De inspirerende leraar -...
Transcript of De inspirerende leraar -...
De
inspirerende
leraar
Voorwoord
Ter gelegenheid van nieuwe kabinetsplannen voor de integratie van wetenschap en technologie in het
onderwijs, vertelt Jan Terlouw aan leraren over de verandering van de economie, het gevaar van
klimaatverandering, de zoektocht naar duurzaamheid en de rol van de politiek in het licht van
wetenschappelijke en technologische ontwikkeling. De weg naar succesvolle vernieuwing ligt bij jeugd, in de
klas. De kracht om een beweging te bewerkstelligen ligt echter bij de persoon die ervoor staat: de inspirerende
leraar. Hij vertelt als natuurkundige, als oud politicus, schrijver en verwonderaar.
,,Hoe mooi wetenschap en technologie is en wat je er
allemaal mee kunt doen in praktische zin, dát zie je pas,
door de ogen van de inspirerende leraar’’
Door Jan Terlouw 1 oktober 2014
Dank aan wetenschap en technologie
Vroeger was alles anders… Vaak klinkt het in
nostalgische zin. Vroeger was inderdaad alles
anders. Er is veel gebeurd. Niet alles is een
verbetering geweest, maar de ontwikkeling van
kennis heeft zoveel moois gebracht. Ter illustratie
neem ik u mee terug in de tijd van Johan
Sebastiaan Bach. Hij maakte niet alleen prachtige
muziek. Uit twee huwelijken had hij maar liefst
zestien kinderen, maar de helft hiervan overleed
klein. Het gebeurde veel. We weten het van onze
zeehelden, we weten het van Rembrandt. De lijst is
lang. In die tijd stierf meer dan de helft van de
kinderen klein. Het verdriet moet enorm zijn
geweest. De angst en de zorg zijn langzaam uit
onze generaties gevloeid en we denken er niet zo
vaak meer aan. Nu is het gelukkig een uitzondering
dat een klein kind sterft. Een ander voorbeeld van
de wetenschappelijke ontwikkelingen in de
gezondheidszorg is de verlenging van de
gemiddelde leeftijd. In het jaar 1800 was de
gemiddelde leeftijd die de Nederlander bereikte 45
jaar. Nu, ruim twee eeuwen later, is het gemiddeld
80 jaar. Die enorme verlenging van de levensduur
danken wij aan de ontwikkeling van wetenschap en
technologie.
Onze koopkracht is nu meer dan
vijf maal zo groot
Ook op andere vlakken heeft het ons goed gedaan.
Terugkijkend naar de welvaart in 1950 is onze
koopkracht nu, 70 jaar na de Tweede
Wereldoorlog, meer dan vijf maal zo groot. Maar
er is nog zoveel meer zoals meer en betere
medicijnen, geavanceerde technieken in de
medische wereld die we vroeger niet voor mogelijk
hielden, zoals de verfijnde technologie van een
operatie door de bloedvaten van het hart, de
seksuele revolutie, de ontwikkeling van de pil, de
landbouw, de grote uitbreiding van soorten
voedsel, de machines die er allemaal voor
ontwikkeld zijn, het heeft zoveel betekent voor de
samenleving. Daarnaast is er nog de ontwikkeling
van transport. Er zijn zoveel mogelijkheden om in
korte tijd van de ene plaats naar de andere te
komen. Deze ontwikkeling heeft vele positieve
uitwerkingen, maar de mooiste is toch wel dat het
ervoor heeft gezorgd dat brede lagen van de
bevolking in aanraking kunnen komen en kennis
kunnen maken met andere culturen. Het belang
daarvan is niet te onderschatten in een mondiale
samenleving. Het is allemaal de ontwikkeling van
wetenschap en technologie.
Meten is weten
Natuurlijk is dit geen nieuwe informatie, maar de
snelheid waarmee de wereld verandert onder
aanvoering van wetenschappelijke en
technologische ontwikkeling, maakt dat we het
beeld soms even stil moeten zetten om te zien hoe
ver we zijn gekomen. De invloed op ons dagelijks
leven is enorm. Graag zet ik het beeld even stil bij
iets prachtigs waar we bijna allemaal over mee
kunnen praten, namelijk de iPhone. De
ogenschijnlijke onuitputtelijke mogelijkheden
blijven mij verbazen. Laten we samen een minuut
stil zijn uit bewondering voor de iPhone! Wat een
onvoorstelbaar mooi apparaatje. Ik kan hiermee
over een minuut iemand aan de telefoon hebben
die wandelt in de Andes! Het is niet alleen een
telefoon, maar ook een videocamera, een
dictafoon en een kompas ineen! Ik ben mij ervan
bewust dat ik me verlies in zaken die u allang weet,
maar wat een fantastisch fijn apparaatje. Het is
een samenballing van kennis en van
ontwikkelingen, van creativiteit, technologisch en
wetenschappelijk, die zo’n belangrijke rol speelt in
de samenleving. Daar kun je niet genoeg
bewondering voor hebben.
Zo’n 400 jaar geleden vond de wetenschappelijke
revolutie plaats die ten grondslag ligt aan deze
ontwikkeling. Grote namen als Copernicus en
Galilei, Newton en Huygens gooiden het roer om:
,,Niet meer wat wij denken is waar, maar wat wij
meten is waar.” Kortgezegd: meten is weten. Die
instelling heeft al die vooruitgang gebracht.
Als je iets zeker weet,
is dat eigenlijk stilstand
Dat betekent niet dat je klaar bent als je iets zeker
weet. Als je iets zeker weet, is dat eigenlijk
stilstand. Twijfel is zoveel meer creatief dan zeker
weten, dat geldt op alle gebieden, zelfs op het
gebied van politiek.
De kracht die bestaat in twijfel, is de kracht die
maakt dat je meer wilt weten en nog preciezer wilt
zijn. Het is de kracht die deuren opent waarvan je
eerder dacht dat ze gesloten zouden blijven. De
kracht van de twijfel die zijn oorsprong vond in de
wetenschappelijke revolutie, stuwt ons sindsdien
met volle kracht vooruit. Het leven is er zo door
veranderd. Het is er zo veel rijker door geworden.
Als natuurkundige kan ik eindeloos van de
wetenschap genieten. En ik gun dat ieder ander
mens. Het is niet zo moeilijk als het soms lijkt. Het
is overal. Toen ik wis- en natuurkunde ging
studeren, zeiden sommige mensen ook tegen mij
,,Maar het is zo moeilijk!’’. De werkelijkheid ligt
volgens mij een klein beetje anders. Welllicht zijn
niet alle wis- en natuurkundigen het met mij eens,
maar mijns inziens is het niet de moeilijkste studie
in het hedendaagse wetenschappelijk onderwijs.
Terugkijkend is wat ik heb gedaan vrij simpel
uiteen te zetten. Het kernfusieonderzoek waar ik
mij dertien jaar mee bezig heb gehouden, is
eigenlijk de studie van hete gassen. Er zitten maar
drie soorten deeltjes in: ionen, elektronen en
misschien nog wat neutrale deeltjes. Dit kun je
statistisch behandelen, want er zijn maar drie
soorten. Dat is overzichtelijk en in mijn ogen niet
moeilijk. Kijk je naar de chemie, dan wordt het
alweer een stuk ingewikkelder met het periodiek
systeem der elementen, gerangschikt naar
kerngetal en allemaal doen ze wat anders. Of kijk
naar de biologie, dat is nog weer een stuk
ingewikkelder. Kijk maar naar een cel, miljoenen
processen per seconde in een cel, dat is waanzinnig
ingewikkeld! Toch komen we daar ook door meten
is weten steeds verder.
De natuur is lastig maar fair
Als je naar de menswetenschap kijkt, dan wordt
het pas ingewikkeld. Het is een fluïde wetenschap.
De natuur is lastig, maar fair. Als je iets meet in je
laboratorium en je komt de volgende morgen terug
en je hebt niets veranderd, dan meet je hetzelfde.
De natuur verandert de regels 's nachts niet
stiekem. Maar bij economie of welke
‘menswetenschap’ dan ook, is de wetenschap
compleet overgeleverd aan allerlei factoren waar
je als wetenschapper geen invloed op hebt.
Vertrouwen is daarvan een voorbeeld. Ter
illustratie, Poetin kucht een keer en het
consumentenvertrouwen schudt op zijn
grondvesten. Dat lijkt wat overdreven, maar zo
fragiel is vertrouwen in de economie. Het laat
zomaar de regels veranderen en dat maakt dat
soort van vakken pas echt ingewikkeld.
We hebben als mensheid onvoorstelbaar veel
bereikt op het gebied van alles wat met
wetenschap en technologie te maken heeft, maar
als je ziet wat we hebben gepresteerd op het
gebied van het bewaren van de vrede, dan laat dat
direct zien hoe veel moeilijker het is om daar
vooruitgang in te boeken. Zouden we ook daarvoor
kunnen putten uit wetenschap en technologie? Zie
het als een uitdaging.
De inspiratoren
Terug naar wetenschap en technologie vandaag de
dag. Voor alles wat het doet in de samenleving en
in je persoonlijke leven, is het niet alleen heel
belangrijk, het is ook zo allemachtig mooi. Het hele
bouwwerk van de natuurwetenschappen zoals de
grote genieën het eeuwen lang voor ons hebben
ontwikkeld, het bouwwerk van wat we nu weten
van het heelal, van de biologie, de weinige
natuurkrachten die er zijn en hoe dit alles onze
wereld zo beïnvloedt, is zo mooi.
Net als de taal van de wiskunde, is de taal van de
natuurwetenschappen zo mooi. Ik weet mijn eigen
kennismaking met de wiskunde nog als de dag van
gisteren. Ik vond het meteen zo prachtig. De leraar
speelde bij deze inspirerende kennismaking met dit
prachtige vak een essentiële rol. Mijn leraar wist
de schoonheid van de wiskunde op mij over te
brengen. Daarmee kom ik op het belang van de
leraar. Het is een belang dat mijns inziens nooit
onderschat mag worden. De statistische
onderzoeken die anders beweren, leg ik dan ook
graag en zonder twijfel naast me neer. Mijn
persoonlijke ervaring leert dat ik me in de gehele
tijd dat ik van onderwijs heb mogen genieten, van
de lagere school tot de universiteit, nog maar een
aantal leraren kan herinneren. Het is geen
verrassing dat die leraren de leraren zijn die mij
inspireerden. Het zijn de leraren die niet alleen de
kennis overbrachten maar ook het enthousiasme
en de voorliefde voor hun vak. Je laten inspireren
door de leraar is zo belangrijk.
Een voorbeeld van hoe het niet moet is het even
geleden ingevoerde studiehuis. De uitkomst ervan
is gelijk aan het idee; inspiratieloos. Het idee dat
de leraar er alleen maar is om aan te wijzen ‘daar
staat het’ gaat compleet voorbij aan de kracht van
een voorbeeld, een inspiratiebron bij het
overbrengen van informatie.
Het gaat niet alleen om het
weten, het gaat ook om de
vreugde van het weten
Vergeten wordt hoe mooi het is, want het gaat niet
alleen om kennis, het gaat ook om de schoonheid
van kennis. Het gaat niet alleen om het weten, het
gaat ook om de vreugde van het weten. Het gaat
om de gezamenlijke verwondering over wat er is
en hoe je er in kunt doordringen. Het gaat om het
mooie besef van wat je er allemaal mee kunt doen
in praktische zin. Dát zie je pas, bijna zonder
uitzonderingen, door de ogen van de inspirerende
leraar.
Toen ik zelf wiskunde studeerde, had ik les van
prof. Freudenthal. Een groot wiskundige, alsook
een groot onderwijsdeskundige. Toen ik later in de
Tweede Kamer zat, kreeg ik een brief van hem en
daar stond onder andere in: Realiseert u zich
meneer Terlouw - want toen deden we nog heel
deftig tegen elkaar - dat van al die nieuwe
onderwijstechnieken, er eigenlijk maar één echt
goed is, en dat is de overheadprojector. Weet u
waarom? Omdat de leraar met zijn gezicht naar de
leerling nog in contact staat met de klas, waarbij
hijzelf tegen ze spreekt in plaats van het scherm
waar hij voor staat. Ik ben zijn uitspraak nooit
vergeten, omdat deze uitspraak voor mij de zorg
voor het verlies en de overtuiging van de noodzaak
illustreert van een verbinding tussen de leraar en
de leerling in een leerproces. Ik deel zijn zorg en
zijn overtuiging.
Kracht van inspiratie
Er zijn vele bekende en minder bekende
natuurkundigen waarmee ik in mijn tijd als
natuurkundestudent heb mogen kennismaken. De
één briljant, de ander iets minder, maar bijna
allemaal werden ze ook hoogleraar. De drijfveer
daarvoor leek voor iedereen hetzelfde. Ze waren
geïnspireerd door hun leraar en in hun kracht die
inspiratie door te geven aan de nieuwe generatie
waren ze in briljantie gelijk. Dat is namelijk wat een
leraar een goede leraar maakt. Kennis speelt
daarbij een ondergeschikte rol. Dat is iets wat
nooit vergeten mag worden.
Inhoudelijk was er eigenlijk zo
weinig gebeurd, maar op het
gebied van inspiratie des te
meer
Als spreker inspireren
Ik ben ooit in mijn leven partijleider geworden van
een politieke partij. Ik kreeg toen de gelegenheid
en de plicht om tijdens congressen grote groepen
mensen toe te spreken. In het begin wilde ik onze
identiteit als een programmatische partij uitdragen
bij elke gelegenheid die ik daarvoor kreeg. Ik
diepte programmapunten uit en sprak over het
belang en mogelijke politieke implicaties. De
reacties na zo’n optreden waren vaak vriendelijk
maar lauw. Ik miste iets en ik ontdekte al gauw wat
het was. Programmapunten zijn mooi, maar
aandacht besteden aan de vraag waarom iemand
daar iets mee moet doen, wat iemand inspireert,
waarom iemand op zaterdagmiddag daar zit, dat
maakte dat de reacties van de aanwezigen
veranderden in; ,,Prachtige toespraak.” En dan was
er inhoudelijk eigenlijk zo weinig gebeurd, maar op
het gebied van inspiratie des temeer. En dat
element in de leraar, mag niet onderschat worden,
dat is zo belangrijk.
Technologie gebeurt overal
De rol van de technologie in de wetenschap is
enorm. In 1950 had een grote Groningse boer tien
knechten, nu in 2014 heeft hij geen knechten meer
en in plaats daarvan heeft hij een enorm
machinepark en doet hij het werk alleen of
misschien nog met zijn vrouw. Maar wat gebeurt
er als hij ophoudt? Eigenlijk niks en dus zie je
leegstand. Voor veel boerderijen wordt geen
opvolger meer gevonden. De wetenschap en
technologie heeft de spierkracht vervangen door
machines. Het gebeurt overal. Het gebeurt in het
huishouden, waar mijn moeder vroeger nog
lichamelijk moest arbeiden in het huishouden is nu
alles zo prachtig gemechaniseerd. Het gebeurt in
het bedrijfsleven, waar computers, met
bijvoorbeeld computerdesign en
computermanufacturing, ons allemaal werk uit
handen neemt.
De computer heeft de laatste 25 jaar gezorgd voor
een enorme digitale revolutie. Neem de komst van
het internet en de automatisering die ermee
gepaard ging. Niet alleen fysieke maar ook
geestelijke arbeid is intussen voor een groot deel
door technologie vervangen. De mogelijkheden
lijken eindeloos te zijn. Een voorbeeld daarvan
mogen we al even aanschouwen in landen als
Japan; de robotisering. Ook in ons land sijpelt het
langzaam door vernieuwende processen heen. De
politiek pakt het gretig op en spreekt bijvoorbeeld
over de komst van robots die werk gaan
overnemen in de zorg. Ik vraag me daarbij direct af
of nu de spierkracht én de denkkracht vervangen
is, we ook nog de empathie gaan vervangen. Gaat
nu de computer vriendelijk spreken tegen de oude
van dagen? Het lijkt ondenkbaar, maar dat is het
niet. In de zorg zullen we sprekende computers
krijgen die de eenzaamheid een beetje moeten
verdrijven. Ze zullen leren koken, ze zullen
boodschappen bestellen. Ze zullen al dat soort
dingen gaan doen en, of je het leuk vindt of niet,
het komt er aan. Het duurt niet eens meer lang.
Dat is de trend die we hebben gezien: spierkracht
geestkracht en denkkracht is of wordt vervangen
en empathie lijkt het volgende te zijn. De vraag
rijst: waar zal er nog werk zijn? Tot op heden valt
het mee. Waar technologie werkgelegenheid heeft
weggenomen, heeft de ontwikkeling en constructie
ervan ook werkgelegenheid gecreëerd. Voor
computers geldt hetzelfde. Sterker nog, juist in die
sector zal veel werkgelegenheid ontstaan om
bijvoorbeeld software te ontwikkelen. De
ontwikkeling van technologie zal hand in hand
gaan met de ontwikkeling van arbeidsplaatsen.
Nieuwe technologie vraagt om nieuwe banen, in
elke sector.
Wek de belangstelling bij de
leerlingen!
De technologie zal dus ook banen bieden! Zoals de
bediening en ontwikkeling van machines, maar ook
in de wetenschap zal de vraag naar goede mensen
blijven bestaan. Elke antwoord leidt immers tot
een nieuwe vraag en zo zal het altijd zijn, daarom is
het zo belangrijk om onze kinderen nu mee te
nemen in de wondere wereld van wetenschap en
technologie. Wek hun belangstelling! Omdat het zo
mooi en zo nuttig is én omdat je er later werk in
kunt vinden. In overtuiging hiervan, schaar ik mij
achter de oproep van het kabinet aan het
onderwijs om wetenschap en technologie te
integreren in de klas ter voorbereiding op de
toekomst.
Het grootste gevaar wat de mensheid bedreigt
Wetenschap en technologie vindt zijn belang in
nog een ander punt. Een punt waarvan de
immense impact allang is voorspeld, maar waarop
nog steeds veel te weinig actie wordt ondernomen.
Kortgeleden bracht Obama het in een toespraak
treffend onder woorden: ,,Van alle directe
uitdagingen; terrorisme, instabiliteit, ongelijkheid,
ziektes, is er één onderwerp dat de contouren van
deze eeuw meer dramatisch zal bepalen dan enige
andere en dat is de urgente en groeiende
bedreiging van de klimaatverandering.” Of hij zijn
woorden ook in actie kan omzetten, valt in het
huidige politieke klimaat in Amerika te bezien,
maar elk woord dat hij erover zegt is waar.
Klimaatverandering is het allergrootste gevaar wat
de mensheid bedreigt en daarmee de allergrootste
uitdaging waar we samen voor staan. Er liggen
meerdere gevaren op de loer in onze mondiale
samenleving die aandacht verdienen, maar
klimaatverandering kent in mate van bedreiging
geen gelijke. Deze is veel groter dan de meeste
mensen weten en veel groter dan de politiek zich
lijkt te realiseren.
Waar op andere vlakken in de wetenschap vaak
vele verschillende geluiden opgaan, zijn de
wetenschappers het in deze met elkaar eens.
Maar liefst 97% van de artikelen van de
klimatologen, geologen, natuurkundigen, biologen
enzovoort over de klimaatverandering vermelden
dezelfde conclusie; Wij denken met grote
stelligheid dat wij de verhoging van de
temperatuur op deze aarde niet deze eeuw tot 2°
kunnen beperken als het beleid niet drastisch wordt
veranderd. Want, zeggen die 97% van de
wetenschappers, het komt grotendeels door het
verbranden van fossiele brandstoffen, zoals het
verbranden van olie, kolen en gas. Het is veel
erger dan verwacht. De CO2 toename in de
dampkring en de uitstoot is groter dan voorspeld,
het smelten van de ijskappen, Noordpool met
name, maar ook de Zuidpool gaat harder dan
verwacht. Daarbij is het effect exponentieel. Als
dat ijs smelt, dan reflecteert er minder zonlicht
waardoor we ons op een hellend vlak begeven. Al
bij een lichte stijging van de temperatuur zullen de
permafrostlagen in Alaska en in Siberië smelten,
waardoor allerlei broeikasgassen loskomen zoals
methaan dat in vergelijking met CO2 twintig keer
zo sterk is .
Er is genoeg
Het gebeurt en je kunt het dagelijks waarnemen.
De stormen worden heftiger, de hoeveelheid
energie in de atmosfeer is groter, de regenval, én
de droogtes zijn ernstiger. Overal kun je het
waarnemen en we doen er veel te weinig aan,
terwijl het overduidelijk is wat er moet gebeuren.
We moeten stoppen met het verbranden van
fossiele grondstoffen en beginnen met het gebruik
van duurzame energie. Die duurzame energie is er
allang, in overvloed zelfs. Kijk bijvoorbeeld naar de
natuur zoals het oerwoud in Brazilië, waar
miljarden processen bestaan, waar we niets aan
hoeven te doen. We hoeven er geen kunstmest
heen te brengen, we hoeven er geen afval uit te
halen, we hoeven er geen regen te laten vallen.
Het gebeurt allemaal vanzelf. Het heeft slechts
één ding nodig en dat is energie.
Het oerwoud heeft niks anders
nodig dan de zon, waarom wij
dan wel?
Voor alles wat leeft en groeit, is energie nodig en
laat die energie nou net gratis van buiten door de
zon op dat oerwoud komen. Het oerwoud redt zich
daar prima mee. Het heeft niks anders nodig dan
de zon, waarom wij dan wel? Waarom moeten wij
als menselijke samenleving nou die gedateerde
energie gebruiken die in honderden miljoenen
jaren is opgeslagen in olie, kolen, gas, leisteen,
teerzanden, enzovoort? Waarom kunnen we het
niet doen met de duurzame energie die de zon
vandaag op ons schijnt? Een vraag die nochtans
onbeantwoord blijft. De beschikbaarheid biedt in
ieder geval geen enkel obstakel. Er is meer dan
genoeg.
Laten we ons even samen kosmologisch
verwonderen over de kracht van de zon. De zon
straalt het equivalent uit van tien miljoen vaten
olie, dat is 159 liter per vat, per aardbewoner per
seconde. Ondanks dat maar een heel klein deel op
aarde komt (99% van de energie gaat zo weer het
heelal in), geeft de zon ons in een uur al genoeg
voor het hele jaar. Er is meer en meer en meer dan
genoeg. Waarom maken we daar geen gebruik
van? Het kán geen technisch probleem zijn. We
kunnen een capsule laten landen op een komeet,
gaatjes graven op Mars en ogen repareren met
laserstralen. De oorzaak zoeken in het gebrek aan
technologische mogelijkheden is in dat licht
compleet ridicuul. De oorzaak wordt gedeeltelijk
gevonden in het economische aspect. Kosten gaan
voor de baten uit. Er zijn allerlei kosten-
batenanalyses gemaakt, maar die komen er
allemaal op neer dat de eerste twintig jaar lastig
zijn met alle benodigde investeringen en dat het
zich pas na de tweede twintig jaar gaat uitbetalen
met gratis zonne-energie. Dat lijkt te lang te duren
voor de economen.
Iets doen, namelijk overgaan
naar duurzame energie, is
uiteindelijk veel goedkoper dan
niets doen
Politiek probleem
De studies verschijnen nu bijna dagelijks met
dezelfde bijna wanhopige oproep. We moeten nu
iets doen. De zorg om de kosten nu, is kortzichtig
en niet realistisch. Iets doen, namelijk overgaan
naar duurzame energie, is uiteindelijk veel
goedkoper dan niets doen. Niets doen betekent
enkel dat de kosten om de gevolgen daarvan recht
te zetten, worden doorgeschoven naar de
volgende generatie, onze kinderen. Dit klinkt
wellicht wat stoffig, maar ik zeg dit echt niet met
geitenwollen sokken aan, dit zijn
wetenschappelijke feiten. De contouren van het
belang én de haalbaarheid worden steeds beter
zichtbaar. Duurzame energie gaat winnen. Het
schept werkgelegenheid, het schept welvaart. Het
idee dat het een achteruitgang in welvaart zou
betekenen, kunnen direct van tafel worden
geveegd.
Op technologisch en economisch gebied zijn er
geen onoverkomelijke obstakels. Toch gebeurt het
niet. Er speelt nog maar één probleem wat ervoor
zorgt dat de ontwikkelingen stagneren. Dat is
natuurlijk het politieke probleem, omdat er
gevestigde belangen aan verbonden zijn. Er zijn
enorme kapitaalaccumulaties overal en de politiek
kan of durft het niet te doorbreken. In ieder geval
doet zij het niet, terwijl het toch de taak van de
politiek is om daarvoor te zorgen. De oplossing lijkt
simpel en dat is het ook: de vervuiler betaalt. Als
de politiek daarachter zou gaan staan en dat
rigoureus zou doorvoeren, door te zeggen als
overheid tegen het bedrijfsleven, doe zoals je wilt,
maar de vervuiler betaalt, komt op ieder product
de prijs van de vervuiling. Eigenlijk hoef je niet veel
meer te doen. Het is eenvoudig en je schept een
gelijk speelveld. Op het ogenblik wordt fossiele
energie nog met zo'n $ 500.000.000.000 per jaar
gesubsidieerd, duurzame energie met zo'n $
100.000.000.000. Dat geeft zo'n ongelijk speelveld.
Als dat zo blijft krijg je het nooit voor elkaar.
Alleen wetenschap en
technologie kan het probleem
oplossen dat ze in zekere zin zelf
veroorzaakt heeft, als de
politiek maar zegt dat het moet
De politiek moet het afdwingen en dan, dan zullen
het bedrijfsleven, de wetenschap en de
technologie het gezamenlijk oplossen. En als u mij
vraagt of het moet gaan om een windmolenpark ,
zonnepanelen of thermische energie van de zon,
houd ik wijselijk mijn mond. De vorm waarin dat
gebeurt, is niet zo belangrijk en ondanks dat ik
daar wel bepaalde opvattingen over heb, laat ik
het graag over aan wetenschap, technologie en het
bedrijfsleven. Dat het gebeurt, is belangrijker dan
hoe. Als de randvoorwaarden dat het moet
gebeuren en dat het kan gebeuren, omarmd
worden, komt het in orde.
Als we onze kinderen en kleinkinderen niet willen
opzadelen met enorme kosten, met een veel
moeilijker leefbare aarde, met een hoog gestegen
zeespiegel, met enorme regenval en droogte, zoals
in China op het ogenblik het geval is, als we dat
niet willen en de politiek doet niets, dan moet er
een andere oplossing komen. De oplossing wordt
gevonden in wetenschap en technologie, samen
met het bedrijfsleven. Alleen wetenschap en
technologie, die het in zekere zin, met de
ontwikkeling van al die technische toepassingen
die de aarde uitputten zelf veroorzaakt heeft, kan
het oplossen, als de politiek maar zegt dat het
moet en daarmee actie afdwingt.
Taak om te inspireren
Iedereen in het onderwijs heeft de prachtige taak
om de leerlingen ervan te doordringen dat
wetenschap en technologie zo mooi en zo
belangrijk is in alle opzichten. Dat kan bijna geen
moeilijke taak zijn, want aan alle kanten zie je hoe
belangrijk het is.
Het kabinet heeft gelijk, meer
aandacht voor wetenschap en
technologie in het onderwijs en
u zult het moeten doen
De mogelijkheden van de wetenschap zijn echt
bewonderingswaardig en het kabinet heeft gelijk.
Er moet meer aandacht voor wetenschap en
technologie komen in de klas. En daar staat u. Aan
het begin van het pad naar onvermijdelijke
duurzaamheid met het lot van de volgende
generatie in uw handen. Wat een belangrijke en
prachtige taak. Want dames en heren, wetenschap
zoals wiskunde is zo mooi. Het klopt altijd en als
het niet klopt, hoef je alleen maar verder te zoeken
tot het wel klopt. Theoretische natuurkundigen
zetten in formules wat ze waarnemen in het heelal
aan krachten en bewegingen. Wanneer ze hun
formule niet kloppend krijgen, blijkt dat de natuur
zich niets gelegen laat aan wiskunde. Ze weten dat
om hun vergelijking kloppend te krijgen, er nog een
deeltje moét zijn ook al kunnen we het nu nog niet
zien. Dan wordt er voor honderden miljoenen
apparatuur opgezet om het deeltje te vinden.
Nooit tevergeefs, want altijd weer doemt
warempel het deeltje op! Met zo iets ontzaglijks
prachtigs kun je kinderen inspireren! En het schept
zoveel kansen op de arbeidsmarkt. Het schept
zoveel werkgelegenheid in de toekomst. Het is ons
wapen tegen de concurrentiestrijd in lage
loonlanden. De volledige werkgelegenheid wankelt
doordat machines, spierkracht, geestkracht en
uiteindelijk ook empathie gaan overnemen. Onze
hele economie zal op de helling moeten en worden
omgevormd naar een ander soort economie. Er zal
nog meer dan genoeg te doen blijven en nieuwe
banen zullen ontstaan. Daarnaast is een beetje
meer vrije tijd voor iedereen ook helemaal niet
verkeerd, zolang mensen maar de keuze en de
kans hebben om te werken. Als je kans ziet om
kinderen nu voor te bereiden op werk dat er echt
toe doet, wat echt belangrijk is, pak die kans dan
met beide handen aan en inspireer.
Ik eindig met een illustratie daarvan. Mijn vader zat
ongeveer honderd jaar geleden op het gymnasium
in Utrecht. De rector was dr. Hengeveld. Een
classicus, en hij was net zo streng als mijn meneer
Van de Lek in de wiskunde. Mijn vader vertelde dat
als een leerling uit de klas gestuurd werd en hij
moest naar de rector, dan sidderde hij van angst,
zo streng was dr. Hengeveld. Naast rector was hij
ook leraar in Grieks en Latijn in de hogere klassen.
Zo streng als hij was, kreeg hij tranen in zijn ogen
als hij Homerus voorlas. Dan zei hij: ,,Jongens let er
maar niet op, ik word weer nat, maar het is ook zo
mooi.” Daardoor heeft mijn vader ons opgevoed
met Griekse en Latijnse spreekwoorden, altijd
weer. Ik ben geen classicus geworden en ik weet er
allemaal heel weinig van, maar al die zinnen die hij
ons toe riep die zitten nog in mijn hoofd dankzij
dokter Hengeveld. En als ik bijvoorbeeld uit ging
dan riep hij mij na quid quid id est, timeo puellas et
oscula dantes: “Hoe het ook zij, pas op voor de
meisjes, ook al geven zij kusjes”. Maar dat heeft
niet geholpen.