De Schakels Dedeschakelsthomassen.nl/wp-content/uploads/2019/03/Nieuws...hebben gelukkig VBR Turbine...

28
De Schakels Nieuwsbrief no. 115 Voor de gepensioneerden van Thomassen - Rheden Uitgave: Stichting “De Schakels” 29e jaargang, maart 2019 Edu Wilten maakte deze foto van de jachthaven in Estartite aan de Costa Brava in Spanje, waar hij schuilt voor de Nederlandse winterkou. Zie ook de achterpagina.

Transcript of De Schakels Dedeschakelsthomassen.nl/wp-content/uploads/2019/03/Nieuws...hebben gelukkig VBR Turbine...

De

De Schakels

Nieuwsbrief no. 115 Voor de gepensioneerden van Thomassen - Rheden

Uitg

ave:

Stic

htin

g “D

e Sc

hake

ls”

29e

jaar

gang

, maa

rt 2

019

Edu Wilten maakte deze foto van de jachthaven in Estartite aan de Costa Brava in Spanje, waar hij schuilt voor de Nederlandse winterkou. Zie ook de achterpagina.

Informatiepagina Stichting “De Schakels”

Secretariaat: Smitsweide 19, 6983 EH Doesburg

telefoon: 0313 – 47 45 13, e-mail: [email protected]

Bankrekening: NL19 ABNA 0566971232 t.n.v. Stichting “De Schakels”, Zelhem

Bestuur: Voorzitter: Henk J. Stoelwinder Parkrand 59 6714 GN Ede 0318 - 65 13 55 Vice-voorzitter/Penningmeester: Henk W. Jansen Vinc.v.Goghstraat 55 7021 EC Zelhem 0314 - 78 95 84 Secretaris: Marion Jansen-Neervoort Smitsweide 19 6983 EH Doesburg 0313 - 47 45 13 2e Secretaris/2e Penningmeester: Jan Saalmink Stekelzegge 5 6922 GJ Duiven 0316 - 84 22 43 Notuliste: Jenny Surenbroek-Rueck Weth.Winterinkstr. 52 6991 BL Rheden 026 - 495 32 21 Bestuurslid: Cor D. van Geest Meidoornlaan 113 6951 LS Dieren 0313 - 42 71 40 Redactie Nieuwsbrief: Jan Huisman Waardweg 5 6991 VA Rheden 026 - 495 27 68 E-mail adres: [email protected] Jan Weeda Potsmaat 6 6983 AV Doesburg 0313 - 47 45 19 E-mail adres: [email protected] Edu Wilten Croydonplein 112 6831 LD Arnhem 06 – 33 10 56 27 E-mail adres: [email protected] Ab Boersma Taxuslaan 45 6951 NW Dieren 0313 - 43 84 85 E-mailadres: [email protected] Beheer Website: www.deschakelsthomassen.nl Sjoerd Cats [email protected]

Jenny Surenbroek-Rueck

De Nieuwsbrief verschijnt eind maart, juni, september en december. Kopij kan worden aangeleverd bij de leden van de redactie tot uiterlijk de 10e van deze maanden. Teksten zo mogelijk aanleveren in Word en beeldmateriaal in JPG (bestandsgrootte minstens 500 kB). Origineel beeldmateriaal kan desgewenst door de opmaakredactie worden gedigitaliseerd. De redactie heeft het recht redactionele wijzigingen of bekortingen aan te brengen in de aangeleverde kopij. Bijdragen moeten voorzien zijn van de naam van de auteur of de commissie, die de bijdrage aanlevert. Het accepteren van een bijdrage is geen garantie voor plaatsing in een bepaald nummer. Van geweigerde bijdragen zal de inzender op de hoogte worden gebracht. De schrijver is verantwoordelijk voor de mening die in de bijdrage wordt weergegeven. Deze mening is niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie of het bestuur van Stichting De Schakels, of daarmee in overeenstemming. Mochten personen, instanties of bedrijven van mening zijn schade te hebben geleden ten gevolgen van een publicatie, dan zal Stichting De Schakels geen vergoedingen verstrekken. Aangeboden bijdragen en beeldmateriaal moeten vrij zijn van auteursrecht. Stichting De Schakels zal geen auteursrecht vergoeden.

pagina 2

Inhoudsopgave: Pagina Foto voorpagina: vakantiefoto in Spanje 1

Informatiepagina 2

Inhoudsopgave, Overledenen en Nieuwe leden 3

Kroonjarigen in het volgende kwartaal 4

Van de voorzitter 5

Van de penningmeester en Thomassen Machining 6

Activiteiten De Schakels 7

Het RSV-drama en Thomassen (deel 4) 8

Foto´s Algerije 13

Mijn koninklijke belevenissen 14

De bedrijfsschool van Thomassen (deel 1) 18

In gesprek met Jan Vedelaar (4) 21

Uit de oude doos 24

Nieuws van en over de bedrijven: Howden Thomassen Compressors 25

Schakelwoord 115 en oplossing puzzel 114 27

Foto achterpagina: Apeldoorns kanaal 28

De Schakels

Nieuwsbrief no. 115

Schakelleden, overleden in het afgelopen kwartaal Helaas is ons wederom een aantal Schakelleden ontvallen. Hun naam vermelden wij met eerbied in onze nieuwsbrief. Dat zij rusten in vrede. Geboren Overleden De heer N.M. Riemsdijk 08-06-1930 05-07-2018

De heer B. Schriefer 12-05-1935 Oktober 2018

Mevrouw G.A. Riemsdijk-Beumer 19-05-1934 08-11-2018

De heer A. Hak 05-12-1937 20-01-2019

Mevrouw E.W. Neger 14-10-1932 15-02-2019

Onze oprechte deelneming gaat uit naar de nabestaanden. Wij wensen hun sterkte en berusting bij het verwerken van dit voor hen zo zware verlies.

Nieuwe donateurs:

De heer J.F. (Jan) Nijhof Zevenaar

De heer B.W. Melssen Nijmegen

De heer H. Koeslag Westervoort

pagina 3

Naam Woonplaats Geboren Leeftijd Mevrouw van Loon-Veenink Rheden 1 4 1949 70 Mevrouw H.J.W. Hulleman-Hendriksen Steenderen 1 4 1927 92 De heer G. Peters Rheden 7 4 1943 76 Mevrouw M.A.G. Worm-Stevens De Steeg 7 4 1943 76 De heer K. Kremer Dieren 12 4 1940 79 De heer A. van der Velden Leuvenheim 13 4 1940 79 De heer W.C. Grauwen Arnhem 14 4 1937 82 De heer H.P.A. Janszen Doetinchem 18 4 1937 82 Mevrouw Z.E. Kramer-Kok Doorwerth 20 4 1944 75 De heer G.J. van Veldhuizen Zoelen 21 4 1941 78 Mevrouw C. Paardekooper-Soontiens Loenen 21 4 1936 83 De heer M. Noothoven van Goor Den Haag 22 4 1936 83 De heer L. Bolte Rheden 26 4 1928 91 Mevrouw Th. de Gans-Arends Ellecom 26 4 1942 77 Mevrouw R. Brouwer-Schut Rheden 28 4 1930 89 De heer C. Heekelaar Velp 29 4 1942 77 Mevrouw J.E. Heil-Tamboer Velp 29 4 1929 90 De heer H.W. Jonkers Rheden 4 5 1942 77 Mevrouw R. Haverkamp Velp 4 5 1935 84 De heer J. van Silfhout Velp 6 5 1943 76 De heer J.H. de Wild Rheden 7 5 1934 85 Mevrouw N.J. de Bruin-Noordam Rheden 8 5 1939 80 De heer J. Heekelaar Velp 9 5 1940 79 De heer G.J. Kramer Doorwerth 9 5 1943 76 De heer Th.J.H. Spronk Zevenaar 9 5 1939 80 De heer R. Jensma Kortgene 10 5 1931 88 Mevrouw F. Plenk-Bloemendaal Rheden 11 5 1933 86 Mevrouw G. Timmerman-Eeltink Rheden 15 5 1937 82 Mevrouw L. Walda-Verkerk Rheden 15 5 1931 88 De heer W. Grootherder Nieuwdijk 16 5 1941 78 De heer H.J. Matser Zelhem 21 5 1949 70 Mevrouw G.J. Nieuwenhuis-Arends Rheden 24 5 1936 83 De heer J. Braaksma Rheden 26 5 1928 91 De heer H. Aalders Arnhem 27 5 1931 88 De heer H.J.M. Uijen Brummen 28 5 1939 80 De heer G.A. Velsink Dieren 30 5 1939 80 Mevrouw T. Haak-Friedericy Ruurlo 30 5 1931 88 Mevrouw J.E. Jongeneel-Redegeld Westervoort 1 6 1933 86 Mevrouw G. Tas-van Gelder Doesburg 6 6 1930 89 Mevrouw B. Brands-Jager Brummen 7 6 1930 89 De heer C. Vermeer De Steeg 9 6 1949 70 Mevrouw M.C. van Dam-Emperpol Leuvenheim 11 6 1941 78 De heer F. Mosterd Dieren 18 6 1923 96 Mevrouw A.J.A.M. Kempe-Duijvesteijn Rheden 18 6 1940 79 De heer C. Strijp Dordrecht 20 6 1923 96 De heer G. Konijnenbelt Duiven 21 6 1943 76 De heer A.H.P. Ruiten Arnhem 23 6 1941 78 De heer P. Som Doetinchem 28 6 1936 83 Mevrouw G.J. Jensma-van Zeeland Kortgene 28 6 1931 88 De heer J.J.G. Gosselink Arnhem 30 6 1933 86 Mevrouw P.H.C. Gosselink-Jonker Arnhem 30 6 1934 85

Onze 70 – 75-jarigen en ouder, die in het volgende kwartaal jarig zijn

pagina 4

Beste Schakeldonateurs, We zijn alweer ongeveer 3 maanden onderweg in 2019 als u deze Nieuwsbrief in de brievenbus hebt horen vallen of in het postvak-in van uw e-mail krijgt. De winter is dit jaar eigenlijk niet langsgekomen, hier en daar wat oprispingen in het begin en in de laatste week van januari en de eerste week van februari, maar dat mag in feite geen naam hebben. In de tweede helft van februari kondigde de lente zich zelfs al aan en konden we zelfs al op het terras van de zon genieten. Hopelijk is dit een goed voorteken voor de rest van 2019. In februari kregen we te horen dat de doorstart van Thomassen Machining niet gelukt is en dat er alsnog moet worden overgegaan tot faillissement in juni 2019. Helaas betekent dat ook dat voor De Schakels de ondersteuning door Thomassen Machining wegvalt, maar we hebben gelukkig VBR Turbine Partners als nieuwe sponsor van De Schakels gevonden. In de Nieuwsbrief 111 heeft u hier een en ander over kunnen lezen. Het afgelopen jaar hebben we helaas afscheid moeten nemen van enkele donateurs als gevolg van overlijden. Mogen zij allen rusten in vrede. Ook een wisseling van de directie bij Ansaldo Thomassen heeft plaatsgevonden in 2018. CEO Eric Rumkorf is vervangen door Peter Stuttaford die zich in Nieuwsbrief 112 al aan u heeft voorgesteld. Ons geachte bestuurslid Willem Boersma heeft aangegeven te willen stoppen met zijn activiteiten voor De Schakels. Hij heeft aangegeven dat hij e.e.a. niet meer kan combineren met zijn andere bezigheden en dat hij ook wat vaker bij zijn kinderen en kleinkind op Curaçao wil zijn. De administratie en het verwerken van de ledenlijsten e.d. worden door ons lid Ton Surenbroek overgenomen van Willem. Ook heeft Hans van Erdelen zich spontaan gemeld om het bestuur te komen versterken, zodat we op sterkte blijven. Mocht u hem nog niet kennen, hij zal zich binnenkort in een van de Nieuwsbrieven wel aan u voorstellen.

Nu nog een aanvulling in de redactiecommissie van onze Nieuwsbrief waarbij de redactie-commissie een voorkeur heeft uitgesproken voor een vrouw. Kom op dames, wie durft deze uitdaging aan!!! Interesse? Neem contact op met Jan Huisman (026-4952768 of [email protected]) voor nadere informatie. Noteert u ondertussen vast in uw agenda dat de contactmiddag zal worden gehouden op 17 april a.s. Op de bekende locatie, Ons Huis in Rheden. Als u nog een anekdote of een leuk verhaal voor de Nieuwsbrief en/of website kwijt wilt of andere bijzonderheden die voor onze donateurs van belang kunnen zijn, neem dan gerust contact op met één van onze redactieleden of met onze webbeheerder Sjoerd Cats onder het e-mailadres: [email protected] Tevens zouden we het op prijs stellen om in het bezit te komen van uw e-mailadres. Ook dat kan helpen bij een snelle communicatie tussen u en het bestuur/secretariaat. Ik wens u alvast een goed en gezond voorjaar toe en hoop u in grote getale wederom te mogen begroeten op onze contactmiddag 17 april 2019. Namens het bestuur van de stichting “De Schakels”, Henk J. Stoelwinder, voorzitter.

pagina 5

Het onderstaande bericht hebt u al op onze website kunnen lezen:

Van de penningmeester Ook ditmaal is onze redactie er weer in geslaagd om een prachtige uitgave van ons blad samen te stellen. Dat vraagt elke keer weer de nodige inspiratie en inspanning van onze redactieleden, maar een mooi blad maken is ook niet mogelijk zonder de benodigde financiële middelen. In december 2018 stuurden wij u daarvoor de jaarlijkse (blauwe) contributiebrief, samen met de brief met de pasjes. Helaas moeten wij constateren dat wederom een aanzienlijk aantal donateurs de contributie nog niet heeft betaald. In het geval dat u nog niet aan deze verplichting hebt voldaan, verzoeken wij u om het verschuldigde bedrag van € 7 (echtpaar € 14) per omgaande over te maken op rekening: NL 19 ABNA 0566 9712 32 t.n.v. “Stichting de Schakels” onder vermelding van: “contributie 2019”. Als wij u na deze oproep alsnog een herinneringsbrief moeten sturen dan zijn wij genoodzaakt de verschuldigde contributie te verhogen met de benodigde portokosten. Mocht u twijfelen over de vraag of u al dan niet betaald hebt, neem dan gerust contact op met: H.W. Jansen (penningmeester) Tel. 0314-789584 E-mail: [email protected]

"HET IS NIET GELUKT" Toen vorig jaar juni Thomassen Machining werd overgenomen door KIN Machinebouw in Rijen (dochteronderneming van UTB Industries in Waalwijk) had men goede hoop dat een doorstart een succes zou worden. Alle ingrediënten waren hiervoor aanwezig. Helaas is men na een jaar van intensieve inspanningen er niet in geslaagd een levensvatbaar bedrijf te bewerkstelligen. Als eigenaar (KIN Machinebouw) heeft men dan ook besloten om per juni 2019 te stoppen met de activiteiten van Thomassen Machining en zal wederom het faillissement worden uitgesproken. Het personeel is van deze beslissing op de hoogte gesteld. Helaas verdwijnt er opnieuw een stukje Thomassengeschiedenis. Wij wensen, als bestuur van de stichting De Schakels, het personeel veel sterkte toe in de onzekere tijden tijdens de afwikkelingen van Thomassen Machining. Of er opnieuw wordt gekeken naar een mogelijkheid van een doorstart is, op het moment van dit schrijven, onduidelijk.

pagina 6

DAGJE UIT EXCURSIE ACTIVITEIT DAGTOCHT! Wie heeft hier af en toe geen zin in?! Volgens de officiële statuten is een van de doelen van Stichting De Schakels:

- Het onderhouden en bevorderen van contacten tussen oud-werknemers,

hun partners, het bestuur en oud-bestuursleden van Thomassen International te Rheden en tussen de oud-werknemers, hun partners, het bestuur en bestuurders van alle daaruit voortgekomen bedrijven.

Kort gezegd betekent dit: ‘Af en toe iets leuks en/of gezelligs organiseren.’ Twee jaar geleden zijn wij bezig geweest om een dagtocht te organiseren naar De Biesbosch. Helaas kon dit niet doorgaan, omdat er te weinig belangstelling voor was! Vorig jaar hebben wij u in de gelegenheid gesteld om naar Museum Smedekinck in Zelhem te komen. Ondanks de wat tegenvallende belangstelling kunnen we deze dag zeker geslaagd noemen. Misschien moeten we als bestuur wat geduld hebben. En moeten we dit soort activiteiten de kans geven om te groeien. Die groei zal dan moeten komen door enthousiaste verhalen van de deelnemers. Het bestuur heeft diverse ideeën om dit jaar voor u een leuke dag te organiseren. De volgende excursies kunnen en willen wij bij voldoende belangstelling organiseren:

1. Fort Pannerden (informatie via www.fortpannerden.eu). Hiervoor moet u wel redelijk

goed ter been zijn. 2. Rondleiding op fruitkwekerij “De Stokhorst” te Groessen. 3. Een dagje/middagje Jeu de Boules spelen in Duiven. 4. Wijnproeverij/bezoek wijnmuseum bij Robbers & van den Hoogen te Arnhem. 5. Rondleiding door een wijngaard in de omgeving met aansluitend een wijnproeverij. 6. Bezoek aan een bloemenkwekerij van Amaryllissen in Huissen.

Wij zijn nieuwsgierig of en aan welke van deze activiteiten u graag wilt deelnemen. Laat het ons weten!!!!! U kunt uw voorkeur kenbaar maken aan het secretariaat via e-mail: [email protected] Telefonisch via 0313-474513 of per post naar Smitsweide 19, 6983 EH Doesburg. Bij alle bestemmingen geldt dat u op eigen gelegenheid dient te komen. Ook zal er een kleine eigen bijdrage aan u gevraagd worden. Afhankelijk van de bestemming zal dit tussen de € 10,00 en € 15,00 per persoon zijn. De enige eis die wij als bestuur stellen voor het organiseren van een excursie/activiteit is een minimaal aantal deelnemers van 20 personen. Wij wachten in spanning uw reacties af! Namens het bestuur. Marion Jansen, Secretaris

pagina 7

Reputatie gehavend De 'daad' was gesteld, maar de reputatie gehavend: het grote RSV-concern had het werk onvoltooid laten liggen, de gesloten overeenkomsten eenzijdig verbroken en was als een dief in de nacht en met uitwissing van zoveel mogelijk sporen vertrokken. Het presidium van de Raad van Commissa-rissen was reeds op 5 april 1982 van de ophanden zijnde operatie op de hoogte gesteld. Molkenboer was daarbij aanwezig. Minister Terlouw werd, en marge van een gesprek over de posite van Stikker op dezelfde dag, door De Vries ingelicht maar vroeg niet om nadere bijzonderheden en wenste die ook niet te horen om zodoende ook geen medeverantwoordelijkheid te dragen. De secretaris-generaal van het departement van Buitenlandse Zaken werd door Stikker op 7 april 1982 op de hoogte gebracht. Hij zond namens zijn minister nog dezelfde dag de volgende geheime telex naar de ambassadeur in Algiers: «Stikker RSV heeft mij doen weten dat quote Thomassen zich genoodzaakt heeft gezien haar mensen uit Algerije terug te trekken, gezien het feit dat de onderhandelingen tot geen enkel concreet resultaat leidden. Vanaf 8 april 1982 is niemand van Thomassen meer aanwezig en niemand zal terugkeren. Thomassen zal op vrijdag 9 april Sonelgaz en Sonatrach op de hoogte stellen van haar besluit en aandringen op reactie van Sonelgaz en Sonatrach op de door Thomassen voorgelegde voorstellen. unquote bovenstaande geldt voorshands te uwer strikt persoonlijke informatie. Slechts desgevraagd kunt u, echter niet avant 9 april a.s., Algerijnse autoriteiten laten weten dat u door RSV eveneens in kennis gesteld bent van beslissing van RSV zich terug te trekken - Van der Stoel». Dit was nog vóór de operatie geheel was voltooid, want de volgende dag zond Buitenlandse Zaken een tweede telex waarin men de ambassadeur berichtte dat Stikker hem nader had doen weten dat «thans geen

RSV-personeel meer in Algerije verblijft». Voorts dat de betrokken Algerijnse staats-bedrijven door RSV telefonisch op de hoogte zouden worden gesteld, echter niet eerder dan 10 april 1982. Op 15 april 1982 had Minister Nabi een onderhoud met de Nederlandse ambassadeur, in bijzijn van de directeuren van Sonatrach en Sonelgaz. Het gesprek was onverwacht rustig en construc-tief. Nabi liet weten dat Stikker nog steeds welkom was in Algerije en vond dat de onderhandelingen maar weer snel moesten beginnen. Wat deze welwillende opstelling naar de mening van de ambassadeur mede bepaalde was het zwakke betoog van de twee directeuren over het mislukken van de onderhandelingen. Zij konden zich nu niet achter de rug van de minister verschuilen, wat zij doorgaans deden. Uit andere bronnen valt af te leiden, dat minister Nabi in de veronderstelling verkeerde dat Sonatrach reeds een akkoord met Thomassen had bereikt en dat hij Sonelgaz opdracht had gegeven hetzelfde te doen. Toen hij vernam dat dat niet het geval was, gaf hij opdracht zo'n akkoord alsnog op korte termijn af te sluiten. Hij wilde geen herhaling van de affaire Chemico - een bedrijf dat onder vergelijkbare omstandig-heden Algerije was ontvlucht. Uit dezelfde bron valt af te leiden dat het personeel van Thomassen inderdaad gevaar zou hebben opgelopen te worden gegijzeld als het niet tijdig was vertrokken. Opnieuw: onderhandelingen In mei en juni 1982 werden de onderhan-delingen met Sonelgaz en Sonatrach in Parijs hervat. Doel was wederom de ondragelijk hoge verliezen voor Thomassen (en RSV) en de nog hangende risico's sterk te beperken door het schrappen van claims en garanties, door betaling voor meerwerk en door het overlaten van montagewerk-zaamheden aan anderen, onder voortzetting van de levering van componenten. RSV meende na enige tijd te mogen constateren dat de tactiek had gewerkt: de Algerijnse

Het RSV-drama en Thomassen (deel 4, slot) Bron: VERSLAG VAN DE ENQUÊTECOMMISSIE RIJN-SCHELDE-VEROLME (RSV). Uittreksel gemaakt door Jan Huisman

pagina 8

contractpartners stelden zich niet meer zo bureaucratisch op als voorheen. De onderhandelingen zouden nog veel tijd gaan kosten en waren op de dag waarop RSV in surséance van betaling ging nog niet in alle details voltooid. Wilsovereenstemming werd in november 1982 bereikt. Begin 1983 waren de contractwijzigingen bij Sonelgaz goedgekeurd maar bij Sonatrach nog in de bureaucratische molen. Een aantal noodzakelijke aanvullingen op de contracten moest nog worden ondertekend. Het vernieuwde contract met Sonelgaz hield in dat: - de benodigde materialen door Thomassen werden geleverd; de afwerking door Holec (voor het elektrische deel), door Etsco (voor het mechanische deel) en door Sonelgaz zelf (voor de rest) zou worden verricht. Het nieuwe contract met Sonatrach: - een leveringscontract voor machines en onderdelen; - enkele maanden supervisie op montage en inbedrijfstelling. Als gevolg van deze wijzigingen kon de raming van het verlies op de Algerije-orders worden verminderd van meer dan f 300 mln. tot een bedrag van 'slechts' f 195 mln. Dit laatste was op de dag van surséance nog slechts een raming en staat ook op de datum van dit verslag nog niet vast omdat de projecten nog niet zijn voltooid en betaling van alle onderdelen door de Algerijnse partners nog allerminst zeker. Op 30 juli 1982 bevestigde Molkenboer in vervolg op eerder mondeling contact aan RSV dat hij een onderzoek zou laten instellen naar de toekomstmogelijkheden van Thomassen. Voor het technische gedeelte had hij het CIVI ingeschakeld en voorts zouden 'op persoonlijke titel' één of meer medewerkers van het Bureau Bijzondere Bedrijfsproble-men van Economische Zaken worden ingeschakeld. Toen Stikker zijn Algerijnse gesprekspartners begin november 1981 liet weten dat RSV Thomassen failliet kon laten gaan, was dat maar gedeeltelijk waar - het RSV-concern zou in de ondergang zijn meegezogen. Weliswaar was RSV niet direct partij bij de contracten die Thomassen met Sonatrach en Sonelgaz had gesloten maar voor de aanbouwfinanciering had Thomassen een omvangrijk beroep op bankkredieten moeten

doen die alleen met garanties van het concern konden worden verkregen. Bij een faillissement van Thomassen zou het RSV-concern dus medeaansprakelijk zijn geweest Zodra die verplichtingen in 1982 tot een laag niveau waren teruggelopen knipte RSV de band door en beperkte haar aansprakelijk-heid voor de verliezen tot maximaal f 230 mln. Thomassen werd gesplitst in Thomassen Holland B.V. en Thomassen International B.V. Thomassen Holland B.V. werd aansprakelijk voor de afwikkeling van de turnkeyprojecten en zou failliet gaan indien bijvoorbeeld door onwilligheid van de Algerijnse partners de verliezen hoger zouden worden dan bovengenoemd bedrag. RSV zou die dochter verder niet in stand houden. De bedrijfsmiddelen van Thomassen werden overgedragen aan Thomassen International B.V. dat zich voortaan onbezwaard weer met de levering van motoren en andere componenten zou bezighouden. Terugblik en beoordeling De korte, ongelukkige aanwezigheid van RSV in Algerije was een geschiedenis met een sterk ontluisterend karakter. De geschiedenis van een bedrijf, dat zich door eigen onoplettendheid en onvoorzichtigheid zo diep in de nesten had gewerkt, dat het de gevolgen daarvan niet meer kon verwerken en dat tenslotte zijn toevlucht moest nemen tot bizarre en illegale handelingen om de schade nog enigszins te beperken. Hoofdverantwoordelijken voor het drama waren ongetwijfeld de directies van Thomassen en van de betrokken divisie, te weten Alblas en Pas. Thomassen beschikte niet over de kennis en ervaring, niet over de mensen en niet over de organisatie om turnkeyprojecten in het algemeen uit te voeren, laat staan onder omstandigheden (klimaat, infrastructuur en cultuur), die volledig afweken van wat Thomassen gewend was. De leiding van Thomassen sloot - ondanks diverse waarschuwingen uit de eigen organisatie - bewust de ogen voor de grote risico's van het onbekende avontuur, dat men meende aan te moeten gaan tegen een prijs waarin noch het specifieke turnkeygedeelte, noch de grote risico's waren verdisconteerd. Daarbij werd

pagina 9

de waarde van serieuze voorcalculaties gebagatelliseerd en werden onhaalbare en demotiverende taakstellingen aan het bedrijf opgelegd. Vroege waarschuwingen uit het veld en de ondernemingsraad werden genegeerd. De contracten vertoonden veel risicovolle voorwaarden en lacunes, waarvoor door deskundigen vooraf werd gewaarschuwd en waarop Thomassen tijdens de uitvoering door in toenemende mate ontevreden opdrachtgevers werd aangesproken. Maar ook het concernbestuur droeg grote verantwoordelijkheid voor het debacle. RSV was een concern waarin de afzonderlijke werkmaatschappijen omvangrijke verplichtingen konden aangaan, die hun eigen draagkracht verre te boven gingen en het bestaan van het gehele concern in gevaar konden brengen, zonder dat daarop door de concernleiding effectieve controle werd uitgeoefend. De financiële kracht die de afzonderlijke delen ontleenden aan de reputatie en middelen van het concern als geheel, was tevens de zwakke plek in de soliditeit van het geheel en van de overige delen. Alleen door grote waakzaamheid en afdoende controle had die kunnen worden afgeschermd. Thomassen had op eigen kracht de aanbouwfinanciering van zo grote en risicovolle projecten nooit rond kunnen krijgen zonder de garanties van het RSV-concern; door die garanties dreigde het concern te worden meegesleurd in het fiasco van Thomassen. Het concern kwam niet onmiddellijk in de gevarenzone omdat het beschikte over omvangrijke middelen die tijdelijk beschikbaar waren gekomen uit vooruitbetalingen op marineorders. Slechts voor korte tijd beschikbare middelen werden zodoende aangewend voor de afdekking van verliezen; de rekening zou later worden gepresenteerd en, naar gehoopt werd op weinig solide gronden, uit de opbrengsten van het kolengraafproject worden betaald. De Enquêtecommissie is van mening dat zowel het gebrek aan effectieve controle als dit financiële beleid ernstige kritiek verdient. De eerstverantwoordelijken voor de controle waren in de beginfase die leden van de Raad van Bestuur onder wie Thomassen ressor-teerde: Van Veen tot eind 1977 en Van der

Meer in 1978 en 1979. Zij zagen er niet op toe dat de informatie en calculaties van Thomassen en de contracten kritisch werden bekeken en getoetst. Maar ook de Raad van Bestuur als geheel en voorzitter Stikker waren op de hoogte van de omvang en aard van de contracten maar oefenden geen werkelijk inhoudelijk toezicht uit. Stikker deelde in 1978 wel in het vlagvertoon in Algiers en de gunstige publiciteit op het thuisfront maar wist in feite niet waarmee Thomassen en hijzelf bezig waren. Op de eerste, nog zwakke maar verontrus-tende waarschuwingen werd laat en onvoldoende gereageerd en die signalen werden dan ook op ontoereikende wijze aan de Raad van Commissarissen doorgegeven. Zowel de communicatie Thomassen-divisie-concernbestuur als die tussen concernbe-stuur en commissarissen was op dit punt in de periode 1979-1981 verre van optimaal. Het ingrijpen in de leiding van Thomassen kwam laat op gang. Het was de Onderne-mingsraad die Stikker erbij haalde en de kat de bel aanbond. Maar ook de actie die daarna werd ondernomen vanuit de groepsdirectie was ontoereikend: die was ongelukkig in de keuze van de externe assistentie die werd aangetrokken en stelde de verkeerde leiding aan over de projectorganisatie. Deze was onvoldoende in staat het gebeuren onder controle te krijgen en gaf ook geen volledig inzicht in de werkelijke omvang van de verliezen en de risico's. Het veldwerk werd chaotischer, de verhouding met de opdrachtgever slechter en de praktijken bedenkelijker. De werkelijke gebeurtenissen en de daarmee gepaard gaande verliezen bleven lange tijd versluierd. Pas in de zomer van 1981, nadat Jasser was aangesteld als projectmanager, werd de schokkende stand van zaken ten volle bekend bij de Raad van Bestuur en kort daarna ook bij de commissarissen. Deze laatsten grepen niet duidelijk in. President-commissaris De Vries bleef bij zijn al eerder tegenover de Raad van Bestuur ingenomen standpunt: «Gij hebt die bok geschoten, zorg dat de zaak wordt opgelost» en vond dat meteen «de meest krasse vorm van ingrijpen die je je kunt denken». Maar toen was er al te veel misgegaan en had de ramp al een

pagina 10

zodanige omvang aangenomen dat de zaak niet meer op normale wijze in de hand was te krijgen: de erfenis van verkeerd opgezette projecten en het ontbreken van leiding en toezicht - het mismanagement van grote en risicovolle zaken - was eenvoudig niet meer weg te werken. Wat nog restte was: heronderhandelen met de rug tegen de muur en toen dat niet meer tijdig tot oplossingen leidde: als een kat in het nauw, de sprong over de muur en de vlucht uit de eigen verantwoordelijkheid. Het onbevredigende van de gang van zaken was ook dat uit het gebrek aan toezicht door de Raad van Bestuur en het veronacht-zamen van vroege signalen, een informatie-achterstand ontstond op het niveau van de Raad van Bestuur die doorwerkte naar de Raad van Commissarissen en de regerings-waarnemer. Het gevolg was dat de laatsten in 1980 werden geconfronteerd met een situatie waarin remmend en corrigerend optreden nauwelijks meer mogelijk was. Toch zouden de in januari 1981 gevraagde herallocatie van f 27 mln. aan steungelden bestemd voor andere doeleinden, en de verontrustende berichten van de Nederlandse ambassade in februari 1981 regeringswaarnemer Molkenboer ertoe hebben moeten brengen reeds toen een onafhankelijk onderzoek te doen instellen. Dat gebeurde evenmin toen de volle omvang van de verliezen openbaar werd in de zomer van 1981. Pas in 1982 werd zo'n onderzoek in gang gezet. De bedenkelijke acties waartoe RSV in de eerste week van april 1982 overging, dienen beoordeeld te worden in het licht van de omstandigheden waarin RSV verkeerde - het concern kon geen kant meer op, bevond zich reeds aan de rand van de afgrond en vocht voor het voortbestaan. Dit vrijwaart het bestuur echter niet voor kritiek op de rare sprongen die het deed: men pleegde contractbreuk, de evacuatie was deels illegaal en niet zonder gevaar voor de betrok-kenen en men trachtte de sporen uit te wissen van overtredingen in voorgaande jaren begaan. De ontluistering van het RSV-concern in zijn nadagen. Maar meer dan dat: ook de reputatie van het Nederlandse bedrijfsleven werd geschaad en

de goede betrekkingen tussen Nederland en Algerije in gevaar gebracht. RSV moet hebben beseft dat met de 'Operatie Paashaas' grotere belangen op het spel stonden dan die van RSV. Het zou voor de hand hebben gelegen die tijdig genoeg bij de minister aan te melden om ook deze in staat te stellen een afweging van die belangen te maken. RSV verkoos kennelijk die afweging zelf te doen en lichtte de minister zo laat in dat voor een dergelijke afweging en voor het zoeken naar alternatieven nauwelijks meer tijd was. Minister Terlouw - 'mijn naam is haas' - ging ervan uit dat hoe minder hij wist, hoe geringer zijn verantwoordelijkheid. Hij distantieerde zich niet van de voorgenomen actie, vroeg niet naar bijzonderheden, sprak geen afkeuring uit en waarschuwde evenmin zijn collega van Buitenlandse Zaken. Hij stak het ministeriële hoofd in het zand. De Enquêtecommissie acht het, na alles wat zij reeds over RSV heeft moeten rapporteren in de voorafgaande hoofdstukken, onmogelijk de Algerije-affaire af te doen als een ongelukkig incident. Het was één aangrijpend debacle in een lange reeks dure beleidsfouten en daardoor symptomatisch voor wat de Enquêtecommissie reeds eerder moest constateren: RSV was een slecht geleide onderneming. Thomassen Holland B.V. Voor Thomassen kwam aan de goede jaren, met stijgende omzetten en fraaie resultaten, na 1978 abrupt een einde. De lezer is reeds uitvoerig ingelicht over de buitengewoon hoge verliezen die Thomassen leed op een vijftal projecten in Algerije. Maar ook op andere orders werden grote verliezen geleden (in 1981 alleen al f 39 mln.). En de verliezen wegens onderbezetting in 1979, 1981 en 1982 bedroegen niet minder dan f 52 mln. Ter gedeeltelijke dekking van de Algerije-verliezen en om Thomassen op de been te houden, verleende het concern in 1979 en 1980 een bijdrage van f 150 mln. Het personeelsbestand bleef in deze jaren op het niveau van 1250-1300. Op 12 januari 1981 verzocht RSV de directeur-generaal van Industrie, Leliveld,

pagina 11

een bedrag van f 27 mln. uit de steun-operatie 1979, dat was gereserveerd om Thomassen in te kunnen brengen in een op te richten energiegroep, te mogen aanwen-den om een deel van de verliezen van Thomassen af te dekken. «In mei/juni 1979 werd Thomassen ons afgeschilderd als een grote winstmaker. Een van de kurken waarop RSV drijft. Plotsklaps blijkt deze kurk dan een molensteen». Thomassen International B.V. De splitsing van Thomassen-De Steeg in Thomassen Holland B.V. en Thomassen International B.V.: Thomassen International kwam in juni 1983 uit de surséance nadat een aantal participatiemaatschappijen alsmede de Gelderse Ontwikkelings-maatschappij bereid waren gevonden in een belangrijk deel van de benodigde financiering te voorzien. RSV behield 25% van het aandelenkapitaal. De overheid was bereid de uitstaande boedel- en overbruggings-kredieten ad f 14,2 mln. om te zetten in een achtergestelde lening. Er gingen meer dan 200 arbeidsplaatsen verloren. Afronding van de Algerije-contracten (Thomassen Holland B.V.) In oktober 1983 deelde de Raad van Bestuur mede, dat de Algerijnse opdrachtgevers hadden ingestemd met een herziening van de contracten, die inhoudt dat de projecten voornamelijk door derden worden afgemaakt onder supervisie van Thomassen Holland. De kosten waren meer dan volledig gedekt door de ten laste van 1981 en voorgaande jaren getroffen voorzieningen. Ook de bewindvoerders waren van oordeel dat een aangepaste uitvoering van de projecten de beste kans bood dat de uitstaande bankgaranties ad f 32 mln. niet zouden worden aangesproken. De zaak bleek echter aanzienlijk moeilijker te liggen want in oktober 1984 moest worden gemeld: «Sonatrach heeft tot heden van het Ministerie van Energie in Algerije de voor de genoemde overeenkomst noodzakelijke goedkeuring met betrekking tot het Alrar-contract niet ontvangen, zulks ondanks herhaalde toezeggingen van Sonatrach dat de goedkeuring zou worden verkregen. Mede in verband met het uitblijven van deze

goedkeuring weigert Sonatrach de terzake van de overige drie projecten uitstaande vorderingen en bankgaranties tot een totaal van ca. f 14 mln. te betalen, respectievelijk vrij te geven. De te leveren hardware voor het Alrar-project met een opbrengstwaarde voor Thomassen Holland van rond f 31 mln., ligt reeds sinds lange tijd gereed voor verscheping. De hieraan verbonden kosten van opslag, verzekering en onderhoud gaan een steeds grotere financiële druk op Thomassen Holland (in surséance) leggen. De werkzaamheden aan de orders voor Sonatrach liggen daarom geheel stil, mede omdat de door banken aan Thomassen Holland beschikbaar gestelde additionele bankkredieten tot in totaal f 8 mln. geheel zijn besteed. Indien door Sonatrach niet binnen een uiterst korte termijn de vereiste goedkeuring van het Ministerie van Energie wordt verkregen, zal voor Thomassen Holland B.V. het faillissement moeten worden aangevraagd en zal de desbetreffende hardware moeten worden verkocht aan derden. Tegen Sonatrach zal dan een gerechtelijke procedure moeten worden ingesteld voor het verkrijgen van de betalingen en het opheffen van de bankgaranties. Het turnkey-contract met Sonelgaz voor de bouw van een elektriciteitscentrale is eveneens eind 1982/begin 1983 gewijzigd in een contract op C & F (Cost & Freight, red.) basis. De levering van 22 gasturbine-generatoren met toebehoren is voltooid en 20 van de 22 gasturbines zijn opgeleverd. In verband met het uitblijven van betalingen door Sonatrach heeft Thomassen Holland recentelijk de verdere werkzaamheden en diensten ten behoeve van het Sonelgaz-project tot het minimum moeten terugbrengen. Sonelgaz is in september 1984 overeengekomen, dat de voor de afbouw van de elektriciteitscentrale nog noodzakelijke materialen en diensten, voor zover Thomassen Holland die zou moeten betalen, mede door Sonelgaz zullen worden gefinancierd. Daarmede lijkt de afbouw van het Sonelgaz-project, welke - naar verwacht wordt - in december 1984 zal worden voltooid, zekergesteld».

pagina 12

Willem aan het werk in de barak. Let op de aangepaste werkkleding. Een dagje uit met de Thomassen Toyota’s.

Algerijnen leggen pijpen waar ze nodig zijn, maakt niet uit hoe.

Pijp over de weg, levensgevaarlijk als je die niet op tijd ziet!

Het lijkt allemaal zo vlak… Maar zo vlak is het dus ook weer niet…

Een paar foto’s uit Algerije (TFT) (uit een album van Willem Heuveling)

Aanvulling Jan Huisman: Tijdens mijn bezoek aan Algerije, samen met Leo Vossen, voor een bespreking met de klant, hadden wij ook gelegenheid om met een Toyota naar de heuvels op bovenstaande foto’s te gaan, waar fossielen te vinden zijn. We kregen van Willem Wennink, de site manager, een lijstje mee met de kilometerstanden vanaf het vertrekpunt, waar de olie- en gaspijpen dwars over de weg liepen. Zo waren we voorbereid, wel zo veilig!

pagina 13

Mijn Koninklijke Belevenissen door Eddy Krabbenbos Inleiding In 1948 ben ik als 20-jarige met mijn ouders en mijn jongere broer Rudy – vanuit Hengelo (O) - in Doesburg komen wonen. Mijn vader kreeg bij de Verblifa (voluit) “De Verenigde Blikfabrieken Amsterdam” als gereedschapsdraaier een baan aangeboden, inclusief een houten noodwoning op het fabrieksterrein. De ‘Verblifa’ hadden meer fabrieken in o.m. Krommenie, Leeuwarden, Dordrecht en zelfs in het Belgische stadje Geel. Wie weet vertel ik u een andere keer wel hoe wij in de eerste jaren zijn ingeburgerd in dit toch bijzondere Hanze-Vesting- en Garnizoensstadje tot 1940. Op 7 maart 1949 begon ik bij Thomassen eerst op de nacalculatie, enkele jaren werkte ik daarna bij bedrijfsoverzichten en in 1978 kwam ik bij Etsco (Elliott Thomassen Service Company) te werken als Quotation Engineer. Op 1 maart 1988 ging ik in de VUT.

Enige dagen later ‘greep’ Reijer de Zwaan mij in de kraag of ik secretaris wilde worden van de ‘De Schakels’, de vereniging van gepensioneerden met toen over de 600 leden, inclusief de echtgenoten/partners van de Thomassenaren. Dit heb ik met veel passie 25 jaar gedaan.

In mijn vrije tijd tafeltenniste en speelde ik competitie, ca. 30 jaar in Oost Gelderland (Achterhoek en Liemers). In 1966 werd ik gevraagd om secretaris te worden van de Doesburgse Oranjevereniging (“D en O” in het kort) en dat resulteerde erin dat ik zowel bij koningin Juliana als ook bij koningin Beatrix op bezoek ben geweest. Daarover gaat deze bijdrage

Oranjeverenigingen hadden vanaf den beginne meestal een notabel als voorzitter; zo ook “D en O”. Zelfs een notaris en een deurwaarder zaten in het toenmalige bestuur. In de latere jaren meldden zich ook onderwijzers, school-

directeuren en de plaatselijke politie-commandant als bestuursleden.

Laat ik nou zeven jaar een gepassioneerde secretaris zijn geweest - van 1966 tot 1973 - vind ik zelf, en daarna 27 jaar evenzeer een gepassioneerde voorzitter….. Dit tot de eeuw-wisseling. Toen ik in 1997 tegen burgemeester H. G. Overweg zei dat ik binnenkort wilde aftreden, reageerde hij met: “Wacht nog even Ed, één of twee jaar, want koningin Beatrix wil volgend jaar op 30 april 1998 Doesburg en Zutphen bezoeken. We hebben je nodig, Krabbenbos”. In december 1997 werd bekend gemaakt dat koningin Beatrix met haar man prins Claus en hun hele familie inderdaad op 30 april 1998 naar Doesburg en Zutphen zouden komen. In september of oktober 1997 kreeg ik een aanval van angina pectoris, ik noemde dat ‘een blauwe pijn’ op mijn borst. Echtgenote Ank zei meteen “we gaan direct naar de cardioloog om e.e.a. te laten onderzoeken”. Mijn cardioloog was toen Dr. Pim van Lommel van ziekenhuis Rijnstate, die zich ook al jaren, met de ‘Bijna Dood Ervaring’ – BDE – bezighoudt en bestudeert.

De onderzoeken kwamen op gang en het bleek dat ik geopereerd moest worden, want er zat een verstopping in één van mijn kransslag-aderen op een zodanige moeilijke plaats dat ik niet gedotterd kon worden. Het moest een operatie worden in het ziekenhuis in Nieuwegein.

Ik zei toen dat Koningin Beatrix op 30 april 1998 naar Doesburg zou komen om daar het Koninginnefeest mee te vieren en dat ik als voorzitter van de plaatselijke Oranjevereniging een bijzondere rol in dit hoge bezoek had toegewezen gekregen. De cardioloog lachte en vond dit wel heel bijzonder om mee te maken. Hij zei toen dat hij van de operatie een ‘sociale indicatie’ zou maken, zodat ik vlug aan de beurt zou zijn. Aldus geschiedde. Na de operatie in maart kwam ik vrij vlot weer op de been.

In de tussentijd gingen de voorbereidende besprekingen in Doesburg op het stadhuis, waarvan ik er al enkele had meegemaakt, gewoon door. Hierbij waren onder meer een

pagina 14

hofdame en een adjudant van de koningin en een afgevaardigde van de provincie Gelderland altijd aanwezig.

Koningin Beatrix op 30 april 1998 in Doesburg

Wat schetst mijn verbazing dat bij de begroeting voor het stadhuis de koningin tegen mij zei: “Meneer Krabbenbos, ik weet dat u geopereerd bent en mocht u de 800 meter die ik moet lopen niet helemaal kunnen volbrengen, dan haakt u maar rustig af.” (Hieruit blijkt dat de koningin door de hofdame goed geïnformeerd was over de operatie van meneer Krabbenbos.)

Ik mocht als voorzitter van ‘D & O’ vlakbij de koningin en de burgemeester mee rondgaan. Het was een succesvol bezoek van de koninklijke familie aan onze stad.

Toen het gezelschap weer per boot zou vertrekken naar Zutphen onderhield de koningin, staande op het achterdek, zich nog even met mij. Toen er wat ruimte ontstond tussen de boot en de plek waar ik stond zei de majesteit: “Meneer Krabbenbos, pas op hoor,

valt u niet in het water, want we kunnen u nog niet missen!”.

In de namiddag na haar bezoek aan Zutphen, was er in het Zutphense raadhuis nog een ‘nazit’ waarbij de koningin met de ‘hotemetoten’ t.w. burgemeester Overweg, mijn vrouw en ik uit Doesburg nog even mochten keuvelen met Hare Majesteit en zij ons bedankte voor haar ontvangst in Doesburg en Zutphen.

Mijn vrouw Ank vertelt Beatrix een anekdote, dat zij als jonge zeeverkenners bij de padvinders samen hebben gekampeerd aan de Loosdrechtse plassen. In die jaren was “D en O” een bloeiende Oranjevereniging, ledenwerf-acties, subsidies van de gemeente, soms een sponsor, dat betaalde zich uit in steeds meer kwalitatieve koninginnefeesten. De oude binnenstad van Doesburg is dan ook een prachtig podium om zulke feesten te organi-seren.

De ontvangst

Afscheid aan de IJssel

Afscheid aan de IJssel (rechts Eddy)

pagina 15

De burgemeester stelde o.a. in zijn toespraak aan koningin Beatrix en aan haar uitgebreide familie en ook aan de massaal toegestroomde belangstellenden voor het stadhuis het volgende: “Doesburg en Oranje” heeft in Doesburg wel 1600 huishoudens die lid zijn van deze Oranjevereniging”. Voor ons Oranjebestuurders en ook hemzelf vanzelfsprekend een positieve uitspraak.

Uitnodiging Nieuwjaarsontvangst in Amsterdam.

In de herfst van 1999 kreeg burgemeester Overweg van Doesburg en ook ik als voorzitter van “Doesburg en Oranje” een chique uitnodiging van het Koninklijk Huis om op dinsdag 12 januari 1999 deel te nemen aan Hare Majesteits Nieuwjaarsontvangst in het Paleis op de Dam in Amsterdam.

HIERNAAST DE TEKST VAN DE OFFICËLE UITNODIGING

De koningin houdt ieder jaar in de eerste helft van januari twee nieuwjaarsontvangsten om

haar het allerbeste voor het nieuwe jaar te wensen. Ieder jaar gaat onze koningin – nu koning Willem Alexander – in ons land op diverse werkbezoeken op uitnodiging van scholen, instellingen of bedrijven. Met wie zij dan in gesprek raakt zijn meestal dan de belangrijkste functionarissen die het jaar daarop voor deze Nieuwjaarsontvangsten worden uitgenodigd, zo ook de toenmalige burgemeester van Doesburg, de heer H.G. Overweg.

De ontvangst voor de vele ambassadeurs die in ons land vertegenwoordigd zijn maar ook de ministers en commissarissen van de koningin/ koning van de vier grootste steden en andere hoogwaardigheidsbekleders worden een dag eerder of later uitgenodigd.

Het sneeuwde op 12 januari 1999. Ank reed ons naar Amsterdam. We dienden te parkeren bij het Olympisch Stadion, waar bussen ons naar De Dam brachten. Echter zonder Ank, die mocht niet mee, hetgeen wij al wisten. Zij heeft de Bijenkorf opgezocht met de tram.

In opdracht van

HARE MAJESTEIT DE KONINGIN

en

ZIJNE KONINKLIJKE HOOGHEID PRINS CLAUS DER NEDERLANDEN

Heeft de grootmeester de eer

De Heer H.E.G.W. Krabbenbos

uit te nodigen voor de Nieuwjaarsontvangst

op dinsdag 12 januari 1999 vanaf 16.00 uur

in het Koninklijk Paleis te Amsterdam.

In geval van verhindering graag

voor 22 december 1998 bericht

aan de hofmaarschalk van H.M. de Koningin

(HIER VOLGDEN TELEFOONNUMMER EN FAX)

Koningin in gesprek met mijn vrouw in Zutphen

De koningin vertelt

pagina 16

Vele dranghekken leidden ons naar binnen, waar al direct een paleisfunctionaris - een lakei in livrei-uniform - onze uitnodigingen controleerde, onze namen op de lange lijst afvinkte, ons uit de jassen hielp en ons dirigeerde naar een lange gang waar al veel ‘hotemetoten’ twee aan twee in de rij stonden.

Koningin Beatrix, prins Claus, prinses Margriet en Mr. Pieter van Vollenhoven stonden midden in een grote zaal opgesteld. Wij schuifelden langzaam naar de zaal waar het gebeuren moest.

Koningin Beatrix, prins Claus, prinses Margriet, die haar zuster veelal helpt en bijstaat, en Pieter van Vollenhoven stonden ons op te wachten. En op het moment dat je aan de beurt bent roept een lakei met luide stem eerst: “De burge-meester van Doesburg, mijnheer Overweg”, geeft dan de persoon een zacht duwtje in de rug en je stevent recht op de Koningin af.

Na de burgemeester riep de lakei: “Mijnheer Krabbenbos, voorzitter van “Doesburg en Oranje”. Ook ik kreeg een duwtje en moedig maar ook nerveus naderde ik koningin Beatrix.

Ik had willen zeggen: “Majesteit, veel heil en zegen voor dit nieuwe jaar gewenst”, maar dorst het niet, was te nerveus Immers normaal dien je te wachten tot dat de Majesteit jou aanspreekt. Wat deed ik? Ik gaf haar een hand en zei: “Majesteit” en daarbij bleef het.

Je doet een stap naar rechts en zegt tegen Claus, ‘Koninklijke Hoogheid’, datzelfde tegen Margriet, ‘Koninklijke Hoogheid’ en als laatste Pieter van Vollenhove, die voor zover ik weet geen ‘Koninklijke Hoogheid’ is, dan ook maar ‘Koninklijke Hoogheid’.

Ik ben maar een gewoon mens, die nog nooit een koninklijke nieuwjaarsreceptie heeft bijgewoond. Bovendien had ik ook geen inlichtingen daarover ingewonnen.

Hierna word je doorverwezen naar de grote salon aan de voorkant met zicht op De Dam, waar al alle ministers, commissarissen van de koningin van elke provincie en de burgemeesters van de vier grootste steden van Nederland al met een glas in de hand zich onderhouden. Ook alle kamerheren van elke

provincie in een eenvoudig maar prachtig uniform aan de randen van de zaal staan opgesteld.

Een kamerheer zorgt ervoor dat bij een komend werkbezoek aan een provincie alle voorberei-dingen worden getroffen voor de aankomst en welke mensen en instellingen en evt. bijzonderheden die de koningin kan verwachten zijn geregeld.

Paleis Soestdijk In 1976 waren wij van “Doesburg en Oranje” met een kleine delegatie bij Koningin Juliana op Soestdijk. Als bestuurders van Oranje-verenigingen – Nederland telde toen ver over de 1000 Oranjeverenigingen – maar slechts ca. 400 daarvan waren lid van de Federatie - bezochten we jaarlijks een Oranjecongres (vergadering) van de landelijke ‘Federatie van Oranjeverenigingen’ dit keer in Hoevelaken. Als programmaonderdeel stond een bezoek aan Soestdijk op het programma. Dat was dit keer geregeld door de OV Hoevelaken

Doesburg was ook vertegenwoordigd. Koningin Juliana wenste aangesproken te worden met “mevrouw”. Het was dan ook ‘Dag mevrouw, dank u voor deze bijzondere uitnodiging. Weet u nog, zei ik dat u op 26 januari 1952 in Doesburg de eerste vaste oeververbinding – de IJsselbrug - hebt geopend”. Ze liet niet direct merken of ze het nog wist.

Voor die tijd heeft er enkele eeuwen een schipbrug gelegen waarbij alle vervoer, te paard, met of zonder kar of wagen, auto’s, bussen, maar ook de voorbijvarende schepen tol moesten betalen. Dat was voor de gemeente Doesburg een goede bron van extra inkomsten.

In de tuinsalon stonden lakeien klaar met drankjes en hapjes en we keuvelden met de koningin en onder elkaar buiten op ‘t terras. Zo verschillend kan het zijn, hetgeen we ook zien nu met koning Willem Alexander. Het protocol is wat moderner, minder zwaar en gecompliceerd.

Deze twee hoogtepunten voor mij wilde ik graag met u delen, zoals dat tegenwoordig heet.

Eddy Krabbenbos. [email protected]

pagina 17

Het begin:

Al ver voor de Tweede Wereldoorlog bood Thomassen stagiaires de kans om het vak binnen de machinefabriek te leren. In 1918 was er zelfs een studente van de TH Delft, die gedurende 2 maanden ervaring opdeed op de tekenkamer. De meeste bedrijven zagen het niet zitten om meisjes dergelijk werk te laten doen, maar Thomassen wel. Na de Tweede Wereldoorlog was er, door de groeiende vraag naar motoren, enz., een personeelsprobleem. Met kracht nam de directie dan ook de opleiding en herscholing van personeel ter hand. Dat resulteerde in 1948 tot de start van een bedrijfsopleiding Bemetel.

Wat is Bemetel en wat voor opleiding is dit?

Bemetel is een afkorting die regelmatig gelezen kan worden op het cv van mensen die werkzaam zijn (geweest) in de metaal of elektrotechniek. Bemetel staat voor Bedrijfsopleiding Metaal- en Elektrotechnische industrie. Bemetel was een stichting. Deze stichting had tot doel het bevorderen en coördineren van vakopleidingen in de metaalindustrie en de elektrotechnische industrie. Hierbij functioneerde Bemetel als een organisatie die werkgevers en werknemers ondersteunde en samenbracht. Leerlingen die deze opleiding hebben gevolgd waren in dienst van een bedrijf en volgden daarnaast een opleiding. Hierdoor leerden de leerlingen zowel praktijk als theorie met betrekking tot de werkzaamheden die ze uitvoerden. Leerlingen die een Bemetelopleiding volgden vielen onder een Bemetel leerlingenstelsel. Theorie en praktijk werden afgewisseld. De theorie werd meestal op een technische school gevolgd en de praktijk vond op het bedrijf plaats. De leerling kreeg voor het uitvoeren van de werkzaam-heden salaris. Hierdoor verdiende de leerling geld terwijl hij of zij daarnaast vakkennis opdeed.

De ouders of voogd van de leerling sloten een leerovereenkomst met de werkgever waar de leerling in dienst zou komen. De leerling tekende eveneens de leerovereenkomst. De werkgever was door middel van de

leerovereenkomst verplicht om de leerling op te leiden tot vakman. Voordat een leerling werd toegelaten tot de opleiding, moest er eerst een psychotechnische test worden gedaan. Aan de opleiding was een proeftijd verbonden van drie maanden. De stichting Bemetel had verschillende consulenten in dienst die de bedrijven waar de leerlingen werkten regelmatig bezochten. Hierbij controleerde de consulent de vorderingen van de leerling. Deze vorderingen waren onder andere genoteerd in het Bemetel werkboekje. Dit werkboekje moest wekelijks door de leerling worden bijgehouden. In het Bemetel werkboekje staan de verschillende werkzaamheden die door de leerling zijn uitgevoerd. Instructeurs (leermeesters) gaven cijfers aan leerlingen op basis van. Vlugheid, Vaardigheid, Vlijt, Gedrag en Netheid.

Na afloop van een Bemetelopleiding volgde een examen. Als dit examen door de leerling succesvol werd afgerond ontving deze een Rijksnijverheidsdiploma voor het vakgebied, waar hij als leerling had gewerkt.

Welke bedrijven hadden zo’n opleiding?

De meeste grote bedrijven in de Metaal- en Elektrotechnische industrie hadden destijds een bedrijfsschool met een Bemetelopleiding. Bijvoorbeeld:

Scheepswerven als: Verolme, NDSM, RDM, Werf Gusto, Wilton Fijenoord, De Schelde. Machinefabrieken als: Werkspoor, Stork, Bronswerk, Rademakers, De Vries Robbé en natuurlijk Thomassen. Elektro-industrie: Heemaf, Holec, Smit Transformatoren, van der Heem. Opmerking: Zelfs de Koninklijke Marine had in Den Helder een leerschool met een Bemetel- opleiding.

De bedrijfsschool van Thomassen deel 1 (door Jan Weeda)

Het logo van Bemetel op een suikerzakje

pagina 18

De opleiding bij Thomassen De opleiding werd in 1948 gestart met 20 leerlingen en was gehuisvest in het voorste gedeelte van de z.g. Slottingloods (in latere jaren de lasserij). In de eerste jaren was er alleen een opleiding voor machinebankwerken. Eén de eerste leermeesters was baas Teunissen (op foto hieronder links)

Wim Hendriksen, leerling uit 1953, was zo vriendelijk om één en ander over de eerste jaren te vertellen. De opleiding, die onder leiding stond van baas Molenaar, bestond uit het maken van werkstukken vanaf tekening met behulp van handgereedschappen. Er was een werkboek, waarin alle uit te voeren werkzaamheden werden omschreven. Wekelijks moest er ook een technische tekening gemaakt worden. In die tijd werd de periodieke controle op deze werkboeken en werkzaamheden gedaan door de heer den Ouden van de Stichting Bemetel. De werkweken waren gelijk aan de fabrieks-tijden n.l. van maandag t/m de zaterdagna-middag 13.00 uur. Op de zaterdag moesten de leerlingen in de fabriek (mechanische afdelingen) de machines schoonmaken en poetsen. Tevens werden er tijdens de opleiding bijzondere werkstukken gemaakt o.a. een complete pumping unit installatie (jaknikker) en een gasmotor als schaalmodellen. Ze kregen

een plaats in glazen vitrines die geplaatst werden in het hoofdgebouw van Thomassen. (staan daar nog steeds-jhw)

Het theoretisch gedeelte van de opleiding

De woensdag was er de theoriedag aan de Lagere Technische School in Doesburg.

Er werd les gegeven in materialen- en gereedschapskennis o.l.v. de LTS-leraar de heer Kramer. En tekeninglezen en machinetekenen o.l.v. de heer Grob, constructeur bij Thomassen. (Hij heeft gedurende een aantal jaren een contract met de school gehad, jhw)

Eindexamengroep uit 1951

Het schaalmodel van de pumping unit

Ambachtsschool (LTS) Doesburg

pagina 19

Tijdens de middagpauze werd onderstaande foto gemaakt van een groep leerlingen staande voor het gemeentehuis in Doesburg.

Vanaf 1948 tot 1961 volgden de leerlingen theorielessen op deze Ambachtsschool.

Eindexamen

Aan het eind van de 2-jarige opleiding was er het landelijke examen bij diverse bedrijven die ook de Bemetelopleidingen verzorgden.

Na het examen

Na de 2-jarige opleiding kon je bij Thomassen een werkplek krijgen of men ging solliciteren bij een ander bedrijf. Er was geen verplichting om het dienstverband te verlengen. Wim kreeg een plaats in de gereedschap-makerij als jongste bediende met als afdelingsbaas de heer Witké. Zijn collega’s

waren Gradus ten Broeke, Jan de Graaf, Ruud van Hoogen (mijn mentor) Geurt Hartgers, Jan Thijssen en vele anderen, ongeveer 25 man.

Hij bleef daar tot 1968 als gereedschapsmaker werken. In die periode volgde hij de opleidingen voor Gezel en Meester in het metaalbewerken. Dat was een 2-jarige theoretische avondstudie, van het VVA, de Vereniging ter Veredeling van het Ambacht, die 2 à 3 avonden per week werd gegeven in het AKU-gebouw in Arnhem o.l.v. de heer Hartlief. Het accent van de studie lag op materialen-kennis en vaktekenen en in het bijzonder op calculatie. Diverse Thomassenaren hebben deze cursussen gevolgd en zijn op die manier doorgestroomd naar andere functies binnen het bedrijf.

Wim is zelf het meest betrokken geweest bij arbeidsanalyse en kostenbewaking, waarvoor hij ook cursussen heeft gevolgd. Maar enkelen van zijn klas zijn bij Thomassen gebleven, o.a. Jan Visscher. Bij zijn afscheid na 40 dienstjaren in 1993 waren er geen oud-klasgenoten meer bij Thomassen. Opmerking Ook de modelmakerij had zijn bedrijfsopleiding, leerlingen o.a. Wim Lamme en Henk Zilvold. Over de modelmakers en andere opleidingen vertel ik in het 2e deel. De leermeesters: Er zijn verschillende personen leermeester geweest o.a. de bazen Molenaar, Teunissen, De Leyser (later hoofd van de opleiding, jhw). Ook was de heer Ditzel jarenlang betrokken bij de opleiding.

(wordt vervolgd)

v.l.n.r.: Jan Arends, Jan Limpers, Henk Jansen, Ab Kersten, Joop Brinkenberg en Wim Hendriksen.

Bemeteldiploma van Wim Hendriksen

VVA-diploma Meester in het Machinebankwerken

pagina 20

In gesprek met Jan Vedelaar (4) door Ab Boersma Dit is alweer de vierde keer dat ik mij naar de Akkerweg in Angerlo spoedde voor een editie van “In gesprek met”. Wederom had Tineke de koffie bruin en had Jan alles goed voorbereid Het verhaal begint in Finland in maart, 1978. Jan vertelt: Eind maart ging het naar Finland voor het opstellen van een serie C20 compressoren bij Neste in Porvoo. Op zich liep alles prima. De winter was voorbij en de meeste sneeuw was al weg. Alleen zag je nog veel ijs in de haven van de raffinaderij. De gebouwen, waar de machines in kwamen te staan, waren klaar. Het hield in dat alle hijswerkzaamheden met één, door lucht aangedreven, overloopkraan gedaan moesten worden. Op zich een mooie klus, maar in de overleg-vergaderingen bleek dat de opstellingsperiode lang zou gaan duren. Na overleg met Neste en Thomassen mochten Tineke en de kinderen overkomen naar Porvoo. We hebben daar een heel mooie tijd gehad en ook hier weer in de spaarzame tijd de omgeving van het plaatsje bekeken. Wat hier allemaal te zien was, heb ik al in een vorig verhaaltje verteld. Een leuke anekdote is dat we op een zondag naar de dierentuin in Helsinki zijn geweest. Deze tuin ligt op een eilandje net buiten Helsinki en je kunt ernaartoe met een scheepje vanuit de haven. Het leuke was dat er een 1-cilinder motor in dat bootje stond met een geluid dat klonk als "pannekoek-pannekoek-pannekoek". Tot vandaag de dag wordt bij ons dat motorgeluid nagedaan als de verhalen van vroeger loskomen. In Helsinki, in het stadspark, vind je een typisch monument ter ere van Sybelius. Sybelius is een wereldberoemde Finse componist. Het bezoek aan de Russisch orthodoxe kerk is zeker aan te bevelen, alleen al vanwege de rust en sereniteit die je daar ervaart. Begin augustus was de thuisreis met de toen snelste ferry, de Finnjet, Tineke was overigens ook met de Finnjet hiernaartoe gekomen. Van Helsinki naar Travemünde en verder naar Angerlo met de auto.

Na de zomervakantie moest ik weer naar Neste voor het klaarmaken en proefdraaien van de machines. Dat heeft geduurd tot eind november. In het midden van december opnieuw naar dezelfde plant. Neste wilde met alle geweld voor de eerste januari product uit de fabriek hebben in verband met belastingen. Tijdens het starten van de fabriek is er iets misgegaan en is er een kleine centrifugaal- compressor uit elkaar geklapt. Dit was een Elliott machine, een PAP (Plant Air Package, red.) compressor die niet door ons geleverd was. Dit gebeurde net voor de eerste Kerstdag en het vroor dat het kraakte. Het was plusminus min 300 C. Nog nooit van mijn leven heb ik het zo koud gehad als tijdens deze reis. Omdat het opstarten van de fabriek tijdens de feestdagen doorging, heeft Thomassen permissie gegeven om vrouw en kinderen naar Porvoo te laten reizen. Begin januari zijn vrouw en kinderen weer naar huis gegaan en zelf moest ik blijven tot de laatste week van februari voordat de thuisreis gemaakt werd. Maar het boek van Neste was nog niet gesloten. Begin maart ging ik er weer naar toe maar nu maar voor 1 week. De volgende klus van Jan was op de Noordzee en wel op het olieplatform “Brent Delta”. Begin april ging Jan er samen met Peter Weenink naar toe. Twee weken op en twee weken af.

Het olieplatform

pagina 21

Volgens Jan waren het lange en interessante dagen. Hij vertelt verder: Het gas dat bij de olieproductie vrijkwam moest naar de vaste wal in Schotland. Hiervoor stonden er twee treinen met centrifugaalcompressoren. Een ander proces was om het gas weer in de formatie terug te pompen door middel van een grote Ingersoll Rand 6-cilinder zuiger-compressor. Het platform stond en staat nog steeds ongeveer in het midden van de Shetland- eilanden en Noorwegen en de waterdiepte is ongeveer 140 meter. Op zich is en zijn zulke installaties van een zeer hoog technisch niveau. Er wordt olie geproduceerd en toentertijd ook nog geboord voor nieuwe putten. Ook de bemanning woont op het platform en het is te begrijpen dat er altijd wel wat te doen is. Het reizen ernaartoe was al een avontuur op zich. Eerst vliegen van Amsterdam naar Aberdeen in Schotland en dan de volgende morgen met een ander vliegtuig naar Sumborough op de Shetlandeilanden en dan nog een anderhalf uur met de helikopter naar het platform. Als je pech had en het was slecht weer, storm of mist, dan vlogen de helikopters niet en moest je weer in Sumborough overnachten. Al met al duurde deze opdracht tot het begin van januari 1980. Na al het water werd het de hoogste tijd voor weer een beetje zand. Hier begint een periode in de woestijn voor het begeleiden van de opstellingen van zuigermachines in het Algerije TFT-project. Als u dit blad de afgelopen uitgaven heeft gelezen, dan weet u precies waar het over gaat. Gedurende deze periode is Jan er zes keer naar toe gegaan. De woestijn heeft in die periode een grote indruk op hem gemaakt. Hij kan het beste zelf verder vertellen. De woestijn heeft een grote indruk gemaakt op mij en hoe hard het leven kan zijn in zulke omstandigheden. Hiermee bedoel ik de nomaden die er rondtrokken met hun kudde schapen, kamelen en geiten.

Ook op het project werkten enkele van deze mensen voor het verrichten van hand- en spandiensten.

Bedoeïenentent

Een enkele maal zijn we uitgenodigd voor een theeceremonie, wat weer een welkome afwisseling was en waar je dan ook een beetje van hun cultuur kon zien en beleven. Op de Islamitische hoogtijdagen werd er een schaap van hen gekocht dat dan geslacht werd en op de barbecue geroosterd. Wat ook heel mooi was om, als het donker was, naar de Melkweg te kijken met zijn miljoenen sterren en mooie kleuren. Verder waren er restanten te vinden van de kampementen van het Franse vreemdelingen- legioen. Aandenkens, die gekocht konden worden, waren zandrozen en oude stenen pijlpunten. Zelf heb een paar brokken versteend hout meegenomen. Dat was wel een behoorlijk gewicht in de koffer maar het lukte toch om het mee te krijgen. Begin december 1980 ging het naar huis en werd het deel van Algerije voorlopig afgesloten.

Zomaar een dorpje in Algerije

pagina 22

Begin van januari 1981 ging moest Jan naar Schwechat nabij Wenen in Oostenrijk. Hier moest een enkele C20 opgesteld worden bij ÖMV. Jan: Half februari naar huis geweest en eind van dezelfde maand weer terug naar Oostenrijk. Deze keer mochten vrouw en kinderen opnieuw mee en werd de reis per trein afgelegd. Ook hier hebben we een leuke tijd gehad en heeft mijn familie veel van Wenen en omgeving kunnen bezoeken. Enkele hoogtepunten waren de bezoeken aan Slot Schönbrunn, de dierentuin en natuurlijk de Stephansdom. Een heel hoog hoogtepunt was een bezoek en een etentje op de Donautoren. Deze is 252 meter hoog. Het restaurant draait rond, zodat je een volledig uitzicht hebt over Wenen en omgeving. Half maart was ook hier het werk gedaan en ging het huiswaarts. Vanaf eind maart moest ik naar het Shell Brent Alpha olieplatform op de Noordzee. Hierna naar New Haven in Engeland en daarna weer naar Algerije tot begin juli. Eind augustus was het opnieuw raak want ik moest opnieuw naar Algerije, naar TFT. Deze reis was grotendeels voor garantiewerk aan de geïnstalleerde machines onder de naam van het 'Babysit contract'. Eind oktober was de thuisreis. In december nog een korte reis naar NESTE OY Turku in Finland en daarna de kerstdagen, oud en nieuw doorgebracht bij vrouw en kinderen. Midden februari van het jaar 1982 ging Jan naar Tirgu Mures in Roemenië. Hier moest hij een aantal Thomassen 6LGC motoren inspecteren. Een probleem was het gebrek aan onderdelen en wat ze hadden was veel nagemaakt. Ten tijde van zijn verblijf stond het land nog onder de tirannie van een communistische regering. Hij vertelt zelf verder: De mensen waren schuw om iets te vragen wat uit het westen kwam of wat in de taxfreeshop te koop was. Tirgu Mures zelf is een oude stad met veel historische gebouwen, zoals een grote orthodoxe kerk en oude stadswallen.

Tirgu Mures In juni ging Jan op reis naar de USA. Daar, in Hastings, Minnesota, staan een tweetal 6LGC motoren die eerst in Plainvieuw, Texas hadden gestaan Men had problemen met de carburatie van de motoren en ze hadden niet de juiste onderdelen om het probleem op te lossen. Ook hier bleek dat de gebruiker zelf de onderdelen maakte, maar niet goed wist hoe ze afgesteld moesten worden. In elk geval heb ik de klant op weg geholpen en ben eind juni weer naar huis gegaan.

Een stukje Minnesota

Van half juli tot eind juli van dat jaar heeft Jan nog een reis gemaakt naar het Shell Cormorant Alpha platform in de Noordzee. De rest van het jaar en een groot deel van 1983 heeft Jan allerlei karweien in Nederland gedaan. In het najaar van 1983 verplaatste het werkterrein zich naar de Teesside in Engeland en naar Scanraff in Gotenburg, Zweden. Nog meer werkverhalen en anekdotes leest u in de volgende editie van “In gesprek met”.

pagina 23

Uit de Oude Doos door Jan Weeda De eerste foto is van de afdeling Beproeving en is genomen in de 50-er jaren.

Boven: H.H. de Bruin, van Zijl, Bremer, Plenk, ?, baas Sietsma Onder: H.H. Oer, Beitsma, ? , Berendsen

De tweede foto is van de Elektroafdeling in de 60-er jaren. Ik herken alleen de heren Grosman, Corunka en Timmerman. Wie kent de anderen nog?

pagina 24

Nieuws van en over de bedrijven Howden Thomassen Compressors (Opgetekend door Ab Boersma) Van mijn contact bij HTC, Gerrit Jan Donderwinkel, kreeg ik de volgende mail betreffende de verkoopresultaten. Afgelopen twee maanden zijn er een viertal mooie opdrachten geboekt:

Twee opdrachten waarbij het Diafragma- compressoren betrof 2 x D166 met eindbestemming India (IOCL) en 1 x HPD166 hybride (diafragma- en zuigercompressor op 1 frame met eindbestemming Frankrijk (Ariane).

Een opdracht waarbij het een Periflow 1 x RN- compressor betrof, tevens met eindbestemming Frankrijk.

En een opdracht voor twee zuiger-compressoren van het type C-85.4 en C-25.2 met eindbestemming Korea.

Ziet er goed uit. Laat ik beginnen met het Ariane He project. U heeft vast wel eens van de Ariane gehoord. Inderdaad, het is een raket die door de ESA (European Space Agency) wordt gebruikt om satellieten de ruimte in te sturen.

De Ariane raket.

Deze raket wordt binnenkort voorzien van nieuwe motoren die hem dan in 2020 de ruimte in moeten sturen. Om ervoor te zorgen dat alles goed en veilig verloopt, worden de raketten uitgebreid getest. Bij raketaandrijving wordt een

gas gebruikt om de ruimte in de brandstoftank te vullen die vrijkomt door het verbruik van de brandstof. Indien daarvoor helium gebruikt wordt, dan komt dat uit een houder met vloeibaar helium onder hoge druk (bron Wikipedia). Om het Helium op de juiste druk te brengen voor het testen, kon men niet om HTC heen. HTC heeft een 4-traps compressor bedacht waarvan de eerste drie trappen een zuigercompressor zijn, en de vierde trap een diafragmacompressor. De, mij bekende gegevens, zijn op z’n Engels: Compressor : Hybride type (piston / diaphragm)

package Number of stages 4 (1-2-3 piston, 4

diaphragm) Medium : Helium (99%) Driver power : 90 kW Capacity : 175 Nm³/hr Suction pressure : ~ 1.12 Bar(a) Discharge pressure : ~ 203 Bar(a) Het ziet er niet uit als een standaard zuigercompressor. Het zuigercompressordeel is verticaal opgesteld en het diafragmadeel, horizontaal.

De package

Achter het paneel bevindt zich het diafragma-deel. Op de volgende bladzijde ziet u, schematisch, hoe het gas door de compressoren loopt.

pagina 25

Zo loopt het Helium door de compressoren Zuid-Korea Uit de mail van Gerrit Jan blijkt wederom hoe belangrijk Zuid-Korea is voor HTC. Er zijn dus weer compressoren van het type C-85.4 en C-25.2 verkocht. In mijn tijd was het niet anders en tot op de dag van vandaag geeft de afdeling training van HTC nog jaarlijks cursussen in dat mooie land. De schrijver gaat er van uit dat u wel weet hoe een C-85 en C-25 compressor eruitzien. Het IOCL-project. IOCL is een afkorting van “Indian Oil Corporation Limited”. HTC heeft aan deze firma een type `D` diafragmacompressor package verkocht voor hun Guwahati raffinaderij.

Het gaat hier wederom om een in Frankrijk gebouwde compressor. De compressor comprimeert waterstofgas in 1 trap van 16 naar 26 bar. Het gevraagde vermogen is dan 75 kW bij een capaciteit van 1084 m3/h. Recycle gas, meestal waterstof, wordt gebruikt voor de raffinage van aardolieproducten en het is het meest gebruikte gas op raffinaderijen. Hieronder ziet u een voorbeeld van een type `D` diafragmacompressor.

Type `D` diafragmacompressor

aandrijfmotor

He naar opslag

pagina 26

1 S M E E R P O E T S

2 A N S J O V I S

3 P O E T S E R

4 B O L O G N E S E

5 E X T R A V A G A N T

6 M I D G E T G O L F

7 K L I K O

8 Z O D E

9 O V E R V L O E D I G

10 D O R S T I G

11 M O S S E L

12 O P S C H E P P E R

13 S C H I L

14 Z U I G E R

15 Z U I P L A P

1 vies kind 2 zout visje 3 schoonmaker in machinekamer 4 bekende spaghetti 5 buitensporig 6 klein balspel 7 hier gooi je vuilnis in 8 graskluit 9 te veel 10 zin in drinken 11 schaaldier 12 bluffer 13 zit om een appel 14 bewegend motoronderdeel 15 ernstige drinker

OPLOSSING PUZZEL 114

SCHAKELWOORD 115 door Ab Boersma Mijn kleinzoon maakte onderstaande linker tekening. De rechter heb ik bewerkt en het is aan u om de 10 verschillen te vinden.

pagina 27

Indien onbestelbaar retour: Smitsweide 19, 6983 EH Doesburg

Een winters Apeldoorns Kanaal

Fo

to:

Ab

Boe

rsm

a