De Molenvriend 50

47
Uitgave van de vereniging Molenvrienden Land van Cuijk ME T A LLE MOLE N S I N D E R E G I O

description

 

Transcript of De Molenvriend 50

Page 1: De Molenvriend 50

Uitgave van de verenigingMolenvrienden Land van Cuijk

MET A

LLE MOLENS IN

DE R

EGIO

Page 2: De Molenvriend 50

VERENIGING MOLENVRIENDEN LAND VAN CUIJKMolenvereniging in het Land van Cuijk en Noord-Limburg

www.molens.net/landvancuijk

BESTUUR

VOORZITTER Mari Goossens D. Boutsstraat 25Tel. 0485-573815 5831 VN BOXMEER

SECRETARIS Don Werts De Aalsvoorten 20Tel. 0485-322460 5443 CG HAPSFax 0842-110623 [email protected]

PENNINGMEESTER Perry Hendriks De Vang 20Tel. 0485-322872 5437 BP BEERS

BESTUURSLEDEN Walter Cornelissen Park 8Tel. 0485-478818 5446 PH WANROIJStefan Willems Lupine 3Tel. 0485-318028 5432 BT CUIJK

LEDENADMINISTRATIE Tel. 0485-322460 De Aalsvoorten 20Fax 0842-110623 5443 CG HAPSGIRONUMMER: 4008385 onder vermelding adres penningmeester

MOLENARCHIEF Voor inlichtingen omtrent het archief kunt ULAND VAN CUIJK contact opnemen met het secretariaat.

Eenieder kan na afspraak het archief raadplegen

BIOTOOPWACHT Tel. 0485-313298 Moleneind 4LAND VAN CUIJK 5431 HW CUIJK

DE MOLENVRIEND 50

ColofonJaargang 19, nummer 2, juni 2003Lijfblad van de vereniging Molenvrienden Land van Cuijk, opgericht in 1984.De Molenvriend wordt gratis toegezonden aan de leden van de vereniging. De contributie hiervoor is • 10,--.Aanmelding kan geschieden door het bewuste bedrag te storten op de girorekening van de vereniging. DeMolenvriend is een advertentiemedium. Prijs losse nummers • 0,70, voor dit jubileumnummer geldt eenafwijkende prijs van • 2,50.

REDACTIE Harry Daverveld Frits HartemanPeter Simons Marko SturmBen Verheijen

REDACTIEADRES Bilderbeekstraat 23 5831 CW BOXMEERof e-mail: [email protected]

VERDER WERKTE(N) MEE Mari Goossens, John Houben, Don Werts enStefan Willems

ILLUSTRATIES zie hiervoor de vermelding bij de artikelenpasfoto’s: Don Werts

VOORPAGINA Er kon geen speciale molen voor de uitgave vandit nummer gebouwd worden, maar in deze be-werking lijkt het net echt (foto en bewerkingMarko Sturm).

Page 3: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 3

Van de redactie

pagina 2 Colofonpagina 3 In dit nummer

Van de redactiepagina 4 Voorwoord van het bestuur

door: Mari Goossenspagina 5 Geschiedenis van de molens in de regio

korte algemene historische inleiding van de beschreven molensdoor: Marko Sturm

In de artikelen van pagina 6 tot en met 45 komen alle molens in het Land van Cuijk en Noord-Limburg aan bod.De volgorde van deze artikelen is gebaseerd op geografische overwegingen. Op de overzichtskaart in het middenvan dit nummer kunt U zien welke molen op welke pagina beschreven wordt.

pagina 24 Overzichtskaart van de molens in het Land van Cuijk en Noord-Limburg

vervolg van de beschrijvingen van de molens

pagina 46 Molenbezoek in de regioopeningstijden en telefoonnummers van de molenaars

In dit nummer

Met veel genoegen kan de redactie u hierbij de 50euitgave van de Molenvriend als jubileumnummeraanbieden, waarin wij aan de molens in het Land vanCuijk en die van Noord-Limburg en hun molenaarsaandacht besteden. U ziet dat de inhoud, lay-out enhet gebruikte papier anders zijn dan dat u van onsgewend bent. In de samenstelling van deze uitgave isveel (vrije) tijd van de redactieleden gaan zitten. Eenaantal van hen hebben naar vermogen een beschrijvingvan de molens gegeven, hetgeen zij met liefde enplezier gedaan hebben, voor u en voor onze vereni-ging. Ook wil zij haar dank uitbrengen aan de niet-redactieleden voor hun inbreng.

Aangezien alle molens al eens uitgebreid in “deBrabantse Molens”, “het Limburgs Molenboek”,

“Molens in het Land van Cuijk” en bovendien in deMolenvriend de revue zijn gepasseerd, hebben wijgemeend dat een korte geschiedenis van de molensvolstaat, zij het, dat de laatste bijzonderheden hierinzijn opgenomen.

Gezien het natuurlijk verloop, ook bij de redactie,weten wij niet of het ons allen gegeven is de 100euitgave mee te maken, wel dat we dit werk met plezierzullen voortzetten om die mijlpaal te bereiken. Het isniet altijd meegevallen de voorafgaande 49 nummersde deur uit te krijgen, maar we blijven optimistisch,waarbij uw steun onmisbaar blijft.

de redactie

Page 4: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 4

Voorwoordvan het bestuur

Bij overname van artikelen en/of foto’s, auteur eneventuele bron(nen) vermelden. Tevens hiervanmelding maken bij de uitgeefster of redactie vandit blad.

De redactie stelt zich niet aansprakelijk vooreventueel gemaakte fouten of anderszins ontstaneongemakken.

Met gepaste trots presenteren wij u hier de 50e editievan onze Molenvriend. Het is mij een genoegen dezejubileumuitgave met een voorwoord te mogen inlei-den.

Binnen onze nu bijna twintig jaar bestaande vereni-ging is de “Molenvriend” een belangrijk bindmiddeltussen onze leden. We wisselen hierin informatie uittussen onze actieve en passieve(re) doch geïnteres-seerde leden.Om in een metafoor te spreken. We kunnen het verge-lijken met de gluten in de tarwe. De molenaar maalthet geselecteerde graan fijn genoeg. De bakker be-werkt het meel, samen met een goede dosering vanandere ingrediënten, tot een goed samenhangend enlekker brood. Het is dan goede kost, “lekker leesvoer”.We bedanken vanaf hier molenaar/bakker Frits en zijnredactie voor hun inzet voor ons blad.

Dit jubileumboekje wil een tijdsbeeld geven van hetmolenbestand van onze vereniging. Een stukje ge-schiedenis en de huidige toestand van de 18 molensen hun molenaars worden hier beschreven.

In een voorwoord is het wel eens goed om eens achter-om en vooruit te kijken voor wat betreft de molen-situatie.De laatste decennia is er maatschappelijk meer belang-stelling ontstaan voor ons cultureel erfgoed waartoewe zowel molens als bomen mogen rekenen. Zo zijner diverse molens gerestaureerd en worden ze in hetalgemeen goed onderhouden. Denk in dit verband aande Vooruitgang in Oeffelt, de Martinus in Beugen, demolens in Gennep en de Plasmolen. Alles mag echternaar de mening van veel molenaars wel sneller gebeu-

ren. De ambtelijke molen lijkt hier meer op een zaag-molen. Komt moeilijk op gang maar trekt wel door.Konden we maar een vergelijking met een pelmolenmaken. In dit verband zijn de ontwikkelingen rondDe Hoop in Beers hoopvol.

De verzakelijking, de toenemende bureaucratiseringen inspraak van de maatschappij leiden echter steedsvaker tot een slechte biosfeer voor de molen en beper-ken zijn functionaliteit.In dit verband moeten we denken aan milieubeweging,Arbo- en veiligheidsregelgeving , HACCP-regels enhoge verzekeringspremies. Daarom is het bijna on-doenlijk bedrijfsmatig nog een molen te runnen enmoet er steeds meer een beroep op vrijwillige mole-naars gedaan worden. Ze kunnen dan meestal alleenmaar voor de prins draaien. Er gaat zo een stuk animoen vakkennis verloren.

Zodoende loopt ook het particulier molenbezit snelterug. Binnen onze regio hebben we er nog vier. Maarhoe lang nog? Wat brengt de toekomst ons voor demolens in Katwijk en Gassel? Tengevolge van deheersende subsidieregeling kiezen veel moleneigena-ren nu voor een stichting als beheersvorm omdat dezehet voordeligst uitpakt. De vraag is of dit met het nieu-we rijksmonumentenbeleid zo blijft.

Al deze ontwikkelingen zullen hun invloed hebbenop het molenbestand, de vrijwillige molenaar en onzevereniging. In onze 100e editie zult u hopelijk kunnenlezen of deze impact tot een positieve beoordelingaanleiding geeft.

Mari Goossens, voorzitter

Page 5: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 5

Geschiedenis van demolens in de regio

Alvorens de molens afzonderlijk te beschrijven, volgteerst een kort artikel over de geschiedenis van de mo-lens in de regio.Verreweg de meeste molens in onze regio zijn ge-bouwd na de Franse tijd. In deze tijd behoorde hetrecht op wind niet meer toe aan de graaf of heer vaneen bepaald gebied, zodat – na het doorlopen van debouwprocedures – iedereen een windmolen kon bou-wen en exploiteren en de boeren vrij waren om tekiezen bij welke molenaar ze hun graan lieten malen.In deze tijd kregen de meeste dorpen dan ook tweemolens.

Het is opvallend dat in het Land van Cuijk en Noord-Limburg relatief veel molens behouden zijn gebleven.Het huidige molenbestand, zoals in deze uitgave be-schreven, vormt zo’n 40 % van het aantal molens datonze regio ooit gekend heeft. Als we dit vergelijkenmet het landelijk gemiddelde (circa 1000 behoudenmolens van de 10 000 die er ooit waren), kunnen wemet recht zeggen dat we hier nog veel molens heb-ben.Een kijkje in de geschiedenis en bouw van de molensverklaart veel. Door de geïsoleerde ligging tussen deNederlands-Duitse grens en de onontgonnen Peel waser vroeger weinig economisch verkeer met de rest vanhet land, waardoor de regio arm was. De slechte zand-grond die we in grote delen van onze regio kennen,verbeterde dit niet bepaald. Eind 19e en begin 20eeeuw, toen in sommige delen van ons land windkrachtal vervangen werd door de stoommachine, werden inonze regio nog volop molens bijgebouwd, omdat debrandstofkosten voor de moderne krachtbronnen tehoog waren. Om bij de bouw kosten te sparen, werdenindien mogelijk tweedehands onderdelen gebruikt, dieafkomstig waren van molens die door de komst vande stoommachine elders overbodig waren geworden.Ook werden soms gehele molens overgeplaatst. Hetis dus niet zo verwonderlijk dat hier relatief veel mo-lens te vinden zijn, omdat sommige molens uit anderestreken hier een nieuwe standplaats vonden.Ook na de tweede wereldoorlog hebben veel molensin onze regio nog op commerciële basis gefunctio-neerd. De oorlogsschade, die vooral bij de langs derivier de Maas gelegen molens hier en daar aanzienlijkwas, werd indien mogelijk hersteld. Veel molens heb-

ben dus lang gefunctioneerd in vergelijking met derest van het land. Na het toepassen van de monumen-tenwet op molens, was het niet meer toegestaan ommolens te slopen. Voor sommige moleneigenaars wasdit reden om net op tijd de molen om te trekken. Ge-lukkig echter kwam voor veel molens in onze regiode status van beschermd monument op tijd.In de loop van de jaren wordt het voor de beroepsmo-lenaars steeds moeilijker om nog met behulp vanwindkracht te concurreren met maalderijen, zodat zijgenoodzaakt zijn om het maalbedrijf te stoppen. Sinds1977 is het beheer van de maalvaardige molens meeren meer in handen gekomen van vrijwillige molenaars,die de molens voor het nageslacht behouden.

De molens die thans in onze regio staan zijn alle koren-molens. Dit is niet altijd zo geweest, omdat – metname in de omgeving van Cuijk – de leerlooierij eenbelangrijke industrie was. Voor de opkomst van che-mische looistoffen was fijngemalen eikenschors eenbelangrijke hulpstof bij het looiproces. Deze schorswerd fijngemalen op diverse molens in het Land vanCuijk die hiertoe een speciaal koppel zogenaamde run-stenen hadden. Dit was onder andere het geval bij deBergzicht te Gassel en De Hoop te Beers. Jammerge-noeg zijn deze runstenen overal verdwenen, zodatdeze geen tastbare herinnering aan de ooit zo belang-rijke leerlooierij meer kunnen geven.

Zoals gezegd staan er nu nog uitsluitend korenmolensin onze regio. Deze korenmolens werden gebruiktvoor het malen van granen voor de bakker en voor delandbouwgewassen rogge en haver, die in deze streekveel voorkwamen. Tegenwoordig is er in de landbouwveel veranderd, wat onder meer met zich mee heeftgebracht dat deze oorspronkelijke graangewassenvoor een groot deel verdrongen zijn door maïs, datmeestal in zijn geheel verhakseld wordt. Gelukkigheeft dit niet kunnen wegnemen dat de meeste molensin onze regio nog met enige regelmaat malend te zienzijn. Laten we hopen dat met de korenmolens niethetzelfde zal gebeuren als met de runmolens en datdeze nog lang voor onze streek behouden kunnen blij-ven.

Marko Sturm

Page 6: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 6

De Katwijkse molen

Type: achtkante stellingmolenVlucht: 22,75 m, oud-hollandsBouwjaar: 1869

Eigenaar: Jan van KempenInrichting: één koppel stenen

Katwijk

Page 7: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 7

Molenaars

De Katwijkse molen

De molen van Katwijk heeft nimmer een naam gehad,in de volksmond wordt hij daarom de Katwijkse molengenoemd.De rietgedekte achtkantige romp van de molen is ge-plaatst op een vierkant stenen woonhuis. De molen isingericht met een koppel kunststenen.

Ligging en biotoop

De molen is gelegen aan de verbindingsweg tussenLinden en Katwijk. Aan de rand van het industrie-gebied “Haven-Cuijk” en het water van de “Kraaien-bergse Plassen”.Er is windbelemmering door het industrieterrein, hetacaciabos en de beukenboom waarvan de takken totaan de stelling reiken. Draaien gaat goed maar malenis moeilijk door de windbelemmering.

Korte geschiedenis

De dorpen Linden en Katwijk waren gelegen tussende rivier de Maas en het stroomgebied van de Cuijkseen Beerse overlaat. Dit had tot gevolg dat als de Maasuit was, de boeren de molens in Cuijk en Beers nietkonden bereiken door het hoge water. Daarom werder besloten een molen op te richten halverwege Kat-wijk en Linden. Jos van der Steijn kocht in 1869 eenoverbodig geworden poldermolen van de Zuidplas-polder bij Gouda en vervoerde deze molen op eenvlot naar Katwijk. Hier werd de molen opgericht opeen stevig gebouwd vierkant woonhuis. De romp enkap welke met riet gedekt waren, werden bekleed metdakleer wat toen gebruikelijk was in deze streek. En-kele jaren na de bouw is de molen overgenomen door

de familie Jetten en in 1951 door schoonzoon Jan vanKempen.

Vermoedelijk is de molen gebouwd rond 1835 omdatde Zuidplaspolder in die tijd is ingepolderd. Het waseen vijzelmolen. Het is nu nog aan de twee eikenhou-ten hoekstijlen te zien waar de vijzel heeft gezeten.De andere zes hoekstijlen zijn van grenenhout. Doorde Zuidplaspolder te bemalen met een stoomgemaalwaren de poldermolens overbodig geworden. In 1879zijn de laatste poldermolens per opbod verkocht. Demolens waren uitgerust met een kroonwiel op de ko-ningsspil in plaats van de veel voorkomende bonkelaarof rondsel. Dit kroonwiel is nog steeds functioneel indeze molen en brengt de draaiende beweging van degietijzeren bovenas over naar de koningsspil. De giet-ijzeren bovenas is gegoten door Penn & Bauduin inDordrecht.In 1954 is de molen voor het eerst gerestaureerd en ishet dakleer van de romp en de kap vervangen doorriet. In de jaren zestig is de agrarische omgeving vande molen veranderd in een industrieterrein, wat dewindvang niet ten goede is gekomen. Het malen vangraan gebeurde allang niet meer met windkracht. Hier-door raakte de molen langzaam in verval. In 1983 iser gestart met een algehele restauratie van de molendie in twee fasen is uitgevoerd. De tweede fase starttein 1986 en is in april 1987 gereed gekomen. Vanaf derestauratie wordt er door vrijwillige molenaars op demolen gedraaid. Landschappelijk verandert er op ditmoment veel rond de molen. Door de ontzanding komtde molen steeds dichter aan het water te staan. Dusdichter bij zijn oorsprong, maar een poldermolen zalhet toch nooit meer worden.

Tekst en foto’s: Peter Simons

Peter Simons Hans Selten

Page 8: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 8

Bergzicht

Type: achtkante bergmolenVlucht: 25,3 m, Van Bussel met remkleppenBouwjaar: 1808

Eigenaar: Jan van HarenInrichting: twee koppels stenen

Gassel

Page 9: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 9

Molenaars

huidige eigenaar en molenaar is Jan van Haren, geassi-steerd door Mari Goossens.In 1962 heeft de molen een grote restauratie onder-gaan: de oorspronkelijke dakleerbekleding wordt ver-vangen door een rietpels en de vloeren worden ver-nieuwd. In 1984 worden de beide roeden verbeterdmet Van Bussel-stroomlijnneuzen. Door een scheurin de as moest deze worden vernieuwd, verder werdin 1992 een nieuwe buitenroe gestoken. De vangtrom-mel is vervangen door een vangstok. De modernemaalderijmachines zijn verwijderd uit de molen waar-door de molen zijn oude ambachtelijke karakter terugheeft gekregen. Recentelijk is een deel van het riet

opgeklopt en is het tweede koppel stenenweer teruggeplaatst.

Wat betreft de biotoop: in 1998 zijn devrijwillig molenaars twee zaterdagen be-zig geweest met het kappen en snoeienvan bomen en struiken. Het was een heleklus want acacia’s hebben gemene door-nen. Aan de zuidwestkant blijft echterwindbelemmering door begroeiing vanhet Brabants Landschap.

Jan van Haren is haast dagelijks op zijnmolen actief. Hij heeft van de molens inhet Land van Cuijk de meeste omwente-lingen op de teller staan. Het gaat goedmet deze molen. Jan wil dat zo houden.

Daarom wordt er door hem gewerkt aan een beheers-vorm om dit ook voor de toekomst veilig te stellen.

Tekst: Peter SimonsFoto’s: Jan van Haren en Frits Harteman

De naam Bergzicht lijkt op het eerste gezicht watvreemd. Als het Boszicht was geweest, dan had nie-mand een vraagteken geplaatst. Vroeger was het echtermogelijk om vanaf de molen de “Mookse berg”, ofwelMookerheide te zien, vandaar de naam.De molen Bergzicht is een rietgedekte achtkantigebergmolen met Van Bussel-gestroomlijnde wieken.

Ligging en biotoop

De molen ligt aan de weg van Cuijk naar Grave. Eénkilometer ten westen van Gassel, tegen de rand vanhet bos dat ooit eens heide geweest is. Door deze dich-te begroeiing wordt het de molen moeilijkgemaakt goed te kunnen draaien.

Korte geschiedenis

Op de baard van de molen staat “Anno1808”. De molen zou uit de Zaanstreekzijn gekomen en per vlot naar Gassel ver-voerd. Helaas is deze molen door deFransen in brand gestoken in 1814, tij-dens de belegering van Grave door dePrins van Oranje. Omstreeks 1815 wordtde huidige molen gebouwd. Volgens hetBrabants Molenboek zou het om een im-portmolen gaan. Anderen spreken datweer tegen. In tegenstelling tot andereachtkanten heeft de molen namelijk geenveldkruizen. Dat zou er op kunnen duiden dat we hierte maken hebben met een in Brabant gebouwde molen.De molen is oorspronkelijk ingericht geweest als ko-ren- en looimolen maar heeft zijn sporen verdiend alskorenmolen. Volgens oudere inwoners van Gasselheeft de molen ook een koppel pelstenen gehad. De

Jan van Haren Mari Goossens

Page 10: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 10

De Hoop

Type: ronde stenen stellingmolen (romp)Vlucht: 26 mBouwjaar: 1840

Eigenaar: gemeente CuijkInrichting: 1 koppel runstenen

2 koppels stenen voor koren

Beers

Page 11: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 11

Molenaar

Oorspronkelijk was “De Hoop” een ronde stenen stel-lingmolen voor het malen van koren en schors. Mo-menteel is het een romp zonder stelling en kap. Demolen had 2 koppels stenen voor het malen van korenen 1 koppel voor het malen van schors.

De romp is gelegen aan de Leuvert ten westen vanBeers aan de rand van het dorp.Ten westen van de molen staat een rij hoge bomendie later bij eventueel draaien behoorlijk in de wegzal staan.

Korte geschiedenis

Voor zover bekend moet de molen reeds in 1840 ge-bouwd zijn voor het malen van schors. Zeker is, dathij later ook geschikt gemaakt wordt voor het malenvan koren. In het dagboek van mulder Willem vanRiet lezen wij namelijk dat hij de molen op 22 juli1850 heeft “aangemalen” en op 31 december 1852voor ƒ 8030,— heeft gekocht. De molen zal zoalsgezegd gebruikt worden voor het malen van koren enschors. Schors voor het looien van leer. Oorspronke-lijk heeft de molen borstroeden hetgeen blijkt uit deaantekeningen. Regelmatig worden de borsten of deoplangers vervangen. In het begin van de twintigsteeeuw worden deze vervangen door stalen roeden. Defirma Franssen uit Vierlingsbeek is daarvan de leve-rancier. Ook de aankoop van stenen voor de runmolenwordt vermeld evenals de stenen voor de rogmolen.Ooit heeft men getracht zelf stenen te maken geziende levering van materiaal hiervoor. De molen heeftdikwijls last gehad van hoog water als de Maas er

weer eens “uit” was hetgeen niet alleen voor de molendoch ook voor de inwoners van Beers en Vianen veelongemak met zich mee bracht. Tot 1955 bleef de mo-len in bezit van de familie Van Riet. Daarna ging hijin andere handen over. De laatste eigenaar / mulderwas de dit jaar overleden Herman van de Besselaar.Deze had de molen, die inmiddels onttakeld was enin zeer slechte staat verkeerde, verkocht aan de toen-malige gemeente Beers waarbij het in de bedoelinglag dat de molen t.z.t. gerestaureerd zou worden. Ditt.z.t. bleek een rekbaar begrip te zijn. De gemeenteBeers had of geen geld of legde haar prioriteiten elderszodat de conditie van de romp en het weinige watnog van het gaande werk over was verder achteruitkon gaan. Na de gemeentelijke herindeling kwam demolenromp in bezit van de huidige eigenaar, de ge-meente Cuijk. Het werd er niet beter op. De gemeen-te voelde er om financiële redenen ook niet veel voorde molen te restaureren. De inmiddels opgerichte“Stichting molen De Hoop” stelde alles in het werkom een restauratie te bevorderen. Helaas is zij, on-danks al haar inspanning, nog niet in haar opzet ge-slaagd. Maar men blijft volharden met het indienenvan plannen en als de tekenen niet bedriegen is hetniet onwaarschijnlijk dat, ondanks vele tegenwerking,het er toch nog van zal komen. Hopelijk kunnen wedan in plaats van “te zijner tijd” zeggen dat “binnenafzienbare tijd” het Land van Cuijk er weer een stel-lingmolen bij heeft.

Tekst: Frits Harteman Foto’s: Frits Harteman en Perry Hendriks

Perry Hendriks

Page 12: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 12

Mariamolen

Type: zeskante bergmolenVlucht: 24,65 m, oud-hollandsBouwjaar: 1802 (vermoedelijk)

Eigenaar: gemeente CuijkInrichting: twee koppels kunststenen

Haps

Website: www.molens.net/noord-brabant/haps

Page 13: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 13

Molenaar

Korte geschiedenis

In 1794 werd door de familie Manders een standerd-molen gebouwd aan de weg naar Cuijk. Waarschijnlijkis deze molen door brand verloren gegaan. Maar reedsin 1802 verscheen aan de overkant van de weg schuintegenover de locatie van de standerdmolen de nu nogbestaande Mariamolen. De molen is in 1859 met ruim3 meter verhoogd en omgetoverd in een belt- of berg-molen.

Begin 20e eeuw kwam de Ma-riamolen in handen van het be-kende molenaarsgeslacht Wage-mans. De laatste telg uit het ge-slacht deed de molen over aanzijn neef Piet Peters. Deze ver-kocht de molen in 1969 aan degemeente Haps (na herindelingnu de gemeente Cuijk), maarbleef er wel molenaar tot in1998, waarna vrijwillig mole-naar Don Werts het beheer vande molen overnam.

Zijn naam dankt de Mariamolen overigens niet aande naam van de heilige Maria, zoals sommigen zoudenvermoeden. Wel is de molen genoemd naar de vrouwvan een van de laatste vakmolenaars. Daarvoor is demolen altijd naamloos geweest.

Bouwwijze

De Mariamolen is een zogeheten zeskante bergmolen.Een bergmolen is een aantal meters hoger opgetrokken

dan een doorsnee molen. Zodoende kan hij meer windvangen en bergplaats bieden voor de graanhandel. Omhet voor de molenaar mogelijk te maken om bij dewieken en staart te komen is een ring van aarde tegende voet van de molen geworpen. Vandaar de naambelt- of bergmolen.Het zeskante heeft betrekking op de constructie vande romp, welke rondom uit zes vlakken bestaat. Erzijn in Nederland nog slechts zeven windmolens metdit type romp. Daarentegen zijn er een paar honderd

molens met een achtkante rompin ons land. Ondanks de lagerekosten om een zeskant te bou-wen (het zijn immers zes inplaats van acht vlakken), zalwaarschijnlijk in de loop der tij-den zijn gebleken dat een zes-kant een slappere constructieheeft dan een achtkant. Van dezeven zeskante molens in Ne-derland zijn er drie grondzeiler,drie stellingmolens en één berg-molen. Dus bij deze molen mo-gen we spreken van een uniekecombinatie van bouwtypen.

De romp en kap van de Mariamolen zijn opgebouwduit grote eikebalken. De bedekking wordt gevormddoor zogenaamde schaliën: eikenhouten plankjes meteen breedte van ongeveer 15 cm.

Tekst en foto’s: Don Werts

Don Werts

Page 14: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 14

De Korenbloem

Type: ronde stenen bergmolenVlucht: 25 m, oud-hollandsBouwjaar: 1847

Eigenaar: R. LigthartInrichting: één koppel 17’er kunststenen

Mill

Page 15: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 15

Korte geschiedenis

In het jaar 1847 gaf Hendrikus Cuppen opdracht voorde bouw van een stenen beltmolen. Ook bij deze bouwwerd zoals gebruikelijk in deze streek gebruik ge-maakt van onderdelen welke afkomstig waren vansloopmolens.

De levensloop van deze molen verschilt niet veel metdie van zijn soortgenoten. Hij wisselde van tijd tottijd van eigenaar en kende diverse molenknechten.Een van deze molenknechten was M. van Kempendie de molen in 1964 in bezit kreeg en er een handelin diervoeders vestigde.

Uiteraard moest er voortdurend aan de conditie vande molen gesleuteld worden. Bij het uitbreken van detweede wereldoorlog in mei 1940 liep de molen doorde gevechten rond Mill ernstige schade op. Deze werd

spoedig hersteld waarna in de loop van de tijd diverserestauraties volgden waarvan die in 1979 een van delaatste was.

Ook het gevlucht onderging veranderingen. Zo bezitde molen nu een oud-hollands gevlucht, maar in hetverleden heeft het ook zelfzwichting en het Van Bus-sel-wieksysteem gekend.

Na de restauratie in 1979 werd de molen door de vrij-willige molenaars Theo van Bergen en Johan Reijn-ders bemalen. Deze beide molenaars vertrokken ech-ter na enige jaren naar een andere molen in onze regio.Theo naar Beugen en Johan naar St.-Hubert. Voor zo-ver bekend heeft de molen in 1987 ter gelegenheidvan Carnaval voor de laatste keer gedraaid.

Het verval was inmiddels ingetreden en het werd erdoor de stilstand niet beter op. Zou men met de molenwillen draaien, dan is dit gezien de bouw van een fit-nesscentrum tegen de belt aan en de hierdoor belab-berde biotoop, bijna niet te doen.

We zijn inmiddels in de jaren negentig beland en demolen wordt verkocht aan de firma Kuppenveld uitLangenboom die er grote plannen mee heeft. Een res-tauratie wordt gedeeltelijk op gang gebracht maar totovermaat van ramp wordt de belt gedeeltelijk afge-graven om plaats te maken voor een woning. In 2001wordt de molen weer verkocht. De nieuwe eigenaarwil de restauratie afmaken en de molen weer doenlaten draaien. Helaas is het er totnogtoe niet van ge-komen en wacht de molen op betere tijden.

Tekst: Frits Harteman

de molen kendezelfzwichting en het Van

Bussel-wieksysteem

in 1987 heeft de molen voorhet laatst gedraaid...

Page 16: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 16

De Heimolen

Type: ronde stenen bergmolenVlucht: 24,6 m, oud-hollands en Van BusselBouwjaar: 1877

Eigenaar: gemeente Mill en Sint-HubertInrichting: één koppel 16’er stenen

hamermolen (buiten gebruik)

Sint-Hubert

Website: www.deheimolen.draait.nl

Page 17: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 17

Molenaars

Ligging en biotoop

De molen is gelegen aan de weg van Mill naar Wan-roij, ongeveer 1 km ten zuidwesten van de dorpskernSt.-Hubert. Aan de noordwestkant staan wat de liggingvan de molen betreft nogal wat hoge bomen wat eenbelemmering is bij het draaien van de molen.

Korte geschiedenis

Tot vlak na de tweede wereldoorlog kende het dorpSt.-Hubert twee windmolens voor hetmalen van granen. Eén van die mo-lens was “De Korenaar” die in 1880gebouwd is in opdracht van de mole-naarsfamilie Verbruggen. Tot het jaar1951 heeft hij in de dorpskern vanSt.-Hubert gestaan, daarna werd hijafgebroken en naar het westen vanons land getransporteerd om weeropgebouwd te worden.

Ten zuidwesten van St.-Hubert staatnu nog “De Heimolen”, deze werdhier gebouwd in het jaar 1877, inopdracht van molenaarsfamilie Reij-nen uit Wanroij en pastoor Reijnenuit Altforst. Voor de bouw van de mo-len is ook gebruik gemaakt van on-derdelen van een standerdmolen, diein Mill heeft gestaan en daar in 1873 is afgebroken.Over de locatie van de molen was goed nagedacht enhij kwam boven op een plooiing in het landschap testaan, deze verhogingen zijn ontstaan ver voor onzejaartelling door aardverschuivingen. Aan de oostkantloopt het landschap af, aan de westkant blijft het land-

schap hoog en is nu een bosrijke omgeving. Vroegerwas dit echter een uitgestrekt heidelandschap, vandaarde naam “De Heimolen”.

In de jaren twintig is de molen van eigenaar verwis-seld, maar wel binnen de familie Reijnen. In het jaar1935 is de molen eigendom geworden van de toenma-lige molenaarsknecht Piet Vereijken, die jaren met demolen gewerkt heeft, zelfs in de tweede wereldoorlog.De molen raakte toen zwaar beschadigd en hij heeftjaren gedraaid met twee wieken.

In het jaar 1985 is de molen verkochtaan de gemeente Mill en St.-Hubert.Hij wordt nu draaiende gehoudendoor vrijwillige molenaars.De laatste restauratie is in 2000 uitge-voerd, hierbij zijn het linkervoeg-hout, de lange en korte spruit, destaart met de lange en korte schorenen ook de kruilier vernieuwd. Op debuitenroe zijn twee nieuwe zeilenaangebracht.

Bijzonderheden

Wat je niet vaak tegenkomt is, dat hetspoorwiel op de steenzolder op z’nkop is bevestigd, dit in verband methet aandrijven van een mengketel diejaren dienst heeft gedaan maar helaas

niet meer in de molen aanwezig is.Tot slot: “De Heimolen” staat er prachtig bij, zelfstijdens de avonduren in de schijnwerpers.

Tekst: Harry DaverveldFoto’s: Harry Daverveld en Frits Harteman

Harry Daverveld Mart Deelder

Page 18: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 18

De Hamse Molen

Type: gesloten standerdmolenVlucht: 26,5 m, oud-hollandsBouwjaar: 1811/1978

Eigenaar: gemeente Sint-AnthonisInrichting: twee koppels stenen (17’er en 14’er)

Wanroij

Website: go.to/hamsemolen

Page 19: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 19

Molenaars

derdmolen in Nederland met drie verdiepingen. Menvindt dat een dergelijke molen behouden moet blijven.Daartoe werd een reeks van initiatieven gestart omde molen, die inmiddels in handen is gekomen van degemeente Wanroij, te restaureren. In 1978 werd demolen door de firma Beijk gerestaureerd. Zijn plaatsis echter nu aan de overzijde van de weg. Bij de res-tauratie werd gebruik gemaakt van de nog te gebruikenonderdelen t.w. standerd en bovenwiel met as, waar-van de as inmiddels is vervangen. De molen krijgt als“De Ster” door zijn geschilderde ster op de zijwegengrote bekendheid in molenland.

Onder de molen heeft lange tijd hetslagblok van een oliemolen gestaan.Dit doet nu als zodanig dienst opHoltens Molen in Deurne.

De Hamse molen, men heeft ervoorgekozen om de oude naam weer tehanteren, verkeert op het ogenblik ineen goede staat, hoewel de molenaarser toch nog een verlanglijstje op na-

houden. Zo zou men graag zien dat het oud-hollandswieksysteem vervangen wordt door het Van Bussel-wieksysteem, welk systeem de molen ook voor zijnrestauratie had.

Over de toekomst van de molen is nog wat onzeker-heid. Door de aanleg van een bedrijventerrein in zijnnabijheid wordt er druk gesproken over alweer eenverplaatsing teneinde de molen ook voor de toekomstte verzekeren van een goede biotoop. Een biotoopdie men als geen andere in het “nog” weidse Hamselandschap kent.

Tekst: Frits HartemanFoto’s: Frits Harteman en Jan Selten

Ligging en biotoop

De Hamse molen ligt aan de Molenstraat met eentotnogtoe uitstekende biotoop.

Korte geschiedenis

Van oorsprong afkomstig uit de Achterhoek, werd in1811 in Wanroij in de buurtschap De Ham, op initiatiefvan drie inwoners een standerdmolen met 3 verdiepin-gen gebouwd. Tijdens de bouw ging de molen al ineigendom over aan J. Reijnen, één der initiatiefne-mers. Gedurende 150 jaar zou de mo-len in bezit van de familie Reijnenblijven en was hij al die tijd van grootbelang voor de inwoners van Wanroijen omgeving, zeker tijdens de tweedewereldoorlog.

Op een kwaad moment werd er beslo-ten te stoppen met het malen op dewind en werd er in 1959 elders in hetdorp een motormaalderij opgericht.Hierdoor kwam er definitief een einde aan het malenmet de molen. Hij werd in 1961 verkocht aan VanGemert N.V. Dit bedrijf kocht de molen voor de gronden had er derhalve geen belang bij dat de molen bleefstaan. Een verzoek om een sloopvergunning door dezeN.V. werd afgewezen, integendeel, de gemeente wildede molen bij haar besluit in 1970 restaureren. Degebruikelijke moeilijkheden bij het invullen van hetfinanciële plaatje en de tegenwerking van de eigenaarvertraagden de restauratie.

Het verval van de molen vertraagde echter niet enging steeds verder. Op een gegeven moment, om pre-cies te zijn 3 juli 1974, zakt hij van ellende in elkaar.De molen is op dat moment de enige gesloten stan-

Jan Selten Jos Verberk Walter Cornelissen

Page 20: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 20

Luctor et Emergo

Type: ronde stenen stellingmolenVlucht: 24,25 m, oud-hollandsBouwjaar: 1901

Eigenaar: gemeente BoxmeerInrichting: één koppel stenen

Rijkevoort

Page 21: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 21

Molenaars

Geschiedenis

In 1900 werd door Hermanus Verbruggen een motor-maalderij opgericht aan de Brink te Rijkevoort. Omdatwaarschijnlijk de energiekosten toch tegenvielen, be-sloot hij een jaar later ook een windmolen op te latenrichten. Met zijn bouwjaar 1901 is de Luctor et Emer-go dan ook één van de jongste molens in onze regio.

Bij de bouw van de molen is naar alle waarschijnlijk-heid gebruik gemaakt van het achtkant van een zaag-molen in Rotterdam [zie Molenvriend nummer 43 en44]. Aan de hand van afmetingen vande diverse hergebruikte balken, heeftmolenaar Robbert Verkerk de afme-tingen van het oude achtkant vrijwelgeheel kunnen reconstrueren.

Niet alleen de molen zelf is eenbelangrijk onderdeel van het erfgoedvan het dorp Rijkevoort, ook dekarakteristieke molenaarshuizen bijde molen mogen niet ongenoemdblijven. Deze zijn respectievelijk ge-bouwd door Jan en WillemVerbruggen, het huis van de laatsteis in Jugendstil-stijl gebouwd.

De molen is tijdens de tweede we-reldoorlog voorzien van het systeem-Van Bussel, maar tijdens een restau-ratie in 1972 is dit systeem weer ver-dwenen. Sinds 1986 is de molen ge-meente-eigendom.

Interieur

In het interieur van de molen is zonder twijfel de be-schildering van de koningsspil, het spoorwiel en desteenspil het meest opvallende. In de blokjes van deBrabantse vlag op de koningsspil hebben militairenvan de Royal Artillery tijdens de tweede wereldoorloghun naam en woonplaats geschreven.

Een oude Fransen-roede doet in deze molen dienstals lange spruit, waarmee het totaal aantal soortenroeden op drie komt: het gevlucht bestaat namelijk

uit één roede van het fabrikaat Poten één van het fabrikaat Derckx.

Biotoop

Sinds lange tijd kent de molen eenslechte biotoop, door een omvang-rijke bomenrij van zuidwest totnoordwest. De molen kan hierdoorniet altijd draaien en het gevlucht ende staart worden extra belast door deturbulente wind. Niettemin verkeertde molen na een opknapbeurt sindskort weer in maalvaardige staat. Hetmolenaarsechtpaar Robbert enSytske Verkerk laat de molen dan ookregelmatig draaien.

Tekst: Marko SturmFoto’s: Robbert Verkerk

Robbert en SytskeVerkerk

Mari Goossens

Page 22: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 22

De Korenbloem

Type: gesloten standerdmolenVlucht: 26,5 m, oud-hollandsBouwjaar: 1800

Eigenaar: gemeente Sint-AnthonisInrichting: één koppel stenen

Oploo

Page 23: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 23

Molenaars

Piet Geenen Jan van Riet Jurgen van Stiphout

“De Korenbloem” te Oploo is een gesloten standerd-molen, ingericht voor het malen van graan.

Ligging en biotoop

De ligging van de molen is markant, gelegen in dekom van het dorp aan een plantsoen vlakbij de water-radmolen en de beek de Vloet. In de nabijheid van demolen staan woonhuizen. Van deze huizen heeft demolen betrekkelijk weinig windbelemmering zodat erregelmatig graan gemalen kan worden.

Opbouw

De opbouw van de molen is als volgt: de voet en devier stiepen zijn omsloten door een stenen achtkantigeonderbouw met vier deuren en een paraplu die gedektis met eiken schaliën. De houten kast met twee verdie-pingen is aan drie zijden rood geschilderd en aan devoorkant gedekt met zwart geteerde schaliën. De staartis voorzien van een kruibok die opgebouwd is uit tweekandelaars, twee nonnen, een monnik met twee spakenen een slof met twee treeplanken. De maalinrichtingis een koppel zeventiener kunststenen en een kammen-luiwerk met varkenswiel. De bovenas is een houtenas met gietijzeren insteekkop. Het wiekenkruis heefteen gevlucht van 26,5 meter en is Oudhollands opge-hekt. Een interessant gegeven is dat op de vele houtenbalken oude initialen en inkervingen te zien zijn, deoudste is van het jaar 1757.

Korte geschiedenis

De oorsprong van deze standerdmolen ligt niet inOploo maar in Den Dungen. Daar is de molen ge-bouwd in 1747. Tot 1800 heeft de molen daar gedraaiden is toen vervangen door een nieuwe grotere molen.In datzelfde jaar is de oude molen overgeplaatst naar

Oploo. Het oprichten van een windmolen in Oploo iswaarschijnlijk het gevolg van een te geringe capaciteitvan de rosmolen en de watermolen. In de Franse bezet-tingstijd kon de mulder zijn paarden niet altijd inzettenvoor de rosmolen, maar moest deze uitlenen aan deFranse troepen. Met name in de zomerperiode had debeek wel eens te weinig water voor de watermolen.

De laatste vakmolenaar was Tjeu Rutten die er meemaalde tot 1952. In 1968 liet Tjeu Rutten de molenrestaureren om hem daarna over te dragen aan de ge-meente. De huidige vrijwillige molenaars zijn PietGeenen en Jan van Riet die geregeld draaien en malen.Zij verrichten het nodige onderhoud om de molen ingoede conditie te houden en ze hebben ook de water-molen onder hun beheer. In 1989 is de molen weergerestaureerd. Men heeft toen ook getracht de stan-derd weer recht te zetten wat een steeds terugkerendprobleem is. Want ook nu weer staat de molen scheefin de zuidwestrichting en heeft men problemen methet kruien omdat de slof de grond raakt. In 1993 is deStichting Oploose Molens opgericht die het beheerheeft over de beide molens. De bonte knaagkeversdachten ook het beheer over de molens te hebben,maar hebben in 1999 het loodje moeten leggen dooreen warmtebehandeling tegen insecten. Een van delaatste aanpassingen is het vervangen van de betonnenvloer in de onderbouw door een stenen plaveisel ge-maakt van oude waaltjes.

De toekomst voor deze molen ziet er goed uit dankzijde twee molenaars, Stichting Oploose Molens en degemeente. Er zijn alweer plannen in de maak om deoude potroeden te vervangen door nieuwe. Een molenis en blijft een dynamisch monument.

Tekst: Peter SimonsFoto’s: Frits Harteman en Marko Sturm

Page 24: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 24

De Katwijkse molen te KatwijkAchtkante stellingmolenPagina 6

De Bergzicht te GasselAchtkante bergmolenPagina 8

De Hoop te BeersRonde stenen stellingmolenPagina 10

De Korenbloem te MillRonde stenen bergmolenPagina 14

De Mariamolen te HapsZeskante bergmolenPagina 12

De Heimolen te Sint-HubertRonde stenen bergmolenPagina 16

De Hamse Molen te WanroijGesloten standerdmolenPagina 18

De watermolen te OplooOnderslagmolenPagina 26

De Korenbloem te OplooGesloten standerdmolenPagina 22

De Luctor et Emergo te RijkevoortRonde stenen stellingmolenPagina 20

Maas

Molenheide

Boswachterij

Sint-Anthonis

LandgoedTongelaar

M

A73

Nijmegen

Deurne

Gemert

Oss

Nijmegen

Cuijk

Sint-Anthonis

Cuijk

Grave

Mill

Oploo

Ledeacker

RijkWanroij

Sint-Hubert

Haps

Beers

Vianen

Gassel

Linden Katwijk

Escharen

Mook

Bergzicht

Katwijkse molen

J

Mariamolen

Luctor et Eme

De Kore

watermolen

De Hamse Molen

De Heimolen

De Korenbloem

De Hoop

Page 25: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 25

De Bovenste Plasmolen te PlasmolenBoven- en middenslagmolenPagina 28

De Jan van Cuijk te CuijkRonde stenen bergmolenPagina 30

De Rust na Arbeid te Ven-ZelderheideRonde stenen bergmolenPagina 32

De Vooruitgang te OeffeltRonde stenen bergmolenPagina 36

De Reus te GennepRonde stenen bergmolenPagina 34

De Martinus te BeugenRonde stenen bergmolenPagina 38

De Nooitgedacht te AfferdenRonde stenen bergmolenPagina 42

De Gerarda te HeijenAchtkante bergmolenPagina 40

De watermolen te VierlingsbeekOnderslagmolenPagina 44

Maas

Niers

Stevensbeeksebossen

Brest-bos

De Vilt

MookerheideSint-Jansberg

ZelderseDriessen

Heijensebossen

BoswachterijBergen

A77

Köln

VenloMaastricht Venray

Groesbeek

Kleve

Boxmeer Gennep

Boxmeer

Haps

Vierlingsbeek

57

Vierlingsbeek

Boxmeer

Sambeek

Vortum-Mullem

Groeningen

Holthees

MaasheesOverloon

Stevensbeek

evoort

Sint-Agatha

Oeffelt

Beugen Heijen

Ottersum Ven-Zelderheide

Gennep

Afferden

Plasmolen

Milsbeek

Looierheide

k

Jan van Cuijk

BovenstePlasmolen

De Reus

Rust na Arbeid

Gerarda

Nooitgedacht

De Vooruitgang

Martinus

ergo

enbloem

watermolen

kaart: Marko Sturm

Page 26: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 26

Watermolen

Type: onderslagmolenRad: 4,05 mBouwjaar: ?

Eigenaar: Gemeente Sint-AnthonisInrichting: twee koppels stenen

Oploo

Page 27: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 27

Molenaars

Piet Geenen Jan van Riet

De watermolen van Oploo heeft geen naam. Het iseen onderslagwaterradmolen met de functie om korente malen.

Ligging en biotoop

De molen is mooi gelegen aan de rand van het dorpop ongeveer tweehonderd meter van de standerdmolen“De Korenbloem”. De molen ligt aan de beek de Vloetdie op deze plaats een verval heeft van vijfenvijftigcentimeter. De watertoevoer is niet ideaal te noemen.

Het gebouw

Het is een uit bakstenen opgetrokken rechthoekig ge-bouw met een verdieping en zadeldak.Het dak is gedekt met handgevormde dakpannen. Dekieren tussen de dakpannen zijn aan de achterzijdegedicht met stropoppen. Het gebouw is opgedeeld intwee delen, links de opslag en rechts de maalderij.Elk deel heeft een eigen inrijpoort en de opslag eentakel met luifel. Het waterrad is van ijzer met ijzerenschoepen. De maalderij heeft twee koppels kunstste-nen. De opslag is in gebruik als gildenhuis door hetSt.-Matthiasgilde.

Korte geschiedenis

In het Land van Cuijk is deze watermolen niet de oud-ste maar wel de enige die maalvaardig is. Het bouw-jaar is niet bekend. De oudste datum die in de archie-ven is gevonden is “anno 1609”.De watertoevoer is nooit groot geweest, in 1649 is eral sprake van de wintermolen. In de wintermaandenals de Peelmoerassen van water verzadigd waren, waser voldoende water om de molen draaiende te houden.In de zomer werd er gemalen met de rosmolen. Pas in

1800 is de standerdmolen opgericht die een paar hon-derd meter van de watermolen staat. In het begin vande vorige eeuw zag de watermolen er geheel andersuit. De huidige opslag was toen een achtkantig gebouwmet een kollergang en een slagblok om olie te persen.Bij de beek stond nog een gebouwtje met een pelsteener in. In 1919 is dit gewijzigd tot de huidige vorm.De familie Rutten heeft tot 1953 met de watermolengemalen. In 1967 is er een restauratie uitgevoerd sa-men met de standerdmolen en zijn de molens overge-dragen aan de gemeente Oploo.

De huidige vrijwillige molenaars zijn Piet Geenen enJan van Riet die geregeld draaien en soms malen. Zijverrichten het nodige onderhoud om de molen ingoede conditie te houden, ze hebben ook de standerd-molen onder hun beheer. Het binnenwerk is in 1992grondig gerestaureerd en een jaar later het waterraden de kolk. In 1993 is de Stichting Oploose Molensopgericht die het beheer heeft gekregen over de beidemolens. Om het waterpeil zelf te kunnen regelen isachter het waterrad een nieuwe klepstuw aangebracht.Een van de laatste aanpassingen is het vervangen vande betonnen vloer in de maalderij door een stenenplaveisel gemaakt van oude waaltjes. En als klap opde vuurpijl heeft het gilde een kruisboogschietbaanaangelegd in de molen. Door twee luiken te maken inde tussenmuur waardoor geschoten kan worden is devolle lengte van molen benut.

De toekomst voor deze molen ziet er goed uit dankzijde twee molenaars, Stichting Oploose Molens en degemeente.

Tekst: Peter SimonsFoto’s: Frits Harteman

Page 28: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 28

De Bovenste Plasmolen

Type: boven- en middenslagmolenRad: 7,14 mBouwjaar: 14e eeuw

Eigenaar: Stichting Bovenste PlasmolenInrichting: twee koppels 14’er stenen

benzinemotor fabrikaat Ernst Kook

Plasmolen

Page 29: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 29

Molenaar

Ligging van de molen

De Bovenste Plasmolen is gelegen aan St.-Maartens-weg 1 te Plasmolen aan de voet van de St.-Maartens-berg.

Korte geschiedenis

De oorsprong van de molen moet volgens het infor-matiebord ergens in de 14e eeuw liggen, hoewel deankers die op de muur aan de oostzijde van het molen-gebouw het jaar 1725 weergeven anders zouden doenvermoeden. Zij duiden echter op een jaar waarin demolen verbouwd is. De molen diende oorspronkelijklange tijd als papiermolen enheeft gedurende zijn bestaan veleeigenaren uit verschillende ge-slachten gekend. Het laatste ge-slacht is de familie Verschuer diede molen in 1862 in haar bezitkreeg. Tot 1995 bleef de molenin bezit van deze familie. De laat-ste eigenaar was Emma van derBiezen-barones Verschuer die demolen dat jaar in de op de linker-pagina genoemde stichting onder-bracht.

De molen heeft tot 1846 dienst gedaan als papier-molen. Dat jaar is hij omgebouwd tot korenmolen.Uiteraard heeft ook deze watermolen vele restauratiesondergaan waarbij ook het waterrad verschillendekeren in omvang en breedte gewijzigd werd. Zoweleen bovenslagrad als een onderslagrad heeft hetgehad. Het huidige rad kan zelfs zowel als boven- enmiddenslagrad dienst doen, hetgeen de molen zobijzonder maakt.

De wateraanvoer wordt geregeld door een paar water-lopen welke gelegen zijn op de Sint-Jansberg. Dezezorgen ervoor dat de twee molenvijvers die bij demolen gelegen zijn, gevoed worden. Op deze wijze iser de mogelijkheid, al naar gelang de toestand van dewaterhuishouding, te kiezen welke wijze van water-kracht zal worden toegepast. Mocht er geen of onvol-doende toevoer van water zijn, dan kan de benzine-motor worden ingeschakeld die aangesloten kanworden op één van de twee koppels stenen.

Diverse molenaars c.q. papiermakers hebben de molenin de loop der tijden bediend. De laatste beroeps-molenaar was Alphons Verouden. Deze is helaas in

1944 door een granaatinslag omhet leven gekomen.

De molen die sinds die noodlot-tige dag stil kwam te staan, kwamin groot verval terecht. Het vervalwerd zodanig dat men zich af-vroeg of het nog ooit iets zou wor-den. Maar wonderen bleken ookhier te bestaan. Beken werdengeschoond en verlegd. De molen,zowel het molengebouw als hetgaande werk inclusief het water-

rad werd in de periode 1998–1999 door Beijk Molen-bouw B.V. gerestaureerd. Op 6 mei 2000 werd deBovenste Plasmolen na ruim 50 jaar stilstand, doorMevrouw Elly Giesbers-Verouden, dochter van delaatste molenaar, feestelijk geopend.

Tekst: Frits HartemanFoto’s: Frits Harteman en Karel Siebers

Karel Siebers

Page 30: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 30

Jan van Cuijk

Type: ronde stenen bergmolenVlucht: 23 m, Van Bussel met remkleppenBouwjaar: 1860

Eigenaar: gemeente CuijkInrichting: één koppel 16’er stenen (gatenscherpsel)

Cuijk

Page 31: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 31

Molenaars

Ligging van de molen

De Jan van Cuijk ligt aan de rand van de wijk Pad-broek en behoort toe aan het Cuijkse kerkdorp St.-Agatha. Men spreekt echter over de Cuijkse molen,omdat de vroegere bergmolen van Cuijk aan de molen-straat al tijdens de eerste wereldoorlog gesloopt is.

Geschiedenis

Volgens de baard is de Jan van Cuijk in 1860 ge-bouwd. Bewijzen hiervoor zijn in het gemeentearchiefniet te vinden. Pas in 1877 komt de molen voor in deoude stukken. In dat jaar koopt landbouwer GerardDerks de korenmolen. Hij stond er dus al, zodat hetbouwjaar op de baard juist kan zijn. In de jaren hieropkent de molen diverse eigenaars, om uiteindelijk inhanden te komen van het geslacht Willems, dat demolen tot in de tweede wereldoorlog in bezit houdt.

De oorlog ging aan de Jan van Cuijk niet geruisloosvoorbij. In de meidagen van 1940 kwam de molenonder Duits vuur te liggen en werd de schuur bij demolen in brand gestoken. Dit vuur sloeg over naar destaart van de molen. Molenaar Willems wist uiteinde-lijk deze brand met lampetkannen te doven, anderswas wellicht de molen geheel afgebrand. In 1941 werdde molen gerestaureerd. Hij kreeg hierbij zijn witteuiterlijk en de Van Busssel-stroomlijnneuzen. Het hui-dige pakhuis werd gebouwd en verving de belt aande oostzijde. Op 21 november 1942 werd de molenheropend. In ditzelfde jaar overleed molenaar PetrusWillems.

Op 15 juni 1943 nam Sjef Kessels, de grootvader vaneen van de huidige molenaars Stefan Willems, de mo-len over, als huurder.Mulder Kessels had niet lang plezier van de molen.

Tijdens de geallieerde operatie Market Garden wistenAmerikaanse paratroepen van de 82e parachutebriga-de Cuijk snel te veroveren. De overzijde van de Maasbleef echter in Duitse handen. Van achter de spoorlijnbeschoot de Amerikaanse artillerie Mook aanhou-dend. Op hun beurt beschoten de Duitsers Cuijk vanover de Maas.

De korenmolen Jan van Cuijk, die dicht aan de Maasligt, kreeg enkele voltreffers te verwerken tijdens deeerder genoemde gevechten. Deze veroorzaakten tweegrote gaten in de molenromp en vernietigden bijnahet gehele binnenwerk. Het wiekenkruis, dat net nieuwwas, en de kap bleven gelukkig onbeschadigd. Welwas het een wonder dat de romp niet in elkaar zakte.Na de oorlog werd de schade snel hersteld. De stroom-lijnneuzen werden nu uitgerust met remkleppen. Indeze zelfde periode kocht molenaar Kessels de molen.Sjef Kessels hield de molen draaiende tot 6 september1971. Toen was het voor hem niet meer mogelijk omde molen te onderhouden, en schoot de gemeenteCuijk te hulp door de inmiddels op de monumenten-lijst geplaatste molen te kopen.

Vrijwillige molenaars

In 1977 komt vrijwillig molenaar Nick Wortman opde Jan van Cuijk. Samen met Sjef Kessels verzorgthij de opleiding voor zestien vrijwillig molenaars.

Na het overlijden van mulder Kessels, in 1978, neemtNick Wortman het beheer over. De tweede geslaagdevrijwilliger Ben Verheijen neemt vervolgens in 1981het beheer van Wortman over.In 2001 kwam Stefan Willems op de Jan van Cuijkals molenaar.

Tekst en foto’s: Stefan Willems

Ben Verheijen Stefan Willems

Page 32: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 32

Rust na Arbeid

Type: ronde stenen bergmolenVlucht: 24,20 m, Van Bussel met remkleppenBouwjaar: 1881

Eigenaar: Ludger PaulsInrichting: één koppel stenen

Ven-Zelderheide

Page 33: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 33

Molenaar

twijfel het opvallendste deel zijn. Bij deze molen ge-bruikt men namelijk geen normale stut om het raggenvan de staart tegen te gaan, maar een met de schorenverbonden rol steunt tegen een speciaal op de molen-romp aangebrachte band.

Restauratie

Bij de huidige restauratie zijn onder andere de voeg-houten gerestaureerd met epoxy en de windpeluw isvernieuwd. Het binnenwerk van de molen is groten-deels behouden. Opvallend zijn hier de bonkelaar enhet bijzonder geconstrueerde bovenwiel. De kruisar-men zitten op een unieke manier in elkaar gewerkt,om vervorming van het bovenwiel tegen te gaan.In de molen is nog maar één van de drie koppels stenenaanwezig, dit zal worden gerestaureerd om de molenmaalvaardig te maken.

In 1952 is een restauratie uitgevoerd door de Friesemolenmaker Westerga Wolvega, waarbij een aantalstreekkenmerken van de molen verloren zijn gegaan.Door uitvoerig onderzoek van Ludger Pauls kondenonder andere de oorspronkelijke vorm van de baarden de kleuren van de molen achterhaald worden. Demolen zal uitgevoerd worden in donkergroen metgebroken wit, met zwarte schoren (met witte kop) enaluminiumkleurige roeden, die qua kleur goed aan-sluiten bij de Van Bussel-neuzen. Op het uiteinde wor-den deze opgesierd met rood-wit-blauw.

In een volgend nummer van dit tijdschrift komen wijhopelijk wat uitvoeriger terug op deze molen. Als demolen weer in bedrijf is, stelt molenaar Ludger Paulsuw bezoek aan de molen als vanzelfsprekend op prijs.

Tekst: Marko SturmFoto’s: Ludger Pauls en Marko Sturm

Sinds 1881 staat in het dorp Ven-Zelderheide de berg-molen “Rust na Arbeid”. Helaas is gedurende de laat-ste decennia het eerste gedeelte van de naam meervan toepassing dan het laatste, omdat de molen nahet stilleggen van het commerciële maalbedrijf nietdoor vrijwilligers in bedrijf is genomen. Na het verwij-deren van het gevlucht in 1987 hebben molenlief-hebbers zich ongetwijfeld afgevraagd of het nog goedzou komen met deze molen. Bij het samenstellen vandit nummer kunnen we gelukkig vrijwel met zekerheidmelden dat er weer met de molen gewerkt zal worden,omdat deze momenteel op initiatief van eigenaar-mo-lenaar Ludger Pauls en de Molenstichting gemeenteGennep gerestaureerd wordt. Deze restauratie wordtuitgevoerd door molenmakersbedrijf Beijk te Affer-den.

Korte geschiedenis

De “Rust na Arbeid” is gebouwd door Eduard Bene-dictus van den Boogaard en kreeg bij de bouw driekoppels stenen. Nadat in 1911 bij een onweersbui dehouten askop afbrak, werd de molen voorzien van eengietijzeren bovenas van Prins van Oranje, No. 1186.In 1943 doet het systeem-Van Bussel zijn intrede opdeze molen, in 1958 worden tevens remkleppen aan-gebracht.In 1969 moet de laatste eigenaar-molenaar Ad Kockhet maalbedrijf om gezondheidsredenen stilleggen,waarop pottenbakker Jakobs de molen koopt. Via tweeandere eigenaren komt de molen uiteindelijk in han-den van Ludger Pauls.

Bijzonderheden van de molen

De molen is ongeveer voor de helft omgeven dooreen pakhuis, dat vandaag de dag dienst doet als wo-ning. Als de molen straks gereed is, zal de staart zonder

Ludger Pauls

Page 34: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 34

De Reus

Type: ronde stenen bergmolenVlucht: 27,06 m, oud-hollandsBouwjaar: 1847

Eigenaar: Jan CoopmansInrichting: één koppel stenen

Gennep

Page 35: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 35

Molenaars

Bij sommige molens is niet direct duidelijk waaromze een bepaalde naam hebben meegekregen. Bij demolen van Gennep is het tegendeel echter waar, ieder-een die deze molen van dichtbij aanschouwt, begrijptdirect waarom de naamgever voor de naam “Reus”gekozen heeft. Met zijn vlucht van 27,06 meter is demolen zeer fors en dat heeft niet alleen op de vluchtbetrekking, maar op de gehele uitvoering van de mo-len.

Geschiedenis

De molen aan de Ottersumseweg (vroeger Nieuwen-weg) stamt uit 1850 en diende als vervanging voor demolen op de “Molenberg” te Gennep, die in 1845 doorbrand verloren ging. De eerste molenaar, Cornelis vanden Boogaard, vertrok in 1876 naar zijnnieuwe molen “Rust na Arbeid” te Ven-Zelderheide. Latere molenaars/eigenaarswaren achtereenvolgens Hendrik WilhelmWillemsen, Jean Coopmans en de huidigeeigenaar Jan Coopmans.

Reeds in 1880 deed in deze molen eenstoommachine met een enkele maalstoelzijn intrede. In een later stadium werd ookelectrisch gemalen, maar uit kostenoog-punt bleef het aantrekkelijk om op wind-kracht te malen. Hierdoor is deze molentussen 1943 en 1970 uitgerust geweest methet systeem-Van Bussel.

Beheer van de molen

De huidige eigenaar Jan Coopmans heeft het mole-naarsbedrijf in de molen uitsluitend met behulp van

een in 1948 geplaatste electrische maalstoel en eenhamermolen van 1952 uitgeoefend. Desalnietteminheeft hij, onder meer met de hiervoor beschikbare sub-sidies, de windmolen altijd zo goed mogelijk latenonderhouden. Tegenwoordig is de molen in beheervan een stichting, samen met de andere molens binnende gemeente Gennep, te weten de molens te Ven-Zel-derheide en Heijen. Op deze manier kunnen meer sub-sidies verkregen worden en kunnen grote financiëlelasten gespreid worden.

Vrijwillig molenaars

In een jubileumnummer als dit blad mag niet onver-meld blijven dat Nick Wortman, vrijwillig molenaarvan het eerste uur, de Gennepse molen als instructie-

molen gebruikt heeft en zo in deze regioeen begin gemaakt heeft met de opleidingtot vrijwillig molenaar.Na de laatste restauratie, die eind 2001 vol-tooid is, laat Harry Kaak de molen regel-matig draaien.

Inrichting van de molen

In het verleden heeft de molen drie koppelsstenen gehad: één voor tarwe, één voorrogge en één voor veevoer. Helaas is daarnu nog maar één koppel van over, terwijler toch ruimte genoeg zou zijn voor eentweede. Verder is het binnenwerk sinds de

laatste restauratie prima in orde. We hopen dat de Reuser nog jaren tegen kan.

Tekst: Marko SturmFoto’s: Jan Coopmans en Marko Sturm

Jan Coopmans Harry Kaak

Page 36: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 36

De Vooruitgang

Type: ronde stenen bergmolenVlucht: 26 m, oud-hollandsBouwjaar: 1913/1987

Eigenaar: gemeente BoxmeerInrichting: één koppel 16’er kunststenen

Oeffelt

Page 37: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 37

Molenaars

Ligging en biotoop

De molen is gelegen ten noorden van het dorp aan deMolenstraat. De biotoop is van ZW tot NO goed tenoemen en voor wat de rest betreft redelijk.

Geschiedenis

Molen “de Vooruitgang” is gebouwd in 1913–1914door Joseph Manders, leerlooier uit Cuijk, als wind-graanmolen en motormaalderij. In de periode 1937tot 1955 stond op de baard “Zaaierslust”.

In Oeffelt waren vroeger 2 molens. De andere was demolen van Gerrits. Hiervan is bekend dat deze ge-bouwd is in 1862. Door oorlogsgeweld is de molenzwaar beschadigd in 1944 en uiteindelijk gesloopt in1955.

Na de oorlog werd “De Vooruitgang” hersteld van deoorlogsschade en in 1946 is het wiekenkruis als eerstein Nederland voorzien van het door ir. Fauel ontwor-pen fokwiekensysteem.Na het overlijden van Joseph Manders in 1947 is hetbedrijf voortgezet door de weduwe J. Manders enZonen, Jules en Josef.

In 1953 is de molen onttakeld, waarbij de as en roedenzijn verkocht voor gebruik in de molen te Kampen.

Daarna werd in 1954 in de romp een elektrischebloemmaalderij ingericht. Dit mocht niet lang duren,want in hetzelfde jaar is het bedrijf volledig uitge-brand.Daarna heeft de molen enkele decennia als stomp inhet landschap gestaan.

In 1973 kwam huidig vrijwillig molenaar Theo vanBergen met plannen tot herbouw van de molen. Naaankoop van de romp door de gemeente Oeffelt enveel lobbyen kon in 1986 een begin gemaakt wordenmet de restauratie. Deze werd volledig uitgevoerddoor molenmaker Coppes uit Bergharen.In 1987 kon de molen weer draaivaardig in gebruikgenomen worden.Het binnenste van de molen werd in 1993 weer com-pleet gemaakt met een koppel 16’er kunststenen. Demolen is nu geheel maalvaardig.

Thans wordt de molen wekelijks gedraaid door devrijwillig molenaars Theo van Bergen en John Hou-ben.Tevens is de molen in gebruik als instructiemolen voorde opleiding van leerlingen tot vrijwillig molenaar.

Tekst: John HoubenFoto’s: Theo van Bergen en F. v.d. Water

de molen kreeg als eerstehet fokwiekensysteem

de verwoeste molen is opinitiatief van Theo van

Bergen herbouwd

Theo van Bergen John Houben

Page 38: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 38

Martinus

Type: ronde stenen bergmolenVlucht: 24,2 m, Van Bussel met remkleppenBouwjaar: 1868

Eigenaar: gemeente BoxmeerInrichting: twee koppels 16’er kunststenen

Beugen

Page 39: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 39

Molenaars

Frits Harteman Hans Heijs Ludger PaulsMarko Sturm Uschi Möhrer Ludwig van derGrinten

Ligging en biotoop

De molen is gelegen aan de noordwestrand van Beu-gen aan de Molenstraat. Alleen van ZW tot NW heeftde molen een redelijke windvang, voor het overigestaat hij ingebouwd.

Korte geschiedenis

De molen is in 1868 door Bartholomeus Heijs ge-bouwd. Om hiervoor een vergunning te krijgen hadnogal wat voeten in aarde. Maar uiteindelijk is de mo-len er gekomen. Bij de bouw hiervan is gebruik ge-maakt van een aantal onderdelen die afkomstig blijkente zijn van een wipmolen. De ouderdom van bijv. dedraagbalk welke indertijd dienstgedaan heeft als hoek-stijl van de ondertoren, bleek na dendrochronologischonderzoek te stammen uit 1706. De constructie vanhet bovenwiel verwijst eveneens naar het begin vande 18e eeuw. Afgezien van deze molen had Beugennog een standerdmolen welke gelegen was aan dewestzijde van Beugen, bij de huidige spoorlijn. Opeen gegeven ogenblik waren beide molens in bezitvan de familie Heijs. De standerdmolen was in ver-band met de economische omstandigheden voor wind-molens in die tijd, gedoemd het malen op de wind testaken en met het daardoor te verwachten verval in1955 omgetrokken. De molen werd door de toenma-lige eigenaar Groothusen aan de gemeente Boxmeerte koop aangeboden doch deze had daar toen geenbelangstelling voor. Gelukkig is dit lot de Martinusbespaard gebleven. Ook zijn bestaan is op een gege-ven moment niet vlekkeloos verlopen. Gelukkig heeftde gemeente Boxmeer deze molen wel overgenomenvan eigenaar Arnold van den Berg en hem door eengrondige restauratie door de firma Beckers uit Brede-voort in 1979 voor volledig verval behoed. Bij dezerestauratie zijn echter een paar ingrepen gedaan waar-

van je in de huidige tijd niet vrolijk van zou wordenmaar waar men toen niet van wakker lag. Zo is debeltdeur op het oosten dichtgemetseld en zijn een aan-tal luiken vervangen door ramen. Inmiddels was ookde diesel voor de sloop verkocht. Na deze restauratiewerd er weer gemalen en gedraaid door de voormaligemulder Gerrit van de Berg en vrijwillig molenaar Theovan Bergen. Bij deze gelegenheid kreeg de molen zijnhuidige naam “Martinus”, genoemd naar de vader vanGerrit die de molen in 1923 van de familie Heijs hadovergenomen. De molen heeft ook nog een periodeZeldenrust geheten maar zeer lange tijd was hij naam-loos. Na het gereedkomen van molen “de Vooruit-gang” in Oeffelt, ging Theo van Bergen op deze molendraaien. Zijn plaats werd vervolgens ingenomen doorHans Heijs en Frits Harteman. Later kwam daar opjeugdige leeftijd Marko Sturm als leerling bij. In deloop der tijd ging het met de conditie van de molenlangzamerhand achteruit en zo kwam het moment datom ongelukken te voorkomen de molen stilgezetmoest worden. Een uitgebreide restauratie volgde, diein 2000 met de restauratie van het muurwerk werdafgesloten. De molen had ooit een tweede koppel ste-nen. Dit koppel is er in het verleden uitgesloopt. Maardoor eigen werkzaamheden en veel hulp van collega-molenaars in het Land van Cuijk is men er in geslaagdweer een tweede koppel stenen in de molen te krijgen.Afgezien van een paar restanten van het lichtwerk enhet steenrondsel van het verdwenen koppel, zijn eenaantal onderdelen afkomstig van andere molens. Doordit tweede koppel stenen heeft de molen weer hetaanzien van een complete molen gekregen. Nu nogde beltdeur op het oosten terug zien te krijgen. Hetsteenrondsel van het tweede koppel heeft 30 stavenen de overbrengingsverhouding is 1 : 5,92.

Tekst en foto’s: Frits Harteman

Page 40: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 40

Gerarda

Type: achtkante bergmolenVlucht: 24 m, Van BusselInrichting: één koppel stenen

Eigenaar: gemeente GennepBouwjaar: 1850 in Friesland

1950 in Heijen

Heijen

Page 41: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 41

Molenaars

De achtkante bergmolen Gerarda te Heijen, vernoemdnaar de vrouw van de laatste beroepsmolenaar, is metzijn rieten bedekking een opvallende verschijning inLimburg. Het achtkant is dan ook niet oorspronkelijkin deze streek gebouwd, maar de molen is “geïmpor-teerd” uit andere streken.

De voorganger van de huidige Gerarda was een rondestenen bergmolen, in 1862 gebouwd door Jan MathijsClevers. In 1925 werd deze molen door brand ver-woest, waarna hij opnieuw opgebouwd werd. Tijdensde tweede wereldoorlog (1944) wordt de molen doorde Duitsers opgeblazen, waarna molenaar Kessels zijnbedrijf voort moest zetten met een ruwoliemotor onderin de molenberg. Omdat na de oorlog de omgevingvan Heijen nog niet aangesloten is op het electriciteits-net, besluit Kessels weer een complete windmolenop te laten bouwen. Molenmakersbedrijf Beijk ver-huist hierop de achtkante korenmolen van Hierdennaar Heijen.

Hofstra, die deze zaak tot op de bodem uitgezochtheeft. Aan de hand van onder andere het nummer vande Van Enthoven-bovenas, kon men achterhalen datde molen in het 4e en 5e veendistrict te Frieslandgebouwd is als poldermolen [Molenwereld, jaargang5, 300 (2002)]. Na de komst van stoombemaling wordthet achtkant aangekocht om in Hierden dienst te doenals korenmolen. Na de overplaatsing naar Heijen (in1950) staat deze molen dus op zijn derde standplaats.

In het interieur van de Gerarda is nog te zien dat hijooit als poldermolen dienst heeft gedaan. Een deelvan de balken op de meelzolder is namelijk geschil-derd, omdat een deel van deze zolder de woning voorhet molenaarsgezin vormde. Verder zijn er nog eenaantal karakteristieke kenmerken uit het bestek vande veenpoldermolens terug te vinden: de molen heefteen conisch werk bij de overbrenging van bovenwielop bonkelaar en de vang vertoont sporen van eenteenstuk, dit is een soort “hulpstut” die bij een Vlaamsevang toegepast wordt.Het meest opvallende aan de molen zijn alle restenvan kruiwerken die er te vinden zijn: er zijn restenvan neutenkruiwerk en rollenkruiwerk, terwijl de mo-len nu een Engels kruiwerk heeft.

Voor de laatste restauratie van 2002 telde deze moleneen groot aantal hergebruikte roeden, de staart, langespruit en korte spruit waren namelijk vervaardigd uitoude Pot- en Fransen-roeden. Bij de restauratie zijndeze echter allemaal vervangen door houten exem-plaren.

Tekst en foto’s: Marko Sturm

Het is lange tijd onduidelijk geweest of het achtkantvan Hierden afkomstig was uit Groningen of Fries-land. Er waren zelfs bronnen die vermeldden dat demolen oorspronkelijk uit de Wassenaarsepolder bijLeimuiden kwam en via de veenpolder bij Echten(Friesland) naar Hierden verhuisd was. Naar aanlei-ding van reacties op een artikel in Molenvriend num-mer 46, heeft de redactie contact opgenomen met Jan

het achtkant staat op zijnderde standplaats

Harry Kaak Frank Heeren

Page 42: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 42

Nooitgedacht

Type: ronde stenen bergmolenVlucht: 25,2 m, fokwieken met remkleppenBouwjaar: 1883/1958

Eigenaar: Harrie BeijkInrichting: één koppel kunststenen

dubbele maalstoel met motor

Afferden

Page 43: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 43

Molenaars

Ligging en biotoop

De molen is op een natuurlijke heuvel in het Noord-Limburgse Afferden aan de Rimpelt in een mooi ge-bied gelegen. Er staan echter wat de molen betreft teveel bomen, zoveel dat er bij een uit zuid - zuidweste-lijke richting komende wind nauwelijks nog te draaienvalt.

Korte geschiedenis

Vanaf het begin van de 18e eeuw hadden de gravenwoonachtig op het kasteel Bleijenbeek een standerd-molen in hun bezit welke molen op een kaart van 1820staat aangegeven als Bliënbekse Mühle. Buiten hetvele dat zij reeds bezaten, hadden zij ook nog hetrecht op de wind, zodat de molen een banmolen moetzijn geweest voor de bewoners in de omstreken. Dezemolen brandde in 1882 door blikseminslag af. In dietijd was Frans van Lierde de molenaar. Voor de ver-brande standerdmolen kwam een nieuwe molen in deplaats. Deze werd in 1883 aan de Rimpelt gebouwd.Het was een stenen molen die nog enige jaren doorVan Lierde bemalen werd. Zoals gewoonlijk kwamener nieuwe pachters en andere molenaars. Na Van Lier-de kwam de molen tot 1976 in bezit van de familieVan de Berg. In het laatste oorlogsjaar – eind 1944 –wordt de molen door de Duitsers opgeblazen.

In 1958 wordt op de fundamenten van de opgeblazenmolen weer een nieuwe molen gebouwd bij welke ge-legenheid de molen die tot nog toe naamloos was,zijn huidige naam gekregen heeft. De bouwers warenHub Beijk en zijn zwager Chris van den Berg. Bij debouw werd gebruik gemaakt van oude onderdelen wel-ke afkomstig waren van de Sint-Josephmolen te Hei-

de. Het betrof hier de wieken, een gedeelte van hetgaande werk en de kap, deze onderdelen waren oor-spronkelijk afkomstig uit de Gasthuismolen te Tiel.Afgezien van de oude onderdelen kan men dus welstellen dat de “Nooitgedacht” tot de jongste molensvan de streek gerekend mag worden.

Toen malen op windkracht niet meer lonend bleek tezijn, werden de activiteiten gestaakt. Enkele jaren laterontstond het plan om de molen te verbouwen tot pot-tenbakkerij. Het verzoek om een vergunning hiervoorwordt in 1971 afgewezen omdat de molen een be-schermd monument is. In 1976 wordt de molen doorChris van de Berg verkocht aan E. Donné. De molenwordt intussen draaiende gehouden door Harrie Beijk.In 1977 wordt weer een verzoek ingediend om de mo-len te verbouwen, ditmaal tot woonhuis en wederomwordt dit afgewezen. In 1978 kan er door de slechtetoestand van het gevlucht niet meer met de molengedraaid worden waarna deze te koop wordt aangebo-den. Harrie Beijk koopt de molen in 1984 en restau-reert hem in de loop van de tijd tot een draai- en maal-vaardige molen. De oude Pot-roeden hebben plaatsgemaakt voor nieuwe roeden van het fabrikaat Derckx.Had het oude gevlucht nog het Van Bussel-wieksys-teem, nu zijn er fokken toegepast. Al met al is hetmaar goed dat indertijd de aangevraagde vergunnin-gen tot verbouwingen geweigerd zijn daar nu op 30april 1991 onder grote belangstelling – het was immersook Koninginnedag – de officiële opening plaats konvinden van een molen die, zoals alle andere molens,een sieraad voor de streek is.

Tekst: Frits HartemanFoto’s: Harrie Beijk en Marko Sturm

Harrie Beijk Joost Schoenmakers

Page 44: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 44

Watermolen

Type: onderslagmolenRad: 6 mBouwjaar: circa 1300

Eigenaar: Harry KaanenInrichting: bij het rad staat een oude kollergang

Vierlingsbeek

Page 45: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 45

Molenaar

Type en huidige functie

Het ijzeren schoepenrad met een diameter van 6 meteris in 1910 gemaakt door de firma Gebr. Fransen teVierlingsbeek. Het drijft een kollergang aan die oor-spronkelijk gebruikt is om de melasse van de suiker-bieten in het meel te persen dat bestemd was voor devervaardiging van veekoeken.

Ligging

Het rad met sluizen is gelegen aan de Molenbeek waardeze ten zuiden van Vierlingsbeek de Provincialewegnaar Maashees kruist.

Het rad deed oorspronkelijk zijn werk voor de water-molen, totdat in het najaar van 1944 deze molen dooroorlogsgeweld werd vernield. Als herinnering aan demolen werden de sluizen in 1970 hersteld en het geres-taureerde schoepenrad in de beek geplaatst. 25 jaarlater, om precies te zijn 10 juni 1995 is het rad aange-sloten op een kollergang. Deze kollergang is overkaptdoor een bijpassend pittoresk gebouwtje alwaar hetgeheel een drukbezochte toeristische bezienswaardig-heid is.

Korte geschiedenis van de watermolen

Voor zover bekend is de eerste vermelding van dewatermolen in 1446, hoewel wordt aangenomen datzijn ouderdom teruggaat tot omstreeks 1300. Gedu-rende lange tijd zijn de Graven van Cuijk eigenaarvan de molen geweest. Bekend is dat de molen in deloop der tijden een paar maal vernieuwd c.q. opnieuw

gebouwd is in verband met brand c.q. verval namelijkin 1531 en 1672. Ook verbouwingen aan de molen ende sluizen waren aan de orde. Had de molen b.v. inzijn beginperiode een met riet bedekt dak, later is ditvervangen door een pannnendak. Door zijn omvangkon hij gerekend worden tot de grootste stenen molensin Zuidoost Brabant. De molen had 3 koppels stenen.Door uitbreiding van het molenhuis in 1918 werd de

capaciteit uitgebreid. Er kwam een vierde koppel bijdat werd aangedreven door een Lister-zuiggas-motor.Dit had bovendien als voordeel dat er ook gemalenkon worden als dit bij een hoge waterstand van deMaas met het rad niet mogelijk was.

Na de Franse tijd is de molen in 1822 in bezit gekomenvan de familie Kaanen die tot het najaar van 1944met de molen gewerkt heeft. Toen sloeg het noodlotzoals bij veel molens in onze regio in de vorm vanoorlogsgeweld toe. De molen werd totaal vernietigden alleen zijn schoepenrad en de sluizen herinnerennog aan zijn bestaan. Er is nog met de gedachten ge-speeld om de molen weer in zijn oorspronkelijke staatop te bouwen, maar het is er helaas niet van gekomen.

Tekst: Frits HartemanFoto’s: Harry Kaanen

zijn schoepenrad en sluizenherinneren nogaan zijn bestaan

Harry Kaanen

Page 46: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003pagina 46

Ronde stenen bergmolen “Nooitgedacht” te AfferdenOpeningstijden: geen vaste openingstijdenEigenaar: Harrie BeijkTelefoonnummer(s): 0485-531910

Ronde stenen bergmolen “Martinus” te BeugenOpeningstijden: zaterdagmiddag van 14:00 tot 17:00 uurMolenaar(s): Frits Harteman; Hans Heijs;

Marko Sturm en Ludger PaulsTelefoonnummer(s): resp. 0485-572271; 0485-577330;

0485-573616 en 0485-515789

Ronde stenen bergmolen “Jan van Cuijk” te CuijkOpeningstijden: zaterdagmorgen van 09:00 tot 12:00 uurMolenaar(s): Ben Verheijen en Stefan WillemsTelefoonnummer(s): resp. 0485-313298 en 0485-318028

Achtkante bergmolen “Bergzicht” te GasselOpeningstijden: zaterdag van 10:00 tot 17:00 uur,

diverse doordeweekse dagenMolenaar(s): Jan van Haren en Mari GoossensTelefoonnummer(s): resp. 0486-472419 en 0485-573815

Ronde stenen bergmolen “De Reus” te GennepOpeningstijden: woensdagmiddag van 13:00 tot 16:00Molenaar(s): Harry Kaak en Jan CoopmansTelefoonnummer(s): resp. 0485-516619 en 0485-511760

Zeskante bergmolen “Mariamolen” te HapsOpeningstijden: zondagmiddag van 15:00 tot 18:00 uurMolenaar(s): Don WertsTelefoonnummer(s): 0485-322460

Achtkante bergmolen “Gerarda” te HeijenOpeningstijden: zaterdagmiddag van 13:00 tot 16:00 uurMolenaar(s): Harry Kaak en Frank HeerenTelefoonnummer(s): resp. 0485-516619 en 0485-576869

Achtkante stellingmolen te KatwijkOpeningstijden: zaterdagmorgen van 09:30 tot 12:30 uurMolenaar(s): Peter Simons en Hans SeltenTelefoonnummer(s): resp. 0485-313673 en 0485-453608

Ronde stenen bergmolen “De Korenbloem” te MillOpeningstijden: niet geopend voor bezoek (in restauratie)Molenaar(s): geen

Molenbezoek in de regioRonde stenen bergmolen “De Vooruitgang” te OeffeltOpeningstijden: zaterdagmorgen van 10:00 tot 13:00 uur

(winter) of 9:00 tot 12:00 uur (zomer)Molenaar(s): Theo van Bergen en John HoubenTelefoonnummer(s): resp. 0485-361718 en 0485-320994

Standerdmolen “De Korenbloem” te OplooWatermolen te OplooOpeningstijden: zaterdagmorgen van 09:00 tot 12:00 uurMolenaar(s): Jan van Riet en Piet GeenenTelefoonnummer(s): resp. 0485-383551 en 0485-382891

“De Bovenste Plasmolen” te PlasmolenOpeningstijden: iedere tweede zaterdag van de maand

van 11:00 tot 16:00 uur(van mei tot en met oktober)

Molenaar(s): Karel SiebersTelefoonnummer(s): 024-6963357

Ronde stenen stellingmolen “Luctor et Emergo”te RijkevoortOpeningstijden: zaterdagmiddag van 14:00 tot 17:30 uurMolenaar(s): Robbert en Sytske Verkerk;

Mari GoossensTelefoonnummer(s): resp. 0485-313647 en 0485-573815

Ronde stenen bergmolen “De Heimolen” te Sint-HubertOpeningstijden: zaterdagmiddag van 14:00 tot 17:00 uurMolenaar(s): Harry Daverveld en Mart DeelderTelefoonnummer(s): 0485-453353 en 0346-213165

Ronde stenen bergmolen “Rust na Arbeid”te Ven-ZelderheideOpeningstijden: geen vaste openingstijden (in restauratie)Molenaar(s): Ludger PaulsTelefoonnummer(s): 0485-515789

Standerdmolen “De Hamse Molen” te WanroijOpeningstijden: zaterdag van 10:00 tot 14:00 uurMolenaar(s): Jan Selten; Jos Verberk en

Walter CornelissenTelefoonnummer(s): resp. 0485-452587; 0485-578243 en

0485-478818

N.B. De openingstijden zijn slechts een indicatie. In sommige gevallen is/zijn de molenaar(s) niet of op een ander tijdstip aanwezig. Wilt uzeker zijn van een bezoek aan de molen, dan adviseren wij u telefonisch contact op te nemen met de desbetreffende molenaar(s).

Page 47: De Molenvriend 50

De Molenvriend 50, juni 2003 pagina 47

(advertentie)

Beijk Molenbouw BVRimpelt 15a

5851 EK AFFERDENtel. 0485-531910fax 0485-532305

(advertentie) (advertentie)

Postadres: Postbus 11, 5450 AA MILLKantooradres: Oranjeboomstraat 3, MILL, Tel. 0485 - 451276 fax 454063