De invloed van stro incorporatie op de opbrengst van...

28
Stichting Nationaal Rijstonderzoeks Instituut (SNRI) Anne van Dijk Rijstonderzoekscentrum Nickerie (ADRON) Augustus 2011 JAARVERSLAG 2010

Transcript of De invloed van stro incorporatie op de opbrengst van...

Stichting Nationaal Rijstonderzoeks Instituut (SNRI)

Anne van Dijk Rijstonderzoekscentrum Nickerie (ADRON)

Augustus 2011

JAARVERSLAG 2010

1

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

J A A R V E R S L A G 2 0 1 0

De Stichting Nationaal Rijstonderzoeks Instituut (SNRI) werd op 4 en 5 maart 1994 officieel geïntroduceerd in de

rijstsector door het openen van haar onderzoekscentrum het Anne van Dijk Rijstonderzoekscentrum Nickerie (ADRON).

De Stichting kreeg geleidelijk vorm in de jaren 80. De snelle groei van de padieproductie en de rijstexport in die periode

noopten toen tot consolidatie en bezinning. Twee onvolkomenheden kwamen sterk naar voren, te weten het

achterblijven van het onderzoek, zowel met betrekking tot de teelt van het gewas als op het stuk van de verwerking en de

afzet, en de nogal gebrekkige zaaizaadvoorziening. De architecten van de SNRI droegen er daarom zorg voor, dat die

beide elementen de kern werden van de taakomschrijving welke de nieuwe stichting meekreeg.

De verantwoordelijkheid van deze publicatie ligt bij de Stichting Nationaal Rijstonderzoeks Instituut.

© augustus 2011 Stichting Nationaal Rijstonderzoeks Instituut (SNRI)

2

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

INHOUDSOPGAVE

LIJST VAN AFKORTINGEN ...................................................................................................................... 3

1 INLEIDING ................................................................................................................................... 4

2 ORGANISATIE & MANAGEMENT ..................................................................................................... 5

2.1 ORGANISATIESTRUCTUUR ................................................................................................5

2.2 BESTUUR ...................................................................................................................... 6

2.3 FINANCIËN .................................................................................................................... 6

2.4 ONDERSTEUNENDE DIENSTEN .......................................................................................... 7

2.4.1 INLEIDING.................................................................................................................. 7

2.4.2 FINANCIËLE ADMINISTRATIE ........................................................................................ 7

2.4.3 SECRETARIAAT ........................................................................................................... 7

2.4.4 PZ/HRM .................................................................................................................. 7

2.4.5 TECHNISCHE DIENST ................................................................................................. 8

2.5 MONITORING EN EVALUATIE ........................................................................................... 8

3 ONDERZOEKSACTVITEITEN ......................................................................................................... 10

3.1 INLEIDING .................................................................................................................... 10

3.2 COMMISSIES, RADEN EN SAMENWERKINGSVERBANDEN ..................................................... 10

3.2.1 COMMISSIES EN RADEN ............................................................................................. 10

3.2.2 SAMENWERKINGSVERBANDEN ................................................................................... 10

3.3 VEREDELING ................................................................................................................ 11

3.4 GEWASMANAGEMENT ................................................................................................... 16

3.5 POST-HARVEST ............................................................................................................ 18

3.6 COMMUNICATIE........................................................................................................... 20

3.7 ZAADPRODUCTIE EN -VERWERKING ................................................................................ 22

3.7.1 ELITEZAAD ............................................................................................................. 22

3.7.2 ORIGINEELZAAD ..................................................................................................... 22

3.7.3 EERSTE-NABOUWZAAD ............................................................................................. 23

SLOT ............................................................................................................................................... 25

BIJLAGEN ......................................................................................................................................... 26

BIJLAGE 1. PRODUCTIE- EN EXPORTGEGEVENS ........................................................................ 26

BIJLAGE 2. LIJST VAN WERKNEMERS EN FUNCTIE ...................................................................... 26

BIJLAGE 3. MUTATIES IN HET PERSONEELSBESTAND .................................................................. 27

BIJLAGE 4. JUBILARISSEN ....................................................................................................... 27

3

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

LIJST VAN AFKORTINGEN

ADRON Anne van Dijk Rijstonderzoekscentrum Nickerie

CAHFSA Caribbean Agricultural Health and Food Safety Agency

CARICOM Caribbean Community

CELOS Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek in Suriname

CIAT Centro Internacional de Agricultura Tropical

CT Commerciële Toetsing

DNA Desoxyribonucleïnezuur

EU Europese Unie

FISO Functie Informatie Systeem Overheid

FFS Farmers’ Field School

FFYT Farmers’ Field Yield Trial

GIS Geographic Information System

glo gewoon lager onderwijs

GRDB Guyana Rice Development Board

hbo hoger beroepsonderwijs

HI Ministerie van Handel en Industrie

HRM Human Resource Management

INGER International Network for the Genetic Evaluation of Rice

IPM Integrated Pest Management

IRGC International Rice Genebank Collection

IRRI International Rice Research Institute

IUR Implementatie Unit Rijst

LVV Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij

mbo middelbaar beroepsonderwijs

mulo meer uitgebreid lager onderwijs

NAOR Nationale Agrarisch Onderzoeks Raad

NZR Nationale Zaad Raad

OYT Observational Yield Trial

PN Pedigree Nursery

PZ Personeelszaken

REMUS Research and extension Management Unit Suriname

RYT Replicated Yield Trial

SC Single cross

SNRI Stichting Nationaal Rijstonderzoeks Instituut

SML Stichting ter bevordering van de Machinale Landbouw in Suriname

SPBA Surinaamse Padie Boeren Associatie

SPMU Suriname Project Management Unit

SPWE Stichting Productieve Werk Eenheden

SRD Surinaamse Dollar

TC Top cross

UPOV International Union for the Protection of New Varieties of Plants.

USD Amerikaanse dollar

UTSN Uitvoeringsorganisatie Twinningfaciliteit Suriname Nederland

UvS Universiteit van Suriname

VRE Vereniging van Rijst Exporteurs

4

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

1 INLEIDING

De rijstsector levert een belangrijke bijdrage aan de economie van Suriname in termen van

voedselvoorziening, werkgelegenheid en inkomstenbron. Voor de duurzame ontwikkeling van deze

belangrijke sector is onderzoek essentieel. In het kader hiervan werd in het jaar 1987 de Stichting Nationaal

Rijstonderzoeks Instituut ( SNRI ) opgericht.

Deze Stichting heeft tot doel de rijstcultuur in de ruimste zin des woords te bevorderen door in het gehele

land wetenschappelijk en toegepast onderzoek binnen de rijstsector te verrichten en te doen verrichten, zo

mede zorg te dragen voor het beschikbaar komen van goed plantmateriaal en informatie ten behoeve van de

rijstsector.

De Stichting tracht dit doel te bereiken door:

1. het uitvoeren en doen uitvoeren van onderzoekingen betreffende het telen en verwerken van rijst,

evenals het gebruiken en afzetten van rijst- en bijproducten;

2. het zuiver houden van de bestaande en het ontwikkelen van nieuwe rijstrassen;

3. het opzetten en in stand houden van een zaaizaadaanmaak- en -distributiesysteem, dat de

rijstverbouwers verzekert van de beschikbaarheid van goed zaaizaad;

4. het verzamelen, documenteren, bewerken en verspreiden van informatie welke van belang is voor de

ontwikkeling van de rijstsector;

5. het aangaan van samenwerking met instellingen in binnen- en buitenland die op dezelfde terreinen

werkzaam zijn;

6. het bevorderen van en meewerken aan opleidingen ten dienste van de rijstsector.

Sinds 1994 is het Anne van Dijk Rijstonderzoekscentrum Nickerie (ADRON), een werkarm van de SNRI, belast

met de uitvoering van de onderzoeksactiviteiten. Deze activiteiten vinden plaats op het gebied van

rassenontwikkeling, gewasverzorging, zaaizaadproductie, verwerking en informatievoorziening.

In het SNRI/ADRON werkplan 2009-2011 dat gebaseerd is op het strategisch plan 2009-20141, zijn de

verschillende activiteiten die moeten bijdragen aan het verwezenlijken van het doel uitgewerkt. Voor 2010 is

de uitvoering van de geplande activiteiten in dit jaarverslag opgenomen. Tevens zijn de werkzaamheden van

de ondersteunende diensten weergegeven. Het Bestuur brengt dank uit aan de direkteur,

onderzoekscoordinatoren en personeel van het ADRON en andere aktoren in de rijstsector voor de

constructieve en prettige samenwerking gedurende het jaar 2010

Drs. I. Rambharse

Voorzitter SNRI

1 Het strategisch plan en werkplan zijn in de bestuursvergadering van 15 december 2009 goedgekeurd.

5

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

2 ORGANISATIE & MANAGEMENT

2.1 ORGANISATIESTRUCTUUR

De organisatie structuur van het ADRON is in het onderstaande organogram weergegeven.

6

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

2.2 BESTUUR

Het huidige bestuur (tabel 1) is per 1 oktober 2008 geïnstalleerd en heeft aan een aantal documenten gewerkt

voor het effectief kunnen verwezenlijken van de doelen. Een strategisch plan 2009-2014 en een werkplan

2009-2011 zijn uitgewerkt. De statuten zijn aangepast en aangeboden aan de minister van LVV ter

goedkeuring.

Tabel 1: de SNRI bestuursleden

Naam Organisatie Functie

Drs. I. Rambharse Ministerie LVV Voorzitter Mw. C. Rahan-Chin M.Sc. UvS Waarnemend voorzitter Mw. ing. A. van Sauers-Muller Ministerie LVV Secretaris Drs. R. Asabina Ministerie Financiën Penningmeester B. Jhagroe Ministerie LVV Lid D. Bihari VRE Lid Drs. R. Stakel Ministerie HI Lid

2.3 FINANCIËN

De begroting over het jaar 2010 was SRD 1.958.000,00. Er is totaal SRD 1.940.935,93 (tabel 2) aan inkomsten

gegenereerd, waarvan 22,6% door de sector, 53,9% door de overheid en 23,5% uit eigen inspanningen. Het

saldo over 2009 was SRD 40.155,00. Het totaal beschikbare budget bedroeg daardoor SRD 1.981.090,93.

Hiervan is 63.1% uitgegeven aan personele kosten, 9,4% aan o.a. materialen voor de

onderzoeksprogramma’s, 6,1% aan exploitatiekosten voor machines, 4,6% aan algemene kosten w.o.

kantoor, elektra en apparatuur, 14,3% aan investeringen w.o. trekker en 2,5% aan gebouwen en terreinen.

Het saldo over 2010 bedraagt negatief SRD 147.153,66.

Tabel 2: Inkomsten en uitgaven over het jaar 2010

Inkomsten SRD SRD USD EURO Bijdrage door de sector 437.747,75 Bijdrage door de overheid 1.045.289,00 Eigen bijdrage 457.899,18

1.940.935,93 Valuta aankoop 120.048,00 22.810,00 11.650,00

1.820.887,93 22.810,00 11.650,00 Uitgaven Personeel 1.273.983,00 15.769,00 4.890,00 Onderzoeksprogramma’s 140.749,16 5.738,10 10.020,00 Exploitatie transport, machines en werktuigen 128.835,87 Algemeen beheer 98.525,24 Investeringen en onderhoud 304.830,00 Gebouwen en terreinen 45.060,46 2.662,00

1.992.028,72 24.169,00 14.910,00 Balans (171.140,79) (1.359,00) (3.260,00) Overzicht van het geaccumuleerd saldo 01 januari 2010 16.679,98 2.502,35 4.071,08 Saldo (171.140,79) (1.359,00) (3.260,00) 31 december 2010 (154.460,81) 1.143,35 811,08

Noot: subsidie over het 4e kwartaal is niet ontvangen. De valuta bij personeel is gebruikt voor trainingen op het IRRI en

korte termijn consultants. Bij onderzoeksprogramma’s is het besteed voor o.a het aanschaffen van onderdelen uit het

buitenland.

7

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

2.4 ONDERSTEUNENDE DIENSTEN

2.4.1 Inleiding

De ondersteunende diensten omvatten de Financiële Administratie, Personeelszaken (HRM), Secretariaat en

Technische Dienst. Trainingen en eventueel additioneel personeel moeten resulteren in het steeds beter

functioneren van deze diensten.

2.4.2 Financiële Administratie

De afdeling Financiële Administratie heeft als een van de taken het kasbeheer over 2010 uitgevoerd. Hieruit

zijn relatief kleine uitgaven bekostigd. De aanvragen van de verschillende afdelingen en programma’s zijn na

goedkeuring door de directeur afgehandeld.

De maandelijkse salarisadministratie is eveneens door deze afdeling uitgevoerd. Het nieuwe software

programma ‘Paytime’ heeft naar tevredenheid gefunctioneerd. Dit programma is per 1 januari 2010 officieel

in gebruik genomen. Relevante financiële stukken zijn voor het accountantskantoor opgestuurd voor het

produceren van de jaarrekening.

De afdeling heeft ook de financiële transacties behorende bij de verkoop van zaaizaad uitgevoerd.

2.4.3 Secretariaat

Het Secretariaat heeft zich in hoofdlijnen beziggehouden met de ondersteuning van de werkzaamheden van

de directeur. De werkzaamheden van het Secretariaat omvatten het verwerken en opslaan van ingekomen en

uitgaande documenten die tevens ook digitaal worden opgeslagen. Het afhandelen van telefoon, ontvangen

van gasten en ondersteunen bij het organiseren van verscheidene activiteiten behoorden ook tot de

uitgevoerde taken.

2.4.4 PZ/HRM

Er is een aanzet gegeven een overzichtelijk en up-to-date personeelsbestand op te zetten. Hiervoor isl het

programma ‘Paytime’ ingezet. Per eind 2010 had het ADRON 61 werknemers in dienst (bijlage 2), waarvan

87% mannelijk en 13% vrouwelijk. De verdeling per afdeling/programma is als volgt: Veredeling 36%,

Gewasmanagement 17%, Communicatie 6%, Zaaizaad 8%, Laboratorium 8%, Administratie 7% en

Technische Dienst 18%. Verder is een conceptdocument arbeidsvoorziening geproduceerd waarin de rechten

en plichten van werknemers zijn uitgewerkt. Dit document behoeft na eventuele aanpassingen goedkeuring

van het Bestuur.

Het salaris is per 1 juli 2010 met 12,5% aangepast. Dit was naar aanleiding van de ontstane verschillen in

nettosalaris met bijvoorbeeld vergelijkbare functies bij het ministerie van LVV na invoering van het eerste

deel van FISO2.

Er is al een aanzet gegeven om jaarlijks relevante trainingen voor veldwerkers, onderzoeksassistenten,

onderzoekers en andere werknemers te organiseren om zodoende de output te verhogen. Tabel 3 geeft een

overzicht van trainingen en conferenties.

Tabel 3: Overzicht van trainingen en conferenties in 2010

#) Training/conferentie Maand Aantal werknemers Trainer/Instituut/locatie

1 Molecular Breeding maart 1 IRRI, Filippijnen 2 Experimental Design en Data analysis maart 1 IRRI, Filippijnen 3 Magazijnbeheer mei 1 SPWE 4 Fotografie juni 5 A. Mahabier 5 Onkruidcollectie augustus 6 Mw. D. Traag/Nationaal Herbarium 6 EHBO oktober 11 S. Linga en I. Jaglal/SZN 7 International Rice Conference november 2 Hanoi, Vietnam 8 Kwaliteitslaboratorium december 10 R. Elmont

8

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

Elke maandag kunnen werknemers van 13:00 uur tot 14:00 uur zaken die zij eventueel individueel met de

directeur wensen te bespreken, aanhalen. Hiervan is in het afgelopen jaar heel weinig gebruik gemaakt.

Werknemers komen meer naar behoefte middels een ad hoc afspraak bij de directeur.

In 2010 heeft 1 werknemer op eigen verzoek ontslag genomen, terwijl het personeel is versterkt met 2

werknemers (bijlage 3).

Voor het programma Post-harvest zijn de heren ir. R.J. Elmont en dr. R.K. Kross als kortetermijn consultants

aangetrokken. Zes werknemers zijn voor 12,5 jaar dienstverband gehuldigd (bijlage 4).

2.4.5 Technische Dienst

De Technische Dienst heeft een ondersteunende taak bij de uitvoering van de diverse onderzoeksactiviteiten.

Het gaat om de volgende werkzaamheden:

Uitvoering van de grondbewerking op 10 hectare proefvelden, 12 hectare kwekers- en elitezaad kavels

en 32 ha hectare origineelzaadvelden, evenals het bevloeien middels waterpompen bij onvoldoende

irrigatie water en het uitvoeren van de oogstwerkzaamheden.

Op weekbasis worden de dammen rondom de kavels en terreinen onderhouden en op kwartaalbasis

worden ca. 12 km primaire irrigatie –en loosleidingen zowel handmatig als chemisch onderhouden.

Het regelmatig plegen van reparatie aan de gebouwen en opstallen. Het verdiepingsgebouw heeft

inmiddels een verfbeurt gehad. De uitvoering van de overige gebouwen zal in 2011 plaatsvinden. Ook

het terrein achter het gebouw is opgehoogd met klei.

Reparatie en onderhoud van machines, vervoermiddelen en andere werktuigen zijn zoveel als mogelijk

in eigen beheer uitgevoerd.

Een tractor en een cirkelmaaier zijn aangeschaft ter vervanging van de oude. Eveneens is een 4 wheel-

drive dubbel cabine pick-up aangeschaft voor de werkzaamheden buiten ADRON locaties.

Drogen van de afgeoogste padie uit de verschillende proefkavels/plotjes van de diverse programma’s

evenals het drogen, schonen van kwekers-, elite- en origineelzaad (ca. 450 mton) is een andere

bijdrage van de afdeling. Er is eveneens 92 ton eerste-nabouwzaad van 10 zaaizaadboeren gedroogd.

Het aankopen en verstrekken van aangevraagde goederen en materialen t.b.v. de diverse

programma’s is ook een verantwoordelijkheid van de afdeling evenals de distributie van elite- en

origineelzaad aan de zaaizaadboeren.

Voor de uitvoering van de diverse programma’s is ruim 18.000 liters brandstof en smeermiddelen (voor

vervoermiddelen, werktuigen en drogers) en ongeveer 14 ton meststoffen gebruikt.

Van ATCAR N.V. is een donatie ontvangen van 5 ton ureum.

2.5 MONITORING EN EVALUATIE

Voor een goede monitoring en evaluatie van de onderzoeksactiviteiten vinden er besprekingen op drie

niveaus plaats:

1. Maandelijks vindt er een evaluatie plaats van de activiteiten tussen de programmacoördinatoren.

Eventuele knelpunten worden besproken en aangepakt.

2. Voor het middenkader is er eveneens een forum om maandelijks overleg te plegen en vorderingen uit

te wisselen.

3. Tweemaandelijks is er een bespreking tussen de directeur en de voorlieden van de verschillende

afdelingen/programma’s.

Van alle besprekingen worden notulen opgemaakt.

Elk(e) afdeling/programma heeft op grond van de interne organisatie en behoefte regelmatig interne

evaluaties. Aan het eind van elk jaar wordt er een bijeenkomst gehouden waar een kort overzicht wordt

gegeven door de directeur. Het personeel is tijdens die bijeenkomst eveneens in de gelegenheid

aandachtspunten te benadrukken.

9

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

Er wordt maandelijks een bestuursvergadering gehouden waarbij vraagstukken met betrekking tot het beleid

worden afgehandeld. Er is daarnaast continu overleg tussen de directeur en de voorzitter.

Er wordt een jaarverslag opgemaakt waarin de technische en management aangelegenheden van het

ADRON worden uitgewerkt. De financiële controle wordt door het onafhankelijk accountantsbureau Tjon A

Hung gepresenteerd in een jaarrekening.

10

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

3 ONDERZOEKSACTVITEITEN

3.1 INLEIDING

Het ADRON heeft als werkarm van de SNRI de verantwoordelijkheid de toegekende taken op een correcte

manier uit te voeren. Middels een aantal programma’s en afdelingen wordt getracht de doelen die deze

stichting nastreeft te verwezenlijken. In het kader van de uitvoering hiervan participeert het ADRON in raden,

commissies en projecten die relevant zijn voor de rijstsector. Daarnaast zijn er samenwerkingsverbanden met

nationale en internationale instituten.

3.2 COMMISSIES, RADEN EN SAMENWERKIN GSVERBANDEN

3.2.1 Commissies en raden

Het ADRON participeert in enkele voor de sector relevante commissies en raden.

1. De Implementatie Unit Rijst (IUR) die op 1 februari 2009 voor 1 jaar als voorloper van productschap rijst

werd ingesteld. De commissie is op 1 februari 2010 ontbonden. Er is een document mbt de vereiste

actiepunten in rijstsector naar de minister van LVV opgestuurd.

2. De Nationale Zaad Raad (NZR) die in februari 1998 ingesteld werd en waarvan de taken en

bevoegdheden wettelijk zijn vastgelegd in de Zaadwet van mei 2005. De NZR is al jaren niet actief en

zal opnieuw geïnstalleerd moeten worden. De NZR heeft een zaadwet ontworpen die in mei 2005 is

afgekondigd. Het bijbehorende staatsbesluit is in december 2008 afgekondigd. De uitvoerings-

besluiten moeten nog worden geslagen. Een conceptwet “Toelating en bescherming van

plantenrassen” is al door het ministerie van Justitie en Politie gescreend. De uitvoeringsbesluiten

moeten nog worden geconcipieerd. In 2010 zijn geen activiteiten uitgevoerd.

3. De Nationale Agrarisch Onderzoeks Raad (NAOR) die op 1 december 2009 werd geïnstalleerd. Het

doel is om in eerste instantie te komen tot een Nationale Agrarische Onderzoeksagenda. Er zijn in het

afgelopen jaar vier vergaderingen uitgeschreven, waarbij de werkwijze is besproken.

4. De taakgroep pesticiden werd in februari 2005 door de toenmalige districtscommissaris van Nickerie in

het leven geroepen en heeft als doel het ontwerpen van maatregelen en programma’s die er toe

bijdragen, dat er zorgvuldig en zuinig wordt omgegaan met gewasbeschermingsmiddelen en met

chemicaliën in het algemeen. De taakgroep heeft in 2010 vijf keer vergaderd. Er zijn twee

focusgroepen van nabestaanden van slachtoffers ingesteld die worden begeleid.

3.2.2 Samenwerkingsverbanden

In de verslagperiode waren de volgende samenwerkingsverbanden relevant:

1. In partnerschap met de Universiteit van Suriname is het Research and Extension (REMUS) project

uitgevoerd. De operationele fase van dit project startte in 2006 en eindigde in 2008. De

administratieve afwikkeling tussen SNRI/ADRON en de Universiteit vond in het verslagjaar plaats.

2. Het project ‘versterking van de rijstsector’ van de Uitvoeringsorganisatie Twinningfaciliteit Suriname

Nederland (UTSN) is eveneens in partnerschap gestart.

3. Met het CELOS is er een samenwerking op het gebied van kennisuitwisseling en het in partnerschap

uitvoeren van relevante projecten.

4. Er werd met de stakeholders informeel contact gehouden bij het plannen, uitvoeren en presenteren

van onderzoeksactiviteiten.

5. Op 12 juli 2008 is een samenwerkingsdocument getekend tussen de Guyana Rice Development Board

(GRDB) en SNRI. Dit document is op 25 augustus 2009 door de twee ministers van landbouw van

Suriname en Guyana bekrachtigd. Er zal worden samengewerkt op het gebied van veredeling,

agronomie, verwerking, training, organisatie, etc. In augustus kreeg SNRI/ADRON bezoek van twee

11

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

onderzoekers, de General Manager van GRDB en een vertegenwoordiger van de rijstboeren van

Guyana. Drie medewerkers van SNRI/ADRON, een vertegenwoordiger van de SPBA en één van de VRE

brachten in september een tegenbezoek aan Guyana.

6. Met het Internationaal Rice Research Institute (IRRI) vond uitwisseling van genetisch materiaal plaats.

Wij ontvingen de INGER nursery voor 2011 en stuurden 110 van onze lijnen naar het IRRI-kantoor in

Tanzania.

7. Het programma Veredeling heeft het contact met CIAT hernieuwd. Wij ontvingen 131 lijnen van CIAT.

3.3 VEREDELING

Het doel van het onderzoeksprogramma Veredeling is het verhogen van de kwaliteit en opbrengst van onze

rijstrassen en het beschikbaar doen komen van zaaizaad van goede kwaliteit voor de rijstsector. In de tabellen

4, 5 en 6 worden de activiteiten en de realisaties weergegeven.

Tabel 4: Planning en realisatie van seizoen 09B (periode 1 november 2009 – 30 april 2010)

code projectonderdeel Planning realisatie

P1.1 Kruisingen en F1 HB-nurseries geïnstalleerd, en ten minste 80 hybriden geproduceerd per seizoen

90 kruisingen zijn gemaakt, 80 geselecteerd F1 = 54 kruisingen overgeplant en geselecteerd

P1.2 Kwekerszaad Productie van bestaande lijnen en kandidaatlijnen per seizoen

Niet ingezet vanwege gewijzigde inzichten

P1.3 Pedigree Nursery (PN) Minimaal 9.000 lijnen per seizoen. Lijnen voor OYT geselecteerd in de F5

F2 = 75 kruisingen (SC: 58, TC: 17) overgeplant en geselecteerd (8.922 lijnen) F3-F5 = 9.246 lijnen (151 kruisingen) overgeplant, 3.255 lijnen (110 kruisingen) + 21 lijnen (10 kruisingen) voor OYT-10A geselecteerd

P1.4 Observational Yield Trial (OYT)

Ten minste 150 lijnen per seizoen. Lijnen voor RYT geselecteerd

10 lijnen (8 kruisingen) overgeplant en geselecteerd voor RYT-10A

P1.5 Replicated Yield Trial (RYT)

Ten minste 75 lijnen per seizoen Ten minste 4 kandidaat-rassen voor de FFYT geselecteerd

Totaal 18 lijnen gezaaid, geen lijnen voor FFYT geselecteerd

P1.6 Farmers Field Yield Trial (FFYT)

Ten minste 4 kandidaat-rassen per seizoen geselecteerd voor de CT

Totaal 6 lijnen (nieuwe lijnen ADRON-137, ADRON-138, ADRON-139 en controle lijnen ADRON-125, ADRON-128, ADRON-130) gezaaid, waarvan geen enkel is geselecteerd voor de CT

P1.7 Overrijpingsproef Ten minste 4 kandidaat-rassen per seizoen

Totaal 8 lijnen (nieuwe lijnen ADRON-137, ADRON-138, ADRON-139 en controle lijnen ADRON-111, ADRON-117, ADRON-125, ADRON-128, ADRON-130) gezaaid

P1.8 Commerciële toetsing Ten minste 2 kandidaat-rassen per seizoen

Geen activiteiten

P1.9 Elitezaadproductie Productie van bestaande lijnen en nieuwe lijnen per seizoen

3 bestaande lijnen (ADRON-111, ADRON-117, ADRON-125) en 2 nieuwe lijnen (ADRON-128, ADRON-130) overgeplant Productie:

lijn #ha #kg vocht (%)

rode rijst

kieming (%)

ADRON-111 0,4 1292 10,5 0 98 ADRON-117 0,7 2975 10 0 100 ADRON-125 1,7 6020 11,3 0 99 ADRON-128 0,9 1855 10 0 98 ADRON-130 1,7 5460 11,8 0 97

P1.10 INGER Nurseries Resultaten van de experimenten verzonden naar INGER en

Niet gepland voor deze periode

12

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

code projectonderdeel Planning realisatie

kiemplasma voor het kruisingsprogramma geïdentificeerd

P1.11 Kiemplasma verversen en beschrijven

Ten minste 50 lijnen/rassen uit de kiemplasmacollectie ververst en beschreven volgens UPOV

36 lijnen (ADRON-lijnen) overgeplant, ververst en beschreven volgens UPOV

P1.12 Kiemplasmabeheer Kiemplasmacollectie gecatalogiseerd en bestand geautomatiseerd

Inventarisatie van beschikbaar materiaal uitgevoerd. Totaal 1.363 lijnen

P1.13 Activiteiten ruw/kwaliteit lab

Protocollen herzien in samenwerking met programma Post-harvest en bepalingen voor diverse programma’s verricht.

Totaal 24.970 bepalingen verricht voor diverse programma’s

P1.14 Activiteiten chemisch lab

Protocollen samengesteld en bepalingen voor diverse programma’s verricht

Geen activiteiten

P1.15 Prebreeding activiteiten

Additionele informatie te gebruiken in het veredelingsproces bepaald

Zaaidichtheidsproef (5 lijnen, 5 zaaidichtheden en 5 herhalingen) ingezet en geëvalueerd. Door onregelmatige opkomst geen duidelijke conclusie te trekken. 6 hybridelijnen van Bayer Crop Science ingezet en geёvalueerd.

P1.16 Training personeel Personeel is getraind in aspecten die relevant zijn voor zijn functioneren

2 personeelsleden hebben de FFS-training afgerond. 1 medewerker heeft de cursus moleculaire veredeling op IRRI gevolgd.

P1.17 Begeleidingsprogramma voor zaadproducenten

Begeleidingsprogramma voor zaadproducenten opgesteld en uitgevoerd

Geen activiteiten, wordt overgeheveld naar programma Gewasmanagement

Tabel 5: Planning en realisatie van seizoen 10A (periode 1 mei 2010 – 31 oktober 2010)

code projectonderdeel planning realisatie

P1.1 Kruisingen en F1 HB-nurseries geïnstalleerd, en ten minste 80 hybriden geproduceerd per seizoen

103 kruisingen zijn gemaakt, 92 geselecteerd F1 = 51 kruisingen overgeplant en geselecteerd

P1.2 Kwekerszaad Productie van bestaande lijnen en kandidaatlijnen per seizoen

Niet ingezet vanwege gewijzigde inzichten

P1.3 Pedigree Nursery (PN) Minimaal 9000 lijnen per seizoen. Lijnen voor OYT geselecteerd in de F5

F2 = 52 kruisingen (SC: 27, TC: 25, 55.800 lijnen) overgeplant en 3.171 lijnen geselecteerd F3-F5 = 12.177 lijnen (185 kruisingen) overgeplant, 3.597 lijnen (135 kruisingen) voor PN-10B + 102 lijnen (29 kruisingen) voor OYT-10B geselecteerd

P1.4 Observational Yield Trial (OYT)

Ten minste 50 lijnen per seizoen. Lijnen voor RYT geselecteerd

21 lijnen (10 kruisingen) overgeplant en geselecteerd voor RYT-10B

P1.5 Replicated Yield Trial (RYT)

Ten minste 35 lijnen per seizoen. Ten minste 4 kandidaatrassen voor de FFYT geselecteerd

Totaal 22 lijnen gezaaid, geen lijnen voor FFYT geselecteerd

P1.6 Farmers Field Yield Trial (FFYT)

Ten minste 4 kandidaat-rassen per seizoen geselecteerd voor de CT

Totaal 6 lijnen (nieuwe lijnen ADRON-137, ADRON-138, ADRON-139 en controle lijnen ADRON-125, ADRON-128, ADRON-130) gezaaid. De nieuwe lijnen zijn vanwege tegenvallende prestaties afgevoerd

P1.7 Overrijpingsproef Ten minste 4 kandidaat-rassen per seizoen

Geen activiteiten

13

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

code projectonderdeel planning realisatie

P1.8 Commerciële toetsing Ten minste 2 kandidaat-rassen per seizoen

Geen activiteiten

P1.9 Elitezaadproductie Productie van bestaande lijnen en nieuwe lijnen per seizoen

3 bestaande lijnen (ADRON-111, ADRON-117, ADRON-125) en 2 nieuwe lijnen (ADRON-128, ADRON-130) overgeplant Productie:

lijn #ha #kg vocht (%)

rode rijst

kieming (%)

ADRON-111 0,4 1050 11,5 2 92 ADRON-117 0,7 1820 11,5 0 95 ADRON-125 1,7 5985 11,5 0 99 ADRON-128 0,9 3780 10,8 0 98 ADRON-130 1,7 6987 11,8 0 95

P1.10 INGER Nurseries Resultaten van de experimenten verzonden naar INGER en kiemplasma voor het kruisingsprogramma geïdentificeerd

INGER nurseries (IIRON: 166 lijnen, IRFAON: 48 lijnen) overgeplant en 15 rassen (uit IIRON: 11, IRFAON: 4) zijn geїdentificeerd en geselecteerd voor het kruisingsprogramma 10B

P1.11 Kiemplasma verversen en beschrijven

Ten minste 50 lijnen/rassen uit de kiemplasmacollectie ververst en beschreven volgens UPOV

140 lijnen (ADRON-lijnen + IRGC-IRRI-lijnen) overgeplant, ververst en beschreven volgens UPOV

P1.12 Kiemplasmabeheer Kiemplasmacollectie gecatalogiseerd en bestand geautomatiseerd

Kiemtest voor 549 lijnen uitgevoerd

P1.13 Activiteiten ruw/kwaliteit lab

Protocollen herzien in samenwerking met programma Post-harvest en bepalingen voor diverse programma’s verricht.

Totaal 11.375 bepalingen verricht voor diverse programma’s

P1.14 Activiteiten chemisch lab

Protocollen samengesteld en bepalingen voor diverse programma’s verricht

Totaal 205 bepalingen verricht

P1.15 Prebreeding activiteiten

Additionele informatie te gebruiken in het veredelingsproces bepaald

Geen activiteiten

P1.16 Training personeel Personeel is getraind in aspecten die relevant zijn voor zijn functioneren

4 personeelsleden hebben een EHBO-training afgerond

P1.17 DNA fingerprinting van uitgegeven rassen

DNA fingerprinting van de uitgegeven rassen die ook kan worden gebruikt bij het vaststellen of een rijstpartij bestaat uit door het ADRON ontwikkelde rassen.

Geen activiteiten.

Tabel 6: Planning en realisatie van seizoen 10B (periode 1 november 2010 – 31 december 2010)

code projectonderdeel planning realisatie

P1.1 Kruisingen en F1 HB-nurseries geïnstalleerd, en ten minste 80 hybriden geproduceerd per seizoen

F1 = 92kruisingen overgeplant

P1.2 Kwekerszaad Productie van bestaande lijnen en kandidaatlijnen per seizoen

3 lijnen (ADRON-125, ADRON-128, ADRON-130) overgeplant

P1.3 Pedigree Nursery (PN) Minimaal 9.000 lijnen per seizoen. Kandidaatlijnen voor OYT geselecteerd in de F5

F2 = 51 kruisingen (SC: 22, TC: 29, 40.100 lijnen) overgeplant F3-F5 = 6.768 lijnen (187 kruisingen) overgeplant

P1.4 Observational Yield Ten minste 50 lijnen per 102 lijnen (29 kruisingen) overgeplant

14

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

code projectonderdeel planning realisatie

Trial (OYT) seizoen. Lijnen voor RYT geselecteerd

P1.5 Replicated Yield Trial (RYT)

Ten minste 35 lijnen per seizoen. Ten minste 4 kandidaatrassen voor de FFYT geselecteerd

Totaal 21 lijnen (10 kruisingen) gezaaid

P1.6 Farmers Field Yield Trial (FFYT)

Ten minste 4 kandidaat-rassen per seizoen geselecteerd voor de CT

Geen activiteiten

P1.7 Overrijpingsproef Ten minste 4 kandidaat-rassen per seizoen

Geen activiteiten

P1.8 Commerciële toetsing Ten minste 2 kandidaat-rassen per seizoen

Geen activiteiten

P1.9 Elitezaadproductie Productie van bestaande lijnen en nieuwe lijnen per seizoen

3 bestaande lijnen (ADRON-111, ADRON-117, ADRON-125) en 2 nieuwe lijnen (ADRON-128, ADRON-130) overgeplant

P1.10 INGER Nurseries Resultaten van de experimenten verzonden naar INGER en kiemplasma voor het kruisingsprogram-ma geïdentificeerd

Resultaten INGER-2010 verwerkt en verstuurd voor INGER Filippijnen Aanvraag voor INGER-2011 ingediend

P1.11 Kiemplasma verversen en beschrijven

Ten minste 50 lijnen/rassen uit de kiemplasmacollectie ververst en beschreven volgens UPOV

Totaal 217 lijnen (131 CIAT, 40 drooglandrijst en 46 IRRI-lijnen) overgeplant

P1.12 Kiemplasmabeheer Kiemplasmacollectie gecatalogiseerd en bestand geautomatiseerd

Kiemtest voor 50 lijnen ingezet

P1.13 Activiteiten ruw/kwaliteit lab

Protocollen herzien in samenwerking met programma Post-harvest en bepalingen voor diverse programma’s verricht.

Totaal 4.422 bepalingen verricht voor diverse programma’s

P1.14 Activiteiten chemisch lab

Protocollen samengesteld en bepalingen voor diverse programma’s verricht

Geen activiteiten

P1.15 Prebreeding activiteiten

Additionele informatie te gebruiken in het veredelingsproces bepaald

Zaaidichtheidsproef (3 lijnen, 5 zaaidichtheden en 5 herhalingen) ingezet

P1.16 Training personeel Personeel is getraind in aspecten die relevant zijn voor zijn functioneren

6 personeelsleden volgen Post-Harvest training

P1.17 DNA fingerprinting van uitgegeven rassen

DNA fingerprinting van de uitgegeven rassen die ook kan worden gebruikt bij het vaststellen of een rijstpartij bestaat uit door het ADRON ontwikkelde rassen.

Geen activiteiten

15

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

Foto 1. Selectie in de F2 populatie

Foto 2. Verwijderen van ongewenste plantjes is erg belangrijk in het veredelingsproces.

16

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

3.4 GEWASMANAGEMENT

Het doel van het onderzoeksprogramma Gewasmanagement is het verhogen van de productiviteit en

duurzaamheid van de rijstproductie. In tabel 7 worden de algemene aandachtspunten gepresenteerd, terwijl

tabel 8 de corresponderende planning en realisaties weergeeft.

Tabel 7: Aandachtpunten programma Gewasmanagement

code projectonderdeel output

P2-AL1 Crop survey gegevens over cultuurmaatregelen die de boeren uitvoeren P2-GB1 literatuurstudie grondbewerkings-

methoden in rijst database over grondbewerkingsmethoden en indicaties voor mogelijke onderzoeksprojecten

P2-GB2 effect van intensieve droge grondbewerking op de opbrengst

antwoord op de vraag of intensieve droge grondbewerking leidt tot opbrengstverhoging (fysiek en financieel)

P2-GB3 effect van intensieve natte grondbewerking op de opbrengst

antwoord op de vraag of intensieve natte grondbewerking leidt tot opbrengstverhoging (fysiek en financieel)

P2-BE1 literatuurstudie bemestingsmethoden in rijst

database over bemestingsmethoden en indicaties voor mogelijke onderzoeksprojecten

P2-BE2 bemestingsproef kandidaatrassen bemestingsschema voor kandidaatrassen P2-BE3 verbeterde bemestingsmethoden on-

station verbeterde bemestingmethoden voor validatie in boerenvelden

P2-BE4 validatie bemestingsmethoden op boerenvelden

verbeterde bemestingsmethoden in boerenvelden gevalideerd

P2-BE5 testen van alternatieve meststoffen vaststellen of alternatieve meststoffen agronomisch en economisch voordeel hebben

P2-BE6 SPAD meter verder uittesten onder onze omstandigheden

protocol voor toepassing SPAD meter onder onze omstandigheden.

P2-BE7 Integrated Nutrient Management (INM) toetsen aan onze omstandigheden

concept van INM getoetst voor onze omstandigheden en waar nodig adviseren conform bevindingen

P2-IPM1 literatuurstudie IPM-methoden in rijst database over IPM-methoden en indicaties voor mogelijke onderzoeksprojecten

P2-IPM2 IPM-proeven on-station diverse IPM-proeven on-station P2-IPM3 IPM-proeven op boerenvelden on-station IPM-proeven gevalideerd onder omstandigheden

op boerenvelden P2-IPM4 natuurlijke vijanden identificeren en

beschrijven beschrijving natuurlijke vijanden (levenscyclus, effect op prooi, etc.)

P2-IPM5 ziekten identificeren en beschrijven beschrijving ziekten (levenscyclus, effect op plant, etc.) P2-IPM6 plagen identificeren en beschrijven beschrijving plagen (levenscyclus, effect op plant, etc.) P2-IPM7 vaststellen populaties natuurlijke vijanden vaststelling van de populatiegrootte van natuurlijke vijanden

en implicaties voor natuurlijke bestrijding P2-IPM8 vaststellen effectiviteit van natuurlijke

vijanden de effectiviteit van natuurlijke vijanden op de prooi vastgesteld

P2-IPM9 effectiviteit van alternatieve bestrijdingsmiddelen en hun effecten op natuurlijke vijanden

vastgesteld wat het effect is van alternatieve bestrijdingsmiddelen op natuurlijke vijanden en de implicaties voor natuurlijke bestrijding

P2-IPM10 studie naar biopesticiden vastgesteld welke organismen aanwezig zijn in ons rijstmilieu voor gebruik als biopesticide

P2-ON1 literatuurstudie onkruidbestrijdings-methoden in rijst

database over onkruidbestrijdingsmethoden en indicaties voor mogelijke onderzoeksprojecten

P2-ON2 effect van onkruid op de opbrengst indicatie van invloed van onkruid op de opbrengst P2-ON3 effect van cultuurmaatregelen op onkruid welke cultuurmaatregelen hebben negatief effect op

onkruidpopulaties P2-ON4 effect alternatieve herbiciden effectiviteit (werking, kostenefficiëntie, etc.) van alternatieve

herbiciden P2-ON5 effect minimum tillage op velden met veel

rode rijst in hoeverre heeft minimum tillage effect op de rode rijstpopulatie

P2-ON6 karakteriseren van onkruiden aanwezige onkruiden determineren en in kaart brengen P2-ON7 overlevingstest rode rijstzaden indicatie hoe lang rode rijstzaden in de bodem kunnen

overleven P2-ON8 analyse onkruidpopulaties op

boerenvelden welke onkruiden komen op boerenvelden voor (in welke mate en waar)

17

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

code projectonderdeel output

P2-ON9 testen verbeterde onkruidbestrijdings-strategie met boeren

gezamenlijke strategie voor onkruidbestrijding ontwikkeld met boeren

P2-ON10 testen voor allelopathie vaststellen of allelopathie voorkomt in ons rijstmilieu P2-WM1 literatuurstudie watermanagement-

methoden in rijst database over watermanagementmethoden en indicaties voor mogelijke onderzoeksprojecten

P2-WM2 effect van waterstand op de opbrengst in hoeverre is de waterlaag van invloed op de opbrengst (waterefficiëntie)

Tabel 8: Planning en realisatie van de seizoenen 10A en 10B

code Projectonderdeel planning realisatie

P2-BE5 Het effect van Lithovit (vloeibare mest) op rijst

Evalueren van het effect van Lithovit toediening op de opbrengstcomponenten

Nog niet afgeoogst.

P2-BE5 Evaluatie van Monty’s (vloeibare biologische mest) op rijst

Evalueren van het effect van Monty’s op de opbrengstcomponenten.

Nog niet afgeoogst

P2-BE2 Bepaling van een optimale bemestingsschema voor ADRON-137, ADRON-138 en ADRON- 139

Bepaling van de optimale split, timing en kwantiteit van ureumbemesting voor de kandidaat rassen.

Data verwerkt. Na evaluatie in de FFYT zijn deze kandidaat rassen afgekeurd.

P2-IPM2 IPM Evalueren van cultuurmaatregelen op ziekten en plagenbeheer en de opbrengstcomponenten.

Data verwerkt. Rapportage: concept. Van seizoen 10B is nog niet afgeoogst.

P2-IPM4, P2-IPM6, P2-IPM7, P2-IPM8

Insectencollectie en bepaling van levenscyclussen

Evalueren van schadelijke insecten, natuurlijke vijanden en hun leefgewoonten.

Voortdurend. Volledige levenscyclus en voedingspatroon van 2 natuurlijke vijanden samengesteld.

P2-ON1, P2-ON6, P2-ON8

Collectie en determinatie van onkruiden in rijst

Training in het verzamelen van onkruiden. collecteren van alle onkruiden in rijst voor het herbarium op het ADRON.

15 soorten onkruiden verzameld en verwerkt. Voortdurend. Determinatie moet nog plaatsvinden.

P2-ON Bepaling van het uitstoelingsvermogen en kiemkracht van “vogelzaad” en Saramaccagras.

Evalueren van het uitstoelingsvermogen in een potproef. Bepaling van de kiemkracht na het afvallen van de zaden.

Data verwerkt. Rapportage: concept

P2-AL1 Cropmanagement survey Evalueren van gewasmanagement praktijken van rijstboeren en bepaling van hun opbrengstcomponenten.

Data 9A, 9B en 10A verwerkt. Rapportage: niet.

P2-Al1 Bodemonderzoek Evalueren van nutriëntenbeschikbaarheid in de verschillende polders.

Monsters 9A, 9B en 10A verwerkt. Monsters naar VS opgestuurd voor analyse.

P2-WM1 P2-WM2

Evaluatie van “ system of rice intensification “ in Suriname

Bepaling van het effect van waterstand op de opbrengstcomponenten van rijst.

Data 10A verwerkt en rapportage 100%. Experiment 10B nog niet afgeoogst.

In samenwerking met het programma Communicatie zijn boeren on-station en on-farm voorzien van

adviezen en informatie m.b.t. bemesting, ziekten, plagen en chemicaliëngebruik. Ook zijn

zoutgehaltemetingen uitgevoerd voor boeren en het ministerie van LVV.

18

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

Foto 3. Het zaaiklaar maken van een proefveld

Fot0 4. Het verzamelen van onkruid op een kaveldam voor het herbarium

3.5 POST-HARVEST

Het doel van het programma Post-harvest is het verhogen van het rendement in de rijstverwerking. De

aandachtspunten en verrichte werkzaamheden worden in tabel 9 aangegeven. Dit programma zal in de

19

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

komende periode intensiever aandacht krijgen voor een verhoogde output. Hiervoor worden er vooralsnog

korte termijn consultants aangetrokken.

Tabel 9: Planning en realisatie van het programma Post-harvest.

code projectonderdeel planning realisatie

P3.1 herziening protocollen voor kwaliteitsbepalingen Herziening Gestart P3.2 bepaling effect droogtemperatuur en laagdikte op pel- en slijprendement Protocol Gestart P3.3 Onderzoek naar optimale parameters voor een schuine bindroger en

vaststellen van een model ontwerp Uitvoeren Geen

P3.4 vaststellen van achteruitgang van kwaliteit van opgeslagen natte padie met en zonder beluchting

Uitvoeren Geen

P3.5 bepaling effect van langdurige opslag van droge padie op rendementen Protocol Gestart P3.6 ontwikkelen van protocollen voor organoleptisch onderzoek Uitvoeren Geen P3.7 ontwikkelen van testpanels voor organoleptisch onderzoek Uitvoeren Geen P3.8 vaststellen van houdbaarheidsperiode van padie, cargo en witte rijst en effect

van langdurig bewaren op organoleptische eigenschappen en kookkwaliteit Uitvoeren Geen

P3.9 Effect van bestaande waterpolishingsystemen in de sector op de houdbaarheid van witte rijst

Uitvoeren Geen

P3.10 Bepaling effect van beluchting/koeling tussen slijpseries op het fabrieksrendement

Uitvoeren Geen

P3.11 vaststellen van parboileigenschappen van Surinaamse rijstrassen Uitvoeren Geen P3.12 Onderzoek naar methoden voor slijpmeel stabilisatie Uitvoeren Geen P3.13 Ontwikkelen van een keurmerk voor Surinaamse rijst Uitvoeren Geen Noot: De realisatiegraad is laag vanwege het ontbreken van een onderzoeker. Echter is het fundament voor het uitvoeren

van de onderzoeksactiviteiten gelegd.

Er is onder leiding van de consultant ir. R.J. Elmont een aanvang gemaakt met een vergelijkende

verwerkingstest ADRON- en SML-rassen in 2009 en in 2010 afgerond. Verder zijn bestaande protocollen en

het kwaliteitshandboek herzien. Ook is er een operationaliseringsplan opgesteld. Een uitgebreid training voor

laboranten is begonnen evenals het opstellen van het projectdossier voor een grant bij de EU.

Foto 5. Labmedewerkers op bezoek bij een pelmolen als onderdeel van een training

20

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

3.6 COMMUNICATIE

Het doel van het programma Communicatie is het beschikbaar doen komen van informatie en kennis middels

o.a. massamedia en trainingen. Hierbij is er een goede samenwerking met alle programma’s en afdelingen

vereist. De algemene aandachtspunten van dit programma zijn aangegeven in tabel 10. In tabel 11 zijn de

corresponderende activiteiten en realisaties verwoord.

Tabel 10: Algemene aandachtspunten van het programma Communicatie.

Code Projectonderdeel Output

P4.1 ontwikkelen en aanbieden van interne training medewerkers

medewerkers getraind op allerlei gebieden (productie, veiligheid, verwerking, etc.)

P4.2 ontwikkelen en aanbieden van basistraining voor padieproducenten

producenten de basisprincipes van rijstproductie bijgebracht

P4.3 actualisering rijstbijbel ‘rijstbijbel’ geactualiseerd en geïllustreerd P4.4 ontwikkelen van videovoorlichtingsmateriaal videovoorlichtingsmateriaal ontwikkeld en uitgezonden

via lokale tv-zenders P4.5 ontwikkelen van gedrukt voorlichtingsmateriaal voorlichtingsmateriaal ontworpen, gedrukt en verdeeld P4.6 uitvoeren seizoenenquêtes seizoenenquêtes opgesteld, uitgevoerd en verwerkt en

resultaat ter beschikking voor bepaling onderzoeksstrategie

P4.7 organisatie opendagen opendagen voorbereid, gehouden en geëvalueerd P4.8 optimaliseren en professionaliseren bibliotheek bibliotheek geoptimaliseerd en geprofessionaliseerd en

beschikbaar voor belanghebbenden P4.9 informatieve website ontwikkelen en

onderhouden informatieve website ontwikkeld, gelanceerd en regelmatig

Foto 6. GLO leerlingen krijgen uitleg in het veld

21

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

Tabel 11: Planning en realisatie van het programma Communicatie

code activiteit/item planning realisatie

P4.2 Trainingen 11 t/m 13 oktober 14 december

EHBO training Training Post-Harvest Technologie en

Kwaliteitsanalyse rijst (eerste gedeelte) P4.4 Video ADRON Infoprogramma 1. Onderhoud van dammen

2. Bemesten 3. Onkruiden (rode rijst en vogelzaad)

P4.4 Radioprogramma 15 minuten 21 programma’s P4.4 TV programma 10 minuten infoprogramma’s 25 programma’s P4.5 Brochures A4 Rassen

Chemicaliënadvies Plagen in de rijst

910 exemplaren verstrekt 910 exemplaren verstrekt 910 exemplaren verstrekt

P4.5 Folders A3 Geen geen P4.5 Aleisi tori Jaargang 1 nummer 2

Jaargang 1 nummer 3 Jaargang 1 nummer 4 Jaargang 2 nummer 5

800 exemplaren verstrekt 800 exemplaren verstrekt 800 exemplaren verstrekt 800 exemplaren verstrekt Alle jaargangen van Aleisi Tori mailen voor

stakeholders en relaties P4.5 ADRON Facts Geen Geen P4.5 Billboards Graderweg en Hazardsluis 2 borden (inzaai en bemesting) P4.5 Foto’s On-station en off-station Seizoen 10A en 10B P4.5 Posters Ontwerpen en uitprinten

Ontwerpen en uitprinten Billboard poster

Enkele belangrijke kenmerken van ADRON-111, ADRON-117, ADRON- 125, ADRON- 128 en ADRON-130

Rijstuitvoerbesluit (op basis van de CARICOM standaarden)

ADRON Banner Drogen van Padie Onderhoud dammen en Bemesten Enkele plagen in de rijst en enkele natuurlijke

vijanden in de rijst P4.6 Dataverzameling Survey (rassen, areaalgrootte,

bemesting, inzaaiperiode, chemicaliëngebruik, grondbewerking en productie)

Kleine boeren Grote boeren

282 boeren 10 boeren

P4.7 Studenten Begeleiden en informatie verschaffing

314 studenten w.o. Universiteit/hbo=50, Natin=4, mbo=30, mulo=230

P4.7 Tentoonstellingen /seminar

Deelname tentoonstelling 5, 6 en 7 maart 2010

Deelname tentoonstelling 18

maart 2010 Deelname Mini infobeurs te

Nickerie 29, 30 en 31 juli 2010

De zesde landbouwtentoonstelling thema:”Voorwaarden voor export van agrarische producten”

Mini tentoonstelling i.v.m CAHFSA (Caribbean Agricultural Health and Food Safety Agency)

Onderdirectoraat Jeugdcentra organiseert een Mini Infobeurs voor jongeren te Nieuw Nickerie

P4.8 Bibliotheek Ontsluiten van boeken en rapporten en opzetten van een archief.

1.806 boeken, 1202 rapporten, 1.344 artikelen en 52 data CD en DVD

Archief P4.9 Website ADRON

www.adron.info Up-to-date website

beschikbaar Aleisi tori Jaargang 1 nummer 3 en 4 en

jaargang 2 nummer 5 Text en fotomateriaal Farmer Field School (FFS) Uploaden Rapporten ADRON en SPMU

22

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

3.7 ZAADPRODUCTIE EN -VERWERKING

Het doel van afdeling Zaadproductie en –verwerking is het produceren, verwerken en distribueren van

origineelzaad. Het eerste-nabouwzaad wordt geproduceerd door circa 215 kleine zaaizaadboeren en 3 grote

bedrijven. De kwaliteit van het zaad wordt na bemonstering door het kwaliteitslaboratorium geanalyseerd op

rode rijstkorrels.

3.7.1 Elitezaad

De afdeling is tevens belast met het verwerken en distribueren van elitezaad dat wordt verkocht aan 5

contractboeren en 15 geselecteerde zaaizaadboeren. Een deel wordt uiteraard door ADRON zelf gebruikt. In

de tabellen 12 en 13 wordt een overzicht van de elitezaaddistributie weergegeven.

Tabel 12: Productie en distributie elitezaad t.b.v. seizoen 10A (SRD 170/70kg)

productie Distributie

Lijn voorraad (kg) contractboeren zaaizaadboeren ADRON totaal verstrekt (kg)

ADRON-111 1.292 0 1.290 0 1.290 ADRON-117 2.975 0 1.610 0 1.610 ADRON-125 6.020 2.030 3.990 0 6.020 ADRON-128 1.855 770 1.085 0 1.855 ADRON-130 5.460 1.120 3.150 1.190 5.460

Tabel 13: Productie en distributie elitezaad t.b.v. seizoen 10B (SRD 170/70kg)

productie Distributie Lijn voorraad (kg) contractboeren zaaizaadboren ADRON totaal verstrekt (kg)

ADRON-111 1.050 0 1.050 0 1.050 ADRON-117 1.820 0 1.245 0 1.245 ADRON-125 5.985 2.625 3.360 0 5.985 ADRON-128 3.780 770 1.960 1.050 3.780 ADRON-130 6.930 1.610 3.960 1.360 6.930

3.7.2 Origineelzaad

Origineelzaad wordt geproduceerd door 5 contractboeren, ADRON en 15 geselecteerde zaaizaadboeren.

Verwerking en distributie geschieden zowel via ADRON als zaaizaadboeren. In de tabellen 14, 15 en 16 wordt

een overzicht weergegeven van de productie van origineelzaad.

Tabel 14: Areaal en productie van origineelzaad t.b.v. seizoen 10A. Lijn areaal (ha) productie nat (kg)

ADRON boeren Total ADRON boeren Total

ADRON-111 0 12,4 12,4 0 73.160 73.160 ADRON-117 0 13,4 13,4 0 95.140 95.140 ADRON-125 12,5 14,3 26,8 68.620 78.650 147.270 ADRON-128 7,5 7,9 15,4 42.235 44.240 86.475 ADRON-130 8,5 14,0 22,5 48.240 79.450 127.690 Totaal 28,5 62,0 90,5 159.095 370.640 529.735

Tabel 15: Areaal en productie van origineelzaad t.b.v. seizoen 10B Lijn areaal (ha) productie nat (kg)

ADRON boeren Total ADRON boeren Total

ADRON-111 0 8,0 8,0 0 46.800 46.800 ADRON-117 0 7,5 7,5 0 50.450 50.450 ADRON-125 8,5 22,0 20,5 50.460 120.200 170.660 ADRON-128 7,5 11,0 18,5 43.405 61.600 105.005 ADRON-130 8,5 18,0 26,5 47.615 102.150 149.765 Totaal 24,5 66,5 81,0 141.480 381.200 522.680

23

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

Tabel 16: Areaal en productie van origineelzaad t.b.v. seizoen 11A Lijn areaal (ha) productie nat (kg)

ADRON boeren Total ADRON boeren Total

ADRON-111 0 8,0 8,0

Oogst in maart-april 2011

ADRON-117 0 7,0 7,0 ADRON-125 12,0 13,0 25,0 ADRON-128 7,5 10,5 18,0 ADRON-130 14,0 18,0 32,0 Totaal 33,5 56,5 90,0

Het origineelzaad geproduceerd door de contractboeren en ADRON wordt door ADRON verwerkt en

gedistribueerd. Het origineelzaad dat door de 15 andere boeren worden geproduceerd, wordt door de boeren

zelf gedistribueerd voor de eerste-nabouwproductie. Tabellen 17 en 18 geven de distributiehoeveelheid van

origineelzaad aan.

Tabel 17: Distributie van origineelzaad via ADRON t.b.v. seizoen 1oA (SRD 85/70 kg) Lijn voorraad (kg) bestellingen verkopen (droog, schoon) te beplanten

areaal (ha) aantal boeren totaal (kg) aantal boeren totaal (kg)

ADRON-125 51.500 80 65.865 75 51.115 290 ADRON-128 35.680 89 73.845 71 34.450 195 ADRON-130 44.290 126 79.665 111 44.185 250 Totaal 131.470 295 219.375 257 129.750 735

Tabel 18: Distributie van origineelzaad via ADRON t.b.v. seizoen 10B (SRD 85/70 kg) Lijn voorraad (kg) bestellingen verkopen (droog, schoon) te beplanten

areaal (ha) aantal boeren totaal (kg) aantal boeren totaal (kg)

ADRON-125 42.240 70 69.325 68 42.070 240 ADRON-128 37.685 87 54.555 81 37.665 215 ADRON-130 49.805 137 96.905 131 49.555 280 Totaal 129.910 294 219.375 280 129.290 735

Rode rijst is een van de factoren die de kwaliteit van het zaad bepaalt. Volgens de kwaliteitsstandaarden zijn

er per kilogram origineelzaad 5 rode rijst korrels toegestaan. In tabel 19 wordt de kwaliteit van het

origineelzaad gepresenteerd.

Tabel 19: Rode rijst in origineelzaad Lijn herkomst gemiddeld aantal rode rijstkorrels per 500 g

09B 10A

ADRON-125 W. Dipoikromo 3 1,5 ADRON-125 T. Kasanwirjo 3 2,4 ADRON-125 N. Ramesar 2 1,5 ADRON-125 N. Amatgnalim 2 0 ADRON-125 N.V. Nanni 0 2 ADRON-125 B. Gopal 2 0 ADRON-128 ADRON 3 1 ADRON-130 ADRON 2,3 1,5 ADRON-130 B. Gopal 0 1

3.7.3 Eerste-nabouwzaad

Ongeveer 215 kleine boeren en 3 grote bedrijven zijn in samenwerking met het ADRON belast met de

productie van eerstenabouwzaad. Het afgeoogste zaad is veelal af veld verkocht aan de padie producenten.

De prijs varieerde tussen SRD55 en SRD65 per zak van 79 kg. Een klein deel is gedroogd en verkocht tussen

SRD 75 en SRD80 per zak van 70 kg. Een drietal zaaizaadboeren hebben hun eigen droogfaciliteiten opgezet

voor het drogen van hun eigen geproduceerde zaad en van andere zaaizaadboeren.

Tabel 20 geeft een overzicht van de productie van eerste-nabouwzaad. De tabellen 21, 22, 23, 24 en 25 geven

de kwaliteit (rode rijst) per lijn weer. In 09B en 10A waren de steekproefpopulaties respectievelijk 70 en 59.

24

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

Tabel 20: Productie van eerste-nabouwzaad t.b.v. seizoen 09B, 10A en 10B seizoen ADRON-111 ADRON-117 ADRON-125 ADRON-128 ADRON-130

areaal (ha)

prod. nat (ton)

areaal (ha)

prod. nat (ton)

areaal (ha)

prod. nat (ton)

areaal (ha)

prod. nat (ton)

areaal (ha)

prod. nat (ton)

09B 245 1.530 150 1.065 555 3.475 - - - - 10A 205 1.225 150 1.025 670 4.080 385 2.375 560 3.485 10B 220 - 140 - 545 - 490 - 635 -

Tabel 21: Rode rijst in eerste nabouwzaad van ADRON-111

Seizoen 0-5/500 g 6-10/500 g 11-20/500 g >20/500 g

09B 43% (105 ha) 35% (86 ha) 7% (17 ha) 15% (37 ha) 10A 42% (86 ha) 14% (28 ha) 29% (60 ha) 15% (31 ha)

Tabel 22: Rode rijst in eerste nabouwzaad van ADRON-117

Seizoen 0-5/500 g 6-10/500 g 11-20/500 g >20/500 g 09B 65% (98 ha) 35% (52 ha) - - 10A 53% (80 ha) - 47% (70 ha) -

Tabel 23: Rode rijst in eerste nabouwzaad van ADRON-125

Seizoen 0-5/500 g 6-10/500 g 11-20/500 g >20/500 g

09B 46% (255 ha) 27% (150 ha) 24% (133 ha) 3% (17 ha) 10A 44% (295 ha) 22% (147 ha) 14% (94 ha) 20% (134 ha)

Tabel 24: Rode rijst in eerste nabouwzaad van ADRON-128

Seizoen 0-5/500 g 6-10/500 g 11-20/500 g >20/500 g

10A 52% (200 ha) 16% (61 ha) 15% (58 ha) 17% (66 ha)

Tabel 25: Rode rijst in eerste nabouwzaad van ADRON-130

Seizoen 0-5/500 g 6-10/500 g 11-20/500 g >20/500 g 10A 45% (252 ha) 21% (117 ha) 22% (124 ha) 12% (67 ha)

In vergelijking met 2009 is de kwaliteit van het eerste nabouwzaad van ADRON-111 verbeterd. De kwaliteit

van het eerste nabouwzaad van ADRON-125 is in vergelijking met 2009 afgenomen. Uit deze cijfers blijkt dat

er in 2010 weinig verschil is geconstateerd in kwaliteit tussen ADRON-111 en ADRON-125. Het is echter nog

steeds van belang dat de kwaliteit wordt verbeterd. Verbetering van de arealen en het management is hierbij

noodzakelijk.

Foto 7. Selectie in een origineelzaad aanplant

25

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

SLOT

In het verwezenlijken van de doelstelling van de SNRI hebben de verschillende onderzoeksprogramma’s en

afdelingen gezien de beperkingen een wezenlijke bijdrage geleverd.

Middels relevante trainingen voor alle werknemers zal het functioneren van het centrum worden verbeterd.

Gezien het tekort aan vooral kader op zowel MBO, HBO en academisch niveau zullen veel meer interne

trainingen moeten worden georganiseerd. Hierbij zal het noodzakelijk zijn om externe deskundigen in te

schakelen. Op academisch niveau zal vanwege het gebrek aan animo om in Nickerie te wonen en te werken

het tekort worden opgevangen door korte termijn externe deskundigen .

Vanwege het intensiveren van onderzoeksactiviteiten zullen investeringen in onderzoeksfaciliteiten,

transport, machines, gebouw en apparatuur toenemen. Hiervoor zullen tijdig voldoende voorzieningen

moeten worden getroffen op de nationale begroting. Tevens zullen projecten worden geïdentificeerd en

geformuleerd die met donormiddelen zullen worden gefinancierd. Vanwege ontoereikende middelen in het

jaar 2010 konden activiteiten in het kader van de “Farmer Field School” niet worden gecontinueerd.

Middels een gestructureerd dialoog met de relevante stakeholders zullen het bestuur en het

onderzoekscentrum de bewustwording van de noodzaak en het bestaansrecht van ADRON als werkarm van

SNRI verder versterken. In de onderstaande box worden in het kader van het bereiken van de doelstellingen

van de SNRI de belangrijkste resultaten voor het jaar 2010 gepresenteerd.

Box 1: belangrijkste resultaten van het jaar 2010

Belangrijkste resultaten van 2010

Programma/Afdeling Resultaat

I. Veredeling Instandhouding van rassen (Kwekerszaad en Elitezaad).

Opzetten van een zaadkamer waarbij circa 400 lijnen zijn

ververst en waarvan reeds 200 beschreven.

Training voor Veredelaar op IRRI in Molecular breeding.

INGER activiteiten uitgevoerd.

II. Gewasmanagement Opzetten van een herbarium.

Analyse van de grote survey door assitentie van een PUMMER.

Uitvoeren grote survey en verzamelen van bodemmonsters.

Training voor agronoom op IRRI in proeftechniek.

III. Post Harvest Operationaliseringsplan opgesteld.

Training voor labpersoneel uitgevoerd.

Rassentest uitgevoerd.

IV. Zaaizaad Zaaizaadproductie netwerk uitgebreid met 100 producenten.

V. Communicatie Archief opgezet.

Archieffotomateriaal van SML via Casteelse Poort opgekocht.

VI. Investeringen Hoofdgebouw geschilderd en opgeknapt en terrein opgevuld.

Aanschaf tractor (Solis 90 pk) en Cirkelmaaier.

Aanschaf D Max dubbel cabine pickup.

Aanschaf Spectrofotometer en automatische weerstation.

Labapparatuur en hulpmiddelen via REMUS aangeschaft.

VII. Algemeen Salarisaanpassing van 12,5% per 1 juli 2010 toegekend.

Training voor personeel in EHBO, onkruidcollectie en

kwaliteitslaboratorium.

Agronoom en veredelaar hebben aan Internationaal

Rijstconferentie (IRC 2010) in Vietnam geparticipeerd.

26

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

BIJLAGEN

B IJLAGE 1. PRODUCTIE- EN EXPORTGEGEVENS

Jaar Areaal (ha)

Productie natte padie (ton)

Gemiddelde 0pbrengst natte padie

(ton/ha)

Export (ton)

Waarde (*US$ 1000)

Gemiddelde cargoprijs

(US$)

2003 50.146 224.800 4,48 41.949 9.097 191 2004 47.850 202.395 4,23 51.830 11.890 190 2005 44.500 195.200 4,39 35.877 8.913 222 2006 44.000 206.400 4,80 41.462 11.416 236 2007 41.100 213.400 5,18 52.499 15.415 256 2008 43.300 212.400 4,92 52.641 32.312 645 2009 53.500 259.100 4,86 51.941 21.054 380 2010 51.475 253.800 4,93 89.439 37.575 420

Bron: ADRON en LVV afdeling statistiek

B IJLAGE 2. LIJST VAN WERKNEMERS EN FUNCTIE

# Naam Functie Afdeling 1 Ronodikromo, Soebahar Technisch assistent Administratie 2 Dipowirono, Erfendie Administratief assistent Administratie 3 Kartosentiko, Djainap Administratief hoofdmedewerker Administratie 4 Soemopawiro, Ismael Adjunct administratief medewerker Administratie 5 Bhawanie, Ladjwantie Administratief assistent (Bibliothecaresse) Communicatie 6 Kartodikromo, Wasimin Adjunct technisch medewerker Communicatie 7 Dihardjo, Imro Landbouwkundig hoofdmedewerker Communicatie 8 Djosetro, Martiano Veldwerker Gewasmanagement 9 Nunda, Thakoerdath Veldwerker Gewasmanagement

10 Slamet, Delano Veldwerker Gewasmanagement 11 Sardjoepersad Wiresh Veldwerker Gewasmanagement 12 Ganpat, Premnath Landbouwkundig assistent Gewasmanagement 13 Abdul Kadir, Abdoel Hamied Landbouwkundig assistent Gewasmanagement 14 Ilahibaks, Waries Adjunct landbouwkundig medewerker Gewasmanagement 15 Rajaram, Marijke Landbouwkundig hoofdmedewerker Gewasmanagement 16 Gajadin, Nareen Wetenschappelijk medewerker Gewasmanagement 17 Maggan, Mahinderpersad Landbouwkundig assistent Gewasmanagement 18 Sawat, Sagiman Bewaker Technische Dienst 19 Singh, Ballwant Bewaker Technische Dienst 20 Rakijo, Doelare Bewaker Technische Dienst 21 Noredjo, Robbie Bewaker Technische Dienst 22 Djojopawiro-Alhamad, Djaminie Schoonmaakster Technische Dienst 23 Mangoendikromo-Djamin, Sadirah Schoonmaakster Technische Dienst 24 Bholanath, Basudew Technisch assistent Technische Dienst 25 Tokarijo, Soejatmin Technisch assistent Technische Dienst 26 Neoerpersad, Hieranandan Technisch assistent Technische Dienst 27 Dipoikromo, Wadjip Technisch assistent Technische Dienst 28 Pawiroredjo, Soetrisno Adjunct technisch medewerker Technische Dienst 29 Kramawitana, Remie Landbouwkundig assistent Veredeling 30 Madiksan, Robert Veldwerker Veredeling 31 Djamin, Andre Veldwerker Veredeling 32 Karjantika, Jadi Veldwerker Veredeling 33 Abdul Kadir, Abdul Shafiek Veldwerker Veredeling 34 Slamet, Amsar Veldwerker Veredeling 35 Singodikromo, Marjo Veldwerker Veredeling 36 Tjokropawiro, Herie Veldwerker Veredeling 37 Djamin, Johan Landbouwkundig assistent Veredeling 38 Djaman, Amatsaniep Landbouwkundig assistent Veredeling 39 Karioredjo, Arno Landbouwkundig assistent Veredeling

27

SN

RI/

AD

RO

N J

aarv

ersl

ag 2

010

# Naam Functie Afdeling 40 Setrosetiko, Ismaël Landbouwkundig assistent Veredeling 41 Kenton, Soelasmin Landbouwkundig assistent Veredeling 42 Ronopawiro, Karlan Adjunct landbouwkundig medewerker Veredeling 43 Satijo, Karel Adjunct landbouwkundig medewerker Veredeling 44 Ilahibaks, Abdoel Moeniem Landbouwkundig medewerker Veredeling 45 Nojotaroeno, Gilbert Landbouwkundig hoofdmedewerker Veredeling 46 Tjoe Awie, Jerry Wetenschappelijk medewerker Veredeling 47 Pawiroredjo, Hendri Veldwerker Veredeling 48 Kartonadi, Rendy Landbouwkundig assistent Veredeling 49 Jipat, Amresh Veldwerker Veredeling 50 Balgobind, Rajenderpersad Veldwerker Veredeling 51 Kartodikromo-Soediredjo, Sanem Adjunct technisch medewerker Laboratorium 52 Saparoen-Singoastro, Patricia Laboratorium assistent Laboratorium 53 Pawiroredjo-Khan, Ashida Laboratorium assistent Laboratorium 54 Soemopawiro, Eric Laboratorium assistent Laboratorium 55 Resosetiko, Salimin Laboratorium assistent Laboratorium 56 Khodan, Imrochkhan Veldwerker Zaaizaad 57 Kadirbaks, Aslamkhan Veldwerker Zaaizaad 58 Karimbux, Imambux Landbouwkundig assistent Zaaizaad 59 Amatngalim, Ngadiran Adjunct landbouwkundig medewerker Zaaizaad 60 Dipoikromo, Soedjat Landbouwkundig hoofdmedewerker Zaaizaad 61 Soerdjan, Lekhram Directeur

B IJLAGE 3. MUTATIES IN HET PERSONEELSBESTAND

Werknemers die in dienst zijn getreden

Werknemer Functie Afdeling Datum

W. Sardjoepersad Veldwerker Gewasmanagement 1 oktober 2010 E. Soemopawiro Laboratoriumassistent Laboratorium 1 oktober 2010

Werknemers die de dienst hebben verlaten

Werknemer Functie Afdeling Datum

S. Ramadhin Veldwerker Gewasmanagement 5 januari 2010

B IJLAGE 4. JUBILARISSEN

Werknemers die voor 12,5 jaar dienst zijn gehuldigd.

Werknemer Functie Afdeling

S. Mangoendikromo Schoonmaakster Technische Dienst A. Djamin Veldwerker Veredeling K. Satijo Adjunct Landbouwkundig medewerker Veredeling G. Nojotaroeno Landbouwkundig hoofdmedewerker Veredeling A. Djaman Landbouwkundig assistent Veredeling P. Ganpat Landbouwkundig assistent Gewasmanagement