Arresten Documenten

download Arresten Documenten

of 55

description

arresten

Transcript of Arresten Documenten

VolkenrechtI. De StaatDefinitie Een internationaal rechtspersoon is een entiteit die zelfstandig rechten kan afdwingen en internationaal aan de plichten gehouden kan worden die het volkenrecht oplegt. In het klassieke recht betekent dit dat alleen staten een internationale rechtspersoonlijkheid hebben. In de praktijk is dit achterhaald, aangezien ngos en bedrijven ook de landsgrenzen overschrijden.

1. Document 1: Verdrag van Montevideo. Oudste verdrag in de cursus. Onderhandeld in Uruguay en door weinige staten geratificeerd, maar toch ruim aanvaard als de definiring van een staat (dus evolutie vd bepalingen naar gewoonterecht). Vier belangrijke principes waaraan een staat moet voldoen, losjes opgevat: Permanente bevolking is verbonden door nationaliteit. Individuen zonder nationaliteit (staatlozen) vallen moeilijk binnen deze definitie. Het Verdrag van vluchtelingen en staatlozen tracht deze lacune op te vullen, internationale bescherming van deze groep door de VN in plaats van bescherming door de staat door nationaliteit (tijdelijk vangnet). Deze bevoegdheid tot bescherming is wel gedecentraliseerd naar het nationale niveau. Vast territorium wordt bezien als de kern vh land dat niet gecontesteerd wordt, hart vd natie. Anders zou een staat met separatistische tendensen of grensconflicten voortdurend geen staat meer zijn. Een staat moet ook niet aaneengesloten zijn (eilandengroepen). Grenzen zijn echter een menselijk product en niet natuurlijk, nomadische volkeren hebben hier geen boodschap aan maar vallen dus ook moeilijk binnen de definitie van staat. Ook over de regering doet het Volkenrecht niet moeilijk, moet een spreekbuis zijn van het nationale niveau op internationaal vlak. Een betrouwbaar orgaan dat de orde kan handhaven en beloften kan nakomen. Geen eisen van democratie, verzorgingsstaat, aangezien deze kwalitatieve eisen minder staten opleveren en dus minder opties tot het oplossen van conflicten. Volkerenrechtelijke principe dat er beter een slechte staat aanwezig is, dan het vacum door de afwezigheid van een staat. De vierde clausule is de moeilijkste, aangezien deze de erkenning/aanvaarding van andere staten inhoudt. dit criterium wordt daarom vaak achterwege gelaten, aangezien er een chaos zou ontstaan als delen van de wereld niet onder een staat zouden vallen. Toepassing van Montevideo: Congo bezien als een staat, ook al heeft de regering niet de controle over de hele regio (krijgsheren ih oosten, conflict Kivu-streek). Wel controle over de kern. Mogelijk een Fragile Staten of Failstate te noemen, maar dit zijn geen juridische begrippen omdat dat de gelijkheid van staten ih gedrang kan brengen (waardeoordeel). Palestina: Gaza en Westbank als afgescheiden regios, wat geen argument tegen is, maar wel met elk een eigen regering (Hamas & PLO). Ook de soevereiniteit is betwijfelbaar. Koerdistan: Verspreide bevolkingsgroep in meerdere landen met nood aan hertekening vd grenzen van Syri, Irak, Turkije en Iran. Dit valt moeilijk ih Volkenrecht dat bestaande staten beschermt. Ook vrees om antecedenten te scheppen. Vaticaanstad: Speciaal statuut van non-member observer state, door de erkenning van de belangrijke historische rol op vlak van internationale betrekkingen.

2. Arrest 27: Grensgeschil Burkina Faso Niger. Meest recente in de cursus. Beide landen behoorden tot Frans West-Afrika, interne provinciegrenzen in 1927 vastgelegd door de Franse gouverneur-generaal, in groter detail uitgegeven in 1960 door het geografisch instituut. Later in het jaar werden beide onafhankelijk, en namen de grens als staatsgrens, maar dit leidde al snel tot meningsverschillen (arbitraire grenzen door koloniaal bewind). Oprichting van een commissie in 1987, deels succes. Bepaalde grensstrook en grensmateries worden echter niet opgelost door de commissie. Na meer dan 20 jaar discussie bereikt men een compromis om het voor te leggen aan een internationale rechter. Onaantastbaarheid vd grenzen opgesteld bij de creatie/autonomie van een staat. Daarnaast bevestiging vh gebruik dat een eens uitgeoefend recht ook id toekomst geldt. Verplichting aan beide staten om het nomadische bestaan van aanwezige stammen id regio te faciliteren, onder meer door geen grensversperringen op te richten. Het Hof geeft geen juridische waarde aan koloniale beslissingen (want het veroordeelt het kolonialisme) maar neemt deze wel over als feitelijk gegeven. Knelpunt dat de bestaande grenzen niet altijd sociaal en juridisch verantwoord zijn. Afwijkende mening van enkele rechters met een verliezende stem, spiegelt dit. Daarnaast separate opinion (rechter die met de meerderheid stemde, maar volgens andere argumentatie) dat stelt dat de grens bewaren voor zorgt in dienst vd samenleving.

Erkenning van staten is een politieke beslissing, geen juridische ook al worden er wel juridische voorwaarden gesteld. Met het erkennen van staten wordt ook de mogelijkheid voor het sluiten van bilaterale verdragen gecreerd. Een staat erkennen impliceert niet de regering erkennen. Bij een ongrondwettelijke opvolging zoals een militaire coup, kan een staat de nieuwe regering als illegitiem verklaren. Bij de creatie van nieuwe staten wordt ook vaak gediscuteerd over statenopvolging met overnemen van bestaande verplichtingen (zoals Rusland vd USSR), verdragen vervallen immers niet vanzelf. Staten bij de dekolonisatie ook als nieuw bezien, starten met een nieuwe lei.

Lidmaatschap bij Internationale organisaties3. Document 2: Charter van de Verenigde Naties (zie ook nr. 48) Het lidmaatschap bij een internationale organisatie of een verdrag gebeurt niet vanzelf bij erkenning, individuele aansluiting noodzakelijk met telkens een eigen procedure die vastgelegd is in het oprichtingsverdrag. Alle organisaties binnen de VN hebben zo hun eigen procedure en er is geen vanzelfsprekend lidmaatschap door de aansluiting bij n vd andere organisaties of de VN zelf. Bv. om toe te treden bij de UNESCO is een meerderheidsstem van 2/3 vd leden nodig. Palestina vroeg het lidmaatschap bij UNESCO aan omdat er geen veto kan gesteld worden (VS id VN), en de aanvaarding hierin hen de internationale erkenning als staat gaf. Hierna heeft Palestina het statuut vd Heilige Stoel uitgepluisd, wat een ad hoc formule was met ook 2/3 meerderheid binnen de Algemene Vergadering. Palestina heeft nu eenzelfde statuut, en daarmee ook het recht om als staat internationale verdragen te ratificeren en zich aan te sluiten bij andere internationale organisaties.

Zelfbeschikkingsrecht Opgenomen in Art. 1 vh VN-Handvest, ontwikkeld tot een recht dat opgenomen wordt door de mensenrechtenorganisaties vd VN. Idee dat het volk via de regering zelf beslist hoe het land draait en zich ontwikkelt zonder dat er externe bemoeienissen komen. Discussie over de notie van volk, zeker sinds de dekolonisering. Gekoloniseerde volkeren beriepen zich op het zelfbeschikkingsprincipe om te eisen dat ze hun eigen weg mochten gaan. Tegen 1960 begon de VN deze visie te delen (impact van VN-lidmaatschap van oud-kolonies). Deze interpretatie was niet gelijk ah principe zoals het ih Handvest stond. Id jaren 1980 beginnen staten zich af te scheiden, en wordt de notie volk als antropologisch bezien. Hierdoor wordt er in staten door verschillende bevolkingsgroepen de eis voor zelfbeschikking geuit, tegen de wil van de staat in (vooral in Afrika). Recht geldig voor groepen met bepaalde antropologische karakteristieken, of in bepaalde politieke omstandigheden? Vrees binnen de VN dat het de eigen missie voor vrede zou schaden door een te progressieve lezing. Daarnaast bestaat de VN uit staten, die tegen hun eigen belangen zouden ingaan, aangezien de meeste staten nu multicultureel zijn. rechten van minderheden worden goed bewaakt, zodat ze geen zelfbeschikking kunnen eisen. Resolutie vd Belgische Kamer over de erkenning van Palestina, gestaafd op het onvervreemdbare recht op zelfbeschikking en de erkenning vh recht op een autonome staat door de VN. Ook door het VN-verbod op het uitbreiden vh staatsterritorium door oorlog. Wel BE dat zich zowel als vriend van Palestina als Isral wilt uiten, daarom enkele voorwaarden die ook de VS en Isral eisen: constructieve rol van en onderhandeld met Isral, en ontstaan van overheidsgezag over de gehele regio (versnippering PLO en Hamas).

4. Document 23: Rechten van minderheden en inheemse volkeren Inheemse volkeren hebben van alle minderheden hun rechten het verste kunnen uitbreiden, ook al wordt er niet gedefinieerd wat inheemse volkeren of minderheden juist zijn. Wel een studie die zegt dat het de oorspronkelijke bevolking is van een gebied, die onder een dominant regime vallen van een niet autochtone bevolking. Bv. indianenstammen in Zuid-Amerika, de leiders van/na de dekolonisatie waren afstammelingen van Portugese kolonisten. Regimes dus nog steeds onder blank bestuur en door de indiaanse bewoners als vreemd ervaren. Ook bij de Inut, Aboriginals, Maori, Sterke lobby voor inheemse volkeren, maar niet voor minderheden. Bv. China als grote criticaster op het westen, zelf meent het geen inheemse volkeren te hebben (allemaal Chinezen). In de hand gewerkt door de afwezigheid ve definitie, maar de inheemse volkeren willen geen definitie omdat ze zelf over het recht tot erkenning willen beschikken. Erkenning als inheems volk geeft meer bescherming dan als minderheid. Artikel 3 & 4: inheemse volkeren hebben het zelfbeschikkingsrecht, maar minder uitgebreid. Uitsluiten dat deze groepen zich kunnen afscheiden vd staat. Het is ook een resolutie vd A.V. en geen verdrag, dus het is niet bindend voor staten. Wel groeiend gebruik door staten, die deze regels opnemen in hun grondwet. Recht op afscheiding als herstel van eventueel aangedaan onrecht, als ultieme remedie om uitsluiting uit het bestuur of schending vd integriteit vh volk te kunnen opvangen. Bv. Quebec mocht zich niet afscheiden van Canada omdat geoordeeld werd dat de bevolkingsgroep niet onderdrukt werd en ook genoeg toegang had tot het beleid. Aland eilanden, Finse staat maar grote Zweedse gemeenschap. Deze wensten aansluiting bij Zweden uit vrees dat Finland in de invloedssfeer vd USSR zou vallen. Niet aanvaard door de Volkerenbond omdat de voorwaarden niet geschonden waren.

5. Arrest 16: minderhedenbeleid in Kameroen Bestaan van een Afrikaanse recht vd mens en een commissie hierrond, en een Hof. Een arrest vd commissie is niet bindend en moet dus creatiever zijn. Eerder beleidsadvies dan juridisch. Commissie mag dus enkel uitspraak doen o.b.v.h. Afrikaanse Handvest vd rechten vd mens en is dus ook enkel bevoegd in Afrika, en voor staten die het erkennen/ratificeren. Uitspraak over een geschil tussen het Franstalige Kameroen en de Engelstalig bevolking ih zuiden. Zuiden meent dat het politiek en economisch gemarginaliseerd wordt en wilt zich afscheiden, schending van vooral artikels 19 en 20 vh Afrikaanse Handvest. Commissie aanvaard de schending van artikel 19, dat de Zuidelijke groep gedomineerd wordt en het economische beleid vh land de regio heeft benadeeld. Artikel 20 met het zelfbeschikkingsrecht wordt niet aanvaard, ondanks dat de groep als een apart volk wordt benoemd (zelf identificatie en aparte behandeling door de overheid). De groep heeft evenwel geen recht op zelfbeschikking, doordat de Afrikaanse Commissie de integriteit vd landen beschermt, en de schendingen niet dusdanig zwaar zijn dat dit noodzakelijk is. Geen recht op afscheiding, maar Kameroen moet wel de knelpunten oplossen. Dialoog!

6. Document 24: Onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo Andere institutionele context dan in Kameroen, waardoor de twee uitspraken elkaar schijnbaar tegenspreken. Hier gaat het ook over het Internationaal Gerechtshof dat zich beroept op het Algemeen Internationaal Recht, en niet op een regionaal verdrag. Joegoslavische regering w gedomineerd door Serven, Kosovo bezien als de bakermat vd Servische cultuur, hoewel het bewoond wordt door zowel Servirs als Albanezen (moslims). Tussenkomst vd NAVO om een genocide op de Albaanse bevolking te vermijden, instellen ve VN-bewind id regio met als doel het onderhandelen vh statuut van Kosovo met Servi. Albaanse inwoners kregen hier na 10 jaar genoeg van en verklaarden eenzijdig de onafhankelijkheid ih voorlopig parlement (met protest vd Servische leden). Onafhankelijkheidsverklaring doet opzettelijk geen beroep op het recht op zelfbeschikking, aangezien het om een externe en geen interne aangelegenheid ging volgens de Kosovaren. Strategie om het een unieke situatie te noemen (wat het ook was met het VN-bewind) en de autonomie als laatste remedie te bestempelen doordat de diplomatie geen oplossing bracht. Autonomie bestempeld als de wil vh volk (want de parlementsleden zijn verkozenen), en wil om alle internationale verdragen te erkennen en toe te treden tot de VN, EU, . Dus ook belofte om de minderheden te respecteren (belangrijk door Servische bevolking).

7. Arrest 21: Autonomie van Kosovo ih internationale rechtskader Adviesprocedure vh Hof geeft aan de A.V., Veiligheidsraad en gespecialiseerde VN-instellingen het recht om een advies te vragen ah Hof, lidstaten mogen deze niet aanvragen. Initiatief van Servi om een meerderheid id A.V. te bekomen hiervoor, waar veel staten zich bij aansluiten. Lange discussie id A.V. hoe de vraag gesteld moet worden aan het Hof, uiteindelijk wordt het geformuleerd of de autonomie wel te rijmen valt met het internationaal recht. Het Hof moet zich strikt aan deze vraag houden, dus enkel het juridische aspect wordt voorgelegd. Het Hof vermeld wel wat er niet gevraagd is door de A.V., maar gaat er niet verder op in. Geen enkel antecedent regelt het verhinderen ve autonomieverklaring, ook niet ih gewoonterecht. Het uitroepen van autonomie is dus juridisch niet illegaal volgens het Hof. Servi poneert dat de autonomie van Kosovo de territoriale integriteit van Servi ih gedrang brengt, wat wel moet beschermd worden door het internationale recht. Het Hof repliceert hierop dat deze bescherming enkel geldt bij externe bedreigingen, geen interne. Autonomie als herstel volgens het zelfbeschikkingsrecht wordt niet opgenomen, omdat hier id verklaring van Kosovo noch in de vraag gewag van wordt gemaakt. Het advies wordt in Kosovo als een overwinning onthaald, en landen zoals de VS en Belgi gaan snel over tot de erkenning, hoewel het advies enkel gesteld heeft dat het niet illegaal was Veel staten weigeren nog de erkenning, veto id VN door Rusland en ook id EU is er geen unanimiteit (Spanje bang voor antecedent voor Cataloni en Baskenland).

Rechtsmacht De staat heeft rechtsmacht: juridische macht over personen, goederen en gebeurtenissen op het eigen grondgebied (dus territoriaal recht). Wetgevende macht, rechterlijke macht en rechtshandhaving met het geweldsmonopolie. Impliceert dat deze niet extraterritoriaal zijn. Wetgevende macht buiten de eigen staat kan in uitzonderlijke situaties volgens het IR. Nl. ten aanzien van onderdanen ih buitenland, in verband met veiligheidsbelangen vd staat (bv een samenzwering vanuit het buitenland), of misdrijven met een int. karakter (universaliteitsrecht). Welke misdrijven onder dit laatste valt, staat onder discussie: oorlogsmisdaden, genocide, seksuele exploitatie van minderjarigen, Handhaving mag nooit buiten de staat, behalve met de toestemming vd andere staat. Bv oorlogsmisdadiger Eichman die na WOII in Argentini onderdook, gekidnapt door Mosad. De staat moet rekening houden met het gemeenschappelijk belang bij de uitoefening van haar rechtsmacht, hieronder vallen bv wouden en wateren. Toename vh aantal verdragen die inspelen op the common concern of humanity. Constructie die de soevereiniteit respecteert. Andere staten hebben een inzagerecht en recht op inmenging als het gaat om een gemeenschappelijke rechtmatigheid. Ze hebben dan ook een ondersteuningsplicht indien nodig (afwijking vd fundamentele staatsgelijkheid, erkenning dat sommige zwakker zijn). Problemen bij dergelijke constructies door verschillende materile capaciteiten en politieke wil, verschillende interpretaties van bijstand en geen juridische dwang bij niet-naleving.

8. Document 8: Internationaal Zeerechtsverdrag (deel 7 en 11) Nood aan strikte richtlijnen qua territorium. Gebied van 12 zeemijl voor de kust telt nog mee als grondgebied van een staat. Alle schepen hebben het recht op een onschuldige doorvaart van deze nationale wateren (dus geen toestemming nodig, geregeld in specifieke verdragen), wat niet het geval is ih luchtruim (dat ook tot deze 12 zeemijl grens loopt). Zone van 24 zeemijl vd kust waar de staat exclusieve controlebevoegdheden heeft. Exclusieve economische exploitatie binnen 200 zeemijl vd kust. Daarna het Continentaal Plat, dat loopt tot ad grens met de diepzee en valt onder de soevereiniteit vd staat. Enkele gebieden waar staten geen enkele rechtsmacht mogen uitoefenen, zoals de ruimte, hemellichamen (rechtsverdrag over de maan bestaat), oceanen, de diepzee, Deze lacune wordt uiteraard wel aangevuld met verdragen en juridische praktijken. Keuze voor vrij gebruik vd volle zee door alle staten (liberaal). Alle schepen moeten onder een nationale vlag varen aan wiens recht ze gebonden zijn. Het gebruik vd zee moet vredelievend zijn en er moet gehouden worden aan afspraken over het in stand houden vh visbestand. Voor de oceaanbodem werd niet voor de liberale optie gekozen, maar voor een internationale organisatie die licenties uitreikt voor onderzoek (common heritage of mankind), geen economische exploitatie. Deze exploitatie gebeurt vaak door consortia van staten, de oceaanbodem bereiken is immers zeer moeilijk en zeer duur. Het verdrag stelt wel dat de winsten verbonden aan dit onderzoek moeten gebruikt worden ten goede moeten komen aan de mens, en vooral de ontwikkelingslanden (vrees voor verdieping vd armoedekloof doordat ontwikkelingslanden dergelijke exploitatie niet kunnen dragen). Hierdoor wilden vele industrielanden het verdrag niet ratificeren. Creatie ve apart verdrag met nuancering, 50% vd winst mag naar de exploitant gaan, 50% moet naar de internationale gemeenschap vloeien.

9. Document 7: UNESCO verdrag over werelderfgoed UNESCO regelt de zachte domeinen vd internationale politiek binnen de VN. Werelderfgoed als bekendste verdrag vd organisatie, en door alle VN-leden geratificeerd. Uitleg over de doelstellingen en het tot stand komen vh verdrag staat in de preambule. Spanningsveld tussen de staatssoevereiniteit en het algemeen belang. Bv. de Acropolis staat op soeverein Grieks gebied, maar het is ook werelderfgoed waardoor het onderhouden moet worden en er niets aan veranderd mag worden. In ruil voor deze soevereiniteitsbelemmering en uitgaven, krijgt het een toeristische trekpleister. Aanvraag voor UNESCO-erkenning moet door de staat zelf gebeuren, dus vrijwillig engagement vd staat (erkennen/respecteren vd staatssoevereiniteit). Het verdrag ratificeren stelt al wel dat al het nationale erfgoed moet beschermd worden. Bv. Boeddhabeelden in Afghanistan, opgeblazen door het verbod op godsafbeelding. Er werd nooit een aanvraag ingediend ter erkenning als werelderfgoed, maar wel schending vh nationaal erfgoed wat ook een inbreuk is op het UNESCO-verdrag. Vernietiging Syrisch internationaal erfgoed, de staat heeft geen controle over het domein meer en kan niet aansprakelijk gesteld worden. UNESCO heeft de acties van IS veroordeeld en als oorlogsmisdaden verklaard. Aangezien er geen staat is om verantwoordelijk te stellen, kunnen individuen wel aansprakelijk gesteld worden als er sprake is van oorlogsmisdaden door de groep waar de personen bij aangesloten zijn. Clausule bij het statuut van oorlogsmisdaden dat vernietiging van monumenten hier onder catalogeert om het UNESCO-verdrag juridisch te beschermen. Bescherming en onderhoud is de verantwoordelijkheid vd Internationale gemeenschap, maar elke staat moet wel zelf de middelen aanwenden (want eigendom vd staat). Men kan wel beroep doen op het internationaal fonds.Immuniteit en Staatsaansprakelijkheid10. Arrest 24: Immuniteit van staten Immuniteit vloeit voort uit de principile soevereiniteit vd staat, kan dus niet gedaagd worden voor de rechter van een ander land. Wel voor een internationale rechter (mits erkenning). 59 nuanceert dit, immuniteit geldt wel voor acta imperii of handelingen id uitvoering van staatsbeleid, en niet voor acta gestiones waarbij de staat handelt als een particulier. Immuniteit van overheidsfunctionarissen stamt uit het gewoonterecht en staat daardoor ter discussie. Immuniteit van diplomaten wordt geregeld ih verdrag v Wenen. Arrest over een kwestie tussen Duitsland en Itali tijdens wereldoorlog II. Italiaans persoon (Luigi Felini) die bij een Italiaans rechter een schadeclaim indiende doordat hij nooit vergoed was voor zijn deportatie naar en dwangarbeid in Duitsland. DU en IT moesten dit na de oorlog tussen elkaar onderhandelen, maar er werd nooit een akkoord bereikt. Rechter geeft Felini gelijk en legt beslag op een villa in Itali waarin een Duits CC zit, DU trekt hierop naar het Internationaal Gerechtshof vanwege immuniteitsschending. Hof stelt dat het deporteren en opleggen van dwangarbeid tijdens WOII acta jure imperii waren. Itali argumenteert dat hier geen sprake van kan zijn omdat de handelingen van DU als oorlogsmisdaden te catalogeren vallen en het herstel daarvan boven de regels vd immuniteit staat. Ook argument van laatste oplossing door het uitblijven ve diplomatiek alternatief. Dit wordt gestaafd op gewoonterecht waarin immuniteit niet heilig is gebleven Hof oordeelt dat er onvoldoende bewijs is voor de Italiaanse argumenten, zeker doordat het niet te bewijzen valt dat de meeste staten immuniteit nu principieel ondergeschikt beschouwen t.o.v.d. rechten vd mens. Daarnaast technisch argument dat het Italiaanse Hof dan nog steeds niet bevoegd is voor een uitspraak. Immuniteit mag niet door inhoudelijke argumenten in vraag gesteld worden, vraagstuk hierover moet vooraf gaan ah onderzoek en de rechtstoewijzing. Wel aanmaning aan DU en IT om verder te onderhandelen en gedupeerden te vergoeden.

Immuniteit van overheidsfunctionarissen, idee is dat deze zich moeten houden ad wetten vh land waar ze aanwezig zijn, maar hun handelingen worden bezien als handelingen vd staat en niet van henzelf aangezien ze hun land vertegenwoordigen. Niet voor de nationale rechter te dagen. Net als bij de staat staan deze regels onder druk door de humanisering vh recht. Voor het Internationale Strafhof geldt deze immuniteit niet, zelfs niet tijdens het mandaat. Uitspraken vd minister van BuZa van Congo op de radio die een etnische groep viseerde (insecten die platgedrukt moeten worden). Klacht bij een BE rechter door Congolezen, voor aanzet tot genocide. Rechter gaat hierin mee, maar Congo weigert uitlevering en krijgt gelijk volgens internationaal recht. Voor mensenrechtengroeperingen kan een oproep tot genocide echter nooit de uitoefening van staatsgezag inhouden, en beziet het als een privhandeling dat na het mandaat wel vervolgd kan worden door de nationale rechter. Diplomatiek verkeer geregeld in 1961, het Verdrag van Wenen. Vast personeel vd zendstaat dat deze vertegenwoordigt bij de ontvangststaat of internationale instelling. De zendstaat moet deze accrediteren, de ontvangststaat aanvaarden of persona non grata verklaren. Hoofd vd ambassade geniet van immuniteit. Moet zich houden ah nationale recht, maar kan hiervoor niet vervolgd worden. Geldt ook voor diens gezinsleden, en de zending zelf (gebouw, voertuigen, koffers, documenten, ). Politie mag hier dus niet binnen, maar moet deze wel beschermen. Zeer beperkte dwangmaatregelen mogen genomen worden ter bescherming vd maatschappij (vb. van Saoedi-ambassade en verkrachtingen in India)

11. Document 19: Staatsaansprakelijkheid Quasi-verdrag met alle regels over aansprakelijkheid vd staat, opgesteld door de VN-Commissie voor Internationaal Recht (deskundig adviesorgaan). Codificeren vh gewoonterecht met achteraf de goedkeuring van de Algemene Vergadering vd VN. Artikel 2: Staat is aansprakelijk voor handelingen die toerekenbaar zijn aan haar (staatsorganen binnen de 3 machten, dus ook rechterlijke), dus niet aan particulieren, en internationale verplichting inhouden (schending ve verdrag waar de staat door gebonden was) Uitzondering als particulieren onder de instructie of controle van de staat staan (dus de staat had het kunnen voorkomen) of als er achteraf goedkeuring wordt gegeven aan de handelingen van particulieren (toe-eigening vh gedrag/ideen door de staat). Artikel 10: als gewapende groepen de staat omverwerpen en zelf een nieuwe staat vormen (erkend of niet), blijft deze staat verantwoordelijk voor eerdere daden. Als aan deze voorwaarden voldaan is, moet de staat aansprakelijk gesteld worden en de schade herstellen (Art. 29: verdrag terug respecteren, Art. 30: stopzetting vd schending) Als de schending voortvloeit uit het uitvoeren van wetten, vormt het wijzigen vd wet een sleutelelement. Eigenlijk herstel voor schade door de situatie in oorspronkelijke toestand te herstellen of een volledige schadevergoeding over te dragen (Art. 31). Hierin zit ook de vergoeding voor winstderving van potentile toekomstige winsten. Art. 32 benadrukt dat nationale wet nooit boven het internationaal recht kan staan. Staten die geen schade geleden hebben maar wel getroffen zijn door de schending van een andere staat, kunnen ook herstel eisen (Art. 38). Erga Omnes-principe. Als er geen rechten gevonden worden om een schadevergoeding uit te spreken, kan de getroffen staat tegenmaatregelen nemen om tot herstel te komen. Deze moeten wel proportioneel en noodzakelijk zijn, en na de uitputting van diplomatieke middelen. Verder moeten ze zich houden aan het VN-Handvest, rechten vd mens, (Art. 49, 50).

12. Arrest 26: Proces Habr Staatshoofd van Chad tussen 1982-1990, aan de macht gekomen en verdreven door militaire coup. Vlucht naar Snegal waar hij opgevangen wordt door het staatshoofd. Zijn immuniteit werd ingetrokken door het opvolgend regime (tegenstanders). Art. 5 van het VN-Folterverdrag geeft een staat de plicht om daders/verdachten in hun grondgebied op te pakken en te vervolgen of uit te leveren. Rechtsmacht wordt toegekend aan staten indien het slachtoffer vd eigen nationaliteit is of het nodig geacht wordt. Staatsburgers van Chad starten een procedure in Brussel voor schending vd folterwetten tijdens het bewind van Habr. Belgi dient een uitleveringsaanvraag in aan Snegal, dat echter weigert uit te leveren en ook geen eigen procedure start tegen Habr. Belgi trekt naar het Internationaal Strafhof voor schending vh VN-Folterverdrag door Snegal. Snegal meent dat Belgi geen belang heeft bij eventueel onrechtmatig gedrag (geen schade geleden, doden/slachtoffers zijn geen Belgen, ) en er dus te weinig aanknooppunten zijn om rechtsmacht te verkrijgen. De rechter meent daarentegen dat de geschonden regel er n is tegen alle landen (erga omnes) en er dus geen nood is aan eigenbelang van een staat. Foltering uit de wereld helpen is een taak vd internationale gemeenschap en zeker vd leden vh VN-Folterverdrag. Snegal moet zich hierdoor houden aan Artikel 5 vh Folterverdrag, aangezien het arrest bindend is. Dit gebeurde heel traag en met tegenzin, en pas met de volgende verkozen president van Snegal. Deze richtte een Afrikaanse Raadkamer binnen de Afrikaanse Unie op om zelf een proces aan te spannen tegen Habr (Afrikaans staatshoofd uitleveren aan Europa not done, wel financile steun van Europese staten om de Raadkamer te creren). In 95% vd gevallen houden staten zich immers ad arresten, in de overige 5% verklaarde het land de rechtbank onbevoegd of ging het om een veiligheidskwestie waarin staten onvermurwbaar zijn.

13. Arrest 3: Gijzeling VS ambassade Teheran Gijzeling tijdens de machtsovername vh Islamitische bewind in Iran. Tijdens deze revolutie tegen het autoritaire bewind vd Sjah wordt de ambassade vd VS aangevallen door studenten en nemen deze het diplomatiek personeel en aanwezige Amerikaanse staatsburgers gevangen. VS verbreekt alle diplomatieke relaties met Iran en stapt naar het Internationaal Gerechtshof. De uitspraak volgt pas in 1980 wanneer de gijzeling al 6 maanden bezig is. Bevoegdheid vh Hof (33-38): Brief van Iran aan het Hof met de eis om zich onbevoegd te verklaren, doordat het vindt dat de Revolutie louter id Iraanse rechtsmacht valt (respons dat het conflict genternationaliseerd wordt door de aanval op de ambassade) en de gijzeling slechts een bagatel is id gespannen relaties tussen Iran en de VS de afgelopen 25 jaar (respons dat de gijzeling fundamenteel onwettelijk is en elk feit een bredere context heeft, wat niets ad feiten mag/kan veranderen). Door het niet-verschijnen van Iran op het proces kan het Hof andere of bijkomende factoren ook niet onderzoeken. Hof moet erkend worden door beide staten. Zowel Iran als de VS hebben echter het Verdrag van Wenen ondertekend en hebben een vriendschapsverdrag, dat nog steeds geldig is voor het opvolgend Iraans regime tot het officieel ontbonden wordt (wat nog niet was gebeurd). In beide verdragen wordt de bevoegdheid vh Internationaal Gerechtshof erkend voor eventuele geschillen bij niet-naleving. Hierdoor kan het Hof echter enkel ingrijpen op basis vd clausules in de verdragen, en niet op algemeen internationaal recht. Staatsaansprakelijkheid (56-78): Evident dat de regels geschonden zijn, maar dit is gebeurt door privpersonen en niet door organen vd staat. De staat wordt echter wel aansprakelijk gehouden door meerdere uitingen van goedkeuring door ambtenaren en Khomeini zelf. Daarnaast had Iran duidelijk niet de verplichte maatregelen genomen ter bescherming vd ambassade, en greep het ook niet in bij de bestorming of erna. Verklaring vd Iraanse overheid op 17/11/1979 die de gijzeling legaliseert. Tegenmaatregelen (79-95): Iran meent dat de VS de ambassade misbruikte voor spionage, waardoor de onrechtmatigheid vd aanval wegvalt. Het Hof verwijst daarbij echter naar de mogelijke tegenmaatregelen toegestaan ih Verdrag van Wenen (uitwijzing of sluiten vd ambassade) en het feit dat Iran deze niet genomen heeft. Andere maatregelen mogen niet. VS had al geprobeerd manu militare de gijzelaars te bevrijden (in juridische termen is dit als zelfhulp te bezien). Dit mislukt echter en koste aan Jimmy Carter zijn herverkiezing. Als Iran verschenen was had het dit kunnen verwijten ad VS (93-94). Conclusies: duidelijke schending toerekenbaar aan Iran, de gijzeling moet geindigd worden en garanties verstrekt voor het veilig terugkeren naar huis. Ook toekenning van reparaties. Iran moet dit juridisch uitvoeren, maar politiek wordt het niet aanvaard. Door de verbreking vd diplomatieke banden wordt de uitvoering ook bemoeilijkt. Algerije als tussenpersoon. Akkoord in januari 1981 door het uitbreken vd Golfoorlog tussen Irak-Iran en het sterven vd Sjah aan kanker id VS. Uitgevoerd als een Algerijns unilateraal akkoord met vrijlating vd gijzelaars. VS laat de schadeclaims vallen en er wordt een VS-Iraans arbitragehof opgericht in Iran dat zich buigt over schadeclaims van Amerikanen in Iran en vice versa (tegoeden en rekeningen van Iraanse burgers/staat id VS bevroren)

II. Internationale organisaties Internationale organisaties bestaan uit staten (lidstaten) en eventueel ook andere organen. Tegenwoordig laten oprichtingsverdragen van organisaties meer ruimte voor andere soorten leden (bv de EU). Oprichting vanuit en onderhevig aan het internationale recht (rechten en plichten).Rechtspersoonlijkheid14. Arrest 1: rechtstatuut vd VN Advies vh Internationaal Gerechtshof. In het Handvest vd VN staat opgetekend wie allemaal zon adviesprocedure kan opstarten. Beslissing genomen door het Hof direct na de oprichting vd VN, en handelt over de vraag of de VN schadevergoeding kan eisen aan een lidstaat. Bemiddelaar vd VN (Bernadotte) vermoord in Isral. De VN vond dat Isral te weinig had gedaan om dit te voorkomen en stelt haar aansprakelijk. Over een dergelijke maatregel was echter niets opgenomen in het Handvest/Stichtingsverdrag. Hof oordeelt dat de VN meer is dan een vergaderingsfaciliteit en een positie op afstand vd lidstaten inneemt. De organen voeren hun taak autonoom uit zonder hulp van buitenaf. Aan zon organisaties wordt rechtsmacht verleend, maar beperkt aan de taken die door de lidstaten opgedragen zijn. Deze taken vallen af te leiden uit het stichtingsverdrag en de praktijk vd organisatie (moeilijk doordat de VN nog maar net bestond en er niets ih Handvest stond). Theorie vd impliciete bevoegdheden bedacht door het Hof, bevoegdheden afleiden uit het Verdrag die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van expliciet opgelegde bevoegdheden. Personeelsleden worden naar conflictgebieden gezonden om vrede te bewerkstelligen, indien hun veiligheid niet gegarandeerd wordt, gaan niemand deze taak nog op willen nemen. Om haar taken uit te voeren moet de VN dus over juridische middelen beschikken.

15. Arrest 6: Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) over kernwapens Adviesprocedure voor het Internationaal Gerechtshof met de vraag of het gebruik van kernwapens niet strijdig is met het internationale recht en het Handvest vd VN. Drie voorwaarden voor gespecialiseerde VN-organisaties om een adviesprocedure op te starten, namelijk toestemming vd VN-AV, het moet een juridische vraag zijn (discussie in dit geval, sommige lidstaten menen dat deze vraag politiek is, maar Hof vindt ze juridisch geformuleerd genoeg) en binnen de bevoegdheid van de organisatie. Het mandaat vd WHO is gericht op besmettelijke ziektes bestrijden over de grenzen heen. Moeilijk te rijmen met kernwapens, al argumenteert het WHO de vraag als een preventie t.o.v. schadelijke elementen voor de gezondheid. Het Gerechtshof volgt dit niet, specialiteitsbeginsel vd VN waarbij nucleaire zaken binnen de bevoegdheid vd UNSC vallen of gespecialiseerde commissies binnen de VN-AV. Daarnaast wordt de vraag gesteld of het gebruik strijdig is met het recht. De effecten van een atoombom zullen echter hetzelfde blijven, of het nu geoorloofd is of niet. De VN-AV had op hetzelfde moment een soortgelijk advies gevraagd, hierop antwoorde het Gerechtshof dat het gebruik van nucleaire wapens niet met het internationale recht samengaat, maar dat dit niet duidelijk is indien het voortbestaan van staten op het spel staat. Volgens idealisten is hier een kans gemist voor een betere wereld. Realisten weten echter dat de permanente leden vd UNSC allemaal kernwapens hebben en een negatief oordeel dus direct op een veto zou stuiten, en het Gerechtshof zichzelf zo buitenspel zou zetten.

Plichten Een internationale organisatie kan in principe niet gedaagd worden voor nationale rechters, immuniteit opgenomen aan het einde van oprichtingsverdragen. Een organisatie kan deze immuniteit wel voor zichzelf of voor personeelsleden opheffen. Voor internationale rechters geldt er geen immuniteit, maar er moet wel een rechter gevonden die bevoegd is. Zo zijn zowel het Internationaal Strafhof als het Internationaal Gerechtshof enkel bevoegd voor staten. Het Arbitragehof is wel bevoegd, maar enkel met toestemming van beide partijen. Opgevangen door de verplichting voor organisaties om rekenschap af te leggen, accountability. Hierin schuilt de verplichting om gedrag te rechtvaardigen. Dit is niet juridisch en dus meer flexibel. Het gedrag vd organisatie wordt door een geloofwaardig (dus relatief autonoom) toezichtmechanisme getoetst aan vooraf vastgelegde normen. Aan deze toetsing moeten gevolgen vasthangen als ze negatief is.

16. Document 13: Inspectiepanel vd Wereldbank Wereldbank verstrekt leningen voor infrastructuurprojecten in ontwikkelingslanden. Geniet van juridische immuniteit, maar heeft wel een inspectiepanel als rekenschapsmechanisme. Rekenschap op basis van regels die de Wereldbank zelf heeft opgesteld, en geen ruimte voor de toekenning van schadevergoedingen. Dit kan enerzijds als te weinig gezien worden, maar anderzijds is dit een innovatief component omdat er rekenschap afgelegd moet worden aan mensen uit het gebied waarin de infrastructuurwerken zouden plaatsvinden. De meeste andere organisaties leggen enkel verantwoording af aan de lidstaten.

17. Document 22: Adviespaneel voor UN Missie in Kosovo (UNMIK) VN-bewind over Kosovo (10 jaar lang) ingesteld en vorm gegeven door de UNSC, waarbij VN-personeel de overheidstaken overnamen. Adviespaneel opgericht in 2006, pas na 6 7 jaar vh bewind (dus niets voor de eerste 5 jaar) Eigen initiatief vd VN om dit panel op te richten, zelfregulering. Regels waar aan gehouden moet worden zijn de VN-resoluties (VN zelf geen lid hiervan, dus technisch niet gebonden). Vooral klachten over te weinig onderzoek naar verdwijningen, meer dan 100 zaken waarbij bleek dat de VN hier nalatig was geweest. Aanbevelingen om hier verandering in te brengen, maar ook doorverwijzing naar de VN-vertegenwoordiger en wat die gaat doen. Geen publieke excuses of schadevergoedingen aangeboden, wel brieven aan de betrokkenen met de excuses vd VN. De VN doet meer aan zelfregulering, bv resolutie vd UNSC die training oplegt aan personeel dat op VN-missies gaat om om te gaan met seksueel geweld en een zerotolerance beleid oplegt in verband met seksueel misbruik. Zendstaten moeten dit naar eigen recht opvolgen.

18. Arrest 14: Europese Hof voor de Rechten van de Mens Procedure waarbij een individu een zaak aanspant tegen een staat bij het Europese Hof, regionaal hof met een beperkt aantal lidstaten (dus minder van belang in Internationaal Recht) Zelfde periode als UNMIK. Bij de oprichting vd UNMIK werden een aantal taken doorgegeven aan de NAVO (ordehandhaving, oprichting KFOR om hiervoor in te staan). Bij het Verdrag vd Rechten vd Mens kunnen enkel staten lid worden, dus de VN of NAVO kunnen zich hier niet bij aansluiten. Een klager kan dus geen proces aanspannen bij een regionaal Mensenrechtenhof tegen een internationale organisatie. Terugvalpositie: staten zijn zelf aansprakelijk voor wat hun soldaten op het veld uitvoeren. Bergrami was een Kosovaar met twee kinderen, op een dag trappen deze bij het spelen op een mijn, n sterft en de andere wordt blind. De verantwoordelijkheid voor het ontmijnen lag bij Franse troepen die deel uitmaakten vd UNMIK, zij moesten aangeven waar er nog mijnen lagen en zijn hierin dus nalatig geweest (schending vh recht op leven). Sarramati werd verdacht van terroristische activiteiten en wordt gearresteerd door een Noors team dat deel uitmaakt van KFOR. Zij laten hem zeer lang in detentie zitten zonder voor de rechter te brengen, uiteindelijk is hij ook onschuldig (schending vd mensenrechten) Europese Hof voegt de twee zaken samen, dezelfde juridische principes liggen ad grondslag. Extraterritoriale toepassing mogelijk voor Mensenrechtenverdrag, dus toepassing vh verdrag buiten Frans of Noors grondgebied maar wel in hun naam. Uitzondering ih I.R., normaal zijn staten enkel aansprakelijk voor feiten binnen eigen rechtsmacht/territorium. UNSC als opdrachtgever voor zowel UNMIK als KFOR, bezien als organen vd VN, en de daden zijn volgens het Hof dus toerekenbaar ad VN en niet aan de zendstaten. De VN heeft een eigen rechtspersoonlijkheid, maar kan geen partij zijn bij de eigen resoluties of bij het Verdrag vd Rechten vd Mens. De aansprakelijkheid vd VN kan dus niet beoordeeld worden, zeker niet door het Europees Hof aangezien de VN hiervan geen partijstaat is. Het Europese Hof gaat tegen deze redenering in, handelingen vd Franse en Noorse militairen zijn niet toerekenbaar Frankrijk of Noorwegen omdat zij de controle niet hadden over Kosovo. Daarnaast moet de uniformiteit vd VN-missies beschermd worden volgens het Hof, er zijn zowel Europese als niet-Europese staten die ad missie meedoen, en het kan niet zijn dat er verschillende waarden en normen gelden voor de verschillende zendstaten. De aansprakelijkheid vd VN kan niet door het Europees Hof bewezen worden, maar ook FR en NO zijn niet aansprakelijk volgens het Hof. Het Hof moet de klachten dus onontvankelijk verklaren omdat ze niet ten gronde onderzocht kunnen worden. Slachtoffers blijven achter. Door het VN-bewind is dit een uitzonderlijke situatie. Zo is Groot-Brittanni door het Hof wel veroordeeld voorde schending van de mensenrechten na klachten van Irakese families. Moord op Irakese burgers (Zaak Al-Skeni) en zelfs het dood folteren van een gedetineerde tijdens de bezetting van Irak. Het Hof meende dat het VK niet genoeg had gedaan om deze aantijgingen te onderzoeken waartoe het verplicht was volgens het I.R.De Verenigde Naties De VN is zo complex geworden door de grote politieke ontwikkelingen sinds 1945. Bij de oprichting waren er 50 lidstaten, tegenwoordig 193. De structuur is echter dezelfde als voor de kleinere groep. Daarnaast is er steeds meer materie waar de VN zich mee moet bezig houden (meer zaken die internationaal aangepakt moesten worden) en waarvoor nieuwe afdelingen opgericht werden. De opstellers vd VN hadden een duidelijke scheiding voor ogen tussen politieke materies waarover onderhandeld werd, en andere onderwerpen waarover experten zich neerbuigen. Deze filosofie kwam onder druk te staan met de autonomie vd kolonies (jaren 60) waardoor nagenoeg alle materies gepolitiseerd zijn (bv gezondheid als politiek probleem). Als de structuur veranderd gaat dit niet van bovenuit, geen overkoepelende entiteit boven alle organisaties die de hervorming moet doorvoeren. Wel van onderuit vanuit de lidstaten. Hoofdorganen waarvan de werking in het VN-Handvest wordt aangehaald. Zij hebben de bevoegdheid om hulporganen op te richten die hen bijstaan (bv UNMIK), net als de VN-AV. Algemene Vergadering: Alle lidstaten hebben n stem en zijn bevoegd voor alle materies vd int. gemeenschap. Gebruik van resoluties, dit zijn niet bindende aanbevelingen (soft law) maar hebben toch grote invloed als ze bij consensus aangenomen worden. Ook bevoegd voor vrede en veiligheid, maar slechts secundair en moeten zich onthouden vd materie indien de UNSC zich met de zaak bezig houdt. Veiligheidsraad Economische en Sociale Raad (ECOSOC): beperkter mandaat en samenstelling met verkiezingen binnen geopolitieke groepen (welke staten vertegenwoordigen de groep?). Doorgeefluik voor informatie aan ngos en gespecialiseerde hulporganisaties. Internationaal Gerechtshof Trustschapsraad: Overnemen v kolonies vd landen die WOII verloren, weinig belang meer Secretariaat: ambtenarij met Secretaris-Generaal ah hoofd, nood aan steun vd AV en UNSC voor benoeming (duurt 5 jaar en herverkiesbaarheid). Geopolitieke rolbeurt, tot nu toe altijd mannen. Naast administratieve rol ook het hoofd vd internationale gemeenschap die als bemiddelaar kan optreden, onderzoeken verplichten, (initiatiefrecht). Gespecialiseerde Hulporganisaties zijn niet opgericht door hoofdorganen (verschil met hulporganen) en zijn autonome internationale organisaties met een eigen oprichtingsverdrag en dus ook eigen partijstaten. Men kan lid zijn vd VN zonder lid te zijn van deze instellingen WHO, UNESCO, International Labor Organisation (ILO), Food and Agricultural Organisation Scheiding van politiek en expertise zit zo nog in het systeem, eigen expertise-organen. Deze organisaties hebben een eigen verdrag gesloten met de VN, waarbij het het statuut krijgt van gespecialiseerde organisatie en ze de doelstellingen vd VN onderschrijven. Hier wordt bijgevoegd dat de VN hoofdorganen punten op de agenda vd organisaties kunnen zetten, en ook informatie verstrekken aan de hoofdorganen vd VN. Verder geen hirarchie tussen de centrale en gespecialiseerde delen vd VN. Elke organisatie heeft zijn eigen Secretaris-Generaal en vergaderen maandelijks naar eigen agenda.

III. Ondernemingen & Internationaal Recht 20 jaar geleden zou men niet gezegd hebben dat bedrijven/ondernemingen rechtspersoonlijkheid hebben, omdat het private actoren zijn en onder nationaal recht vallen. Maar tegenwoordig zijn bedrijven steeds meer grensoverschrijdend actief, waardoor enkel nationaal recht moeilijk is.Private actoren en internationaal recht Niet eenvoudig om ondernemingen onder het internationale recht te brengen, aangezien ze geen partij kunnen worden van verdragen. De praktijk steunt op gewoonterecht waar bedrijven geen rol in hebben, en rechtsovertuiging wordt enkel voor staten bepaald. Nood aan aparte strategien om internationale rechtspersoonlijkheid te geven: Soft law: niet bindende overeenkomsten waar bedrijven partij van kunnen worden. Onrechtstreeks binden via staten, verdragen waarbij staten zich verbinden om in het nationale recht regels op te leggen aan ondernemingen. Hierdoor wordt de staat aansprakelijk voor de daden van de onderneming in het buitenland. Individuele aansprakelijkheid van de zaakvoerder, procedeerbaar voor int. strafhof Ook het nationale recht vd staat waar de onderneming actief is (mogelijkheid om regels op te leggen, vaak vanuit de economische nadelen) en waar de hoofdvesting gevestigd is, is van belang. De thuisstaat legt regels op waar het bedrijf zich altijd/overal aan moet houden, dus extraterritoriale wetten. In de rechtsleer is dit moeilijk, maar mogelijk wanneer de twee landen dezelfde verdragen onderschreven hebben (gemeenschappelijke normen). Daarnaast ook zelfregulering van kracht, zowel nationaal als internationaal. Bv ICMM waarbij het bedrijfsleven zichzelf gaat organiseren en regels gaat opleggen. Beter dat de bedrijven dit zelf doen dan dat de staten dit gaan opleggen. Ook voordeel, bv in de kledingsector gaan consumenten sneller voor merken met reputatie v arbeidsvoorwaarden.Rechten van ondernemingen Minimumstandaard voor vreemdelingen als oorsprong voor rechten van bedrijven over de grenzen, bedrijven bezien als vreemdelingen. Ih begin vd 20e eeuw werden buitenlandse bedrijven genationaliseerd zodat de staat volledige controle kreeg over de economie. Dit gebeurde ook in de derde wereldlanden in de periode vd dekolonisatie (buitenlandse bedrijfsleiders buitengesmeten). Ontwikkeling vd minimumstandaard als eerste reactie. Als staat is men verplicht om minimum garanties te verlenen aan buitenlandse bedrijven (zeker respect op internationaal vlak), en het wordt niet aanvaard dat men burgers van een andere staat discrimineert. Voorwaarden voor onteigeningen gedefinieerd: aantonen dat het voor het openbaar belang is, niet discriminerend is, en er wordt direct een schadevergoeding uitgekeerd. Alleen dan is een onteigening rechtmatig ih internationaal recht, er geldt dus een internationale standaard die voorwaarden oplegt, en staatssoevereiniteit beperkt. Het mechanisme hiervoor is het diplomatiek beschermrecht (recht vd staat vh land vd onderneming). De thuisstaat mag dus de onderneming beschermen door te verwijzen naar het minimumrecht, zo kan er geen sprake zijn van inmenging. Hierdoor wordt een geschil een klassiek geschil tussen staten waarbij de ene de onderneming beschermt. De onderneming zelf heeft dus geen eigen internationale rechtspersoonlijkheid. Dit beschermingsrecht van staten is geen plicht. Ondernemingen hebben dus internationaal geen vanzelfsprekend recht op bescherming. In een tweede fase krijgen ondernemingen de mogelijkheid om zelf bescherming te verwerven en zelf op te komen voor de bescherming door de minimumstandaard. Hiermee hebben ze een beperkte internationale rechtspersoonlijkheid. Wanneer een onderneming investeert in het buitenland, dan zullen ze in de contracten clausules afsluiten dat niet het nationale maar het internationale recht van toepassing is. Ze accepteren dan wel het nationaal recht, maar enkel zo ver dat het overeenstemt met het internationale. Bij geschillen is ook enkel de internationale rechter bevoegd (artbitrage)

19. Arrest 9: ICSID Internationale rechter die specifiek bevoegd is voor geschillen tussen staten en buitenlandse ondernemingen. Oorsprong in de Wereldbank, bedrijven die minder risico lopen om te investeren in 3e Wereldlanden als men weet dat er internationale arbitrage is als het misloopt. Hierdoor hoopte men meer bedrijven aan te sporen om te investeren in deze landen. Klassiek verdrag, afgesloten tussen staten, met nu meer dan 140 lidstaten. Staten aanvaarden ten opzichte van elkaar dat ondernemingen van hun landen in beginsel beroep kunnen doen op het ICSID. Ratificatie is hiervoor niet voldoende, voor elk geschil moet ingestemd worden. Bedrijven proberen een clausule in de contracten in te voegen waarbij het ICSID bevoegd wordt verklaard om geschillen op te lossen, om onzekerheid te vermijden. Beslissingen zijn bindend voor partijen, gaat altijd om schadevergoedingen. Verdragstaten verbinden zich ertoe om beslissingen uit te voeren alsof ze vh hoogste nationale hof zijn. Context vd Wereldbank, waarbij de geloofwaardigheid bij niet uitvoering gekelderd wordt. Geschil tussen bedrijf (S. Elena, Amerikaanse aandeelhouders) en Costa Rica. Het bedrijf had een stuk grond gekocht ad zee om een toeristisch bungalowpark te bouwen, dit terrein grenst aan een nationaal park (regenwoud). C.R. is partij van het verdrag voor biodiversiteit. Nationaal park blijkt niet groot genoeg om de biodiversiteitdoelstellingen te halen, men wilt dit uitbreiden op het grondgebied vh Amerikaanse bedrijf. Op het moment van aankoop was niets geregeld welk recht van toepassing zou zijn bij geschillen. Bedrijf doet beroep op de VS om de belangen te verdedigen en na te gaan hoeveel C.R. moet betalen als schadevergoeding. VS laat weten id Wereldbank dat zij dit een belangrijke kwestie vinden, en alle leningen aan C.R. opschorten zolang dit niet voor het ICSID is gebracht. C.R. moet toegeven en stemt toe om het voor te leggen ah Arbitragehof. Het ICSID gaat het recht van C.R. toepassen, in zoverre het overeenstemt met het internationale recht, maar er rijzen twijfels of het internationale recht wel voorrang heeft. C.R. meent dat het tot onteigening overgaat omdat ze zich hiertoe verplicht hadden in een ander verdrag, en er enkel een kwestie is van schadevergoeding. Hiervan vinden ze dat de vergoeding lager moet zijn dan de rele waarde vh bedrijf, omdat deze moet aanvaarden dat het beschermen vh milieu ook effect heeft op private actoren. ICSID gaat mee in de argumentatie, maar vindt niet dat dit enig effect moet hebben op de schadevergoeding. Als compromis wordt een bedrag tussen de rele waarde en de voorgestelde schadevergoeding gesteld, belang van beide partijen ih oog gehouden.Plichten van ondernemingen20. Document 17: Global Compact Documents Soft-law document vd VN dat onderschreven kan worden door ondernemingen. Preambule met inspiratiebronnen, allemaal VN-resoluties die enkel van toepassing zijn voor staten. Poging om dit toch mogelijk te maken voor bedrijven met deze Global Compact Documents. Groot succes, duizenden bedrijven hebben dit onderschreven. Het was evenwel een charme-initiatief vd VN, dat te weinig middelen had en de bedrijvenwereld enigszins wilde paaien voor fondsen. Bedrijven binden ad VN en logo beschikbaar stellen. Kritiek door Ngos, bedrijven poetsen zo hun imago op terwijl de prakrijk helemaal anders is. Ondernemingen moeten wel jaarlijks publiek rapporteren ah VN-secretariaat, anders worden ze geschrapt uit de lijst. Deze rapporten worden evenwel niet gecontroleerd. Creatie vh integriteitsmechanisme in 2010, bescherming vd integriteit vh logo en recht vd VN om op te treden bij zware overtredingen. Klachten worden doorgestuurd naar het bedrijf in kwestie dat moet repliceren, anders verwijderd. Sowieso als het imago vd VN geschaad wordt.

21. Document 27: OESO-richtlijnen Richtlijnen voor ondernemingen met grensoverschrijdende werking binnen de OESO-landen, maar ondertekend door de staten. Ook niet-OESO landen zijn toegelaten bij deze regels. Landen kunnen deze richtlijnen promoten bij hun bedrijven en sensibiliseren. De nationale overheid moet een contactpunt voor bedrijven voorzien. Deze moet klachten over het niet-naleven vd regels door bedrijven behandelen. Dit is een vertrouwelijke procedure met nationale verschillen id bekendmakingsregels. Origineel het meest gebruikt door de vakbonden, tegenwoordig meer door ontwikkelingssamenwerking. Nationaal contactpunt moet wel bekendmaken indien er een onderzoek loopt tegen een bedrijf, daarna wordt rond de tafel gezeten met alle partijen en een compromis gezocht.

22. Document 20: ICMM zelfregulering Regelgeving opgelegd door bedrijven in eenzelfde sector, of een gedragscode ve enkel bedrijf. Zelfregulering betekent dat deze code overeenstemt met internationale normen, gepubliceerde en gemplementeerd wordt, er een extern en geloofwaardig toezicht is, een klachtenprocedure voor benadeelden en ook herstel bij overtreding vd code. Sectorale regelgeving heeft als voordeel dat er sprake is van peer-controle, en het specifiek op de eigen sector gericht en niet algemeen is. Hierdoor is er een grote draagvlak en kunnen regels snel aangepast worden indien nodig. Beide worden zelf aangenomen en niet opgelegd, men kan dus aannemen dat er moeite id uitvoering gestoken wordt. Anderzijds ook cynisme, vaak is er geen autonome controle en dit is typisch voor economische sectoren waar consumenten hun keuze laten benvloeden. International Council on Mining and Metals. Bij mijnbouw is er een lange interactie met het gastland door de afhankelijkheid aan grondstoffen. Dit biedt een incentive voor goede overeenkomsten en het opbouwen van een goede reputatie. Tien beginselen met verdere uitleg, autonoom kantoor dat de rapporten vd aangesloten bedrijven screent. Bij niet-opvolging vd regels wordt hulp aangeboden, bij een structureel probleem kan de organisatie het lidmaatschap vh bedrijf opschorten of zelf schrappen.

IV. Niet-Gouvernementele Organisaties

Geen definitie wat ngos juist zijn, wel enkele omschrijvingen door internationale organisaties aan wat ngos moeten voldoen om mee te mogen werken. VN heeft banden met vele ngos. Bij sommige rechtbanken kunnen ngos optreden, vooral bij humanitaire zaken en schendingen vd mensenrechten. Hierbij hebben ze dus rechtsmacht. Als ze zelf niet kunnen procederen, kunnen ngos wel als Vriend vh Hof optreden (niet van toepassing bij het Int. Gerechtshof). Ngos kunnen dan een document met hun eigen mening over het geschil opstellen en aan de rechter overhandigen. Deze kan dit vervolgens opnemen bij de bewijslast/uitspraak. Internationale organisaties sluiten vaak een contract met ngos, aangezien deze geen verdragen kunnen ondertekenen. Op deze manier binden ngos zich toch aan de verdragen. Het Rode Kruis is bijvoorbeeld gecontracteerd door de UNHCR, clausule dat het I.R. op dit contract van toepassing is met arbitrage bij geschillen. Government Operated Ngos (Gongos) worden soms door de staat opgericht. Poging van niet-democratische regimes om een faade van democratie op te werpen door schijn-ngos.

23. Document 15: Consultatieve relaties VN-Ngos Resolutie door de VN Economische en Sociale Raad, dat de samenwerking tussen VN en ngos regelt. Procedure om erkend te worden als adviseur bij de VN. Algemene beschrijving, maar concreet enkel van toepassing op de bevoegdheden vd ECOSOC. Erkennen vd VN regelgeving, en geen orgaan/lid zijn van een regering. De organisatie moet wel democratisch gestructureerd zijn, om het democratische deficit in de VN op te vangen (lidstaten moeten immers geen democratien zijn) en de kans te geven aan andere stemmen uit de samenleving om zich te laten horen. Idee dat deze ngos een andere bijdrage kunnen leveren ah debat dan staten, die veel onderling regelen en bespreken. Verdedigen vh algemeen belang zonder aan nationale restricties gehouden te worden. Dus een eigen interessant perspectief en expertise! Binnen de VN geldt een representatieve aanwezigheid van ngos uit de hele wereld. Als een ngo een consultatieve status heeft bereikt binnen de VN, krijgen ze toegang tot de VN-gebouwen en de ECOSOC sessies. Ze kunnen documenten neerleggen en spreektijd vragen om hun standpunten kenbaar te maken, maar hebben geen stemrecht (wel wandelgang lobbyen). Zo waren de eerste versie vh VN Folterverdrag door Amnesty International.

24. Document 30: Ngos Accountability Charter Plichten van ngos opgenomen via zelfregulering. Handvest uit 2006 waaraan de grote internationale ngos zich verbonden hebben. Toezichtmechanisme door een autonoom panel, jaarlijkse rapportering en controle op het naleven vd bepalingen. Sinds 2012 een klachtenprocedure. Gelijkaardig proced als de bedrijvenwereld dus.

25. Arrest 18: ICSID-zaak, Zuid-Afrika versus Foresti Geschil bij de ICSID tussen Zuid-Afrika en het Italiaanse Foresti. Na de val vh apartheidsregime komt er een wet dat er grotere vertegenwoordiging van zwarten id bedrijfs- en eigendomsstructuur komen. Foresti gaat hier tegenin omdat dit de verkoop van aandelen betekent, een soort nationalisatie, en er niet geselecteerd wordt op competenties maar ras. Een aantal Ngos wensen tussen te komen id procedure vh arbitragetribunaal als vriend vh Hof Antwoord vh tribunaal aan de Internationale Commissie vd Juristen, die willen tussenkomen vanuit het perspectief vh Verdrag van rassendiscriminatie. Deze ngo wordt door het hof toegelaten doordat ze ad gestelde voorwaarden voldoet (2), ICJ krijgt op deze manier toegang tot de stukken die normaalgezien vertrouwelijk zijn, maar mag niet op de zittingen aanwezig zijn. Het Hof is ook nooit gebonden aan hun argumentatie. Expertise, geen band hebben met de partijen, verband hebben met het geschil. Argumentatie vh ICJ dat ze al lang de rassenproblematiek in Zuid-Afrika opvolgen, en dit een kwestie is die de belangen vd partijen overstijgt (hoever kan pos. discriminatie gaan?). Bedrijf heeft uiteindelijk klacht ingetrokken, akkoord tussen de partijen om negatieve beeldvorming vh bedrijf vermijden (openbaarheid wordt vergroot door toetreding ngo).

V. Mensenrechten Individu als rechtspersoon, de mensenrechten werden ih Handvest vd Verenigde Naties genoteerd als n van de doelstellingen (Art1, 3). Revolutionair doordat mensenrechten worden onttrokken ad staatssoevereiniteit en een materie vd internationale gemeenschap wordt. Maar geen definitie.

26. Document 5: Universal Declaration of the Human Rights Opdracht ad Commissie voor de rechten vd mens om deze rechten uit te werken in 1946-1948, door de AV aangenomen op 10 december 1948. Meerdere personen hebben deze tekst uitgewerkt en vorm gegeven, en niet enkel westerse juristen om universaliteit te bekomen. Niet alle landen waren enthousiast, bv. Saoedi-Arabi onthield zich bij de stemming omdat ze vonden dat de rechten vd mens religieus waren, en niet door experten geformuleerd konden worden. Ook ontbreekt elke notie van een religieuze grondslag id tekst. Klassieke vrijheidsrechten vanuit de westerse invloed (privacy, vrije mening, ) naast de socio-economisch rechten (onderwijs, voedsel, ). In verhouding zijn er meer burgerlijke rechten zodat bij de stemming ook de USSR en Oostbloklanden zich onthielden (geen nee!) Preambule formuleert dat de mensenrechten voor elk orgaan vd gemeenschap en voor elk individu een engagement inhoudt. Autoritaire regimes in Afrika die na de dekolonisatie zich niet altijd hielden ad Verklaring, en stelden dat zij niet vertegenwoordigd waren bij de stemming en dus niet gebonden waren. Wereldconferentie in 1993 waarbij de Verklaring volgens consensus aangenomen werden, dus niemand had nood aan een stemming. Compromis id tekst dat historische, culturele en religieuze achtergronden een verschil in interpretatie kunnen inhouden, maar de rechten wel integraal door de staten in hun hoedanigheid moeten beschermd worden. Winst voor ontwikkelingslanden (hun standpunten) als universalisten (iedereen akkoord).

27. Arrest 15: Human Rights Committee Na de Universele verklaring is men deze beginnen omzetten in internationale verdragen (want de verklaring zelf is niet bindend), deze zijn echter enkel van toepassing voor staten, waardoor de inhoud deels verloren gaat (want actoren en organen sterk vernauwt tot staten). De eerste verdragen waren nog sterk door de oorlogservaring, zoals het verdrag tegen de genocide dat makkelijk aanvaardbaar was voor de politiek omdat zulke grootschalige schendingen niet louter nationaal aan te pakken zijn. Individuele rechten zijn moeilijker voor staten om te internationaliseren. Pas in 1966 wordt de hoofdmoot vd verklaring omgezet in verdragen, door de K.O. gebeurde dit in twee aparte verdragen met de belangrijke topics voor beide invloedsferen. Pas na de conferentie van 1993 worden de twee helften aaneen gelijmd zodat staten geen keuze meer hebben wat voor mensenrechten er aanvaard worden. Het is alles of niets. Alle verdragen hebben een toezichtcomit van deskundigen, aan wie de staten moeten rapporteren over de nationale wetgeving en de richtlijnen vh Verdrag. Er is ook altijd een individuele klachtenprocedure, dit is een clausule die apart geratificeerd moet worden. Quasi gerechtelijke procedure, maar met niet-bindende aanbevelingen vd comits. Individuele klachtenprocedure voor het Human Rights committee tegen Belgi na 9/11. Echtpaar moslims getrouwd in Pakistan en wonend in Putte. Werkzaam in een organisatie die moslims in conflictgebieden steunt. Deze komt op VN-lijst van terroristische steunorganisaties. Resolutie wordt omgezet in een EU-wet, BE stelt vast dat meneer Sayadi cordinator is vd organisatie en speelt deze gegevens door ad Veiligheidsraad die sancties oplegt. Andere staten doen dit echter niet. Sayadi en Vinck spannen een procedure aan tegen Belgi voor schending vd privacy (gegevens doorgegeven en publiek gemaakt) en vrijheid (reisverbod). Strafprocedure na drie jaar afgesloten met vaststelling dat er geen terroristische link is, maar Sayadi blijft op de VN-lijst staan. Comit van Genve meent dat er een schending is van Art. 12 & 17 en verplicht Belgi om alles in het werk te stellen de lijst te laten aanpassen (gebeurt in 2009) en een schadevergoeding te betalen (niet gebeurd).

28. Document 21: UN Human Rights Council Per mensenrechtenverdrag is er dus een toezichtcomit, deze zijn enkel bevoegd voor controle en klachten binnen het specifieke verdrag. Daarnaast is er ook een specifieke mensenrechtenraad, een politiek orgaan dat bestaat uit de verschillende lidstaten en ter vervanging vd Commissie vd Rechten vd Mens dient sinds 2006. Deze commissie stemt over de verschillende mensenrechtensituaties id wereld. Mechanisme om landen die de mensenrechten schenden uit deze raad te houden. Landen moeten zich kandidaat stellen en een belofte doen om binnen hun lidmaatschap van drie jaar, niet-geratificeerde verdragen te ratificeren. De stemmingen en concrete beloftes blijven evenwel geheim, waardoor het geen progressief systeem is. De Raad komt drie keer per jaar samen en bereiden nieuwe verdragen voor, en volgen de mensenrechten wereldwijd op. Procedure om een rapporteur aan te stellen voor een land waarvan de raad denkt dat het misloopt, en de situatie daar op te volgen. Vaak lobbywerk van mensenrechten-ngos. Thematische procedures waarbij een rapporteur wordt aangesteld om een bepaald recht wereldwijd op te volgen, vrijheid om het onderzoek in alle landen te doen. Nieuwe procedure om dominante/grote landen ook op te volgen. Universal Periodical Review (UPR) waarbij alle landen om de zoveel jaar voor een UPR-commissie, bestaande uit drie lidstaten, moeten verschijnen. Hierbij wordt alles in acht genomen, ook eventuele klachten vd controlecomits vd verdragen. Lidstaten vd Raad kunnen dan aanbevelingen doen, het onderzochte land moet dan laten weten welke aanbevelingen het aanvaard en zal uitvoeren. UPR is dus een soort van mensenrechtendiplomatie tussen staten. Secretariaatsafdeling Hoog Commissariaat voor de Rechten vd Mens ondersteunt de Raad en stimuleert het debat. Zorgt voor de integratie vd mensenrechten id andere VN-wetgeving en activiteiten. Creatie van afdelingen over de hele wereld om dichter bij de materie te komen.

29. Document 16: Statuut vh Internationaal Strafhof Verplichtingen vd Rechten vd Mens, individuele aansprakelijkheid opgevolgd door het internationale strafhof en geregeld ih Statuut van Rome. Staat los vd andere VN-activiteiten. 123 Staten hebben dit geratificeerd, maar enkele grootmachten wilden het niet erkennen. Bevoegd voor vier misdrijven Genocideverdrag van 1948 overgenomen, dus nu specifieke dwang om dit op te volgen. Misdaden tegen de mensheid als er aangetoond kan worden dat het een deel is van een bredere aanval tegen de burgerbevolking van een land. Oorlogsmisdaden gebaseerd op het internationaal humanitair recht. Regels die gerespecteerd moeten worden in oorlogssituaties, maar geen oordeel over het conflict zelf vormen. Genve of Rode Kruis conventies, door alle staten geratificeerd en ter bescherming van niet gewapend personeel of gewonden in oorlogstijd. Hiervoor geldt een individuele aansprakelijkheid voor de nationale rechter. Dit werd ook overgenomen door de VN, met de toevoeging vh Int. Strafhof alsook van conflicten die niet tussen staten zijn. Vierde bevoegdheid bleef zonder definitie, in 2010 als agressie vd staat gedefinieerd. Amendement gaat in als 30 staten het onderschrijven, wat nog niet het geval is. De rechtsmacht vh Hof geldt pas vanaf ratificatie, en er is geen retrospectieve bevoegdheid. Het initiatief gebeurd door de staat zelf. Openbare aanklager, die misdrijven die binnen de bevoegdheid vh Hof vallen en mits toestemming, mag onderzoeken. Dit is geen procedure gericht tegen individuen, maar tegen een regio of periode waarbij er wel personen in het vizier kunnen komen. Er is geen immuniteit voor regeringsleiders in het Strafhof. Wel complementariteitsbeginsel, Strafhof mag enkel ingrijpen als de nationale rechters niet willen/kunnen procederen.

30. Arrest 25: Zaak Lubanga Congo wilt een procedure voor het Strafhof opstarten tegen de leiders van milities id Itu-streek. Voor een zaak kunnen echter enkel situaties aangebracht worden, en geen specifieke individuen. Congolese leger zou dus ook onderzocht worden wat Congo eigenlijk niet wilt. Na het onderzoek spant de aanklager een proces aan tegen Lubanga, oorlogsmisdaden met het gebruik van kindsoldaten (enkel belangrijkste elementen ih arrest, echte versie is 600p). Hof meent dat een aantal vd getuigen die de Aanklager oproept niet naar voren mogen komen omdat ze betaald zijn, maar vindt wel dat het gebruik van kindsoldaten bewezen is. Kritiek op het Strafhof: inefficint, duur (onderzoeken vanuit Den Haag), weinig arresten en bijna altijd onderzoek naar Afrikaanse misdaden.

VI. Bronnen vh Internationaal RechtVerdragen31. Document 3: Statuut van het Internationaal Gerechtshof (zie ook nr. 42) Artikel 38 lijst de bronnen op dit het Hof mag gebruiken in haar rechtspraak. De tweede paragraaf laat ruimte open voor oordelen vanuit billijkheid. De lijst is ook niet exhaustief. Hirarchie: rechtsleer en rechtspraak enkel gezien als aanvulling op de andere elementen. Verder is er geen rangorde tussen verdragsrecht, gewoonterecht of algemene rechtsregels.

32. Document 6: Verdrag van Wenen Verdragsrecht vastgelegd in dit Verdrag, van toepassing voor staten maar Art. 3 stelt dat andere types van overeenkomsten ook bindend kunnen zijn binnen het I.R. Dit is een verruiming doorheen de tijd. De definitie in Art. 2 kijkt niet naar terminologie (Charter, Verdrag, Conventie, ) Staten moeten verdragen ratificeren waarbij ze zich volledig ad inhoud binden. Staten die zich hier niet aan verbinden, kunnen niet ad bepalingen gehouden worden (tenzij via gewoonte). In verdragen zit een clausule dat het verdrag van Wenen van toepassing is, tenzij ih verdrag zelf expliciet gesteld wordt dat dit niet het geval is. Onderhandelingsverloop: De meeste verdragen worden onderhandeld (1) in internationale organisaties zoals de VN, door experts en diplomaten. Als de vergadering beslist de tekst aan te nemen, stopt de onderhandeling. Na de stemming vindt de authenticatie (2) plaats waarbij de voorzitter de tekst officieel verklaard en de delegaties vraagt om te tekenen. Dit impliceert dat delegaties het engagement aangaan om het verdrag op nationaal niveau erdoor te krijgen, en er ontstaat een juridische verplichting dat de staat geen acties zal ondernemen die tegen het verdrag indruisen. Naast deze principile goedkeuring is er ook een vereenvoudigde procedure waarbij de delegatie de staat al direct kan binden ad overeenkomst, weinig voorkomend. De tekst wordt voorgelegd in de nationale parlementen die deze moeten ratificeren (3), in BE wordt deze daarna nog bekrachtigd door de koning. Deze stap wordt als noodzakelijk bezien doordat diplomaten geen verkozenen zijn, stem vh volk ter ratificatie. De goedkeuring wordt dan doorgestuurd naar de depositaris vh verdrag (VN secretariaat). Het verdrag treedt 30 dagen na ontvangst in werking (4) vanaf het moment dat 35 staten hun goedkeuring hebben gegeven (Art. 84). Voordien zijn de landen slechts gebonden om niets te ondernemen dat tegen het verdrag ingaat. Ruimte voor wijzigingen in het verdrag: procedure vh verdrag in kwestie of anders de regels van Wenen (Art. 56). Hetzelfde geldt voor het amenderen. Verder gespecifieerd in Art. 60-63. Wenen stelt geen provisies hoe de verdragen moeten doorwerken op het nationale niveau vd gengageerde staten. Wel provisie dat het omzetten in nationaal recht noodzakelijk is om beroep te kunnen doen op het verdrag. Problematisch bij mensenrechtenverdragen, bv. VN folterverdrag. Internationale verplichting tot nationalisering vd regels door ratificatie, maar burgers kunnen foltering niet voor de nationale rechter brengen zolang dit niet gebeurd is. Monistisch systeem (bv Belgi), waarbij er geen omzetting van internationaal recht naar nationaal recht nodig is. Internationaal recht is direct van toepassing. Verdragenrecht heeft veel respect voor nationale soevereiniteit (recht op voorbehoud, Art. 19). Een staat mag dus bepalingen uitsluiten/anders formuleren. Een voorbehoud kan niet opgedrongen worden aan andere partijen, maar kunnen ook niet reageren op voorbehoud

33. Arrest 12: Conflict Oost-Congo (Zie ook nr. 50) Congo vraag steun aan Rwanda en Uganda, zij komen het Congolese leger bijstaan. Als de regering vindt dat ze het conflict terug onder controle hebben, willen de buitenlandse legers het territorium echter niet verlaten (economische redenen). Zaak voor het Int. Gerechtshof. Congo beweert dat de Rwandezen zich schuldig hebben gemaakt aan genocide. Dit is een pijnlijke bewering voor Rwanda, want het regime daar kwam ad macht na een revolte tegen de regering die zelf een genocide uitvoerde op de Tutsis. Politiek geladen stelling. Beide landen zijn partij bij het genocideverdrag, waarvan Art.9 het Hof bevoegd maakt. Rwanda had dit artikel echter onder voorbehoud geplaatst, waardoor Congo argumenten moet vinden om dit te omzeilen (voorbehoud ingetrokken, strijdig met kern vh verdrag) Het voorbehoud kan enkel ingetrokken worden door de juiste procedure, niet ad hoc. Dit argument wordt dus van tafel geveegd door het Hof. Volgens het Hof is het genocideverbod een norm van dwingend recht (ius cogens). Daarom moeten zoveel mogelijk staten zich hierbij aansluiten, waarbij de materile bepalingen (bv de definitie) van groter belang zijn dan geschillenbeslechting. Dit is ook niet de enige optie om naleving af te dwingen. Hof vindt voorbehoud dus niet strijdig met essentie vh verdrag.

Verdragen zijn vaak abstract geformuleerd om lang mee te gaan, geen tijdsgebonden elementen invoegen die het juridische aspect kunnen vertroebelen. Daarom worden termen en definities vaak weinig specifiek gemaakt, en is het aan rechtbanken en juristen om deze te interpreteren. Hoe ouder een verdrag is, des te moeilijker de interpretatie. Artikel 31 en 32 van Wenen reiken de middelen aan om verdragen te interpreteren. Subjectief (wat waren de bedoelingen van de partijen/opstellers. Focus op de soevereiniteit van staten) of objectief (het verdrag zo goed mogelijk uitvoeren zoals het opgesteld is, gemeenschapsbelang). Bij de interpretatie wordt niet enkel naar taal gekeken, ook naar context. Interpretive community van Stanley Fish, waarbij taal geen betekenis heeft als het niet in een juiste culturele context gezet kan worden. Taal staat niet op zichzelf, poststructuralisme (Franz Boas).

34. Arrest 17: Geschil over San Juan rivier Geschil tussen Costa Rica en Nicaragua over de interpretatie van een verdrag uit 1858, dat handelt over het gebruik vd rivier door beide landen. Vrij gebruik voor commercile doelen. Term commercieel staat hier ter discussie. Voor Costa Rica betekent dit ook diensten, voor Nicaragua betekent dit enkel vervoer van goederen (was ook de intentie vh verdrag). Hof stelt dat de oorsprong vh verdrag inderdaad goederen omhelst, maar er niets verder gespecificeerd wordt. Verdragen die gesloten worden voor lange duur worden vaag geformuleerd zodat er ruimte voor evolutie is, zowel in begrippen als in de praktijk. Huidige toerisme is als commercie te bezien, en moet dus ih verdrag toegelaten worden. Scheepvaart waarvoor niet betaald wordt (bv militair) is niet toegelaten. Het Hof volgt zo een algemene trend van verruiming van verdragsconcepten als handel, wat door het WTO wordt gepropageerd. Mengvorm subjectiviteit en objectiviteit hier.

35. Arrest 10: geschil bij Inter-Amerikaans Mensenrechtenhof Regionaal Mensenrechtenhof, zoals in Afrika en Europa o.b.v. een Charter. Beide Amerikas. Dergelijke hoven hebben de neiging om een objectieve interpretatie te handhaven. Beschermen vd menselijke waardigheid als doel, zelfs als het tegen verdragsintenties ingaat. Kleine inheemse gemeenschap in Nicaragua in een afgelegen deel vh land, zeer beperkte aanwezigheid vd staat. Zonder hen te verwittigen, had de provincie een licentie verstrekt aan een Zuid-Koreaans bedrijf om een papierfabriek op te starten in de wouden vd gemeenschap. Dit ging in tegen de idee dat de provincie of om dergelijke beslissingen kan nemen zonder toestemming vd gemeenschap. In de grondwet was zelfs opgenomen dat de traditionele gebieden van dergelijke groepen beschermd waren. Hierbij was echter geen demarcatie van traditionele gronden bij opgenomen of van wie deze zijn, waardoor de bescherming moeilijk te claimen valt. Geen eigendomsbewijzen op papier. Na uitputting van nationale rechtsmiddelen, wordt een dossier bij het Mensenrechtenhof ingediend. Steun vd Universiteit van Arizona (anders geen kans op procedure, analfabetisme). Beroep op Art. 21 vh verdrag, recht op priv-eigendom. Opstellers hadden nooit aan een case als deze gedacht. Hof vindt deze toepassing van dit recht wel interessant (notie priv werd geschrapt bij het onderhandelen vd conventie). Objectieve interpretatie door het Hof gebruikt (146), waarbij de omstandigheden vd gemeenschap moeten bezien worden. Aangezien zij niet beschikken over bewijslast id vorm van eigendomscertificaten, wordt hun interpretatie opgenomen. Daarnaast worden antropologen opgeroepen om de eigendomsgebruiken te bestuderen. Zij tonen aan dat het land ad families wordt verstrekt om te bebouwen tot het uitgeput is, waarna het land terug naar de gemeenschap gaat en ze een nieuw stuk aangewezen krijgen. Dus geen notie v priv of familiaal bezit. Dit systeem moet gerespecteerd worden, wat het Hof ook doet. Deze objectieve interpretatie meent dus dat de menselijke waardigheid beschermen het hoofddoel is. De feiten en bewijzen betekenen in deze context ook iets totaal anders volgens het Hof, dan voor een flatbewoner. Deze moet wel bewijzen kunnen voorleggen. Het Hof meent dat de schending bewezen is, er een duidelijke afbakening vd gronden moet komen en de staat moet onderhandelen met de gemeenschap voor exploitatie. Zeer toonaangevend oordeel dat nog vaak gebruikt wordt in de rechtspraktijk.

Gewoonterecht Niet op papier neergeschreven. Bestaat enkel indien statenpraktijk (bepaalde handelingen die veelvuldig gesteld worden door staten) en rechtsovertuiging (staten gedragen zich zo omdat ze menen dat ze zich zo moeten gedragen) aangetoond kunnen worden (flexibel toegepast). Internationale juristen hadden id 17e-19e eeuw problemen door het kleine aantal neergeschreven wetteksten, verwijzingen naar het natuurrecht als gangbare procedure. Shift id 19e eeuw om naar de exacte wetenschappen te kijken en regels te systematiseren. Waar verdragen enkel bindend zijn voor verdragspartijen, is gewoonterecht bindend voor alle staten. Wel mogelijkheid om van bij het begin verzet aan te tekenen tegen een gewoonte en dit ook vol te houden (persistent objector). Vooral van belang voor staten id periferie die niet veel verdragen geratificeerd hebben, voor verdragen die geen breed veld beslagen maar waar de regels wel algemeen aanvaard zijn, of technisch voor verdragen die het Hof geen rechtsmacht toekennen. Hierbij kan de gewoonte zorgen voor een bredere toepassing. Een voorbeeld hiervan zijn de Genveverdragen, die handelen over internationale/politieke geschillen. Enkel Art. 3 handelt over burgeroorlogen omdat staten hier niet te sterk in gebonden wilden worden. Na 1949 waren de meeste conflicten echter burgeroorlogen waar dus geen regels van toepassing op waren. Encyclopedisch onderzoek vh Rode Kruis naar deze conflicten, waarbij bleek dat in praktijk de regels van Genve stelselmatig werden toegepast door staten. Hiermee werden de regels gewoonte. Er bestaat geen hirarchie tussen verdragen en gewoonte. Het afsluiten en uitvoeren van verdragen kan in praktijk wel uitmonden in gewoonte. Uitzondering vd Ius Cogens regel, beperking op de autonomie van staten om verdragen af te sluiten (Artikel 53 van Wenen). Dergelijke gewoonterechtelijke regels die boven verdragen staan zijn uitzonderingen. Hierbij is het een zwakheid dat het niet gedefinieerd is wat deze ius cogens regels juist zijn. Enkele soorten zijn via rechtspraak vh Gerechtshof zo benoemd, andere regels kunnen volgen maar zijn juridisch nog niet zo vastgelegd. Gerechtshof erkent de verboden op genocide, agressie, slavernij, piraterij, kolonialisme, rassendiscriminatie en het onrechtmatig gebruik van geweld als Ius Cogensregels. Een tweede uitzondering is Art. 103 vh VN-Handvest. Resoluties vd UNSC krijgen voorrang voor uni-, bi- of multilaterale verdragen indien deze in conflict zijn met elkaar. Tijdelijke maatregelen om verdragen op te schorten en zo vrede/veiligheid te waarborgen.

36. Arrest 4: Steun vd VS aan paramilitaire groepen (zie ook nr. 49) Gewapende groepen die het linkse regime in Nicaragua bevechten. VS faciliteert training in de buurlanden en bevoorrading van wapens en materiaal. Schending vh I.R. volgens Nicaragua. Basisregels vervat ih Charter vd VN, maar niet bruikbaar voor het Hof. Beide landen hebben wel een verklaring van rechtsmacht ah Hof gegeven, maar de VS heeft een voorbehoud gemaakt dat bij een geschil over een multilateraal verdrag alle betrokken partijen dergelijke verklaring van rechtsmacht ah Hof afgelegd moeten hebben. Buurlanden Honduras en El Salvador hebben dit niet gedaan waardoor het voorbehoud het Charter onbruikbaar maakt. Paragraaf 183-186 geeft de bewijsvoering voor statenpraktijk en rechtsovertuiging. Geen grote interpretatieverschillen over het niet-interventiebeginsel tussen Nic. en de VS, maar daarmee is deze regel niet algemeen gemaakt. Regel wordt echter regelmatig geschonden door staten. Het Hof meent dat de regel niet perfect moet zijn om toch te bestaan, en de reactie vd overtredende staat en andere staten bevestigt de regel juist wel.

37. Arrest 5: Aanklager vh Joegoslavitribunaal Voorloper vh Hof van Justitie, ingesteld door de UNSC tijdens het conflict zelf. Afschrikeffect creren voor het schenden vd mensenrechten id oorlog. Gewoonterecht als belangrijke bron. Dusko Tadic was een Bosnische Servir beschuldigt van oorlogsmisdaden, individuele aansprakelijkheid geldt voor het Tribunaal (zoals gesteld id Conventies van Genve, dus in principe zijn burgeroorlogen n.v.t.). Aanklager moet bewijzen dat ook oorlogsmisdaden bij burgeroorlogen deel uitmaken vh gewoonterecht, en individuen dus strafr. vervolgbaar zijn. Hof meent dat statenpraktijk moeilijk aantoonbaar is doordat weinig geweten is over de praktijken van staten op het slagveld, en hierover ook propaganda gevoerd wordt door staten. Rechtsovertuiging wordt getoetst door het nagaan van militaire handboeken verstrekt door de staten, wat er gezegd wordt over burgeroorlogen en straffen voor het overtreden. Hieruit blijkt er een rechtsovertuiging met vervolging van oorlogsmisdrijven. Ad Hoc maatregel om de burgerbevolking te kunnen beschermen, interpretatie is dus gericht naar het belang en doel vh hof (objectieve interpretatie). Controversieel vonnis.

38. Arrest 2: Afbakening vh Continentaal Plat Discussie tussen Duitsland, Denemarken en Nederland. Moeilijk om grenzen te trekken in deze kustzone, maar er zijn wel exclusieve exploitatierechten aan verbonden. NL en DE zijn het eens met elkaar over de demarcatiemethode, zijn beide partij van een verdrag dat deze methode propageert. DU wilt echter niet weten van deze aanpak en is niet gebonden door een verdrag. NL en DE menen dat de bepalingen vh verdrag reeds gewoonte zijn geworden en DU dus juridisch ook gebonden is. Het Hof erkent dat de veelvuldige ratificatie ve verdrag kan uitmonden in gewoonte, maar dit vereist tijd en het verdrag is slechts 5 jaar oud. Zou gecounterd kunnen worden indien alle staten dit unaniem ratificeren (kwantitatief argument) of indien alle staten die aan een zee grenzen dit zouden doen (kwalitatief argument, afhankelijk vd doelstellingen). NL haalt ook het gebruik vd methode door andere staten aan als rechtsovertuiging. Hof gaat hier niet in mee, idee dat het gebruik vanuit pragmatisme kan zijn. Hof meent dat het geen gewoonte is vanuit het beperkt gebruik, weinig ratificatie en jonge leeftijd. Om toch een oplossing te krijgen doet het Hof beroep op de billijkheid. Ontbreken ve inhoudelijke regel betekent niet dat er compromissen gesloten kunnen worden, met een centrale belangenbescherming van alle betrokkenen. Heronderhandeld standpunt doorgestuurd naar het Hof als blijk v erkentelijkheid.

Andere Bronnen39. Arrest 7: Algemene Rechtsbeginselen (zie ook nr. 55) Opgenomen in Art. 38 vh Statuut vh Internationaal Gerechtshof (overgenomen van voorganger, permanent Hof v Justitie vd Volkerenbond). Hierin worden regels vd beschaafde naties aangehaald, waarbij de rechtsbeginselen vooral de regels vh westen veralgemenen. Verheffen vd regels vh nationale recht die algemeen voorkomen, naar internationaal recht (bv. goede trouw, verbod op rechtsweigering, ). Gemeenschappelijke beginselen die aanvankelijk het tekort van verdragen en internationale bindende teksten moesten opvangen. Conflict tussen Canada en de VS id jaren 30 toen er nog amper milieuverdragen bestonden. Luchtvervuiling en schade aan landbouw op Amerikaans grondgebied door een Canadese zinksmelter ad grens. VS start een arbitragezaak tegen Canada voor schadevergoeding en een eind ad praktijken (dus tot stand komen van regelgeving). Tribunaal vindt geen internationale regels. Gaan vervolgens zoeken naar analogien in nationale wetgevingen van federale staten. Wet id VS die schade vd ene staat op een andere reglementeert, schadevergoeding en plicht om de schade id toekomst te vermijden. Hof maakt hier een internationale regel van waar Canada aan gebonden is. Eerste milieuregel, waarbij staten verantwoordelijk zijn voor schade aan andere staten. Daarnaast bestaat ook de mogelijkheid om beginselen als grondslag voor I.R te benoemen, om de coherentie ervan te bewaren. Op die manier zijn int. geschillen makkelijker te ontmantelen. Arrest 7 met de bouw van een dam in Hongarije en Sloveni, geeft een voorbeeld over de interpretatie van projecten met een duurzame ontwikkeling. Als er milieukwesties optreden (watervervuiling id Donau) meent het Hof dat het economisch belang niet primeert op het ecologische. Eerste erkenning id rechtspraak over het belang van milieubescherming. Dissenting opinion: verdergaan dan dit, milieubeschermingen als bindend principe van I.R. maken en niet al zwak concept zoals het ih arrest uitschijnt. Maatregelen opleggen om duurzaamheid vh project te waarborgen, ook al is dit niet opgenomen ih initieel verdrag. Ook in de arbitrage tussen NL en VL over de IJzeren Rijn is dit een kwestie. Hof volgt de NL argumentatie dat de economie van VL de ecologische belangen van NL niet mag raken. Waar het gewoonterecht gebaseerd is op statenrecht, laten deze algemene rechtsbeginselen ruimte aan het niet-statelijke verkeer (ngos, bedrijven, ). Veel ngos nemen bijvoorbeeld duurzaamheid als leidraad voor hun werking, en kunnen zo bijdragen aan een algemeen rechtsbesef. Opinio iuris communio. Ontdekking van een nieuw en breed gedragen potentieel. Algemene rechtsbeginselen zijn aanvullende bronnen waarvan het gebruik id rechtspraak geen precedenten-waarde heeft. Nationale rechtspraak is immers moeilijk te integreren in I.R.

40. Arrest 19: Soft law toepassing (zie ook nr. 61) In praktijk heeft het Hof andere bronnen aangewend als reeds vermeld, n hiervan is de Soft Law. Niet-bindende politieke beslissingen die een bijdrage kunnen leveren aan het I.R.. Veel resoluties vd VN-AV worden bij consensus aangenomen die niet bindend zijn, maar wel de visie vd internationale gemeenschap spiegelen. Verklaringen vd VN hebben vaak een plechtiger karakter dan resoluties, en zijn vaak bedoeld als eerste stap naar de ontwikkeling ve verdrag. Voor rechters kan dit wel als bewijs dienen voor het bestaan van gewoonterecht. Onderzoek toont aan dat niet-bindende regels ih I.R. niet slechter worden opgevolgd dan bindende, doordat op internationaal vlak er vaak sowieso geen rechter bevoegd is om een oordeel te vellen of een dwangmechanisme aanwezig is. Imagoschade is vaak de grootste straf voor een staat of internationale organisatie, dus minder kans dat ze regels zelf gaan breken. Voordelen: samenwerking o.b.v. vertrouwen, snelle oplossing voor probleem met ook ruimte voor wijzigingen, staat open aan niet-statelijke actoren, Soft law kan de interpretatie van Hard Law id hand werken. In Arrest 19 haalt 295 een niet bindend charter aan om een bindend charter te interpreteren.

Zelfregulering als een andere bron van I.R., dit is vooral van toepassing op internationale organisaties en ngos die gebruik maken van transnationaal recht.

41. Document 18: Hybride Meerpartijen Initiatieven Verdragen zijn in principe enkel toegankelijk voor staten, maar groeiende behoefte aan andere instrumenten om ngos en private actoren te betrekken. Voluntary Principles is een niet bindende tekst afgesloten tussen staten, ngos en bedrijven. Handelt over bedrijven die opereren in conflictgebieden en hoe zij kunnen vermijden om betrokken partij te worden bij schendingen vd mensenrechten (want bedrijven kunnen vaak niet weg uit een land, aanwezigheid van grondstoffen en contracten). Platform om bedrijven bij te staan en maatregelen en mechanismes uit te schrijven om dergelijke toestanden te vermijden en relaties op te bouwen/onderhouden met het land.

Werking vd Wereldbank toont aan dat informele bronnen een belangrijke rol ih I.R. kunnen invullen. Geeft leningen aan ontwikkelingslanden of bedrijven die investeringen willen doen in dergelijke landen. Bevoegd orgaan IFC geeft maar een kleine lening, maar dit is vaak de incentive voor private banken om zelf te investeren ih bedrijf/project. Symbolische steun. IFC eist wel dat het bedrijf in kwestie het verdrag/rechtsprincipe aanvaard wordt door het bedrijf in kwestie, waardoor een fiscaal instrument

VII. Geschillenbeslechting42. Document 3: Statuut vh Internationaal Gerechtshof (zie ook nr. 31) Vredevol platform vd VN om conflicten op te lossen tussen staten (Art. 33 vh VN Handvest). Het juridisch uitvechten is echter slechts n vd mogelijkheden, en niet het vaakst gebruikt. Artikels 92-96 handelen ook over het Gerechtshof, het Handvest definieert alle VN hoofdorganen uitvoerig. Het Statuut zelf is een toevoegsel vh Handvest, om alle nodige informatie te verstrekken in een bijlage. Moet niet apart geratificeerd worden, dus alle VN lidstaten kunnen gebruik maken vh Hof (geen sprake van verplichte rechtsmacht). Voornaamste rechtbank vd VN met 15 rechters, geografische spreiding om de hele wereld te kunnen vertegenwoordigen. Gebruik dat de P5 vd UNSC altijd een rechter hebben, dit was bedoeld om gewicht te verlenen aan het Hof bij de stichting ervan. Kritiek op de Westerse visie vh Hof en hanteren ve westerse rechtspraak. Niet-westerse rechters zijn ook vaak ih westen opgeleid, conservatief karakter vh Hof. De rechters worden (her)-verkozen door een meerderheid binnen de AV en aanbeveling vd UNSC en krijgen een mandaat van 9 jaar. Een staat kan bij een geschil een ad hoc rechter aanstellen van eigen nationaliteit die dan toegevoegd wordt aan het Hof, erkenning vd soevereiniteit in ruil voor erkenning vh Hof. Meerderheidsstemming met doorslaggevende stem vd voorzitter. Ruimte voor separate opinions en dissenting opinions. De arresten bevatten enkel de elementen waarover het Hof het eens kon worden, opinions geven dus een nuttige aanvulling/contextualisering. De ambtenarij vh Hof noteert de arresten en vaardigen deze uit. Adviesprocedure staat open voor de AV en SC, alsook aan VN organen en gespecialiseerde organisaties. Beslechtingsprocedure staat enkel open aan staten (klassieke notie vh I.R.) Geen advies aan staten zelf om misbruik te vermijden. Bij beslechting moeten de partijen immers het Hof bevoegd verklaren, wat te omzeilen is via de adviesprocedure. Staten mogen in adviesprocedures wel hun mening te kennen geven over het onderwerp. Arresten vh Hof zijn bindend, maar adviezen zijn dit niet (al hebben deze een groot gezag). De AV hecht wel groot belang aan deze adviezen, dus ze zijn zeker niet makkel