De Molenvriend 41

31
Uitgave van de vereniging Molenvrienden Land van Cuijk Nr. 41

description

 

Transcript of De Molenvriend 41

Page 1: De Molenvriend 41

Uitgave van de verenigingMolenvrienden Land van Cuijk

Nr. 41

Page 2: De Molenvriend 41

VERENIGING MOLENVRIENDEN LAND VAN CUIJK

BESTUUR

VOORZITTER Mari Goossens D. Boutsstraat 25Tel. 0485-573815 5831 VN BOXMEER

SECRETARIS Don Werts Straatkantseweg 28Tel. 0485-322460 5443 NC HAPSFax 0842-110623 E-mail:

[email protected] Perry Hendriks De Vang 20

Tel. 0485-322872 5437 BP BEERSBESTUURSLEDEN Frits Harteman Bilderbeekstraat 23

Tel. 0485-572271 5831 CW BOXMEERHans Heijs Bilderbeekstraat 26Tel. 0485-571463 5831 CX BOXMEER

COMMISSIES

ARCHIEFCOMMISSIE Tel. 0485-313647 Isabellalaan 305431 GW CUIJK

LEDENADMINISTRATIE Tel. 0485-322460 Straatkantseweg 28Fax 0842-110623 5443 NC HAPSGIRONUMMER: 4008385 onder vermelding adres penningmeester

MOLENARCHIEF Tel. 0485-313647 Isabellalaan 30LAND VAN CUIJK 5431 GW CUIJK

Eenieder kan na afspraak het archief raadplegen

BIOTOOPWACHT Tel. 0485-313298 Moleneind 4LAND VAN CUIJK 5431 HW CUIJK

DE MOLENVRIEND 41

ColofonJaargang 16, nummer 1, april 2000Lijfblad van de vereniging Molenvrienden Land van Cuijk, opgericht in 1984.De Molenvriend wordt gratis toegezonden aan de leden van de vereniging. De contributie hiervoor is ƒ 22,04 ofEUR 10,--. Aanmelding kan geschieden door het bewuste bedrag te storten op de girorekening van devereniging. De Molenvriend is een advertentiemedium.

REDACTIE Frits Harteman Marko SturmBen Verheijen

REDACTIEADRES Bilderbeekstraat 23 5831 CW BOXMEERof e-mail: [email protected]

VERDER WERKTE(N) MEE Harry Kaanen, Jan Koeling, Robbert Verkerk enDon Werts

ILLUSTRATIES Hans Heijs, Jan Koeling, Robbert Verkerk,Don Werts, Archief Harry Kaanen, Foto ArchiefDienst Cuijk

VOORPAGINA Originele foto van de watermolen teVierlinksbeek (archieffoto Harry Kaanen)

Page 3: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000 pagina 3

pagina 2 Colofonpagina 3 In dit nummer

Van de Redactiepagina 4 Mededelingen van het Bestuurpagina 5 Jaarverslag 1999

het reilen en zeilen van onze vereniging in het afgelopen jaardoor: Don Werts

pagina 6 “Daar bij die Hamse Molen ...”een verslag van de gezamenlijke maaltijd van de vereniging

door: Don Wertspagina 8 Brabants molenweekendpagina 9 De watermolen te Vierlingsbeek

een reis door de geschiedenis van de vroegere Vierlingsbeekse watermolendoor: Harry Kaanen

pagina 14 Omroep Brabantdoor: Frits Harteman

pagina 14 Molenstenen gevonden in Cuijkdoor: Frits Harteman, Jan Koeling en Marko Sturm

pagina 18 Vijftien jaar Molenvriendenover onze molens én molenaars gedurende het bestaan van onze vereniging

door: Robbert Verkerkpagina 22 Molenherinneringen

een interview met Jan van Harendoor: Robbert Verkerk

pagina 26 Millenniumactiviteiten in het Land van Cuijkdoor: Frits Harteman en Marko Sturm

pagina 27 Aan de lichteen molenaar stelt zich voor...

door: Marko Sturmpagina 28 Molens in de regio

de actuele stand van zaken van alle molens binnen het Land van Cuijkdoor: Frits Harteman en Marko Sturm

In dit nummer

Van de redactieDe redactie is verheugd u binnen enkele maanden nahet verschijnen van nummer 40 van “de Molenvriend”een nieuw nummer toe te kunnen zenden. Wat onsechter tot nog meer vreugde stemt is het feit dat wedit kunnen dankzij de directe en indirecte mede-werking van leden buiten de redactie. Zoals u bij “Indit nummer” kunt lezen komen er diverse onder-werpen met name over molens uit het verleden aande orde.

Gezien de hoeveelheid kopij die wij mochten ontvan-gen hopen we dat we hiermede niet al ons kruitverschoten hebben. Wij hopen daarom weer te kun-nen rekenen op de spontane bijdragen voor het vol-gend nummer van “de Molenvriend”, zodat we u ookmet dat nummer weer volledig kunnen informerenover te toestand van onze molens, zowel uit het ver-leden als in het heden.

Page 4: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000pagina 4

Mededelingenvan het bestuur

Bij overname van artikelen en/of foto's, auteur eneventuele bron(nen) vermelden. Tevens hiervanmelding maken bij de uitgeefster of redactie vandit blad.

De redactie stelt zich niet aansprakelijk vooreventueel gemaakte fouten of anderszins ontstaneongemakken.

Het nieuwe millennium begon heel feestelijk voor devereniging. Op 18 januari was het namelijk exact 15jaar geleden dat de statuten werden gepasseerd bij denotaris.

Mede naar aanleiding van dit memorabele feit, vondop 22 januari de gezamenlijke maaltijd plaats. Locatiewas deze keer zalencentrum “De Witte Brug” teBoxmeer. Het werd een zeer geslaagd evenement, heteten was prima en de opkomst was weer ongekendgroot (36 personen). Elders in “De Molenvriend”vindt u een korte impressie van deze avond.

Eind januari vonden op de molens te Haps en Beugende proefexamens plaats van het Gilde van VrijwilligeMolenaars, afdeling Noord-Brabant. Daarbij warenook leerlingen uit de regio betrokken (Harry Kaak enGer Smits), die overigens met succes het examenhebben doorlopen en nu klaargestoomd worden voorhet landelijke examen van De Hollandsche Molen.

Een groot verenigingsproject werd gestart in de uit-voering van het idee om bij alle molens in het Landvan Cuijk informatieborden te plaatsen. Deze bordenmoeten dankzij een soort wissellijst-systeem een dy-namische informatieweergave mogelijk maken. Demolenaar kan zelf elk moment de inhoud verversenmet bijvoorbeeld tijdelijke mededelingen.

Een speciale werkgroep is voor dit project gevormd,bestaande uit Mari Goossens, Harry Daverveld en Ben

Verheijen. Ondertussen is een mailing verstuurd naaralle gemeenten en VVV’s in het Land van Cuijk methet verzoek tot toestemming voor plaatsing van deborden en eventuele medefinanciering. Een aantalgemeenten heeft hier inmiddels reeds positief opgereageerd en heeft te kennen gegeven met geld overde brug te willen komen.

De productie van de video over de molens in het Landvan Cuijk kabbelt langzaam voort. Binnenkort komteen dummy beschikbaar, waarna het bestuur hard kangaan werken aan de begeleidende tekst en bijpassendemuziek. Dat wordt nog een hele klus!

Een nieuw te starten project is een zoveelste wervings-ronde voor vrijwillige molenaars. De bedoeling is ditzomerseizoen reeds de wervingsfolder te distribuerenop de molens en in het najaar te komen met een publi-catieronde in diverse media.

Tot slot wijzen wij u op de acceptgirokaart die u bijdeze Molenvriend aantreft. Deze is voor het voldoenvan de contributie over het jaar 2000. Zoals u kuntzien, is als het gevolg van het besluit op de jaarver-gadering van maart 1999 de contributie verhoogd metƒ 2,04. De nieuwe contributie komt daarmee straksgelijk aan 10 Euro.

de secretaris

Page 5: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000 pagina 5

Jaarverslag 1999Het verslag van de activiteiten in en om de verenigingMolenvrienden Land van Cuijk bestaat uit een verslagvan de diverse geledingen. Daarom zullen achtereen-volgens het bestuur, de verenigingsorganen, de mole-naars en de leden de revue passeren. De activiteitenop de diverse molens in het Land van Cuijk gedurende1999 werden behandeld in de rubriek Molens in deRegio in het tijdschrift De Molenvriend en derhalvezal daar niet verder op ingegaan worden.

Het bestuur

Het bestuur van de vereniging Molenvrienden Landvan Cuijk heeft haar taken gedurende het jaar 1999uitgevoerd met het stabiele aantal van vijf leden. Opde jaarvergadering vonden dan ook geen mutatiesplaats.

In totaal werd er door het bestuur 7 maal vergaderd,afwisselend bij de bestuursleden thuis. Het belangrijk-ste, terugkerend agendapunt bestond uit het realiserenvan de video over de molens in het Land van Cuijk.

Verder kwam het reilen en zeilen van de Molenstich-ting Noord-Brabant aan bod, omdat we sinds begin1999 een vertegenwoordiging in het bestuur hiervanhebben. Deze afvaardiging vindt plaats in de persoonvan ondergetekende. De Molenstichting kon met dezesteun van de lokale organisaties een actieve doorstartmaken en onder meer werden projecten als een nieuwbeleidsplan, een internetsite en een educatief pakketvoor scholen geïnitieerd.

Aan de video over de molens in het Land van Cuijk isin 1999 hard gewerkt. De heer Huiskes uit Ughelenis diverse malen in het Land van Cuijk geweest vooropnamen (al dan niet geassisteerd door een collega-amateur) aan de hand van het door het bestuur samen-gestelde draaiboek. Voor een goede coördinatie enbegeleiding lieten bestuursleden zich bij deze sessieszien. Slechts een aantal beelden kwam niet gereed in1999 en zullen in het voorjaar van 2000 alsnog geno-men worden. Een afvaardiging van het bestuur is tenhuize van de heer Huiskes geweest en heeft aldus eeneerste indruk van deze veelbelovende video kunnenkrijgen. Taken voor het bestuur bestaan nu nog uithet schrijven van het verhaal en het uitzoeken van demuziek.

Een project volledig afgerond in 1999 was het verwer-ven van meelzakken met eigen opdruk. In decemberkonden de molenaars (tegen betaling van ƒ 5 per zak)de bestelde exemplaren tegemoet zien, met de afbeel-ding van een molen erop en de tekst: “Molens Landvan Cuijk”. De lelijke, plastic zakken die uit hoofdevan de collectieve distributie van het maalgoed vanuitde fabriek komen, kunnen nu verbloemd worden dank-zij deze zakken.

Qua promotie was 1999 een slap jaar. Er vonden geenevenementen plaats waarvoor de promotiemiddelenuit de kast gehaald moesten worden (stand, computer-presentatie, etc.).

De verenigingsorganen

Het archief van de molens in het Land van Cuijk ishet afgelopen jaar weliswaar niet kleiner gewordendankzij diverse aanwinsten (krantenartikelen, e.d.),maar desondanks zijn er weinig tot geen activiteitendoor de Archiefcommissie ondernomen in het kadervan beheer en onderhoud. Dit behoeft in 2000 nog denodige aandacht met betrekking tot uitzoekwerk, knip-en plakwerk en digitalisering.

Traditiegetrouw vond vroeg in het jaar de kascontroleover 1998 plaats. Ditmaal uitgevoerd door Peter Si-mons en Ben Verheijen. Op de jaarvergadering inmaart werd Peter opgevolgd door Harry Daverveld.Voor het eerst kon deze commissie optimaal profite-ren van de automatisering van de boekhouding, waar-bij specifieke overzichten snel gegenereerd zijn.

Ons tijdschrift “De Molenvriend” kende in 1999 quaverschijningsfrequentie een dieptepunt en de redactieis derhalve slechts tweemaal bijeen geweest. Alleende nummers 39 en 40 konden verwezenlijkt worden.Gelukkig kreeg de redactie in de loop van 1999 ver-sterking op technisch gebied (opmaakwerk op de com-puter), zodat de nabije toekomst er beter uitziet.

Alhoewel er even sprake was van het eventueel neer-leggen van zijn taken door onze biotoopwachter BenVerheijen zijn er in 1999 geen grote activiteiten ont-plooid. Wel werd er in december een hoorzitting vande gemeente Boxmeer bijgewoond onder de bevol-king van Rijkevoort met als doel hun mening inzake

Page 6: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000pagina 6

de herinrichting van de brink te peilen. Zeker ook dooraanwezigheid van de Milieuvereniging Land vanCuijk leverde dit de nodige verhitte discussies op.

De molenaars

Elf molens moesten of misschien wel mochten er inhet Land van Cuijk draaiende gehouden worden ge-durende het afgelopen jaar. Als we de Millse molenniet meetellen, zijn ze dat eigenlijk allemaal! Dezedraaiactiviteiten werden verzorgd door zo’n 21 mole-naars. Hiervan zijn er 12 gediplomeerd via het Gildevan Vrijwillige Molenaars, waarbij de aanwas van 1gediplomeerde (in de persoon van Jos Verberk) alsgevolg van de voorjaarsexamens is meegerekend.

Dankzij de collectieve distributie van maalgoed koner op veel plaatsen in de regio ook actief gemalenworden, waarbij het meel uiteindelijk opgevangenmocht worden in de nieuwe meelzakken met eigenopdruk.

Naast de jaarvergadering werd er slechts twee maaleen molenaarsvergadering gehouden. Vanaf de twee-

de helft van het jaar vond dit min of meer noodge-dwongen plaats in een comfortabele kantine bij debuurman van ondergetekende. Als gevolg van eenfelle, uitslaande brand kwam er namelijk op tragischewijze een einde aan onze standaardlocatie “DeZwaan” te Haps. Uiteraard werden de gezelligepraatjes op de vergaderingen afgewisseld met de eenof andere molenvideo of diaserie.

Leden

De groei van 1998 bracht het ledental op een record-hoogte van maar liefst 76 leden. Ook in de oude situ-atie met de structuur van leden en donateurs (bij elkaaropgeteld) werd dit aantal nooit gehaald. De afvallers(met helaas enkele sterfgevallen) en aanmeldingenleverden in 1999 echter een netto achteruitgang opdit getal van twee mensen, zodat de eindstand op 74leden uitkwam.

Don Werts, secretaris

Of het nu komt omdat eten één der eerste levensbe-hoeften is, maar op de een of andere wijze zijn degezamenlijke maaltijden van de vereniging steeds detopactiviteit van het jaar. Inmiddels uitgegroeid toteen traditie vond de editie van dit jaar plaats op 22januari. Deze vroege datum had te maken met de ge-paard gaande herdenking van het derde lustrum vande vereniging. Op 18 januari was het op de kop af 15jaar gelden dat de statuten bij de notaris werden ge-passeerd. Reden voor een feestje dus.

En het werd daadwerkelijk een feestje in “De WitteBrug” te Boxmeer; het buffet werd met heus vuur-

werk gepresenteerd en de eerste happen werden muzi-kaal ondersteund door een heus “molentrio”. MariGoossens, Harry Daverveld en Ben Verheijen lietende aanwezigen verborgen talenten zien en brachteneen aantal molenliedjes ten gehore met behulp vanaccordeon, klarinet en bariton. Uit volle borst werddoor de mee-eters meegezongen al dan niet de goedeversie (“Daar bij die Molen, die Hamse Molen ...”).Ook het “Molen(aars)lied Land van Cuijk” werd inde volledige live-versie uitgevoerd. Wellicht wordtde studioversie nog een keer op CD gezet!

Naast de muziek en het eten was er natuurlijk veel

“Daar bij die HamseMolen ...”

Gezamenlijke maaltijd 22 januari grootsucces

Page 7: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000 pagina 7

ruimte (voor zover de stoelendans dat toeliet) voorde nodige gesprekken, afspraken, molenpraat enkennismakingen. Zodoende kwamen ook de diversefamiliebanden binnen de club weer eens aan het licht.

Er kwamen maar liefst 39 mensen op dit evenementaf, alhoewel dit aantal bij aanvang nog niet gehaaldwerd tot grote ontsteltenis onder het organiserendebestuur. Het bleek dat er in een andere ruimte noggenerale repetities gaande waren van het molentrio!Sommigen grepen deze grote volksopkomst overigensaan voor andere doeleinden. Zo probeerde HarryDaverveld zijn tekeningencollectie (eigen werk) aande man/vrouw te brengen.

Met andere woorden mogen we zeggen dat het weereen gezellig treffen was en dat het uiteraard weer voorherhaling vatbaar is. Begin 2001 zal het eerstvolgendeeetfestijn weer georganiseerd worden.

Tekst en foto’s: Don Werts

Het molentrio in actie.Van links naar rechts BenVerheijen, Mari Goossens

en Harry Daverveld

Bij het presenteren van het buffet kon men evensterretjes zien

Page 8: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000pagina 8

In het weekend van zaterdag 24 en zondag 25 junia.s. zal voor de eerste keer in de geschiedenis eenBrabants Molenweekend worden gehouden.

Naast de plaatselijke en de regionale molendagen ishet in vele provincies van ons land al jaren een ge-woonte dat een provinciale molendag of een provin-ciaal molenweekend wordt georganiseerd. Onzeprovincie Noord-Brabant heeft tot heden toe nog nooitzo’n evenement gehad en de Molenstichting Noord-Brabant heeft, mede op initiatief van de provincieNoord-Brabant, de moed gehad om dit weekend teorganiseren.

Werd er in het najaar van 1998 al eenBrabantse molenkaart uitgegeven inde vorm van een poster met daaropalle Brabantse molens vermeld, voor-zien van een foto en een kortebeschrijving, nu werd het tijd om allemolens eens op een andere manier“op de kaart” te zetten.

Dat voor de organisatie van een der-gelijk evenement veel werk verzetmoet worden moge duidelijk zijn.Alle molenaars van de 122 molensin de provincie zijn door de Molen-stichting Noord-Brabant benaderdom hun medewerking te verlenen aandit weekend en velen hebbentoegezegd hun molen op de zaterdagof op de zondag in werking te stellen.

Omdat de meeste molens in Nederland op een zater-dag draaien is het tevens voor de collegae molenaarseen mooie gelegenheid om in dit weekend de Brabant-se molens eens te gaan bezoeken en ervaringen uit tewisselen. Uiteraard is iedere belangstellende in mo-lens welkom om al het moois uit verre verleden tijdente aanschouwen.

Wat zou het prachtig zijn!! Alle molens draaiendop de wind in het Brabantse landschap of draaiendop waterkracht in de schitterende beekvalleien. Welkemolens er precies mee doen en op welke dag(en) isop dit moment nog niet geheel bekend. Wel bekendis, dat er een verscheidenheid aan typen is te bewon-deren. De statige standerdmolens, de “reusachtige”stellingmolens en de typische beltmolens, veelal met

zeer oude onderdelen en voorzien van mooie detailsen versieringen, staan op uw bezoek te wachten.

Op vele molens zal er graan gemalen worden, mits erwind staat natuurlijk, en kunt u molenproductenverkrijgen. Bij een aantal molens zullen er tevens an-dere activiteiten plaats vinden, waarbij o.a. genoemdkunnen worden pannenkoeken bakken, muziek, video-of fotopresentaties, informatiestandjes enz. Langs velemolens zullen fietsroutes worden uitgezet. En in hetalgemeen worden op alle molens rondleidingenverzorgd.

Kortom, er zal veel te doen zijn in dit Brabants Molen-weekend!

De molenaars heten u nu al van hartewelkom!

De organisatie van dit weekend is inhanden van de MolenstichtingNoord-Brabant, die een aantal regio-nale informatiepunten in het levenheeft geroepen, waar u informatiekunt krijgen over de deelnemendemolens. Deze regionale informatie-punten zijn:voor Noord en Oost-Brabant: HansTielemans,tel.: 040 286 35 67;voor Midden en Zuid-Brabant: Johnde Jongh,tel.: 040 253 27 68;

voor West-Brabant: Niek van Eekelen,tel.: 0165 30 14 53.

of vraagt u gerust aan de molenaar bij u in de buurt ofhij meedoet aan dit molenweekend.

De algehele coördinatie berust bij Hub van Erve vande Molenstichting Noord-Brabant,tel.: 013 536 21 00.

Zie ook: www.molens.net/molenweekend, voor on-der andere informatie over de deelnemende molens.

Brabants molenweekend

Page 9: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000 pagina 9

De watermolen teVierlingsbeek

Vandaag de dag zijn er in het zuidoostelijke gedeeltevan het Land van Cuijk weinig complete molens meerte vinden. Toch heeft in Vierlingsbeek lange tijd eengrote watermolen gestaan. Wie van Vierlingsbeeknaar Maashees rijdt, ziet aan zijn linkerhand nog derestanten van de vroegere watermolen: een rad eneen kollergang. In dit artikel nemen we de lezers meeterug in de geschiedenis van de Vierlingsbeeksewatermolen, om te laten zien dat ook hetzuidoostelijke deel van onze regio op molengebiedmee heeft geteld.

De bouw van de molenHet valt moeilijk te zeggen wanneer precies de Vier-lingsbeekse watermolen gebouwd is. Een stuk van1446 in het Sambeekse dorpsarchief maakt, voor zo-ver ons bekend, voor het eerst melding van deze mo-len. Veilig kunnen we echter de ouderdom van deBeekse molen stellen op omstreeks 1300.In het jaar 1531 was de oude watermolen met hetmolenhuis totaal in verval. De hoge waterstand vande Vierlingsbeekse beek of molenbeek had zoveelpeelwater (water uit het veengebied De Peel - red.)van het Venrayse te verwerken gekregen, dat de ge-volgen voor de molen niet waren uitgebleven. Daar-om besloot Floris van Egmond, graaf van Buren en(pand)heer van het Land van Cuijk, de Vierlings-beekse watermolen opnieuw te timmeren. Nauwkeu-rig vermelden de in het Algemeen Rijksarchief teBrussel bewaard gebleven rekeningen alle postenvoor materialen en lonen. Het zou bijna mogelijk zijnom van de molen een maquette te maken, zoals vande ark van Noach. We zullen proberen een overzichtte geven van de verrichte werkzaamheden en hetgebruikte materiaal, zonder al te zeer in details tetreden.

HoutBij Daem, de houtvester van Vierlingsbeek, wonendete Sambeek, werden 44 grote eiken gekocht van goedhard hout voor 36 stuivers per stuk en een totaal be-drag van 79 guldens en 4 stuivers. Met wagens werdendeze bomen naar het bouwterrein vervoerd. Iederewagen torste één boom, vermoedelijk gebruikte menook al een mallejan. Verder werd door schipper Lenert

van Broickhuysen een vracht hout van Grave naar deBekerstaaij gevoerd, gekocht bij de houtkoopsterAnna van Wissem en bestaande uit ondermeerdubbele balken, 10 grote houten, 2 grote houten meteen lengte van 30 voet en 3 lange kerksparren van 25stuivers per stuk. Met acht wagens werd dezescheepslading van de Staaij naar de molenwerfvervoerd. In Grave werd nog meer hout aangekocht.Willem van Hemelryck leverde 1800 voet dikkesluisplanken voor 30 stuivers per honderd en 926 voetzolderplanken voor 23 stuivers per honderd. VanDerick van Steenhuys werden nog 600 voetzolderplanken betrokken voor 24 stuivers perhonderd. Lenert de schipper bracht dit alles met zijnschuit en trekpaard stroomopwaarts naar de Staaij.Met zes wagens werd de last naar de molen gebracht.

Kalk en mergelstenenVan Derick Louwener, schipper uit Maastricht, kochtmen door toedoen van Hermen Kipholt 42 mud onbe-slagen kalk voor 7 stuivers per mud. Tevens leverdedeze 1200 voet mergelsteen à 20 stuivers per hon-derd. Deze mergelsteen moest dienen als fundamentvoor het molenhuis. Met vijf wagens werd deze vrachtnaar de bouwplaats gebracht. Andere leveranciers vanmergelstenen waren Derick Ryck, schipper uitRoermond en goed voor 200 mergelstenen van 4 voetper stuk, 100 van 1,5 voet en 300 van 1 voet.

TichelstenenArnt van Huessden, landschrijver van het Land vanCuijk te Grave, zorgde voor 21000 gebakken tichel-stenen. Hierbij kwamen nog 3000 stenen van Jan vanSteenhuys, scholtis van het Overambt, en 5500 stenenvan Goessen. Per duizend kostten ze 2 guldens, datwas dus een bedrag van 59 gulden. Met gehuurdewagens werden al deze stenen naar de molenwerfvervoerd.

Metsel- en timmerwerkOppermetselaar was Merten van Anxt. Hij werkte aande fundamenten en het molenhuis gedurende 46 dagenen verdiende met de kost erbij 5 stuivers per dag.Zijn compagnon was Claes Peuwe. Peter Vosch vanVenray en (zijn zoon?) Lem Peter Vossen waren meer

Page 10: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000pagina 10

Jaartallen uit de geschiedenis van dewatermolen

1300 Veilig kunnen we de ouderdom van de Vierlingsbeekse watermolen stellen op omstreeks 1300.

1446 Een stuk van 1446 in het Sambeekse dorpsarchief maakt, voor zover bekend, voor het eerstmelding van deze molen.

1531 In 1531 besloot Floris van Egmond, graaf van Buren en (pand)heer van het Land van Cuijk, deVierlingsbeekse watermolen, na een brand, weer op te laten bouwen en geheel opnieuw te latentimmeren.

1539 Door de hoge waterstand in 1539 was het noodzakelijk de dijken door te steken om beschadigingvan de molen te voorkomen, het gevolg was dat de sluis bezweek. In de zomer van 1539 werd eengeheel nieuwe sluis gemaakt.

1540 In het jaar 1540 werd de zogenaamde voorslag voor de sluis, die veel te diep was, wederom metpalen en aarde tot het juiste peil teruggebracht, zodat het water langs het molenrad met meer krachtin de molenkolk kon storten.

1672 In 1672 werd wederom een nieuwe watermolen gebouwd. Het is echter de vraag of de molen van1531 met bijkomende werken van 1539/1540 het zolang heeft uitgehouden.

tijdelijke krachten. Lenert Custers van Vierlingsbeekupperde, tegelijk met Thonis Ducker en Arnt Cremervan Groeningen. Zij moesten het naast de kost stellenmet 3 stuivers per dag. Gewone werklieden, zoalsJacob van den Spuelhoff en Jan Byenburgh, die aande fundamenten mee hielpen graven en steen en kalkbijsjouwden in manden, moesten het met 2,5 stuiversper dag doen, evenals de tijdelijke krachten JanClaesz., Jan Scroyers en Meus Jonnesken, die eenpaar nachten moesten hozen en het water uit debouwput keren.Het Beekse molenhuis was vrij groot, daar het dakbestond uit drie gebinten of dakstoelen. Voor 24gulden maakte timmerman Johan Claesz. uit Velp (bijGrave) uit ruw hout een geheel nieuw dak. Reyneruit de Graaf was hierbij de meester-werkman. Na 41,5dag hard aanpakken, waren zij gereed met hetmolenhuis. Johan Claesz. verdiende 6 stuivers plusde kost per dag.Intussen hield Johan Claesz. zich ook bezig met deeigenlijke molen. Met twee knechts werden in 45dagen de molenas, het waterrad en de komme gereedgemaakt van het grove hout. Arnt Driesz. en ZyellJansz. uit Mill zaagden voor Reyner de timmerman

32500 voet deelhout tot dikke planken voor het fun-dament aan het waterrad in de maalkomme.

DakVoor het dekken van het drie gebinten groot zijndedak van het molenhuis werden bij Jonkvrouwe vanBoicholt 3500 elzenlatten voor 28 stuivers per 100besteld. Ercken van Dael te Beugen leverde als riet-dekker 7 bundels schoven voor 7 stuivers per bundel.Andere leveranciers hiervan waren Reyntgen Claes,Arnt Cremers uit Vierlingsbeek en Jacob Dytkens.Kerstke Rovers uit Maashees zorgde voor 4500 dek-tenen om de schoven aan elkaar vast te binden en ophet dak te bevestigen. Heyn Zoelen uit Groeningenverrichtte het rietdekken. Vooral boven naast deschouw moest hij hout en riet goed met leem bestrij-ken uit voorzorg voor de rode haan.

IJzerwerkVooral het benedenstuk van de muren bij het waterdiende stevig verankerd te worden. Gerrit de Smituit (Vierlings)beek bevestigde het metselwerk aldaarmet 5 zware ijzeren ankers met een totaal gewichtvan 20,5 pond. Boven in de schouw plaatste hij twee

Page 11: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000 pagina 11

1724 Torsinck, rentmeester van de baron van Cuijk, geeft in 1724 commentaar op het bij hemingekomen bestek. Torsinck zegt hierover dat de aannemer Van Eeten zelf moest zorgen voor deaankoop van de nodige bouwmaterialen, maar dat de Beekse ingezetenen verplicht waren VanEeten behulpzaam te zijn bij het vervoer van dat materiaal, van de Staaij naar de molenwerf.

1736 In 1736 wordt door de pachter van de watermolen, Lamert van den Bosch, Hendrik Costers aangehouden die, tegen de wet, boekweit heeft laten malen bij de watermolen van Venray.

1775 In augustus 1775 verdronk het oudste zoontje van Jan Claessen in de molenbeek.

1822 Godfried Kaanen uit Dommelen koopt de watermolen.

1918 Het molenhuis wordt uitgebreid, zodat bij lage waterstand ook met behulp van een motor gemalenkan worden.

1944 De watermolen met alle gebouwen worden door het oorlogsgeweld vernield. Tot op heden is demolen niet meer opgebouwd.

1970 Als herinnering aan waar eens de Vierlingsbeekse watermolen stond, wordt in 1970 de sluis van demolen hersteld en er wordt weer een schoepenrad geplaatst.

1995 Op 10 juni 1995 wordt de officiële ingebruikstelling gevierd van de uitbreiding met een kollergangmet bijpassend gebouwtje. De herinneringen aan de Vierlingsbeekse watermolen zijn sindsdien eendruk bezochte toeristische attractie.

grote ankers van 11,5 pond en van 9 pond. De ven-sters werden voorzien van 4 ijzeren spijlen van 16pond. Het waterrad, dat van ruw hout vervaardigdwas, diende lang mee te kunnen en werd daarombeslagen met 16 ijzeren banden van 3 pond per stuk.In totaal had de smid 105 pond ijzer nodig voor hetbedrag van drie guldens, 18 stuivers en 9 duiten.Voor het mechanisme van de molen was nog meerijzer nodig. Aan het kamrad werden twee nieuweijzeren bouten bevestigd, aan het “schortbret” eenijzeren bout en verder waren er nog nodig drie nieuwe“schynen en scheeren”. Tenslotte werd het waterradvoorzien van een ijzeren plaat om de velgen vast temaken. Voor de rest had men ijzerwerk nodig voordiverse zaken, zoals acht scharnieren met acht hakenvoor 32 stuivers, om de vier nieuwe vensters op tehangen, vier grote scharnieren voor de grote deur voor20 stuivers, twee grote dubbele banden, elk van 12,5voet, voor de nieuwe as, zes ijzeren ringen aan debuitenmuren om de paarden van de wachtende klantenvast te maken en dan nog duizenden spijkers in devorm van scherpnagels, lastnagels, deurnagels,zoldernagels, planknagels en latnagels.

Toezicht op en tractatie van de werkliedenHerman Kipholt, toezichthouder van de rentmeestervan het Land van Cuijk, hield alles nauwlettend inde gaten en noteerde alle uitgaven voor loon, hout,steen, kalk enz. In maart 1531 was men met het werkbegonnen en na 46 dagen was men klaar. Toen brachtschipper Lenert van Broichuysen het gereedschap vantimmerlieden en metselaars weer naar Grave. Daem(de richterbode) van Beeck kreeg nog 2 guldens en10 stuivers voor het beschikbaar stellen van beddenvoor het werkvolk. Gezellen en timmerlieden wer-den voor 10 stuivers op bier getrakteerd en meesterReyner de timmerman en Merten de metselaar ont-vingen ieder 24 stuivers extra, omdat zij naarstig bijhet werk waren gebleven en de werklieden van vroegtot laat hadden aangezet.

Bron: Rijksarchiefbewaarplaats Brussel: ArchievenRekenkamers nummer 26433.

Zoals de actieve leden binnen onze vereniging uit depraktijk weten, zijn er regelmatig gebreken en/ofproblemen die de molenaar niet zelf op kan lossen.Vroeger was dit niet anders, zoals uit het nu volgende

Page 12: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000pagina 12

stuk blijkt. Allemaal weten we dat windmolens storm-schade op kunnen lopen als hun natuurlijkeenergiebron, de wind, aantrekt tot stormkracht. Bijde Vierlingsbeekse watermolen gebeurde rond 1539net zoiets.

Het maken van een sluis bij de Vierlingsbeeksewatermolen in 1539In januari 1539 was de waterstand in de Molenbeekweer eens zeer hoog geweest. Om beschadiging vande nieuwe molen te voorkomen was men genood-zaakt de dijk door te steken, hetgeen ten gevolge haddat de sluis bezweek. Met planken, palen, rijs en strobracht men vlug noodvoorzieningen aan. Reyner detimmerman werkte met zijn knechts 11 dagen aanhet karwei. Bij Daem, de richter (bode) waren ze inde kost. In de zomer van 1539 werd vervolgens eengeheel nieuwe sluis gemaakt. Hiertoe werden bij Jandie Lew onder meer 3 grote balken gekocht voor 8stuivers per stuk. Willem int Hemelrick leverde 486voet sluisplanken voor 39 stuivers per honderd enJan Rademaicker zorgde voor 7500 tichelstenen voor2 gulden per duizend. Peter Vinck bracht deze stenenmet zijn schip van Grave naar de Staaij voor 2 gul-dens en 5 stuivers. Jan Rutgers uit Vierlingsbeek biktede stenen van de oude sluis schoon en leverde tevens400 mergelblokken alsmede 16000 goedkope tichel-stenen. Jan de houtzager maakte planken van in totaal3681,5 voet hout voor 5 stuivers per honderd voet.Andere posten laten we verder met rust, daar deopsomming te eentonig zou worden. Wij vermeldennog, dat Reyner de timmerman met zijn vijf knechts41 dagen met alles bezig was. Toen was de molen-

sluis weer prima in orde.In 1540 werd de zogenaamde voorslag voor de sluis,die veel te diep uitgeschuurd was, wederom met pa-len en aarde tot het juiste peil teruggebracht, opdathet water zich langs het waterrad met meer kracht inde molenkolk kon storten.In 1672 werd wederom een nieuwe watermolen ge-bouwd. Het is echter de vraag of de molen van 1531met bijkomende werken van 1539/40 het zolang heeftuitgehouden. Het timmerwerk werd toen onder andereuitgevoerd door een Vierlingsbeekse timmerman. Opde eikenhouten koningsas was toen te lezen: “23februari anno 1672, gemaakt door Hendricus Heijli-gers, timmerman, Vierlingsbeek”.

Bron: Rijksarchiefbewaarplaats Brussel: ArchievenRekenkamers nummer 26433.

Naast het archief in Brussel bevat ook het oude ar-chief van Vierlingsbeek nog informatie over de wa-termolen. Deze informatie is echter geringer, waar-door er over de periode na 1672 weinig bekend is.

VerbouwingVeel rest ons niet meer van het oude Beekse archief.Daardoor is het niet mogelijk een korte schets te ge-ven van de oude, in de tweede wereldoorlog verwoes-te, watermolen. Gelukkig is een brief van G. Torsinck,rentmeester der Cuijkse domeinen, over de bouw vandie watermolen behouden gebleven. Torsinck geeftnamelijk in 1724 commentaar op het bij hemingekomen bestek over een verbouwing. Dit moestimmers door hem, als rentmeester van de baron van

De voorzijde van devroegere watermolen van

Vierlingsbeek

Page 13: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000 pagina 13

Cuijk goedgekeurd worden. Torsinck zegt nu, dat deaannemer Van Eeten zelf moest zorgen voor deaankoop van de nodige bouwmaterialen, maar dat deBeekse ingezetenen verplicht waren Van Eetenbehulpzaam te zijn bij het vervoer van dat materiaalvan de Staaij naar de molenwerf.Het zal duidelijk zijn dat deze Beekse watermolenniet de oudste molen van Beek was.

OngevalBij de Beekse watermolen had in de tweede helft vande 18e eeuw ook nog een tragisch ongeval plaats. Inde zomer maakte de Vierlingsbeekse jeugd regelmatiggebruik van de zwemgelegenheid bij de molen. Helaasverdronk in augustus 1775 het oudste zoontje van JanClaessen in de molenbeek. De dorpsregenten kondenbij lijkschouwing niets anders dan de doodconstateren, waarop de ambtman van de stad Graveen het Land van Cuijk, M.C. Pasques de Chavonnes,verlof gaf tot begraven.

Bronnen:Oud-archief der Gemeente Vierlingsbeek, nummers16 en 33.Tijdschrift Merlet, 6e jaargang, november 1970

Als we inmiddels aangekomen zijn na de Napoleon-tische tijd, in 1822, komt de molen in particulier bezitvan Godefridus Kaanen uit Dommelen. Dit is een vande voorouders van de huidige eigenaar van de restan-ten van de Vierlingsbeekse watermolen, Harry Kaa-nen.

De opkomst van de verbrandingsmotor heeft ook zijninvloed op de molengeschiedenis van Vierlingsbeek.Om ook bij lage waterstand te kunnen malen wordtomstreeks 1918 het molenhuis uitgebreid, zodat ookop motorkracht gemalen kan worden.

Net zoals zovele andere molens heeft de Vierlings-beekse watermolen de tweede wereldoorlog niet over-leefd. Door terugtrekkende Duitse troepen werd demolen eind 1944 geheel vernield. Tot op heden is ernooit meer een maalvaardige molen opgebouwd.Dit betekent echter niet dat er vandaag de dag geenzichtbare herinneringen aan de ooit zo grote water-molen van Vierlingsbeek meer zijn. In 1970 wordteen begin gemaakt aan de situatie zoals we die nukennen. De sluis van de molen wordt in ere herstelden er wordt weer een schoepenrad in de molenbeekgeplaatst.Sinds 10 juni 1995 is op de plek waar ooit de Vier-lingsbeekse molen stond ook een kollergang te zien,in een bijpassend gebouwtje. De restanten van demolen zijn sindsdien een drukbezochte toeristischeattractie.

Tekst: Harry KaanenBewerking tekst: Marko SturmFoto’s: Archief Harry Kaanen

Harry Kaanen is de eigenaar van de restanten vande watermolen van Vierlingsbeek.

De restanten van deVierlingsbeekse

watermolen na deverwoesting door Duitse

troepen in 1944

Page 14: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000pagina 14

Op 14 januari 2000 vond in het café “de Heeren vanCuijk” van de Streekschouwburg in Cuijk een liveradio-uitzending van Omroep Brabant plaats. Daarhet programma “Weekend in Zicht” toegespitst wasop de plaats Cuijk had men Ben Verheijen als plaatse-lijk molenaar uitgenodigd om zijn zegje te doen overz’n molen de “Jan van Cuijk” en alles wat daarmeete maken had. Er stonden hem hiervoor welgeteld 7minuten ter beschikking. Omdat “alleen” zijn ook nietalles is, had Ben nog een paar geestverwantenuitgenodigd om hem hierbij te vergezellen. Daar zijook een paar vragen mochten beantwoorden bleef ervoor Ben nog minder tijd over. Het moet gezegd, diebeschikbare tijd werd goed benut en degenen die Benkennen, kunnen zich daarbij beslist een voorstellingmaken. Mari Goossens en Frits Harteman – degeestverwanten – mochten omdat hun “zendtijd” welerg kort was geweest, aan het eind van de uitzendingnog wat over de vereniging en het werven van vrij-willige molenaars zeggen, maar dan tussen tweeademhalingen in.

Omroep BrabantVerder werd het programma voor het overgrote deelgevuld met interviews waaraan medewerkten GéReinders met Limburgstalige liedjes zoals o.a.“Blaosmuziek” en de Plezierdichters Frank vanPamelen, Johan Hoogeboom en Jan J. Pieterse. Dezelaatste maakte nog een rijmpje over de molen. Zoietsals: Als het kind van de molenaar met de wiekenspeelt, krijgt men Molenaars kindermeel.

De gehele uitzending duurde een uur en was wat onsbetreft een gezellige bijeenkomst met veel humor envirtuoos pianospel waarbij, al was het maar kort, demolenwereld en die van het Land van Cuijk in hetbijzonder weer eens publiekelijk de aandacht kreeg.

Tekst: Frits Harteman

Tijdens de sloop van het NCB-gebouw te Cuijk in1999 zijn een paar molenstenen opgegraven. Naaraanleiding hiervan heeft de heer Jan Koeling uit Cuijkgemeend deze stenen te moeten documenteren omzodoende een en ander voor het nageslacht vast teleggen. Een kopie hiervan met foto’s heeft hij viaBen Verheijen aan de vereniging doen toekomen.

Alvorens een uitwerking van zijn verslag hieronderte publiceren, willen wij in een kort historisch over-zicht de molens memoreren die op deze plaats hebbengestaan, waarbij helaas moet worden aangetekend dater van de molen van Van den Eijken weinig bekendis. Dus mochten er onder U zijn die van deze molenmeer bijzonderheden weet of in zijn of haar bezit

heeft dan houden wij ons hiervoor gaarne aanbevolen.

Geschiedenis van de Cuijkse molensZoals U wellicht weet heeft Cuijk in het verleden,zoals zoveel dorpen, een standerdmolen op zijngrondgebied gehad. Deze molen heeft op de Zand-berg gestaan, even ten Westen van de spoorwegover-gang. Ook deze molen – de molen van Poos – heeftin het verleden te maken gehad met natuurgeweld.Volgens een bericht in de Graafse Courant werd demolen op 28 juli 1855 door de bliksem getroffen.Middels een advertentie in de Echo(?) van 16 april1885 wordt de “Standaard-, Windgraan- en Schors-molen” met woonhuis en tuin namens A.T. van Riette koop aangeboden. Volgens Willem van Riet –

Molenstenen gevonden inCuijk

Page 15: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000 pagina 15

De oude standerdmolen van Poos aan de spoorlijnvan Cuijk. De molen was zojuist getroffen door de

bliksem en zodanig beschadigd, dat hij werdafgebroken.

molenaar in Beers – heeft hij in maart 1884 zijn zoonNol meegeholpen om het bovenwiel op de Kuyksemolen (die hij terloops een oude molen noemt) tevoorzien van een nieuwe voering. Nol (ArnoldusTheodorus van Riet – later molenaar op de Jan vanCuijk) heeft dus blijkens de advertentie zijn molente koop aangeboden. De koper Gerardus (Grad) Poosheeft echter niet veel plezier van de molen gehad.De molen wordt in juni 1888 weer door de bliksemgetroffen en wel zodanig dat hij niet meer hersteldwordt en vervolgens wordt afgebroken. In een ad-vertentie in de Echo van 20 september 1898 dus 10jaar later, laat G. van den Eijken weten dat hij per 1november 1898 de zaak van de heer G. Poos – mole-naar te Cuijk – zal voortzetten. Of de beltmolen vanVan den Eijken die op dezelfde plaats als de standerd-molen is gebouwd toen al aanwezig was, is niet be-kend (althans niet bij schrijver dezes). Deze molen,waarvan zoals reeds gezegd weinig bijzonderhedenin omloop zijn, wordt tijdens de eerste wereldoorloggesloopt. Op zijn plaats verrijst een gebouw dat inde loop der tijden voor verschillende doeleinden isgebruikt. In maart 1999 wordt het als NCB bekendstaande gebouw gesloopt. Na de sloop ontdekt deheer Jan Koeling een paar molenstenen die zijn

De stenen beltmolen van Van den Eijken, versierdter ere van de geboorte van prinses Juliana

Via deze advertentie laat molenaar Van den Eijkenweten dat hij de zaak van molenaar Poos

overneemt.

Page 16: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000pagina 16

opgegraven. Zoals boven vermeld legt hij de gege-vens te weten maten en bijzonderheden op papier endia’s vast. De gemaakte dia’s laten zien dat één steeneen links scherpsel heeft en de andere een rechts.Mogelijk dat de steen met het linkse scherpsel dienstgedaan heeft op de standerdmolen maar als destanderdmolen ook een achtermolen gehad heeft zoude steen met het rechtse scherpsel er ook dienst ge-daan kunnen hebben. Misschien wel als runsteen, demolen was immers volgens de advertentie ook eenschorsmolen. Het kan natuurlijk ook zijn dat de steenmet het linkse scherpsel afkomstig is van destanderdmolen en die met het rechtse scherpsel vande beltmolen van Van den Eijken. Dus wat dat betreftis er nog het een en ander te onderzoeken en wieweet komen we er nog ooit achter.

Opgegraven stenenOp 24 maart 1999 zijn in Cuijk aan de molenstraat,bij de sloop van het NCB-gebouw twee blauwe mo-lenstenen opgegraven. De heer J. Koeling heeft dezestenen opgemeten en beschreven. In de tabel op deandere pagina staan de gegevens van beide stenen.

De eerste steen was aan de opgemeten kant in hetmidden aangesmeerd, vroeger is deze kant kennelijkals maalvlak gebruikt, daarna zijn de uitsparingenvoor de rijn opgevuld. Nu zitten er uitsparingen vooreen viertaksrijn aan de onderzijde, die niet is opgeme-

De twee opgegraven stenen bij elkaar. Achter opde foto steen 1 en vooraan steen 2.

De achterste steen op de andere afbeelding vandichtbij. De dichtgesmeerde uitsparingen voor de

rijn zijn goed te zien.

ten. Wel zijn de maten van deze uitsparingen doorhet kropgat heen opgemeten. In figuur 1 staan dezematen.

Steen 2 was tot de kraangaten gebruikt, waardoor tweeuitsparingen in het maalvlak te zien zijn. In figuur 2staat een schets van de afmetingen.

Na de ontdekking heeft de heer Koeling geprobeerdmet hulp van gemeente Cuijk de stenen aan te kopen.Zijn poging daartoe is niet geslaagd, omdat de sloperde molenstenen al verkocht had voor decoratie vande vloer van een bungalow.

Onderzoek stenen: Jan KoelingFoto’s: Jan Koeling en

Foto Archief Dienst CuijkHistorisch onderzoek: Frits Harteman

Uitwerking: Marko Sturm

Literatuur:Molens in het Land van Cuijk, 1988, Ir. R.H. VerkerkMerlet, Orgaan van de Historische Kring Land vanCuijk, nummer 4, 1996Stichting Foto Archief Dienst, CuijkDagboek Willem van Riet – molenaar te Beers

Page 17: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000 pagina 17

1 (boven) 2 (onder)diameter (m) 1,50 1,40dikte (m) 0,28 0,25 (18 cm blauwe steen en 7 cm beton)diameter kropgat (m) 0,33 0,30groeven: buitenrand 120 80

kropgat 60 40kraangaten: aantal 4 2

diameter (cm) 4 4diepte (cm) 11–12

lengte korte groeven (cm) 22,5

Figuur 1: uitsparingen voor de rijn in de achterste steen

Figuur 2:kraangaten

voorste steen

Technische gegevens van de gevonden stenen

Page 18: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000pagina 18

Met het 15-jarige bestaan en ook het 15-jarige bestaanvan de Molenvriend is er weer veel teruggekeken. On-danks dat ook ik natuurlijk vele herinneringen hebuit deze beginjaren en de eerste 2 besturen, wil ik indit artikel eens een analyse maken van de toestandvan de molens na 15 jaar vereniging. Hoe was de toe-stand 15 jaar geleden, hoe is hij nu en wat hebben wijgeleerd over deze molens. Als foto’s bij het artikelheb ik nu eens niet voor de molens zelf gekozen, maarvoor de molenaars zoals ze bij de start actief waren.Helaas heb ik niet veel foto’s hiervan, maar ook ditvastleggen hoort bij de archivering van de vereniging.Sommige van deze foto’s heb ik later van bezoekersgekregen. De foto’s van het billen zijn met mijn eigencamera gemaakt.

De rondrit begin ik bij Gassel, die in 1985 net sindslange tijd weer kon draaien. Het kruiwerk was netvervangen, ook de windpeluw was nieuw en de bio-toop verbeterd. De molen is in de loop van de tijdverder verbeterd en veranderd. Het wiekenkruis is uit-gerust met Van Bussel stroomlijnneuzen en de as is,na een gevonden scheurtje, vervangen. De neuzenwaren niet origineel, doch zeker noodzakelijk geziende biotoop en de vele draaiuren die de molen moetmaken om aan voldoende subsidie te komen. Helaasmoest ook de vangtrommel er aan geloven en kreegde molen een wipstok. Zeker bij deze molen uiterlijkgeen aanbeveling, omdat het hier waarschijnlijk nietom een verplaatst achtkant gaat. Het gehele achtkantvan Gassel is opgebouwd zonder kruizen (de honds-oren zijn wel aangebracht) in de velden en er is duide-lijk ruimte tussen de vaste en losse bintbalken. Ditimpliceert dat de molen waarschijnlijk “nieuw” isgebouwd in Gassel. Dit is dan meteen ook de redenwaarom de molen riet heeft gekregen. Door de losseconstructie van het achtkant scheurde het dakleer vaakkapot. Riet kan er beter tegen, dus nadat Linden in1956 riet had gekregen, volgde Gassel in 1962. Ditriet leidde in de 80’er jaren weer tot het aanbrengenvan een wipstok, waardoor de molen er aan de buiten-zijde uitziet als een verplaatst Zuid-Hollands achtkant,wat zijn interieur en constructie verloochent. Geluk-kig is het interieur weer redelijk authentiek, zondergeheel vernieuwd te zijn. Al met al een nu veel draai-ende molen, waar we ook qua cultuurhistorie zeer zui-

Vijftien jaar Molenvrienden

nig op moeten zijn.

De achtkante collega in Linden was bij de oprichtingvan de vereniging nog niet draaivaardig. Al snel kwamhierin verandering. Deze molen was al eerderovergegaan op rietbedekking, welke hij natuurlijk opzijn vorige standplaats, de Zuidplaspolder ook al had.Aan de molen is veel vernieuwd bij de restauratie,noodgedwongen, maar typische kenmerken van deZuidplaspolder, zoals het varkenswiel i.p.v. een bon-kelaar zijn bewaard gebleven. Zeker de opstelling vande molen, boven op een vierkant woonhuis maakt hettot een interessant object.

De molen “De Hoop” in Beers is en blijft een zorgen-kindje van de vereniging. Net na de oprichting vande vereniging bracht het bestuur een bezoek aan dezemolen, waar toen de kap nog op zat. Door de duiven-stront ploeterend, soms wel 10 cm dik, werden allezolders bekeken. Het plastic wat de laatste eigenaarvan de Besselaar tegen de binnenzijde van de kaphad gespijkerd, had een groot gedeelte van het interi-eur gered. Het spoorwiel bleek beschilderd te zijn,naar goede Oost-Brabantse traditie. Later werd beslo-ten om de kap te verwijderen en de nog bruikbareonderdelen op te slaan bij de toenmalige gemeenteBeers. Deze onderdelen staan nog steeds op de ge-meentewerf, zoals het bovenwiel en de insteekas. Tochis er nog steeds niet veel zicht op restauratie en kanmen al jaren spreken van een status-quo, ondanks deaanwezigheid van een stichting die zich voor de res-tauratie sterk maakt.

De molen “Jan van Cuijk” mag wel als stammolenvoor de vereniging gezien worden. Het grootste ge-deelte van de molenaars die de vereniging hebbenopgericht, hebben hier hun opleiding genoten. Zijkennen nog de toenmalige problemen, zoals het ont-zien van de Franssen-roede bij zeilvoering, omdat de-ze te slecht was en het naar beneden komen van dekeerkuip. (Theo probeerde hem nog terug te koppen,wat gelukkig net niet lukte).Voor de molen zelf geldtvooral de biotoop en de groene aanslag op de witteromp als een groot probleem. Vele biotoopsuccessenzijn de afgelopen jaren geboekt, het blijft echter dwei-len met de kraan open, omdat men geen invloed heeft

Hoe verging het de molenaars en hun molens

Page 19: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000 pagina 19

op aanplant in tuinen. De groene aanslag op de rompis een ontsiering voor het dorp.

“De Vooruitgang” te Oeffelt is een van de grote ver-anderingen sinds de oprichting van de vereniging.Tijdens de oprichting een kale romp met de groteschuin uitlopende inrijpoort en het molenaarshuis opde hoek. Nu een fraai gerestaureerde molen maar he-laas zonder molenaarshuis. Wel jammer dat de molenzo Gelders gerestaureerd is. De zware balken en hetgevlucht zien er niet Brabants uit. Dat er zwichtlatjesop zitten is nog tot daar aan toe, maar dat ze ook noggebruikt worden!! Historisch gezien is er natuurlijkniets origineel aan het interieur van de molen.

Beugen was aan het begin van de tachtiger jaren eenpas gerestaureerde molen, die geregeld draaide. Theoen Gerrit draaiden met de molen en leidde molenaarsop. Na het vertrek van Theo naar Oeffelt nam Fritshet over en draaide totdat een restauratie noodzakelijkbleek. In eerste instantie zouden de balken vervangenworden. Een rapport van Nico Jurgens over de wip-molen herkomst van het interieur leidde echter totnieuw inzicht bij de Rijksdienst en een zodanige aan-passing, weliswaar met aanmerkelijke meerkosten, dat

alle balkkoppen aangegoten moesten worden en demolen verhit werd om al het ongedierte te doden.Alleen het muurwerk en de staart bleven liggen omdater een discussie gaande was over het te gebruikenmortel voor het voegen. Eindelijk is er nu duidelijk-heid en wordt het muurwerk dit jaar gevoegd. Al metal een molen waar we qua interieur heel zuinig opmoeten zijn en waar nog wel wat onderzoek nodig isom de wipmolen nog beter te construeren en te onder-zoeken welke molen het geweest is.

Oploo was in de tachtiger jaren een probleemgeval,of eigenlijk twee. De gemeente Oploo schilderde bij-na jaarlijks de standerdkast, maar inwendig werd erniets gedaan. Molenaar Rutten draaide zelden met demolen en dat was wel te zien. Echter qua interieurwas het een zeer fraaie standerdkast. Schilderingenvan molentjes, gemaakt in de oorlog, op de meelbaken vele inkervingen in de balken vertelden allen huneigen verhaal. Enkele kleine restauraties verder is destanderdkast nu maalvaardig, maar er zijn wel veleversieringen en inkervingen verdwenen. Helaas is erdoor onze vereniging in die tijd zeer slecht gedocu-menteerd, zodat bijvoorbeeld de schilderingen op demeelbak voorgoed verloren zijn. Toch ademt de oudestanderdkast, misschien is hij wel ouder dan tot nutoe vermeld wordt in de boeken en heeft hij voor Den

Robbert aan de meelbak van de Jan van Cuijk

Robbert aan het klampen onder toeziend oog vanAlbert van Koot

Page 20: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000pagina 20

Dungen nog op een van de stadswallen van ’s-Her-togenbosch gestaan, nog steeds een speciale sfeer uit,vanwege de vele oude balken en inkervingen. De wa-termolen was in het begin van de tachtiger jaren zekerniet draaivaardig. Een slecht rad, te weinig water, eenslecht buitenlager en vele losse onderdelen in het in-terieur gaven de toestand van toen weer. Theo heeftmet enkele leerlingen nog wel wat noodreparaties uit-gevoerd aan het rad en lager, maar echt goed is hetnooit geworden. Uiteindelijk kreeg Harry Beijk op-dracht de molen te restaureren en werden er afsprakengemaakt met het waterschap over watertoevoer opbepaalde zaterdagen en over een bedienbare sluis inde afvoervijver om het waterpeil wat te verlagentijdens het draaien. Weliswaar is er nu een muurdoorgebroken in de molen om de schietbaan van hetGilde mogelijk te maken, maar dit heeft geen conse-quenties voor het aangezicht op het molengedeelte,wat er nog steeds origineel uitziet, en het leidt natuur-lijk wel tot meer toezicht op de molen nu er vakermensen aanwezig zijn.

Wanroij was ook bij de oprichting van de verenigingnet gerestaureerd. Echter om hem op de monumenten-lijst te houden waren er nog wat oude onderdelengebruikt, die niet helemaal optimaal waren. Een jaar-lijkse bonte knaagkever behandeling, vanwege garan-tie van de leverancier, mocht echter niet baten. De asmoest vervangen worden evenals later de uiteindenvan de kruisplaten. Historisch gezien is er van dezemolen na de ineenstorting niet veel meer over, alhoe-wel er door het gebruik van eiken planken nog wel

wat sfeer behouden is. De steenkoppels hebben onsin de loop der jaren heel wat inspanningen gekost.De fraaie foto’s van het billen van de achtermolen,onder toeziend oog van Jan van Woezik, geven nietde problemen weer. De stenen waren zo slecht gego-ten dat er bij het billen bij het kropgat hele brokkenafbraken. Ook een fraai probeersel was de slijtvastruwe laag op de trap om uitglijden tegen te gaan. EddyDerks nam het spul mee van het leger, waar het werdgebruikt op tanks. Het opbrengen duurde 1 dag enhet hield ook bijna 1 dag.

Sint-Hubert was een duidelijk buitenbeentje in hetbegin van de tachtiger jaren. Molenaar Vereijken wasoverleden en had zijn molen zodanig achtergelaten,dat het eruit zag alsof hij ieder moment terug kon ko-men om te gaan malen. Overal lagen stapels juttezakken en hingen bossen binttouwtjes. Voordat PaulSerlie als molenaar hier ging draaien heeft hij eerstalles gefotografeerd, voordat het opgeruimd werd. Demolen bleef echter een probleem omdat hij moeilijkkruide. Later is er samen met Jan Selten weer eenopstart geweest, echter weer met veel problemenvanwege vooral het kruien. Toen de gemeente de mo-len kocht en liet restaureren werd er door de vereni-ging een contract getekend. Hierover kunnen we maarbeter niet verder uitweiden. Uiteindelijk is alles hiertoch nog goed gekomen. De bomen verdwenen uitein-delijk toch. Het voeghout aan de rijklampzijde scheur-de nog door schimmelvorming, logisch als het voeg-hout zolang achter een eik heeft gestaan en dus nietdroogde.

Robbert en Ben aan hetbillen op de loper van

de achtermolen vanWanroij

Page 21: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000 pagina 21

Mill is juist een van de molens die duidelijk de ver-keerde kant is opgegaan. Bij de oprichting nog eendraaiende molen, nu het grote probleemgeval van destreek. Eigenaar Van Kempen liet het draaien vaakaan de vrijwilligers over, maar was nog wel geïnteres-seerd in de molen. Zijn zoon nam alles over en bouw-de er een fitnesscentrum. Vervolgens bouwde een aan-nemer er een woning met als dak de belt en in die tijdwerd de molen steeds slechter, draaide ook nooit meer.Vervolgens kwam de kap open te liggen en leek alleshopeloos. Inmiddels zijn er echter alweerwerkzaamheden uitgevoerd, maar blijft de toekomstvaag en onzeker en is de molen nog steeds niet draai-vaardig.

In Haps draaide Piet Peters, geholpen door Cor Roe-ven en ondergetekende met de Mariamolen op zater-dagen en zondagen. Later stopte Cor ermee en lietPiet zich steeds minder zien. Samen met Don heb ikgedraaid tot het niet meer ging met Peters. De molenwerd inmiddels gerestaureerd, nieuwe schoren, nieuwkoppel, maar draaien gebeurde nog zelden. Later pro-beerde Don het weer, onder verantwoordelijkheid vanPeters, met weer hetzelfde resultaat. Inmiddels trokPeters zich terug en kon Don er weer gaan draaien,maar was er ook weer een restauratie nodig. De langespruit en de tafelementen werden vervangen en demolen was weer maalvaardig. Qua interieur is het eenfraaie molen met vooral door de beperkte lichtinvalveel sfeer. Een raam op de maal- en luizolder en tweeramen op de steenzolder is ook erg weinig voor eenmolen. Aan de opbouw van dit zeskant is nog veelonderzoek te verrichten, voordat ook deze molen zijngeheimen prijs geeft. Fraai is zeker het feit dat alledrie de steenkoppels gelagerd waren in bintbalken endus niet verstelbaar waren. Verder is er nogal watgerommeld met enkele en dubbele veldstijlen en metgerepareerde kruizen.

In Rijkevoort liet Marcel Verbruggen, soms geholpendoor Jos van de Ven, de molen draaien. Malen deedhij toen al lang niet meer. Na de dood van Marcel,nam Johan Reijnders het over, voordat ikzelf in 1985

molenaar werd in Rijkevoort. De molen stond toen alte koop. Na de koop door de gemeente was alles teslecht om mee te draaien, en stond de molen stil totaan de restauratie, waarbij vooral de stelling, het ge-vlucht, de kapbedekking en de balkondersteuningenaan de westzijde onder handen werden genomen.Ondertussen was de parkeerplaats voor de winkel op-gevuld, waarbij het hele aangezicht van de molen,inclusief de verbinding tussen de molen en het mole-naarshuis is geruïneerd. Alleen al het feit dat de ge-meente Wanroij dit onder druk heeft goedgekeurd, isvoor mij voldoende bevestiging dat ze opgehevenkonden worden. Na de restauratie werd de molen infasen inwendig steeds verder gecompleteerd. De mu-ren werden schoongemaakt, steenkoppel nagekeken,elektriciteit aangelegd. Nog steeds is dit alles niet vol-tooid, maar na de komende restauratie is alles waar-schijnlijk weer in goede conditie. Het onderzoek naarde herkomst van de molen is nog niet afgerond, omdatde afkomst nog niet is vast te stellen. Wel is al hetinwendige materiaal opgemeten en gereconstrueerd.Het betreft hier een Zuid-Hollands achtkant, waar-schijnlijk van een zaagmolen, wat bijzonder compleetis. Tezamen met de schilderingen op de koning en hetspoorwiel en de twee oude panden in chaletstijl, diehopelijk binnenkort op de monumentenlijst komen ishet een zeer fraaie monumentale combinatie. Helaassluit de omgeving daar nog niet bij aan, gezien deveel te hoge bomen op de Brink, die een tweede res-tauratie in 10 jaar noodzakelijk maken.

Al met al blijkt dat er in 15 jaar nog veel is veranderd.De toestand van vele molens is duidelijk verbeterden de meeste draaien zeer geregeld. Ondanks dat ernog niet op iedere molen 2 gediplomeerde molenaarsdraaien is er zeker geen tekort aan molenaars.

Foto’s en tekst : Robbert Verkerk

Page 22: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000pagina 22

MolenherinneringenOp een woensdagavond ga ik op bezoek bij Jan vanHaren, molenaar van de molen “Bergzicht” te Gassel.Het doel van het bezoek is het vastleggen van het ver-haal van de laatste nog actieve vakmolenaar in hetLand van Cuijk. Toen de vereniging “MolenvriendenLand van Cuijk” werd opgericht waren er nog meer-dere vakmolenaars actief. Langzaam zijn ze allemaalopgehouden of overleden. In Gassel gebeurde juisthet tegenovergestelde. De stilstaande molen vanGassel werd opgeknapt en Jan zijn vader en later Janzelf maalden weer met de molen en maakten de molentot de meest draaiende van de streek.Op de tafel lagen folders van Kreta. Dus begon hetgesprek niet met het verleden, maar met de toekomst.Met een kaart op tafel wordt kort duidelijk gemaaktwaar de Lassithi hoogvlakte zich bevindt, waar demeeste windmolens worden aangetroffen, waar de wa-

termolens, maar ook hoe je het beste Knossos kuntbezoeken.

Inmiddels is de koffie op tafel verschenen en beginthet gesprek over de Gasselse molen. Jan van Harenzijn vader kocht de molen in 1929 van molenaar FransLitjens (familie van Harrie Litjens, molenaar van Gra-ve). De molen verkeerde bij de koop in een slechtestaat van onderhoud. De molen had toen een Frans-sen-roede als binnenroede, deze is pas in 1984 verwij-derd, en nog een houten buitenroede. Inwendig wasde molen uitgerust met drie koppels maalstenen. Eenvan die koppels was een schorssteen en deze werd nade koop meteen verwijderd. Molenmaker van Asperdtuit Heeswijk kon na de koop de molen meteen goedonder handen nemen. Hierbij werd ook de houtenbuitenroede vervangen door een tweedehands potroe-de uit 1898 (nr. 1619). Deze roede is ingekort, waar-door de nummers nu bijna aan het uiteinde zitten.

De molenaar zelf ging ook meteen aan de slag. Aande noordwestzijde van de molen werd de bekendegroene schuur gebouwd. Verder werd er een Dekkersgloeikopmotor geïnstalleerd. (Deze is na de oorlogverwijderd). Jan kan zich de ellende van zo’n gloei-kopmotor nog herinneren. Warmstoken voor je be-gint, een scheurende waterpomp omdat het te heetwerd. Het is dan ook niet vreemd dat er na de oorlogeen elektromotor voor in de plaats kwam. Van de toe-stand van de molen zo kort voor de oorlog heeft Janin de bijkeuken nog een schilderij hangen. Sommigezaken, zoals de trap naast de inrijpoort de belt op, isgedeeltelijk gereconstrueerd naar aanleiding van ditschilderij. Op de belt is ook Jan zelf vereeuwigd, opzijn driewielertje!!

De molen heeft vroeger ook een zagerij gehad, er zitnog een rondsel op de maalzolder, en een pelsteen.Deze waren echter in 1929 al verwijderd. De zagerijhad niets te maken met de zaagmolen aan de overzijdevan de provinciale weg. Op een oude kaart van Gasseltoont Jan de plaats van deze zaagmolen. Op de kaartstaat ook de omschrijving zaagmolen. Jan zijn vaderwas vroeger bestuurslid van de Onderlinge Brand-waarborgmaatschappij St.-Donatius. In dat bestuurzaten toen ook H. Trouwen uit Heeze, hij vervulde defunctie van secretaris/penningmeester en was tevensvoorzitter van de molenaarsvakbond St.-Victor, J.Franssen uit Erp, hij vervulde de functie van voorzit-

Molen van Gassel tussen 1910 en 1920,gefotografeerd vanuit het zuiden

Page 23: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000 pagina 23

ter, J. Sanders uit Lieshout en B. Kees uit Budel. Inde oude papieren zat ook de eerste lijst van deelne-mende molens uit 1850 bij de oprichting. Een zekereHermans uit Gassel had drie molens ingeschreven,Bergzicht en de zaagmolen uit Gassel en een Graafsestanderdkast. Misschien is dan ook de zagerij wel aan-gebracht in de Bergzicht toen de zaagmolen aan deoverzijde afgebroken is. Overigens de OnderlingeBrandwaarborgmaatschappij St.-Donatius is in 1970ontbonden.

Bij het horen van de naam “Bergzicht” moet Jan tus-sendoor nog even iets kwijt. In boeken zoals Molensin Brabant van Van Bussel en De Brabantse Molensvan Zoetmulder staat dat de molen zo heet vanwegede kleine terpjes die in de omgeving te zien waren,natuurlijk voordat het bos verscheen. Volgens Jan zijnvader heette de molen echter Bergzicht omdat je vanafde molen “De Mookse Berg” (Mookerheide) kon zien.

Na de oorlog was de molen weer aan reparatie toe.Kruien met het oude rollenkruiwerk was bijna onmo-gelijk geworden, dus Jan mocht met zijn vader en Heinvan Asperdt mee op een rondreis langs oorlogsslacht-offers om te kijken of ze nog ergens een goedkoopEngels kruiwerk op de kop konden tikken. De eerstemolen die bezocht werd was die van Vortum. Hierstond volgens Jan niet meer dan een stuk muurovereind dus er viel niet veel meer te halen. De tweedemolen was Vierlingsbeek, waar de hele kap vanaf ge-schoten was. Uiteindelijk vonden ze een kruiwerk bijde molen van Van Aarssen in Oostrum bij Venray.Het kruiwerk werd gekocht, maar nooit geplaatst inGassel.

Dit bezegelde dan ook meteen het lot van de molen.De windpeluw was zo slecht dat de pot-roede op degrond kwam te staan en de molen werd stilgelegd. Inde molen verdween de Gloeikopmotor en er kwameen elektrisch koppel. Later werd er ook een hamer-molen geplaatst in de gang naar de zuidzijde.

In 1961 was de molen dan weer toe aan een restau-ratie, uitgevoerd door Huub Beijk. De molenaar hadzelf de windpeluw proberen te verhogen door er pla-ten op te leggen, doch Beijk heeft deze weer verwij-derd en er oude spoorbielzen onder gelegd. Het kop-pel blauwe stenen werd toen verwijderd. Een ligt erin de tuin bij Peter van Haren achter het huis. Jankijkt er wel eens met begerige ogen naar, maar helaashij is niet meer zijn eigendom. Op de planning staatnog steeds een rondreis langs watermolens in Wallo-nië met Harrie Kaanen om te kijken naar een tweede

Achtkante grondzeiler vanVelp na de roedbreuk

Beltmolen van Escharen met de kerk

Page 24: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000pagina 24

koppel. De grootste uiterlijke verandering in 1961 wasde rietpels. Linden was Gassel in de vijftiger jarenreeds voorgegaan en omdat het asfaltpapier steedsscheurde, werd er in Gassel ook voor riet gekozen.Zo begon de molen er steeds meer uit te zien als eenverplaatste Zuid-Hollandse poldermolen. In de tach-tiger jaren werd dat nog versterkt door de wipstok.Op zich is dat natuurlijk een logische aanpassing, wantriet met een trommelvang is vragen om moeilijkheden.Pas als je nu binnenkomt in de molen zie je dat hetonmogelijk een Hollands achtkant kan zijn. Geheeluitgerust met stijlen, regels, bintbalken en korbelenmaar zonder kruizen en alleen hondsoren, heeft demolen veel weg van een lokaal product. Misschien ishij na de brand bij het beleg van Grave, wel door eenlokale timmerman weer opgebouwd. Het zwakkeachtkant, zonder kruizen en met lucht tussen de bint-balken, doch wel gebouwd met zware stijlen, zorgdeervoor dat het asfaltpapier slechts een kort leven be-schoren was. Asfaltpapier ging al snel kapot, zie defoto van “De Kouwenoord” in Velp, maar in Gasselmoet dit nog erger geweest zijn.

De molen draait nu sporadisch, maar in de zeventigerjaren staat hij wederom stil. Aan het eind hiervan be-gint Jan zelf weer wat te repareren aan de molen. Devoorzomen worden onder andere opgeknapt. Om meersubsidie te krijgen vult Jan in dat de molen maalt.Dhr. Korpershoek meldt meteen dat de RDMZ hierniets van gelooft, en dat de subsidie weer is terug-gedraaid. Jan kan praten als Brugman, vertelt dat hijzelf er zoveel voor heeft gedaan door de borden terepareren, maar het helpt in eerste instantie niets. Dochiets later meldt Korpershoek dat er ongeveerf 80.000,- beschikbaar is voor de Gasselse molen. In1984 wordt het kruiwerk eindelijk vervangen, onge-veer 35 jaar na de aankoop van het Oostrumse krui-werk. Eindelijk heeft de Bergzicht zijn Engels krui-werk. Verder wordt er veel in de kap vervangen, dewindpeluw, de ijzerbalk, de penbalk en een voeghout.Ook de oude Franssen roe wordt vervangen door eengelaste roede. Om toch goed te kunnen draaien metde molen krijgt hij Van Bussel stroomlijnneuzen. Velemolens verloren vanaf 1960 in onze streek deze neu-zen en de enige die ze kreeg was dus Gassel. En juistdeze molen had ze nooit gehad.

Ondertussen streed onze vereniging, onder leiding vande toenmalige biotoopwachter Eddy Derks, voor eenverbetering van de biotoop. Als je nu bij de molenkomt lijkt het er niet op, maar ik kan uit ervaring zeg-gen, het was toen veel slechter. De brede brandgan-gen en de bomen dicht bij de molen die werden ge-kapt, zorgden voor een grote biotoop verbetering.

De molen gaat nu weer draaien. Jan zijn vader komtregelmatig over uit Grave om de molen te laten wer-ken. Totdat de RDMZ in 1992 constateert dat er eenscheurtje zit in de bovenas, vlak bij de aanspuiting.Waarschijnlijk zat dit scheurtje er al vanaf de gietingin (een krimpscheur), maar nu het geconstateerd ismoet de as eruit. Een as van de Nijmeegse IJzergieterijwordt geplaatst en meteen wordt de potroede vervan-gen door een gelaste roe. De oude as ligt nog steedsvoor de Afferdse molen.

Na het verhaal van de Gasselse molen wordt er nogwat gepraat over de omgeving. De molen “Kouwen-oord” te Velp van molenaar Lamers kan Jan zich nogherinneren. De molen had voor de oorlog roedbreuk,maar zijn vader wees Jan eens op die molen toen hijstond te draaien met twee wieken. Dat was net vanafde Bergzicht te zien.Aan de overzijde van de Raam stond de Bergmolenvan Escharen van molenaar Van Iersel. Deze molenkon Jan zich nog goed herinneren. De molen had eenlage belt met inrijpoort en boven de deur stond hetjaartal 1818. De maalzolder had drie deuren en drieramen en was zeer groot. De molen was uitgerust mettwee koppels 16der stenen. Na de oorlog werd de

Standerdmolen van Overasselt

Page 25: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000 pagina 25

molen gerestaureerd door molenmakersbedrijfAdriaans. Deze plaatsten onder andere de as van deopgeblazen molen van Heijen (de ronde stenen voor-ganger van de huidige “Gerarda”molen) in EscharenDeze as had trouwens wel een scheurtje, maar daarbesteedde men vroeger blijkbaar niet zoveel aandachtaan. Tijdens de restauratie kwamen de gebroeders Ad-riaans eens kijken in Gassel. Vooral het door VanAsperdt op steek gezette spoorwiel vonden ze eenkunststukje. Het liep als een uurwerk. In die tijd werder vaak zeer lomp gerestaureerd. Geld en vooral mate-rialen waren schaars. Ronde palen (bijvoorbeeld oudetelefoonpalen) als schoren waren zeker geen uitzon-dering. Tijdens de restauratie van 1946 kreeg Escha-ren ook Van Bussel neuzen op de potroeden. Langheeft hij er niet mee gedraaid. In 1952 verkocht VanIersel de molen aan de Boerenbond waar hij ook indienst trad. Toen deze zijn vestiging verhuisde naarGrave, liet Van Iersel zijn molen afbreken. Hij wastoen nog in goede staat, maar had al wel problemenmet het gaande werk.

Ook de molen van Grave kan Jan zich nog herinneren.Mij wordt aangeboden om eens mee te gaan, zodatJan de plaatsen van de Esterse en Graafse molens kanaanwijzen. De Graafse molen verloor een houten roe-de tijdens een storm in de oorlog. Hij werd niet meeropgeknapt en verdween in 1948.

Tijdens het opnoemen van molens die te zien warenvanaf Bergzicht, zoals Linden, Beers, Nederasselt,Reek en soms Wijchen, stel ik de vraag over Alverna.Nee, deze molen ligt te laag, en ging dus altijd schuilachter de dijken. Alleen in het begin van de oorlog,toen de molen in een zware storm in brand raakte,was hij te zien. De rook en vlammen waren nu wel tezien. De molen werd trouwens in 1944 hersteld.

De laatste molen kent Jan al zijn hele leven, maar hijis er zelden geweest. Nog steeds ziet hij vaak de “Zel-denrust” van Overasselt aan de overzijde van de Maas.’s Ochtends als hij vroeger uit het raam keek zag hijdeze molen, toen nog op zijn oude standplaats. Ikvraag dan ook of hij wel eens is overgevaren met het

Tempelse Veer naar Overasselt. Een keer, na deoorlog, maar het veer was toen niet meer dan een roei-bootje. Ik vertel dat er nu, maar ook in het verleden,problemen waren met het rondsel van deze molen.Molenaar Thijssen had na de oorlog problemen metmolenmaker Coppes, omdat die het rondsel maar nietrepareerde. Jan herinnert zich Hend de Kleijn nog,familie van de toenmalige eigenaren van de molen,de gezusters De Kleijn, waarvan er een trouwens metmolenaar Thijssen getrouwd was. Deze vertelde Jandat er altijd problemen waren met het gangwerk omdatde kammen en staven deelbaar door elkaar waren.Uit het oude Gelderse molenboek blijkt dit echter niet,14 staven en 69 kammen. Heeft iemand zich verteld,het moet natuurlijk wel, het is alleen niet meer na tegaan wie. Wel is duidelijk dat het rondsel met tweestaven en twee trekstangen precies op de deelnaadvan twee platen, vragen is om moeilijkheden. VolgensJan is na de oorlog ook Martin Schröder zijn vlieg-tuigmaatschappij begonnen in Overasselt. Drie rijkereingezetenen, waaronder molenaar Thijssen, gavengeld voor het kopen van een reclamevliegtuigje. Dereclamedoeken werden tegenover de molen, in caféDe Zon geschilderd. En zo stond deze molen daar tot1972. Jan kijkt zoals altijd uit het raampje en de molenis ineens weg. De novemberstorm heeft de kast zwaarbeschadigd en het wiekenkruis doen vallen. Pas enigejaren later staat hij er ineens weer. Althans de kast, nunog dichterbij net achter de Maasdijk. Pas enige jarenlater wordt de molen geheel gecompleteerd. Althansde molen, als je de oude foto van deze molen vergelijktmet de huidige molen kun je beter spreken van eenmolen, want het is zeker niet dezelfde.

Met deze overbuurman van Jan eindigt het gesprek.Het is inmiddels al over twaalf als ik met vele aanteke-ningen huiswaarts loop.

Tekst en foto’s : Robbert Verkerk

(foto’s zijn reproducties, originelen Jan van Haren envereniging De Holandsche Molen)

Page 26: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000pagina 26

Millenniumactiviteiten inhet Land van Cuijk

We leven al weer enige tijd in het nieuwe millennium.Voor zover de redactie het allemaal kan overzien, heeftde verenigingscomputer de omschakeling naar 2000overleefd en kan dit nummer van “De Molenvriend”gewoon uit de printer rollen.

Op molengebied waren er tijdens de jaarwisseling ac-tiviteiten gepland door De Hollandsche Molen. Viavlaggenlijnen met wensvlaggen aan de wieken vanwindmolens door het hele land zou er een “nationalegroet 2000” gebracht worden en een aantal molenszou de klok rond draaien tijdens de jaarwisseling.

In dit artikel geven we U een overzicht van de activi-teiten die op de molens in het Land van Cuijk onder-nomen werden.

De Martinus te Beugen

Op de ochtend van oudjaar werd de molen met vlag-getjes versierd. De blanco vlaggetjes waren door DeHollandsche Molen ter versiering afgeleverd bij deBoxmeerse teken- en schildergroep van instituut voorkunsteducatie “De Meander”. Helaas konden van degeleverde vlaggetjes maar twee vlaggenlijnen gemaaktworden, het hadden gerust meer vlaggetjes mogenzijn. Voor zover de wind dit toeliet is er op de och-tend van 31 december 1999 nog gedraaid.

Het beschilderen van de vlaggetjes haalde de plaat-selijke krant, hiervoor had De Hollandsche Molen ge-zorgd.

De Heimolen te Sint-Hubert

Ook de bergmolen van Sint-Hubert werd met vlagge-tjes versierd. De molen heeft niet gedraaid.

De molen te Katwijk

Ook in Katwijk ontbraken de vlaggetjes aan de wie-ken niet. Of er verder activiteiten ondernomen zijn isbij de redactie niet bekend.

De Vooruitgang te Oeffelt

Op oudejaarsmorgen draaide de molen van Oeffelt.De wensvlaggen van deze molen waren beschilderddoor leerlingen uit de hoogste klassen van de plaatse-lijke basisschool. De kwaliteit van de schilderingenwas hierdoor aanzienlijk hoger dan in Beugen.

De Korenbloem te Oploo en de watermolen teOploo

Tijdens de millenniumnacht sierden ook in Oploovlaggetjes de wieken van de molen. Deze vlaggetjeswaren beschilderd door leerlingen van de plaatselijkebasisschool en door bewoners van instituut “Bron-laak”. Omdat De Hollandsche Molen wat weinig vlag-getjes had geleverd konden geen mooie volle vlag-genlijnen gemaakt worden. De molen heeft niet ge-draaid tijdens de jaarwisseling.Overdag heeft wel de watermolen gedraaid.

De Hamse molen te Wanroy

De standerdmolen van Wanroy nam ook deel aan denationale groet 2000. Het nieuwe millennium werdmet vlaggetjes ingeluid. De molen heeft niet gedraaid.

Frits Harteman en Marko Sturm

Page 27: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000 pagina 27

De afgelopen nummers van “De Molenvriend” zijnin de rubriek “Aan de licht” steeds molenaars aan hetwoord geweest die redelijk nieuw waren binnen onzevereniging. Nu alle “nieuwe” molenaars geweest zijn,heeft de redactie besloten deze vaste rubriek niet testoppen, maar nu aan molenaars die al langer binnenonze vereniging actief zijn de gelegenheid te geveniets over zichzelf te vertellen. Op deze manier komenwe ook eens te weten wat onze molenaars nog meerdoen.

Eerst zal ik mij voorstellen: ik ben Marko Sturm, ikben 22 jaar en woon in Boxmeer. Al weer zo’n vijfjaar ben ik als molenaar actief en mensen vragen al-tijd hoe je aan zo’n bijzondere hobby komt. Om datbij mij te verklaren moeten we ver terug in de tijd.Toen ik baby en later kind was, heeft Ria Harteman,de vrouw van Frits Harteman altijd op mij gepast alsmijn moeder moest werken. Toen ik later groter werdging ik wel eens bij Frits op de molen in Beugen kij-ken. Dat werd steeds vaker en zo is het gekomen. Ikben dus molenaar geworden via mond-op-mond-reclame en niet via één van de wervingsacties vanonze vereniging.

In het dagelijks leven studeer ik technische natuur-kunde aan de Technische Universiteit Eindhoven,waar ik inmiddels vierdejaars ben. In zo’n studie gaatbehoorlijk wat tijd zitten, waardoor het er nog altijdniet van gekomen is om molenaarsexamen te doen…

De molen is niet mijn enige hobby. Binnen de R.K.parochie Boxmeer ben ik actief als organist, bij hetkinderkoor “Gabriëlle” en de volkszang. Ik heb achtjaar muziekles gehad, maar daarna kun je niet verderleren bij de muziekschool. Als ik tijd heb dan kook ikook graag.

Terug nu naar de molens. Ik heb niet alleen gedraaidop de “Martinus” te Beugen, waar de meesten mij

wel eens gezien zullen hebben. Tijdens de laatsterestauratie van de Beugense molen heb ik gedraaidop de “Heimolen” te Sint-Hubert en op “De Koren-bloem” en de watermolen te Oploo, bij Jan van Rieten Piet Geenen.Sinds het vorige nummer van “De Molenvriend” ver-zorg ik de opmaak van ons verenigingsblad. Automa-tisch moet je dan ook wel eens wat schrijven als re-dactielid. Voor mij is dat een leuke manier om naasthet draaien en malen op zaterdag nog wat meer bin-nen de molenwereld te doen. De komende tijd hoopik dit te kunnen blijven doen, dus als het goed is hoortU nog van mij!

Aan de lichtMarko Sturm

Page 28: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000pagina 28

Molens in de regioDe Martinus te BeugenDe laatste maanden is er veel gebeurd op de Martinus.De korte schoren waarvan sprake was in het vorigenummer, zijn inmiddels vervangen en er is bovendieneen nieuwe staartbalk opgehangen. Verder zijn dekammen van het bovenwiel geborgd door middel vanspieën en zijn de kammen van het spoorwiel op steekgezet. Het luiwiel is op de luias gecentreerd. De molenstaat op het ogenblik in de steigers en men is drukbezig het muurwerk te repareren en vervolgens tevoegen. Voordat de molen gevoegd wordt, wordt ereen goot aan de kap met afvoer via de staartbalk ge-hangen. Vervolgens zal er een algehele schildersbeurtplaatsvinden. Hopelijk zijn de meeste werkzaamhe-den gereed als u deze tekst onder ogen krijgt.In de maand januari zijn er op de molen toelatings-

examens gehouden voor het getuigschrift vrijwilligmolenaar.Wat het tweede koppel betreft kunnen we u laten we-ten dat de stenen, een koppel gebruikte Franse stenen,in afwachting van de definitieve plaatsing reeds opde steenzolder ligt.

De Jan van Cuijk te CuijkDe burgemeester is door de molenmaker – Beijk Mo-lenbouw B.V. – weer recht op de windpeluw gelegd.Tijdens het draaien loopt de binnenroe tegen het rech-ter windluik aan, zodat dit, wil men draaien, moetworden weggenomen. Een van de oorzaken van ditaanlopen is het feit dat de windpeluw enigszins naarbinnen is gekanteld door het loszitten van de verbin-ding met het voeghout. Verder is de binnenroe krom(te) of zit scheef in de askop. Ook de bovenas ligt“scheef” in de kap (vanaf de penbalk gezien). De aszit wel recht in het voorkeuvelens. Men denkt dit tekunnen verhelpen door de koning wat te verplaatsenzowel naar rechts (8 cm) als naar achter (3 cm). Het10-jaren plan moet opnieuw worden bekeken. Het ligtin de bedoeling om de brandweer van Cuijk de groe-ne romp (algen) te laten spuiten. Op donderdagmid-dag wordt er les gegeven aan Gerd Hage uit Goch.

De Bergzicht te GasseltVolgens Jan van Haren zijn er over de molen geenbijzonderheden te vermelden. Onderhanden zijndewerkzaamheden zijn in verband met het wintersei-zoen blijven liggen, doch zullen als de weersomstan-digheden dit toelaten weer worden opgenomen.

De Mariamolen te HapsGing het na jaren weer eens goed met deze molen; nublijken zich weer nieuwe problemen voor te doen.De pensteen is gebroken zodat de as na te lang draaienwarm loopt. Verder kreunt de taats van de koning.Overleg met molenmaker Beijk en de gemeente Cuijkvoor een oplossing vindt plaats. In januari jl. zijn erop de molen evenals in Beugen toelatingsexamensgehouden voor het getuigschrift vrijwillig molenaar.Voor de nabije toekomst staat op het programma hetgrondig schoonmaken van de belt waarbij tevens ge-dacht wordt aan de bosschages tegen de belt aan.

De Heimolen te St.-HubertMolenmaker Beijk heeft deze molen een grote op-knapbeurt gegeven. De molen is voorzien van een

De Martinusmolen te Beugen in de steigers. Demolen wordt na jaren van onderzoek en wachten

eindelijk gevoegd.

Page 29: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000 pagina 29

geheel nieuw staartwerk t.w. staartbalk, korte en langeschoren, korte en lange spruit alsmede een nieuwekruibok. Verder is het rechter voeghout, dat gescheurdwas, vervangen waarbij tevens de roosterhouten aandie zijde zijn vernieuwd. Ook de baard zowel aan devoor- als de achterzijde is vervangen. De molen isgedeeltelijk geschilderd zodat hij er voorlopig weertegen kan. De rest van het schilderwerk zal in de zo-mer plaats vinden. Op het moment dat wij dit schrij-ven is men bezig met het opnieuw bestraten van deinrijpoort waarbij tevens een oude molensteen in debestrating zal worden opgenomen. Sinds 4 april jl.staat de molen ’s avonds in het licht van de onlangsaangebrachte schijnwerpers. Gezien het bovenstaandemag dit dan ook wel.

De Molen te KatwijkMolenaar Peter Simons had over deze molen geenbijzonderheden te melden.

De Korenbloem te MillAfgezien van het feit dat de molen te koop is aangebo-den zoals vermeld in ons vorig nummer, is ons verderover de toestand van de molen en of deze wel of nietverkocht is, niets bekend.

De Vooruitgang te OeffeltIn verband met een lekkage van de steenbus is hetkoppel stenen gelicht. De steenbus is weer gedichtwaarbij ondermeer gebruik is gemaakt van linoleum,tevens zijn de Stauffer-vetpotten voorzien van nieuwvet. Van de gelegenheid heeft men voorts gebruik ge-maakt om de ligger te scherpen. Daar de bolspil nietgeheel loodrecht stond heeft men dit verholpen doorde taatspot wat te verplaatsen. Van Lierop B.V. heeftde molen gecontroleerd op ongewenste houtknagerszoals wormen, kevers en torren. Ook de brandweervan Oeffelt is op de molen geweest, niet voor bezoekmaar om te oefenen.

De Korenbloem te OplooVan de standerdmolen te Oploo is weinig nieuws temelden. De molen draait regelmatig op zaterdagen.Het probleem van het zakken van de staat duurt nogaltijd voort, hierdoor kruit de molen op sommige pun-ten wat zwaar.

De watermolen te OplooDe watermolen heeft problemen gehad met een ver-zakking, omdat er zand onder de muren weggespoeldwas. Een gespecialiseerd bedrijf heeft onder hoge drukklei onder de muur gespoten, zodat de zaak nugestabiliseerd is. Net zoals de windmolen draait ookde watermolen regelmatig.

De Luctor et Emergo te RijkevoortMolenmaker Beijk heeft op verzoek van de StichtingMolens van de gemeente Boxmeer de voorste ijzersvan de wiggen van de buitenroede gerepareerd. Degemeente heeft opdracht gegeven voor klein onder-houd (nieuwe zeilkettingen en zeilarmen, rondselrechtzetten en staven van het rondsel repareren). Ditalles is in februari uitgevoerd.

Na het rechtzetten van het rondsel heeft de molenaarde hele maalinrichting goed afgesteld. De stenen ble-ken goed te malen, maar bij de overgang van maïs optarwe begon het regenen op de maalzolder. Een lekkesteenbus!! Na nog op vrijdag 31 maart poetskatoente hebben gehaald bij Sytske en Mart op de Zeldenrustin Overasselt, werd zaterdag 1 april samen met Don,en later ook Valerie en Mari, de steen opengelegd.Bij het openleggen bleek niet de smeerafdichting, inhet geval van Rijkevoort trouwens hennep met reuzelen geen poetskatoen, maar de lagering zelf gedeeltelijkte ontbreken. Een lagerblok was verdwenen. Nadatdit tussen de oude spietjes gevonden was, bleken ookde borgmoeren van de stalen spieën te ontbreken. Naeen kort bezoek aan Harry in Sint-Hubert was deengelse draad vervangen door metrische en kondenwe met nieuwe moeren alles weer in elkaar zetten.De kuip moet weer opgebouwd worden. Van een deelvan de poetskatoen is, vermengd met reuzel, een extraafdichtring gemaakt tussen de steenbus en deafdekplaat.

De biotoop is nog steeds onveranderd. De gemeentebelooft te beslissen, maar doet dat niet. Wel horen wesignalen dat de beslissing uiteindelijk negatief zal zijn.De plannen voor hardere acties liggen al klaar. Zezullen weten in Rijkevoort dat kiezen voor bomenbetekent dat ze ook alleen van de bomen kunnengenieten. (RHV)

De Hamse Molen te WanroyEr zijn een aantal nieuwe kammen in het bovenwielgeplaatst. Verder is er opdracht gegeven voor hetleveren en monteren van een nieuwe steenbus voorde ligger van de voormolen. Tevens dient er nog wataanvullend schilderwerk te worden verricht.

Tekst: Frits Harteman en Marko SturmFoto: Hans Heijs

Page 30: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000pagina 30

Ronde stenen bergmolen “Martinus” te BeugenOpeningstijden: zaterdagmiddag van 14:00 tot 17:00 uurMolenaar(s): Frits Harteman; Hans Heijs; Marko Sturm en Ludger PaulsTelefoonnummer(s): resp. 0485-572271; 0485-571463; 0485-573616 en 0485-515789

Ronde stenen bergmolen “Jan van Cuijk” te CuijkOpeningstijden: zaterdagmorgen van 09:00 tot 12:00 uur

Molenaar(s): Ben VerheijenTelefoonnummer(s): 0485-313298

Achtkante bergmolen “Bergzicht” te GasselOpeningstijden: zaterdag van 10:00 tot 17:00 uurMolenaar(s): Jan van HarenTelefoonnummer(s): 0485-331241

Zeskante bergmolen “Mariamolen” te HapsOpeningstijden: zaterdagmiddag van 14:30 tot 18:00 uur

Molenaar(s): Don WertsTelefoonnummer(s): 0485-322460

Achtkante stellingmolen te KatwijkOpeningstijden: zaterdagmorgen van 09:30 tot 12:30 uurMolenaar(s): Peter Simons en Perry HendriksTelefoonnummer(s): resp. 0485-313673 en 0485-322872

Ronde stenen bergmolen “De Korenbloem” te MillOpeningstijden: niet geopend voor bezoek

Molenaar(s): geenTelefoonnummer(s):

Ronde stenen bergmolen “De Vooruitgang” te OeffeltOpeningstijden: zaterdagmorgen van 10:00 tot 13:00 uur (wintertijd)Molenaar(s): Theo van Bergen en John HoubenTelefoonnummer(s): resp. 0485-361718 en 0485-320994

Standerdmolen “De Korenbloem” te OplooOpeningstijden: zaterdagmorgen van 09:00 tot 12:00 uur

Molenaar(s): Jan van Riet en Piet GeenenTelefoonnummer(s): resp. 0485-383551 en 0485-382891

Watermolen te OplooOpeningstijden: eerste zaterdagmorgen van de maand van 09:00 tot 12:00 uurMolenaar(s): Jan van Riet en Piet GeenenTelefoonnummer(s): resp. 0485-383551 en 0485-382891

Ronde stenen stellingmolen “Luctor et Emergo” te RijkevoortOpeningstijden: zaterdagmiddag van 14:00 tot 17:30 uur

Molenaar(s): Robbert Verkerk en Valerie AbenTelefoonnummer(s): resp. 0485-313647 en 0485-371622

Ronde stenen bergmolen “De Heimolen” te Sint HubertOpeningstijden: zaterdagmiddag van 14:00 tot 17:00 uurMolenaar(s): Harry DaverveldTelefoonnummer(s): resp. 0485-453353

Standerdmolen “De Hamse Molen” te WanroijOpeningstijden: zaterdag van 10:00 tot 14:00 uur

Molenaar(s): Jan Selten en Jos VerberkTelefoonnummer(s): resp. 0485-452587 en 0485-578243

N.B. De openingstijden zijn slechts een indicatie. In sommige gevallen is/zijn de molenaar(s) niet of op een ander tijdstip aanwezig. Wilt uzeker zijn van een bezoek aan de molen, dan adviseren wij u telefonisch contact op te nemen met de desbetreffende molenaar(s).

Molenbezoek Land van Cuijk

Page 31: De Molenvriend 41

De Molenvriend 41, april 2000 pagina 31

(advertentie)

Beijk Molenbouw BVRimpelt 15a

5851 EK AFFERDENtel. 0485-531910fax 0485-532305

(advertentie) (advertentie)