DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking...

19
STICHTING ADVIESBUREAU ONROERENDE ZAKEN KRUISPLEIN 25N 3014 DB ROTTERDAM POSTBUS 29196 3001 GD ROTTERDAM T 010 – 469 3899 [email protected] WWW.SAOZ.NL IBAN NL21INGB0000508019 BTW NL002767661B01 KVK 41126679 TAXATIES RISICOANALYSES PLANSCHADE NADEELCOMPENSATIE JURIDISCHE ONDERSTEUNING TRAININGEN Opdracht 3830120 Datum februari 2019 Adviseur mr. drs. Referentie 2016-04 indirecte planschade DEELADVIES PLANSCHADE met betrekking tot de voorzienbaarheid van het project “Railterminal Gelderland”

Transcript of DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking...

Page 1: DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade is vastgelegd in de Wet ruimtelijke

S T I C H T I N G A D V I E S B U R E A U O N R O E R E N D E Z A K E N

K R U I S P L E I N 2 5 N 3 0 1 4 D B R O T T E R D A M P O S T B U S 2 9 1 9 6 3 0 0 1 G D R O T T E R D A M

T 0 1 0 – 4 6 9 3 8 9 9 I N F O @ S A O Z . N L W W W . S A O Z . N L I B A N N L 2 1 I N G B 0 0 0 0 5 0 8 0 1 9 B T W N L 0 0 2 7 6 7 6 6 1 B 0 1 K V K 4 1 1 2 6 6 7 9

T A X A T I E S R I S I C O A N A L Y S E S P L A N S C H A D E N A D E E L C O M P E N S A T I E J U R I D I S C H E O N D E R S T E U N I N G T R A I N I N G E N

Opdracht 3830120

Datum februari 2019

Adviseur mr. drs.

Referentie 2016-04 indirecte planschade

DEELADVIES PLANSCHADE

met betrekking tot de voorzienbaarheid van het project “Railterminal Gelderland”

Page 2: DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade is vastgelegd in de Wet ruimtelijke

INHOUDSOPGAVE

1 INLEIDING ............................................................................................................... 3

1.1 Opdracht.......................................................................................................... 3 1.2 Gebruikte stukken en geraadpleegde bronnen ................................................ 3 1.3 Gesprek ........................................................................................................... 3

2 WETGEVING EN JURISPRUDENTIE ...................................................................... 4

2.1 Wet ruimtelijke ordening .................................................................................. 4 2.2 Actualiteiten rechtspraak ................................................................................. 5

3 BEOORDELING ACTIEVE RISICOAANVAARDING ................................................ 6

3.1 Inleiding ........................................................................................................... 6 3.2 Beoordeling voorzienbaarheid RTG ............................................................... 11 3.3 Voorzienbaarheid RTG op basis van het project MTC? ................................. 13

4 CONCLUSIE........................................................................................................... 19

Page 3: DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade is vastgelegd in de Wet ruimtelijke

3930120 Deeladvies Planschade voorzienbaarheid Railterminal Gelderland 3 van 19

1 INLEIDING

1.1 Opdracht

De provincie Gelderland, nader te noemen: “opdrachtgever”, heeft de SAOZ te Rotterdam

opdracht gegeven om een deeladvies planschade op te stellen met betrekking tot het

project “Railterminal Gelderland” (RTG). Het daartoe op te stellen provinciaal

inpassingsplan voorziet in de mogelijke aanleg van een overslagpunt voor containers van

railvervoer naar wegvervoer v.v. in Elst, bij het buurtschap Reeth. De RTG is gedacht in de

gemeente Overbetuwe, nabij de Betuweroute en de autosnelweg A15. In dit advies wordt

onderzocht vanaf welk moment de ontwikkeling van de RTG voorzienbaar werd op een

dusdanige wijze, dat aan aanvragers om tegemoetkoming in planschade “actieve

risicoaanvaarding” tegengeworpen zal kunnen worden.

1.2 Gebruikte stukken en geraadpleegde bronnen

Bij het opstellen van dit advies hebben wij de stukken gebruikt, zoals deze door

opdrachtgever ter beschikking zijn gesteld. Het betreft documenten met betrekking tot het

project die door de jaren heen zijn vastgesteld, waaronder:

Stukken met betrekking tot het “Regionaal Structuurplan KAN 1995 – 2015”;

Stukken met betrekking tot het “Regionaal plan 2005 – 2020” van de Stadsregio

Arnhem – Nijmegen;

Stukken met betrekking tot het Streekplan Gelderland 2005.

1.3 Gesprek

Het dossier is op 15 februari 2019 besproken tussen vertegenwoordigers van de SAOZ,

opdrachtgever en de gemeente Overbetuwe. Tijdens het gesprek is aan de orde gekomen

dat het project “RTG” wellicht een langere “voorgeschiedenis” kent dan oorspronkelijk was

aangenomen; zo was aan het eind van de vorige eeuw al sprake van ontwikkelingen in het

gebied, zij het dat het andere c.a. “ruimere” ontwikkelingen betrof dan louter de RTG

(namelijk het project “MTC”) en dat voorts voor het al dan niet kunnen aannemen van

voorzienbaarheid van belang kan zijn, dat met betrekking tot het project “MTC” het besluit

tot goedkeuring van de beleidsbeslissing door de Afdeling bestuursrechtspraak van de

Raad van State is vernietigd in de uitspraak ABRS 21 augustus 2002,

ECLI:NL:RVS:2002:AE6734. Na het gesprek zijn aanvullende stukken gezonden, welke

door ons in de beoordeling zijn betrokken.

Page 4: DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade is vastgelegd in de Wet ruimtelijke

3930120 Deeladvies Planschade voorzienbaarheid Railterminal Gelderland 4 van 19

2 WETGEVING EN JURISPRUDENTIE

2.1 Wet ruimtelijke ordening

De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade

is vastgelegd in de Wet ruimtelijke ordening. Het onderwerp planschade is geregeld in

hoofdstuk 6 (Financiële bepalingen). Artikel 6.1 is het belangrijkste artikel omdat in dat

artikel alle planschade veroorzakende oorzaken worden genoemd:

a) Een bestemmingsplan, inpassingsplan of van een beheersverordening;

b) Een bepaling van een planwijziging, een planuitwerking of nadere eis;

c) Een omgevingsvergunning (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht WABO)

welke in strijd is met een plan;

d) De aanhouding van een besluit omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning;

e) Een specifieke bepaling van een provinciale verordening;

f) Een specifieke bepaling van een exploitatieplan;

g) Een bepaald koninklijk besluit.

Artikel 6.2 heeft betrekking op het normale maatschappelijke risico:

Lid 1: Binnen het normale maatschappelijke risico vallende schade blijft voor rekening van

de aanvrager.

Lid 2: In ieder geval blijft voor rekening van de aanvrager:

- Van schade in de vorm van een inkomensderving, een gedeelte gelijk aan twee

procent van het inkomen onmiddellijk voor het ontstaan van de schade;

- Van schade in de vorm van een vermindering van de waarde van een onroerende

zaak, een gedeelte gelijk aan twee procent van de waarde van de onroerende zaak

onmiddellijk voor het ontstaan van de schade, tenzij de vermindering het gevolg is

van de bestemming van de tot de onroerende zaak behorende grond of van op de

onroerende zaak betrekking hebbende regels als bedoeld in artikel 3.1.

Page 5: DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade is vastgelegd in de Wet ruimtelijke

3930120 Deeladvies Planschade voorzienbaarheid Railterminal Gelderland 5 van 19

2.2 Actualiteiten rechtspraak

Aan de hand van rechterlijke uitspraken wordt de betekenis van de wetsartikelen die

betrekking hebben op de tegemoetkoming in de planschade verder ingevuld. Wij houden

de jurisprudentie wekelijks bij en wij leiden daaruit een juridisch kader af, waarbinnen de

planologische vergelijking moet passen. De voor de risicoanalyse planschade belangrijkste

criteria zijn:

Bij de planologische vergelijking dient uit te worden gegaan van de maximale

invulling van het “oude” en het nieuwe bestemmingsplan. Niet de oude en nieuwe

feitelijke situatie van belang, maar dat wat op grond van de planologische regimes

maximaal kon/kan worden gerealiseerd (bijv. ABRS 22 oktober 2014, gemeente

Oss, zaaknummer 201310877/1/A1);

Bij indirecte planschade worden situaties die ontstaan zijn vanuit het

overgangsrecht, in beginsel buiten beschouwing gelaten (bijv. ABRS 28 maart 2007,

Het Bildt, zaaknummer 200607004/1);

De schade ontstaat op het moment dat de nieuwe maatregel in werking treedt (bijv.

ABRS 10 november 2010, gemeente Son en Breugel, zaaknummer

201004620/1/H2);

Planologische nadelen kunnen (geheel of gedeeltelijk) worden gecompenseerd met

planologische voordelen die voortvloeien uit hetzelfde planologische regime (bijv.

ABRS, 20 december 2006, Hoogeveen, zaaknummer 200602817/1; ABRS 30 mei

2007, Valkenswaard, zaaknummer 200609350/1; ABRS 4 februari 2009,

Nederweert, zaaknummer 200801775/1; ABRS 18 januari 2012, gemeente

Schijndel, zaaknummer 201105634/1/H2);

De actieve risicoaanvaarding dient te worden bepaald aan de hand van hetgeen een

belanghebbende ten tijde van de aankoop van zijn woning kon weten (bijv. ABRS

29 februari 2012, gemeente Eijsden-Margraten, zaaknummer 201107348/1/A2 en

ABRS 30 april 2014, gemeente Harderwijk, zaaknummer 201305155/1/A2);

De actieve risicoaanvaarding moet worden gebaseerd op door de overheid

openbaar gemaakte beleidsinformatie (bijv. ABRS 11 april 2012, Neerijnen,

zaaknummer 201108251/1/A2 en ABRS 26 november 2014, Franekeradeel,

zaaknummer 201400053/1/A2).

Page 6: DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade is vastgelegd in de Wet ruimtelijke

3930120 Deeladvies Planschade voorzienbaarheid Railterminal Gelderland 6 van 19

3 BEOORDELING ACTIEVE RISICOAANVAARDING

3.1 Inleiding

Het is bestendige jurisprudentie dat ten aanzien van de vergoedbaarheid van de geleden

schade het aspect van risicoaanvaarding op het moment van aankoop van de onroerende

zaak een rol kan spelen. In algemene zin kan worden gesteld dat als voor de vaststelling

van een nieuw bestemmingsplan of een besluit sprake is geweest van door de overheid

openbaar gemaakte beleidsvoornemens, waarin de ontwikkeling is opgenomen,

(bijvoorbeeld een voorontwerpbestemmingsplan, een structuurplan, en/of een ter inzage

gelegd bestemmingsplan), in principe voorzienbaarheid kan worden tegengeworpen, als

deze informatie vóór aankoop van het object van aanvrager kenbaar was. Ook een op het

moment van aankoop geldend bestemmingsplan kan van belang zijn voor het aspect

risicoaanvaarding.

In de “overzichtsuitspraak” ABRS 28 september 2016, Zutphen, ECLI:NL:RVS:2016:2582,

formuleert de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de criteria van de

actieve risicoaanvaarding als volgt:

“De voorzienbaarheid van een planologische wijziging dient beoordeeld te worden aan de

hand van het antwoord op de vraag of ten tijde van de investeringsbeslissing, bijvoorbeeld

ten tijde van de aankoop van de onroerende zaak, voor een redelijk denkend en handelend

koper, aanleiding bestond om rekening te houden met de kans dat de planologische situatie

ter plaatse in ongunstige zin zou veranderen. Daarbij dient rekening te worden gehouden

met concrete beleidsvoornemens die openbaar zijn gemaakt. Voor voorzienbaarheid is niet

vereist dat een dergelijk beleidsvoornemen een formele status heeft.

(…)

Om op grond van een concreet beleidsvoornemen voorzienbaarheid te kunnen aannemen,

moet een redelijk denkend en handelend koper uit de openbaarmaking daarvan kunnen

begrijpen op welk gebied dat beleidsvoornemen betrekking heeft, wat de zakelijke inhoud

ervan is, en dat hij van de inhoud ervan kan kennisnemen”.

Uit specifiek op het aspect “actieve risicoaanvaarding” betrekking hebbende

planschadejurisprudentie zijn de hiervoor geciteerde beoordelingscriteria nader ingevuld.

De belangrijkste uitspraken op dit punt zijn:

Page 7: DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade is vastgelegd in de Wet ruimtelijke

3930120 Deeladvies Planschade voorzienbaarheid Railterminal Gelderland 7 van 19

ABRS 15 februari 2017, Castricum, ECLI:NL:RVS:2017:387

In deze uitspraak overweegt de Afdeling als volgt:

“Dat de raad van de toenmalige gemeente Limmen in een openbare vergadering van 8 mei

1980 het plangebied als locatie voor toekomstige woningbouw heeft aangewezen, betekent

niet dat de planologische ontwikkeling voor [appellant] op 16 augustus 1984 (hierna: de

peildatum), de dag van de aankoop van het perceel, voorzienbaar was. Met een openbare

behandeling is niet gewaarborgd dat een ieder kennis neemt van de inhoud van het

raadsbesluit. Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 26 november 2014

(ECLI:NL:RVS:2014:4239). Niet in geschil is dat het college niet heeft aangetoond dat

openbaarmaking van het beleidsvoornemen van de raad heeft plaatsgevonden. Dit

betekent dat de planologische ontwikkeling voor een redelijk denkend en handelend koper

op de peildatum niet op basis van dit beleidsvoornemen voorzienbaar was. Dat een ieder

op de peildatum de notulen van de raadsvergadering van 8 mei 1980 had kunnen

raadplegen, leidt niet tot een ander oordeel, omdat die mogelijkheid niet met zich brengt dat

is voldaan aan het in de jurisprudentie van de Afdeling gestelde vereiste van

openbaarmaking van een concreet beleidsvoornemen. Deze eis wordt gesteld omdat niet

van een belanghebbende verwacht mag worden dat hij op zoek gaat naar documenten die

niet openbaar zijn gemaakt en waarvan hij het bestaan niet kent.”

ABRS 17 mei 2017, Breda, ECLI:NL:RVS:2017:1293

In deze uitspraak overweegt de Afdeling als volgt:

“Uit deze bewoordingen kan worden afgeleid dat de gemeenteraad van Breda

wijzigingen wil aanbrengen in het bestaande beleid betreffende detailhandel. De zakelijke

inhoud van de Detailhandelsnota 2002 wordt in het stuk evenwel niet weergegeven. De

publicatie in Het Stadsblad is dan ook niet concreet genoeg om te kunnen aannemen dat

De Lunet de planologisch nadelige ontwikkeling had moeten voorzien. Het college heeft zijn

stelling dat de berichtgeving in Breda Bericht uitgebreider is niet met stukken onderbouwd,

zodat hetgeen het in dit verband heeft aangevoerd hem reeds daarom niet kan baten. Het

college heeft verder niet aangetoond dat de Detailhandelsnota 2002 ten tijde van belang op

de website van de gemeente is gepubliceerd. Dit blijkt in elk geval niet uit de door hem

overgelegde schermafdrukken. Dat de nota eenvoudig te vinden was via Google, zoals het

college stelt, kan het college reeds niet baten omdat, zoals de rechtbank met juistheid heeft

overwogen, op een aspirant-koper geen onderzoeksplicht rust.”

Page 8: DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade is vastgelegd in de Wet ruimtelijke

3930120 Deeladvies Planschade voorzienbaarheid Railterminal Gelderland 8 van 19

ABRS 28 maart 2007, Bergen, ECLI:NL:RVS:2007:BA1691

In deze uitspraak overweegt de Afdeling als volgt:

“Uit de in het bestemmingsplan "Aagtdorp" opgenomen bestemming van het perceel als

"Bosperceel" blijkt dat de bouw van woningen op het perceel niet langer in

overeenstemming was met het gemeentelijke planologische beleid. Derhalve was vanaf de

terinzagelegging van het ontwerp van dat bestemmingsplan voor [verzoeker] voorzienbaar

dat de bestemming voor het perceel op korte termijn in voor haar negatieve zin zou kunnen

veranderen. De Kroon achtte de bouw van één woning op het perceel aanvaardbaar en

onthield daarom in 1985 alsnog goedkeuring aan deze bestemming. Met de op 23 maart

1992 vergunde bouw van één woning is feitelijk uitvoering gegeven aan die Kroonuitspraak.

Hoewel voor het perceel geen nieuw bestemmingsplan is vastgesteld, is niet gebleken dat

de gemeenteraad zijn in het bestemmingsplan "Aagtdorp" neergelegde planologische

beleid betreffende het perceel na het Koninklijk besluit heeft gewijzigd. Dit betekent dat

[verzoeker] rekening moest blijven houden met de kans dat de planologische situatie op het

perceel in voor haar negatieve zin zou veranderen”.

Het ging in deze casus om de rechtsvraag, of aan een eigenaar passieve risicoaanvaarding

kon worden tegengeworpen op basis van een door de Kroon vernietigde

bestemmingsplanbepaling.

ABRS 5 juni 2013, Heusden, ECLI:NL:RVS:2013:CA2092

In deze uitspraak overweegt de Afdeling als volgt:

“Niet in geschil is dat het bestemmingsplan ‘Braken West’ van 13 juni 1966 een concreet

beleidsvoornemen behelst om woningbouw in het plangebied te realiseren. Voor zover de

door het college van gedeputeerde staten vastgestelde gebreken van het bestemmingsplan

nog te repareren waren, door gebruik te maken van de mogelijkheid op de voet van artikel

30 van de WRO een nieuw plan vast te stellen, dient te worden vastgesteld dat van deze

mogelijkheid geen gebruik is gemaakt. Ten tijde van de aankoop van de woning op 17 juni

2003 was, naar voorts dient te worden vastgesteld, geen andere concreet

beleidsvoornemen openbaar gemaakt. Van een redelijk denkend en handelend koper kan

in dit geval niet worden verwacht dat hij geruime tijd langer dan tien jaar na het onthouden

van goedkeuring door het college van gedeputeerde staten aan een voor hem nadelige

Page 9: DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade is vastgelegd in de Wet ruimtelijke

3930120 Deeladvies Planschade voorzienbaarheid Railterminal Gelderland 9 van 19

bestemmingsplanwijziging nog rekening houdt met de kans dat de planologische situatie in

het plangebied desondanks in ongunstige zin zal veranderen.

Het ging in deze casus om de rechtsvraag, of aan een eigenaar actieve risicoaanvaarding

kon worden tegengeworpen op basis van een vernietigde bestemmingsplanbepaling.

Daarvan was in dit geval geen sprake, maar uit de uitspraak is wel (zij het “à contrario”) af

te leiden dat als de gemeente het vernietigde besluit binnen een bepaalde periode zou

hebben hersteld, mogelijk wèl voorzienbaarheid had kunnen tegenwerpen.

ABRS 6 juli 2016, Doesburg, ECLI:NL:RVS:2016:1876

In deze uitspraak overweegt de Afdeling als volgt:

“De realisatie van een sportpark had daarmee, gezien de potentiele bouw- en

gebruiksmogelijkheden, een grotere of op zijn minst vergelijkbare planologisch nadelige

uitstraling gehad als de oprichting van 105 woningen.”

In deze casus was sprake van woningbouw, daar waar de aanvrager ten tijde van aankoop

iets geheel anders kon verwachten (een sportpark), maar dat in de visie van de Afdeling

dus “tenminste even erg is”. Het betreft dus een uitzondering op de hoofdregel dat de

ontwikkeling die de schade veroorzaakt, voorzienbaar moet zijn ten tijde van aankoop.

Uit het samenstel van deze uitspraken blijkt, dat het tegenwerpen van voorzienbaarheid

alleen mogelijk is indien:

- het betrokken beleidsdocument zelfstandig openbaar bekend gemaakt is;

- uit de bekendmaking kan worden afgeleid op welk gebied dat beleidsvoornemen

betrekking heeft, wat de zakelijke inhoud ervan is, en dat hij van de inhoud ervan

kan kennisnemen;

- de voorzienbaarheid niet is doorbroken, bijvoorbeeld door vernietiging van het

voornemen zonder dat daarop een “reparatie” heeft plaatsgevonden, of door het

publiceren van “nieuw” beleid. In het laatste geval kan wel getoetst worden, of dat

“nieuwe beleid” niet op zijn minst vergelijkbare gevolgen voor aanvrager zou kunnen

hebben gehad (waardoor alsnog “voorzienbaarheid van nadeel” tegengeworpen

kan worden).

Page 10: DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade is vastgelegd in de Wet ruimtelijke

3930120 Deeladvies Planschade voorzienbaarheid Railterminal Gelderland 10 van 19

Ook stukken die gepubliceerd zijn op basis van een wettelijke verplichting, en gepubliceerd

zijn conform die verplichting (zoals publicaties van in procedure zijnde

bestemmingsplannen, structuurvisies etcetera), worden door de Afdeling

bestuursrechtspraak geaccepteerd als stukken, waaruit voorzienbaarheid van een

ontwikkeling afgeleid kan worden, zo blijkt uit bijvoorbeeld de uitspraak ABRS 7 november

2018, ECLI:NL:RVS:2018:3597, Katwijk, waarin de Afdeling overweegt:

“Het Structuurplan (…) is vastgesteld op 29 mei 2008. Dat betekent dat de bekendmaking

diende te gebeuren op de in artikel 9 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (oud) gelezen

in samenhang met artikel 3:11, eerste, tweede en derde lid, en artikel 3:12, eerste en

tweede en derde lid, onderdeel a, van de Awb, voorgeschreven wijze. Dit komt erop neer

dat de terinzagelegging van het structuurplan aangekondigd diende te worden in de

Staatscourant en in, bijvoorbeeld, een huis-aan-huis-blad. De Afdeling stelt vast dat de

terinzagelegging van het structuurplan is aangekondigd in de Staatscourant (…). Verder

blijkt uit de door het college overgelegde stukken dat deze aankondiging ook in De

Rijnsburger (…) is geplaatst.”

Hieruit kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

1. Openbare behandeling in vergaderingen van organen van bestuursorganen is op

zichzelf beschouwd onvoldoende;

2. Het organiseren van informatie-avonden etcetera is op zichzelf beschouwd

onvoldoende;

3. Aan stukken die vindbaar zijn op de website van het bestuursorgaan kan evenmin

zelfstandige betekenis worden toegekend indien deze niet gepubliceerd zijn op de

hiervoor omschreven wijze;

4. Aan andere bronnen dan hiervoor genoemd, zoals bijvoorbeeld krantenberichten of

publicaties van derden, komt evenmin betekenis toe bij het beoordelen van de

voorzienbaarheid.

In de praktijk betekent dit, dat een behoorlijk aantal documenten “afvalt” als het gaat om het

kunnen tegenwerpen van actieve risicoaanvaarding. Wij gaan in de volgende paragraaf na

welke beleidsvoornemens voldoen aan de door de Afdeling gestelde criteria.

Page 11: DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade is vastgelegd in de Wet ruimtelijke

3930120 Deeladvies Planschade voorzienbaarheid Railterminal Gelderland 11 van 19

3.2 Beoordeling voorzienbaarheid RTG

Wij hebben de door opdrachtgever toegezonden stukken bestudeerd en komen op grond

daarvan tot de volgende conclusies. Bij het beoordelen van de voorzienbaarheid dient

nadrukkelijk onderscheid te worden gemaakt in ontwikkelingen die reeds hun beslag

hebben gekregen c.q. via een ander “spoor” tot stand gekomen zijn, en de ontwikkeling van

de RTG. In het bijzonder geldt, dat via een ander spoor het “Container Uitwissel Punt” (CUP)

tot stand is gekomen, dat gesitueerd is nabij de beoogde locatie van de RTG.

Het oorspronkelijk “oudste” toegezonden document betrof de publicatie in de Staatscourant

nr 50 uit het jaar 1999, betreft de publicatie van het “Besluit van 26 januari 1999, nr.

99.000301 houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening ten algemenen

nutte”. Het betreft aldus niet de publicatie van een beleidsvoornemen, maar van een plan

tot onteigening, en als zodanig kan aan het stuk geen betekenis worden toegekend in de

sfeer van de actieve risicoaanvaarding. Het betreft voorts het “CUP” en niet de RTG.

Het eerste openbaar bekend gemaakte, niet “vernietigde” stuk dat wij ter zake van de

(locatie van de) RTG hebben gevonden, betreft het “Regionaal Plan 2005-2020” van de

toenmalige Stadsregio Arnhem – Nijmegen.

Locatie RTG

Figuur: fragment kaartmateriaal Regionaal Plan 2005 - 2020

Page 12: DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade is vastgelegd in de Wet ruimtelijke

3930120 Deeladvies Planschade voorzienbaarheid Railterminal Gelderland 12 van 19

Het stuk had dat de status van Structuurplan op basis van de toenmalige Wet op de

Ruimtelijke Ordening en is als zodanig vastgesteld en goedgekeurd, en tevens openbaar

bekend is gemaakt. In het structuurplan wordt voor de locatie van de RTG expliciet

gesproken over de vestiging van een “Regionaal Opstappunt”, zijnde “een regionaal

opstappunt gekoppeld aan de Betuweroute waarmee het vervoer van goederen per spoor

vanuit de regio kan worden gestimuleerd”. Op het bij het structuurplan horende

kaartmateriaal is de locatie van het Regionaal Opstappunt (zijnde de locatie van de RTG)

aangegeven.

Uit onderstaande afbeelding blijkt, dat het structuurplan op de wettelijk voorgeschreven

wijze is bekend gemaakt èn ter inzage heeft gelegen, zodat het stuk voldoet aan de eerder

in dit advies geformuleerde vereisten.

Figuur: bekendmaking Regionaal Plan 2005 - 2020

Page 13: DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade is vastgelegd in de Wet ruimtelijke

3930120 Deeladvies Planschade voorzienbaarheid Railterminal Gelderland 13 van 19

3.3 Voorzienbaarheid RTG op basis van het project MTC?

Opdrachtgever heeft in het bijzonder aandacht gevraagd voor mogelijke voorzienbaarheid

van het project op basis van de stukken rondom het “Regionaal Structuurplan KAN 1995 –

2015”, dat voorzag in het project “MTC” maar op dit punt door de Afdeling

bestuursrechtspraak van de Raad van State is vernietigd in de uitspraak ABRS 21 augustus

2002, ECLI:NL:RVS:2002:AE6734. De kernoverwegingen van de hiervoor aangehaalde

uitspraak zijn:

“De inpassing van het MTC vormt een aanzienlijke ruimtelijke ingreep in het Betuwegebied,

waarbij met name de haven nauwkeurig en gedetailleerd op de plankaart is aangeduid. Bij

de goedkeuring van het RSP-KAN dient dan ook, teneinde niet in strijd te komen met het in

artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht neergelegde zorgvuldigheidsbeginsel,

duidelijkheid te bestaan over de mogelijkheid de afzonderlijke onderdelen van het MTC met

inachtneming van de aangegeven begrenzingen op een uit een oogpunt van goede

ruimtelijke ordening passende wijze in een bestemmingsplan vast te leggen.

Mitsdien kan bij de goedkeuring van het plan niet worden volstaan met een beoordeling van

de vraag of bij de uitwerking op bestemmingsplanniveau er een redelijke verwachting is dat

aan alle wettelijke eisen kan worden voldaan, maar dient vast te staan dat bestemmingen

die betrekking hebben op de aanleg van het MTC voorzover opgenomen in het hierop

betrekking hebbende onderdeel van het RSP-KAN dat als besluit is aangemerkt,

verwezenlijkt kunnen worden.

(…)

Wat betreft de geluidsaspecten blijkt uit de Projectnotitie dat het MTC tot gevolg heeft dat

bij ongeveer 48 woningen – onder andere aan de noordkant van Eimeren, de oostkant bij

Reeth en aan de zuidkant van de Oosterhoutsestraat – de voorkeurgrenswaarde van 50

dB(A) met ongeveer 5 dB (A) en op sommige punten met ongeveer 10 dB(A) wordt

overschreden. De kaartbijlage bij de Projectnotitie met betrekking tot het aspect geluid laat

een 50 dB(A)- en 55 dB(A)-contour met en zonder geluidswal zien. De geluidswal (van 10

meter hoog rond vrijwel het gehele MTC, zoals aangegeven op kaart 2 van de Projectnotitie)

blijkt niet te kunnen voorkomen dat de dorpen Oosterhout voor het overgrote deel en Slijk-

Ewijk geheel binnen de 50 dB(A)-contour komen te liggen.

Eimeren ligt ook binnen de 55 dB(A)-contour. Het RSP-KAN bevat geen beperkingen ten

aanzien van de aard en soort van de toe te laten bedrijvigheid. Mede gelet op het

deskundigenbericht betekent dit dat zware hindercategorieën in beginsel kunnen worden

Page 14: DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade is vastgelegd in de Wet ruimtelijke

3930120 Deeladvies Planschade voorzienbaarheid Railterminal Gelderland 14 van 19

toegelaten op het gehele MTC, terwijl voor een groot aantal omwonenden onzeker is of

binnen de begrenzingen van het MTC een uit een oogpunt van geluidhinder aanvaardbaar

woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd. Wat betreft de aspecten van externe

veiligheid blijkt uit de Projectnotitie dat het MTC met zich brengt dat voor in totaal ongeveer

30 woningen het individueel risico hoger is dan de grenswaarde van 10-6/jr. Gelet hierop is

het onzeker of de ligging van 10-6/jr veiligheidscontour door het treffen van maatregelen

zodanig kan worden verschoven dat de veiligheid van omwonenden van het MTC

gewaarborgd blijft. Bij de goedkeuring van het RSP-KAN had echter omtrent deze aspecten

zekerheid dienen te bestaan.

Uit het voorgaande volgt dat het onzeker is of de afzonderlijke onderdelen van het MTC

met inachtneming van de in het RSP-KAN aangegeven begrenzingen op een uit een

oogpunt van een goede ruimtelijke ordening passende wijze in een bestemmingsplan

kunnen worden vastgelegd.”

Alhoewel het “Regionaal Structuurplan KAN 1995 – 2015” qua publicatie- en

inhoudsvereisten voldoet aan de criteria die daaraan volgens de planschadejurisprudentie

worden gesteld (het stuk is openbaar bekend gemaakt en wat ons betreft inhoudelijk

voldoende concreet), dient geconcludeerd te worden dat het stuk ten aanzien van het MTC

op een andere, ruimere ontwikkeling ziet dan het RTG en – belangrijker – dat het plan op

inhoudelijke gronden door de rechter is vernietigd en niet op “formele gronden”.

Wij sluiten zeker niet uit dat, afhankelijk van de datum van aankoop, toch betekenis aan het

“Regionaal Structuurplan KAN 1995 – 2015” zou kunnen toekomen, maar wij achten het

raadzamer om onder de voorzienbaarheid van de RTG een meer “solide” basis te leggen

dan een uiteindelijk door de rechter op inhoudelijke gronden vernietigd besluit ten aanzien

van een ontwikkeling, die meer omvatte dan alleen de RTG. Wij kunnen namelijk niet

uitsluiten, dat de rechter in planschadeprocedures géén betekenis zal toekennen aan het

“Regionaal Structuurplan KAN 1995 – 2015”.

Wij hebben de volgende uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van

State in onze overwegingen betrokken:

Page 15: DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade is vastgelegd in de Wet ruimtelijke

3930120 Deeladvies Planschade voorzienbaarheid Railterminal Gelderland 15 van 19

ABRS 19 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4144

De kernoverweging van deze uitspraak is:

“Dat uit het voorontwerp blijkt van een beleidsvoornemen om de bouw van maximaal vijf

woningen op een inbreidingslocatie in het plangebied mogelijk te maken, dat de agrarische

bestemming voor het resterende deel van het plangebied in het voorontwerp is

gehandhaafd en dat daarbij niet is vermeld dat dit slechts een tijdelijke conserverende

bestemming is, betekent niet dat het beleidsvoornemen om woningbouw in het resterende

deel van het plangebied te realiseren ook voor de langere termijn is prijsgegeven. Voor dat

oordeel is van belang dat het niet ongebruikelijk is woningbouw in fasen te realiseren en

dat in de toelichting op het voorontwerp is vermeld dat onder meer de tweede structuurvisie

het beleidskader voor het voorontwerp was. Uit het voorontwerp valt niet af te leiden dat het

resterende deel van het plangebied niet langer in beeld was als locatie voor woningbouw.”

De casuïstiek in deze zaak (die wij overigens kennen omdat de SAOZ daarbij betrokken is

geweest) wijkt af van de casuïstiek van de RTG omdat in deze zaak geen sprake was van

een op inhoudelijke gronden vernietigd beleidsvoornemen dat anders c.q. ruimer was dan

hetgeen uiteindelijk gerealiseerd is, maar van een “voortgezet” beleidsvoornemen dat

ongewijzigd in een planologische maatregel is opgenomen. Dit wijkt dus op twee punten

sterk af van de cauïstiek inzake de RTG, zodat deze uitspraak geen nieuw of ander licht

werpt op de te beantwoorden rechtsvraag of aan het “Regionaal Structuurplan KAN 1995 –

2015” voorzienbaarheid van de schade ontleend kan worden.

ABRS 1 augustus 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2575

De kernoverweging van deze uitspraak is:

“Aan de krantenartikelen uit de periode na de publicatie van het raadsbesluit in ‘t Groentje,

waarin door journalisten melding is gemaakt van een locatie op De Meerpaal, kan niet de

door [appellant sub 1] en anderen gewenste betekenis worden toegekend. De inhoud van

krantenartikelen komt, anders dan zij betogen, niet voor rekening en risico van het college.

Verder valt uit bladzijde 216 van het streekplan, waarin is verwezen naar regionale

initiatieven, niet af te leiden dat provinciale staten zich niet kunnen verenigen met het

gemeentelijke beleidsvoornemen om windturbines op een locatie langs De Meerpaal, ten

noorden van het Amsterdam-Rijnkanaal, te realiseren. Dat op die bladzijde melding is

gemaakt van een eventuele opstelling van windturbines op De Meerpaal, doet daaraan niet

Page 16: DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade is vastgelegd in de Wet ruimtelijke

3930120 Deeladvies Planschade voorzienbaarheid Railterminal Gelderland 16 van 19

af, omdat de inhoud van het streekplan in samenhang met de regionale initiatieven dient te

worden gelezen. Bij lezing van het raadsbesluit is helder dat de omschrijving op die

bladzijde van een eventuele opstelling van windturbines in Houten niet juist is en dat het

gemeentelijke beleidsvoornemen geen betrekking heeft op de locatie op de Meerpaal.”

In deze zaak werd de stelling dat een openbaar bekend gemaakt beleidsvoornemen

nadien door uitlatingen in de media was “ingehaald” niet gehonoreerd. Dit wijkt sterk af

van de cauïstiek inzake de RTG, zodat deze uitspraak geen nieuw of ander licht werpt op

de te beantwoorden rechtsvraag of aan het “Regionaal Structuurplan KAN 1995 – 2015”

voorzienbaarheid van de schade ontleend kan worden.

ABRS 25 juni 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2283

De kernoverweging in deze uitspraak is:

“Op het moment dat [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hun onderscheiden percelen op

9 augustus 1995 respectievelijk 17 oktober 1997 aankochten, gold het bestemmingsplan

"Dorpsakkers". Vóór de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan heeft het

ontwerpbestemmingsplan "Dorpsakkers" vanaf 16 september tot en met 13 oktober 1994

ter inzage gelegen. Zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, volgt uit de toelichting bij

dit ontwerpbestemmingsplan, hoofdstukken 6 en 7, en uit de Schets structuur Vlierden,

tekening nr. B-V-029-2, dat op het terrein gelegen aan de achterkant van de percelen van

[appellant sub 1] e.a. woningbouw kan worden gerealiseerd.”

Ook bij deze zaak was de SAOZ betrokken. Er werd voorzienbaarheid vastgesteld op basis

van een openbaar bekend gemaakt ruimtelijk beleidsvoornemen, namelijk een

ontwerpbestemmingsplan. Ook hier wijkt de casuïstiek af van die van de RTG omdat geen

sprake is van een vernietigd beleidsvoornemen. Bovendien is in het onderhavige geval

evenmin sprake van een beleidsvoornemen, dat anders of ruimer was dan hetgeen

uiteindelijk gerealiseerd is. Ook deze uitspraak werpt daarom geen nieuw of ander licht op

de te beantwoorden rechtsvraag of aan het “Regionaal Structuurplan KAN 1995 – 2015”

voorzienbaarheid van de schade ontleend kan worden.

Page 17: DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade is vastgelegd in de Wet ruimtelijke

3930120 Deeladvies Planschade voorzienbaarheid Railterminal Gelderland 17 van 19

ABRS 28 maart 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1050

De kernoverweging van deze uitspraak is:

“Het bestemmingsplan "Buitengebied 1994" was ten tijde van de koop het geldende

planologische regime voor het gebied ten westen van het perceel. Vast staat, en dat is ook

niet in geschil, dat in het bestemmingsplan "Buitengebied 1994" en de toelichting daarop

geen enkele verwijzing naar de structuurschets is opgenomen. Ingevolge dat

bestemmingsplan hadden de gronden ten westen van het perceel een agrarische

bestemming met de aanduiding ‘kernrandzone’, op grond waarvan ter plaatse geen

woningbouw was toegestaan. [appellant sub 2] hoefde daarom op de koopdatum geen

rekening te houden met de kans dat de planologische situatie ter plaatse in voor hem

ongunstige zin zou veranderen, in de zin dat op termijn ten westen van zijn perceel de

realisering van een nieuwe woonwijk planologische mogelijk zou worden gemaakt, zoals in

het nieuwe bestemmingsplan is gebeurd. Voor het antwoord op de vraag of de

planologische verandering voor [appellant sub 2] op de koopdatum voorzienbaar was, zijn,

anders dan het college betoogt, de aard van het bestemmingsplan "Buitengebied 1994" en

de tijd tussen de vaststelling van het structuurschets en de start van de voorbereiding van

dat bestemmingsplan niet van belang.”

In dit geval, waarbij de SAOZ overigens ook betrokken was, werd de voorzienbaarheid op

basis van een openbaar bekend gemaakt beleidsvoornemen dat niet op inhoudelijke

gronden vernietigd was (hetgeen ook niet mogelijk was omdat tegen een structuurschets

niet geprocedeerd kan worden) ingehaald door een ander andersluidend beleidsvoornemen

waarin op geen enkele wijze gewag gemaakt werd van het eerdere beleidsvoornemen.

Deze casuïstiek wijkt sterk af van die van de RTG. In het geval van de RTG is het

beleidsvoornemen weliswaar gewijzigd (van MTC naar RTG) maar is het voornemen om

ter plaatse van de RTG tot een ontwikkeling te komen niet gewijzigd. Deze uitspraak zou

“à contrario” gebruikt kunnen worden ter motivering van de stelling dat aan het “Regionaal

Structuurplan KAN 1995 – 2015” voorzienbaarheid van de schade ontleend kan worden,

ware het niet dat – anders dan in deze uitspraak het geval is – het eerdere

beleidsvoornemen op inhoudelijke gronden vernietigd is.

Alles overziende zijn wij van mening, dat het tegenwerpen van voorzienbaarheid op basis

van het “Regionaal Structuurplan KAN 1995 – 2015” in beginsel geprobeerd zou kunnen

Page 18: DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade is vastgelegd in de Wet ruimtelijke

3930120 Deeladvies Planschade voorzienbaarheid Railterminal Gelderland 18 van 19

worden, maar dat geenszins vaststaat dat de rechter dat ook zal accepteren. Gelet op de

huidige stand van de jurisprudentie is dat wat ons betreft “een dubbeltje op zijn kant”, dat

naar beide zijden kan vallen. Wij hebben daarom onderzocht vanaf welke datum sprake is

geweest van een “ononderbroken lijn” van voorzienbaarheid met betrekking tot het project,

en zijn daarbij – zie paragraaf 3.2 – uitgekomen op het “Regionaal Plan 2005-2020”. Op

basis van het voorgaande zijn wij van mening dat men in ieder geval op de hoogte kon zijn

van de toekomstige nadelige ontwikkelingen sinds:

14 MAART 2007.

In het kader van de behandeling van daadwerkelijke aanvragen om tegemoetkoming in

planschade kunnen in beginsel nog stukken worden betrokken die in dit advies niet

worden genoemd. Dit betekent, dat al naar gelang de inhoud en de wijze van publicatie

van de desbetreffende stukken de aanvangsdatum van de voorzienbaarheid in beginsel

eerder gelegen zou kunnen zijn dan de genoemde datum.

Page 19: DEELADVIES PLANSCHADE - Gelderland...2.1 Wet ruimtelijke ordening De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de planschade is vastgelegd in de Wet ruimtelijke

3930120 Deeladvies Planschade voorzienbaarheid Railterminal Gelderland 19 van 19

4 CONCLUSIE

Op basis van de overgelegde en ons bekende stukken betreffende de voorgenomen

realisering van de Railterminal Gelderland (RTG) concluderen wij vooralsnog, dat de

ontwikkeling daarvan in ieder geval kenbaar werd vanaf 14 maart 2007, zijnde de dag van

de wettelijk voorgeschreven publicatie van het Regionaal Plan 2005 – 2020 van de

toenmalige Stadsregio Arnhem - Nijmegen.

Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken,

mr. drs.