De strijd achter het videotestament

1
© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 03 januari 2015 DE strijd ACHTER HET VIDEOTESTAMENT achtergrond Het videotestament van de 19-jarige Maastrichtse jihadist Sultan Berzel roept vele vragen op. Niet alleen over hoe het zo ver is kunnen komen, maar ook over de bijna oorverdovende stilte waarmee dit document, het eerste van een Nederlandse zelfmoordterrorist, is geland in het land en Maastricht. Toch dwingt de video westerse ogen om deze vraag te beantwoorden: blijven we gewoon afwachten tot de volgende? door Johan van de Beek en Claire van Dyck D e eerste reactie: dit is hem dus. Sultan Ber- zel. Aan de vooravond van een zelfmoordac- tie waarbij hij naar ver- luidt minstens tien po- litieagenten in Bagdad mee zal nemen in de dood en tientallen anderen zal verwonden. Een frêle ogend mannetje. Kennelijk niet geschikt voor het slagveld, wel voor een slachting. Hakkelende teksten met een overdui- delijk Limburgs accent uitgesproken. En gebruikmakend van een spiekbrief- je dat hij buiten beeld houdt. „Het eer- ste wat ik dacht was: wat een eenvou- dig filmpje”, zegt Pieter Nanninga, do- cent Midden-Oostenstudies en specia- list op het gebied van jihadgangers van de Universiteit Groningen. Qua inhoud is de video niet opzienbarend. Het is, aldus Nanninga, de standaardretoriek. Opvallend zijn juist de dingen die niet in de video zitten. Geen persoonlij- ke boodschap, geen laatste groet aan fa- milie of vrienden in Maastricht en geen beelden van de aanslag. Ook afwijkend: het late tijdstip waar- op de video wordt gepubliceerd. We- ken na de aanslag. Over het hoe en waarom daarvan kan alleen maar gespe- culeerd worden. Wel is duidelijk dat de video van Berzel gericht is op de ‘Nederlandse markt’, specifiek jonge jongens in Nederland die al sympathie hebben voor de jihad en zo overge- haald kunnen worden ook te vertrek- ken. Dat is het doel. Het effect gaat echter verder. Berzels video en ook de dubbelzinnige reactie van zijn vader erop, confronteert Ne- derlandse ogen die iets verder willen kijken dan ‘opgeruimd staat netjes’ met de volmaakte wezensvreemdheid van zelfmoordaanslagen. Zo wezensvreemd, schreef de Britse schrijver Martin Amis, dat de westerse opinie er geen redelijke reactie op weet te formuleren. Verder dan „ontwijkend gemompel” komen we vaak niet, schrijft hij. Of we beschouwen het als „exotische grillen, net zoiets als vrou- wenbesnijdenis en eermoorden”. En zo lang het wordt gedaan door mensen die we niet kennen, in landen ver weg, lijkt het ‘negeerbaar’. Nu worden zelfmoordaanslagen ge- pleegd door jongens, pubers eigenlijk nog, die opgroeiden in onze gemeen- schap. En in het geval van Sultan door iemand die, in tegenstelling tot de cli- chés die vaak klinken, niet dom was, die studeerde en plannen had voor de toekomst. Een toekomst die hij, na een periode van radicalisering die zich in minder dan acht maanden voltrok, op- gaf. De liberale westerse mens heeft de neiging om te denken dat als iemand zoiets doet, er een reden voor is. De da- der zal wel uitgesloten zijn geweest, denken we. Die analyse klopt echter niet. Althans lang niet altijd. We han- gen aan de overtuiging dat, zoals Volks- krant-commentator Martin Sommer het omschreef, de mens altijd het goe- de wil. En de gedachte dat terreur is in- gegeven door achterstelling en armoe- de. En dat iedereen hunkert naar onze liberale democratie. Die gedachten wan- kelen. Er is een onvermogen om, zoals de politieke filosoof Paul Berman het omschreef, bewegingen of individuen die terreur omarmen te herkennen of de catastrofale gevolgen ervan onder ogen te zien. Misschien is het beter, schrijft hij, om te stoppen met pogin- gen te begrijpen wat een jihadist drijft en in plaats daarvan te onderzoeken wat ons eigenlijk zo aarzelend maakt in het bestrijden van het fenomeen. Ibrahim Wijbenga, publicist, jonge- renwerker en lid van het strategisch netwerk radicalisering en polarisatie in Amsterdam, hamert erop dat bijvoor- beeld het moskeebestuur in Maastricht niet mag wegkijken. „Als je het laat af- weten, laat je de interpretatie over aan krachten die jouw beeldvorming gaan bepalen. Dan ben je verder van huis. Het kan proporties aannemen die je niet wilt.” En als de stilte voortduurt, zou de gemeenteraad van Maastricht er goed aan doen kritische vragen te stellen over het antiradicaliserings- beleid van de gemeente en samenwer- king met de moslimgemeenschappen, zegt Wijbenga, zelf CDA-raadslid in Eindhoven. De in eerste instantie goed- keurende reactie van de vader op de vi- deo van zijn zoon noemt hij verontrus- tend. „Misschien heeft hij in al zijn wanhoop een beeld proberen neer te zetten van een gelovige zoon die een goed mens wilde zijn. Het is een cock- tail van radeloosheid en machteloos- heid. Als dit geen weerwoord krijgt, wordt zo’n vader symbool voor de isla- mitische gemeenschap in Maastricht. En zo wordt, gewild of ongewild, ruim- te geboden aan radicalen die nu al aan de haal gaan met de uitspraak van de vader. Die wordt gefeliciteerd op Twit- ter.” De reacties van de vader hebben er binnen de Marokkaanse gemeen- schap in Maastricht voor gezorgd dat die zich „geschokt distantieert”, aldus een anonieme zegsman. „Het is een harde confrontatie, maar niemand wil erover praten.” De vader gaf twee sig- nalen af. Enerzijds wekte hij de sugges- tie dat zijn zoon nu in het paradijs is (wat een beloning voor zijn daad zou zijn) en anderzijds wees hij het plegen van aanslagen in een gesprek met L1 Radio af. Martijn de Koning, onderzoe- ker islamstudies, is verrast over de op- hef hierover. „Het is niet gebruikelijk om consistente verklaringen te eisen van iemand die in rouw is”, zegt hij. Maar hij ziet, evenals Pieter Nanninga, de paradox die ook veel ‘gewone mos- lims’ direct aanvoelen. Op de achter- grond speelt een ideologische twist tus- sen de zogeheten gematigde islam en het islamisme, de politieke ideologie ge- baseerd op een letterlijke interpretatie van (delen van) de Koran. Volgens het eerste kamp is zelfdoding expliciet ver- boden in de Koran en vastgelegd in het citaat ‘dood jezelf niet’. Ook in de Ha- dith, de gezegden van de Profeet, staan talloze verwijzingen waaruit blijkt dat Mohammed zelfmoord veroordeelt. Hieruit vloeit voort dat ook zelfmoord- aanslagen haram (verboden) zijn. Die gaan bovendien ook in tegen het ver- bod op het ‘ten onrechte doden van de ziel’ van anderen. „En wat sommige mensen doen, zoals het plegen van zelf- moordaanslagen door middel van het dragen van explosieven en het laten af- gaan van deze, wanneer zij zich tussen andere mensen bevinden, deze daad be- hoort tot het nemen van onschuldige levens. En wie zichzelf van het leven berooft, zal eeuwig in het hellevuur ver- blijven.” Het is een van de vele citaten waarmee schriftgeleerden zich hebben uitgesproken tegen zelfmoordaansla- gen. Zij worden door tegenhangers uit het islamistische kamp vaak via takfir (een vorm van excommunicatie) als kuffar (ongelovigen) betiteld. Het isla- misme is een stroming die al enige de- cennia in opmars is. Gebaseerd op geschriften van onder anderen de Egyptische ideoloog Said Qutb (1906-1966) en meer recent Ay- man al-Zawahiri (de opvolger van Osa- ma bin Laden) spreekt deze samenbal- - ling van verschillende extreme stromin- gen zich uit tegen scheiding van kerk en staat (dus voor invoering van de sha- riawetgeving), de oprichting van het ka- lifaat en, uiteindelijk, een wereldwijde verspreiding van de islam. In deze ideologie is het wel degelijk mogelijk dat je een goede moslim en massamoordenaar van willekeurige slachtoffers tegelijk bent. Al-Zawahiri wordt gezien als de architect van de ‘martelaarsoperaties’. Het was ook Al-Zawahiri die als eerste op het idee kwam aan de vooravond van marte- laarsoperaties bandopnames te maken en die voor propagandadoeleinden te gebruiken, een strategie die Islamiti- sche Staat (IS) nu ook toepast met vi- deotestamenten zoals dat van Sultan Berzel. Dat onschuldigen worden gedood, rechtvaardigen Al-Zawahiri en anderen via deze cirkelredenering: als je een aan- slag pleegt op (bijvoorbeeld) een vijan- dige ambassade, dan bestaan er geen onschuldigen binnen dat gebouw. Mos- lims die daar werken, zijn geen echte moslims, want echte moslims zouden daar niet gaan werken. En als er toch onschuldige slachtoffers zouden zijn, zoals kinderen, dan geldt overmacht. Om verbod op zelfdoding te kunnen omzeilen, zeggen Al-Zawahiri en con- sorten dat het niet om zelfmoord gaat, maar om het geven van je leven in naam van het echte geloof. Met als belo- ning een rechtstreekse toegang tot het paradijs. Bovendien kan de martelaar na zijn dood een hele trits familieleden paradijselijke onsterfelijkheid verlenen, reden waarom familieleden soms presti- ge ontlenen aan de dood van een zoon. Takfiri’s als Al-Zawahari en zijn even- knieën binnen IS (door Al-Zawahiri overigens als ‘te extremistisch’ betiteld) nemen met andere woorden het godde- lijke gezag op zich om te bepalen wie een echte moslim is en wie niet. In die zin ook wie moet sterven en wie niet. Dit is wat Amis een ‘pathologische doodscultus’ noemt; humorloos, anti- liberaal, anti-individualistisch, antisemi- tisch, antidemocratisch, antirationalis- tisch en met een onstuitbaar verlangen naar het kalifaat, „een wereld van vol- maakte terreur en volmaakte verveling; een wereld zonder spel, zonder kunst, zonder vrouwen en met openbare te- rechtstellingen als enig vermaak”. Waar dit kalifaat ons raakt, is in het feit dat jongeren uit het Westen, een- maal gekneed, de lokroep niet kunnen weerstaan. Ook in Maastricht worden ze gerekruteerd door ‘huilende wolven’ die hen op een dieet van video’s van gruwelen zetten, begaan door de troe- pen van Assad. Dit alles om haat te kweken, niet alleen tegen Assad, maar tegen alles wat als vijand kan worden geframed. En daar hoort ook het Wes- ten bij met zijn ongelovigheid, materia- lisme, oppervlakkigheid, idoolgericht- heid, lichtzinnigheid en seksuele ver- dorvenheid. Dat iemand als Sultan, na de nodige hersenspoelingen in Maas- tricht en ter plekke, in Irak, werd klaar- gestoomd voor een rol als kanonnen- voer, is voor Wijbenga een bewijs voor de volstrekte meedogenloosheid van IS. „Een onbeduidend, haast verlegen vent- je uit Wittevrouwenveld met een zach- te g, speelt plots een rol in geopolitieke verhoudingen, een speelbal in IS-propa- ganda. Sultan is misbruikt door Islamiti- sche Staat. Opgeofferd voor propagan- da- en rekruteringsdoeleinden. Hij was te smal om te vechten. Amper twee maanden na vertrek heeft hij zich opge- blazen. Omdat hij verder van geen nut was.” Het grote gevaar is volgens Wijbenga om Sultan als een incident te bezien. En weg te kijken. En te zwijgen. Uit het videotestament van Sultan Berzel. fotomontage Robert Muts

Transcript of De strijd achter het videotestament

Page 1: De strijd achter het videotestament

© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 03 januari 2015

D E strijd A C H T E R H E T V I D E O T E S T A M E N T

achtergrond

Het videotestamentvan de 19-jarige

Maastrichtse jihadistSultan Berzel roept

vele vragen op.Niet alleen over hoehet zo ver is kunnen

komen, maar ookover de bijna

oorverdovende stiltewaarmee dit

document, het eerstevan een Nederlandsezelfmoordterrorist, isgeland in het land en

Maastricht.Toch dwingt de video

westerse ogen omdeze vraag te

beantwoorden: blijvenwe gewoon afwachten

tot de volgende?

door Johan van de Beek en Claire van Dyck

De eerste reactie: dit ishem dus. Sultan Ber-zel. Aan de vooravondvan een zelfmoordac-tie waarbij hij naar ver-luidt minstens tien po-

litieagenten in Bagdad mee zal nemenin de dood en tientallen anderen zalverwonden.

Een frêle ogend mannetje. Kennelijkniet geschikt voor het slagveld, welvoor een slachting.

Hakkelende teksten met een overdui-delijk Limburgs accent uitgesproken.En gebruikmakend van een spiekbrief-je dat hij buiten beeld houdt. „Het eer-ste wat ik dacht was: wat een eenvou-dig filmpje”, zegt Pieter Nanninga, do-cent Midden-Oostenstudies en specia-list op het gebied van jihadgangers vande Universiteit Groningen. Qua inhoudis de video niet opzienbarend. Het is,aldus Nanninga, de standaardretoriek.

Opvallend zijn juist de dingen dieniet in de video zitten. Geen persoonlij-ke boodschap, geen laatste groet aan fa-milie of vrienden in Maastricht en geenbeelden van de aanslag.

Ook afwijkend: het late tijdstip waar-op de video wordt gepubliceerd. We-ken na de aanslag. Over het hoe enwaarom daarvan kan alleen maar gespe-culeerd worden. Wel is duidelijk dat devideo van Berzel gericht is op de‘Nederlandse markt’, specifiek jongejongens in Nederland die al sympathiehebben voor de jihad en zo overge-haald kunnen worden ook te vertrek-ken. Dat is het doel.

Het effect gaat echter verder. Berzelsvideo en ook de dubbelzinnige reactievan zijn vader erop, confronteert Ne-derlandse ogen die iets verder willenkijken dan ‘opgeruimd staat netjes’ metde volmaakte wezensvreemdheid vanzelfmoordaanslagen.

Zo wezensvreemd, schreef de Britseschrijver Martin Amis, dat de westerseopinie er geen redelijke reactie op weette formuleren. Verder dan „ontwijkendgemompel” komen we vaak niet,schrijft hij. Of we beschouwen het als„exotische grillen, net zoiets als vrou-wenbesnijdenis en eermoorden”. En zolang het wordt gedaan door mensendie we niet kennen, in landen ver weg,lijkt het ‘negeerbaar’.

Nu worden zelfmoordaanslagen ge-pleegd door jongens, pubers eigenlijknog, die opgroeiden in onze gemeen-schap. En in het geval van Sultan dooriemand die, in tegenstelling tot de cli-chés die vaak klinken, niet dom was,die studeerde en plannen had voor detoekomst. Een toekomst die hij, na eenperiode van radicalisering die zich inminder dan acht maanden voltrok, op-gaf. De liberale westerse mens heeft deneiging om te denken dat als iemandzoiets doet, er een reden voor is. De da-der zal wel uitgesloten zijn geweest,denken we. Die analyse klopt echterniet. Althans lang niet altijd. We han-gen aan de overtuiging dat, zoals Volks-krant-commentator Martin Sommerhet omschreef, de mens altijd het goe-

de wil. En de gedachte dat terreur is in-gegeven door achterstelling en armoe-de. En dat iedereen hunkert naar onzeliberale democratie. Die gedachten wan-kelen. Er is een onvermogen om, zoalsde politieke filosoof Paul Berman hetomschreef, bewegingen of individuendie terreur omarmen te herkennen ofde catastrofale gevolgen ervan onderogen te zien. Misschien is het beter,schrijft hij, om te stoppen met pogin-gen te begrijpen wat een jihadist drijften in plaats daarvan te onderzoekenwat ons eigenlijk zo aarzelend maakt inhet bestrijden van het fenomeen.

Ibrahim Wijbenga, publicist, jonge-renwerker en lid van het strategischnetwerk radicalisering en polarisatie inAmsterdam, hamert erop dat bijvoor-beeld het moskeebestuur in Maastrichtniet mag wegkijken. „Als je het laat af-weten, laat je de interpretatie over aankrachten die jouw beeldvorming gaanbepalen. Dan ben je verder van huis.Het kan proporties aannemen die jeniet wilt.” En als de stilte voortduurt,zou de gemeenteraad van Maastrichter goed aan doen kritische vragen testellen over het antiradicaliserings-beleid van de gemeente en samenwer-

king met de moslimgemeenschappen,zegt Wijbenga, zelf CDA-raadslid inEindhoven. De in eerste instantie goed-keurende reactie van de vader op de vi-deo van zijn zoon noemt hij verontrus-tend. „Misschien heeft hij in al zijnwanhoop een beeld proberen neer tezetten van een gelovige zoon die eengoed mens wilde zijn. Het is een cock-tail van radeloosheid en machteloos-heid. Als dit geen weerwoord krijgt,wordt zo’n vader symbool voor de isla-mitische gemeenschap in Maastricht.En zo wordt, gewild of ongewild, ruim-te geboden aan radicalen die nu al aande haal gaan met de uitspraak van devader. Die wordt gefeliciteerd op Twit-ter.” De reacties van de vader hebbener binnen de Marokkaanse gemeen-schap in Maastricht voor gezorgd datdie zich „geschokt distantieert”, alduseen anonieme zegsman. „Het is eenharde confrontatie, maar niemand wilerover praten.” De vader gaf twee sig-nalen af. Enerzijds wekte hij de sugges-tie dat zijn zoon nu in het paradijs is(wat een beloning voor zijn daad zouzijn) en anderzijds wees hij het plegenvan aanslagen in een gesprek met L1Radio af. Martijn de Koning, onderzoe-

ker islamstudies, is verrast over de op-hef hierover. „Het is niet gebruikelijkom consistente verklaringen te eisenvan iemand die in rouw is”, zegt hij.Maar hij ziet, evenals Pieter Nanninga,de paradox die ook veel ‘gewone mos-lims’ direct aanvoelen. Op de achter-grond speelt een ideologische twist tus-sen de zogeheten gematigde islam enhet islamisme, de politieke ideologie ge-baseerd op een letterlijke interpretatievan (delen van) de Koran. Volgens heteerste kamp is zelfdoding expliciet ver-boden in de Koran en vastgelegd in hetcitaat ‘dood jezelf niet’. Ook in de Ha-dith, de gezegden van de Profeet, staantalloze verwijzingen waaruit blijkt datMohammed zelfmoord veroordeelt.Hieruit vloeit voort dat ook zelfmoord-aanslagen haram (verboden) zijn. Diegaan bovendien ook in tegen het ver-bod op het ‘ten onrechte doden van deziel’ van anderen. „En wat sommigemensen doen, zoals het plegen van zelf-moordaanslagen door middel van hetdragen van explosieven en het laten af-gaan van deze, wanneer zij zich tussenandere mensen bevinden, deze daad be-hoort tot het nemen van onschuldigelevens. En wie zichzelf van het leven

berooft, zal eeuwig in het hellevuur ver-blijven.” Het is een van de vele citatenwaarmee schriftgeleerden zich hebbenuitgesproken tegen zelfmoordaansla-gen. Zij worden door tegenhangers uithet islamistische kamp vaak via takfir(een vorm van excommunicatie) alskuffar (ongelovigen) betiteld. Het isla-misme is een stroming die al enige de-cennia in opmars is.

Gebaseerd op geschriften van onderanderen de Egyptische ideoloog SaidQutb (1906-1966) en meer recent Ay-man al-Zawahiri (de opvolger van Osa-ma bin Laden) spreekt deze samenbal-

ver- ling van verschillende extreme stromin-gen zich uit tegen scheiding van kerken staat (dus voor invoering van de sha-riawetgeving), de oprichting van het ka-lifaat en, uiteindelijk, een wereldwijdeverspreiding van de islam.

In deze ideologie is het wel degelijkmogelijk dat je een goede moslim enmassamoordenaar van willekeurigeslachtoffers tegelijk bent. Al-Zawahiriwordt gezien als de architect van de‘martelaarsoperaties’. Het was ookAl-Zawahiri die als eerste op het ideekwam aan de vooravond van marte-laarsoperaties bandopnames te maken

en die voor propagandadoeleinden tegebruiken, een strategie die Islamiti-sche Staat (IS) nu ook toepast met vi-deotestamenten zoals dat van SultanBerzel.

Dat onschuldigen worden gedood,rechtvaardigen Al-Zawahiri en anderenvia deze cirkelredenering: als je een aan-slag pleegt op (bijvoorbeeld) een vijan-dige ambassade, dan bestaan er geenonschuldigen binnen dat gebouw. Mos-lims die daar werken, zijn geen echtemoslims, want echte moslims zoudendaar niet gaan werken. En als er tochonschuldige slachtoffers zouden zijn,zoals kinderen, dan geldt overmacht.Om verbod op zelfdoding te kunnenomzeilen, zeggen Al-Zawahiri en con-sorten dat het niet om zelfmoord gaat,maar om het geven van je leven innaam van het echte geloof. Met als belo-ning een rechtstreekse toegang tot hetparadijs. Bovendien kan de martelaarna zijn dood een hele trits familieledenparadijselijke onsterfelijkheid verlenen,reden waarom familieleden soms presti-ge ontlenen aan de dood van een zoon.

Takfiri’s als Al-Zawahari en zijn even-knieën binnen IS (door Al-Zawahirioverigens als ‘te extremistisch’ betiteld)nemen met andere woorden het godde-lijke gezag op zich om te bepalen wieeen echte moslim is en wie niet. In diezin ook wie moet sterven en wie niet.Dit is wat Amis een ‘pathologischedoodscultus’ noemt; humorloos, anti-liberaal, anti-individualistisch, antisemi-tisch, antidemocratisch, antirationalis-tisch en met een onstuitbaar verlangennaar het kalifaat, „een wereld van vol-maakte terreur en volmaakte verveling;een wereld zonder spel, zonder kunst,zonder vrouwen en met openbare te-rechtstellingen als enig vermaak”.

Waar dit kalifaat ons raakt, is in hetfeit dat jongeren uit het Westen, een-maal gekneed, de lokroep niet kunnenweerstaan. Ook in Maastricht wordenze gerekruteerd door ‘huilende wolven’die hen op een dieet van video’s vangruwelen zetten, begaan door de troe-pen van Assad. Dit alles om haat tekweken, niet alleen tegen Assad, maartegen alles wat als vijand kan wordengeframed. En daar hoort ook het Wes-ten bij met zijn ongelovigheid, materia-lisme, oppervlakkigheid, idoolgericht-heid, lichtzinnigheid en seksuele ver-dorvenheid. Dat iemand als Sultan, nade nodige hersenspoelingen in Maas-tricht en ter plekke, in Irak, werd klaar-gestoomd voor een rol als kanonnen-voer, is voor Wijbenga een bewijs voorde volstrekte meedogenloosheid van IS.„Een onbeduidend, haast verlegen vent-je uit Wittevrouwenveld met een zach-te g, speelt plots een rol in geopolitiekeverhoudingen, een speelbal in IS-propa-ganda. Sultan is misbruikt door Islamiti-sche Staat. Opgeofferd voor propagan-da- en rekruteringsdoeleinden. Hij waste smal om te vechten. Amper tweemaanden na vertrek heeft hij zich opge-blazen. Omdat hij verder van geen nutwas.”

Het grote gevaar is volgens Wijbengaom Sultan als een incident te bezien.En weg te kijken. En te zwijgen.

Uit het videotestament van Sultan Berzel. fotomontage Robert Muts