De Oogst van vier jaar 23 Dingen, een interview met Rob Coers

5
De oogst van vier jaar 23 Dingen Op 7 juni 2011 organiseerden CIT en de Openbare Bibliotheek Amsterdam de 23 Dingen Deel Dag. Het evenement, dat door bijna 200 oud-cursisten bezocht werd (en via de livestream door enkele honderden collega’s), markeerde het einde van de eerste fase van 23 Dingen. Aanleiding voor Digitale Bibliotheek om samen met Rob Coers terug te blikken. Edwin Mijnsbergen J e bent de afgelopen vier jaar vrijwel continu met 23 Dingen bezig geweest, zo lijkt het. Kwam je nog wel aan andere zaken toe? RC: Niet of nauwelijks nee, 23 Dingen legde veel beslag op mijn tijd, zowel overdag als ’s avonds. Ik beleefde daar geluk- kig wel veel plezier aan. Met iedere nieuwe groep leer je nieuwe mensen met andere invalshoeken kennen. Natuurlijk sluipt er op een gegeven ogenblik ook een zekere routine in maar dat zorgt er dan weer voor dat je steeds meer vertrouwen krijgt in een bepaal- de benadering of werkmethode. Het ging in ieder geval nooit ver- velen. 20116/7

description

Een interview met Rob Coers, over de opbrengsten van vier jaar 23 DIngen.

Transcript of De Oogst van vier jaar 23 Dingen, een interview met Rob Coers

Page 1: De Oogst van vier jaar 23 Dingen, een interview met Rob Coers

De oogst van

vier jaar 23 Dingen

Op 7 juni 2011 organiseerden

CIT en de Openbare

Bibliotheek Amsterdam de

23 Dingen Deel Dag. Het

evenement, dat door bijna

200 oud-cursisten bezocht

werd (en via de livestream

door enkele honderden

collega’s), markeerde het

einde van de eerste fase

van 23 Dingen. Aanleiding

voor Digitale Bibliotheek

om samen met Rob Coers

terug te blikken.

Edwin Mijnsbergen

Je bent de afgelopen vier jaar vrijwel continu met 23 Dingen

bezig geweest, zo lijkt het. Kwam je nog wel aan andere zaken

toe?

RC: Niet of nauwelijks nee, 23 Dingen legde veel beslag op

mijn tijd, zowel overdag als ’s avonds. Ik beleefde daar geluk-

kig wel veel plezier aan. Met iedere nieuwe groep leer je nieuwe

mensen met andere invalshoeken kennen. Natuurlijk sluipt er op

een gegeven ogenblik ook een zekere routine in maar dat zorgt er

dan weer voor dat je steeds meer vertrouwen krijgt in een bepaal-

de benadering of werkmethode. Het ging in ieder geval nooit ver-

velen.

20116/7

Page 2: De Oogst van vier jaar 23 Dingen, een interview met Rob Coers

DB: Je ging in 2007 van start in Gouda en je bent nu

een van de laatste 23 Dingen-opdrachten aan het

uitvoeren in Amsterdam. Hoeveel mensen volgden

de cursus precies in de afgelopen periode?

RC: Ik heb nog niet alle cijfers compleet maar het

aantal ligt tussen de 5.000 en 5.500 personen.

Dan heb ik het wel alleen over openbare biblio-

theken. Hoeveel mensen afgeleide cursussen volg-

den in andere branches durf ik niet te zeggen.

DB: Op 7 juni organiseerde je met een aantal

mensen de 23 Dingen Deel Dag. Hoe was die dag?

RC: We hebben veel positieve reacties gekregen

op het evenement. Veel aanwezigen lieten door-

schemeren dat ze hier aan toe waren; als je drie

tot vier maanden lang intensief bezig bent ge-

weest met de cursus, val je daarna toch een beet-

je in een gat. Tijdens het evenement kregen oud-

cursisten de kans om te vertellen en te laten zien

hoe zij na de cursus met cursusonderdelen aan

de slag zijn gegaan. Dat voorzag in een behoefte.

De kennisdeling op dat gebied is toch nog vrij be-

perkt.

De dag had wel een vol programma. Daardoor was

er helaas niet veel ruimte meer voor verdieping

en discussie.

DB: 23 Dingen was vooral bedoeld als kennisma-

king met het sociale web en de bijbehorende tools.

Is dat doel bereikt?

RC: Dat denk ik wel ja. Het leren omgaan met nieu-

we media is voor velen een sprong in het diepe

geweest, ook voor bibliotheekmedewerkers. De

grootste winst van 23 Dingen is dat veel mede-

werkers zichzelf hebben overwonnen en nu in ie-

der geval op de hoogte zijn van de mogelijkheden

en beperkingen. Daar komt bij dat de cursus er

bij veel bibliotheekorganisaties toe leidde dat er

een saamhorigheidsgevoel ontstond, al dan niet

tijdelijk. Men sloeg zich er als het ware gezamen-

lijk doorheen. Uit dat proces kwamen vervolgens

weer vruchtbare discussies voort; sociale media

kreeg een plek op de bibliotheekagenda.

DB: Kun je ook nog andere vruchten die de cursus

heeft afgeworpen benoemen? Zijn er concrete re-

sultaten aan te wijzen?

RC: Tijdens de Deel Dag vertelden 12 bibliotheken

hoe zij werken met tools als Twitter en weblogs.

Persoonlijk vind ik het Bieb Blog van de Biblio-

theek Vlissingen nog steeds een zeer inspirerend

voorbeeld. Ik vind het mooi dat daar een compleet

team van medewerkers de ruimte heeft gekregen

om de dialoog aan te gaan met collega’s en het

In de zomer van 2007 bewerkte en vertaalde

Rob Coers1 de open source-cursus 23 Things,

van Helene Blowers2. Blowers lanceerde die

online cursus in 2006 om het personeel van

de Public Library of Charlotte en Mecklenburg

County (PLCMC) binnen dertien weken ken-

nis te laten maken met sociale netwerken en

nieuwe technologieën én om hun digitale in-

strumenten te bieden waarmee zij hun werk

beter uit kunnen voeren. Na een succesvolle

pilot bij bibliotheek Gouda was de belangstel-

ling voor 23dingen.nl groot, in de Nederland-

se bibliotheekwereld. In de periode 2008-2011

volgden ongeveer 5.000 medewerkers van

openbare bibliotheken de cursus. Later wer-

den er ook varianten ontwikkeld voor het on-

derwijs, de museum- en archiefwereld en voor

de politie. Bij sommige van die varianten was

CIT ook betrokken.

Page 3: De Oogst van vier jaar 23 Dingen, een interview met Rob Coers

publiek. Maar er zijn natuurlijk meer voorbeel-

den, zoals de online activiteiten van de bibliothe-

ken in Overijssel en de voortvarende wijze waar-

op de bibliotheek Katwijk met Twitter aan de slag

ging. Het doet me goed om te zien dat zulke din-

gen gebeuren.

DB: Maar vind je het rendement ook voldoende?

Hoeveel mensen van de 5.000 zouden na de cursus

daadwerkelijk de ruimte hebben gekregen om

binnen hun werk met de lesstof aan de slag te gaan,

denk je?

RC: Het rendement zou veel hoger kunnen inder-

daad. Mijn inschatting is dat niet veel meer dan

100 tot 200 medewerkers structureel met sociale

media aan de slag zijn gegaan. Dan heb ik het ech-

ter wel over activiteiten in opdracht

van de werkgever. Er zijn natuurlijk

ook nog tientallen initiatieven die

minder goed zichtbaar zijn, zoals in-

terne Wiki’s, het gebruik van tools als

Google Docs en uiteraard het gebruik

van sociale media voor privédoelein-

den. Er zijn veel medewerkers die op

persoonlijke titel twitteren of gebruik

maken van bijvoorbeeld Facebook.

Het is lastig om vast te stellen in hoe-

verre 23 Dingen heeft bijgedragen aan

dat gebruik.

DB: In hoeverre zijn de cursisten goed

voorbereid op de snelle informatiewe-

reld van nu?

RC: Dat is een lastige vraag. Ik zie daar wel voor-

uitgang in maar het tempo van de veranderingen

ligt erg hoog. Er zijn veel externe factoren die het

bibliotheekwerk beïnvloeden, maar waar de me-

dewerkers op individueel niveau weinig tegen

kunnen doen. Er zijn van die dagen waarop je na-

denkt over de ontwikkelingen en het vermoeden

krijgt dat doemscenario’s realistischer zijn dan je

zou willen. Samenwerken met uitgevers of par-

tijen als Spotify is volgens mij niet voldoende om

het lot af te wenden. De Extinction Timeline in-

dachtig zijn bibliotheken rond 2018 gedoemd te

verdwijnen, een tamelijk somber beeld. Dat me-

dewerkers bekend zijn met nieuwe media is een

begin, maar zeker geen garantie voor een veilig-

gestelde toekomst.

DB: Wat vind je van de stelling dat het manage-

ment van openbare bibliotheken nog te weinig for-

matie investeert in sociale media, met name in de

sociale kanten ervan?

RC: Daar ben ik het wel mee eens. Ondanks het

feit dat het gebruik van sociale media inderdaad

een sprong in het diepe is denk ik dat er te wei-

nig wordt gedaan met de lessen van 23 Dingen.

Op digitaal gebied zijn bibliotheken nog te terug-

FO

TO

: JAN

DE

WA

AL

@D

IGIB

IEB

Page 4: De Oogst van vier jaar 23 Dingen, een interview met Rob Coers

houdend als het gaat om het investeren in rela-

ties en goodwill. Terwijl daar juist de focus zou

moeten liggen, zeker in deze, voor alle bibliothe-

ken moeilijke tijden.

DB: Heb je nog tips voor managers, om een vervolg

op 23 Dingen gestalte te geven?

RC: De bezuinigingen maken het er niet eenvou-

diger op, maar dit is toch de tijd om medewerkers

de ruimte te geven zich te profileren op het soci-

ale web. Dat moet je toch proberen te faciliteren.

Je moet daarbij niet meteen opbrengsten in de

zin van meer uitleningen of bezoekers verwach-

ten, je investeert tenslotte in relaties en good-

will. Er zou ook meer geëxperimenteerd moeten

worden met nieuwe tools, die vaak gratis beschik-

baar zijn op het web. Soms zie je door de bomen

het bos niet meer, maar veel tools leveren aan-

zienlijke tijdsbesparingen op. Daar is mijns in-

ziens nog te weinig aandacht voor, net als voor

het letterlijk ‘opzoeken van de gebruiker waar die

zich bevindt’. Je ziet nog steeds te weinig biblio-

theekmedewerkers in boekencommunities, op

discussiefora en wat dies meer zij.

DB: Als je terugkijkt op de afgelopen vier jaar: zijn

er dan dingen die je met de kennis van nu toen an-

ders zou hebben gedaan? Zou je bijvoorbeeld nog

steeds zulke grote groepen zo veel verschillende

dingen laten verkennen? Je ziet ook steeds vaker

afgeslankte varianten.

FO

TO

: JAN

DE

WA

AL

@D

IGIB

IEB

Page 5: De Oogst van vier jaar 23 Dingen, een interview met Rob Coers

RC: Bij nieuwe groepen ga ik nu meer aandacht

besteden aan het koppelen van opdrachten aan

het leerprogramma. Als je voorafgaand aan een

cursus met het management vaststelt wat je wilt

bereiken, en wat je met het geleerde wilt gaan

doen, creëer je meer commitment en draagvlak

bij zowel de medewerkers als hun leidinggeven-

den. Daarnaast zou ik ook meer aandacht willen

besteden aan de medewerkers die binnen de cur-

sus achterblijven. Door de relatief korte cursus-

duur kregen die groepen niet altijd de aandacht

die ze verdienden.

DB: Je ziet soms ook dat medewerkers die enthou-

siast aan de slag zijn gegaan met de dingen door

leidinggevenden worden teruggefloten omdat ze

harder lopen dan de organisatie. Heb je daar be-

grip voor?

RC: Daar kun je in algemene zin eigenlijk niet veel

over zeggen. Ik ben wel bekend met zulke geval-

len, maar ze zijn allemaal anders. In het ene ge-

val gaat het om medewerkers bij wie sociale me-

dia gewoon niet goed in het takenpakket passen,

in het andere geval om een leidinggevende die an-

dere prioriteiten stelt, bijvoorbeeld door de eer-

der genoemde bezuinigingen. Er zijn regelmatig

discussies over de formatie die benodigd is voor

het goed benutten van sociale media. De een vindt

dat veel medewerkers bij de ontwikkelingen be-

trokken moeten worden en allemaal een deel van

de activiteiten voor hun rekening moeten nemen.

Dat is voor het draagvlak inderdaad goed. Er valt

echter ook wel iets te zeggen voor het ‘olievlek-

effect’, waarbij een kleinere groep medewerkers

met sociale media aan de slag gaat. In die bena-

dering voelen medewerkers zich vaak extra be-

trokken en stralen zij hun enthousiasme op de

langere termijn uit naar collega’s. Het risico is dan

echter wel dat die collega’s tussentijds de inte-

resse verliezen of het gevoel krijgen dat ze niet

serieus worden genomen. Het hangt een beetje

van de organisatie af welke benadering de groot-

ste kans van slagen heeft.

DB: Tot slot: Heb je plannen voor de komende ja-

ren? Krijgt 23 Dingen nog een vervolg of ga je met

andere zaken aan de slag?

RC: In de zomermaanden ga ik in ieder geval de

teksten en websites van 23 Dingen grondig her-

zien. Dat is nodig. Veel ex-cursisten maken name-

lijk nog gebruik van die teksten, maar sommige

links zijn verouderd en bepaalde onderdelen zijn

ondertussen minder relevant geworden. Ik over-

weeg om onderwerpen als e-books en online pri-

vacy ook in het curriculum op te nemen. Daar is

veel vraag naar.

Verder onderzoek ik of ik een vervolg kan geven

aan 23 Dingen, waarbij ik de nadruk dan inder-

daad wil leggen op de beleidskaders: hoe geef je

gestalte aan nieuwe tools en media, in het huidi-

ge tijdsgewricht? Ook dat is iets moois voor de

zomermaanden. Vanuit de ambtelijke wereld en

vanuit organisaties voor ontwikkelingssamen-

werking is ook belangstelling getoond voor vari-

anten op 23 Dingen. Dat de cursus nu door veel

bibliotheekmedewerkers is gevolgd wil nog niet

zeggen dat 23 Dingen ophoudt te bestaan, inte-

gendeel.

Noten:

1 Coers Internet Trainingen (CIT)

2 Een reeks artikelen van de hand van Blowers ver-

scheen in 2010 in Digitale Bibliotheek, onder de

naam ‘The Next Thing’

De video’s van de 23 Dingen Deel Dag zijn te vinden

op http://www.23dingen.nl/23ddd/?page_id=254