Documenten brengen Mensura in netelige positie

3
4 ARTSENKRANT Vrijdag 21 september 2012 Nr. 2263 ACTUALITEIT uit. Zwart op wit bewijzen dat Mensura Ab- senteïsme op basis van quota werkt en zijn artsen op die cijfers beoordeelt, doet dit formulier niet. Maar voor een genuanceer- de beoordeling van de controleartsen lijkt het in elk geval niet geschikt. Waar staan al die getallen voor? Neem bijvoorbeeld de aandoeningen aan het skelet: Op de eerste regel naast de afbeel- ding van het skelet staan de getallen 1.331 en 90. 90 staat voor het aantal gevallen met een aandoening aan het skelet die de arts, in casu Dr. Janssens, in periode X tot perio- de Y controleerde. 1.331 is het totaal aan- tal dagen arbeidsongeschiktheid voor die 90 gevallen samen. Op de tweede lijn vindt u 2 – 2,22 – 34,62 – 105 terug. 2 verwijst naar het aantal gevallen waarin Dr. Janssens gecontroleer- de gevallen met deze specifieke longaan- doening vervroegd weer aan het werk zette. 2,22% is het percentage dat hij daarmee scoort (2 gevallen op 90). En 34,62% is het ‘resultaat’ van de controlearts die van al zijn gevallen met een longaandoening, er het meest weer vervroegd aan het werk zet- te. 105 is de persoonlijke code van die ‘best scorende arts’. De laatste regel toont het aantal voor- geschreven dagen vervroegde hervatting. Voor deze aandoening schreef Dr. Janssens in totaal 6 dagen ‘inkorting’ voor. Van de in totaal van 1.331 dagen arbeidsongeschikt- heid kon Dr. Janssens er dus 0,45% afpit- sen. De ‘efficiëntste’ dokter – opnieuw con- trolearts nr. 105 – scoort met 10,87% een stuk hoger. Competitief klimaat “Artsen worden per stelsel vergeleken met hun collega die voor die specifieke aandoening het best scoort”, aldus onze getuige. “En als ultieme referentiepunt neemt Pieter Van Aerschot de arts die best scoort op alle aandoeningen samen. Naar die prestatie moeten de andere controle- artsen streven.” Voor de periode X-Y is die overall winner controlearts nr. 105, leert het vakje rechts bovenaan ons. Dr. nr. 105 controleerde 1.450 gevallen, samen goed voor 19.451 dagen arbeidsongeschiktheid. In 426 ge- vallen (29,38%) kortte hij de periode van werkonbekwaamheid in. En van alle voor- geschreven dagen arbeidsongeschiktheid, werkte hij er 1.965 weg, goed voor een aan- deel van 10,1%. Belangrijk om melden is dat ook Dr. Rudi Hoogmartens, de voorganger van Pieter Van Aerschot, dergelijke cijfers bijhield en verspreidde. “Maar Dr. Hoogmartens deed dat louter informatief”, garandeert onze ge- tuige. “Nooit heeft hij die gegevens ge- bruikt om artsen mee onder druk te zetten. En dat doet Van Aerschot wél, hij stelt het hoogst behaalde percentage expliciet voor- op als het streefdoel.” Ook onze andere getuigen bevestigen dat Dr. Hoogmartens de cijfers nooit inzette om druk mee uit te oefenen. Maar zelfs al klopt dat, dan lijkt deze manier van werken en ‘G etuigenissen over Mensura ver- delen controleartsen’, titelden we in onze vorige krant. Enkele dokters bevestigden ons dat Mensura Ab- senteïsme zijn controleartsen quota oplegt voor het aantal vervroegde werkhervattin- gen én dat het bedrijf hun evaluatie daarop baseert. Anderen gaven toe dat dergelijke praktijken gangbaar zijn, maar schoven een deel van de ver- antwoordelijkheid door naar de bedrijven. Eén arts ten slot- te, Dr. Roger Schouteden, sprak het volledige verhaal tegen. Op Radio 1 ontkende ook Mensura-directeur Pieter Van Aerschot vorige week alle beschuldigingen aan zijn adres en dat van het bedrijf. Geen sprake van quota – “de kleurcodes staan niet voor percentages maar zijn een didactische ma- nier om te communiceren over werkpunten van onze controleartsen, op medisch-tech- nisch, administratief en communicatief vlak” – stelt hij formeel. Losse schroeven Een paar documenten waar wij onze hand op konden leggen, zetten die verdedi- ging nu evenwel op losse schroeven. Ze wijzen sterk in de richting van een evalua- tiesysteem dat toch gebaseerd is op cijfers en percentages. Neem nu onderstaand docu- ment, een formulier dat con- trolearts Dr. Janssens (1) ontving tijdens een vergadering van Mensura Absenteïsme. Op het bewuste document staan naast elke aandoening verschillende cijfers. Die verwijzen naar de percentages die dokter Janssens behaalde én naar de resultaten die de ‘best scorende’ controle- arts voor kon leggen, legt een van onze getuigen Documenten brengen Mensura in netelige positie Legt ‘Mensura Absenteïsme’ druk op de controleartsen om patiënten vervroegd weer aan het werk zetten? Dat beweren een pak getuigen in onze krant. Pieter Van Aerschot, algemeen directeur van het bedrijf, spreekt dat formeel tegen, in Artsenkrant en op Radio 1. En wat later nam controlearts Schouteden het op voor Mensura. Maar enkele documenten waar wij de hand op konden leggen, wijzen toch in de richting van wantoestanden. ‘Alle controleartsen moeten streven naar de beste score op alle aandoeningen samen’ Op dit document (fragment) krijgen controleartsen hun eigen percentages te zien, samen met de prestaties van hun best scorende collega’s.

description

Legt ‘Mensura Absenteïsme’ druk op de controleartsen om patiënten vervroegd weer aan het werk zetten? Dat beweerden een pak getuigen in onze krant. Pieter Van Aerschot, algemeen directeur van het bedrijf, sprak dat formeel tegen, in Artsenkrant en op Radio 1. En wat later nam controlearts Schouteden het op voor Mensura. Maar enkele documenten waar wij de hand op konden leggen, wijzen nu toch in de richting van wantoestanden.

Transcript of Documenten brengen Mensura in netelige positie

Page 1: Documenten brengen Mensura in netelige positie

4 ARTSENKRANT Vrijdag 21 september 2012 Nr. 2263

A C T U A L I T E I T

uit. Zwart op wit bewijzen dat Mensura Ab-senteïsme op basis van quota werkt en zijnartsen op die cijfers beoordeelt, doet ditformulier niet. Maar voor een genuanceer-de beoordeling van de controleartsen lijkt

het in elk geval niet geschikt.Waar staan al die getallen voor? Neem

bijvoorbeeld de aandoeningen aan hetskelet:

• Op de eerste regel naast de afbeel-ding van het skelet staan de getallen 1.331

en 90. 90 staat voor het aantal gevallen meteen aandoening aan het skelet die de arts,in casu Dr. Janssens, in periode X tot perio-de Y controleerde. 1.331 is het totaal aan-tal dagen arbeidsongeschiktheid voor die90 gevallen samen.

• Op de tweede lijn vindt u 2 – 2,22 –34,62 – 105 terug. 2 verwijst naar het aantalgevallen waarin Dr. Janssens gecontroleer-de gevallen met deze specifieke longaan-doening vervroegd weer aan het werk zette.2,22% is het percentage dat hij daarmeescoort (2 gevallen op 90). En 34,62% is het‘resultaat’ van de controlearts die van alzijn gevallen met een longaandoening, erhet meest weer vervroegd aan het werk zet-te. 105 is de persoonlijke code van die ‘bestscorende arts’.

• De laatste regel toont het aantal voor-geschreven dagen vervroegde hervatting.Voor deze aandoening schreef Dr. Janssensin totaal 6 dagen ‘inkorting’ voor. Van de intotaal van 1.331 dagen arbeidsongeschikt-heid kon Dr. Janssens er dus 0,45% afpit-sen. De ‘efficiëntste’ dokter – opnieuw con-

trolearts nr. 105 – scoort met 10,87% eenstuk hoger.

Competitief klimaat“Artsen worden per stelsel vergeleken

met hun collega die voor die specifiekeaandoening het best scoort”, aldus onzegetuige. “En als ultieme referentiepuntneemt Pieter Van Aerschot de arts die bestscoort op alle aandoeningen samen. Naardie prestatie moeten de andere controle-artsen streven.”

Voor de periode X-Y is die overall winnercontrolearts nr. 105, leert het vakje rechtsbovenaan ons. Dr. nr. 105 controleerde1.450 gevallen, samen goed voor 19.451dagen arbeidsongeschiktheid. In 426 ge-vallen (29,38%) kortte hij de periode vanwerkonbekwaamheid in. En van alle voor-geschreven dagen arbeidsongeschiktheid,werkte hij er 1.965 weg, goed voor een aan-deel van 10,1%.

Belangrijk om melden is dat ook Dr. RudiHoogmartens, de voorganger van PieterVan Aerschot, dergelijke cijfers bijhield enverspreidde. “Maar Dr. Hoogmartens deeddat louter informatief”, garandeert onze ge-tuige. “Nooit heeft hij die gegevens ge-bruikt om artsen mee onder druk te zetten.En dat doet Van Aerschot wél, hij stelt hethoogst behaalde percentage expliciet voor-op als het streefdoel.”

Ook onze andere getuigen bevestigen datDr. Hoogmartens de cijfers nooit inzette omdruk mee uit te oefenen. Maar zelfs al kloptdat, dan lijkt deze manier van werken en

‘Getuigenissen over Mensura ver-delen controleartsen’, titeldenwe in onze vorige krant. Enkele

dokters bevestigden ons dat Mensura Ab-senteïsme zijn controleartsen quota oplegtvoor het aantal vervroegde werkhervattin-gen én dat het bedrijf hun evaluatie daaropbaseert. Anderen gaven toe dat dergelijkepraktijken gangbaar zijn, maarschoven een deel van de ver-antwoordelijkheid door naarde bedrijven. Eén arts ten slot-te, Dr. Roger Schouteden, sprakhet volledige verhaal tegen.

Op Radio 1 ontkende ookMensura-directeur Pieter Van Aerschotvorige week alle beschuldigingen aan zijnadres en dat van het bedrijf. Geen sprakevan quota – “de kleurcodes staan niet voorpercentages maar zijn een didactische ma-nier om te communiceren over werkpuntenvan onze controleartsen, op medisch-tech-

nisch, administratief en communicatiefvlak” – stelt hij formeel.

Losse schroevenEen paar documenten waar wij onze

hand op konden leggen, zetten die verdedi-ging nu evenwel op losse schroeven. Zewijzen sterk in de richting van een evalua-

tiesysteem dat toch gebaseerdis op cijfers en percentages.Neem nu onderstaand docu-ment, een formulier dat con-trolearts Dr. Janssens(1) ontvingtijdens een vergadering vanMensura Absenteïsme.

Op het bewuste document staan naastelke aandoening verschillende cijfers. Dieverwijzen naar de percentages die dokterJanssens behaalde én naar de resultatendie de ‘best scorende’ controle-arts voor kon leggen, legteen van onze getuigen

Documenten brengen Mensura in netelige positieLegt ‘Mensura Absenteïsme’ druk op de controleartsen om patiënten vervroegdweer aan het werk zetten? Dat beweren een pak getuigen in onze krant. PieterVan Aerschot, algemeen directeur van het bedrijf, spreekt dat formeel tegen, inArtsenkrant en op Radio 1. En wat later nam controlearts Schouteden het opvoor Mensura. Maar enkele documenten waar wij de hand op konden leggen,wijzen toch in de richting van wantoestanden.

‘Alle controleartsenmoeten streven naar de

beste score op alleaandoeningen samen’

Op dit document (fragment) krijgen controleartsen hun eigen percentages te zien, samen met de prestaties van hun best scorende collega’s.

AK2263-004_AK2263-004-005 19/09/12 16:01 Pagina 4

Page 2: Documenten brengen Mensura in netelige positie

A C T U A L I T E I T

5ARTSENKRANT Vrijdag 21 september 2012 Nr. 2263

communiceren ons op zijn minst bedenke-lijk. Typerend voor het competitieve klimaatdat heerst bij veel controleorganisaties?

‘Hoffelijkheid en objectiviteit’Ons volgend document is een mail van

Pieter Van Aerschot (zie afbeelding links) dievia een gunstige wind bij ons belandde en al-lerminst een fraai beeld schetst van wat bijMensura Absenteïsme gebeurt. De grove,verwijtende en soms dreigende woordenwaarmee de algemeen directeur zich notabene tot het volledige Mensura-bestuurricht, laten weinig aan de verbeelding over.

Een kleine bloemlezing uit de bewusteelektronische brief:

• “Voor zeveraars en pathetische per-soonlijkheden heb ik echter veel minderrespect.”

• “Uiteraard zijn wij bereid als Dr. X totde jaren van verstand is gekomen, de sa-menwerking opnieuw op te starten. Alhoe-wel het water intussen zeer diep is gewor-den.”

• “Mijnheer X was namelijk zo goed dathij erin slaagde om bij onze dienst 600 à700 controles uit te voeren en (...)0,000000000000000% resultaat te behalen(ik hoop dat ik geen nul vergeten ben).”

• “Ik mag ervan uitgaan dat het duidelijkis voor iedereen dat alle contacten met diedokter zijn verbroken, (...) en dat hopelijkniemand nog de behoefte voelt om op deéén of andere manier met Dr. X in contactte treden.”

Bovenstaand taalgebruik valt moeilijk terijmen met de getuigenis van Dr. RogerSchouteden, die de verdediging van Men-sura opnam. In zijn brief aan onze redactieschreef Dr. Schouteden dat hij in 25 jaar bijMensura nooit had horen spreken overpercentages. “Enkel over objectiviteit enhoffelijkheid ten opzichte van de te contro-leren personen en niet te vergeten hun be-handelende artsen.” Maar van hoffelijkheidis in deze mail alvast geen spoor. En de fo-cus op cijfers is duidelijk wel aanwezig.

Navraag leert ons evenwel dat Dr. Schou-teden nog geen contact heeft gehad metPieter Van Aerschot en ook wijlen Dr. Hoog-martens nooit heeft ontmoet. Zijn verkla-ring steunt op ontmoetingen met het be-stuur van het ‘oude Mensura’ die nog date-ren van vóór de fusie in 2007 met Encarevan Pieter Van Aerschot en wijlen Dr. Hoog-martens.

Tijs Ruysschaert1. Fictieve naam

Vervolg op blz. 30

AK2263-004_AK2263-004-005 19/09/12 16:01 Pagina 5

Page 3: Documenten brengen Mensura in netelige positie

30 ARTSENKRANT Vrijdag 21 september 2012 Nr. 2263

A C T U A L I T E I T

om patiënten vervroegd het werk te latenhervatten.”

Wet en Orde-advies“De adviezen van de Nationale Raad van

de Orde over het vermelden van medischegegevens op het controleformulier, zijnnochtans duidelijk: zelfs al is dat formulierbestemd voor de hoofdgeneesheer van hetcontrolebedrijf, dan nog blijft het beroeps-geheim gelden en mag de controleur inprincipe geen medische gegevens vermel-den”, aldus Dr. Maes. “Ook de wet laat hiergeen twijfel over bestaan: “De door dewerkgever gemachtigde en betaalde ge-neesheer gaat na of de werknemer werke-lijk arbeidsongeschikt is; alle andere vast-stellingen vallen onder het beroepsge-heim.”(2)

Of andere controlemaatschappijen ookvragen om de diagnose te vermelden? “Erzijn er inderdaad die ruimte laten om datop te schrijven – die vakjes laat ik sowiesoleeg – maar Mensura is het enige bedrijfdat me verplichtte om ze in te vullen”, ver-telt Dr. Maes.

Nadat hij bleef weigeren om de diagno-se door te geven, kreeg Dr. Maes geen op-drachten meer van Mensura.

T.R.

1. Fictieve naam2. Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978, d.d.03.07.1978: art. 31, paragraaf 2.

“Mensura legt al jarenlang de ver-plichting op aan zijn controle-artsen om de diagnose en/of

een beschrijving van de medische toestandmee te delen op het controledocument. Endat is in strijd met de medische deontolo-gie.” Zo getuigt Dr. Maes(1) in Artsenkrant2260. Pieter Van Aerschot spreekt dat te-gen en beweert dat Mensura Absenteïsmezich steeds “strikt aan de medische deontologie en onafhankelijkheid houdt”.

Een kopie van een medisch verslag weer-legt die bewering evenwel. Dr. Maes: “Ikhad een medisch verslag opgestuurd naarMensura, maar kreeg het via fax terug metde vraag om de diagnose te vermelden (zieafbeelding). Die had ik eerst ingevuld, maarvervolgens met zwarte stift onduidelijk ge-maakt. Want eigenlijk mag een controle-arts die informatie niet vermelden op zo’nformulier. Niet-medici krijgen die papierenin handen, wat telkens opnieuw een schen-ding van het beroepsgeheim is. En dat iseven erg als de druk die Mensura uitoefent

Het voorlopig laatste document in dezezaak is het medisch controleformulierdat controlearts Maes opstuurde naarMensura. Dat lijkt de bewering vanPieter Van Aerschot als zou Mensurade medische deontologie en medischeonafhankelijkheid steeds volledigrespecteren, te weerleggen.

Vervolg van blz. 4-5 (Mensura)

Als moeder van een kandidaat voor opleiding arts,maar eveneens vanuit mijn positie als arts in een uni-versitair centrum, stel ik mij de vraag die volgens mijal vele jaren leeft in de brede maatschappelijke onder-stroom: welke selectiecriteria hanteren wij om te bepa-len of iemand een goede kandidaat zou zijn voor de rich-ting geneeskunde?

Zoals bekend wordt nu geselecteerd via het toe-gangsexamen geneeskunde dat bijzonder zwaar is. Alswe kijken naar het bijzonder lage slaagpercentage vande tweede zittijd dit jaar, nl. 11,4%, dan is het toch gepastom zich de vraag te stellen of het nodig is dat de moei-lijkheidsgraad zo hoog ligt. Missen we daardoor geengoede artsen in spe die zich door het strenge examengenoodzaakt zien een andere richting binnen of buitende medische faculteit te gaan volgen?

Het argument van de examencommissie is dat de slaag-kans voor de niet-falers in de verdere artsenopleidingdoor het ingangsexamen wel erg groot wordt en dat daar-door kosten zouden bespaard worden. Dat is ongetwij-

feld correct, maar het blijft de vraag of we wel de bestetoekomstige artsen hebben geselecteerd. Het is abso-luut niet bewezen dat een iets minder moeilijk examentot een lager slaagpercentage in de geneeskundeoplei-ding zou leiden.

Zoals bekend bestaat het eerste deel van het toe-gangsexamen arts uit kennis van exacte wetenschap-pen zoals wiskunde, fysica, biologie en chemie. Het tweededeel heeft als doel vaardigheden van verwerken van infor-matie te toetsen alsook de sociaal-communicatievevaardigheden van de kandidaat.

Elitair?Mensen die dit examen van op afstand volgen, krij-

gen de indruk dat de moeilijkheidsgraad met de jarennog toeneemt, en dan vooral het examineren van de weten-schappelijke kennis en inzichten. Het zou best interes-sant zijn om deze informatie te pakken te krijgen - hoeevolueert het examen zelf? Klopt het dat studenten intoenemende mate falen voor het wetenschappelijke

deel in verhouding tot het tweede deel? Zo ja, volgt ditexamen dan ook een maatschappelijke tendens omsteeds meer van het zuiver cognitieve te verwachten enop basis hiervan geneeskundekandidaten te selecte-ren?

Op die manier profileert deze richting zich meer enmeer als een elite-opleiding waar enkel mensen met dezwaarste wetenschappelijke vooropleiding en het hoog-ste IQ in slagen. Elitair ook omdat heel wat studentendit examen slechts halen dankzij veel, vaak dure bij-scholingen en studiebegeleidingen.

Er zijn veel voorbeelden van jongeren die veel moeitehebben met het ingangsexamen maar niet met de stu-die zelf. Die voorbeelden zijn anekdotisch, maar doorhun aantal zijn ze toch betekenisvol. Ik denk aan Simondie voor de vierde keer ingangsexamen deed, na veelaanmoediging weliswaar. Uiteindelijk slaagt deze stu-dent nu met grote onderscheiding in de geneeskunde.

Elisa haalt met onderscheiding haar bachelor kine,maar blijft twijfelen aan de gemiste kans, waagt opnieuw

R E A C T I E S ? A K @ A C T U A M E D I C A . B E

Bedenkingen bij ingangsexamen geneeskundeO P I N I E

tweemaal en valt opnieuw uit de boot. Onnodig te zeg-gen dat dit veel verdriet en frustratie oplevert, maar eris ook een maatschappelijk verlies: we lopen heel watgemotiveerde en talentvolle artsen mis.

Motivatie als criteriumWaarom zouden studenten met een bachelor- of

masterdiploma in de medische faculteit nog moeten bewij-zen dat ze het universiteitsniveau aankunnen?

Ik pleit ervoor dat we ons bezinnen over het verruimenvan de toelatingscriteria voor de artsenopleiding, onder meerdoor mensen die door hun voorgaande opleidingen bewe-zen hebben over voldoende wetenschappelijke kennis enstudieattitude te beschikken vrij te stellen van het ingangs-examen. Bij het al dan niet toelaten van studenten zou ookmotivatie als criterium gehanteerd moeten worden.

Iedereen die in de sector werkt weet dat er geenoverschot is aan gemotiveerde, empathische artsen, endat zijn niet noodzakelijk degenen met de hoogste IQ,maar eerder de werkers, de doorzetters.

Het wordt tijd dat rond dit thema een maatschappelijkdebat kan plaatsvinden zoals past in een democratie waar-bij gezocht kan worden naar een meer rechtvaardig énperformant model van selecteren van geneeskunde-kandidaten.

Dr. Bea Van Der Gucht

Schending van beroepsgeheim?

AK2263-030_AK2263-004-005 19/09/12 16:02 Pagina 30