Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het...

28
DIALECT EN TAALONTWIKKELING Jana Flekken – Jules Janssen – Tim van Doorn – Wouter Mennen 2-2-2014 ANW EXO

Transcript of Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het...

Page 1: Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen

Dialect en taalontwikkelingJana Flekken – Jules Janssen – Tim van Doorn – Wouter Mennen

2-2-2014

ANW EXO

Page 2: Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen

InhoudIntroductie....................................................................................................................2

Hypothese....................................................................................................................3

Exo Onderzoeksvraag en plan van aanpak.................................................................4

Bronnenanalyse...........................................................................................................5

Bron 1.......................................................................................................................5

Bron 2.......................................................................................................................5

Bron 3.......................................................................................................................6

Bron 4.......................................................................................................................6

Bron 5.......................................................................................................................8

Bron 6.......................................................................................................................8

Enquête..................................................................................................................10

Uitwerking van de resultaten......................................................................................11

Verwerking in staafdiagrammen................................................................................13

Verband taalvaardigheid en dialect............................................................................15

Conclusie...................................................................................................................16

Reflectie van het onderzoek......................................................................................17

Bibliografie.................................................................................................................19

1

Page 3: Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen

Introductie

Dialect is een fenomeen dat veel voorkomt in Nederland. Niet overal wordt in perfect ABN (algemeen beschaafd Nederlands) gesproken, er worden ook variaties op het standaard Nederlands gebruikt. Voorbeelden hiervan zijn de dialecten Limburgs, Zaans, Twents of Brabants. Deze dialecten ontstaan door taalvariëteiten. Onder ‘taalvariëteit’ verstaat men in de taalwetenschap een verschijningsvorm van een taal met een aantal specifieke kenmerken (uitspraak, lexicon, woordvorming, zinsbouw etc.). Elke taal ontstaat door taalvariëteiten die bij elkaar komen. Het ABN is logischerwijs een andere taal dan bijvoorbeeld het Limburgs, omdat hier andere taalvariëteiten verenigd zijn. De reden dat het Nederlands andere taalvariëteiten bevat dan het Limburgs, kan aan vele factoren liggen. De voornaamste reden dat het Limburgs zoveel anders is dan het ABN, is omdat de provincie Limburg erg dicht bij de Duitse grens licht. Hierdoor beïnvloeden de Duitse (of Germaanse) taalvariëteiten de Limburgse en verandert die t.o.v. de Nederlandse taal. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld Twents en Gronings. Beide streken liggen dicht bij de Duitse grens en worden zo beïnvloedt. Voor Zeeland geldt hetzelfde maar dan met onze Vlaamse onderburen. In feite wordt de gesproken taal (of het gesproken dialect) van een bepaalde streek bepaald door de invloeden van de verschillende taalvariëteiten in de omgeving. Op deze manier kunnen meerdere varianten van één taal binnen één land ontstaan. Omdat de vele “verschillende” talen binnen Nederland (en ook Suriname, de Antillen en België) veel op elkaar lijken en ongeveer dezelfde oorsprong hebben, worden bijna al deze dialecten onder het brede woord Nederlands geschaard (met uitzondering van Fries).

Een taal of dialect heeft ook een status. Deze status ontleent het aan de soort bevolkingsgroep die gebruikmaakt van de taal. Hierdoor kan men al bij voorbaat een idee krijgen van degene die de taal machtig is, volledig berust op vooroordelen. Als voorbeeld het verschil tussen het Limburgse accent en het ABN: mensen in de Randstad zien de Limburgers voornamelijk als een stel gezellige boeren, niet al te snugger maar wel erg vriendelijk. Als iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen. Andersom is hetzelfde het geval. Er zijn namelijk Limburgers die Randstadbewoners zien als stijve en arrogante mensen, die veel werken en neerkijken op de rest van Nederland. Als zo’n Limburger een man zou tegenkomen die perfect ABN spreekt, zullen ook die vooroordelen meteen bij hem opkomen. Het zelfde geldt voor de Marokkanen die op straat hangen en gebrekkig Nederlands spreken of een Drentse boer die ‘boer’n’ zegt in plaats van ‘boeren’. Het imago van de taal wordt bepaald door het imago van de bevolkingsgroep die gebruikmaakt van de taal.

Een taal hangt dus af van meerdere invloeden, maar zorgt zelf ook voor invloeden in het dagelijks leven van mensen. Wij gaan in dit onderzoek bekijken of dialect invloed heeft op de taalontwikkeling van de gemiddelde scholier. Hierbij maken we gebruik

2

Page 4: Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen

van een enquête op onze school BC Broekhin. Ook zullen meerder bronnen gebruikt worden om onze uitslagen te vergelijken met ander uitslagen van onderzoeken.Op deze manier hopen wij een beeld te krijgen van de juistheid van ons onderzoek.

Hypothese

“Op welke manier heeft het spreken van een (Limburgs) dialect invloed op de vaardigheden van de standaardtaal van een persoon?” Dit is de door ons geformuleerde SMART-vraag waarop wij ons onderzoek willen baseren. Maar wat voorspellen wij als uitkomst van ons onderzoek? Wij verwachten dat uit ons onderzoek (enquête), aan de hand van de zojuist genoemde onderzoeksvraag, blijkt dat het spreken van een dialect wel degelijk een positieve invloed heeft op de taalvaardigheid van een leerling.We zijn er sowieso van overtuigd dat dialect geen negatief effect kan hebben op taalvaardigheid. We hebben het hier niet over kleine spel- en/of grammaticafouten die zo nu en dan in het taalgebruik van de dialectsprekende binnensluipt. Deze kunnen bovendien ook voorkomen bij mensen die alleen de standaardtaal beheersen. Wij hebben het over het grote plaatje. Of het spreken van een dialect wel of niet een positieve of negatieve invloed heeft op taalvaardigheid, ook kijkend naar de invloed die het uitoefent op het snappen van vreemde talen. Of het helpt een taal beter te snappen of dit proces juist belemmert. Zoals al gezegd denken wij dat dialect een positieve invloed heeft op de zojuist genoemde punten. Dit baseren wij vooraf op deze punten:- Wij kunnen empirisch bevestigen dat het meer dan mogelijk is een goede taalvaardigheid te hebben, ondanks het feit dat we zijn opgevoed door Limburgs sprekende ouders.- Omdat Limburgse kinderen de standaardtaal naderhand pas leren op school, via de televisie, vrienden etc. worden zij onbewust min of meer gedwongen zich in de taal te verdiepen. Deze gaan zij afgezonderd zien van de taal die zij vanuit thuis hebben geleerd, in tegenstelling tot kinderen die zijn opgegroeid met de standaardtaal. Zij krijgen namelijk onvermijdelijke foute taalgewoontes van thuis meegeleverd in hun standaardtaal. Bij dialectsprekende kinderen vloeien deze taalgewoontes dus af in het dialect in plaats van de standaardtaal.- Jonge kinderen, vergelijkbaar met een onbeschreven blad, zijn heel goed in staat vreemde talen te leren. Dialectsprekende kinderen zouden daarom, als ze op relatief jonge leeftijd blootgesteld worden aan de “nieuwe” standaardtaal, hem probleemloos moeten kunnen leren beheersen. Minstens net zo goed als ieder ander kind.- Wij denken dat het spreken van een dialect kan bijdragen aan het leren snappen van de standaardtaal, vergelijkbaar met hoe het Latijn helpt de Franse taal te begrijpen en vice versa.- Het spreken van een dialect legt tevens ook vaak een brug naar het begrijpen van vreemde talen, zoals Limburgs een aanwinst kan zijn bij het leren van de Duitse taal.

3

Page 5: Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen

4

Page 6: Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen

Exo Onderzoeksvraag en plan van aanpak

Als groep hebben we besloten om ons te gaan verdiepen in de invloed van het dialect op de taalvaardigheid.Hierbij hebben we een onderzoeksvraag opgesteld en een methode van aanpak om dit te gaan onderzoeken.

Onderzoeksvraag:Op welke manier heeft het spreken van een (Limburgs) dialect invloed op de vaardigheden van de standaardtaal van een persoon?

Aanpakmethode om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden:Om onze onderzoeksvraag te beantwoorden gaan we wetenschappelijke artikelen over de invloed van dialect op de standaardtaal zoeken. Deze artikelen gaan we analyseren. Ook gaan we een enquête verspreiden onder 100 leerlingen waarin wij ze een aantal vragen stellen, zoals ''Spreek je dialect?'', en "Ben je goed in taal en taalvakken?". De antwoorden op deze enquête gaan we analyseren en verwerken in grafieken om zo een overzicht te krijgen van de resultaten. Vervolgens gaan we deze resultaten vergelijken met de artikelen over de invloed op standaardtaal. We gaan kijken of deze enige overeenkomsten hebben en of we hier een conclusie uit kunnen trekken. Op  basis van de resultaten en op basis van de vergelijkingsconclusie gaan we een eigen conclusie trekken uit ons onderzoek en zullen we al onze info verwerken in een verslag.

5

Page 7: Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen

Bronnenanalyse

Om een gedegen onderzoeksvraag te kunnen formuleren moet men eerst bronnen raadplegen om meer informatie over het onderwerp te verkrijgen. Dit hebben wij gedaan door verschillende bronnen te analyseren en hier vervolgens een onderzoeksvraag uit samengesteld volgens de SMART-formulering. Nadat we het onderzoek hadden voltooid hebben we de bronnen nogmaals bekeken en gekeken of er een verband was met ons onderzoek en onze resultaten.

Bron 1Auteur:TaalunieversumLink:http://taalunieversum.org/onderwijs/taalforum/toon_vraag.php?vraagid=33Analyse:Taalunieversum heeft de vraag gekregen of er sprake is van taalachterstand bij mensen die dialect spreken. Degene die de vraag stelt gaat er dus van uit dat een dialect spreken een negatieve invloed heeft op je taalvaardigheid. Taalunieversum stelt dat dit niet het geval is. Ze trekken de conclusie dat het spreken van dialect geen invloed heeft op je taalvaardigheid, negatief noch positief. Betrekking tot onderzoek:Zelf komen wij tot dezelfde conclusie. Het dialect op zich hoeft geen positieve invloed te hebben op onze taalvaardigheid, dus ook geen positief effect. Het is een neutraal aspect bij onze taalontwikkeling.

Bron 2Auteur:Wim DaniëlsLink:http://taalschrift.org/discussie/004261.htmlAnalyse:Wim Daniëls roept voor een discussie over het dialect. Hij stelt vast dat het hedendaags dialect aan het verdwijnen is. Dit is logisch, concludeert hij verder. Mensen in een dorp komen niet vaak het dorp uit. Mensen van buitenaf komen niet blijvend in je dorp en nemen het dialect dus ook niet over. Wim Daniëls stelt verder vast dat er 2 soorten groepen zijn (simpel gezegd). Een groep wilt dat het dialect blijft, en een beschermd taalsoort wordt, maar deze groep wordt niet serieus genomen omdat het lijkt alsof ze het dialect zelf niet serieus nemen. Ze houden hun betoog over het dialect in de standaardtaal en gaan er dus al vanuit dat het dialect niet in elke situatie gebruikt kan worden dus nemen ze het zelf niet zo serieus. Dan is er nog een groep die dialect praat, maar met erg veel fouten en dus eigenlijk beter geen dialect kan spreken. Het is een feit dat het fenomeen dialect aan het afsterven is doordat steeds minder mensen dialect spreken. ‘’ Wie vecht voor een zaak, ook al gaat het in feite om een bij voorbaat verloren zaak, moet het echt en oprecht doen. Wie dat niet kan, doet er beter het zwijgen toe.’’ Betrekking tot onderzoek:

6

Page 8: Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen

Het is natuurlijk zeer jammer dat het dialect aan het uitsterven is, maar wij voorspellen dat het nog wel een hele tijd mee zal gaan voordat het volledig is uitgestorven. Aangezien wij voorspellen dat het dialect geen invloed zal hebben op onze taalvaardigheid, zal het verdwijnen van het dialect ook geen effect hebben op ons taalgebruik in de toekomst.

Bron 3Titel:Dialect en SchoolAuteur:Sjaak Kroon en Ton VallenLink:http://arno.uvt.nl/show.cgi?fid=115335

Analyse:Deze bron is een redelijk uitgebreid onderzoek naar het verband tussen dialect en taalvaardigheid. In het werk Dialect en School, wordt onder andere onderzocht of het spreken van een dialect invloed heeft op de schoolresultaten. De schoolresultaten van kinderen die dialect spreken werd vergeleken met de resultaten van kinderen die thuis ABN spreken.“De belangrijkste conclusie van dit hoofdstuk is dat leerlingen die vanhuis uit een regionale variëteit van het Standaardnederlands spreken hetwat betreft hun taalvaardigheid Nederlands niet slechter doen dan leerlingendie van huis uit het Standaardnederlands spreken. Sterker nog,niet alleen leerlingen die een Limburgs dialect spreken, maar ookleerlingen die een ander Nederlands dialect spreken zijn aan het eindevan de basisschool zelfs beter in het Nederlands dan leerlingen met eenStandaardnederlandse of Friese taalachtergrond.”

Uit deze conclusie, die rechtstreeks uit “Dialect en School” komt, kunnen wij opmaken dat de uitkomst van het onderzoek uitwees dat dialect geen negatief effect heeft op de taalvaardigheid van kinderen, maar dat het wel een positief effect kan hebben.

Betrekking tot onderzoek:De opzet van het onderzoek van dit werk is bijna identiek aan ons onderzoek. Bij beide onderzoeken wordt geprobeerd erachter te komen of dialect invloed heeft op de taalvaardigheid van een persoon. Het is natuurlijk de grote vraag of onze uitkomsten ook hetzelfde zijn.

Bron 4Auteur:Ilona StokerLink:http://www.hoesnel.nl/maatschappelijke_ontwikkeling/afname-dialecten-streektalen.html Analyse:

7

Page 9: Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen

34.240 kinderen en ouders zijn ondervraagd over hun gebruik van streektalen en dialecten en de onderlinge invloed met het Nederlands.Van alle voorkomende streektalen worden het Fries, het Neder-saksisch en het Limburgs erkend in het Europees Handvest van Regionale of Minderheidstalen. Een verdrag dat in 1996 door Nederland werd geratificeerd, waarmee officiële erkenning van de talen ook binnen Nederland een feit was. Volgens het European Bureau for lesser used languages valt het onderscheid als volgt op te maken: "dialecten richten zich wat betreft de woordenschat, de zinsbouw en de spelling naar de standaardtaal." Dit geldt niet voor de drie bovengenoemde talen, echter wel voor het Brabants en het Zeeuws. De overige dialecten, van de provincies Noord- en Zuid-Holland, Flevoland en Utrecht, als geheel dialectgroep Hollands genoemd, worden in het algemeen niet vermeld zijnde aparte dialecten, omdat ze daarvoor te weinig verschillen van de standaardtaal, het Nederlands.In het onderzoek van de Universiteit Nijmegen is gekeken of over een periode van 8 jaar het gebruik van streektalen en dialecten veranderd is. Ten eerste valt op dat het gebruik van streektalen en dialecten tussen ouders onderling is afgenomen. De meest gesproken taal onder ouders was het Limburgs, gevolgd door het Fries, het Zeeuws, het Neder- saksisch en het Brabants. Hollands wordt praktisch niet meer gesproken. Over het geheel genomen is er een duidelijke tendens, hoewel niet lineair, tot afname van het gebruik van streektalen en dialecten. Ook is een groot verschil in taalgebruik tussen de ouders en kinderen, met name in het Neder-saksisch en Brabants taalgebied. Driessen heeft in het onderzoek ook 3 factoren die samengaan met het spreken van een taal, dit zijn sociaal milieu; leeftijd en urbanisatiegraad, meegenomen. Ten aanzien van het sociaal milieu valt te stellen dat hoe hoger het opleidingsniveau van de ouders is, des te minder er in het gezin een minderheidstaal of dialect wordt gesproken. Dit gaat echter niet op voor het Limburgs, daar deze taal op alle niveaus gesproken wordt. Uitgaande van de leeftijd van de moeder, wezen de cijfers op dat in gezinnen met de oudste moeders het minst een streektaal of dialect werd gesproken, echter is deze samenhang zeer zwak. Tot slot kan er met betrekking tot de urbanisatiegraad geconcludeerd worden dat er op het platteland meer streektalen en dialecten gesproken worden.In zijn rapport wordt opgemerkt dat de gebruikte data niet alomvattend zijn. Personen zonder kinderen zijn niet meegerekend en het betreft een relatief jonge steekproef waardoor ouderen sterk zijn ondervertegenwoordigd. Toch vallen hier belangrijke ontwikkelingen uit af te leiden. Allereerst valt op dat in verhouding met de ouders minder dan de helft van de kinderen nog een streektaal of dialect spreekt. Ten tweede is er sprake van een grote afname van streektaal- en dialectgebruik over de jaren heen. Opvallend is wel dat, het effect van streektaal en dialectgebruik op de beheersing van de Nederlandse taal afwezig is, het Limburgs ook hier weer een uitzondering vormt: hoe meer er Limburgs gesproken wordt, des te beter is ook de kennis van de Nederlandse taal. 

Betrekking tot onderzoek:Er werd hier onderzocht welke verschillende dialecten er zijn, en hoe veel deze gesproken worden, en of dit in de loop der jaren nog is veranderd.

8

Page 10: Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen

Ook wordt er gekeken naar het verschil in taalgebruik tussen ouders en kinderen.Dit artikel geeft handige en interessante achtergrond informatie die ons kan helpen bij onze onderzoeksvraag door alvast een goed beeld te scheppen van de dialecten Nederland.

Bron 5Auteur:Stijn Verleyen Link:http://www.vlrom.be/pdf/0804-4-hoeveeltalen.pdf Analyse:Om te weten hoeveel verschillende talen er zijn, moet je weten wat de definitie van ‘taal’ nu eigenlijk is.En hoe kan men een dialect van een taal onderscheiden? De standaardtaal Frans komt bijvoorbeeld voort uit een lokaal dialect.Taal kunnen we dus niet definiëren op basis van interne, taalkundige factoren, maar enkel op basis van contingente sociohistorische elementen.Het Latijn begon ook als een van de vele Italiaanse dialecten, maar groeide uit tot een erg bekende en zeer belangrijke taal.Dus wanneer kan een bepaalde variant van taal als een dialect van een historische taal beschouwd worden, en wanneer als zelfstandige taal?Men gaat ervan uit dat, zolang twee eentalige sprekers elkaar verstaan, ze tot hetzelfde taalgebied behoren. Dan blijft er de vraag: wat is ‘eentalig’ precies?Er zijn veel verschillende, praktische redenen die tellingen van talen (en van hun aantal sprekers) bemoeilijken). Vele talen zijn ook met uitsterven bedreigd. Het antwoord op de vraag hoeveel talen er zijn is dus: moeilijk te zeggen, maar in elk geval steeds minder.Betrekking tot onderzoek:Er wordt onderzocht hoeveel verschillende talen er nou eigenlijk zijn. Wat hier over talen geschreven is, is handige informatie die ons meer info verschaft over de definitie van taal, en het aantal van talen dat over de hele wereld gesproken wordt.Hierdoor hebben we een beter beeld van wat taal nu precies inhoudt. We hebben deze bron behandeld om zo meer te weten te komen over het dialect en verschillende andere talen. Een directe betrekking tot ons onderzoek en diens resultaten heeft het dus niet.

Bron 6Auteur:Stijn VerleyenLink:http://www.vlrom.be/pdf/0704taalverwerving.pdfAnalyse:Uit onderzoek (onderwijskundige enquête in Kerkrade) in opdracht van de Nederlandse Vereniging Katholieke Schoolraad bleek dat veel schoolhoofden van mening waren dat het gebruik van dialect thuis slechte invloed heeft op taalvaardigheid.

9

Page 11: Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen

Als gevolg werd er een systematisch taalkundig onderzoek naar taalvaardigheid van Kerkraadse kinderen ingesteld. Resultaten wezen uit dat dialect wel degelijk slechte invloed op taalvaardigheid heeft, samen met andere negatieve gevolgen.Recenter onderzoek (waarbij ook allochtone kinderen betrokken werden) wees uit dat de taalvaardigheid van kinderen die het Limburgse dialect spreken niet significant verschilt met die van kinderen die alleen de standaardtaal beheersen. Limburgs sprekende kinderen scoren zelfs het best op taalvaardigheidstoetsen.Deze resultaten worden natuurlijk beïnvloed door de mate waarin de kinderen van dialectsprekende ouders worden blootgesteld aan de standaardtaal.Psychologische factor: Kinderen die met dialect zijn opgegroeid kunnen standaardtaal en dialect als twee perfect onderscheidende systemen beschouwen en ertussen kiezen afhankelijk van de context. Sprekers opgegroeid met de standaardvariant riskeren dat hun standaardtaal is beïnvloed door dialectale invloeden vanuit thuis.Betrekking tot onderzoek:In de volgende alinea weeg ik de resultaten van ons eigen onderzoek (enquête). Deze afweging doe ik met het meest recente onderzoek uit het artikel wegens actualiteit en de eventueel betere onderzoeksmethodiek die daarmee samengaat.

Het onderzoek beschreven in dit artikel stelt dat de taalvaardigheid van kinderen die het Limburgse dialect spreken niet significant verschilt met die van kinderen die alleen de standaardtaal beheersen. Dit is ook een van de conclusies die aan de van de resultaten van onze enquête getrokken kan worden. Uit onze enquête blijkt namelijk dat van de 57 mensen die vaak tot heel vaak dialect spreken, 10 mensen slecht tot heel slecht zijn in de taalvakken. Hieruit is af te leiden dat 17,5% van de dialect sprekenden slecht tot heel slecht zijn in de taalvakken. Daartegenover zijn er 43 die bijna tot nooit dialect spreken, waarvan er 7 slecht tot heel slecht zijn in de taalvakken. Hieruit is af te leiden dat 16,3% van de niet of nauwelijks dialect sprekenden slecht tot heel slecht zijn in de taalvakken.Hieruit blijkt dat dialect sprekenden relatief vaker slecht zijn in de taalvakken dan de niet of nauwelijks dialect sprekenden: 17,5% tegen 16,3%. Dit verschil is echter veel te klein om significant te noemen, vooral rekening houdend met die schaal van ons onderzoek (namelijk 100 leerlingen).Zo komt het resultaat van het onderzoek beschreven in de bron aardig overeen met de resultaten uit ons onderzoek.Uit het onderzoek resulteert dat Limburgs sprekende kinderen zelfs het best scoren op taalvaardigheidstoetsen. Dit gegeven komt niet overeen met de resultaten van ons onderzoek. Zoals beschreven in de vorige alinea is het verschil in vaardigheid in taalvakken tussen wel- en niet-dialectsprekende jongeren niet significant groot. Het is zelfs enigszins nadelig voor de dialect sprekenden. Als we vervolgens kijken naar de gegeven antwoorden op de enquêtevraag ‘Denk je dat dialect helpt of kan helpen bij taalontwikkeling?’ zien we wel een overeenkomst met het onderzoek in de bron, waaruit blijkt dat Limburgs sprekende kinderen het best scoren op taalvaardigheidstoetsen. Althans een overeenkomst in het resultaat van het onderzoek uit de bron en hoe leerlingen tegen het onderwerp aan kijken. Vierenvijftig leerlingen hebben namelijk het idee dat het spreken van een dialect wel eens zou kunnen of heel erg kan helpen bij taalvaardigheid. Dit is al meer dan de 47 leerlingen die redelijk tot heel vaak dialect spreken, die goed tot heel goed in de taalvakken zijn. Zeventien leerlingen hebben geantwoord dat ze denken dat het spreken van een dialect geen effect heeft op taalontwikkeling. Er is dus een

10

Page 12: Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen

overwegend groter deel van de leerlingen dat denkt dat het spreken van een dialect wel positief kan zijn voor taalontwikkeling in vergelijking met de leerling die dit als negatief beschouwen. Zo komt de overwegend positieve blik op de invloed van dialect op taalvaardigheid overeen met de praktische onderzoeksresultaten van het onderzoek uit de bron.

EnquêteDe enquête bestaat uit de volgende vragen:

1. Wat is je geslacht?2. Hoe oud ben je?3. Welk niveau van scholing volg je/heb je gevolgd?4. Welk profiel/welke richting heb je gekozen?5. Spreek je dialect?6. Waar spreek je dialect?7. Ben je goed in taal en de taalvakken?8. Denk je dat dialect helpt of kan helpen bij de taalontwikkeling?

De meeste van deze vragen zijn vooral bedoeld om een idee te krijgen van wat voor mensen onze enquête hebben ingevuld. Deze resultaten zullen besproken worden in het onderdeel resultaten. De belangrijkste vragen van deze enquête zijn vraag 5 en vraag 7.

5. Spreek je Dialect?

7. Ben je goed in taal en de taalvakken?

Deze twee vragen zullen namelijk voor het antwoord zorgen op onze onderzoeksvraag. Daarom zullen deze antwoorden extra uitgewerkt worden in de resultaten.

11

Page 13: Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen

Uitwerking van de resultaten

Als u de precieze uitslagen van de enquête wilt bekijken, scrollt u dan alstublieft naar beneden. Daar vindt u de resultaten uitgewerkt in overzichtelijke diagrammen.

Onze enquête bestaat uit acht vragen, waarvan één alleen hoefde te worden ingevuld als je ook daadwerkelijk dialect sprak. Wij hebben geprobeerd de vragen kort en bondig te houden, om zo een goede kijk te krijgen op de feiten die we nodig hebben voor onze onderzoeksvraag.

De enquête is in totaal door 100 mensen ingevuld, waarvan 64% vrouwelijk en 36% mannelijk. Dit zou tot een klein verschil kunnen leiden in denkwijzen (vrouwen zijn vaak beter in de Alfa vakken (en dus ook talen) en mannen zijn vaak handiger in technischere, Bèta vakken), maar ook hierin zijn veel uitzonderingen, dus uiteindelijk is dit niet zo’n probleem. Met 60% is het merendeel tussen de zestien en achttien jaar oud, 29% is tussen de veertien en zestien jaar oud, en een heel klein deel is jonger dan veertien (8%) of ouder dan achttien (3%).

Op de vraag welke vorm van scholing je volgde of had gevolgd, heeft 57% VWO en 28% HAVO geantwoord. 13% koos echter voor Gymnasium en slechts 2% voor VMBO. De verschillende profielen die al deze mensen hebben gekozen, liggen keurig verdeeld. EM is het meest voorkomende profiel met 35%, daarop volgt NT met 27% en daarop volgen NG en CM met de dicht bij elkaar liggende 21% en 17%.

Dit geeft ons dus al een beeld van de mensen die de enquête hebben ingevuld: de meerderheid is vrouwelijk, de meesten zijn tussen de zestien en achttien jaar oud en doen VWO of HAVO, en het verschil tussen de profielen is mooi verdeeld. Nu we met deze achtergrond informatie al een beetje een idee van onze enquête-invullers hebben en de basis gelegd is, is het tijd om toe te werken naar het eigenlijke onderzoek.

Dit wordt gedaan met de vraag:  ‘Spreek je dialect?’  Hierop antwoordde het  grootste gedeelte heel vaak (46%). De tweede plaats ging naar: nooit (31%). Bijna nooit en redelijk vaak werden met 12% en 11% beduidend minder gekozen.  Dit is fijn, want dit betekent dat er een duidelijk verschil zal zijn tussen heel vaak dialect spreken en nooit dialect spreken.

Hierop volgde de vraag waarop je alleen hoefde te antwoorden als je zelf dialect sprak. Dit was  de vraag waar je dan precies dialect sprak, waarop je meerdere antwoorden kon kiezen. Het meest gekozen antwoord is familie, het tweede meest gekozen antwoord is thuis. Dit is niet alleen logisch omdat je (meestal) met je naaste familie in één huis woont, maar ook omdat je van je familie leert spreken, en dus ook eventueel dialect leert. Ook is dit logisch omdat alle mensen die deze enquête

12

Page 14: Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen

invulden op BC Broekhin zaten, en zoals iedereen weet, is het grootste gedeelte van BC Broekhin een echte Limburger, met ouders en grootouders die dialect spreken en dit aan hun familie thuis doorgeven. Het antwoord wat ook heel vaak is gekozen is bij vrienden. Daarop volgt dan ook natuurlijk het antwoord school: waar je je vrienden het vaakst ziet. Verder spreekt er nog een groot deel in het dialect bij hun hobby, en nog een klein deel spreekt ergens anders in het dialect.

Zestig procent  is goed in de taalvakken, 22% is zelfs heel goed in de taalvakken, 17% er slecht in en gelukkig slechts 1% heel slecht. En dan de laatste vraag, waarin we de leerlingen vragen of ze zelf denken dat het dialect kan helpen bij taalontwikkeling. De meerderheid van 42% was het hiermee eens, en dacht dat het best eens zou kunnen dat het dialect helpt bij de taalontwikkeling. 22% vond echter dat het dialect lichte negatieve effecten heeft op de taalontwikkeling en 7% dacht dat het dialect zware negatieve effecten heeft op de taalontwikkeling. 12% is er echter van overtuigd dat het dialect heel erg helpt bij taalontwikkeling. 17% denkt dat het dialect geen enkel effect heel op de taalontwikkeling.

13

Page 17: Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen

Verband taalvaardigheid en dialect

Vraag 5 en 7 zijn de belangrijkste vragen van de enquête. Hiermee kunnen wij een verband aantonen tussen taalvaardigheid en dialect. De vragen:

5. Spreek je Dialect?

7. Ben je goed in taal en de taalvakken?

We hebben de resultaten van deze twee vragen per persoon in een Excel bestand gezet en zo bekeken hoe de relatie was tussen de taalvaardigheid en dialect op individuele basis. Hieruit is gebleken dat:

16 % van de mensen die bijna tot nooit dialect spreken zijn slecht in hun taalvakken.

84% van de mensen die bijna tot nooit dialect spreken zijn goed in hun taalvakken.

18 % van de mensen die redelijk tot heel vaak dialect spreken zijn slecht in hun taalvakken.

82% van de mensen die redelijk tot heel vaak dialect spreken zijn goed in hun taalvakken.

Hier is het volledige Excel bestand:

http://anwinnaars.files.wordpress.com/2014/01/anw-vergelijking-dialect-taalvaardiheid-verduidelijkt.xlsx

16

Page 18: Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen

Conclusie

Hier volgt de algemene conclusie van ons EXO over de invloed van dialect op de standaardtaal. Nadat ons onderzoek in de vorm van een enquête is voltrokken en de resultaten zijn geanalyseerd blikken we terug op onze onderzoeksvraag. “Op welke manier heeft het spreken van een (Limburgs) dialect invloed op de vaardigheden van de standaardtaal van een persoon?” Aan de hand van ons onderzoek kunnen we zeggen dat of een persoon wel of niet een dialect spreekt geen positieve noch negatieve invloed heeft op de standaardtaal van de persoon. Het aantal leerlingen dat redelijk tot heel vaak dialect spreken, dat slecht tot heel slecht in de taalvakken is staat bijna volledig in verhouding met het aantal leerlingen dat bijna tot nooit dialect spreken, dat slecht tot heel slecht in de taalvakken is.dit komt niet overeen met de verwachtingen die wij hadden in de hypothese. Wij dachten namelijk dat het spreken van een dialect een significant positief effect zou hebben op de standaardtaal (en andere taalvakken). Wel kwam onze hypothese deels overeen met gegevens uit artikelen die wij in ons onderzoek hebben betrokken. Deze vermelden vaker wel dat dialect een positieve invloed op standaardtaal kan hebben. Een voorbeeld hiervan is het artikel (Verleyen, Taalverwerving: dialect vs standaardtaal?, 2007). Deze kunt u terug vinden in onze bronnen analyse.We zijn over het algemeen tevreden over onze aanpak methode en wij zijn dan ook van mening dat we geloofwaardige resultaten hebben geleverd. Helaas hebben we de onderzoeksmethode, de enquête, niet volledig kunnen exploiteren. Onze enquête heeft ons veel interessante gegevens geleverd, maar om deze allemaal met elkaar te vergelijken en te verwerken was voor ons onmogelijk te doen zonder krachtige digitale verwerkingsprogramma’s, die helaas niet tot onze beschikking waren. Een vervolgonderzoek met deze middelen zou nog interessantere gegevens kunnen opleveren.

Desondanks vinden wij ons EXO een geslaagd project, waarin over zeer veel interessante bevindingen rondom het onderwerp te lezen valt.

17

Page 19: Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen

Reflectie van het onderzoek

Na afloop van ons project wat heel wat van onze tijd in beslag heeft genomen, gaan we het proces even evalueren. We hebben veel tijd en moeite in dit onderzoek en verslag gestopt en hebben samen de volgende stappen doorlopen om tot ons resultaat te komen.

Het eerste probleem waar wij als groepje tegenaan liepen was het onderwerp kiezen. Het idee was eerst om een combinatie van economie en aardrijkskunde toe te passen in een bronnenonderzoek. Daarom wilden wij graag mevr. Salden als onze inhoudelijk begeleidster. Maar na een tijdje twijfelen hebben we toch het roer helemaal omgegooid en hebben we een onderzoek gekozen naar het verband tussen dialect en taalontwikkeling (dit idee werd ons gegeven door de oma van Jules Janssen).We moesten een plan van aanpak maken en kwamen al snel tot de conclusie dat we een enquête gingen houden om zo een idee te krijgen of dialect een bepaalde invloed heeft op de taalvaardigheid. Wanneer we onze resultaten verzameld zouden hebben, zouden wij deze gaan vergelijken met de uitkomsten van een reeds uitgevoerd onderzoek om zo te bepalen of onze uitkomsten mogelijk zijn.Het maken van enquête is eigenlijk door ons alle 4 gezamenlijk gedaan. We hebben met ons vieren samen de eerste opzet van de enquête gemaakt en zijn daarna naar mevrouw Machiels (een Nederlands docente) gegaan om te kijken of zij nog punten ter verbetering had. Daarna hebben we onze enquête verbeterd met haar tips.Toen de enquête klaar was, hebben wij deze verspreid. Hiervoor hebben we hulp gevraagd bij de ICT afdeling van Broekhin. We wilden namelijk graag dat zoveel mogelijk mensen eenvoudig en snel op onze enquete konden reageren. De enquete hebben wij online gemaakt met het programma SurveyMonkey (www.surveymonkey.com). Vervolgens heeft de ICT afdeling van Broekhin ervoor gezorgd dat alle leerlingen op Broekhin een melding kregen op Magister met daarin een link naar onze enquête. Zo hebben we ongeveer 100 reacties gekregen.Nadat we al onze data verzameld hadden, zijn we deze gaan verwerken. Aangezien we de gratis versie van SurveyMonkey hadden, hebben we alle resultaten handmatig in een Excel bestand gezet om zo een overzichtelijk geheel te krijgen.Ondertussen zijn wij alle 4 bezig geweest met bronnen zoeken om zo achtergrond informatie te verzamelen. Deze bronnen dienden niet alleen als achtergrondinformatie, maar ook als vergelijkingsmateriaal in onze conclusie en bespreking.De laatste fase van ons werk bevatte voornamelijk het samenstellen van het verslag. Bijna alle componenten waren namelijk al aanwezig, maar moesten alleen nog even geperfectioneerd en bij elkaar gezet worden. Op 2 februari werd het complete verslag via de mail naar mevr. Salden en mevr. van de Bovenkamp gemaild en hebben wij ons Exo afgerond.

18

Page 20: Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen

De samenwerking is bijna probleemloos verlopen, het enige waar we een beetje moeite mee hebben gehad is het kiezen van het onderwerp. Maar toen dit achter de rug was hebben we als team gefunctioneerd en allemaal ons steentje bijgedragen.We zijn daarom ook erg tevreden met ons team en hebben onderling geen problemen gehad. Communicatie liep soepel en de werkverdeling was goed.

We zijn erg tevreden met het resultaat. We hebben een volwaardig onderzoek gemaakt en door teamwork hebben we ons doel bereikt. Wel hebben we een klein foutje gemaakt in ons proces, we kregen contact van onze begeleiders of we wat meer vooruitgang konden laten zien, er was bezorgdheid over hoe ons onderzoek liep en of wij überhaupt wel bezig waren. Deze zorgen waren achteraf onnodig, we waren druk bezig met ons vieren om het onderzoek al lopende te krijgen, maar we hadden niet genoeg gecommuniceerd met onze begeleiders, dit zorgde ervoor dat de deadline verplaatst werd naar 2 februari en dat de begeleiders dachten dat wij nog niks hadden uitgevoerd. Nogmaals onze excuses hiervoor en dit is een verbeterpuntje voor ons voor de volgende keer.

19

Page 21: Dialect en taalontwikkeling - Web viewAls iemand uit de Randstad een onbekend persoon met het Limburgse accent op straat aanspreekt, zullen deze vooroordelen meteen bij hem opkomen

BibliografieDaniëls, W. (2008, December 6). Dialecten verdwijnen, of we dat nu leuk vinden of

niet. Opgehaald van Taalschrift: http://taalschrift.org/discussie/004261.html

Sjaak Kroon, T. V. (2004). Dialect en school in Limburg. Amsterdam: Aksant.

Stoker, I. (sd). Afname van het gebruik van streektalen en dialecten in Nederland. Opgehaald van HoeSnel: http://www.hoesnel.nl/maatschappelijke_ontwikkeling/afname-dialecten-streektalen.html

Taalunieversum. (sd). Hoe zit het met de taalachterstand van dialectsprekers? Opgehaald van http://taalunieversum.org/onderwijs/taalforum/toon_vraag.php?vraagid=33

Verleyen, S. (2007, December 4). Taalverwerving: dialect vs standaardtaal? Opgehaald van Question Jambon: http://www.vlrom.be/pdf/0704taalverwerving.pdf

Verleyen, S. (2008, December 4). Hoeveel talen zijn er? Opgehaald van Question Jambon: http://www.vlrom.be/pdf/0804-4-hoeveeltalen.pdf

20