Dienst elektrofysiologie Jessa Ziekenhuis is Center of Excellence
-
Upload
jessa-ziekenhuis-vzw -
Category
Documents
-
view
217 -
download
2
description
Transcript of Dienst elektrofysiologie Jessa Ziekenhuis is Center of Excellence
Voor dr. Johan Vijgen, cardioloog op de afde-
ling elektrofysiologie, is de titel een erken-
ning van de expertise die men heeft verwor-
ven op vlak van voorkamerfibrillatie. “In 2002
zijn we als één van de eersten in België be-
gonnen met ablaties. We hebben de hele evo-
lutie op de voet gevolgd en continu nieuwe
technieken opgepikt en toegepast. Het blijft
een ingreep met risico’s (zie kader), maar er
zijn heel wat technische vernieuwingen door-
gevoerd waardoor de resultaten en de veilig-
heid een stuk verbeterd zijn. Toch is de erva-
ring van de operator en het aantal ingrepen
dat hij of zij uitvoert enorm belangrijk, zoniet
het belangrijkste!”
nieuw cathlabHet Jessa Ziekenhuis voert een honderdtal
ablaties per jaar uit. Daarvoor beschikte de
afdeling elektrofysiologie al over een volledig
uitgerust cathlab, maar sinds oktober vorig
jaar is daar een tweede, nog gebruiksvrien-
delijkere zaal bijgekomen. “Het is de eerste
zaal in Europa die op dergelijke manier ge-
bouwd is”, legt dr. Vijgen uit. “De nieuwste
technologieën zijn er volledig geïntegreerd
met analysesystemen voor de signalen van
het hart en een 3D-mappingsysteem. In de
tip van de katheter zit GPS-technologie. Die
informatie wordt gecorreleerd met de CT-scan
van de patiënt en zo krijgen we een perfect
beeld van de anatomie van het hart. De ef-
ficiëntie en veiligheid van de procedure stij-
gen hierdoor aanzienlijk. Dit alles is trouwens
volledig geïntegreerd met de radiologie: alle
ELECTROfySIOLOGIE
Dienst elektrofysiologie is Center of Excellence
JESSALINEA10
Hamburg, Leipzig, Milaan, Londen, ... Slechts een tiental Europese zie-
kenhuizen hebben een Center of Excellence Electrophysiology, een
titel uitgereikt door de firma St. Jude. Het Jessa Ziekenhuis behoort
sinds kort tot die selecte groep. In het nieuwe cathlab van het Jessa
Ziekenhuis - door St. Jude the lab of the future genoemd - kunnen
artsen van over de hele wereld life ablaties komen meevolgen.
De electrofysiologen van het Jessa Ziekenhuis: vlnr: dr. Joris Schurmans, dr. Pieter Koopman, dr. Dagmara Dilling en dr. Johan Vijgen.
data worden op één groot, interactief scherm
weergegeven. Ook dat scherm is uniek in Eu-
ropa. Ons nieuwe cathlab wordt dan ook ‘the
lab of the future’ genoemd. Duitsland volgt
ons voorbeeld en ook in de VS is men met
demo’s bezig.”
life casesHet team elektrofysiologie bestaat uit vier
artsen – dr. Johan Vijgen, dr. Dagmara Dilling,
dr. Pieter Koopman en dr. Joris Schurmans –
en vier gespecialiseerde verpleegkundigen,
die zich constant bijscholen. Om hun exper-
tise door te geven, organiseert het team
driemaal per jaar life cases van de implanta-
tie van een defibrillator. Artsen uit Europa en
het Midden-Oosten komen deze procedure
dan mee volgen in het auditorium. Het is een
interactief proces, waarbij ze continu in ver-
binding staan met de uitvoerende artsen en
zo vragen kunnen stellen tijdens de ingreep.
Later dit jaar worden ook life cases van abla-
ties gepland.
JESSALINEA 11
stAp 1: heeFt De pAtiënt bloeDverDunners noDig oF niet?
deze stap kan alvast door de huisarts worden uitgevoerd. het al dan niet opstarten van
anticoagulatie is immers niet afhankelijk van het type voorkamerfibrillatie, maar wel van de
risicofactoren van de patiënt. deze zijn te bepalen aan de hand van de chA2dS2-vaSc-score.
stAp 2: KAn De voorKAmerFibrillAtie blijven bestAAn?
Een minderheid van de patiënten – zo’n 5 tot 10% - verdraagt de voorkamerfibrillatie heel
goed. In dat geval kan de voorkamerfibrillatie blijven bestaan.
stAp 3: hoe het sinusritme herstellen?
Wordt de voorkamerfibrillatie niet goed verdragen, dan moet het sinusritme hersteld worden.
Hiervoor is er keuze tussen medicamenteuze therapie, eventueel aangevuld met elektrische
reconversie, en ablatie. Patiënten die ondanks de medicamenteuze therapie gemakkelijk
hervallen of patiënten met paroxysmale voorkamerfibrillatie komen in aanmerking voor een
ablatie. Deze procedure wordt vooral uitgevoerd bij jonge, actieve patiënten die frequent
geïnvalideerd worden door enkele uren voorkamerfibrillatie. Voorkomende klachten: snelle,
onregelmatige hartkloppingen en kortademigheid bij inspanningen. bij patiënten met lang-
durige persisterende voorkamerfibrillatie of voorkamerfibrillatie ten gevolge van hartfalen
of kleplijden, is ablatie niet aangewezen. Deze patiënten worden medicamenteus behandeld.
herstelKAnsen:
- 70% kans op herstel en behoud van het sinusritme bij een eerste ingreep
- 85% kans op herstel en behoud van het sinusritme bij een tweede ingreep na enkele
maanden
risico’s:
- Klontervorming: risico wordt beperkt door 3 weken voor en na de ingreep bloedverdun-
ners te laten innemen (controle door de huisarts).
- perforatie aan het hart: risico wordt sterk beperkt door een ct-scan bij elke patiënt en
door de 3d-reconstructie van het hart.
- ulcus of erosie van de slokdarm: doordat de slokdarm op het linkeratrium ligt, kan
deze tijdens de ablatie mee opgewarmd worden. dit risico wordt beperkt door de slokdarm
aan te duiden met een katheter.
De behAnDeling vAn voorkAMErFibrillAtiE
herstelKAnsen En risico’s vAn EEn AblAtiE