De Molenvriend 64

27
Uitgave van de vereniging Molenvrienden Land van Cuijk Nr. 64

description

 

Transcript of De Molenvriend 64

Page 1: De Molenvriend 64

Uitgave van de verenigingMolenvrienden Land van Cuijk

Nr. 64

Page 2: De Molenvriend 64

VERENIGING MOLENVRIENDEN LAND VAN CUIJKMolenvereniging in het Land van Cuijk en Noord-Limburg

www.molenvrienden.nl

BESTUUR

VOORZITTER Mari Goossens D. Boutsstraat 25Tel. 0485-573815 5831 VN BOXMEER

SECRETARIS Walter Cornelissen Park 8Tel. 0485-478818 5446 PH WANROIJFax 0842-110623 E-mail: [email protected]

PENNINGMEESTER Frits Harteman Bilderbeekstraat 23Tel. 0485-572271 5831 CW BOXMEER

BESTUURSLEDEN Peter Pouwels Vijverweg 6Tel. 024-3974266 6562 ZL GROESBEEK

LEDENADMINISTRATIE Tel. 0485-322460 Park 8Fax 0842-110623 5446 PH WANROIJGIRONUMMER: 4008385 onder vermelding adres penningmeester

MOLENARCHIEF Hans Heijs Steenstraat 85ALAND VAN CUIJK Tel. 0485-577330 5831 JC BOXMEER

Eenieder kan na afspraak het archief raadplegen

DE MOLENVRIEND 64

ColofonJaargang 24, nummer 3, oktober 2008Lijfblad van de vereniging Molenvrienden Land van Cuijk, opgericht in 1984.De Molenvriend wordt gratis toegezonden aan de leden van de vereniging. De contributie hiervoor is € 10,--.Aanmelding kan geschieden door het bewuste bedrag te storten op de girorekening van de vereniging. DeMolenvriend is een advertentiemedium. Prijs losse nummers € 1,50.ISSN 1384 8526

REDACTIE Harry Daverveld Pierre GielenMari Goossens Frits HartemanPeter Simons Marko SturmPaul Verheijen

REDACTIEADRES D. Boutsstraat 25 5831 VN BOXMEERe-mail: [email protected] Erica 2 5831 RX BOXMEERe-mail: [email protected]

VERDER WERKTE(N) MEE Theo van Bergen, Huub van Est en Rob Snel

ILLUSTRATIES Theo van Bergen, Harry Daverveld, Huub vanEst, Pierre Gielen, Mari Goossens en Rob Snel

VOORPAGINA Een archieffoto van de Heimolen te Sint-Hubert

Page 3: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008 pagina 3

pagina 2 Colofonpagina 3 In dit nummer

Van de redactiepagina 4 Mededelingen van het bestuurpagina 4 Oeffelt vogelvrij

door: Rob Snelpagina 5 www.molenvrienden.nl

over de nieuwe website van de verenigingdoor: Pierre Gielen

pagina 7 Draaiende wieken, zeilende schepenwat zijn de overeenkomsten in de ontwikkeling van zeilschepen en windmolens?

door: Rob Snelpagina 10 De Gerarda

de geschiedenis van een molen met vijf levensdoor: Huub van Est

pagina 12 Korte geschiedenis van de Hapse molensdoor: Theo van Bergen

pagina 15 De geschiedenis van de Lindense molen te Katwijkdoor: Rob Snel

pagina 18 De molenbiotoopde actuele situatie van de biotoop van de Heimolen te Sint-Hubert

door: Mari Goossens en Marko Sturmpagina 20 Molenpoëziepagina 21 Voorjaarsexcursie Noord-Holland

door: Rob Snelpagina 23 Aan de licht

een molenaar stelt zich voor...door: Pierre Gielen

pagina 24 Molens in de regiode stand van zaken omtrent de molens in de regio

door: Mari Goossens en Marko Sturm

In dit nummer

Van de redactieAan de binnenkant van de omslag prijkt bovenaanweer een internetadres! Informatie over onze vereni-ging en de molens in de regio is weer on-line te vinden,en wel onder het gemakkelijk te onthouden adreswww.molenvrienden.nl. Ons nieuwe lid Pierre Gielenis de drijvende kracht achter deze webstek. Verderzal hij ook meewerken aan ons tijdschrift “De Molen-vriend”. Meer informatie over de website staat in ditnummer, verder stelt hij zich voor in de rubriek “Aande licht”.

Verder hebben we diverse bijdragen ontvangen overde geschiedenis van de molens in onze regio. De lezersdie meer geïnteresseerd zijn in de techniek van dewindmolen, willen we in het bijzonder wijzen op hetartikel van Rob Snel over de overeenkomsten in detechniek van zeilschepen en windmolens.

Namens de redactie wens ik iedereen veel leesplezier.

Marko Sturm

Page 4: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008pagina 4

Mededelingenvan het bestuur

Na het verschijnen van de laatste Molenvriend is ookhet bestuur aan het zomerreces begonnen. Vanuit hetbestuur is het dan ook zeer rustig geweest, er zijn geenspectaculaire dingen gebeurd. Ook op de molens inde regio is het zeer rustig. Van de meeste molenaarshebben wij een donatie terug ontvangen in verbandmet de subsidie van de Hollandsche Molen, waarvoorallen onze hartelijke dank. Het plan om publicatie-borden bij de molens in Noord-Limburg te plaatsenis inmiddels terzijde geschoven, mocht dit nog actueelworden dan zijn de plannen snel op te pakken. Inmid-dels heeft het bestuur weer vergaderd en de lijnenvoor de komende tijd uitgezet. In de planning ligt omde molenaarsvergadering te koppelen aan de cursustouwsplitsen in oktober, de plannen zijn nog pril ener is nog te weinig over te zeggen. In de molenaars-vergadering zal er een voorstel komen om te gaan

denken over een kortere naam voor onze verenigingdie op alle molens in onze regio betrekking heeft.Ideeën hiervoor zijn altijd welkom bij het bestuur.Op het digitale vlak gaat het weer de goede kant op.Ons nieuwe lid Pierre Gielen uit Boxmeer is gestartmet een nieuwe website voor onze vereniging, hij heeftal een flink stuk klaar. Pierre heeft hierover een toe-lichting geschreven, die u kunt lezen in dit nummervan de Molenvriend. Wil je alvast de website bekijkendan kan dat op www.molenvrienden.nl. Ook is er weereens feest op een molen en wel op de Martinus inBeugen die zijn 140-jarig bestaan viert op zondag 14september met een dagvullend programma voor grooten klein. Heren mulders en Stichting molens Gemeen-te Boxmeer namens het bestuur van harte proficiat.

Walter Cornelissen, secretaris

Nog in het vroege voorjaar werden de leerling-mole-naars op de molen “De Vooruitgang” in Oeffelt aanhet werk gezet om de molen vrij van vogels en nestente houden.

In het vroege voorjaar is het belangrijk de molen vrijte houden van broedende vogels. De hoeveelheid rom-mel die door de vogels de molenkap wordt binnenge-sleept is enorm. Een geliefd broedplekje voor de vo-gels is de kruivloer. Kraaien en duiven zijn de grootstelastposten, ze vinden altijd wel weer een gaatje waar-door ze de molen weer in hun bezit kunnen nemen.Kraaiennesten worden voornamelijk samengesteld uittakken, je vraagt je soms af hoe ze deze naar binnenhebben gekregen. Ruim je zo’n nest op en gooi je detakken naar buiten, moet je niet verbaasd zijn als ze,na een paar dagen, het allemaal weer in het nestverwerkt hebben. Vooral deze takken kunnen hetkruien ernstig belemmeren of zelfs onmogelijk maken.Alvorens de molen gereed te maken, controleren weof het kruiwerk onbelemmerd kan functioneren. Beteris natuurlijk om te voorkomen dat het gevogelte in de

molen kan komen. De opdracht van Theo van Bergenluidde dan ook: zorg dat er geen vogels meer kunnennestelen in de kap. Gewapend met hamer, tang,krammen en een rol fijn kippengaas zijn Aart en ik,onder toezicht van Theo, gestart met het vogelvrijmaken van de kap. Door steeds een roostervloerdeeluit te nemen, konden we een mal van gaas knippen,die precies tussen de voeghouten en de roosterhoutenpaste. Het gaas werd vast gekramd en aan de buiten-zijde omgebogen om de keerkuip heen. Theo was te-vreden, maar we waren natuurlijk erg benieuwd ofhet ook afdoende was. De week daarop zat er tochnog weer een duif te broeden, er moest dus nog eengaatje zijn. Na grondig onderzoek bleek dat de duifvia de windpeluw naar binnen was gekomen, daar zateen opening in het oude gaas. We hebben direct haarwoning onbewoonbaar verklaard, het nest verwijderden alsnog het euvel verholpen. Tot op heden hebbenwe geen bezoek meer gehad van onze gevederdevrienden, dus: project geslaagd.

Rob Snel

Oeffelt vogelvrij

Page 5: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008 pagina 5

Wat hebben de molenvrienden zoal in huis? Op welkemolens in de regio zijn zij actief? Wanneer draaienze? Welke evenementen staan er op stapel? Bij wiekan ik terecht met vragen? De oplossing is vanaf nute vinden op de nieuwe website:www.molenvrienden.nl.

Molenvrienden.nl is een interactieve site, waar be-zoekers veel informatie kunnen vinden, maar ook zelfberichten kunnen achterlaten in het forum of het gas-tenboek. En zeker niet onbelangrijk: ze kunnen zichaanmelden als lid.

Het meest in het oog springend op molenvrienden.nlis echter de mogelijkheid om de molens in 3D te be-kijken. Telkens als een pagina van de site wordt ge-

www.molenvrienden.nlNieuwe website klaar voor interactie

laden, verschijnt bovenaan een willekeurige foto vanéén van de molens in het Land van Cuijk en Noord-Limburg. Door op die foto te klikken, beland je opeen pagina met meer informatie van die molen, eensatellietbeeld en een bewegende 360x180 graden pa-noramafoto. Die geeft je het gevoel je binnenin defoto te bevinden, waarbij naar onder en naar boven,naar links en naar rechts kijken mogelijk is. De foto’szijn dit voorjaar gemaakt met speciale apparatuur. Zezijn ook benaderbaar vanaf een plattegrond (aanklik-bare kaart) van de regio.

Een greep uit de andere onderdelen van de site:- Evenementen worden weergegeven in een

automatische evenementenlijst, die vanaf eenkalender op de homepage is te zien.

Bij het oproepen van denieuwe internetpaginawww.molenvrienden.nlwordt o.a. een panoramafotovan een willekeurige molenuit de regio getoond.

Bij overname van artikelen en/of foto’s, auteur eneventuele bron(nen) vermelden. Tevens hiervanmelding maken bij de uitgeefster of redactie vandit blad.

De redactie stelt zich niet aansprakelijk vooreventueel gemaakte fouten of anderszins ontstaneongemakken.

Page 6: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008pagina 6

- RSS mogelijkheid, waardoor de website nieuws-berichten kan uitwisselen met andere sites. Via depagina ‘Newsfeeds’ zijn bijvoorbeeld berichten telezen van andere sites, maar andere sites eninternetters die een ‘RSS reader’ gebruiken,kunnen ook rechtstreeks berichten vanMolenvrienden binnenhalen.

- Onderaan iedere pagina staat een ‘banner’, diereclame bevat voor een andere website. Welkebanner wordt getoond, is afhankelijk van toeval.We hebben hierin natuurlijk alleen interessantesites gezet!

- Routebeschrijvingen naar de molens zijn op tevragen via een adreslijst met koppelingen naar derouteplanner van de ANWB.

- De site bevat fiets- en autotochten langs demolens. Nu nog vrij mager, maar met hulp van deleden staat er hopelijk binnenkort meer.

- Lid worden kan via een online aanmeldformulier(dat ervoor zorgt dat er een seintje richting desecretaris van de vereniging gaat).

- De Molenvriend is online te raadplegen in pdf-formaat. Op dit moment staat er een beperktaantal nummers op de site. Dat worden er meer.

In komende nummers van De Molenvriend zullen wedieper ingaan op de gebruiksmogelijkheden van dediverse site-onderdelen.

ToegankelijkheidDe website www.molenvrienden.nl is grotendeels toe-gankelijk voor het algemene publiek. Voor een deelis registratie vereist. Dat geldt bijvoorbeeld voor deledenpagina en het forum. Momenteel kan iedere be-langstellende zichzelf registreren, maar of dat zo blijft,

is nog onzeker. Zo is het denkbaar dat in de toekomsteen deel van de site alleen toegankelijk zal zijn voorbetalende leden van de vereniging.

Content managementHet succes van een website op de langere termijn staatof valt met het gebruik en de actualiteit van de infor-matie die je er kunt vinden. Er is dan ook alles aangedaan om molenvrienden.nl gemakkelijk aanpasbaarte maken. Zo is de site gebouwd met een contentmanagement systeem (cms) voor inhoudelijk beheer.Zo’n cms maakt het gemakkelijk om informatie toete voegen, aan te passen of weg te halen zonder dat ereen programmeur aan te pas komt. Het is ook mogelijkaan meerdere mensen rechten toe te kennen voor hettoevoegen, wijzigen of verwijderen van informatie opde site. Daardoor hangt het voortbestaan niet van éénpersoon af.

Versie 1.0Wat je nu ziet op molenvrienden.nl, is in feite te be-schouwen als versie 1.0; een kind dat in zijn puber-jaren zit. Het moet nog groeien en heeft hier en daarzijn eigenaardigheden, maar je hebt al een goed ideewat voor een volwassene er straks voor je staat. Deinvloed van zijn omgeving is op zo’n moment belang-rijker dan ooit. Ik wil iedereen dan ook uitdagen omde site te bezoeken en kritisch te bekijken; registreerje, snuffel rond en laat via e-mail, gastenboek of ge-bruikersforum weten wat er allemaal anders/beter/handiger of mooier kan. Complimenten achterlatenis toegestaan. En inhoudelijke bijdragen zijn natuurlijkaltijd welkom!

Pierre Gielen (webmaster)

Van iedere molen kan eenpanoramafoto wordenbekeken. Tevens wordenadres, molenaars, openings-tijden en een plattegrond/luchtfoto getoond.

Page 7: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008 pagina 7

Draaiende wieken,zeilende schepen

Overeenkomsten in de ontwikkeling van dezeilvaart en windmolens

InleidingIn de rubriek “aan de licht” van “De Molenvriend”nr. 62 heb ik niet alleen iets over mijzelf geschreven,maar ook iets over de overeenkomsten tussen de mo-lentechniek en de zeilvaart. Door het lezen van onderandere de Gildebrief, de cursusboeken en andere mo-lenlectuur, zie ik steeds meer verbindingen tussen dezeilvaart en het molenbedrijf. Niet alleen wat technie-ken betreft maar ook wat samenwerking betreft tussenbeide disciplines. De zeilvaart en de molens hebbensamen aan de wieg gestaan van de industriële revolu-tie. De gouden eeuw was een periode in de Nederland-se geschiedenis waarbij, vooral in de noordelijke Ver-enigde zeven provinciën, we met de Nederlandse han-del, wetenschap, kunst en militaire macht,vooral terzee, een toppositie in de wereld innamen. Deze peri-ode komt overeen met de 17e eeuw met als beginpunt1602 het jaar waarin de V.O.C. werd opgericht.

De zeilvaartHet lag voor de hand dat vroeg of laat de zeevaardersde kracht van de wind efficiënter zouden gaan benut-ten voor de voortstuwing van hun schepen. De oudstevaartuigen in de geschiedenis werden slechts, met eenmast en een zeiltje, eenvoudig voort geblazen doorde wind. Een manier die weliswaar goed bruikbaarwas bij normaal weer en voldoende variaties in wind-richtingen, maar alleen voor kleine afstanden. Gelei-delijk aan kwam men er achter dat door betere inrich-ting van masten, zeilen en het gebruik van betere mate-rialen, er nieuwe mogelijkheden ontstonden. Rond1600 waren de zeilschepen nog wel dwarsgetuigd,maar door de nieuwe mogelijkheden konden de zeilenal veel beter op de wind gezet worden.Enkele van de belangrijkste vernieuwingen bestondenuit:- de horizontale vierkante zeilen werden beter

instelbaar (brassen), de marszeilen- het plaatsen van zeilen in de lengterichting tussen

de masten, de stagzeilen

- het plaatsen van zeilen voor de voorste mast ende boegspriet, de kluivers

Het schip kon nu onder een veel groter aantal hoekenten opzichte van de windrichting varen, dan gewoonalleen maar rechtuit. Uiteindelijk werd het voor zeil-schepen zelfs mogelijk om enigszins voortgang te ma-ken tegen de wind in.Afbeelding 1 laat deze ontwikkeling duidelijk zien.

LangsgetuigdDe ontwikkelingen betreffende de voortstuwing vande schepen stond niet stil. Men wilde veiliger schepen,er verging nogal eens een schip met man en muis, enmen wilde de reis aanzienlijk bekorten in verband metde bevoorrading van de schepen en houdbaarheid vande producten. Lange tijd had men al het idee om devoorkant van het zeil vast te maken aan de mast, ditzou namelijk een grote verbetering opleveren. Menkon deze verbeterde constructie echter nog niet toe-passen, omdat bleek dat het schip nu net zo snel dwars-scheeps wegdreef als hij vooruit ging. Pas nadat diteuvel verholpen was (met behulp van kiel of zwaard),opende dit de weg naar geweldige verbeteringen be-treffende het tegen de wind in zeilen.Het resultaat maakte het mogelijk om snellere en gro-tere reizen te maken. Men hoefde niet meer speciaalte wachten op een geschikte wind, waardoor veel min-der tijd verloren ging.

KennisoverdrachtHet langsgetuigd zeil heeft een sterke overeenkomstmet het oudhollandse gevlucht en heeft al enigszins,ook door het toepassen van de zeeg, de vorm van eenvliegtuigvleugel.Bij het ontwerp en de bouw van de paltrok is bijvoor-beeld het oudhollands wieksysteem ontwikkeld. Begin1600 heeft de molenwereld (althans in Nederland,red.) dan ook afscheid genomen van het dwarsgetuig-de zeil, wat zich ruim 400 jaar had weten te handha-ven.

Page 8: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008pagina 8

Uit het verhaal blijkt dat de innige samenwerkingtussen de zeilvaart en de molenwereld vele voordelenheeft opgeleverd. Door de economische bloei (VOC)is er niet alleen veel werk ontstaan voor al de molensmaar ook veel kennis gedeeld.

FokwiekDe fokwiek is ontwikkeld door Ir. Fauel. De fokwiekhaalt zijn grote trekkracht uit het vacuüm wat zichachter het molenzeil vormt zoals bij de fok en hetgrootzeil van een zeilschip (zie afbeelding 2). Er ont-staat nu een simpele rekensom: +5 aan de voorkanten -2 aan de achterkant van het grootzeil is +7 aantrekkracht. Als de spleet van een fokwiek, de ruimtetussen roede en de fok, niet goed is afgesteld, zal dewind via de spleet tegen de achterkant van het zeilblazen. Er ontstaat hierdoor een tegendruk in plaats

van een vacuüm op de achterkant van het zeil, waar-door een deel van het drukverschil ongedaan gemaaktwordt (windkracht +5 aan de voorkant en +2 aan deachterkant, levert een rendement op van windkracht+3). Hiermee is de grote trekkracht van de fokwiekverklaard. De zeilvaart had al veel langer ervaring opgedaan met de fok en het grootzeil. Helaas hebbenwe op de aërodynamica gewacht alvorens dit principetoe te passen. Hadden we nu maar het innige contactmet de zeilvaart gehouden, dan hadden we veel eerdermet de fokwiek kunnen experimenteren

ConclusieVeel van de technieken op de molen komen, volgensmij, van de zeilvaart en later ook van de luchtvaart.Voor mij is het duidelijk dat de zeevaart en molenbouwnaast elkaar zijn opgegroeid.

Afbeelding 1: ontwikkeling van zeilschepen: door nieuwe manieren om de zeilen aan te brengen kondenschepen onder een steeds grotere hoek ten opzichte van de windrichting varen.

Page 9: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008 pagina 9

Afbeelding 2: de lijnen dicht op elkaar geeft eenhogere druk weer. Bij de wieken van de molen is debolle kant de achterkant van de wiek, bij eenzeilboot is dat duidelijk. Dit drukverschil levert dekracht die de wieken doet draaien en een zeilbootlaat varen.

Rob SnelChopinstraat 336584 EJ MolenhoekTel. 024-3582526E-mail: [email protected]

Afbeelding 3: (a) halen we de fok te strak aan, danzien we dat de luchtstroom tussen het grootzeil ende fok verstoord wordt, met als gevolg dat hetgrootzeil gaat klapperen (killen). Vervolgens zal devaart uit het schip gehaald worden. Om dit tevoorkomen moeten we het schip iets laten afvallen(krimpend op de wind). De situatie zal zich positiefherstellen en we benutten de wind weer optimaal(b).Bij de molen moeten we de fokwiek beter afstellen,de ruimte tussen roede en fokwiek moet ongeveervuistdik zijn.

(a)

(b)

Page 10: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008pagina 10

Wie van Heijen in Noord-Limburg over de Rijkswegnaar Afferden rijdt, komt langs de Gerardamolen inHeijen-Diekendaal.De molen onderging in 2001 delaatste restauratie. Deze molen op die plek kent eenbijzondere geschiedenis. In zekere zin kan namelijkworden gesteld dat de achtkante beltmolen vijf levensheeft gehad.

Jan Mathijs CleversJan Mathijs Clevers begon zijn molenaarsloopbaanin 1840 op de molen in Aijen. In 1841 werd hij mole-

De GerardaMolen met vijf levens

naar op een molen in Mill. Eigenaar was Petrus Da-mianus Peters. In 1845 betaalde hij een pachtprijs van800 gulden. Jan Mathijs was een ondernemende man.Hij heeft drie knechten: Peter Niesten uit Bergen,Marten Poos uit Escharen en Lambertus Simmers uitUden. De kosten van een knecht en het onderhoudvan de molen bedroegen ongeveer 250 gulden. Voorhet malen van een mud tarwe en spelt moest 60 centworden betaald. Voor rogge en onbelaste granen alsboekweit, haver, gerst enz. 30 cent. In Mill vestigtzich ook een broer van hem als bakker en grutter. Op1 mei 1853 vertrekt hij naar de molen in Well. Endaarna bouwt hij de zijn eigen molen in Heijen-Diekendaal.

Eerste molenlevenDat begon toen Jan Mathijs Clevers (1809 Afferden)en zijn vrouw Josepha Hendrika Habraken (Woensel1910) in 1861 van de provincie Limburg een vergun-ning kregen voor de bouw van een korenmolen. Deeerste steen met hun initialen zat vroeger boven deingang, maar is nu te vinden in de rechter muur bij deingang. In 1862 werd deze eerste steen gelegd inHeijen-Diekendaal. In 1863 kwam de stenen beltmo-len gereed.Na zijn overlijden in 1892 werden de vier kinderenvan Jan Mathijs eigenaar van de molen. Zes jaar laterwerd Frans Clevers, één van de kinderen en de vadervan de tante van ondergetekende, de enige eigenaar.Frans Clevers overleed in 1908 (foto 1904).In 1910 werd de molen verkocht en na het overlijdenvan de nieuwe eigenaar in 1918 geveild. A.J.Schwertz, landbouwer en voerman was de hoogstebieder. Schwertz was blijkbaar niet zo geïnteresseerdin de molen, want hij verkocht hem in 1923 aan mole-naar Jan Wagemans uit Escharen (NB). Twee jaar laterliep het gevlucht door de vang. Er ontstond brand inde kap en de molen brandde geheel af. Hiermee kwameen eind aan het eerste leven van de molen.

Tweede levenJan Wagemans liet de molen weer opbouwen. Welplaatste hij er een hulpgemaal bij voor perioden metweinig wind. Van de tweede molen zijn foto’s bekend.Na enkele wisselingen van eigenaar in de familiekwam de molen in handen van de familie Kessels,

Op de bovenste foto uit 1904 staat links FransClevers met tussen zijn vrouw de dochter Drika.Uit het archief van haar zoon W. Martens komt

deze foto.Op de onderste foto het restant van het tweede

molenleven. De wiekenas is later in de inmiddelsgesloopte molen uit Escharen gebruikt.

Page 11: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008 pagina 11

molenaars uit Meerloo. Martin Kessels werd in 1942enig eigenaar van de molen.In de nacht van 10 op 11 oktober 1944 werd de molen,waarin munitie lag opgeslagen, door de Duitsers op-geblazen en eindigde het tweede leven.

Derde levenDit begon op 18 april 1951 toen de wieken voor dehuidige molen in beweging werden gezet en de molende naam kreeg van de vrouw van eigenaar MartinKessels, Gerarda. Een jaar later werden Heijen en de

De beganegrond van de Deelsmolen inAengwieden. Het achtkant van deze molenis hergebruikt bij de bouw van deGerardamolen te Heijen.1. achterwaterloop2. berging/opslag3. keuken4. (pot)kachel5. woonkamer6. bedstee7. luik naar kelder8. entreehalletje9. voorwaterloop/utskoat

molen aangesloten op het stroomnet en vereenvoudig-de dat het malen. Ook de concurrentie van de toenopkomende hamermolen bij veevoederbedrijven zorg-de voor concurrentie die de beroepsmolenaars nietkonden volhouden. Kessels hield het tot 1966 vol omde molen te laten draaien. Het bovengedeelte van demolen waarmee hij dit deed had al twee levens achterde rug.

Vierde en vijfde levenDe molen die in 1951 op de belt werd geplaatst hadechter ook al twee levens achter de rug. Deze was in1850 zijn leven begonnen als poldermolen aan denoordkant van het vierde en vijfde veendistrict inAengwirden ten noordoosten van Heerenveen om daarte zorgen voor droge voeten. Toen stoommachineshet bemalen van de polder overnamen werd de molenverkocht aan een bedrijf in Oostzaan. Via dit bedrijfkwam de molen terecht in het Gelderse Hierden. Hijwerd verbouwd tot beltkorenmolen en functioneerdetot de biotoop zo slecht was geworden dat de molenaarer geen brood meer in zag. De molen werd in 1948 tekoop gezet en zou vanaf 1951 zijn leven voortzettenop zijn huidige plek.De geschiedenis van de poldermolen is terug te vindenin Molenwereld van 11 november 2002.

Tekst: Huub van EstBewerking: Mari Goossens

De Gerarda zoals hij er nu ook uitziet.Het huis op de achtergrond is het oude

molenaarshuis wat toen reeds een hotel was.Hetstond op het huidige parkeerterrein naast de molen

en is inmiddels gesloopt.

Page 12: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008pagina 12

“Maria” molen

In 1812 bouwde leerlooier Manders een houten zes-kant ter vervanging van de afgebrande standaardmo-len. In 1859 wordt G. Mooren eigenaar van de molen.Hij maakte van de grondzeiler een beltmolen, doorde molen op een gemetselde voet te plaatsen van ± 4meter hoog. Hiertegen werd zand aangebracht. De mo-lenaar was de heer Janssen die de molen lang beheerdheeft.

In 1867 bezat Haps reeds een oliemolen die in datjaar afbrandde, waarschijnlijk was dit een rosmolen.Thans houden twee vrijwilligers de molen draaiend.

Korenmolen “Welgelegen”

In 1904 komt er een molen bij. Het is een achtkantestellingmolen, geplaatst op een vierkante onderbouw

van ± 5 meter hoog. Het achtkant komt zoals zoveleuit de Zaan.

In 1924 krijgt molenaar Sommers een vergunning voorhet plaatsen van een ruwoliemotor van 25-30 pk metkoppel stenen. Molenaar Janssen blijft niet achter envraagt eveneens een vergunning aan, zodat de“Maria”molen ook kan malen met een stoommotor(diesel).

In 1940 verdwijnt deze maalmogelijkheid en wordthet achtkant met stelling gesloopt. De vierkante onder-bouw blijft echter behouden en dient nu als opslag-ruimte.

Een kopie van de vergunning met bijbehorendeontwerptekening treft u hierbij aan.

Theo van Bergen

Korte geschiedenisvan de Hapse molens

Ontwerp en plattegrond voor de motormaalderij in Haps

Page 13: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008 pagina 13

Page 14: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008pagina 14

BESLUITEN:10. Aan Adrianus Johannis Sommersen zijne rechtverkrijgenden vergunning te verleenentot het plaatsen van een ruwoliemotor van 25-30 P.K. in de graanmalerij, kadastraalbekend gemeente Haps, Sectie A N. 119.4

en zulks onder de volgende voorwaarden:dat de afgewerkte gassen door een voldoende hooge, van boven gespleten afvoerbuis,moeten worden afgevoerdDeze afvoerbuis moet zoo hoog zijn, dat deze afgewerkte gassen geen hinder van stankkunnen geven.

20. Te bepalen, dat de inrichting voltooid en in werking gebracht moet zijn vóór 15Augustus 1924, en30. De concessionaris met nadruk te wijzen op het bepaalde bij artikel 17 der wet,krachtens welk artikel h7 nieuwe voorwaarden kunnen worden opgelegd, indien deondervinding de noodzakelijkheid daarvan mocht aantoonen.

Afschrift van deze vergunning zal aan de adressant worden uitgereikt, nadat daaraaneen gewaarmerkt exemplaar zal gehecht zijn van de door hem in drievoud overlegdestukken, bedoeld bij artikel 5, sub 1 en 2, der meergenoemde wet.

Vastgesteld in de vergadering van 26 Juli 1924.

Burgemeester en Wethouders voornoemd,De BurgemeesterDe Secretaris

Aan den concessionaris wordt herinnerd, dat van deze beslissing binnen veertien dagenberoep open staat bij H.M. de Koningin, en dat van het instellen van zoodanig beroepgelijktijdig kennis moet worden gegeven aan het Gemeentebestuur.

Het hoofd of de bestuurder van een fabriek of werkplaats, in den zin der Veiligheidswet,wordt tevens herinnerd aan zijn verplichting tot het inzenden eener opgave, als bedoeldin artikel 14 der Veiligheidswet, binnen een maand na het inwerking brengen derinrichting.Een formulier voor deze opgave is ter gemeentesecretarie verkrijgbaar.

Page 15: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008 pagina 15

Rob Snel is Peter Simons behulpzaam geweest bij hetmaken van een nieuwe folder van de Lindense stel-lingmolen te Katwijk. De geschiedenis van de molenis hierbij nogmaals uitgepluisd, wat tot een gr oterehoeveelheid informatie leidde dan gebruikt kon wor-den voor de folder. Om deze informatie toch nog nuttigte gebruiken, heeft hij er onderstaand artikel van ge-maakt.

Bovenvijzelmolen P

De geschiedenis van de Lindense molen begint inZuid-Holland, waar hij als bovenvijzelmolen P heeftmeegewerkt om de Zuidplaspolder droog te malen.Reeds in de zeventiende eeuw waren er plannen omde Zuidplaspolder in Zuid-Holland droog te malen.Deze plannen bleken toentertijd, op financiële gron-den niet haalbaar te zijn. In 1816 nam Koning Willem1 zelf het besluit om de “Zuidplaspolder” droog teleggen. De Koning financierde het project helemaalzelf, waarna de waterstaatdienst kon beginnen methet ontwerp van de polder en het opstellen van eenwerkplan. Voor het project was berekend dat er 30poldermolens nodig waren. In de waterhuishoudingmoesten diverse aanpassingen worden gepleegd. Ineen rasterpatroon van ongeveer 800 x 800 meter, star-tend tussen de kerken van Moerkapelle en Moor-drecht, werden sloten (tochten) gegraven die een

De geschiedenis van deLindense molen te Katwijk

goede wateraanvoer voor de molens moesten garan-deren. Tegelijk met de start van de waterwerken kon-den de molenmakers en aannemers in 1825 startenmet hun grote klus, het bouwen en plaatsen van 30poldermolens. De waterstaatdienst gaf de molens geennamen, maar ze werden aangeduid met cijfers en let-ters.- 5 bovenschepradmolens gem. Nieuwerkerk a.d.

IJssel en Moordrecht: 1, 4, 6, 11 en 12;- 7 benedenschepradmolens gem. Nieuwerkerk a.d.

IJssel: 2, 3, 5, 7, 8, 9 en 10;- 10 bovenvijzelmolens gem. Moordrecht en

Waddinxveen: L,M,N,O, en P;- 8 benedenvijzelmolens gem. Moordrecht: G, H, I

en K en in Broek: O, R, S en F.De bovenvijzelmolen P te Waddinxveen werd aanbe-steed op 15 februari 1835, bij aannemer Gerrit vander Hoonaard te Waddinxveen voor de somma vanfl 23.400,00. Voor deze opdracht stonden J. Koren-vaar uit Delft en J. Heesterboom uit Delfgauw borg.De totale stichtingskosten bedroegen fl 24.400,00. Hetmoest een 8-kantige vijzelmolen worden met eenvlucht van 27,50 meter. De diameter van de vijzelwas 1,75 el en de lengte 6,70 el onder een hoek van25 graden (de Haagse of gewone el = 69,4 cm). Demolen werd in bedrijf gesteld in januari 1837.In 1840 was de polder droog gemalen. De grootsteklus was hiermee geklaard, maar om de voeten droogte kunnen houden moest er wel nog doorgemalen wor-den. Veertig jaar later namen de stoomgemalen dezetaken van de molens over. Heden ten dage gebeurt ditallemaal elektrisch. Bij Nieuwerkerk aan den IJsselligt het laagste punt van Nederland op 6,76 meter on-der NAP.Rond 1875–1878 werden diverse molens afgebrokenen verkocht.

Molenaars te Waddinxveen:- Onbekend 1837 – 1844- Jan van der Hoeven 1844 – 1872- Willem van der Hoeven 1872 – 1875

De voor afbraak te koop staande molen P in Waddinx-veen werd voor fl 950,00 verkocht en als vlot overge-bracht naar Katwijk a.d. Maas in Noord-Brabant.Ook molen I, gebouwd in 1838, werd in 1878 verkochtKaart van de Zuidplaspolder

Page 16: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008pagina 16

en verhuisde naar Zuidwolde in Drenthe en kreeg denaam De Vlijt. De onderbouwen van de molens blevenechter staan. In 1877 kocht A. Luijendijk de overge-bleven stenen onderbouwen op van de 3 molens N, Oen P voor fl 300,00. De laatste 12 molens werden in1879 bij opbod verkocht voor afbraak.

Beerse overlaat

In de middeleeuwen is de rivier de Maas al bedijkt.Omdat de rivier, ter hoogte van Cuijk, in een te nauwbed was gedwongen, ontstonden er en in het winter-halfjaar grote problemen met het overtollig water. Hetwater kon niet snel genoeg weg en dijkdoorbrakenwaren niet ondenkbeeldig. In de late middeleeuwenhad men hier een oplossing voor gevonden, namelijkeen verlaagde opening in de Maasdijk bij Beers (DeBeerse overlaat). Deze zorgde ervoor dat de rivierzijn overtollige last kon lozen op het Maasland. Hetwater stroomde soms in een kilometer brede zone bin-nendoor richting ’s-Hertogenbosch, waar het watervia de Dieze weer in de Maas kon terugstromen. Eensoort veiligheidsklep die ervoor zorgde dat op het enemoment dit stuk Maasland vol water stond en op hetandere moment het een sompig grasland vormde. Dedorpen Linden en Katwijk waren precies gesitueerdin dit overloopgebied en waren hierdoor soms weken-lang niet bereikbaar. Een ramp voor de plaatselijkebevolking, niet alleen omdat de molens in Beers enCuijk niet meer te bereiken waren voor de boeren,maar ook hun landerijen waren alleen nog geschiktals hooiland. Een eigen molen, op een stuk hoger ge-legen droge grond tussen Linden en Katwijk zou deoplossing zijn voor dit probleem. In 1927 is men pasmet kanalisatie van de Maas begonnen. Eind jarendertig was deze klus geklaard en kon de Beerse over-

laat weer worden gedicht. De overstromingen in hetMaasland waren daarna zo goed als verleden tijd.

Lindense korenmolen te Katwijk

In 1876 kocht Jos van der Steen uit Linden de voorafbraak te koop staande molen P in Waddinxveen.Een jaar later in 1877 begint de voormalige vijzelmo-len P aan een nieuw leven als korenmolen met de naam“Lindense molen” te Katwijk. Op de drassige polder-grond van de Zuidplaspolder stond de molen, met eenstenen onderbouw, op een stevige fundering van hou-ten palen, ieder 16 ellen lang. In Katwijk is een derge-lijke fundering niet noodzakelijk en is de molen her-bouwd op een fors stenen woonhuis. De achtkant iszonder tussentafelement rechtstreeks op het woonhuisaangebracht. Het geeft de molen een zeer eigen aan-blik. De romp en de kap werden bekleed met dakleer,hetgeen toen gebruikelijk was in deze streken. Hetgevlucht is ingekort van 27,50 tot 22,75 meter, deovergebleven stukken potroede staan als poortwachtervoor de invaart van de molen.Reeds na enkele jaren nam mulder Antoon Jetten demolen over. Diens nazaten hebben tot op heden demolen in bezit. Antoons zoon Piet nam de molen in1920 van zijn vader over en diens schoonzoon J. vanKempen werd in 1951, tot op heden, de eigenaar.In 1954 en 1984 onderging de molen diverse restau-raties. In 1954 is het dakleer van de romp en de kaphelaas vervangen door riet (typisch poldermolen). Bijde restauratie in 1984 kreeg de molen een nieuwe kap,gevlucht, stelling en tafelementen. Het enige wat nogherinnerd aan zijn glorietijd als vijzelmolen is hetkroonwiel (met conische kammen) op de koningsspil.Van de 8 hoekstijlen zijn er twee van eikenhout, daarzat de vijzel, en 6 hoekstijlen van grenenhout.

Kaart van de Beerse overlaat

Page 17: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008 pagina 17

Gegevens van de molen

Stellingmolen, houten achtkant, gedekt met riet, op een gemetseld woonhuis, kap gedekt met riet

Vlucht 22,75 m, wiekenvorm OudhollandsRoeden:Fabrikaat Nummer Positie Jaar LengtePot 0934 buiten tot 1986 22,75 m (ingekort)Pot 1175 binnen tot 1986 22,75 mDerckx 0520 buiten vanaf 1986 22,75 mDerckx 0521 binnen vanaf 1986 22,75 m

As : Penn & BaduinAskophoogte : 16,15 meterKruiwerk : Engels kruiwerk met kruilierVang : Vlaamse blokvang, vangbalk met haak, vangtrommelMaalwerk : 1 koppel 16der kunststeen,

restanten van een regulateur en het paard (lichtwerk) van tweede koppelSleepluiwerkOverbrenging : bovenwiel 67 kammen, kroonwiel 34 kammen, steek 12,8 cm

spoorwiel 107 kammen, steenschijf 33 staven, steek 9,0 cmoverbrengingsverhouding 1 : 6

Stellinghoogte : 5,30 meter

Vanaf 1987 draaien er alleen nog vrijwilligers op demolen.

Molenaars te Katwijk:- Jos van der Steen 1876 – 1879- Antoon Jetten 1879 – 1920- Piet Jetten 1920 – 1951- Peter Simons 1987 – heden

Eigenaar:- J. van Kempen 1951 – heden

Rob Snel

Het conische kroonwiel van de molen

Naschrift van de redactie:Volgens andere bronnen is de molen te Linden/Kat-wijk al in 1869 gebouwd en niet in 1877, zoals volgensde hier vermelde gegevens. Het is vooralsnog ondui-delijk welke jaartallen juist zijn. Mochten er mensenzijn die nader e informatie hebben, dan stelt deredactie het bijzonder op prijs indien we deze infor-matie in kunnen zien.

Page 18: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008pagina 18

Deze serie over de biotopen van de molens in onzeregio begon met molen de Bergzicht te Gassel. Bijdeze molen is het oorspronkelijke heidelandschap inde loop der jaren in bos veranderd, wat een verslechte-ring van de biotoop met zich mee heeft gebracht. Bijde Heimolen te Sint-Hubert heeft zich hetzelfde pro-ces afgespeeld: ook hier herinnert alleen nog de naam“Heimolen” aan de vroegere aanwezigheid van heide.

Bij de Heimolen is goed te zien dat men vroeger zorg-vuldig een plaats uitzocht om een molen op te richten.Niet alleen de open heidevelden, die vroeger aan dewestkant lagen, zorgden voor een goede windvang.De molen ligt namelijk ook nog eens op een zandrug,zodat de molen op een hoog punt ligt. Als je vanaf demolenberg richting het oosten kijkt, is dit nog altijdgoed te zien.

De molenbiotoopDe Heimolen te Sint-Hubert

Streefsituatie

Berekening van de maximale objecthoogte: de molen is een bergmolen met berghoogte 3 m.De askophoogte komt voor deze molen op 15 meter.

Volgens de normen voor ruw terrein is het donkergrijze gebied de toegestane objecthoogte.Bij de onderste figuur zijn de hoogte- en afstandschaal gelijk en zijn ter illustratie de molen en enkele hogeobjecten uit de omgeving aangegeven, bij de bovenste figuur is voor de duidelijkheid de hoogteschaal 3x

uitvergroot. De getallen geven de maximale objecthoogte op basis van ruw terrein aan.

De lezers die zich al sinds langere tijd interesserenvoor het wel en wee van de molens in het Land vanCuijk, kunnen zich vast herinneren dat het verbosteheidegebied lange tijd niet het grootste probleem voorde molen was. Er stonden vroeger grote bomen directnaast de berg, zodat de wieken niet of nauwelijkskonden draaien. Nadat deze bomen waren wegge-haald, kon de molen in ieder geval weer draaien, al-hoewel de doorgeschoten houtwal op het westen ennoordwesten nog lange tijd een doorn in het oog vande molenaars bleef. Inmiddels is hier ook veranderingin gekomen, een heel stuk van deze wal is gekapt.

De ergste biotoopproblemen zijn hiermee verholpen,zodat de molen redelijk tot goed kan functioneren.De situatie voor molens met slechte biotoop hoeft dusniet per se hopeloos te zijn, al laten verbeteringenvaak lang op zich wachten.

max. hoogte5,7 m

30

15

010050 150 200 3002500

10

5

010050 150 200 3002500

afstand (m)

ho

og

te (

m)

hoogte berg:3 m

max. hoogte7,0 mmax. hoogte

4,3 m

huis Z

bomen Zoverkant weg

Page 19: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008 pagina 19

Actuele situatie per windrichting

N

W

NO

Z

O

NW

ZW ZO3

2

3

2

3

5

5

4

Eindbeoordeling

Beoordeling biotoop:1 slecht2 bedenkelijk3 matig4 aanvaardbaar5 goed

Z: het witte huis staat op 60 m

ZW-W: op ca. 60 m van de molen(achter de weg) begint hetbos, met deels loofbomenen deels naaldbomen

Door alle biotoopverbeteringen van de afgelopen 10jaar is de biotoop van de Heimolen tot een aanvaard-baar niveau verbeterd. Al is het dan geen echte “Hei”-molen geworden, tot de weg aan de westkant is dewindvang nu vrij. Aan de oostkant is de windvanggoed te noemen.

In 1997 stond er bij de uitgave van het Nederlandsmolenbestand bij de biotoop nog het cijfer 2 (beden-

kelijk) vermeld. Door de vele verbeteringen krijgt debiotoop nu het cijfer 3 tot 4 (matig tot aanvaardbaar).Hierbij moet wel de opmerking gemaakt worden datin de dominante windrichtingen (zuidwest tot west)de windvang het slechtste is.

Tekst: Mari Goossens en Marko SturmFoto’s: Mari Goossens

NO: in deze windrichting isduidelijk te zien dat de molenop een verhoging staat

W-NW: het gekapte bosje iseen grote verbetering

Page 20: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008pagina 20

MolenpoëzieOnderstaand gedicht is in oktober 1963 geschreven door Jan Heijs voor zijn kleinkinderen. Hij was tot 1917 alsmolenaar werkzaam op de beltmolen in Beugen die in 1979 de naam Martinus kreeg en daarvoor ook nog enigetijd de naam Zeldenrust heeft gedragen.

De mulder droeg zijn zoontjeZijn vreugs, zijn levensheilMet zich mee op de molen

Langs trappen smal en steil.

Wel schrikte hij in ’t eersteEn zag hij soms vervaard

En hield zich vast aan vaderWanneer hij keek naar d’aard.

Dat was een waar genoegenDaar boven voor het kindDaar bij die grote zeilenDie snorden in de wind.

In ’t draaien van de wiekenIn ’t bonzen en gekraak,

In ’t springen op de zakkenVond ’t knaapje dol vermaak.

Dan keek hij uit de molenVerwonderd naar beneen

En sloeg de handjes samenHoe klein toch alles scheen.

De mensen op de akker,De bomen in ’t rond,

De zwaar beladen ezelDie aan de molen stond.

De najaarswinden bliezen,Het rijpe fruit viel neer,De molenwieken vlogen

En draaiden keer op keer.

Zijn zoontje bij de wiekenWat ijselijk ogenblik,

De mulder staart en siddertVerstomd van angst en schrik..

De wieken vliegen rasserIn feller wilder vlucht

En raken ’t arme knaapjeEn slingert ’t in de lucht.

En hoe hij kwam gevlogenEn ’t lijkje in zijn armen slootEn het met jammerklachten

En tranen overgoot.

Zijn innig geliefd zoontje was dood.

Sinds vielen twintig malenDe najaarsbladeren neer

Sinds bloeien twintig malenDe voorjaarsbloemen weer.

Nog staat en huis en molenZoals het vroeger was

Nog speelt de morgenzonneOp rozenpark en gras.

Maar soms bij zomeravondBij stil en helder weer

Zit de oude mulder zwijgendVoor zijne woning neer.

Dat is het uur van rustenWaarvan hij dan genietHij staroogt in de verteOf strak ten gronde ziet.

Page 21: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008 pagina 21

Al eerder hadden we afgesproken dat Theo van Bergenen John Houben een excursie zouden regelen naarAlkmaar. John had nog een aanhangwagentje voldocumenten, die deze reis ook moesten maken. Hetmoest dan wel een droge dag zijn, de documentenmochten niet nat worden. Er was helaas steeds slechtweer voorspeld en helaas kwamen deze voorspellin-gen nog aardig uit ook, dus uitstel. Uiteindelijk werdkort ervoor de dag geprikt, op 03-05-2008 moest hetgaan gebeuren, iedereen werd per telefoon gemobili-seerd om op zaterdagmorgen om 08:00 uur bij de mo-len in Oeffelt te zijn. Dat was toch nog vroeg uit de

VoorjaarsexcursieNoord-Holland

veren voor een vutter, maar het feit dat we naar mijnoude woonplaats Alkmaar toe gingen maakte allesgoed. Bijna iedereen was op tijd en we gingen, ietslater dan gepland, alsnog op weg. Het was prachtigweer en we zetten koers richting Andreas de Vos opde Sluismolen in Koedijk. Het was rustig op de wegen voordat we het wisten waren we er al. Ik had 4collegae als passagier die de gehele weg lekker metelkaar hebben zitten kletsen. Theo bemoeide zich metde navigatie. John had slechts 1 passagier, maar heelveel sleurwerk aan documenten in zijn karretje. DeSluismolen kende ik nog van vroeger, ik woonde ervlak naast. Hij stond er prachtig bij. Andreas had allesnet geschilderd en hij wachtte ons op met koffie.

John had zelf een heerlijke tulband gebakken en dieging er dan ook in als koek. Tijdens het koffiedrinkenvertelde Andreas over de molen en daar hoorde ikdat de molen in de nacht van 16 op 17 mei 2001 in debrand was gestoken. Welke gek haalt dit nu in zijnhoofd om zo’n prachtig monument in de fik te steken?De restauratie was bijzonder mooi geslaagd en An-dreas was echt trots op zijn molen. Hij woont op ditmoment alleen in de molen, heeft een kleine leefruim-te, een keukentje in stemmig blauw en een bedsteetot zijn beschikking. Tijdens de rondleiding gaf hij alaan dat er een rol was gebroken in het kruiwerk en ofwe hem konden helpen met het vervangen. Zo gezegdzo gedaan een goede praktijkles, eerst hebben we debrokstukken verwijderd en daarna de molen twee keerde afstand tot de rollensluis laten afleggen, om de rolte kunnen verwijderen en een nieuwe te plaatsen. Bijnaiedereen heeft het binnen kruiwerk bediend, ook Theoliet zich niet onbetuigd (zie foto).

De vervanging van de rol verliep zonder problemenen was goed geslaagd.Het was prachtig weer en gezellig, we hebben er ookmaar gegeten en zijn daarna op pad gegaan naar deRobonsbosmolen om naar het haspelkruis te kijken.

Vreemd, ik heb jaren een tuintje gehad op het tuin-complex naast de molen, nooit is mij opgevallen datdeze molen anders was dan anderen. Daarna met grotespoed richting Haarlem naar Paltrokmolen de Een-hoorn. Joyce Beneker zat ons al op de kruivloer op te

De Sluismolen in Koedijk, Theo van Bergen bedienthet binnenkruiwerk (onderste foto)

Page 22: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008pagina 22

Het haspelwiekenkruisvan de Robonsbosmolente Alkmaar

wachten en je gelooft het of niet, tovert John weereen grote Limburgse vlaai uit de doos. Na het bakkiekoffie en de vlaai start Joyce vol enthousiasme haarrondleiding. Eerst via het luik de hel in, het spinnenraghaakt achter je oren, maar hier zijn goed de spoor-stokken, de stiep en de koning te zien.

En dan naar de zaagvloer, drie zaagramen heeft deEenhoorn en een pompraam één vloer hoger. Waaromer voor een krukas voor 4 zaagramen is gekozen isniet helemaal helder, maar door een fout kon het vierderaam niet zagen. Tijdens de zaagslag werd de stamniet door de krabbelaar naar voren geschoven en tij-dens de opslag juist wel. Het had dus geen enkel effect.Het was bijzonder te bedenken, dat men vroeger tochal in staat was een dergelijke krukas te smeden. Degehele dag bleef het stralend weer en de thuisreisverliep voorspoedig. Een geslaagde dag, bedanktTheo en John, we hopen nog eens mee te mogen.

Tekst en foto’s: Rob Snel

Bij de Eenhoorn te Haarlem

Page 23: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008 pagina 23

Aan de lichtPierre Gielen

Deze keer staat Pierre Gielen aan de lichtDe liefde voor molens is mij met de paplepel ingego-ten. Mijn overgrootvader en mijn opa van moeders-zijde (de familie Van Betteray) waren molenaar inBaarlo en bij mijn tantes aan de muur hingen foto’svan de standaardmolen in dat dorp met een strengeambtelijke stempel erop: ‘In de oorlog verwoest’. Alskind konden we met de tantes niet in de buurt van eenmolen komen zonder te horen: ‘Kiek toch es watschoeën’ (‘Kijk toch eens wat mooi’). Wat me in mijnjeugd lichtelijk overdreven voorkwam.

Het zou nog lang duren voor ik de schoonheid vanons industrieel erfgoed zelf leerde kennen. Ik groeideop in Hoensbroek, in de Oostelijke Mijnstreek, tussende restanten van de Nederlandse steenkolenindustrie.Mijn interesses lagen indertijd vooral bij het schrijvenvan proza en het fotograferen van fabrieksruïnes, legegebouwen en stilstaande mijnschachten. Techniekheeft me altijd gefascineerd en uit ervaring weet ikaan welke kant je een hete soldeerbout moet vasthou-den. Een blauwe maandag studeerde ik zelfs elektro-techniek, maar vond dat te eentonig.

Op mijn 19e vertrok ik uit Zuid-Limburg om te gaanstuderen. Daarna woonde ik in Den Haag, Tilburg,Nijmegen, Bergen op Zoom, daarna weer in Tilburg,waar ik mijn vrouw (van geboorte een Millse) tegen-kwam en waar mijn twee kinderen Morris en Maudzijn geboren.

CakeIn mijn Tilburgse studententijd, midden jaren tachtig,leerde ik noodgedwongen voor me zelf koken én bak-ken. In die tijd fietste ik geregeld naar de Oisterwijksemolen om een zak meel te halen, waarvan ik broodbakte in mijn Moulinex oventje. Veel lekkerder danmet meel of bloem uit de supermarkt, al rees het somsminder. Van collega’s op een uitzendbaantje bij eentransportbedrijf kreeg ik commentaar over de ‘cake’die ik meebracht in mijn lunchtrommeltje en als ikdan vertelde dat het zelfgebakken brood was, luiddehet oordeel steevast ‘homo’ of ‘geitenwollen sok’.

Achtereenvolgens studeerde ik fotografie in DenHaag, journalistiek in Tilburg en communicatieweten-

schap in Nijmegen. Tijdens mijn studie al, bouwde ikeen bloeiende praktijk op als freelance journalist encopywriter. Tegenwoordig werk ik als communicatie-manager bij een grote onderneming in bouw, infra envastgoed. Molens waren ver naar de achtergrondverdrongen.

Tot mijn tantes kort na elkaar overleden. Met nevenen nichten haalden we het huis leeg waar zij samenwoonden. Mijn tantes bezaten veel fotoboeken metmolens, waarvan ik er niet één heb meegenomen. Watik wel meedroeg, was het beeld op mijn netvlies vande gereproduceerde ansichtkaart van de molen vanmijn overgrootvader, een foto ernaast van het maal-boekje (originelen zijn nu in bezit van de heemkunde-kring in Baarlo) én de kiem van het idee dat ik ooitzelf ook in zo’n molen zou kunnen draaien.

Page 24: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008pagina 24

Molens in de regioDe zomertijd was kennelijk een rustige tijd voor demeeste molens in onze regio. Bij diverse molens vielniets te melden.

De Nooitgedacht te Afferden

Op zondag 5 oktober is het Limburgse Molendag. Opde Nooitgedacht te Afferden zal Frank Heeren demolen bemalen.

De Martinus te Beugen

Het terrein voor de molen heeft een gedaantewisselingondergaan. De ijzeren afrastering met poort is wegge-haald evenals de zich daarachter bevindende beplan-ting, zodat er op de picknickplaats na een grote vlakteis overgebleven. Het mededelingenbord is verplaatsten staat nu bij de picknickplaats. Het is de bedoelingdat t.z.t. de belt wordt afgeschermd door een doornen-haag.

Molenmaker Beijk heeft diverse reparaties en onder-houdsklusjes uitgevoerd. De ezel van de vangbalk isopnieuw vastgezet, waarbij de vang meteen opnieuwis afgesteld. Verder is een bout van de insteekkop op-nieuw vastgezet en is de muts van de as vastgezet metepoxy. Daarnaast zijn ook diverse wiggen in het bo-venwiel vervangen en zijn bevestigingen van de staart-balk en de schoren vervangen of gerepareerd. De ver-vanging van de rotte delen van één van de beltdeurenvormde het letterlijke en figuurlijke sluitstuk van de

werkzaamheden.

Bij het schrijven van deze tekst kijken de molenaars,het bestuur van de molenstichting gemeente Boxmeeren de buurtvereniging “De molen” vol spanning uitnaar het molenfeest op 14 september. Hierbij zal het140-jarig bestaan van de molen gevierd worden. Inhet volgende nummer hopen we hierover verslag uitte brengen.

De Jan van Cuijk te Cuijk

Over de gebeurtenissen op de molen valt weinignieuws te melden. De onderhoudstoestand van de mo-len heeft echter nogal wat aandacht gehad van deregionale en provinciale media. Omroep Brabantstond enkele weken geleden plotseling voor de deur,nadat ze door een bezorgde inwoner van Cuijk wareningeseind over de “belabberde” toestand van de mo-len. Gelukkig kan gemeld worden dat er nog steedseen fors bedrag klaar ligt om een aantal zaken aan tepakken. Door de verantwoordelijke ambtenaar wordteen aanbestedingsbestek gemaakt en vervolgens zaler een aanbesteding plaats vinden. Ook voor de begro-ting van 2009 is er geld gereserveerd voor onderhoudaan de molen.Het is dus nog even afwachten wat er gaat gebeurenaan de molen, maar het restaureren van het pakhuis,het vervangen van beide spruiten en het schilderenvan de molen heeft de hoogste prioriteit.

LeerlingOp zondag 24 maart 2008, tijdens de regionale molen-dag in het Land van Cuijk en Noord-Limburg, washet zover. Met het doel als hobby panoramafoto’s temaken, bezocht ik samen met mijn zoon een aantalmolens. In Sint-Hubert vertelde Walter Cornelissen,secretaris van de Molenvrienden, me vol vuur overhet vrijwillig molenaarschap. Kort daarna schreef ikme in als lid van het Gilde en de Vereniging Molen-vrienden. Sindsdien ben ik leerling molenaar. Eerstin de Heimolen te Sint-Hubert, bij Walter Cornelissenen Harry Daverveld, nu in De Vooruitgang te Oeffelt,bij Theo van Bergen en John Houben. Wat geweldigdat er zo veel mensen zijn die dit prachtige vak zondertoekomst nog steeds een warm hart toedragen en

investeren in de opleiding van nieuwe generatiesmolenaars.

Ik ben gegrepen door het molenvirus. En het verwon-dert mij telkens weer wat voor een natuurkracht demens met zijn windmolens heeft weten te beteugelen,eeuwen geleden al, met een techniek die in feite vrijeenvoudig is. Hoewel de lesstof voor het molenaars-examen er niet om liegt. Zelf aan de licht staan, maaktmijn eigen familiegeschiedenis een stuk tastbaarder.En regelmatig, als ik met mijn kinderen door de omge-ving rijd, betrap ik mezelf erop dat ik naar een wiekwijs die boven het gebladerte uitsteekt en het overbo-dige commentaar toevoeg: ‘Kijk eens, wat een mooiemolen!’

Page 25: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008 pagina 25

De Reus te Gennep

Tijdens de Limbugse molendag op 5 oktober zullenmolenaars Jan Coopmans, Peter Pouwels en HansAltemühle aanwezig zijn en bij geschikte wind demolen laten draaien.

De Gerarda te Heijen

Ook de Gerarda te Heijen zal tijdens de Limburgsemolendag geopend zijn. Twan Jacobs is op deze dagde dienstdoende molenaar.

De Korenbloem te Mill

Helaas is er nog altijd geen vooruitgang wat betreftde restauratie van de molen. Het ontbreekt de eigenaaraan de financiële middelen om hiermee een begin temaken.

De Korenbloem te Oploo

De oogst van het spelt van dit jaar is al weer geweest.De rogge en tarwe van het project Graancirkel zijnverkocht. Dankzij de hoge graanprijzen levert dit aar-dig wat op.

In De Korenbloem zijn weinig veranderingen sindshet leuke bezoek van de Molenvrienden. Het bouw-historisch onderzoek beleeft ook zijn komkommertijd.Ik moet zeggen dat het ook geen pretje is om met 30graden in de molen rond te klauteren met meetlat,een stukje papier en een pen tussen de tanden. Er iseen nieuw soort pannenkoekenmeel uitgedacht metals hoofdbestanddeel spelt en dit loopt aardig. Onzetechnische commissie zal zich binnenkort buigen overde nieuwe rapporten van de Monumentenwacht, wantals we alles moeten geloven, dan staan er nog denodige reparaties op de agenda.

De watermolen te Oploo

Tot nu toe (09-08-2008) heeft de watermolen de helezomer kunnen draaien. Dit is uniek, maar dit wil welzeggen dat het een hele natte zomer is!!!Natuurlijk was er het bezoek van de Molenvrienden.Op 14 juni heeft de opleidingscommissie watermole-naars een bijeenkomst in de watermolen gehad.Op 17 augustus is weer de jaarlijkse Tôntjes dag,waarbij in en rond de watermolen van alles te belevenis. Voor de rest kan de watermolen nog vele jarenmee als de nieuwe dakbedekking eindelijk wordt ge-legd.Wat overblijft is het probleem van de bemensing vande watermolen. Ook hier dreigt de vergrijzing en de

Molenstichting Oploo-Wanroij is druk doende omhiervoor een oplossing te zoeken.

JvR

De Luctor et Emergo te Rijkevoort

Hans Titulaer was begonnen met de steen opnieuw testellen, maar dat lukte niet naar zijn zin. Omdat desteen draait op een vaste rijn komt het nogal preciesdat de steen en steenspil goed haaks ten opzichte vanelkaar staan. Alsnog werd besloten de steen open teleggen. De steen is iets bol afgesleten door de schevestand van de spil, verder is hij op sommige plaatsente arm en er is amper een verdeel- en breekzone.

Dit betekende dat de steen opnieuw gescherpt en ge-steld moest worden. Dat laatste gebeurt door stalenwiggen tussen vaste rijn en steen te slaan. Hans lag erdoor ziekte even uit zodat we pas eind juni de klus afkonden maken. Het scherpen met de hamerboor-machine gaat erg vlot, heel wat sneller dan vroegermet de bilhamer. Tijdens het proefmalen hebben weeerst een zak tarwe grof er door gedraaid om de steeniets minder scherp te maken. Daarna tijdens het ver-werken van dit schrot tot meel braken er een paartanden uit het spoorwiel. Het bleek dat de ijzerbalkvan het staakijzer was verschoven. Tijdens het uittake-len of terugplaatsen van het staakijzer zijn waarschijn-lijk de wiggen los gekomen met dit tot gevolg. Zo-doende konden we niet malen tijdens het bezoek vanhet Boxmeers Vocaal Ensemble ’s zondags daarop.

Later die week kwam de schilder (Willems uit Rijke-voort), die veel voor Beijk schildert, met een hoogwer-ker om de molen een goeie beurt geven. De staart en

Op deze foto van de molensteen van de Luctor etEmergo is goed te zien dat de steen verkeerd is

afgesleten. Er is geen sprake meer van een breek-en maalzone.

Page 26: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008pagina 26

het wiekenkruis werden behandeld. Tevens kondener nog snel twee klapmutsen op de korte schoren ver-vangen worden. In overleg met mij en Beijk zijn naaraanleiding van oude foto’s de versieringen van voor1940 op de luiken van de achterkeuvelens en de stel-lingdeuren aangebracht.

Daags voor de bouwvakvakantie kon “tandarts” Beijkhet spoorwiel van een aantal nieuwe vullingen voor-zien. Er waren ook nog wat gaatjes ten gevolge vanhoutworm geconstateerd. Omdat Beijk ook voor deschilder op de molen moest komen, is dat de redendat Beugen nog even op Beijk moest wachten. Enpassant werden ook nog de traptreden van de trapnaar de opslagzolder vervangen.De schilder werkte de eerste week van de vakantienog door zodat het gevlucht klaar was en we weerkonden draaien en malen. Hierdoor en ook vanwegede vakanties zijn er maar heel weinig omwentelingenop de teller bijgekomen.

24 juni hadden we de manifestatie “koren op demolen”, waaraan een aantal koren uit Rijkevoortdeelnamen. Dit bracht ca. 100 bezoekers op de molen.

MG

De Heimolen te Sint-Hubert

Van de Heimolen weer eens goed nieuws. Na het heb-ben van uitvoerige gesprekken met (en wakker schud-den van) diverse ambtenaren en burgemeester HansVerheijen van de Gemeente Mill komt er nu toch schotin de zaak. Het inspectierapport van de Monumenten-

wacht is nu toch opgepakt en in een restauratiebestekneergelegd. Dit wordt begeleid door G. de Kemp(Utrechtse molen). De belangrijkste werkzaamhedendie verricht moeten worden zijn de reparatie (epoxy)c.q. vervanging van diverse balken. Hiervoor zal deGemeente Mill dit jaar EUR 60.000,- vrij maken. Alshet budget het toelaat zal er in verband met de vei-ligheid ook een hekwerk rond de belt komen. Voor2009/2010 zal er voor EUR 100.000,- per jaar ver-spijkerd gaan worden om de achterstand in het onder-houd in te lopen. Via diverse subsidies zal er gepro-beerd worden om de nodige gelden binnen te krijgen.We zullen jullie op de hoogte houden wat er allemaalgaat gebeuren de komende tijd. De molen heeft deafgelopen tijd gewoon zijn wekelijkse rondjes ge-draaid en zal dat voorlopig blijven doen als dat moge-lijk is.

De Rust na Arbeid te Ven-Zelderheide

Op de “Rust na Arbeid” in Ven-Zelderheide is allesin orde. Ludger heeft direct naast de molen een terrasvan lichte en donkere natuursteen gemaakt. Het terrasziet er uit als een kunstmaalsteen, maar dan met eendiameter van 4 meter.Op 6 juli werd er bij de molen een grote bruiloft metmeer dan 200 gasten gehouden. Omdat ook hetburgerlijk huwelijk op de molen gesloten werd, moestLudger een speciaal verdrag met de gemeente sluiten,waarmee de molen tijdelijk de rechten van trouwloca-tie verkreeg.

Tekst: Mari Goossens en Marko SturmFoto: Mari Goossens

Wijziging openingstijdenDe openingstijden van de Lindense stellingmolen inKatwijk zijn gewijzigd. Molenaar Peter Simons zal

voortaan de molen op zaterdagmiddag openstellen,van 13:30 tot 17:00 uur.

Page 27: De Molenvriend 64

De Molenvriend 64, oktober 2008 pagina 27

(advertentie)

Beijk Molenbouw BVRimpelt 15a

5851 EK AFFERDENtel. 0485-531910fax 0485-532305

(advertentie) (advertentie)