Kengetallen en basisinformatie SOP PO 22 Afdeling... · 1 Kengetallen en basisinformatie SOP – PO...

1

Kengetallen en basisinformatie SOP – PO 22.03

Afdeling Meppel

Overzicht besturen

Datum 3 januari 2014

1. Schoolconcept en typering als onderwijsondersteuningsvoorziening 2

2. Kengetallen leerlingen 6 3. Ondersteuningsstructuur 10 4. Inspectieoordeel 14

5. Expertise op het gebied van kinderen met extra onderwijsbehoeften 17 6. Structurele voorzieningen voor kinderen met extra onderwijsbehoeften 20 7. Stimulerende en belemmerende factoren 22

8. Onderdelen waarop de school de onderwijsondersteuning verder verbeteren wil 25

2

1. Schoolconcept en typering als onderwijsondersteuningsvoorziening

In de afdeling Meppel van Samenwerkingsverband PO 2203 participeren 8 verschillende besturen, die deels ook binnen andere afdelingen van het Samenwerkingsverband actief zijn. Er zijn in totaal 3 besturen met een openbare achtergrond, vier besturen met een Christelijke achtergrond, en een vrije school. Het aantal scholen dat onder deze besturen valt is ook per bestuur verschillend. Hieronder is een overzicht gegeven van de besturen en het aantal basisscholen dat zij

vertegenwoordigen binnen de afdeling Hoogeveen: - Athena - 1 school - CNS Staphorst - 1 school - PCBO Meppel - 5 scholen - Promes - 7 scholen - Stichting Talent Westerveld - 11 scholen

- VCPOZD - 1 school - Wolderwijs - 12 scholen - Zevenster - 1 school

Het merendeel van de scholen werkt volgens een klassikaal systeem, afhankelijk van de grootte

van de school al dan niet in combinatiegroepen, volgens het leerstofjaarklassensysteem. Daarnaast werkt een beperkt aantal scholen ook volgens een ander schoolconcept, zoals volgens het

gedachtengoed van Rudolf Steiner (Vrije school) of Dalton. Er is een school met een zelfontwikkeld schoolconcept en een school die geïntegreerd onderwijs aanbiedt met werkvormen van Structureel Coöperatief Leren. De scholen benadrukken over het algemeen de ruimte die zij aan de ontwikkeling van de leerling willen geven, waarbij zij het kind centraal zetten en breder willen vormen dan alleen cognitief. Verschillende scholen werken volgens het IGDI-model (Interactief Gedifferentieerd model voor

Directe Instructie). Een positief pedagogisch klimaat, een activerende didactiek en handelingsgericht werken worden vaak genoemd als werkwijze om dit te kunnen bewerkstelligen. Dit leidt tot gedifferentieerd onderwijs en maatwerk, waarbij in de basis al uitgegaan wordt van drie niveaus van instructie. Vaak wordt de plusklas of plusgroep genoemd als voorziening die daar uit voortkomt. Binnen het grondgebied van de afdeling zijn er veel dorpen met een bijbehorende basisschool. Veel besturen hebben zich ten doel gesteld het onderwijs in deze kleine(re) dorpen te

behouden.

Hieronder is de korte beschrijving terug te vinden zoals deze per bestuur gegeven is:

Naam Bestuur Athena

De Toermalijn is een school zijn voor modern vrije schoolonderwijs, geïnspireerd op het pedagogisch gedachtegoed van Rudolf Steiner. De school streeft naar een goede balans tussen het werken en leren met het hoofd (kennis, begrip, reflectie), het hart (beleving, enthousiasme, passie) en de handen (willen, toepassen, oefenen, doen). Tegelijkertijd wil zij een lerende school zijn waar leerkrachten en organisatie gebruik maken van nieuwe en bestaande inzichten om het onderwijs binnen de school verder te ontwikkelen.

In het onderwijsproces staat het kind centraal. De lesstof en het overbrengen van de lesstof op het kind sluiten zo goed mogelijk aan bij de belevingswereld, de ontwikkeling en de leerbehoefte van het kind. De school als geheel richt zich op de optimale ontwikkeling van het kind op sociaal-emotioneel, kunstzinnig en cognitief gebied.

Naam Bestuur CNS Staphorst

In 1968 is in Staphorst de Vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs opgericht. De bedoeling was om te komen tot een algemene Christelijke school met een brede toelating.

In 1970 is de Christelijk Nationale school geopend. De Christelijk Nationale School wil een open school zijn, waarin alle christelijke geloofsrichtingen zich thuis kunnen voelen. Het is een school voor primair onderwijs met de Bijbel als basis voor het leven in de huidige maatschappij. De CNS is een school met een traditioneel leerstofjaarklassensysteem. In principe is elk kind

welkom mits de ouders de (levensbeschouwelijke) identiteit kunnen respecteren.

3

Er is een intern zorgsysteem met een internbegeleider (3 dagen per week) en een remedial

teacher (2 ½ dag per week).

Naam Bestuur PCBO Meppel

PCBO Meppel is een stichting met vijf kleurrijke, breed toegankelijke scholen met een christelijke identiteit, waarin leerlingen zich optimaal kunnen ontplooien in een veilig klimaat. Er is ruimte voor creativiteit en samenwerking, openheid en vertrouwen. Het doel van de stichting is dat ouders, leerlingen en leerkrachten zich gerespecteerd en geaccepteerd voelen

onder het motto: “Iedereen doet er toe!” Over het algemeen typeren de scholen zichzelf als reguliere basisscholen met een jaarklassensysteem die werken vanuit christelijke waarden. De scholen zetten in een op een brede talentontwikkeling met aandacht voor de individuele verschillen tussen de kinderen. De Anne Frankschool werkt, vooruitlopend op het Passend Onderwijs, met adaptief onderwijs. Door verschillende scholen wordt de veilige, ordelijke en rustige omgeving als basis voor het

leren op school benoemd.

Naam Bestuur Promes

Stichting Promes verzorgt het openbaar onderwijs aan negen scholen in de gemeenten Meppel en Staphorst. Naast regulier basisonderwijs biedt de stichting ook eerste opvangonderwijs, speciaal basisonderwijs en onderwijs voor zeer moeilijk lerenden aan. De stichting geeft aan dat op de scholen gezamenlijk wordt gewerkt aan de nieuwe toekomst. De kinderen worden in brede zin ontwikkeld, zodat ze kennis en ervaring zullen krijgen om relaties aan te gaan en taken te kunnen uitvoeren die hen een volwaardig lid van de

maatschappij zullen laten zijn. Door het bieden van boeiend onderwijs stimuleren de scholen de kinderen en worden ze uitgedaagd zodat elke leerling de beste kansen krijgt om zich te ontplooien. Over het algemeen is er sprake van reguliere basisscholen die werken met een jaarklassensysteem. Binnen dit kader wordt er wel gewerkt met gedifferentieerde instructies

en worden in sommige gevallen ook kinderen met lichte problematiek en leerlingen met een Cluster II en een Cluster III indicatie opgevangen. Verder is er nog een gecertificeerde Daltonschool binnen de stichting en biedt een van de scholen geïntegreerd onderwijs aan met

werkvormen van Structureel Coöperatief Leren. De twee scholen met minder dan 100 leerlingen geven aan moeite te hebben het hoofd boven water te houden en zich vooral te moeten richten op het opvangen van de noodgedwongen

teruggang in docenten en middelen.

Naam Bestuur Stichting Talent Westerveld

In de visie van Stichting Talent Westerveld is openbaar onderwijs ontmoetingsonderwijs, waar kinderen leren van en met elkaar. Waar verschillen tussen kinderen gekoesterd worden. De stichting staat als een professionele leergemeenschap voor kinderen, medewerkers en ouders in de samenleving, waar gewerkt wordt aan basis- en talentontwikkeling. Het is een leergemeenschap met een openbaar karakter, die respectvol en veilig is. De visie is omgezet naar twee leidende principes en vier kernwaarden: Niet apart maar samen, en Groei naar

kwaliteit als leidende principes. Professionaliteit, Betrokkenheid, Resultaat, en Kindgericht werken als kernwaarden. Binnen dit referentiekader kan elke school en elke medewerker eigen waarden en doelen hanteren, zolang ze niet strijdig zijn met de algemene

uitgangspunten en ook niet leiden tot een onderlinge strijd. De Stichting Talent Westerveld is een veelkleurig palet van 11 samenwerkende scholen. Een aantal scholen geeft duidelijk aan te werken met een leerstofjaarklassensysteem en

adaptief onderwijs. Bij de kleinere scholen wordt uitsluitend met combinatiegroepen gewerkt. Het merendeel van de scholen geeft expliciet aan uit te gaan van de talenten en brede ontwikkeling van het kind, ook op andere terreinen dan de cognitieve vaardigheden. Leren als sociaal proces wordt in dat kader ook expliciet genoemd. Veel scholen leggen ook de nadruk op het bieden van een veilige omgeving, die open staat voor alle kinderen in het dorp of de plaats waar de school staat.

4

Naam Bestuur VCPOZD

De VCPOZD is een vereniging met 9 basisscholen met een hoge onderwijskwaliteit. Opgericht op 1 januari 2000 en ontstaan door een fusie van 9 verenigingen. De vereniging

heeft als doel: werkzaam zijn tot oprichting en instandhouding van scholen voor christelijk onderwijs in Berghuizen, Diever, Koekange, Nijensleek, Nijeveen, Pesse, Ruinerwold, Dwingeloo en Zuidwolde. Acht van deze scholen behoren tot de afdeling Hoogeveen, en één school tot de afdeling Meppel. Het VCPOZD wil juist in deze tijd volop de discussie aangaan om het christelijk onderwijs in de kleine dorpen, de grotere dorpen en in de stad te behouden. Daarbij staat voor hen niet de kwantiteit, maar de kwaliteit voorop.

De Wel is een school die het christelijke karakter wil uitdragen door het bieden van een veilige omgeving, waarin in een positief pedagogisch klimaat goed geleerd kan worden. Daarbij wordt rekening gehouden met de leeftijd-, belevings- en ervaringswereld van de kinderen. De visie op onderwijs, kind en maatschappij is onder meer terugvinden in de naam van de school. Door de school naar Christus te noemen en door dit als team te onderschrijven, kunnen ouders ervan uitgaan dat in alles wat er in de school gebeurt, gewerkt wordt volgens de keuzes zoals verwoord in de grondslag van de vereniging.

De levensbeschouwelijke visie komt tot uiting in de werkwijze binnen de school. Zo wordt ernaar gestreefd om het individuele kind op de juiste manier aandacht te geven, en op verantwoorde wijze het kind te begeleiden op de lange weg naar volwassenheid. Observatie en toetsing zijn hierbij belangrijke middelen. De leerkracht observeert de kinderen en neemt hen toetsen af, waarmee hij/zij het onderwijs beter op het niveau van de kinderen kan laten aansluiten.

Als een leerling ‘uit de boot valt’, wordt de leerstof zo veel mogelijk op een andere manier aangeboden of wordt een individueel programma ontwikkeld. De school heeft een daarvoor opgeleide Intern Begeleider. Zij kan de leerkrachten tips geven en helpen bij het opstellen van een ‘handelingsplan’ . Ook kan de school zich laten bijstaan door het zorgteam van het Samenwerkingsverband. Het zorgteam bestaat uit orthopedagogen, psychologen, motorische

remedial teachers, logopedisten en ambulant begeleiders. Ook kan de school een beroep doen op ambulant begeleiders uit het Speciaal Onderwijs. Kinderen die meer aankunnen dan het gemiddelde hebben de mogelijkheid om programma’s te volgen die uitdagend zijn en meer

aansluiten bij het niveau van het kind.

Naam Bestuur Wolderwijs

De stichting Wolderwijs heeft als doel het laten geven van onderwijs aan de openbare basisscholen in de gemeente De Wolden. De openbare scholen werken samen onder het motto: Het kind staat centraal. De scholen en het bestuur willen dat leerlingen voldoende kennis opdoen en zich ontwikkelen tot zelfstandige, sociale mensen, die met een positief

zelfbeeld de wereld tegemoet kunnen treden. Zij willen de leerlingen een veilig, ondersteunend en rijk schoolklimaat bieden, waarin opbrengstgericht wordt gewerkt en de saamhorigheid tussen én de ontwikkeling van leerlingen en leerkrachten wordt gestimuleerd. De stichting heeft twaalf scholen van verschillende grootte en die deels ook met verschillende onderwijsconcepten werken. De meeste scholen kennen een jaarklassysteem, in sommige gevallen in combinatiegroepen vanwege de grootte van de school. Bij de kleine scholen is

soms gekozen voor een afstemming en samengaan van directie en ondersteuning. Er is een school die haar onderwijs op de visie van Dalton baseert en bezig is de Dalton opleiding af te

ronden. Een andere school werkt volgens een zelfontwikkeld onderwijsconcept dat elementen bevat van zowel traditionele als van hedendaagse onderwijsvernieuwers. Meerdere scholen werken met groepsplannen en didactische groepsoverzichten. De zorg voor

de leerling staat bij veel scholen centraal, en vaak worden er meerdere leer- en zorgniveaus onderscheiden. Verschillende scholen geven aan volgens het IGDI-model (Interactief Gedifferentieerd model voor Directe Instructie) te werken.

5

Naam Bestuur Zevenster

VGPO De Zevenster is een Vereniging voor Gereformeerd Primair Onderwijs, gevestigd te

Meppel. De schoolvereniging bestaat sinds juli 1999 en bestuurt zeven gereformeerde basisscholen in Noord-West Overijssel en Zuid-West Drenthe. De verenging heeft vier scholen binnen het Samenwerkingsverband PO 2203, verdeeld over de drie afdelingen. Eén school

bevindt zich in de afdeling Hoogeveen, één school in de afdeling Meppel en twee scholen in de afdeling Steenwijkerland. De Calvijnschool vindt het belangrijk om alle kinderen persoonlijke aandacht en zorg te geven. Ieder kind is uniek en heeft op grond daarvan een specifieke benadering nodig. Hierbij wordt uitgegaan van de mogelijkheden van iedere leerling. De kinderen leren hun sterke kanten kennen en leren omgaan met eigen emoties. De omgang met elkaar is open en respectvol.

De Calvijnschool streeft ernaar om een brede zorgschool te zijn. Binnen de school zijn mogelijkheden voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. In hoofdlijnen betekent dit het volgende: 1. Leerlingen met een leerachterstand of een intellectueel probleem kan de school in de meeste gevallen goed onderwijs bieden. Bij ernstige en/of meervoudige problemen kunnen soms de grenzen van zorg in zicht komen.

2.Voor kinderen met taalproblemen is er in vrijwel alle gevallen een passende aanpak. Maar ook hierbij geldt dat een combinatie met spraakproblemen zorgoverstijgend kan worden. 3.Voor leerlingen met motorische problemen (bijv spasmen en rolstoelgebruikers) zijn de mogelijkheden beperkt. 4.Voor leerlingen met gedragsproblemen wordt vaak een goede aanpak gevonden. Bij ernstige, naar buiten gerichte, gedragsproblematiek, waarbij het gedrag de veiligheid van andere kinderen in gevaar brengt kan de school geen zorg bieden.

5.Voor kinderen met werkhoudingsproblemen zijn er meestal goede mogelijkheden. Kinderen met een problematische thuissituatie kunnen in vrijwel alle gevallen rekenen op adequate mogelijkheden. 6.Kinderen met een visuele of auditieve beperking kunnen in sommige gevallen een passende aanpak krijgen, veelal door gebruik te maken van technische hulpmiddelen. Voor kinderen die (bijna) niet kunnen zien of horen worden echter grenzen ervaren.

7.Voor leerlingen met sociale en/of emotionele problemen is er in de meeste gevallen een aanpak. Bij leerlingen met een problematisch zelfvertrouwen of contactname ervaart de school grenzen.

6

2. Kengetallen leerlingen

1 0,6% 51 3,5% 120 8,1% 62 4,8% 9 4,7% 105 7,1% 348 5,3%

31 2,1% 43 2,9% 8 0,6% 1 0,5% 15 1,0% 98 1,5%

SBO 1,3 0,5% 4,3 0,3% 6,7 0,4% 4,0 0,3% 1,7 0,9% 3,7 0,2% 0,3 0,2% 22,0 0,3%

SO Cluster I 0,0

SO Cluster II 0,7 0,0% 0,7 0,0%

SO Cluster II I 0,3 0,2% 0,7 0,0% 1,0 0,1% 0,3 0,0% 2,3 0,0%

SO Cluster IV 0,3 0,1% 1,3 0,1% 2,0 0,1% 1,7 0,1% 0,7 0,0% 0,7 0,4% 6,7 0,1%

AB Cluster I 0,3 0,0% 1,0 0,1% 1,0 0,1% 2,3 0,0%

AB Cluster II 0,7 0,2% 9,7 0,7% 6,3 0,4% 8,0 0,6% 2,0 1,0% 3,7 0,2% 30,4 0,5%

LGF Cluster II I 0,7 0,4% 1,7 0,6% 6,7 0,5% 8,7 0,6% 10,0 0,8% 0,7 0,3% 5,7 0,4% 1,0 0,6% 35,0 0,5%

LGF Cluster IV 0,7 0,4% 3,3 1,1% 12,7 0,9% 12,3 0,8% 10,3 0,8% 0,3 0,2% 9,3 0,6% 3,3 1,9% 52,4 0,8%

Totaal 1,7 1,0% 7,3 2,5% 35,7 2,4% 37,7 2,5% 35,3 2,8% 4,7 2,4% 24,0 1,6% 5,3 3,1% 151,8 2,3%

Groep 1 1,0 0,5% 1,0 0,0%

Groep 2 1,0 0,5% 1,0 0,0%

Groep 3 2,0 0,2% 2,0 0,0%

Groep 4 1,0 0,5% 1,0 0,1% 2,0 0,0%

Groep 5 3,0 0,2% 5,0 0,4% 3,0 1,6% 5,0 0,3% 1,0 0,6% 17,0 0,3%

Groep 6 3,0 0,2% 6,0 0,5% 4,0 0,3% 1,0 0,6% 14,0 0,2%

Groep 7 3,0 0,2% 6,0 0,4% 7,0 0,5% 2,0 1,0% 10,0 0,7% 3,0 1,7% 31,0 0,5%

Groep 8 5,0 3,0% 9,0 0,6% 10,0 0,7% 13,0 1,0% 1,0 0,5% 7,0 0,5% 45,1 0,7%

Totaal 5,0 3,0% 15,0 1,0% 19,0 1,3% 33,0 2,6% 9,0 4,7% 27,0 1,8% 5,0 2,9% 113,1 1,7%

VSO 0,3 0,2% 0,7 0,0% 1,3 0,1% 1,0 0,1% 3,3 0,1%

Prakti jkonderwi js 0,7 0,0% 2,0 0,1% 2,3 0,2% 0,7 0,0% 5,7 0,1%

VMBO B 1,3 0,8% 11,3 0,8% 14,7 1,0% 15,0 1,2% 1,3 0,7% 34,7 2,4% 0,7 0,4% 79,1 1,2%

VMBO K 2,0 1,2% 20,7 7,1% 15,0 1,0% 27,7 1,9% 29,3 2,3% 1,0 0,5% 30,0 2,0% 5,0 2,9% 130,8 2,0%

VMBO T 4,3 2,6% 10,0 3,4% 37,0 2,5% 54,0 3,6% 61,3 4,8% 6,3 3,3% 40,7 2,8% 4,7 2,7% 218,6 3,3%

HAVO 3,7 2,2% 7,7 2,6% 32,3 2,2% 51,7 3,5% 48,3 3,8% 9,7 5,0% 49,3 3,3% 3,7 2,1% 206,6 3,2%

VWO 5,7 3,4% 15,7 5,4% 67,7 4,6% 48,7 3,3% 45,0 3,5% 5,7 3,0% 44,7 3,0% 5,0 2,9% 238,3 3,6%

Stic

htin

g Ta

lent

Wes

terv

eld

%va

n aa

ntal

lln

VCP

OZD

%va

n aa

ntal

lln

192

Ath

ena

%va

n aa

ntal

lln

CNS

Stap

hors

t

%va

n aa

ntal

lln

PCB

O M

eppe

l

%va

n aa

ntal

lln

169 291 1471

Prom

es

%va

n aa

ntal

lln

1488

Wol

derw

ijs

%va

n aa

ntal

lln

Zeve

nste

r

% v

an a

anta

l

lln Tota

al

%va

n aa

ntal

lln

Kengetallen leerlingen

Gemiddeld aantal verwijzingen periode 2010-2013:

Aantal kinderen met een ontwikkelingsperspectief:

6541

Gemiddelde uitstroom naar het Voortgezet Onderwijs periode 2010-2013:

1475 173Aantal leerl ingen op 01-10-2013

Aantal leerl ingen gewicht 0,3

Aantal leerl ingen gewicht 1,2

1282

7

In totaal zijn er meer dan 6540 leerlingen in de afdeling Meppel, die niet gelijkmatig over de

besturen verdeeld zijn. Ruwweg kunnen er twee groepen van besturen onderscheiden worden

wanneer gekeken wordt naar de leerlingaantallen. Er zijn vier besturen met een leerlingtal dat ongeveer tussen de 170 en 300 leerlingen ligt, en er zijn vier besturen met meer dan 1000 leerlingen waarbij het leerlingtal ruwweg tussen de 1280 en de 1490 leerlingen ligt. De besturen met een kleiner leerlingtal zijn allen besturen met één school binnen deze afdeling vertegenwoordigd zijn. In sommige gevallen betreft het hier besturen met meer scholen buiten de afdeling Meppel, maar het betreft ook besturen met maar één school. De besturen met meer dan

1000 leerlingen hebben allen meerdere scholen binnen de afdeling. Wanneer de omvang van de scholen per bestuur bekeken worden, dan veranderd het beeld enigszins. Wanneer het aantal leerlingen in een bestuur met meer scholen gedeeld wordt door het aantal scholen in dat bestuur dan is de conclusie direct dat er meerdere kleinere scholen moeten zijn, scholen die kleiner zijn dan de scholen van de besturen met één school in deze afdeling. Het

gemiddelde van PCBO Meppel (294,2 leerling per school) en van Promes (212,6 leerling per school) liggen dan in de orde van grootte van de besturen met één school. De scholen van Stichting Talent (116,5 leerling per school) en Wolderwijs (122,9 leerling per school) zijn dan gemiddeld beduidend kleiner.

Wanneer de bovengrens bij 200 leerlingen gelegd wordt zijn er in totaal 25 scholen in deze afdeling die kleiner zijn: Athena heeft één school met circa 170 leerlingen, PCBO Meppel heeft twee scholen

met tussen de 150 en 200 leerlingen, Promes heeft twee scholen met minder dan 90 leerlingen en een school met 160 leerlingen, Stichting Talent heeft vier scholen met tussen de 100 en 150 leerlingen en vijf scholen met minder dan 70 leerlingen. VCPOZD heeft een school met ruim 190 leerlingen en Wolderwijs heeft zeven scholen met minder dan 100 leerlingen, waarvan vijf zelfs met minder dan 50 leerlingen, en heeft een school met ruim 120 leerlingen. De Zevenster heeft een school met 170 leerlingen. Van de 39 scholen in deze afdeling hebben 19 scholen dus zelfs minder dan 150 leerlingen en 14 scholen zelfs minder dan 100 leerlingen.

In totaal zijn er in de afgelopen drie jaar gemiddeld 151,8 leerlingen per jaar verwezen of geïndiceerd in deze afdeling. Dat is ongeveer 2,3% van het totaal aantal leerlingen. Iets meer dan driekwart daarvan betrof indicering voor een van de vier Clusters, gemiddeld 120,1 leerlingen per jaar (1,8%). Ruim twee-vijfde deel hiervan (52,4 leerlingen gemiddeld, 0,8%) waren Cluster IV indicaties. Voor Cluster III waren dit gemiddeld 35,0 leerlingen (0,5%), Cluster II gemiddeld 30,4

leerlingen (0,5%) en voor Cluster I gemiddeld 2,3 leerlingen (0,0%). Het aantal verwijzingen betrof vooral verwijzingen naar het SBO, gemiddeld 22,0 leerlingen (0,3%). De verwijzingen naar

het Speciaal Onderwijs voor een van de Clusters was veel geringer: naar Cluster I werd geen leerling verwezen, naar Cluster II gemiddeld 0,7 leerling (0,0%), naar Cluster III gemiddeld 2,3 leerling (0,0%), en naar Cluster IV gemiddeld 6,7 leerling (0,1%). Met de kanttekening dat bij een klein bestuur de verwijzing van een enkele leerling al snel tot een

hoger percentage leidt, zijn er vier besturen die een meer dan gemiddeld aantal leerlingen verwezen heeft of waar een indicatie verleend is. Bij Zevenster (173 leerlingen) ligt dit percentage het hoogst, gemiddeld 3,1% per jaar, gevolgd door de Stichting Talent (1282 leerlingen) met 2,8% per jaar. De andere twee besturen met een meer dan gemiddeld aantal hebben een percentage dat nauwelijks afwijkt van het gemiddelde van 2,3%, hun percentage ligt op 2,5%. Dit is het geval bij CNS Staphorst (291 leerlingen) en Promes (1488 leerlingen). Twee besturen hebben een gemiddeld percentage van 2,4%, dat wordt hier niet als afwijkend van het algemene gemiddelde

van 2,3% genomen. Dat betekent dat de besturen qua uitstroom en indicering redelijk gelijk liggen. De gemiddelde uitstroom naar VSO en Praktijkonderwijs is over het algemeen laag, en de besturen zitten daar op of onder het gemiddelde percentage. Hieronder is de korte beschrijving terug te vinden zoals deze per bestuur gegeven is:

Naam Bestuur Athena

De school heeft bijna 170 leerlingen en heeft in de afgelopen drie jaar nauwelijks te maken gehad met verwijzingen en indiceringen: gemiddeld betreft het 1,7 leerling per jaar in de afgelopen drie jaar. Er is één leerling in de afgelopen drie jaar verwezen naar het Speciaal Onderwijs Cluster III, en er is gemiddeld 0,7 leerling per jaar geïndiceerd voor Cluster III en

een zelfde aantal voor Cluster IV. Er is de afgelopen drie jaar één leerling uitgestroomd naar het VSO en geen enkele leerling is naar het Praktijkonderwijs gegaan.

8


De school heeft ruim 290 leerlingen en heeft in de afgelopen drie jaar gemiddeld 7,3 leerling

verwezen of geïndiceerd. Daarvan is 1,6 leerling verwezen naar her SBO (1,3 leerling) of het Speciaal Onderwijs, in dit geval Cluster IV (één leerling in de afgelopen drie jaar). Voor Cluster II, III en IV zijn indicaties afgegeven en dan met name voor Cluster IV (gemiddeld

3,3 leerlingen per jaar). Er zijn de afgelopen drie jaar geen leerlingen uitgestroomd naar het VSO of het Praktijkonderwijs.


De kleinste school heeft bijna 150 leerlingen en de grootste school binnen de stichting bijna 560 leerlingen. De Anne Frankschool heeft met ruim 180 het op een na laagste leerlingental, de andere twee scholen hebben ruim 250 en ruim 320 leerlingen. In de afgelopen drie jaar zijn er gemiddeld 35,7 leerlingen per jaar verwezen of geïndiceerd. Het merendeel hiervan, 29,4 leerlingen gemiddeld, betreft indiceringen voor een van de vier clusters. De grootste hoeveelheid betreft Cluster IV indicaties, 12,7 per jaar gemiddeld, gevolgd door Cluster II

indicaties, 9,7 gemiddeld per jaar. Cluster I indicaties komen nauwelijks voor, één leerling in de afgelopen drie jaar. De indicaties voor Cluster III betroffen gemiddeld 6,7 leerlingen.

Gemiddeld 6,3 leerlingen per jaar werden verwezen naar het SBO of het Speciaal Onderwijs, het merendeel naar het SBO met gemiddeld 4,3 leerlingen per jaar. De andere verwijzingen betroffen het Cluster III onderwijs (0,7 leerling gemiddeld) en Cluster IV onderwijs (1,3

leerling gemiddeld). In de afgelopen drie jaar zijn twee leerlingen uitgestroomd naar het VSO en twee leerlingen naar het Praktijkonderwijs.

Naam Bestuur Promes

De stichting kent twee scholen met rond de 90 leerlingen en één grote school met ruim 480 leerlingen. De andere vier scholen zitten daar tussenin, met één school van bijna 160 leerlingen en drie scholen die tussen de 200 en 250 leerlingen hebben. De afgelopen drie jaar zijn er jaarlijks gemiddeld 37,7 leerlingen verwezen naar een vorm van

speciaal onderwijs of geïndiceerd. Gemiddeld 6,7 leerlingen hiervan zijn verwezen naar het SBO, 27,3 leerlingen gemiddeld hebben een indicatie gekregen voor Cluster II, III of IV. Bijna de helft daarvan, 12,3 leerlingen, betrof een verwijzing naar Cluster IV. Gemiddeld zijn jaarlijks 1,3 leerlingen uitgestroomd naar het VSO en 2,0 leerling naar het Praktijkonderwijs.


Uit de gegevens valt op te maken dat er drie groepen scholen te onderscheiden zijn: twee grotere basisscholen met meer dan 250 leerlingen (Bosrank en Storkschool), vier scholen met tussen de 100 en 150 leerlingen (Hoekstee, Kievitshoek, Oosterveldschool en de Singelier),

en vijf scholen met minder dan 70 leerlingen. Gemiddeld worden er 35,3 leerlingen per jaar verwezen of geïndiceerd, met de grootste groep (28,3) indiceringen voor de Clusters II, III en IV. Naar het SBO zijn niet meer dan 4 leerlingen gemiddeld op een totaal van 1282 leerlingen binnen de gehele stichting verwezen. Geen van de leerlingen stroomt uit naar het VSO en naar het Praktijkonderwijs is gemiddeld 2,3 leerling uitgestroomd.

Naam Bestuur VCPOZD

De school telt ruim 190 leerlingen en heeft in de afgelopen drie jaar gemiddeld 4,7 leerlingen

verwezen of geïndiceerd. De verwijzingen hebben alleen naar het SBO plaatsgevonden, gemiddeld 1,7 leerling per jaar. Het aantal indicaties betreft gemiddeld 3,0 leerling per jaar met het grootste aantal indicaties voor Cluster II, gemiddeld 2,0 leerling per jaar. Er zijn geen leerlingen uitgestroomd naar VSO of het Praktijkonderwijs.


De stichting kent een zevental scholen met minder dan 100 leerlingen, waarvan vijf met zelfs minder dan 50 leerlingen. Drie van deze scholen werken intensief samen en vallen onder

dezelfde directeur: De Bosrand, De Lindert en Reestzicht. Er zijn drie scholen met een groot

9

aantal leerlingen: er is een school met bijna 320 leerlingen, een school met ruim 260 leerlingen en een school met ruim 210 leerlingen. Tenslotte is er nog een school met ruim

120 leerlingen. De afgelopen drie jaar zijn er gemiddeld 24,1 leerlingen verwezen of geïndiceerd. Ruim driekwart daarvan betreft indicaties voor een van de vier clusters, 19,7 leerlingen gemiddeld in totaal. De helft daarvan betreft Cluster IV indicaties (9,7 leerling gemiddeld). Naar Cluster

III werden gemiddeld 5,7 leerlingen verwezen, naar Cluster II 3,7 leerlingen en naar Cluster I gemiddeld 1,0 leerling. Naar het SBO werden jaarlijks gemiddeld 3,7 leerlingen verwezen. Naar het VSO stroomde gemiddeld 1,0 leerling uit in de afgelopen drie jaar, en 0,7 leerling ging door naar het Praktijkonderwijs.


De school kent ruimt 170 leerlingen en heeft in de afgelopen drie jaar gemiddeld 5,3 leerlingen verwezen of geïndiceerd. Het merendeel betreft indicaties voor Cluster IV (3,3 leerling gemiddeld) en Cluster III (1,0 leerling gemiddeld). Naar het Speciaal Onderwijs is ook

gemiddeld 1,0 leerling verwezen in de afgelopen drie jaar: 0,3 leerling gemiddeld naar het SBO en 0,7 leerling gemiddeld naar Cluster IV onderwijs. Er zijn geen kinderen uitgestroomd

naar het VSO of naar het Praktijkonderwijs.

10

3. Ondersteuningsstructuur

Ath

ena

CNS

Stap

hors

t

PCB

O M

eppe

l

Prom

es

Stic

htin

g Ta

lent

Wes

terv

eld

VCP

OZD

Wol

derw

ijs

Zeve

nste

r

Gem

idde

ld a

anw

ezi

g

1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 0,9 1,0 1,0

0,0 1,0 0,8 0,6 0,5 0,0 0,4 0,0 0,6

0,0 1,0 1,0 1,0 0,9 1,0 1,0 1,0 0,9

0,0 1,0 0,8 0,6 0,8 0,0 0,8 1,0 0,8

1,0 0,0 1,0 0,4 0,6 1,0 0,6 1,0 0,9

1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0

1,0 0,0 0,4 0,7 0,3 1,0 1,0 1,0 0,9

1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0

1,0 1,0 1,0 0,3 0,4 0,0 0,2 0,0 0,8

1,0 1,0 1,0 0,7 0,2 0,0 0,4 0,0 0,8

1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0

1,0 1,0 1,0 0,9 1,0 1,0 0,9 1,0 1,0

0,0 0,0 0,2 0,0 0,2 1,0 0,0 0,0 0,4

ParnasSys

1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0

1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 0,8 1,0 1,0

1,0 1,0 0,8 0,9 0,8 1,0 0,6 1,0 1,0

Genoemde aanwezigheid planmatig handelen

Handelingsplan of ontwikkelperspectief

Betrekken van ouders bij opstellen plan

Groepsplannen

Parnassys / GOVK

10 minuten gesprek

Ouderbezoeken alle lln min 1x pj

Genoemde namen leerlingvolgsysteem

Parnassys

Cito / Zien

ParnasSys

Cito / ParnasSys

ParnasSys / Cito Cito / ParnasSys

Ondersteuningsstructuur

Aanwezigheid preventieve en licht curatieve interventies:

Ouderbezoeken indien nodig

Begeleiding voor dyslexie

Begeleiding voor dyscalculie

Programma's meer/minder intelligente lln

Rolstoeltoegankelijk gebouw

Programma's aanpak gedragsproblemen

Pestprotocol

Protocol medisch handelen

Aanwezigheid onderwijsondersteuning:

Intern begeleider

Remedial teacher

Zorgteam in school

In bovenstaand overzicht geeft iedere kolom per bestuur aan welk deel van de aangesloten scholen beschikt over de genoemde interventies, ondersteuning of onderdeel van het planmatig handelen. De laatste kolom “gemiddeld aanwezig” geeft het aandeel van de besturen aan die beschikken over de genoemde onderdelen. Een score van 1,0 betekent 100% aanwezigheid.

11

Bij alle besturen is begeleiding voor dyslexie aanwezig en is er een pestprotocol. Dat laatste geldt

zelfs voor alle scholen binnen alle besturen. Bijna alle besturen beschikken over programma’s voor

meer of minder intelligente leerlingen en programma’s voor de aanpak van gedragsproblemen. Ook hebben bijna alle besturen een protocol medisch handelen. Iets meer dan de helft van de besturen heeft begeleiding voor dyscalculie. Alle scholen van alle besturen beschikken over een intern begeleider en voeren tien minutengesprekken. Bij alle besturen worden ook ouderbezoeken afgelegd indien nodig, dit

gebeurt bij bijna alle scholen. Iets meer dan driekwart van de besturen heeft een Remedial Teacher en een zelfde hoeveelheid heeft zorgteams in de scholen. Bij twee vijfde deel van de besturen komt het voor dat er jaarlijkse ouderbezoeken afgelegd worden bij alle ouders van een school, maar dit gebeurt bij heel weinig scholen. Alle scholen van alle besturen werken met een handelingsplan of ontwikkelingsperspectief, en bij

alle besturen zijn er scholen die de ouders betrekken bij het opstellen van die plannen. Bij alle besturen wordt ook met groepsplannen gewerkt, maar dat geldt niet voor alle scholen bij die besturen. Over het algemeen wordt er vooral gebruik gemaakt van ParnasSys als leerlingvolgsysteem,

daarnaast wordt Cito ook veel genoemd. Andere systemen als Zien, en GOVK worden ook een enkele keer genoemd.


Naam Bestuur Athena

De school heeft als preventieve en licht curatieve interventies de beschikking over begeleiding

voor dyslexie en programma’s voor de aanpak van gedragsproblemen. De school heeft een pestprotocol en een protocol voor medisch handelen. Er is geen begeleiding voor dyscalculie en er zijn geen programma’s voor meer of minder intelligente leerlingen. Ten aanzien van de onderwijsondersteuning heeft de school de beschikking over een Intern Begeleider en een Remedial Teacher, en is er een zorgteam in de school. De school voert tien

minutengesprekken en bezoekt de ouders indien dit nodig is maar brengt geen jaarlijkse bezoeken aan alle ouders. De school werkt zowel met individuele handelingsplannen als met groepsplannen en betrekt de ouders bij het opstellen van de plannen. Als leerlingvolgsysteem wordt ParnasSys gebruikt.


De school heeft ondersteuning voor dyslexie en dyscalculie, beschikt over programma’s voor meer en minder intelligente leerlingen en heeft een pestprotocol. De school beschikt niet over programma’s voor de aanpak van gedragsproblemen en heeft nog geen protocol medisch

handelen. Ten aanzien van de onderwijsondersteuning heeft de school een Intern Begeleider en een Remedial Teacher, en is er een zorgteam in de school. De school voert tien minutengesprekken en gaat indien nodig op bezoek bij ouders. De school voert geen jaarlijkse ouderbezoeken uit bij alle ouders. Ten aanzien van het planmatig handelen werkt de school zowel met individuele handelingsplannen als met groepsplannen en betrekt de

school de ouders bij het opstellen van de plannen. Als leerlingvolgsysteem gebruikt de school Cito en Zien.


Over het algemeen beschikken de scholen binnen de stichting over een groot aantal preventieve en licht curatieve interventies: alle scholen kennen begeleiding voor dyslexie, een pestprotocol, en hebben programma’s voor meer of minder intelligente kinderen en voor de aanpak van gedragsproblemen. Het Kompas is de enige school die niet beschikt over begeleiding voor dyscalculie. Slechts twee van de vijf scholen beschikt momenteel over een

protocol medisch handelen. Ten aanzien van de onderwijsondersteuning beschikken alle scholen over een Intern Begeleider en een Remedial Teacher en hebben zij een zorgteam in school. Alle scholen

12

voeren tien minutengesprekken en bezoeken ouders indien dat nodig is. Slechts één school bezoekt alle ouders tenminste eenmaal per jaar.

Alle scholen werken met handelingsplannen en betrekken de ouders bij het opstellen van de plannen. Op één school na werken ook alle scholen met groepsplannen. Als leerlingvolgsysteem wordt over het algemeen ParnasSys gebruikt, al wordt op een school daarnaast ook nog Bosos en Kanvas genoemd.

Naam Bestuur Promes

Alle scholen hebben begeleiding voor dyslexie in de school en hebben programma’s voor meer en minder intelligente leerlingen. Ook hebben alle scholen een pestprotool. Vier van de scholen hebben begeleiding voor dyscalculie en vijf van de zeven scholen hebben al een protocol medisch handelen. Ten aanzien van de onderwijsondersteuning hebben alle scholen een Intern Begeleider, maar bijna geen van de scholen heeft een Remedial Teacher, slechts twee van de scholen

beschikken hier over. Vijf van de zeven scholen hebben een zorgteam in de school. Alle scholen voeren tien minutengesprekken en bijna alle scholen gaan op ouderbezoek wanneer

dit nodig is. Geen van de scholen legt jaarlijks een bezoek aan alle ouders af. Alle scholen werken met een handelingsplan en betrekken ook de ouders bij het opstellen van het plan. Op één school na werken alle scholen ook met groepsplannen. Als

leerlingvolgsysteem wordt over het algemeen gebruik gemaakt van Cito en ParnasSys. Eén school gebruikt daarnaast ook nog de systemen Bosos en Op School.


De ondersteuning op het gebied van dyslexie, programma’s voor meer of minder intelligente leerlingen en het hanteren van een pestprotocol is op (bijna) alle scholen van de stichting aanwezig. De scholen kennen nog nauwelijks een protocol voor medisch handelen, en een beperkt aantal scholen heeft begeleiding voor dyscalculie of een programma voor het aanpakken van gedragsproblemen.

Alle scholen hebben een intern begeleider, voeren 10 minuten gesprekken en leggen ouderbezoeken af wanneer dit nodig is. Op één school na (De Hoekstee) bezoekt geen van de

scholen alle leerlingen jaarlijks. Zorgteams en Remedial Teachers zijn er nog nauwelijks in de scholen. Planmatig handelen is op bijna alle scholen op alle fronten ingevoerd, slechts twee scholen werken nog niet met groepsplannen. Bijna alle scholen gebruiken ParnasSys als leerlingvolgsysteem, twee scholen gebruiken het systeem van CITO.

Naam Bestuur VCPOZD

De school heeft begeleiding voor dyslexie en programma’s voor meer of minder intelligente leerlingen en de aanpak van gedragsproblemen. Er is geen begeleiding voor dyscalculie en het schoolgebouw is niet geheel rolstoeltoegankelijk. De school heeft zowel een pestprotocol als een protocol medisch handelen. Ten aanzien van de onderwijsondersteuning is er een Intern Begeleider aanwezig in de school, maar er is geen Remedial Teacher en ook geen zorgteam in de school. De school

voert tien minutengesprekken en bezoekt ouders wanneer dit nodig is. Daarnaast bezoekt de school alle ouders ook jaarlijks. Er wordt gewerkt met individuele handelingsplannen en met groepsplannen en de school betrekt de ouders bij het opstellen van een plan. Als

leerlingvolgsysteem worden ParnasSys en GOVK gebruikt


Alle scholen kennen een programma voor meer of minder intelligente leerlingen, en bijna alle scholen hebben begeleiding voor dyslexie binnen de school. Verder hebben alle scholen een pestprotocol en hebben zij ook allemaal een protocol voor medisch handelen. Iets meer dan

de helft van de scholen heeft een programma voor de aanpak van gedragsproblemen en iets minder dan de helft heeft begeleiding voor dyscalculie binnen de school.

13

Alle scholen hebben een Intern Begeleider, maar bijna geen enkele school heeft een Remedial Teacher. Iets minder dan de helft van de scholen heeft een zorgteam binnen de school. Alle

scholen voeren tien minutengesprekken en bijna alle scholen leggen een ouderbezoek af indien dit nodig is. Geen van de scholen voert jaarlijks oudergesprekken met alle ouders van de leerlingen. Alle scholen werken met individuele handelingsplannen en op twee scholen na wordt bij het

opstellen van die plannen de ouders betrokken. Iets meer dan de helft van de scholen werkt met groepsplannen. Als leerlingvolgsysteem worden verschillende systemen genoemd: LOVS Cito en ParnasSys worden door de scholen het meest aangegeven, maar ook Pravoo en Kanvas worden genoemd.


De school beschikt over begeleiding voor dyslexie en programma’s voor meer en minder intelligente kinderen en voor de aanpak van gedragsproblemen. Ook heeft de school een pestprotocol en een protocol medisch handelen. Begeleiding voor dyscalculie is niet aanwezig.

Er is een Intern Begeleider, maar geen Remedial Teacher of een zorgteam in de school. De

school voert tien minutengesprekken en bezoekt ouders indien dit nodig is. Jaarlijkse ouderbezoeken aan alle ouders worden niet afgelegd. De school werkt zowel met individuele handelingsplannen als met groepsplannen en betrekt de ouders bij het opstellen van de plannen. Als leerlingvolgsysteem wordt ParnasSys gebruikt.

14

4. Inspectieoordeel

Ath

ena

CNS

Stap

hors

t

PCB

O M

eppe

l

Prom

es

Stic

htin

g Ta

lent

Wes

terv

eld

VCP

OZD

Wol

derw

ijs

Zeve

nste

r

Gem

idde

lde

scor

e

2,0 n.v.t. 2,7 3,0 3,0 4,0 3,0 2,0 2,8

2,0 n.v.t. 3,0 3,0 3,3 4,0 3,0 3,0 3,0

3,0 n.v.t. 2,7 3,0 3,0 4,0 3,0 2,0 3,0

2,0 n.v.t. 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 2,9

2,0 n.v.t. 2,7 3,0 2,8 3,0 2,9 3,0 2,8

2,0 n.v.t. 2,7 3,0 2,8 3,0 3,0 3,0 2,8

2,0 n.v.t. 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 2,9

3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 4,0 3,3 3,0 3,2

2,0 n.v.t. 2,5 3,0 2,9 4,0 2,9 3,0 2,9

2,0 3,0 3,2 3,0 3,0 4,0 3,0 3,0 3,0

2,0 2,0 3,2 2,8 2,6 4,0 2,8 2,0 2,7

2,0 3,0 3,2 3,0 3,0 4,0 3,0 3,0 3,0

2,0 3,0 2,8 3,0 2,9 4,0 3,0 2,0 2,8

n.v.t. 2,0 3,0 3,0 3,0 4,0 3,1 3,0 3,0

8.4 Regelmatig evalueren effecten

8.5 Structurele samenwerking keten

Ondersteuning en begeleiding (Legenda: 0 = niet ingevuld; 1 = slecht; 2 = onvoldoende; 3 = voldoende; 4 = goed)

7.1 Samenhangend systeem prestaties

7.2 Systematisch volgen en analyseren

8.1 Vroegtijdige sginalering

8.2 Aard zorg zorgleerlingen via analyse

8.3 Planmatige uitvoering ondersteuning

Inspectieoordeel

6.3 ... stemmen verwerkingsopdrachten af

6.4 ... stemmen onderwijstijd af

Onderwijsleerproces (Legenda: 0 = niet ingevuld; 1 = slecht; 2 = onvoldoende; 3 = voldoende; 4 = goed). Leraren …

5.1 … geven duidelijke uitleg leerstof

5.2 ... realiseren taakgerichte werksfeer

5.3 … betrekken leerlingen actief

6.1 ... stemmen leerinhouden af

6.2 ... stemmen instructie af

Bovenstaande scores zijn de gemiddelde scores per bestuur. De gemiddelde score van de gehele afdeling zijn alleen genomen over de aanwezige scores. Het ontbreken van een score benadeelt het gemiddelde dus niet.

15

In totaal is er 32 keer een onvoldoende beoordeling gegeven (< 3,0) door de inspectie op de

verschillende aspecten. Gemiddeld genomen komt deze score veruit het meest voor bij Athena, die

op totaal elf aspecten een onvoldoende heeft. Daarnaast heeft ook PCBO Meppel in totaal zes keer een onvoldoende score behaald en Stichting Talent vijf keer. Het aspect waarop bij besturen het meest een onvoldoende behaald wordt is het bepalen van de aard van de zorg voor zorgleerlingen aan de hand van een analyse, in totaal is dit bij zes van de acht besturen het geval. Andere aspecten die meerdere malen onvoldoende beoordeeld zijn bij de besturen zijn het regelmatig evalueren van de effecten, het systematisch volgen en analyseren en het afstemmen van de

instructie. Dit komt bij vier van de acht besturen voor. Bij VCPOZD is als enige een goede score terug te vinden en dan maar liefst tien keer. Een goede score komt ook bij de scholen van de andere besturen voor, maar toont zich niet direct in alle gemiddelden van de inspectieoordelen per bestuur. Hieronder is de korte beschrijving terug te vinden zoals deze per bestuur gegeven is:

Naam Bestuur Athena

De school heeft in 2013 voor het laatst een inspectierapport ontvangen. Op bijna alle punten scoort de school onvoldoende, alleen ten aanzien van het actief betrekken van de leerlingen

bij het onderwijsleerproces en een samenhangend systeem van prestaties scoort de school voldoende.


De school heeft in 2013 voor het laatste een inspectierapport ontvangen. Niet alle onderdelen zijn daarin opgenomen, er is daardoor geen volledig beeld van de school. Van de onderdelen die wel beoordeeld zijn, heeft de school op twee aspecten onvoldoende gescoord, op het bepalen van de aard van de zorg voor leerlingen op basis van analyse en voor de structurele samenwerking in de keten. De andere gescoorde onderdelen werden als voldoende

beoordeeld.


Het merendeel van de scholen heeft in 2010 voor het laatst een inspectierapport ontvangen, op niet alle aspecten is daarom een score beschikbaar. Ten aanzien van het onderwijsleerproces scoort de Koninging Beatrixschool als enige school binnen de stichting

een onvoldoende, in totaal op vier verschillende aspecten: het geven van een duidelijke uitleg bij de leerstof, het actief betrekken van de leerlingen, en het afstemmen van instructie en verwerkingsopdrachten. De andere scores bij het onderwijsleerproces zijn, voor zover

aanwezig, voldoende. Ten aanzien van de ondersteuning en begeleiding scoort De Akker als enige school op onderdelen goed, en wel drie in totaal: vroegtijdige signalering, aard van de zorg voor leerling via analyse, en planmatige uitvoering van de ondersteuning. Tegelijkertijd scoort de school een onvoldoende voor het regelmatig evalueren van de effecten. Op het aspect systematisch volgen en analyseren scoren twee scholen een onvoldoende.

Naam Bestuur Promes

Niet alle scholen hebben recent een inspectierapport ontvangen of een rapport waar de bovengenoemde aspecten in beoordeeld waren. Dat laatste geldt bijvoorbeeld voor De Woldstroom. Voor De Sprinkels bestaat nog geen inspectierapport omdat dit een nieuwe school is.

Bij het onderwijsleerproces zijn alle aanwezige scores voldoende, bij ondersteuning en begeleiding zijn er twee scholen die ieder op één aspect een onvoldoende hebben gekregen.

Voor de ene school betreft dit het bepalen van de aard van de zorg voor leerlingen via analyse, voor de andere school gaat het om de planmatige uitvoering van de ondersteuning. Een andere school binnen de stichting heeft op dit onderdeel juist een goed oordeel ontvangen.

16


Alle scholen hebben in de afgelopen drie jaar een inspectierapport ontvangen, al werd niet

altijd op alle onderdelen door de inspectie gerapporteerd. Ten aanzien van het onderwijsleerproces scoren de scholen over het algemeen voldoende, met een enkele uitschieter naar boven (twee keer goed, taakgerichte werksfeer) of naar onder (twee keer

onvoldoende, instructie en verwerkingsopdracht). Bij de ondersteuning en begeleiding zijn nog steeds enkele uitschieters naar boven waar te nemen (vier keer goed) maar worden er meer onvoldoendes gescoord (negen keer onvoldoende. Met name het bepalen van de aard van de zorg voor een leerling op basis van analyse scoort het minst, bijna de helft van de scholen scoort hier een onvoldoende op (vijf keer).

Naam Bestuur VCPOZD

In het voorjaar van 2013 heeft de school voor het laatst een inspectierapport ontvangen. Op

alle aspecten van de ondersteuning en begeleiding scoort de school goed, en dat geldt ook voor de helft van de aspecten van het onderwijsleerproces. Op de andere vier aspecten scoort de school voldoende.


De meeste scholen hebben al langer geleden voor het laatst een inspectierapport ontvangen, de meesten in 2010 en 2011. Een deel van de gevraagde aspecten is daarom door de scholen niet aangeleverd. Bij het onderwijsleerproces hebben vier scholen geen score aan kunnen geven. De overige scholen scoren allemaal voldoende op de gevraagde aspecten, op één

school na die ten aanzien van het afstemmen van de instructie een onvoldoende scoort. Bij de ondersteuning en begeleiding hebben alle scholen oordelen, al zijn ze niet overal compleet. Hier is meer variatie in de oordelen te vinden. Het merendeel is weliswaar voldoende, maar er wordt ook zes keer een goede score behaald en even vaak een onvoldoende. Twee scholen scoren een goed als het gaat om een samenhangend systeem

van prestaties, en twee scholen scoren een goed bij de planmatige uitvoering van de ondersteuning. Verder wordt een goed gescoord bij het bepalen van de aard van de zorg voor leerlingen via analyse en voor de structurele samenwerking inde keten. Een aantal categorieën waar een goed op gescoord wordt, hebben ook onvoldoendes gekregen. Zo zijn

er drie onvoldoendes bij de categorie bij het bepalen van de aard van de zorg voor leerlingen via analyse, en twee onvoldoendes bij de planmatige uitvoering van de ondersteuning. Bij het systematisch volgen en analyseren tenslotte werd ook een onvoldoende behaald.


In 2010 heeft de inspectie voor het laatst over de school gerapporteerd. Op vier punten heeft de school een onvoldoende beoordeling gekregen, tweemaal ten aanzien van het onderwijsleerproces en tweemaal ten aanzien van de ondersteuning en begeleiding. Bij het onderwijsleerproces ging het om het geven van een duidelijke uitleg bij de leerstof en het actie betrekken van de leerlingen. Bij de ondersteuning en begeleiding ging het om het bepalen van de aard van de zorg voor leerlingen via analyse en het regelmatig evalueren van de effecten.

17

5. Expertise op het gebied van kinderen met extra onderwijsbehoeften

Ath

ena

CNS

Stap

hors

t

PCB

O M

eppe

l

Prom

es

Stic

htin

g Ta

lent

Wes

terv

eld

VCP

OZD

Wol

derw

ijs

Zeve

nste

r

Gem

idde

ld a

anw

ezi

g

Spraak- taa lproblemen 0,0 1,0 0,4 0,1 0,2 1,0 0,4 0,0 0,8

Dys lexie 1,0 1,0 1,0 0,6 0,5 1,0 0,5 1,0 1,0

Dyscalcul ie 0,0 1,0 0,6 0,0 0,4 0,0 0,3 0,0 0,5

Motorische beperkingen 0,0 0,0 0,6 0,4 0,4 0,0 0,5 1,0 0,6

Zieke kinderen 0,0 0,0 0,6 0,0 0,2 0,0 0,3 0,0 0,4

ZML-leerl ingen 0,0 0,0 0,8 0,1 0,2 0,0 0,5 0,0 0,5

Auditieve beperkingen 0,0 0,0 0,4 0,1 0,1 0,0 0,3 0,0 0,5

Visuele beperkingen 0,0 0,0 0,0 0,1 0,1 0,0 0,3 0,0 0,4

Gedragsproblemen 1,0 1,0 0,6 0,9 0,5 0,0 0,8 1,0 0,9

ADHD 0,0 0,0 0,8 0,9 0,3 0,0 0,5 1,0 0,6

Autisme 0,0 0,0 0,6 1,0 0,3 1,0 0,4 1,0 0,8

MCDD 0,0 0,0 0,4 0,0 0,1 0,0 0,2 0,0 0,4

ODD 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,3 0,0 0,3

Jong ris icokind 0,0 0,0 0,6 0,3 0,2 1,0 0,3 1,0 0,8

Andersta l igen 0,0 0,0 0,4 0,3 0,1 0,0 0,2 1,0 0,6

Hoogbegaafdheid 0,0 1,0 1,0 0,7 0,4 1,0 0,8 1,0 0,9

SVIB 0,0 0,0 0,6 0,0 0,5 0,0 0,3 0,0 0,4

Logopedie 0,0 0,0 0,6 0,1 0,1 0,0 0,3 0,0 0,5

Fys iotherapie 0,0 0,0 0,2 0,0 0,2 0,0 0,2 0,0 0,4

Andere expertise genoemd 1,0 0,0 0,2 0,1 0,2 0,0 0,4 0,0 0,6

Gedrag 1,0 n.v.t. 2,5 2,1 1,8 1,0 1,9 1,0 1,6

Taal / lezen 1,0 n.v.t. 2,6 1,8 2,0 3,0 2,3 2,0 2,1

Rekenen 2,0 3,0 2,8 1,6 1,8 1,0 2,3 3,0 2,2

Hoogbegaafdheid 1,0 n.v.t. 2,8 2,5 2,3 3,0 2,5 3,0 2,4

Andere expertise genoemd 2,0 3,0 2,8 2,5 2,7 n.v.t. 2,6 n.v.t. 2,6

Meer dan gemiddelde expertise

Aanwezigheid specialisten (Legenda: 0 = niet aanwezig; 1 = enigszins; 2 = gedeeltelijk; 3 = volledig)

18

In bovenstaand overzicht geeft iedere kolom per bestuur aan welk deel van de aangesloten

scholen aangegeven heeft over een meer dan gemiddelde expertise te beschikken bij een bepaald

onderdeel. De laatste kolom “gemiddeld aanwezig” geeft het aandeel van de besturen aan waar ten minste een van de scholen aangegeven heeft over een meer dan gemiddelde expertise te beschikken. Een score van 1,0 betekent 100% aanwezigheid. Het meest genoemd wordt een meer dan gemiddelde expertise op het gebied van dyslexie (1,0) gevolgd door deskundigheid op het gebied van gedragsproblemen en hoogbegaafdheid (beiden

0,9). Autisme, Jong Risicokind en taal- spraakproblemen worden door iets meer dan driekwart van de besturen aangegeven (allen 0,8). Iets meer dan de helft van de besturen beschikt over een meer dan gemiddelde expertise voor motorische beperkingen, ADHD, anderstaligen of een ander, zelf benoemd, gebied (allen 0,6). De helft van de besturen tenslotte noemt nog dyscalculie, ZML leerlingen, auditieve beperkingen en logopedie (allen 0,5).

Niet alle besturen hebben over evenveel specialisten de beschikking of evenveel aanwezigheid van de aanwezige specialisten. Eén bestuur met maar één school geeft aan niet over alle genoemde specialisten te beschikken, zij hebben alleen een rekenspecialist en een eigen aangegeven specialist in de school. Alle andere besturen beschikken over alle specialisten in de school. De mate van inzet van de specialist op het gebied hoogbegaafdheid is gemiddeld genomen het grootst, die

voor de specialist op het gebied van gedrag het minst.


Naam Bestuur Athena

Meer dan gemiddelde expertise Toelichting

De school geeft aan een meer dan gemiddelde expertise te hebben op het gebied van dyslexie en gedragsproblemen. Daarnaast is er expertise op het gebied van euritmie en vrijeschoolpedagogiek. Op verschillende terreinen zijn specialisten in de school aanwezig, meestal enigszins waar het gaat om gedrag, taal / lezen en hoogbegaafdheid. Op het gebied van rekenen is een specialist gedeeltelijk aanwezig in de school.



De school geeft aan een meer dan gemiddelde expertise te hebben op het gebied van spraak-

taalproblemen, dyslexie en dyscalculie, hoogbegaafdheid en gedragsproblemen. Er zijn weinig specialisten in de school aanwezig, er is alleen een rekenspecialist die volledig aanwezig is. De school geeft verder aan over een bewegingsspecialist te beschikken.



Binnen de stichting wordt op een groot aantal onderdelen een meer dan gemiddelde aanwezige expertise aangegeven. Alle scholen geven aan dat zij dit hebben op het gebied van dyslexie en hoogbegaafdheid, en bijna alle scholen noemen ook ZML en ADHD als gebieden met een meer dan gemiddelde expertise. Drie van de vijf scholen geven verder nog aan expertise te kennen op het terrein van dyscalculie, motorische beperkingen, zieke kinderen, gedragsproblemen, het jonge risicokind, SVIB en logopedie.

Over het algemeen zijn de specialisten binnen de scholen gedeeltelijk tot volledig aanwezig. Alleen Stadskwartier kent geen specialist voor gedrag en voor rekenen. Bijna alle scholen noemen ook aanvullende specialisten in de school behalve de Anne Frankschool.

Naam Bestuur Promes


Op een beperkt aantal gebieden geven de scholen aan een meer dan gemiddelde expertise in

huis te hebben. Alle scholen geven aan dat dit het geval is op het gebied van autisme, en de meeste scholen geven ook aan dat dit het geval is op het terrein van ADHD en gedragsproblemen. Vijf van de zeven scholen geeft ook aan een meer dan gemiddelde expertise te hebben voor hoogbegaafdheid en vier van de zeven scholen op het gebied van dyslexie.

19

Over het algemeen hebben alle scholen, behalve de twee scholen met minder dan 100

leerlingen meerdere specialisten in de school, voor de gebieden gedrag, taal / lezen, rekenen en hoogbegaafdheid. Bij De Berkenhorst is er alleen een specialist op het gebied van gedrag aanwezig en bij De Iekmulder zijn er specialisten voor gedrag en voor hoogbegaafdheid. De aanwezigheid van de specialisten in de school varieert nogal, van enigszins tot volledig.



De aanwezigheid van een meer dan gemiddelde expertise is beperkt op de scholen. Het overzicht geeft een verdeeld beeld weer, met name op het gebied van dyslexie, gedragsproblemen en videointeractiebegeleiding (SVIB). Op alle terreinen zijn er specialisten gemiddeld gedeeltelijk aanwezig op de scholen van de stichting, al is de verdeling over de scholen verschillend. De meeste scholen hebben de

aanwezigheid van de specialisten verdeeld over de verschillende aandachtsgebieden, een drietal scholen heeft er voor gekozen zich met name op één of twee aandachtsgebieden te richten, en dan met name op de gebieden gedrag en taal / lezen.

Naam Bestuur VCPOZD


De school geeft op een aantal gebieden aan een meer dan gemiddelde expertise te hebben,

namelijk op het gebied van spraak- en taalproblemen, dyslexie, hoogbegaafdheid, autisme en het jonge risicokind. Ten aanzien van de aanwezigheid van specialisten in de school heeft de school de volledige beschikking over specialisten op het gebied van hoogbegaafdheid en taal / lezen en enigszins over specialisten op het gebied van gedrag en rekenen.



De scholen hebben gezamenlijk op alle terreinen een meer dan gemiddelde expertise, maar

deze is nogal verdeeld over de verschillende scholen. De Esdalschool geeft aan op geen enkel gebied een meer dan gemiddelde expertise te hebben, terwijl De Horst op bijna alle terreinen juist wel aangeeft een meer dan gemiddelde expertise te hebben. Expertise op het gebied van

gedragsproblemen en op het gebied van hoogbegaafdheid wordt door tien van de twaalf scholen aangegeven. De helft van de scholen geeft aan een meer dan gemiddelde expertise te hebben op het gebied van dyslexie, motorische beperkingen, ZML-leerlingen, en ADHD.

Alle scholen beschikken in meer of mindere mate over de verschillende specialisten op het gebied van gedrag, taal / lezen, rekenen en hoogbegaafdheid. Bij sommige scholen is de beschikbaarheid echter beperkt tot enigszins, terwijl andere scholen volledig over een specialist op school beschikken. Dit hangt niet altijd samen met de omvang van de school. Over het algemeen noemen scholen ook aanvullende specialisten die aanwezig zijn, zoals op het gebied van kindercoaching of motorische remedial teaching.



De school geeft aan over een meer dan gemiddelde expertise te beschikken ten aanzien van dyslexie, motorische beperkingen, gedragsproblemen, ADHD, autisme, het jonge risicokind, anderstaligen en hoogbegaafdheid. De school kan ook over de nodige specialisten beschikken,

volledig wat betreft rekenen en hoogbegaafdheid, gedeeltelijk waar het taal / lezen betreft, en enigszins wat betreft gedrag.

20

6. Structurele voorzieningen voor kinderen met extra onderwijsbehoeften

Een aantal besturen en scholen geeft aan over geen enkele structurele voorziening te beschikken voor kinderen met extra onderwijsbehoeften. Het meest wordt een plusklas of plusgroep voor meer- of hoogbegaafde kinderen genoemd. In een enkel geval betreft dit een speciale klas voor alle scholen van een bestuur, zoals bij De Horst bij Wolderwijs, vaker zijn het groepjes kinderen van een of meerdere scholen die gedurende een of meerdere dagdelen bij elkaar gebracht worden

en verdiepende en extra stof aangeboden krijgen. In een enkel geval zoekt een school intern naar eigen oplossingen via individuele begeleiding van deze kinderen of met groepdoorbrekend werk met Levelwerk. Een aantal scholen heeft nog een aantal andere voorzieningen genoemd, zoals een Huiskamerklas gericht op begeleiding van gedrag of een groep voor leerlingen die structureel NT2 onderwijs krijgen.


Naam Bestuur Athena

De school kent geen structurele voorziening voor kinderen met extra onderwijsbehoeften.




De scholen binnen de stichting kennen meerdere structurele voorzieningen voor kinderen met extra onderwijsbehoeften. Alle scholen kennen een plusklas of plusgroep en een verbredingsgroep die gericht zijn op meer- en hoogbegaafde leerlingen. In sommige gevallen wordt hier een programma “Op Tournee” aan toegevoegd waarbij leerlingen een dagdeel op een school voor voortgezet onderwijs les krijgen. De Akker kent verder nog een programma voor peuters met een ontwikkelingsvoorsprong en een Huiskamerklas die gericht is op

begeleiding van gedrag van leerlingen.

Naam Bestuur Promes

Op de twee scholen met minder dan 100 leerlingen na hebben alle scholen een plusklas of plusgroep voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. In sommige gevallen is deze voorziening er voor twee groepen (middengroep en bovenbouw). Op één school is iedere donderdag een leerkracht ambulant.


Twee scholen geven aan een aparte klas te hebben of te starten, en één school heeft gekozen voor extra begeleiding door een hoogbegaafdheidsspecialist in plaats van voor een aparte groep. De andere acht scholen geven aan geen structurele voorzieningen te hebben voor

leerlingen met extra onderwijsbehoeften.

Naam Bestuur VCPOZD



Een aantal scholen geeft aan geen structurele voorzieningen te hebben voor kinderen met extra onderwijsbehoeften. De meeste scholen geven aan dat er door Wolderwijs een plusklas voor hoogbegaafde kinderen opgezet is bij De Horst waar de scholen gebruik van kunnen maken. Een aantal scholen heeft zelf ook voorzieningen voor hoogbegaafde kinderen opgezet in de vorm van één uur les apart van de eigen groep, aandachstgroepen of groepdoorbrekend

werken met Levelwerk.

21


*De school heeft de ambitie om volgend jaar een verbredingsgroep te formeren

*Er is een groep leerlingen die structureel NT2 onderwijs krijgen

22

7. Stimulerende en belemmerende factoren

Ath

ena

CNS

Stap

hors

t

PCB

O M

eppe

l

Prom

es

Stic

htin

g Ta

lent

Wes

terv

eld

VCP

OZD

Wol

derw

ijs

Zeve

nste

r

Gem

idde

ld a

anw

ezi

g

Gebouw 1,0 1,0 1,0 1,0 0,9 1,0 0,9 1,0 1,0

Schoolomgeving 1,0 1,0 0,8 0,9 1,0 1,0 0,9 1,0 1,0

Leerl ingpopulatie 1,0 1,0 0,8 0,7 0,9 1,0 0,9 1,0 1,0

Teamfactoren 0,0 1,0 1,0 0,7 0,9 1,0 1,0 1,0 0,9

Leerkrachtfactoren 1,0 1,0 0,8 0,6 0,8 1,0 0,8 1,0 1,0

Andere factor genoemd 0,0 0,0 0,2 0,1 0,2 0,0 0,2 0,0 0,5

Gebouw 1,0 0,0 0,4 0,3 0,3 0,0 0,4 1,0 0,8

Schoolomgeving 0,0 0,0 0,4 0,0 0,1 0,0 0,3 1,0 0,5

Leerl ingpopulatie 1,0 0,0 0,0 0,3 0,1 0,0 0,3 1,0 0,6

Teamfactoren 0,0 0,0 0,0 0,6 0,2 0,0 0,4 0,0 0,4

Leerkrachtfactoren 1,0 0,0 0,0 0,4 0,2 0,0 0,3 0,0 0,5

Andere factor genoemd 0,0 0,0 0,0 0,1 0,1 0,0 0,1 0,0 0,4

Stimulerende en belemmerende factoren

Aawezigheid stimulerende factoren

Aanwezigheid belemmerende factoren

In bovenstaand overzicht geeft iedere kolom per bestuur aan welk deel van de aangesloten scholen stimulerende en/of belemmerende factoren aangegeven heeft. De laatste kolom “gemiddeld aanwezig” geeft het aandeel van de besturen aan waar ten minste een van de scholen een stimulerende of belemmerende factoren aangegeven heeft. Een score van 1,0 betekent 100% aanwezigheid.

23

Bij alle besturen zijn meer stimulerende aspecten van de verschillende factoren genoemd dan

belemmerende factoren. Het gebouw is bij alle besturen genoemd als stimulerende factor, maar

deze zelfde factor wordt ook bij ruim driekwart van de besturen genoemd als een belemmerende factor. Drie van de vier andere vier factoren worden ook door alle besturen als stimulerende factoren benoemd, er is een bestuur waar de teamfactor in dit kader niet benoemd wordt. Bij de belemmerende factoren worden de teamfactoren door twee vijfde van de besturen genoemd en is daarmee de minst genoemde belemmerende factor. De andere factoren wordt door circa de helft van de besturen genoemd als belemmerend.

Een veel terugkomend aspect dat genoemd wordt door de scholen is de betrokkenheid en deskundigheid van team en leerkrachten. Als belemmerend wordt onder andere de krimp waar een aantal scholen mee geconfronteerd wordt genoemd en de toename van het aantal zorgleerlingen. Hieronder is de korte beschrijving terug te vinden zoals deze per bestuur gegeven is:

Naam Bestuur Athena

Stimulerende factoren Belemmerende factoren

De school ziet bij de leerlingpopulatie en de leerkrachtfactoren zowel stimulerende als

belemmerende factoren. Wat de leerlingen betreft heeft dit te maken met het aantal zorgleerlingen zonder indicatie en bij de leerkrachten met de vele wisselingen die er geweest zijn. De pedagogische kwaliteiten van de leerkrachten ziet de school als stimulerende factor. Verder ziet zij het gebouw en de schoolomgeving ook als stimulerende factoren.



De school geeft aan voornamelijk stimulerende aspecten te zien bij de genoemde factoren. Het gebouw en de omgeving worden uitstekend genoemd en een belangrijk aspect is de brede kennis van de leerkrachten van zorgleerlingen.



Alle scholen kennen stimulerende factoren toe aan het schoolgebouw en de teamfactoren, en de meeste scholen zien dit ook bij de andere genoemde factoren. Het gebouw levert bij twee van

de vijf scholen ook belemmerende factoren op, en er zijn ook twee scholen die de schoolomgeving in dit kader noemen. Als belemmerende factor in de schoolomgeving wordt vooral het verkeer in de omgeving genoemd.

Naam Bestuur Promes


Alle scholen noemen het gebouw als een stimulerende factor, en bijna alle scholen doen dat ook

ten aanzien van de schoolomgeving. De andere drie factoren worden minder vaak genoemd als stimulerende factor. Als belemmerende factor wordt het gebouw door twee scholen nog een keer genoemd, maar worden vooral de teamfactoren genoemd, door vier van de zeven scholen. Krimp wordt onder andere genoemd als een van de belemmerende factoren rond het team.



De scholen zien met name stimulerende factoren in hun omgeving en weinig belemmerende

factoren. De schoolomgeving wordt door de scholen daarin als sterkste factor gezien. Het gebouw wordt het vaakst ook genoemd als een belemmerende factor (drie keer).

Naam Bestuur VCPOZD


De school heeft aangegeven op alle factoren alleen stimulerende aspecten te zien.

24



Over het algemeen geven de scholen meer stimulerende aspecten aan van de genoemde factoren dan belemmerende aspecten. Bijna alle scholen zien stimulerende aspecten bij alle

genoemde factoren terwijl minder dan de helft van de scholen daar belemmerende aspecten bij ziet. Bij de teamfactoren noemen zelfs alle scholen positieve aspecten. Over het algemeen worden de professionaliteit en de inzet van het team genoemd als belangrijk.



De school geeft aan zowel stimulerende als belemmerende aspecten te zien bij de meeste factoren, alleen bij het team en de leerkrachten ziet zij geen belemmerende aspecten. Het team

en de leerkrachten hebben veel ervaring en zijn betrokken, en de school biedt veel ruimte om extra groepjes les te geven. De school geeft wel aan veel leerlingen te hebben die extra zorg nodig hebben.

25

8. Onderdelen waarop de school de onderwijsondersteuning verder verbeteren wil

Het omgaan met meer- en hoogbegaafdheid wordt regelmatig genoemd als onderwerp waarop men zich de komende tijd wil verbeteren, net als in meer algemene zin de resultaten en opbrengsten van de school, en dan met name genoemd zijn de gebieden van taal, lezen en rekenen. Een aantal scholen wil in meer algemene zin haar schoolconcept verbeteren, zoals bij de Daltonschool.

Een ander onderwerp dat genoemd is, is verbeteren van het werken met groepsplannen en klassenmanagement, en met opbrengstgericht werken. Op het gebied van gedrag en handelingsgericht werken willen ook de nodige scholen en besturen zich verder verbeteren, binnen een van de besturen gaan de scholen onder andere in dit kader ook de onderlinge samenwerking versterken en de uitwisseling van expertise. Een bestuur met maar één school wil in dit zelfde kader de samenwerking met externe partners versterken. Een ander bestuur gaat haar

medewerkers scholen in Human Dynamics en wil daar ook de ouders in betrekken. Hieronder is de korte beschrijving terug te vinden zoals deze per bestuur gegeven is:

Naam Bestuur Athena

Didactische vaardigheden, hoogbegaafdheid, samenwerking met externe partners


Taal- leesspecialist, gedragsspecialist


Alle scholen geven aan zich te willen verbeteren op het terrein van de groepsplannen, deze deels te evalueren en verder te implementeren. Ook ten aanzien van klassenmanagement wil een school zich verbeteren. Verder willen een aantal scholen zich richten op het leesonderwijs, spellen, rekenen en dyscalculie, en geeft een van de scholen expliciet aan zich

te willen richten op de verbetering van het beleid en de implementatie van de zorg, onder andere met de medische protocollen.

Naam Bestuur Promes

De twee scholen met minder dan 100 leerlingen geven aan dat de aandacht vooral uit zal gaan naar het behouden van de bestaande dingen de komende tijd. De andere scholen geven aan zich te willen richten op het omgaan met meervoudige intelligentie, andere werkvormen en het gebruik van groepsplannen om meer ruimte en aandacht te kunnen geven aan de leerlingen. De Daltonschool gaat zich de komende tijd richten op evaluatie en reflectie, via

het ontwikkelen van portfolio’s en voor de leerlingen zichtbare ontwikkelingslijnen. Boeiend Onderwijs en Levend Leren zijn termen die de scholen ook in dit kader gebruiken.


Er zijn twee onderwerpen terug te vinden die door de scholen met name genoemd worden om de onderwijsondersteuning te verbeteren. Het ene onderwerp is gericht op hoogbegaafdheid en talentontwikkeling, in sommige gevallen ook meerbegaafdheid genoemd, en hoe daar mee om te gaan.

Het andere onderwerp dat genoemd wordt is de versterking van de samenwerking en de

uitwisseling van expertise binnen een onderwijsteam waar verschillende scholen zich bij aangesloten hebben. Thema’s als “wat is een goede leerkracht” komen daarbij aan de orde. Eén school geeft aan zelf al veel ervaring te hebben met LGF-leerlingen uit de verschillende clusters en met leerlingen die net niet in aanmerking komen voor LGF.

Naam Bestuur VCPOZD

De school wil zich richten op de vraag hoe de klas dusdanig georganiseerd kan worden dat leerlingen met een verschillende behoefte aan hun trekken komen.

26


De meeste scholen geven aan zich de komende tijd te willen richten op het verbeteren van de kennis en werkwijze rond groepsplannen en klassenmanagement, gecombineerd met een analyse en borging van procedures en kennis. De zorg wordt op een aantal scholen verder

geprofessionaliseerd door deze meer planmatig te benaderen en zorgvuldig in beeld te brengen. Tenslotte gaat een aantal scholen ook aan de slag met de wijze waarop leerlingen geïnstrueerd en gecoacht worden en de kwaliteit van de lessen bewaakt kan worden, bijvoorbeeld door kindercoaching of door het gebruikt van Kwintookaarten.


*In 2013 - 2014 Teamscholing in Human Dynamics. Ook de ouders zullen meegenomen worden met dit onderwerp. uiteindelijk zullen de leerlingen hier voordeel bij hebben. *in 2013 - 2014 Verdere uitbreiding van HGW en opbrengstgericht werken *in 2013 - 2014 Start met De PH - meter, een begeleidingsinstrument waarmee patronen in

het pedagogisch handelen zichtbaar kunnen worden gemaakt. Opbrengstgericht werken aan leerkrachten gedrag. Vanuit de standaarden van BAS en Kanjertraining wordt ingezoomd op leerkrachtenvaardigheden. Dit gebeurt individueel en met video begeleiding.

Kengetallen en basisinformatie SOP PO 22 Afdeling... · 1 Kengetallen en basisinformatie SOP – PO...

Documents

Transcript of Kengetallen en basisinformatie SOP PO 22 Afdeling... · 1 Kengetallen en basisinformatie SOP – PO...