de scriptie-editie

32

description

2015-2016 no. 1

Transcript of de scriptie-editie

Page 1: de scriptie-editie
Page 2: de scriptie-editie

2

JEROEN FIERENS REDACTIONEEL

Ode aan het geploeterEigenlijk loopt ons studiejaar verkeerd. In de zomer, het hoogtepunt van licht en warmte, is het ineens gedaan met het studeren. En dan, net wanneer de laatste zonnestralen zich schijnbaar voorgoed verstoppen achter eindeloos deprimerende grijze wolken, worden wij geacht ‘met frisse moed’ weer aan een nieuw jaar te beginnen.

De scriptie is veranderd in een vage herinnering (waar ging ‘ie ook alweer over?) en al ons geploeter van het vorige jaar lijkt voor niets geweest wanneer we de studiehandleidingen van onze nieuwe vakken doorbladeren. Zal er ooit een einde aan komen? Om de pijn van dit zware studentenbestaan wat te verzachten, hebben wij als redactie besloten tot de oprichting van een jaarlijkse ode aan het geploeter: de Zindroom scriptie-editie. Als je nu op een herfstige dag gefrustreerd in je veel te kleine Utrechtse studentenkamertje door je veel te vieze raam naar de veel te grijze lucht kijkt, sla dan deze Zindroom eens open en zie wat voor prachtige resultaten ons harde werken vorig jaar heeft voortgebracht. Houd moed, medestudenten, uw geploeter zal vrucht dragen!

Groeten, Jeroen

Vanuit de redactie:Waar we vóór de zomer moesten afsluiten met het bericht dat we voortaan een redactielid moeten missen, mag ik deze editie maar liefst drie nieuwe redactieleden aan jullie voorstellen: Rong, Daniëlle en Natascha. Rong heeft — na zijn zomervakantie op het eiland Rong — een begin gemaakt aan de master en wilde de UvH zijn poëtische gaven niet langer onthouden, waarvoor we hem natuurlijk eindeloos dankbaar zijn. Daniëlle volgde dezelfde route (behalve in haar zomervakantie, die was in Frankrijk) en komt voortaan de redactie versterken met haar scherpe blik en afkeer voor avocado’s. Natascha (premaster) kwam uit de hemel gevallen op een moment dat onze PR een historisch dieptepunt had bereikt en gaat ervoor zorgen dat jullie voortaan niet meer om de Zindroom heen kunnen. Heel fijn dat jullie er zijn!

Verder gaat het na jaren ploeteren dit jaar eindelijk lukken om (inclusief deze scriptie-editie) vier edities uit te laten komen op min-of-meer regelmatige basis. Verwacht ons elke zelfstudieweek in de kantine!

Ten slotte: we zijn bezig een digitaal archief aan te leggen. Het is een hele klus, maar binnenkort kunnen jullie alle oude Zindrooms terug vinden op www.svhumanistiek.nl/commissies/zindroom/archief/. Dat, of gewoon via de svh-site een beetje doorklikken.

Page 3: de scriptie-editie

Scriptiespecial ‘14-’15‘Titel’, Arjan van Os PREMASTER 14

‘Burgerschap op scherp. De betekenis van burgerschap in de context van jihadgangers’, Carlijn Aalders MASTER 14

‘Lachen in het donker. Een onderzoek naar de betekenis van humor binnen geestelijke verzorging in de zorg’, Josine van der Schot MASTER 15

‘Professionele ruimte, een levendige praktijk’, Marjolijn Tops PREMASTER 15

‘Drugs & Dood’, Noemie Vanherf MASTER 16

‘Zelfstandig, maar niet alleen. De invloed van samenwerking tussen ZZP’ers op hun ervaring van arbeidszingeving’, Tessa Striekwold MASTER 16

‘De visies op ethiek van Iris Murdoch en Jaap van Praag. Een vergelijking’, Iris Sprinvloet BACHELOR 17

‘The Animal Condition. De praxis van revolutie als organisatorisch fenomeen’, Steve Kiers BACHELOR 17

‘Onderzoek naar de voorwaarden, mogelijkheden en beperkingen van de hybride dialoog’, Daniëlle Drenth PREMASTER 18

‘De wereld als niet meer vanzelfsprekend’, Emy Spekschoor PREMASTER 18

‘Looking for eductational help for SEN students within an educational method. Comparing a ‘differentiated instruction’ view with a ‘care ethics’ view’, Linde Wibbelink MASTER ZEB 19

‘The return to oikonomia. On the spatiotemporal fractal of life’s organizational continuum & possible lessons from the scale-invariant pattern of competitive and complementary phases for a sustainable socio-economic structure.’, Sjoerd Robijn MASTER 20

‘The Sacred in Jean-Pierre Dupuy and Giorgio Agamben’, Bram van Boxtel BACHELOR 21

‘Affectief burgerschap in Utrecht’, Sanne Wouters BACHELOR 21

4

MARTIEN SCHREURS TERUGBLIK

22

TEGENZIN

6

ROOS BIESHEUVEL

24

BART ELBERS

26

BART ELBERS

“Mijn wens is dat wij nooit meer in een kerk bijeenkomen”

De Grote Boze Scriptie

Wie en wat is de Svh?

Stand van zaken

“Hoe kan een instituut dat zich inzet voor een

humane samenleving intern zo door een ijzeren greep worden vastgehouden dat medewerkers bang zijn te

spreken?”

31

BART ELBERS

Page 4: de scriptie-editie

4

MARTIEN SCHREURS TERUGBLIK

De opening van het academisch jaarSinds ik op de UvH studeer en werk heb ik nog nooit een opening van het academisch jaar gemist. Dit is een moment in het jaar waarop de meeste studenten, docenten en medewerkers bijeen zijn en waarop de rector uitspreekt wat de missie van de UvH is. Het gaat hier om een ritueel dat ons even uit de dagelijkse sleur trekt.

Daarvan word ik mij des te meer bewust sinds wij vanaf 2010 in de Pieterskerk bij elkaar komen om het academisch jaar te openen. De kerk bestaat immers bij de gratie van rituelen. Ook op 31 augustus 2015 namen wij plaats in de kerk. Wij stonden eerbiedig op toen de hoogleraren in toga’s voorbij kwamen lopen. En daarna ging het ritueel volgens een vast patroon verder. De rector sprak in haar openingstoespraak over de ideeën en idealen waar onze organisatie naar streeft en tijdens de muzikale intermezzo’s werd geappelleerd aan collectieve gevoelens die in de academische gemeenschap (zouden) leven. Deze elementen –niet alledaagsheid, normativiteit en de muzikale expressie van collectieve gevoelens- zijn volgens de bioloog Edwin van Leeuwen kenmerkend voor een ritueel.

De reden waarom ik hier naar Van Leeuwen verwijs, is dat hij de belangrijkste gastspreker was bij de opening van het academisch jaar. In zijn interessante lezing wees hij op de analogieën tussen rituelen in de menselijke samenleving en ritueel gedrag bij mensapen. En hiermee had Van Leeuwen de toon van de daaropvolgende toespraken gezet. Volgens de sprekers moeten wij ons in ons onderzoek en in onze beroepspraktijk door rituelen laten inspireren, want rituelen zijn noodzakelijk voor de zingeving van het persoonlijke leven en de humanisering van de samenleving. We hebben niet-talige vormen nodig om de grote overgangsmomenten in het leven te vieren. Natuurlijk werden wij door de sprekers gemaand om zelfkritischer te worden, want humanisten en humanistici moeten op dit punt nog veel bijleren. Omdat er in de dominante traditie van het seculiere verlichtingshumanisme zo veel nadruk wordt gelegd op taligheid en rationaliteit, staan humanisten in het algemeen en humanistisch geestelijk verzorgers in het bijzonder met lege handen wanneer zij worden geconfronteerd met heftige emotionele gebeurtenissen die niet te begrijpen zijn. Hiervoor bieden rituelen zingeving en troost.

Page 5: de scriptie-editie

5

Er werd tijdens deze bijeenkomst alleen over de mooie kanten van rituelen gesproken. Rituelen hebben een natuurlijke noodzaak en er gaat een grote verbindende kracht van uit. Als het aan de sprekers ligt, dan zal het komende academisch jaar in het teken staan van het onderzoek naar rituelen. Waar komt die obsessie met rituelen in godsnaam vandaan? Is dit echt het thema waarmee de Universiteit voor Humanistiek zich wil profileren?

Natuurlijk werd ons op het hart gedrukt dat wij die rituelen ook in praktijk moeten brengen en op een gegeven moment voegden de sprekers de daad bij het woord. Zij deelden papier en stiften uit onder de toehoorders en bij wijze van ritueel werd aan iedere toehoorder gevraagd om zijn of haar wens voor de UvH en voor zichzelf op te schrijven. Toen ik de stift en het papier kreeg aangereikt, wist ik even niet meer waar ik het zoeken moest. Dit was echt te veel van het goede… Ik kreeg opeens een verschrikkelijk visioen van een meisjesbesnijdenis en toen ik over dit ritueel begon te praten tegen de studenten om mij heen, voelde ik mij een ware spelbederver. Het leek wel alsof ik vloekte in een humanistische kerk en ik vond dat het tijd was om op te staan en weg te lopen.

Ik vrees dat het mij niet zal lukken om dit moment te vergeten. Opnieuw raak ik doordrongen van het besef dat de UvH haar banden met de seculiere humanistische

traditie heeft doorgesneden. De Nederlandse humanistische traditie gaat terug naar radicale religiecritici als Spinoza, Bekker en Constandse. Wij zijn vervreemd van deze vrijdenkers die kritiek uitoefenden

op de repressieve kanten van rituelen. Zij wezen op de uitsluiting die vaak met rituelen gepaard gaat. Natuurlijk was hun religiekritiek eenzijdig en is het ook van belang om de positieve kanten van rituelen te belichten, maar als die negatieve aspecten van rituelen worden doodgezwegen, dan plegen wij verraad aan deze vrijzinnige humanistische traditie. Dit was de reden waarom ik niet langer in die kerk kon blijven zitten.

Maar misschien had ik toch moeten blijven om een wens op het papiertje te schrijven. Mijn wens is dat wij nooit meer in een kerk bijeenkomen om het academische jaar te openen. Dit is niet perse omdat ik iets heb tegen kerken, maar omdat wij rekenschap moeten geven van onze schatplichtigheid aan de seculiere humanistische filosofen en vrijmetselaars die in opstand zijn gekomen tegen alle vormen van onderdrukking die in naam van grote verbindende idealen gerechtvaardigd worden. Hun grote verdienste is dat zij met succes gestreden hebben voor de vrijheid van het individu. Dit betekent ook de vrijheid om niet mee te doen in een rituele dans die door autoriteiten wordt vormgegeven. Ik zie het ritueel als een cultus van de gezamenlijkheid en ik wil daar eigenlijk niets mee te maken hebben. Mijn liefde gaat namelijk uit naar individuen die in hun kracht staan.

Lees de Tractatus theologico-politicus van Spinoza! Je hoeft maar een paar stappen buiten de grenzen van het seculiere Europa te zetten om te kunnen zien dat zijn kritiek op de blinde gehoorzaamheid aan geboden en regels nog niets aan actualiteit heeft ingeboet. Zo is het in streng islamitische landen als Saoedi Arabië en Turkije levensbedreigend om ervoor uit te komen dat je niet gelovig bent! De Universiteit voor Humanistiek heeft het militante humanisme van de vrijdenkers nodig om echt in haar kracht te kunnen komen.

Als die negatieve aspecten van rituelen worden doodgezwegen, dan plegen wij verraad aan de vrijzinnige humanistische traditie

Page 6: de scriptie-editie

6

ROOS BIESHEUVEL INTRODUCTIE SVH-BESTUUR EN -COMMISSIES

Wij zijn de SvHHet universiteitsblad wat je nu in handen hebt wordt gemaakt door de Zindroom, een van de commissies van de Studievereniging voor Humanistiek (oftewel: SvH). Voor maar 10 euro per jaar word je lid van deze vereniging, waardoor je mag genieten van de vele leuke activiteiten en kortingen die de SvH aanbied! Op de komende pagina’s zullen alle commissies zich kort voorstellen, maar eerst beginnen we natuurlijk met het bestuur van de SvH.

BestuurWat doen jullie?Vergaderen.

Wie zitten er in het bestuur?Marie Maessen, Sara Laurijssen, Rinske Gratama, Thijs Koers en Ymkje Faber.

Wat zijn de te verwachte activiteiten?Wij willen dit jaar twee bijeenkomsten organiseren voor alle voorzitters van de commissies, een of twee bijeenkomsten voor alle leden van de commissies en natuurlijk de dies natalis eind januari voor eenieder. Uiteraard komen er ook weer 1 of meerdere algemene ledenvergaderingen; we zijn immers sinds deze zomer officieel een vereniging! Deze vergadering is voor íedereen, die lid is van de SvH.

Vacatures/oproep voor nieuwe leden? We zijn vooral altijd op zoek naar leden! Hoe meer leden, hoe meer activiteiten de commissies kunnen organiseren. Voor slechts 10 euro per jaar kun je gratis of met korting meedoen aan de activiteiten van alle commissies!

Zelfspotachtige anekdote of hoogte/dieptepunt uit jullie commissiebestaanMisschien de knullige situatie dat we vorig jaar voor het eerst waren uitgenodigd bij de commissaris van de Koning in Paushuize als enige studievereniging tussen de studentenverenigingen en ten eerste te vroeg waren, geen jas bij ons hadden, die van ons aangenomen kon worden (want we hoefden immers maar een klein stukje) en we als enige van de aanwezigen geen uniform, sjaal, stropdas of hoed hadden van de vereniging… Na een korte lachbui hebben we onze ruggen gerecht, zijn we opgesplitst en gaan borrelen en netwerken. Om na afloop weer al giechelend naar de UvH te lopen.

Page 7: de scriptie-editie

7

OpDriftWat doen jullie?OpDrift organiseert activiteiten op de UvH die bedoeld zijn om de studenten in contact met elkaar te brengen op een niet-studie gerelateerde manier. Wij willen dingen organiseren waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en leren kennen in een ontspannen en feestelijke omgeving.

Wie zitten er in de commissie?Er zijn net een aantal verschuivingen geweest, maar nu bestaat onze commissie uit: Maxime Essers, Noortje Bot, Diether Scholten, Remi Vreugdenhil, Sietske Zweegman, Marie Maessen

Wat zijn de te verwachte activiteiten?De activiteiten die al gepland staan, zijn de After Tentamen Party’s (ATP’s), het kerstdiner en –gala, het liftweekend, de eindbarbecue en we hebben net het introductiekamp gehad. Verder zijn er nog wat activiteiten in het proces van bedenken en verwezenlijken, dus die houden jullie nog tegoed.

Vacatures/oproep voor nieuwe leden? Wij zijn zeker dit jaar weer op zoek naar nieuwe leden! OpDrift is misschien wel de grootste en meest actieve commissie van de SvH en we kunnen alle handen gebruiken. Dus als je het leuk vind om te organiseren, activiteiten te creëren, te koken en in een toffe groep mensen te komen? Stuur even een mail naar [email protected] of naar Maxime Essers, [email protected]. Of je nu eerstejaars of zesdejaars bent, bij ons ben je meer dan welkom!

Zelfspotachtige anekdote of hoogte/dieptepunt uit jullie commissiebestaanTijdens een van onze vergaderingen moest Noortje notuleren. Noortje was deze avond in een jolige bui en besloot de notulen in de vorm van een sprookjesverhaal op te schrijven met de OpDrift-aapjes in de hoofdrol. Een impressie van de vergadering: “De lieve tovenares heeft een spreuk uitgesproken en door een grote roze wolk die door het bos trekt verdwijnen alle boze heksen uit het bos. Over 1 jaar zijn ze allemaal verdwenen en zijn alle beestjes in het humanistiek bos weer vrij!! De revolutionaire aapjes van Opdrift zullen eindelijk weer door de bomen kunnen slingeren en het bos weer in harmonie kunnen herstellen.”

LevenskunstWat doen jullie? Wij maken muziek en spelen op het toneel.

Wie zitten er in de commissie? Tim (Voorzitter), Ruben (Coördinator elektrisch), Lonneke (Coördinator akoestisch), Marie (Coördinator toneel), Lennart (Niemand weet waarom),Thijs (Penningmeester), Thijs (Archivaris)

Page 8: de scriptie-editie

8

Wat zijn de te verwachte activiteiten?Verschillende muziek en toneeloptredens door het jaar heen.

Vacatures/oproep voor nieuwe leden? Voor de commissie niet maar kom vooral met ons meespelen!

Zelfspotachtige anekdote of hoogte/dieptepunt uit jullie commissiebestaanWaarschijnlijk zit de hele commissie zich nu af te vragen wie dit heeft ingestuurd.... Ook dat is levenskunst.

UitzinnigWat doen jullie?De mogelijkheid bieden het werkveld van de humanisticus te verkennen. Wij organiseren interactieve excursies, meeloopdagen, workshops en gaan langs bij organisaties waar humanisten werkzaam zijn zoals het leger, de gevangenis, het ziekenhuis en de psychiatrie. Daarnaast organiseren we ook activiteiten om in te spelen op andere mogelijke werkvelden voor een humanisticus en verschillende workshops waarin je je vaardigheden kan verbreden zoals een workshop argumentatieleer en mediation.

Wie zitten er in de commissie?Marcella van Daatselaar (voorzitter) en Berend Corstens (commissielid).

Wat zijn de te verwachte activiteiten?Interactieve excursies, meeloopdagen en workshops!

Vacatures/oproep voor nieuwe leden? Wist je dat:

z We nog enthousiaste commissieleden zoeken die mee willen helpen met organiseren (een goede kok kunnen we goed gebruiken)

z Je 7,5 ec kan behalen door commissielid te worden voor je vrije ruimte (bachelor)

z Uitzinnig de gezelligste vergaderingen heeft (1/2 keer per periode) waarin er vaak meer wordt gekletst en gegeten dan wordt vergaderd

z Uitzinnig de ruimte biedt om te leren als commissielid (in een functie als voorzitter of secretaris) en je organisatie-skills te verbeteren

Ben je geïnteresseerd in de activiteiten van Uitzinnig en zou je graag een keer mee willen?! Of heb je vragen? Hou dan je studentenmail in de gaten en wees vrij om een mailtje te sturen naar [email protected]!

Heb jij nog goede ideeën voor excursies of workshops voor Uitzinnig? We zijn nu nog maar met z’n tweetjes dus het lijkt ons leuk als jij Uitzinnig komt versterken!

Page 9: de scriptie-editie

9

Groene HumanistiekWat doen jullie?Toen wij aan deze studie begonnen viel ons al snel één ding op. De mens staat hier centraal en wordt bestudeerd in zijn of haar omgeving. Maar de omgeving in de zin van natuur wordt volgens ons zowel in de theorie als in de praktijk onderbelicht op de UvH. We moeten ons niet alleen afvragen hoe we in de wereld staan en met wie, maar ook op welke grond en hoe we deze aarde/deze basis kunnen verzorgen en met respect behandelen. Ons doel is om meer aandacht en enthousiasme te creëren voor deze natuurlijke omgeving en om op een leuke manier het Groene thema neer te zetten. Dit doen we o.a. door activiteiten te organiseren, gastsprekers uit te nodigen en kritisch te kijken naar duurzaamheid binnen de UvH.

Wie zitten er in de commissie?Janna de Vries (voorzitter), Merel Boer, Chenjerai Groot Wassink, Janne Bierens, Elle van Zeeland, Selma Haverkate en Aluka Schmidt.

Wat zijn de te verwachten activiteiten?We organiseren gedurende het jaar o.a. een kledingruil, we hopen een workshop te organiseren en gastsprekers uit te nodigen, we onderzoeken hoe de UvH kan verduurzamen en we werken in de moestuin (die overigens een aparte groep vormt, je kunt je aansluiten bij de moestuin zonder bij de GH te komen, voor meer informatie mail je [email protected]).

Oproep voor nieuwe leden?De Groene Humanistiek is op zoek naar nieuwe leden! Heb jij zin om je in verbinding met anderen in te zetten voor het groene thema? Input en ideeën zijn erg welkom en mag je mailen of in ons input-vogelkastje in de ruilkast stoppen. We zijn daarnaast op zoek naar mensen die een extra functie willen vervullen binnen de GH; namelijk een secretaris, een penningmeester en iemand die de pr wil verzorgen. Lijkt het je leuk om ons gezellige team te versterken? Heb je ideeën, vragen of wil je graag iets doen? Je kunt ons altijd aanspreken of een mailtje sturen naar [email protected]

ZindroomWat doen jullie?Wij brengen 3 of 4 keer per jaar het blad uit wat je nu in je handen hebt. De Zindroom is een blad waar iedereen voor mag schrijven. Wij van de redactie zorgen voor de PR, het thema en de opmaak van het nummer, dat alle stukken worden nagekeken op spelfouten en proberen een goede balans in het blad te waarborgen.

Wie zitten er in de commissie?Jeroen Fierens (voorzitter en vormgever), Roos Biesheuvel (secretaris), Iris Hoekstra (eindredactie), Charly Bos (tuinier), Floris Schenk (Zwitserland correspondent), Marthe Visser (algemeen redactielid), Rong Zwemmer (algemeen redactielid) en Natascha Tent (PR).

Page 10: de scriptie-editie

10

Wat zijn de te verwachte activiteiten?1 speciale scriptie/introductie editie Zindroom aan het begin van het jaar en aan het eind van elke periode een nieuwe Zindroom met een ander thema.

Oproep voor nieuwe leden?Wij zoeken nog iemand die samen met Jeroen het leuk vindt om de vormgeving voor het blad te regelen. Vormgeving is een visuele taak waarbij je veel vrijheid hebt. Denk je dat op de voorkant van de nieuwe Zindroom het beste een foto van een biggetje kan? Dat mag! Dus… geef je snel op!

Zelfspotachtige anekdote of hoogte/dieptepunt uit jullie commissiebestaanDe leukste anekdotes uit onze vergaderingen:

Roos: “Je bent wel monogaam wat betreft grapjes hè?’’

Iris: “Ik ben de redactiedowner’’

Roos: “Ik banaan mezelf.” “Ik zou wel in een seksshop willen werken’’

Janna: “Prikkelend, spelletjes, erotisch, seks, we gaan een kant op waar we niet wezen willen.” Jeroen: “Behalve Roos dan.”

HumanistiekFabriekWat doen jullie?Tijdens de bijeenkomsten en uitstapjes van de HumanistiekFabriek onderzoeken wij hoe je je kunt profileren op de arbeidsmarkt, wat de kracht van de humanisticus is, hoe je de zichtbaarheid van de humanisticus kunt vergroten en welke nieuwe werkvelden er te veroveren zijn. Werk samen met ons aan je professionele ontwikkeling en stoom jezelf klaar voor een prachtige toekomst!

Wie zitten er in de commissie?Karlijn Kwint en Jeroen Aerts

Oproep voor nieuwe leden?Zin om ons, Karlijn Kwint & Jeroen Aerts, bij dit alles te helpen? We zijn nog hard op zoek naar commissieleden, dus meld je aan of vraag om meer informatie via [email protected]

Vijf redenen waarom je wél moet gaan (ook al denk je dat het niet nodig is):

1: “Bijeenkomst netwerken, solliciteren, cv maken – het is allemaal zo braaf. Ik lees er wel een boek over”

Dat klopt. In het verleden hebben we vaak op safe gespeeld. We boden het voor de hand liggende aan, maar dat weten jullie nu wel. Daarom gaan we het komend jaar anders doen. We gaan jullie uitdagen om je eigen onderneming op te richten of te

Page 11: de scriptie-editie

11

solliciteren naar je droombaan. We gaan jullie na afloop van bijeenkomsten lastigvallen met uitdagende opdrachten, gezellige Facebookgroepen en toffe events. We gaan bijeenkomsten plannen waarvan we bij voorbaat niet weten of het een succes gaat worden. Maar we willen ook volle zalen gaan trekken met sprekers waar je niet omheen kunt.

2: “Het is kansloos. Als humanisticus kom ik toch nooit aan de bak…”

Als humanisticus kom je niet altijd snel aan een baan. De arbeidsmarkt en studie liggen vaak ver uit elkaar. Daarom is de HumanistiekFabriek in het leven geroepen. Inmiddels weten we als geen ander hoe moeilijk deze verbinding is. Soms lukt het niet, maar soms ook weer wel. Afgelopen jaar is de ING razend enthousiast geworden over ons humanistici. Het blijft een avontuur, ga met ons op zoek naar de mogelijkheden!

3: “Arbeidswattes??? Ik zit nog in de bachelor, daar ben ik nog lang niet aan toe”

Wist je dat je ook tijdens je bachelor ervaring kan opdoen op de arbeidsmarkt als humanisticus? Er zijn ontzettend veel studenten die tijdens hun studie een goedbetaalde bijbaan hebben die aansluit op hun studie, bijvoorbeeld als klantenservicemedewerker bij een menselijke en duurzame bank. Of als PGB hulp. Of een betaald studentenassistentschap. Of een docentschap op een hbo-opleiding. Ook zijn er allerlei bijzondere mogelijkheden op het gebied van vrijwilligerswerk. Komend jaar gaan we al deze banen en meer voor je op een rijtje zetten.

4: “Ik wil later geestelijk verzorger worden, de HumanistiekFabriek is daarvoor niet relevant”

Niet elke bijeenkomst is relevant voor geestelijk verzorgers, maar een beetje hulp naar die baan als geestelijk verzorger kan toch geen kwaad? De arbeidsmarkt is beroerd voor het ambt. Hoe kan je je onderscheiden als geestelijk verzorger? Wat zijn nieuwe ontwikkelingen in het vak? Waar kun je terecht als geestelijk verzorger? Ook dat zijn vragen die bij de HumanistiekFabriek de revue passeren.

5: “De HumanistiekFabriek is totaal niet inspirerend, ik mis de aansprekende namen uit het veld”

Dat kunnen we ons best voorstellen. We proberen altijd de meest aansprekende namen te regelen uit het veld, en dat is niet onmogelijk: afgelopen jaar kwam oud-Tweede Kamerlid en HV voorzitter Boris van der Ham langs. Laat weten wie jij graag wilt zien en dan proberen wij die persoon te regelen. We zijn er immers voor jou.

De Humanistiekfabriek is jouw ‘gateway’ naar een tof en professioneel netwerk, naar inspirerende avonden, naar awesome borrels waar iedereen bij wil zijn. Een wereld van gelijkgestemden, waar je inspiratie, netwerkervaring en vriendschappen opdoet. Wil jij een toffe avond, waar je inspiratie opdoet en gezellig kan borrelen en waar je tegelijkertijd aan je netwerk en toekomst kunt werken? Kom dan naar onze bijeenkomsten!

Page 12: de scriptie-editie

12

Page 13: de scriptie-editie

13

SPECIAL

SCRIPTIES ‘14 --’15

Op de volgende pagina’s vind je een aan compleet grenzend overzicht van de scripties die afgelopen studiejaar door studenten van de

Universiteit voor Humanistiek zijn geschreven. Ook vroegen we de schrijvers: “Als je van tevoren had geweten wat je nu weet, wat zou je

dan anders gedaan hebben?”

Page 14: de scriptie-editie

14

CARLIJN AALDERS MASTER

Burgerschap op scherpDe betekenis van burgerschap in de context van ‘jihadgangers’

“De laatste jaren is er maatschappelijke onrust ontstaan over jonge, religieus radicale dan wel extremistische personen die afreizen naar Syrië of Irak om daar onder de vlag van bijvoorbeeld Islamitische Staat te vechten. Naar aanleiding van die onrust is de centrale vraag van dit literatuuronderzoek: hoe zet het religieus radicalisme en extremisme van ‘jihadgangers’ de betekenis van burgerschap, begrepen als staatsburgerschap en wereldburgerschap, op scherp? Het eerste deel betreft een historische verkenning van de concepten staats- en wereldburgerschap. Het tweede deel bevat een verkenning van de begrippen religieus radicalisme en religieus extremisme en een verkenning van de situatie in de Nederlandse samenleving aan de hand van Scheffer (2010), Schinkel (2008), Boutellier (2013) en Finkielkraut (2014). In het laatste deel wordt het fenomeen ‘jihadganger’ besproken. Concluderend wordt gesteld dat het fenomeen ‘jihadganger’ de betekenis van burgerschap als staatsburgerschap op scherp zet, omdat de ‘jihadganger’ de morele grond waarop staatsburgerschap gebaseerd is af wijst, of in ieder geval daar geen loyaliteit naartoe toont. Tevens zet de ‘jihadganger’ de betekenis van burgerschap als wereldburgerschap op scherp, omdat het de morele gemeenschap van de mensheid als geheel niet als hoogste gemeenschap erkent en als zodanig het morele streven van het kosmopolitisme niet erkent.”

ARJAN VAN OS PREMASTER Een Penitentiaire Inrichting wordt in de organisatieliteratuur gezien als een rationele bureaucratische organisatie. Dergelijke organisaties zijn formeel en uniform van karakter en laten weinig individuele beslissingsruimte over voor zorgsituaties op de werkvloer. Het is algemeen bekend dat deze organisatievorm immorele situaties kan voortbrengen. Mintzberg, organisatiewetenschapper, heeft organisaties geclassificeerd in systemen die hij configuraties noemt. De Machineorganisatie is een bureaucratische configuratie en is dominant ten opzichte van de andere configuraties in een Penitentiaire Inrichting. De Machineorganisatie is van invloed op de beslissingsruimte van medewerkers en heeft daardoor effect op morele beslissingen rond de vaak kwetsbare gedetineerden. Van Heijst, zorgethica, heeft kritiek op de dominante bureaucratische manier van organiseren en stelt dat de medemenselijkheid hierdoor verdwijnt. De zorgethiek benadert de zorg vanuit een zorgrelatie. Dit perspectief kan ook zijn stempel drukken op de morele beslissingsruimte van medewerkers. De twee wetenschapsgebieden, zorgethiek en organisatiekunde, hebben elkaar nog onvoldoende gevonden. In deze thesis wordt een vergelijking gemaakt tussen het perspectief van Van Heijst en het organisatiemodel van Mintzberg en er wordt weergegeven waar zij overeenkomen en verschillen. Tenslotte wordt er een koppeling gemaakt naar de mogelijke implicaties voor een Penitentiaire Inrichting.

Bij deze scriptie hebben wij helaas geen titel ontvangen

Page 15: de scriptie-editie

15

JOSINE VAN DER SCHOT MASTER

Lachen in het donkerEen onderzoek naar de betekenis van humor binnen geestelijke verzorging in de zorg

Humor is geen geëigend thema binnen geestelijke verzorging in de zorg. Om de betekenis ervan helder in beeld te krijgen is, is in dit onderzoek gebruik gemaakt van de deugd eutrapelia (Binau, 2009) en humor als middenpositie tussen verstening en verdamping (Verhoeven, 1966). Daarnaast hebben zeven halfopen interviews met geestelijk verzorgers plaatsgevonden. Deze zijn vervolgens geanalyseerd volgens de narratieve benadering. De concepten laten zien hoe humor zich beweegt tussen twee extremen, volstrekte scepsis en volkomen ernst. Door dit spanningsveld naast de praktijk van de geestelijke verzorger te leggen, wordt duidelijk dat geestelijke verzorging gekenmerkt wordt door een hoge mate van ernst. Dit zit hem in de existentiële thematiek, de mate van ernst van de geestelijk verzorger en de beeldvorming over het beroep. Deze ernst kan – wanneer daar niet iets lichts tegenover staat – neigen naar volkomen ernst. Er is dan sprake van een disbalans. Hoewel humor een aantal gevaren kent die leiden tot terughoudendheid in het werken met humor, kan humor van betekenis zijn in het herstellen van de balans tussen ernst en lichtheid door een tegenwicht te bieden. Ook kan het een bijdrage leveren aan de zinervaring door het hanteerbaar maken van een situatie, het aandragen van een nieuw perspectief, het creëren van ruimte en ontspanning en het uitdrukking geven aan de aanvaarding van de complexe en meervoudige werkelijkheid. Tevens kan humor een instrument zijn om serieuze punten te benoemen en mensen te verbinden. Een humor-ervaring wordt daarnaast beleefd als een prettige en mooie ervaring.

MARJOLIJN TOPS PREMASTER

Professionele ruimte, een levendige praktijkEr is ongenoegen onder zorgprofessionals over de huidige gang van zaken in zorgorganisaties en over het beleid dat gevoerd wordt. Professionals ervaren te weinig ruimte om hun werk naar professionele maatstaven in te vullen en in te richten, en dit heeft invloed op de zorg voor patiënten. In deze thesis onderzoek ik wat professionele ruimte inhoudt en hoe professionele ruimte vormgegeven kan worden. Zowel het zorgethisch perspectief van Van Heijst als de uitkomsten van empirisch onderzoek volgens de sociologische methode institutionele etnografie, tonen aan dat de ruimte van de professional te veel voorgestructureerd en ingevuld wordt. Dat een professional zijn ruimte deelt in een organisatie staat niet ter discussie, maar dat hij de zeggenschap daarover verliest wel. Zo blijkt uit de gebruikte literatuur dat ondanks fundamentele verschillen tussen het zorgethisch perspectief en de etnografische onderzoeksmethode, er overeenkomstige inzichten over professionele ruimte bestaan. De praktijk van zorgen, de zorgrelatie, een bepaalde mate van vrijheid en zeggenschap in de professionele praktijk en het krijgen van ruimte door organisaties en instituties zijn noodzakelijke elementen om de gewenste professionele ruimte vorm te kunnen geven.

Page 16: de scriptie-editie

16

NOËMIE VANHERF MASTER

Drugs & DoodDeze scriptie is een empirisch onderzoek naar de manier waarop drugsgebruikers omgaan met het overlijden van een naaste aan een drugsgerelateerde dood. Hiervoor zijn elf harddrugsgebruikers in de leeftijd tussen 27 en 55 jaar geïnterviewd. Alle interviews zijn geanalyseerd middels ‘open coderen’ (grounded theory).

De uitkomst van dit scriptieonderzoek is dat gebruikers in hoge mate in aanraking komen met het overlijden van naasten en dat ze daarbij een onbewogen houding vertonen. Deze houding is een uiting van de acceptatie dat de dood onvermijdelijk bij het leven hoort. Gebruikers geven aan dat ze zich niet zo bezig houden met het verlies van een naaste. Ze gaan bijna nooit naar een uitvaart en hervatten het eigen leven. Sociale contacten tussen gebruikers kenmerken zich door grote afstand enerzijds en nabijheid anderzijds. Voor de hand ligt dat drugs een grote invloed hebben op de belevingswereld en houding van gebruikers. De wijze waarop gebruikers omgaan met de dood van een naaste lijkt een noodzakelijk copingsmechanisme om het hoofd te kunnen bieden aan de hoge mate van abrupt en confronterend overlijden van naasten. Gebruikers anticiperen op het mogelijk wegvallen van naasten. Mijn voorstel is om de houding waarmee gebruikers omgaan met het overlijden van een naaste te zien als een blijk van onverwachte geestelijke weerbaarheid.

TESSA STRIEKWOLD MASTER

Zelfstandig, maar niet alleenDe invloed van samenwerking tussen ZZP’ers op hun ervaring van arbeidszingeving.

Het aantal zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers) in Nederland groeit. Tevens neemt het aantal samenwerkingsverbanden tussen ZZP’ers toe. Dit heeft verschillende oorzaken. Er zijn maatschappelijke veranderingen gaande die invloed hebben op de manier waarop werk georganiseerd wordt, hoe wij ons tot werk verhouden en wat de betekenis daarvan is. Dit empirische onderzoek is gericht op samenwerking tussen ZZP’ers. De ZZP’er die hier centraal staat is de kenniswerker. Het is belangrijk om onderzoek te doen naar dit nieuwe verschijnsel van samenwerkende zelfstandigen, of ‘zelfstandige samenwerking’, omdat er nauwelijks onderzoek is gedaan naar de drijfveren voor en betekenis van samenwerking voor ZZP’ers in relatie tot zingeving. Samenwerken kan bijdragen aan zingeving in het werk, aan arbeidszingeving. Dit verkennende onderzoek heeft als doel het verschaffen van inzicht in de invloed van samenwerking tussen ZZP’ers op hun ervaring van arbeidszingeving en het vergaren van kennis over aspecten van mogelijk zinvolle samenwerking. De centrale vraag luidt: in hoeverre heeft samenwerking tussen ZZP’ers invloed op hun ervaring van arbeidszingeving? Aan de hand van een empirisch onderzoek met literatuurstudie kom ik tot de conclusie dat samenwerking tussen ZZP’ers inherent potentie heeft voor het bevorderen van arbeidszingeving, mits er onderling consensus bereikt wordt over een balans tussen enerzijds vrijheid, flexibiliteit, uitdaging en wederkerigheid, en anderzijds verbondenheid, structuur, veiligheid en competitie.

“There’s something about death that is comforting. The thought that you could die tomorrow frees you to appreciate your life now”

~ Angelina Jolie

Page 17: de scriptie-editie

17

IRIS SPRINGVLOET BACHELOR

De visies op ethiek van Iris Murdoch en Jaap van Praageen vergelijking

“Iris Murdoch was a philosopher who designed her own vision on ethics. This research tries to fit Murdoch’s ethics into the ethical framework which is studied at the University of Humanistic studies. This framework is quite complex, so this study will only focus on the ethical vision of Jaap van Praag. His vision on ethics is based on his vision on humanism and on the fundamental concepts of myth and reason. His ethics consists of two different aspects, namely the ethics of humanity and the ethics of self-realization. The ethics of Murdoch consists of transcending the egoistic self and experiencing the Good through careful and just attention towards the real world. The comparison between the two visions shows us that Murdoch does not add anything to Van Praag, because their ethics are very similar to each other. There is however a difference in the fundamental concepts which they use. It seems as if the Good forms a framework in which the myth is adopted. Murdoch designed a general ethics, while Van Praag designed a contextual one.”

STEVE KIERS BACHELOR

The Animal ConditionDe praxis van revolutie als organisatorisch fenomeen

De Maagdenhuisbezetting in 2015 maakte in het nationaal academisch landschap sterk de gemoederen los. Op veel universiteiten organiseerden groepen studenten en medewerkers zich ten behoeve van de democratisering op academische instellingen. Dit wekte mijn interesse voor organisaties als politieke structuren. In deze scriptie wordt daarom het politieke fenomeen revolutie verkend als organisatorische gebeurtenis.

Er is gekeken naar de praxis van revoluties: hoe vinden revoluties plaats, wat zijn de politieke machtsverhoudingen en hoe verschuiven deze in het proces van revoluties? Aan de hand van Stanzel’s verteltheorie wordt een narratologische lezing van het eerste hoofdstuk van George Orwell’s Animal Farm gegeven. Deze lezing wordt gecombineerd met de politieke hermeneutische fenomenologie van Hannah Arendt. De typologie van private, publieke, sociale en politieke domeinen die zij onderscheidt, geven bij interpretatie van het eerste hoofdstuk van Animal Farm inzicht in de organisatorische dynamiek van revolutie. In het licht van het doel van revolutie, volwaardige politieke deelname, blijkt het hoofdstuk reden te geven voor zowel optimisme als pessimisme voor het verdere verhaal. In de conclusie van de scriptie worden aanbevelingen op organisatorisch niveau gedaan, in het bijzonder voor universiteiten; hierbij wordt het belang van een publieke ruimte, waar in veiligheid over organisatorische zaken kan worden gesproken, benadrukt.

Page 18: de scriptie-editie

18

DANIËLLE DRENTH PREMASTER

Onderzoek naar de voorwaarden, mogelijkheden en beperkingen van de hybride dialoog“De hybride culturele dialoog wordt door Schepen (2014) als volgt getypeerd: ‘Het is een voortdurend heen en weer bewegen tussen verschillende culturen van de deelnemers onderling en tegelijkertijd een innerlijke dialoog tussen verschillende culturele identiteiten bij iedere deelnemer zelf.’ (Kimmerle & Schepen, 2014, p. 61).

De interculturele communicatie in Nederland kan veel leren van de open en veilige sfeer van de hybride culturele dialoog georganiseerd door Renate Schepen. Veel is in de theorie over interculturele communicatie al bekend, maar er zijn door de deelnemers aan de hybride culturele dialoog nog wat mogelijkheden en beperkingen benoemd en toegevoegd. Deze toevoegingen zijn naar mijn mening relevant, hier kan de interculturele communicatie in Nederland van leren. Verder wil ik aankaarten dat ik de interculturele communicatie in Nederland niet altijd even goed zie gaan, hoeveel er ook in de theorie benoemd wordt over vruchtbare interculturele communicatie. Ik denk dat dit, zoals ook Mouffe (2005) beschrijft, te maken heeft met het feit dat de mens een conflicterend karakter heeft en de dialoog niet voor algehele consensus kan zorgen. Het lijkt mij verstandig om daarom ook niet te streven naar algehele consensus, maar juist om te streven naar het delen van gevoelens en concrete ervaringen in een sfeer van veiligheid, openheid en gelijkwaardigheid. Hierdoor zal mijns inziens meer verbinding ontstaan en minder een wij-zij gevoel.”

Wat zou ik anders hebben gedaan ... ik zou de onderzoeksvraag minder breed hebben gemaakt, zodat ik meer de diepte in had kunnen gaan over één bepaald aspect.

EMY SPEKSCHOOR PREMASTER

De wereld als niet meer vanzelfsprekendMijn hoofdvraag luidde: ‘Hoe ervaren niet-religieuze, hoger opgeleide jongvolwassenen (20-35 jaar) het proces van een grenservaring binnen het kader van existentiële zingeving en wat zegt dit over hun behoefte aan ondersteuning?’ Met als basis de duiding van het begrip grenservaringen via de theologische, existentialistische en (zen)boeddhistische dimensies.

De grenservaring kan door verschillende gebeurtenissen worden opgeroepen, waarbij altijd sprake lijkt te zijn van verlies. Het verlorene verschilt, maar lijkt daarnaast verlies van betekenis te veroorzaken van de visie op de wereld. De grenservaring wordt dan de katalysator van bewustwording, op zoek naar nieuwe betekenis (heroriëntatie). Het effect van deze grenservaring is via diepte-interviews van een specifieke groep jongvolwassenen onderzocht en geanalyseerd via de negen ervaringsaspecten van

Page 19: de scriptie-editie

19

zingeving van Alma & Smaling (2010). Hieruit blijkt dat de grenservaring het meeste effect voor hen had op het leren loskomen en handelen als een autonoom individu, met eigen normen en waarden. Heroriëntatie na een grenservaring leidt tot meer zelfbewustzijn, iets wat achteraf als zinvol ervaren wordt. De respondenten gaven aan hierbij ondersteuning te kunnen gebruiken van een professional waar meer gefocust wordt op de diepere vragen van het leven en niet zozeer de praktische kant.

Wat zou ik anders hebben gedaan ... een theoretisch onderzoek gekozen! Dat scheelde toch heel wat late uurtjes heb ik gemerkt bij het zien van mijn medestudenten die wel zo slim waren geweest niet te kiezen voor een kwalitatief onderzoek.

LINDE WIBBELINK MASTER ZORGETHIEK EN BELEID

Looking for educational help for SEN students within an educational methodComparing a ‘differentiated instruction’ view with a ‘care ethics’ view

The Dutch government department of education (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, OCW) is implementing a ‘care rule’ reform in mainstream schools. For some regions this means they receive a smaller budget, which could lead to job loss for special needs care workers within mainstream schools. However, teachers need a considerable amount of support to realise an inclusive classroom. In light of the new ‘care rule’ implementation, I will research the possibilities there are in providing SEN care within a mainstream educational curriculum for secondary schools. By comparing two approaches, I found overlap and differences in SEN support qualities already present in the educational approach of the ‘Caring Capacities Approach’ of Nel Noddings (2002) and the ‘Differentiated Instruction Approach’ of Carol Ann Tomlinson (2003). I found three areas of similarities in both approaches recommending (a) the creation of a culture of teaching teams that are capable of teaching ‘Key Concepts’, (b) Re-shaping assessment as a way of listening to students and (c) letting students choose flexible provisions. I will conclude that both Tomlinson’s method of creating options for a diverse curriculum and Noddings value on relationships of trust can be a match to current SEN provision development within mainstream education inclusion policy.

Wat zou ik anders hebben gedaan ... de hoofdstuk en paragraaf nummers van de inhoudsopgave ook in mijn tekst opnemen.......(ben dus eigenlijk best tevreden over het proces en de uitkomst)

Page 20: de scriptie-editie

20

SJOERD ROBIJN MASTER

The return to oikonomiaOn the spatiotemporal fractal of life’s organizational continuum & possible lessons from the scale-invariant pattern of competitive and complementary phases for a sustainable socio-economic structure.

ABSTRACT — The main problem that will be addressed within this research is the seemingly inevitable collision between the required perpetuation of exponential economic growth with the finite carrying capacity of the Earth. A simple analysis suggests an existing discrepancy between economic and ecological theories about economic growth, especially in relation to sustainability. This is strange because the concepts of ‘economy’ and ‘ecology’ are both derived from the Greek word ‘Oikos’, meaning; the ‘regulation of the household’. Therefore we may state that the ‘nomos’ or ‘rules’ of the economic household are no longer compatible with the ‘logos’ or ‘logic’ of ecosystems. “The return to Oikonomia” then, refers to an attempt to reconcile the economic and ecological household by exploring and connecting the logic of ecosystems with economic theory. Within this research we consider eco-systems (or living networks in general) as open dissipative non-equilibrium thermodynamic systems and we explore their general patterns and dynamics towards sustainable configurations. The central notion derived from this eco-systemic logic is that exponential growth curves of living networks belong to a particular self-organizing phase (competitive phase), which is an important developmental phase, but eventually unsustainable. It is within a complementary phase with different dynamics in which sustainable configurations seem to emerge. It is argued then, that our current socio-economic system is organized in accordance with the principles of the competitive phase and we explore the possibilities of incorporating the principles and dynamics of the complementary phase within the organization of the economy. In order to incorporate these notions we need to look deep into the systemic heart of our socio-economic system and consider some fundamental shifts, which are also related to the classical distinction between Chrematistics (the art of acquisition and money making - accumulation of exchange values by means of commerce and/or speculation) and Oikonomia (the art of household management and the art of living well).

Wat zou ik anders hebben gedaan ... zelf zou ik het niet anders hebben willen doen, ik zag iets voor me waar ik veel energie van kreeg en ik ben daar helemaal voor gegaan. Juist door het idee van ‘een scriptie schrijven’ op te heffen en niet te veel in te kaderen heb ik ontzettend veel gelezen en geleerd. Het nadeel hiervan is wel dat het veel tijd kost om het stuk coherent en binnen het maximale aantal woorden te houden, maar dat was het voor mij helemaal waard.

Page 21: de scriptie-editie

21

BRAM VAN BOXTEL BACHELOR

The Sacred in Jean-Pierre Dupuy and Giorgio AgambenABSTRACT — When talking about the declining influence of religion in society, we need to know what characterizes religion. According to Durkheim, the sacred is the centre of religion. Agamben and Dupuy have two contrasting views on what constitutes the sacred: whilst Agamben claims the sacred man can never be sacrificed, Dupuy claims it is his very essence. Both authors claim the sacred still influences modern societies. This thesis searches for the meaning of the sacred in Dupuy’s ‘Mark of the Sacred’ and Agamben’s ‘Homo Sacer’, and how the sacred manifests itself in economy and politics. Both works undergo rigid philosophical interpretation The two interpretations are juxtaposed, differences and similarities found.

Both authors agree that the sacred concerns a zone of indistinction between inside and outside. For Dupuy the sacred gave man protection, an external authority: this external authority is still found in politics, yet the lack of containment has caused economy to run amok. For Agamben, the sacred bound biological life to political life: figures like his homo sacer can still be seen in places as Guantanamo Bay, and sacred structures still form our economy. Dupuy’s analysis was found to be more all-encompassing: his conception of the sacred is more holistic, whilst the sacred for Agamben is more a linguistic hint he takes to find fundamental political structures.

SANNE WOUTERS BACHELOR

Affectief burgerschap in UtrechtHet terugtrekken van de overheid in de huidige participatiemaatschappij vraagt om meer betrokkenheid van haar burgers. Burgers krijgen meer eigen verantwoordelijkheid en moeten in actie komen voor hun medemens. Om haar burgers zo ver te krijgen doet de gemeente Utrecht een beroep op gevoelens als respect, trots en genegenheid. In actie komen en voor elkaar zorgen wordt op deze manier neergezet als iets positiefs. In de praktijk gaat het er echter vaak anders aan toe. Dit kwalitatieve onderzoek geeft inzicht in de discrepantie tussen het beleid en de beleving van het ‘in actie komen’ op het gebied van informele zorg in de gemeente Utrecht. De dataverzameling bestaat enerzijds uit documentanalyse van een aantal beleidsstukken en anderzijds uit diepte-interviews met vrijwilligers die zich inzetten als maatjes van ouderen en daarmee een vorm van informele zorg verlenen. De belangrijkste bevinding is dat er inderdaad een verschil bestaat tussen het beleid en de beleving rondom het in actie komen op het gebied van informele zorg, maar dat het verschil niet zo groot is als van tevoren gedacht. Het belangrijkste verschil heeft betrekking op vanzelfsprekendheid. Het beleid is hiermee doordrenkt, terwijl het in de praktijk helemaal niet zo vanzelfsprekend blijkt om in actie te komen.

Wat zou ik anders hebben gedaan ... Als ik van tevoren had geweten dat ik mijn scriptievoorstel niet zou halen, was ik in de herkansingsweek daarvan niet op vakantie gegaan!

Page 22: de scriptie-editie

22

TEGENZIN COLUMN

De Grote Boze ScriptieIedereen moet er een keer aan beginnen… de scriptie. Veel studenten zien enorm op tegen het schrijven van een scriptie. Het kost veel tijd, je moet het helemaal alleen doen en je weet vaak niet waar je moet beginnen. Bovendien wil je wel wat moois neerzetten en niet zomaar een lulverhaal schrijven waar je misschien bij een essay soms mee weg komt. Nee, de scriptie is serieus: het moet duidelijk verwoord zijn, de bronvermelding moet correct zijn en het moet bovenal ergens over gaan. ‘Hoe kom ik hier uit?!’, zou je zeggen. Nou, ik heb een verlossende opmerking voor jullie allemaal: het valt wel mee. Als je een duidelijk plan hebt van wat je wil gaan onderzoeken en je houdt je eraan dan heb je geen problemen. Tenminste, dat is meestal zo. Bij ons op de UvH ligt dit helaas net iets anders.

Op de UvH lijkt het wel alsof niet je goede planning, een goede formulering van je onderzoeksvraag, een juiste bronvermelding of een mooie schrijfstijl van het grootste belang is, maar juist het kiezen van een goede begeleider. Elke begeleider houdt er op de UvH namelijk nogal een andere kijk op na. Voor sommige begeleiders is het nooit goed genoeg. Ze zeggen dat je iets moet verbeteren en wanneer je dat hebt gedaan, moet je ineens wat anders verbeteren. Zo kan dat wel een aantal keer doorgaan. Dit is natuurlijk superirritant en het is ook voor de begeleider veel handiger om alle kritiek in één keer te geven, zou je zeggen. Voor andere begeleiders is juist bijna alles in één keer goed, heel erg fijn natuurlijk, maar er strookt blijkbaar iets niet helemaal. Verschillende begeleiders begeleiden natuurlijk verschillend, maar er hoort niet zo’n groot gat te zitten tussen de manier van beoordelen van deze verschillende begeleiders. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de belangrijkste functie van de scriptie begeleider, namelijk: begeleiden.

Op de UvH heb je tijdens je scriptieperiode elke week recht op een afspraak met je begeleider, zodat je samen naar de voortgang van de scriptie kunt kijken. Heel erg fijn zou je zeggen. Dat is het ook, maar het wordt nauwelijks uitgevoerd. Ik heb van bijna niemand gehoord dat hij/zij wekelijks begeleiding met het maken van de scriptie heeft gehad. Sterker nog, ik heb vernomen dat sommige studenten helemaal geen feedback hebben gehad voordat ze de eerste versie van de scriptie hadden ingeleverd. Ronduit belachelijk! Als je voor de eerste keer een scriptie gaat schrijven, heb je begeleiding

Page 23: de scriptie-editie

23

nodig, zeker in de vorm van feedback op ingezonden stukken. Andere studenten kregen wel feedback via de mail, maar hadden amper echt contact met hun begeleider, waardoor er alsnog vragen bij hen bleven spelen.

Het is duidelijk, de keuze van begeleider is essentieel. Kies iemand die je vertrouwd, maar bovenal: zorg er meteen aan het begin van de periode al voor dat je afspraken maakt om met je begeleider samen te komen voor de nodige begeleiding en feedback. Als de begeleider in kwestie zegt dat hij geen tijd heeft om iedere week met je af te spreken, maak dan duidelijk dat je er recht op hebt of stap hogerop. Met dit advies zou ik niet weten waarom de scriptie niet zou lukken. Dan komt het wel goed, dat komt het namelijk uiteindelijk altijd, zelfs zonder de juiste begeleiding.

Assessore

Page 24: de scriptie-editie

24

BART ELBERS

Stand van zakenDe vluchtelingencrisis die Europa heeft getroffen houdt ons allemaal bezig. Dagelijks verschijnen er schrijnende verhalen in de media: beelden van mensen die grenzen over rennen, prikkeldraad. Half gezonken bootjes. Politici die zichtbaar niet weten hoe ze met deze situatie om moeten gaan. De hatelijke onderbuik die anoniem op internet zonder enige schaamte zijn verwrongen wereldbeeld ventileert. Onlangs greep een verdronken jongetje de westerse kijker bij de keel en de door Duitse burgers opgestelde erehaag zal ook niemand zijn ontgaan.

Het zijn bijzondere tijden, tijden van crisis en van zoeken naar een nieuwe toekomst. Maar laten we even in het hier en nu blijven: de oorlog in Syrië zal niet binnen afzienbare tijd stoppen. Sommige experts hebben gesteld dat dit conflict nog dertig jaar voort kan slepen. Dat mag ook wel, want door de vele schepen, afgeladen met Europese, Amerikaanse, Chinese en Russische wapens, is er voorlopig nog genoeg schiettuig om in Syrië en Irak nog lange tijd door te kunnen knallen.

De oorlog in Syrië - laten we voor het gemak stellen: alle oorlogen die zich afspelen in de kruit-dampende zandbak die Midden-Oosten en Noord-Afrika heet - werd veroorzaak door overheden die in samenspraak met grootindustrie en grootkapitaal een zeer, zeer gevaarlijk spel spelen. Begrijp goed: geopolitiek bedrijven is niet iets voor de zwakkeren van geest, het vergt een sterke persoonlijkheid: minder mens, meer beest. Zonder enig medelijden worden contracten gesloten en landjes gepikt. Dictators worden van hun troon gestoten en mensenlevens ontwricht. Olie, gas, goud, werelderfgoed; onthoud het, alles wordt betaald in bloed. Zo gaat dat nu eenmaal in de wereld van de grote mensen, werd ons eens verteld. Het is maar goed dat de meeste schapen daar geen weet van hebben, of er in elk geval niets aan kunnen doen. Ze zouden maar in de stress schieten bij het zien van zulk onmenselijk gedrag van hun herders, bij het zien van zulk onfatsoen. Daarom kleedt de ene herder dit verhaal in met mooie termen zoals ‘democratie’, ‘vrije markten’ en ‘mensenrechten’. Een andere herder vertelt zijn brave toehoorders over Allah, over de Jihad en de verlossing die te vinden is in het hiernamaals.

Wat het verhaal ook moge zijn, het spel wordt verder gespeeld, of men dat nu wil of niet. Wellicht zijn de gevolgen nog niet te overzien, maar zeker is dat kinderen in Syrië zo langzamerhand meer bedreven zijn geraakt in het spotten van straaljagers en scherpschutters dan in voetballen en het bouwen van hutten.

Page 25: de scriptie-editie

25

PARTAGEOpen call for papersNa het organiseren van het symposium over Thuis en het publiceren van het bijbehorende themanummer dit jaar, gaan wij aan de slag met het 2016 nummer.

Heb jij een scriptie of werkstuk liggen waar je erg tevreden mee bent en waar je wel een publicatie van zou willen maken?

Wij nodigen alle bachelor- en masterstudenten uit om een inzending te doen voor het 2016 nummer! Als je al iets hebt liggen, mail naar ons en we kijken samen op welke manier je er het beste een artikel van kan maken.

Onderwerp: Alle onderwerpen zijn welkom, mits ze gelinkt zijn aan zingeving en/of humanisering.

Waarom meedoen?Een artikel publiceren is een goede manier om jouw ideeën een breder professioneel en academisch publiek te geven. Het geeft veel voldoening om eindelijk eens te werken aan dat ene vraagstuk totdat het af is, zonder rekening te houden met deadlines van vakken. Het is daarnaast ook heel leerzaam! Door het reviewproces te doorlopen doe je waardevolle schrijfervaring op.

Partage Student Journal is het podium voor studenten met originele perspectieven en verfrissende visies op actuele thematiek. Onze oriëntatie is praktijkgericht. Wij geven graag de ruimte aan de kritische artikelen van studenten die zich betrokken voelen bij waarden die in onze samenleving op het spel staan. Bijvoorbeeld bij organisaties, overheid en beleid en levensbeschouwing en welzijn in de 21e eeuw (zingeving en humanisering).

Mail ons gerust als je vragen hebt!

Vriendelijke groeten van de redactie van Partage

Myrte van de Klundert Laurine Blonk Hielke Bosma

Mail: [email protected] www.partagejournal.nl

Page 26: de scriptie-editie

26

STEVE KIERS OPINIE

Tijd voor complexiteit Dit stuk is geschreven ter bijdrage aan het debat over de toekomst van de Universiteit voor Humanistiek, waar in de vorige twee uitgaven van Zindroom al stukken aan zijn gewijd. De voornaamste bijdragen waar ik op doel zijn van Martien Schreurs en Evelien Tonkens. In het vorige nummer staat eveneens een bijdrage van Charly Bos, welke het ontstaan van het debat mooi weergeeft. Mijn weerstand, de reden dat ik achter het toetsenbord ben gekropen, is ontstaan doordat de bijdrage van Tonkens zaken versimpelt, en bovendien voorbij gaat aan een belangrijk deel van het debat, namelijk de bestuurlijke kant. Daarnaast denk ik dat er zeker wat te zeggen valt voor het standpunt van Schreurs, namelijk dat de filosofie op de UvH in de verdringing geraakt is.

Het debat wat Tonkens schetst is dat van sociale wetenschap versus filosofie (op de universiteit). Zij stelt dat het debat een valse dichotomie creëert. Er wordt een beeld geschetst dat filosofie wordt gezien als diepzinnig, vrij, humanistisch en al het goede, terwijl arm sociaal wetenschappelijk onderzoek het zwarte schaap is. Deze scheiding wordt vereenzelvigd met bezieling versus geld, respectievelijk. Tonkens bekritiseert deze opvatting; we moeten de disciplines niet op hun verschillen bekijken, maar op hun overeenkomsten. Maar neemt ze hier, als sociaal wetenschapper, niet te makkelijk een slachtofferrol in om vervolgens te betogen dat de aangekaarte disbalans niet bestaat?

Of daadwerkelijk een versus debat plaatsvindt op de UvH weet ik niet, ik hoop van niet. Wat dat betreft ben ik het eens met Tonkens, beide disciplines kunnen van elkaar leren. Maar ik proef toch in het stuk een gemakzucht die bij mij wrevel oplevert. In haar deconstructie wordt gesproken over hoe “deze dichotome denkers” [sic], de filosofen,

Page 27: de scriptie-editie

27

het mis hebben met hun stellingname. Dat doet bij mij alarmbellen rinkelen, want wordt hier niet net zo’n sterke dichotomie geschept als die er bestreden wordt? De analyse die wordt neergezet veronderstelt een groep die de dichotomie onderschrijven en zij die dat niet doen. Dit kan ook worden gelezen als: mensen die moeilijk doen, en mensen niet moeilijk doen.

Tonkens betoogt dat we af moeten van die scheiding; we moeten haar ‘aan diggelen slaan’. De dichotomie zoals die in het stuk wordt beschreven is echter een afvlakking van de beide disciplines. Het is bovendien weinig toevoegend om tot een conclusie te komen dat de dichotomie een valse is omdat zowel sociale wetenschap als filosofie menswetenschappen zijn. Dat zou een vooropgestelde moeten wezen voor ieder die zich bij de UvH betrokken voelt. Even later in het stuk betoogd ze dat filosofie en sociale wetenschap elkaar moeten ondersteunen. Zijn de verschillen dan toch niet helemaal aan diggelen?

Hoewel ik het eens ben dat de disciplines elkaar moeten steunen en aanvullen, ben ik er niet voor om de dichotomie ‘plat te slaan’. Veeleer lijkt het me interessant om de verschillen te expliciteren, de

complexiteit aan te gaan. Dat is een goede basis voor een discussie of dialoog. Sociale wetenschap en filosofie hebben inderdaad overeenkomsten, maar methodologisch zijn het twee verschillende disciplines. Hier wil ik Hannah Arendt aanhalen die Aristoteles gebruikt om dit punt te ondersteunen. Bij de Grieken was het menszijn een belangrijk onderzoeksonderwerp. Wat maakt de mens tot mens? De oude Grieken waren zeker bekend met de sociale dimensie van het menszijn, maar dit kon geen doorslaggevende menselijke eigenschap zijn. Immers, ook genoeg andere dieren zijn inherent sociaal. Om even kort door de bocht te gaan: sociale wetenschappen richten zich voornamelijk op de empirische overeenkomsten, terwijl de filosofie door haar gedachten en retoriek onderlinge verschillen onderschrijft. Aristoteles kwam tot de conclusie dat het menszijn te vinden is in de rationaliteit van de mens, die als enige dier kan spreken, waardoor het mogelijk is ons te differentiëren van elkaar, om vervolgens elkaar te overtuigen, en om een gezamenlijk besluitvormingsproces aan te gaan, de politiek als exemplarisch.

Dit maakt dat een sociaal perspectief een andere benadering is dan een rationeel perspectief. Vanuit een sociaal perspectief is wat mensen doen te duiden als gedrag. Volgens Arendt wordt de mens pas een mens in het handelen, dwz in het spreken.

Via het spreken, via inspraak, wordt het mogelijk om invloed op de wereld uit te oefenen; hier valt vrijheid te vinden. De oude Grieken concludeerden dat dit de mens verschillend maakt van dieren; dieren kunnen geen politiek bedrijven. En de politieke dynamiek op de UvH

bekritiseert Schreurs. Besluiten worden van bovenaf genomen, zonder de betrokkenen inspraak te geven. Op de UvH is het niet mogelijk nog invloed uit te oefenen, er is

Hoe kan een instituut dat zich inzet voor een humane samenleving intern zo door een ijzeren greep worden vastgehouden dat medewerkers bang zijn te spreken?

Page 28: de scriptie-editie

28

geen politiek meer mogelijk. De verslagen van de “dialoogdag” onderschrijven dit; er wordt regelmatig van top-down bestuur gesproken en zelfs van een zwijgcultuur. Aan dit alarmerende geluid mag niet voorbij worden gegaan. Hoe kan een instituut dat zich inzet voor een humane samenleving intern zo door een ijzeren greep worden vastgehouden dat medewerkers bang zijn te spreken?

Mijn voorstel is dus juist niet de dichotomie opheffen. Sociale wetenschap is belangrijk, maar filosofie en argumentatie evenzo zeer. Dit moet in een balans zijn. En op persoonlijk niveau, als student, mis ik dit in het curriculum. In mijn hele bacheloropleiding (cohort 2011) heb ik drie filosofische vakken mogen volgen, en in totaal twee kleine papers, zonder begeleiding, geschreven. Dit staat in verhouding tot minstens twee grote sociaal wetenschappelijke onderzoeken met een onderzoeksverslag per jaar. Retorische vaardigheden heb ik zodoende amper opgedaan; ik weet bijvoorbeeld niet eens of dit stuk echt duidelijk een punt maakt. En dan mag je na drie jaar een filosofische scriptie schrijven. Terwijl je eigenlijk nergens heb geleerd te argumenteren, of werkelijk een betoog hebt leren schrijven. Wel kun je een onderzoek doen aan de hand van de theorie van deze of gene, maar zelf nadenken zit er niet in, want dat wordt weinig gevraagd. Deze situatie is overigens al meerdere malen aangegeven bij de onderwijsdirecteur, er zijn brieven hierover geschreven die al meer dan drie jaar oud zijn. Dit onderschrijft mijn inziens de disbalans in de disciplines.

Samenvattend zijn er twee punten bij Tonkens waar ik over struikel, en die niet uit het oog verloren mogen worden. Ten eerste gaat het debat over de toekomst van de UvH over meer dan de sociale wetenschap vs. de filosofie. Het debat, dat begonnen is met de brieven van Harry Kunneman, gaat daar deels over, maar is in de eerste instantie een poging tot inspraak, tot deelname in de besluitvorming, tot lokale politiek. Daar zijn meer werknemers bij betrokken dan enkel de docenten en onderzoekers. Ten tweede is het daadwerkelijk zo, althans in het onderwijs, dat filosofie, retoriek, betogen en papers zeldzaam zijn. Studenten leren vanuit hun gevoel spreken, en kunnen zo nodig theorieën opdissen, maar ze worden veel te weinig uitgedaagd zelf te denken, en veel te weinig geleerd om een betoog te houden. Deze twee punten zijn uiterst belangrijk in het kader van ‘de humanistieke missie’. Er zal een ruimte moeten ontstaan waarin betrokkenen zich veilig met hun instituut kunnen bemoeien, waar ze zich door middel van een onderbouwde stem kunnen profileren. Laten we dus niet proberen de zaken te versimpelen als dichotomie, maar in discussie gaan over de complexe waarden die binnen de universiteit spelen, en in die ontmoeting, wrijving of botsing – juist in de strijd – van elkaar leren.

Retorische vaardigheden heb ik zodoende amper opgedaan; ik weet bijvoorbeeld niet eens

of dit stuk echt duidelijk een punt maakt.

Page 29: de scriptie-editie

29

JEROEN FIERENS IN GESPREK MET EEN LIEDJE

De gelukkige verliezer‘Hé hallo!’ roept de zanger (blijkbaar hoort of ziet niemand hem). ‘Kijk me eens het gras zien groeien’ (niet zo vreemd dus, dat niemand hem ziet). ‘En iedereen maar denken da’k niks doe’ (op dit moment begeeft de zanger zich op een nog nader te bepalen positie op de lijn tussen ‘dorpsgek’ en ‘totaal wereldvreemd’). ‘Maar niets minder waar’ (zie je wel, wereldvreemd). ‘Want al ben ik dan niet klaar…’ Stop.

Niet klaar? Wat bedoelt ‘ie met ‘niet klaar’? Klaar roept de associatie op met bevrediging (scriptie ingeleverd / kwakje op m’n buik / het einde van de serie) – je kijkt ernaar uit, kunt niet wachten tot het zover is en je lekker in het gras kunt liggen uitrusten. Maar dan, als je eindelijk met je blote voeten in het gras ligt, die leegte, altijd weer die leegte – wat moet ik nu met m’n leven? ‘Niet klaar’ daarentegen is ook niet alles. Een teleurgestelde Carmen omdat je niet op tijd klaar was met de tekst van Butler. Een frustrerende werkdag waarop je niets klaar krijgt. Maar de zanger heeft schijt aan de natuurwetten. Hij is niet klaar en gaat toch gewoon in het gras liggen chillen.

Verslagen maar preciezer / de gelukkige verliezer / van wat een wedstrijd met de Beatles en de buren was

Ziedaar, het antwoord. De zanger nam deel aan een wedstrijd ‘met Beatles en de buren’. Het doel van die wedstrijd wordt in de volgende zinnen bezongen: ‘Alles moet bijzonderder dan / alles wat allang bijzonder was.’ En daar had de zanger geen zin in. Want er is al zoveel dat bijzonder is. Zoals het gras. En de wolken.

De zanger is nog niet ‘klaar’, hij heeft de wedstrijd niet gewonnen, maar dat doet hem niks. Ik moet hier vaak aan denken wanneer ik het gevoel heb dat ik niet genoeg van m’n leven maak, als ik me nutteloos voel omdat ik niet de oprichter van Blendle, de schrijver van Fight Club of een fucking lekker fotomodel ben. Dan kijk ik naar de sinaasappels die op m’n tafel (naast m’n niet-overvolle agenda) liggen te wachten om opgegeten te worden, en dan besef ik me dat ik op het punt sta iets heel bijzonders te volbrengen.

Page 30: de scriptie-editie

ColofonRedactieJeroen Fierens (voorzitter/vormgeving) Roos Biesheuvel (secretaris) Iris Hoekstra (taalnazi en redactiedowner) Marthe Visser (redactienestor) Charly Bos (tuinman) Daniëlle Drenth (columnist) Rong Zwemmer (kerstman) Natascha Tent (PR)

UitgaveNovember 2015 (nr. 24) door

Zindroom, studentenmagazine van de Universiteit voor Humanistiek

Oplage: 250 exemplaren

ContactSvH/Zindroom Universiteit voor Humanistiek Kromme Nieuwegracht 29 3512 HD Utrecht

[email protected]

Met dank aanMartien Schreurs, Arjan van Os, Carlijn Aalders, Josine van der Schot, Marjolijn Tops, Noemie Vanherf, Tessa Striekwold, Iris Springvloet, Steve Kiers, Emy Spekschoor, Linde Wibbelink, Sjoerd Robijn, Bram van Boxtel, Sanne Wouters, Bart Elbers, Django Roberts

BeeldLilian van Rooij (p. 4)

Jeroen Fierens (p.12)

Mim (p.23) www.twolofbees.com

Idan Schneider (p.30) www.csectioncomics.com

Django Roberts (achter) djangoroberts.paspartout.com

Volgende keer in de Zindroom...

Wedergeboorte

“Het is net of ik terug ben in de kerk

maar ze hebben God het raam uit geknald.”

(Willeke Los over een conferentie van Amerikaanse humanisten)

Page 31: de scriptie-editie

Volgende keer in de Zindroom...

RONG ZWEMMER OP BEZOEK

STUDENT EN KAMER.Zoals wij stoeien met onze leventjes, stoeien wij met onze kamers, en daar wordt het nu net interessant. Daarom vertrekken wij voor iedere Zindroom met enthousiasme en gepaste beleefdheid naar een studentenkamer voor een beeld en een verhaal. Als mede-uvh’er kun je moeilijk om de studente van deze editie heen. Zoals het een goede humanist betaamt is ze lekker betrokken: ze is gloednieuw PR van het bestuur van de SvH, ze zit bij de feestcommissie Opdrift, functioneert als werkgroep-begeleider, speelt bij Levenskunst toneel, en daarnaast volgt ze ook gewoon de bachelor humanistiek, waarnaar ze was getrokken door onder andere de aanwezige wereldverbeter-vibe op onze uni. Marie Maessen woont tien minuutjes fietsen van de UvH vandaan met 28 (!) huisgenoten in een voormalige kerk in de Rivierenbuurt. “Heel veel mensen vragen ook: “Maar ken je dan iedereen in het huis?” Maar ik ken iedereen. En ook wel beter dan zijn of haar naam zegmaar.” En ook al was de opsomming van de 28 namen wat moeizaam en bovendien onvolledig, laten we haar woord geloven.

Huis. Je ziet nog een kruis op het dak, maar dat is het enige waaraan je nog kan aflezen dat het een kerk was. Het is net een soort hostel met zoveel mensen. Dat vond ik toen [in het begin] vooral heel leuk, omdat ik net terug was op reis en ik was al die hostels gewend. Als je zin hebt in gezelligheid dan is dat er, en als je er geen zin in heb is dat ook niet erg. En dat merk ik nog steeds, dat niets verplicht is. Je moet er zelf moeite in steken als je mee wil doen in de gezelligheid, maar dan is iedereen ook wel heel erg be-trokken met elkaar; het is niet zo dat iedereen langs elkaar heen leeft. Sommigen zitten wel dagen met hun deur dicht, maar dat is ook niet erg want er zijn er toch genoeg. Het is heel erg wat je zelf wil.

Studentenhuisfrustraties. ’s Ochtends als ik wil ontbijten dan wil ik een bakje pakken en een lepel en als ik het keukenkastje open doe dan is dat er dan niet. Nou, dat vind ik heel vervelend. O, heel erg! Daar word ik chagrijnig van. Hoe moet ik dan ontbijten? Dat gaat dan niet. Dat is onmogelijk zonder lepel. Het mag ook een vork zijn in dat geval. Omdat er zoveel mensen wonen is het zo dat niemand een verantwoordelijkheid voelt. Dus als je oppast is het hier echt een zooi. Toen ik voor het eerst met m’n ouders kwam was de keuken echt heel vies. Toen zeiden huisgenootjes tegen hun: “Ja we hebben pieken en dalen met schoonmaken en we zitten nu in een dal.” Er groeiden ongeveer paddenstoelen uit de pannen, en toen dacht ik: dat ga ik aanpakken. Ik heb twee of drie keer die hele keuken in m’n eentje of met z’n tweeën opgeruimd omdat ik zelf niet goed tegen echt goor kan. Maar dat is wel beter nu hoor. Ook, als er iets stuk is, in dit geval is dat bijvoorbeeld een van de wc’s, dat er dan in de groepwhatsapp komt: Jongens de wc beneden rechts is verstopt: niet meer gebruiken, en dan schrijf ik erachter: Moeten we daar dan iemand voor bellen? Of kunnen we dat zelf dan? en dan reageert er niemand, of iemand zegt: O dat fiks ik wel. En twee maanden later is die wc nog steeds verstopt.

Kamer. Ik woon hier nu een jaar en twee maanden en in dat jaar heb ik drie keer de kamerindeling verandert. Dit heb ik nu het langst en ben ik het meest tevreden mee. Eerst voelde het nog niet echt als mijn thuis. Mensen zeiden dat ze het altijd wel leuk en origineel vonden, maar het was een beetje een awkward, ongemakkelijk kamertje. Ik had een bed naast mijn deur. Het klopte gewoon niet. Ik merk dat ik meer graag op deze kamer ben sinds deze nieuwe indeling. Het is fijn dat je bij het raam wakker wordt. Nu is het gezellig.

sla o voor

de f

oto! >

Page 32: de scriptie-editie

“Ik vind het een heel verschil of mijn deur open of dicht is. Ik heb ‘m

eigenlijk altijd wagenwijd open en dan is dan ook wel een soort uitno-

diging voor mensen die langslopen om binnen te komen en dat vind ik

heel gezellig. Maar als ik aan het studeren ben of ‘s avonds met mezelf

wil zijn dan knal ik de deur dicht en de gordijnen dicht en dan vind ik het

heerlijk om als kluizenaar onder m’n dekentje een filmpje te kijken.”

lees de rest van het verhaal op de achterkant van deze pagina!

foto: Django Roberts