterken. Alle reden om samen met voorschoolsevoorzieningen te werken aan doorgaande lijnen.

Wat verstaan we onder een doorgaande lijn?Bij doorgaande lijnen gaat het om een ononder-broken ontwikkelingsgang van kinderen door hetonderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven) naarvroegschoolse educatie (in groep 1 en 2). Er zijnheel veel manieren om een doorgaande lijn te realiseren. Hoe je dat doet, is afhankelijk van devisie en aanpak van de school, de omgevingwaarin de school staat, en allerlei andere factoren.Daarom geven we in deze brochure geen ‘blauw-druk’ voor de doorgaande lijn. Wel laten we zienwat de mogelijkheden zijn, met andere woorden:waar kun je aan denken als je de doorgaande lijnwilt versterken? Bij de doorgaande lijn onderschei-den we de volgende aspecten:• De doorgaande lijn in het beleid: samenwerking

en afstemming tussen peuterspeelzalen/ kinder-dagverblijven en de school.

• De overdracht van gegevens van de peuterspeel-zaal of het kinderdagverblijf naar de school.

• De inhoudelijke doorgaande lijn: doorlopendeprogramma’s, leerlijnen voor taal, rekenen, sociale ontwikkeling.

In deze brochure geven we voor al deze aspectengoede voorbeelden en tips vanuit de praktijk. Hiervoor hebben we een aantal scholen geïnter-viewd die zelf aangaven ‘good practice’ te zijn opdit terrein. Ook hebben we een aantal expertsgeïnterviewd. 1

ISBN 978-90-77737-54-5

1 Zie achterin voor een lijst van scholen en experts die bij de totstandkoming van deze brochure betrokken zijn geweest. Daarnaast hebben we gebruik gemaakt van de publicatie ‘Op zoek naar ‘best practices’: opbrengsten van Amsterdamsevoorscholen, zie literatuur op p.23.

2

*)

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:54 Pagina 2

Page 3: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE • 1

1 De doorgaande lijn in het beleid

Tijdens het GOA-beleid was voor- en vroeg-schoolse educatie beleidsmatig één geheel. Maarsinds de knip in 2006 worstelen gemeenten met hetregievoeren. Ook zijn gemeenten conform debepalingen in de AMvB OAB bezig gegaan hunbijdrage aan vroegschoolse educatie af te bouwentot nul. Scholen zijn gecompenseerd door een toe-voeging aan de lumpsum (zie de brochure “Over-zicht financiën vroegschoolse educatie’’.i) *)Gemeentes hebben extra financiële middelen omhet bereik van VVE onder doelgroeppeuters teverhogen: het Rijk streeft naar 100 procent doel-groepbereik in 2011. Om dit te bereiken wordtook steeds meer VVE in de kinderopvang aange-boden en door gemeente betaald. Als resultaat

van de ‘knip’ en de vraag van het Rijk om voor 100 procent van de doelgroeppeuters VVE-aan-bod te verzorgen, zijn de inspanningen van veelgemeenten vooral op de voorschoolse educatiegericht. Tegelijkertijd is de vroegschoolse educatievoor veel scholen steeds minder goed in stand tehouden. Dit heeft deels te maken met onduidelijk-heid over de beschikbare middelen, nu deze in delumpsum zijn opgenomen, en deels met onvol-doende of teruglopende middelen als gevolg vande nieuwe gewichtenregeling. Toch zijn er gemeenten die geld aan vroegschoolseeducatie besteden, bijvoorbeeld door nog zorg tedragen voor scholing in VVE-programma’s. In dewet OKE wordt waarschijnlijk de mogelijkheid

Met de inwerkingtreding van de wet OAB in 2006 zijn gemeente, schoolbesturen, peuterspeelzalenen kinderopvang gezamenlijk verantwoordelijk voor de afstemming tussen voor- en vroegschoolseeducatie. De knip in verantwoordelijkheden heeft dit niet gemakkelijker gemaakt.2 Wat is er nodigom tot afstemming van beleid en goede samenwerking te komen? Aan de hand van een aantalgoede voorbeelden uit de praktijk geven we aan wat de succesfactoren zijn:• Actief beleid vanuit de gemeente• Coördinatie en realisatie van randvoorwaarden• School en peuterspeelzaal als één geheel

2 Door de wijziging in hetonderwijsachterstandenbeleidin 2006 zijn de gemeentenverantwoordelijk voor hetvoorschoolse deel en deschoolbesturen voor hetvroegschoolse deel. Er isdaardoor sprake van een‘knip’: bestuurlijk/ beleids - matig is het niet meer ééngeheel.

*) Romeinse cijfers verwijzennaar de literatuurlijst op p.23

A ctief beleid vanuit de gemeente

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:54 Pagina 1

Page 4: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

geschapen voor gemeenten om geld te bestedenaan bijvoorbeeld vroegschoolse VVE, in plaats vanaan schakelklassen. Scholen blijven dan zowelinhoudelijk als financieel verantwoordelijk voor devroegschoolse educatie. Gemeenten kunnen hierbijwel extra ondersteunen vanuit hun eigen lokaletaalbeleid. Gemeenten zijn echter niet verplicht omdit te doen en scholen hebben geen ‘recht’ opondersteuning vanuit de gemeente: zij hebben devrijheid om over dit onderwerp al dan niet afspra-ken te maken. Op dit moment is vastgelegd (in de WPO, art167a) dat schoolbesturen met gemeenten en kinderopvanginstellingen afspraken dienen temaken over onder andere de doorlopende leerlijnvan voorschoolse educatie naar basisonderwijs.3

Het voorbeeld hieronder geeft aan hoe een

gemeente bij kan dragen aan een doorgaande lijn,in dit geval door te zorgen voor een goede door-stroom van kinderen van voorschoolse naar vroeg-schoolse educatie.Gemeenten kunnen ook bijdragen aan de inhoude-lijke afspraken over de doorgaande lijn.

Ook in de huisvesting kunnen gemeenten faciliteren.Door nieuwe huisvesting zijn veel basisscholen enpeuterspeelzalen of kinderdagverblijven in éénmultifunctioneel gebouw gevestigd. Dit biedt kan-sen voor de doorgaande lijn: je kunt optimaalgebruik maken van elkaars nabijheid, niet alleen inde wandelgangen of op het schoolplein, maar met

2 • DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

3 Bij inwerkingtreden van dewet OKE moeten school -besturen vanaf 2010 ookresultaatafspraken overvroegschoolse educatiemaken met de gemeente.

‘Vanuit de gemeente is er een werkgroepopgezet om doelgroeppeuters allemaal op depeuterspeelzaal te krijgen. Het percentagekleuters dat hier binnenkomt zonder eenvoorschoolse voorziening te hebben bezochtwas 50% en is nu nog maar 20%. Dedoorstroom van de peuterspeelzaal naar deschool verloopt goed, maar de taalachterstandis vaak nog niet helemaal weggewerkt bijbinnenkomst.’Harm Blumers en Ellie Otten, directeur enleerkracht schakelgroep 1/2 OBS De Barte teDrachten

‘Een goed voorbeeld van een kleineregemeente die heel actief is, is de gemeenteZwijndrecht. De CED-groep heeft voor dezegemeente een ‘affiche’ gemaakt met dehoofdpunten in de taalontwikkeling vankinderen van 0 tot 6. Met behulp hiervankunnen scholen en peuterspeelzalen gerichteinhoudelijke afspraken maken over dedoorgaande lijn. Het is wel van belang datleidinggevenden en personeel overimplementatievaardigheden beschikken: metalleen een document met richtlijnen wordt dedoorgaande lijn nog niet in de praktijktoegepast.’A nja de Rooij en Suze van de Pol, expertsCED­groep

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:54 Pagina 2

Page 5: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

ijn,-g-

e-

en.

-

inet

een doorlopend programma en uitwisseling vanexpertise en gegevens.

Er is een aantal randvoorwaarden om te komen totafstemming tussen voorschoolse instellingen en

groep 1-2. De belangrijkste is coördinatie. Decoördinator is onder andere verantwoordelijk voorde planning en afstemming van programma-activi-teiten en voor het voorzitten van overleg tussenleidsters en leerkrachten die bij VVE betrokken zijn.Enkele malen per jaar komen deze bij elkaar omover het gebruik van het programma te praten enhier afspraken over te maken.

De coördinator moet niet de enige verantwoorde-lijke zijn. Het is essentieel dat er steun is vanuit dedirectie van de school (en van de betrokken voor-

schoolse instellingen). De directie zorgt idealitervoor een aantal randvoorwaarden, zoals de inrich-ting van de ruimte, de aanwezigheid van materia-len, scholing van het personeel en dubbelebezetting (bij een groot aantal doelgroepleerlin-gen).Ook is van belang dat er een stabiel team is vanleidsters en leerkrachten. Er kan echter verloop zijndoordat oudere leerkrachten met pensioen gaan,doordat jongere leerkrachten wegtrekken uit destad, en doordat leerkrachten rouleren binnen degroepen 1 t/m 8. Er dient dus voorzien te zijn indoorlopende scholing van nieuwe onderbouwleer-krachten.

DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE • 3

Coördinatie en randvoorwaarden

Basisschool Het Startblok heeft één coördinatorvoor de (inpandige) peuter- en kleutergroepen.‘Ik zorg voor de inhoudelijke afstemming, maarmijn rol omvat meer dan het begeleiden van demethodiek. Ik voer de functioneringsgesprekken,beheer de financiën, doe alle inschrijvingen,houd de wachtlijst in de gaten en zitvergaderingen voor. Ik vind het prettig dat ikdaarvoor een aanvullendemanagementopleiding heb gedaan.’Jorien Desjardijn, VVE­coördinator OBS HetStartblok te Schiedam

‘De directie is zeer betrokken bij VVE. Deadjunct-directeur heeft het eerste jaar ook deKo-training mee gevolgd en deed in dat kaderook klassenbezoeken. Hierdoor heeft zij goedzicht op de invoering en inhoudelijke aspectenvan het programma, en op de noodzaak om deruimtes aan te passen.’ Moniek van Rooij en Rensie van Kemenade,adjunct­directeur en leerkracht groep 1 /2Basisschool Tweelingen, Eindhoven

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:54 Pagina 3

Page 6: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

4 • DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

Basisschool Het Startblok staat in een‘aandachts wijk’ (Vogelaarwijk). Er zijn vijfkleutergroepen en vier inpandige IntegralePeuterspeelzaal (IP) groepen. De peuter- enkleutergroepen werken met het programmaStartblokken/Basisontwikkeling, eenprogramma dat nauw aansluit bij de schoolvisievan de school als geheel: ontwikkelingsgerichtonderwijs. In Schiedam wordt hard gewerkt omvan alle ‘gewone’ peuterspeelzalen IP-groepente maken. De peuterleidsters van Het Startblokhadden destijds een GOA-aanstelling, deze isnu overgenomen door het schoolbestuur. IedereIP-groep kan twee of vier dagdelenaanbieden. Het huidige beleid binnen degemeente Schiedam is dat peuters uitsluitendop grond van een indicatie van het consultatie -bureau vier dagdelen kunnen afnemen. Alleandere kinderen komen twee dagdelen.De coördinator is verantwoordelijk voor deafstemming. Er wordt gewerkt met dezelfdethema’s, de peuterleidsters zitten bij deonderbouwvergadering en al het personeel zitsamen aan de koffietafel. Met elkaar willen zijde kinderen verder brengen. Daarbij helpt hetook dat de peuters doorstromen naar deschool: de doorstroom is 98%.Schets van OBS Het Startblok, Schiedam

Het realiseren van een doorgaande lijn heeft meerkans van slagen als de school en de peuterspeel-zaal als één geheel worden beschouwd. We noe-men enkele mogelijkheden hiervan: • Peuterspeelzaal en school onder één bestuur• Vormen van koppels met peuterspeelzalen/

kinderdagverblijven waarvan veel peuters door-stromen

• Een duidelijke structuur voor gezamenlijk overleg,activiteiten en scholing

• Eén lijn in programma en didactiek (zie hoofdstuk3)

• Vestiging in één gebouw (bijvoorbeeld een multi-functionele accommodatie)

Sommige opties zijn vergaand: het is niet voorieder schoolbestuur haalbaar en wenselijk om eenpeuterspeelzaal onder het bestuur op te nemen, envestiging in één gebouw is praktisch, maar nietnoodzakelijk. De volgende schets laat een moge-lijkheid zien.

School en peuterspeelzaal als één geheel

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:54 Pagina 4

Page 7: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE • 5

e

n

Praktijktips voor scholen en schoolbesturen

“Stel één coördinator VVE (dus voor de peuters én de kleuters) aan die al op de school werkt.Geef diegene een rol die meer omvat dan alleen het begeleiden van de methodiek. Het is welbelangrijk dat diegene goed op de hoogte is van nieuwe ontwikkelingen en een management -opleiding heeft gevolgd.”

“Bij de brede school liggen veel kansen. Benut de informele momenten en koppel binnen- en buitenschools leren met elkaar.’’

“Schoolbesturen: zorg dat kinderopvang en peuterspeelzaal in huis komen. Het levert mooiereen beter benutte ruimtes op (en dat scheelt geld), en een beter beeld van elkaar. Organiseer gezamenlijke activiteiten, festiviteiten en workshops met ouders.’’

“Wanneer je samen in één gebouw zit, is het belangrijk dat je het gevoel hebt dat je samen voordezelfde kinderen hard aan het werk bent. Haal de leidsters en de ouders letterlijk ín de school.Fysiek is het één geheel, gevoelsmatig moet dat ook zo zijn. Laat ouders bij de inschrijving voorde peutergroepen ook meteen de kleutergroepen zien, zodat ook zij zien dat we met elkaar dekinderen verder brengen.’’

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:54 Pagina 5

Page 8: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

In de Agenda ‘Focus op vroegschoolse educatie’4 isopgenomen dat schoolbesturen ernaar streven tenminste de volgende gegevens van de voorschoolseeducatie op te nemen in de leerlingvolgsystemenvan de basisscholen (bij de instroom in groep 1,indien een leerling VVE heeft gevolgd):• het aantal maanden VVE dat een leerling heeft

gevolgd;• het VVE-programma dat een leerling heeft

gevolgd;

• de uitkomsten van de toetsen/observaties van deleerling met het oog op de voortgang in zijn ont-wikkeling;

• de sociaal-emotionele ontwikkeling van een leer-ling.

Dit heeft een vervolg in de registratie van toets- envolggegevens in de groepen 1 en 2. De gegevensworden gebruikt voor kwaliteitszorg op leerling- enschoolniveau.

Het is zinvol om voor de vroegschoolse educatiedoelgericht te werken. Dat betekent dat je doelenformuleert: waar moeten kinderen staan bij deovergang naar groep 3 (einddoel) en waar moe-

ten ze aan het einde van iedere periode staan(tussendoelen). Om na te gaan of de doelen ookdaadwerkelijk zijn bereikt, is het nodig om syste-matisch te observeren en toetsen. Belangrijker nog

6 • DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

4 De Agenda “Focus opvroegschoolse educatie” iseen convenant (september2008) tussen schoolbestu-ren- en onderwijsvakorgani-saties, de VNG en destaatssecretaris van OCW.

2 Overdracht van gegevens

Een belangrijk aspect voor het realiseren van een doorgaande lijn is de overdracht van gegevens.Wat is hiervoor nodig en wat zijn de mogelijkheden? Een eerste vereiste is dat voorschoolse instel-lingen en scholen systematisch observeren en registreren. Overdracht kan vervolgens plaatsvindenvia een doorlopend observatiesysteem of met een overdrachtsformulier. Voor zorgkinderen is systematische observatie, registratie en overdracht extra belangrijk. Hier besteden we expliciet aandacht aan. Tot slot noemen we enkele aandachtspunten bij de overdracht.

Observeren en registreren

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:54 Pagina 6

Page 9: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE • 7

det-

r-

ensen

og

-n

is dat peuterspeelzalen en scholen op basis van deresultaten (vervolg)activiteiten plannen die passenbij de ontwikkeling van de kinderen (zie ook debrochure Kwaliteitszorg bij vroegschoolse educatieii). De gegevens die vanuit de peuterspeelzaalbeschikbaar zijn, zijn voor de basisschool vooralbruikbaar als de manier waarop het observatie-of toetssysteem wordt gehanteerd vergelijkbaar ismet de werkwijze op school.

Wat zijn de mogelijkheden voor de overdracht vangegevens naar de basisschool? Twee opties zijn hetvermelden waard: het overdrachtsformulier en eendoorlopend volgsysteem. Dat laatste kan eenonderdeel zijn van een doorlopend VVE-pro-gramma, maar dit hoeft niet zo te zijn.

Het volgende voorbeeld geeft aan dat een door -lopend volgsysteem heel bruikbaar is, maar dat erdaarnaast ruimte moet zijn voor ‘warme over-dracht’, dat wil zeggen, overleg tussen leidster enleerkracht. In dergelijk overleg staat toelichting opde toets- en observatiegegevens centraal, doordatde leidster deze kan aanvullen met waarnemingenover het kind, bijvoorbeeld: wat kan het kind, hoeleert het het best, etc.

‘De leerkrachten van alle groepen hebben detraining effectief en doelgericht lesgevengevolgd. Werkwijze: vooraf bepalen wat jewilt bereiken – dat met de kinderen bespreken– het directe instructiemodel toepassen –controleren. Als je een duidelijk leerdoel stelt,staan kinderen er open voor. Als je datvoortdurend controleert en aan het einde vande les vaststelt dat je het hebt gehaald, boek jeresultaat.’Harm Blumers en Ellie Otten, directeur enleerkracht schakelgroep 1/2 OBS De Barte teDrachten

‘Alle gegevens over de individuele ontwikkelingop de kernactiviteiten (constructie, spel,rekenen/wiskunde, lezen/schrijven engespreksactiviteiten) worden beschreven in hetdigitale leerlingvolgsysteem Horeb:Handelingsgericht Observeren, Registreren enEvalueren van Basisontwikkeling. Horeb is eenonderdeel van Startblokken/Basisontwikkeling.In Horeb maken de leidsters en leerkrachtenvoor elke dag een specifiek aanbod voor eenaantal kinderen in de groep. Bij deze activiteitben je als leidster of leerkracht heel bewustaanwezig. Vervolgens wordt van deze activiteiteen reflectie per kind geschreven, wat daarnaautomatisch in het kinderdagboek van hetdesbetreffende kind komt.’Jorien Desjardijn, VVE­coördinator OBS HetStartblok te Schiedam

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:54 Pagina 7

Page 10: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

Naast de bredere doorlopende volgsystemenwaarin meer ontwikkelingsgebieden wordengevolgd, zijn er ook volgsystemen die zich richtenop specifieke aspecten van de ontwikkeling. Eenvoorbeeld van een dergelijk doorlopend volg sys-teem is ‘Zo doe ik’iii). Dit systeem brengt de socialeontwikkeling van kinderen van 0 tot 4 in beeld enloopt in de basisschool door onder de naam Soci-ale Competentie Observatie Lijst (SCOL).iv)

Het overdrachtsformulier is een ander middel omgegevens over te dragen van de peuterspeelzaal

naar de basisschool. Het gaat daarbij vaak omlokale initiatieven, waar de gemeente bij betrok-ken is (vaak al vanuit het GOA-beleid). Het is echter de vraag of de informatie op een formuliervoldoende is. Ook hier is aan te raden om ook teinvesteren in ‘warme overdracht’.

Systematisch observeren en registreren en eenzorgvuldige overdracht is met name bij zorg kinde-ren van groot belang. Door het gebruik van obser-

vatie- of volgsystemen wordt het voor leidsters enleerkrachten gemakkelijker om zorgkinderen tijdigte signaleren. Daarnaast is een zorgnetwerk,

8 • DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

‘De kinderen worden getoetst bij de instroom ingroep 1. Het volgsysteem van Piramide datwordt gebruikt in de peuterspeelzaal, looptdoor in groep 1-2. Dit systeem sluit ook goedaan bij het Cito-LOVS. Overdracht vindt dusplaats op papier, daarnaast is eroverdrachtsoverleg tussen de leidster en deleerkracht van groep 1.’ Harm Blumers en Ellie Otten, directeur enleerkracht schakelgroep 1/2 OBS De Barte teDrachten

‘In samenwerking met de gemeente en anderepartners willen we in de toekomst een completedoorgaande lijn realiseren van hetconsultatiebureau tot het voortgezet onderwijs.Voor de overdracht van peuterspeelzaal naarbasisschool is dit al geregeld, met hetoverdrachtsformulier Peuterestafette. Hiermeeworden gegevens van kinderen met betrekkingtot gedrag, motoriek, taal/woordenschat vanuitde peuterspeelzaal overgedragen naar debasisschool. Peuterestafette is niet meer daneen overdrachtsformulier. Er is wel contact metde peuterspeelzaal, maar niet heel veel. Maarvoor ons levert dat eigenlijk te weiniginformatie op over het kind.’Piet Hoogerwerf en Plonie Spijker,directeur en tutor groep 1/2 basisschool OpDreef te Nieuw Vennep

Registratie en overdracht bij zorgkinderen

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:54 Pagina 8

Page 11: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

-

er

nig

waarin scholen, voorschoolse instellingen en zorgin-stellingen samenwerken, en waarin ook ‘warmeoverdracht’ plaatsvindt, onmisbaar. Voor de handliggende partijen zijn onder andere het consultatie-bureau, logopedie en een orthopedagoog.

Er zijn ook scholen waarbij de IB-ers de kinderenvolgen van de voorschoolse educatie (in samenwer-king met een zorgconsulent) tot en met groep 3.Op deze manier kan de school beter en eerderinspelen op de zorg die kinderen nodig hebben alsze de basisschool binnenkomen.

DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE • 9

e

t

p

Leerlingen waarvan de ontwikkeling stagneertworden, na toestemming van de ouders, bespro ken in het zorgteam. Dit zorgteam kenteen brede samenstelling. Naast de IB-er van deschool bestaat het uit een leidster van depeuterspeelzaal, een schoolarts en vertegen -woor digers van het consultatiebureau,jeugd zorg en maatschappelijk werk. Hetvoordeel van een dergelijk zorgteam is dat delijnen naar alle organisaties kort zijn zodat snelde juiste hulp geboden kan worden.’Regien Hoedemakers, leerkracht basisschoolOnder de Kastanje, en A ngelien Tillmann,peuterspeelzaal Ukkepuk, Sittard

A andachtspunten bij de overdracht van gegevens

Voor de overdracht van gegevens van peuter-speelzaal of kinderdagverblijf naar de basisschoolis toestemming van de ouders nodig. Het is verstan-dig om bij de binnenkomst op de peuterspeelzaalof het kinderdagverblijf al met ouders te regelendat gegevens mogen worden overgedragen. Hier-over kunt u afspraken maken met de voorschoolse

instellingen waar u veel kinderen van binnen krijgt. Goede overdracht is verder gebaat bij een goederelatie tussen leidsters en leerkrachten. Onbekendmaakt soms onbemind. Het kan helpen bij elkaar inde groep te gaan kijken en zo zicht te krijgen opelkaars werkwijze in de praktijk, een vorm van col-legiale consultatie. Het CED heeft een Kijkwijzer

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:54 Pagina 9

Page 12: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

ontwikkeld voor leidsters en leerkrachten die bijelkaar in de groep gaan kijken. Het is een half -product, dat op maat wordt gemaakt.

Houd er rekening mee dat er in de formatie vanleidsters vaak geen ruimte is gereserveerd voorafstemming met de basisschool. Leidsters moetendit ‘erbij doen’ zonder dat ze daar uren voor hebben.

10 • DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

Praktijktips voor scholen en schoolbesturen

“Ga kijken bij elkaar: wat vind je belangrijk? Het begint met een persoonlijk contact. Werkwijze:eerst voorbespreken – kijkwijzer maken – bezoek – terugkoppeling. Koppel ook de leuke dingenterug, niet alleen maar wat er misgaat.’’

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:54 Pagina 10

Page 13: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

Het gebruik van een VVE-programma biedt enigegarantie voor een doorgaande lijn. Maar nietiedere basisschool werkt met een VVE-programma.Ook zonder een doorlopend VVE-programma kunje werken aan een inhoudelijke doorgaande lijntussen voor- en vroegschoolse educatie.

DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE • 11

3 Een inhoudelijke doorgaande lijn

Hoe geef je inhoudelijk vorm aan de doorgaande lijn van de voor- naar de vroegschoolse periode?Ook dit laten we zien aan de hand van goede voorbeelden uit de praktijk. Uiteraard biedt een VVE-programma houvast. Daarnaast is er veel (aanvullend) materiaal waarmee je meer inhoud kuntgeven aan ontwikkelingslijnen binnen de domeinen taal, rekenen en sociaal-emotionele ontwikke-ling. Hiervoor kunnen basisscholen ook voortbouwen op de inzichten in de ontwikkelingsstadia van0-4 jarigen die vanuit de kinderopvang zijn geformuleerd. Aan de hand daarvan kunnen duidelijkeafspraken worden gemaakt over het stimuleren van taal, rekenen en sociaal emotionele ontwikke-ling. Tot slot kunnen (gezamenlijke) ouderactiviteiten bijdragen aan de doorgaande lijn.

VVE­programma’s

‘De school heeft bewust de keuze gemaakt omVVE aan álle kinderen aan te bieden, omdatwe segregatie niet nog verder willen brengen.Peuterplaza Eckhart werkt met Puk & Ko, ingroep 1-2 wordt gewerkt met Ik & Ko. Westemmen af op thematisch niveau enorganiseren één keer per jaar eengezamenlijke activiteit. De leerkrachten enleidsters zijn samen op de Ko-training geweest.’Moniek van Rooij en Rensie van Kemenade,adjunct­directeur en leerkracht groep 1­2Basisschool Tweelingen, Eindhoven

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:54 Pagina 11

Page 14: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

Naast een doorlopend VVE-programma vanuit depeutergroepen kun je volgens onderstaande schoolmet een onderliggende visie en eigen creativiteitnog een stap verder komen met de doorgaandelijn.

We geven voor drie ontwikkelingsgebieden tips omtot een doorgaande lijn van voor- naar vroeg-schoolse educatie te komen.

TaalEen grote diversiteit aan talig materiaal en taligeactiviteiten is de belangrijkste bouwsteen voor

12 • DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

‘Een van de succesfactoren voor VVE is desamenwerking tussen de basisschool en depeuterspeelzaal. Het is daarbij niet essentieeldat de basisschool en de peuterspeelzaal metdezelfde methode werken. Wij werken iedermet een andere methode, maar zorgen voorafstemming door aan dezelfde thema’s tewerken. Voorbeelden van dergelijke thema’szijn voeding en Sinterklaas. Bij elk themaproberen we ook activiteiten gezamenlijk tedoen. Zo komen de peuters al een aantal keerop basisschool. Daardoor is de ‘grote school’voor hen niet meer zo spannend als ze erdaadwerkelijk naar toe gaan.’Regien Hoedemakers, leerkracht basisschoolOnder de Kastanje, en A ngelien Tillmann,peuterspeelzaal Ukkepuk, Sittard

‘Startblokken biedt geen kant en klare werkjes.Het biedt visie, een activiteitenplanning en eenbronnenboek met ideeën. Het past goed bijonze visie van ontwikkelingsgericht leren. Deleidsters en leerkrachten hebben de rol van de‘meerwetende partner’: ze gaan altijd eenstapje verder dan het kind, om het uit te dagen.Eigen creativiteit is belangrijk. Er zijn er velerleiboeken, zoals die van Frea Janssen-Vosv), waarje heel veel informatie uit kunt halen. Deleidsters en leerkrachten vullen dit aan meteigen materiaal, bijvoorbeeld afkomstig vaninternet. Peuters en kleuters werken aandezelfde thema’s. Soms zijn er subthema’s voorde peuters en is het meer uitgebreid voor dekleuters. Na een startactiviteit volgen nog vijfweken met kernactiviteiten. Deze zijn altijdgericht op constructie en beeldende activiteiten,spel, rekenen/wiskunde, lezen/schrijven engespreksactiviteiten. In alle ruimtes kun jeduidelijk zien met welk thema er gewerktwordt.’Jorien Desjardijn, VVE­coördinator OBS HetStartblok te Schiedam

Domeinen: taal, rekenen en sociaal­emotionele ontwikkeling

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:54 Pagina 12

Page 15: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

taalontwikkeling. Binnen VVE-programma’s wordtvoor wat betreft de materialen standaard gewerktmet doordacht ingerichte hoeken en themamateria-len. Daarnaast is essentieel dat er veel talige inter-actie is; leerkrachten/leidsters stimuleren kinderenom iets te zeggen, ook al kunnen ze het nog nietgoed. Om te komen tot een doorgaande lijn in detaalontwikkeling van kinderen, kunt u met peuter-speelzalen en kinderdagverblijven afstemmen overde manier waarop aan taalstimulering wordt

gedaan. Daarnaast kan het inzichtelijk zijn tebespreken wat u als school op taalgebied ver-wacht van kinderen die instromen uit peuterspeel-zalen en kinderdagverblijven. Het Pedagogischkader kindercentra 0-4 kan hierbij een handighulpmiddel zijn (zie kader).

e

DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE • 13

.i

,

Wat kunnen kinderen als ze de basisschool binnenkomen? Het Pedagogisch kader kindercentra 0-4jaarvi) gaat uitgebreid in op de ontwikkelingsstadia van kinderen van 0-4. Hieronder presenteren weeen kernachtige samenvatting uit dit kader van de ontwikkeling die een peuter tussen 30-48 maandendoormaakt:• Groei woordenschat naar 1000-3000 woorden• Gebruik voorzetsels• Groei zinslengte naar drie/vier/vijfwoordzinnen• Vanaf drie jaar gebruik samengestelde zinnen• Verbuigingen van een zelfstandig naamwoord (meerwoord, verkleinwoord)• Vervoegingen van het werkwoord• Vraagwoorden (waar/waarom?)• Interesse voor rijmpjes• Taal in rollen- en fantasiespelEr kunnen natuurlijk grote verschillen zijn in taalverwerving tussen kinderen. Dat komt onder anderedoor verschillen in de hoeveelheid en de kwaliteit van de interacties van ouders en pedagogischmedewerkers met de kinderen. Leidsters kunnen de taalontwikkeling stimuleren door ‘sensitieveresponsiviteit’: begrijpen wat het kind wil zeggen door te verkennen waar de aandacht van het kindnaar uitgaat en welke emotie daaraan verbonden is. Hierbij kunnen ze de ‘methodiek van de drie V’s’toepassen (verkennen waar het kind mee bezig is, verbinden van taal aan de activiteit van het kind, enverrijken door de belangstelling te verwoorden en uit te breiden)

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:54 Pagina 13

Page 16: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

Het pedagogisch kader is bedoeld voor de kinder-opvang en is niet doorgetrokken naar het basis -onderwijs. Wel heeft het CED, in opdracht van degemeente Zwijndrecht, een affiche gemaakt metde doorgaande lijn in de taalontwikkeling van 0-6jaar (wat mag je van een kind van een bepaaldeleeftijd verwachten?). Hierdoor komt ook de over-gang tussen de periode 2,5-4 jaar en 4-6 jaar inbeeld. Er zijn vier componenten onderscheiden –we geven bij iedere component een voorbeeld vande overgang van peuter naar kleuter:• Mondelinge taalvaardigheid: een kind van 4-6

breidt de woordenschat uit naar abstractewoorden

• Spelen met taal/taalbewustzijn: een kind van 2,5tot 4 maakt zinnen van 3-6 woorden, een kindvan 4-6 spreekt meestal in goedlopende zinnen

• Geschreven en gesproken taal: een kind van 2,5-4 begint met het maken van schrijfkrabbels, eenkind van 4-6 kan de eigen naam schrijven

• Boekoriëntatie/verhaalbegrip: een kind van 2,5-4 kan globaal een verhaal navertellen, een kindvan 4-6 kan een verhaal enigszins voorspellen.

Dit soort overzichten kan bruikbaar zijn voor hetoverleg met peuterspeelzalen en kinderdagverblij-ven over het vormgeven van een doorgaande lijn instimuleren van de taalontwikkeling van voor- naarvroegschools.

Idealiter heeft de school een taalbeleidsplan.Hierin kunt u de doorgaande lijn vanuit de voor-schoolse periode meenemen. Het Expertisecentrum

Nederlands heeft een 10-stappenplan gemaaktals handig hulpmiddel voor het maken van eentaalbeleidsplanvii). Hierbij hoort ook een analysevan het aanbod. Op de websitewww.taalpilots.nl/implementatiekoffer/methodenstaat een schema om het taalaanbod in groep 1 en2 te analyseren op aspecten die van belang zijnvoor het leren lezen in groep 3. Het gaat dan omaspecten als beginnende geletterdheid, verhaalbe-grip, mondelinge communicatie. Dit schema kanbruikbaar zijn om tussendoelen op te stellen en ookom samen met de peuterspeelzaal of het kinder-dagverblijf te kijken welke aspecten al enigszins inde voorschoolse periode aan bod (kunnen) komen.

Hieronder geven we enkele voorbeelden vanmanieren waarop scholen en peuterspeelzalen opeen afgestemde manier de taalontwikkeling stimu-leren.

14 • DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

‘In de peutergroep en door de hele school heenwerken we met “riedelen’’. Riedelen houdt indat wanneer een kind een grammaticafoutmaakt, de leidster/leerkracht met de groepkinderen de zin correct zegt in een vast ritme,waardoor het beter blijft hangen.’Jorien Desjardijn, VVE­coördinator OBS HetStartblok te Schiedam

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:54 Pagina 14

Page 17: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

nen

mbe-

ok

inn.

pu-

Rekenen/wiskundeRekenen/wiskunde krijgt in groep 1-2 beduidendminder aandacht dan taal. In VVE-programma’s ishet wel opgenomen, maar volgens experts is er‘meer uit kinderen te halen.’ Net als bij taal kaneen overzicht van ontwikkelstappen bijrekenen/wiskunde bruikbaar zijn voor het overlegmet peuterspeelzalen en kinderdagverblijven overhet vormgeven van een doorgaande lijn in het sti-muleren van de rekenontwikkeling. We noemenenkele beschikbare overzichten.

Het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaargeeft ook op het gebied van rekenen/wiskundeinzicht in de stadia van de ontwikkeling van kinde-

ren in de voorschoolse periode. Het kader geeftaan wat de ontwikkeling is op het gebied van: • Kenmerken van voorwerpen (kleur, grootte,

smaak, geluid, functie)• Hoeveelheid en aantal (veel vs. weinig, groot vs.

klein)• Ruimte (positiebepaling, woorden boven, onder,

naast, op, beneden)• Tijd (dagritme, volgorde van gebeurtenissen)• Oorzaak en gevolg (verband tussen

gebeurtenissen in de tijd, als dit, dan dat)Daarbij worden talloze tips aangedragen voorleidsters om deze ontwikkeling te stimuleren. Hetkader kan leerkrachten inzicht geven in het begin-niveau waarmee kinderen binnenkomen op debasisschool.

Het Freudenthal Instituutviii) spreekt in het boek‘Jonge kinderen leren rekenen’ van ‘ontluikendegecijferdheid’ in de voorschoolse periode. Dat ishet proces waarbij peuters grotendeels op eigenkracht meer besef krijgen van de verschillendebetekenissen van getallen en de samenhang daar-tussen. Daarin zijn de volgende elementen teonderscheiden: tweeheid, drieheid en veelheidonderkennen als een eigenschap van een verzame-ling objecten; telrij leren opzeggen; naspelen vanresultatief tellen en symboliseren op de vingers.Geleidelijk aan krijgen getallen steeds meer bete-kenis op zichzelf. Als het kind binnenkomt in dekleutergroep, is het proces van uitbreiding en metelkaar in verband brengen nog in volle gang. Ookzijn er grote verschillen tussen kinderen.

DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE • 15

‘Taalontwikkeling krijgt veel aandacht. Er wordtop zo veel mogelijk manieren geprobeerd ditonder de aandacht te brengen (visueel,auditief). Aan elk thema van ons programma Iken Ko zijn verschillende activiteiten gekoppelddie gericht zijn op taal. De activiteiten zijnvooral gericht op woordenschatuitbreiding:“benoemen, benoemen, benoemen”. Daarnaastwordt er bijv. gewerkt aan de lidwoorden. Hetgaat er steeds om zoveel mogelijk met concrete,tastbare dingen te werken, bijv. met platen,kaartjes, thematafels en klankspelletjes.’Moniek van Rooij en Rensie van Kemenade,adjunct­directeur en leerkracht groep 1/2Basisschool Tweelingen, Eindhoven

n

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:54 Pagina 15

Page 18: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

16 • DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

Een andere bruikbare richtlijn voor rekenen en wis-kunde in groep 1-2 is het boek ‘Wiskunde-avontu-ren met jonge kinderen’ix van het CPS. Dit boekstart bij de kleuters, maar geeft wel aan binnenwelke kaders jonge kinderen zich ontwikkelen. Kin-deren proberen greep te krijgen op hun omgeving,willen het zelf doen en zoeken contact met ande-ren. Ze imiteren, experimenteren, oefenen en wer-ken samen. Het reken- en wiskunde-onderwijs zouhier bij aan moeten sluiten, dat wil zeggen dat hetaan moet sluiten bij de interesse van kinderen, dater ruimte moet zijn voor hun eigen actieve inbreng,en dat het onderwijs in rekenen en wiskunde moetaansluiten bij andere ontwikkelingsgebieden (soci-aal, motorisch, taal, etc.).

Het programma ‘Talentenkracht’x) kan inspiratiebieden over de speelse manier waarop je kinderenwiskundig/technisch inzicht kunt ontlokken. Dit pro-

gramma wil antwoord vinden op de vraag welketalenten, mogelijkheden en kwaliteiten kinderen inde leeftijd van 3-5 jaar hebben en op welkemanier leidsters, leerkrachten en ouders dezetalenten kunnen stimuleren.

‘De opleiding tot pedagogisch medewerkerbesteedt weinig tot geen aandacht aan ditvakgebied. Aan echt ‘rekenen/wiskundeonderwijs’ kun je beginnen als het kindongeveer 3,5 is. Maar sommige kinderen zijn eral eerder aan toe. Door verschil in aanleg ensociaal-economische achtergrond zijn deverschillen tussen kinderen bij binnenkomst ingroep 1 gigantisch.’Willem Uittenbogaard, expert FreudenthalInstituut

‘In veel peuter- en kleutergroepen is er veel vrijspel, bijvoorbeeld in themahoeken. Voor hetonderzoek van Talentenkracht nemen wekinderen apart om taakjes te doen. Voor eenleerkracht is zo’n individuele benadering niethaalbaar. Maar het kan wel met groepjes van4-5 kinderen. Medewerkers van hetFreudenthal Instituut laten leidsters enleerkrachten over hun schouder meekijken,zodat ze weten hoe ze talenten kunnenontlokken en het beste uit het kind naar bovenkunnen halen bij een taak. Kinderen wordengestimuleerd om dingen zelf te ontdekken. Detaak kan vrij eenvoudig zijn. Het materiaalmoet wel uitdaging bieden – en de begeleidermoet er stimulerende vragen bij stellen. Ook bijde themahoeken doen leidsters en leerkrachtener goed aan om aan te schuiven – en te kijkenhoe ver ze de kinderen kunnen laten komen.’Willem Uittenbogaard, expert FreudenthalInstituut

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:54 Pagina 16

Page 19: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE • 17

Sociaal-emotionele ontwikkelingHet stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikke-ling behoort tot de ‘core business’ van peuterspeel-zalen en kinderdagverblijven, en neemt ook in dekleutergroepen een prominente plaats in.

Er wordt (met name door basisscholen) ook vaakgesproken over ‘sociale competentie’. Doorlopendvan 0 tot 18 jaar onderscheiden we daarin driecomponentenxi:• Jezelf: het gaat hier om kennis en vaardigheden

van het kind zelf. Het kind geeft richting aanzijn/haar eigen ontwikkeling in wisselwerking metde omgeving. Belangrijke vaardigheden die hierbij horen zijn initiatief nemen, zelfstandig dingendoen, opkomen voor jezelf.

• Jezelf en de ander: hier gaat het om kennis envaardigheden in relatie tot anderen.Bijbehorende vaardigheden zijn aardig doen,samen spelen, imiteren, emoties herkennen,luisteren.

• Jezelf en de groep: hierbij gaat het om kennis en

vaardigheden in relatie tot de groep, metvaardigheden als speelgoed delen, overleggen,zich aan de regels houden, conflicten oplossen.

Leidsters en leerkrachten kunnen dit stimulerendoor ‘sensitieve responsiviteit’ te tonen. Belangrijkevaardigheden daarvoor zijn het tonen van inte-resse en positieve betrokkenheid, vragen serieusnemen, duidelijke regels en afspraken stellen, enruimte geven voor eigen initiatief. Het is voor dedoorgaande lijn van belang zicht te krijgen overde manier waarop peuterspeelzalen en kinder-dagverblijven hieraan werken. Vaak is dit beschre-ven in een pedagogisch beleidsplan. Ook moetsociaal-emotionele ontwikkeling onderdeel zijn vande overdracht, zodat de onderbouwleerkracht hetbeginniveau van de instromende kinderen kent.

Voor de Oberon-brochure ‘Werken aan de socialeontwikkeling van peuters’ is aan leidsters gevraagdwelke vaardigheden zij belangrijk vinden bij deovergang naar het basisonderwijs. Zij noemen danmet name weerbaarheid, goed met elkaaromgaan en zelfredzaamheid. Enkele voorbeeldenuit de brochure:

en

jn

‘De doorgaande lijn moet zich niet alleenrichten op taal en rekenen, er wordt gegild engeroepen om “gedrag’’. De discussie is dan ook“Wat is een VVE-doelgroepkind?’’. Daar horenook sociaal-emotionele ontwikkeling enmotorische ontwikkeling bij.’A nja de Rooij en Suze van de Pol, expertsCED­groep

‘Voor de overgang naar de basisschool is hetvooral belangrijk dat kinderen voor zichzelf opkunnen komen, dat ze vragen durven stellen ensamen kunnen spelen.’

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:55 Pagina 17

Page 20: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

Sociaal-emotionele ontwikkeling komt aan bod inde VVE-programma’s. Daarnaast zijn op veelbasisscholen specifieke programma’s of methodie-ken in gebruik voor sociale competentie. Een voor-beeld hiervan is ‘Taakspel’. Het CED heeft dezemethodiek doorgetrokken naar de voorschoolseperiode en de BSO. Het gaat om een spel, waarinde kinderen leren om zelf afspraken en regels opte stellen en je hier aan te houden in je ‘team’.

Met name als er sprake is van achterstanden is hetessentieel om ouders actief te betrekken bij devroegschoolse educatie. Achterstanden werk jemoeilijk weg als er thuis sprake is van een taalarmeof spelarme omgeving. Het is belangrijk om dezeouders te laten zien wat ze thuis met hun kind kun-nen doen om hun ontwikkeling te stimuleren.Scholen en peuterspeelzalen/kinderdagverblijvenkunnen hierin samen optrekken door gezamenlijkeactiviteiten aan te bieden. Door een doorgaandelijn in de ouderactiviteiten vanuit de peuterspeel-zaal of het kinderdagverblijf naar de onderbouwaan te brengen, is er voor ouders sprake van eenvertrouwde werkwijze. Zo kunt u als school voort-bouwen op de ‘goodwill’ die voorschools is opge-bouwd bij ouderactiviteiten. Vaak zijn ouderactiviteiten onderdeel van het VVE-programma. Zo krijgen ouders van veel scholen bijieder thema een brief mee, waar suggesties instaan voor wat ze thuis kunnen doen, met een woor-

denlijst erbij. Andere manieren om ouders tebetrekken zijn: • Organiseren van themabijeenkomsten over

opvoedingsvraagstukken of het VVE-programma• Een ouderkamer inrichten (koffie-inloop)• Speluitleen voor ouders die thuis weinig

(educatief) speelmateriaal voor hun kinderenhebben

• Contactouders die een brugfunctie vervullen enhelpen activiteiten te organiseren.

We illustreren dit met enkele voorbeelden.

18 • DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

‘Respect voor elkaar, luisteren naar elkaar enhet ontwikkelen van inlevingsvermogen zijn debelangrijkste sociale vaardigheden diekinderen in de voorschoolse periode lerenontwikkelen.’

Het betrekken van ouders

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:55 Pagina 18

Page 21: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

n

e-r-

inp

ma

DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE • 19

Praktijktips voor scholen en schoolbesturen

“Het kost veel tijd en energie om de door-gaande lijn goed neer te zetten, het komt nietvanzelf. Belangrijk is om goed te plannen, dethema’s van de gebruikte VVE-methode vante voren uit te werken en de taken goed teverdelen.’’

“Probeer niet te rigide vast te houden aan water vanuit het programma wordt voorgeschre-ven, maar pas de dingen zo nodig aan aande eigen schoolsituatie. Je moet wel ademkunnen halen.”

“Bij rekenen/wiskunde: probeer je als leer-kracht of leidster te verplaatsen in de kinderen.Hoe denken ze? Probeer het beste in ze bovente halen. Laat je inspireren door de filmpjes opde website www.talentenkracht.nl.’’

“Richt je niet alleen op taal, maar juist ook oprekenen. Voor een taalzwakke leerling kan diteen gebied zijn waarin hij of zij kan uitblin-ken. Dat geeft ook zelfvertrouwen.’’

“Betrek ook ouders. Wat kinderen al kunnen, issterk afhankelijk van het sociaal-economischemilieu waaruit het kind komt. Laat ouders uitsociaal zwakkere milieus ook zien wat ze methun kind kunnen doen om het te stimuleren.’’

‘Om de betrokkenheid van ouders te vergrotenbeginnen we elke dag met een inloopkwartier.Ouders kunnen dan meedoen en zien op diemanier waar hun kinderen mee bezig zijn.Verder worden ouders constant goedgeïnformeerd over waar de school mee bezigis. Zo krijgen de kinderen woordjes en liedjesop papier mee naar huis zodat ze er thuis methun ouders mee aan de slag kunnen.’ Regien Hoedemakers, leerkracht basisschoolOnder de Kastanje, en A ngelien Tillmann,peuterspeelzaal Ukkepuk, Sittard

‘Voor de ouders met peuters hebben we zesouderbijeenkomsten per jaar, deze zijnverplicht. De coördinator steekt er veel energiein maar de opkomst is meestal laag. Ouderswerken overdag en kunnen niet komen. Voor deouders van alle kinderen op school organiseertde onderbouwcoördinator gedurende het helejaar ouderbijeenkomsten, vaak insamenwerking met een externe instantie. Ookzijn er speciale vrouwenavonden, waarbij deopkomst erg goed is.’Jorien Desjardijn, VVE­coördinator OBS HetStartblok te Schiedam

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:55 Pagina 19

Page 22: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

In deze brochure laten wezien welke mogelijkhe-den er zijn om een door-gaande lijn te realiserenvan de voorschoolse peri-ode naar de eerste groe-pen van de basisschool.We sluiten af met eenchecklist die in beeldbrengt hoe je er voorstaat: wat doe je al enwat moet er nog gebeu-ren?

20 • DOORGAANDE LIJN VAN VOOR- NAAR VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

Checklist voor de doorgaande lijn van voor­naar vroegschoolse educatie

Beleid

De gemeente zet zich actief in (voert regie, stelt financiën beschikbaar, brengt partijen bijeen).

Er is een coördinator die verantwoordelijk is voor de doorgaande lijn van voor- naar vroegschools. Dedirectie zorgt voor randvoorwaarden en er is doorlopende scholing van nieuwe onderbouw leerkrachten.Er is een duidelijke structuur voor gezamenlijk overleg, activiteiten en scholing met de voorschoolse instel-ling(en).

Overdracht van gegevens

Er zijn duidelijke doelen gesteld: wat moeten kinderen kunnen bij binnenkomst van de basisschool, bij deovergang naar groep 3, en daar tussenin?

Er wordt systematisch geobserveerd en geregistreerd, bij voorkeur met een doorlopend kindvolg systeem.

Gegevens van de voorschoolse instellingen worden digitaal/schriftelijk overgedragen aan de basisschool.Daarnaast vindt warme overdracht plaats (bijvoorbeeld overleg leidster-leerkracht). Er is een zorgnetwerk waarin de basisschool, de voorschoolse instellingen en een aantal zorginstellingenparticipeert.

Inhoudelijke doorgaande lijn

Er is sprake van één doorlopend programma met de voorschoolse instelling(en) en/of duidelijke afspra-ken over de aanpak van taal, rekenen en sociaal-emotionele ontwikkeling.De stadia van taalontwikkeling zijn duidelijk omschreven; er is sprake van één taallijn met de voor-schoolse instelling(en) en de basisschool bouwt voort op de eerdere ontwikkeling van kinderen.

Het beginniveau rekenen/wiskunde van de leerlingen die instromen vanuit de voorschoolse instellingen isbekend bij de basisschool (door overdracht); de basisschool sluit aan bij de interesses van kinderen en sti-muleren kinderen om zelf te ontdekken.

Het is duidelijk waar de voorschoolse instelling(en) aan gewerkt hebben wat betreft de sociale ontwikke-ling; de basisschool bouwt verder voort aan vaardigheden omtrent ‘jezelf’, ‘jezelf en de ander’ en ‘jezelfen de groep’.

Ouders worden actief betrokken, zodat weten wat zij kunnen doen om de ontwikkeling van hun kind te sti-muleren.

Li

i

ii

iii

iv

v

vi

vii

viii

ix

x

xi

A. V voo

Go

• O• B• B• O• B

g• Pe• C• Fr

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:55 Pagina 20

Page 23: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

Literatuur

i Zuidam, M. (2009). Overzicht financiën vroegschoolse educatie. Utrecht: Oberonii Oomens, M. (2009). Kwaliteitszorg bij vroegschoolse educatie. Utrecht: Oberoniii CED-groep (2005). Zo doe ik. Rotterdam: CED-groep. iv CED-groep (2006). Sociale Competentie Observatie Lijst. Amersfoort: Kwintessens.v Janssen-Vos, F. (2008). Basisontwikkeling voor peuters en de onderbouw. Assen: Van Gorcum.vi Singer, E., & Kleerekoper, L. (2009). Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar. Maarssen: Elsevier gezondheids-

zorg. vii Beek, A. van, Duerings, J. en Tomesen, M. (2009). Samenwerken aan taalbeleid: in tien stappen naar een taal-

beleidsplan. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands.viii Treffers, A., Van den Heuvel-Panhuizen, M., & Buys, K. (1999). Jonge kinderen leren rekenen. Tussendoelen

annex leerlijnen. Groningen: Wolters Noordhof.ix Baltussen, M., Klep, J., & Leenders, Y. (1997). Wiskunde-avonturen met jonge kinderen. De wiskundige ontwikke-

ling in het onderwijs aan jonge kinderen. Amersfoort: CPS.x Van Bentum, J., Dijkgraaf, R. & De Lange, J. (2005). Talentenkracht. Amsterdam/Utrechtxi Walraven, M., Oomen, C., Klein, T., & Appelhof, P. (2006). Sociale competentie in beeld. Een begrippen- en

analysekader. Utrecht: Oberon

A. Veen, J. Roeleveld, & M. van Daalen (2005). Op zoek naar best practices: opbrengsten van Amsterdamse voorscholen. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut.

Good practice scholen en experts

• OBS De Barte, Drachten. Harm Blumers (directeur) en Ellie Otten (leerkracht schakelgroep 1-2). • Basisschool Onder de Kastanje, Sittard. Regien Hoedemakers (leerkracht). • Basisschool Op Dreef, Nieuw Vennep. Piet Hoogerwerf (directeur) en Plonie Spijker (tutor groep 1-2).• OBS Het Startblok, Schiedam. Jorien Desjardijn (VVE-coördinator). • Basisschool Tweelingen, Eindhoven. Moniek van Rooij (adjunct-directeur) en Rensie van Kemenade, (leerkracht

groep 1-2) • Peuterspeelzaal Ukkepuk, Sittard. Angelien Tillmann • CED-groep. Anja de Rooij (expert VVE) en Suze van de Pol (expert VVE).• Freudenthal Instituut. Willem Uittenbogaard (expert rekenen-wiskunde).

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:55 Pagina 21

Page 24: Doorgaande lijn van voor naar vroegschoolse educatie...onderwijs. Het gaat in dit geval om een door-gaande lijn van voorschoolse educatie (in peuter-speelzalen of kinderdagverblijven)

Projectorganisatie De ondersteuning van schoolbesturen en scholen bijde A genda ‘Focus op vroegschoolse educatie’ wordtuitgevoerd door het onderzoeks­ en adviesbureau Oberon te Utrecht. De coördinatie is in handen vaneen projectgroep met als leden:• Wendy de Geus, Oberon, projectleider• Ron Davids, Bond KBO, lid projectgroep namens degezamenlijke onderwijsorganisaties

• Jo Kloprogge, zelfstandig adviseur en lid van deprojectgroep

InformatieVoor meer informatie kunt u een bericht sturen [email protected].

Deze brochure maakt onderdeel uit van het ondersteuningstraject bij de A genda ‘Focus op vroegschoolse educatie’

COLOFON:AUTEURS: CLAUDY OOMEN EN WENDY DE GEUS, OBERON • VORMGEVING: CAS DE VRIES, DVADA • DRUK: USP BV • FOTOGRAFIE: SIJMEN HENDRIKS

© OBERON

november 2009

Oberon-Focus-DoorgaandeLijn 05-11-09 09:55 Pagina 22