Presentatie kengetallen Full Finance. Meer omzet door samenwerking
Discussienota herinrichting scholenlandschap Stichting...
Transcript of Discussienota herinrichting scholenlandschap Stichting...
Discussienota Herinrichting scholenlandschap Stichting OPOS 1
Discussienota herinrichting
scholenlandschap Stichting OPOS
Versie 1.2
Slochteren, 24 maart 2015
Bestuur Stichting OPOS
Discussienota Herinrichting scholenlandschap Stichting OPOS 2
Inhoudsopgave
1. INLEIDING 3
2. DEMOGRAFISCHE KRIMP EN DE GEVOLGEN 3
3. DE KENGETALLEN 7
4. ACTUELE ERVARINGEN MET KRIMP 8
5. UITGANGSPUNTEN EN CRITERIA VOOR DE HERINRICHTING VAN HET
ONDERWIJSLANDSCHAP IN HET VOEDINGSGEBIED VAN STICHTING OPOS 9
6. BELEIDSKEUZES INCL. ARGUMENTATIE 10
7. DE CONSEQUENTIE VAN DE BELEIDSKEUZES VOOR DE 9 SCHOLEN VAN STICHTING
OPOS 12
8. PLANNING EN UITVOERING 14
9. BIJLAGE: REKENVOORBEELDEN 15
Discussienota Herinrichting scholenlandschap Stichting OPOS 3
1. Inleiding
In deze discussienota wordt de visie van Stichting OPOS op de herinrichting van het aantal scholen in
Slochteren verwoord. Na vaststelling wordt de nota ter discussie aan de stakeholders voorgelegd.
Rekening houdend met de input hiervan volgt een definitief plan. Stichting OPOS wil komen tot een
breed gedragen beleid op de herinrichting van de scholen.
In februari 2011 werd door Stichting OPOS een eerste beleidsnotitie “Kleine scholen” opgesteld. In
deze beleidsnotitie werd met name aangegeven dat de leerlingenaantallen op de scholen in
Overschild en Tjuchem daalden met het bijbehorend risico om op termijn niet meer voor bekostiging
door het ministerie in aanmerking te komen. Inmiddels zijn o.b.s. Schaldmeda en o.b.s. Lutje Til
onder gelijktijdige samenvoeging met o.b.s. De Springplank opgeheven. Onlangs heeft Stichting OPOS
een voorgenomen besluit genomen om ook o.b.s. De Spil met ingang van 01-08-2015 onder
gelijktijdige samenvoeging met een andere OPOS-school op te heffen.
In deze beleidsnotitie “Kleine scholen” werd de daling van het aantal leerlingen op de scholen
inzichtelijk gemaakt. In de notitie werd de kwetsbaarheid van de kleine scholen op het gebied van
onderwijskwaliteit, personeel en financiën beschreven. De leerlingendaling leidt op bijna al onze
scholen tot meerdere jaargroepen in een lokaal met een beperkt aantal leeftijdsgenoten per groep
en zet de onderwijskwaliteit onder druk. De leerkrachten moeten alle zeilen bijzetten om de kwaliteit
goed overeind te houden.
Stichting OPOS constateert dat de krimp voor bepaalde gebieden doorgaat en het aantal leerlingen
op de scholen de komende jaren afneemt met uitzondering van de Samenwerkingsschool
Meeroevers in Meerstad. Het bestuur wil hierop anticiperen en in goed overleg met alle direct
betrokkenen (ouders/verzorgers, schoolteams, medezeggenschapsraden) en ketenpartners (o.a.
gemeente Slochteren, besturen bijzondere scholen, besturen peuterspeelzalen,
kinderopvangorganisaties, etc.) komen tot een herinrichting van het scholenlandschap door het
inrichten van ‘toekomstbestendige’ scholen. Inherent hieraan is dat sommige scholen zullen moeten
worden opgeheven waarbij er aandacht zal zijn voor een goede spreiding van de scholen over het
voedingsgebied. De kwaliteit, de bereikbaarheid en de betaalbaarheid staan bij de herinrichting
voorop.
Op 09-09-2014 werd op een studiedag met het bestuur, algemene directie, directeuren en een
vertegenwoordiging van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad een eerste stap gezet m.b.t.
de ontwikkeling van een visie op de herinrichting van het scholenlandschap van de Stichting. Op basis
van de studiedag werd een discussienota ontwikkeld. De deelnemers gaven vervolgens hun reacties
op het eerste concept. De reacties werden verwerkt in de discussienota en deze werd in de
bestuursvergaderingen van 18-12-2014 en 18-02-2015 uitgebreid besproken. Voorgestelde
wijzigingen door het bestuur werden verwerkt en de discussienota werd tenslotte in de
bestuursvergadering van 24-03-2015 vastgesteld.
2. Demografische krimp en de gevolgen
Demografische krimp
Demografische krimp is een structurele afname van het aantal inwoners in het voedingsgebied in een
bepaalde periode. Krimp staat voor een bevolkingsdaling en voor het onderwijs betekent dit een
daling van het aantal leerlingen.
Discussienota Herinrichting scholenlandschap Stichting OPOS 4
Het aantal geboorten in Nederland schommelde in de jaren negentig tussen de 190.000 en 200.000
per jaar en bereikte in 2000 een piek met 207.000. Maar sinds enige jaren neemt het aantal geboren
kinderen af, en het Centraal Bureau voor de Statistiek verwacht voor de komende jaren een verdere
daling naar rond de 178.000.1
Het afnemen van het aandeel jongeren in de bevolking als gevolg van een afname van het
geboortecijfer noemt men ontgroening. Het gevolg van ontgroening is een stijging van de
gemiddelde leeftijd van de bevolking. Ontgroening leidt tot vergrijzing. Dalende geboortecijfers
zullen ertoe leiden dat steeds minder jonge kinderen naar de basisschool gaan en de behoefte aan
scholen en onderwijzend personeel zal afnemen.
Het aantal basisscholen neemt landelijk af. De daling in onze provincie gaat sneller dan landelijk. Op
1 oktober 2014 zijn er 296 basisschoolvestigingen in de provincie Groningen2. De dalende trend van
de afgelopen jaren zet zich voort. Zes procent van de scholen die op 1 oktober 2012 nog open waren,
is op 1 oktober 2014 gesloten (tegenover 3% landelijk). Dit betekent dus dat de terugloop in de
provincie Groningen aanzienlijk sneller gaat dan in de rest van het land.
Tabel 1: aantal basisschoolvestigingen in Groningen en Nederland, op 1 oktober 2012, 2014 en 2014
01-20-2012 01-10-2013 01-10-2014 Afname
Groningen
Nederland
314
6900
304
6807
296
6687
18 (6%)
213 (3%)
Het Sociaal Planbureau Groningen heeft de 296 basisscholen in kaart gebracht (zie kaart hieronder).
Kleinere scholen (minder dan 50 leerlingen) staan daarbij met een rode stip weergegeven. Deze
scholen zijn de gevarenzone dichter genaderd. Hoewel de opheffingsnorm niet voor alle scholen
gelijk is en kan variëren3, is de absolute ondergrens 23 leerlingen.
Kaart 1: aantal scholen in de provincie Groningen
1 Grenzen aan kleine scholen (februari 2013) – Onderwijsraad- ISBN978-946121-032-6
2 Sociaal Planbureau Groningen , 3 november 2014
3 De opheffingsnorm is afhankelijk van de bevolkingsdichtheid in de gemeente. Voor Slochteren is de norm 36.
Discussienota Herinrichting scholenlandschap Stichting OPOS 5
Behalve de gemeente Groningen zagen alle Groninger gemeenten zich in de afgelopen twee jaren
geconfronteerd met dalende leerlingenaantallen. Gemeenten waar de daling de afgelopen twee
jaren bovengemiddeld was, zijn rood gearceerd (zie tabel 2). Dit geldt ook voor de gemeente
Slochteren. Gemiddeld nam het aantal leerlingen in de hele provincie, in hetzelfde tijdsbestek, met
4% af.
Tabel 2 : Aantal leerlingen op de basisscholen, per gemeente, oktober 2011, 2012 en 2013, absoluut
en procentueel verschil.
Het Sociaal planbureau Groningen geeft aan dat het aantal jeugdigen van 0 t/m 23 jaar in de
provincie Groningen de komende twintig jaar naar verwachting zal afnemen met gemiddeld circa
10%. In de ene gemeente zal sprake zijn van een grotere terugloop dan in de andere.
Als we de prognoses van basisschoolleerlingen voor Slochteren van 2020, 2030 en 2040 afzetten
tegen die van 2015, dan zien we tot 2030 een daling van enkele procenten, daarna een lichte stijging.
Tabel 3: prognose jeugdigen Gemeente Slochteren
2015 2020 +/- 2030 +/- 2040 +/-
Prognose bevolking 4 t/m 11 jaar 1457 1335 - 8.7 % 1251 - 6.3 % 1300 +3.9 %
Prognose bevolking 0 t/m 3 jaar 622 574 -7.7 % 607 +5.7 % 547 -9.9 %
Gevolgen
Door het afnemen van het leerlingenaantal in het basisonderwijs zal het aantal kleine scholen gaan
toenemen. De onderwijsraad constateert dat daling van het aantal leerlingen een bedreiging vormt
voor de onderwijskwaliteit. De onderwijsinspectie signaleert al jaren dat kleine scholen vaker zwak
scoren op onderwijskwaliteit dan grote scholen. Leerlingen op kleine scholen lopen meer risico op
onderwijs van onvoldoende kwaliteit.
Discussienota Herinrichting scholenlandschap Stichting OPOS 6
Ook vanuit het oogpunt van sociale interactie met leeftijdsgenootjes is een zekere minimale
schoolgrootte gewenst. Kleine scholen zijn kwetsbaar. Dit heeft volgens de onderwijsraad o.a. de
volgende oorzaken:
- er zijn minder mogelijkheden voor het personeel om taken te verdelen en er zijn doorgaans
minder professionaliseringsmogelijkheden;
- de effecten van een zwakke leerkracht zijn groter op een kleine school;
- uit onderzoek van de onderwijsinspectie blijkt dat bepaalde risicofactoren voor de kwaliteit vaker
voorkomen op scholen die met krimp te maken hebben ( voorbeelden: grotere werkdruk, meer
combinatieklassen en meer dan twee leerkrachten voor de groep);
- op kleine scholen is de rol van sociale ontmoetingsplaats voor leeftijdsgenoten moeilijk waar te
maken.
Ook Stichting OPOS wees in haar beleidsnotitie kleine scholen van 2011 reeds op de kwetsbaarheid
van de kleine scholen. Tevens werden t.a.v. de kleine scholen de kwetsbare kanten beschreven.
Hieronder volgt het overzicht4.
M.b.t. het onderwijs:
- Onderwijs verzorgen volgens de nieuwste inzichten van opbrengstgericht werken en passend
onderwijs op relatief kleine scholen en zeker in situaties waar er sprake is van 3 of meer leerjaren
in een lokaal, stelt zeer hoge eisen aan deskundigheid, creativiteit en flexibiliteit van
leerkrachten.
- Een aantal didactisch effectieve werkvormen (o.a. coöperatief leren) in die situatie kunnen niet
optimaal toegepast worden.
- De kwaliteit van het pedagogisch klimaat is kwetsbaar. De sociale omgang met leeftijdsgenoten is
beperkt als er slechts enkele kinderen van dezelfde leeftijd zijn in de jaargroep. De kansen om
gevarieerde sociale ervaringen op te doen worden beperkt. Er zijn te weinig onderlinge
contacten en keuzemogelijkheden voor kinderen. Kinderen krijgen te weinig feedback en
uitdaging door leeftijdsgenoten.
M.b.t. het personeel:
- Kleine scholen zijn extra kwetsbaar als het gaat om de kwaliteit van de leerkrachten. De impact
van niet optimaal presterende leerkrachten is immers veel groter op een kleine school.
- Op kleine scholen vergt het te veel inspanning van leerkrachten om alle leerlingen (op
verschillende niveaus) voldoende diversiteit en begeleiding te kunnen bieden.
- In de interne mobiliteitsenquêtes wordt er minder geopteerd voor het werken aan een kleine
school. Ook is het moeilijk om directeuren te werven voor een kleine school.
M.b.t. de financiën:
- Er is amper genoeg geld om de meest noodzakelijke les- en verbruiksmaterialen te kunnen
aanschaffen; de “kleine scholentoeslag” compenseert onvoldoende. De kosten voor
noodzakelijke benodigdheden bij kleine scholen is naar verhouding vele malen hoger dan die van
grotere scholen. Bijvoorbeeld een handleiding bij een methode is omgerekend per leerling op
een kleine school veel duurder.
- Onderzoek van OSG (Onderwijs Service Groep) in 2006 wees uit dat besturen voor scholen onder
de 125 leerlingen niet uitkomen met de materiële bekostiging. Het goed onderhouden van
schoolgebouwen kost veel geld. Het gaat hierbij niet alleen om het noodzakelijk technisch
4 Bron: “Onderwijs ons goed. Afnemende leerlingenaantallen in Zeeland” – Platform Primair Onderwijs Zeeland, gegevens
OSG en directies Stichting OPOS.
Discussienota Herinrichting scholenlandschap Stichting OPOS 7
periodiek onderhoud, maar ook om het voldoen aan steeds weer nieuwe eisen
(onderwijskundige aanpassingen, brandveiligheid, enz.).
- Er komen steeds meer lokalen leeg te staan. Voor lege lokalen komt geen vergoeding binnen
terwijl er wel kosten voor deze lokalen gemaakt worden.
- Gebrek aan geld kan de creativiteit en de motivatie bij de leerkrachten in de kiem smoren.
Immers nieuwe ideeën kosten bijna altijd geld en dat geld is er vaak niet.
3. De kengetallen De gemeente Slochteren kent vier schoolbesturen. Hieronder volgt een overzicht van de
schoolbesturen, de bijbehorende scholen en het aantal leerlingen op de teldatum 1 oktober 2014.
Schoolbestuur Scholen Aantal lln.
Stichting OPOS De Springplank - Siddeburen 186
De Ent - Hellum 57
De Meent - Schildwolde 117
Samenwerkingsschool Meeroevers - Meerstad 60
De Kinderboom -Slochteren 73
Ruitenvelder –Froombosch 63
Oetkomst – Kolham 55
Driespan – Harkstede 356
De Spil - Lageland 29
Totaal: 9 scholen 996
Vereniging Christelijk Onderwijs
Midden en Oost Groningen
De Zonnewijzer – Siddeburen
De Wegwijzer - Slochteren
125
83
Totaal 2 scholen 208
Gereformeerde Scholengroep
Noorderbasis
De Wiekslag - Schildwolde 132
Totaal 1 school 132
Vereniging voor Gereformeerd
Primair Onderwijs Noordoost-
Nederland (VGPONN)
De Ster - Harkstede 48
Totaal 1 school 48
Totaal gemeente Slochteren 1384
Discussienota Herinrichting scholenlandschap Stichting OPOS 8
Leerlingenprognoses scholen Stichting OPOS
De prognoses van 2015 en 2016 zijn gemaakt op basis van een inschatting van de directeuren. De
prognoses van 2017 t/m 2023 op basis van gegevens die OSG in september 2013 heeft aangeleverd
(gebruik makend van het prognoseprogramma GO'4 Pro; dit programma wordt door het ministerie
geaccepteerd als prognoseprogramma).
Tabel 4: leerling prognose scholen Stichting OPOS
De ontwikkeling van het leerlingenaantal van Samenwerkingsschool Meeroevers volgens
bovenstaande prognose is waarschijnlijk te optimistisch. De verwachting is dat het totaal aantal
leerlingen, ook bij een minder voortvarende stijging van Samenwerkingsschool Meeroevers, de
komende jaren minimaal 1000 zal zijn.
4. Actuele ervaringen met krimp
In de afgelopen periode 2012 en 2013 heeft Stichting OPOS twee kleine scholen moeten sluiten. Op
basis van de hier opgedane ervaringen met krimp blijkt dat een kleine school met weinig kinderen in
het directe voedingsgebied (dorp) en dalende in leerlingenaantal op enig moment te maken krijgt
met weglek van leerlingen omdat ouders/verzorgers de school te klein vinden worden. Momenteel is
dit ook het geval op De Spil te Lageland en heeft Stichting OPOS een voorgenomen besluit moeten
nemen m.b.t. tot de opheffing van de school.
Met name de beperktheid v.w.b. de sociale omgang met leeftijdsgenoten en het feit dat meerdere
leeftijdsgroepen in één lokaal les krijgen zijn van zwaarwegend belang gebleken bij het besluit van de
ouders/verzorgers om een andere school te kiezen. Het risico is dan ook aanwezig dat er een
behoorlijke weglek van leerlingen op de kleine scholen kan ontstaan waardoor de school in korte tijd
onder de instandhoudingsnorm (23 leerlingen) zakt.
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
1 De Springplank 177 168 168 162 160 159 157 158 159
2. De Ent 58 54 55 53 53 54 53 53 54
3. De Meent 114 116 108 105 105 106 106 105 107
4. Meeroevers 102 131 303 421 444 455 458 455 450
5. De Kinderboom 77 75 66 64 64 63 63 63 64
6. Ruitenvelder 58 53 64 63 62 61 62 61 62
7. Oetkomst 54 50 53 52 51 51 51 51 52
8. Driespan 320 306 322 309 291 284 271 264 260
9. De Spil 27 23 23 22 21 21 21 20 20
Totaal 987 976 1162 1251 1251 1254 1242 1230 1228
Discussienota Herinrichting scholenlandschap Stichting OPOS 9
5. Uitgangspunten en criteria voor de herinrichting van het
onderwijslandschap in het voedingsgebied van Stichting OPOS
Het bestuur wil anticiperen op de gevolgen van de krimp en heeft in samenspraak met de direct
betrokkenen uitgangspunten en criteria voor de herinrichting van het onderwijslandschap in het
voedingsgebied geformuleerd.
a) Uitgangspunten:
- voorzieningen van 0-12 jaar passend bij grotere scholen
- een pluriform onderwijsaanbod
- specialistische pluriformiteit met zorgarrangementen passend onderwijs
- leerkrachten moeten zich met de kern van hun onderwijstaak kunnen bezig houden; zorg dragen
voor goede randvoorwaarden
- de gemeente Slochteren moet nadrukkelijk bij de visie op de heroriëntatie worden betrokken
i.v.m. de inrichting van de voorzieningen
- scholen moeten exploitabel zijn
- er dient een goede balans te zijn tussen personeel en materieel
- iedere voorziening/school wordt geleid door één directeur
- bereikbaarheid van de school is een secundair criterium
b) Criteria:
Criterium Bijbehorend aspect
De kwaliteit van het
onderwijs.
Wij streven naar scholen met een zodanige omvang dat er één
groep in een lokaal zit. Hierdoor zijn bijvoorbeeld de aspecten van
de directe instructie optimaal uit te voeren.
Levensvatbaarheid/
duurzaamheid.
De school moet qua exploitatie uitkomen met de toegekende
middelen.
De continuïteit voor de komende 10 jaren moet zijn gewaarborgd.
Er is sprake van een doelmatige besteding van middelen voor
huisvesting.
Keuzevrijheid voor
ouders/verzorgers
Waar mogelijk is er keuze uit meerdere onderwijsprofielen inclusief
zorgarrangementen.
Ook is er een keuzemogelijkheid voor een samenwerkingsschool.
Goed werkgeverschap Er is sprake van een hanteerbare draaglast voor de schoolteams.
Door grotere scholen te creëren kunnen de taken over meerdere
teamleden verdeeld worden.
Goed geregelde opvang
voor kinderen
Een centrum waar onderwijs, opvang, opvoeding, ontwikkeling en
ontspanning geïntegreerd worden aangeboden voor kinderen van
0-12 jaar.
Bereikbaarheid/nabijheid/
geografische spreiding
Bereikbaarheid wordt uitgedrukt in een aanvaardbare veilige
fietsafstand voor bovenbouwleerlingen en een aanvaardbare
rijafstand per auto.
Discussienota Herinrichting scholenlandschap Stichting OPOS 10
6. Beleidskeuzes incl. argumentatie
De kernpunten van onze beleidskeuzes zijn:
• LEVENSKRACHTIGE EN GOED GEOUTILLEERDE SCHOLEN
• GOED ONDERWIJS, HOGE KWALITEIT
• KINDGERICHTE BENADERING
• GOED SOCIAAL EN PEDAGOGISCH KLIMAAT VOOR KINDEREN
• BEREIKBAAR, THUISNABIJ ONDERWIJS IN EEN STABIELE OMGEVING
In de huidige maatschappij wordt in toenemende mate een breder pakket aan voorzieningen
gevraagd dan alleen maar onderwijs. Er is behoefte aan brede scholen, waarbij naast onderwijs ook
voorzieningen worden geboden op het gebied van kinderopvang, voor- en naschoolse opvang, voor-
en vroegschoolse educatie, sport en cultuur.
Stichting OPOS kiest voor toekomstbestendige scholen met bij voorkeur 200 leerlingen per school. In
zo’n school van 200 leerlingen:
• is er een beperking van het aantal niveaus van lesgeven door leerkrachten
Veelal zit er één leeftijdsgroep in een lokaal; in uitzonderingssituaties een combinatie van
maximaal twee leeftijdsgroepen. Leerkrachten kunnen hierdoor veel beter het directe
instructiemodel hanteren en ze kunnen gemakkelijker inspelen op niveauverschillen.
• zijn er voldoende sociale interactiemogelijkheden voor leerlingen
Er zijn veel contacten en keuzemogelijkheden voor kinderen. Kinderen hebben een ruimere
keuze in het maken van vriendjes/vriendinnetjes.
• worden kinderen uitgedaagd door leeftijdsgenoten
Kinderen krijgen feedback en uitdaging door leeftijdsgenoten.
• is er de mogelijkheid om LB-leerkrachten met bepaalde specialisaties aan te stellen
Op onze kleine scholen is alleen ruimte voor een zorg-, een reken- en een taalcoördinator. Op
grotere scholen kan bijvoorbeeld een coördinator hoogbegaafdheid en ict worden aangesteld.
• is er meer ruimte voor professionalisering van de leerkrachten
Op een grotere school is er een groter budget voor teamscholing. Ook zijn er meer leerkrachten
aanwezig, waardoor er meer know how op school is. Leerkrachten leren van elkaar.
• is er ruimte voor het aanstellen van ondersteunend personeel
De rekenmodellen in de bijlage laten zien dat er financiële ruimte ontstaat. Hiermee kan
ondersteunend personeel aangesteld worden.
• is een rendabele kinderopvang mogelijk
Scholen met 200 leerlingen komen gemiddeld qua exploitatie uit met de toegekende middelen. Voor
een rekenvoorbeeld wordt verwezen naar de bijlage “rekenvoorbeelden”. Het aantal van 200
leerlingen komt bovendien overeen met de huidige stichtingsnorm in dunbevolkte gebieden.
Daar waar het niet mogelijk is om een school met 200 leerlingen te vormen wil Stichting OPOS een
kleinere school toestaan. Er moeten wel minstens 80 leerlingen op zo’n school zitten, zodat er
maximaal twee leeftijdsgroepen in één lokaal zitten. De hierboven genoemde voordelen kunnen dan
niet volledig worden waargemaakt.
Stichting OPOS spreekt de voorkeur uit om de school onder te brengen in een multifunctionele
accommodatie. In een MFA zijn de verschillende organisaties gehuisvest die zich richten op
onderwijs, zorg, opvang, welzijn en vrije tijd voor kinderen van 0-12 jaar. Het multifunctionele
karakter houdt in dat alle organisaties van elkaars ruimte gebruik kunnen maken. Hierbij is er sprake
van een doelmatige besteding van middelen voor huisvesting. Voor ouders is het prettig dat alle
Discussienota Herinrichting scholenlandschap Stichting OPOS 11
organisaties zich op één locatie bevinden. Bij voorkeur wil Stichting OPOS doorgroeien naar integrale
kindcentra5. De aansturing hiervan zal in vervolgfasen nader worden uitgewerkt.
Stichting OPOS ziet de gemeente Slochteren als een belangrijke partner daar waar het gaat om het
inrichten van de voorzieningen.
Stichting OPOS wil de ouders de volgende keuzemogelijkheden kunnen bieden:
- keuze uit scholen met bepaalde onderwijsprofielen inclusief bijpassende zorgarrangementen
Passend Onderwijs. Een voorbeeld van zo’n arrangement is bijvoorbeeld de inrichting van een
arrangement voor meer- en hoogbegaafdheid.
- naast onze reguliere openbare scholen willen we ouders ook de mogelijkheid bieden te kunnen
kiezen voor een samenwerkingsschool. Een samenwerkingsschool is het resultaat van het
samengaan van scholen van verschillende grondslagen, zoals een openbare school en een school
voor bijzonder onderwijs. Binnen zo’n school wordt openbaar en bijzonder onderwijs
aangeboden. De wijze waarop een samenwerkingsschool bestuurlijk zal worden aangestuurd zal
in vervolgfasen nader worden uitgewerkt.
- keuze voor een kleine school van minimaal 80 leerlingen in “het lint van Slochteren”, met name
in het deel Kolham t/m Schildwolde. Dit betekent dat Stichting OPOS v.w.b. de beleidskeuze van
scholen met +/- 200 leerlingen een uitzondering toe staat.
In onze “nieuwe” scholen kunnen de leerkrachten zich meer focussen op hun primaire taak namelijk
het lesgeven en is er veel aandacht voor de professionalisering. Er is sprake van een goede
taakbelasting bij het personeel. Er is ruimte voor het aanstellen van ondersteunend personeel.
De scholen moeten goed bereikbaar zijn d.w.z. dat uitgedrukt in een aanvaardbare veilige
fietsafstand voor bovenbouw leerlingen de afstand van maximaal 5 kilometer aanvaardbaar wordt
geacht; voor de rijafstand met de auto wordt de afstand van maximaal 10 kilometer aanvaardbaar
geacht.
5 Een Integraal Kind Centrum (IKC) is een voorziening voor kinderen van 0 tot 12 jaar, waar zij gedurende de dag komen om
zich te ontwikkelen, te spelen en te leren. Het centrum biedt kinderen op vraag van de ouders/verzorgers een uitgebreid
dagprogramma gedurende het hele jaar. Een IKC is dus een voorziening waarin tenminste organisaties voor onderwijs,
kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en buitenschoolse opvang in één organisatorische eenheid is samengevoegd onder
één aansturing. Het IKC wordt ook wel beschouwd als een uitgewerkte vorm van een brede school.
Discussienota Herinrichting scholenlandschap Stichting OPOS 12
7. De consequentie van de beleidskeuzes voor de scholen van Stichting OPOS
De belangrijkste consequentie van de bovenstaande beleidskeuzes is dat het aantal scholen wordt
teruggebracht. We gaan bij voorkeur toe naar scholen met een omvang van +/- 200 leerlingen. In
“het lint van Slochteren” zullen misschien andere keuzes gemaakt moeten worden. Voor Stichting
OPOS staat daarbij voorop dat er op de school, ook in de wat verdere toekomst, minimaal 80
leerlingen moeten zitten.
Kaart 2: Overzichtskaart scholen van Slochteren
scholen Stichting OPOS
scholen Vereniging Christelijk Onderwijs Midden en Oost Groningen (VCOMOG)
school Gereformeerde Scholengroep Noorderbasis
school Vereniging voor Gereformeerd Primair Onderwijs Noordoost-Nederland
Per gebied (zie kaart 2) is hieronder, vanuit het oogpunt van Stichting OPOS, aangegeven hoe zij het
toekomstig scholenlandschap van de gemeente Slochteren ziet. Het voedingsgebied van de school
moet zodanig zijn dat de continuïteit van de school gedurende 10 jaren kan worden gewaarborgd, dit
gerelateerd aan de prognose.
1
5
2
3
4
Discussienota Herinrichting scholenlandschap Stichting OPOS 13
1. Meerstad - Samenwerkingsschool Meeroevers
Eerste fase: Hier continueren we de Samenwerkingsschool Meeroevers ( informele
samenwerkingsschool gebaseerd op een convenant met VCMOG). De school zal op termijn
doorgroeien naar meer dan 400 leerlingen.
Tweede fase: We streven hier naar een multifunctionele accommodatie met doorgroei naar een
integraal kind centrum.
2. Harkstede - Driespan
Driespan wordt gecontinueerd en gaat doorgroeien naar een integraal kind centrum. De school
zal de komende periode krimpen, maar blijft wel ruim boven de 200 leerlingen.
3. Kolham / Froombosch – Oetkomst / Ruitenvelder
Ruitenvelder en Oetkomst worden samengevoegd tot een nieuwe school. Samen zouden de
twee scholen nu ongeveer 120 leerlingen tellen. Volgens de leerlingenprognose zakt het aantal
kinderen tot ruim 100.
De locatie voor de nieuwe school moet nog nader bepaald worden. De gemeente is hierbij een
belangrijke gesprekspartner.
4. Slochteren / Schildwolde – De Kinderboom / De Meent
De Kinderboom en De Meent worden samengevoegd tot een nieuwe school en ondergebracht in
een multifunctionele accommodatie, centraal in het voedingsgebied van de dorpen Schildwolde
en Slochteren.
Vervolg: Onderzocht moet worden of de nieuwe school en cbs De Wegwijzer kunnen worden
samengevoegd tot een samenwerkingsschool en ondergebracht in de multifunctionele
accommodatie, centraal in het voedingsgebied van de dorpen Schildwolde en Slochteren. De
school groeit uit tot een integraal kind centrum.
Het schoolbestuur VCOMOG heeft aangegeven bereid te zijn De Wegwijzer onder te brengen in
een samenwerkingsschool met een of meerdere OPOS scholen met daarbij de kanttekening dat
de samenwerkingsschool onder het bevoegd gezag van een nieuw bestuur, namelijk de te
vormen Stichting voor Samenwerkings-scholen Oost-Groningen, zal moeten worden geplaatst.
Het leerlingenaantal van de drie scholen samen ligt ruim boven de 200 leerlingen.
5. Siddeburen / Hellum – De Ent / De Springplank
Eerste fase: De Springplank wordt gecontinueerd. Het voedingsgebied van de school wordt
uitgebreid met het dorp Hellum. De Ent wordt opgeheven onder gelijktijdige fusie met een nader
te bepalen OPOS-school.
De school zal in de toekomst een kleine 200 leerlingen huisvesten.
Tweede fase: Een verdere samenwerking met cbs De Zonnewijzer van het schoolbestuur
VCOMOG bij voorkeur in een multifunctionele accommodatie. Het VCOMOG heeft aangegeven
De Zonnewijzer niet te willen laten samengaan in een samenwerkingsschool samen met De
Springplank. Zowel Stichting OPOS als VCOMOG hebben in eerdere stadia, ook naar de gemeente
Slochteren, aangegeven beide scholen graag in een gezamenlijk gebouw te willen onderbrengen.
Derde fase: Doorgroei naar een integraal kind centrum.
Discussienota Herinrichting scholenlandschap Stichting OPOS 14
8. Planning en uitvoering
Stichting OPOS wil haar inzichten op korte termijn delen met alle betrokkenen en streeft naar een
‘breed gedragen visie’ op de herinrichting van het scholenlandschap. Graag voert zij het gesprek over
de herinrichting van het onderwijslandschap en zoekt zij draagvlak voor oplossingen die in het belang
zijn van goed onderwijs voor alle kinderen.
In onderstaand schema is de planning inclusief een tijdpad opgenomen.
Activiteiten planning Tijdpad
Bestuursvergadering: vaststelling discussienota
24 maart 2015
Presentatie discussienota voor de GMR, MR-en en
directeuren.
Bespreken nota met gemeenteraad Slochteren
20 mei 2015
mei 2015
Discussienota naar alle stakeholders versturen
aansluitend op bijeenkomst
van 20 mei 2015
Discussienota toelichten voor:
Teams en Medezeggenschapsraden, Ouders/verzorgers
1. gebied 1 / gebied 2
2. gebied 3
3. gebied 4
4. gebied 5
week 22 en week 23 2015
Discussiebijeenkomsten per gebied
Gesprekken met:
- Schoolbesturen bijzondere scholen
- Besturen peuterspeelzalen
- Kinderopvangorganisaties
september / oktober 2015
Verwerking gegevens van de bespreekrondes in een
definitieve discussienota
november 2015
Vaststelling discussienota door het bestuur van Stichting
OPOS
januari 2016
Discussienota wordt ter instemming aan de
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad aangeboden
februari 2016
Vaststelling planning uitvoering discussienota maart 2016
Discussienota Herinrichting scholenlandschap Stichting OPOS 15
Bijlage: rekenvoorbeelden
Rekenvoorbeeld 200 leerlingen
Rekenvoorbeeld 200 lln.
Inkomsten 858.000
Uitgaven personeel
OP: 8 x €57.940,- (1) = 463.520 1. Gemiddelde personeelslast personeel
Dir: 0,8 x €74893,- (1) = 59.914 en directie
Uitgaven overhead
0,05 (2) x 858000= 42.900 2. Gemiddeld percentage van inkomsten
dat wordt uitgegeven aan overhead
Uitgaven materiële lasten
0,2 (3) x 858000 = 171.600 3. Gemiddeld percentage dat wordt
uitgegeven aan materiële lasten is 20%
Bedrag "vrij te besteden" 120.066
Toelichting:
Wanneer een school 200 leerlingen heeft, zijn de inkomsten hoog genoeg om zichzelf te bedruipen.
In het ideale geval is een school met 200 leerlingen in staat 8 klassen van 25 leerlingen te vormen.
Het benodigde aantal medewerkers lijkt hiermee op 9 te komen; dit is exclusief
onderwijsondersteunend personeel.
In het rekenvoorbeeld is ervoor gekozen om de overheadkosten ( kosten voor het bestuurskantoor)
en materiële kosten op respectievelijk 5% en 20% te houden; in de praktijk kunnen deze percentages
zowel positief als negatief afwijken.
Het totaal ‘vrij te besteden bedrag’ komt hiermee op ongeveer €120.000,-
Ook wanneer het leerlingenaantal onverwacht 10% daalt ( 20 leerlingen) is de school in staat
kostendekkend te opereren.
Discussienota Herinrichting scholenlandschap Stichting OPOS 16
Rekenvoorbeeld 80 leerlingen
Rekenvoorbeeld 80 lln.
Inkomsten 442.000
Uitgaven personeel
OP: 4 x €57.940,- (1) = 231.760 1. Gemiddelde personeelslast personeel
Dir: 0,50 x €74893,- (1) = 37.447 en directie
Uitgaven overhead
0,05 (2) x 442000 = 22.100 2. Gemiddeld percentage van inkomsten
dat wordt uitgegeven aan overhead
Uitgaven materiële lasten
0,3(3) x 442000 = 132.600 3. Gemiddeld percentage dat wordt
uitgegeven aan materiële lasten is 30%
Bedrag "vrij te besteden" 18.093
N.B. Inkomsten €442.000,- is inclusief de kleine scholentoeslag van €62.000,-. Het is niet duidelijk of
deze toeslag in de verdere toekomst blijft bestaan.
Toelichting:
Een school met 80 leerlingen zou 4 combinatiegroepen kunnen vormen, wanneer de leerling
populatie gelijkmatig is opgebouwd.
De financiële ruimte die een school van 80 leerlingen heeft in het investeren in onderwijskwaliteit of
vernieuwing, denk hierbij bijvoorbeeld aan het aanstellen van o.a. onderwijsondersteunend
personeel of het investeren in de vernieuwing van het ict-aanbod is beperkt.
Ook lijkt een school van 80 leerlingen relatief kwetsbaar, in vergelijking met een school van 200
leerlingen: wanneer de leerlingenpopulatie door onvoorziene omstandigheden daalt, heeft dit een
relatief grote impact op de ‘buffer’ van de school; deze impact is procentueel kleiner bij grote
scholen.
In het rekenvoorbeeld is ervoor gekozen om de overheadkosten ( kosten voor het bestuurskantoor)
en materiële kosten op respectievelijk 5% en 30% te houden; in de praktijk kunnen deze percentages
zowel positief als negatief afwijken. De materiële kosten voor een school van 80 leerlingen zijn hoger
dan de materiële kosten voor een school van 200 leerlingen.